Jaarverslag 2012 - Art.1 Midden Nederland
Jaarverslag 2012 - Art.1 Midden Nederland
Jaarverslag 2012 - Art.1 Midden Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Februari 2013<br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong><br />
Postbus 215<br />
3500AE Utrecht<br />
030-232 86 66<br />
info@art1middennederland.nl<br />
www.art1middennederland.nl<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong><br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong><br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 1
Inleidende samenvatting<br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> (<strong>Art.1</strong> MN) is een mensgerichte organisatie die zich op basis van haar<br />
maatschappelijke betrokkenheid en overtuiging inzet voor een samenleving. Hierin wordt het beginsel<br />
van gelijke behandeling, zoals vastgelegd in artikel 1 van de Grondwet, de Wet gemeentelijke<br />
antidiscriminatievoorzieningen alsmede de gelijke behandelingswetgeving gerespecteerd en<br />
gehandhaafd. <strong>Art.1</strong> MN zet zich maximaal actief in voor het bevorderen van gelijke behandeling en het<br />
voorkomen en bestrijden van discriminatie in de provincie Utrecht.<br />
<strong>Art.1</strong> MN onderscheidt drie kerntaken ter realisering van haar doelstellingen:<br />
(1) Klachtbehandeling en registratie van incidenten met een discriminatoir karakter;<br />
(2) PR, informatieverstrekking, publiciteit en publieksbeïnvloeding;<br />
(3) Beleidsbeïnvloeding en beleidsadvisering<br />
In <strong>2012</strong> heeft <strong>Art.1</strong> MN een grote diversiteit aan activiteiten ontplooid om uitvoering te geven aan haar<br />
doelstelling zoals de behandeling van 440 meldingen van discriminatie, afhandeling van ruim 140<br />
infoverzoeken, uitbouw van het netwerk van een groot aantal lokale, regionale en landelijke<br />
instellingen, overleg met de gemeenten in de provincie Utrecht. Maar ook afstemming met politie en<br />
justitie over de bestrijding van discriminatie, presentaties op informatiebijeenkomsten, 155 gastlessen<br />
op Amersfoortse, Utrechtse en Woerdense scholen en organisatie van, en deelname aan, diverse<br />
bijeenkomsten, manifestaties en scholingsbijeenkomsten.<br />
Vanaf januari 2010 werkt <strong>Art.1</strong> MN voor alle gemeenten in de provincie Utrecht. Met de gemeenten zijn<br />
dienstverleningsovereenkomsten aangegaan waarin afgesproken is dat <strong>Art.1</strong> MN de in de Wet<br />
gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen verplicht gestelde laagdrempelige toegang tot een<br />
antidiscriminatievoorziening voor de gemeenten vorm geeft. <strong>Art.1</strong> MN stuurt een provinciaal dekkend<br />
netwerk van lokale meldingsloketten aan en ondersteunt burgers die te maken hebben gehad met<br />
discriminatie of ongelijke behandeling. <strong>Art.1</strong> MN registreert alle meldingen en rapporteert deze aan de<br />
gemeenten.<br />
<strong>Art.1</strong> MN nam deel aan de bijeenkomsten van de door het Regionaal College Utrecht in het leven<br />
geroepen Drivergroep ‘Ongelijkwaardigheid’ en heeft als lid van een ondersteunende werkgroep<br />
meegewerkt aan het opstellen van het actieplan ongelijkwaardigheid.<br />
Voor het Bureau Regionale Veiligheidsstrategie (één van de partners van de Drivergroep) werd<br />
geparticipeerd op de conferentie ‘Ongelijkwaardigheid’ met een workshop. Eind <strong>2012</strong> werd gewerkt<br />
aan een viertal gedragcodes/huisregels voor de sectoren horeca, jongerenwerk, voetbal en onderwijs.<br />
Deze worden in 2013 middels een PR-campagne ruim verspreid.<br />
Vanaf 1 oktober 2011 voert <strong>Art.1</strong> MN een project uit, gericht op de uitbouw van het netwerk van<br />
professionals in de gemeenten Amersfoort en Utrecht en het verbeteren van de signaleringsfunctie van<br />
<strong>Art.1</strong> MN en het verhogen van de meldingsbereidheid onder voor discriminatie kwetsbare groepen.<br />
Vanuit dit project werden samenwerkingsverbanden met diverse organisaties aangegaan die leidden tot<br />
gezamenlijke activiteiten ter bestrijding van discriminatie zoals PR-campagnes, voorlichting aan<br />
Marokkaans-<strong>Nederland</strong>se vrouwen en gezamenlijke aanpak van agressie tegen moskeeën.<br />
Vanaf oktober <strong>2012</strong> werkt <strong>Art.1</strong> MN actief, outreachend aan haar naamsbekendheid in de provincie<br />
Utrecht. Er is nieuw foldermateriaal ontwikkeld, er worden radio-interviews verzorgd en er werden 273<br />
huisartsen en 19 bibliotheken bezocht.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 2
<strong>Art.1</strong> MN heeft in <strong>2012</strong> opnieuw veel aandacht gegeven aan de bestrijding van discriminatie in het<br />
uitgaansleven. <strong>Art.1</strong> MN is adviseur van de klankbordgroep “Veilig Uitgaan in Utrecht”, neemt deel aan<br />
het Panel Deurbeleid en voert daarvan het secretariaat. <strong>Art.1</strong> MN adviseert derden bij het opzetten van<br />
een helder, controleerbaar en zichtbaar deurbeleid. Ook in Amersfoort is <strong>Art.1</strong> MN deelnemer aan de<br />
werkgroep Convenant Veilig Uitgaan.<br />
<strong>Art.1</strong> MN is initiatiefnemer en uitvoerder van het Pink Panel in Amersfoort en Utrecht. Pink Panel is een<br />
digitaal opiniepanel voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (LHBT). In <strong>2012</strong><br />
heeft het Pink Panel Utrecht onderzoek gedaan naar belemmerende en bevorderende factoren bij het<br />
‘uit de kast komen’. Het Pink Panel Amersfoort heeft onderzoek gedaan naar toegankelijkheid en<br />
gelijke behandeling bij (commerciële) dienstverlening. Het Pink Panel brengt hierover nieuwsbrieven<br />
uit. <strong>Art.1</strong> MN is deelnemer aan de adviescommissie lesbische- en homo-emancipatie van de gemeente<br />
Utrecht.<br />
<strong>Art.1</strong> MN heeft in <strong>2012</strong> vijf themabijeenkomsten (mede) georganiseerd voor professionals. Eén op 21<br />
maart, de internationale dag tegen racisme en discriminatie; waar het thema luidde:”samen tegen<br />
discriminatie”, één over empowerment, discriminatie op de stagemarkt en een debat<br />
medegeorganiseerd in het MidZomerGracht Festival en in Amersfoort een themabijeenkomst over Roze<br />
Ouderenzorg. Deze is voortgekomen uit een samenwerkingsverband met roze organisaties in<br />
Amersfoort, genaamd Pink Spring. Ook hebben we meegewerkt aan een conferentie over het VN-<br />
verdrag over de rechten van mensen met een handicap.<br />
Tenslotte heeft er in <strong>2012</strong> een grote verandering plaatsgevonden binnen <strong>Art.1</strong> MN. We hebben<br />
afscheid genomen van onze directeur Martin Jansen, die zijn loopbaan in Zuid-Afrika voort gaat zetten.<br />
Met zijn opvolgster Mieke Janssen hebben wij een dynamische nieuwe directeur gevonden die met veel<br />
passie de kar trekt.<br />
Osman Elmaci<br />
Voorzitter Stichting <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong><br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 3
Inhoudsopgave<br />
INLEIDENDE SAMENVATTING 2<br />
1. OVERZICHT VERRICHTE BASISTAKEN VOOR UTRECHTSE GEMEENTEN 6<br />
1.1 Klachtbehandeling, registratie 6<br />
1.2 Gemeenteloketten 7<br />
1.3 Intervisie 8<br />
1.4 Regionaal Discriminatie Overleg 8<br />
1.5 Drivergroep 8<br />
1.6 Basiscursus klachtbehandeling 9<br />
1.7 PR en naamsbekendheid 9<br />
1.7.1 Huisartsen en bibliotheken 9<br />
1.7.2 Flyeren stad Utrecht 10<br />
1.7.3 Samenwerkingspartners 10<br />
1.7.4 Website en sociale media 10<br />
1.7.5 Nieuwsbrieven 10<br />
1.8 Informatieverzoeken 11<br />
1.9 Trendrapportage 12<br />
1.10 Klachtenrapportage 13<br />
1.11 Contact gemeenten 13<br />
1.12 Ontwikkelingen en trends 13<br />
1.12.1 Evaluatie Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen 13<br />
1.12.2 College voor de Rechten van de Mens (CRM) 14<br />
1.12.3 Handicap en openbaar vervoer 14<br />
2. ACTIVITEITEN VOOR DE GEMEENTE UTRECHT 15<br />
2.1 Klachtbehandeling 15<br />
2.2 Registratie 15<br />
2.3 Publicatie jaarrapport 15<br />
2.4 Monitoring 15<br />
2.5 Informatie en PR 16<br />
2.6 Voorlichting, presentatie en workshops 17<br />
2.7 Pink Panel Utrecht 21<br />
2.8 Maatschappelijk stagiaires 22<br />
2.9 Informatieverzoeken 22<br />
2.10 Panel Deurbeleid Utrecht 22<br />
2.11 Beleidsadvisering 22<br />
2.12 Netwerk met instellingen Utrecht 23<br />
2.13 Project verhogen meldingsbereidheid/Coalitievorming en Samenwerking 23<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 4
3. ACTIVITEITEN VOOR DE GEMEENTE AMERSFOORT 24<br />
3.1 Klachtbehandeling en registratie 24<br />
3.2 Voorlichting, presentaties en workshops 24<br />
3.3 Informatieverzoeken 26<br />
3.4 Pink Panel Amersfoort 26<br />
3.5 Netwerkontwikkeling 27<br />
3.6 (Beleids)advisering 27<br />
3.7 Project verhogen meldingsbereidheid/Coalitievorming en Samenwerking 27<br />
4. OVERIGE ACTIVITEITEN 29<br />
4.1 Deelname aan landelijke brancheorganisaties 29<br />
4.2 Voorlichtingen onderbouw voortgezet onderwijs Woerden en Veenendaal 29<br />
4.3 Onderzoeken 29<br />
4.4 Identiteit: “Professionals bekennen kleur” – Conferentie NIP 30<br />
4.5 Toekomstvisie Stichtse Vecht 30<br />
5. INTERNE BEDRIJFSVOERING 31<br />
5.1 Personeel 31<br />
5.2 Bestuur 31<br />
5.3 Klanttevredenheid 31<br />
BIJLAGE 1: BESTUUR EN (OUD)MEDEWERKERS ART.1 MIDDEN NEDERLAND <strong>2012</strong> 33<br />
BIJLAGE 2: LIJST VOORLICHTINGEN OP SCHOLEN 34<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 5
1. Overzicht verrichte basistaken voor Utrechtse gemeenten<br />
1.1 Klachtbehandeling, registratie<br />
Iedereen die zich gediscrimineerd of ongelijk behandeld voelt, of meent dat een ander dit overkomen<br />
is, kan daarvan melding maken bij <strong>Art.1</strong> MN. Melders kunnen van maandag tot en met vrijdag<br />
telefonisch contact opnemen met <strong>Art.1</strong> MN. Ook kunnen meldingen worden gedaan via e-mail of via<br />
een klachtenformulier op de website van <strong>Art.1</strong> MN of diverse andere websites zoals de website<br />
www.discriminatie.nl. De gezamenlijke Anti Discriminatie Bureaus (ADB’s) in <strong>Nederland</strong> onderhouden<br />
ook een landelijk meldnummer voor discriminatie (0900-2 354 354). Mensen die dit nummer bellen<br />
worden automatisch doorverbonden met het ADB in de regio waar vandaan ze bellen. Bellers uit de<br />
regio Utrecht worden dus automatisch doorverbonden met <strong>Art.1</strong> MN.<br />
<strong>Art.1</strong> MN werkte in <strong>2012</strong> voor alle 26 gemeenten in de provincie Utrecht. Alle gemeenten –behalve<br />
Ronde Venen- hebben een lokaal meldloket ingericht waar de eigen burgers discriminatie kunnen<br />
melden. De meldingen worden vervolgens ter behandeling doorgegeven aan de klachtenconsulenten<br />
van <strong>Art.1</strong> MN.<br />
Steeds minder mensen melden zich bij de lokale loketten. Meldingen komen steeds meer en meer<br />
telefonisch of per mail binnen bij <strong>Art.1</strong> MN. Indien gewenst vinden intakegesprekken wel op locatie in<br />
het betreffende gemeentehuis plaats, of op het kantoor van <strong>Art.1</strong> MN.<br />
Als iemand zich tot <strong>Art.1</strong> MN wendt met een melding van discriminatie zal als eerste stap met de<br />
melder een afspraak worden gemaakt voor een intake gesprek met een van de klachtbehandelaars van<br />
<strong>Art.1</strong> MN. Dit kan op het kantoor van <strong>Art.1</strong> MN in Utrecht of op locatie in de eigen gemeente van de<br />
melder. Met de melder van discriminatie of ongelijke behandeling wordt tijdens het intake gesprek hun<br />
zaak doorgenomen. De standaardprocedure die daarop volgt, is er één van hoor-wederhoor. De<br />
wederpartij wordt in de gelegenheid gesteld te reageren op de melding. Naar aanleiding van het<br />
antwoord wordt vervolgens met de cliënt een vervolgtraject besproken dat kan bestaan uit bemiddeling<br />
of het opstarten van diverse soorten procedures.<br />
In <strong>2012</strong> heeft <strong>Art.1</strong> MN in het totaal 440 meldingen geregistreerd. Ten opzichte van 2011 (596<br />
meldingen) lijkt het aantal meldingen van discriminatie behoorlijk teruggelopen. Echter, dit is te<br />
verklaren. <strong>Art.1</strong> MN is in het voorjaar van <strong>2012</strong> gestopt met eigen screening van kranten op<br />
discriminerende functie-eisen in vacatures. Voorheen schreef <strong>Art.1</strong> MN de bedrijven aan om hen<br />
bewust te maken van de gelijkebehandelingswetgeving en om redenen te inventariseren voor de<br />
discriminerende functie-eisen. Met die methode wilde <strong>Art.1</strong> MN o.a. recidive bij bedrijven voorkomen.<br />
Susanne Mes, stagiaire bij <strong>Art.1</strong> MN heeft de effectiviteit van deze aanpak onderzocht en kwam tot de<br />
conclusie dat de gehanteerde methodiek van <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> bij de bedrijven niet de beoogde<br />
