paper - Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning - Universiteit Gent

paper - Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning - Universiteit Gent paper - Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning - Universiteit Gent

planning.ugent.be
from planning.ugent.be More from this publisher
12.09.2013 Views

VLAAMSE RUIMTELIJKE ORDENING EN/DOOR HET LINT Universiteit Gent Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning Thomas Verbeek – thomas.verbeek@ugent.be Hans Leinfelder – hans.leinfelder@ugent.be Ann Pisman – ann.pisman@ugent.be Georges Allaert – georges.allaert@ugent.be Stellingen - De lintbebouwing in Vlaanderen is het unieke resultaat van een samenspel van economische, politieke, culturele en fysische factoren, maar een accuraat kwantitatief inzicht ontbreekt momenteel. - De alomtegenwoordig verspreide (lint)bebouwing in Vlaanderen maakt het moeilijk om duidelijke morfologische grenzen te bepalen tussen het buitengebied en het stedelijk gebied. - Het ‘stedelijke conglomeraat’ van de Vlaamse Ruit uit het RSV houdt weinig steek als men kijkt naar het voorkomen van verspreide bebouwing. Linten komen voornamelijk voor in een brede band die van west naar oost doorheen Vlaanderen loopt. Verspreide bebouwing is dan weer een dominant kenmerk in West-Vlaanderen en de Antwerpse en Limburgse Kempen. - Meer onderzoek naar het fenomeen van lintbebouwing in Vlaanderen is noodzakelijk, als basis voor een toekomstig ruimtelijk beleid.

VLAAMSE RUIMTELIJKE ORDENING EN/DOOR HET LINT<br />

<strong>Universiteit</strong> G<strong>en</strong>t<br />

<strong>Afdeling</strong> <strong>Mobiliteit</strong> <strong>en</strong> <strong>Ruimtelijke</strong> <strong>Planning</strong><br />

Thomas Verbeek – thomas.verbeek@ug<strong>en</strong>t.be<br />

Hans Leinfelder – hans.leinfelder@ug<strong>en</strong>t.be<br />

Ann Pisman – ann.pisman@ug<strong>en</strong>t.be<br />

Georges Allaert – georges.allaert@ug<strong>en</strong>t.be<br />

Stelling<strong>en</strong><br />

- De lintbebouwing in Vlaander<strong>en</strong> is het unieke resultaat van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>spel van economische,<br />

politieke, culturele <strong>en</strong> fysische factor<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> accuraat kwantitatief inzicht ontbreekt<br />

mom<strong>en</strong>teel.<br />

- De alomteg<strong>en</strong>woordig verspreide (lint)bebouwing in Vlaander<strong>en</strong> maakt het moeilijk om<br />

duidelijke morfologische gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het buit<strong>en</strong>gebied <strong>en</strong> het stedelijk gebied.<br />

- Het ‘stedelijke conglomeraat’ van de Vlaamse Ruit uit het RSV houdt weinig steek als m<strong>en</strong><br />

kijkt naar het voorkom<strong>en</strong> van verspreide bebouwing. Lint<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> voornamelijk voor in e<strong>en</strong><br />

brede band die van west naar oost doorhe<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> loopt. Verspreide bebouwing is dan<br />

weer e<strong>en</strong> dominant k<strong>en</strong>merk in West-Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Antwerpse <strong>en</strong> Limburgse Kemp<strong>en</strong>.<br />

- Meer onderzoek naar het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van lintbebouwing in Vlaander<strong>en</strong> is noodzakelijk, als basis<br />

voor e<strong>en</strong> toekomstig ruimtelijk beleid.


INLEIDING<br />

Als m<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landse toerist<strong>en</strong> op bezoek in Vlaander<strong>en</strong> zou vrag<strong>en</strong> naar hun indruk van het Vlaamse<br />

landschap, zoud<strong>en</strong> ze intuïtief bevestig<strong>en</strong> dat verspreide bebouwing karakteristiek is voor de Vlaamse<br />

nederzettingsstructuur (De Meulder et al., 1999; Xaveer De Geyter, 2002). Ze zoud<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong><br />

waarschijnlijk beschrijv<strong>en</strong> als één grote ‘stad’, met overal woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lapp<strong>en</strong>dek<strong>en</strong> van op<strong>en</strong><br />

ruimte-fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> er tuss<strong>en</strong>in. Vooral de zog<strong>en</strong>aamde lintbebouwing wordt als e<strong>en</strong> typisch elem<strong>en</strong>t<br />

gezi<strong>en</strong> van het Vlaamse bebouwingspatroon. Deze <strong>paper</strong> beoogt nieuwe inzicht<strong>en</strong> te formuler<strong>en</strong> in de<br />

lintbebouwing in Vlaander<strong>en</strong>.<br />

De <strong>paper</strong> vangt aan met e<strong>en</strong> beknopte situering van het bebouwingspatroon in Vlaander<strong>en</strong>, vanuit e<strong>en</strong><br />

historisch <strong>en</strong> maatschappelijk perspectief. Naast de economische oorzak<strong>en</strong> die ervoor zorg<strong>en</strong> dat<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit de stad wegtrekk<strong>en</strong> om op het platteland te gaan won<strong>en</strong>, bestaan er ook verschill<strong>en</strong>de nieteconomische,<br />

culturele of politieke oorzak<strong>en</strong> die aan de grondslag ligg<strong>en</strong> van het bebouwingspatroon.<br />

Nietteg<strong>en</strong>staande sterk uitgespreide bebouwing k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d is voor de Vlaamse ruimtelijke structuur,<br />

is er in het verled<strong>en</strong> maar beperkt ingezet op kwantitatief onderzoek <strong>en</strong> monitoring van dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>.<br />

Tot zeer rec<strong>en</strong>t was het onderzoek naar verlinting <strong>en</strong> verspreide bebouwing in Vlaander<strong>en</strong><br />

voornamelijk kwalitatief <strong>en</strong> gebaseerd op niet-repres<strong>en</strong>tatieve case studies. Het grootste deel van deze<br />

<strong>paper</strong> beschrijft de methodologie <strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> die in 2008-2009 ontwikkeld <strong>en</strong> gerealiseerd werd<strong>en</strong><br />

door de <strong>Afdeling</strong> <strong>Mobiliteit</strong> <strong>en</strong> <strong>Ruimtelijke</strong> <strong>Planning</strong> van de <strong>Universiteit</strong> G<strong>en</strong>t binn<strong>en</strong> de<br />

onderzoeksactiviteit<strong>en</strong> van het Steunpunt Ruimte <strong>en</strong> Won<strong>en</strong>, gefinancierd door de Vlaamse Overheid.<br />

