12.09.2013 Views

Pied a terre - Santiago

Pied a terre - Santiago

Pied a terre - Santiago

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Naast onder meer de lijsten van de inkomsten en bezittingen van het hospitaal,<br />

de overlijdensberichten van de leden van de broederschap, bevat het cartularium<br />

ook reglementen. Een eerste reeks voorschriften is bedoeld voor het bestuur. De<br />

langste en meest interessante reeks heeft betrekking op de gasten.<br />

De statuten vermelden uitdrukkelijk dat in het gasthuis enkel mannen worden<br />

opgenomen en geen vrouwen evenmin als kinderen beneden de twaalf jaar. De<br />

passanten die de gastvrijheid vroegen moesten gezond zijn. Ze moesten met<br />

twee in een bed slapen, des avonds op tijd binnen zijn en ze moesten ook het<br />

Onze Vader kunnen zeggen. Dronken mannen, dieven of veroordeelden kregen<br />

er geen plaats. Op straf van uitsluiting voor kortere of langere tijd mocht men<br />

niet dobbelen, kaart spelen, vloeken of handel drijven. Strafbaar waren ook dege-<br />

nen die hun voeten niet goed gewassen hadden, die de meester, zijn vrouw of de<br />

knecht beledigden, die over de vrouwen kwaad spraken en die het brood weiger-<br />

den dat ze bij de soep aangeboden kregen. De strengste straffen waren voor<br />

degenen die in hun bed urineerden of op andere plaatsen in het hospitaal hun<br />

behoefte gingen doen: ze werden naakt in een cel gezet met al hun vuilnis en<br />

werden gedurende een jaar uit het hospitaal gebannen.<br />

Het dagrantsoen waarop de pelgrims en passanten recht hadden was een grof<br />

brood van veertien ons, een pint bier, een schotel bonensoep, een plak varkens-<br />

vlees of een haring, naargelang de beschikbare voorraad. Het eten mochten ze<br />

niet meenemen naar de slaapzaal.<br />

Deze en nog meer reglementen werden door de twaalf meesters opgesteld op<br />

1 mei 1351. Ze werden ongewijzigd overgenomen in het 15de-eeuwse cartularium.<br />

MATERIELE GEGEVENS VAN HET HANDSCHRIFT<br />

Het handschrift is gemaakt van perkament en telt 297 folio's. Elk blad meet<br />

298x1 72 mm. De oorspronkelijke stukken werden omstreeks 1489 gekopieerd<br />

door de scriptor Gossel Maret en ingebonden in lederen band door de boekbin-<br />

der lavier. Hun namen zijn te lezen in de codex die omstreeks 1489-1490 te date-<br />

ren is. De verluchter of miniaturist is anoniem gebleven. Op basis van stijlvergelij-<br />

kingen heeft men verschillende werken rond deze kunstenaar kunnen groeperen<br />

en hij kreeg de noodnaam 'Meester van het Gebedenboek van Dresden', zijn<br />

voornaamste werk. Hij moet een reizend kunstenaar geweest zijn die vermoede-<br />

lijk in Utrecht is gevormd en rond 1470 in Brugge werkzaam was.<br />

Na ongeveer twintig jaar trok hij naar Doornik en later naar Amiens. De meester<br />

schildert figuren met zeer expressieve gezichten en gebaren en gebruikt felle<br />

kleuren. Af en toe ziet men ook lichte gouden arceringen op de gewaden van<br />

voorname personages.<br />

De eerste bladzijde van het manuscript is vooral onderaan rechts zeer bescha-<br />

digd. Door het veelvuldig omslaan van het blad en door de vochtigheid van de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!