Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer

Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer

12.09.2013 Views

G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen terechtzitting laten vertegenwoordigen door een advocaat, zonder dat zij hiertoe verplicht zijn. Voortvloeiend uit de summiere aard van de rechtspleging is de wijze van verzending van de processtukken. 121 Op grond van artikel 3, §1 Pr RvV dienen alle processtukken aan de Raad te worden toegezonden bij aangetekend schrijven (met als belangrijkste uitzondering in geval van uiterst dringende noodzakelijkheid bij fax of per bode). De stukken uitgaande van de Raad worden aan de partijen verzonden bij aangetekend schrijven tegen ontvangstbewijs tenzij o.m. in geval van uiterst dringende noodzakelijkheid bij fax (art. 3, §2, PR. RvV). Tot slot vloeit uit de summiere aard van de procedure én uit het inquisitoriaal karakter van de procedure voort dat enkel met de in het procedureregeling voorziene procedeurestukken rekening wordt gehouden. Niet in het procedurereglement voorziene nota’s, pleitnota’s, repliekmemories worden om die reden uit de debatten geweerd. §2. De rechtspleging voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen: het instellen van de procedure 1. Algemeen 31. Het inleiden van een procedure voor de Raad gebeurt door middel van een verzoekschrift. Dit moet voldoen aan een aantal ontvankelijkheidvoorwaarden. Traditioneel onderscheidt men de primaire en de procedurele ontvankelijkheidvoorwaarden. 122 32. Primaire ontvankelijkheidvoorwaarden hebben betrekking op de persoon van de verzoeker of op de bestuurshandeling in kwestie. Het betreft: • rechtsmacht van de Raad • het voorwerp van het beroep • belang in hoofde van de verzoeker. • procesbekwaamheid. • tijdigheid van het beroep. 33. Procedurele ontvankelijkheidvoorwaarden hebben betrekking op de wijze waarop het annulatieberoep moet worden ingesteld. De procedurele ontvankelijkheidvoorwaarden staan in de Vreemdelingenwet én in het PR RvV ingeschreven. Zij hebben betrekking op: a. de bestanddelen van het verzoekschrift (art. 39/69 Vreemdelingenwet) b. taal van de rechtspleging c. woonplaatskeuze d. aanwezigheid van de partijen behoudens in het geval van overmacht. Opgemerkt dient te worden dat net zoals het geval is voor de procedure voor de Raad van State, de ontvankelijkheidvoorwaarden van openbare orde te zijn. De ontvankelijkheid van een beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwisitngen zal dus mutatis mutandis ambtshalve onderzocht moeten worden. 123 34. De primaire ontvankelijkheidvoorwaarden van het verzoekschrift zijn, ongeacht de procedure vrijwel gelijk. Bij de procedurele ontvankelijkheid moet een onderscheid 121 A. MAST, J. DUJARDIN, M. VAN DAMME en J. VANDE LANOTTE, o.c., randnr. 1045. 122 Voor het onderscheid in de ontvankelijkheidsvoorwaarden zie o.a. A. MAST, J. DUJARDIN, M. VAN DAMME en J. VANDE LANOTTE, o.c., randnr. 953; J. BAERT en G. DEBERSAQUES, o.c, 2.; G. DEBERSAQUES, “Het contentieux in het vreemdelingenrecht voor de Raad van State: een onderzoek naar de primaire ontvankelijkheidsvoorwaarden” l.c.,164. 123 J. BAERT en G. DEBERSAQUES, o.c., randnr. II. 24

