Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief
Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief
Concept rapport Veiligheid – februari 2011 was de grootste betoging uit de Nederlandse geschiedenis ooit. Naast de demonstraties werden ook andere acties georganiseerd om te protesteren tegen de neutronenbom en de kruisraketten. De populaire popgroep Doe Maar bracht het lied De bom uit, dat hun eerste nummerA1 hit werd. Daarnaast werd in 1985 een handtekeningenactie georganiseerd waarbij 3,7 miljoen handtekeningen werden opgehaald. Dit waren veruit de meeste handtekeningen die ooit waren verzameld voor een specifiek doel. De actiebereidheid onder de Nederlandse bevolking was groot en nooit eerder hadden zoveel Nederlanders gedemonstreerd als in de jaren tachtig. 57 Ondertussen waren in 1981 de onderhandelingen tussen de Verenigde Staten en de SovjetAUnie over de middellangeafstandswapens in Genève begonnen. Door de gespannen verhoudingen tussen beide landen, een aantal gewelddadige incidenten en het besluit van de Bondrepubliek Duitsland, GrootABrittannië en Italië om tot plaatsing van raketten over te gaan, werden de onderhandelingen eind 1983 gestaakt. Nederland had door de verdeeldheid die er heerste bij de politieke partijen nog steeds geen besluit genomen over plaatsing van de kruisraketten. De PVDA en D66 waren tegen de plaatsing van kruisraketten, de VVD vóór en het CDA was intern hevig verdeeld. Ook vanuit de NAVO nam de druk toe om een (positief) besluit te nemen ten aanzien van de plaatsing van de 48 raketten. Door de verdeeldheid binnen de regering, werd op 1 juni 1984 het besluit genomen om de definitieve beslissing over de plaatsing uit te stellen tot 1 november 1985. Uiteindelijk werd op deze dag besloten om aan de Verenigde Staten toestemming te geven voor de plaatsing van 48 kruisraketten. Deze zijn er echter nooit gekomen door de ontspanning in de verhoudingen tussen de SovjetAUnie en de Verenigde Staten en het wederzijdse besluit tot afschaffing van alle middellangeafstandswapens. A Parlement A Regering A Interkerkelijk Vredesberaad A Vredesbeweging A CPN A Politieke partijen A Pax Christi A Stop de Neutronenbom A Komitee Kruisraketten Nee "" A Diepen, R.C. van, Hollanditis. Nederland en het kernwapendebat, 1977A1987 (Amsterdam 2004). 57 C. Brendel, ‘Stop de bom’, in: P. Brood, R. Kok, E. Somers (red.) Het Jaren 80 boek (Den Haag/Zwolle 2009). 96
Concept rapport Veiligheid – februari 2011 0 6 5 1 0 A Internationalisering A Technologisering A Trend: Toenemende controle op geneesmiddelen A Trend: De opkomst van nieuwe infectieziekten en de terugkeer van oude infectieziekten onder invloed van maatschappelijke en medische ontwikkelingen A Domein: Gezondheid A Hotspot: Aids in Nederland 1982A1988 ! Tussen 1979 en 1985 raakten in Europa circa 10.000 van de 28.000 hemofilieApatiënten, zo’n 35 procent, met Hiv besmet door het gebruik van bloedproducten. De besmettingspercentages varieerden sterk: in Polen werd slechts anderhalf procent besmet, tegen maar liefst 81 procent in Frankrijk. In Nederland liepen zo’n 170 van de 1300 hemofilieApatiënten het HivAvirus op, ongeveer 13 procent. Daarnaast werden waarschijnlijk ongeveer 150 anderen middels bloedtransfusies besmet. [Nationale ombudsman 1995: 25] Hemofilie, ook wel bloederziekte genoemd, is een erfelijke stoornis in de bloedstolling. Doordat een bepaalde stollingsfactor in het bloed ontbreekt, blijven patiënten bij (onderhuidse) verwondingen langer nabloeden. Bloedingen in hoofd en gewrichten zijn zeer pijnlijk en kunnen, indien onbehandeld, leiden tot blijvende invaliditeit. Sinds de jaren zestig zijn de symptomen van hemofilie te behandelen met stollingsmiddelen, die verkregen worden uit donorbloed. Aanvankelijk werden deze alleen bij ernstige bloedingen gebruikt, maar vanaf de jaren tachtig worden ze ook preventief ingespoten. Al in de jaren zeventig uitte de Nederlandse Vereniging van Hemofilie Patiënten (NVHP) de wens om op het gebied van bloedproducten zelfvoorzienend te worden. In het buitenland, met name in de Verenigde Staten, werden donoren betaald voor het afstaan van bloed. Omdat betaalde