Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief
Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief
Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Concept rapport <strong>Veiligheid</strong> – februari 2011<br />
<br />
A Mondialisering<br />
0 1 $ 2<br />
3 3<br />
A Hotspot: De val van Srebrenica<br />
A Trend: Nuclearisering van Nederland<br />
A Trend: Toenemende inzet van de krijgsmacht bij binnenlandse en internationale<br />
politionele taken<br />
1949 A na 2005<br />
<br />
Na de Tweede Wereldoorlog nam Nederland afstand van zijn vooroorlogse<br />
neutraliteitspolitiek. In 1949 sloot Nederland zich aan bij de NoordAAtlantische<br />
Verdragsorganisatie (NAVO) en ontwikkelde vanaf die tijd zijn veiligheidsbeleid in nauwe<br />
samenwerking met andere westerse landen. [Brouwer en Megens, 2003: 383] Naast de<br />
verdediging van het eigen grondgebied, werd ook de verdediging van het grondgebied<br />
van de andere leden van de NAVO een hoofdtaak van de krijgsmacht en werd de<br />
samenwerking in het NAVOAbondgenootschap het uitgangspunt van de Nederlandse<br />
buitenlandse politiek. [Brouwer en Megens, 2003: 286] Deze situatie bleef bestaan<br />
zolang een aanval vanuit het Oosten dreigde.<br />
De krijgsmacht vond in eerste instantie deelname aan vredesmissies een secondaire,<br />
‘oneigenlijke’ taak. [Brouwer en Megens, 2003: 417] Begin jaren vijftig stuurde de<br />
regering onder druk van de Verenigde Staten Nederlandse militairen voor een<br />
vredesafdwingende operatie onder vlag van de Verenigde Naties (VN) naar Korea. De<br />
Nederlandse regering zat hier echter niet op te wachten, omdat de wederopbouw en<br />
reorganisatie van het militaire apparaat in NAVOAverband veel belangrijker werd<br />
gevonden dan de instandhouding van de Nederlandse troepen in Korea. Vanaf de jaren<br />
zestig droeg Nederland bij aan de standby peacekeeping forces van de VN, maar de<br />
omvang van deze deelname was tussen 1959 en 1978 gering. [Klep en Van Gils, 2005:<br />
51] Het ministerie van Buitenlandse Zaken was weliswaar een voorstander van deelname<br />
aan vredesmissies, maar de krijgsmacht en de politieke top binnen het ministerie van<br />
Defensie waren terughoudend over de inzet van Nederlandse militairen bij dit soort<br />
missies vanwege de NAVOAprioriteit [Klep en Van Gils, 2005: 55A56] Bovendien kwam<br />
Nederland vaak niet in aanmerking voor deelname aan een vredesmissie vanwege zijn<br />
koloniale verleden, omdat de van de missies vaak plaatsvonden in voormalige koloniën.<br />
[Klep en Van Gils, 2010: 53]<br />
Met de val van de muur, het ineenstorten van de SovjetAUnie en de opheffing van het<br />
Warschaupact veranderde er veel voor de Nederlandse krijgsmacht. Tot die tijd was de<br />
taak van de krijgsmacht helder: verdediging van de Nederlandse staat en het<br />
grondgebied van de NAVOAbondgenoten. De structuur van de militaire organisatie was<br />
daar ook op aangepast. [De Wijk, 2004: 155] Nadat de dreiging van een aanval van de<br />
SovjetAUnie wegviel, viel deels het bestaansrecht van de krijgsmacht weg. Begin jaren<br />
negentig vond daarom een heroriëntatie en reorganisatie plaats. Er werden flinke<br />
bezuinigingen doorgevoerd en de krijgsmacht werd omgevormd tot een organisatie met<br />
expeditionaire kenmerken, zoals flexibiliteit en mobiliteit, waardoor<br />
krijgsmachtsonderdelen makkelijker en sneller ingezet konden worden bij humanitaireA<br />
en vredesoperaties. Er werd bewust een keuze gemaakt om de krijgsmacht geschikt te<br />
maken voor deelname aan deze missies. Een belangrijke ontwikkeling binnen de<br />
40