G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen gemaakt worden naargelang de Raad bevoegd is in volle rechtsmacht of als annulatierechter, met schorsingsbevoegdheid. 2. Primaire ontvankelijkheidvoorwaarden a. Rechtsmacht 35. In het vorige hoofdstuk is de rechtsmacht van de Raad voor vreemdelingenzaken uitgebreid omschreven. Het is bijgevolg niet nodig hierop terug te komen. b. Het voorwerp van het beroep 36. In overeenstemming met de rechtspraak van de Raad van state dient er op worden gewezen dat de voorwaarden waaraan een bestreden beslissing moet voldoen opdat zij vatbaar is voor een beroep, niet beschouwd worden als voorwaarden voor het bepalen van de bevoegdheid, doch als ontvankelijkheidvoorwaarden. 124 De bestreden beslissing vormt immers het voorwerp van het beroep. 125 37. Essentieel bij deze beoordeling is dat het beroep gedurende het volledige verloop van de procedure zijn voorwerp dient te behouden. Omdat de ontvankelijkheidvoorwaarden, en bijgevolg ook het voorwerp, de openbare orde aanbelangen dient de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen ambtshalve te onderzoeken of het beroep nog een voorwerp heeft. 126 Binnen het vreemdelingencontentieux stelt dit probleem zich hoofdzakelijk wanneer het beroep een verwijderingmaatregel betreft. Indien de verwijderingmaatregel, in de loop van het geding werd uitgevoerd en de vreemdeling als gevolg daarvan het grondgebied heeft verlaten, dan is het beroep zonder voorwerp geworden. 127 Ook de intrekking van de bestreden beslissing doet het voorwerp van het beroep verdwijnen. 128 Nog kan een navolgende administratieve handeling, de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de bestreden beslissing teniet doen. 129 c. Het vereiste belang 38. Op grond van de rechtspraak van de Raad van State dient het belang als ontvankelijkheidvoorwaarde als volgt gedefinieerd te worden : “het belang als ontvankelijkheidvereiste voor een annulatieberoep [vertoont] een objectief en een subjectief aspect; dat het objectief aspect bestaat in een door een administratieve rechtshandeling benadeeld zijn, het subjectief in een zich benadeeld voelen in voldoende mate om met een annulatieberoep tegen de nadeel berokkende administratieve 124 Ibid., randnr. 2 ; voor een uitvoerige behandeling van de ontvankelijkheid wat het voorwerp van de bestreden handeling betreft, zie J. BAERT en G. DEBERSAQUES, o.c.,, randnrs. 1-84 en G. DEBERSAQUES, “Het contentieux in het vreemdelingenrecht voor de Raad van State: een onderzoek naar de primaire ontvankelijkheidsvoorwaarden”, l.c., 179-191. 125 G. DEBERSAQUES, “Het contentieux in het vreemdelingenrecht voor de Raad van State: een onderzoek naar de primaire ontvankelijkheidvoorwaarden” in l.c., 179. 126 Ibid., 189; J. BAERT en G. DEBERSAQUES, o.c., randnr. 4. 127 R.v.St.. nr. 67.259 van 2 juli 1997; J. BAERT en G. DEBERSAQUES, o.c., randnr. 4, voetnoot 24. 128 R.v.St.. nr. 108.365 van 24 juni 2002 ; R.v.St.. nr. 93.027 van 5 februari 2001; G. DEBERSAQUES, “Het contentieux in het vreemdelingenrecht voor de Raad van State: een onderzoek naar de primaire ontvankelijkheidvoorwaarden”, l.c.,190; J. BAERT en G. DEBERSAQUES, o.c., randnr. 270. 129 G. DEBERSAQUES, “Het contentieux in het vreemdelingenrecht voor de Raad van State: een onderzoek naar de primaire ontvankelijkheidvoorwaarden”, l.c.,190-191 ; Voor voorbeelden en toepassingen uit de rechtspraak van de Raad van State betreffende een doelloos beroep in het vreemdelingencontentieux kan verwezen worden naar de opsomming en referenties aldaar. 25

G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, <strong>Rechtsbescherming</strong> <strong>tegenover</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />

terechtzitting laten vertegenwoordigen door een advocaat, zon<strong>de</strong>r dat zij hiertoe<br />

verplicht zijn.<br />

Voortvloeiend uit <strong>de</strong> summiere aard van <strong>de</strong> rechtspleging is <strong>de</strong> wijze van verzending van<br />

<strong>de</strong> processtukken. 121 Op grond van artikel 3, §1 Pr RvV dienen alle processtukken aan <strong>de</strong><br />

