Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief

Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief Deelrapport trendanalyse domein Veiligheid - Nationaal Archief

nationaalarchief.nl
from nationaalarchief.nl More from this publisher
12.09.2013 Views

Concept rapport Veiligheid – februari 2011 specifieke zin ging de overheid na aanleiding van de vuurwerkramp en de cafébrand in Volendam, na jaren van bestuurlijk gedogen, weer over op het handhaven en controleren van vergunningen. Het toenemende belang van veiligheid bracht voor de overheid groeiende kosten met zich mee. Voor criminaliteitsbestrijding en rechtshandhaving werd in 1972 2,2 miljoen uitgegeven tegen 7,6 miljard in 2009. Per hoofd van de bevolking betekende dit een stijging van 290 naar 458 euro. [website profnews] De toegenomen aandacht voor veiligheid ging gepaard met de opkomst van een private beveiligingsA en opsporingsbranche. Tussen begin jaren tachtig tot eind jaren negentig verdubbelde het aantal werknemers in de particuliere beveiliging. Naast private bewaking is sprake van een groeiend aantal commerciële aanbieders van (bedrijfsA)rechercheA en opsporingsdiensten. [website tegenwicht] A Overheid A Burger A Openbaar Ministerie A Private beveiligingsA en opsporingsbranche A Media "" A Rosenthal. ‘Crisis en crisismanagement’, in Muller e.a, Crisis. Studies over crisis en crisisbeheersing (Deventer 2009) 5A29. A Van Duin, ‘Rampen in Nederland’ in Muller e.a, Crisis. Studies over crisis en crisisbeheersing (Deventer 2009) 33A60. A Bos en De Jong, ‘Crisiscommunicatie’ in Muller e.a, Crisis. Studies over crisis en crisisbeheersing (Deventer 2009) 429A445. A Schaap, Veilige evenementen, 2009 (Uitgave van het Instituut voor VeiligheidsA en Crisismanagement COT) A Hans Boutellier ‘Tussen controle en vertrouwen. De ontwikkeling van veiligheid en burgerschap’ in: Madelon de Keizer, Staat van Veiligheid. De Nederlandse samenleving sinds 1900 (Zutphen 2007) A Ed Jonker, ‘Van veiligheidskooi naar kreukelzone. Over onzekerheid en vertrouwen’, in Madelon de Keizer, Staat van Veiligheid. De Nederlandse samenleving sinds 1900 (Zutphen 2007) A Boutellier, De Veiligheidsutopie. Hedendaags onbehagen en verlangen rond misdaad en straf (Den Haag 2003) 1A21. A Hans Boutellier e.a., Leven in een risicosamenleving (Amsterdam 2005) A Rüdiger Safranski geciteerd uit Babs van den Bergh en René Gudde, ‘Deskundigen spreken nooit het laatste woord’, in Hans Boutellier e.a., Leven in de risicosamenleving (Amsterdam 2005) 27A33 (eerder gepubliceerd in De Groene Amsterdammer, jrg. 128, nr. 47, 19A11A2004). A http://www.profnews.nl/944016/overheidskostenAveiligheidAnemenAsterkAtoe (geraadpleegd 7 februari 2011) A http://www.tegenwicht.org/10_amerikanisering/veiligheid.htm (geraadpleegd 7 februari 2011) 10

Concept rapport Veiligheid – februari 2011 A Metatrend: Individualisering A Metatrend: Informatisering A Metatrend: Verzakelijking A Metatrend: Medialisering / Emotionalisering A Metatrend: Welvaartsgroei A Trend: Opkomst georganiseerde misdaad A Trend: Veranderend daderprofiel A Trend: Invoering integraal veiligheidsbeleid A Trend: Verharding van de maatschappij t.a.v. criminaliteit A Trend: Technologisering en informatisering van criminaliteit, terrorisme en de bestrijding ervan Vanaf begin jaren ‘80 ! De eerste decennia na de oorlog kende Nederland zulke lage criminaliteitscijfers dat er bijna sprake was van volledige handhaving op het gebied van openbare orde en veiligheid. De overheid hoefde op dit gebied dan ook nauwelijks beleid te ontwikkelen. Vanaf de tweede helft van de jaren ’60 veranderde het beeld echter ‘snel en ingrijpend’. De problemen rond criminaliteit namen in omvang en ernst toe. (Cachet en Ringeling, 2004, 635) De criminaliteitsgroei hing samen met een aantal (macroA)veranderingen in de samenleving. De groeiende welvaart en urbanisatie zorgden voor een criminaliteitsimpuls. Daarnaast kwam de jeugdcultuur op en werd afstand gedaan van de traditionele gezagsverhoudingen. Vanaf de jaren zestig was bovendien het gebruik van alcohol en drugs sterk toegenomen, wat niet alleen gevolgen had voor de sociale veiligheid, maar ook een grote illegale markt voor met name drugs met zich meebracht. (Bruinsma, 2004, 291) Tussen 1980 en 1984 groeide de hoeveelheid geregistreerde criminaliteit in Nederland aanzienlijk en vond het altijd veilige Nederland aansluiting bij het Europese gemiddelde. (Van de Bunt, 2004, 680) Criminaliteit werd een zichtbaar probleem, met name de veel voorkomende, minder zware misdrijven, ofwel de kleine criminaliteit. De commissie ‘Kleine criminaliteit’ onder leiding van voorzitter Roethof kreeg de opdracht dit probleem in kaart te brengen. De resultaten van het onderzoek werden in 1985 gepubliceerd in de nota Samenleving en criminaliteit. De overheid koos voor een beleid waarin de preventie van kleine criminaliteit en de harde aanpak van georganiseerde criminaliteit prioriteit kregen. (Cachet en Ringeling, 2004, 636) In de tweede helft van de jaren tachtig groeide het besef dat juist de georganiseerde misdaad een gevaar vormde voor de Nederlandse samenleving. In de nota Georganiseerde misdaad in Nederland uit 1992 ging het ministerie op deze problematiek in. (Van de Bunt, 2004, 683) Het karakter van de criminaliteit in Nederland veranderde in de loop van de jaren geleidelijk. De ideologisch geïnspireerde criminaliteit van de jaren zeventig en tachtig (de Molukse treinkapingen, de aanslagen van RaRa, etc.) verdween nagenoeg. Andere delicten, zoals drugshandel, fraude en overvallen, wonnen aan belang. (SCP 1998) Daarnaast dienden zich nieuwe delicten aan als de fabricage en handel in synthetische drugs als ecstasy, internetfraude en andere vormen van cybercrime. (SCP 1998) Bovendien was sprake van verharding van delicten. Enerzijds was dit te wijten aan de opkomst van criminaliteit met een sterk expressief karakter, zoals uitgaansA of verkeersgeweld en/of gebruik van irrationeel dan wel ‘zinloos geweld’. Deze vormen van geweld worden vaak (mede) veroorzaakt door overmatig drugs en alcoholmisbruik. 11

