Wereldbeeld 2011-03 - Vereniging voor Verenigde Naties
Wereldbeeld 2011-03 - Vereniging voor Verenigde Naties
Wereldbeeld 2011-03 - Vereniging voor Verenigde Naties
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
eed (bij<strong>voor</strong>beeld Eurocities, dat volgende thema’s<br />
behandelt: samenwerking, cultuur, economie, milieu,<br />
kennissamenleving, transport, sociale vraagstukken),<br />
ze brengen kleine steden (bij<strong>voor</strong>beeld Sustainable<br />
Cities and Towns Campaign) of grote (bij<strong>voor</strong>beeld<br />
Metropolis, een netwerk van hoofdsteden en steden<br />
met meer dan 1 miljoen inwoners) samen en ze hebben<br />
weinig leden (bij<strong>voor</strong>beeld Megacities Project met<br />
22 leden) of net heel veel (bij<strong>voor</strong>beeld International<br />
Council for Local Environmental Initiatives met meer<br />
dan 1.200 leden). Drie doelstellingen springen bij<br />
deze stedennetwerken in het oog: (1) capaciteitsbevordering<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld via technische ondersteuning);<br />
(2) een luidere stem in de internationale arena<br />
hebben (lobby- en vertegenwoordigingsfunctie);<br />
(3) informatie, kennis en best practices uitwisselen<br />
(leerfunctie).<br />
Het bovenvermelde C40-netwerk illustreert de invulling<br />
van deze drie functies goed. Dat netwerk telt<br />
anno <strong>2011</strong> 40 lidsteden en er sloten zich een aantal<br />
kleinere ‘<strong>voor</strong>beeldsteden’ als geaffilieerde steden<br />
aan. 7 Bovendien werd er een akkoord afgesloten met<br />
het Clinton Climate Initiative (CCI) dat de uitvoerende<br />
tak van de organisatie werd. De samenwerking<br />
tussen C40 en CCI heeft ondertussen zijn eerste concrete<br />
vruchten afgeworpen. Zo zijn er verschillende<br />
programma’s opgericht die concrete CO 2-reducties<br />
moeten teweegbrengen. Het meest uitgebouwde programma<br />
is het Energy Efficiency Building Retrofit Program.<br />
Vijf van de grootste banken ter wereld (ABN<br />
AMRO, Citi, Deutsche Bank, JPMorgan Chase en<br />
UBS) en vier belangrijke energiedienstenbedrijven<br />
(Honeywell, Johnson Controls Inc, Siemens en<br />
Trane) werden geëngageerd om lokale overheden bij<br />
te staan bij het energie-efficiënter maken van hun<br />
eigen gebouwen. Het mechanisme werkt als volgt: de<br />
bedrijven leveren hun diensten en producten aan<br />
goedkopere tarieven en krijgen in ruil een grotere<br />
afzetmarkt. De banken staan in <strong>voor</strong> de leningen, die<br />
de steden kunnen terugbetalen door de energiebesparingen<br />
die ze realiseren. Dit programma is een<br />
goed <strong>voor</strong>beeld van capaciteitsbevordering. Zulke<br />
grote projecten kosten immers handenvol geld, wat<br />
steden er vaak van weerhoudt om er daadwerkelijk<br />
mee van start te gaan. Bovendien kunnen ze door<br />
het programma ook beroep doen op experten <strong>voor</strong><br />
bij<strong>voor</strong>beeld advies over energie-efficiëntie. C40 vervult<br />
ook een lobby- en vertegenwoordigingsfunctie.<br />
Op verschillende internationale klimaatmeetings<br />
presenteerde C40 communiqués waarin nationale<br />
overheden gevraagd wordt om steden de nodige verantwoordelijkheden,<br />
vrijheden en middelen te geven<br />
om een progressief klimaatbeleid te voeren. C40 herhaalde<br />
deze boodschap ook naar aanleiding van de<br />
JAARGANG 35, NR. 159, <strong>2011</strong>/3<br />
klimaattop in Kopenhagen. Tot slot worden er ook<br />
informatie, kennis en best practices uitgewisseld. Dat<br />
gebeurt <strong>voor</strong>namelijk tijdens workshops, conferenties<br />
en summits. 8<br />
Hoewel er discussie bestaat over de bijdrage die zulke<br />
stedennetwerken aan internationaal beleid leveren,<br />
is het duidelijk dat ze <strong>voor</strong> steden kansen creëren. Er<br />
komt meer aandacht <strong>voor</strong> de problematiek omdat<br />
actie van een groep steden interessanter is dan van<br />
elkaar losstaande, individuele inspanningen. Bovendien<br />
moeten steden niet van nul beginnen, maar<br />
kunnen ze beroep doen op experten en verwerven ze<br />
kennis over succesverhalen in andere steden. Daardoor<br />
kunnen ze gemakkelijker een eigen aanpak uitdenken.<br />
Ondanks bovenstaande ontwikkelingen ondervinden<br />
steden moeilijkheden om hun stem echt te laten gelden<br />
in de internationale arena. Een aantal oorzaken<br />
daarvan zijn de beperkte coördinatie binnen en tussen<br />
stedennetwerken, de geringe erkenning door andere<br />
internationale spelers en de onduidelijkheid<br />
over de doelen en de resultaten van stedennetwerken.<br />
Binnen het VN-systeem is de stem van steden<br />
wel officieel erkend via United Cities and Local Governments<br />
(UCLG). Op 5 mei 2004 ontstond er in Parijs<br />
een nieuwe wereldorganisatie van lokale overheden.<br />
De reeds vermelde IULA en de World Federation<br />
of United Towns and Cities (FMCU-UFO) die<br />
reeds sinds 1957 bestond, werden verenigd in UCLG.<br />
Een goede maand later, op 22 juni 2004, presenteerde<br />
de <strong>voor</strong>malige president van Brazilië Fernando<br />
Henrique Cardoso het Report of the Panel of Eminent<br />
Persons on United Nations-Civil Society relations. Een<br />
van de (concrete) <strong>voor</strong>stellen van dat Cardoso-rapport<br />
stelde dat de VN UCLG als adviesorgaan moest<br />
beschouwen. Sindsdien is UCLG <strong>voor</strong> de VN een<br />
adviesorgaan <strong>voor</strong> beleidskwesties. In februari <strong>2011</strong><br />
vroeg de burgemeester van Istanboel en toenmalig<br />
UCLG-<strong>voor</strong>zitter Kadir Topbas aan VN-Secretarisgeneraal<br />
Ban Ki-moon om UCLG de status van observeerder<br />
in de Algemene Vergadering van de VN<br />
toe te kennen. Het is afwachten of die status wordt<br />
toegekend en of dat de stem van steden in de internationale<br />
arena zal versterken.<br />
Noten<br />
1 Sofie Bouteligier was tot <strong>voor</strong> kort als doctoraal onderzoekster<br />
verbonden aan de Global Environmental Governance and<br />
Sustainable Development Research Group van de K.U.Leuven<br />
(Faculteit Sociale Wetenschappen, Instituut <strong>voor</strong> Internationaal<br />
en Europees Beleid). Ze schreef haar proefschrift over<br />
stedennetwerken en internationaal milieubeleid. Sinds 1 september<br />
<strong>2011</strong> is ze werkzaam als postdoctoraal onderzoekster<br />
21