12.09.2013 Views

Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer

Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer

Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, <strong>Rechtsbescherming</strong> <strong>tegenover</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />

een daartoe correct ingedien<strong>de</strong> aanvraag en het stilzwijgen van het bestuur moet<br />

‘langdurig’ en ‘omstandig’ zijn 72 .<br />

b. De vor<strong>de</strong>ring tot schorsing van <strong>de</strong> tenuitvoerlegging van <strong>de</strong> beslissing<br />

(1) Alle vernietigbare han<strong>de</strong>lingen zijn vatbaar <strong>voor</strong> schorsing<br />

20. Artikel 39/82, § 1, Vr.W. bepaalt – op gelijke wijze als 17 R.v.St.-wet - dat <strong>de</strong><br />

<strong>Raad</strong> bevoegd is om <strong>de</strong> schorsing te gelasten van <strong>de</strong> uitvoering van een door hem<br />

vernietigbare han<strong>de</strong>ling. Artikel 39/84 Vr.W. geeft - op gelijke wijze als artikel 18<br />

R.v.St.-wet - eveneens een exclusieve bevoegdheid aan <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> om, <strong>bij</strong> <strong>voor</strong>raad, “alle<br />

nodige maatregelen (te) bevelen om <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> partijen of van <strong>de</strong> personen die<br />

belang hebben <strong>bij</strong> <strong>de</strong> oplossing van <strong>de</strong> zaak veilig te stellen, met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong><br />

maatregelen die betrekking hebben op <strong>de</strong> burgerlijke rechten” 73 .<br />

Uit artikel 39/82 Vr.W. volgt dat <strong>de</strong> schorsingsbevoegdheid van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> wordt bepaald<br />

door <strong>de</strong> bevoegdheid tot het vernietigen van <strong>de</strong> beslissing waarvan <strong>de</strong> schorsing wordt<br />

gevor<strong>de</strong>rd 74 . Aangezien <strong>de</strong> schorsingsbevoegdheid het accessorium is van het beroep tot<br />

nietigverklaring, kan in beginsel wor<strong>de</strong>n verwezen naar <strong>de</strong> overeenkomstige regels die<br />

gel<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> bevoegdheid van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> wat het beroep tot<br />

nietigverklaring betreft. Concreet houdt zulks in dat <strong>voor</strong> alle beslissingen in het<br />

vreem<strong>de</strong>lingencontentieux die vatbaar zijn <strong>voor</strong> vernietiging, <strong>de</strong> schorsing van <strong>de</strong><br />

tenuitvoerlegging kan wor<strong>de</strong>n gevor<strong>de</strong>rd. Ook (impliciete of fictieve 75 ) en expliciete 76 )<br />

weigeringsbeslissingen zijn <strong>de</strong>rhalve vatbaar <strong>voor</strong> schorsing<br />

Wegens <strong>de</strong> ruime bevoegdhe<strong>de</strong>n die aan <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> zijn gegeven zowel wat <strong>de</strong> schorsing<br />

als wat <strong>de</strong> <strong>voor</strong>lopige maatregelen betreft, hebben <strong>de</strong> beroepsmogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong><br />

artikelen 39/82 en 39/84 Vr.W. bie<strong>de</strong>n een gevolg dat equivalent is aan dat van het<br />

gewone kort geding 77 .<br />

72 Zie <strong>voor</strong> een analyse van <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n, I. OPDEBEEK, <strong>Rechtsbescherming</strong> tegen het stilzitten<br />

van het bestuur, Brugge, die Keure, 1992, 249-252. Zie ook RVV, nr. 2, 8 juni 2007, overw. 3.2..<br />

73 Grondwettelijk Hof, nr. 20/93, 4 maart 1993, T.V.R., 1993, 14, noot M.-C. FOBLETS, overweg. B.3.9.<br />

74 Cf. LEWALLE, P., Le référé administratif, Luik, Ed. coll. Sc. Fac. Dr. Liège, 1993, 93; G.<br />

DEBERSAQUES, Knelpunten in <strong>de</strong> schorsingsprocedure <strong>voor</strong> <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling administratie. Een prima facieon<strong>de</strong>rzoek<br />

van <strong>de</strong> primaire ontvankelijkheids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring tot schorsing", l.c., 42.<br />

75 Zie wat <strong>de</strong> ficitieve weigeringsbeslissingen betreft en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>eldheid die ter zake bestond in <strong>de</strong><br />

rechtspraak van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State inz. J. BAERT en G. DEBERSAQUES, “Fictieve weigeringsbeslissingen<br />

zijn vatbaar <strong>voor</strong> schorsing door <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State” (noot on<strong>de</strong>r R.v.St., nr. 56.258, 17 november<br />

1995), R.W. 1995-96, 988-989; J. BAERT en G. DEBERSAQUES, o.c.,, 11. Uitein<strong>de</strong>lijk heeft het<br />

Grondwettelijk Hof <strong>de</strong> knoop doorgehakt (nr. 191/2004 van 24 november 2004 en <strong>de</strong> lezing dat een<br />

impliciete weigeringsbeslissing niet vatbaar <strong>voor</strong> schorsing zou zijn, naar <strong>de</strong> (juridische) prullenmand<br />

verwezen. Aansluitend hier<strong>bij</strong> werd <strong>bij</strong> wet van 15 september 2006 (B.S. 6 oktober 2006) artikel 14, § 1<br />

R.v.St.-wet in die zin aangepast. Er is geen re<strong>de</strong>n om wat <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />

betreft, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>noem<strong>de</strong> lezing van het Grondwettelijk Hof, niet <strong>bij</strong> te tre<strong>de</strong>n.<br />

76 Sinds het princiepsarrest R.v.St., Anciaux Henry <strong>de</strong> Faveux en cst., nr. 34.018 van 8 februari 1990<br />

wordt algemeen aangenomen dat expliciete weigeringsbeslissingen vatbaar zijn <strong>voor</strong> schorsing. Na enige<br />

discussie ter zake in rechtsleer en rechtspraak (zie <strong>voor</strong> <strong>de</strong> standpunten, G. DEBERSAQUES, “Knelpunten<br />

in <strong>de</strong> schorsingsprocedure <strong>voor</strong> <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling administratie. Een prima facie-on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> primaire<br />

ontvankelijkheids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring tot schorsing", l.c., 51- 56) werd dit dominante<br />

standpunt <strong>bij</strong>getre<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> algemene verga<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State : R.v.St., alg. verg., nr.<br />

80.941, 14 juni 1999, R.W. 1999-2000, 673, noot G. DEBERSAQUES, “Alle weigeringsbeslissingen zijn<br />

vatbaar <strong>voor</strong> schorsing door <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State !).<br />

77 Cf. Grondwettelijk Hof, nr. 20/93, 4 maart 1993, over. B.3.11. In <strong>de</strong>ze zaak verweten <strong>de</strong> verzoeken<strong>de</strong><br />

partijen immers dat het toenmalige en thans opgeheven artikel 70bis Vr.W. een discriminatie in het leven<br />

riep in zoverre het sommige vreem<strong>de</strong>lingen toestaat een rechterlijk beroep uit te oefenen tegen een<br />

beslissing van <strong>de</strong> (toenmalige) Minister van Justitie terwijl an<strong>de</strong>re vreem<strong>de</strong>lingen elk beroep op een<br />

gerecht van <strong>de</strong> rechterlijke or<strong>de</strong> wordt ontzegd.<br />

14

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!