Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, <strong>Rechtsbescherming</strong> <strong>tegenover</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />
<strong>de</strong> procedure <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen van inquisitoriale aard. Dit<br />
houdt in dat <strong>de</strong> leiding van <strong>de</strong> rechtspleging aan <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> is opgedragen en niet, zoals in<br />
het burgerlijk procesrecht, aan <strong>de</strong> partijen is overgelaten 116 .<br />
Net als dat dit het geval is inzake <strong>de</strong> rechtspleging <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State, vloeien uit <strong>de</strong><br />
inquisitoriale aard van <strong>de</strong> rechtspleging belangrijke gevolgen <strong>voor</strong>t :<br />
1° De me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling van procedurestukken (verzoekschriften, memories, ….) geschiedt<br />
– binnen <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> termijnen - niet door <strong>de</strong> zorgen van <strong>de</strong> partijen, maar door<br />
bemid<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> griffie;<br />
2° De <strong>Raad</strong> is bevoegd om, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tussenkomst van enig orgaan van het actief<br />
bestuur, rechtstreeks briefwisseling te voeren met <strong>de</strong> partijen en hij is gerechtigd<br />
alle beschei<strong>de</strong>n en inlichtingen omtrent <strong>de</strong> zaken waarover hij zich uit te spreken<br />
heeft, door <strong>de</strong>ze partijen te doen overleggen (art. 39/62 Vr.W.). Dit is niet enkel<br />
van belang wanneer bv. een partij verzuimd heeft een bepaald stuk neer te<br />
leggen, maar om ook een vernietigingsbeslissing door <strong>de</strong> raad in volle<br />
rechtsmacht te vermij<strong>de</strong>n. Immers <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> is niet gehou<strong>de</strong>n om te wachten tot<br />
<strong>de</strong> terechtzitting om te conclu<strong>de</strong>ren dat zij over onvoldoen<strong>de</strong> essentiële elementen<br />
beschikt om zich over <strong>de</strong> zaak uit te spreken. Zulks gebrek kan opgevangen<br />
wor<strong>de</strong>n door een schrijven, uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong>, met een verzoek tot<br />
aanvullen<strong>de</strong> informatie omtrent bepaal<strong>de</strong> aspecten van <strong>de</strong> asielaanvraag. 117 In <strong>de</strong><br />
praktijk zullen die vragen gesteld wor<strong>de</strong>n hetzij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vorm van een<br />
afzon<strong>de</strong>rlijke brief, hetzij gevoegd wor<strong>de</strong>n als <strong>bij</strong>lage <strong>bij</strong> <strong>de</strong> oproeping;<br />
3° De verzoeker dient mee te werken aan <strong>de</strong> procesvoering. Zo dient hij ter<br />
terechtzitting aanwezig te zijn of vertegenwoordigd te zijn (art. 39/59, §2 Vr.W.).<br />
Laattijdige memories hebben <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> “hak<strong>bij</strong>lprocedure” tot gevolg<br />
(zie art. 39/59, §1Vr.W.). Aangezien <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />
rechtstreeks briefwisseling kan voeren met <strong>de</strong> partijen tenein<strong>de</strong> hem alle<br />
inlichtingen omtrent het geschil waarover hij zich dient uit te spreken te doen<br />
toekomen, 118 kan naar analogie met <strong>de</strong> rechtspraak van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State inzake<br />
het niet reageren op vragen van het auditoraat, wor<strong>de</strong>n gere<strong>de</strong>neerd dat indien<br />
een partij zulk een verzoek om inlichtingen naast zich neerlegt, ook <strong>de</strong> verzoeker<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> zijn belang teloor zal zien gaan. Er kan o.i. in dit geval wor<strong>de</strong>n<br />
gesteld dat <strong>de</strong> verzoeker geen me<strong>de</strong>werking heeft verleend aan <strong>de</strong> procesvoering;<br />
4° De kamer beslist of een afstand van geding of van rechtsvor<strong>de</strong>ring kan wor<strong>de</strong>n<br />
bewilligd;<br />
5° De <strong>Raad</strong> beslist over <strong>de</strong> dagstelling;<br />
6° De nietigheid van onregelmatige proceshan<strong>de</strong>lingen is het rechtstreekse gevolg<br />
van <strong>de</strong> vaststelling dat <strong>de</strong> organieke wet van openbare or<strong>de</strong> is.<br />
115 A. MAST, J. DUJARDIN, J. VANDE LANOTTE en M. VAN DAMME, o.c., nr. 1043, p. 1109-1110. Cfr. S.<br />
LUST, “De gewone procedure in het administratief kort geding” in G. DEBERSAQUES, M. VAN DAMME, S.<br />
DE CLERCQ en G. LAENEN, <strong>Rechtsbescherming</strong> door <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State. 15 jaar procedurele<br />
hernieuwing, o.c., (87) 93 en <strong>de</strong> aangehaal<strong>de</strong> rechtspraak.<br />
116 A. MAST, J. DUJARDIN, J. VANDE LANOTTE en M. VAN DAMME, o.c., nr. 1043, p. 1109. die ook <strong>de</strong><br />
verantwoording van <strong>de</strong>ze aard uiteenzet. O.i. geldt eenzelf<strong>de</strong> verantwoording ten aanzien van <strong>de</strong><br />
procedure <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong>.<br />
117 Wetsontwerp tot hervorming van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State en tot oprichting van een <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong><br />
Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen, l.c., 123; zie naar analogie art. 7 Koninklijk besluit van 9 juli 2000<br />
hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>bij</strong>zon<strong>de</strong>re procedureregeling inzake geschillen over beslissingen betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> toegang tot<br />
het grondgebied, het verblijf, <strong>de</strong> vestiging en <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring van vreem<strong>de</strong>lingen, B.S. 15 juli 2000.<br />
118 Wetsontwerp tot hervorming van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State en tot oprichting van een <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong><br />
Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen, Memorie van toelichting, Parl. St. Kamer, zittingsjaar 51, nr. 2479/001,<br />
117.<br />
22