12.09.2013 Views

Wereldbeeld 2011-03 - Vereniging voor Verenigde Naties

Wereldbeeld 2011-03 - Vereniging voor Verenigde Naties

Wereldbeeld 2011-03 - Vereniging voor Verenigde Naties

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

minatiebeginsel. 14 Ook in de gelijkaardige zaak X t.<br />

Colombia oordeelde het Mensenrechtencomité dat<br />

het wel toekennen van een overlevingspensioen aan<br />

een partner uit een heteroseksuele relatie maar niet<br />

aan een partner uit een homoseksuele relatie in strijd<br />

was met artikel 26 IVBPR. 15<br />

Dat er nog heel wat ruimte is <strong>voor</strong> de mainstreaming<br />

van LGBT-rechten via het IVBPR blijkt uit het<br />

<strong>voor</strong>beeld van het Europees Hof <strong>voor</strong> de Rechten<br />

van de Mens. Aan de hand van bepalingen uit het<br />

Europees Verdrag <strong>voor</strong> de Rechten van de Mens<br />

(EVRM) die vrij gelijkaardig zijn aan bepalingen uit<br />

het IVBPR, met name artikel 8 EVRM (het recht op<br />

de eerbiediging van de privacy en het gezinsleven) en<br />

artikel 14 EVRM (het non-discriminatiebeginsel)<br />

heeft het Hof reeds een lange weg afgelegd op vlak<br />

van de erkenning van rechten van holebi’s en transgenderisten.<br />

Op strafrechtelijk vlak oordeelde het Hof dat een<br />

strafrechtelijk verbod van homoseksuele handelingen<br />

niet verenigbaar was met artikel 8 EVRM 16 en dat<br />

een verschil in minimumleeftijd <strong>voor</strong> seksuele handelingen<br />

met personen van hetzelfde en personen<br />

van een verschillend geslacht in strijd was met artikel<br />

14 EVRM in samenhang met artikel 8 EVRM. 17<br />

Het intrekken van het hoederecht van een man over<br />

zijn dochter omwille van zijn homoseksuele geaardheid<br />

werd in strijd bevonden met artikel 14 EVRM<br />

in samenhang met artikel 8 EVRM 18 , evenals de afwijzing<br />

van een vrouw als kandidaat-adoptant om<br />

dezelfde redenen. 19 Het onderzoek naar de seksuele<br />

geaardheid van enkele Britse militairen en hun ontslag<br />

omwille hiervan was in strijd met artikel 8<br />

EVRM. 20 De weigering om een betoging <strong>voor</strong> homoseksuele<br />

rechten te laten doorgaan maakte een<br />

schending uit van artikel 11 EVRM, de vrijheid van<br />

vergadering en vereniging, en van artikel 14 EVRM<br />

in samenhang met artikel 11 EVRM. 21 Het feit dat<br />

de heteroseksuele partner ten laste wel gedekt werd<br />

door de ziekteverzekering <strong>voor</strong> ambtenaren, terwijl<br />

dat niet het geval was <strong>voor</strong> een homoseksuele partner<br />

ten laste, maakte een schending uit van artikel<br />

14 EVRM in samenhang met artikel 8 EVRM. 22 De<br />

weigering aan een man om, na het overlijden van<br />

zijn levensgezel van hetzelfde geslacht, diens huurovereenkomst<br />

over te nemen, terwijl dat wel mogelijk<br />

was <strong>voor</strong> een levensgezel van het andere geslacht<br />

werd eveneens in strijd bevonden met artikel 14<br />

EVRM in samenhang met artikel 8 EVRM. 23 Algemeen<br />

vereist het Hof bij het onderzoek onder artikel<br />

14 EVRM “particularly serious reasons” om een onderscheid<br />

op basis van seksuele geaardheid te rechtvaardigen.<br />

24 Voorlopig weigert het Hof wel nog om de<br />

JAARGANG 35, NR. 159, <strong>2011</strong>/3<br />

beperking van het huwelijk tot personen van een<br />

verschillend geslacht in strijd te vinden met artikel<br />

12 EVRM, het recht te huwen, en met artikel 14<br />

EVRM in samenhang met artikel 8 EVRM. 25<br />

In tegenstelling tot het Mensenrechtencomité, heeft<br />

het Hof zich ook al meermaals moeten uitspreken<br />

over de rechten van transgenderisten. Vooral de zaak<br />

Christine Goodwin t. het Verenigd Koninkrijk 26 betekende<br />

een enorme doorbraak. Hierin stelde het Hof<br />

dat een transseksueel onder artikel 8 EVRM het<br />

recht heeft op de wettelijke erkenning van zijn of<br />

haar geslachtsverandering. Bovendien oordeelde het<br />

Hof dat een transseksueel op basis van artikel 12<br />

EVRM het recht heeft om te huwen met een persoon<br />

van het verschillende geslacht. De latere zaak<br />

Schlumpf t. Zwitserland 27 draaide dan weer rond de<br />

weigering door een ziekteverzekeraar om de kosten<br />

terug te betalen van de geslachtsverandering van de<br />

verzoeker, een 67-jarige man-naar-vrouw-transseksueel.<br />

Zij had de operatie laten uitvoeren <strong>voor</strong> het einde<br />

van de tweejarige bedenkperiode die door de verzekeraar<br />

als <strong>voor</strong>waarde gesteld werd om terugbetaling<br />

van de kosten te krijgen. Gezien de leeftijd van<br />

de betrokkene zou een uitstel van twee jaar de risico’s<br />

van een operatie ernstig verhogen. In die omstandigheden<br />

was de mechanische toepassing van de<br />

bedenkperiode volgens het Hof in strijd met artikel 8<br />

EVRM.<br />

Yogyakarta-principes<br />

In november 2006 organiseerde de International Commission<br />

of Jurists een conferentie in de Indonesische<br />

provincie Yogyakarta over seksuele geaardheid en<br />

genderidentiteit. Dit resulteerde in de aanname van<br />

29 principes, de zogenaamde Yogyakarta-principes. 28<br />

Deze vormen het meest uitgebreide document betreffende<br />

LGBT-rechten als mensenrechten op het internationale<br />

niveau. Elk principe wordt aangevuld<br />

met een reeks maatregelen die staten moeten nemen<br />

om dit principe te implementeren. De principes zijn<br />

bedoeld om een afspiegeling te vormen van de verplichtingen<br />

onder de bestaande internationale mensenrechtenverdragen<br />

op vlak van seksuele geaardheid<br />

en genderidentiteit. Ze vormen dus als het ware<br />

een handleiding <strong>voor</strong> de mainstreaming van LGBTrechten.<br />

Vooreerst brengt het document de universaliteit van<br />

de mensenrechten (principe 1) en het non-discriminatiebeginsel<br />

(principe 2) in herinnering. Iedereen<br />

heeft het recht om erkend te worden als een persoon<br />

<strong>voor</strong> de wet. In het bijzonder kunnen personen niet<br />

gedwongen worden om medische procedures, zoals<br />

37

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!