11.09.2013 Views

Raamwerk of Kooi - Genootschap voor Risicomanagement

Raamwerk of Kooi - Genootschap voor Risicomanagement

Raamwerk of Kooi - Genootschap voor Risicomanagement

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

RAAMWERK OF KOOI?<br />

Geschiktheid van ISO-31000 als instrument <strong>voor</strong> risicomanagement bij de<br />

Provinciale overheid<br />

Drs. R.F.D. BOSMAN Begeleider: drs. J. van den Brink<br />

Maastricht, 9 december 2009<br />

MBA-Controlling<br />

Business School Nederland


RAAMWERK OF KOOI?<br />

Geschiktheid van ISO-31000 als instrument <strong>voor</strong> risicomanagement bij de<br />

Provinciale overheid


SAMENVATTING<br />

Organisaties worden steeds meer geconfronteerd met risico’s, die adequaat dienen te<br />

worden gemanaged, omdat hun stakeholders dat van ze verwacht. Dit geldt ook zeker<br />

<strong>voor</strong> de overheid. De overheid wordt in deze tijd sterk op haar functioneren aangesproken<br />

en er bestaat een groeiende onvrede over de prestaties van de overheid. Veranderend<br />

beleid, gewijzigde regelgeving, prestatiecontracten, decentralisatiediscussies,<br />

marktwerking etc. Op alle niveaus en in alle bestuurslagen wordt gezocht naar een<br />

nieuwe, betere invulling van het functioneren van de overheid.<br />

Het onderzoek richt zich op het inzichtelijk maken en beoordelen van kritische<br />

succesfactoren van risicomanagement bij de Provinciale overheid in Nederland.<br />

Verschillende ontwikkelingen zorgen er<strong>voor</strong> dat <strong>voor</strong> de Provincies de aandacht <strong>voor</strong> het<br />

voeren van een gestructureerde, organisatiebrede aanpak van risicomanagement meer<br />

dan ooit gewenst is. De vraag dringt zich op hoe Provincies zich op een zo gestructureerd<br />

mogelijke manier risicomanagement eigen kunnen maken. Centraal daarbij staat niet<br />

alleen het ontwikkelen van risicomanagementbeleid, maar met name het beschikken over<br />

een geschikt instrument om haar processen, activiteiten en de hieraan verbonden risico’s<br />

te managen, zodat deze aansluiten bij de vastgestelde doelstellingen.<br />

Er zijn talloze modellen ontwikkeld om bedrijven en organisaties te helpen om risico’s te<br />

managen, een wildgroei aan verschillende systemen en risicoraamwerken is ontstaan. De<br />

tot dusver ontwikkelde modellen hebben met name betrekking op private organisaties.<br />

Voor Provincies verschilt de (politiek-bestuurlijke) context echter wezenlijk van dat van<br />

private organisaties. Er is nauwelijks onderzoek gedaan naar de toepassing van<br />

risicomanagement bij de Provinciale overheid in Nederland, met specifieke aandacht <strong>voor</strong><br />

de invloed van de politiek-bestuurlijke context op het managen van risico’s.<br />

De doelstelling van dit onderzoek luidt:<br />

Inzicht krijgen in de geschiktheid van ISO-31000 als instrument <strong>voor</strong> risicomanagement<br />

bij de Provinciale overheid.<br />

De kritische succesfactoren zijn gebaseerd op de uitgangspunten van de eind 2009 te<br />

publiceren richtlijn <strong>voor</strong> <strong>Risicomanagement</strong>; ISO-31000. ISO-31000 is een<br />

managementsysteem dat beschrijft wat een organisatie moet doen om de (risico)aspecten<br />

van haar processen en activiteiten te managen zodat de resultaten en uitkomsten<br />

aansluiten bij de vastgestelde doelstellingen.


Achtereenvolgens is literatuurstudie en veldonderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn onder meer<br />

experts op het gebied van risicomanagement geïnterviewd. Op basis van dit<br />

<strong>voor</strong>onderzoek blijkt dat met name cultuur- en structuuraspecten belangrijk zijn als<br />

kritische succesfactor <strong>voor</strong> een succesvolle toepassing van risicomanagement. Als kritische<br />

succesfactor <strong>voor</strong> risicomanagement bij Provincies dienen:<br />

1. Verantwoordelijkheden met betrekking tot risicomanagement zijn belegd op<br />

strategisch, tactisch en operationeel niveau;<br />

2. Er is sprake van een organisatiebreed risicobewustzijn, op zowel strategisch,<br />

tactisch en operationeel niveau;<br />

3. <strong>Risicomanagement</strong> maakt onderdeel uit van (besluitvorming)processen;<br />

4. <strong>Risicomanagement</strong> sluit aan bij de doelstellingen van de Provinciale organisatie.<br />

Deze criteria zijn vervolgens getoetst door middel van enquêtes en interviews bij de<br />

Provincies. Op basis van het uitgevoerde onderzoek zijn de volgende algemene conclusies<br />

te trekken:<br />

1. <strong>Risicomanagement</strong> wordt bij Provincies in toenemende mate aangestuurd vanuit<br />

een strategische visie en beleid op de functie van risicomanagement <strong>voor</strong> de<br />

organisatie, zonder dat er een gestructureerde organisatiebrede aanpak<br />

<strong>voor</strong>handen is;<br />

2. <strong>Risicomanagement</strong>processen zijn nog onvoldoende ingebed in de<br />

managementstructuur en besluitvormingsprocessen van Provincies;<br />

3. <strong>Risicomanagement</strong> wordt bij Provincies nog sterk traditioneel ingestoken vanuit een<br />

verplichte externe verantwoordingsbehoefte in de paragraaf Weerstandsvermogen;<br />

4. Hoewel bij het merendeel van de Provincies de behoefte bestaat aan structurering<br />

van de versnipperde aanpak van risicomanagement, worden risico’s nog steeds<br />

gemanaged binnen afzonderlijke functionele gebieden;<br />

5. Er ligt met name nadruk op de risico-inventarisatie en risicoanalyse en minder op<br />

de beheersing van de bijbehorende maatregelen.<br />

Samenvattend kan worden gesteld dat ISO-31000, met een expliciete koppeling van de<br />

uitgangspunten, raamwerk en proces van risicomanagement, in beginsel een geschikt<br />

instrument is <strong>voor</strong> een Provinciale toepassing van risicomanagement. De generieke opzet<br />

van ISO-31000 maakt het een geschikt instrument dat recht doet aan de verschillende<br />

fasen waarin Provincies op het gebied van risicomanagement staan.<br />

De complexe besluitvormingsprocessen van de Provinciale overheid en de sterk<br />

veranderende externe context waarin de Provincies zich bevinden, maken een<br />

organisatiebrede aanpak van risicomanagement noodzakelijk. Daarbij dient te worden<br />

voldaan aan de genoemde beoordelingscriteria.


VOORWOORD<br />

Verdieping en ontwikkeling in bedrijfskunde. Dat waren <strong>voor</strong> mij de belangrijkste<br />

drijfveren om 3 jaar geleden te starten met een Master <strong>of</strong> Business Administration-<br />

opleiding. De specialisatie Controlling was een logische; in mijn loopbaan staat met name<br />

het aandachtsgebied control centraal.<br />

De keuze <strong>voor</strong> het onderwerp van het afstudeeronderzoek, risicomanagement, bleek een<br />

actuele. De afgelopen jaren is het vakgebied risicomanagement immers volop in het<br />

nieuws. Ook het (mis)managen van risico’s bij de Provinciale overheid staat nogal eens ter<br />

discussie. De belangstelling <strong>voor</strong> de resultaten van het onderzoek, bevestigen het beeld<br />

dat in toenemende mate behoefte bestaat aan een doordachte toepassing van<br />

risicomanagement binnen Provincies. Ik hoop dat mijn onderzoek bijdraagt aan de<br />

discussie hierover.<br />

Inmiddels ben ik 3 jaar, 8 modules, 32 studieboeken, 5 risicomanagementseminars en 4<br />

presentaties verder. En kan ik constateren dat de opleiding bij mij nu al een verdieping<br />

heeft opgeleverd op het gebied van bedrijfskunde.<br />

Graag wil ik mijn dank uitspreken aan een ieder die mij heeft geholpen danwel<br />

gemotiveerd bij het uitvoeren van dit onderzoek en het schrijven van deze rapportage en<br />

een aantal mensen in het bijzonder. Allereerst mijn begeleiders. Ik wil Robert ’t Hart<br />

danken <strong>voor</strong> zijn kritische reflectie en aanstekelijke enthousiasme. Veelvuldig en intensief<br />

was het contact; het heeft er<strong>voor</strong> gezorgd dat er een prima match was tussen mijn kennis<br />

en ervaring bij de Provinciale overheid en zijn grote expertise op het vakgebied van<br />

risicomanagement.<br />

Daarnaast wil ik Joke van den Brink van het opleidingsinstituut bedanken <strong>voor</strong> de goede<br />

inhoudelijke en procesmatige begeleiding van het onderzoek.<br />

Dick Hortensius dank ik, als vertegenwoordiger van de normcommissie ISO-31000, <strong>voor</strong><br />

het frequent informeren over ontwikkelingen op het gebied van de ISO-norm.<br />

Het was een lang en intensief traject. Naast een full-time baan was deze<br />

(zater)dagopleiding dan ook een balans zoeken tussen opleiding en privé. Het was<br />

derhalve ook een belasting <strong>voor</strong> het thuisfront. De laatste woorden van het <strong>voor</strong>woord zijn<br />

dan ook <strong>voor</strong> Rian, Thieme en Benthe.<br />

René Bosman<br />

Roermond, 29 september 2009


INHOUDSOPGAVE<br />

VOORWOORD<br />

SAMENVATTING<br />

1 INLEIDING ..................................................................................................................... 1<br />

1.1 Aanleiding ............................................................................................................1<br />

1.2 Leeswijzer ............................................................................................................3<br />

2 OPDRACHT EN ONDERZOEK........................................................................................... 5<br />

2.1 Probleem- en doelstelling........................................................................................5<br />

2.1.1 Probleemstelling....................................................................................................5<br />

2.1.2 Doelstelling...........................................................................................................5<br />

2.2 Onderzoeksopzet ...................................................................................................6<br />

2.2.1 Onderzoeksmodel ..................................................................................................6<br />

2.2.2 Onderzoekstype ....................................................................................................7<br />

2.2.3 Centrale vraagstelling ............................................................................................7<br />

3 LITERATUURONDERZOEK ........................................................................................ 9<br />

3.1 Inleiding...............................................................................................................9<br />

3.2 Risico...................................................................................................................9<br />

3.3 <strong>Risicomanagement</strong>...............................................................................................10<br />

3.4 Risicoraamwerk ...................................................................................................12<br />

3.5 ISO-31000 .........................................................................................................15<br />

3.6 Risicoagenda bij Provincies ...................................................................................20<br />

1. Economische crisis ..................................................................................................22<br />

2. Afroming van Rijksuitkeringen...................................................................................23<br />

3. Decentralisatiediscussies ..........................................................................................24<br />

4. Veranderde wetgeving .............................................................................................24<br />

5. Nederlandse code <strong>voor</strong> goed openbaar bestuur............................................................28<br />

3.7 <strong>Risicomanagement</strong> bij Provincies ...........................................................................29<br />

3.8 Operationaliseren van begrippen............................................................................32


4 METHODOLOGIE ........................................................................................................... 35<br />

4.1 Vooronderzoek ....................................................................................................35<br />

4.2 Te raadplegen bestaande bronnen..........................................................................36<br />

4.3 Te raadplegen expert ...........................................................................................38<br />

4.4 Operationalisatie van begrippen.............................................................................38<br />

4.5 Dataverzameling .................................................................................................41<br />

4.6 Dataverwerking...................................................................................................41<br />

4.7 Kwaliteit van dataverzamelingmethoden .................................................................42<br />

5 RESULTATEN ................................................................................................................ 43<br />

5.1 Inleiding.............................................................................................................43<br />

5.2 Uitgangspunten risicomanagement.........................................................................44<br />

5.3 <strong>Raamwerk</strong> risicomanagement................................................................................49<br />

5.4 <strong>Risicomanagement</strong> proces.....................................................................................52<br />

6 CONCLUSIES ................................................................................................................ 55<br />

7 BRONNEN..................................................................................................................... 59<br />

7.1 Literatuur ...........................................................................................................59<br />

7.2 Methodische literatuur..........................................................................................61<br />

7.3 Documenten .......................................................................................................61<br />

BIJLAGEN ......................................................................................................................... 63<br />

BIJLAGE 1. BEGELEIDENDE BRIEF ........................................................................................65<br />

BIJLAGE 2. GEHANTEERDE VRAGENLIJST ..............................................................................66<br />

BIJLAGE 3. NEDERLANDSE NORMCOMMISSIE RISICOMANAGEMENT .........................................73<br />

BIJLAGE 4. ARTIKEL ‘RISICOMANAGEMENT RUKT OP’ .............................................................75


1 INLEIDING<br />

Dit ho<strong>of</strong>dstuk heeft tot doel om de context te schetsen waarbinnen <strong>voor</strong>liggend onderzoeksverslag<br />

tot stand is gekomen (1.1). Daarna wordt in een leeswijzer de opbouw van de rapportage<br />

beschreven (1.2).<br />

1.1 Aanleiding<br />

De overheid wordt in deze tijd sterk op haar functioneren aangesproken en er bestaat een<br />

groeiende onvrede over de prestaties van de overheid. Veranderend beleid, gewijzigde<br />

regelgeving, prestatiecontracten, marktwerking etc. Op alle niveaus en in alle<br />

bestuurslagen wordt gezocht naar een nieuwe, betere invulling van het functioneren van<br />

de overheid.<br />

Specifiek <strong>voor</strong> de Provincie als middenbestuur geldt dat de meerwaarde regelmatig ter<br />

discussie wordt gesteld. Dit vraagt om een duidelijk zichtbare en presterende Provincie,<br />

die een herkenbare toegevoegde waarde levert aan maatschappelijke vraagstukken in een<br />

steeds complexere en risicovolle context.<br />

De externe omgeving van de Provincie is complex en turbulent. De toekomst van de<br />

Provincie als bestuurslaag staat daarnaast ook nog ter discussie. Anticiperend op die<br />

onzekerheid, zal <strong>voor</strong>al aandacht <strong>voor</strong> een effectieve strategische aanpak van de<br />

maatschappelijke vraagstukken, zoals ze door de provinciale partners en klanten naar<br />

voren worden gebracht, het bewijs <strong>voor</strong> de toegevoegde waarde van de Provincie moeten<br />

leveren. Resultaat en rekenschap over de prestatie van de Provincie is daarbij van groot<br />

belang. <strong>Risicomanagement</strong> als instrument om te prioriteren en als sturingsmiddel om<br />

mensen en processen te richten op het bereiken van de (coalitie)doelstellingen wordt<br />

daarmee steeds belangrijker.<br />

Het niet adequaat managen van risico’s heeft in een recent verleden grote gevolgen gehad<br />

<strong>voor</strong> politiekgevoelige dossiers bij Provincies. Zo speelde bij<strong>voor</strong>beeld in de Provincie Zuid-<br />

Holland de Ceteco-affaire, waarbij is gebleken dat de Provincie op grote schaal in geld<br />

handelde, zonder dat Provinciale Staten hier van af wisten. In de Provincie Gelderland was<br />

sprake van een affaire rond het evenementenbeleid, waarbij geld is toegekend <strong>voor</strong><br />

activiteiten, die –in strijd met de regels- niet waren goedgekeurd door Provinciale Staten.<br />

Ook de kredietcrisis toont aan dat niet alleen in de financiële wereld sprake is van een<br />

toenemende behoefte aan een adequaat functionerend risicomanagement. In de loop van<br />

2008 bleek dat gemeentelijke en provinciale overheden vele miljoenen euro's hebben<br />

uitstaan bij IJslandse banken. Een onderzoek 1 naar het financiële beleid van de Provincie<br />