donoren vanwege het geld wellicht niet altijd even eerlijk zouden zijn over hun risicogedrag, vreesde men dat buitenlands bloed een grotere kans had op besmetting met bijvoorbeeld hepatitisvirussen. De NVHP gaf daarom de voorkeur aan Nederlands bloed, dat werd afgestaan door onbetaalde donoren. [Nationale ombudsman 1995: 35] In Nederland was echter niet voldoende ‘eigen’ bloed beschikbaar. Om die reden werden (in ieder geval) vanaf 1977 stollingsfactoren vanuit de VS geïmporteerd. In 1982 werden de eerste gevallen van Aids (Acquired ImmunoADeficiency Syndrome) in Nederland geconstateerd. De ziekte, die eind jaren zeventig de kop had opgestoken in de Verenigde Staten, leek net als daar vooral homoseksuelen te treffen. In juli 1982 werd echter bekend dat in de VS drie hemofiliepatiënten de ziekte hadden opgelopen. Epidemiologen begonnen te vermoeden dat Aids zich ook via bloedproducten kon verspreiden. Voor hemofiliepatiënten, die zich immers regelmatig moeten inspuiten met stollingsfactoren die uit bloed worden gewonnen, kon dit ernstige gevolgen hebben. Ook bij het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst (CLB) maakte men zich zorgen. Het was nog niet bekend of er sprake was van een virus, waardoor dragers van de ziekte niet getest konden worden. Zij konden dus gewoon bloed doneren en zo de ziekte doorgeven. Omdat Aids vooralsnog vooral homoseksuele mannen trof, overwoog het CLB hen van bloeddonatie uit te sluiten om zo de afnemers van bloedproducten te beschermen. Verder 97
- Page 45 and 46: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 47 and 48: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 49 and 50: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 51 and 52: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 53 and 54: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 55 and 56: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 57 and 58: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 59 and 60: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 61 and 62: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 63 and 64: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 65 and 66: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 67 and 68: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 69 and 70: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 71 and 72: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 73 and 74: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 75 and 76: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 77 and 78: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 79 and 80: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 81 and 82: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 83 and 84: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 85 and 86: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 87 and 88: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 89 and 90: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 91 and 92: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 93 and 94: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 95: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 99 and 100: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 101 and 102: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 103 and 104: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 105 and 106: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 107 and 108: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 109 and 110: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 111 and 112: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 113 and 114: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 115 and 116: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 117 and 118: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 119 and 120: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 121 and 122: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 123 and 124: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 125 and 126: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 127 and 128: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 129 and 130: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 131 and 132: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 133 and 134: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 135 and 136: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 137 and 138: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 139 and 140: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 141 and 142: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 143 and 144: Concept rapport Veiligheid - februa