werking had. Dit heeft ertoe geleid dat <strong>Art.1</strong> MN gestopt is met bedrijven aanschrijven bij het<br />
constateren van discriminerende functie-eisen. <strong>Art.1</strong> MN start in deze alleen nog een procedure als zij<br />
een melding van een melder of een derde krijgt.<br />
Ten opzichte van 2011 (190) is het aantal eigen registraties in <strong>2012</strong> dan ook behoorlijk afgenomen.<br />
Over geheel <strong>2012</strong> zijn 48 eigen signaleringen gedaan van o.a. leeftijdseisen of geslachtseisen in<br />
personeelsadvertenties. De signaleringen zijn voornamelijk in de eerste periode van <strong>2012</strong><br />
geregistreerd. De directe meldingen zijn ten opzichte van 2011 met 14 meldingen teruggelopen.<br />
Dertien meldingen zijn ter signalering binnengekomen via het Regionaal Discriminatie Overleg (RDO)<br />
van politie, OM en <strong>Art.1</strong> MN. Vijftien meldingen zijn ter signalering binnengekomen via de voormalige<br />
Commissie Gelijke Behandeling. 1<br />
1 De CGB is sinds 2 oktober <strong>2012</strong> opgegaan in het College van de Rechten van de Mens<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 6
Zoals ieder jaar zijn er opvallende gebeurtenissen die veel burgers zich aantrekken en daarvan een<br />
melding maken. Het PVV-meldpunt waar mensen een klacht kunnen indienen over <strong>Midden</strong>- en Oost-<br />
Europeanen (MOE-landen) heeft voor veel ophef gezorgd op zowel landelijk als op internationaal<br />
niveau. De verontwaardiging over dit initiatief heeft breed de aandacht gekregen in de media. <strong>Art.1</strong><br />
<strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> en andere discriminatiebureaus hebben na de lancering van dit meldpunt meer dan<br />
3000 meldingen gekregen over het discriminatoir karakter van deze website. Mensen hebben met hun<br />
klacht laten weten dat ze het meldpunt discriminerend vinden en dat het een klimaat van wantrouwen<br />
creëert tussen mensen uit de MOE-landen en de <strong>Nederland</strong>se bevolking. Het is opvallend dat de<br />
protesten niet alleen komen van mensen uit <strong>Midden</strong>- en Oost-Europa, maar dat ook veel<br />
<strong>Nederland</strong>ers laten weten dat ze verontwaardigd zijn over het stigmatiserende en discriminerende<br />
karakter van het meldpunt. <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> ontving in totaal 34 meldingen over het meldpunt.<br />
In de meeste reacties werd gevraagd om actie te ondernemen en de website te laten verwijderen. Het is<br />
begrijpelijk dat mensen de website als discriminerend ervaren, maar er is naar alle waarschijnlijkheid<br />
geen sprake van strafbare feiten. Er kan tegen dit initiatief aangifte worden gedaan, maar is om deze<br />
reden niet erg zinvol. Desondanks leidt naar inziens van <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> het meldpunt wel tot<br />
negatieve beeldvorming van <strong>Midden</strong>- en Oost-Europeanen. De eenzijdige nadruk op negatieve<br />
ervaringen zet deze mensen in een slecht daglicht en werkt stigmatiserend, wat consequenties kan<br />
hebben in het dagelijks leven van deze groep.<br />
In mindere mate, maar een jaarlijks terugkomend gegeven, is dat burgers tijdens de Sinterklaasperiode<br />
klagen over discriminatie. De verschijning Zwarte Piet wordt door hen als racistisch beschouwd. Ook<br />
worden in deze periode gekleurde mensen vaker, door bijvoorbeeld collega’s, aangesproken over een<br />
mogelijke rol als Zwarte Piet. In <strong>2012</strong> hebben negentien mensen zich gemeld. <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong><br />
heeft samen met de LBA en het SAN het standpunt van <strong>Art.1</strong> overgenomen over het racistische karakter<br />
van Zwarte Piet, 2 namelijk dat Zwarte Piet opzichzelfstaand niet racistisch is, maar de kenmerken van<br />
Zwarte Piet als racistisch kunnen worden beschouwd. <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> heeft zelf aandacht<br />
besteed aan het onderwerp door deel te nemen aan een discussie bij de Jonge Socialisten 3 in Utrecht<br />
en een interview te geven over Zwarte Piet aan Radio 1 4. In <strong>2012</strong> hebben negentien mensen hierover<br />
een melding van discriminatie gemaakt.<br />
Registratie<br />
Alle meldingen van discriminatie zijn bijgehouden in het landelijk registratieprogramma LBAnet. Zes<br />
categorieën worden met name bijgehouden:, de discriminatiegrond, het beleidsterrein waarop de<br />
vermeende discriminatie of ongelijke behandeling heeft plaatsgevonden, de aard van de melding, de<br />
wijze van behandeling, de manier waarop een melding is binnengekomen en de etnische afkomst van<br />
de cliënten.<br />
1.2 Gemeenteloketten<br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> heeft met de gemeentes waarmee zij een dienstverleningsovereenkomst heeft<br />
afgesloten, de afspraak gemaakt dat zij ruimtes bij de desbetreffende gemeente kan reserveren voor<br />
het voeren van gesprekken met cliënten. Deze mogelijkheid is ingericht om het melden van<br />
discriminatie voor de burgers zo toegankelijk mogelijk te maken. Gemeentes stellen meestal een<br />
spreekkamer van de gemeente zelf of een WMO loket ter beschikking aan <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong>.<br />
2 http://www.art1.nl/artikel/7217-Standpunt_Art1_over_Zwarte_Piet<br />
3 http://www.art1middennederland.nl/debatavond-jonge-socialisten-zwarte-piet-en-discriminatie/<br />
4 http://www.radio1.nl/terugluisteren/tijd?terugluisteren_dag=<strong>2012</strong>-10-31&terugluisteren_hour=4<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 7
Hoewel er relatief weinig gebruik van de ruimtes wordt gemaakt door de cliënten, ervaart <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong><br />
<strong>Nederland</strong> het als een meerwaarde voor de burgers/cliënten. <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> merkt dat als<br />
men in de eigen gemeente een gesprek kan voeren, mensen sneller geneigd zijn de klacht voort te<br />
zetten. In <strong>2012</strong> hebben de klachtenconsulenten 157 cliëntgesprekken gevoerd, waarvan er 42<br />
gesprekken op locatie zijn geweest. 18 in Amersfoort, 5 in Stichtse Vecht, 5 in Veenendaal, 3 in Zeist,<br />
3 in Nieuwegein, 1 in Abcoude 5, 1 in Bilthoven, 1 in De Bilt, 1 in IJsselstein, 1 in Leusden, 1 in Rhenen,<br />
1 in Soest en 1 in Woerden.<br />
1.3 Intervisie<br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> participeert in een intervisiegroep met verschillende antidiscriminatiebureaus.<br />
Tijdens de intervisies worden complexe casussen besproken en wordt er aan<br />
deskundigheidsbevordering en professionalisering gedaan. Er zijn vijf bijeenkomsten per jaar.<br />
1.4 Regionaal Discriminatie Overleg<br />
<strong>Art.1</strong> MN is een van de drie deelnemers in het Regionaal Discriminatie Overleg (RDO) met politie en het<br />
Openbaar Ministerie. Naast strategisch overleg houdt het RDO zich in een zaaksoverleg bezig met<br />
bespreking van meldingen van discriminatie met een mogelijk strafrechtelijk component. De<br />
behandeling van meldingen en aangiften bij de politie en bij <strong>Art.1</strong> MN worden tijdens dit overleg op<br />
elkaar af gestemd en het verloop van de behandeling wordt besproken.<br />
In <strong>2012</strong> was het de bedoeling dat het RDO één maal per kwartaal bijeen zou komen. Door de vele<br />
afzeggingen voor de laatste bijeenkomst is deze afgelast.<br />
<strong>Art.1</strong> MN baart zich zorgen over het vervolg van het RDO. In het jaar <strong>2012</strong> bleek de opkomst vanuit de<br />
politie erg laag te zijn. Het lijkt er op dat dit het gevolg is van veranderende beleidskeuzes, waardoor<br />
het thema discriminatie niet meer één van de prioriteiten is van de politie. Vanuit de trekker van het<br />
overleg, het OM, wordt gepoogd om partijen weer om de tafel te krijgen.<br />
1.5 Drivergroep<br />
<strong>Art.1</strong> MN nam als toehoorder en adviseur deel aan de hoor het<br />
college van portefeuillehouders ingestelde “Drivergroep<br />
Ongelijkwaardigheid” waarin de Utrechtse gemeenten, de politie en<br />
het Openbaar Ministerie zitting hebben. Daarnaast heeft <strong>Art.1</strong> MN in<br />
<strong>2012</strong> deelgenomen aan de “Werkgroep Ongelijkwaardigheid”die een<br />
concept actieplan heeft opgesteld voor de Drivergroep<br />
Ongelijkwaardigheid.<br />
Vanuit dit actieplan is onderzoek uitgevoerd naar discriminatie<br />
ervaringen onder (2700) jongeren in de provincie Utrecht. De<br />
bevindingen werden gepresenteerd op een conferentie op 15<br />
november. Wij hebben daar een workshop over het terugdringen<br />
van discriminatie bij stages verzorgd.<br />
Omdat de drivergroep eind <strong>2012</strong> ophoud te bestaan, werd aan<br />
<strong>Art.1</strong> MN gevraagd mee te werken aan de borging van een aantal<br />
activiteiten. We hebben hiertoe een centrale website gemaakt waar<br />
5 In Abcoude is een huisbezoek afgelegd omdat Ronde Venen niet beschikt over een lokaal loket<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 8
slachtoffers van discriminatie op basis van seksuele gerichtheid<br />
alle partijen in de provincie Utrecht kunnen vinden die hulp kunnen bieden. Deze website wordt in<br />
2013 gelanceerd.<br />
Ook hebben we een viertal gedragscodes/huisregels ontwikkeld voor de horeca, het jongerenwerk, het<br />
onderwijs en het voetbal. Deze worden in 2013 in alle scholen verspreid.<br />
1.6 Basiscursus klachtbehandeling<br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> heeft namens de Landelijke Brancheorganisatie Antidiscriminatiebureaus (LBA)<br />
de basiscursus klachtbehandeling verzorgd voor beginnende medewerkers en stagiairs van<br />
antidiscriminatiebureaus. De deelnemers maken tijdens de dag kennis met wat discriminatie is en waar<br />
het vandaan komt, daarnaast leren zij de gelijkebehandelingswetgeving toe te passen en de<br />
mogelijkheden om discriminatie te herkennen en aan te pakken. De cursus is door 25 deelnemers<br />
gevolgd. De cursus werd beoordeeld met een 7,9 en de docenten met een 8,5. Het niveau werd als<br />
hoog ervaren. Hiermee wordt bij een volgende cursus rekening gehouden.<br />
1.7 PR en naamsbekendheid<br />
Uit onderzoek in 2011 van studenten communicatiemanagement en onderzoek van Bureau Regionale<br />
Veiligheidsstrategie in <strong>2012</strong>, bleek dat de naamsbekendheid van <strong>Art.1</strong> MN onder burgers in de<br />
provincie Utrecht laag is. Met name onder jongeren. Bij de bezoekronde aan gemeentelijke<br />
beleidsambtenaren werd aangegeven dat steeds minder burgers het gemeentehuis bezoeken omdat de<br />
dienstverlening meer en meer wordt gedigitaliseerd. Onze folders, die in elk gemeentehuis en WMO-<br />
loket liggen, worden onvoldoende gezien.<br />
Wij merken tevens dat het ontbreken van een landelijke campagne tegen discriminatie tot gevolg heeft<br />
dat we minder meldingen krijgen.<br />
Daarom zijn we gestart met een promotieteam. Dat is een groep klachtbehandelaars en voorlichters die<br />
gezamenlijk optrekt om publiciteit voor <strong>Art.1</strong> MN te organiseren. Daartoe is het foldermateriaal<br />
aangepast en laagdrempeliger gemaakt, zijn radio-interviews gegeven (Fun-X en RTV-Utrecht) en<br />
werden jongerenorganisaties en migrantenorganisaties bezocht.<br />
1.7.1 Huisartsen en bibliotheken<br />
Onze grootste campagne betrof het bezoeken van de meeste (252 van de ruim 400) huisartsen in 103<br />
huisartsenposten in de provincie Utrecht. Een tweede plek waar veel burgers komen zijn de<br />
bibliotheken. Op 19 plekken zijn onze folders verspreid en toegelicht.<br />
Discriminatie–ervaringen kunnen tot zowel psychische als lichamelijk gezondheidsklachten leiden. Dat<br />
blijkt uit diverse onderzoeken over discriminatie en gezondheidsklachten, maar ook uit de eigen<br />
waarneming van klachtenconsulenten. Op psychisch vlak leidt discriminatie onder andere tot depressie,<br />
angsten en identiteitsproblemen. Ook kunnen er diverse lichamelijke klachten ontstaan, zoals hoge<br />
bloeddruk, verslaving en stresssymptomen.<br />
<strong>Art.1</strong> MN tracht alle huisartsen in de provincie Utrecht te wijzen op het bestaan van <strong>Art.1</strong> MN,<br />
gezondheidseffecten van discriminatie, de mogelijkheid om patiënten naar ons door te verwijzen of<br />
informatie over ons te verschaffen. <strong>Art.1</strong> MN doet dit door de verspreiding van voor deze actie<br />
ontwikkelde folders.<br />
De huisartsen hebben met veel enthousiasme kennis genomen van het werk van <strong>Art.1</strong> MN en toonden<br />
betrokkenheid met het onderwerp discriminatie en waren bereid om de folders toegankelijk te maken<br />
voor zowel patiënten als voor de collega-huisartsen. Dit heeft geleid tot de eerste meldingen van<br />
discriminatie (3). Deze actie wordt voortgezet in 2013 totdat alle huisartsen in de provincie Utrecht van<br />
onze folders voorzien zijn.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 9