1 Triple R, regels, Rendement en Risico’, provinciale onderzoekscommissie Noord-Holland, 29 mei 2009.<br />

1


Noord-Holland, concludeerde dat de Provincie ten onrechte geen actief risicomanagement<br />

voerde. De uitkomsten van dit onderzoek leidden tot het aftreden van het voltallige<br />

College van Gedeputeerde Staten in juni 2009.<br />

Verschillende ontwikkelingen zorgen er<strong>voor</strong> dat <strong>voor</strong> de Provincies de aandacht <strong>voor</strong> het<br />

voeren van een gestructureerde, integrale aanpak van risicomanagement meer dan ooit<br />

gewenst is. Daarbij is een onderscheid te maken tussen recente externe ontwikkelingen<br />

(decentralisatiediscussies, kredietcrisis) en ontwikkelingen vanuit wet- en regelgeving.<br />

Als gevolg van genoemde veranderingen staat de legitimiteit van de Provincie als<br />

middenbestuur onder druk. Er is verwarring over de vraag wie verantwoordelijk is <strong>voor</strong><br />

fouten en wat de gevolgen van een dergelijke verantwoordelijkheid moeten zijn<br />

[Noordergraaf, 2008]. De druk vanuit de samenleving op overheidsbestuur om te ordenen<br />

en te regelen, bij<strong>voor</strong>beeld om risico´s in te dammen, neemt toe.<br />

De Provincies hebben vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording [BBV, 2003]<br />

weliswaar de verplichting om beleid te voeren op het gebied van risicomanagement, de<br />

praktijk vraagt echter een bredere benadering met integratie van risicomanagement in de<br />

dagelijkse praktijk. Er is dan ook in toenemende mate behoefte aan een organisatiebrede<br />

aanpak van risicomanagement en een gemeenschappelijk kader [Hortensius, 2008]. Het<br />

managen van risico´s kan niet louter als een technische kwestie worden <strong>voor</strong>gesteld,<br />

waarbij de stappen van risico-identificatie, -analyse, monitoring en bijsturing wordt<br />

doorlopen. Het managen van risico´s is bij uitstek een politiek vraagstuk [Noordergraaf,<br />

2008].<br />

Er zijn talloze raamwerken ontwikkeld om bedrijven en organisaties te helpen om risico’s<br />

te managen. Het risicoraamwerk is het kader dat er<strong>voor</strong> moet zorgen dat<br />

risicomanagementprocessen zijn ingebed in de managementstructuur en<br />

besluitvormingsprocessen van de organisatie en dat ze worden aangestuurd vanuit een<br />

duidelijke visie en beleid op de functie van risicomanagement <strong>voor</strong> de organisatie. De<br />

grote hoeveelheid aan publicaties suggereren dat een risicoraamwerk een makkelijk te<br />

ontwikkelen instrument is, waar je na implementatie, als organisatie snel beter van wordt.<br />

Het tegendeel blijkt waar. Draagvlak, houding en gedrag zijn een belangrijke succes- en<br />

faalfactor <strong>voor</strong> het adequaat managen van risico’s. Zonder draagvlak van het management<br />

kan nooit sprake zijn van succesvol integraal risicomanagement [’t Hart, 2009].<br />

De tot dusver ontwikkelde raamwerken hebben met name betrekking op private<br />

organisaties. Voor Provincies verschilt de (politiek-bestuurlijke) context echter wezenlijk<br />

2


van dat van private organisaties. Het is <strong>voor</strong> Provincies van belang om risico’s te kunnen<br />

koppelen aan de doelstellingen, zoals deze zijn opgenomen in het coalitieakkoord en<br />

doorvertaald in de programmabegroting. Daarmee kan worden bereikt dat<br />

risicomanagement bijdraagt aan de minst risicovolle manier van doelbereik [’t Hart, 2008].<br />

In 2005 is besloten een internationale generieke richtlijn <strong>voor</strong> risicomanagement te<br />

ontwikkelen, die eind 2009 zal worden gepubliceerd. Deze richtlijn: ISO-31000, beoogt<br />

een gemeenschappelijk begrippenkader en generiek raamwerk te bieden <strong>voor</strong> het<br />

managen van allerlei typen risico’s. In dit onderzoek wordt, op basis van de<br />

uitgangspunten van ISO-31000, inzicht verschaft in de kritische succesfactoren van een<br />

instrument, geschikt <strong>voor</strong> toepassing van risicomanagement bij Provincies.<br />

1.2 Leeswijzer<br />

Dit rapport en het beschreven onderzoek zijn opgebouwd volgens de methoden van<br />

Verschuren en Dodewaard [2007].<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 1<br />

Inleiding<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 2<br />

Opdracht en<br />

onderzoek<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 3<br />

Literatuuronderzoek<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 4<br />

Methodologie<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 5<br />

Onderzoeksresultaten<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 6<br />

Conclusies<br />

In het eerste ho<strong>of</strong>dstuk wordt de achtergrond van het onderzoek beschreven. In ho<strong>of</strong>dstuk<br />

twee wordt ingegaan op de onderzoeksopdracht. Vervolgens geeft ho<strong>of</strong>dstuk drie inzicht in<br />

de onderzoeksoptiek aan de hand van literatuuronderzoek. De onderzoeksopzet is<br />

uitgewerkt in het vierde ho<strong>of</strong>dstuk. De onderzoeksresultaten zijn beschreven in ho<strong>of</strong>dstuk<br />

5, waarna tenslotte in ho<strong>of</strong>dstuk 6 de conclusies benoemd zijn.<br />

3


2 OPDRACHT EN ONDERZOEK<br />

In dit ho<strong>of</strong>dstuk wordt<br />

afgebakend wat de opdracht is<br />

en welk onderzoek daarbij<br />

wordt uitgevoerd. Er wordt<br />

ingegaan op de probleem- en<br />

doelstelling van het onderzoek<br />

(2.1), de onderzoeksaanpak en<br />

de onderzoeksvragen (2.2). In<br />

paragraaf 2.3 wordt tenslotte<br />

de aanpak toegelicht.<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 1<br />

Inleiding<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 2<br />

Opdracht en<br />

onderzoek<br />

2.1 Probleem- en doelstelling<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 3<br />

Literatuuronderzoek<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 4<br />

Methodologie<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 5<br />

Onderzoeksresultaten<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 6<br />

Conclusies<br />

2.1.1 Probleemstelling<br />

Naar aanleiding van de in de inleiding genoemde ontwikkelingen, dringt de vraag zich op<br />

hoe Provincies zich op een zo gestructureerd mogelijke manier risicomanagement eigen<br />

kunnen maken. Centraal daarbij staat niet alleen het ontwikkelen van<br />

risicomanagementbeleid, maar met name het beschikken over raamwerk om haar<br />

processen, activiteiten te managen, zodat deze aansluiten bij de vastgestelde<br />

doelstellingen. De tot dusver ontwikkelde raamwerken hebben met name betrekking op<br />

private organisaties. Voor Provincies verschilt de (politiek-bestuurlijke) context echter<br />

wezenlijk van dat van private organisaties. Een sectorspecifiek instrument van<br />

risicomanagement <strong>voor</strong> provincies ontbreekt. De probleemstelling luidt dan ook:<br />

Voor de toepassing van risicomanagement bij Provincies is geen geschikt raamwerk<br />

<strong>voor</strong>handen.<br />

Het risicoraamwerk is het kader dat er<strong>voor</strong> moet zorgen dat risicomanagementprocessen<br />

zijn ingebed in de managementstructuur en besluitvormingsprocessen van de organisatie<br />

en dat ze worden aangestuurd vanuit een duidelijke visie en beleid op de functie van<br />

risicomanagement <strong>voor</strong> de organisatie.<br />

Met de toepassing worden bedoeld alle benodigde activiteiten, om de routinematige<br />

toepassing van risicomanagement binnen een organisatie te waarborgen.<br />

2.1.2 Doelstelling<br />

Met de doelstelling van het afstudeeronderzoek wordt bedoeld het doel dat beoogd is met<br />

het bereiken van de resultaten van het onderzoek. De doelstelling van het<br />

afstudeeronderzoek is:<br />

Inzicht krijgen in de geschiktheid van ISO-31000 als instrument <strong>voor</strong> de toepassing van<br />

risicomanagement bij de Provinciale overheid.<br />

5


2.2 Onderzoeksopzet<br />

Het onderzoek is erop gericht om inzicht te krijgen in kritische succesfactoren <strong>voor</strong> een<br />

raamwerk, geschikt <strong>voor</strong> toepassing van risicomanagement bij de Provincies. Dit proces<br />

wordt hieronder uitgewerkt in een onderzoeksmodel, waarna vervolgens het model wordt<br />

gesplitst in onderzoeksvragen. Een uitgebreide opzet en verantwoording van het<br />

methodisch onderzoek is opgenomen in ho<strong>of</strong>dstuk 4 van deze rapportage.<br />

2.2.1 Onderzoeksmodel<br />

Om vanuit bovengeschetst kader uiteindelijk de onderzoeksvragen te kunnen<br />

beantwoorden, wordt in onderstaand onderzoeksmodel, volgens methode van Verschuren<br />

en Dodewaard [2007], verband gelegd tussen de verschillende onderzoeksstappen.<br />

Theorie<br />

openbaar<br />

bestuur<br />

Gesprekken<br />

deskundigen<br />

Documentonderzoek<br />

Provincies<br />

Wet- en<br />

regelgeving<br />

Provincies<br />

Literatuur<br />

risicomanagement<br />

Literatuur<br />

Public<br />

Governance<br />

Legenda:<br />

(A) (B) (C) (D) (E)<br />

(A) De bestudering van verschillende theorieën (openbaar bestuur, risicomanagement,<br />

risicomanagementinstrumenten, management control, e.a.), onderzoeken, strategische<br />

beleidsdocumenten (o.a. programmabegroting, paragraaf weerstandsvermogen),<br />

bestudering van het Besluit Begroting en Verantwoording van Provincies en Gemeenten<br />

(BBV) en gesprekken met deskundigen (<strong>voor</strong>onderzoek) levert uiteindelijk (B) een<br />

uitdieping op van bestaande risicomanagement-raamwerken en meer specifiek ISO-<br />

31000. Het levert vervolgens op basis van de ISO-31000 richtlijn, beoordelingscriteria op<br />

(C) waarmee de toepassing van risicomanagement bij Provincies kan worden getoetst<br />

(D). Beoordeling van deze criteria bij Provincies (interviews en vragenlijsten) levert<br />

onderzoeksresultaten en conclusies op <strong>voor</strong> de geschiktheid van ISO-31000 als instrument<br />

<strong>voor</strong> risicomanagement bij Provincies (E).<br />

Criteria<br />

risic<strong>of</strong>rame-<br />

work op basis<br />

ISO<br />

Toetsing<br />

criteria<br />

experts<br />

Criteria<br />

middels<br />

Interviews<br />

Criteria<br />

middels<br />

enquête<br />

Onderzoeks<br />

resultaten<br />

Conclusies<br />

praktijkonderzoek literatuuronderzoek analyse<br />

6


2.2.2 Onderzoekstype<br />

Het type onderzoek laat zich het beste beschrijven als een praktijkgericht onderzoek. Met<br />

het onderzoek wordt immers beoogd een bijdrage te leveren aan een toepassing van een<br />

instrument <strong>voor</strong> risicomanagement bij Provincies. De uiteindelijke beantwoording van de<br />

(deel)vragen gebeurt op basis van een probleemanalytisch onderzoek. Vanwege de<br />

politiek-bestuurlijke belangen en context van de provinciale organisatie is bewust gekozen<br />

<strong>voor</strong> een probleemverkennende analyse en niet <strong>voor</strong> een ontwerp- en/<strong>of</strong> interventiegericht<br />

onderzoek.<br />

2.2.3 Centrale vraagstelling<br />

In deze paragraaf wordt de doelstelling vertaald in een drietal centrale onderzoeksvragen,<br />

met behulp van een splitsing van het onderzoeksmodel. Hierbij worden de centrale<br />

onderzoeksvragen gekoppeld aan een gesplitst onderzoeksmodel en onderverdeeld in<br />

deelvragen.<br />

De eerste centrale vraag heeft betrekking op onderzoeksstap (A) en (B), zoals benoemd in<br />

paragraaf 2.2.1. en betreft de bronnen van de beoordelingscriteria, waarmee de<br />

toepassing van het bestaand risicomanagement kan worden beoordeeld.<br />

1. Welke kritische factoren over toepassing van risicomanagement zijn te onderkennen na<br />

bestudering van de literatuur hierover?<br />

1.1. Wat is een risico?<br />

1.2. Wat is risicomanagement?<br />

1.3. Welke uitgangspunten hanteert ISO-31000 als instrument <strong>voor</strong> risicomanagement?<br />

De tweede centrale vraag is gebaseerd op onderzoeksstap (C).<br />

2. Welke criteria dienen te worden gehanteerd <strong>voor</strong> een succesvolle toepassing van<br />

risicomanagement bij de Provinciale overheid?<br />

2.1. Welke invloed heeft de Provinciale politiek/bestuurlijke context op<br />

risicomanagement?<br />

2.2. Wat is de risicoagenda van Provincies?<br />

2.3. Welke criteria <strong>voor</strong> risicomanagement sluiten het beste aan bij de Provinciale<br />

overheid?<br />

De derde en laatste centrale vraag is gebaseerd op onderzoeksstap (D) en (E). Waarbij de<br />

criteria <strong>voor</strong> toepassing van risicomanagement worden beoordeeld bij provincies.<br />

3. Is ISO-31000 geschikt als instrument <strong>voor</strong> de toepassing van risicomanagement bij<br />

Provincies?<br />

7


3.1. Welke conclusies kunnen worden getrokken op basis van de beoordeling van de<br />

criteria aan bestaand risicomanagement bij Provincies?<br />

In onderstaande tabel staat vermeld in welke ho<strong>of</strong>dstukken de centrale vragen worden<br />

beantwoord:<br />

Tabel 1. beantwoording van centrale vragen:<br />

Centrale vraag Beantwoord in ho<strong>of</strong>dstuk<br />

1 Kritische succesfactoren risicomanagement 3 Literatuuronderzoek<br />

2 Criteria risicomanagement Provincies 5 Resultaten van onderzoek<br />

3 Conclusies 6 Conclusies<br />

8


3 Literatuuronderzoek<br />

De opzet van dit ho<strong>of</strong>dstuk is<br />

drieledig. Enerzijds worden de in<br />

dit onderzoek te hanteren<br />

begrippen afgebakend en<br />

gedefinieerd (3.1 t/m 3.3).<br />

Vervolgens wordt literatuuronderzoek<br />

verricht naar<br />

raamwerken, die worden<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 1<br />

Inleiding<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 2<br />

Opdracht en<br />

onderzoek<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 3<br />

Literatuuronderzoek<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 4<br />

Methodologie<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 5<br />

Onderzoeksresultaten<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 6<br />

Conclusies<br />

gehanteerd <strong>voor</strong> het managen van risico’s (3.4 en 3.5). Het derde deel tenslotte bestaat uit de<br />

studie naar de (invloeden van de) risicoagenda bij Provincies (3.6 en 3.7). In paragraaf 3.8<br />

tenslotte worden de begrippen geoperationaliseerd.<br />

3.1 Inleiding<br />

Het vakgebied van risicomanagement staat de afgelopen decennia volop in de<br />

belangstelling, de aandacht <strong>voor</strong> risico’s is explosief toegenomen [Wetenschappelijke Raad<br />

<strong>voor</strong> Regeringsbeleid, 2008]. Meest recent is er aandacht <strong>voor</strong> risicomanagement vanwege<br />

de economische crisis. Onderzoek onder bedrijven van financiële dienstverlening toont aan<br />

dat zeventig procent van executives in de financiële dienstverlening vindt dat de verliezen<br />

die zijn gemaakt in de kredietcrisis <strong>voor</strong>namelijk te wijten zijn aan onvoldoende aandacht<br />

<strong>voor</strong> verschillende factoren rond risicomanagement. In hetzelfde onderzoek geeft 60<br />

procent van de respondenten aan dat de kredietcrisis aanleiding is om de activiteiten op<br />

het gebied van risicomanagement kritisch te bekijken [Economist Intelligence Unit, 2008].<br />

