Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, <strong>Rechtsbescherming</strong> <strong>tegenover</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />
2° <strong>de</strong> bestre<strong>de</strong>n rechtshan<strong>de</strong>ling dient uit te gaan van een Belgische administratieve<br />
<strong>overheid</strong> 66 ;<br />
3° <strong>de</strong> bevoegdheid van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State mag niet zijn uitgesloten door <strong>de</strong> Grondwet -<br />
i.e. <strong>de</strong> problematiek van het juridisdictioneel pluralisme of <strong>de</strong> bevoegdheidsver<strong>de</strong>ling<br />
tussen <strong>de</strong> gewone en <strong>de</strong> administratieve rechtscolleges die terug te vin<strong>de</strong>n is in <strong>de</strong><br />
artikelen 144, 145 en 146 G.W. 67 - of door <strong>de</strong> wetgever.<br />
18. Wat <strong>de</strong> uitsluiting door <strong>de</strong> wetgever van <strong>de</strong> bevoegdheid van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong><br />
Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen betreft, is ondanks <strong>de</strong> algemene termen waaron<strong>de</strong>r het<br />
genoem<strong>de</strong> artikel 39/2, § 2, Vr.W. <strong>de</strong> annulatiebevoegdheid van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> omschrijft, <strong>de</strong><br />
bevoegdheid van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> uitgesloten - zelfs indien aan alle primaire<br />
ontvankelijkheid<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n 68 is voldaan - indien <strong>de</strong> wetgever een beroep heeft<br />
opengesteld <strong>bij</strong> <strong>de</strong> gewone rechtbanken tegen <strong>de</strong> beslissing van <strong>de</strong> administratieve<br />
<strong>overheid</strong> 69 .<br />
19. De beslissingen, genomen op grond van <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>lingenwet waartegen <strong>bij</strong> <strong>de</strong><br />
<strong>Raad</strong> een annulatieberoep kan wor<strong>de</strong>n ingediend zijn inzon<strong>de</strong>rheid 70 :<br />
1° asielaanvragen ingediend door on<strong>de</strong>rdanen van een lidstaat van <strong>de</strong> Europese Unie;<br />
2° <strong>de</strong> beslissingen van <strong>de</strong> minister of diens gemachtig<strong>de</strong> met betrekking tot <strong>de</strong><br />
zogenaam<strong>de</strong> Dublin-beslissingen (vaststellen van <strong>de</strong> Staat die het on<strong>de</strong>rzoek van een<br />
asielaanvraag moet doen);<br />
3° beslissingen genomen door <strong>de</strong> minister of zijn gemachtig<strong>de</strong> in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re geschillen<br />
(toegang/verblijf/vestiging/immigratie sensu lato);<br />
4° <strong>de</strong> beslissingen van <strong>de</strong> minister of zijn gemachtig<strong>de</strong> om een latere asielaanvraag niet<br />
in aanmerking te nemen (art. 51/8, twee<strong>de</strong> lid, Vr.W.);<br />
Alhoewel art. 39/2, 2 Vr.W. niet verwijst naar <strong>de</strong> impliciete (weigerings)beslissing, sluit<br />
<strong>de</strong> algemeenheid van <strong>de</strong> bevoegdheid niet uit dat ook <strong>de</strong>ze impliciete beslissingen het<br />
<strong>voor</strong>werp kunnen uitmaken van een annulatie- en schorsings)vor<strong>de</strong>ring. Uit <strong>de</strong><br />
afwezigheid van een normatieve bepaling (vgl. met art. 14, § 3, R.v.St.-wet) die het<br />
stilzwijgen van het bestuur op een correct ingedien<strong>de</strong> aanvraag gelijkstelt met <strong>de</strong><br />
verwerping van die aanvraag (i.e. <strong>de</strong> zgn. “impliciete weigeringsbeslissing”) mag niet<br />
wor<strong>de</strong>n afgeleid dat een <strong>de</strong>rgelijke beslissing niet vatbaar <strong>voor</strong> annulatie (en schorsing)<br />
zou zijn. Voor <strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r het stilzwijgen kan wor<strong>de</strong>n beschouwd als een<br />
afwijzen<strong>de</strong> beslissing, kan teruggegrepen wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> beslissingscriteria die <strong>de</strong> <strong>Raad</strong><br />
van State ter zake hanteer<strong>de</strong> om te besluiten tot het bestaan van een impliciet<br />
afwijzen<strong>de</strong> beslissing <strong>voor</strong>dat <strong>bij</strong> wet van 3 juni 1971 71 met artikel 14, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid (thans<br />
art. 14, § 3) R.v.St.-wet een wettelijke constructie van <strong>de</strong> fictieve weigeringsbeslissing<br />
werd bepaald. Deze criteria zijn : het bestuur moet verplicht zijn om te beschikken op<br />
66<br />
In navolging van bepaal<strong>de</strong> auteurs (zie J. BAERT en G. DEBERSAQUES, <strong>Raad</strong> van State.<br />
Ontvankelijkheid in Administratieve rechtsbibliotheek, Brugge, die Keure, 1996., p. 7, nr. 2; J. FALYS,<br />
La recevabilité <strong>de</strong>s recours en annulation <strong>de</strong>s actes administratifs, Brussel, Larcier, 1975, p. 21-22, nr. 3;<br />
W. LAMBRECHTS, o.c., 180-181 en J. SALMON, o.c., 222) beschouwen wij <strong>de</strong>ze vereiste als een<br />
bevoegdheids<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n, niet als een ontvankelijkheid<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> die verband houdt met het <strong>voor</strong>werp<br />
van het beroep.<br />
67<br />
I.e. <strong>de</strong> hele "juridische metafysica" (Cf. E. LANCKSWEERDT, Het administratief kort geding,<br />
Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen België, 1993, p. 218, nr. 455) ter zake die in wezen op<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze geldt als inzake <strong>de</strong> bevoegdheid in volle rechtsmacht. Verwezen wordt naar hetgeen<br />
hier<strong>voor</strong> is uiteengezet.<br />
68<br />
Voor dit begrip, zie inz. J. BAERT en G. DEBERSAQUES, o.c., 2.<br />
69<br />
Zie supra randnr. 7.<br />
70<br />
Zie advies van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State, af<strong>de</strong>ling wetgeving, Wetsontwerp tot hervorming van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van<br />
State en tot oprichting van een <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen, Memorie van toelichting, Parl. St.<br />
Kamer, zittingsjaar 51, nr. 2479/001, 321.<br />
71<br />
Wet van 3 juni 1971 tot wijziging van <strong>de</strong> wetten betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State, B.S. 19 juni 1971.<br />
13