Concept rapport <strong>Veiligheid</strong> – februari 2011<br />

<br />

A Metatrend: Individualisering<br />

A Metatrend: Informatisering<br />

A Metatrend: Verzakelijking<br />

A Metatrend: Medialisering / Emotionalisering<br />

A Metatrend: Welvaartsgroei<br />

A Trend: Opkomst georganiseerde misdaad<br />

A Trend: Veranderend daderprofiel<br />

A Trend: Invoering integraal veiligheidsbeleid<br />

A Trend: Verharding van de maatschappij t.a.v. criminaliteit<br />

A Trend: Technologisering en informatisering van criminaliteit, terrorisme en de<br />

bestrijding ervan<br />

Vanaf begin jaren ‘80<br />

!<br />

De eerste decennia na de oorlog kende Nederland zulke lage criminaliteitscijfers dat er<br />

bijna sprake was van volledige handhaving op het gebied van openbare orde en<br />

veiligheid. De overheid hoefde op dit gebied dan ook nauwelijks beleid te ontwikkelen.<br />

Vanaf de tweede helft van de jaren ’60 veranderde het beeld echter ‘snel en ingrijpend’.<br />

De problemen rond criminaliteit namen in omvang en ernst toe. (Cachet en Ringeling,<br />

2004, 635)<br />

De criminaliteitsgroei hing samen met een aantal (macroA)veranderingen in de<br />

samenleving. De groeiende welvaart en urbanisatie zorgden voor een<br />

criminaliteitsimpuls. Daarnaast kwam de jeugdcultuur op en werd afstand gedaan van de<br />

traditionele gezagsverhoudingen. Vanaf de jaren zestig was bovendien het gebruik van<br />

alcohol en drugs sterk toegenomen, wat niet alleen gevolgen had voor de sociale<br />

veiligheid, maar ook een grote illegale markt voor met name drugs met zich meebracht.<br />

(Bruinsma, 2004, 291)<br />

Tussen 1980 en 1984 groeide de hoeveelheid geregistreerde criminaliteit in Nederland<br />

aanzienlijk en vond het altijd veilige Nederland aansluiting bij het Europese gemiddelde.<br />

(Van de Bunt, 2004, 680) Criminaliteit werd een zichtbaar probleem, met name de veel<br />

voorkomende, minder zware misdrijven, ofwel de kleine criminaliteit. De commissie<br />

‘Kleine criminaliteit’ onder leiding van voorzitter Roethof kreeg de opdracht dit probleem<br />

in kaart te brengen. De resultaten van het onderzoek werden in 1985 gepubliceerd in de<br />

nota Samenleving en criminaliteit. De overheid koos voor een beleid waarin de preventie<br />

van kleine criminaliteit en de harde aanpak van georganiseerde criminaliteit prioriteit<br />

kregen. (Cachet en Ringeling, 2004, 636) In de tweede helft van de jaren tachtig groeide<br />

het besef dat juist de georganiseerde misdaad een gevaar vormde voor de Nederlandse<br />

samenleving. In de nota Georganiseerde misdaad in Nederland uit 1992 ging het<br />

ministerie op deze problematiek in. (Van de Bunt, 2004, 683)<br />

Het karakter van de criminaliteit in Nederland veranderde in de loop van de jaren<br />

geleidelijk. De ideologisch geïnspireerde criminaliteit van de jaren zeventig en tachtig (de<br />

Molukse treinkapingen, de aanslagen van RaRa, etc.) verdween nagenoeg. Andere<br />

delicten, zoals drugshandel, fraude en overvallen, wonnen aan belang. (SCP 1998)<br />

Daarnaast dienden zich nieuwe delicten aan als de fabricage en handel in synthetische<br />

drugs als ecstasy, internetfraude en andere vormen van cybercrime. (SCP 1998)<br />

Bovendien was sprake van verharding van delicten. Enerzijds was dit te wijten aan de<br />

opkomst van criminaliteit met een sterk expressief karakter, zoals uitgaansA of<br />

verkeersgeweld en/of gebruik van irrationeel dan wel ‘zinloos geweld’. Deze vormen van<br />

geweld worden vaak (mede) veroorzaakt door overmatig drugs en alcoholmisbruik.<br />

11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!