Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie
Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie
Licht op het Veen, inleiding - Senioren Academie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nieuw licht <strong>op</strong> de vorming van hoogveen<br />
Alewijn Brouwer, Noorderbreedte, jaargang 28, nr.1 (2004)<br />
In <strong>het</strong> Dwingelderveld, een natuurgebied in de zuidwesthoek van Drenthe, probeert<br />
Staatsbosbeheer de verdroogde, afgetakelde hoogvenen nieuw leven in te blazen. Want levend<br />
hoogveen is verbonden met een zeldzame flora en fauna. Recent wetenschappelijk onderzoek<br />
laat zien welke omstandigheden een gunstige invloed hebben <strong>op</strong> snelle hoogveenontwikkeling.<br />
Het Dwingelderveld in Zuidwest-Drenthe. Rust, stilte en oneindige vergezichten. Nergens<br />
hoogspanningsmasten, industriële rookpluimen of zelfs maar sporen van menselijke bedrijvigheid. Het<br />
bestaat nog, al worden zulke gebieden steeds zeldzamer. In de nazomer overheersen de paarse<br />
heidevelden, afgewisseld met goudgele pollen pijpestrootje.<br />
Het Dwingelderveld is <strong>het</strong> laatste grote heideterrein van Nederland. Om die reden is <strong>het</strong> in 1991<br />
uitgeroepen tot Nationaal Park. Het park is circa 3700 hectare groot en bestaat voor ongeveer de helft<br />
uit droge en vochtige heide en voor de andere helft uit aangeplante bossen. Het Dwingelderveld<br />
omvat <strong>het</strong> grootste areaal vochtige heide in heel Eur<strong>op</strong>a en heeft dankzij de hieraan gebonden unieke<br />
flora en fauna, een internationale allure. Verspreid over <strong>het</strong> gebied komen zo'n zestig veentjes voor,<br />
sommige met <strong>op</strong>en water, andere geheel of gedeeltelijk verland. De namen van deze veentjes<br />
herinneren aan vroegere, soms dramatische, soms alledaagse gebeurtenissen zoals<br />
Moordenaarsveen, Kibbelhoek en <strong>het</strong> 'Gat van tante Willemien'.<br />
Hoge pakketten<br />
Zowel hoog- als laagveen ontwikkelt zich door <strong>het</strong> afsterven van plantenresten in een waterrijk milieu.<br />
Hoogveen onderscheidt zich van laagveen door <strong>het</strong> tot boven <strong>het</strong> bereik van <strong>het</strong> grondwater<br />
doorgroeien van een veenvormende vegetatie, die vervolgens gevoed wordt met regenwater.<br />
Hoogveenvorming begint met de groei van ondergedoken waterplanten als waterveenmos. Deze<br />
mossen kunnen bijzonder veel water <strong>op</strong>nemen. Ze groeien aan de bovenkant en sterven van onderen<br />
af. Zo vult een laagte zich in de lo<strong>op</strong> der jaren <strong>op</strong> en kunnen hoge pakketten worden gevormd.<br />
Als <strong>het</strong> water ondieper wordt, groeien veenmossen, waaronder ook soorten als wrattig veenmos en<br />
hoogveenmos, boven <strong>het</strong> water uit en komen er hogere planten bij als snavelzegge, snavelbies en<br />
veenpluis. Goed ontwikkelde hoogveenvegetaties kenmerken zich onder meer door de aanwezigheid<br />
van veenbes, lavendelheide, kraaiheide en eenjarig wollegras. In veel venige gebieden zijn deze<br />
hoogtes afgegraven voor de turfwinning. Hierdoor ontstonden weer laagtes die zich wederom met<br />
water vulden, waardoor <strong>het</strong> hele proces van veenvorming <strong>op</strong>nieuw kon beginnen.<br />
Organische modder<br />
Typerend voor de bodem van <strong>het</strong> Dwingelderveld is <strong>het</strong> voorkomen van een keileemplateau, dat in de<br />
ijstijd is afgezet. Dit keileem is slecht doorlatend waardoor regenwater stagneert. Het keileemplateau<br />
helt in noord-zuidrichting iets af. Door de afstroming van regenwater over de bodem ontstonden<br />
erosiegeulen (slenken) die zich later weer vulden met dekzand en begroeid raakten met bos. Door<br />
overvloedige regenval en houtkap spoelde veel organisch materiaal van de strooisellaag in de laagtes<br />
van <strong>het</strong> dekzand. De poriën van <strong>het</strong> dekzand raakten verst<strong>op</strong>t met organisch materiaal (verkitting) en<br />
er vormde zich een laag met organische modder (gliede). Deze gliedelaag en <strong>het</strong> verkitte<br />
bodemprofiel zijn net als <strong>het</strong> dieper gelegen keileem, slecht doorlatend voor water en liggen in de<br />
vorm van schotels onder de veentjes. Met name deze ondiepe, slecht doorlatende laag blijkt bij de<br />
hoogveenvorming een belangrijke rol te spelen.<br />
Antiverdrogingsbeleid<br />
In <strong>het</strong> Dwingelderveld liggen de veentjes vaak in een langgerekt cluster achter elkaar als parels aan<br />
een kralensnoer. Daarbij wordt <strong>het</strong> snoer gevormd door de erosiegeulen (slenken) en zijn de parels de<br />
diepere en bredere insnijdingen waar momenteel <strong>op</strong> veel plaatsen <strong>het</strong> proces van veenvorming nog<br />
plaatsvindt. Voor <strong>het</strong> natuurbehoud zijn deze veentjes van belang omdat de specifieke<br />
levensgemeenschappen die ze herbergen zowel nationaal als internationaal gezien zeldzaam zijn.<br />
In de jaren tachtig is door <strong>het</strong> ecologisch adviesbureau Everts en De Vries een onderzoek uitgevoerd<br />
naar de kwaliteit en vegetatiesamenstelling van de veentjes in <strong>het</strong> Dwingelderveld. Hieruit kwam naar<br />
voren dat <strong>het</strong> gros van de veentjes sterk verdroogd was, waardoor de hoogveenontwikkeling<br />
stagneerde. De verdroging is in belangrijke mate veroorzaakt door <strong>het</strong> graven van greppels en sloten<br />
www.natuurpresentaties.nl<br />
11