<strong>Raad</strong> te wor<strong>de</strong>n toegezon<strong>de</strong>n <strong>bij</strong> aangetekend schrijven (met als belangrijkste<br />

uitzon<strong>de</strong>ring in geval van uiterst dringen<strong>de</strong> noodzakelijkheid <strong>bij</strong> fax of per bo<strong>de</strong>). De<br />

stukken uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> partijen verzon<strong>de</strong>n <strong>bij</strong> aangetekend<br />

schrijven tegen ontvangstbewijs tenzij o.m. in geval van uiterst dringen<strong>de</strong><br />

noodzakelijkheid <strong>bij</strong> fax (art. 3, §2, PR. RvV).<br />

Tot slot vloeit uit <strong>de</strong> summiere aard van <strong>de</strong> procedure én uit het inquisitoriaal karakter<br />

van <strong>de</strong> procedure <strong>voor</strong>t dat enkel met <strong>de</strong> in het procedureregeling <strong>voor</strong>ziene<br />

proce<strong>de</strong>urestukken rekening wordt gehou<strong>de</strong>n. Niet in het procedurereglement <strong>voor</strong>ziene<br />

nota’s, pleitnota’s, repliekmemories wor<strong>de</strong>n om die re<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> <strong>de</strong>batten geweerd.<br />

§2. De rechtspleging <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen: het<br />

instellen van <strong>de</strong> procedure<br />

1. Algemeen<br />

31. Het inlei<strong>de</strong>n van een procedure <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> gebeurt door mid<strong>de</strong>l van een<br />

verzoekschrift. Dit moet voldoen aan een aantal ontvankelijkheid<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n.<br />

Traditioneel on<strong>de</strong>rscheidt men <strong>de</strong> primaire en <strong>de</strong> procedurele<br />

ontvankelijkheid<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n. 122<br />

32. Primaire ontvankelijkheid<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n hebben betrekking op <strong>de</strong> persoon van <strong>de</strong><br />

verzoeker of op <strong>de</strong> bestuurshan<strong>de</strong>ling in kwestie. Het betreft:<br />

• rechtsmacht van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong><br />

• het <strong>voor</strong>werp van het beroep<br />

• belang in hoof<strong>de</strong> van <strong>de</strong> verzoeker.<br />

• procesbekwaamheid.<br />

• tijdigheid van het beroep.<br />

33. Procedurele ontvankelijkheid<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n hebben betrekking op <strong>de</strong> wijze waarop het<br />

annulatieberoep moet wor<strong>de</strong>n ingesteld. De procedurele ontvankelijkheid<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n<br />

staan in <strong>de</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenwet én in het PR RvV ingeschreven. Zij hebben betrekking op:<br />

a. <strong>de</strong> bestand<strong>de</strong>len van het verzoekschrift (art. 39/69 Vreem<strong>de</strong>lingenwet)<br />

b. taal van <strong>de</strong> rechtspleging<br />

c. woonplaatskeuze<br />

d. aanwezigheid van <strong>de</strong> partijen behou<strong>de</strong>ns in het geval van overmacht.<br />

Opgemerkt dient te wor<strong>de</strong>n dat net zoals het geval is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> procedure <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong><br />

van State, <strong>de</strong> ontvankelijkheid<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n van openbare or<strong>de</strong> te zijn. De<br />

ontvankelijkheid van een beroep <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwisitngen zal dus<br />

mutatis mutandis ambtshalve on<strong>de</strong>rzocht moeten wor<strong>de</strong>n. 123<br />

34. De primaire ontvankelijkheid<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n van het verzoekschrift zijn, ongeacht <strong>de</strong><br />

procedure vrijwel gelijk. Bij <strong>de</strong> procedurele ontvankelijkheid moet een on<strong>de</strong>rscheid<br />

121 A. MAST, J. DUJARDIN, M. VAN DAMME en J. VANDE LANOTTE, o.c., randnr. 1045.<br />

122 Voor het on<strong>de</strong>rscheid in <strong>de</strong> ontvankelijkheids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n zie o.a. A. MAST, J. DUJARDIN, M. VAN<br />

DAMME en J. VANDE LANOTTE, o.c., randnr. 953; J. BAERT en G. DEBERSAQUES, o.c, 2.; G.<br />

DEBERSAQUES, “Het contentieux in het vreem<strong>de</strong>lingenrecht <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State: een on<strong>de</strong>rzoek<br />

naar <strong>de</strong> primaire ontvankelijkheids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n” l.c.,164.<br />

123 J. BAERT en G. DEBERSAQUES, o.c., randnr. II.<br />

24

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!