scheikunde - 10 voor de leraar
scheikunde - 10 voor de leraar
scheikunde - 10 voor de leraar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Domeinen/thema’s Kernconcept/Omschrijving Voorbeeld-toets-items<br />
1. Basisbegrippen H1 en 2<br />
Een indicatie van het niveau wordt<br />
gegeven door McMurry & Fay, Chemistry,<br />
5th edition (hoofdstukken genoemd).<br />
Indien an<strong>de</strong>rs, staat <strong>de</strong> titel van een<br />
lesboek vermeld.<br />
1.1 De discipline <strong>scheikun<strong>de</strong></strong> Het vak, natuurwetenschappen, materie,<br />
eigenschappen, processen, plaats in <strong>de</strong><br />
samenleving en het dagelijkse leven.<br />
1.2 Stoffen en materialen,<br />
warenkennis<br />
1.3 Experimenteren en<br />
meten<br />
2 Chemische reacties H3<br />
Elementen, atomen, symbolen, atoomnummer,<br />
periodiek systeem, perio<strong>de</strong>n en<br />
groepen, moleculaire stoffen, zouten,<br />
mengsels.<br />
Basisgroothe<strong>de</strong>n en gron<strong>de</strong>enhe<strong>de</strong>n in het<br />
SI, afgelei<strong>de</strong> eenhe<strong>de</strong>n, nauwkeurigheid<br />
en onzekerheid, significantie.<br />
2.1 Reactievergelijkingen Wet van behoud van massa, stoichiometrie,<br />
mol, getal van Avogadro, molaire massa.<br />
2.2 Reactanten<br />
en producten<br />
Elementenanalyse, massapercentage,<br />
empirische formule, molecuulformule.<br />
Deze vragen zijn exemplarisch en bedoeld als indicatie van het<br />
niveau waarop stu<strong>de</strong>nten met <strong>de</strong>ze begrippen om moeten kunnen<br />
gaan.<br />
1. Beschrijf aan <strong>de</strong> hand van tenminste drie <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> plaats<br />
<strong>de</strong> <strong>scheikun<strong>de</strong></strong> in onze samenleving.<br />
2. Langs <strong>de</strong> weg van het experiment wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> natuurwetenschappen<br />
regels en wetten gevon<strong>de</strong>n. Beschrijf <strong>de</strong>ze zogenaam<strong>de</strong><br />
natuurwetenschappelijke metho<strong>de</strong>.<br />
1. In welke groepen* van het periodiek systeem bevin<strong>de</strong>n zich <strong>de</strong><br />
halogenen, aardalkalimetalen, e<strong>de</strong>lgassen, overgangsmetalen<br />
en alkalimetalen?<br />
2. Noteer het aantal protonen, elektronen en neutronen in <strong>de</strong><br />
volgen<strong>de</strong> atomen of ionen: 40 Ca 2+ 40 Ar 35 Cl - 39 K +<br />
1. De dichtheid van zwavelzuur bedraagt 1,84 x <strong>10</strong> 3 kg m -3 . Wat is <strong>de</strong><br />
massa van 25 mL zwavelzuur (in gram)?<br />
2. De dichtheid van een vloeistof wordt berekend uit <strong>de</strong> massa m<br />
= 24,78 ± 0,05 gram en het volume V = 19,82 ± 0,08 mL. Bereken<br />
in g mL -1 met opgave van <strong>de</strong> onzekerheid in <strong>de</strong> bereken<strong>de</strong><br />
waar<strong>de</strong>.<br />
1. Noteer <strong>de</strong> kloppen<strong>de</strong> vergelijking van <strong>de</strong> reactie tussen<br />
kaliumchloraat (KClO 3 ) en glucose (C 6 H 12 O 6 ). Reactieproducten<br />
zijn KCl, CO 2 en H 2 O.<br />
2. De constante van Avogadro is het aantal <strong>de</strong>eltjes (ionen, atomen)<br />
per mol. Bereken <strong>de</strong> molaire massa van waterstofchlori<strong>de</strong> (g mol -1 )<br />
als gegeven is dat 1 molecuul HCl 36,46 u weegt.<br />
1. Bereken het massapercentage koolstof in glucose (C 6 H 12 O 6 ).<br />
2. Voor <strong>de</strong> bereiding van ijzersulfi<strong>de</strong> (FeS) wordt 14 gram ijzer en<br />
<strong>10</strong> gram zwavel gemengd. Het mengsel wordt tot reactie gebracht.<br />
Ga door berekening na welke stof in overmaat aanwezig is en<br />
hoeveel gram ervan.<br />
2.3 Oplossingen Concentratie, molariteit, titratie, verdunnen. 1. Geconcentreerd salpeterzuur bevat 65% (m/m) HNO 3 . De dichtheid<br />
bedraagt 1,39 g mL -1 . Hoeveel mL HNO 3 moet wor<strong>de</strong>n afgemeten<br />
om 1,0 liter 4 M HNO 3 te berei<strong>de</strong>n?<br />
2. Bereken <strong>de</strong> concentratie NaCl in mol L -1 in een oplossing die<br />
<strong>10</strong>,0% (m/m) NaCl bevat. De dichtheid van <strong>de</strong> oplossing bedraagt<br />
1,07 kg L -1 .<br />
3 Analytische Chemie H4 en 15<br />
3.1 Elektrolytoplossingen Dissociatie, sterke en zwakke elektrolyten,<br />
moleculaire stoffen in oplossing.<br />
1. In welk van bei<strong>de</strong> gevallen is <strong>de</strong> ionisatiegraad het hoogst:<br />
0,1 M HAc of 0,1 M HCl. Motiveer je antwoord.<br />
2. Leg uit waarom een oplossing van glucose een elektrische<br />
stroom niet geleidt en die van keukenzout wel? Gebruik ook<br />
een reactie-vergelijking.<br />
Kennisbasis <strong>scheikun<strong>de</strong></strong> | 14