Optimalisatie van onderhoud voor suppletiepompstation ... - Oasen
Optimalisatie van onderhoud voor suppletiepompstation ... - Oasen
Optimalisatie van onderhoud voor suppletiepompstation ... - Oasen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
7 november 2012<br />
Status<br />
Definitief<br />
Versie<br />
0.0<br />
<strong>Oasen</strong> N.V.<br />
Nieuwe Gouwe O.Z. 3<br />
Postbus 122<br />
2800 AC Gouda<br />
T 0182 59 35 30<br />
www.oasen.nl<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud<br />
Onderhoud op basis <strong>van</strong> risico<br />
Suppletiepompstation Gouda<br />
Pagina 1 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
Status<br />
Definitief<br />
Versie<br />
0.0<br />
<strong>Oasen</strong> N.V.<br />
Nieuwe Gouwe O.Z. 3<br />
Postbus 122<br />
2800 AC Gouda<br />
T 0182 59 35 30<br />
www.oasen.nl<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud<br />
Onderhoud op basis <strong>van</strong> risico<br />
Suppletiepompstation Gouda<br />
Opdrachtgever: Arie Haasnoot<br />
Steller: Afdeling Onderhoud<br />
Bijdrage: MaxGrip<br />
Verspreiding: Intern<br />
Revisiebeheer:<br />
Revisie Datum Opmerking<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
Foto: Suppletiepompstation Gouda<br />
Pagina 2 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
Voorwoord<br />
Voor u ligt het rapport “OPTIMALISATIE VAN ONDERHOUD; Onderhoud op basis <strong>van</strong> Risico”<br />
Het rapport is opgedeeld in 2 delen; Deel 1 geldt als algemene uiteenzetting waarin in<br />
algemene zin wordt ingegaan op bij<strong>voor</strong>beeld de missie en visie <strong>van</strong> <strong>Oasen</strong> Drinkwater (§1.1)<br />
en de relatie daarmee met <strong>onderhoud</strong> en haar bedrijfsdoelstellingen (§1.1.3). De<br />
<strong>onderhoud</strong>sorganisatie <strong>van</strong> <strong>Oasen</strong> wil in de toekomst het <strong>onderhoud</strong> uitvoeren op basis <strong>van</strong><br />
risico. Een methode om vast te stellen welke onderdelen of faaloorzaken zorgen <strong>voor</strong> risico‟s is<br />
de FMECA. In deel 1 <strong>van</strong> dit rapport wordt hier ook kort op ingegaan (§1.2.2), evenals een<br />
korte inleiding op het <strong>onderhoud</strong> op basis <strong>van</strong> risico‟s (§1.3). Tevens is er in §1.3.5 een<br />
uiteenzetting <strong>van</strong> de <strong>onderhoud</strong>svisie gegeven, met name conditiebepaling op basis <strong>van</strong> de<br />
NEN-2767.<br />
Deel 2 <strong>van</strong> dit rapport gaat specifiek over een uitgevoerde FMECA op SPS Gouda. Dit deel gaat<br />
meer over het project, de organisatie daar<strong>van</strong> (§2.1), maar uiteraard ook over de resultaten<br />
<strong>van</strong> de FMECA (§2.3). In dit deel zijn alle kritieke onderdelen <strong>van</strong> de installatie SPS Gouda<br />
opgenomen, inclusief standtijden en effecten daar<strong>van</strong> (§2.3.4). Tevens zijn er paragraven<br />
opgenomen die specifiek gaan over de te nemen acties (§2.4) en de aanbeveling <strong>van</strong><br />
modificaties om kritieke installatie(onderdelen) niet meer als kritiek aan te merken, dan wel de<br />
kans op falen te minimaliseren tot een acceptabel risico (§2.5).<br />
In de bijlagen zijn de risicomatrices <strong>van</strong> <strong>Oasen</strong> te vinden (Bijlage 1).<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Pagina 3 <strong>van</strong> 26
Inhoud<br />
Voorwoord 3<br />
Inhoud 4<br />
1 Deel 1: Inleiding 5<br />
1.1. Missie en bedrijfsdoelstellingen <strong>Oasen</strong> Drinkwater 5<br />
1.1.1. Inleiding 5<br />
1.1.2. Missie OASEN 5<br />
1.1.3. Relatie met <strong>onderhoud</strong> 5<br />
1.1.4. Wat is acceptabel? 6<br />
1.2. FMECA 7<br />
1.2.1. Inleiding 7<br />
1.2.2. FMECA, de methode 7<br />
1.3. Onderhoud op basis <strong>van</strong> risico 8<br />
1.3.1. Inleiding 8<br />
1.3.2. Gebruiksafhankelijk <strong>onderhoud</strong> (GAO) 9<br />
1.3.3. Toestandsafhankelijk <strong>onderhoud</strong> (TAO) 9<br />
1.3.4. Frequentie <strong>van</strong> toestandsafhankelijk <strong>onderhoud</strong> -inspecties 9<br />
1.3.5. Onderhoudsconcepten 11<br />
1.4. Onderhoudsvisie <strong>Oasen</strong> op basis <strong>van</strong> NEN-2767 11<br />
1.4.1. Conditieverloop 11<br />
1.4.2. Conditieniveaus 12<br />
1.4.3. Belang, intensiteit en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> gebreken 12<br />
1.4.4. Belang 12<br />
1.4.5. Intensiteit 13<br />
1.4.6. Om<strong>van</strong>g gebrek 13<br />
1.4.7. Bepalen conditieniveau 13<br />
2 Deel 2: FMECA SPS Gouda 14<br />
2.1. Inleiding 14<br />
2.1.1. SPS Gouda - Algemeen 14<br />
2.1.2. Projectorganisatie 14<br />
2.1.3. Opdrachtomschrijving 14<br />
2.2. Aanpak FMECA 15<br />
2.3. Resultaten 15<br />
2.3.1. Resultaten FMECA 15<br />
2.3.2. Uitgangspunten FMECA 15<br />
2.3.3. Kritieke onderdelen – Standtijden en Effecten 16<br />
2.3.4. Grafische weergave <strong>van</strong> kritieke onderdelen 17<br />
2.4. Kritieke onderdelen – Onderhoud op basis <strong>van</strong> Risico 20<br />
2.5. Aanbeveling <strong>van</strong> modificaties <strong>suppletiepompstation</strong> Gouda 22<br />
3 Bijlage 1 - Risicomatrices 23<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Pagina 4 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
1 Deel 1: Inleiding<br />
1.1. Missie en bedrijfsdoelstellingen <strong>Oasen</strong> Drinkwater<br />
1.1.1. Inleiding<br />
De bedrijfsvoering <strong>van</strong> <strong>Oasen</strong> is gebaseerd op de missie en visie <strong>van</strong> de organisatie, waar<strong>van</strong><br />
<strong>onderhoud</strong> een belangrijk integraal onderdeel uitmaakt. Dit betekent dat ook het <strong>onderhoud</strong><br />
naadloos moet aansluiten op de missie en visie <strong>van</strong> <strong>Oasen</strong>. In het komende hoofdstuk is de<br />
missie <strong>van</strong> OASEN, in verkorte versie, beschreven. De missie <strong>van</strong> OASEN is de basis <strong>voor</strong> het<br />
te formuleren <strong>onderhoud</strong>sbeleid.<br />
1.1.2. Missie OASEN<br />
De missie <strong>van</strong> <strong>Oasen</strong> luidt als volgt:<br />
“<strong>Oasen</strong> is een maatschappelijk drinkwaterbedrijf. We zorgen op duurzame wijze <strong>voor</strong><br />
drinkwater <strong>voor</strong> onze klanten. De volksgezondheid staat daarbij <strong>voor</strong>op. We hanteren hoge<br />
standaarden <strong>voor</strong> de kwaliteit en de beschikbaarheid <strong>van</strong> drinkwater en handelen doelmatig en<br />
klantgericht. Dat bereiken we door continue ontwikkeling en interactie met onze omgeving”.<br />
1.1.3. Relatie met <strong>onderhoud</strong><br />
Onderhoud aan installaties doen we om diverse redenen. Zo bestaan er uiteenlopende<br />
redenen; <strong>van</strong> bedrijfseconomische- tot wet- en regelgeving waaraan de organisatie <strong>Oasen</strong><br />
zich aan dient te houden.<br />
Voor de <strong>onderhoud</strong>sorganisatie bestaat er bij<strong>voor</strong>beeld wet- en regelgeving omtrent lozing <strong>van</strong><br />
bedrijfswater op het oppervlaktewater of scheiding en afvoer <strong>van</strong> bepaalde residu uit<br />
waterzuiveringsprocessen. Vanzelfsprekend voert de <strong>onderhoud</strong>sorganisatie <strong>onderhoud</strong> uit om<br />
de „licence to operate‟ niet te verliezen.<br />
Het <strong>onderhoud</strong>sbeleid <strong>van</strong> <strong>Oasen</strong> moet bovendien bijdragen aan de missie <strong>van</strong> <strong>Oasen</strong>. Dit<br />
betekend praktisch: bijdragen aan: de in de missie genoemde volksgezondheid,<br />
