totaal ziektes met schema's.pdf - Gynaecologie
totaal ziektes met schema's.pdf - Gynaecologie
totaal ziektes met schema's.pdf - Gynaecologie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Reservoir<br />
De mens.<br />
Bes<strong>met</strong>tingsweg<br />
De bes<strong>met</strong>ting is steeds van mens op mens. Het contact <strong>met</strong> de bron moet<br />
nauw en langdurig zijn, zoals in gezinnen en instellingen. Overdracht geschiedt<br />
via direct contact <strong>met</strong> de neus/keelholte (zoen) en/of wondexsudaat (huiddifterie<br />
is dus bes<strong>met</strong>telijk). Overdracht van een huidlaesie naar de keel is effectiever<br />
dan omgekeerd. Infectie vindt<br />
ook aerogeen plaats, via druppeltjes uit de neus/keelholte, zoals bij hoesten,<br />
niezen en zingen. Bes<strong>met</strong>ting via voorwerpen (ingedroogde druppeltjes of<br />
wondexsudaat bereiken via hand-mondcontact de keel) komt soms voor. In het<br />
algemeen geldt dat overdracht door een zieke effectiever is dan door een<br />
drager. Er is één geval beschreven waarbij rauwe koemelk, door mensen<br />
bes<strong>met</strong>, de bron bleek. Het is onvoldoende duidelijk uit de literatuur of er<br />
bes<strong>met</strong>ting kan plaatsvinden via moedermelk; het directe contact tussen<br />
moeder en kind is een veel belangrijker bes<strong>met</strong>tingsweg. Het is niet bekend of<br />
het toxine de placenta passeert.<br />
Bes<strong>met</strong>telijke periode<br />
Deze verschilt van persoon tot persoon. Meestal verdwijnen de bacteriën binnen<br />
twee weken, bij huiddifterie is deze periode langer. Chronisch dragerschap in<br />
nasopharynx of de huid komt, zij het zelden, voor. Dragers kunnen langer dan<br />
zes maanden, incidenteel levenslang, bacteriën uitscheiden. Na instellen van de<br />
juiste antibiotische behandeling stopt uitscheiding vrijwel direct.<br />
In endemische gebieden heeft 3-5% van de bevolking de bacterie periodiek in<br />
de keel of op de huid. In landen waar de vaccinatiegraad hoog is, zoals in<br />
Nederland, is dit vermoedelijk vrijwel 0%.<br />
Risicogroepen<br />
• niet of onvolledig gevaccineerden;<br />
• reizigers vanuit en naar gebieden waar difterie endemisch voorkomt<br />
(reizigers, vluchtelingen en asielzoekers);<br />
• personen die in nauw contact komen <strong>met</strong> inreizenden vanuit endemische<br />
gebieden;<br />
• mensen <strong>met</strong> een verminderde weerstand (door ziekte, ouderen, zwervers en<br />
alcoholisten);<br />
• zij die <strong>met</strong> bovengenoemde groepen werken.<br />
Behandeling<br />
Bij het vermoeden van neus- en/of keeldifterie dient de patiënt in een ziekenhuis<br />
opgenomen (en geïsoleerd verpleegd) te worden.<br />
Immunisatie<br />
Actieve immunisatie<br />
De belangrijkste peiler van preventie is bescherming tegen de gevolgen van het<br />
toxine door het actief immuniseren en op peil houden van de immuunstatus van<br />
de gehele bevolking.<br />
Immunisatie geschiedt <strong>met</strong> toxoïd, wat onder bepaalde omstandigheden kan<br />
terugkeren tot toxine. In Nederland wordt volgens het Rijksvaccinatieprogramma<br />
sedert 1953 aan alle kinderen toxoïd gegeven<br />
Bij kans op blootstelling krijgen niet-gevaccineerde volwassenen een serie van<br />
driemaal DTP, op maand nul, een en zeven. Onvolledig gevaccineerden moeten<br />
de serie afmaken ongeacht de werkelijke tijdsinterval tussen de injecties.