Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie
Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie
Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ten behoeve van bos- en landbouw in de omliggende percelen. Ook de toegenomen neerslag van<br />
stikstof en zwavel had een negatieve invloed.<br />
Het weer <strong>op</strong> gang komen van veenvormende processen vereist in de allereerste plaats <strong>het</strong> herstel van<br />
de hydrologische randvoorwaarden. Dit betekent dat geen water naar de omgeving mag weglekken,<br />
niet horizontaal (via sloten) en niet verticaal door de gliedelaag. Ten gevolge van verdroging is <strong>op</strong><br />
sommige plaatsen de ondoorlatendheid van de gliedelagen aangetast. Om <strong>het</strong> verval in de hoogvenen<br />
te keren is Staatsbosbeheer aan de slag gegaan met een antiverdrogingsbeleid: greppels en sloten<br />
zijn gedempt en met <strong>het</strong> waterschap zijn afspraken gemaakt over een hoger grondwaterpeil.<br />
Daarnaast is veel naaldhout gekapt ten gunste van heide of loofhout. De verdamping van naaldbos is<br />
namelijk aanzienlijk hoger dan die van loofbos of heide. Het omvormen van naaldbos naar heide kan<br />
een stijging van de grondwaterstand van 25 tot 50 centimeter tot gevolg hebben. Tenslotte zijn langs<br />
een aantal veentjes de bosranden verder teruggezet waardoor de toevoer van organische stof<br />
(voeding voor planten) in de veentjes en de verdamping werd tegengegaan.<br />
Over <strong>het</strong> algemeen hebben deze herstelmaatregelen een positief effect gehad, maar <strong>op</strong> sommige<br />
plaatsen is de veenmosgroei niet of slechts heel traag <strong>op</strong> gang gekomen. Het betreft hier vaak grotere<br />
vernattingsprojecten waar de hydrologie nog niet <strong>op</strong>timaal kon worden afgestemd <strong>op</strong> de natuur of<br />
waar nog steeds sprake is van ontwatering ten behoeve van de landbouw.<br />
Waterbeweging<br />
In <strong>op</strong>dracht van Staatsbosbeheer is door Ab Grootjans en Alex Verschoor van de Rijksuniversiteit<br />
Groningen, en Henk Everts, Gert Jan Baaijens en Nico de Vries van bureau Everts en De Vries een<br />
onderzoek uitgevoerd naar de hydrologie van de veentjes. Uit <strong>het</strong> onderzoek blijkt nu dat snelle<br />
hoogveenvorming lijkt samen te hangen met <strong>het</strong> nog bestaan van oude intacte gliedelagen en verkitte<br />
bodemlagen die als een schotel om de veentjes heen liggen, maar ook tussen sommige veentjes.<br />
Volgens de onderzoekers is waterbeweging tussen de veentjes voordelig voor de veenmosgroei; <strong>het</strong><br />
leidt tot een grotere toevoer van voedingsstoffen als koolzuurgas. Een van de vragen van <strong>het</strong><br />
onderzoek was dan ook in hoeverre er binnen een geulensysteem sprake is van waterstroming tussen<br />
veentjes. Deze waterbewegingen kunnen zich zowel over als onder <strong>het</strong> grond<strong>op</strong>pervlak voordoen. Met<br />
name de ondergrondse waterbewegingen zijn echter moeilijk <strong>op</strong> te sporen. Voor dit doel zijn langs <strong>het</strong><br />
slenkenpatroon verscheidene peilbuizen aangebracht. Tegelijkertijd zijn grondboringen verricht<br />
waarbij de verbreiding van organische inspoelingslagen in kaart werd gebracht. Hieruit bleek dat deze<br />
organische lagen zich over een vrij groot gebied uitstrekken en dus niet alleen beperkt zijn tot de<br />
huidige veentjes. Vermoedelijk hebben de vroegere veenpakketten dus ook een veel ruimere<br />
verspreiding gehad.<br />
Kenmerkend voor de meeste veentjes langs een slenk is dat ze in de natte perioden met hun buik in<br />
<strong>het</strong> grondwater liggen en in droge periodes vaak juist boven de grondwaterspiegel. Deze veentjes<br />
worden dan dus niet gevoed met grondwater maar met water dat <strong>op</strong> of net onder de bodem afstroomt.<br />
Dit water kan afkomstig zijn van neerslag of van overlo<strong>op</strong> uit andere veentjes. Er blijkt nu een<br />
duidelijke relatie te zijn tussen de mate van succes van <strong>het</strong> hoogveenherstel en de ligging van de<br />
veentjes ten <strong>op</strong>zichte van de geulen. De veentjes die in de geul stroomafwaarts gelegen, zijn doen <strong>het</strong><br />
gemiddeld beter dan de veentjes die naast de geul of <strong>op</strong> <strong>het</strong> hoogste punt in de geul liggen.<br />
Kansrijke locaties<br />
Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan Staatsbosbeheer verdere maatregelen treffen ten<br />
behoeve van de hoogveenontwikkeling en de hieraan verbonden flora en fauna. Door de verspreiding<br />
van de slecht doorlatende gliede- en verkitte lagen in kaart te brengen, komen de kansrijke locaties<br />
voor hoogveenontwikkeling in beeld. Op die plaatsen waar de hoogveenontwikkeling stagneert, is <strong>het</strong><br />
van belang <strong>het</strong> waterstransport over de ondoorlatende lagen weer <strong>op</strong> gang te brengen. Dat kan ook<br />
betekenen dat hier en daar zandpaden die nu als drempel tussen veentjes liggen, moeten worden<br />
verwijderd.<br />
Het verder verhogen van <strong>het</strong> waterpeil rondom de veentjes is daarbij aan te bevelen. Omdat<br />
hoogveen ook kan verdrinken, moet niet <strong>het</strong> waterpeil in de veentjes zelf worden verhoogd, maar <strong>het</strong><br />
waterpeil eronder, <strong>op</strong> <strong>het</strong> keileempakket. Dit zorgt voor tegendruk waardoor er minder snel water<br />
vanuit de veentjes weglekt.<br />
Naast <strong>het</strong> dempen van sloten is <strong>het</strong> omvormen van naaldbos naar heide een belangrijke<br />
beheersmaatregel. Staatsbosbeheer is daarom begonnen met de kap van een gedeelte van <strong>het</strong><br />
naaldbos in en rond de slenken. Dit heeft als bijkomend voordeel dat de slenken weer een herkenbare<br />
landschappelijke eenheid vormen en <strong>het</strong> leefgebied voor reptielen en amfibieën en tal van andere aan<br />
hoogveen gebonden dieren, sterk wordt uitgebreid.<br />
www.natuurpresentaties.nl<br />
12