maatschappelijke verantwoordelijkheid en duurzaamheid. Maar hoe verhouden deze<br />
kernwaarden zicht dan tot <strong>onderhoud</strong>?<br />
Op het kernpunt <strong>van</strong> volksgezondheid zijn er binnen <strong>Oasen</strong> bij<strong>voor</strong>beeld de volgende<br />
raakpunten met <strong>onderhoud</strong>; wanneer de leidingdruk wegvalt zal de waterkwaliteit in het geding<br />
raken. Om het wegvallen <strong>van</strong> bv. de leidingdruk te <strong>voor</strong>komen (lees: om dit risico daarop te<br />
verlagen), voert de <strong>onderhoud</strong>sorganisatie o.a. <strong>onderhoud</strong> uit. Dit <strong>onderhoud</strong> lost niet alleen<br />
het mogelijke probleem (het wegvallen <strong>van</strong> de leidingdruk) op, maar zal dit probleem in de<br />
toekomst mogelijk ook kunnen <strong>voor</strong>komen. Weten welke installatie(-delen) <strong>onderhoud</strong>en<br />
moet(en) worden vergt niet alleen specifieke technische kennis, maar ook kennis met<br />
betrekking op de mogelijke risico‟s bij falen <strong>van</strong> de installatie.<br />
Op het maatschappelijk vlak bestaat er ook een relatie met <strong>onderhoud</strong>; wanneer (back-up)<br />
installaties en <strong>voor</strong>zieningen in hun functie falen kunnen de gevolgen daardoor een behoorlijke<br />
(maatschappelijke) impact hebben. Om falen te <strong>voor</strong>komen, zorgt de <strong>onderhoud</strong>sorganisatie<br />
er<strong>voor</strong> dat de (back-up) installaties en <strong>voor</strong>zieningen regelmatig worden getest en<br />
<strong>onderhoud</strong>en. Voorts krijgt <strong>Oasen</strong> hierdoor zicht op toekomstige gebreken, reparaties en<br />
ver<strong>van</strong>gingen. Maar onder maatschappelijk wordt ook verstaan: luisteren naar klanten en<br />
hierop je leveringscapaciteit afstemmen en kunnen, dan wel willen garanderen.<br />
Daarnaast is het <strong>van</strong> (maatschappelijk) belang dat de organisatie zich kan verantwoorden <strong>voor</strong><br />
het werk dat ze uitvoert, zoals: Waarom voer je op het ene installatiedeel wél preventief<br />
<strong>onderhoud</strong> uit en juist op een ander deel niet? Waaraan is het (<strong>onderhoud</strong>s-)budget in periode<br />
„x‟ besteed? Of hoe <strong>voor</strong>kom je alle ongewenste situaties (dek je alle risico‟s af?), maar voer je<br />
tegelijkertijd niet het <strong>onderhoud</strong> „met een gouden rand‟ uit?<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Pagina 5 <strong>van</strong> 26
In duurzaamheid komen de ecologische, economische en sociale belangen bij elkaar. Op het<br />
<strong>onderhoud</strong> is deze zienswijze ook <strong>van</strong> toepassing. Wanneer het gaat om <strong>onderhoud</strong>, wil je deze<br />
belangen tegen elkaar af kunnen wegen; niet alleen in materiaalkeuze, maar ook in de<br />
(noodzakelijke) modificaties aan infrastructuur en het uitvoeren <strong>van</strong> wél of juist géén<br />
preventief <strong>onderhoud</strong>. Preventief <strong>onderhoud</strong> is in veel gevallen goedkoper dan het<br />
zogenaamde correctief <strong>onderhoud</strong>, doordat (ongewenst) uitval met grote (gevolg-)schade en<br />
zeer hoge kosten, worden <strong>voor</strong>komen. Dit is dan ook de <strong>voor</strong>naamste reden om te kiezen <strong>voor</strong><br />
preventief (kostenbesparend) <strong>onderhoud</strong>, ook al is dit niet noodzakelijk.<br />
1.1.4. Wat is acceptabel?<br />
Zoals eerder beschreven dient de <strong>onderhoud</strong>sorganisatie met het uit te voeren <strong>onderhoud</strong> bij<br />
te dragen aan de bedrijfsdoelstellingen <strong>van</strong> de organisatie.<br />
Een organisatie omschrijft uit de missie een aantal bedrijfsdoelstellingen. Zij tracht de met,<br />
mensen, machines en middelen, de behaalde bedrijfsresultaten zo dicht mogelijk de<br />
bedrijfsdoelstellingen te benaderen.<br />
Veelal stelt de organisatie hier KPI‟s <strong>voor</strong> op; Kritieke Prestatie-Indicatoren. KPI‟s en<br />
bedrijfsdoelstellingen zijn vaak SMART beschreven; Specifiek, Meetbaar, Acceptabel,<br />
Realistisch en Tijdsgebonden. Resultaten die de <strong>onderhoud</strong>sorganisatie zou moeten behalen<br />
zijn ook SMART beschreven. Helaas kan een <strong>onderhoud</strong>sorganisatie niet alle storingen<br />
<strong>voor</strong>komen. Het is dus niet realistisch <strong>onderhoud</strong>sdoelstellingen met betrekking tot falen te<br />
omschrijven die richting 0 (nul) neigen. Maar wat is dan wel acceptabel?<br />
Het risico dat uitgaat <strong>van</strong> een zekere storing wordt bepaald door de kans (standtijd) dat die<br />
storing zich <strong>voor</strong>doet, vermenigvuldigd met het effect op de bedrijfsdoelstelling. Kortweg:<br />
Risico = Kans * Effect. Deze vermenigvuldigingen kunnen worden uitgezet in een risicomatrix<br />
(zie ook figuur 1.1.4). Op basis <strong>van</strong> de plek in de matrix wordt de beslissing genomen of het<br />
risico <strong>voor</strong>komen, dan wel verminderd moet worden door middel <strong>van</strong> het uitvoeren <strong>van</strong><br />
preventief <strong>onderhoud</strong>. De risicogrens is een afgeleide <strong>van</strong> scenario‟s die wel of niet<br />
geaccepteerd worden. Door een risicogrens vast te stellen is men in staat per installatie<br />
(-onderdeel) aan te geven of het risico <strong>van</strong> de storing wordt getolereerd dan wel niet wordt<br />
getolereerd. Voor die storingen, waar<strong>van</strong> het risico niet acceptabel is, geldt dat deze moet<br />
worden <strong>voor</strong>komen.<br />
Frequentie<br />
(kans)<br />
Effect<br />
Groot<br />
effect<br />
Gering<br />
effect<br />
Geen<br />
effect<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Figuur 1.1.4<br />
<strong>Oasen</strong> heeft in het verleden 4 risicomatrices in relatie tot haar bedrijfsdoelstellingen<br />
omschreven en daarin aangegeven welke effecten wél, en welke juist niet acceptabel zijn. Deze<br />
4 matrices zijn te vinden in bijlage 1.<br />
Vaak<br />
niet<br />
acceptabel<br />
niet<br />
acceptabel<br />
acceptabel<br />
Classificatie <strong>van</strong> effecten<br />
Regelmatig<br />
niet<br />
acceptabel<br />
niet<br />
acceptabel<br />
acceptabel<br />
Soms<br />
niet<br />
acceptabel<br />
acceptabel<br />
acceptabel<br />
Classificatie <strong>van</strong> faalfrequentie<br />
Bijna<br />
nooit<br />
niet<br />
acceptabel<br />
acceptabel<br />
acceptabel<br />
Pagina 6 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
Gemakshalve wordt in dit rapport verder gesproken over de matrices:<br />
1. Veiligheid;<br />
2. Milieu;<br />
3. Kwaliteit;<br />
4. Leveringsbetrouwbaarheid.<br />
Voor de matrices “Veiligheid”, “Milieu” en “Kwaliteit” geldt dat deze „twee-dimensionaal‟ zijn<br />
(Risico = Kans * Effect), terwijl <strong>voor</strong> de matrix “Leveringsbetrouwbaarheid” een drie-<br />
dimensionale matrix is opgebouwd; naast de kans dat falen optreed, en de effecten <strong>van</strong> dat<br />
falen, is de duur <strong>van</strong> de opgetreden storing hierin ook een meegewogen factor. (Risico = Kans<br />
* Effect * Storingsduur). De storingsduur is de tijd die verstrijkt tussen het moment <strong>van</strong><br />
opgetreden storing en dat het onderdeel weer functioneert waar<strong>voor</strong> het is bedoelt. Vaak zijn<br />
dit reparatietijden, reactietijden en levertijden.<br />
Nadat duidelijk is welke effecten worden geaccepteerd, maar ook hoe vaak dit wél of niet wordt<br />