1.7.2 Flyeren stad Utrecht<br />
1.7.3 Samenwerkingspartners<br />
In het kader van de promo-actie is er onderzoek<br />
gedaan naar de voorwaarden voor flyeren in de stad<br />
Utrecht. Er zijn twee aanvragen ingediend voor de<br />
tijdelijke standplaats bij de gemeente Utrecht die<br />
vervolgens door de gemeente goedgekeurd zijn.<br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> heeft op 19 november en<br />
26 november in de stad Utrecht geflyerd. Hiervoor<br />
zijn nieuwe folders ontwikkeld. Er zijn circa 600<br />
folders verspreid. De algemene indruk van flyeren<br />
was de nieuwsgierigheid naar en tevredenheid over<br />
<strong>Art.1</strong> MN. Veel Utrechtenaars waren erg te spreken<br />
over het bestaan van <strong>Art.1</strong> MN als organisatie die<br />
zich richt op te voorkomen en bestrijden van<br />
discriminatie in de provincie Utrecht.<br />
In het kader van promo-actie zijn er tal van de maatschappelijke organisaties, verenigingen en<br />
instellingen benaderd. Met name minderhedenorganisaties zoals LIZE (inspraakorgaan Zuid –Europese<br />
minderheden), IOT (inspraakorgaan Turken), Platform BiH (overkoepelend orgaan van Bosnische<br />
organisaties) en BUAT (Platform voor Molukkers) waren bereid om samen te werken met <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong><br />
<strong>Nederland</strong>. Met deze organisaties zijn verschillende afspraken gemaakt met het doel om de<br />
bekendheid van <strong>Art.1</strong> MN onder minderheden te vergroten teneinde slachtoffers van discriminatie<br />
ondersteuning te bieden. Uit de gesprekken met deze minderhedenorganisaties komt naar voren dat<br />
discriminatie niet altijd wordt herkend. Indien discriminatie wel herkend wordt, zijn mensen niet snel<br />
bereid om discriminatie te melden. De redenen hiervoor kunnen verschillend zijn zoals de taalbarrière<br />
of het idee dat het melden van discriminatie zinloos is. Vooral bij de oudere migranten is de<br />
taalbarrière hoog om een melding van ervaren discriminatie in te dienen. Ook angst voor victimisatie 6,<br />
vooral op het terrein van arbeid, kan een reden zijn voor iemand om af te zien van het indienen van<br />
een melding.<br />
1.7.4. Website en sociale media<br />
De website van <strong>Art.1</strong> MN wordt wekelijks geactualiseerd met nieuwsberichten. Vanaf augustus zijn we<br />
actief op facebook, waar wekelijks nieuwe stellingen, weetjes en filmpjes op geplaatst worden. Zowel<br />
de website als facebook worden goed bezocht.<br />
1.7.5 Nieuwsbrieven<br />
In <strong>2012</strong> heeft <strong>Art.1</strong> MN zes nieuwsbrieven verspreid binnen het eigen netwerk in de provincie Utrecht<br />
waarin informatie werd gegeven over de klachtbehandeling, het voorlichtingsaanbod, activiteiten van<br />
<strong>Art.1</strong> MN en actuele ontwikkelingen in de samenleving op het gebied van gelijke behandeling en<br />
discriminatiebestrijding. Inmiddels zijn ruim 200 professionals, instellingen, overheden en<br />
belangenorganisaties geabonneerd op onze nieuwsbrief.<br />
6 Victimisatie: nadeel ondervinden van het klagen over discriminatie<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 10
1.8 Informatieverzoeken<br />
Onder informatieverzoeken worden alle vragen van algemene aard bedoeld, die niet gerelateerd zijn<br />
aan een incident over discriminatie. De vragen kunnen betrekking hebben op een of meerdere<br />
discriminatiegronden. In <strong>2012</strong> kwamen voornamelijk vragen over discriminatiegronden ras (28) en<br />
seksuele gerichtheid (8). Deze vragen hadden betrekking op verschillende maatschappelijke terreinen<br />
o.a. de terreinen arbeid (11) en commerciële dienstverlening (11).<br />
De informatieverzoeken zijn verschillend van aard, bijvoorbeeld interview, scripties, werkstukken,<br />
uitnodigingen voor debatten, conferenties waarbij <strong>Art.1</strong> MN als spreker, panel of expert uitgenodigd<br />
wordt. De informatieverzoeken kunnen op verschillende wijze afgedaan worden. Een telefoongesprek<br />
waarin een advies gegeven wordt, het per e-mail versturen van cijfers, versturen van folders, etc. Ook<br />
het geven van voorlichting, het organiseren van een workshop of training vallen hieronder.<br />
In <strong>2012</strong> kwamen de meeste informatieverzoeken van de gemeenten (27) en<br />
belangen/emancipatiegroepen (24).<br />
De registratie van informatieverzoeken kwam in <strong>2012</strong> wat in het slop omdat we die, door alle drukte<br />
van activiteiten onvoldoende geregistreerd hebben. Hierdoor zijn niet alle informatieverzoeken<br />
vastgelegd. Begin 2013 wordt aan een nieuw registratiesysteem gewerkt.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 11
Informatieverzoeken naar<br />
discriminatiegrond<br />
Informatieverzoeken naar<br />
maatschappelijk terrein<br />
Godsdienst Arbeid 11<br />
Geslacht Buurt/wijk<br />
Handicap Collectieve voorzieningen<br />
Ras Commerciële dienstverlening 11<br />
Leeftijd Horeca<br />
Nationaliteit Media<br />
Seksuele gerichtheid Onderwijs<br />
Alle gronden Sport/recreatie<br />
N.v.t. Alle terreinen<br />
N.v.t.<br />
Totaal Totaal 141<br />
Doel informatie Vorm informatie<br />
Aanpak klacht / probleem Voorlichting 23<br />
Advies Doorverwijzing<br />
Cijfers Materiaal<br />
Interview Overig 61<br />
Onderzoek<br />
Presentatie / voorlichting<br />
Project<br />
Studieopdracht<br />
Anders<br />
Totaal Totaal<br />
Aanvrager<br />
Gemeente<br />
Politie<br />
Welzijnwerk<br />
Belangen/emancipatiegroep<br />
Anders<br />
Totaal<br />
1.9 Trendrapportage<br />
In <strong>2012</strong> werd voor het eerst een trendrapportage 2009-2011 uitgebracht. Deze rapportage is een<br />
kwalitatief verslag over de behandelde klachten en meldingen in deze periode. Om meer inzicht te<br />
geven in de betekenis van de cijfers is gezocht naar onderlinge kruisverbanden.<br />
Bijvoorbeeld is gekeken naar de gronden waarop op de arbeidsmarkt het meest gediscrimineerd wordt.<br />
Dat blijkt afkomst en ras te zijn (30%).<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 12
De publicatie is verstuurd naar alle 26 gemeenten in Utrecht en onze contacten in het maatschappelijke<br />
veld (± 600). De verstrekte informatie werd zeer positief ontvangen.<br />
In 2013 zullen we daarom regelmatig fact-sheets uit gaan brengen.<br />
1.10 Klachtenrapportage<br />
In het kader van de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen (WGA) rapporteert <strong>Art.1</strong> MN<br />
jaarlijks over de door <strong>Art.1</strong> MN geregistreerde discriminatiemeldingen. Alle gemeenten dienen jaarlijks<br />
voor 1 april verslag uit te brengen aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)<br />
over de -door de antidiscriminatievoorziening in het daaraan voorafgaande kalenderjaar<br />
geregistreerde- discriminatie-meldingen.<br />
De gemeenten zijn voorzien van de cijfers voor hun individuele, gemeentelijke rapportage. Deze is<br />
aangevuld met informatie over het klachtenvolume van geheel <strong>Art.1</strong> MN, een toelichting op de cijfers<br />
en illustrerende casussen.<br />
Om de gemeenten op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in de door hun burgers gemelde<br />
klachten, is er ook een verslag uitgebracht van de halfjaarcijfers.<br />
1.11 Contact gemeenten<br />
Bij het aantreden van de nieuwe directeur is met bijna alle beleidsmedewerkers uit de provincie een<br />
kennismakingsgesprek gevoerd.<br />
Uit de gesprekken kwam naar voren dat bijna iedereen tevreden is over de klachtbehandeling en<br />
registratie door ons. Dat wij ook beschikbaar zijn voor advies, bleek bij de meeste gemeenten niet<br />
bekend.<br />
Omdat teksten voor de digitale gemeentelijke websites ontbraken of verouderd waren, hebben we die<br />
geactualiseerd. De jaarlijkse bijeenkomst voor beleidsmedewerkers werd, wegens gebrek aan<br />
belangstelling, afgelast.<br />
1.12 Ontwikkelingen en trends<br />
Op het gebied van discriminatie gebeurt er veel in het land, zowel op landelijk, regionaal als<br />
gemeentelijk niveau. In deze paragraaf willen wij een aantal ontwikkelingen met u delen die wellicht<br />
niet terug te vinden zijn in de gemeentelijke cijfers, maar wel van belang zijn.<br />
1.12.1 Evaluatie Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen (WGA)<br />
Op grond van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen (Wga) zijn gemeenten sinds 28<br />
januari 2010 verplicht hun inwoners toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening, een taak<br />
die uw gemeente in een dienstverleningsovereenkomst heeft uitbesteed aan <strong>Art.1</strong> MN. In de wet is<br />
vastgelegd dat binnen drie jaar na inwerkingtreding aan de Staten Generaal een verslag wordt<br />
gezonden over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. Partners&Pröppe hebben<br />
dit onderzoek verricht. De conclusie is dat 98% van de gemeenten een voorziening voor de uitvoering<br />
van de twee wettelijke taken (registratie en bijstand) heeft gerealiseerd in de directe leefomgeving van<br />
burgers. De voorziening is laagdrempelig en toegankelijk. Bijna de helft van de gemeenten geeft aan<br />
dat de Wga bijdraagt aan een groter bewustzijn van discriminatie in de lokale samenleving. De<br />
aandacht voor discriminatie blijkt met name bij beleidsprofessionals binnen de ambtelijke organisatie<br />
toegenomen sinds de invoering van de Wga. De aandacht van het college en de raad blijft hierop echter<br />
achter. Aan de andere kant draagt de uitvoering van de wet niet of nauwelijks bij aan het tegengaan<br />
van onderregistratie. Het aantal meldingen van discriminatie is ‘het topje van de ijsberg’. Grote<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 13
gemeenten zijn zich vaak meer bewust van onderregistratie dan kleine gemeenten en investeren dan<br />
ook meer in een antidiscriminatiebeleid met aanvullende activiteiten zoals voorlichting en preventie.<br />
Terwijl gemeenten wel behoefte hebben aan meer informatie over de specifieke en lokale situatie in<br />
hun gemeente, blijken ze volgens de evaluatie weinig te investeren in een goede informatiepositie. De<br />
Wga blijkt dan ook onvoldoende voorwaarde voor een hogere meldingsbereidheid en een beter zicht op<br />
de lokale situatie binnen de gemeenten. Enkel de uitvoering van de wet blijkt een onvoldoende<br />
voorwaarde om de meldingsbereidheid van burgers die discriminatie ervaren te vergroten.<br />
1.12.2 College voor de Rechten van de Mens (CRM)<br />
In <strong>2012</strong> zijn alle taken van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) bij wet over gegaan naar het<br />
College voor de Rechten van de Mens (CRM). <strong>Nederland</strong> heeft hiermee het langverwachte nationale<br />
mensenrechteninstituut. Kerntaak van het CRM is het beschermen en bevorderen van mensenrechten in<br />
<strong>Nederland</strong>. Een combinatie van monitoring, onderzoek, advies en voorlichting moet dit realiseren. Het<br />
College is onder meer verantwoordelijk voor een jaarlijkse rapportage over de mensenrechtensituatie in<br />
<strong>Nederland</strong>. Burgers kunnen zich tot het CRM wenden met het verzoek tot een oordeel in gelijke<br />
behandelingskwesties. Het CRM en <strong>Art.1</strong> MN hebben beide voor 2013 het terrein arbeid tot speerpunt<br />
van beleid. Hierover vindt overleg plaats om te komen tot afstemming in activiteiten en mogelijke<br />
samenwerking.<br />
1.12.3 Handicap en openbaar vervoer<br />
Met ingang van 9 mei <strong>2012</strong> moeten bussen en metro’s in <strong>Nederland</strong> toegankelijk zijn voor mensen met<br />
een beperking. Dit is vastgelegd in de gewijzigde Wet gelijke behandeling op grond van handicap of<br />
chronische ziekte (WGBH/CZ). De wet wordt stapsgewijs aangepast naar een volledige toegankelijkheid<br />
van het openbaar vervoer voor mensen met een beperking. Dit moet uiteindelijk voor 2030<br />
gerealiseerd zijn. Omdat een aantal aanpassingen nogal wat voeten in de aarde hebben, is er een lange<br />
termijn gesteld om alles te regelen. Een voorbeeld hiervan is de aanpassing van alle perrons in<br />
<strong>Nederland</strong> zodat mensen in een rolstoel vanaf het perron de trein, bus, tram en metro zelfstandig in<br />
kunnen rijden. Voor de provincie Utrecht is het van belang dat vanaf het voorjaar <strong>2012</strong> 98% van alle<br />
bussen en de sneltram Utrecht-Nieuwegein toegankelijk moeten zijn.<br />
<strong>Art.1</strong> MN heeft het bericht over de nieuwe wetgeving breed verspreid en mensen met een handicap<br />
opgeroepen om melding te doen als zij discriminatie in het OV ervaren. In <strong>2012</strong> heeft <strong>Art.1</strong> MN één<br />
melding omtrent discriminatie op grond van handicap ontvangen. Ook bij het CRM zijn geen verzoeken<br />
om een oordeel rond dit thema ingediend.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 14
