12.09.2013 Views

Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer

Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer

Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, <strong>Rechtsbescherming</strong> <strong>tegenover</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />

In <strong>de</strong> rechtspraktijk evenwel, zal, gelet op het bepaal<strong>de</strong> in artikel 63, twee<strong>de</strong> lid, Vr.W.,<br />

nog eer<strong>de</strong>r in zeer beperkte mate een beroep kunnen wor<strong>de</strong>n gedaan op <strong>de</strong> kort<br />

gedingrechter. Op grond van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>noem<strong>de</strong> bepaling zijn immers <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

administratieve beslissingen uitdrukkelijk uitgesloten van een vor<strong>de</strong>ring in kort geding op<br />

grond van artikel 584 Ger. W. : <strong>de</strong> terugdrijving (art. 3 Vr.W.), het bevel om het<br />

grondgebied te verlaten (art. 7 Vr.W.), <strong>de</strong> weigering van het recht op verblijf (art. 11<br />

Vr.W.), <strong>de</strong> weigering van het recht op terugkeer (art. 19 Vr.W.). Gelet op <strong>de</strong>ze uitsluiting<br />

van het gerechtelijk kort geding ten opzichte van <strong>voor</strong>noem<strong>de</strong> maatregelen, en op <strong>de</strong><br />

hier<strong>voor</strong> toegelichte annulatie- en schorsingbevoegdheid van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong>, mag wor<strong>de</strong>n<br />

besloten dat <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>de</strong> gemeenrechtelijke rechter is om kennis te nemen van beroepen,<br />

zowel tot schorsing als ten principale, tegen elke maatregel tot verwij<strong>de</strong>ring van het<br />

grondgebied waartoe besloten is met toepassing van <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>lingenwet. Zelfs indien<br />

het beroep in werkelijkheid gaat om <strong>de</strong> erkenning van een subjectief recht dat in <strong>de</strong><br />

vreem<strong>de</strong>lingenwet besloten ligt, waardoor het een recht wordt van politieke aard, of<br />

wanneer het rechtstreeks en werkelijke on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring is, het laten<br />

vaststellen van het bestaan van een subjectief, burgerlijk of politiek recht, of het laten<br />

veilig stellen van <strong>de</strong> inachtneming van zulk een recht, zal <strong>de</strong> bevoegdheid van <strong>de</strong> kort<br />

gedingrechter in het vreem<strong>de</strong>lingencontentieux beperkt zijn 86 . Gelet op uitsluiting van <strong>de</strong><br />

rechtsmacht van <strong>de</strong> kort gedingrechter die <strong>bij</strong>na allesomvattend is wat <strong>de</strong> beslissingen<br />

betreft op grond van <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>lingenwet, zal dus in essentie moeten bepaald wor<strong>de</strong>n<br />

of het werkelijke <strong>voor</strong>werp van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring betrekking heeft op een burgerlijk subjectief<br />

recht in <strong>de</strong> zin van artikel 144 G.W. of op een politiek subjectief recht <strong>voor</strong>tvloeiend uit<br />

een an<strong>de</strong>re wet dan <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>lingenwet en waarvan <strong>de</strong> betwisting door <strong>de</strong> wetgever op<br />

grond van artikel 39/2 Vr. W. niet aan <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> is opgedragen, in welke gevallen <strong>de</strong> kort<br />

87 88.<br />

gedingrechter (nog) bevoegd zal zijn<br />

(2). De enige uitzon<strong>de</strong>ring : artikel 51/8 Vr.W.<br />

22. Lui<strong>de</strong>ns artikel 51/8, Vr.W., kan <strong>de</strong> minister van Binnenlandse Zaken, of diens<br />

gemachtig<strong>de</strong>, beslissen <strong>de</strong> asielaanvraag niet in aanmerking te nemen wanneer <strong>de</strong><br />

vreem<strong>de</strong>ling <strong>voor</strong>heen reeds <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> aanvraag heeft ingediend <strong>bij</strong> een door <strong>de</strong> Koning<br />