geaccepteerd, kan de <strong>onderhoud</strong>sorganisatie een risicoanalyse op een installatie(-deel)<br />
uitvoeren. De methode die <strong>Oasen</strong> hier<strong>voor</strong> hanteert is de FMECA; Failure Mode, Effects and<br />
Criticality Analysis.<br />
1.2. FMECA<br />
1.2.1. Inleiding<br />
Een risicoanalyse is een middel waarmee <strong>voor</strong> een proces of een installatie(-deel) de mogelijke<br />
wijzen <strong>van</strong> falen, de effecten <strong>van</strong> falen en het risico <strong>van</strong> het falen op duidelijke en<br />
overzichtelijke wijze, structureel geanalyseerd en in kaart gebracht worden. Op basis <strong>van</strong> de<br />
resultaten <strong>van</strong> de risico- analyse kan een uitspraak worden gedaan over de risico‟s ten aanzien<br />
<strong>van</strong> de bedrijfsdoelstellingen. Tevens kan op basis <strong>van</strong> het bepaalde risico een aanbeveling<br />
worden gedaan met betrekking tot het uit te voeren <strong>onderhoud</strong>, zodat de bedrijfsdoelstellingen<br />
worden gehaald. Het is mogelijk de risico‟s <strong>van</strong> een proces of installatie kwantitatief te maken<br />
door middel <strong>van</strong> de risico- analyse. Een veel gebruikte methode <strong>voor</strong> risicoanalyse is de eerder<br />
genoemde FMECA-methode.<br />
1.2.2. FMECA, de methode<br />
De FMECA methodiek; Failure Mode (faalvorm en -oorzaak), Effects (effecten) and Criticality<br />
Analysis (kwantitatieve analyse <strong>van</strong> het risico), is afgeleid <strong>van</strong> de norm <strong>van</strong> het Amerikaanse<br />
Ministerie <strong>van</strong> Defensie, de zogenaamde 'MIL-STD 1629A‟. Het doel <strong>van</strong> de FMECA is het in<br />
kaart brengen <strong>van</strong>:<br />
1. Wijze <strong>van</strong> falen (hoe en hoe vaak en op welke manier);<br />
2. Effecten <strong>van</strong> falen;<br />
3. Signaleren <strong>van</strong> risico’s <strong>van</strong> falen ten aanzien <strong>van</strong> de bedrijfsdoelstellingen.<br />
De kern <strong>van</strong> de FMECA methodiek is het uitvoeren <strong>van</strong> risicoanalyses. Een risicoanalyse is een<br />
middel waarmee de mogelijke wijze(n) <strong>van</strong> falen, en de effecten daar<strong>van</strong>, geanalyseerd en in<br />
kaart worden gebracht <strong>voor</strong> een installatie of een gedeelte daar<strong>van</strong>. Het in kaart brengen <strong>van</strong><br />
de faalwijzen en effecten gebeurt per onderdeel.<br />
Afhankelijk <strong>van</strong> de locatie betreffen het de onderdelen: winning, zuivering, opslag, distributie<br />
en secundaire systemen.<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Pagina 7 <strong>van</strong> 26
Risico<br />
Tijdens het in kaart brengen <strong>van</strong> mogelijke wijze(n) <strong>van</strong> falen, en de effecten daar<strong>van</strong>, worden<br />
de onderdelen <strong>van</strong>uit twee verschillende oogpunten benaderd, te weten:<br />
1. Bedrijfsvoering tijdens normale omstandigheden;<br />
2. Bedrijfsvoering tijdens calamiteiten.<br />
Onder „secundaire systemen‟ vallen namelijk ook de “beveiliging” en “back-up &<br />
noodsystemen”. Doordat deze systemen bij normale bedrijfsvoering niet worden gebruikt en<br />
pas tijdens een calamiteit (bij falen <strong>van</strong> installatiedelen) automatisch (in)schakelen. Het falen<br />
<strong>van</strong> deze systemen komt pas aan het licht als deze nodig zijn.<br />
De resultaten <strong>van</strong> deze analyse (<strong>van</strong> faalkans en effecten daar<strong>van</strong>) worden in de zogenaamde<br />
risicomatrices (zie ook §1.1.4) geplaatst. Daaruit volgt een indeling in kritieke- en niet-kritieke<br />
onderdelen <strong>van</strong> de geanalyseerde installatie.<br />
Kritieke onderdelen vallen in het rode gebied <strong>van</strong> één of meer risicomatrices, niet-kritieke<br />
onderdelen in het groene deel <strong>van</strong> één of meer risicomatrices. Dit houd in, het falen <strong>van</strong> een<br />
kritiek installatie(-deel) geeft een bepaald effect (een risico m.b.t. de bedrijfsdoelstellingen)<br />
wat onacceptabel is.<br />
Risico‟s kunnen worden verkleind door bij<strong>voor</strong>beeld het verwezenlijken <strong>van</strong> technische<br />
verbeteringen middels modificaties, het bijstellen <strong>van</strong> bedrijfsprocedures of door het aanpassen<br />
<strong>van</strong> het <strong>onderhoud</strong>. Wanneer de <strong>onderhoud</strong>sorganisatie <strong>van</strong> <strong>Oasen</strong> <strong>onderhoud</strong> uitvoert om<br />
risico‟s op bedrijfsdoelstellingen te vermijden, spreken we <strong>van</strong> „<strong>onderhoud</strong> op basis <strong>van</strong> risico”<br />
(zie ook § 1.3).<br />
1.3. Onderhoud op basis <strong>van</strong> risico<br />
1.3.1. Inleiding<br />
Uit de risicoanalyse blijkt welke onderdelen een onacceptabel risico hebben ten aanzien <strong>van</strong> de<br />
bedrijfsdoelstellingen <strong>van</strong> Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.. Uitgangspunt bij het opstellen<br />
<strong>van</strong> een <strong>onderhoud</strong>sconcept op basis <strong>van</strong> risico is dat enkel preventief <strong>onderhoud</strong> wordt<br />
uitgevoerd om onacceptabele risico‟s ten aanzien <strong>van</strong> de bedrijfsdoelstellingen te <strong>voor</strong>komen.<br />
Voor faaloorzaken waar<strong>voor</strong> geldt dat het falen niet leidt tot een onacceptabel risico, wordt in<br />
principe alleen correctief <strong>onderhoud</strong> <strong>voor</strong>geschreven, tenzij preventief <strong>onderhoud</strong> goedkoper is.<br />
In figuur 1.3.1 wordt dit grafisch weergegeven.<br />
Risico Onaanvaardbaar (Kritiek)<br />
Preventief <strong>onderhoud</strong>, Modificatie, Reservedelen<br />
Correctief <strong>onderhoud</strong> met storingsregistratie / analyse<br />
Risico Aanvaardbaar (Niet Kritiek)<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Figuur 1.3.1: Acceptabele en niet acceptabele risico’s.<br />
Correctief <strong>onderhoud</strong> wordt ook wel storing afhankelijk <strong>onderhoud</strong> (SAO) genoemd. Bij deze<br />
<strong>onderhoud</strong>sstrategie worden onderdelen alleen <strong>onderhoud</strong>en nadat een storing is opgetreden<br />
(ook wel: reparatie/ver<strong>van</strong>gen).<br />
Risicogrens<br />
Pagina 8 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
Bij preventief <strong>onderhoud</strong> (<strong>onderhoud</strong> aan kritieke (onder)delen) zijn twee verschillende soorten<br />
<strong>onderhoud</strong> te onderscheiden:<br />
1. GAO: Gebruiks Afhankelijk Onderhoud (§ 1.3.2)<br />
2. TAO: Toestand Afhankelijk Onderhoud (§ 1.3.3) na een inspectie (TAO-O)(§ 1.3.44)<br />
1.3.2. Gebruiksafhankelijk <strong>onderhoud</strong> (GAO)<br />
Gebruiksafhankelijk <strong>onderhoud</strong> (GAO) wordt toegepast bij onderdelen waar<strong>van</strong> het faalverloop<br />
een vast patroon kent, of wanneer geen duidelijk meetpunt is vast te stellen dat een indicatie<br />
geeft <strong>van</strong> de toestand waarin het onderdeel verkeert. In deze gevallen wordt vastgesteld na<br />
welke tijd, draaiuren of meterstanden het onderdeel preventief wordt <strong>onderhoud</strong>en. Een<br />
algemene vuistregel uit de industrie is een GAO frequentie <strong>van</strong> +/- 80% <strong>van</strong> de MTTF; Mean<br />
Time To Failure. (bij<strong>voor</strong>beeld: een as-afdichting <strong>van</strong> een pomp met een standtijd (= MTTF)<br />
<strong>van</strong> 10 jaar wordt preventief ver<strong>van</strong>gen na jaar 8, zonder inspectie <strong>voor</strong>afgaand). Deze regel is<br />