Met behulp van GIS-software werd e<strong>en</strong> analyse uitgevoerd op het bebouwingspatroon in de Vlaamse<br />

op<strong>en</strong> ruimte. E<strong>en</strong> eerste basis-analyse berek<strong>en</strong>de de bebouwingsdichtheid in Vlaander<strong>en</strong>, op het niveau<br />

van statistische sector<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> tweede, uitgebreidere GIS-analyse leidde tot het in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van<br />

alle lintbebouwing <strong>en</strong> alle verspreide bebouwingskorrels in de Vlaamse op<strong>en</strong> ruimte. Op basis van<br />

deze resultat<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> dichtheidscijfers word<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d per statistische sector/fusiegeme<strong>en</strong>te, die de<br />

aanwezigheid van lint<strong>en</strong> <strong>en</strong> bebouwingskorrels weergev<strong>en</strong>. Hieruit blijkt dat het Vlaamse<br />

bebouwingspatroon veel complexer is dan vaak wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er in beleidsdocum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op<br />

Vlaams niveau ge<strong>en</strong> adequaat antwoord op wordt gegev<strong>en</strong>. Enerzijds is de gr<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>gebied<br />

<strong>en</strong> stedelijk gebied bijzonder moeilijk af te leid<strong>en</strong> uit het bebouwingspatroon – hoewel het Ruimtelijk<br />

Structuurplan Vlaander<strong>en</strong> wel uitgaat van e<strong>en</strong> harde gr<strong>en</strong>s – <strong>en</strong> anderzijds blijkt dat het zog<strong>en</strong>aamde<br />

‘stedelijke conglomeraat’ van de Vlaamse Ruit weinig steek houdt als m<strong>en</strong> kijkt naar het voorkom<strong>en</strong><br />

van verlinting <strong>en</strong> verspreide bebouwing. De gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge dichtheid aan lint<strong>en</strong> of verspreide<br />

bebouwingskorrels blijv<strong>en</strong> namelijk hoeg<strong>en</strong>aamd niet beperkt tot de Vlaamse Ruit.<br />

Tot slot van de <strong>paper</strong> zal e<strong>en</strong> aanzet word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> nog op te start<strong>en</strong> onderzoeksproject naar<br />

lintbebouwing in Vlaander<strong>en</strong>. De <strong>Afdeling</strong> <strong>Mobiliteit</strong> <strong>en</strong> <strong>Ruimtelijke</strong> <strong>Planning</strong> beoogt verdiep<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />

beleidsrelevant onderzoek dat verschill<strong>en</strong>de clichés over lintbebouwing in Vlaander<strong>en</strong> moet<br />

objectiver<strong>en</strong>. Is lintbebouwing werkelijk belast<strong>en</strong>d voor de maatschappelijke kost<strong>en</strong> van publieke<br />

di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing, belemmert ze inderdaad het zicht op het achterligg<strong>en</strong>de landschap <strong>en</strong> zijn er toch<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die lintbebouwing als woonomgeving w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>?<br />

VERSPREIDE BEBOUWING IN VLAANDEREN<br />

Figuur 1 toont de geografische differ<strong>en</strong>tiatie van de bevolkingsdichtheid in België. E<strong>en</strong> blik op deze<br />

kaart leert dat de hogere bevolkingsdichthed<strong>en</strong> voornamelijk gesitueerd zijn in Vlaander<strong>en</strong> (450<br />

inwoners/km²) <strong>en</strong> in de kleine <strong>en</strong> compleet geürbaniseerde Brusselse hoofdstedelijke regio (6.500<br />

inwoners/km²). Deze twee cijfers contraster<strong>en</strong> sterk met de 200 inwoners/km² in Wallonië, het<br />

zuidelijke deel van België. Het is duidelijk dat hoge bevolkingsdichthed<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> niet beperkt<br />

blijv<strong>en</strong> tot de historische sted<strong>en</strong>, terwijl in Wallonië e<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratie langshe<strong>en</strong> de oude industriële as


van Samber-Maas is vast te stell<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong>gevat kan m<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong> dat sprawl <strong>en</strong> suburbanisatie<br />

hoofdzakelijk Vlaamse f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn. Kesteloot (2003) heeft berek<strong>en</strong>d dat ongeveer 70 proc<strong>en</strong>t van<br />

de Vlaamse bevolking in e<strong>en</strong> ‘stedelijk complex’ woont – dit is e<strong>en</strong> gebied gekarakteriseerd door<br />

suburbanisatie <strong>en</strong> p<strong>en</strong>del naar <strong>en</strong> van één van de neg<strong>en</strong> Vlaamse stedelijke agglomeraties of Brussel.<br />

Maar 10 proc<strong>en</strong>t van de Vlaamse bevolking leeft in echte stedelijke c<strong>en</strong>tra, de meerderheid resideert in<br />

e<strong>en</strong> suburbane omgeving.<br />

Figuur 1: Bevolkingsdichtheid in België 01/01/2008 (statbel.fgov.be, 2009)<br />

Vandaag de dag zijn er maar e<strong>en</strong> beperkt aantal plaats<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> die lijk<strong>en</strong> te ontsnapp<strong>en</strong> aan de<br />

voortschrijd<strong>en</strong>de stedelijke ontwikkeling, namelijk e<strong>en</strong> aantal geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het uiterste west<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

oost<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>. Historische stadsc<strong>en</strong>tra, stedelijke agglomeraties <strong>en</strong> banlieues smelt<strong>en</strong> in het<br />

grootste deel van Vlaander<strong>en</strong> steeds verder sam<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> ‘stedelijk conglomeraat’ 1 (Vlaamse<br />

overheid, 2004). De grootste bevolkingsconc<strong>en</strong>tratie is terug te vind<strong>en</strong> in de Vlaamse ‘kernregio’<br />

geleg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de grote sted<strong>en</strong> Antwerp<strong>en</strong>, G<strong>en</strong>t, Brussel <strong>en</strong> Leuv<strong>en</strong>. Vanwege het politieke belang dat<br />

wordt gehecht aan de competitieve economische positie van deze regio, wordt de regio ook het<br />

stedelijke netwerk van de ‘Vlaamse Ruit’ g<strong>en</strong>oemd (Albrechts <strong>en</strong> Lievois, 2004).<br />

