12.09.2013 Views

Bijlage 4 - Waardebepaling bloot eigendom

Bijlage 4 - Waardebepaling bloot eigendom

Bijlage 4 - Waardebepaling bloot eigendom

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

30. Ten aanzien van de verrekeningsbevoegdheid geldt dat deze bevoegdheid ruim is<br />

geformuleerd; “hetgeen hij uit hoofde van de erfpacht van de erfpachter te vorderen<br />

heeft”. Deze verrekening dient echter plaats te vinden met de hem ingevolge artikel<br />

5:99 BW verschuldigde vergoeding. Indien de <strong>bloot</strong> eigenaar deze vergoeding niet<br />

verschuldigd is – bijvoorbeeld omdat een van de uitzonderingen van het tweede lid zich<br />

voordoet, en de vergoedingsverplichting mitsdien in de akte van vestiging is uitgesloten<br />

– is er dus geen vergoeding om de vordering mee te verrekenen. Dit artikel kan<br />

mitsdien ook niet altijd soelaas bieden.<br />

è Toepassing op erfpachtakten Staatsbosbeheer<br />

31. In geen enkele aangetroffen erfpachtakte, waarin is voorzien in een<br />

vergoedingsregeling, is contractueel voorzien in een verrekeningsbevoegdheid. Dat<br />

neemt uiteraard niet weg dat Staatsbosbeheer daartoe op grond van de wettelijke<br />

regeling bevoegd zal zijn, tenzij de erfpachtakte dateert van vóór 1 januari 1992. Ook<br />

over het retentierecht wordt in geen akte gerept. Dat betekent dat de wettelijke<br />

regeling onverkort van toepassing is.<br />

III. Herziening erfpachtvoorwaarden<br />

32. Bij het einde van de erfpacht kan de vraag rijzen hoe streng de rechter de door de<br />

<strong>bloot</strong> eigenaar voorgestelde nieuwe erfpachtvoorwaarden beoordeelt. Met name moet<br />

worden onderzocht hoe zwaar de rechter de eisen van de redelijkheid en billijkheid<br />

laat meewegen bij de beoordeling van de erfpachtvoorwaarden.<br />

33. Ten aanzien van de vraag of de (voormalige) <strong>bloot</strong> eigenaar in het kader van een<br />

heruitgifte of verlenging van de erfpacht een marktconforme canon in rekening mag<br />

brengen, is de rechtspraak sinds het arrest van de Hoge Raad van 26 maart 1999, NJ<br />

1999, 446 relatief eenduidig. Uit dat arrest volgt dat tussen de <strong>bloot</strong> eigenaar en de<br />

zittende erfpachter na de expiratiedatum van de tijdelijke erfpacht een door de<br />

redelijkheid en billijkheid beheerste rechtsverhouding blijft bestaan. De Hoge Raad liet<br />

het oordeel van het Hof, dat de Gemeente geen misbruik van <strong>eigendom</strong> maakte en ook<br />

niet onredelijk handelde door na de expiratie van de tijdelijke erfpacht ook ten<br />

opzichte van zittende erfpachters alleen tegen betaling van actuele grondwaarde<br />

bereid te zijn tot uitgifte in eeuwigdurende erfpacht, in stand.<br />

34. Misbruik van een dominante positie wordt niet snel aangenomen, ook niet als de <strong>bloot</strong><br />

eigenaar een gemeente is of een ander lichaam met een monopolie-positie. In dit kader<br />

kan worden verwezen naar het vonnis van de Rechtbank Leeuwarden van 5 december<br />

2007, LJN: BB9762, alsmede naar het vonnis van de Rechtbank Amsterdam van 10<br />

maart 1999, BR 1999, 1061. In laatstgenoemd vonnis overwoog de Rechtbank dat uit<br />

het enkele feit dat uit het enkele feit dat een groot gedeelte van de Amsterdamse<br />

grondmarkt door de Gemeente in erfpacht is uitgegeven en dat daarmee de Gemeente<br />

Pagina 10 van 23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!