Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie
Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie
Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Norgerpetgaten, een klein veenrestant, en <strong>het</strong> Esmeer, een grote plas die beschouwd wordt als de<br />
grootste pingoruïne van Drenthe.<br />
Natuurwaarden<br />
Het uitgestrekte, rustend hoogveen van <strong>het</strong> Fochteloërveen wordt gerekend tot aangetast, maar<br />
herstelbaar hoogveen (H7120). Een groot deel van <strong>het</strong> hoogveen was lange tijd uitsluitend begroeid<br />
met Pijpenstrootje (Molinia caerulea), ten gevolge van de aantasting van de bovenste veenlaag door<br />
de boekweitbrandcultuur. Het zijn in <strong>het</strong> bijzonder deze delen met relatief lage natuurwaarden die in<br />
<strong>het</strong> kader van de herstelwerkzaamheden zijn vernat. In de vernatte delen treedt sinds enige jaren<br />
weer groei <strong>op</strong> van Waterveenmos (Sphagnum cuspidatum) en plaatselijk Fraai veenmos (Sphagnum<br />
fallax), een voorzichtig teken van hoogveenherstel.<br />
Het door veenmossen gedomineerde systeem van levende hoogveenbulten en hoogveenslenken, dat<br />
in enkele compartimenten weer tot ontwikkeling is gekomen, vormt de belangrijkste natuurwaarde van<br />
<strong>het</strong> Fochteloërveen. Deze in <strong>het</strong> centrale deel van <strong>het</strong> gebied gelegen kern bevat gedeeltelijk <strong>het</strong><br />
habitattype Actieve hoogvenen (H7110). De veenlaag is hier tot twee meter dik. Er worden<br />
bultvormende veenmossen aangetroffen, zoals Hoogveenveenmos (Sphagnum magellanicum),<br />
Wrattig veenmos (Sphagnum papillosum), Stijf veenmos (Sphagnum capillifolium) en Rood veenmos<br />
(Sphagnum rubellum), terwijl typische hoogveenplanten als Eenarig wollegras (Eri<strong>op</strong>horum<br />
vaginatum), Lavendelhei (Andromeda polifolia) en Kleine veenbes (Vaccinium oxycoccus) veel<br />
aanwezig zijn. In slenken buiten <strong>het</strong> kerncompartiment is in 2002 voor <strong>het</strong> eerst <strong>het</strong> zeer zeldzame<br />
Bruin veenmos (Sphagnum fuscum) aangetroffen. Ook in een meer noordelijk gelegen compartiment<br />
(ten noorden van de Bonghaar) beginnen zich hoogveenbulten te ontwikkelen. Sinds de vernatting<br />
van de randzones is hier een sterke uitbreiding <strong>op</strong>getreden van onder meer Eenarig wollegras,<br />
Lavendelhei en Hoogveenveenmos.<br />
Voor <strong>het</strong> <strong>Veen</strong>hooibeestje (Coenonympha tullia), een veenvlinder die in ons land zwaar onder druk<br />
staat, vormen deze hoogveenbegroeiingen een belangrijk leefgebied. De soort heeft de hoogste<br />
dichtheden in hoogveenbegroeiingen waarin Eenarig wollegras (de waardplant van de rups) en<br />
Gewone d<strong>op</strong>hei (Erica tetralix, de nectarplant van de vlinder) domineren. De uitgestrektheid is een van<br />
de verklaringen voor de hoge faunistische waarde van <strong>het</strong> Fochteloërveen. Gladde slang en Adder<br />
komen hier met honderden exemplaren voor, naast een kleinere p<strong>op</strong>ulatie van de Ringslang. Ook<br />
Levendbarende hagedis en Heikikker zijn in hoge aantallen aanwezig, de laatste vooral in de iets<br />
voedselrijkere en minder zure delen van <strong>het</strong> gebied. Door de vernatting hebben deze reptielen en<br />
amfibieën hun heil iets meer in de randzones van <strong>het</strong> gebied moeten zoeken.<br />
Wat betreft libellen is <strong>het</strong> Fochteloërveen een vrij soortenarm gebied, met als kenmerkende soorten<br />
van voedselarme wateren Noordse witsnuitlibel (Leucorrhinia rubicunda) en Maanwaterjuffer<br />
(Coenagrion lunulatum). De Zwarte heidelibel (Sympetrum danae), een algemene soort <strong>op</strong> de hogere<br />
zandgronden, heeft hier een <strong>op</strong>vallend grote p<strong>op</strong>ulatie. Het meest bijzonder is de zeldzame Noordse<br />
glazenmaker (Aeshna subarctica), waarvan in 1998 larvenhuidjes werden aangetroffen. Deze soort,<br />
die is gebonden aan drijvende veenmospakketten, heeft hier momenteel de enige Nederlandse<br />
p<strong>op</strong>ulatie in een groot hoogveengebied. De enorme aantallen libellen in voorjaar en zomer vormen<br />
voedsel voor allerlei predatoren, waaronder de in <strong>het</strong> gebied broedende Boomvalk.<br />
Behalve de spectaculaire vestiging van de Kraanvogel in 2001 (na een afwezigheid uit ons land van<br />
zeker 250 jaar) is <strong>op</strong> vogelgebied nog veel meer te beleven in <strong>het</strong> Fochteloërveen. Het gebied is rijk<br />
aan soorten als Geoorde fuut, Wintertaling, Blauwborst, Paapje en Roodborsttapuit. De vele<br />
waterpartijen herbergen watervogels en moerasvogels, waaronder Bergeend, Zomertaling, Slobeend,<br />
Waterral, Porseleinhoen en Sprinkhaanzanger. Ook vogels van extensieve graslanden, waaronder<br />
Kwartelkoning en Tureluur, zijn in <strong>het</strong> gebied te vinden. Er is een grote kolonie kokmeeuwen aanwezig<br />
met daar tussen af en toe een Visdief of een Zwartk<strong>op</strong>meeuw. Recent heeft ook de Grauwe klauwier<br />
www.natuurpresentaties.nl<br />
27