De lintbebouwing in Vlaander<strong>en</strong> is het unieke resultaat van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>spel van economische,<br />

politieke, culturele <strong>en</strong> fysische factor<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> accuraat kwantitatief inzicht ontbreekt<br />

mom<strong>en</strong>teel.<br />

Zoals al vermeld in de inleiding, is sprawl <strong>en</strong> verspreide bebouwing in Vlaander<strong>en</strong> niet <strong>en</strong>kel de<br />

uitdrukking van economische mechanism<strong>en</strong>, maar is het bebouwingspatroon vaak het gecombineerde<br />

resultaat van economische, fysische <strong>en</strong> politieke aspect<strong>en</strong>. Ook culturele aspect<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> in het geval<br />

van Vlaander<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol te spel<strong>en</strong>.<br />

1 “Door steeds verderschrijd<strong>en</strong>de suburbanisatie <strong>en</strong> spreiding, <strong>en</strong> dit niet alle<strong>en</strong> meer van het won<strong>en</strong> maar ook<br />

van industrie <strong>en</strong> (klein)handel … [ontstaat in Vlaander<strong>en</strong>] e<strong>en</strong> nieuw soort ruimtelijke <strong>en</strong>titeit. De historische<br />

kern<strong>en</strong> van de sted<strong>en</strong>, de agglomeratie <strong>en</strong> de stadsgewestelijke banlieue (de periferie) gaan over in e<strong>en</strong> stedelijk<br />

conglomeraat. Vastgesteld wordt dat er in het stedelijke conglomeraat e<strong>en</strong> sterke fragm<strong>en</strong>tatie van de ruimte<br />

optreedt. Niet alle<strong>en</strong> op het vlak van verband<strong>en</strong> <strong>en</strong> communicatie, maar ook op morfologisch vlak is de stad meer<br />

<strong>en</strong> meer e<strong>en</strong> ‘netwerk’ geword<strong>en</strong> waarvan de reikwijdte bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> steeds wijder wordt.” (Vlaamse overheid,<br />

2004)


Fysisch<br />

Vlaander<strong>en</strong> is fysisch, net als Nederland, e<strong>en</strong> ‘laag land’ gesitueerd in de delta van de rivier<strong>en</strong> Schelde,<br />

Maas <strong>en</strong> Rijn. Net als de meeste deltagebied<strong>en</strong> in de wereld, was <strong>en</strong> is de Rijn-Schelde regio e<strong>en</strong><br />

economisch welvar<strong>en</strong>de regio dankzij zijn vruchtbare <strong>en</strong> productieve bodem <strong>en</strong> de mogelijkheid om<br />

van daaruit economische goeder<strong>en</strong> van Europa naar de rest van de wereld te verspreid<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

omgekeerd. In de Middeleeuw<strong>en</strong> war<strong>en</strong> Brugge, G<strong>en</strong>t <strong>en</strong> later Antwerp<strong>en</strong> belangrijke internationale<br />

handelsc<strong>en</strong>tra die bijgevolg zorgd<strong>en</strong> voor klein- <strong>en</strong> grootschalige economische ontwikkeling verspreid<br />

over het Vlaamse grondgebied. Gecombineerd met de extreem gunstige bodemeig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> die het<br />

mogelijk maakt<strong>en</strong> om nag<strong>en</strong>oeg overal te bouw<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lage prijs, resulteerde deze unieke positie<br />

in Europa in e<strong>en</strong> historisch dicht netwerk van middeleeuwse sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> grote dorp<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

gemiddelde wandelafstand van 25 kilometer van elkaar. In sommige del<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />

deze initiële middeleeuwse dorp<strong>en</strong> <strong>en</strong> gehucht<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> lineair karakter t<strong>en</strong> gevolge van fysische<br />

factor<strong>en</strong> (bodem <strong>en</strong> hydrologie) <strong>en</strong> landbewerkingsstrategieën (bv. repelpercelering bij<br />

ve<strong>en</strong>ontginning). Tijd<strong>en</strong>s de volg<strong>en</strong>de eeuw<strong>en</strong> bleef de bebouwing zich ontwikkel<strong>en</strong> in lineaire vorm<br />

langshe<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>, weg<strong>en</strong>, dijk<strong>en</strong>, de zee, … (Gysels, 1993; Antrop, 2007). Dit illustreert hoe het<br />

historische <strong>en</strong> fysisch gedetermineerd netwerk van nederzetting<strong>en</strong> de basis heeft gelegd voor het<br />

polyc<strong>en</strong>trische stedelijke systeem van vandaag met zijn bebouwingskorrels <strong>en</strong> bebouwingslint<strong>en</strong>.<br />

Cultureel<br />

E<strong>en</strong> andere factor die meegespeeld heeft is de culturele m<strong>en</strong>taliteit van de Vlaming. Na eeuw<strong>en</strong> bezet<br />

te zijn geweest door het Spaanse <strong>en</strong> het Oost<strong>en</strong>rijks-Habsburgse Keizerrijk <strong>en</strong> de Nederlandse<br />

overheerser, is ‘de Vlaming’ erg gesteld geraakt op zijn individuele vrijheid. Zelfs vandaag nog<br />

word<strong>en</strong> wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> reglem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> sceptisch geaccepteerd <strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> mogelijk, omzeild. Deze meer<br />

zuiderse of Latijnse culturele m<strong>en</strong>taliteit wordt vaak aangehaald als e<strong>en</strong> verklaring voor de verschill<strong>en</strong><br />

in ruimtelijke ontwikkeling t<strong>en</strong> opzichte van de meer noordelijke, calvinistische <strong>en</strong> planmatige<br />

m<strong>en</strong>taliteit in Nederland (zie o.m. Faludi <strong>en</strong> van der Valk, 1994). De in Vlaander<strong>en</strong><br />

alomteg<strong>en</strong>woordige droom van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> ‘huis met tuin’ is daarvan e<strong>en</strong> mooi voorbeeld.<br />

Politiek<br />

Tot slot is het verspreide <strong>en</strong> lineaire bebouwingspatroon in Vlaander<strong>en</strong> onteg<strong>en</strong>sprekelijk politiek<br />

gepromoot geweest. Dit politieke aspect heeft de to<strong>en</strong>ame van verspreide bebouwing in Vlaander<strong>en</strong> de<br />

laatste 40 jaar duidelijk versneld. De Belgische <strong>en</strong> Vlaamse regering hadd<strong>en</strong> de uitdij<strong>en</strong>de bebouwing<br />

in Vlaander<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> meer strikte manier kunn<strong>en</strong> begeleid<strong>en</strong> zoals in Nederland. Maar blijkbaar<br />

hebb<strong>en</strong> politici doorhe<strong>en</strong> de jar<strong>en</strong> het teg<strong>en</strong>gestelde gedaan <strong>en</strong> resid<strong>en</strong>tiële ontwikkeling over het ganse<br />

