Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, <strong>Rechtsbescherming</strong> <strong>tegenover</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />
21. Artikel 39/82, § 1, eerste lid, Vr.W. bepaalt bovendien dat <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> als enige <strong>de</strong><br />
schorsing van <strong>de</strong> tenuitvoerlegging van <strong>voor</strong> vernietiging vatbare han<strong>de</strong>ling kan bevelen.<br />
Een i<strong>de</strong>ntieke bepaling is vervat in artikel 17, § 1, R.v.St.-wet. Over <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong><br />
juiste draagwijdte van <strong>de</strong> laatstgenoem<strong>de</strong> bepaling en inzon<strong>de</strong>rheid over <strong>de</strong> vraag of<br />
<strong>de</strong>ze bepaling <strong>de</strong> parallelle bevoegdheid van <strong>de</strong> gewone rechter uitsluit, is wat <strong>de</strong> gelijke<br />
bepaling uit <strong>de</strong> R.v.St.-wet betreft, reeds heel wat inkt gevloeid 78 . De huidige status<br />
questiones wordt door D. LINDEMANS, na on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> rechtspraak ter zake van het<br />
Hof van Cassatie 79 , o.i. treffend als volgt samengevat 80 : <strong>de</strong> rechtspraak van het Hof van<br />
Cassatie sluit een parallelle 81 bevoegdheid van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State en <strong>de</strong> burgerlijke kort-<br />
gedingrechter niet uit in geschillen waarin administratieve beslissingen in betwisting<br />
zijn 82 . Alhoewel het criterium van het rechtstreeks en werkelijk <strong>voor</strong>werp van <strong>de</strong><br />
vor<strong>de</strong>ring niet bepaald dui<strong>de</strong>lijk is ter bepaling van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n bevoegdhe<strong>de</strong>n van<br />
<strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State en <strong>de</strong> burgerlijke rechter 83 , kan in <strong>de</strong> huidige stand van <strong>de</strong><br />
rechtspraak van het Hof van Cassatie het volgen<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld : zowel een schorsingsberoep<br />
<strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State als <strong>bij</strong> <strong>de</strong> gewone kort gedingrechter zullen meestal<br />
mogelijk zijn wanneer <strong>de</strong> verzoeker-eiser optreedt tegen <strong>de</strong> begunstig<strong>de</strong> van een<br />
zogenoem<strong>de</strong> "permissieve akte". Dit zal veel min<strong>de</strong>r het geval zijn wanneer hij optreedt<br />
tegen <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> zelf, die te zijn opzichte een verplichting miskent. Beantwoordt die<br />
precieze verplichting aan een subjectief recht in zijnen hoof<strong>de</strong>, en beroept hij zich op <strong>de</strong><br />
schending van <strong>de</strong> regel die <strong>de</strong>ze verplichting instelt, dan is <strong>de</strong> burgerlijke rechter<br />
exclusief bevoegd. Is dit niet het geval, dan is enkel <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State bevoegd 84 .<br />
Deze analyse is o.i. - in principe - op onverkorte wijze van toepassing inzake <strong>de</strong> parallelle<br />
bevoegdheid van <strong>de</strong> kort geding rechter en <strong>de</strong> administratieve kort gedingrechter die <strong>de</strong><br />
<strong>Raad</strong> is.<br />
22. In principe geldt het hier<strong>voor</strong> geschetste beginsel van het dualisme - zowel <strong>de</strong><br />
gewone rechter als <strong>de</strong> administratieve rechter kunnen zich, ie<strong>de</strong>r binnen zijn eigen<br />
bevoegdhe<strong>de</strong>n, uitspreken over een geschil - ook in het contentieux in<br />