ook het uitgangspunt in de GAO acties <strong>voor</strong> <strong>Oasen</strong>.<br />
1.3.3. Toestandsafhankelijk <strong>onderhoud</strong> (TAO)<br />
Bij toestand afhankelijk <strong>onderhoud</strong> (TAO) wordt door middel <strong>van</strong> inspecties of meting de<br />
conditie <strong>van</strong> een onderdeel bepaald. Op basis <strong>van</strong> de uitkomsten <strong>van</strong> een inspectie of meting<br />
wordt bepaald of een onderdeel ver<strong>van</strong>gen of gerepareerd dient te worden.<br />
(De <strong>onderhoud</strong>sactie die uit een TAO-inspectie komt, noemen we TAO-O)<br />
1.3.4. Frequentie <strong>van</strong> toestandsafhankelijk <strong>onderhoud</strong> -inspecties<br />
Om de inspectie-frequentie te bepalen is het noodzakelijk om een aantal variabelen te<br />
onderzoeken. Deze variabelen zijn tijdens FMECA-sessies onderzocht en vastgesteld. Een<br />
algemene vuistregel uit de industrie is een TAO frequentie <strong>van</strong> +/- 20% <strong>van</strong> de MTTF. (bv.<br />
Slijtage <strong>van</strong> lagers <strong>van</strong> een pomp met een standtijd <strong>van</strong> 5 jaar, 1 jaarlijks inspecteren<br />
(trillingsmeting, geluid, warmte et cetera). Deze regel is ook het uitgangspunt <strong>voor</strong> de TAO<br />
acties <strong>voor</strong> <strong>Oasen</strong>.<br />
Aan de hand <strong>van</strong> figuren 1.3.4.1 en 1.3.4.2 wordt een iets uitgebreider uitleg gegeven.<br />
Figuur 1.3.4.1 laat een grafiek zien met de procentuele functieafwijking <strong>van</strong> een onderdeel op<br />
de y as, en de operationele tijd/levensduur op de x-as. De dikke blauwe, „aflopende‟ lijn schetst<br />
het functieverloop <strong>van</strong> een onderdeel; op tijdstip 0 voldoet het onderdeel 100% in zijn functie<br />
(immers, het onderdeel is nieuw). Hoe verder in de tijd, des te minder zal het onderdeel aan<br />
zijn functie kunnen voldoen (de lijn raakt de x-as wanneer het onderdeel in zijn geheel niet<br />
meer in zijn functie kan voldoen (0%)).<br />
Tijdens een FMECA-sessie is –als <strong>voor</strong>beeld- vastgesteld dat een onderdeel met een faalvorm<br />
een standtijd (=MTTF) heeft <strong>van</strong> 10 jaar. Heel precies is dit echter niet vast te stellen; een<br />
(volledige) storingsregistratie ontbreekt. Echter, uit ervaring weten de sessie-deelnemers dat<br />
de faalkans <strong>van</strong> het onderdeel in het 10 de jaar na installatie het grootst is. Uiteraard kan het<br />
<strong>voor</strong>komen dat het onderdeel (of een gelijk onderdeel elders in de installatie/andere locatie)<br />
iets eerder of juist iets later dan de MTTF faalt (MTTF is ook: tijd tussen „brand-new en<br />
afkeurmoment).<br />
Deze spreiding <strong>van</strong> de faalkans is een statistische afgeleide <strong>van</strong> de deviatie. Standaard<br />
hanteren we als uitgangspunt <strong>voor</strong> de deviatie 25% <strong>van</strong> de MTTF. Zonder hier verder diep op in<br />
te gaan, betekend dit praktisch dat de meeste kansen op falen (+/- 95%) zich <strong>voor</strong>doen tussen<br />
MTTF -25% en MTTF +25%. In het genoemde <strong>voor</strong>beeld is dit derhalve tussen 7,5 en 12,5<br />
jaar.<br />
Wanneer er een inspectie-frequentie bepaald moet worden, dient deze bij <strong>voor</strong>keur plaats te<br />
vinden binnen de deviatie en liefst vóór de MTTF-datum. Als vuistregel hier<strong>voor</strong> kan 20% <strong>van</strong><br />
de standtijd genomen worden. In het <strong>voor</strong>beeld betekend dit 20% * 10 jaar = 2 jaarlijkse<br />
inspectie. In de grafiek is te zien dat in dit specifieke <strong>voor</strong>beeld er binnen de deviatie-periode 3<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Pagina 9 <strong>van</strong> 26
inspectiemomenten zijn; in jaar 8, 10 en 12 na installatie. Het ligt in dit geval <strong>voor</strong> de hand<br />
om de inspecties in jaar 2 en 4 na installatie niet uit te voeren. De inspectie in jaar 6 ná<br />
installatie is een optie, te besluiten op basis <strong>van</strong> ervaring en kennis uit andere, gelijke<br />
onderdelen met een installatiedatum eerder dan dit specifieke onderdeel.<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Figuur 1.3.4.1<br />
Figuur 1.3.4.2 toont eenzelfde soort functieverloop als figuur 1.3.3.1. Echter, in dit geval geeft<br />
de rode lijn een functieverloop <strong>van</strong> een onderdeel die vóór de vastgestelde MTTF ligt. De<br />
groene lijn schetst een functieverloop <strong>van</strong> een onderdeel die het beter doet dan de ingeschatte<br />
MTTF <strong>van</strong> 10 jaar. Hanteert men <strong>voor</strong> dit specifieke onderdeel de inspectiefrequentie <strong>van</strong> 2<br />
jaar, dan zal het onderdeel <strong>van</strong> de rode lijn tijdens inspectie „door de mand vallen‟ in jaar 6<br />
(optie), 8 óf 10 na installatie. Het onderdeel met het groene functieverloop zal tijdens inspectie<br />
in jaar 8, 10, 12, 14 óf 16 door de inspecteur opvallen.<br />
In alle gevallen vindt er een inspectie plaats vóór het ongewenst falen <strong>van</strong> het onderdeel. Het<br />
geeft de organisatie tijd en kans onderdelen en/of componenten te bestellen, een werk- en<br />
shutdownplanning te maken en het repareren/ver<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> het onderdeel of component nog<br />
vóór het incident zich <strong>voor</strong>doet. Het effect op de bedrijfsdoelstellingen bij falen <strong>van</strong> het<br />
onderdeel is daardoor geminimaliseerd.<br />
Figuur 1.3.4.2.<br />
Pagina 10 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
Overigens, het afkeur-moment <strong>van</strong> het „rode‟ onderdeel ligt in dit <strong>voor</strong>beeld 5 jaar eerder dan<br />
het afkeur moment <strong>van</strong> het „groene‟ onderdeel; het is dus mogelijk dat de „sterke‟ onderdelen<br />
het 5 jaar langer volhouden t.o.v. de zwakke „maandag-ochtend-modellen‟. Wanneer er in dit<br />
<strong>voor</strong>beeld gekozen was <strong>voor</strong> een GAO-actie (vuistregel 80% <strong>van</strong> MTTF) zou dit onderdeel in<br />
jaar 8 na installatie ver<strong>van</strong>gen worden. Het nieuwe onderdeel voldoet dan in jaar 8 weer<br />
volledig in zijn functie (het is weer „brand-new‟). Dit nieuwe onderdeel zal in jaar 16 (8 jaar<br />
verder) weer ver<strong>van</strong>gen worden, in jaar 24 wéér… et cetera. Op die manier zou dit onderdeel<br />
3 maal in 30 jaar tijd ver<strong>van</strong>gen zijn, terwijl de mogelijkheid bestaat dat d.m.v. inspecties<br />
hetzelfde onderdeel maar 2 keer ver<strong>van</strong>gen hoeft te worden (jaar 13 en 26 na installatie).<br />
Wanneer het gaat om bij<strong>voor</strong>beeld 500 dezelfde kleppen kan dit een forse besparing<br />
betekenen, terwijl in beide gevallen het <strong>onderhoud</strong>/ver<strong>van</strong>ging er <strong>voor</strong> zorgt dat de kans op<br />
falen <strong>van</strong> het kritieke onderdeel geminimaliseerd is.<br />
Wordt in dit geval geen enkel preventief <strong>onderhoud</strong> gedaan, dus slechts repareren of<br />
ver<strong>van</strong>gen na break-down, bestaat de kans dat het onderdeel in diezelfde 30 jaar 4 maal (!)<br />
faalt met een direct gevaar <strong>voor</strong> het niet halen <strong>van</strong> de bedrijfsdoelstellingen.<br />
1.3.5. Onderhoudsconcepten<br />
Nadat is vastgesteld welke <strong>onderhoud</strong> strategie passend is bij de kritieke onderdelen en/of<br />
faalvormen, is het mogelijk <strong>voor</strong> deze onderdelen een <strong>onderhoud</strong>sconcept op te stellen. Hierin<br />
