'IETS EDELERS WAS MIJN DRIJFVEER' - Museum Volkenkunde
'IETS EDELERS WAS MIJN DRIJFVEER' - Museum Volkenkunde
'IETS EDELERS WAS MIJN DRIJFVEER' - Museum Volkenkunde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>'IETS</strong> <strong>EDELERS</strong> <strong>WAS</strong> <strong>MIJN</strong> <strong>DRIJFVEER'</strong> JUAN MARIA SCHUVER EN ZIJN AFRIKAANSE COLLECTIE © HENK IMANSE<br />
Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor <strong>Volkenkunde</strong><br />
reisdoel van de verslaggevers is echter niet Noord-Italië. Na een uitstapje naar het Trasimeense<br />
Meer, waar de Romeinen op 21 juni 217 v. Chr. een vernietigende nederlaag tegen Hannibal leden,<br />
vervolgt Schuver via Ancona en Triëst zijn tocht naar Dubrovnik.<br />
Het meer vanTrasimeno<br />
Op 26 juni heeft hij namelijk bericht gekregen dat het Handelsblad hem heeft aangesteld als<br />
correspondent met als opdracht de te verwachten troebelen op de Balkan te verslaan. Evenzo zijn de<br />
drie andere journalisten door hun redacties op pad gestuurd. In april 1876 zijn de Bulgaren in opstand<br />
gekomen tegen het Turkse gezag en op de Balkan broeit het nu overal. Servië en Montenegro<br />
verklaren beide op 30 juni de oorlog aan het Ottomaanse Rijk. 15 Na voorbereidingen te hebben<br />
getroffen en zich geïnformeerd te hebben stuurt Schuver op 19 juli vanuit Triëst een brief aan zijn<br />
vader dat hij zich naar de Dalmatische kust zal begeven.<br />
Nauwelijks op het strijdtoneel gearriveerd wordt Schuver door de Montenegrijnen gevangen genomen.<br />
Hij wordt beschuldigd van spionage voor de Turken, maar weet zich vrij te praten. Niet erg welkom bij<br />
de Montenegrijnen besluit Schuver de oorlog dan maar te verslaan aan de zijde van de Turken. Hij<br />
legt contact met Turkse bevelhebbers, voegt zich bij het Turkse leger dat in Albanië is, en trekt met de<br />
troepen naar Herzegovina. Wanneer het kanongebulder verstomt en de oorlogshandelingen ten einde<br />
lopen, reist Schuver, naar het lijkt in gezelschap van O’Donovan, naar Athene, waar hij de<br />
jaarwisseling 1876 – 1877 doorbrengt.<br />
Naar Egypte (1877)<br />
Na enige aarzeling over zijn volgende reisdoel besluit Schuver in de tweede helft van januari naar<br />
Egypte te gaan. 16 De hele maand februari verblijft hij in Caïro. Te oordelen naar de plaatsen van<br />
waaruit Schuver brieven stuurt aan zijn vader, volgt hij tussen maart en juni over land de route Caïro –<br />
Assiut en per boot over de Nijl het traject Assiut – Karnak – Luxor – Aswan, waarna de terugreis volgt.<br />
Nijlboot (ansichtkaart ca. 1880)<br />
Gedurende de tocht, waarover hij trouwens in brieven aan het Handelsblad vertelt, vermaakt Schuver<br />
zich behalve met het bekijken van de antieke monumenten onder andere met het jagen op hyena’s en<br />
verwerft hij een jong leeuwtje, Jemma, dat hij in Port Said op de boot naar Nederland zet. 17 Het<br />
5