'IETS EDELERS WAS MIJN DRIJFVEER' - Museum Volkenkunde
'IETS EDELERS WAS MIJN DRIJFVEER' - Museum Volkenkunde
'IETS EDELERS WAS MIJN DRIJFVEER' - Museum Volkenkunde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>'IETS</strong> <strong>EDELERS</strong> <strong>WAS</strong> <strong>MIJN</strong> <strong>DRIJFVEER'</strong> JUAN MARIA SCHUVER EN ZIJN AFRIKAANSE COLLECTIE © HENK IMANSE<br />
Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor <strong>Volkenkunde</strong><br />
Oorlogscorrespondent in Spanje (1873 – 1876)<br />
De smaak van het avontuur heeft Schuver door zijn omzwervingen over het continent goed te pakken.<br />
Na in mei 1873 het tweede huwelijk van zijn vader te hebben bijgewoond reist hij in juni naar Spanje.<br />
Daar is een burgeroorlog uitgebroken die in de geschiedenisboekjes bekend zal worden als de<br />
Tweede Carlistenoorlog. 10 Schuver trekt tussen zomer 1873 en voorjaar 1876 van het ene front naar<br />
het andere. 11 In het Amsterdams Handelsblad kunnen de lezers in ongeveer zeventig brieven smullen<br />
van zijn oorlogsberichten en soms bloedstollende avonturen.<br />
Een vrijwilliger van het Carlistische leger.<br />
(Uit: The Illustrated London News, 1 november 1873)<br />
In de buurt van Esparraguera (Catalonië) wordt hij in september 1873 door de republikeinen ter dood<br />
veroordeeld, waarschijnlijk beschuldigd van spionage. Reeds naar een kerkhof gebracht om<br />
gefusilleerd te worden weet Schuver zich op het nippertje uit deze netelige situatie te redden. Even<br />
laat hij de oorlog voor wat hij is. Hij maakt in 1874 een reis door Marokko, van Tanger via Rabat naar<br />
Dar-el-Baida. Daarna bezoekt hij Gran Canaria en Tenerife. Per boot vaart hij naar Cadiz en Lissabon,<br />
om vanuit die stad dwars door Portugal naar Coruna te lopen. Bij Santiago de Compostella maakt hij<br />
de feestdag van Sint Jacobus mee (25 juli 1874).<br />
Dan zoekt Schuver de oorlog weer op, om precies te zijn de gevechten rondom San Sebastian. De<br />
monarchisten nemen hem in november tijdens een nachtelijke uitval gevangen, maar ook dit loopt<br />
goed af. De winter van 1874 – 1875 brengt Schuver in Nederland door. 12 Hij weet niet dat dit de<br />
laatste gelegenheid zal zijn waarbij hij zijn vader ziet. In maart 1875 gaat hij weer de grens over, op<br />
een reis die hem naar Zuid-Frankrijk, Noord-Italië, Basel, Keulen en Londen brengt. Daar steekt hij<br />
over naar Bordeaux, op weg naar Spanje, waar hij zich bij het Leger van de Ebro voegt. In de<br />
maanden die volgen kan men Schuver vinden op de slagvelden van Catalonië en Aragon. Een van de<br />
weinige exacte datums die bekend zijn, is die van zijn aanwezigheid bij het Mariafeest van Zaragossa<br />
(12 oktober 1875). Overigens moet uit het bijwonen van de religieuze feesten in Santiago en<br />
Zaragossa niet worden afgeleid dat Schuver nog praktiserend katholiek zou zijn. Het is met aan<br />
zekerheid grenzende waarschijnlijkheid juist gedurende zijn Spaanse periode dat Schuver zijn<br />
voornaam Joannes wijzigt in Juan, een naamswijziging waar ongetwijfeld psychologisch meer aan<br />
vast zit. Misschien is Schuvers levenshouding beïnvloed door een aantal opmerkelijke collegaoorlogsjournalisten,<br />
mannen van formaat als Edmond O’Donovan, John O’Shea en M.S. de<br />
Montmorency. 13<br />
Met het regeringsleger trekt Schuver begin 1876 mee voor de beslissende campagne tegen de<br />
Carlisten. Schuver maakt de Slag bij Elqueta mee, waar hij ternauwernood ontsnapt aan een<br />
moordend vijandelijk vuur, en is aanwezig bij de inname van San Sebastian en Pamplona. Wanneer in<br />
maart 1876 de burgeroorlog is afgelopen, heeft het voor Schuver weinig zin meer in Spanje te blijven.<br />
Geen nood, inmiddels dient zich alweer een nieuw oorlogstoneel aan.<br />
Oorlogscorrespondent op de Balkan (1876)<br />
Schuver begeeft zich naar Marseille, pakt begin mei de boot naar Bastia, en vaart vrijwel direct door<br />
naar Livorno en Pisa. 14 Daar ontmoet hij O’Donovan. Vervolgens reist hij door naar Florence, waar wij<br />
hem in juni 1876 aantreffen. In Florence komt Schuver O’Shea en de Montmorency tegen. Het<br />
4