Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, <strong>Rechtsbescherming</strong> <strong>tegenover</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />
rechtsbescherming 94 . De betrokken vreem<strong>de</strong>ling blijft aldus uit <strong>de</strong> asielprocedure en kan<br />
het <strong>voor</strong>werp uitmaken van een verwij<strong>de</strong>ringsmaatregel 95 .<br />
Als <strong>de</strong>rhalve <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>ling "nieuwe gegevens" aanvoert ter on<strong>de</strong>rbouwing van <strong>de</strong><br />
nieuwe asielaanvraag en DVZ weigert <strong>de</strong>ze nieuwe asielaanvraag in overweging te<br />
nemen, dan is een schorsing van <strong>de</strong> bestre<strong>de</strong>n maatregel door <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> dan wel<br />
mogelijk.<br />
Artikel 51/8 Vr.W. bepaling voert aldus, lui<strong>de</strong>ns het Grondwettelijk Hof 96 , een specifiek<br />
geval in waarin <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring tot schorsing <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> (van State) niet ontvankelijk is.<br />
24. Naar analogie met <strong>de</strong> vroegere rechtspraak van het Grondwettelijk Hof 97 , zal <strong>de</strong> <strong>Raad</strong><br />
<strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen, alvorens <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring tot schorsing niet ontvankelijk te<br />
verklaren, nagaan of <strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n met betrekking tot die grond van nietontvankelijkheid<br />
zijn vervuld 98 . Dit houdt in <strong>de</strong> praktijk in dat <strong>de</strong> <strong>Raad</strong>, alvorens <strong>de</strong><br />
vor<strong>de</strong>ring als niet ontvankelijk te verwerpen, toezicht zal hou<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling door<br />
<strong>de</strong> beslissen<strong>de</strong> <strong>overheid</strong> van <strong>de</strong> elementen die <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>ling <strong>bij</strong> zijn twee<strong>de</strong> of<br />
opvolgen<strong>de</strong> vluchtelingenverklaring <strong>voor</strong>legt 99 . De exceptie van onontvankelijkheid<br />
wegens onbevoegdheid is <strong>de</strong>rhalve verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> ernst van het aangevoer<strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>l 100 . Dit impliceert op haar beurt dat <strong>de</strong> verzoeker, opdat <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong><br />
Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen zich bevoegd zou kunnen verklaren om <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring tot<br />
schorsing te on<strong>de</strong>rzoeken, minstens een mid<strong>de</strong>l aanvoert waarin hij <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke<br />
onwettigheid van <strong>de</strong> beslissing - b.v. schending van artikel 51/8 Vr.W., van <strong>de</strong> materiële<br />
motiveringsplicht, - aanvecht en <strong>de</strong>rhalve betwist dat <strong>de</strong> beslissen<strong>de</strong> <strong>overheid</strong> ten<br />
onrechte <strong>de</strong> door hem aangevoer<strong>de</strong> "nieuwe gegevens" buiten beschouwing heeft<br />
gelaten. Wordt dit mid<strong>de</strong>l ernstig bevon<strong>de</strong>n, dan is <strong>de</strong> exceptie van onbevoegdheid niet<br />
gegrond en kan <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> - indien <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re grond<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n zijn vervuld - <strong>de</strong><br />
bestre<strong>de</strong>n weigeringsbeslissing schorsen 101 . In het an<strong>de</strong>re geval is <strong>de</strong> exceptie gegrond<br />