2. Activiteiten voor de gemeente Utrecht in <strong>2012</strong><br />
2.1 Klachtbehandeling<br />
Het aantal meldingen van inwoners van de gemeente Utrecht en het aantal meldingen dat<br />
betrekking heeft op incidenten in de gemeente Utrecht is in <strong>2012</strong> minder als het aantal in 2010<br />
en 2011.<br />
Zoals onder 1.1. benoemd, is <strong>Art.1</strong> MN in <strong>2012</strong> gestopt met de screening van<br />
personeelsadvertenties met discriminerende functie-eisen. Dit is terug te zien in het<br />
klachtenvolume. Als het aantal meldingen van eigen screenings van het totaal wordt afgehaald,<br />
blijven in 2011 en <strong>2012</strong> respectievelijk 212 en 175 meldingen van inwoners uit Utrecht over.<br />
Nog steeds is er dan een afname van 37 meldingen te constateren. Daarmee is de toename uit<br />
2009, die veroorzaakt werd door landelijke, provinciale en gemeentelijke publiciteitscampagnes,<br />
teniet gedaan.<br />
Aantal meldingen van inwoners gemeente Utrecht<br />
2006 2007 2008 2009 2010 2011 <strong>2012</strong><br />
126 100 108 251 244 255 191<br />
Aantal meldingen incidenten in gemeente Utrecht<br />
2006 2007 2008 2009 2010 2011 <strong>2012</strong><br />
140 104 138 225 228 249 119<br />
2.2 Registratie<br />
Alle 218 meldingen7 en eigen registraties van discriminatie zijn opgenomen in het landelijk<br />
registratieprogramma LBAnet, volgens een landelijk vastgesteld registratieprotocol. In dit<br />
programma wordt een groot aantal categorieën bijgehouden en worden alle stappen vastgelegd<br />
die bij de behandeling van een melding zijn genomen. De gemeente Utrecht heeft eind februari<br />
de jaarcijfers 2011 conform het door het Ministerie van BZK voorgeschreven format van <strong>Art.1</strong> MN<br />
ontvangen. In augustus <strong>2012</strong> heeft de gemeente Utrecht een rapportage gekregen met de<br />
geregistreerde meldingen over de 1e helft van <strong>2012</strong>. Daarnaast heeft <strong>Art.1</strong> MN incidenteel, op<br />
verzoek van beleidsambtenaren, tussentijds cijfers geleverd over de ontvangen meldingen van<br />
discriminatie.<br />
2.3 Publicatie jaarrapport<br />
In <strong>2012</strong> heeft <strong>Art.1</strong> MN een jaarrapport gepubliceerd waarin een overzicht werd gegeven van de door<br />
<strong>Art.1</strong> MN in 2011 voor de gemeente Utrecht verrichtte activiteiten.<br />
2.4 Monitoring<br />
Op verzoek van de gemeente Utrecht, Utrechtse instellingen en journalisten heeft <strong>Art.1</strong> MN<br />
incidenteel analyses gemaakt van de achtergronden van de meldingen van discriminatie.<br />
Dit jaar betrof het met name de toename van klachten over het meldpunt Oost-Europeanen van<br />
de PVV en het grote aantal klachten over de rol van zwarte Piet tijdens het Sinterklaasfeest.<br />
7 Het aantal is gebaseerd op het aantal meldingen van discriminatie van inwoners uit de gemeente Utrecht en inwoners uit andere<br />
gemeenten, die melding doen over discriminatie in Utrecht<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 15
2.5 Informatie en PR<br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> heeft op verschillende manieren gewerkt aan de meldingsbereidheid onder<br />
Utrechtse burgers en dan met name de zichtbaarheid. Want als we niet zichtbaar zijn, komen de<br />
burgers ook niet melden. Om de zichtbaarheid van ons bureau te vergroten zijn op verschillende<br />
facetten aan de slag gegaan.<br />
Allereerst is een promoteam in het leven geroepen. (zie hoofdstuk 2)<br />
Dit team is zeer actief geweest in de stad Utrecht met contacten leggen, flyeren, interviews geven e.d.<br />
Daarnaast is <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> gebruik gaan maken van digitale media zoals facebook en<br />
linkedin. Door de stagiair voorlichting is er leven geblazen in de facebookpagina van <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong><br />
<strong>Nederland</strong> en Pink Panel. Hier worden 2-3 keer per week een stelling op geplaatst om interactie met<br />
het publiek op te roepen. Ook worden nieuwsberichten hier op geplaatst. Om de facebookpagina meer<br />
bekendheid te geven, was het één van de opdrachten van de maatschappelijke stagiaires om zoveel<br />
mogelijk ‘likes’ te krijgen voor de pagina. De teller staat inmiddels op 189 en groeit nog steeds. Voor<br />
2013 willen we dit aantal minstens verdubbeld hebben. Er wordt nog maar mondjesmaat gereageerd<br />
op de stellingen, maar dit loopt al wel op. We proberen de stellingen altijd zo te formuleren dat<br />
mensen gestimuleerd worden er op te reageren. Dit zal gecontinueerd worden.<br />
De meldingsbereidheid via social media willen we in 2013 vergroten door een meldingsmogelijkheid op<br />
facebook toe te voegen, bijvoorbeeld door een klachtenformulier in te laten bouwen. Begin 2013 zal<br />
worden uitgezocht wat hiervoor de mogelijkheden en kosten zijn.<br />
Ook wordt aan zichtbaarheid en meldingsbereidheid gewerkt door advertenties en berichtjes in lokale<br />
kranten. Al een paar jaar adverteren we in het krantje van het Bevrijdingsfestival Utrecht. Met de<br />
kernzin: ‘Vrij om te zijn wie je bent’ sluiten we aan bij de doelstelling van het festival. Ook in 2013<br />
staan we weer in het krantje. Maar we adverteren niet alleen in krantjes die alleen met het thema te<br />
maken hebben. Ook is er een artikeltje geschreven die naar alle lokale kranten in gestuurd, welke in<br />
verschillende bladen ook is geplaatst.<br />
Wat ook een belangrijke bijdrage levert aan de meldingsbereidheid is de nieuwsbrief. Begin <strong>2012</strong> is<br />
besloten om zes nieuwsbrieven te verzenden in dat jaar. Het leek ons goed voor de naamsbekendheid<br />
om mensen vaker te confronteren met de naam en inhoud van ons werk. Waarmee we ook bekendheid<br />
genereren en hopen meer klachten te ontvangen is het actief naar buiten treden. Dit doen we door deel<br />
te nemen aan debatten en overleggen (bijvoorbeeld op het MidZomerGrachtFestival, <strong>Art.1</strong> lezingen,<br />
PANN debat: Homofobie?! Flikker toch op! Etc.) en aanwezigheid op festivals. Wij waren bijvoorbeeld op<br />
de Dag van de Ouderen (27 sept.) aanwezig op het Janskerkhof. Andere jaren stonden we met <strong>Art.1</strong> MN<br />
op het Wereldfeest, welke helaas door bezuinigingen niet meer plaats kan vinden en op de Parkdag<br />
tijdens het MidZomerGracht Festival, wat –zoals al eerder beschreven- dit jaar in het water is gevallen.<br />
Daarvoor in de plaats zijn we wel met een digitaal meldingloket de straat op gegaan en actief geflyerd<br />
in het centrum van Utrecht.<br />
Voor 2013 stellen we een interne festivalagenda op met hierop de festivals die raakvlakken hebben met<br />
ons werkveld. Hier kunnen we dan met een infostand aanwezig zijn. Op deze manier profileren wij<br />
onszelf niet alleen, maar geven we de bezoekers van het festival de mogelijkheid advies te vragen en<br />
indien gewenst meteen een melding te doen.<br />
Actualiteit<br />
Op de website gaan we zo snel mogelijk op de actualiteit in. Zaken die in het nieuws komen en relevant<br />
zijn voor ons werkveld worden hierop geplaatst. De meest belangrijke berichten komen daarna in de<br />
nieuwsbrief.<br />
Daarnaast wordt ook op andere manieren ingespeeld op de actualiteit. Begin <strong>2012</strong> bleek uit TNO-<br />
onderzoek dat 1 op de 6 werkenden gepest wordt door collega’s of leidinggevenden. We hebben<br />
daarin voorbeeld- gedragscodes en klachtenregelingen op de website geplaatst die gratis te<br />
downloaden zijn. Zo kunnen bedrijven hun eigen beleid ontwikkelen om ongewenst gedrag tegen te<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 16
gaan op de werkvloer. Eind <strong>2012</strong> kwam (wederom) de uitzendsector in het nieuws over vermeende<br />
discriminatie door consulenten. Wij hebben hierop ingespeeld door elk uitzendbureau in de provincie<br />
Utrecht een brief te sturen met een aanbod voor een training.<br />
In 2013 zullen we voor de uitzendsector van de stad Utrecht een apart aanbod ontwikkelen.<br />
2.6 Voorlichting, presentaties en workshops<br />
In Utrecht zijn in <strong>2012</strong>, (mede dankzij het project Meldingsbereidheid, vnl. 3.14) vele nieuwe contacten<br />
opgebouwd die geleid hebben tot een toename van verzoeken tot voorlichtingen, presentaties en<br />
workshops.<br />
Voorlichtingen onderwijs<br />
De prestatieafspraken zoals deze gemaakt zijn met de gemeente Utrecht zijn voor <strong>2012</strong> behaald. In het<br />
basisonderwijs zijn ruim 40 gastlessen verzorgd door voorlichters van <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong>.<br />
Tot 2011 gebruikten we het spel ‘Het Snelle Oordeel’ voor de voorlichtingen in het basisonderwijs.<br />
Helaas was dit spel verouderd en sloot het niet goed meer aan op de belevingswereld van de kinderen<br />
van nu.<br />
Daarom wordt sinds <strong>2012</strong> het lesprogramma ‘wie is wie’ gebruikt; een voorleesspel die ontwikkeld is<br />
door de Anne Frankstichting. Met dit spel worden vooroordelen en stereotypen duidelijk gemaakt naar<br />
leerlingen van groep 7 en 8. Indien gewenst zijn de voorlichters dieper ingegaan op onderwerpen die<br />
spelen op scholen. Bijvoorbeeld het schelden met het woord ‘homo’ of op een zgn ‘witte school’ wordt<br />
dieper ingegaan op verschillende geloven en achtergronden.<br />
Voor het voortgezet onderwijs (3,2 lessen) hebben we naar aanleiding van de bevindingen in 2011 het<br />
programma Bereik je Gelijk onder de loep genomen. Deze vorm, waarbij de middelbare school een<br />
theorieles en een praktijkles aangeboden krijgt, blijkt in de praktijk te veel tijd in beslag te nemen voor<br />
de school. De scholen gaven bij de acquisitie regelmatig aan dat ze een vol lesprogramma hebben en<br />
dit er niet bij past. Ook vonden we het nodig om de werkvormen de actualiseren. In <strong>2012</strong> hebben we<br />
daarom de school meer vrijheid gegeven in de invulling van het programma waarbij wij deze wensen<br />
meenamen om een voorlichting op maat te maken. Dit werd zeer positief ontvangen. Door het format<br />
los te laten kan er meer op de actualiteit en de dynamiek van de groep ingegaan worden.<br />
Voor het VIA NOVA-college is er in <strong>2012</strong> een nieuwe lessenreeks ontwikkeld van vijf lessen voor 3<br />
klassen. Deze school vindt het belangrijk dat er aandacht wordt besteed aan het onderwerp. Het was<br />
een uitdaging voor de voorlichters om een goed programma te ontwikkelen waarbij er een duidelijke<br />
opbouw zichtbaar was en er naar een resultaat toegewerkt werd. Na de doelgroep beter te leren<br />
kennen, zijn er nog een aantal aanpassingen gedaan aan de werkvormen. Hierdoor sloot het zeer goed<br />
aan op de doelgroep. De school was zo tevreden dat ze een nieuwe reeks in 2013 hebben gepland en<br />
ook voor andere jaarlagen worden er voorlichtingen ingepland.<br />
Andere vormen van onderwijs<br />
Naast de basisscholen en middelbare scholen hebben we ook voorlichtingen verzorgd op het<br />
beroepsonderwijs (ROC’s) , de Hogeschool Utrecht (HU) en de Internationale SchakelKlassen (I.S.K.)<br />
Afhankelijk van de opleidingen en het niveau hebben we het toegespitst op de juridische of sociale<br />
kant van discriminatie.<br />
Zo zijn wij twee keer bij de Hogeschool van Utrecht geweest bij de opleiding Sociale Juridische<br />
Dienstverlening. De ene keer heeft <strong>Art.1</strong> MN gefungeerd als werkvelddeskundige en gejureerd bij het<br />
vak: “de Organisatie”. Studenten hadden innovatieve projecten ontwikkeld rondom diversiteit. <strong>Art.1</strong> MN<br />
mocht beoordelen of zij dachten dat de projecten haalbaar en uitvoerbaar waren. Het doel van de<br />
betrokkenheid van <strong>Art.1</strong>MN was meer naamsbekendheid genereren onder de studenten. Op de tweede<br />
bijeenkomst heeft <strong>Art.1</strong> MN een gastcollege gegeven. Het doel van het college vanuit de opleiding was<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 17
om vanuit de praktijk te laten zien hoe een advies tot stand komt. Daarin moesten de componenten:<br />
communicatie, ethiek en onderzoek terugkomen. Het werk bij <strong>Art.1</strong> MN is uitermate geschikt om<br />
voorbeelden vanuit de praktijk te geven hoe bovenstaande componenten samen komen en tot een<br />
advies leiden. Vanuit <strong>Art.1</strong> MN is de meerwaarde dat we ineens veel studenten bereiken voor de<br />
naamsbekendheid. De studenten raken bekend met de werkwijze van <strong>Art.1</strong> MN en de<br />
gelijkebehandelingswetgeving.<br />
Wat heeft het opgeleverd en wat betekent het voor de toekomst?<br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> vindt het belangrijk om aandacht te besteden aan kwaliteitsverbetering en –<br />
behoud. Om deze reden wordt na iedere voorlichting een evaluatieformulier ingevuld door de<br />
betreffende docent.<br />
De voorlichters worden door de docenten als enthousiast en professioneel ervaren. De docenten gaven<br />