<strong>Risicomanagement</strong> is niet een nieuw fenomeen. In iedere organisatie zijn immers al<br />

procedures, maatregelen, (ISO) richtlijnen en controles aanwezig die tot doel hebben om<br />

risico’s te managen en te beheersen. Bekende beheerssystemen zijn onder meer de<br />

administratieve organisatie, interne controles, milieu- en kwaliteitsmanagement (ISO-<br />

14001 en ISO-9001). Er kan worden gesteld dat iedere organisatie reeds aan<br />

risicomanagement doet [Paape, 2005].<br />

3.2 Risico<br />

Om vast te stellen wat onder risicomanagement moet worden verstaan is het van belang<br />

eerst vast te stellen wat een risico is. Risico is geen eenduidig begrip. Er zijn meer<br />

definities van het begrip risico gangbaar. Vier van deze definities zijn [International risk<br />

governance council , 2005] een overzicht van de meest gehanteerde terminologieën:<br />

1. risico is de kans op een ongewenste gebeurtenis bij een proces <strong>of</strong> object;<br />

2. risico is kans x gevolg;<br />

3. risico is de onzekerheid (kans) dat een gebeurtenis zich <strong>voor</strong>doet waarbij zowel<br />

positieve als negatieve effecten kunnen optreden;<br />

4. risico is de kans op een gebeurtenis, die de doelstelling kan beïnvloeden.<br />

9


De eerste definitie is <strong>voor</strong> het algemene geval niet goed bruikbaar. De risico’s die<br />

betrekking hebben op kleine kansen met zeer grote gevolgen <strong>of</strong> grote kansen met kleine<br />

gevolgen, zullen bij gebruik van de eerste definitie niet goed tot uitdrukking komen.<br />

De tweede definitie geeft een betere basis <strong>voor</strong> vergelijking van risico’s. het betreft de<br />

meest gangbare definitie, waarbij de kans op een bepaalde gebeurtenis wordt<br />

gecombineerd met de gevolgen daarvan in de veelgebruikte formule ‘risico = kans x<br />

gevolg’. In feite wordt een verwachtingswaarde van het gevolg van een proces bepaald.<br />

In sommige gevallen komt dit overeen met het verlies dat mogelijk op de lange termijn<br />

optreedt. De kans op een ongewenste gebeurtenis en het gevolg van deze gebeurtenis<br />

spelen een even belangrijke rol in deze definitie.<br />

De derde definitie zet risico neer als een neutraal begrip (kansen en bedreigingen). In feite<br />

zijn de eerste twee definities bijzondere vormen van de derde. Het biedt de mogelijkheid<br />

om aan het gevolg van een ongewenste gebeurtenis een gewicht toe te kennen, dat<br />

afhankelijk is van de ernst van het gevolg. Deze effecten kunnen beleidsmatig-,<br />

organisatorisch, politiek/bestuurlijk en/<strong>of</strong> financieel van aard zijn.<br />

De vierde definitie tenslotte is de meest algemene van de vier genoemde, waarbij<br />

aansluiting wordt gezocht bij het omgaan van onzekerheden die zowel positieve als<br />

negatieve effecten kunnen hebben op de resultaten en daarmee doelstellingen van een<br />

organisatie. Voor een organisatie zijn risico’s alle potentiële gebeurtenissen die het<br />

behalen van de doelstellingen van de organisatie kunnen bevorderen dan wel kunnen<br />

belemmeren. Deze definitie sluit het meest aan bij de definitie van ‘risico’, volgens ISO<br />

31000: “Het effect van onzekerheid op doelstellingen’.<br />

De in dit onderzoek gehanteerde definitie <strong>voor</strong> risico is dan ook als volgt gedefinieerd:<br />

Risico is de onzekerheid dat een gebeurtenis zich <strong>voor</strong>doet waarbij zowel positieve als<br />

negatieve effecten kunnen optreden, die van invloed zijn op het doelbereik.<br />

3.3 <strong>Risicomanagement</strong><br />

Over het begrip risicomanagement circuleren in de wetenschappelijke literatuur talrijke<br />

definities. Het International Risk Governance Council geeft in haar publicatie [2005] een<br />

overzicht van de meest gehanteerde terminologieën.<br />

De meest gangbare definities van risicomanagement kunnen als volgt worden<br />

onderverdeeld:<br />

1. <strong>Risicomanagement</strong> is het geheel van activiteiten en maatregelen gericht op het<br />

omgaan met en beheersen van risico’s.<br />

10


2. <strong>Risicomanagement</strong> omvat de gecoördineerde activiteiten om een organisatie te kunnen<br />

sturen en controleren met betrekking tot risico´s.<br />

3. <strong>Risicomanagement</strong> is het vormgeven van een gestructureerd proces van identificeren,<br />

analyseren, managen en rapporteren van risico’s op alle niveaus in de organisatie.<br />

4. <strong>Risicomanagement</strong> is een proces dat bewerkstelligd wordt door het bestuur van de<br />

onderneming, het management en ander personeel en wordt toegepast bij het<br />

formuleren van de strategie en binnen de gehele onderneming, ontworpen om<br />

potentiële gebeurtenissen die invloed kunnen hebben op de onderneming te<br />

identificeren en om risico´s te beheren zodat deze binnen de risicoacceptatiegraad<br />

vallen, om een redelijke zekerheid te bieden ten aanzien van het behalen van de<br />

ondernemingsdoelstellingen.<br />

5. <strong>Risicomanagement</strong> omvat de cultuur, processen en structuren, gekoppeld aan een het<br />

realiseren van kansen en het effectief management van de effecten daarvan.<br />

De eerste drie definities richten zich in min <strong>of</strong> meer dezelfde terminologie op de te<br />

doorlopen basisstappen van het risicomanagementproces. In de traditionele<br />

risicobenadering worden twee fasen onderscheiden: het identificeren en beoordelen van<br />

risico’s (risicoassesment) en het nemen van maatregelen die niet acceptabel geachte<br />

risico’s beperken <strong>of</strong> beheersbaar maken (risicomanagement) [Wetenschappelijke Raad<br />

<strong>voor</strong> het Regeringsbeleid, 2008].<br />

Ongeacht de exacte uitwerking en invulling van de verschillende stappen komt overal<br />

hetzelfde grondpatroon van vier stappen naar voren. De eerste stap is het identificeren<br />

van risico’s, waarbij het zaak is een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de<br />

verschillende risico’s binnen een organisatie. Wanneer de risico’s bekend zijn, is het zaak<br />

deze te beoordelen. Dit schept duidelijkheid over de vraag welke risico’s de grootste<br />

bedreiging vormen en waar<strong>voor</strong> het eerst beheersmaatregelen genomen moeten worden.<br />

Vervolgens ontwerpt men tijdens de volgende fase, aan de hand van de prioriteiten,<br />

beheersmaatregelen. Ook de implementatie van beheersmaatregelen behoort tot deze<br />

fase. De laatste stap is het rapporteren over de risico’s en beheersmaatregelen en de<br />

evaluatie van de laatste. Om de risico’s zo klein mogelijk te houden <strong>of</strong> de gevolgen zo<br />

goed mogelijk op te kunnen vangen, is continue aandacht <strong>voor</strong> alle vier de stappen<br />

noodzakelijk. Hierbij is het van belang om zowel naar het te verwachten gevolg van een<br />

risico te kijken als naar de kans dat het zich <strong>voor</strong>doet, alsmede naar de kosten (in tijd,<br />

geld en middelen) van het nemen van beheersmaatregelen.<br />

De vierde definitie omvat een expliciete koppeling naar het doelbereik en is afkomstig van<br />

het COSO. Het is echter een zeer uitgebreide definitie. “Why not adopt a definition that is<br />

11


ief and easily remembered?” [Knight, 2008]. Volgens Knight staat niet zozeer het<br />

gebruik van een juiste definitie centraal. Succesvol risicomanagement is alleen dan<br />

mogelijk, wanneer dit is gekoppeld aan het bereiken en managen van doelstellingen.<br />

De vijfde definitie (Australian/New Zealand Risk Standard 4360) toont aan dat niet alleen<br />

de te doorlopen stappen van belang zijn, maar dat de (aanwezigheid) van cultuur- en<br />

structuuraspecten van groot belang is, <strong>voor</strong> een succesvol risicomanagement binnen een<br />

organisatie. Daarnaast maakt de definitie duidelijk dat risicomanagement pas effectief<br />

werken als het een integraal onderdeel is van processen in een organisatie.<br />

De definitie <strong>voor</strong> risicomanagement, zoals gehanteerd in dit onderzoek is ontleend aan de<br />

definitie <strong>voor</strong> kwaliteitsmanagement uit ISO-9000 [Bergenhenegouwen, 2003] en<br />

aangevuld met de koppeling naar doelbereik.<br />

<strong>Risicomanagement</strong> omvat de gecoördineerde activiteiten, gekoppeld aan een effectief<br />

management van gebeurtenissen en de effecten daarvan op de doelstellingen van de<br />

organisatie.<br />

3.4 Risicoraamwerk<br />

Met de inwerkingtreding van de Foreign Corrupt Practices Act in 1997 in de Verenigde<br />

Staten, is de ontwikkeling van interne beheersing in een stroomversnelling geraakt<br />

[Santen, 2006]. Deze wet bepaalt dat het illegaal is om een inadequaat intern<br />

beheersingsysteem te voeren. De vele financiële (boekhoud- en rapporterings-)<br />

schandalen die volgden, zorgden <strong>voor</strong> de verdere ontwikkeling van risicomanagement. Het<br />

heeft geleid tot de corporate governancestructuren, zoals de Sarbanes Oxley wetgeving uit<br />

de Verenigde Staten.<br />

Ook Europa en ons eigen land zijn niet vrij van de nodige missers en schandalen<br />

(Worldonline, Ahold, Qwest, ESF/Arbeids<strong>voor</strong>ziening, de bouwfraude, de Hogescholen<br />

fraude enzo<strong>voor</strong>t). Mede daarom zijn in Europa en in Nederland diverse wetgevende<br />

initiatieven ontplooid [Herwaarden, 2003]:<br />

de International Financial Reporting Standards (IFRS) die vanaf 2005 verplicht moeten<br />

worden toegepast in de geconsolideerde jaarrekeningen van beursgenoteerde<br />

vennootschappen in Europa;<br />

aanbevelingen van de commissie-Peters inzake corporate governance, goed<br />

ondernemingsbestuur en -toezicht (1997) met het bijbehorende evaluatierapport<br />

(2002) over vijf jaar corporate governance in Nederland inzake de status van de<br />

aanbevelingen van de commissie-Peters;<br />

12


corporate governance code <strong>voor</strong> Nederland, opgesteld door de commissie onder leiding<br />

van Morris Tabaksblat [Code Tabaksblat, 2003].<br />

In de code Tabaksblat zijn de belangrijkste uitgangspunten van een goede corporate<br />

governace uitgewerkt met betrekking tot het bestuur, de raad van commissarissen, de<br />

aandeelhouder en de accountant. De code gaat wat betreft reikwijdte verder dan<br />

Sarbanes-Oxley (PwC 2005). In de code wordt gesteld dat als onderdeel van het interne<br />

beheersings- en controlesysteem, een vennootschap onder meer risicoanalyses uit dient te<br />

voeren van de ‘operationele’ en financieel doelstellingen. De code geeft echter geen<br />

nadere richtlijnen ten aanzien van de inrichting van de interne beheersings- en<br />

controlesystemen. Daarnaast worden de ondernemingen vrij gelaten in de wijze van<br />

rapporteren over de gehanteerde risicobeheersings- en controlesystemen (PwC, 2005). De<br />

code is overigens alleen van toepassing op statutair in Nederland gevestigde en aan de<br />

Euronext genoteerde ondernemingen, dat wil zeggen op circa 0,2 % van de in Nederland<br />

gevestigde ondernemingen van toepassing [Santen e.a.; 2006].<br />

De vraag lijkt gerechtvaardigd <strong>of</strong> wettelijke verankering van eisen ten aanzien van<br />

risicomanagement de oplossing is [PwC, 2005]. Het gevaar schuilt erin dat<br />

risicomanagement wordt ervaren als een verplichte managementtool, met als uiteindelijke<br />

doel: het hebben voldaan aan wet- en regelgeving. In de loop der jaren zijn er <strong>voor</strong> het<br />

managen van risico’s verschillende modellen gebruikt. “In seeking help, you’ll find an<br />

abundance <strong>of</strong> risk management frameworks, (..) developed by consulting organizations,<br />

national standards (..).[Rasmussen, 2007].<br />

In 1992 werd er in de Verenigde Staten een framework gepresenteerd <strong>voor</strong> interne<br />

beheersing. Dit framework: ‘Committee <strong>of</strong> Sponsoring Organizations <strong>of</strong> the Treadway<br />

Commission’ (COSO) richt zich in eerste instantie op de interne beheersing van de<br />

financiële processen van een onderneming. Kanttekening bij dit model is dat er weinig<br />

aandacht is gegeven <strong>voor</strong> gedragsverandering [Santen e.a., 2006; Faber, 2006], dat het<br />

niet <strong>voor</strong>ziet in een eenduidig normenkader (Faber, 2006) en dat een eenduidige<br />

stappenplan ontbreekt <strong>voor</strong> de implementatie van risicomanagement binnen een<br />

organisatie [Faber, 2006].<br />

Eind 2004 is er een nieuwe versie van het COSO raamwerk gepubliceerd [COSO, 2004], te<br />

weten Enterprise Risk Management-Integrated Framework (COSO-ERM) waarbij de nadruk<br />

meer is komen te liggen bij risicomanagement ten opzichte van de eerste versie van het<br />

COSO raamwerk en de explicietere koppeling naar strategie <strong>voor</strong> de inrichting van<br />

risicomanagement en interne beheersingsystemen.<br />

13


Feyter [2006] plaatst als kanttekening bij het herziene COSO-model dat de principes niet<br />

rechtstreeks aansluiten op de reguliere ‘planning & control’-cyclus waaraan de interne<br />

beheersing in het Nederlandse ondernemingen doorgaans wordt opgehangen. Juist deze<br />

verankering van interne beheersing en risicomanagement aan deze cyclus maakt dat<br />

risicobeheersing blijvend onder de aandacht wordt gehouden en dat het een natuurlijk,<br />

onderhoudbaar en herkenbaar proces wordt.<br />

Een ander nadeel dat in de literatuur wordt genoemd [Feyter, 2006], is dat COSO toch nog<br />

<strong>voor</strong>al lijkt uit te gaan van centraal geleide, ‘topdown’ gestuurde organisaties. Dat is<br />

enigszins begrijpelijk omdat het een Amerikaanse publicatie is. Maar <strong>voor</strong> Nederlandse<br />

organisaties is dit gegeven wel iets om rekening mee te houden wanneer zij de principes<br />

naar hun eigen organisatie vertalen, zeker als deze niet, zoals veel Amerikaanse<br />

bedrijven, topdown wordt aangestuurd. De strategie, organisatiecultuur en de keuze van<br />

besturingsprincipes bepalen immers in grote mate de wijze waarop de interne beheersing<br />

wordt ingericht. Het typeren van de strategie en de besturingsprincipes wordt regelmatig<br />

vergeten <strong>of</strong> onderbelicht bij het vastleggen, begrijpen en beoordelen van de interne<br />

beheersing.<br />

COSO erkent de invloed van organisatiecultuur op de effectiviteit van het raamwerk en<br />

daarmee van risicomanagement. Als belangrijkste kanttekening benoemt de organisatie de<br />

menselijke oordeelsvorming bij het nemen van onvolledige <strong>of</strong> onjuiste beslissingen. Een<br />

andere beperking is het kunnen omzeilen van beheersmaatregelen door samenspanning<br />

van twee <strong>of</strong> meer mensen, waardoor het management de mogelijkheid heeft om<br />

beslissingen, genomen in het kader van risicomanagement, terzijde te schuiven (Coso<br />

