Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief
Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief
Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Concept rapport <strong>Veiligheid</strong> – februari 2011<br />
<br />
,<br />
A Internationalisering<br />
A Multiculturalisering<br />
A Trend: Opkomst en afname van het oud terrorisme<br />
A Trend: Toenemend gevoel van onveiligheid in de maatschappij onder invloed van<br />
gewelddadigheden in het publieke <strong>domein</strong>, mediaAaandacht en houding van de<br />
overheid<br />
A Hotspot: Aanslagen New York, Madrid en Londen<br />
A Hotspot: Moord op Theo van Gogh<br />
Jaren negentig – na 2005<br />
!<br />
In de jaren negentig was in Nederland het ‘oud terrorisme’ A beperkt geweld om<br />
aanspraken op een gebied kracht bij te zetten of om een ideologische omwenteling te<br />
bewerkstelligen A sterk afgenomen. De ZuidAMolukse acties waren tot een eind gekomen,<br />
groepen als de Rode Jeugd waren niet langer operationeel en de acties van de RaRa<br />
werden na de laatste aan hen toegeschreven aanslag in 1993 op het ministerie van<br />
Sociale Zaken en Werkgelegenheid niet voortgezet. Ook door groeperingen uit het<br />
buitenland werd in die tijd in Nederland maar incidenteel actie gevoerd in de vorm van<br />
aanslagen op personen of zaken. Sommige demonstratieve acties, als van anarchisten of<br />
antiAglobalisten, waren weliswaar gewelddadig, maar hadden geen terroristisch karakter.<br />
Internationaal opererende links extremistische groepen raakten, met het wegvallen van<br />
OostAEuropese steun, belangrijke financieringsbronnen kwijt. Vliegtuigkapingen bleven<br />
nog wel geregeld voorkomen, maar de kans op een voor daders succesvol resultaat was<br />
sterk teruggedrongen door internationale afspraken over de bejegening van de daders en<br />
de afnemende bereidheid van landen als Libië om kapers een vrije aftocht te bieden.<br />
Inmiddels was internationaal wel een nieuwe vorm van terrorisme ontstaan. In<br />
tegenstelling tot bij het ‘oud terrorisme' werden acties gebaseerd op onduidelijke<br />
doeleinden (vaak terug te voeren op uitingen van religieus radicalisme), die vanuit<br />
diffuse netwerken werden verkondigd of die aan leidende figuren werden toegeschreven.<br />
Massaal, ongericht geweld werd niet geschuwd. Door zoveel mogelijk willekeurige<br />
slachtoffers te maken kon de samenleving ontwricht worden: toeslaan op 'soft spots' en<br />
'soft moments'.<br />
Veel van dat moderne terrorisme heeft een islamitische context. De Iraanse revolutie van<br />
1979, waarin de wereldse leider werd afgezet en de Verenigde Staten als grootmacht<br />
werd vernederd, gaf een belangrijke impuls aan moslimbewegingen in het MiddenA<br />
Oosten, maar ook in andere delen van de wereld, om in actie te komen in een heilige<br />
oorlog (Jihad). Doelwit was zowel de eigen regio als de westerse wereld.<br />
Daarnaast speelden vanaf de jaren negentig internationaal nog steeds zaken als<br />
onderdrukt nationalisme, separatisme, etnische frustratie, veelal gekoppeld aan sociaalA<br />
economische achterstelling: een klassieke basis voor (oud) terrorisme. Een kenmerkende<br />
ontwikkeling was dat groepen die deze doelen nastreefden, steeds meer de niets<br />
ontziende methoden van het moderne terrorisme overnamen. Een voorbeeld is de<br />
Tsetjeense bevrijdingsbeweging, met catastrofale bomaanslagen en de uiterst<br />
gewelddadige gijzeling van meer dan duizend leerlingen, ouders en leraren in de school<br />
in Beslan (2004).<br />
Aanvankelijk had Nederland weinig van doen met het nieuwe terrorisme. Ook de rest van<br />
Europa bleef er goeddeels buiten. Uit de demonstraties rond het islamitische doodvonnis<br />
57