zou kunnen staan:<br />
1. Locatie (bv. ZS de Laak)<br />
2. Installatiedeel (bv. Palletreactor)<br />
3. Onderdeel (bv. Kwaliteitsmeter)<br />
4. TAG nr. (OP01-QT013)<br />
5. Faalvorm(en) (bv. <strong>van</strong> de Kwaliteitsmeter OP01-QT013)<br />
6. Standtijd (MTTF)<br />
7. Gekozen strategie (SAO, GAO, TAO)<br />
8. Frequentie <strong>van</strong> preventief <strong>onderhoud</strong><br />
9. Kosten en duur <strong>van</strong> inspectie/<strong>onderhoud</strong>s- of reparatiewerkzaamheden<br />
10. Et cetera.<br />
Daarnaast zou het <strong>Oasen</strong>-<strong>onderhoud</strong>sconcept moeten bestaan uit wettelijk verplichte<br />
<strong>onderhoud</strong>sacties en/of inspecties, de zogenaamde „Licence to operate‟ –acties. (Loyds, NEN<br />
et cetera)<br />
1.4. Onderhoudsvisie <strong>Oasen</strong> op basis <strong>van</strong> NEN-2767<br />
In het verlengde <strong>van</strong> „<strong>onderhoud</strong> op basis <strong>van</strong> risico‟ is <strong>Oasen</strong> haar <strong>onderhoud</strong>sactiviteiten ook<br />
steeds verder aan het (bij)sturen op „conditiemeting op basis <strong>van</strong> de NEN 2767‟. Zoals dit bij<br />
reservoir inspectie al wordt toegepast.<br />
Belangrijk hierbij is de registratie <strong>van</strong> resultaten uit testen, inspecties en <strong>onderhoud</strong>sacties.<br />
Alleen op deze manier krijgt <strong>Oasen</strong> een steeds beter inzicht in het objectief, gerenommeerd<br />
conditieverloop en de <strong>onderhoud</strong>shistorie <strong>van</strong> gebouw en installatie(delen). Tevens krijgt<br />
<strong>Oasen</strong> steeds beter inzicht op kostenbeheersing en uitbesteding <strong>onderhoud</strong> per locatie.<br />
1.4.1. Conditieverloop<br />
Na oplevering <strong>van</strong> gebouw en installatie(delen) is de conditie uitstekend en zal, met het<br />
verloop <strong>van</strong> de tijd, terug uitlopen. Deze teruglopende conditie <strong>van</strong> gebouw en<br />
installatie(delen) kan door <strong>onderhoud</strong>singrepen geheel of gedeeltelijk worden gecorrigeerd,<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Pagina 11 <strong>van</strong> 26
waarna het terug uitlopen <strong>van</strong> de conditie zich herhaald. Het verloop <strong>van</strong> de conditie,<br />
gedurende de levensduur, kan grafisch worden weergegeven met een zogenoemde conditielijn.<br />
Deze conditielijn is in afbeelding 1.4.1 grafisch weergegeven.<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Afbeelding 1.4.1<br />
De uitersten <strong>van</strong> de conditielijn, de zogenoemde omslagpunten, worden gevormd door de<br />
minimum conditie en de gewenste conditie na uitvoer <strong>onderhoud</strong>. De tussenliggende punten<br />
verwijzen in een dalende of stijgende lijn naar de overige conditieniveaus.<br />
1.4.2. Conditieniveaus<br />
Om tijdens de inspectie de conditie <strong>van</strong> gebouw en installatie(delen) op een eenduidige manier<br />
vast te leggen wordt er gebruik gemaakt <strong>van</strong> de NEN 2767 methode. In een referentiekader<br />
worden de conditieniveaus op een schaal <strong>van</strong> zes punten onderverdeeld, waarbij het zesde<br />
punt extra is toegevoegd indien het niet meer onder conditie 5 is te classificeren. De zes<br />
niveaus zijn:<br />
Conditie 1 : uitstekend (oplever situatie incidenteel geringe gebreken);<br />
Conditie 2 : goed (incidenteel beginnende veroudering functievervulling gewaarborgd);<br />
Conditie 3 : redelijk (plaatselijk zichtbare veroudering functievervulling niet in gevaar);<br />
Conditie 4 : matig (zichtbare veroudering functievervulling incidenteel in gevaar);<br />
Conditie 5 : slecht (onomkeerbare veroudering functievervulling in gevaar);<br />
Conditie 6 : zeer slecht (technisch rijp <strong>voor</strong> de sloop functie uitval).<br />
1.4.3. Belang, intensiteit en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> gebreken<br />
Om een conditieniveau te kunnen bepalen dienen de geconstateerde gebreken te worden<br />
onderbouwd, waarbij duidelijk de ernst, intensiteit en om<strong>van</strong>g moet worden weergegeven.<br />
Bij meer dan één gebrek aan een gebouw of installatie(deel) moet de rekenmethodiek conditie<br />
<strong>van</strong> een samenstel <strong>van</strong> delen worden gebruikt. Dit geldt ook <strong>voor</strong> de bepaling <strong>van</strong> het totale<br />
conditieniveau <strong>van</strong> de locatie.<br />
1.4.4. Belang<br />
Het belang <strong>van</strong> de geconstateerde gebreken wordt vastgelegd door het volgende onderscheid<br />
te maken:<br />
- Gering gebrek : geen afbreuk aan de functionaliteit;<br />
- Serieus gebrek : degradatie zonder afbreuk aan de functionaliteit;<br />
- Ernstig gebrek : directe afbreuk aan de functionaliteit.<br />
Pagina 12 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
1.4.5. Intensiteit<br />
De intensiteit <strong>van</strong> de geconstateerde gebreken is <strong>van</strong> invloed op de conditie en wordt<br />
vastgelegd door het volgende onderscheid te maken:<br />
- Beginstadium : niet of nauwelijks waarneembaar (lage intensiteit)<br />
- Gevorderd stadium : duidelijk waarneembaar (middel intensiteit)<br />
- Hoog stadium : zeer duidelijk waarneembaar (hoge intensiteit)<br />
1.4.6. Om<strong>van</strong>g gebrek<br />
Ook de om<strong>van</strong>g waarin de geconstateerde gebreken zichtbaar worden of de frequentie waarin<br />
verstoringen zich <strong>voor</strong>doen zijn <strong>van</strong> invloed op conditie. Om de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> een gebrek te<br />
specificeren worden het volgende onderscheid gemaakt:<br />
- Incidenteel : < 2%<br />
- Plaatselijk : 2% - 10%<br />
- Regelmatig : 10% - 30%<br />
- Aanzienlijk : 30% - 70%<br />
- Algemeen : > 70%<br />
1.4.7. Bepalen conditieniveau<br />
Bij oplevering kan het conditieniveau worden omschreven als “uitstekend” en zal na verloop<br />
<strong>van</strong> tijd terug uitlopen. Het gewenste conditieniveau die vervolgens wordt gehandhaafd is<br />
“goed”.<br />
Indien tijdens de inspectie wordt geconstateerd dat het conditieniveau is te omschrijven met<br />
“goed”, maar verwacht wordt dat het conditieniveau bij een volgende inspectie verder terug<br />
uitgelopen is naar de ondergrens “matig” waarbij de bedrijfsdoelstellingen (veiligheid, milieu,<br />
kwaliteit en leveringsbetrouwbaarheid) nog niet in het geding komen, dient er alvast te worden<br />
gekeken naar de financiële kant <strong>van</strong> de uit te voeren <strong>onderhoud</strong>sacties. Hierdoor staat men<br />
niet <strong>voor</strong> financiële verassingen en is er tijdig voldoende budget beschikbaar.<br />
Indien bij een volgende inspectie blijkt dat het conditieniveau minder snel terug uitgelopen is,<br />
moet dit in de prognose worden aangepast. Op deze manier is de juiste interval <strong>van</strong> de<br />
<strong>onderhoud</strong>sacties vast te stellen.<br />
Maar als tijdens de inspectie wordt geconstateerd dat het conditieniveau op de grens “goed –<br />
matig” ligt waarbij de bedrijfsdoelstellingen (veiligheid, milieu, kwaliteit en<br />
leveringsbetrouwbaarheid) in het geding komen dienen er bij:<br />
- snel dalende conditielijn: direct <strong>onderhoud</strong>sacties te worden <strong>voor</strong>bereid en uitgevoerd;<br />
- langzaam dalende conditielijn: Budget opgeven <strong>voor</strong> de begroting <strong>van</strong> het komende jaar,<br />
<strong>onderhoud</strong>sacties <strong>voor</strong>bereiden en het komende jaar uitvoeren.<br />