2004).<br />

De aanleiding <strong>voor</strong> organisaties om risicomanagement vorm te geven verschilt sterk en is<br />

bepalend <strong>voor</strong> de effectiviteit ervan. Volgens Knight houdt COSO hier onvoldoende<br />

rekening mee: “COSO slips into the fatal fallacy <strong>of</strong> trying to tell us ‘how’ to do it rather<br />

than ‘why’ “[Knight, 2008].<br />

In de praktijk blijkt het vaak moeilijk om organisaties duurzaam enthousiast te maken<br />

<strong>voor</strong> het onderwerp risicomanagement en interne beheersing als zodanig, laat staan om<br />

daarbij expliciet het COSO-raamwerk te hanteren [Faber, 2006]. Dit gebrek aan<br />

enthousiasme wordt vaak veroorzaakt door het hardnekkige misverstand dat<br />

risicomanagement en interne beheersingssystemen het goed functioneren en het<br />

aanpassingsvermogen van organisaties eerder belemmeren dan bevorderen.<br />

14


Volgens Ali Samad-Khan [2005] geeft COSO een gesimplificeerd beeld van de<br />

werkelijkheid, dat kan leiden tot een logge controlstructuur, met een grote kans dat<br />

gebieden worden ontzien, waar juist de grootste risico’s zich kunnen <strong>voor</strong>doen. Hij is<br />

stellig ten aanzien van de tekortkomingen van COSO: “Coso not only fails to help a firm<br />

asses its risks, it actually obfuscates the risk management process”.<br />

Ondanks genoemde kanttekeningen, wordt COSO internationaal nog steeds gezien als hét<br />

raamwerk <strong>voor</strong> interne beheersing. Ook Tabaksblat [2003] noemt in de code het COSO<br />

raamwerk <strong>voor</strong> interne beheersing, als <strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> een te gebruiken normenkader om<br />

te voldoen aan de eis dat het bestuur verklaart dat de interne risicobeheersings- en<br />

controlesystemen adequaat en effectief zijn.<br />

Voor de integrale benadering van risicomanagement dreigt een wildgroei aan verschillende<br />

systemen en richtlijnen [Hortensius, 2007]. Naast COSO zijn er ook nog andere<br />

risicoraamwerken ontwikkeld, waarvan de standaard vaak haar oorsprong heeft binnen<br />

een bepaalde branche <strong>of</strong> bepaald land (Paape, 2005). Zo is er de Australian/New Zealand<br />

Risk Management Standard 4360 waarvan reeds in 1995 de eerste versie werd uitgegeven<br />

door de Council <strong>of</strong> Standards van beide landen. In 1999 en in 2004 verscheen een<br />

geactualiseerde versie van deze standaard. Voorbeelden van branchespecifieke<br />

risicomanagement-standaarden zijn Bazel IT <strong>voor</strong> het bankwezen en Solvency II <strong>voor</strong> de<br />

verzekeringsbranche.<br />

3.5 ISO-31000<br />

Ook de Internationale Organisatie <strong>voor</strong> Standaardisatie (ISO) heeft van zich laten horen<br />

op het terrein van risicomanagement: in 2002 verscheen een richtlijn <strong>voor</strong> het gebruik van<br />

risicomanagementtermen in standaarden [ISO/TEC Guide 73]. ISO is een non-<br />

gouvernementeel netwerk van nationale standaardisatieorganisaties, waar instituten uit<br />

157 landen (onder wie ook het Nederlands Normalisatie-instituut NEN) bij zijn<br />

aangesloten. ISO is opgericht in 1947, met als doel om normen vast te stellen en om<br />

organisaties <strong>voor</strong>deel te laten halen uit het toepassen van internationale normen en uit de<br />

implementatie van kwaliteitsmanagement-systemen [Schoutrop, 2006]. ISO heeft<br />

inmiddels 17000 standaarden ontwikkeld, ieder jaar worden 1100 nieuwe gepubliceerd<br />

[ISO.org, november 2008]. De standaarden kunnen worden toegepast <strong>voor</strong> elke<br />

organisatie.<br />

15


Het publiceren van een ISO-richtlijn <strong>voor</strong> het gebruik van risicomanagementtermen in<br />

standaarden kent zijn oorsprong in 1995. In dat jaar confronteerde de aardbeving Japan<br />

met het belang van het inschatten van risico’s en het treffen van maatregelen om effecten<br />

van onverwachte gebeurtenissen te minimaliseren. Daarom pleitten de Japanse<br />

autoriteiten tien jaar geleden <strong>voor</strong> een universele norm <strong>voor</strong> risicomanagement, te<br />

ontwikkelen door ISO. Uit angst bij het bedrijfsleven <strong>voor</strong> een nieuwe golf van<br />

certificering, werd gekozen <strong>voor</strong> een ‘veilige’ oplossing, namelijk de ontwikkeling van een<br />

Guide met termen en definities op het gebied van risicomanagement. Dat werd uiteindelijk<br />

ISO/IEC ´Guide 73, Riskmanagement – Vocabulary–Guidelines for use in standards`, die<br />

in 2002 werd gepubliceerd. De titel geeft al aan dat de Guide <strong>voor</strong>al bedoeld was om<br />

harmonisatie te bevorderen binnen het bouwwerk van ISO-normen. Een uniform<br />

taalgebruik helpt dan al om vanuit die specifieke normen en richtlijnen een meer integrale<br />

kijk op risico ’s te ontwikkelen.<br />

In 2005 slaagde Japan er met de hulp van Australië toch in de geesten rijp te maken <strong>voor</strong><br />

een algemene richtlijn <strong>voor</strong> risicomanagement. Door ISO is in 2005 besloten een<br />

internationale generieke ISO-richtlijn <strong>voor</strong> <strong>Risicomanagement</strong> te ontwikkelen: ISO 31000<br />

“Risk management - Guidelines for principles and implementation <strong>of</strong> risk management.”<br />

ISO 31000 beoogt een gemeenschappelijk begrippenkader en generiek raamwerk te<br />

bieden <strong>voor</strong> het managen van allerlei typen risico’s. Naderhand is ook de herziening van<br />

ISO Guide 73 “Risk Management – Vocabulary” aan de ISO-werkgroep toevertrouwd.<br />

Via NEN, het Nederlandse lid van ISO, wordt door Nederlandse belanghebbende partijen<br />

deelgenomen aan dit ISO-project. Hiertoe is in 2006 de normcommissie<br />

<strong>Risicomanagement</strong> opgericht. De doelstelling van de normcommissie is tweeledig (NEN,<br />

2008). Enerzijds verzorgt en bepaalt de normcommissie de Nederlandse inbreng bij de<br />

internationale normalisatie op het gebied van <strong>Risicomanagement</strong> (Risk Management),<br />

zoals die plaatsvindt in de internationale werkgroep ISO/TMB/WG/RM. Anderzijds<br />

faciliteren de normcommissie de implementatie en toepassing van de generieke ISO-<br />

richtlijn op nationaal en bedrijfstakniveau, zo nodig door het ontwikkelen van specifieke<br />

richtlijnen die een nadere invulling geven van het generieke ISO-kader <strong>voor</strong><br />

risicomanagement [NEN, 2008]. Zie <strong>voor</strong> een toelichting op de Nederlandse<br />

Normcommissie Nederland ook bijlage 3.<br />

Een ISO-richtlijn als overkoepelend raamwerk <strong>voor</strong> risicomanagement lijkt <strong>voor</strong> de hand te<br />

liggen. De verschillende afzonderlijke ISO-normen <strong>voor</strong> managementsystemen, zoals ISO<br />

9001 en ISO 14001, beschrijven immers al systemen <strong>voor</strong> het beheersen van maatregelen<br />

16


en risico’s, waarbij de eerder genoemde stappen uit de risicomanagementcyclus (risico-<br />

identificatie, risico-analyse, monitoring risico’s en bijsturen) moeten worden doorlopen.<br />

Het managementsysteem zoals beschreven in de verschillende normen zijn in de kern<br />

risicomanagementsystemen <strong>voor</strong> specifieke risico’s, zoals kwaliteits- en milieurisico’s.<br />

Deze normen <strong>voor</strong> managementsystemen beschrijven wat een organisatie moet doen om<br />

de (risicoaspecten van) haar processen en activiteiten te managen zodat de resultaten en<br />

uitkomsten aansluiten bij de vastgestelde doelstellingen. Goede managementsystemen<br />

zijn gebaseerd op twee principes: de procesbenadering en de Demingcirkel (Hortensius,<br />

2003). De procesbenadering houdt in dat de bedrijfsprocessen uitgangspunt zijn <strong>voor</strong> de<br />

inrichting van het managementsysteem. De Demingcirkel [Deming, 1987] betreft de<br />

opeenvolgende fasen van een proces (Plan, Do, Check, Act) dat is gericht op het realiseren<br />

van doelen op een steeds effectievere en efficiëntere manier. Door de Demingcirkel steeds<br />

opnieuw te doorlopen, en de daarmee behaalde resultaten, kunnen managementsystemen<br />

worden verbeterd.<br />

Als managementsysteem is ISO-31000 dan ook op de Demingcirkel en op een<br />

procesbenadering gestoeld. ISO-31000 bestaat uit drie ho<strong>of</strong>donderdelen [NEN, 2008]: (1)<br />

de uitgangspunten <strong>voor</strong> risicomanagement, (2) het raamwerk <strong>voor</strong> risicomanagement en<br />

(3) het risicomanagementproces.<br />

Figuur 1. Onderlinge samenhang van de onderdelen van ISO 31000<br />

a) Het voegt waarde toe en dr aagt bij<br />

aan organ isatieverbetering<br />

b) Integraal onderdeel van<br />

(besluitvormings)processen<br />

c) Het is m aat wer k, p assend<br />

bij de organisatiecontext<br />

d) Een system atisch en op<br />

feiten gebaseerd proces<br />

e) Het is open en tran sparant en<br />

houdt rekening met<br />

menselij ke en culturele<br />

factoren<br />

Uitgangspunten<br />

Bron: Hortensius, 2008<br />

Continue<br />

verbeteren<br />

van het<br />

raamwerk<br />

Mandaat<br />

en commitment<br />

Ontwerp het raamwerk<br />

v oor risicomanagement<br />

Monitoren en<br />

analyserenv an<br />

het raamwerk<br />

<strong>Raamwerk</strong><br />

Implementeren<br />

van<br />

risicomanagement<br />

Proces<br />

17


Om als effectief instrument te kunnen dienen, gelden met betrekking tot ISO-31000 onder<br />

meer de volgende principes <strong>voor</strong> risicomanagement:<br />

1. Het voegt waarde toe en draagt bij aan organisatieverbetering<br />

2. Het is een integraal onderdeel van (besluitvormings)processen<br />

3. Het is maatwerk, passend bij de organisatiecontext<br />

4. Een systematisch en op feiten gebaseerd proces<br />

5. Het is open en transparant en houdt rekening met menselijke en culturele factoren<br />

De eerst drie kenmerken vormen de basis <strong>voor</strong> het raamwerk van risicomanagement, de<br />

laatste twee zijn <strong>voor</strong>al terug te vinden in het risicomanagementproces.<br />

In het hart van het proces, zitten de bekende stappen van het identificeren, analyseren en<br />

evalueren van risico’s, zoals deze verbonden zijn aan het proces, product, project <strong>of</strong><br />

organisatie als geheel. Die stappen vormen samen de risicobeoordeling.<br />

Ook het Nederlands Instituut <strong>voor</strong> Registeraccountants (NIVRA) geeft in haar publicatie<br />

‘Via interne beheersing naar Corporate Governance’ [2002] aan dat <strong>voor</strong> een effectieve<br />

risicobeoordeling, de organisatiedoelstellingen <strong>voor</strong> processen en activiteiten moeten<br />

worden vastgesteld en in onderlinge samenhang beoordeeld. Die beoordeling kan alleen<br />

worden uitgevoerd, als de context en scope goed zijn bepaald. Die context wordt<br />

gedeeltelijk ontleend aan het risicomanagement-raamwerk, maar <strong>voor</strong> de<br />

risicobeoordeling van een specifieke situatie kan en moet die context gedetailleerder<br />

worden bekeken. Aan een dergelijke contextbepaling worden bij<strong>voor</strong>beeld specifieke<br />

criteria ontleend om de risico’s te beoordelen. Vanuit de contextbepaling wordt ook<br />

duidelijk welke personen/afdelingen/programma’s/projecten moeten worden geconsulteerd<br />

<strong>of</strong> betrokken bij de risicobeoordeling. Op basis van de beoordeling wordt vervolgens<br />

besloten <strong>of</strong> en hoe het risico wordt behandeld.<br />

Het raamwerk dient daarbij als een kader om er<strong>voor</strong> te zorgen dat<br />

risicomanagementprocessen ingebed worden en aansluiten bij de algemene<br />

besluitvormingsprocessen van de organisatie.<br />

18


Figuur 2. <strong>Risicomanagement</strong>proces volgens ISO 31000<br />

6.2<br />

Com m unicatie en<br />

advies<br />

bron: Hortensius, 2008.<br />

6.3 Bepaal de context<br />

6.4 Risico beoordeling<br />

6.4.2 Risico identificatie<br />

6.4.3 Risico analyse<br />

6.4.4 Risico evaluatie<br />

6.5 Risicobeheersing<br />

6.6<br />

M o n ito re n<br />

en<br />

evaluatie<br />

ISO-31000 tracht een complete beschrijving te geven van de verschillende zaken die<br />

relevant zijn <strong>voor</strong> risicomanagement. Daarbij wordt niet alleen ingezoomd op het<br />

risicomanagementproces, maar ook op de context ervan, waarin mandaten worden<br />

afgegeven door opdrachtgevers en waarbij stakeholders nadrukkelijk worden betrokken bij<br />

het proces.<br />

Door het benoemen van zowel de context als het proces zelf, ontstaan twee nauw met<br />

elkaar verweven processen:<br />

(1) het opstellen, uitvoeren, monitoren en bijsturen van het risicomanagement raamwerk,<br />

als een kader om er<strong>voor</strong> te zorgen dat risicomanagementprocessen ingebed worden en<br />

aansluiten bij de algemene (besluitvormings)processen van de organisatie.<br />

(2)het opstellen, uitvoeren, monitoren en communiceren van het<br />

risicomanagementproces. Tevens worden principes van risicomanagement betrokken bij<br />

deze twee processen, die in grove lijnen dienen als sturende elementen achter de<br />

<strong>voor</strong>gaande twee processen.<br />

Belangrijke uitgangspunt is overigens dat ISO-31000 geen eisenstellende (certificeerbare)<br />

norm wordt <strong>voor</strong> een risicomanagementsysteem. Iedere organisatie <strong>of</strong> sector kan het<br />

beste zelf bepalen welke risicomanagementaanpak het beste past bij haar doelen,<br />

(markt)situatie, klanten e.d. “For this reason, the ISO 31000 is designed not to be<br />

certifiable but to focus on general principles and guidelines.”[Shortreed, 2007].<br />

Certificering heeft bovendien <strong>voor</strong> de meeste organisaties <strong>voor</strong>al een externe functie: het<br />

onafhankelijke bewijs richting klanten <strong>of</strong> andere belanghebbenden, dat er sprake is van<br />

een managementsysteem dat aan de norm voldoet [Hortensius, 2003]. Daar<strong>voor</strong> bestaat<br />

19


<strong>voor</strong>alsnog geen draagvlak onder de leden van ISO en dat was ook het standpunt van de<br />

door NEN in Nederland geconsulteerde belanghebbende partijen toen in 2005 een stem<br />

moest worden uitgebracht op het ISO-<strong>voor</strong>stel [Hortensius, 2008].<br />

In een vergelijking van COSO en ISO 31000 schetst Awad Loubani de belangrijkste<br />

verschillen tussen de 2 modellen. Concluderend kan worden gesteld dat ISO 31000 meer<br />

de ruimte biedt om een maatwerkoplossing <strong>voor</strong> risicomanagement te zijn dan COSO.<br />

[Loubani, 2008].<br />

3.6 Risicoagenda bij Provincies<br />

De strategische context van de provinciale organisatie is van groot belang om de<br />

toepasbaarheid van risicomanagement te kunnen duiden. De strategische invulling van de<br />