Vlaamse grondgebied ondersteund.<br />

Al in de 19de eeuw werd<strong>en</strong> de kiem<strong>en</strong> gezaaid voor het vandaag aanwezige verspreide<br />

bebouwingspatroon. Belgische christelijke <strong>en</strong> liberale politici beslist<strong>en</strong> to<strong>en</strong> broederlijk om e<strong>en</strong> dicht<br />

netwerk van (spoor)weg<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong> om het platteland gemakkelijk toegankelijk te mak<strong>en</strong>. De<br />

echte red<strong>en</strong> voor deze politiek was het vermijd<strong>en</strong> van onbeheersbare arbeidersconc<strong>en</strong>traties in de<br />

geïndustrialiseerde sted<strong>en</strong>, die e<strong>en</strong> gemakkelijke prooi zoud<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> voor de zopas ontstane<br />

socialistische beweging (De Meulder <strong>en</strong> Vand<strong>en</strong>broucke, 2004). Deze politiek werd versterkt door de<br />

overheidssteun voor privaat eig<strong>en</strong>dom op het platteland, e<strong>en</strong> maatregel beïnvloed door de katholieke<br />

kerk aangezi<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> in kleinere sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> dorp<strong>en</strong> als ‘beter’ gezi<strong>en</strong> werd met betrekking tot sociale,<br />

politieke <strong>en</strong> religieuze stabiliteit. Deze algem<strong>en</strong>e b<strong>en</strong>adering van de ideale woonomgeving lijkt weinig<br />

veranderd te zijn vandaag. Zelfs nu voorzi<strong>en</strong> overheidsprogramma’s nog in subsidies voor lagere<br />

inkom<strong>en</strong>s om e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> huis te kunn<strong>en</strong> kop<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> in fiscale aftrekbaarheid van


hypotheekkost<strong>en</strong>, voordelige treinabonnem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> fiscale vermindering van dagelijkse woon-werk<br />

verplaatsingskost<strong>en</strong>.<br />

Met de opmaak van de eerste bodembestemm<strong>en</strong>de gewestplann<strong>en</strong> voor Vlaander<strong>en</strong> vanaf 1970 werd<br />

de verspreide bebouwing geïnstitutionaliseerd. E<strong>en</strong> groot deel van de to<strong>en</strong> aanwezige lintbebouwing<br />

werd bevestigd als ‘woonzone met landelijk karakter’. Deze zonering gaf niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> legale status<br />

aan bestaande woning<strong>en</strong>, maar bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kreeg e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme hoeveelheid onbebouwde percel<strong>en</strong><br />

geleg<strong>en</strong> in deze bebouwingslint<strong>en</strong> resid<strong>en</strong>tieel pot<strong>en</strong>tieel. Zelfs vandaag, veertig jaar na de<br />

goedkeuring van de gewestplann<strong>en</strong>, is het juridische aanbod aan resid<strong>en</strong>tiële percel<strong>en</strong> in deze<br />

woonlint<strong>en</strong> nog niet uitgeput.<br />

In dezelfde periode werd ook de ‘opvulregel’ ingevoerd. Deze moest rechtszekerheid bied<strong>en</strong> aan<br />

eig<strong>en</strong>aars van grond geleg<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de woonzones. De ‘opvulregel’ maakte het bij uitzondering<br />

mogelijk om woning<strong>en</strong> te bouw<strong>en</strong> – waar dat principieel verbod<strong>en</strong> was op basis van de gewestplann<strong>en</strong><br />

– wanneer de te bouw<strong>en</strong> woning gesitueerd was in e<strong>en</strong> groep huiz<strong>en</strong> aan dezelfde kant van e<strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>bare weg die al bestond<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat de gewestplann<strong>en</strong> werd goedgekeurd. Deze<br />

‘opvulregel’ bestond tot 1993 <strong>en</strong> creëerde meer dan 20 jaar lang grote resid<strong>en</strong>tiële<br />

ontwikkelingsmogelijkhed<strong>en</strong> over gans Vlaander<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> verdere verlinting als gevolg. In 2009<br />

werd e<strong>en</strong> nieuwe ‘opvulregel’ ingevoerd, die het mogelijk maakt om e<strong>en</strong> woning aan te bouw<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

de blinde muur van e<strong>en</strong> bestaande woning, ongeacht de bestemmingszone. E<strong>en</strong> beslissing zonder grote<br />

kwantitatieve gevolg<strong>en</strong>, maar opnieuw één die e<strong>en</strong> verdere uitspreiding van de bebouwing politiekjuridisch<br />

ondersteunt.<br />

Uit deze korte opsomming blijkt dat Vlaander<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uniek voorbeeld is van e<strong>en</strong> regio waar verlinting<br />

<strong>en</strong> verspreide bebouwing niet gepland werd<strong>en</strong>, maar vooral bewust mogelijk zijn gemaakt t<strong>en</strong> gevolge<br />

van politieke beslissing<strong>en</strong>.<br />

GEBREK AAN KWANTITATIEF ONDERZOEK<br />

Alhoewel verspreide bebouwing inher<strong>en</strong>t is aan de ruimtelijke structuur van Vlaander<strong>en</strong>, lijkt<br />

kwantitatief onderzoek nog steeds te ontbrek<strong>en</strong>.<br />

De <strong>en</strong>ige echte poging om lintbebouwing op e<strong>en</strong> systematische manier in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> op de schaal<br />

van Vlaander<strong>en</strong> dateert al van 1989, to<strong>en</strong> onderzoek werd gedaan naar de uniformisering van de<br />

Vlaamse landschapp<strong>en</strong> (Larnoe, 1993). Het onderzoek beschouwt alle gebouw<strong>en</strong> op de beschikbare<br />

topografische kaart<strong>en</strong> (1:50.000) als bebouwingslint<strong>en</strong> wanneer ze niet meer dan 10 meter van elkaar<br />

verwijderd zijn. Figuur 2 toont de resulter<strong>en</strong>de analoge kaart.<br />

Figuur 2: Bebouwingslint<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>, 1993 (naar Larnoe, 1993)<br />

