Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief

Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief

nationaalarchief.nl
from nationaalarchief.nl More from this publisher
12.09.2013 Views

Concept rapport Veiligheid – februari 2011 0 / 5: A Toegang, participatie en emancipatie A Trend: Opkomst en afname van het oud terrorisme 1966 – 1978 ! Direct na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd in NederlandsAIndië de onafhankelijke Republik Indonesia uitgeroepen. Een oorlog tegen de bevrijdingsbeweging volgde. Daarin waren, naast Nederlandse militairen van het KNIL (Koninklijk NederlandschAIndische Leger)en Nederlandse dienstplichtigen, ook duizenden Molukse KNILAsoldaten actief. Hoewel de strijd voor Nederland redelijk succesvol verliep, moest onder internationale druk de soevereiniteit in 1949 worden overgedragen. Bij de vorming van de nieuwe staat werd een federatieve structuur afgesproken. Een van de onderdelen van de federatie was OostAIndonesië, waarvan de Molukken een belangrijk deel uitmaakten. De federatie werd snel ondermijnd door centralisatie van het bestuur, onder leiding van president Soekarno. Veel Molukse militairen vreesden voor hun veiligheid na de machtsovername. Eind jaren vijftig was er nog steeds een Nederlands leger van 9000 man aanwezig op Java, waaronder 4000 Molukkers. Hun situatie was onduidelijk. De Indonesische regering verhinderde dat zij zouden vertrekken naar een gebied dat onder controle stond van de Republiek ZuidAMolukken (RMS). Toen in 1950 het KNIL werd opgeheven kwamen de Molukse militairen in tijdelijke dienst bij de Nederlandse Koninklijke Landmacht. Het lukte niet voor om hen een oplossing te vinden in de vorm van demobilisatie in Indonesië. Als ‘tijdelijk alternatief’ koos de Nederlandse regering voor overbrenging naar Nederland van de Molukse militairen, personeel van de marine en politie, en hun gezinnen, tegelijk met de repatriëring van de Nederlandse troepen. Eenmaal in Nederland werden zij, tegen hun wil, uit de dienst ontslagen. Zij waren immers geen Nederlanders maar Indonesiërs, en hoorden daarom niet in de Nederlandse strijdkrachten. Van een terugkeer naar dat land, zeker naar hun ‘eigen’ republiek, was echter geen sprake. Veel Molukkers werden jarenlang, als een groep waar Nederland eigenlijk geen raad mee wist, in woonoorden gehuisvest. 49 Bij de ZuidAMolukkers in Nederland bleven grote grieven en frustraties leven. Zij verweten Nederland zowel trouweloos handelen bij de demobilisatie als bij het navolgen van de afspraak over een federatie bij de onafhankelijkheid van Indonesië, met ruimte voor een eigen republiek der ZuidAMolukken. Al in de jaren zestig was er sprake van radicalisering van jonge ZuidAMolukkers. 50 Omdat dit buiten het traditionele blikveld van de politiek en van de BVD viel, werd dit toen niet opgemerkt. Het had aanvankelijk een lage prioriteit, omdat herstel van de betrekkingen met Indonesië voorrang had. Gebeurtenissen als brandstichting in de Indonesische ambassade in 1966, na de executie van de RMSApresident Soumokil, werden als losstaande incidenten beschouwd. 51 Pas in het kader van een beoogd bezoek van de Indonesische president aan Nederland kreeg de Molukse radicalisering aandacht. 52 En terecht, want in 1970 drongen 33 jonge ZuidAMolukkers de residentie van de Indonesische ambassadeur binnen. Zij doodden daarbij een op wacht staande politieman. Het gezin van de ambassadeur werd gegijzeld, met het doel een overleg tussen hun 49 http://www.nationaalarchief.nl/aankomst/achtergrondinformatie/historischkader/index.asp (geraadpleegd 19 augustus 2010) 50 Dick Engelen, Frontdienst, De BVD in de koude oorlog (Den Haag 2007), 158 51 Ibidem, 161 52 Ibidem, 159 92

