Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, <strong>Rechtsbescherming</strong> <strong>tegenover</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />
op feiten of situaties die zich hebben <strong>voor</strong>gedaan na <strong>de</strong> laatste fase in <strong>de</strong> procedure<br />
waarin <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>ling ze had kunnen aanbrengen.<br />
Uit <strong>de</strong> parlementaire <strong>voor</strong>bereiding van <strong>de</strong>ze bepaling blijkt dat zij beoogt een specifieke<br />
vorm van misbruik van procedure, het systeem van herhaal<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntieke<br />
vluchtelingenverklaringen, uit te schakelen, m.n. "te vermij<strong>de</strong>n dat een vreem<strong>de</strong>ling zijn<br />
verblijf op een kunstmatige wijze verlengt door <strong>voor</strong> een twee<strong>de</strong> of volgen<strong>de</strong> keer een<br />
aanvraag in te dienen, nadat een afgesloten on<strong>de</strong>rzoek heeft aangetoond dat hij niet in<br />
aanmerking komt <strong>voor</strong> erkenning als vluchteling of <strong>voor</strong> <strong>de</strong> status van subsidiaire<br />
rechtsbescherming. Het gaat dus om vreem<strong>de</strong>lingen die vroeger reeds een aanvraag<br />
had<strong>de</strong>n ingediend en die <strong>de</strong> mogelijkheid hebben gehad om tegen een weigering in<br />
beroep te gaan. De weigering overeenkomstig artikel 51/8 kan wor<strong>de</strong>n beschouwd als<br />
een weigering om een zaak met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> partijen en met hetzelf<strong>de</strong> <strong>voor</strong>werp een twee<strong>de</strong><br />
keer te on<strong>de</strong>rzoeken 90 . Een eventueel twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> aanvraag kan<br />
wor<strong>de</strong>n afgewezen, zon<strong>de</strong>r dat hiermee aan <strong>de</strong> betrokkene het recht op een effectief<br />
rechtsmid<strong>de</strong>l ontzegd wordt " 91 .<br />
23. Artikel 51/8, twee<strong>de</strong> lid, Vr.W. zoals geïnterpreteerd door het Grondwettelijk Hof<br />
wat <strong>de</strong> (i<strong>de</strong>ntieke) bevoegdheid van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State betrof, 92 sluit o.i. <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring tot<br />
schorsing <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> uit tegen een beslissing om <strong>de</strong> herhaal<strong>de</strong> vluchtelingenverklaring<br />
niet in aanmerking te nemen in <strong>de</strong> gevallen waarin <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>ling 93 :<br />
a) reeds vroeger een verklaring om zich als vluchteling te laten erkennen heeft afgelegd,<br />
verklaring die na on<strong>de</strong>rzoek niet in aanmerking is genomen; en<br />
b) <strong>de</strong> mogelijkheid heeft gehad om tegen die weigering in beroep te gaan en alle<br />
rechtsmid<strong>de</strong>len uit te putten; en<br />
c) een i<strong>de</strong>ntieke verklaring aflegt zon<strong>de</strong>r enig nieuw gegeven aan te voeren, waar<strong>bij</strong><br />
nieuwe gegevens in <strong>de</strong> zin van <strong>de</strong>ze wetsbepaling zijn gegevens die “betrekking hebben<br />
op feiten of situaties die zich hebben <strong>voor</strong>gedaan na <strong>de</strong> laatste fase in <strong>de</strong> procedure<br />
waarin <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>ling ze had kunnen aanbrengen”.<br />
De basisregel is dat DVZ slechts toepassing mag maken van artikel 51/8 Vr.W. indien <strong>de</strong><br />
aangehaal<strong>de</strong> gegevens niet nieuw zijn. De DVZ mag zich dus, <strong>bij</strong> een toepassing van<br />
artikel 51/8 Vr.W., niet uitspreken over <strong>de</strong> geloofwaardigheid van <strong>de</strong> gegevens of <strong>de</strong>ze<br />
beoor<strong>de</strong>len in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Conventie van Genève of <strong>de</strong> subsidiaire<br />
asielaanvrager betreft, ernstige aanwijzingen bestaan van een gegron<strong>de</strong> vrees <strong>voor</strong> vervolging in <strong>de</strong> zin<br />
van het Verdrag betreffen<strong>de</strong> het vluchtelingen statuut. Voor het on<strong>de</strong>rscheid met het begrip “nieuwe<br />
gegevens” in <strong>de</strong> zin van artikel art. 39/76, §1 zie Wetsontwerp tot hervorming van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State en<br />
tot oprichting van een <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen, Memorie van toelichting, Parl. St. Kamer<br />
2005-2006, nr. 2479/001, 97; Zie ook RvV, nr. 133, arrest van 16 juni 2007, overweg. 3.2.2.<br />
90 Vanuit het algemeen bestuursrecht is een bevestigen<strong>de</strong> beslissing nooit vatbaar <strong>voor</strong> annulatieberoep<br />
en dus ook niet <strong>voor</strong> een vor<strong>de</strong>ring tot schorsing : zie J. BAERT en G. DEBERSAQUES, o.c., randnr. 13<br />
91 Memorie van toelichting, Parl. St. Senaat 1992-93, nr. 555-1, 9; R.v.St., nr. 92647, 25 januari 2001.<br />
92 M.n. rechtsoverweging B.5.8.1 van het het arrest nr. 61/94 van 14 juli 1994, T.V.R. 1994, 179, noot<br />
M. VAN DE PUTTE, Rev. Dr. Étr. 1994, 548, noot J. CARLIER en D. VAN HEULE, J.L.M.B. 1995, 1396,<br />
noot D. RENDERS, overw. B.5.8.1.; Grondwettelijk Hof, nr. 83/94, 1 <strong>de</strong>cember 1994, overw. B.6.;<br />
Grondwettelijk Hof, nr. 21/2001, 1 maart 2001, overw. B.3.4.<br />
93 Zie ook G. DE MOFFARTS, "De opschortingbevoegdheid van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State in geval van een<br />
nieuwe aanvraag tot erkenning van <strong>de</strong> hoedanigheid van vluchteling" (noot on<strong>de</strong>r R.v.St., nr. 56.999, 13<br />
<strong>de</strong>cember 1995), T.V.R. 1996, 37-38; F. BERNARD, "La procédure belge <strong>de</strong> reconnaissance <strong>de</strong> la qualité<br />
<strong>de</strong> refugié à l’épreuve <strong>de</strong> la censure du Conseil d’Etat. Examen <strong>de</strong> jurispru<strong>de</strong>nce 1994-1998)", Rev. Dr.<br />
Etr. 1998, (603), 610-613. De betrokken vreem<strong>de</strong>ling blijft aldus uit <strong>de</strong> asielprocedure en kan het<br />
<strong>voor</strong>werp uitmaken van een verwij<strong>de</strong>ringsmaatregel (D. VAN HEULE, o.c., 91).<br />
17