Hiermee werd de op<strong>en</strong>ing gemaakt naar verder doorgedrev<strong>en</strong> kwantitatief onderzoek. Dit liet echter 15<br />

jaar op zich wacht<strong>en</strong>. Het is pas in 2008-2009 dat de <strong>Afdeling</strong> <strong>Mobiliteit</strong> <strong>en</strong> <strong>Ruimtelijke</strong> <strong>Planning</strong> aan


de <strong>Universiteit</strong> G<strong>en</strong>t uitgebreid onderzoek begint te do<strong>en</strong> naar stedelijke transformaties in Vlaander<strong>en</strong>,<br />

binn<strong>en</strong> het kader van het Steunpunt Ruimte <strong>en</strong> Won<strong>en</strong>, gefinancierd door de Vlaamse Overheid. De<br />

afdeling ontwikkelde e<strong>en</strong> GIS-methode om bebouwingslint<strong>en</strong> <strong>en</strong> bebouwingskorrels te extraher<strong>en</strong> uit<br />

de chaos van de Vlaamse nederzettingsstructuur. Daar het Steunpunt opgericht is om beleidsrelevant<br />

onderzoek uit te voer<strong>en</strong>, is het ook interessant om na te gaan in welke mate de gedetecteerde lint<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

korrels overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> met het politieke concept van de ‘Vlaamse Ruit’ <strong>en</strong> andere stedelijke<br />

netwerk<strong>en</strong>, ontwikkeld in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaander<strong>en</strong>.<br />

METHODOLOGIE<br />

Studiegebied<br />

Het onderzoek naar verspreide bebouwing richt zich niet op de stedelijke gebied<strong>en</strong>, noch op de<br />

dorpsc<strong>en</strong>tra in het nederzettingspatroon, maar op het verstedelijkingsproces in de ‘op<strong>en</strong> ruimte’. Het<br />

studiegebied is bijgevolg gedefinieerd als de gehele regio Vlaander<strong>en</strong>, met uitzondering van alle<br />

sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> dorpsc<strong>en</strong>tra zoals ze afgebak<strong>en</strong>d werd<strong>en</strong> door de Algem<strong>en</strong>e Directie Statistiek <strong>en</strong><br />

Economische Informatie (ADSEI). Wat overblijft is de zog<strong>en</strong>aamde ‘op<strong>en</strong> ruimte’, e<strong>en</strong> dispers, periurbaan<br />

gebied – noch stedelijk noch landelijk – dat gebruikt wordt voor verschill<strong>en</strong>de functies <strong>en</strong><br />

activiteit<strong>en</strong> zoals landbouw, natuur, recreatie … <strong>en</strong> bewoning.<br />

Figuur 3: Afbak<strong>en</strong>ing studiegebied<br />

Data<br />

Om het verspreide bebouwingspatroon in de Vlaamse op<strong>en</strong> ruimte te karakteriser<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong><br />

ruimtelijke kadastergegev<strong>en</strong>s op atomair niveau gebruikt. Het grootste probleem met dergelijke<br />

datasets is het temporele karakter van de bebouwingselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De bebouwing is constant in<br />

verandering <strong>en</strong> up-to-date datasets zijn moeilijk te verkrijg<strong>en</strong>. Het gebruikte bestand<br />

‘Kadvec_gebouw<strong>en</strong>’ is e<strong>en</strong> polygoon shapefile die alle bebouwingselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> bevat, op<br />

basis van de toestand van het kadaster. Het is e<strong>en</strong> zeer accurate dataset, maar ze dateert al uit 2005.<br />

Afhankelijk van de locatie kan de brondata zelfs nog <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> ouder zijn.<br />

Naast deze data omtr<strong>en</strong>t de bebouwing war<strong>en</strong> ook data betreff<strong>en</strong>de het weg<strong>en</strong>netwerk noodzakelijk.<br />

Hiervoor werd<strong>en</strong> de bestand<strong>en</strong> ‘Strat<strong>en</strong>_GL2’ <strong>en</strong> ‘Strat<strong>en</strong>_2006’ gebruikt, beide weg<strong>en</strong>netwerkbestand<strong>en</strong><br />

gecreëerd door het private bedrijf TeleAtlas om gebruikt te word<strong>en</strong> in routeplanners. Het<br />

eerste bestand dateert van 2005 <strong>en</strong> bevat meerdelige object<strong>en</strong> die één ‘straatnaam’ repres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Het<br />

tweede bestand dateert van 2006 <strong>en</strong> is opgebouwd uit wegdel<strong>en</strong> gesitueerd tuss<strong>en</strong> twee splitsing<strong>en</strong> of<br />

bocht<strong>en</strong>.


Methode<br />

E<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige manier om meer te wet<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> over de morfologische configuratie van het<br />

bebouwingspatroon in het studiegebied, is de dichtheid aan bebouwingselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> berek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Gebaseerd op het ‘Kadvec_gebouw<strong>en</strong>’-bestand, is het gemakkelijk om de dicht bebouwde statistische<br />

sector<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong> van de meer op<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> om zo e<strong>en</strong> eerste inzicht te verkrijg<strong>en</strong> in de<br />

verspreide bebouwingsstructuur in de Vlaamse op<strong>en</strong> ruimte.<br />

Deze <strong>paper</strong> wil echter e<strong>en</strong> andere methode beschrijv<strong>en</strong> om morfologische bebouwingspatron<strong>en</strong> te<br />

onderzoek<strong>en</strong>. Op basis van het ‘Kadvec_gebouw<strong>en</strong>’-bestand, is het mogelijk om in het<br />

bebouwingspatroon e<strong>en</strong> textuur van ‘lint<strong>en</strong>’ van gebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> ‘korrels’ van gebouw<strong>en</strong> te<br />

onderscheid<strong>en</strong>. Met behulp van GIS-techniek<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> deze patron<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geëxtraheerd <strong>en</strong><br />

vere<strong>en</strong>voudigd, om zo tot nieuwe inzicht<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> met betrekking tot de ruimtelijke structuur.<br />

Bebouwingslint<strong>en</strong> bestaan uit weg<strong>en</strong> of del<strong>en</strong> van weg<strong>en</strong> waarlangs e<strong>en</strong> aane<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong> lint van<br />

bebouwde percel<strong>en</strong> is geleg<strong>en</strong>. Door buffers in te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van 25 meter rond de gebouw<strong>en</strong> in het<br />