de trainers rapportcijfers tussen de 7 en 9,5. De tips die docenten gaven hadden vooral betrekking op<br />
de werkvormen. Er werd aangeraden meer te doen met de smartborden die nu veelal op (basis)scholen<br />
aanwezig zijn en meer gebruik van filmpjes. Dit geldt voor zowel het basisonderwijs als voor het<br />
voortgezet onderwijs. Echter blijkt in de praktijk lang niet elke school deze voorzieningen te kunnen<br />
bieden. We houden hier rekening mee bij de acquisitie naar de scholen toe. In het basisonderwijs werd<br />
genoemd dat de voorlichting langer zou mogen duren zodat er meer diepgang gezocht kan worden<br />
met de leerlingen. Bij deze scholen bieden we nu programma’s aan die langer (kunnen) duren,<br />
afhankelijk van de wensen van de leerkracht.<br />
Veel leerkrachten hebben aangegeven in 2013 weer voorlichting af te willen nemen. De acquisitie<br />
hiervoor is inmiddels in gang gezet. Door de feedback die we uit de evaluatieformulieren hebben<br />
gehaald, kunnen we volgend jaar gerichter voorlichtingen maken per school, waarbij we rekening<br />
houden met de ervaringen van het vorige jaar.<br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> vindt het belangrijk om de voorlichtingen te blijven doorontwikkelen. De<br />
maatschappij verandert en daar moeten we op in spelen. Om die reden zijn we sinds <strong>2012</strong> bezig om<br />
een format te maken voor nieuwe werkvormen. Met name gaat er meer gewerkt worden met<br />
audiovisuele middelen. Dit sluit goed aan bij de belevingswereld van jongeren van nu.<br />
Trainingen en scholingen externen<br />
Wij zijn voor alle instellingen in de stad Utrecht die voorlichting of training wensen over voorkomen of<br />
aanpakken van discriminatie, beschikbaar.<br />
Hiertoe zijn in <strong>2012</strong> veel contacten gelegd om te achterhalen welke behoeften er leven en hoe we hen<br />
met vragen kunnen helpen. (zie ook netwerken).<br />
Als gevolg van alle bezuinigingen en reorganisaties stond discriminatiebestrijding niet op het<br />
prioriteitenlijstje en zijn een aantal keren geplande trainingen en voorlichtingen afgelast.<br />
In <strong>2012</strong> zijn er voorlichtingen verzorgd bij Al Amal. Dit is een stichting die zich in zet om de<br />
participatie van multiprobleem gezinnen, vrouwen, jongeren en kinderen in de <strong>Nederland</strong>se<br />
samenleving te verbeteren. Deze voorlichtingen zijn gegeven voor Marokkaanse vrouwen met als doel<br />
ze discriminatie te laten herkennen en te informeren wat ze met deze signalen kunnen doen. Hoewel<br />
de voorlichtingen zelf geslaagd waren, blijkt het voor ons een doelgroep te zijn waar we aan moeten<br />
wennen. Er werd tijdens deze voorlichtingen al aangegeven door de vrouwen dat het niet in hun cultuur<br />
past om discriminatie te melden. Zij zien dat als de ‘vuile was buiten hangen’ en verraad naar degene<br />
die hun discrimineren. Melding doen van discriminatie zal alleen gebeuren als er echt iets ernstigs aan<br />
de hand is. Voor 2013 hopen we weer voorlichting te kunnen verzorgen bij deze doelgroep.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 18
Presentatie en deelname debat VN verdrag (samenwerking Solgu, gemeente Utrecht, SIM, <strong>Art.1</strong> MN;<br />
<strong>Art.1</strong> MN heeft een presentatie gehouden over discriminatie op grond van handicap bij de arbeid.<br />
Tijdens de presentatie is uitgelegd wat volgens de gelijkebehandelingswetgeving een handicap is en op<br />
welke wijze iemand met een handicap of chronische ziekte wordt beschermd in het arbeidsproces. Na<br />
de presentaties volgde een discussie waarbij <strong>Art.1</strong> MN als panellid heeft deelgenomen. Het debat ging<br />
over de ratificering van het VN verdrag.<br />
Themabijeenkomsten<br />
In <strong>2012</strong> zijn er vier themabijeenkomsten georganiseerd. De eerste was op 21 maart, de internationale<br />
dag tegen racisme en discriminatie. Hier is een grote bijeenkomst georganiseerd met hoogleraar Dhr.<br />
Penninx, die onderzoek deed naar het ontstaan van discriminatie. Daarna werd er een debat gehouden<br />
een grote diversiteit aan panelleden. Er waren vertegenwoordigers van de gemeente Utrecht, Amnesty<br />
International, Vluchtelingenwerk <strong>Nederland</strong> en Saluti. De opkomst van het debat was groot. Zowel<br />
professionals uit het werkveld als studenten en geïnteresseerden waren bij het debat aanwezig. Ook in<br />
2013 gaat er weer een grote themabijeenkomst plaatsvinden op 21 maart.<br />
In het kader van het afscheid van Martin Jansen, is er een themabijeenkomst georganiseerd over<br />
empowerment. Ongeveer 50 bezoekers namen deel aan een workshop onder begeleiding van collega’s<br />
van Radar, antidiscriminatiebureau van de regio’s Rotterdam-Rijnmond, <strong>Midden</strong>- en West-Brabant,<br />
Brabant-Noord en Zuid-Holland-Zuid. Participanten werden uitgedaagd om met elkaar in gesprek te<br />
gaan over hun eigen kracht en over de manier waarop mensen elkaar kunnen helpen. Zo kwam naar<br />
voren dat ieder zijn eigen kwaliteiten heeft en dat burgers onderling veel voor elkaar kunnen<br />
betekenen wanneer zij een probleem ervaren. Participanten ervoeren daarnaast tijdens deze workshop<br />
op verrassende en inspirerende wijze wat de Ubuntu filosofie inhoudt en hoe deze van betekenis kan<br />
zijn voor ons dagelijks leven en voor sociaal-maatschappelijk werk. De filosofie benadrukt dat een<br />
individu veel krachtiger is in een groep dan op zichzelf. De kracht van de samenleving rust in de<br />
diversiteit aan unieke individuen met ieder zijn eigen capaciteiten. Door op elkaar te vertrouwen en te<br />
leunen, kun je samen aan verandering van jezelf en je omgeving werken.<br />
Uit het regionale onderzoek naar discriminatie, polarisatie en radicalisering is gebleken dat jongeren<br />
regelmatig discriminatie op de stage- en arbeidsmarkt ervaren. <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> heeft door dit<br />
onderzoek verschillende acties ondernomen. Eén daarvan is een themabijeenkomst organiseren over<br />
discriminatie op de stagemarkt. Mieke Janssen, directeur van <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> en Michel Aben,<br />
senior klachtenconsulent lieten in deze workshop zien waar jongeren in de praktijk tegenaan lopen en<br />
wat u als professional kunt doen om deze doelgroep weerbaarder te maken. Er waren 27 mensen uit<br />
het werkveld aanwezig. Uit de evaluatie formulieren, waar de gemiddelde waardering een 8 was, bleek<br />
dat de aanwezigen veel hebben gehad aan de themabijeenkomst. Er kwam ook naar voren dat er<br />
behoefte is aan een vervolg van deze bijeenkomst. Deze zal meer gericht zijn op hoe je kan reageren<br />
op discriminerende vragen van stageaanbieders.<br />
Mensenrechten onder de dom<br />
Op 9 oktober <strong>2012</strong>, tijdens de week van de mensenrechten, heeft <strong>Art.1</strong> MN deelgenomen aan de<br />
werkbijeenkomst, Mensenrechten onder de Dom. De bijeenkomst in Parnassos werd door zowel<br />
professionals uit het maatschappelijke veld, als ook studenten bezocht en had als doel om met elkaar<br />
vraagstukken uit het lokale mensenrechtenbeleid te tackelen. De dag werd opgezet door honours<br />
studenten van de Universiteit Utrecht i.s.m. de Gemeente. Peter Rakers van Prospex leidde door de<br />
methodiek van de dag.<br />
De hoofdvraag van de dag luidde:<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 19
Hoe kunnen we van een internationale mensenrechtenstandaard komen tot een lokale<br />
mensenrechtencultuur, waarbinnen de overheid, maatschappelijke organisaties en burgers hun<br />
verantwoordelijkheid nemen?<br />
Uit de verschillende werkvormen door de dag heen, zijn een aantal concrete acties naar voren gekomen<br />
die kunnen bijdragen om de hoofdvraag van de dag te beantwoorden.<br />
1. Kennis Ontwikkelen en Delen.<br />
2. Coöperatie op het gebied van Mensenrechten.<br />
3. Populaire Mensenrechteneducatie.<br />
4. Creatieve mensenrechteneducatie/events organiseren.<br />
5. Verbinden door middel van het podium.<br />
6. Spiegelen.<br />
7. Mensenrechten uitvoeren in de praktijk.<br />
8. Promotie/bewustwording van Mensenrechten.<br />
9. Training en voorlichting op het gebied van Mensenrechten<br />
<strong>Art.1</strong> MN heeft de dag als erg waardevol beschouwd. De samenwerking tussen professionals en<br />
studenten in verschillende werkvormen levert een meerwaarde op om lastige thema’s zoals de<br />
onderliggende te tackelen.<br />
Handicap en openbaar vervoer<br />
Zoals bij trends en ontwikkelingen al beschreven is, moeten met ingang van 9 mei <strong>2012</strong> bussen en<br />
metro’s in <strong>Nederland</strong> toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Dit is vastgelegd in de gewij-<br />
zigde Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Hiermee krijgt<br />
de gelijke behandeling van mensen met een functiebeperking steeds meer vorm. Klachten over ontoe-<br />
gankelijkheid kunnen worden gemeld bij <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong>.<br />
De Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) wordt stapsgewijs<br />
aangepast naar een volledige toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor mensen met een beper-<br />
king. Dit moet uiteindelijk voor 2030 gerealiseerd zijn. Omdat een aantal aanpassingen nogal wat voe-<br />
ten in de aarde hebben, is er een lange termijn gesteld om alles te regelen. Een voorbeeld hiervan is de<br />
aanpassing van alle perrons in <strong>Nederland</strong> zodat mensen in een rolstoel vanaf het perron de trein, bus,<br />
tram en metro zelfstandig in kunnen rijden.<br />
In tijdsvolgorde moeten de volgende aanpassingen zijn gerealiseerd:<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 20
Voor de provincie Utrecht is het van belang dat vanaf het voorjaar <strong>2012</strong> 98% van alle bussen en de<br />
sneltram Utrecht-Nieuwegein toegankelijk moeten zijn.<br />
Ondanks dat <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> het bericht over de nieuwe wetgeving breed heeft verspreid en<br />
mensen met een handicap heeft opgeroepen om een melding te doen als zij discriminatie in het OV<br />
ervaren, heeft <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> slechts één melding omtrent discriminatie ontvangen. Een trend<br />
die overigens is terug te vinden in het aantal verzoeken om een oordeel die bij het College van de<br />
Rechten van de Mens zijn ingediend. Tot op heden zijn die er namelijk niet.<br />
MidZomerGracht festival debat<br />
<strong>Art.1</strong> MN heeft deelgenomen aan het debat dat tijdens het MidZomerGracht festival werd<br />
georganiseerd.<br />
Dag van de Dialoog<br />
Van 1 t/m 8 november vond in diverse plaatsen in <strong>Nederland</strong> de Dag van de Dialoog plaats. Op de Dag<br />
van de Dialoog kan iedereen zich aansluiten bij één van de dialoogtafels die worden georganiseerd.<br />
Diverse mensen, die elkaar doorgaans nog niet kennen, gaan met elkaar in gesprek over een<br />
gemeenschappelijk thema. Er worden ervaringen, ideeën en dromen uitgewisseld en zo ontstaan<br />
inspirerende, betekenisvolle gesprekken. Deelnemers met verschillende achtergronden vergroten hun<br />
kennis over elkaar en creëren een band, waardoor de dialoog kan bijdragen aan meer tolerantie en een<br />
positiever samenleven van diverse groepen. Drie medewerkers van <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> waren<br />
gespreksleider bij een dialoogtafel.<br />
Het thema van de Dag van de Dialoog was dit jaar in Utrecht ‘Beetje lef – veel effect!’ en in Amersfoort<br />
‘Wat ligt er (voor moois) op jouw bordje’. In zowel Amersfoort als Utrecht werd een tafel geleid door<br />
een medewerker van <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong>.<br />
Debatavond Jonge Socialisten.<br />
Begin december werden we benaderd door de Jonge socialisten Utrecht.<br />
We hebben voor hen op een debatavond een inleiding gehouden over discriminatie op de arbeidsmarkt<br />
anno nu. Veel aanwezigen waren verbaasd over de mate waarin vooroordelen bij selecteurs, invloed<br />
hebben op je kansen op een baan.<br />
Diezelfde avond werd ook het fenomeen “zwarte Piet”en de racistische elementen daarin besproken. Dit<br />
leverde pittige discussies op over de <strong>Nederland</strong>se Sinterklaastraditie.<br />
2.7. Pink Panel Utrecht<br />
Het Pink Panel Utrecht is sinds 2010 in het leven en is een digitaal onderzoekspanel onder de LHBT-<br />
groep in de stad Utrecht. In <strong>2012</strong> zijn er 12 leden extra geworven. Dit maakt het totaal op 54 leden. De<br />
planning was om op de Parkdag van het MidZomerGracht festival meer leden te werven en te werken<br />
aan de naamsbekendheid van Pink Panel. Helaas is de Parkdag letterlijk in het water gevallen. Het weer<br />
was zo slecht dat de organisatie besloot de Parkdag af te gelasten. Dit was zeer spijtig, maar was niet<br />
