Drietabbetje, Suriname 2009 Diitabiki. Op een vrijdag‐ochtend vlieg ...

Drietabbetje, Suriname 2009 Diitabiki. Op een vrijdag‐ochtend vlieg ... Drietabbetje, Suriname 2009 Diitabiki. Op een vrijdag‐ochtend vlieg ...

comingacrossdotcom.files.wordpress.com
from comingacrossdotcom.files.wordpress.com More from this publisher
12.09.2013 Views

Drietabbetje, Suriname 2009 Diitabiki. Op een vrijdag‐ochtend vlieg ik naar Drietabbetje (Diitabiki), een Marron‐ dorpje , diep in het binnenland, aan de Tapanahoni‐rivier. Ik had een weekje vakantie, wilde even de drukte van het ziekenhuis en Paramaribo ontvluchten, en ik kon logeren in het huis van een van de dokters van de Medische Zending in Drietabbetje. Alberto, de Cubaanse arts, die de poli‐ kliniek runt in Drietabbetje, is twee jaar geleden naar het Binnenland van Suriname verhuisd. Ik denk deels vanuit Cubaans socialisme en idealisme, deels omdat de Surinaamse regering de dokters net iets beter betaalt dan Fidel Castro, maar vooral omdat hij diep in zijn hart een woudloper en jager is. De ochtend dat ik op het vliegveldje in Drietabbetje aankom, laat hij me direct zijn nieuwste vangst zien; een kleine Kaaiman. “Ah, tu cucinas la cena, Jessica?” – Eh ja, natuurlijk…..

<strong>Drietabbetje</strong>, <strong>Suriname</strong> <strong>2009</strong><br />

<strong>Diitabiki</strong>.<br />

<strong>Op</strong> <strong>een</strong> <strong>vrijdag‐ochtend</strong> <strong>vlieg</strong> ik naar <strong>Drietabbetje</strong> (<strong>Diitabiki</strong>), <strong>een</strong> Marron‐<br />

dorpje , diep in het binnenland, aan de Tapanahoni‐rivier. Ik had <strong>een</strong><br />

weekje vakantie, wilde even de drukte van het ziekenhuis en Paramaribo<br />

ontvluchten, en ik kon logeren in het huis van <strong>een</strong> van de dokters van de<br />

Medische Zending in <strong>Drietabbetje</strong>. Alberto, de Cubaanse arts, die de poli‐<br />

kliniek runt in <strong>Drietabbetje</strong>, is twee jaar geleden naar het Binnenland van<br />

<strong>Suriname</strong> verhuisd. Ik denk deels vanuit Cubaans socialisme en idealisme,<br />

deels omdat de Surinaamse regering de dokters net iets beter betaalt dan<br />

Fidel Castro, maar vooral omdat hij diep in zijn hart <strong>een</strong> woudloper en jager<br />

is. De ochtend dat ik op het <strong>vlieg</strong>veldje in <strong>Drietabbetje</strong> aankom, laat hij me<br />

direct zijn nieuwste vangst zien; <strong>een</strong> kleine Kaaiman. “Ah, tu cucinas la cena,<br />

Jessica?” – Eh ja, natuurlijk…..


Het doktershuis, de kliniek, en de zuster‐ en broeder‐woningen zijn<br />

spiksplinternieuw, en liggen aan de rechteroever van de rivier, aan de<br />

overkant van het dorp. Het dorpje aan de overkant is ergens in de 19 e eeuw<br />

gesticht door gevluchte slaven van de Hollandse plantages. De Marrons, of<br />

boslandcreolen, van <strong>Drietabbetje</strong> en de omliggende dorpen behoren<br />

inmiddels tot <strong>een</strong> stam; de Djuka (of Auceaners) hier in <strong>Suriname</strong>, met<br />

gebruiken zoals vroeger hun voorouders in Afrika. Het dorpje <strong>Drietabbetje</strong><br />

lijkt dan ook verdacht veel op Klein‐Afrika; wassende vrouwen aan de<br />

rivier, met potten en pannen op het hoofd, halfnaakte spelende kleine<br />

kinderen, en vissende mannen die in Korjalen h<strong>een</strong> en weer de rivier<br />

opvaren. Het enige on‐Afrikaanse, maar zeer koloniaals‐Nederlands, is het<br />

keurig oud‐hollandse taalgebruikvan de dorpsbewoners. Ik wist niet wat ik<br />

hoorde, ’s ochtends‐vroeg, toen ik midden in de jungle, <strong>een</strong> klein<br />

voetballend Marron‐jongetje tegen kwam; ” Goedmorgen, hoe was uw<br />

nachtrust, mevrouw?” Ik wist niet hoe ik me moest voelen, vertederd, of<br />

toch even <strong>een</strong> wit‐plantage‐gevoel. Er is af en toe nog best wat<br />

overgebleven van de oude slaven‐tijd. Een van de grote stamfamilies van de<br />

stam is de Ottoo‐lo. Deze naam is simpelweg ontstaan omdat de stam‐<br />

moeder ooit <strong>een</strong> slavin was van mijnheer Otto.<br />

De rivier is hier van levensbelang, maar ook de enige manier om je te<br />

verplaatsen in de jungle. Hier zijn g<strong>een</strong> wegen over het land, en <strong>een</strong><br />