Concept rapport Veiligheid – februari 2011 president van de RMS en president Soeharto van Indonesië (op dat moment op bezoek in Nederland) af te dwingen, om de oude afspraak A een autonome republiek der ZuidA Molukken binnen de Indonesische federatie A alsnog te realiseren. 53 Door bemiddeling van een Molukse voorman werd de actie na een halve dag beëindigd en gaven de bezetters zich over aan de politie. Het bleef onrustig. In het najaar van 1973 waren er geruchten over een ontvoering van ministerApresident Den Uyl en in april 1975 zou er sprake zijn van een aanslag op koningin Juliana. Deze plannen werden tijdig ontdekt, maar er bleek ook een harde kern van jongeren te zijn waartoe diensten als de BVD geen toegang hadden. 54 In december 1975 werd bij Wijster een trein gekaapt. Twee dagen later werd ook het Indonesisch consulaat in Amsterdam bezet en werden de medewerkers gegijzeld. Doel was de Nederlandse regering te dwingen zich in te zetten voor een vrije republiek der ZuidAMolukken. In de trein werden drie mensen door de kapers gedood, de machinist en twee passagiers. Uiteindelijk gaven de daders zich over, opnieuw na bemiddeling van ZuidAMolukse voorlieden. Ondanks de afschuw over de gebruikte middelen kon het publiek voor het doel van actie nog wel enig begrip opbrengen. Ook dat laatste verdween totaal toen in 1977 in Wijster opnieuw een trein werd gekaapt en bovendien in Bovensmilde een lagere school werd bezet. De acties verliepen naar verhouding minder gewelddadig; de bemanning van de trein en een aantal passagiers werden aan het begin vrijgelaten. Wel werd gedreigd met executies. De schoolkinderen werden na vijf dagen vrijgelaten; de leerkrachten moesten blijven. Bemiddelingspogingen liepen deze maal op niets uit en na drie weken besloot de regering een einde te maken aan beide gijzelingsacties. Dat gebeurde met veel geweld. In de trein werden zes kapers en twee passagiers gedood; in de school vielen geen slachtoffers. Met name de bezetting van de school had bij het publiek grote weerzin opgeroepen. De gewelddadige afloop van de gijzeling werd dan ook als 'verdiende loon' beschouwd. In 1978 vond een laatste terroristische actie plaats, met een bezetting van het provinciehuis in Assen. Aan het begin van de actie werd al een willekeurige ambtenaar gedood, met meer executies werd gedreigd. De eis was ditmaal vrijlating van de daders van de vorige acties, vrije aftocht en een groot geldbedrag. Opnieuw werd de actie met militair geweld beëindigd. Drie van de gegijzelden werden daarbij gewond; een van hen overleed later aan de verwondingen. 55 De acties hadden er toe bijgedragen dat de overheid ook beleidsmatig een harde lijn koos ten opzichte van de ZuidAMolukkers. Er werd op geen enkele manier meegewerkt aan de politieke aspiraties. De groep werd voortaan beschouwd als een 'gewone' culturele minderheid, waarvoor op maatschappelijk gebied een aantal maatregelen werd getroffen, maar dat was het dan ook. Deze lijn werd politiek breed gesteund. In de ZuidAMolukse gemeenschap realiseerde men zich, zowel bij de ouderen als A zij het met meer moeite A bij de jongeren, dat dergelijke radicale acties zinloos waren. Vooral de gewelddadige beëindiging van de treinkaping in 1977 had een grote schok teweeg gebracht. Alle politieke steun voor het streven naar onafhankelijkheid was verdwenen en ook de publieke steun die aanvankelijk bestond omdat velen vonden dat de ZuidA Molukkers onrecht was aangedaan. Alleen een enkele stichting als Door de Eeuwen Trouw, die in 1950 was opgericht, bleef het streven naar onafhankelijkheid onderschrijven. Molukse organisaties ministerApresident ministerie van Justitie ministerie van Defensie ministerie van Binnenlandse Zaken BVD 53 Ibidem, 160, 161 54 Ibidem, 179 55 Ibidem, 187 93

Concept rapport <strong>Veiligheid</strong> – februari 2011<br />

president van de RMS en president Soeharto van Indonesië (op dat moment op bezoek in<br />

Nederland) af te dwingen, om de oude afspraak A een autonome republiek der ZuidA<br />