en is <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> niet bevoegd 102 . Voert <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>ling <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State<br />
daarentegen geen mid<strong>de</strong>l aan waarin hij betwist dat <strong>de</strong> beslissen<strong>de</strong> <strong>overheid</strong> ten<br />
onrechte <strong>de</strong> door hem aangevoer<strong>de</strong> "nieuwe gegevens" buiten beschouwing heeft gelaten<br />
- b.v. een schending van een externe onwettigheid of van een an<strong>de</strong>re bepaling of<br />
algemeen rechtsbeginsel - dan zal <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring als niet ontvankelijk wor<strong>de</strong>n verworpen,<br />
vermits <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> aldus niet wordt uitgenodigd 103 vast te stellen of <strong>de</strong> beslissen<strong>de</strong> <strong>overheid</strong><br />
94 R.v.St.. nr. 65.692, 7 maart 1997; R.v.St, nr. 88.870, 11 juli 2000; De stelling dat DVZ zich toch soms<br />
zal uitspreken over <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> asielaanvraag (in die zin M. LEMMENS en J. ROGGEN, l.c., 12) lijkt<br />
ons dan ook onterecht.<br />
95 D. VAN HEULE, o.c., 91. Voor een eerste toepassing door <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen zie<br />
RvV, nr. 133, 16 juni 2007, overweg. 3.2.2.<br />
96 Grondwettelijk Hof, nr. 61/94 van 14 juli 1994, T.V.R. 1994, 179, noot M. VAN DE PUTTE, Rev. Dr.<br />
Étr. 1994, 548, noot J. CARLIER en D. VAN HEULE, J.L.M.B. 1995, 1396, noot D. RENDERS, overw.<br />
B.5.8.1.; Grondwettelijk Hof, nr. 83/94, 1 <strong>de</strong>cember 1994, overw. B.6., Grondwettelijk Hof, nr. 21/2001,<br />
1 maart 2001, overw. B.3.4.<br />
97 ibid.<br />
98 Ibid. Binnen <strong>de</strong>ze perken achtte het Grondwettelijk hof in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>noem<strong>de</strong> arresten <strong>de</strong> uitsluiting van<br />
<strong>de</strong> enkele vor<strong>de</strong>ring tot schorsing, binnen <strong>de</strong> zeer enge grenzen die in het artikel 51/8, twee<strong>de</strong> lid, Vr.W.,<br />
zijn bepaald, niet strijdig met <strong>de</strong> artikelen 10 en 11 van <strong>de</strong> Grondwet.<br />
99 D. VAN HEULE, o.c., 91.<br />
100 R.v.St., nr. 69.708, 20 november 1997; R.v.St., nr. 95.156, 3 mei 2001; R.v.St., nr. 104.257, 4<br />
maart 2002.<br />
101 B.v. R.v.St., nr. 57.384, 5 januari 1996, Rev. Dr. Etr. 1996, 387; R.v.St., nr. 63.788, 24 <strong>de</strong>cember<br />
1996 en, zij het niet in <strong>de</strong>ze mate genuanceerd : R.v.St., nr. 57257, 22 <strong>de</strong>cember 1995; R.v.St., nr.<br />
85.470, 22 februari 2000.<br />
102 B.v. R.v.St., nr. 69.708, 20 november 1997; R.v.St., nr. 90.895, 17 november 2000; R.v.St., nr.<br />
95.156, 3 mei 2001; R.v.St., nr. 104.257, 4 maart 2002. Zie ook R.v.St., nr. 72.326, 10 maart 1998.<br />
103 Daargelaten <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> al dan niet ambtshalve mid<strong>de</strong>len vermag aan te voeren in het raam<br />
van een vor<strong>de</strong>ring tot schorsing (zie in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zin <strong>de</strong> problematiek <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State.<br />
Beantwoord<strong>de</strong> die vraag ontkennend : R.v.St., n.v. Demo Voe<strong>de</strong>rs, nr. 47.822, 9 juni 1994, R.v.St.,<br />
Devriese en cst., nr. 78.919, 23 februari 1999; zie inzake <strong>de</strong>ze problematiek meer in het <strong>bij</strong>zon<strong>de</strong>r : A.<br />
WIRTGEN, "Kan <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State ambtshalve ernstige mid<strong>de</strong>len opwerpen" (noot on<strong>de</strong>r R.v.St., nr.<br />
18