12.09.2013 Views

Bijlage 4 - Waardebepaling bloot eigendom

Bijlage 4 - Waardebepaling bloot eigendom

Bijlage 4 - Waardebepaling bloot eigendom

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

een erfpacht voor een bepaalde tijd te vestigen, die ten einde loopt door het<br />

verstrijken van de erfpachtperiode.<br />

N.B. Artikel 5:86 BW heeft onmiddellijke werking vanaf 1 januari 1992, op<br />

grond van artikel 68a Ow. Voor de opzegging van oude erfpachtrechten gelden<br />

evenwel bijzondere bepalingen, namelijk de bepalingen 166 en 167 Ow. Het<br />

regime van de artikelen 783 jo. 766 van het Oud BW betreffende de<br />

mogelijkheden tot opzegging blijft gehandhaafd.<br />

9. Denkbaar is overigens dat partijen voornoemde vrijheid zelf contractueel inperken.<br />

Bovendien neemt een en ander niet weg dat de verhouding tussen erfpachter en <strong>bloot</strong><br />

eigenaar ook na de expiratiedatum van de tijdelijke erfpacht wordt beheerst door de<br />

eisen van redelijkheid en billijkheid, zoals blijkt uit HR 26 maart 1999, NJ 1999, 446,<br />

BR 1999, p. 1065, m.nt. De Jong. Onder omstandigheden is denkbaar dat de hier<br />

bedoelde vrijheid van de <strong>bloot</strong> eigenaar om al dan niet over te gaan tot heruitgifte,<br />

door de eisen van de redelijkheid en billijkheid wordt beperkt, zoals zijn vrijheid om<br />

bij heruitgifte een marktconforme canon te vragen onder omstandigheden kan worden<br />

begrensd door de beginselen van redelijkheid en billijkheid (zie onder meer<br />

Gerechtshof Arnhem 20 mei 2008, LJN: BG1702).<br />

10. In dit kader dient eveneens rekening te worden gehouden met het leerstuk van de<br />

precontractuele goede trouw. Denkbaar is immers dat de (voormalig) erfpachter en<br />

<strong>bloot</strong> eigenaar in een dusdanig vergevorderd stadium van de onderhandelingen terecht<br />

kunnen zijn gekomen, dat het de <strong>bloot</strong> eigenaar niet langer vrij staat om de<br />

onderhandelingen af te breken, omdat zulks gelet op het vertrouwen over en weer dat<br />

uit de onderhandelingen een contract zou voortvloeien, in strijd met de goede trouw<br />

zou komen. In een dergelijk geval is weliswaar geen sprake van een “recht op<br />

heruitgifte”, maar is de <strong>bloot</strong> eigenaar door het verloop van de onderhandelingen<br />

beperkt in zijn vrijheid om te besluiten niet tot heruitgifte over te gaan.<br />

11. Indien in een erfpachtakte een verplichting tot realisatie van opstallen voor eigen<br />

rekening is neergelegd en voorts een optie is opgenomen tot heruitgifte op basis van<br />

een nieuwe canon, moet in beginsel worden aangenomen dat de erfpachter een<br />

gerechtvaardigde verwachting heeft dat aan hem de mogelijkheid van heruitgifte wordt<br />

geboden. Gelet hierop komt hem een beroep toe op artikel 1 van het Eerste Protocol<br />

bij het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, dat het <strong>eigendom</strong>srecht<br />

beschermt. Van schending van die bepaling kan sprake zijn indien heruitgifte wordt<br />

geweigerd, terwijl het algemeen belang zich niet tegen heruitgifte verzet,<br />

gerechtvaardigde verwachtingen niet worden gehonoreerd en de erfpachter zelf de<br />

investeringen in de opstallen voor zijn rekening moet nemen die hij binnen de<br />

bestaande erfpachttermijn niet kan terugverdienen. Volgens het Europees Hof voor de<br />

Rechten van de Mens doet daaraan niet af dat de <strong>bloot</strong> eigenaar – een gemeente – niet<br />

de bevoegdheid had om een dergelijke optie in het contract op te nemen.<br />

Pagina 4 van 23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!