Molukken binnen de Indonesische federatie A alsnog te realiseren. 53 Door bemiddeling<br />

van een Molukse voorman werd de actie na een halve dag beëindigd en gaven de<br />

bezetters zich over aan de politie.<br />

Het bleef onrustig. In het najaar van 1973 waren er geruchten over een ontvoering van<br />

ministerApresident Den Uyl en in april 1975 zou er sprake zijn van een aanslag op<br />

koningin Juliana. Deze plannen werden tijdig ontdekt, maar er bleek ook een harde kern<br />

van jongeren te zijn waartoe diensten als de BVD geen toegang hadden. 54<br />

In december 1975 werd bij Wijster een trein gekaapt. Twee dagen later werd ook het<br />

Indonesisch consulaat in Amsterdam bezet en werden de medewerkers gegijzeld. Doel<br />

was de Nederlandse regering te dwingen zich in te zetten voor een vrije republiek der<br />

ZuidAMolukken. In de trein werden drie mensen door de kapers gedood, de machinist en<br />

twee passagiers. Uiteindelijk gaven de daders zich over, opnieuw na bemiddeling van<br />

ZuidAMolukse voorlieden.<br />

Ondanks de afschuw over de gebruikte middelen kon het publiek voor het doel van actie<br />

nog wel enig begrip opbrengen. Ook dat laatste verdween totaal toen in 1977 in Wijster<br />

opnieuw een trein werd gekaapt en bovendien in Bovensmilde een lagere school werd<br />

bezet. De acties verliepen naar verhouding minder gewelddadig; de bemanning van de<br />

trein en een aantal passagiers werden aan het begin vrijgelaten. Wel werd gedreigd met<br />

executies. De schoolkinderen werden na vijf dagen vrijgelaten; de leerkrachten moesten<br />

blijven. Bemiddelingspogingen liepen deze maal op niets uit en na drie weken besloot de<br />

regering een einde te maken aan beide gijzelingsacties. Dat gebeurde met veel geweld.<br />

In de trein werden zes kapers en twee passagiers gedood; in de school vielen geen<br />

slachtoffers. Met name de bezetting van de school had bij het publiek grote weerzin<br />

opgeroepen. De gewelddadige afloop van de gijzeling werd dan ook als 'verdiende loon'<br />

beschouwd.<br />

In 1978 vond een laatste terroristische actie plaats, met een bezetting van het<br />

provinciehuis in Assen. Aan het begin van de actie werd al een willekeurige ambtenaar<br />

gedood, met meer executies werd gedreigd. De eis was ditmaal vrijlating van de daders<br />

van de vorige acties, vrije aftocht en een groot geldbedrag. Opnieuw werd de actie met<br />

militair geweld beëindigd. Drie van de gegijzelden werden daarbij gewond; een van hen<br />

overleed later aan de verwondingen. 55<br />

De acties hadden er toe bijgedragen dat de overheid ook beleidsmatig een harde lijn<br />

koos ten opzichte van de ZuidAMolukkers. Er werd op geen enkele manier meegewerkt<br />

aan de politieke aspiraties. De groep werd voortaan beschouwd als een 'gewone'<br />

culturele minderheid, waarvoor op maatschappelijk gebied een aantal maatregelen werd<br />

getroffen, maar dat was het dan ook. Deze lijn werd politiek breed gesteund.<br />

In de ZuidAMolukse gemeenschap realiseerde men zich, zowel bij de ouderen als A zij het<br />

met meer moeite A bij de jongeren, dat dergelijke radicale acties zinloos waren. Vooral de<br />

gewelddadige beëindiging van de treinkaping in 1977 had een grote schok teweeg<br />

gebracht. Alle politieke steun voor het streven naar onafhankelijkheid was verdwenen en<br />

ook de publieke steun die aanvankelijk bestond omdat velen vonden dat de ZuidA<br />

Molukkers onrecht was aangedaan. Alleen een enkele stichting als Door de Eeuwen<br />

Trouw, die in 1950 was opgericht, bleef het streven naar onafhankelijkheid<br />

onderschrijven.<br />

Molukse organisaties<br />

ministerApresident<br />

ministerie van Justitie<br />

ministerie van Defensie<br />

ministerie van Binnenlandse Zaken<br />

BVD<br />

<br />

53 Ibidem, 160, 161<br />

54 Ibidem, 179<br />

55 Ibidem, 187<br />

<br />

93

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!