Bij oplevering <strong>van</strong> de uitgevoerde <strong>onderhoud</strong>sacties dient het conditieniveau te zijn terug<br />
gebracht naar “goed” of zelfs naar “beter”.<br />
N.B.: Conditieniveau uitstekend is alleen te halen bij totale ver<strong>van</strong>ging.<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Pagina 13 <strong>van</strong> 26
2 Deel 2: FMECA SPS Gouda<br />
2.1. Inleiding<br />
Dit documentdeel beschrijft de risicoanalyse die door MaxGrip in 2010 is uitgevoerd in opdracht<br />
<strong>van</strong> <strong>Oasen</strong> op <strong>suppletiepompstation</strong> Gouda.<br />
De aanleiding <strong>voor</strong> de analyse is dat <strong>Oasen</strong> het <strong>onderhoud</strong> op basis <strong>van</strong> risico wil uitvoeren.<br />
Daarnaast wil <strong>Oasen</strong> door middel <strong>van</strong> de risicoanalyse het ontwerp toetsen en waar mogelijk<br />
optimaliseren.<br />
2.1.1. SPS Gouda - Algemeen<br />
SPS Gouda (opgeleverd in 2002) ligt aan de rand <strong>van</strong> Gouda, nabij de rijksweg A12 en de<br />
provinciale weg N452, heeft tot doel de levering aan het <strong>voor</strong>zieningsgebied (VZG) in perioden<br />
<strong>van</strong> hoog verbruik te ondersteunen. De distributiepompen onttrekken reinwater <strong>van</strong>uit twee<br />
reservoirs met een netto inhoud <strong>van</strong> 5000 m3 per stuk en leveren dit aan het<br />
<strong>voor</strong>zieningsgebied. In de perioden met laag verbruik worden de reservoirs weer gevuld met<br />
reinwater afkomstig <strong>van</strong> zuiveringsstation C. Rodenhuis te Bergambacht.<br />
Het primaire proces <strong>van</strong> het station betreft reinwateropslag en –distributie. Secundaire<br />
processen zijn energie, besturing, luchtbehandeling en dergelijke.<br />
De reinwatertoevoer vindt plaats met regelbare vulafsluiters in de toevoerleidingen <strong>van</strong> de<br />
reservoirs. Voor het vullen <strong>van</strong> de reservoirs wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> standpijpen. De<br />
afvoer <strong>van</strong> de beide reservoirs gaat via een centrale zuigleiding naar de pompenkelder, waar 4<br />
distributiepompen staan opgesteld (nominale capaciteit: 350 m3/h bij 440 kPa).<br />
De reservoirs staan communicerend als de handafsluiter in de centrale zuigleiding <strong>van</strong> de<br />
reinwaterpompen open staat (dit is de reguliere bedrijfssituatie). De 2 straten scheiding zal<br />
alleen worden toegepast bij <strong>onderhoud</strong> of calamiteit.<br />
Het vullen en verpompen vindt plaats via twee distributieleidingen.<br />
2.1.2. Projectorganisatie<br />
Vanuit <strong>Oasen</strong> zijn de volgende personen betrokken bij het project:<br />
Naam Functie en rol binnen project<br />
E. <strong>van</strong> Rinsum Teamleider, Projectleider<br />
T. den Otter Engineer Elektrotechniek Onderhoud, Projectmedewerker<br />
M. Hoogendoorn Engineer Elektrotechniek Onderhoud, Projectmedewerker<br />
R. de Jong Procesoperator regio noord, Projectmedewerker<br />
Vanuit MaxGrip zijn de volgende personen betrokken geweest bij het project:<br />
Naam Functie en rol binnen project<br />
J. Faber Projectleider<br />
2.1.3. Opdrachtomschrijving<br />
De opdrachtomschrijving is:<br />
Stel met behulp <strong>van</strong> de FMECA-methodiek een <strong>onderhoud</strong>sconcept samen <strong>voor</strong> het<br />
<strong>suppletiepompstation</strong> te Gouda.<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Pagina 14 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
2.2. Aanpak FMECA<br />
De FMECA is uitgevoerd over het gehele <strong>suppletiepompstation</strong> te Gouda. Hierbij is uitgegaan<br />
<strong>van</strong> de aangeleverde P&ID‟s en elektrische schema‟s (zie tabel 2.2). Tijdens de uitvoering is<br />
echter gebleken dat de P&ID‟s niet geheel overeenkomen met de as-built situatie. Daar waar<br />
dit geconstateerd is, is het model aangepast naar de as-built situatie. Daarnaast zullen de P&ID<br />
tekeningen moeten worden aangepast naar de as-built situatie.<br />
Onderstaand de gebruikte P&ID‟s en elektrische schema‟s:<br />
Gebruikte P&ID’s & Elektrische schema’s Benaming<br />
007053-0005.DWG Reinwater-Reservoirs en pompen<br />
007053-0006.DWG Gebouwinstallaties<br />
007081-0030.DWG t/m 007081-0053.DWG LS-schakel- en verdeelkast –A01<br />
007089-0046.DWG t/m 007089-0201.DWG Statische noodstroominstallatie –S01<br />
007097-0001.DWG t/m 007097-0003.DWG Beveiliging (inbraak en brand)<br />
Tabel 2.5: gebruikte P&ID‟s. en elektrische schema‟s<br />
Voor de betreffende installatiedelen zijn de Standtijd (MTTF) en storingsduur bepaald, alsmede<br />
de effecten op de verschillende bedrijfsdoelstellingen. Tezamen vormen ze het risico <strong>van</strong> falen,<br />
hetgeen gekwantificeerd is volgens de FMECA-methodiek. De MTTF is bepaald op basis <strong>van</strong><br />
huidig <strong>onderhoud</strong> en is gebaseerd op de storingsregistratie (wanneer aanwezig), leverancier<br />
gegevens en expertise <strong>van</strong> betrokken medewerkers <strong>van</strong> <strong>Oasen</strong> NV en MaxGrip BV.<br />
2.3. Resultaten<br />
2.3.1. Resultaten FMECA<br />
Voor de FMECA is een risicoanalyse uitgevoerd per installatiedeel (P&ID). Bij het beoordelen<br />
<strong>van</strong> de effecten is met nadruk op locatieniveau gekeken naar het meest aannemelijke, worst<br />
case technisch falen. De paragrafen hierna geven weer welke installatiedelen op welke<br />
bedrijfsdoelstelling als kritiek naar voren zijn gekomen.<br />
2.3.2. Uitgangspunten FMECA<br />
Bij het bepalen <strong>van</strong> de standtijd, storingsduur en het toekennen <strong>van</strong> effecten is rekening<br />
gehouden met een aantal aspecten:<br />
De huidige staat <strong>van</strong> de installatie; Dit betreft de huidige leeftijd en huidige fysieke<br />
omstandigheden waarin de installatie zich bevindt. Daarnaast is uitgegaan <strong>van</strong> de huidige<br />
normale bedrijfsomstandigheden (bijv. qua doorzet en kwaliteit <strong>van</strong> product).<br />
Het meest aannemelijke “Worst Case” falen; Hiermee wordt bedoeld dat men bij het<br />
toekennen <strong>van</strong> de effecten uitgaat <strong>van</strong> de meest aannemelijke gevolgen <strong>van</strong> falen ten<br />
aanzien <strong>van</strong> de bedrijfsdoelstellingen. Theoretische kans-op-kans situaties zijn niet als<br />
zodanig beschouwd (bij<strong>voor</strong>beeld het gaan lekken <strong>van</strong> een leiding precies op het moment<br />
dat iemand er langsloopt waardoor diegene afgeleid wordt, ongelukkig valt en dit niet<br />
overleeft);<br />
De huidige reservedelen <strong>voor</strong>raad;<br />
Het huidige <strong>onderhoud</strong>sbeleid.<br />
Voor het opbouwen <strong>van</strong> de Asssetstructuur, het bepalen en vastleggen <strong>van</strong> faalmode en -kans<br />
en effecten <strong>van</strong> falen is gebruik gemaakt <strong>van</strong> de softwaretool Optimizer+®.<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Pagina 15 <strong>van</strong> 26
2.3.3. Kritieke onderdelen – Standtijden en Effecten<br />
Deze paragraaf geeft per kritiek onderdeel een analyse <strong>van</strong>uit de FMECA. Voor deze rapportage<br />
is gebruik gemaakt <strong>van</strong> beschikbare informatie uit het Optimizer+®-bestand, gemaakt op 25<br />
oktober 2012.<br />
De onderdelen die als kritiek uit de FMECA-analyse <strong>van</strong> SPS Gouda gekomen zijn, zijn de<br />
volgende:<br />