‘wandelingetje door de jungle’ betekent gewapend met <strong>een</strong> kapmes tussen<br />

bomen en moerassen klauteren, tussen de giftige sneki, kikkers en<br />

kaaimannen door. Bovendien gelden in de jungle andere wetten dan in<br />

Paramaribo. Paramaribo heeft hier niets te zeggen. De mensen in het<br />

binnenland hebben eigen wetten en rechtspraak. Wetten en regels, die via


de stam geregeld zijn (en dus ook door voorouders, winti en orakels). Hier<br />

in <strong>Drietabbetje</strong> woont het opper‐stamhoofd van de Djuka; Gaanman Gazon<br />

Matodja. Tijdens <strong>een</strong> van de doktersbezoekjes in het dorp neemt Alberto<br />

me mee naar de Gaanman. Oog in oog met <strong>een</strong> echt Surinaams stamhoofd!<br />

Ik had nog vers “Amin” uit de film – The last King of Schotland‐ in mijn<br />

hoofd; verlegen en onderdanig liep ik dus op de Gaanman af. Gelukkig stond<br />

ik voor <strong>een</strong> zeer vriendelijke, hoogbejaarde heer; zeker <strong>een</strong> mooi, groot en<br />

charismatisch stamhoofd – g<strong>een</strong> Harrie‐potter‐Balkenende! Naast hem<br />

zaten de hoofdkapitein van het dorp, <strong>een</strong> basja, de jongste vrouw van de<br />

Gaanman en nog wat meer gevolg.<br />

Alberto neemt plaats naast de Gaanman, en zij bespreken kort in Sranan<br />

Tongo. De basja, <strong>een</strong> grote glimlachende marron, sprak nederlands, en<br />

vroeg me geinteresseerd hoe mijn werk in Paramaribo was. Alberto nam


intussen de bloeddruk op van de Gaanman, en daarna van de rest van de<br />

hofhouding. Een van de neefjes van de Gaanman, in <strong>een</strong> Dolce ’n Gabanna‐T‐<br />

shirt en met <strong>een</strong> hip mobieltje, gaf me <strong>een</strong> ondeugende knipoog. Ik moet<br />

lachen. Nu had ik niet direct plannen om eeuwig hier in het bos te blijven,<br />

maar misschien met het idee van “jungle‐prinses’ moet ik dit toch nog maar<br />

<strong>een</strong>s overwegen.Een mooi idyllisch Marron‐dorp, met <strong>een</strong> wijze oude<br />

Gaanman, wonen aan de rivier in <strong>een</strong> tropisch regenwoud.<br />

Helaas, met alle armoede is het toch wat minder romantisch. Echtgenote<br />

zijn van <strong>een</strong> jungle‐prins, het klinkt wellicht ook <strong>een</strong> stuk mooier dan de<br />

werkelijkheid is. Als geemancipeerde europese vrouw benijd ik deze<br />

Marron‐vrouwen niet. Ze moeten hun mannen delen met meerdere<br />

vrouwen, en baren bijna ieder jaar <strong>een</strong> nieuw kind . In dit vaak<br />

electriciteitsloze dorp, waar de nacht vroeg valt, maken de mensen veel<br />

babies. Gezinnen met acht tot negen kinderen is eerder regel dan<br />

uitzondering. Bovendien werken de vrouwen hard op hun kostgrondje en<br />

in het huis, voeden de kinderen op, terwijl de mannen soms <strong>een</strong> paar<br />

maanden verdwijnen naar de goudmijnen, houtbedrijven of De Stad, om te<br />

werken als dagloner.<br />

Tijd voor <strong>een</strong> Feministische Golf, zou ik zeggen. Alberto heeft de eerste<br />

stappen van deze Revolución al gezet; hij probeert het ‘spiraaltje’ te<br />

introduceren. Het condoom is misschien nog wat progressief voor deze<br />

macho‐marron‐mannen.<br />

Met <strong>een</strong> blik zie je dat met deze macho‐marron‐mannen niet valt te spotten.<br />

Het moet dan niet moeilijk zijn geweest voor Ronnie Brunswijk om hier ooit<br />

zijn maatjes te ronselen voor de Jungle‐Commando. Met buitenboord‐<br />

moter‐korjalen racen deze mannen over de Tapamahoni‐rivier. Tussen de


vaten olie en benzine in de boten zal vast ook af en toe <strong>een</strong> verdwaalde<br />

lading coke uit Brazilie zitten, en af en toe landt <strong>een</strong> onbestemd <strong>vlieg</strong>tuigje<br />

even in de jungle. Hier in de jungle zie je g<strong>een</strong> politie of douane, en de<br />