‘Kadvec_gebouw<strong>en</strong>’-bestand, kunn<strong>en</strong> del<strong>en</strong> van weg<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geselecteerd <strong>en</strong> lint<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aangeduid. Er werd<strong>en</strong> achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s twee method<strong>en</strong> toegepast, gebruik mak<strong>en</strong>d van de twee<br />

verschill<strong>en</strong>de weg<strong>en</strong>netwerk-bestand<strong>en</strong>. De eerste methode gebruikt het ‘Strat<strong>en</strong>_GL2’ bestand <strong>en</strong><br />

berek<strong>en</strong>t de l<strong>en</strong>gte van de door buffering geselecteerde del<strong>en</strong> van de weg. Wanneer het wegdeel meer<br />

dan 200 meter lang is, wordt het weerhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> aangeduid als lint. De tweede methode vertrekt van de<br />

geselecteerde wegdel<strong>en</strong> in het ‘Strat<strong>en</strong>_2006’-bestand. De ‘bebouwde l<strong>en</strong>gte’ van e<strong>en</strong> wegdeel wordt<br />

vergelek<strong>en</strong> met de totale l<strong>en</strong>gte van dat deel. Als de verhouding de 80% overstijgt, wordt het wegdeel<br />

geselecteerd als lint. De combinatie van beide method<strong>en</strong> leidt tot e<strong>en</strong> bevattelijke voorstelling van<br />

lintbebouwing in de Vlaamse op<strong>en</strong> ruimte.<br />

Figuur 4: Selecter<strong>en</strong> van bebouwingslint<strong>en</strong><br />

Wat overblijft na het definiër<strong>en</strong> van de lint<strong>en</strong>, zijn de bebouwingskorrels. Om deze bebouwingskorrels<br />

te onderscheid<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> buffers van 200 meter ingetek<strong>en</strong>d rond de geselecteerde lint<strong>en</strong> <strong>en</strong> rond de<br />

stads- <strong>en</strong> dorpskern<strong>en</strong>. Gebouw<strong>en</strong> die in deze bufferzone zijn gesitueerd, word<strong>en</strong> verondersteld<br />

ruimtelijk te behor<strong>en</strong> tot de lint<strong>en</strong> of dorpskern<strong>en</strong>. De overblijv<strong>en</strong>de gebouw<strong>en</strong> staan soms volledig op<br />

zichzelf, maar vaak vorm<strong>en</strong> ze ook e<strong>en</strong> groep. Om gebouw<strong>en</strong> te cluster<strong>en</strong> die ruimtelijk tot dezelfde<br />

korrel behor<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> er buffers van 25 meter uitgezet rond de overgeblev<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong>. Deze<br />

overlapp<strong>en</strong>de buffers word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd tot clusters of korrels.<br />

Figuur 5: Selecter<strong>en</strong> van bebouwingskorrels


De twee resulter<strong>en</strong>de bestand<strong>en</strong>, met bebouwingslint<strong>en</strong> <strong>en</strong> bebouwingskorrels, kunn<strong>en</strong> gemakkelijk<br />

word<strong>en</strong> voorgesteld op e<strong>en</strong> kaart. Door gebruik te mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> administratief begr<strong>en</strong>zingsbestand<br />

(bv. statistische sector<strong>en</strong> of geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) kunn<strong>en</strong> dichthed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> gevisualiseerd om e<strong>en</strong><br />

beter inzicht te krijg<strong>en</strong> in de resultat<strong>en</strong>.<br />

RESULTATEN<br />

De alomteg<strong>en</strong>woordig verspreide (lint)bebouwing in Vlaander<strong>en</strong> maakt het moeilijk om<br />

duidelijke morfologische gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het buit<strong>en</strong>gebied <strong>en</strong> het stedelijk gebied.<br />

Het huidig ruimtelijk beleid in Vlaander<strong>en</strong>, gebaseerd op het Ruimtelijk Structuurplan Vlaander<strong>en</strong> uit<br />

1997, vertrekt vanuit de visie om Vlaander<strong>en</strong> in de toekomst ‘Op<strong>en</strong> <strong>en</strong> Stedelijk’ te lat<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

Het onderscheid tuss<strong>en</strong> de stedelijke gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> het buit<strong>en</strong>gebied is hierbij cruciaal. In de stedelijke<br />

gebied<strong>en</strong> (10,3% van de Vlaamse oppervlakte 2 ) word<strong>en</strong> nieuwe functies geconc<strong>en</strong>treerd <strong>en</strong><br />

gestimuleerd, het buit<strong>en</strong>gebied ontwikkelt verder vanuit de eig<strong>en</strong> lokale dynamiek. In het<br />

buit<strong>en</strong>gebied, dat bijgevolg 89,7% van de Vlaamse oppervlakte omvat, word<strong>en</strong> de ontwikkeling<strong>en</strong> van<br />

de harde functies (won<strong>en</strong>, werk<strong>en</strong>, lokale voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, …) verder geconc<strong>en</strong>treerd binn<strong>en</strong> de kern<strong>en</strong><br />

(10,9% van de Vlaamse oppervlakte 3 ), terwijl lint<strong>en</strong> <strong>en</strong> verspreide bebouwing niet verder kunn<strong>en</strong><br />

ontwikkel<strong>en</strong>. Maar zijn deze beleidscategorieën (stedelijke gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> kern<strong>en</strong> in het buit<strong>en</strong>gebied)<br />

ook op het terrein duidelijk aanwezig?<br />

Figuur 6: Bebouwingsdichtheid in Vlaander<strong>en</strong>, per statistische sector<br />

E<strong>en</strong> globale analyse van de bebouwingsdichthed<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> per statistische sector, berek<strong>en</strong>d op<br />

basis van het ‘Kadvec_gebouw<strong>en</strong>’-bestand, (zie figuur 6), toont aan dat er e<strong>en</strong> zeker patroon van<br />

hogere <strong>en</strong> lagere dichthed<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>. De stedelijke gebied<strong>en</strong><br />

onderscheid<strong>en</strong> zich door e<strong>en</strong> hogere dichtheid (> 8 %) <strong>en</strong> ook heel wat kern<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere<br />

dichtheid dan het omligg<strong>en</strong>de ‘platteland’. Vooral aan de rand<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> (Westhoek,<br />

Meetjesland, Hasp<strong>en</strong>gouw, Pajott<strong>en</strong>land, …) is het patroon van dichtere woonkern<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatief<br />

2 Eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing op basis van definitieve afbak<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van stedelijke gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> aannames voor de stedelijke<br />

gebied<strong>en</strong> die nog niet werd<strong>en</strong> afgebak<strong>en</strong>d.<br />

3 Eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing op basis van de selectie van woonkern<strong>en</strong> in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaander<strong>en</strong>.