* Bedrijfsdoelstelling 1.=Veiligheid, 2.=Milieu, 3.=kwaliteit, 4.=Leveringsbetrouwbaarheid<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Kritiek op<br />
Bedrijfsdoelstelling*<br />
# SYSTEEM ONDERDEEL TAG COMPONENT 1. 2. 3. 4.<br />
1 OPSLAG REINWATERRESERVOIR RRO1 Dak X<br />
2 OPSLAG REINWATERRESERVOIR RRO2 Dak X<br />
3<br />
Filterelementen X<br />
4 Leidingwerk X<br />
OPSLAG BE- ONTLUCHTINGSFILTER RRO1-LF01<br />
5 Ontlastklep X<br />
6 Terugslagklep X<br />
7<br />
Filterelementen X<br />
8 Leidingwerk X<br />
OPSLAG BE- ONTLUCHTINGSFILTER RRO2-LF02<br />
9 Ontlastklep X<br />
10 Terugslagklep X<br />
11 SECUNDAIRE SYSTEMEN BEVEILIGING - Brandmeldcentrale X<br />
12 SECUNDAIRE SYSTEMEN BEVEILIGING - Inbraakcentrale X<br />
Pagina 16 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
2.3.4. Grafische weergave <strong>van</strong> kritieke onderdelen<br />
Om een duidelijk beeld te krijgen <strong>van</strong> de kritieke onderdelen, zijn de kritieke faaloorzaken<br />
(rode vakken) per bedrijfsdoelstelling geplot in de risicomatrices <strong>van</strong> <strong>Oasen</strong>. De effecten <strong>van</strong><br />
de kritieke onderdelen bij “geen <strong>onderhoud</strong>” zijn uitgezet ten opzichte <strong>van</strong> “met preventief<br />
<strong>onderhoud</strong>”. Hierdoor wordt direct zichtbaar in welke mate het uitvoeren <strong>van</strong> <strong>onderhoud</strong> <strong>van</strong><br />
invloed is op het risico, kans en effect <strong>van</strong> de kritieke onderdelen.<br />
Voor deze risicomatrices is gebruik gemaakt <strong>van</strong> beschikbare informatie uit het Optimizer+®-<br />
bestand, gemaakt op 25 oktober 2012, en de in §1.3 omschreven procentuele frequenties.<br />
Bedrijfsdoelstelling “VEILIGHEID”<br />
Voor SPS Gouda zijn er geen faaloorzaken die in het rode deel <strong>van</strong> de matrix “Veiligheid”<br />
vallen.<br />
Bedrijfsdoelstelling “MILIEU”<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Zonder Preventief Onderhoud<br />
Met Preventief Onderhoud<br />
Brandbeveiliging<br />
Pagina 17 <strong>van</strong> 26
Bedrijfsdoelstelling “KWALITEIT”<br />
Terugslagklep<br />
be- en<br />
ontluchtingsunit<br />
RR01<br />
(Veroudering)<br />
Terugslagklep<br />
be- en<br />
ontluchtingsunit<br />
RR01<br />
(Veroudering)<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Dakbedekking<br />
RR01 & RR02<br />
(Veroudering)<br />
Met preventief<br />
<strong>onderhoud</strong><br />
Dakbedekking<br />
RR01 & RR02<br />
(Veroudering)<br />
Ontlastklep<br />
be- en<br />
ontluchtingsunit<br />
RR01 & RR02<br />
(Veroudering)<br />
Ontlastklep<br />
be- en<br />
ontluchtingsunit<br />
RR01 & RR02<br />
(Veroudering)<br />
Brandbeveiliging<br />
Inbraakbeveiliging<br />
Ontlastklep be- en<br />
ontluchtingsunit<br />
RR01 & RR02<br />
(Verkleving<br />
rubber ring)<br />
Filterelementen be-<br />
en ontluchtingsunit<br />
RR01 & RR02<br />
(Vervuiling)<br />
Leidingwerk<br />
be- en<br />
ontluchtingsunit<br />
RR01 & RR02<br />
(Veroudering)<br />
Dakbedekking<br />
RR01 & RR02<br />
(Lekkage)<br />
Brandbeveiliging<br />
Inbraakbeveiliging<br />
Ontlastklep be- en<br />
ontluchtingsunit<br />
RR01 & RR02<br />
(Verkleving<br />
rubber ring)<br />
Filterelementen be-<br />
en ontluchtingsunit<br />
RR01 & RR02<br />
(Vervuiling)<br />
Leidingwerk<br />
be- en<br />
ontluchtingsunit<br />
RR01 & RR02<br />
(Veroudering)<br />
Dakbedekking<br />
RR01 & RR02<br />
(Lekkage)<br />
Pagina 18 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
Bedrijfsdoelstelling “LEVERINGSBETROUWBAARHEID” [10 jaar > x > 5 jaar]<br />
Geen<br />
effect<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Geen<br />
effect<br />
Geen<br />
effect<br />
Met preventief<br />
<strong>onderhoud</strong><br />
Geen<br />
effect<br />
Geen<br />
effect<br />
Geen<br />
effect<br />
Geen<br />
effect<br />
Brandbeveiliging<br />
Inbraakbeveiliging<br />
Geen<br />
effect<br />
Brandbeveiliging<br />
Inbraakbeveiliging<br />
Pagina 19 <strong>van</strong> 26
2.4. Kritieke onderdelen – Onderhoud op basis <strong>van</strong> Risico<br />
In deze paragraaf worden de benodigde beheersmaatregelen benoemd die nodig zijn om<br />
ongewenst falen <strong>van</strong> de kritieke onderdelen te <strong>voor</strong>komen.<br />
Brandmeldinstallatie<br />
Gebeurtenis: Oorzaak: Gevolgen: Beheersmaatregel(en):<br />
Geen<br />
brandmelding<br />
Toelichting:<br />
Defecte<br />
brandmelder(s)<br />
of apparatuur<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Brandschade <br />
- Lagere druk dan<br />
normaal (Uitval locatie);<br />
- Geen gegarandeerde<br />
chemische en<br />
bacteriologische<br />
veiligheid drinkwater;<br />
- Overtreding<br />
milieu<strong>voor</strong>schriften.<br />
Periodiek <strong>onderhoud</strong>;<br />
Continu bewaking;<br />
storingsmeldingen;<br />
Permanente bewaking<br />
doormelding storingen<br />
naar PAC;<br />
Werkvergunning.<br />
Onder normale omstandigheden is het aannemelijk dat er geen persoonlijk letsel door brand<br />
zal ontstaan doordat de verblijftijd <strong>van</strong> de medewerkers beperkt is. Bij<br />
(<strong>onderhoud</strong>s)werkzaamheden is er een verhoogd risico. Denk hierbij aan werkzaamheden met<br />
warmtebronnen en elektriciteit.<br />
In het geval er brand zal er materiële schade zijn. Afhankelijk <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de brand<br />
kunnen installaties geheel of gedeeltelijk beschadigd zijn. Ook kan er milieuschade ontstaan<br />
door vrijkomende rook en bluswater of andere blusmiddelen.<br />
Inbraakmeldinstallatie<br />
Gebeurtenis: Oorzaak: Gevolg: Beheersmaatregel(en):<br />
Geen<br />
inbraakmelding<br />
Toelichting:<br />
Defecte<br />
detectie of<br />
apparatuur<br />
Ongewenste toegang <br />
- Geen gegarandeerde<br />
chemische en<br />
bacteriologische<br />
veiligheid drinkwater;<br />
- Lagere druk dan<br />
normaal (Uitval locatie).<br />
Periodiek <strong>onderhoud</strong>;<br />
Continue bewaking<br />
storingen;<br />
Permanente bewaking<br />
doormelding storingen<br />
naar PAC.<br />
Bij binnendringen <strong>van</strong> ongewenste personen in een situatie waarbij er geen inbraakmelding<br />
actief is zijn er mogelijkheden om wijzigingen en/of schade aan de installaties aan te brengen.<br />
Ook is er een gerede kans dat diefstal plaats zal vinden.<br />
Bij een gerichte actie (terrorisme) zijn alle denkbare ernstige gevolgen mogelijk.<br />
Pagina 20 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
Be- en ontluchtingsfilters reinwaterkelder(s)<br />
Gebeurtenis: Oorzaak: Gevolg: Beheersmaatregel(en):<br />
Geen<br />
Defect<br />
Open verbinding met Periodieke controle;<br />
luchtfiltering filterelement buitenlucht<br />
Periodiek preventief<br />
Geen gegarandeerde filterelementen<br />
chemische en<br />
ver<strong>van</strong>gen ;<br />
bacteriologische<br />
Testen ontlastklep.<br />
Beperkte<br />
luchtfiltering<br />
Vastzitten<br />
/defect<br />
ontlastklep<br />
Veroudering<br />
leidingwerk<br />
Veroudering<br />
Filterelement<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
veiligheid drinkwater.<br />
Gescheurd filterelement<br />
Geen gegarandeerde<br />
chemische en<br />
bacteriologische<br />
veiligheid drinkwater.<br />
Gescheurd leidingwerk<br />
Geen gegarandeerde<br />
chemische en<br />
bacteriologische<br />
veiligheid drinkwater.<br />
Dichtslaan en/of<br />
vervuiling <strong>van</strong> filter<br />
(verminderde capaciteit)<br />
onderdruk <br />
ontlastklep opent <br />
Geen gegarandeerde<br />
chemische en<br />
bacteriologische<br />
veiligheid drinkwater.<br />
Vochtophoping Bacterie- en/of<br />