Provincie verschilt op een aantal onderdelen namelijk wezenlijk van die van private<br />

organisaties. Daaruit kan worden afgeleid dat strategievorming in de publieke sector extra<br />

complex is. De eigen kenmerken van strategievorming bij de overheid [Ter Braak en Van<br />

’T Spijker, 1993; Valens, 1993] zijn als volgt:<br />

1. Multi-organisatiestrategie. Een overheid met een breed takenpakket en veel<br />

organisatieonderdelen zal vaak geen strategie formuleren in termen van een missie<br />

<strong>voor</strong> één organisatie maar een multi-organisatiestrategie, dus <strong>voor</strong> meerdere<br />

onderdelen die elk eigen taken vervullen, zoals een sociale dienst, <strong>of</strong> openbare werken.<br />

2. Minder concurrentie. Door de eigenstandigheid van overheden en de beperkte<br />

mogelijkheden tot concurrentie is een strategieformuleringsproces minder op scherpe<br />

pr<strong>of</strong>ilering gericht: het generieke krijgt 'veel plaats toegemeten', het specifieke veel<br />

minder. Overheden kunnen niet zomaar zeggen dat ze bepaalde taken niet uitvoeren<br />

en zich pr<strong>of</strong>ileren op een bepaalde taak.<br />

3. Functie en soorten produkten en diensten zijn anders. Een ander verschil is dat een<br />

bedrijf handelt in een overigens meestal veel beperkter aantal produkten en diensten,<br />

maar een overheid heeft eveneens een functie bij de ontwikkeling van<br />

maatschappelijke normen en waarden en de handhaving daarvan ten aanzien van de<br />

gedragingen van burgers.<br />

4. Meer doelstellingen. Een private organisatie kan zich richten op een beperkt aantal<br />

doelstellingen en bij een overheid is dat meestal niet het geval. Een<br />

overheidsorganisatie heeft vele taken te vervullen. Bij een private organisatie is de<br />

initiële doelstelling vaak nog herkenbaar, bij een overheid ligt dit anders.<br />

5. Vage doelstellingen. In een private organisatie zijn tamelijk precieze doelstellingen te<br />

formuleren. Bij een overheid zijn doelstellingen meestal veel vager. Dit laatste wordt<br />

ten eerste veroorzaakt door de complexiteit van bepaalde problemen die een overheid<br />

20


onmogelijk zelf alleen kan oplossen; denk bij<strong>voor</strong>beeld aan<br />

gezondheidszorgvraagstukken. Een tweede oorzaak is de organisatie van de politieke<br />

democratie; politieke vertegenwoordigers van verschillende statenfracties dienen<br />

<strong>voor</strong>al compromissen te sluiten om tot een meerderheidsbesluit te komen. Een derde<br />

oorzaak is gelegen in de organisatie van het openbaar bestuur zelf, waarbij wetgeving<br />

van uitvoering gescheiden is.<br />

6. Openbaarheid. De besluitvorming in een private organisatie voltrekt zich doorgaans<br />

niet in de openbaarheid (hoewel er veelal jaarcijfers gepubliceerd worden) terwijl dat<br />

bij een overheid doorgaans wel het geval is.<br />

7. Pluriforme samenleving. In private organisaties is minder dan in de overheidssfeer<br />

sprake van de noodzaak om rekening te houden met pluriformiteit in de samenleving,<br />

zowel qua (doel)groepen van burgers als qua organisaties, die op de een <strong>of</strong> andere<br />

wijze bij beleid betrokken zijn. Ze hebben <strong>voor</strong>keuren en kunnen mee- en<br />

tegenwerken. In het openbaar bestuur is bovendien sprake van een enorme variëteit<br />

aan doelgroepen, belangengroepen en andere betrokkenen. Ook dit compliceert de<br />

strategievorming bij de overheid.<br />

8. Politieke cyclus. Een laatste argument is dat in de overheidssfeer sprake is van een<br />

politieke cyclus, de periode tussen verkiezingen, van vier jaar <strong>of</strong> korter. Daardoor<br />

bestaat er druk om <strong>voor</strong>rang te geven aan beleid dat al op korte termijn zichtbaar is <strong>of</strong><br />

vruchten afwerpt, boven het ontwikkelen van een lange termijnvisie en het 'oogsten'<br />

later dan na vier jaar. Bij private organisaties is die cyclus afwezig.<br />

Scholes en Johnson [2004] spreken van emergent strategieën, die ontstaan vanuit<br />

dagelijkse routines, activiteiten en processen in een organisatie. De auteurs zetten dit af<br />

tegen intended strategieën, een uiting van een gewenste strategische koers, nadrukkelijk<br />

geformuleerd en uitgedragen door het management van een organisatie. Bij Provincies is<br />

sprake van emergent strategievorming, omdat sprake is van veelal decentraal verlopende<br />

processen. Vanuit de verschillende beleidsvelden (bv. Ruimtelijke Ordening <strong>of</strong> Economie)<br />

wordt veelal specifieke strategie ontwikkeld, zodat ruimte is <strong>voor</strong> het inspelen op kansen<br />

die zich <strong>voor</strong>doen.<br />

Herman (2004) benoemt dat, ondanks dat risicomanagement <strong>voor</strong> non-pr<strong>of</strong>itorganisaties<br />

veelal intuïtief plaats vindt, de noodzaak <strong>voor</strong> een gestructureerde aanpak wenselijk is.<br />

De externe omgeving van de Provincie is complex en turbulent. De toekomst van de<br />

Provincie als bestuurslaag staat daarnaast ook nog ter discussie. Anticiperend op die<br />

onzekerheid, zal <strong>voor</strong>al aandacht <strong>voor</strong> een effectieve strategische aanpak van de<br />

maatschappelijke vraagstukken, zoals ze door de provinciale partners en klanten naar<br />

voren worden gebracht, het bewijs <strong>voor</strong> de toegevoegde waarde van de Provincie moeten<br />

21


leveren. Resultaat en rekenschap over de prestatie van de Provincie is daarbij van groot<br />

belang. <strong>Risicomanagement</strong> als instrument om te prioriteren en als sturingsmiddel om<br />

mensen en processen te richten op het bereiken van de (coalitie)doelstellingen wordt<br />

daarmee steeds belangrijker.<br />

De opkomst van de risicoagenda bij Provincies wordt ingegeven door vijf ontwikkelingen;<br />

1. Economische crisis<br />

De actualiteit van de economische crisis toont de kwetsbaarheid aan van (regionale)<br />

overheden. De kredietcrisis heeft drie Provincies getr<strong>of</strong>fen; Noord-Holland, Groningen en<br />

Zeeland en toont aan dat niet alleen in de financiële wereld sprake is van een toenemende<br />

behoefte aan een adequaat functionerend risicomanagement. In de loop van 2008 bleek<br />

dat gemeentelijke en provinciale overheden vele miljoenen euro's hebben uitstaan bij<br />

IJslandse banken.<br />

Bron: www.kredietcrisis.feeder.nl (17/10/8)<br />

De Provincie Noord-Holland had € 98 miljoen staan op noodlijdende banken (Landsbanki in<br />

IJsland en het Duitse Lehman Bankhaus). Een provinciale onderzoekscommissie heeft<br />

onderzoek gedaan naar het door Gedeputeerde Staten vanaf 1 april 2007 gevoerde<br />

bestuur aangaande het uitzetten van tijdelijk beschikbare financiële middelen. In haar<br />

rapport ‘Triple R; Regels, rendement en Risico 2 ’ kwam de commissie onder meer tot de<br />

conclusie dat de Provincie ten onrechte geen actief risicomanagement voerde. Als gevolg<br />

van de uitkomsten van dit onderzoek is het voltallige college van gedeputeerde staten in<br />

Noord-Holland in juni 2009 afgetreden.<br />

Hoewel de kredietcrisis kan worden beschouwd als een uitzonderlijke ontwikkeling<br />

(Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2008), zijn als gevolg hiervan<br />

2 Triple R, regels, Rendement en Risico’, provinciale onderzoekscommissie Noord-Holland, 29 mei 2009.<br />

22


wet- en regelgeving met betrekking tot het uitzetten van middelen door decentrale<br />

overheden in tijden van onrust op de financiële markten, opnieuw kritisch tegen het licht<br />

gehouden.<br />

Behalve de gevolgen <strong>voor</strong> de beleggingen van de Provincie raakt de economische crisis de<br />

Provincie ook op andere manieren. Op de eerste plaats kan de crisis zijn weerslag hebben<br />

op toekomstige opbrengsten van de motorrijtuigenbelasting. Daarnaast is het niet<br />

ondenkbaar dat de crisis impact heeft op de uitvoering van het in gang gezette beleid van<br />

de Provincie. De partners die bij de uitvoering van beleid betrokken zijn, kunnen wellicht<br />

moeilijker financieringsfaciliteiten aantrekken, die de uitvoering kunnen vertragen en/<strong>of</strong><br />

bemoeilijken. Daarnaast kan de toenemende onzekerheid ook leiden tot aarzeling om met<br />

de overheid gezamenlijke projecten op te starten. Door de onzekerheid over de nabije<br />

toekomst worden investeringen door ondernemingen uitgesteld <strong>of</strong> afgesteld. Banken<br />

mijden risico’s meer dan <strong>voor</strong>heen en zijn kritischer bij het verstrekken van leningen<br />

(positie private investeerders is daarbij nog een vraagpunt). Zowel de vraaguitval als de<br />

vermindering van de investeringsbereidheid leiden tot de uitstoot van arbeid. Een groot<br />

aantal Provincies heeft inmiddels een koers uitgezet, gericht op het verminderen van de<br />

conjuncturele kwetsbaarheid van de provinciale economie. Als gevolg van deze<br />

economische recessie 3 is extra overheidshandelen essentieel.<br />

2. Afroming van Rijksuitkeringen<br />

Een ander actueel thema dat het risicomanagement bij Provincies rechtvaardigt, is de<br />

mogelijke afroming van rijksuitkeringen. Het Rijk maakt zich op <strong>voor</strong> een forse besparing<br />

ten koste van de Provincies. Den Haag wacht op een rapport van zijn adviesorgaan ter<br />

zake, de Raad <strong>voor</strong> de Financiële Verhoudingen. De daadwerkelijke inkomsten van de<br />

Provincies liggen euro 600 mln tot euro 800 mln 4 boven het bedrag dat zij binnen<br />

bestaande afspraken nodig hebben <strong>voor</strong> de uitoefening van hun taken. Dit bedrag wil Den<br />

Haag afromen. Daarmee dreigen de Provincies meer dan de helft te verliezen van de<br />

uitkering die zij jaarlijks krijgen van het Rijk. Dit Provinciefonds is jaarlijks goed <strong>voor</strong> ruim<br />

euro 1,1 mrd. De twaalf Provincies krijgen samen verder euro 1,3 mrd binnen uit<br />

belastingen en half zoveel uit dividend van nutsbedrijven. Dit zijn bij elkaar de algemene<br />

middelen die Provincies <strong>voor</strong> eigen beleid mogen inzetten. Daarnaast ontvangen de<br />

Provincies nog eens ruim euro 3 mrd aan doelheffingen, EU-subsidies en specifieke<br />

uitkeringen <strong>voor</strong> taken die zij in opdracht van het Rijk uitvoeren. In tien jaar tijd zijn de<br />

algemene middelen van de Provincies verdubbeld, met name door stijging van de<br />

provinciale belastinginkomsten en dividenden. De discussie over de provinciale weelde is<br />

3 Prognose Centraal Planbureau, 17 februari 2009.<br />

4 Financieel Dagblad, 17 februari 2009.<br />

23


op scherp gezet door de verkoop van de productie- en leveringsbedrijven van hun<br />

energiebedrijven.<br />

3. Decentralisatiediscussies<br />

Het zijn roerige tijden <strong>voor</strong> de Provincies. In bestuurlijk Nederland leven vele<br />

verwachtingen, ambities, frustraties en is er zelfs gelatenheid over de Provincies. Zo<br />

speelde in 2006 de politieke discussie over de vorming van één randstadprovincie<br />

[Remkes, 2006]. Open <strong>of</strong> gesloten huishouding 5 , gemeentelijke opschaling, decentralisatie<br />

van taken met Rijk en gemeenten, discussie over de rijkdom van Provincies, enz. Tal van<br />

rapporten van commissies [Mans 6 , Oosting 7 , Lodders 8 en De Hondt 9 ] gaan in op de<br />

bestuurlijke ontwikkelingen in Nederland. Wie deze rapporten leest en op zich in laat<br />

werken, komt tot de conclusie dat de veranderingen in de komende 5-7 jaar zeer groot<br />

kunnen zijn, waarvan overheveling van taken en verantwoordelijkheden een belangrijk<br />

deel uitmaken. Flexibel in kunnen spelen op veranderingen en het tijdig beoordelen van<br />

consequenties van risico’s en kansen is daarbij van groot belang.<br />

4. Veranderde wetgeving<br />

Er zijn een aantal wetten en besluiten (besluiten bevatten regels die een uitwerking van<br />

een wet zijn) die impact hebben op het managen van risico’s bij Provincies. Door wetten<br />

en regels te stellen, worden risicovolle activiteiten van Provincie beperkt <strong>of</strong> verboden.<br />

Wet Dualisering<br />

Van de overheidsorganisaties wordt in toenemende mate gevraagd dat zij<br />

verantwoording afleggen over de vraag <strong>of</strong> zij de goede dingen (doeltreffendheid), <strong>of</strong> zij<br />

de dingen goed doen (doelmatigheid) en <strong>of</strong> zij daarbij voldoen aan wet- en regelgeving<br />

(rechtmatigheid). Dit betekent dat het, ook <strong>voor</strong> de Provincie, van groot belang is<br />

inzicht te hebben in het eigen handelen. Provinciale Staten (PS) en het College van<br />

Gedeputeerde Staten (GS) hebben ieder een eigen rol bij het verkrijgen van dit inzicht.<br />

Analoog aan de dualisering bij de gemeenten, werd daarna ook het Provinciebestuur<br />

veranderd. In maart 2003 werd de Wet Dualisering Provinciebestuur ingevoerd. De<br />

kern bij dualisering is de scheiding tussen vertegenwoordigende en bestuurlijke<br />

verantwoordelijkheden. Daarnaast schrijft de wet Dualisering Provinciebestuur dat het<br />

gevoerde beleid gecontroleerd moet worden en verplicht de Provincies daartoe een<br />

onafhankelijke rekenkamer in te voeren. De provinciale rekenkamer moet zich <strong>voor</strong>al<br />

met doelmatigheidsonderzoek bezighouden en mag alle provinciale documenten<br />

5 Een open huishouding betekent dat een Provincie alle relevante opgaven in de regio kan oppakken. Bij een gesloten<br />

huishouding, worden enkel wettelijk <strong>voor</strong>geschreven taken ingevuld.<br />

6 ‘De tijd is rijp’, commissie Mans, 10 juli 2008.<br />

7 ‘Van specifiek naar generiek’, commissie Oosting, 8 oktober 2007.<br />

8 ‘Ruimte, regie en rekenschap’, commissie Lodders, 17 maart 2008.<br />

9 ‘Vertrouwen en verantwoorden’,’ commissie D’Hondt., 4 juni 2008<br />

24


onderzoeken. De rekenkamer houdt zich bezig met onderzoek naar de doelmatigheid,<br />

doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het gevoerde bestuur.<br />

Belangrijke verandering bij de invoering van de Wet Dualisering Provinciebestuur is dat<br />