op<strong>en</strong> omligg<strong>en</strong>d gebied nadrukkelijk aanwezig. In de meer c<strong>en</strong>trale del<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> (<strong>en</strong> in de<br />

noordelijke gr<strong>en</strong>sstreek met Nederland) situer<strong>en</strong> zich echter grotere gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

bebouwingsdichtheid tuss<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 8% die vanuit twee f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

Enerzijds zijn er gebied<strong>en</strong> rondom de grotere sted<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> (Antwerp<strong>en</strong>, G<strong>en</strong>t, Hasselt-G<strong>en</strong>k,<br />

Sint-Niklaas, …), als resultaat van de jar<strong>en</strong>lange suburbanisatie vanuit deze sted<strong>en</strong> in hun ommeland.<br />

Anderzijds zijn er grote gebied<strong>en</strong> die niet direct kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekoppeld aan e<strong>en</strong> nabij stadsc<strong>en</strong>trum<br />

(noord<strong>en</strong> van de Vlaamse Ard<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, ruime regio rondom Kortrijk-Roeselare, Mechel<strong>en</strong>-Bonheid<strong>en</strong>,<br />

…). E<strong>en</strong> verdere analyse van deze gebied<strong>en</strong> leert dat in deze zones het onderscheid tuss<strong>en</strong> de dichtheid<br />

van de woonkern<strong>en</strong> <strong>en</strong> de omligg<strong>en</strong>de bebouwing is vervaagd. Er heeft zich e<strong>en</strong> conglomeraat<br />

gevormd van historische kern<strong>en</strong>, lint<strong>en</strong> <strong>en</strong> verspreide bebouwing <strong>en</strong> meer rec<strong>en</strong>te, resid<strong>en</strong>tiële <strong>en</strong><br />

economische bebouwing. Dit impliceert dat op het terrein het op<strong>en</strong> of verstedelijkt karakter van deze<br />

gebied<strong>en</strong> minder duidelijk is <strong>en</strong> diffuse gebied<strong>en</strong> ontstaan.<br />

Het ‘stedelijke conglomeraat’ van de Vlaamse Ruit uit het RSV houdt weinig steek als m<strong>en</strong> kijkt<br />

naar het voorkom<strong>en</strong> van verspreide bebouwing. Lint<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> voornamelijk voor in e<strong>en</strong> brede<br />

band die van west naar oost doorhe<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> loopt. Verspreide bebouwing is dan weer e<strong>en</strong><br />

dominant k<strong>en</strong>merk in West-Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Antwerpse <strong>en</strong> Limburgse Kemp<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> verdere analyse naar de vorm van de verspreide bebouwing, zoals toegelicht in de methodologie,<br />

maakt het mogelijk in Vlaander<strong>en</strong> gebied<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong> die vooral gek<strong>en</strong>merkt word<strong>en</strong> door<br />

lintbebouwing <strong>en</strong> gebied<strong>en</strong> waar voornamelijk verspreide bebouwing voorkomt.<br />

E<strong>en</strong> analyse van de lint<strong>en</strong> (figuur 7) toont dat het volledige c<strong>en</strong>trale deel van Vlaander<strong>en</strong> verlint is.<br />

Deze verlinting spreidt zich uit vanaf de regio’s rond Brugge <strong>en</strong> Roeselare in het west<strong>en</strong>, tot aan de<br />

omgeving van Hasselt <strong>en</strong> G<strong>en</strong>k in het oost<strong>en</strong>. Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> G<strong>en</strong>t vorm<strong>en</strong> de noordelijke gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van<br />

het verlinte gebied.<br />

Figuur 7: Dichtheid aan lint<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>, per statistische sector


De kaart van de verspreide bebouwing in Vlaander<strong>en</strong> (figuur 8) ziet er compleet anders uit. Vooral in<br />

West-Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de Kemp<strong>en</strong> komt heel wat verspreide bebouwing voor.<br />

Figuur 8: Dichtheid aan bebouwingskorrels in Vlaander<strong>en</strong>, per statistische sector<br />

Waar lintbebouwing <strong>en</strong> verspreide bebouwing in dezelfde gebied<strong>en</strong> in hoge dichthed<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong><br />

ontstaan de zog<strong>en</strong>aamde conglomerat<strong>en</strong> of diffuse gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> onduidelijk stedelijk-landelijk<br />

statuut. Opmerkelijk is dat de Vlaamse Ruit, het meest c<strong>en</strong>trale deel van Vlaander<strong>en</strong> gesitueerd tuss<strong>en</strong><br />

Antwerp<strong>en</strong> – Mechel<strong>en</strong> – Leuv<strong>en</strong> – Brussel <strong>en</strong> G<strong>en</strong>t, in de analyse van de verspreide bebouwing niet<br />

nadrukkelijk naar vor<strong>en</strong> komt. Del<strong>en</strong> van de Vlaamse Ruit word<strong>en</strong> weliswaar gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong><br />

hoge dichtheid aan lintbebouwing, maar aangezi<strong>en</strong> er relatief weinig verspreide bebouwing voorkomt<br />

in dit gebied, is de totale ‘aantasting’ of ‘dominantie’ van bebouwing in de op<strong>en</strong> ruimte relatief<br />

beperkt. Dit stelt in eerste instantie problem<strong>en</strong> naar de herk<strong>en</strong>baarheid van het beleidsconcept op het<br />

terrein, maar op<strong>en</strong>t tegelijkertijd ook perspectiev<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> hier blijkbaar nog ruimte kan word<strong>en</strong><br />

gevond<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> verdere verdichting of opwaardering van dit c<strong>en</strong>trale deel van Vlaander<strong>en</strong>. Daar<br />

moet wel teg<strong>en</strong>over geplaatst word<strong>en</strong> dat de Vlaamse ruit gek<strong>en</strong>merkt wordt door de aanwezigheid<br />

van veel (grote) woonkern<strong>en</strong>. Het is maar de vraag of het te verantwoord<strong>en</strong> is om in de rester<strong>en</strong>de<br />

op<strong>en</strong> ruimte naar verdere verdichtingsmogelijkhed<strong>en</strong> te zoek<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> deze van grote waarde is<br />

voor de huidige leefbaarheid in de regio.<br />

DISCUSSIE<br />

Meer onderzoek naar het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van lintbebouwing in Vlaander<strong>en</strong> is noodzakelijk, als basis<br />

voor e<strong>en</strong> toekomstig ruimtelijk beleid.<br />

De in deze <strong>paper</strong> voorgestelde methode verschaft e<strong>en</strong> accuraat <strong>en</strong> kwantitatief beeld van het<br />

bebouwingspatroon in de Vlaamse op<strong>en</strong> ruimte. Het onderzoek vormt slechts e<strong>en</strong> eerste aanzet <strong>en</strong><br />

beperkt zich tot louter kwantitatieve <strong>en</strong> morfologische conclusies. Hoe de onderscheid<strong>en</strong><br />

bebouwingslint<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> in welke mate deze e<strong>en</strong> invloed hebb<strong>en</strong> op het Vlaamse landschap is<br />

uit de methode niet af te leid<strong>en</strong>. Daarom is verder doorgedrev<strong>en</strong> detailonderzoek naar het karakter <strong>en</strong><br />

het functioner<strong>en</strong> van de Vlaamse lint<strong>en</strong> nodig.<br />

