12.09.2013 Views

Bijlage 4 - Waardebepaling bloot eigendom

Bijlage 4 - Waardebepaling bloot eigendom

Bijlage 4 - Waardebepaling bloot eigendom

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

II. Positie <strong>bloot</strong> eigenaar<br />

II.a. Verrekeningsbevoegdheid<br />

15. Ten aanzien van de vraag of de <strong>bloot</strong> eigenaar een verhaalsrecht op de opstal heeft,<br />

geldt het volgende. Uit artikel 5:99 lid 3 BW volgt dat de eigenaar de bevoegdheid<br />

heeft om zijn vordering op de erfpachter uit hoofde van het recht van erfpacht, te<br />

verrekenen met de vergoeding die hij de erfpachter op grond van artikel 5:99 lid 1 BW<br />

verschuldigd is. Bij de vordering uit hoofde van het recht van erfpacht kan worden<br />

gedacht aan de niet-betaalde canon, maar ook aan bijvoorbeeld achterstallig<br />

onderhoud en het betalen van zakelijke belastingen. Dit betekent dat de eigenaar het<br />

recht heeft op verrekening, ook indien niet aan de wettelijke vereisten inzake<br />

schuldverrekening is voldaan.<br />

16. Artikel 5:99 BW bepaalt dwingendrechtelijk dat de voormalige erfpachter van grond<br />

bestemd voor woningbouw altijd recht heeft op vergoeding van de waarde van nog<br />

aanwezige gebouwen, werken en beplantingen die door hemzelf of een<br />

rechtsvoorganger zijn aangebracht, of van de eigenaar tegen vergoeding der waarde<br />

zijn overgenomen. In de akte van vestiging kan een uitzondering worden gemaakt op<br />

dit recht op vergoeding (a) indien de in erfpacht gegeven grond een andere<br />

bestemming had dan die van woningbouw, (b) indien de erfpachter de gebouwen,<br />

werken en beplantingen niet zelf heeft bekostigd, (c) indien de erfpacht geëindigd is<br />

door opzegging door de erfpachter; of (d) voor zover de opstallen onverplicht waren<br />

aangebracht en hij deze mag wegnemen.<br />

N.B. Deze regel gold niet onder het oude BW, zodat artikel 170 Ow voor<br />

erfpachtrechten ontstaan vóór 1 januari 1992 die regeling niet van toepassing<br />

verklaart.<br />

17. Ten aanzien van de bestemming wordt aangenomen door onder andere Van Velten dat<br />

de regeling niet is beperkt tot woningen als hoofdverblijf, maar dat deze ook geldt voor<br />

tweede woningen, in de recreatieve sfeer, of (gedeeltelijk) op gecombineerde woon-<br />

en bedrijfspanden, namelijk voor het woongedeelte.<br />

Zie A.A. Van Velten, G.M.F. Snijders en W.G. Huijgen, Erfpacht, Lelystad:<br />

Koninklijke Vermande 1995, par. 1.5.6.<br />

18. Uit het dwingendrechtelijke karakter van artikel 5:99 BW volgt dus dat bij opzegging<br />

door de <strong>bloot</strong> eigenaar niet kan worden bepaald dat er geen vergoeding verschuldigd is.<br />

Daar moet wel bij worden aangetekend dat, indien de erfpacht eindigt door opzegging<br />

wegens wanprestatie van de erfpachter op de voet van artikel 5:87 lid 2 BW, de<br />

vergoedingsregeling van artikel 5:99 BW niet geldt. In dat geval geldt overigens wel de<br />

vergoedingsregeling van artikel 5:87 lid 2 laatste volzin BW, waarin is bepaald dat de<br />

eigenaar na het einde van de erfpacht verplicht is de waarde die de erfpacht dan<br />

Pagina 6 van 23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!