GS hun eigen bestuur dienen te controleren. Dit is vastgelegd in artikel 217a. Het<br />

betreft het reguliere onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van hun<br />

bestuur. Doelmatigheid heeft betrekking op de vraag <strong>of</strong> de uitvoering van beleid<br />

efficiënt heeft plaats gevonden, <strong>of</strong> met beschikbare middelen zoveel mogelijk resultaat<br />

geboekt is. De vraag die bij doeltreffendheidonderzoek gesteld moet worden: in<br />

hoeverre zijn de gewenste doelen en resultaten van beleid bereikt.<br />

Provinciewet.<br />

In de Provinciewet wordt het bestuur van de Provincies geregeld. Conform artikel 212<br />

van de Provinciewet stellen Provinciale Staten bij verordening de uitgangspunten <strong>voor</strong><br />

het financiële beleid, alsmede <strong>voor</strong> het financiële beheer en <strong>voor</strong> de inrichting van de<br />

financiële organisatie vast. De verordening waarborgt dat aan de eisen van<br />

rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. De wet is in 1992 herzien,<br />

houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot Provincies.<br />

Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en Provincies (BBV).<br />

De Provinciewet schrijft <strong>voor</strong> dat elke Provincie jaarlijks begrotings- en<br />

verantwoordingsstukken moet opstellen. Het Besluit begroting en verantwoording<br />

Provincies en gemeenten (BBV) bevat de regelgeving daar<strong>voor</strong>.<br />

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BzK) heeft met de<br />

introductie van het <strong>voor</strong>schrift van een weerstandsparagraaf een pioniersrol vervuld.<br />

BZK heeft geleerd van de oppervlakkige toepassing van dat <strong>voor</strong>schrift<br />

(Comptabiliteits<strong>voor</strong>schriften 1995) in de praktijk en met het nieuwe artikel 11 in het<br />

BBV 10 de benadering aangescherpt door <strong>voor</strong> te schrijven dat de beschikbare<br />

weerstandscapaciteit en het uitstaande risico, dus de benodigde weerstandscapaciteit,<br />

moet worden berekend. Volgens het BBV 11 moet de weerstandsparagraaf tenminste de<br />

volgende elementen omvatten:<br />

a) Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en<br />

mogelijkheden waarover een gemeente beschikt <strong>of</strong> kan beschikken om niet<br />

begrote kosten te dekken.<br />

b) Een inventarisatie van de risico’s, waar<strong>voor</strong> geen maatregelen zijn getr<strong>of</strong>fen en<br />

die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.<br />

c) Het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s en de realisatie<br />

daarvan.<br />

10 Besluit Begroting en verantwoording Provincies en gemeenten, 17 januari 2003.<br />

11 Besluit Begroting en verantwoording Provincies en gemeenten, 17 januari 2003, artikel 11, lid 2<br />

25


Volgens de handreiking “duale begroting” van het ministerie van Binnenlandse Zaken<br />

en Koninkrijkrelaties [BZK, 2002] zijn er <strong>voor</strong> Provincies twee methoden om met een<br />

paragraaf om te gaan:<br />

1. In de begroting worden in de paragraaf weerstandsvermogen de beleidskaders<br />

vastgesteld en vervolgens de uitvoering hiervan weergegeven;<br />

2. Vaststelling van een afzonderlijk beleidsnota <strong>voor</strong> de beleidskaders. In de paragraaf<br />

weerstandsvermogen worden de relevante ontwikkelingen, de <strong>voor</strong>tgang van de<br />

beleidsuitvoering behandeld en de vraag gesteld, <strong>of</strong> de inhoud van het beleid nog<br />

steeds van toepassing is.<br />

Het is volgens het Ministerie van BZK [2002] niet voldoende om in de paragraaf<br />

weerstandsvermogen jaarlijks de risico’s en de aanwezige capaciteit op te nemen. Het<br />

is van belang dat er ook iets met de risico’s gebeurt. Een interprovinciale benchmark<br />

van de weerstandsparagraaf [Bosman, 2008] laat zien dat de focus in genoemde<br />

paragraaf ligt op (het berekenen van) het beschrijven van financiële risico´s. Volgens<br />

Segers 12 [2008] zijn Provincies vrij om zelf invulling te geven aan de<br />

weerstandsparagraaf. Aangezien de risico’s in de risicoparagraaf niet kwantificeerbare<br />

risico’s betreffen, is het lastig om een minimumnorm <strong>voor</strong> de noodzakelijk geachte<br />

weerstandscapaciteit te bepalen.<br />

Een interprovinciale vergelijking 13 toont aan dat, vanaf de begroting <strong>voor</strong> het jaar<br />

2005, de Provincies in toenemende mate over gegaan zijn tot het in kwantitatieve<br />

grootheden afzetten van de weerstandscapaciteit tegen de gesignaleerde risico’s. Bij<br />

de begroting <strong>voor</strong> 2009 hebben alle Provincies kwantitatieve gegevens over hun<br />

risico’s vermeld, waarbij zich echter verschillen in de mate van gedetailleerd <strong>voor</strong>doen<br />

(variërend van kwantitatieve aanduidingen over vrijwel alle genoemde risico’s tot<br />

gegevens over slechts enkele risico’s; soms is alleen een totaalbedrag vermeld). Als<br />

gekeken wordt naar de mate waarin de Provincies zelf conclusies trekken over hun<br />

weerstandscapaciteit in relatie tot hun risico’s, blijkt dat alle Provincies zich uitspreken<br />

over de toereikendheid van hun weerstandsvermogen. De Provincies achten hun<br />

weerstandsvermogen toereikend <strong>of</strong> (ruim) voldoende.<br />

Het BBV geeft nergens de richting <strong>voor</strong> criteria van een nota Weerstandsvermogen.<br />

Provincies dienen de risico’s en de capaciteit zelf in kaart te brengen en te beoordelen.<br />

12 William Segers, Ho<strong>of</strong>d Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden, ministerie BZK, 24 juni 2008.<br />

13 De Provinciale Financiën 2009, een interprovinciale vergelijking. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 11<br />

mei 2009.<br />

26


Doordat de risico’s die Provincies lopen verschillen, is het niet mogelijk een algemene<br />

norm te stellen <strong>voor</strong> de omvang van de weerstandscapaciteit van een Provincie. In het<br />

BBV wordt onvoldoende uitgelegd welke informatie gepresenteerd moet worden in de<br />

paragraaf weerstandsvermogen. Dul [2007] adviseert dan ook om een aparte notitie<br />

over de paragraaf Weerstandsvermogen uit te brengen door de commissie BBV.<br />

Wet FIDO<br />

De Wet financiering decentrale overheden (FIDO) bevat instrumenten die de risico’s<br />

beperken die decentrale overheden lopen bij lenen en beleggen. De wet bevat nieuwe<br />

normen <strong>voor</strong> het beheersen van risico´s op kort- en langlopende leningen<br />

(respectievelijk de (herziene) kasgeldlimiet en de renterisiconorm). Voorts zijn de<br />

decentrale overheden verplicht een treasurystatuut op te stellen en dienen Provincies<br />

en gemeenten, door een wijziging van het Besluit comptabiliteits<strong>voor</strong>schriften 1995<br />

een treasuryparagraaf in de begroting en het jaarverslag op te nemen. Het<br />

belangrijkste uitgangspunt is het beheersen van financiële risico's. Daarom gelden er<br />

op basis van deze wet kwalitatieve rand<strong>voor</strong>waarden. Uit deze rand<strong>voor</strong>waarden komt<br />

naar voren dat bankieren (het aantrekken van gelden louter met het oogmerk om deze<br />

tegen een hoger rendement uit te zetten) verboden is. Medeoverheden moeten zich bij<br />

uitzettingen <strong>of</strong> leningen houden aan de Wet Fido. De wet FIDO is in 2000 aangescherpt<br />

naar aanleiding van de Ceteco-affaire in Zuid-Holland.<br />

Die strenge eisen die de wet Fido aan overheidsbeleggingen stelt, blijken overigens in<br />

de kredietcrisis geen garantie te hebben geboden dat uitstaand geld veilig is. De<br />

spaardeposito’s van Provincies en gemeenten bij Landsbanki en de obligaties van<br />

Lehman Brothers voldeden (net) aan de ondergrens van Fido, maar bleken niet veilig.<br />

Besluit accountantscontrole gemeenten en Provincies (BAPG).<br />

Het Besluit accountantscontrole Provincies en gemeenten (BAPG, 2004) bevat<br />

minimumeisen <strong>voor</strong> de accountantscontrole van de jaarstukken. De<br />

Provincie/gemeente kan daar bovenop eigen eisen stellen. De introductie van het<br />

dualisme is van invloed op de accountantcontrole. Sindsdien werkt de accountant<br />

nadrukkelijker in opdracht van de Staten en niet meer van het college. Zo ondersteunt<br />

hij de controlerende rol van de Staten. De accountant controleert de “getrouwheid” van<br />

de jaarstukken. Hij gaat dus na <strong>of</strong> de cijfers het juiste beeld geven.<br />

Sinds het begrotingsjaar 2004 wordt meer dan <strong>voor</strong>heen naar de “rechtmatigheid”<br />

gekeken. De accountant bekijkt <strong>of</strong> de baten en lasten en de veranderingen in de balans<br />

volgens de regels zijn verlopen, bij<strong>voor</strong>beeld <strong>of</strong> openbare werken volgens de Europese<br />

regels zijn aanbesteed. Hij toetst de (financiële) rechtmatigheid aan regels van buiten<br />

(Europa, Rijk, Provincie) en van binnen de Provincie. Afhankelijk van de uitkomst<br />

geeft de accountant een goedkeurende <strong>of</strong> een niet-goedkeurende verklaring. Ook<br />

maakt hij een rapport van bevindingen. Het BAPG bevat ook regels over wanneer de<br />

27


accountant wel <strong>of</strong> niet goedkeurt en wel <strong>of</strong> niet iets in het rapport van bevindingen<br />

opneemt. Ook hier kan de Provincie strengere regels vaststellen.<br />

5. Nederlandse code <strong>voor</strong> goed openbaar bestuur<br />

Governance richt zich op de belanghebbenden bij de organisatie, de daarmee<br />

samenhangende doelstellingen van deze organisatie, en de verantwoordelijkheid van de<br />

leiding van de organisatie om deze doelstellingen te realiseren. Er is een duidelijk<br />

onderscheid tussen corporate governance en Government Governance.<br />

Corporate governance is <strong>voor</strong>namelijk toegesneden op het bedrijfsleven: discussies<br />

betreffen de verantwoordelijkheden van de Raad van commissarissen, de Algemene<br />

vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Bestuur, de aanwezigheid van adequate<br />

interne beheersingssystemen, het afleggen van verantwoording en de rol en functie van<br />

de accountant. De kern van de theorie is dat belanghebbenden binnen en buiten de<br />

organisatie zijn gebaat bij een goede interne beheersing en een goede verantwoording<br />

daarover.<br />

Government governance is een begrip waarmee 'goed bestuur' in de publieke sector wordt<br />

aangeduid. Onder government governance wordt verstaan: ‘Het waarborgen van de<br />

onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheersen en toezicht houden van een<br />

overheidsorganisatie, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van<br />

beleidsdoelstellingen, alsmede het daarover op een open wijze communiceren en<br />

verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden’ [Directie Accountancy<br />

Rijksoverheid, 2000].<br />

Er zijn in de laatste jaren meerdere governancecodes ontwikkeld, in verschillende<br />

sectoren. Na de Nederlandse code <strong>voor</strong> corporate governance (‘code Tabaksblat’) zijn in<br />

Nederland vergelijkbare codes ontwikkeld <strong>voor</strong> onder meer de sectoren zorg, onderwijs,<br />

sociale woningbouw, cultuur, pensioenfondsen en omroepen. In juli 2009 heeft het Kabinet<br />

een nieuwe Monitoring Commissie Corporate Governance Code benoemd. De Commissie<br />

volgt de Commissie Frijns op, die in december 2008 de Code Tabaksblat heeft<br />

geactualiseerd 14 . De belangrijkste aanpassingen liggen onder meer op het gebied van<br />

risicobeheersing.<br />

Vanzelfsprekend is ook <strong>voor</strong> overheidsorganisaties een goede governance van belang. Zij<br />

moeten zich immers kunnen verantwoorden tegenover de politieke toezichthouders: de<br />

Tweede Kamer, de Provinciale Staten <strong>of</strong> de Gemeenteraad. De Directie accountancy<br />

Overheid (DAR) stelt in een handleiding Government Governance [2000] dat corporate<br />

governance heeft geleid tot visies die bruikbaar zijn in de publieke sector, maar dat het<br />

14 De Nederlandse corporate governance Code, Monitoring Commissie Corporate Governance Code, december 2008.<br />

28


algehele kader waarin deze worden gepresenteerd als zodanig niet goed bruikbaar is in de<br />

publieke sector. Er zijn immers belangrijke verschillen tussen publieke organisaties en<br />

private organisaties (zie ook paragraaf 3.6). Het betreft zowel de structuur als de<br />

processen die zich hierin afspelen.<br />

In 2008 heeft een werkgroep een code <strong>voor</strong> goed openbaar bestuur ontwikkeld. Die is<br />

bedoeld <strong>voor</strong> besturen van het rijk, Provincies, gemeenten, waterschappen en politie. Met<br />

deze code maken organisaties in het openbaar bestuur duidelijk dat zij op basis van<br />

dezelfde beginselen van goed bestuur willen handelen en optreden. In zowel de<br />

handleiding government governance als het concept van de Nederlandse code <strong>voor</strong> goed<br />

openbaar bestuur ontbreekt het aan een expliciete koppeling naar het gebruik van<br />

risicomanagement.<br />

3.7 <strong>Risicomanagement</strong> bij Provincies<br />

Hoewel de risicoagenda aantoont dat de noodzaak <strong>voor</strong> een organisatiebrede toepassing<br />

van risicomanagement bij Provincies meer dan ooit aanwezig is, toont onderzoek<br />

[Boorsma; 2006, Dul; 2007] aan dat risicomanagement nog onvoldoende verankerd is in<br />

de planning- en controlcyclus. De bevindingen worden gestaafd door<br />

PricewaterhouseCoopers. In het onderzoek naar de manier waarop risicomanagement in<br />

organisaties wordt bedreven, concludeert PwC dat met name bij de overheid een formeel<br />

risicomanagementbeleid ontbreekt. [PwC, 2005].<br />

Dat risicomanagement bij de overheid nog in de kinderschoenen, erkent ook Kruf,<br />

<strong>voor</strong>zitter van de PRIMO, Public risk management organization (2008). ‘We kijken er lang<br />

niet altijd systematisch en op het juiste niveau naar. Overheden nemen tal van besluiten<br />

zonder de risico’s <strong>voor</strong>af systematisch te calculeren. Pas bij de uitvoering komen de<br />

risico’s dan aan het licht”. Ook Deloitte constateert dat er door organisaties in het<br />

publieke domein nog weinig gebruik gemaakt wordt van risicomanagement bij het sturen<br />

en beheersen van het collegeprogramma (H<strong>of</strong>stra, 2007).<br />

Een benchmark 15 naar het beleid en de verantwoording hierover in de<br />

weerstandsparagraaf van de 12 Provincies [Bosman, 2008], toont aan dat<br />

risicomanagement veelal als sturingsinstrument achteraf wordt gehanteerd en dat de focus<br />

op financieel risicomanagement in plaats van organisatiebreed risicomanagement ligt.<br />

Daarnaast toonde de benchmark aan dat er bij Provincies weinig aandacht is <strong>voor</strong> het in<br />

kaart brengen en monitoren van de bij de risico’s behorende beheersmaatregelen. Een<br />

eenduidige manier van rapporteren over risico’s is op basis van de interprovinciale<br />

vergelijking niet te onderkennen.<br />

15 Benchmark Provinciale jaarstukken 2007, in opdracht van de Kring van Provinciesecretarissen. 11 december 2008.<br />

29


Veel overheidsorganisaties besteden weliswaar aandacht aan risicomanagement, maar dat<br />

gebeurt op versnipperde wijze <strong>of</strong> louter op basis van actuele problematiek (Van ´t Hart,<br />