vreem<strong>de</strong>lingenzaken 85 .<br />
78<br />
Zie <strong>voor</strong> een stand van zaken, D. D’HOOGHE en L. SCHELLEKENS, “De interferentie tussen<br />
kortgedingprocedures <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State en gerechtelijke procedures <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>re rechtsmachten”<br />
in G. DEBERSAQUES, M. VAN DAMME, S. DE CLERCQ en G. LAENEN, <strong>Rechtsbescherming</strong> door <strong>de</strong> <strong>Raad</strong><br />
van State. 15 jaar procedurele vernieuwing, o.c., 221- 253, inz. 226-229. Zie ook supra, noot 59.<br />
79<br />
Inzon<strong>de</strong>rheid <strong>de</strong> arresten Cass., 15 oktober 1993, Arr. Cass. 1993, 841, concl. adv.-gen. L. D'HOORE,<br />
Pas. 1993, I, 828, R.W., 1993-94, 711, concl. adv.-gen. L. D'HOORE, J.T. 1994, 452, Rec. Cass. 1993,<br />
231, noot E. LANCKSWEERDT; Cass., 14 januari 1994, Arr. Cass. 1994, 44, concl. adv.-gen. L.<br />
D'HOORE; Cass., 17 november 1994, Arr. Cass. 1994, 979, Pas. 1994, 957, concl. B. JANSSENS DE<br />
BISTHOVEN, P&B 1995, 3, A.J.T. 1995-96, noot M. BOES, J.L.M.B. 1995, 43, Journal <strong>de</strong>s Proc s 20<br />
januari 1995, noot F. TULKENS, J.T. 1995, 316, noot B. HAUBERT; Cass., 25 april 1996, R.W. 1996-97,<br />
432.<br />
80<br />
D. LINDEMANS, "Cumulatie van administratief en civiel kort geding", l.c., 325-326 en 337.<br />
81<br />
D. VAN HEUVEN en F. VAN VOLSEM (l.c., 341, noot 9) wijzen er o.i. terecht op dat het beter is te<br />
spreken van parallelle bevoegdhe<strong>de</strong>n in plaats van concurreren<strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n, omdat <strong>de</strong>ze laatsten<br />
<strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n zijn die <strong>de</strong> ene rechter kan uitoefenen zolang <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re rechter dit niet doet. In<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zin : M. LEROY, o.c., 631.<br />
82<br />
Deze auteur on<strong>de</strong>rzoekt ook <strong>de</strong> argumenten van <strong>de</strong> tegenstan<strong>de</strong>rs van een parallelle bevoegdheid (D.<br />
LINDEMANS, "Cumulatie van administratief en civiel kort geding", l.c., 334-335). Hijzelf stelt dat <strong>de</strong><br />
parallelle bevoegdheid <strong>de</strong> rechtsbescherming versterkt en dat misbruiken moeten wor<strong>de</strong>n beteugeld op<br />
een an<strong>de</strong>re wijze dan door het toewijzen van exclusieve rechtsmacht, <strong>bij</strong><strong>voor</strong>beeld door een grondige<br />
analyse van <strong>de</strong> rechtsgevolgen van <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>ne uitspraken (l.c., 336).<br />
83<br />
Deze auteur pleit dan ook <strong>voor</strong> een wet ter uitvoering van artikel 160 G.W. die meer klaarheid moet<br />
kunnen brengen : Ibid., 335.<br />
84<br />
Voor <strong>de</strong> praktische gevolgen van <strong>de</strong>ze (grond)wettelijke mogelijkheid tot "forum-shopping" en<br />
inzon<strong>de</strong>rheid <strong>de</strong> weerslag van een vonnis van <strong>de</strong> kort gedingrechter op <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State<br />
aanhangige schorsingsvor<strong>de</strong>ring en vice versa, zie inz. G. DEBERSAQUES, Knelpunten in <strong>de</strong> schorsingsprocedure<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling administratie. Een prima facie-on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> primaire<br />
ontvankelijkheids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring tot schorsing", l.c. 45-46.<br />
85<br />
Cf. J. JAUMOTTE (l.c., 234) en <strong>de</strong> aldaar aangehaal<strong>de</strong> rechtsleer.<br />
15