Toelichting: RR01-LF01 & RR02-LF01<br />
Dakbedekking<br />
schimmelvorming<br />
Geen gegarandeerde<br />
chemische en<br />
bacteriologische<br />
veiligheid drinkwater.<br />
Gebeurtenis: Oorzaak: Gevolg: Beheersmaatregel(en):<br />
Lekkage Veroudering Regenwater loopt in Ballastlaag <strong>van</strong> grind;<br />
kelder Geen<br />
Periodieke controle;<br />
gegarandeerde<br />
Periodieke inspectie;<br />
chemische en<br />
Periodiek schoonmaak;<br />
bacteriologische<br />
Periodiek preventief<br />
veiligheid drinkwater.<br />
dakbedekking ver<strong>van</strong>gen .<br />
Toelichting: RR01 en RR02<br />
Wortelgroei Bij afsterven wortels <br />
Geen gegarandeerde<br />
bacteriologische<br />
veiligheid drinkwater.<br />
Beschadiging Regenwater loopt in<br />
kelder Geen<br />
gegarandeerde<br />
chemische en<br />
bacteriologische<br />
veiligheid drinkwater.<br />
Regenwater kan via stortnaden en krimpscheuren in contact komen met reinwater.<br />
Pagina 21 <strong>van</strong> 26
2.5. Aanbeveling <strong>van</strong> modificaties <strong>suppletiepompstation</strong> Gouda<br />
Aanbeveling modificaties<br />
Installatie(onderdeel) Modificatie<br />
Niveauschakelaar<br />
water-op-vloer detectie<br />
Drukmeters<br />
(uitgaande druk)<br />
Manual controle en<br />
kalibreren drukmeters<br />
Verdeelblok<br />
meetleidngen<br />
Toelichting:<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
Bijplaatsen <strong>van</strong> een 3 e niveauschakelaar, ten behoeve <strong>van</strong> water-<br />
op-vloer detectie, volgens de standaard <strong>van</strong> <strong>Oasen</strong>.<br />
Aanbrengen testmeetleiding bij drukmeters ten behoeve <strong>van</strong><br />
aanbrengen gekalibreerde testdrukmeter.<br />
Opstellen manual locatie specifiek “controle en kalibreren<br />
drukmeters”.<br />
Aanbrengen kogelkraan op verdeelblok ten behoeve <strong>van</strong><br />
doorspoelen.<br />
1. Door het plaatsen <strong>van</strong> een 3 e niveauschakelaar, ten behoeve <strong>van</strong> de water-op-vloer detectie,<br />
wordt de betrouwbaarheid <strong>van</strong> de schakeling groter. Doordat de water-op-vloer detectie dan<br />
uit “2 uit 3 schakelaars” bestaat, worden bij het falen <strong>van</strong> één niveauschakelaar nog steeds de<br />
verdrinkafsluiters dicht gestuurd.<br />
2. Door het aanbrengen <strong>van</strong> een testmeetleiding wordt het mogelijk om de drukmeters<br />
(uitgaande druk) te controleren en te kalibreren. Het is op dit moment niet mogelijk om een<br />
gekalibreerde testmeter aan te sluiten en de drukmeters te controleren.<br />
3. Er is tot op heden nog geen locatie specifieke manual aanwezig <strong>voor</strong> het controleren en<br />
kalibreren <strong>van</strong> de drukmeters.<br />
4. Door het aanbrengen <strong>van</strong> een kogelkraan op het verdeelblok, wordt het mogelijk om de<br />
meetleidingen door te spoelen.<br />
Pagina 22 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
3 Bijlage 1 - Risicomatrices<br />
KWALITEIT<br />
Acute gevaren <strong>voor</strong> de<br />
volksgezondheid<br />
Microbiologische veiligheid kan niet<br />
worden gegarandeerd<br />
Afwijking <strong>van</strong> de wettelijke norm,<br />
maar niet acuut<br />
Afwijking <strong>van</strong> de bedrijfsnorm, maar<br />
binnen de wettelijke norm<br />
Geen effect<br />
MILIEU<br />
Overtreding <strong>van</strong><br />
milieuvergunnings<strong>voor</strong>schriften met<br />
grote gevolgen <strong>voor</strong> de omgeving<br />
Overtreding <strong>van</strong><br />
milieuvergunnings<strong>voor</strong>schriften met<br />
gevolgen <strong>voor</strong> de waterwinning<br />
Overtreding <strong>van</strong><br />
milieuvergunnings<strong>voor</strong>schriften met<br />
hinder 'binnen het hek'<br />
Overtreding <strong>van</strong><br />
milieuvergunnings<strong>voor</strong>schriften<br />
zonder directe gevolgen<br />
Geen effect<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
> 20<br />
jaar<br />
> 20<br />
jaar<br />
20 jaar<br />
> x ><br />
10 jaar<br />
20 jaar<br />
> x ><br />
10 jaar<br />
10 jaar<br />
> x ><br />
5 jaar<br />
10 jaar<br />
> x ><br />
5 jaar<br />
5 jaar<br />
> x ><br />
1 jaar<br />
5 jaar<br />
> x ><br />
1 jaar<br />
1 jaar<br />
> x ><br />
0 uur<br />
1 jaar<br />
> x ><br />
0 uur<br />
Pagina 23 <strong>van</strong> 26
VEILIGHEID<br />
Letsel met dood of handicap tot<br />
gevolg<br />
Letsel met langdurig verzuim > 1<br />
maand<br />
Klein letsel met verzuim < 1 maand<br />
Klein letsel zonder verzuim<br />
Geen effect<br />
LEVERINGSBETROUWBAARHEID<br />
Drukloos leidingnet<br />
(leveringsonderbreking drinkwater)<br />
Lage druk, onder de wettelijke norm<br />
(Leveringsonderbreking maar niet<br />
drukloos)<br />
Lagere druk dan normaal<br />
Verlies <strong>van</strong> leveringscapaciteit /<br />
Redundantie<br />
Geen effect<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
> 20<br />
jaar<br />
>120<br />
uur<br />
20 jaar<br />
> x ><br />
10 jaar<br />
120 uur<br />
> x ><br />
24 uur<br />
10 jaar<br />
> x ><br />
5 jaar<br />
> 20 jaar<br />
24 uur<br />
> x ><br />
8 uur<br />
5 jaar<br />
> x ><br />
1 jaar<br />
8 uur<br />
> x ><br />
1 uur<br />
1 jaar<br />
> x ><br />
0 uur<br />
1 uur<br />
> x ><br />
0 uur<br />
Pagina 24 <strong>van</strong> 26
7 november 2012<br />
LEVERINGSBETROUWBAARHEID<br />
Drukloos leidingnet<br />
(leveringsonderbreking drinkwater)<br />
Lage druk, onder de wettelijke norm<br />
(Leveringsonderbreking maar niet<br />
drukloos)<br />
Lagere druk dan normaal<br />
Verlies <strong>van</strong> leveringscapaciteit /<br />
Redundantie<br />
Geen effect<br />
LEVERINGSBETROUWBAARHEID<br />
Drukloos leidingnet<br />
(leveringsonderbreking drinkwater)<br />
Lage druk, onder de wettelijke norm<br />
(Leveringsonderbreking maar niet<br />
drukloos)<br />
Lagere druk dan normaal<br />
Verlies <strong>van</strong> leveringscapaciteit /<br />
Redundantie<br />
Geen effect<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
>120<br />
uur<br />
>120<br />
uur<br />
20 jaar > x > 10 jaar<br />
120 uur<br />
> x ><br />
24 uur<br />
24 uur<br />
> x ><br />
8 uur<br />
8 uur<br />
> x ><br />
1 uur<br />
10 jaar > x > 5 jaar<br />
120 uur<br />
> x ><br />
24 uur<br />
24 uur<br />
> x ><br />
8 uur<br />
8 uur<br />
> x ><br />
1 uur<br />
1 uur<br />
> x ><br />
0 uur<br />
1 uur<br />
> x ><br />
0 uur<br />
Pagina 25 <strong>van</strong> 26
LEVERINGSBETROUWBAARHEID<br />
Drukloos leidingnet<br />
(leveringsonderbreking drinkwater)<br />
Lage druk, onder de wettelijke norm<br />
(Leveringsonderbreking maar niet<br />
drukloos)<br />
Lagere druk dan normaal<br />
Verlies <strong>van</strong> leveringscapaciteit /<br />
Redundantie<br />
Geen effect<br />
LEVERINGSBETROUWBAARHEID<br />
Drukloos leidingnet<br />
(leveringsonderbreking drinkwater)<br />
Lage druk, onder de wettelijke norm<br />
(Leveringsonderbreking maar niet<br />
drukloos)<br />
Lagere druk dan normaal<br />
Verlies <strong>van</strong> leveringscapaciteit /<br />
Redundantie<br />
Geen effect<br />
<strong>Optimalisatie</strong> <strong>van</strong> Onderhoud SPS Gouda<br />
Versie: 0.0<br />
>120<br />
uur<br />
>120<br />
uur<br />
120 uur<br />
> x ><br />
24 uur<br />
5 jaar > x > 1 jaar<br />
120 uur<br />
> x ><br />
24 uur<br />
24 uur<br />
> x ><br />
8 uur<br />
1 jaar > x > 0 uur<br />
24 uur<br />
> x ><br />
8 uur<br />
8 uur<br />
> x ><br />
1 uur<br />
8 uur<br />
> x ><br />
1 uur<br />
1 uur<br />
> x ><br />
0 uur<br />
1 uur<br />
> x ><br />
0 uur<br />
Pagina 26 <strong>van</strong> 26