- Page 145 and 146: Concept rapport Veiligheid - februa
Concept rapport <strong>Veiligheid</strong> – februari 2011<br />
0 6 5 1 0<br />
<br />
A Internationalisering<br />
A Technologisering<br />
A Trend: Toenemende controle op geneesmiddelen<br />
A Trend: De opkomst van nieuwe infectieziekten en de terugkeer van oude<br />
infectieziekten onder invloed van maatschappelijke en medische ontwikkelingen<br />
A Domein: Gezondheid<br />
A Hotspot: Aids in Nederland<br />
1982A1988<br />
!<br />
Tussen 1979 en 1985 raakten in Europa circa 10.000 van de 28.000 hemofilieApatiënten,<br />
zo’n 35 procent, met Hiv besmet door het gebruik van bloedproducten. De<br />
besmettingspercentages varieerden sterk: in Polen werd slechts anderhalf procent<br />
besmet, tegen maar liefst 81 procent in Frankrijk. In Nederland liepen zo’n 170 van de<br />
1300 hemofilieApatiënten het HivAvirus op, ongeveer 13 procent. Daarnaast werden<br />
waarschijnlijk ongeveer 150 anderen middels bloedtransfusies besmet. [Nationale<br />
ombudsman 1995: 25]<br />
Hemofilie, ook wel bloederziekte genoemd, is een erfelijke stoornis in de bloedstolling.<br />
Doordat een bepaalde stollingsfactor in het bloed ontbreekt, blijven patiënten bij<br />
(onderhuidse) verwondingen langer nabloeden. Bloedingen in hoofd en gewrichten zijn<br />
zeer pijnlijk en kunnen, indien onbehandeld, leiden tot blijvende invaliditeit. Sinds de<br />
jaren zestig zijn de symptomen van hemofilie te behandelen met stollingsmiddelen, die<br />
verkregen worden uit donorbloed. Aanvankelijk werden deze alleen bij ernstige<br />
bloedingen gebruikt, maar vanaf de jaren tachtig worden ze ook preventief ingespoten.<br />
Al in de jaren zeventig uitte de Nederlandse Vereniging van Hemofilie Patiënten (NVHP)<br />
de wens om op het gebied van bloedproducten zelfvoorzienend te worden. In het<br />
buitenland, met name in de Verenigde Staten, werden donoren betaald voor het afstaan<br />
van bloed. Omdat betaalde donoren vanwege het geld wellicht niet altijd even eerlijk<br />
zouden zijn over hun risicogedrag, vreesde men dat buitenlands bloed een grotere kans<br />
had op besmetting met bijvoorbeeld hepatitisvirussen. De NVHP gaf daarom de voorkeur<br />
aan Nederlands bloed, dat werd afgestaan door onbetaalde donoren. [Nationale<br />
ombudsman 1995: 35] In Nederland was echter niet voldoende ‘eigen’ bloed<br />
beschikbaar. Om die reden werden (in ieder geval) vanaf 1977 stollingsfactoren vanuit de<br />
VS geïmporteerd.<br />
In 1982 werden de eerste gevallen van Aids (Acquired ImmunoADeficiency Syndrome) in<br />
Nederland geconstateerd. De ziekte, die eind jaren zeventig de kop had opgestoken in de<br />
Verenigde Staten, leek net als daar vooral homoseksuelen te treffen. In juli 1982 werd<br />
echter bekend dat in de VS drie hemofiliepatiënten de ziekte hadden opgelopen.<br />
Epidemiologen begonnen te vermoeden dat Aids zich ook via bloedproducten kon<br />
verspreiden. Voor hemofiliepatiënten, die zich immers regelmatig moeten inspuiten met<br />
stollingsfactoren die uit bloed worden gewonnen, kon dit ernstige gevolgen hebben. Ook<br />
bij het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst (CLB) maakte men zich<br />
zorgen. Het was nog niet bekend of er sprake was van een virus, waardoor dragers van<br />
de ziekte niet getest konden worden. Zij konden dus gewoon bloed doneren en zo de<br />
ziekte doorgeven.<br />
Omdat Aids vooralsnog vooral homoseksuele mannen trof, overwoog het CLB hen van<br />
bloeddonatie uit te sluiten om zo de afnemers van bloedproducten te beschermen. Verder<br />
97