scheikunde - 10 voor de leraar

scheikunde - 10 voor de leraar scheikunde - 10 voor de leraar

10voordeleraar.nl
from 10voordeleraar.nl More from this publisher
12.09.2013 Views

Permanente kwaliteitszorg is essentieel voor de maatschappelijke opdracht van iedere school. De kennisbasis levert de daarvoor noodzakelijke criteria (ijkpunten) aan. Hiermee is accredi- tatie en onderlinge benchmarking van scholen mogelijk gemaakt. Dit alles zal de transparantie aanzienlijk kunnen vergroten en ertoe bijdragen dat de kwaliteit van de leraar op het gewenste niveau blijft. De leraar kan aangesproken worden op de volgende minimale competenties: de leraar heeft op een praktisch niveau voldoende kennis van de onderwijsinhouden, van de onderwijsmethoden (pedagogisch en didactisch), -organisatie en -materialen en van de leerling en diens leefwereld; de leraar kan onderwijs- en begeleidingsprogramma’s beoordelen, aanpassen en ontwerpen. Hij heeft voldoende kennis van pedagogische en didactische methoden om onderwijs- en begeleidingsprogramma’s te kunnen beoordelen op kwaliteit en geschiktheid voor zijn leerlingen. Hij kan onderdelen daarvan aanpassen en bijdragen aan het ontwerpen van nieuwe programmaonderdelen; de leraar ontwikkelt zich zelfstandig verder. Hij heeft overzicht van de belangrijkste weten- schappelijke kennisgebieden waarop hij voor zijn beroepsuitoefening kan terugvallen en vindt daarin zelfstandig zijn weg. Leeswijzer: de opbouw van de kennisbasis Binnen het cluster exact zijn afspraken gemaakt over de vormgeving van de kennisbasis. De opbouw omvat beschrijvingen van de volgende onderdelen: 1. Een hoofdindeling op thema’s of domeinen. 2. Een onderverdeling van kernconcepten / categorieën binnen de domeinen. 3. Een omschrijving van het kernconcept / categorie. 4. Een niveauaanduiding in de vorm van een voorbeeldopgave, een opdracht of een verwijzing naar algemeen erkende vakliteratuur. De voorbeelden (voorbeeldopgaven) die in de kennisbasis genoemd worden, zijn exemplarisch. Als alleen naar deze opgaven gekeken wordt, geeft dat dus beslist een onvolledig beeld van de kennisbasis die een tweedegraads leraar binnen het cluster zou moeten hebben. Ze zijn dan ook alleen bedoeld om het gewenste niveau aan te geven. Bevoegdheden en bekwaamheden binnen het cluster exact Al enige tijd hebben scholen voortgezet onderwijs veel vrijheid bij het organiseren van het onderwijs in exacte vakken in de onderbouw. Zo bestaat sinds de invoering van de basis- vorming het vak nask (natuur-scheikunde). Docenten met een tweedegraads bevoegdheid natuurkunde of scheikunde zijn bevoegd om dit vak te doceren. Op veel scholen is het vak gesplitst in nask 1 en nask 2, waarbij nask 1 veelal natuurkunde bevat en nask 2 veel schei- kunde. Daarnaast zijn er scholen die kiezen voor het vak “science” in klas 1 en 2, of voor het leergebied “mens en natuur”. Deze vakken kunnen door alle bevoegde docenten techniek, biologie, natuurkunde en scheikunde worden verzorgd. Deze realiteit in het onderwijsveld betekent dat alle exacte kennisbases (met uitzondering van wiskunde) op eigen wijzen aandacht besteden aan de verwante of aanpalende vakken. Om die reden zal in een volgende versie van de kennisbasis meer nadruk liggen op een uniformere aanpak van dit onderdeel binnen het cluster, zonder voorbij te gaan aan de identiteit van het eigen vak. Kennisbasis scheikunde | 9