100%‐controle in Schiphol is nog ver weg.<br />

Ik logeer <strong>een</strong> week in het doktershuis bij Alberto. Van het begin af aan zijn<br />

de rollen duidelijk; iedere ochtend zet ik koffie voor hem, en hierna gaat<br />

Alberto naar de kliniek. Ik doe boodschappen in het dorp, vergezeld door<br />

<strong>een</strong> van de broeders, en zorg dat er ’s avonds vlees met wat groenten op<br />

tafel staat. Alberto geniet duidelijk vrouwlijk gezelschap in huis. Alhoewel<br />

ik weet dat hij meerdere vriendinnen heeft in de omringende dorpen, mist<br />

hij <strong>een</strong> vrouw in huis. Hij zit al twee jaar in de jungle, en zijn vrouw en kind<br />

heeft hij achtergelaten in Cuba. De dorpsbewoners van Driitabikii zijn<br />

blijkbaar ook blij dat er <strong>een</strong> hun dokter <strong>een</strong> “echtgenote” gevonden heeft.<br />

Als ik met broeder Buru door <strong>een</strong> van de dorpen wandel, krijg ik ik<br />

goedkeurende blikken van de marron‐vrouwen; “ik beweeg goed met mijn<br />

heupen, ik zou <strong>een</strong> echte Surinaamse Panga moeten dragen in plaats van<br />

<strong>een</strong> broek”, vertelt <strong>een</strong> van de vrouwen aan mij. <strong>Op</strong> <strong>een</strong> ochtend aan het<br />

ontbijt kan Alberto het niet meer voor zich houden. “Jessica, I must tell you<br />

this” begint hij nerveus. “every night I cannot fall asleep. I must constantly<br />

think of you. I am attracted to you. Do you think that you….?<br />

Hij maakt zijn zin niet af. Alhoewel ik inmiddels diepe sympathie voel voor<br />

deze Cubaanse woudloper, ontbreekt echt ieder enkel gevoel van fysieke<br />

aantrekkingskracht. Ik knik nee. “ No worries, Jessica. I respect you.” Stelt<br />

Alberto mij gerust<br />

Die avond doe ik toch aarzelend mijn slaapkamerdeur op slot. Ik voel me<br />

voor het eerst in mijn leven kwetsbaar als vrouw. Hoe naief was ik geweest


om om helemaal all<strong>een</strong> naar dit primaire Tarzan‐en‐Jane‐Jungle‐oord te<br />

vertrekken?<br />

Maar de volgende ochtend aan het ontbijt, als ik de warme vriendelijke<br />

glimlach van Alberto zie, schaam ik me. Ik hoef hem niet te wantrouwen.<br />

Een ding is zeker; varen in <strong>een</strong> Korjaal over de Tapamahoni met <strong>een</strong><br />

Yamaha‐buitenboordmotor is fantastisch! Dwars door de jungle, over de<br />

soela’s, vrolijke reggae‐muziek vanuit de verschillende Marron‐dorpjes aan<br />

de oever, Parbo‐biertje, watermeloen, what a life! Feesten met Marrons is<br />

sowieso gezellig! Met broeder Buru ben ik naar de dorpjes Moitaki en Jausa<br />

gevaren, waar <strong>een</strong> feest was vanwege het einde van <strong>een</strong> rouwperiode.<br />

Marrons willen, als het even kan, sterven in het binnenland. Een tijdje<br />

geleden had ik op de intensive care <strong>een</strong> ernstig zieke patiënt, die beademt<br />

werd, en die na weken intensieve zorg niet meer beter ging worden. Zijn<br />

familie wilde de man m<strong>een</strong>emen naar het binnenland om daar te sterven,<br />

ondanks dat ik ze waarschuwde, dat de patiënt zonder beademing<br />

waarschijnlijk het <strong>vlieg</strong>tuig niet <strong>een</strong>s levend zou halen. Broeder Vast zei me<br />

nog “ Let op Jessica, dit is <strong>een</strong> taai slag mensen, deze man verlaat nog <strong>een</strong>s<br />

lopend het ziekenhuis.” En inderdaad; enkele uren na het stoppen van de<br />

beademing, liet mijn patiënt weten dat hij honger had, en eindelijk <strong>een</strong>s iets<br />

lekkers wilde eten. De volgende dag vloog hij in <strong>een</strong> <strong>vlieg</strong>tuigje naar<br />

Laduani, <strong>een</strong> dorp in het Boven‐<strong>Suriname</strong>‐gebied om in het bos zijn laatste<br />

avondmaal te krijgen.<br />

Na <strong>een</strong> week neem ik afscheid van Alberto, en stap in het <strong>vlieg</strong>tuigje dat mij<br />

terug naar Paramaribo zal brengen. Alberto drukt <strong>een</strong> pakketje in mijn


handen. Een stuk Kaaiman‐vlees uit de vriezer. “Here Jessica, just prepare<br />

the meat like you prepare chicken.”<br />

Ik beloof het hem, en <strong>vlieg</strong> terug naar civilization. Terug naar Paramaribo.<br />

Met mijn pakketje Waterkip.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!