anders. Tijdens de Gay Pride in Amersfoort hebben we nog wel wat leden voor Pink Panel Utrecht<br />
kunnen werven.<br />
De enquête van Pink Panel Utrecht <strong>2012</strong> ging over het thema dienstverlening. De enquête en de<br />
resultaten van de enquête zijn te vinden op de website van Pink Panel, www.pinkpanel.nl .<br />
De belangrijkste conclusies zijn dat er een gebrek is aan kennis van de LHBT-groep bij<br />
zorginstellingen, bijvoorbeeld bij een kinderwens van partners met hetzelfde geslacht of kennis over<br />
genderdysforie. Bij gemeenten en politie wordt weinig tot geen discriminatie ervaren. Dit in<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 21
tegenstelling tot de commerciële dienstverlening, waar leden last hebben van vooroordelen en het<br />
aannemen van heterogerichtheid.<br />
In <strong>2012</strong> is er een Facebookpagina in het leven geroepen voor Pink Panel. Hierop staat nieuws wat<br />
betrekking heeft op LHBT-ers. Er worden naar aanleiding van deze nieuwsberichten stellingen op<br />
facebook geplaatst om leden te stimuleren te reageren en mee te praten over diverse onderwerpen. Dit<br />
blijkt echter niet altijd even goed te werken. Veel leden hebben geen facebook of vinden bepaalde<br />
onderwerpen te gevoelig om op internet over te praten. Wij als <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> begrijpen dit<br />
volledig en zetten nu alleen stellingen op facebook die wel met de doelgroep en het onderwerp<br />
ongelijke behandeling te maken hebben, maar niet te persoonlijk zijn.<br />
Om de naamsbekendheid te vergroten en meer leden te werven is de stagiaire voorlichting bezig met<br />
het opzetten van een fotowedstrijd ten behoeve van de zichtbaarheid van LHBTers en discriminatie die<br />
zij ervaren. We hopen dit in samenwerking met de organisatie van RZ2013 te kunnen uitvoeren.<br />
2.8 Maatschappelijk stagiairs<br />
<strong>Art.1</strong> MN is een maatschappelijke organisatie die zich bewust is van haar functie in de samenleving.<br />
Om deze reden heeft ze zich in <strong>2012</strong> voor het eerst opengesteld voor een groepje maatschappelijke<br />
stagiairs. Ongeveer 12 leerlingen uit Utrecht en omgeving zetten zich in om <strong>Art.1</strong> MN meer bekendheid<br />
te geven en een kritische blik te geven op de voorlichtingen die door <strong>Art.1</strong> MN worden uitgevoerd.<br />
Deze stage loopt door in 2013.<br />
2.9 Informatieverzoeken<br />
<strong>Art.1</strong> MN heeft in <strong>2012</strong> slechts 58 informatieverzoeken uit Utrecht verwerkt. Deze verzoeken waren<br />
hoofdzakelijk afkomstig van intermediairs, journalisten, studenten en scholieren. De<br />
informatieverzoeken lopen uiteen van verzoek om commentaar op bepaalde gebeurtenissen of een<br />
bepaald beleid, verzoeken om deelname aan discussiebijeenkomsten, het geven van informatie aan<br />
groepen of individuen, vragen om advies etc.<br />
2.10 Panel Deurbeleid Utrecht<br />
De directeur van <strong>Art.1</strong> MN heeft zitting in het Panel Deurbeleid Utrecht. <strong>Art.1</strong> MN voert het secretariaat<br />
van het Panel Deurbeleid en coördineerde de behandeling en registratie van 23 ingekomen klachten in<br />
<strong>2012</strong>. In <strong>2012</strong> heeft <strong>Art.1</strong> MN deelgenomen aan de bijeenkomsten van het Panel Deurbeleid. Mede<br />
namens het Panel Deurbeleid neemt <strong>Art.1</strong> MN deel aan het portiersoverleg.<br />
2.11 Beleidsadvisering<br />
In <strong>2012</strong> hebben er diverse gesprekken plaatsgevonden met de gemeente Utrecht, afdeling Welzijn-<br />
DMO.<br />
Deze gesprekken waren voornamelijk gericht op het anti discriminatie- en diversiteitsbeleid van de<br />
gemeente Utrecht en de toekomst van het anti discriminatie werk in Utrecht.<br />
<strong>Art.1</strong> MN is in 2011 door diverse afdelingen van de gemeente Utrecht benaderd met de vraag om<br />
advies te geven op diverse terreinen (openbare orde en veiligheid, werk en inkomen, homo-<br />
emancipatie, wijkveiligheid etc.).<br />
In <strong>2012</strong> heeft <strong>Art.1</strong> MN als adviseur op het gebied van deurbeleid deel genomen aan de<br />
klankbordgroep “Veilig Uitgaan in Utrecht”. In de klankbordgroep wordt door de convenantpartners<br />
(horeca, politie, OM en gemeente) o.a. gewerkt aan de uitwerking van het deurbeleid. Dit deurbeleid zal<br />
erop gericht moeten zijn om discriminatie aan de deur van horecagelegenheden zoveel mogelijk te<br />
voorkomen en indien bezoekers zich onterecht geweigerd voelen, er een duidelijke klachtenregeling<br />
bestaat waar alle partijen zich aan verbinden.<br />
<strong>Art.1</strong> MN is deelnemer aan de adviescommissie LHBT (Lesbiennes, Homoseksuelen, Biseksuelen en<br />
Transgenders) emancipatie van de gemeente Utrecht.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 22
2.12 Netwerk met instellingen in Utrecht<br />
Ook in <strong>2012</strong> heeft <strong>Art.1</strong> MN op formele en informele wijze een breed netwerk onderhouden met de<br />
voor het werk belangrijke instellingen en organisaties in Utrecht. Tijdens vele bijeenkomsten en<br />
besprekingen zijn afspraken gemaakt over afstemming, samenwerking, doorverwijzing etc.<br />
In januari <strong>2012</strong> heeft <strong>Art.1</strong> MN een informele netwerkbijeenkomst georganiseerd voor Utrechtse<br />
samenwerkingspartners.<br />
De instellingen en organisaties waarmee in <strong>2012</strong> contacten zijn gelegd of onderhouden lopen uiteen<br />
van o.a. Vrijwilligerscentrale Utrecht, COC, Stichting PANN, Stedelijk Overleg Lichamelijk Gehandicapten<br />
Utrecht (SOLGU), Cliëntenbelang Utrecht, CG-Raad, Cumulus, Doenja Dienstverlening, Alleato, Stichting<br />
Triana, Forum, Saluti, Commissie Gelijke Behandeling (inmiddels: College voor de Rechten van de<br />
Mens), Politie regio Utrecht, Koninklijke Horeca <strong>Nederland</strong> afdeling Utrecht, Alert/AFA, Juridisch Loket,<br />
Portes, Utrechtse werkgroep van Amnesty International, Klachtenbureau Justitie Optreden, Stichting<br />
Transman, NBBU, Wijkbureau Binnenstad, diverse migranten zelforganisaties, buurthuizen, Utrechtse<br />
gemeenteraadsfracties en politieke partijen, Bureau Regionale Veiligheidsstrategie Utrecht etc.<br />
2.13 Project verhogen meldingsbereidheid/Coalitievorming en Samenwerking<br />
In oktober 2011 is een speciaal project gestart met als doel de signaleringsfunctie van <strong>Art.1</strong> MN te<br />
vergroten en de meldingsbereidheid onder de doelgroepen van <strong>Art.1</strong> MN te verhogen. Dit is geen<br />
onderdeel van het activiteitenplan 2011 maar een separaat project dat, met instemming van de<br />
gemeente Utrecht, wordt gefinancierd vanuit een bestemmingsreserve uit het eigen vermogen van<br />
<strong>Art.1</strong> MN. Voor dit project is voor de activiteiten in de gemeente Utrecht een projectleider aangesteld<br />
voor 16 uur per week (dezelfde medewerker voert het project ook voor 12 uur per week uit voor de<br />
gemeente Amersfoort). De projectleider heeft als opdracht een netwerk op te bouwen met uitvoerende<br />
professionals in de Utrechtse wijken (maatschappelijk werk, jongerenwerk) en met vertegenwoordigers<br />
van migranten zelforganisaties (MZO’s). De nadruk ligt hierbij op persoonlijke gesprekken en<br />
persoonlijke contacten. <strong>Art.1</strong> MN wil hiermee meer, en vroegtijdig, inzicht krijgen in problemen met<br />
een discriminatoire achtergrond in de wijken en de professionals informeren over de ondersteuning die<br />
<strong>Art.1</strong> MN bij de aanpak van problemen met een discriminatoire achtergrond kan verlenen.<br />
In de loop van <strong>2012</strong> bleek dat deze aanpak onvoldoende resultaten opleverden.<br />
Instellingen en maatschappelijke organisaties zijn (mede door de bezuinigingen) onvoldoende<br />
geïnteresseerd om hun cliënten actief te stimuleren om discriminatie te melden bij <strong>Art.1</strong> MN.<br />
Wel bleek er interesse te zijn om samen op te trekken en activiteiten te ondernemen t.b.v. de<br />
doelgroepen waar de betreffende organisatie zich op richt. De aanpak is nu gefocust op het aangaan<br />
van coalities en samenwerkingsverbanden. Dit is vanaf oktober ingezet en lijkt nu al tot resultaten te<br />
leiden.<br />
Voorbeelden hiervan zijn:<br />
Voorlichtingen voor de vrouwengroep Al Amal.<br />
Gezamenlijke aanpak van agressie tegen moskeeën met het Samenwerkingsverband<br />
Marokkaanse <strong>Nederland</strong>ers en het Inspraakorgaan Turken.<br />
Intensievere samenwerking met COC-Utrecht bijv. rond voorlichting en PR.<br />
Overleg met JOU over horecadiscriminatie naar jongeren.<br />
Participatie op de Beursvloer Utrecht met als resultaat diverse voorlichtingen voor vrij-<br />
willigers en een cursus Facebook.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 23
3. Activiteiten voor de gemeente Amersfoort in <strong>2012</strong><br />
3.1 Klachtbehandeling en registratie<br />
In <strong>2012</strong> heeft <strong>Art.1</strong> MN 57 meldingen van discriminatie van inwoners uit de gemeente Amersfoort<br />
of die betrekking hadden op Amersfoort, in behandeling genomen en geregistreerd. Deze<br />
melding zijn separaat aan de gemeente Amersfoort gerapporteerd.<br />
Aantal meldingen van inwoners gemeente Amersfoort<br />
2007 2008 2009 2010 2011 <strong>2012</strong><br />
98 78 95 77 79 54<br />
Aantal meldingen incidenten in gemeente Amersfoort<br />
<strong>Art.1</strong> MN is in <strong>2012</strong> gestopt met de screening (zie punt 1.1) naar vacatures met discriminerende<br />
functie-eisen. Dit is terug te zien in het klachtenvolume. Als het aantal meldingen van eigen screening<br />
van het totaal wordt gehaald, blijven in 2011 en <strong>2012</strong> respectievelijk 43 en 42 meldingen van inwoners<br />
uit de gemeente Amersfoort over. Het aantal meldingen uit Amersfoort in <strong>2012</strong> is dus redelijk gelijk<br />
aan 2011.<br />
3.2 Voorlichting, presentaties en workshops<br />
<strong>Art.1</strong> MN heeft in Amersfoort in <strong>2012</strong> een flink aantal nieuwe contacten opgebouwd (zie project<br />
Meldingsbereidheid) die geleid hebben tot toename van het aantal voorlichtingen, presentaties en<br />
workshops.<br />
Voorlichting onderwijs<br />
De prestatieafspraken zoals deze gemaakt zijn met de gemeente Amersfoort zijn voor <strong>2012</strong> ruim<br />
behaald. De afspraak was 30 presentaties in het onderwijs en dit zijn er 58 geworden.<br />
Er bleek veel belangstelling te zijn voor de voorlichtingen en met name het voortgezet onderwijs<br />
pakten het groots aan. Bij het van Lodensteincollege is er in tien klassen voorlichting gegeven. Deze<br />
school was zeer tevreden en de contactpersoon Dhr. Karens heeft zelfs een bedankbrief naar<br />
wethouder Tigelaar (bijlage) gestuurd. In 2013 zullen hier ook weer voorlichtingen verzorgd worden.<br />
Dit is echter niet de enige school die het groots aanpakte. Het Guido de Bres college heeft 16 keer een<br />
voorlichting afgenomen in <strong>2012</strong>, wat ook zeer geapprecieerd werd.<br />
Voor de basisscholen was het zo dat we voor de zomervakantie zijn gestopt met acquireren omdat er<br />
zo veel belangstelling was en we anders nog veel verder over de prestatieafspraken heen zouden gaan.<br />
Echter, als een school ons zelf benaderde hebben wij de voorlichting gewoon verzorgd.<br />
Tot 2011 gebruikten we het spel ‘Het Snelle Oordeel’ voor de voorlichtingen in het basisonderwijs.<br />
Helaas was dit spel verouderd en sloot het niet goed meer aan op de belevingswereld van de kinderen<br />
van nu.<br />
2007 2008 2009 2010 2011 <strong>2012</strong><br />
71 68 77 70 69 45<br />
Daarom wordt sinds <strong>2012</strong> het lesprogramma ‘wie is wie’ gebruikt; een voorleesspel die ontwikkeld is<br />
door de Anne Frankstichting. Met dit spel worden vooroordelen en stereotypen duidelijk gemaakt naar<br />
leerlingen van groep 7 en 8. Indien gewenst zijn de voorlichters dieper ingegaan op onderwerpen die<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 24
spelen op scholen. Bijvoorbeeld het schelden met het woord ‘homo’ of op een zgn ‘witte school’ wordt<br />
dieper ingegaan op verschillende geloven en achtergronden.<br />
Voor het voortgezet onderwijs hebben we naar aanleiding van de bevindingen in 2011 het programma<br />
Bereik je Gelijk onder de loep genomen. Deze vorm, waarbij de middelbare school een theorieles en<br />
een praktijkles aangeboden krijgt, blijkt in de praktijk te veel tijd in beslag te nemen voor de school.<br />
De scholen gaven bij de acquisitie regelmatig aan dat ze een vol lesprogramma hebben en dit er niet<br />
bij past. Ook vonden we het nodig om de werkvormen de actualiseren. In <strong>2012</strong> hebben we daarom de<br />
school meer vrijheid gegeven in de invulling van het programma waarbij wij deze wensen meenamen<br />
om een voorlichting op maat te maken. Dit werd zeer positief ontvangen. Door het format los te laten<br />