2007). In vergelijking met het bedrijfsleven heeft de overheid nog een inhaalslag te<br />

maken om risicomanagement systematisch op de kaart te zetten.<br />

<strong>Risicomanagement</strong>, als onderdeel van de planning- & controlcyclus, dient een bijdrage te<br />

leveren aan het realiseren van bestuurlijk gewenste doelstellingen, beleidseffecten en<br />

prestaties van de Provincie. Hierbij is risicomanagement een methodiek <strong>voor</strong> het op<br />

systematische wijze identificeren, analyseren, evalueren, beheersen, monitoren en<br />

communiceren van de risico’s die samenhangen met een activiteit, functie <strong>of</strong> proces met<br />

als doel het verschaffen van een redelijke mate van zekerheid dat de (strategische- en<br />

operationele) doelstellingen van de organisatie zullen worden behaald.<br />

In onderstaand model is het belang van een adequate koppeling van risicomanagement in<br />

relatie tot het bereiken van doelen schematisch weergegeven. De koppeling van<br />

strategische risico´s aan de operationele beheersing in processen, is hierin leidend. Het<br />

toont aan dat risicomanagement in een organisatie plaats vindt op alle niveau’s binnen de<br />

organisatie. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat risicomanagement in ieder geval drie<br />

gebruiksniveaus heeft: (1) het provinciaal bestuur als eindverantwoordelijke om de<br />

doelstellingen te realiseren; (2) het College van Gedeputeerde Staten en de directie om de<br />

organisatie zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten en (3) de ambtelijke organisatie<br />

om interne en/<strong>of</strong> externe projecten te realiseren.<br />

Figuur 3. <strong>Risicomanagement</strong>model Provincies. (Bosman, 2007)<br />

Coalitieakkoord<br />

Doe le n<br />

PS:<br />

Welke doelen en<br />

m aatschappelijke<br />

E ffecten?<br />

GS en Directie:<br />

Hoe gaan we dit bereiken?<br />

A fdelingsho<strong>of</strong>den/<br />

Programm amanagers:<br />

Ho e voere n we dit uit?<br />

missie<br />

wettelijk<br />

kader<br />

Program ma<br />

begroting<br />

Productenram ing<br />

jjjjj<br />

Procesbeschrijvingen<br />

Organisatievisie<br />

Risico’s<br />

Strategische risico’s<br />

T actische risico’s<br />

O perationele risico’s<br />

30


Bovenstaand figuur schetst het belang van de organisatiebrede benadering van<br />

risicomanagement bij Provincies. Organisatiebreed risicomanagement gaat uit van een<br />

benadering waarbij het management op basis van haar bijdragen aan de realisatie van de<br />

organisatiedoelstellingen wordt geïntegreerd en gecoördineerd over de gehele organisatie<br />

[Van Moorsel, 2003]. Vaak ontbreekt het overigens aan een duidelijk beeld over de<br />

toegevoegde waarde van risicomanagement, zowel op het bestuurlijke niveau als op<br />

operationeel niveau [Marle en Haisma, 2008]. Van Doorn benoemt als belangrijke risico’s<br />

<strong>voor</strong> de overheid: “[…] risico’s die de doelen bedreigen en de urgente risico’s die <strong>voor</strong> de<br />

meerjarige agenda belangrijk zijn.” [2006]. Doorvertaald in een sturingsmechanisme duidt<br />

Van Doorn het belang van een adequaat sturingsmechanisme: “[…] dat overwegend<br />

betrekking heeft op het niveau houden en verbeteren van de processen en de organisatie”.<br />

Als de verschillende lagen in een organisatie onvoldoende beseffen waarom aan<br />

risicomanagement wordt gedaan en wat dit kan bijdragen aan hun functioneren, zal men<br />

ook geen risicobewuste cultuur gaan uitdragen.<br />

Bij het implementeren van risicomanagement moet men de toegevoegde waarde ervan<br />

<strong>voor</strong> de verschillende niveaus in de organisatie <strong>voor</strong> ogen hebben. Pas als er een<br />

duidelijke relatie zichtbaar is tussen eigen prestaties en risicomanagement, zal de<br />

organisatie gaan bewegen. De toegevoegde waarde hangt nauw samen met belangen,<br />

afgeleid van taken en verantwoordelijkheden die men heeft in een organisatie.<br />

Met het toenemende belang van –en daardoor belangstelling <strong>voor</strong>– risicomanagement bij<br />

de Provincies, neemt ook de behoefte toe aan een conceptueel raamwerk daar<strong>voor</strong>. Een<br />

falende risicobeheersing kan immers van directe invloed zijn op het belang dat de<br />

stakeholder hecht aan deze overheidsdienst. Daarmee komt de legitimiteit van de<br />

Provincie in het geding.<br />

Het lijkt erop dat met het opstellen van een internationale standaard <strong>voor</strong> een raamwerk<br />

<strong>voor</strong> het organisatiebreed managen van risico’s (ISO 31000) een belangrijke stap is<br />

gemaakt naar deze gewenste koppeling tussen doelstellingen en processen, zoals in figuur<br />

3 is weergegeven. ISO 31000 tracht een complete beschrijving te geven van de<br />

verschillende zaken die relevant zijn <strong>voor</strong> risicomanagement. Daarbij wordt niet alleen<br />

ingezoomd op het risicomanagementproces, maar ook op de context ervan, waarin<br />

mandaten worden afgegeven door opdrachtgevers en waarbij stakeholders nadrukkelijk<br />

worden betrokken bij het proces.<br />

31


3.8 Operationaliseren van begrippen<br />

De aandacht <strong>voor</strong> het vakgebied risicomanagement staat recent volop in de belangstelling,<br />

zowel in pr<strong>of</strong>it als non-pr<strong>of</strong>it organisaties. Naast de te doorlopen stappen in het<br />

risicomanagementproces, blijkt uit de verschillende definities van risico en<br />

risicomanagement dat met name cultuur- en structuuraspecten belangrijk zijn als kritische<br />

succesfactor <strong>voor</strong> een succesvolle toepassing van risicomanagement. Als kritische<br />

succesfactor dienen:<br />

1. Positionering van risicomanagement binnen de organisatie<br />

2. Draagvlak van management en bestuur<br />

3. Borgen van risicomanagement in proces<br />

4. Aansluiting bij de doelstellingen van de organisatie<br />

Er is een grote verscheidenheid aan werkwijzen en gehanteerde raamwerken <strong>voor</strong><br />

risicomanagement, waarbij veelal de beheersing van financiële risico´s ten behoeve van<br />

de controlerende (externe) accountant centraal staat.<br />

Met betrekking tot Provincies, blijkt uit literatuuronderzoek dat ISO-31000 een geschikt<br />

kan zijn om risicomanagement toe te passen. Het sluit aan bij de complexe<br />

besluitvormingsprocessen van de Provinciale overheid en de sterk veranderende externe<br />

context waarin de Provincies zich bevinden.<br />

Los van het te hanteren instrument, dient te worden beoordeeld in welke mate Provincies<br />

invulling geven aan de positionering van risicomanagement binnen de organisatie<br />

(structuur) en (het verbeteren van) het draagvlak <strong>voor</strong> risicomanagement bij het<br />

management (cultuur).<br />

Op basis van de kritische succesfactoren <strong>voor</strong> risicomanagement , de uitgangspunten <strong>voor</strong><br />

toepassing van ISO-31000 en de specifieke politiek-bestuurlijke context van Provincies,<br />

kunnen de volgende criteria <strong>voor</strong> een succesvol risicomanagement bij Provincies worden<br />

benoemd:<br />

1. Verantwoordelijkheden zijn belegd op strategisch, tactisch en operationeel niveau<br />

2. Er is sprake van een organisatiebreed risicobewustzijn, op zowel strategisch,<br />

tactisch en operationeel niveau<br />

3. <strong>Risicomanagement</strong> maakt onderdeel uit van (besluitvorming)processen<br />

4. <strong>Risicomanagement</strong> sluit aan bij de doelstellingen van de provinciale organisatie<br />

32


Om te komen van de begrippen, zoals gehanteerd in het literatuuronderzoek, naar<br />

toetsbare begrippen in het empirisch onderzoek, worden hieronder de belangrijkste<br />

begrippen geoperationaliseerd<br />

<strong>Risicomanagement</strong><br />

<strong>Risicomanagement</strong> omvat de gecoördineerde activiteiten, gekoppeld aan een effectief<br />

management van gebeurtenissen en de effecten daarvan op de doelstellingen van de<br />

organisatie. Hiermee worden bedoeld de regels en procedures (activiteiten) waarmee het<br />

dagelijkse functioneren van de organisatie gestuurd wordt.<br />

Risico.<br />

De onzekerheid dat een gebeurtenis zich <strong>voor</strong>doet waarbij zowel positieve als negatieve<br />

effecten kunnen optreden, die van invloed zijn op het doelbereik.<br />

<strong>Raamwerk</strong><br />

Het is het kader dat er<strong>voor</strong> moet zorgen dat risicomanagementprocessen zijn ingebed in<br />

de managementstructuur en besluitvormingsprocessen van de organisatie en dat ze<br />

worden aangestuurd vanuit een duidelijke visie en beleid op de functie van<br />

risicomanagement <strong>voor</strong> de organisatie.<br />

Processen<br />

<strong>Risicomanagement</strong> krijgt gestalte door uitvoering van het risicomanagementproces. In het<br />

hart van het proces zitten de stappen van het identificeren, analyseren en evalueren van<br />

risico’s verbonden aan een proces, project <strong>of</strong> organisatie. De processen vormen het hart<br />

van een organisatie. Hiermee wordt bedoeld de aaneenschakeling van activiteiten in een<br />

bedoelde volgorde en met een beoogd resultaat.<br />

Voor een uitgebreide opzet en verantwoording van het methodologisch onderzoek wordt<br />

verwezen naar ho<strong>of</strong>dstuk 4.<br />

33


4 METHODOLOGIE<br />

In dit ho<strong>of</strong>dstuk wordt de opzet en<br />

verantwoording van het empirisch<br />

onderzoek afgebakend. In<br />

paragraaf 4.1 wordt stilgestaan bij<br />

het <strong>voor</strong>onderzoek, de<br />

geraadpleegde bestaande bronnen<br />

en experts (4.2 en 4.3).<br />

In paragraaf 4.4 worden de<br />

begrippen uit het literatuuronderzoek<br />

geoperationaliseerd, die<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 1<br />

Inleiding<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 2<br />

Opdracht en<br />

onderzoek<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 3<br />

Literatuuronderzoek<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 4<br />

Methodologie<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 5<br />

Onderzoeksresultaten<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 6<br />

Conclusies<br />

in de enquêtes en de interviews worden gehanteerd. Daarnaast worden respectievelijk de<br />

dataverzameling, de dataverwerking en de methoden van dataverzameling toegelicht<br />

(4.5/4.6/4,7).<br />

4.1 Vooronderzoek<br />

Om een goed inzicht te verkrijgen van het vakgebied risicomanagement, is als eerste stap<br />

in het onderzoek verschillende soorten literatuur op dit gebied geraadpleegd. Om aan te<br />

kunnen geven wat risicomanagement inhoudt, kan aangesloten worden bij de grote<br />

hoeveelheid aan (vak)literatuur op dit gebied. Daarnaast is er literatuur afkomstig uit de<br />

praktijk, bestaat uit rapporten en artikelen van organisaties die zich bezighouden met<br />

risicomanagement zoals bij<strong>voor</strong>beeld PricewaterhouseCoopers, Deloitte, Ernst & Young,<br />

het Nederlands Adviesbureau <strong>voor</strong> <strong>Risicomanagement</strong> (NAR), het Nederlands<br />

Normalisatie-instituut (NEN), en trainingen/presentaties/handreikingen/syllabi op het<br />

gebied van risicomanagement <strong>voor</strong> overheden. Ten aanzien van het openbaar bestuur zijn<br />

onder meer recente publicaties op het gebied van decentralisatiediscussies en Government<br />

Governance beoordeeld, alsmede publicaties van de Wetenschappelijke raad <strong>voor</strong> het<br />

Regeringsbeleid.<br />

Op basis van de bestudeerde theorieën en modellen, zijn in het <strong>voor</strong>onderzoek vervolgens<br />

interviews afgenomen met deskundigen om de eerste bevindingen te toetsen. De keuze<br />

<strong>voor</strong> deze deskundigen is gebaseerd op hun ervaring op het gebied van risicomanagement<br />

binnen de publieke sector en binnen lokale overheden in het bijzonder.<br />

Als deskundigen zijn in het <strong>voor</strong>onderzoek geïnterviewd:<br />

• Dick Hortensius, senior standardization consultant managementsystemen van het<br />

Nederlands Normalisatie-instituut NEN. Dick Hortensius verzorgt het secretariaat<br />

van de normcommissie ISO 31000 en vertegenwoordigt Nederland in de<br />

internationale werkgroep.<br />

• William Segers, Ho<strong>of</strong>d Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden en<br />

<strong>voor</strong>zitter Kenniskring Weerstandsvermogen en <strong>Risicomanagement</strong>; Ministerie<br />

Binnenlandse zaken en Koninkrijkszaken (BzK).<br />

35


• Maurice Thijssen, directeur Binnenlands Bestuur PricewaterhouseCoopers. PwC heeft<br />

ondersteunt bij het totstandkomen van het COSO-framework. Daarnaast is PwC de<br />

huisaccountant van het merendeel van de Provincies (8).<br />

• Robert ’t Hart. Directeur van het Nederlands adviesbureau <strong>voor</strong> <strong>Risicomanagement</strong>.<br />

Daarnaast hebben genoemde personen op verschillende momenten conceptversies van het<br />

onderzoeksrapport gereviewed.<br />

Overigens dient vermeld dat gedurende het <strong>voor</strong>onderzoek de interesse <strong>voor</strong> de aanpak en<br />

de uitkomsten van het onderzoek groot is gebleken. Dat heeft geleid tot verschillende<br />

presentaties van de aanpak en aanleiding in onder meer de Kenniskring <strong>voor</strong><br />

<strong>Risicomanagement</strong>, onder coördinatie van het Ministerie van BzK. Daarnaast is ook tijdens<br />

3 landelijk georganiseerde congressen/seminars een presentatie gehouden over<br />

<strong>Risicomanagement</strong> in relatie tot de nieuwe ISO-norm. Eind 2008 is in een publicatie in het<br />

tijdschrift Politiek Management stilgestaan bij het <strong>voor</strong>liggende onderzoek (zie bijlage 4).<br />

Daarnaast is er door verschillende instanties interesse <strong>voor</strong> publicatie van de uitkomsten<br />

getoond.<br />

4.2 Te raadplegen bestaande bronnen<br />

Reeds beschikbaar is secundaire data, informatie verzameld <strong>voor</strong> een ander doel, maar<br />

bruikbaar als data <strong>voor</strong> het onderzoek dat <strong>voor</strong>ligt. Het betreft data, verzameld op basis<br />

van eerder verricht (literatuur)onderzoek dat ik heb gedaan bij de Provincie Limburg in het<br />

kader van de MBA-opleiding, danwel op basis van interne projecten/opdrachten bij de<br />

Provincie Limburg:<br />

1. Beschrijving en analyse van de werking van een Provinciale organisatie (rolverdeling<br />

Provinciale Staten, gedeputeerde Staten en ambtelijke organisatie).<br />

2. Uitkomsten van de organisatiescan <strong>voor</strong> bestuurlijke planning en control. (Ontwikkeld<br />

door o.a. het ministerie van BZK en de VNG, gestoeld op het INK-model).<br />

36


Figuur 4. INK model<br />

Interne<br />

beheersing<br />

Maatschappelijke<br />

effecten<br />

Producten<br />

Input<br />

Interne bedrijfsvoering met<br />

externe effecten<br />

Fase Fase 1 1 Input Input<br />

Sturing Adequate op<br />

activiteiten structuur en<br />

besturing<br />

Reactief<br />

Fase Fase 2 2 Proces Proces<br />

Ontwikkeling<br />

Ontwikkeling<br />

planning<br />

planning<br />

&<br />

controlcyclus<br />

controlcyclus<br />

Externe dienstverlening met<br />

interne effecten<br />

Fase<br />

Fase<br />

5<br />

5<br />

Omgeving<br />

Omgeving<br />

Realiseren<br />

Realiseren<br />

omgevingsomgevingsgerichte<br />

Fase<br />

Fase<br />

4<br />

4<br />

Klant gerichte<br />

sturing<br />

sturing<br />

Klant<br />

Sturen<br />

Sturen<br />

op<br />

op<br />

kwaliteit<br />

kwaliteit<br />

en<br />

en<br />

cultuur<br />

Fase<br />

Fase<br />

3<br />

3<br />

Product cultuur<br />

Product<br />

Product-,<br />

Product-,<br />

outputoutputen<br />

en<br />

prestatiesturing<br />

prestatiesturing<br />

Proactief<br />

Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties<br />

Ontwikkelvermogen<br />

Externe<br />

oriëntatie<br />

Het geeft een beschrijving op een aantal verschillende planning & controldimensies<br />

waarbij een onderverdeling in een vijftal ontwikkelingsfasen is te maken. De fasen<br />

variëren naar de mate van interne beheersing (van beheersing van activiteiten naar<br />

sturing op maatschappelijke effecten) en de mate van externe oriëntatie (van<br />

reactief naar pro-actief). Met behulp van dit model is onder meer de strategische<br />

positie- en ambitiebepaling van de provinciale managementcontrol van de Provincie<br />

