Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie
Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie
Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Ontwikkelingen in de ijzerindustrie<br />
De Nederlandse ijzerindustrie begon zich vanaf <strong>het</strong> einde van de zeventiende eeuw <strong>het</strong> eerst langs de<br />
Oude IJssel te ontwikkelen. Het voorkomen van ijzeroerbanken en de aanwezigheid van waterkracht<br />
bepaalden de vestigingsplaats. De Staten van Zutphen gaven in 1689 een octrooi voor <strong>het</strong> ijzergieten<br />
af. Later volgden Doetinchem, Ulft (1754), Deventer (1756), Laag Keppel (1754), Terborg (rond 1820)<br />
en Arnhem. Het ging hier vrijwel alleen om gietijzer en niet om smeedijzer. In de negentiende eeuw<br />
ging men ertoe over om ook ruwijzer te hersmelten in koepelovens: Nering Bögel in Deventer<br />
(ongeveer 1830) en Terborg (rond 1850). De 58 meter hoge vuurtoren van Ameland bijvoorbeeld (58<br />
m hoog) is in 1880 <strong>op</strong>gebouwd uit gietijzeren delen die waren gemaakt van moerasijzererts.<br />
De concurrentiemogelijkheden namen echter geleidelijk af.<br />
Mede door de <strong>op</strong>komst van nieuwe hoogoventechnieken en verbetering van de infrastructuur<br />
(spoorwegen en stoombootverkeer). Na 1870 hielden de gieterijen in Oost-Nederland dan ook <strong>op</strong> met<br />
de winning van ijzer uit ijzeroer: Nering Bögel als eerste, en tenslotte in 1890 ook Diepenbrock en<br />
Reigers in Ulft. In 1924 werd de eerste hoogoven in IJmuiden ontstoken. In Heeten ontdekten<br />
archeologen enkele honderden ijzerovens van voor onze jaartelling.<br />
Tussen 1870 en 1930 zijn er via de Overijsselse kanalen tienduizenden tonnen ijzeroer afgevoerd.<br />
Uiteenl<strong>op</strong>ende praktijktoepassingen<br />
IJzererts fungeerde in <strong>het</strong> verleden ook wel als bouwmateriaal. Zo bestaat de fundering van een groot<br />
deel van de oude gebouwen in <strong>het</strong> centrum van Hardenberg uit ijzeroer. Het erts kwam daar in <strong>het</strong><br />
stroomgebied van de Vecht aanvankelijk veel voor. Het kasteel Hardenberg uit 1354 en de oude<br />
stadsmuur zijn oorspronkelijk <strong>op</strong>getrokken uit ijzeroersteen. Het kerkje in Het Stift bij Weerselo en <strong>het</strong><br />
dertiende eeuwse kerkje te Heemse bij Hardenberg waren grotendeels <strong>op</strong>getrokken uit ijzeroer.<br />
De muren van de Plaskerk te Raalte bevatten blokken ijzeroer, terwijl de muren van <strong>het</strong> Romaanse<br />
deel van de kerk in Hellendoorn helemaal van dit erts gemaakt zijn. De oude kerk te Sevenum is ook<br />
gebouwd <strong>op</strong> een fundering van ijzeroer. Tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw werd ijzeroer<br />
verkocht als ijzererts of gebruikt als wegverharding en weilanddammen.<br />
Ook in de productie van stadsgas speelde ijzererts vroeger een rol. Om licht- of stadsgas te verkrijgen,<br />
moest steenkoolgas worden gezuiverd door de binding van zwavelwaterstof en cyaan. Dat gebeurde<br />
door <strong>het</strong> steenkoolgas in contact te brengen met ijzeroer of ijzerhoudend zand. In Nederland <strong>op</strong>ende<br />
de eerste stadsgasfabriek haar deuren in 1826. De laatste sloot in 1969, toen alle steden <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
aardgasnet waren aangesloten.<br />
Nog een <strong>op</strong>merkelijke toepassing: ijzeroer werd ook wel gebruikt als kleurstof of pigment en als vulstof<br />
voor rubber (ijzermenie, oker).<br />
De aardewerkindustrie mengde klei die zelf geen mooie rode kleur kreeg, met 'pannenrood' (een<br />
afvalproduct van de aluinfabricatie) of met ijzeroer om de gewenste kleur te krijgen. Het ijzeroer moest<br />
hiervoor wel zuiver zijn.<br />
www.natuurpresentaties.nl<br />
22