12.09.2013 Views

Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie

Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie

Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

etreft <strong>het</strong> toch een zeer belangrijke locatie. Het gaat immers om de enige actuele Friese vindplaats<br />

van deze associatie, die in Nederland en heel Eur<strong>op</strong>a sterk bedreigd is.<br />

Het herstel van de waterkwaliteit blijkt voorts uit begroeiingen met Krabbenscheer (Stratiotes aloides),<br />

die over een grote <strong>op</strong>pervlakte voorkomen, samen met de daarbij behorende libel Groene<br />

glazenmaker (Aeshna viridis). Velden met Groot blaasjeskruid (Utricularia vulgaris) en Kikkerbeet<br />

(Hydrocharis morsusrana) behoren tot <strong>het</strong>zelfde habitattype (H3150). Een enkel slootje is zelfs<br />

begroeid met <strong>het</strong> kranswier Buigzaam glanswier (Nitella flexiis), zodat lokaal sprake is van <strong>het</strong><br />

habitattype 3140. Dankzij de verbeterde waterkwaliteit zijn inmiddels ook in de Brandemeer de eerste<br />

aanzetten te zien van <strong>het</strong> ontstaan van trilveen en Krabbenscheervegetatie.<br />

Een andere belangrijke natuurwaarde vormen de uitgestrekte veenmosrietlanden in <strong>het</strong> gebied<br />

(associatie Pallavicinio-Sphagnetum, eveneens gerekend tot H7140). Kenmerkend voor dit<br />

begroeiingstype is de combinatie van ijl Riet (Phragmites australis) en een dikke mat van<br />

veenmossen. Deze mat bestaat hier voornamelijk uit Gewoon veenmos (Sphagnum palustre). In de<br />

veenmosrietlanden groeien soorten als Moerasvaren (Thelypteris palustris), Paddenrus (Juncus<br />

subnodulosus), Wateraardbei (Comarum palustre), Moerasviooltje (Viola palustris) en Ronde<br />

zonnedauw (Drosera rotundifolia), en hier en daar zeldzame mossoorten van relatief basenrijke<br />

omstandigheden, zoals Hartbladig puntmos (Calliergon cordifolium), Goudsikkelmos (Drepanocladus<br />

polygamus) en Lippenmos (Chiloscyphus polyanthos). Het <strong>Veen</strong>mosrietland is tevens <strong>het</strong> leefgebied<br />

van de Grote vuurvlinder, waarvan in zowel de Rottige Meenthe als <strong>het</strong> Brandemeer een kleine<br />

p<strong>op</strong>ulatie voorkomt. Ook de sterk bedreigde Zilveren maan (Boloria selene) weet zich hier te<br />

handhaven, dankzij de vele moerasviooltjes.<br />

In botanisch <strong>op</strong>zicht is verder <strong>het</strong> Blauwgrasland (H6410) van betekenis, dat voorkomt <strong>op</strong> legakkers.<br />

In de Rottige Meenthe beslaat dit type slechts een kleine <strong>op</strong>pervlakte, met als meest <strong>op</strong>vallende soort<br />

de Spaanse ruiter (Cirsium dissectum). De moslaag wordt hier vrijwel geheel ingenomen door<br />

Gewoon veenmos, zodat we duidelijk te maken hebben met een zure vorm van <strong>het</strong> habitattype. In de<br />

Brandemeer komt een aanzienlijk grotere hoeveelheid Blauwgrasland voor, helaas echter buiten de<br />

begrenzing van <strong>het</strong> Natura 2000gebied. Dit habitattype kent in Friesland al met al nog een relatief<br />

groot aantal, zij <strong>het</strong> merendeels kleine vindplaatsen. Net als <strong>op</strong> veel plaatsen in de provincie is <strong>het</strong><br />

Blauwgrasland hier gemiddeld wat minder soortenrijk dan elders in <strong>het</strong> land.<br />

Buiten de kern van <strong>het</strong> gebied liggen veel graslandpercelen die van belang zijn voor weidevogels, en<br />

voorts diverse hooilanden met als bijzonderheid onder meer Noordse zegge (Carex aquatilis),<br />

rietlanden met een typische laagveensoort als Grote boterbloem (Ranunculus lingua) en<br />

strooiselruigten (H6430), met Moeraswolfsmelk (Euphorbia palustris) als een van de kenmerkende<br />

soorten. Moerasbosjes met berken vormen fragmentaire voorkomens van <strong>het</strong> habitattype 91D0.<br />

De uitbreiding van <strong>het</strong> aantal petgaten leidde ertoe dat er in <strong>het</strong> gebied een aanzienlijke <strong>op</strong>pervlakte<br />

plasdras moeras is bijgekomen. Dit heeft een positief effect gehad <strong>op</strong> de aanwezige moerasvogels.<br />

Jaarlijks broeden weer diverse paren Roerdomp en er is een kolonie aalscholvers van honderden<br />

paren gevestigd. Ook <strong>het</strong> Porseleinhoen is in recente jaren weer gehoord. Ooievaars van <strong>het</strong><br />

buitenstation bij Spanga zoeken hun voedsel vaak in <strong>het</strong> gebied. In de winter wordt <strong>het</strong> gebied door<br />

ganzen, eenden en zwanen bezocht, onder meer door Kleine zwaan, Kolgans, Grauwe gans en<br />

Brandgans.<br />

De Otter, een van de redenen om <strong>het</strong> gebied destijds aan te k<strong>op</strong>en, wist na <strong>het</strong> uitzetten van een<br />

eerste groep dieren in 2002 en 2003 de Rottige Meenthe nog niet te bereiken (vanuit de Wieden en<br />

Weerribben), maar lijkt zich inmiddels wel te hebben gevestigd na <strong>het</strong> uitzetten van een tweede groep<br />

in de periode 2004-2007 (onder andere in <strong>het</strong> gebied zelf). Sinds kort zijn gebiedsdekkend volwassen<br />

en bijnavolwassen dieren aanwezig in - van noord naar zuid - de Lindevallei, de Rottige Meenthe, de<br />

Weerribben, de Wieden en de Oldematen. In de winter van 2007-2008 was <strong>het</strong> totale aantal otters<br />

toegenomen tot 35, dit ondanks aanzienlijke verliezen door <strong>het</strong> verkeer.<br />

www.natuurpresentaties.nl<br />

36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!