kan er meer op de actualiteit en de dynamiek van de groep ingegaan worden.<br />
Andere vormen van onderwijs<br />
Naast de basisscholen en middelbare scholen hebben we ook voorlichtingen verzorgd op het ROC<br />
ASA/MBO Amersfoort bij de opleiding Juridisch Medewerker. Hier zijn twee klassen voorgelicht over de<br />
basisrechten waar je bij discriminatie mee te maken hebt. Deze school zou ons graag in 2013 weer<br />
ontvangen, maar zegt dit af te laten hangen van de ontwikkelingen op school. Omdat “je maar nooit<br />
weet in het onderwijs”.<br />
Wat heeft het opgeleverd en wat betekent het voor de toekomst?<br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> vindt het belangrijk om aandacht te besteden aan kwaliteitsverbetering en –<br />
behoud. Om deze reden wordt na iedere voorlichting een evaluatieformulier ingevuld door de<br />
betreffende docent.<br />
De voorlichters worden door de docenten als enthousiast en professioneel ervaren. De docenten gaven<br />
de trainers rapportcijfers tussen de 7 en 9,5. De tips die docenten gaven hadden vooral betrekking op<br />
de werkvormen. Er werd aangeraden meer te doen met de smartborden die nu veelal op (basis)scholen<br />
aanwezig zijn en meer gebruik van filmpjes. Dit geldt voor zowel het basisonderwijs als voor het<br />
voortgezet onderwijs. Echter blijkt in de praktijk lang niet elke school deze voorzieningen te kunnen<br />
bieden. We houden hier rekening mee bij de acquisitie naar de scholen toe. In het basisonderwijs werd<br />
genoemd dat de voorlichting langer zou mogen duren zodat er meer diepgang gezocht kan worden<br />
met de leerlingen. Bij deze scholen bieden we nu programma’s aan die langer (kunnen) duren,<br />
afhankelijk van de wensen van de leerkracht.<br />
Veel leerkrachten hebben aangegeven in 2013 weer voorlichting af te willen nemen. De acquisitie<br />
hiervoor is inmiddels in gang gezet. Door de feedback die we uit de evaluatieformulieren hebben<br />
gehaald, kunnen we volgend jaar gerichter voorlichtingen maken per school, waarbij we rekening<br />
houden met de ervaringen van het vorige jaar.<br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> vindt het belangrijk om de voorlichtingen te blijven doorontwikkelen. De<br />
maatschappij verandert en daar moeten we op in spelen. Om die reden zijn we sinds <strong>2012</strong> bezig om<br />
een format te maken voor nieuwe werkvormen. Met name gaat er meer gewerkt worden met<br />
audiovisuele middelen. Dit sluit goed aan bij de belevingswereld van jongeren van nu.<br />
Overige voorlichtingen<br />
Voor Anbo Roze 50+ op 2 maart <strong>2012</strong>. Naar aanleiding van het overleg Pink Spring, waar verschillende<br />
roze belangenorganisaties aan deelnemen, zijn we in contact gekomen met Anbo Roze 50+.<br />
Vertegenwoordiger Nico Scheerder was zeer geïnteresseerd in het werk dat wij doen en heeft ons<br />
zodoende uitgenodigd om een middag te komen vertellen over het werk van <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong>,<br />
discriminatie en wat er gebeurt met meldingen. Dit werd zeer positief ontvangen.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 25
Presentatie bij het buurtnetwerk 55+<br />
Buurtwerk 55+ is een organisatie in Amersfoort die zich bekommert over mensen die in een sociaal<br />
isolement driegen te raken. <strong>Art.1</strong> MN heeft verteld over de werkzaamheden die zij uitvoert. Daarnaast<br />
is er een miniworkshop gehouden met het doel om erachter te komen of men discriminatie heeft<br />
ervaren of tegenkomt en of men wist wat zij met de discriminatie konden doen. Uit de workshop bleek<br />
dat men kampt met de vraag hoe zij moeten omgaan met discriminerende eisen van de patiënten naar<br />
de zorgverleners toe. De deelnemers is uitgelegd hoe zij met dergelijke discriminerende eisen om<br />
kunnen gaan. Ook is de mogelijkheid voorgelegd dat zij bij vragen altijd advies kunnen vragen bij <strong>Art.1</strong><br />
MN.<br />
Werkbijeenkomst woonoverlast in Amersfoort<br />
De werkbijeenkomst was een vervolg op een bijeenkomst waar de mening werd gevraagd van <strong>Art.1</strong> MN<br />
over het beleid om woonoverlast in Amersfoort aan te pakken. Tijdens de werkbijeenkomst werd het<br />
beleid door verschillende ketenpartners op casussen toegepast. Meerwaarde van de samenwerking is<br />
dat <strong>Art.1</strong> MN opgenomen is in het protocol van wat te doen bij woonoverlast en discriminatie. In de<br />
praktijk blijkt het beleid te werken, omdat wij inmiddels al een werkelijke situatie tot een goed einde<br />
hebben kunnen brengen door de nauwe samenwerking met diverse partijen die betrokken waren bij de<br />
werkgroep.<br />
Diversiteitontbijt<br />
Op verzoek van gemeente Amersfoort werd op 10 oktober een workshop ‘Meerwaarde van diversiteit’<br />
verzorgd. Er waren 50 enthousiaste gemeenteambtenaren, de wethouder en maatschappelijk<br />
Verantwoord Ondernemers aanwezig.<br />
Een aantal deelnemers wilde graag een vervolgbijeenkomst voor de eigen dienst. Dat wordt in 2013<br />
uitgevoerd.<br />
Gay Pride<br />
Ieder jaar is er in Amersfoort de Gay Pride. Hier staat <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> altijd met het Pink Panel<br />
op de informatiemarkt. Zo ook in <strong>2012</strong>. Door de inzet van vrijwilligers zijn er dit jaar bijna twintig<br />
extra leden geworven. Daarnaast is het goed voor de zichtbaarheid en naamsbekendheid van zowel<br />
Pink Panel als <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong>.<br />
Aanzien BV<br />
Aanzien is een particuliere jeugdhulpverleningsorganisatie voor jongeren met meervoudige<br />
gedragsproblemen en verslavingen. Wij hebben de hulpverleners voorlichting gegeven over de wijze<br />
waarop zij hun cliënten kunnen ondersteunen bij discriminatie ervaringen.<br />
3.3 Informatieverzoeken<br />
<strong>Art.1</strong> MN heeft in <strong>2012</strong> uit Amersfoort 10 informatieverzoeken ontvangen en afgehandeld. Deze<br />
verzoeken waren hoofdzakelijk afkomstig van intermediairen, journalisten, studenten en scholieren.<br />
De informatieverzoeken lopen uiteen van verzoek om commentaar op bepaalde gebeurtenissen of<br />
een bepaald beleid, verzoeken om deelname aan discussiebijeenkomsten, het geven van informatie<br />
aan groepen of individuen, vragen om advies etc.<br />
3.4 Pink Panel Amersfoort<br />
Het Pink Panel Amersfoort is sinds 2008 in het leven en is een digitaal onderzoekspanel onder de<br />
LHBT-groep in de stad Amersfoort. In <strong>2012</strong> zijn er 26 leden extra geworven. Dit maakt het totaal op<br />
152 leden. Deze 26 leden zijn bijna geheel te danken aan de aanwezigheid tijdens de Gay Pride. Voor<br />
de werving van leden hebben we gebruik gemaakt van vrijwilligers die zelf in het circuit zit en dus veel<br />
mensen op de Gay Pride kende. Dit bleek een stuk effectiever te werken dan dat de medewerkers van<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 26
<strong>Art.1</strong> MN zelf mensen aan spraken. Dit zullen we in 2013 weer op deze manier doen.<br />
De enquête van Pink Panel Amersfoort <strong>2012</strong> ging onder andere over ‘uit de kast komen’. De vragen<br />
hebben we dit jaar minder gesloten gesteld. Op deze manier proberen we achter meer diepgaande<br />
informatie te komen. Deze enquete wordt op het moment van het schrijven van dit jaarverslag nog<br />
geanalyseerd. Deze zal zodra de nieuwsbrief klaar is, weer op de website van Pink Panel staan,<br />
www.pinkpanel.nl.<br />
In <strong>2012</strong> is er een Facebookpagina in het leven geroepen voor Pink Panel. Hierop staat nieuws wat<br />
betrekking heeft op LHBT-ers. Er worden naar aanleiding van deze nieuwsberichten stellingen op<br />
facebook geplaatst om leden te stimuleren te reageren en mee te praten over diverse onderwerpen. Dit<br />
blijkt echter niet altijd even goed te werken. Veel leden hebben geen facebook of vinden bepaalde<br />
onderwerpen te gevoelig om op internet over te praten. Wij als <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> begrijpen dit<br />
volledig en zetten nu alleen stellingen op facebook die wel met de doelgroep en het onderwerp<br />
ongelijke behandeling te maken hebben, maar niet te persoonlijk zijn.<br />
Om de naamsbekendheid te vergroten en meer leden te werven is de stagiaire voorlichting bezig met<br />
het opzetten van een fotowedstrijd ten behoeve van de zichtbaarheid van LHBT-ers en discriminatie die<br />
zij ervaren. We hopen dit in samenwerking met de organisatie van RZ2013 te kunnen uitvoeren.<br />
Daarnaast neemt <strong>Art.1</strong> MN deel aan de overleggen van Pink Spring, een overkoepelende naam waar alle<br />
‘roze’ activiteiten onder vallen.<br />
3.5 Netwerkontwikkeling<br />
Ook in <strong>2012</strong> heeft <strong>Art.1</strong> MN tijd en energie gestoken in het in stand houden en uitbreiden van het<br />
netwerk van Amersfoort organisaties en instellingen. Naast bilaterale gesprekken met Amersfoortse<br />
organisaties heeft <strong>Art.1</strong> MN ook deelgenomen aan diverse discussiebijeenkomsten en<br />
netwerkbijeenkomsten zoals de Coming Out Day.<br />
3.6 (Beleids)advisering<br />
<strong>Art.1</strong> MN heeft de gemeente Amersfoort op diverse wijze geadviseerd bij de aanpak van discriminatie,<br />
middels gesprekken met diverse beleidsambtenaren. <strong>Art.1</strong> MN neemt deel aan de werkgroep<br />
Convenant Veilig Uitgaan in Amersfoort.<br />
We hebben ook geparticipeerd in de Klankbordgroep denktank van “Dag van de Dialoog’.<br />
Een aantal van onze stagiairs hebben als gespreksleiders bij dialoogtafels gefunctioneerd.<br />
Nu de organisatie aan de dag van de Dialoog niet meer gesubsidieerd wordt zullen we vanaf 2013, op<br />
vrijwillige basis, een bijdrage leveren aan de organisatie en het bestuur.<br />
Bij Stichting Ravelijn hebben wij geadviseerd over de invoering van een non-discriminatie artikel in<br />
hun klachtenovereenkomst.<br />
3.7 Project verhogen meldingsbereidheid/coalitievorming en samenwerking<br />
In oktober <strong>2012</strong> is een speciaal project gestart met als doel de signaleringsfunctie van <strong>Art.1</strong> MN te<br />
vergroten en de meldingsbereidheid onder de doelgroepen van <strong>Art.1</strong> MN te verhogen. Dit is geen<br />
onderdeel van de prestatieafspraken over <strong>2012</strong> maar een separaat project dat, met instemming van de<br />
gemeente Amersfoort, wordt gefinancierd vanuit een bestemmingsreserve uit het eigen vermogen van<br />
<strong>Art.1</strong> MN. Voor dit project is voor de activiteiten in Amersfoort een projectleider aangesteld voor 12<br />
uur per week (dezelfde medewerker voert het project ook voor 16 uur per week uit voor de gemeente<br />
Utrecht). De projectleider heeft als opdracht een netwerk op te bouwen met uitvoerende professionals<br />
in de Amersfoortse wijken (maatschappelijk werk, jongerenwerk) en met vertegenwoordigers van<br />
migranten zelforganisaties (MZO’s). De nadruk ligt hierbij op persoonlijke gesprekken en persoonlijke<br />
contacten. <strong>Art.1</strong> MN wil hiermee meer, en vroegtijdig, inzicht krijgen in problemen met een<br />
discriminatoire achtergrond in de wijken en de professionals informeren over de ondersteuning die<br />
<strong>Art.1</strong> MN bij de aanpak van problemen met een discriminatoire achtergrond kan verlenen.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 27
Medio <strong>2012</strong> bleek dat deze aanpak onvoldoende resultaten opleverde. Instellingen en<br />
maatschappelijke organisaties zijn niet geïnteresseerd om hun cliënten actief te stimuleren om<br />
discriminatie te melden bij <strong>Art.1</strong> MN. Wel bleek er interesse te zijn om samen op te trekken om<br />
activiteiten te ondernemen t.b.v. de doelgroep waar de betreffende organisatie zich op richt.<br />
De aanpak is nu gefocust op het aangaan van coalities en samenwerkingsverbanden. Dit is vanaf<br />
oktober ingezet en lijkt nu al tot resultaten te leiden.<br />
Voorbeelden hiervan zijn;<br />
Voorlichting tijdens een restaurantavond bij Resto Van Harte begin 2013.<br />
Gezamenlijke aanpak agressie naar moskeeën met Samenwerkingsverband Marokkaanse Ne-<br />
derlanders en Inspraakorgaan Turken.<br />
Aanpassing van vermelding <strong>Art.1</strong> MN op de websites van diverse maatschappelijke organisa-<br />
ties.<br />
Intentie tot samenwerking met Future of Fame.<br />
Deskundigheidsbevordering m.b.t. terugdringen van discriminatie in et vrijwilligerswerk voor<br />
Stichting Ravelijn in 2013.<br />
Presentatie van ons werk naar Netwerk 55+<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 28
4. Overige Activiteiten<br />
4.1 Deelname aan landelijke branche organisatie<br />
<strong>Art.1</strong> MN is lid van de Landelijke Branchevereniging van Antidiscriminatiebureaus (LBA) en neemt deel<br />
aan het Directeurenoverleg van de LBA.<br />
4.2 Voorlichtingen onderbouw voortgezet onderwijs Woerden en Veenendaal<br />