aangedui<strong>de</strong> <strong>overheid</strong> in uitvoering van artikel 50, eerste lid, Vr.W. en hij geen nieuwe<br />

gegevens aanbrengt dat er, wat hem betreft, ernstige aanwijzingen bestaan van een<br />

gegron<strong>de</strong> vrees <strong>voor</strong> vervolging in <strong>de</strong> zin van het Verdrag van Genève zoals bepaald in<br />

artikel 48/3 Vr.W., of ernstige aanwijzigingen bestaan van een reëel risico op ernstige<br />

scha<strong>de</strong> bepaald in artikel 48/4 Vr.W. De nieuwe gegevens 89 moeten betrekking hebben<br />

86 Cf. <strong>Raad</strong> van State. Openbaar verslag over het gerechtelijk jaar 1994-1995, <strong>Raad</strong> van State van<br />

België, 261; J. JAUMOTTE, 243 en 245, die er terecht op wijst, aan <strong>de</strong> hand van een <strong>bij</strong>gevoeg<strong>de</strong> tabel<br />

die het toepasselijke wettelijke ka<strong>de</strong>r schetst (p. 257) "qu’ il ne peut (...) être utilement renvoyé à un<br />

jugement ou à un arrêt <strong>de</strong>s cours et tribunaux en la matière qu’après savoir pris soin <strong>de</strong> replacer (...)<br />

ledit arrêt ou jugement dans le cadre législatif qui trouvait à s’appliquer à l’époque à laquelle il a été<br />

prononcé". Niet alle auteurs maken dit (terechte) genuanceer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rscheid <strong>bij</strong> het dui<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

bevoegdhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> kort gedingrechter.<br />

87 D. VAN HEULE, Vluchtelingen. Een overzicht, Gent, Mys & Breesch, 1998, p. 191, nr. 468.<br />

88 Eén en an<strong>de</strong>r sluit evenwel niet uit dat rechtspraak ter zake van <strong>de</strong> kort gedingrechter niet<br />

eenslui<strong>de</strong>nd is : zie b.v. <strong>de</strong> door J. JAUMOTTE in noot 114 (l.c. 245) aangehaal<strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong><br />

rechtspraak. Zie ook <strong>de</strong> toepassingen opgesomd in D. VAN HEULE, o.c. 190-191 en L. DENYS,<br />

"Rechtsmid<strong>de</strong>len in <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>lingenwet" in Migratie en migrantenrecht, 6, D. CUYPERS, B. HUBEAU en<br />

M.-C. FOBLETS (eds.), 2001, o.c., (111) 213-215, waar<strong>bij</strong> wel rekening moet wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met het<br />

op het ogenblik van <strong>de</strong> uitspraak gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wettelijke ka<strong>de</strong>r ter zake (zie J. JAUMOTTE, l.c., 257). Ad<strong>de</strong><br />

b.v. Voorz. Rb. Brussel, 23 januari 2002, A.R. nr. 2001/1439/C inzake G. En S. T./B.S., onuitgeg. (geen<br />

rechtsmacht om een weigering tot inoverwegingname en het bevel om het grondgebied te verlaten te<br />

schorsen totdat <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State zich heeft uitgesproken over <strong>de</strong> aanhangige annulatieberoepen).<br />

89 Het loutere feit dat <strong>de</strong> asielaanvrager <strong>de</strong>ze gegevens niet kon aanbrengen noch vermel<strong>de</strong>n in zijn<br />

eerste asielaanvraag lijkt op zich alleen niet te doen aannemen dat <strong>de</strong>ze gegevens "nieuwe gegevens"<br />

zijn in <strong>de</strong> zin van het artikel 51/8 Vr.W. (R.v.St., nr. 95156, 3 mei 2001). Bovendien mag niet uit het oog<br />

wor<strong>de</strong>n verloren dat <strong>de</strong> aangebrachte nieuwe gegevens bovendien moeten doen blijken dat er, wat <strong>de</strong><br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!