'IETS EDELERS WAS MIJN DRIJFVEER' - Museum Volkenkunde
'IETS EDELERS WAS MIJN DRIJFVEER' - Museum Volkenkunde
'IETS EDELERS WAS MIJN DRIJFVEER' - Museum Volkenkunde
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>'IETS</strong> <strong>EDELERS</strong> <strong>WAS</strong> <strong>MIJN</strong> <strong>DRIJFVEER'</strong> JUAN MARIA SCHUVER EN ZIJN AFRIKAANSE COLLECTIE © HENK IMANSE<br />
Digitale publicaties van het Rijksmuseum voor <strong>Volkenkunde</strong><br />
Beschuldigd van wapenhandel<br />
Half juni zijn Schuver en Mondo terug in Famaka. Daar treft Schuver een tegenslag. De plaatselijke<br />
gouverneur, een Oostenrijker, beschuldigt hem van wapenhandel met de Mahdisten,<br />
fundamentalistische opstandelingen in de Soedan die net aan het beleg van El Obeid zijn begonnen. 41<br />
Nu beschikt Schuver inderdaad over een heel arsenaal aan geweren en revolvers, omdat hij van plan<br />
is voor zijn bescherming inheemse krijgers te huren. Om die te bewapenen heeft hij meer dan 50 zeer<br />
moderne geweren en 20.000 patronen bij zich. Schuvers privélegertje zou het daarmee gemakkelijk<br />
winnen van de aanwezige Egyptische troepen. De wapens worden in beslag genomen. Op zich is de<br />
beschuldiging van wapenhandel niet uit de lucht gegrepen. Westerse wetenschappelijke expedities<br />
wilden toentertijd inderdaad wel eens wapenhandel drijven om de medewerking van lokale<br />
machthebbers te verkrijgen. Maar Schuver weigert juist altijd nadrukkelijk vuurwapens cadeau te<br />
geven of te verkopen, ook al probeert ieder lokaal potentaatje dat hij op zijn reizen tegenkomt, hem<br />
daartoe over te halen. De Nederlander is zich bewust van verschuivingen van het regionale<br />
machtsevenwicht en verhoging van het geweldsniveau die het gevolg zijn van wapenhandel, en keurt<br />
deze praktijk dan ook ten zeerste af. De ene keer dat hij er echt niet aan kan ontkomen iemand een<br />
geweer te geven, levert hij er niet de passende patronen bij, zodat het wapen niet gebruikt kan<br />
worden.<br />
Schuver moet in oktober 1882 terugkeren naar Khartoum om zich voor de autoriteiten te<br />
verantwoorden. Zo brengt hij de jaarwisseling door in Khartoum. In januari 1883 valt El Obeid in<br />
handen van de Mahdisten. Terwijl zijn zaak eindeloos in behandeling is, werkt Schuver aan drie<br />
boeken over zijn reizen en verkent hij de omgeving.<br />
Schuvers laatste tocht<br />
Nadat de beschuldiging van wapenhandel is ingetrokken, wordt Schuver door de gouverneur-generaal<br />
van de Soedan voorzien van de nodige documenten om zijn ontdekkingstocht te kunnen voortzetten.<br />
Schuver koopt voor zes maanden voorraden en verwerft nieuwe reisgezellen. Het zijn Karlo Nagy, een<br />
ontheemde, 22-jarige Hongaar die door een Duitse baron is achtergelaten en vloeiend Arabisch<br />
spreekt, leest en schrijft, en een zwart knechtje uit Darfur, genaamd Zerzur. Alles wat Schuver tot<br />
dusverre heeft verzameld aan etnografica stuurt hij op 7 juli 1883 naar Nederland.<br />
Een week later verlaat Schuver Khartoum per stoomboot naar Kawa. 42 Op de grote boot zitten ook 75<br />
geketende criminelen die naar het zuiden verbannen worden, en 400 soldaten. De Dinka, een<br />
veetelend volk in Zuid-Soedan, zijn namelijk in deze tijd in opstand gekomen en hebben twee<br />
Egyptische garnizoenen uitgemoord.<br />
Dinka's omstreeks 1895 (foto van Musée Maurice Castan in Brussel)<br />
Redenen voor de opstand zijn de ronseling van 1700 soldaten binnen een half jaar en de opgelegde,<br />
onbetaalde transportdiensten die verricht moeten worden. Hoewel de situatie gevaarlijk is en het<br />
regenseizoen begonnen is, heeft Schuver allesbehalve de behoefte om in Khartoum te blijven. In<br />
Kawa stappen Schuver en zijn metgezellen over op een andere, kleinere boot naar Meshra el-Rek.<br />
12