10 | Kennisbasis scheikunde 2. Preambule inleiding De kennisbasis scheikunde verwijst naar het geheel van kennisvereisten waarover een leraar scheikunde moet beschikken. Het beheersen van de kennisbasis scheikunde is voorwaardelijk voor het competent handelen van de afgestudeerde. De kennisbasis bevat een overzicht van de cognitieve kennis in twintig vakspecifieke domeinen die iedere startbekwame leraar voor het tweedegraads gebied tijdens zijn opleiding heeft doorlopen (kolom 1). Voor het algemene chemische deel van het curriculum is de kennisbasis gebaseerd op het boek “Chemistry” van John McMurry & Robert C. Fay, 5th edition 2009. Daarmee is tevens het niveau vastgelegd (College Chemistry). Voor de onderwerpen waarvoor dit boek tekort schiet wordt andere literatuur vermeld. Kolom 2 van de kennisbasis bevat een verdere verfijning van kernconcepten. Deze kern- concepten worden grofweg allemaal behandeld, maar de verschillende opleidingen hebben de vrijheid om accenten te leggen. Om het risico van oppervlakkigheid te voorkomen (‘a mile wide and one inch deep’) is het noodzakelijk om bij een selectie van concepten het beschreven niveau te overstijgen. Practicum Geen scheikunde zonder practicum. In elk domein wordt aandacht besteed aan practica. Dit geldt ook voor domein 18, natuurkunde. Het redactieteam heeft echter geen specifieke practica vastgelegd in deze kennisbasis. De opleiding heeft de vrijheid om de juiste experi- menten te kiezen. Wel is het chemisch practicum als apart domein (domein 20) opgenomen, waarin de kennis over en rondom het practicum scheikunde is vastgelegd. Contextrijke leeromgeving De afgestudeerde bezit naast een gedegen vakkennis ook een goed beeld van de context- en conceptbenadering. Onder deze benadering wordt scheikundeonderwijs verstaan dat uitgaat van maatschappelijke, experimentele en theoretische contexten. De contexten fungeren als brug tussen de werkelijkheid en de scheikundige concepten die aan het vak ten grondslag lig- gen. Expliciet is dat niet in de kennisbasis aangegeven, maar veel van de leerinhouden staan in de context van toepassingen in het dagelijks leven.

<strong>10</strong> | Kennisbasis <strong>scheikun<strong>de</strong></strong><br />

2. Preambule<br />

inleiding<br />

De kennisbasis <strong>scheikun<strong>de</strong></strong> verwijst naar het geheel van kennisvereisten waarover een <strong>leraar</strong><br />

<strong>scheikun<strong>de</strong></strong> moet beschikken. Het beheersen van <strong>de</strong> kennisbasis <strong>scheikun<strong>de</strong></strong> is <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>lijk<br />

<strong>voor</strong> het competent han<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>. De kennisbasis bevat een overzicht van<br />

<strong>de</strong> cognitieve kennis in twintig vakspecifieke domeinen die ie<strong>de</strong>re startbekwame <strong>leraar</strong> <strong>voor</strong><br />

het twee<strong>de</strong>graads gebied tij<strong>de</strong>ns zijn opleiding heeft doorlopen (kolom 1).<br />

Voor het algemene chemische <strong>de</strong>el van het curriculum is <strong>de</strong> kennisbasis gebaseerd op het<br />

boek “Chemistry” van John McMurry & Robert C. Fay, 5th edition 2009. Daarmee is tevens<br />

het niveau vastgelegd (College Chemistry). Voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen waar<strong>voor</strong> dit boek tekort<br />

schiet wordt an<strong>de</strong>re literatuur vermeld.<br />

Kolom 2 van <strong>de</strong> kennisbasis bevat een ver<strong>de</strong>re verfijning van kernconcepten. Deze kern-<br />

concepten wor<strong>de</strong>n grofweg allemaal behan<strong>de</strong>ld, maar <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> opleidingen hebben<br />

<strong>de</strong> vrijheid om accenten te leggen. Om het risico van oppervlakkigheid te <strong>voor</strong>komen<br />

(‘a mile wi<strong>de</strong> and one inch <strong>de</strong>ep’) is het noodzakelijk om bij een selectie van concepten<br />

het beschreven niveau te overstijgen.<br />

Practicum<br />

Geen <strong>scheikun<strong>de</strong></strong> zon<strong>de</strong>r practicum. In elk domein wordt aandacht besteed aan practica.<br />

Dit geldt ook <strong>voor</strong> domein 18, natuurkun<strong>de</strong>. Het redactieteam heeft echter geen specifieke<br />

practica vastgelegd in <strong>de</strong>ze kennisbasis. De opleiding heeft <strong>de</strong> vrijheid om <strong>de</strong> juiste experi-<br />

menten te kiezen. Wel is het chemisch practicum als apart domein (domein 20) opgenomen,<br />

waarin <strong>de</strong> kennis over en rondom het practicum <strong>scheikun<strong>de</strong></strong> is vastgelegd.<br />

Contextrijke leeromgeving<br />

De afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bezit naast een ge<strong>de</strong>gen vakkennis ook een goed beeld van <strong>de</strong> context- en<br />

conceptbena<strong>de</strong>ring. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>ring wordt <strong>scheikun<strong>de</strong></strong>on<strong>de</strong>rwijs verstaan dat uitgaat<br />

van maatschappelijke, experimentele en theoretische contexten. De contexten fungeren als<br />

brug tussen <strong>de</strong> werkelijkheid en <strong>de</strong> scheikundige concepten die aan het vak ten grondslag lig-<br />

gen. Expliciet is dat niet in <strong>de</strong> kennisbasis aangegeven, maar veel van <strong>de</strong> leerinhou<strong>de</strong>n staan<br />

in <strong>de</strong> context van toepassingen in het dagelijks leven.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!