In maart 2010 di<strong>en</strong>de de <strong>Afdeling</strong> <strong>Mobiliteit</strong> <strong>en</strong> <strong>Ruimtelijke</strong> <strong>Planning</strong> sam<strong>en</strong> met de Vakgroep<br />

Geografie van de <strong>Universiteit</strong> G<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> onderzoeksvoorstel in bij het Fonds Wet<strong>en</strong>schappelijk


Onderzoek - Vlaander<strong>en</strong> (FWO). Het onderzoek wil e<strong>en</strong> aantal stereotiepe ideeën over lintbebouwing<br />

verifiër<strong>en</strong> door fundam<strong>en</strong>teel-wet<strong>en</strong>schappelijk detailonderzoek van Vlaamse lint<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> eerste cliché<br />

gaat over de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die won<strong>en</strong> in lint<strong>en</strong> <strong>en</strong> die beschouwd word<strong>en</strong> als noch landelijk noch stedelijk.<br />

Het onderzoek wil de lev<strong>en</strong>sstijl van deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> onthull<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> tweede cliché stelt dat lintbebouwing<br />

het zicht wegneemt van passant<strong>en</strong> op het landschap <strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> ruimtelijke relaties bestaan, zowel<br />

tuss<strong>en</strong> de weg <strong>en</strong> de lintbebouwing als tuss<strong>en</strong> de lintbebouwing <strong>en</strong> de achterligg<strong>en</strong>de op<strong>en</strong> ruimte.<br />

Visueel-morfologisch onderzoek <strong>en</strong> perceptie-onderzoek zal nagaan of deze stelling<strong>en</strong> klopp<strong>en</strong> of niet.<br />

E<strong>en</strong> laatste cliché stelt dat de kost<strong>en</strong> voor publieke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing in woonlint<strong>en</strong> <strong>en</strong>orm hoog zijn<br />

(riolering, waterleiding, elektriciteit, kabel, postbedeling, …). Het onderzoek wil nagaan of<br />

woonlint<strong>en</strong> echt veel kost<strong>en</strong> aan de maatschappij.<br />

Indi<strong>en</strong> dit onderzoek de nodige financiering vindt, zal vertrekk<strong>en</strong>de van de in deze <strong>paper</strong> besprok<strong>en</strong><br />

methode 100 km lint in Vlaander<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geselecteerd waarin detailonderzoek zal word<strong>en</strong><br />

uitgevoerd naar deze drie thema’s. Het onderzoek zal voornamelijk kwalitatief zijn <strong>en</strong> gebruik mak<strong>en</strong><br />

van GIS <strong>en</strong> andere data-analyses, veldwerk <strong>en</strong> <strong>en</strong>quêtes. Aangezi<strong>en</strong> bebouwingslint<strong>en</strong> onmisk<strong>en</strong>baar<br />

bepal<strong>en</strong>d zijn voor de Vlaamse op<strong>en</strong> ruimte di<strong>en</strong>t het ruimtelijk beleid hier aandacht voor te hebb<strong>en</strong>.<br />

Het is dus van het grootste belang om naast e<strong>en</strong> kwantitatief beeld e<strong>en</strong> grondig kwalitatief inzicht te<br />

verkrijg<strong>en</strong>. Het voorgestelde verdiep<strong>en</strong>de onderzoek kan hier in grote mate toe bijdrag<strong>en</strong>.<br />

REFERENTIES<br />

Albrechts, L., Lievois, G., 2004. The Flemish Diamond: urban network in the making? European <strong>Planning</strong> Studies, 3, 351-<br />

370.<br />

Antrop, M., 2007. Perspectiev<strong>en</strong> op het landschap, achtergrond<strong>en</strong> om landschapp<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong>. Academia Press,<br />

G<strong>en</strong>t.<br />

De Meulder, B., Schreurs, J., Cock, A., Notteboom, B., 1999. Patching up the Belgian urban landscape. Oase 52, 78-113.<br />

De Meulder, B., Vand<strong>en</strong>broucke, T., 2004. The Lys-Scheldt interfluvium: theatre of do-it-yourself, Oase 63, 110-139.<br />

Faludi, A., van der Valk, A., 1994. Rule and order, Dutch planning doctrine in the 20th c<strong>en</strong>tury. GeoJournal Library 28.<br />

Kluwer Academic Publishers, Boston.<br />

Gysels, H., 1993. De landschapp<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> Zuidelijk Nederland. Garant, Leuv<strong>en</strong>/Apeldoorn.<br />

Kesteloot, C., 2003. Verstedelijking in Vlaander<strong>en</strong>: problem<strong>en</strong>, kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdaging<strong>en</strong> voor het beleid in de 21e eeuw. In:<br />

Schets, L. (ed.), De eeuw van de stad, over stadsrepubliek<strong>en</strong> <strong>en</strong> rastersted<strong>en</strong>: Voorstudies. Ministerie van de Vlaamse<br />

Geme<strong>en</strong>schap, Project Sted<strong>en</strong>beleid, Brussel, pp. 15-39.<br />

Larnoe, G. (1993). Lintbebouwing in het Vlaamse gewest, e<strong>en</strong> eerste aanzet tot e<strong>en</strong> overzichtskaart op grote schaal.<br />

Planologisch Nieuws, 13(3), 271-272.<br />

Vlaamse overheid, 2004. Ruimtelijk Structuurplan Vlaander<strong>en</strong>. Ministerie van de Vlaamse geme<strong>en</strong>schap, Brussel.<br />

Xaveer De Geyter Architect<strong>en</strong>, 2002. After-sprawl, onderzoek naar de hed<strong>en</strong>daagse stad. Nai Uitgevers/deSingel,<br />

Rotterdam/Antwerp<strong>en</strong>.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!