In 2011 is een tweejarig project gestart voor de uitvoering van voorlichtingen in de onderbouw van<br />
het voortgezet onderwijs in Veenendaal. In eerste instantie lag de nadruk op de acquisitie van<br />
scholen. De voorlichting “Bereik je Gelijk” is in 2011 in twee klassen van de Christelijke<br />
Scholengemeenschap Veenendaal uitgevoerd. Jammer genoeg was bij de overige scholen geen<br />
interesse in het voorlichtingsaanbod, ondanks herhaalde pogingen van ons om met hen in contact te<br />
komen. In Woerden is op aanvraag van de Praktijkschool Woerden voorlichting gegeven voor vier<br />
groepen.<br />
4.3 Onderzoeken<br />
In opdracht van <strong>Art.1</strong> MN zijn twee studenten HBO rechten aan de Hogeschool van Arnhem en<br />
Nijmegen afstudeeronderzoeken gestart naar thema’s die het werk van <strong>Art.1</strong> MN kunnen verbeteren<br />
en verbreden.<br />
Zehra Karakoҫ heeft onderzoek verricht of er een geschikt civielrechtelijke rechtsmiddel bestaat tot<br />
het opleggen van sancties bij discriminatie en ongelijke behandeling. Uit de resultaten van het<br />
onderzoek is gebleken dat bij discriminatiezaken de mogelijkheid bestaat om schadevergoeding te<br />
vorderen via de onrechtmatige daad. Het vorderen van schadevergoeding op grond van<br />
discriminatie, is het recht van de gediscrimineerde persoon. Het beroep op de onrechtmatige daad<br />
via de civiele rechter biedt een mogelijkheid tot het opleggen van een sanctie bij discriminatiezaken<br />
aan de discriminerende partij. Zehra heeft als beroepsproduct een leidraad opgesteld met een<br />
overzicht van de vereisten die zijn opgenomen in artikel 6:162 BW, de onrechtmatige daad. In het<br />
overzicht staat een uitleg over de vereisten van de onrechtmatige daad. Daarnaast wordt er per<br />
vereiste weergegeven wat de positieve punten en/of de knelpunten zijn, zodra dit beroep wordt<br />
ingesteld bij discriminatie en ongelijke behandeling. De leidraad dient als hulpmiddel voor <strong>Art.1</strong><br />
MN, voor het geven van advies aan de cliënt om schadevergoeding te vorderen via de onrechtmatige<br />
daad bij discriminatie en ongelijke behandeling.<br />
Gülsüm Baslilar verricht onderzoek naar het VN verdrag inzake de rechten van personen met een<br />
handicap in relatie tot het beleid van Amersfoort. Dit verdrag is in 2006 opgesteld door de<br />
Verenigde Naties en is in 2007 getekend door <strong>Nederland</strong>. De ratificatie van het verdrag heeft nog<br />
niet plaatsgevonden en is op moment een actueel onderwerp. Wat betreft dit onderwerp is haar<br />
voorgesteld onderzoek te gaan verrichten in hoeverre de gemeente Amersfoort voldoet aan de<br />
verplichtingen van het VN-verdrag en in hoeverre dit nog zou moeten worden aangepast. Gülsüm is<br />
nog bezig met het onderzoek, maar poogt met het onderzoek om op de eerste plaats een<br />
verhelderend en duidelijk beeld te kunnen schetsen over welke diensten en voorzieningen de<br />
gemeente Amersfoort biedt aan haar burgers en op de tweede plaats welke diensten en<br />
voorzieningen de samenleving zou moeten bieden volgens het VN-verdrag. Vervolgens zal de<br />
informatie in kaart worden gebracht middels een adviesnotitie. <strong>Art.1</strong> MN hoopt de gemeente<br />
Amersfoort dan te kunnen adviseren tot welke aanpassingen het verdrag eventueel leidt voor de<br />
gemeente.<br />
Susanne Mes, volgt de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening in Amsterdam. In haar stagetijd<br />
bij <strong>Art.1</strong> MN heeft zij de effectiviteit van de methode onderzocht, die <strong>Art.1</strong> MN hanteerde na het<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 29
constateren van vacatures met discriminerende functie-eisen. <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> schreef de<br />
bedrijven aan om hen bewust te maken van de gelijkebehandelingswetgeving en om redenen te<br />
inventariseren voor de discriminerende functie-eisen. Met die methode wilde <strong>Art.1</strong> MN o.a. recidive<br />
voorkomen. Susanne kwam tot de conclusie dat de gehanteerde methodiek van <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong><br />
<strong>Nederland</strong> niet de beoogde werking had. Dit heeft ertoe geleid dat <strong>Art.1</strong> MN gestopt is met bedrijven<br />
aanschrijven bij het constateren van discriminerende functie-eisen. <strong>Art.1</strong> MN start in deze alleen nog<br />
een procedure als zij een melding van een melder of een derde krijgt.<br />
4.4 Identiteit: ‘Professionals bekennen kleur’ - Conferentie NIP<br />
Op verzoek van de <strong>Nederland</strong>se Vereniging van Psychologen hebben wij op 1 december<br />
geparticipeerd in een panel over de ziekmakende aspecten van discriminatie op de arbeidsmarkt.<br />
4.5 Toekomstvisie Stichtse Vecht<br />
Stichtse Vecht is druk bezig naar strategische toekomstvisie te ontwikkelen. Op vraag van de<br />
burgemeester hebben we zitting gehad in de Focus groep, waarin vertegenwoordigers uit diverse<br />
sectoren zitting hadden.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 30
5. Interne bedrijfsvoering<br />
5.1 Personeel<br />
Om uitvoering te kunnen geven aan haar kerntaken beschikte <strong>Art.1</strong> MN eind <strong>2012</strong> over 9<br />
personeelsleden met een aantal Fte van 6,45 (vlg. 2010: 6,22 Fte). Voor de uitvoering van<br />
voorlichtingen en trainingen, voornamelijk in het onderwijs, heeft <strong>Art.1</strong> MN in <strong>2012</strong> gebruik gemaakt<br />
van een pool van vijf freelancers die op oproep beschikbaar waren. Daarnaast waren er twee stagiairs<br />
Sociaal Juridische Dienstverlening actief. Deze stagiaires boden ondersteuning bij de<br />
klachtbehandeling. Tenslotte liepen er in de tweede helft van <strong>2012</strong> twee afgestudeerden<br />
Maatschappelijk Werk en Ethiek en Wijsbegeerte mee, alsmede bij de afdeling voorlichting om<br />
werkervaring op te doen.<br />
Grote verandering in <strong>2012</strong> is dat we afscheid genomen hebben van onze directeur Martin Jansen, die<br />
zijn loopbaan in Zuid-Afrika voort gaat zetten. Met zijn opvolgster Mieke Janssen hebben wij een<br />
dynamische nieuwe directeur gevonden die met veel passie de kar trekt.<br />
Om de deskundigheid van de medewerkers op peil te houden werden diverse activiteiten ondernomen<br />
bijv. intervisie voor de klachtbehandelaars, cursus ‘ontslag op staande voet’, cursussen social media en<br />
timemanagement en een NIMA-A opleiding.<br />
5.2 Bestuur<br />
Het bestuur van <strong>Art.1</strong> MN heeft in <strong>2012</strong> tien keer vergaderd en heeft twee keer een beleidsdag samen<br />
met het personeel georganiseerd waar men zich heeft gebogen over het toekomstige beleid van de<br />
stichting. Daarnaast hebben bestuursleden namens <strong>Art.1</strong> MN deelgenomen aan diverse formele en<br />
informele bijeenkomsten.<br />
De benodigde kwaliteitseisen voor het bestuur zijn geïnventariseerd en vastgelegd in functieprofielen<br />
voor het bestuur. Om transparantie in de wijze van besturen te garanderen is de werkwijze getoetst<br />
aan de Governance Code Welzijn. <strong>Art.1</strong> MN bleek aan alle vereisten te voldoen.<br />
5.3 Klanttevredenheid<br />
<strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> vindt het belangrijk om aan kwaliteitsbeheer te doen. Als niemand vertelt wat<br />
er verbeterd kan worden, kunnen we ook niet groeien. Om deze reden geven wij evaluatieformulieren<br />
aan docenten die de voorlichting aan hun klas kunnen beoordelen. Ook geven de evaluatieformulieren<br />
aan deelnemers van themabijeenkomsten.<br />
Zoals eerder beschreven worden de voorlichtingen in het onderwijs goed tot zeer goed beoordeeld. Het<br />
niveau wordt goed aangepast aan de school en klas. Als tip wordt meegegeven meer te doen met<br />
smartboards en visueel materiaal. Daar is in <strong>2012</strong> al een nieuw format voor in ontwikkeling gezet.<br />
Uit de evaluaties van de themabijeenkomsten blijkt ook dat deelnemers enthousiast zijn. Hier bleek het<br />
wat moeilijker om het niveau goed in te schatten. De themabijeenkomst over ‘discriminatie bij stages’<br />
bleek voor sommigen wat te moeilijk. Hier wordt in de toekomst rekening mee gehouden.<br />
Klanttevredenheidsonderzoek onder melders van discriminatieklachten blijkt lastig(er) te zijn. Al op<br />
verschillende manieren hebben we geprobeerd feedback van onze dienstverlening te krijgen van<br />
voormalig cliënten. Echter komt hier weinig tot geen respons op. Dit kan verschillende oorzaken<br />
hebben, waarnaar wij alleen kunnen gissen. Sommige mensen zitten bijvoorbeeld niet te wachten om<br />
alles weer op te rakelen. Anderen vinden het te veel moeite. Ook zijn er cliënten die niet tevreden zijn<br />
over de uitkomst van de klachtbehandeling. Bijvoorbeeld omdat <strong>Art.1</strong> MN juridisch niet verder kon met<br />
de klacht of er van de wederpartij geen reactie kwam. Omdat mensen hierdoor gefrustreerd zijn zullen<br />
ze wellicht niet het onderscheid kunnen zien tussen de kwaliteit van de dienstverlening en de uitkomst<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 31
van de klachtbehandeling. Wij streven er naar om in 2013 een betere manier te hebben gevonden om<br />
terugkoppeling te krijgen van (oud) cliënten.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 32
Bijlage 1: Bestuur en (oud)medewerkers <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2012</strong><br />
Bestuur <strong>Art.1</strong> MN in <strong>2012</strong><br />
Mila van Burik (bestuurslid)<br />
Willibrord de Graaf (bestuurslid<br />
vanaf mei <strong>2012</strong>)<br />
Osman Elmaci (voorzitter)<br />
Thijs Hardick (penningmeester)<br />
Miriam Zandvliet (bestuurslid, secretaris)<br />
Hester Jansen (bestuurslid tot mei <strong>2012</strong>)<br />
Medewerkers van <strong>Art.1</strong> MN in <strong>2012</strong><br />
Michel Aben (senior klachtenconsulent)<br />
Marieke Frederiks (voorlichter)<br />
Martin Jansen (directeur tot 1 september <strong>2012</strong>)<br />
Mieke Janssen (directeur vanaf september <strong>2012</strong>)<br />
Mirsada Palalić (senior klachtenconsulent)<br />
Huri Sahin (projectleider (vanaf oktober 2011)<br />
Vincent Stroop (klachtenconsulent, tot 31 december <strong>2012</strong>)<br />
Zwaantje van ’t Veer , projectleider vanaf 1 februari <strong>2012</strong>)<br />
Monique Vooijs (senior voorlichter)<br />
Hellen Wouter (administratief medewerkster)<br />
Samira Zaanani (klachtenconsulent)<br />
Stagiaires<br />
Najib Abaghloulin (stagiair klachtbehandelaar vanaf september <strong>2012</strong>)<br />
Louise van Bennekom (werkervaring voorlichting, juli – december <strong>2012</strong>)<br />
Maartje Langeslag (werkervaring voorlichting, juli – december <strong>2012</strong>)<br />
Susanne Mes (stagiaire klachtbehandeling, tot 1 juli <strong>2012</strong>)<br />
Monique den Ouden (stagiaire voorlichting, vanaf november 2011 tot juli <strong>2012</strong>)<br />
Devina Ramcharan (stagiaire secretariaat vanaf oktober <strong>2012</strong>)<br />
Bert-Jan Trommel (stagiair klachtbehandeling, vanaf februari 2011tot juli <strong>2012</strong>)<br />
Hilal Yilmaz (stagiair klachtbehandeling, vanaf maart <strong>2012</strong> tot juli <strong>2012</strong>)<br />
Dico de Zeeuw (stagiair klachtbehandelaar vanaf september <strong>2012</strong>)<br />
Freelance pool voorlichters<br />
Ralph Du Long<br />
Milena Feldkamp<br />
Arzu Kokeng<br />
Deniz Őzkanli<br />
Caroline Post<br />
Afstudeeronderzoeken<br />
Gülsüm Baslilar<br />
Zehra Karakoç<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 33
Bijlage 2: voorlichtingen<br />
UTRECHT<br />
Voortgezet onderwijs<br />
Leidsche Rijncollege<br />
Via Nova college<br />
X11<br />
Globe College<br />
Basisonderwijs<br />
Aboe Daoedschool<br />
Da Costaschool<br />
De Achtbaan<br />
De Anne Frankschool<br />
De Carrousel<br />
De Hoge Raven<br />
De Kaleidoscoop<br />
De Kleine Dichter<br />
De Klimroos<br />
De Koekoek<br />
De Maliebaanschool<br />
De Parkschool<br />
De Paulusschool<br />
De Regenboog<br />
De Wissel<br />
De Zonnewereld<br />
Driekoningenschool<br />
Maaspleinschool<br />
St. Jan de Doper<br />
Utrechtse Scholen Vereniging<br />
Overig onderwijs<br />
Internationale Schakel Klassen<br />
ROC <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong><br />
Hogeschool Utrecht<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 34
AMERSFOORT<br />
Voortgezet onderwijs<br />
Borgwal college<br />
Guido de Bres<br />
Van Lodenstein College<br />
Basisonderwijs<br />
Atlantis<br />
De Gondelier<br />
De Kinderhof<br />
De Tafelronde<br />
De Zonnewijzer<br />
Gabrie Mehen<br />
Joost van den Vondel<br />
Pallas Athene<br />
T Spectrum<br />
Overig onderwijs<br />
ROC ASA/MBO Amersfoort<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2012</strong> <strong>Art.1</strong> <strong>Midden</strong> <strong>Nederland</strong> 35