Limburg vastgesteld.<br />

3. Benchmarkgegevens paragraaf weerstandsvermogen. Op verzoek van de kring van<br />

Provinciesecretarissen 16 , ben ik in juni 2008 gestart met een interprovinciale<br />

vergelijking van alle Jaarstukken. Als onderdeel van deze vergelijking is de<br />

paragraaf Weerstandsvermogen beoordeeld. De uitkomsten van dit onderzoek heb ik<br />

in december 2008 gepresenteerd aan de kring van Provinciesecretarissen. De<br />

uitkomsten zijn meegenomen in <strong>voor</strong>liggend onderzoek.<br />

4. Interne documenten Provincie Limburg:<br />

Organisatievisie 2015. (november 2008)<br />

‘Sturen met managementinformatie’, de verbinding tussen coalitieakkoord en<br />

outcome, december 2006.<br />

Coalitieakkoord 2007-2011: “Investeren en Verbinden’, mei 2007.<br />

Verslagen project ‘Procesmanagement’ (2006-2008). Deze verslagen geven<br />

inzicht in de samenhang en <strong>voor</strong>tgang van 12 prioritaire projecten, die de<br />

strategische alertheid moeten vergroten en die de organisatie gereed maken <strong>voor</strong><br />

de uitvoering van het coalitieakkoord 2007-2011.<br />

5. Benchmarkgegevens<br />

Aanpak risicomanagement andere Provincies/gemeenten<br />

16 Kring van Provinciesecretarissen, december 2007<br />

37


Weerstandsvermogen en risicomanagement gemeente Venlo; Onderzoek en<br />

aanbevelingen, 2006.<br />

Kenniskring <strong>Risicomanagement</strong> en Weerstandsvermogen (ministerie van BZK) ,<br />

verslagen 2007-2009<br />

Congres <strong>Risicomanagement</strong>; 21 april 2008, Ministerie van BZK, Rotterdam<br />

Seminar <strong>Risicomanagement</strong>; 12 september 2008, Provincie Limburg, Maastricht.<br />

Jaarcongres Primo,<br />

Intervisiebijeenkomst <strong>Risicomanagement</strong> Provincies, 2 juli 2009<br />

6. Onderzoeksrapporten derden<br />

Rapport van onderzoek naar Provinciale bestuurskracht.<br />

Interimcontrole 2008, PricewaterhouseCoopers (PwC) 17<br />

Rapport van bevindingen 2007/2008 (PwC)<br />

Rapport van de Zuidelijke Rekenkamer (onderzoek naar de jaarstukken 2007) 18<br />

Voor een volledig overzicht van de geraadpleegde bronnen wordt verwezen naar de<br />

literatuurlijst.<br />

4.3 Te raadplegen expert<br />

Voor dit onderzoek dient Robert ’t Hart (directeur van het Nederlands adviesbureau <strong>voor</strong><br />

risicomanagement) als sparringpartner/sponsor. Hij beschikt over een uitgebreide kennis<br />

en ervaring op het gebied van het toepassen van risicomanagement bij zowel pr<strong>of</strong>it als<br />

not-for-pr<strong>of</strong>it organisaties en heeft rond dit vakgebied een groot netwerk opgebouwd.<br />

Robert is als externe adviseur nauw betrokken geweest bij de implementatie van<br />

risicomanagement bij de Provincie Limburg. Hij maakt tevens onderdeel uit van de<br />

Nederlandse normcommissie, die de ontwerpteksten <strong>voor</strong> de risicomanagementrichtlijn<br />

ISO 31000 beoordeelt.<br />

4.4 Operationalisatie van begrippen<br />

Voor de beoordeling van de kritische succesfactoren <strong>voor</strong> de toepassing van ISO 31000 bij<br />

Provincies, is gebruik gemaakt van enquêtes en het houden van interviews. In de enquête<br />

zijn vragen opgenomen over de wijze waarop Provincies invulling geven aan de drie<br />

onderdelen van de ISO 31000-norm;<br />

1. Principes <strong>voor</strong> risicomanagement<br />

2. <strong>Raamwerk</strong> <strong>voor</strong> risicomanagement<br />

3. <strong>Risicomanagement</strong>-proces.<br />

Om te komen van de begrippen, zoals gehanteerd in het literatuuronderzoek, naar<br />

toetsbare begrippen in het empirisch onderzoek, zijn in paragraaf 3.8 de belangrijkste<br />

17<br />

De accountant van de Provincie Limburg (PWC) voert ieder jaar een interimcontrole uit, ter <strong>voor</strong>bereiding op de controle van de<br />

jaarrekening. De aanbevelingen worden benoemd in een managementletter, die wordt <strong>voor</strong>gelegd aan de Directie.<br />

18 De Zuidelijke Rekenkamer is in 2004 opgericht door de Provincies Noord-Brabant en Limburg en draagt bij aan de<br />

transparantie van het intern functioneren van de provinciale organisatie en het extern presteren van de provinciale overheid.<br />

In 2006 heeft de Rekenkamer een onderzoek uitgevoerd naar de rolverdeling tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde<br />

Staten inzake de sturing en beheersing van apparaatskosten.<br />

38


egrippen reeds geoperationaliseerd. Hieronder worden de belangrijkste begrippen nader<br />

bepaald.<br />

<strong>Risicomanagement</strong><br />

Op basis van de literatuurstudie van risicomanagement en de theorie van openbaar<br />

bestuur, komt samengevat naar voren welke criteria <strong>voor</strong> risicomanagement bij Provincies<br />

worden gehanteerd. Hierin zijn enkele dimensies (onderstreept) opgenomen.<br />

Als Provincies risicomanagement willen toepassen, dan dienen :<br />

Ze naast een koppeling aan doelstellingen, ook zorg te dragen <strong>voor</strong> een proces,<br />

waarbij risicobewustzijn wordt gedeeld (cultuur). Het succesvol toepassen van<br />

risicomanagement bij Provincies vereist dat, naast een geschikt raamwerk, er<br />

duidelijkheid is over de uitgangspunten van het gebruik van risicomanagement.<br />

Daarnaast moet ook helder zijn op welke niveau’s de verantwoordelijkheid <strong>voor</strong><br />

risicomanagement binnen de provinciale organisatie is belegd.<br />

Op grond van bovengenoemde nadere bepaling, zijn deze dimensies vertaald naar<br />

onderwerpen en is aangegeven wat er, wat betreft deze dimensies geacht wordt aanwezig<br />

te zijn (begrip zoals bepaald <strong>voor</strong> dit onderzoek):<br />

Doelstellingen<br />

Doelstellingen, zoals opgenomen in de programmabegroting van de Provincie, als<br />

doorvertaling van het coalitieakkoord, zoals dat <strong>voor</strong> 4 jaar is opgesteld en vastgesteld<br />

door Provinciale Staten.<br />

Proces<br />

De uitvoering van het risicomanagementproces omvat de stappen van het identificeren,<br />

analyseren en evalueren van risico’s verbonden aan een proces <strong>of</strong> project. De processen<br />

vormen het hart van een organisatie. Hiermee wordt bedoeld de aaneenschakeling van<br />

activiteiten in een bedoelde volgorde en met een beoogd resultaat. De Provincies dienen<br />

dan ook te beschikken over een systematiek van risicoidentificatie, risicobeoordeling en<br />

monitoring.<br />

<strong>Risicomanagement</strong><br />

<strong>Risicomanagement</strong> omvat de gecoördineerde activiteiten, gekoppeld aan een effectief<br />

management van gebeurtenissen en de effecten daarvan op de doelstellingen van de<br />

organisatie. Hiermee worden bedoeld de regels en procedures (activiteiten) waarmee het<br />

dagelijkse functioneren van de organisatie gestuurd wordt.<br />

39


<strong>Raamwerk</strong><br />

Het is het kader dat er<strong>voor</strong> moet zorgen dat risicomanagementprocessen zijn ingebed in<br />

de managementstructuur en besluitvormingsprocessen van de organisatie en dat ze<br />

worden aangestuurd vanuit een duidelijke visie en beleid op de functie van<br />

risicomanagement <strong>voor</strong> de organisatie.<br />

Uitgangspunten<br />

Op basis van de kritische succesfactoren <strong>voor</strong> risicomanagement (paragraaf 3.8) en de<br />

specifieke politiek-bestuurlijke context van Provincies (3.6), kunnen de volgende criteria<br />

<strong>voor</strong> een succesvol risicomanagement bij Provincies worden benoemd:<br />

1) Verantwoordelijkheden dienen te zijn belegd op strategisch, tactisch en operationeel<br />

niveau. Positionering van risicomanagement is rand<strong>voor</strong>waardelijk <strong>voor</strong> het creëren<br />

van draagvlak. Op strategisch niveau bij zowel Bestuur, directie als overig<br />

management. Op tactisch niveau bij projectleiding en operationeel bij medewerkers,<br />

procesbewaking.<br />

2) Risicobewustzijn van verschillende risicogebieden wordt actief gedeeld op strategisch,<br />

tactisch en operationeel niveau. Het stimuleert het organisatiebrede risicobewustzijn<br />

binnen de Provincie.<br />

3) <strong>Risicomanagement</strong> maakt onderdeel uit van (besluitvormings) processen. Doorvertaald<br />

in een sturingsmechanisme is het van belang dat risicomanagement als een adequaat<br />

sturingsmechanisme dient dat betrekking heeft op het niveau houden en verbeteren<br />

van de processen en de organisatie.<br />

4) <strong>Risicomanagement</strong> sluit aan bij de doelstellingen van de provinciale organisatie. Op<br />

bestuurlijk als operationeel niveau zijn de belangrijkste risico’s <strong>voor</strong> de overheid<br />

risico’s die de doelen bedreigen en de urgente risico’s die <strong>voor</strong> de meerjarige agenda<br />

belangrijk zijn.<br />

Verantwoordelijkheid<br />

Voor een succesvol risicomanagement is het van belang dat rollen, taken en<br />

verantwoordelijkheden met betrekking tot risicomanagement duidelijk zijn benoemd. Met<br />

het juist vastleggen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden ten aanzien van<br />

risicomanagement, kan het mandaat en de positionering worden geregeld.<br />

Hieronder is de uiteindelijke operationalisering opgenomen in de vorm van vragen die in<br />

de interviews gesteld zijn. De vragenlijsten zijn uitgezet op 17 april 2009. De<br />

geënquêteerden zijn zorgvuldig geselecteerd op hun directe betrokkenheid met het<br />

vakgebied risicomanagement bij de betreffende Provincie. De personen zijn <strong>voor</strong>af<br />

40


telefonisch benaderd met het verzoek tot deelname aan het onderzoek. Alle Provincies<br />

hebben de vragenlijst ingevuld, de laatste is ontvangen op 26 mei 2009.<br />

Uitgangspunt 1. Positionering. Vraag 1,2,3,4,5,6,12,13,15,16,17,18,19,20,21,31<br />

Uitgangspunt 2. Actief delen risicomanagement. 8, 9,10,11,14,22,24,33,34,35<br />

Uitgangspunt 3. Proces. 23,25,27,28,29,30,32,35,36<br />

Uitgangspunt 4. Doelstellingen. 26<br />

Daarna zijn in een intervisiebijeenkomst met vier betrokken functionarissen nog eens de<br />

eerste resultaten besproken (2 juli 2009). Vervolgens is er bij twee Provincies een<br />

interview gehouden, waarin met name de focus is gelegd op de eerste twee<br />

uitgangspunten.<br />

4.5 Dataverzameling<br />

Populatie vragenlijst<br />

Voor het verzamelen van data zijn alle Provincies benaderd. De geënquêteerden zijn<br />

zorgvuldig geselecteerd op hun directe betrokkenheid met het vakgebied<br />

risicomanagement bij de betreffende Provincie. Het betreft dus een afgebakende<br />

populatie. De personen zijn <strong>voor</strong>af telefonisch benaderd met het verzoek tot deelname aan<br />

het onderzoek. Alle provincies hebben deelgenomen aan het onderzoek.<br />

Populatie diepte-interviews<br />

Op basis van de resultaten van de ingevulde vragenlijsten is nog bij twee Provincies een<br />

diepte-interview gehouden. De keuze <strong>voor</strong> de Provincies is gebaseerd op de ervaringen ten<br />

aanzien positionering van risicomanagement en het actief delen van risicomanagement.<br />

De interviews dienden dan ook als toets van de algemene bevindingen en zijn afgenomen<br />

bij functionarissen, waarbij risicomanagement als verantwoordelijkheid is ondergebracht.<br />

Het betreft niet dezelfde personen, die de vragenlijst van de betreffende provincie hebben<br />

ingevuld.<br />

4.6 Dataverwerking<br />

Bij de in de vragenlijsten gebruikte variabelen is er geen sprake van een bepaalde<br />

meeteenheid. Het zijn met andere woorden variabelen op nominaal meetniveau, er<br />

kunnen immers geen berekeningen op worden uitgevoerd.<br />

Met behulp van rechte tellingen is inzichtelijk gemaakt hoeveel antwoorden de<br />

verschillende Provincies in elke antwoordcategorie hebben gegeven.<br />

41


4.7 Kwaliteit van dataverzamelingmethoden<br />

In dit onderzoek is gestreefd naar betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid van de<br />

onderzoeksgegevens.<br />

Betrouwbaarheid<br />

De betrouwbaarheid van empirisch onderzoek betreft de consistentie en de<br />

repliceerbaarheid van de methoden, de omstandigheden en de resultaten van dat<br />

onderzoek. De maatregel die is genomen om de betrouwbaarheid van de gegevens te<br />

bevorderen is de toepassing van verschillende onderzoeksmethoden. In dit onderzoek is<br />

gebruik gemaakt van bestaande (benchmark)onderzoeken, documenten van de 12<br />

Provincies, interviewtechnieken en vragenlijsten.<br />

Validiteit<br />

Naast betrouwbaarheid is ook de validiteit van het onderzoek van wezenlijk belang. Met<br />

validiteit wordt bedoeld <strong>of</strong> we wel meten wat we in feite wensen te meten. Bij het<br />

<strong>voor</strong>liggende onderzoek is de validiteit geborgd door het zorgvuldig bepalen van de<br />

populatie van de respondenten van de vragenlijsten (zie ook paragraaf 4.5). Daarnaast is<br />

met name de operationalisatie van begrippen (paragraaf 4.4) zoals gehanteerd in het<br />

literatuuronderzoek, naar toetsbare begrippen in het empirisch onderzoek van belang <strong>voor</strong><br />

een valide onderzoek.<br />

Bruikbaarheid.<br />

Bij het <strong>voor</strong>liggende praktijkgerichte onderzoek is gestreefd naar bruikbaarheid van de<br />

gegevens. Met de toegepaste kennis en de resultaten van het onderzoek wordt immers<br />

beoogd om een bijdrage te leveren aan de passende toepassing <strong>voor</strong> risicomanagement bij<br />

Provincies.<br />

42


5 RESULTATEN<br />

In dit ho<strong>of</strong>dstuk worden de<br />

uitkomsten gepresenteerd van het<br />

onderzoek, uitgevoerd door<br />

middel van vragenlijsten bij<br />

Provincies en gehouden<br />

interviews.<br />

5.1 Inleiding<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 1<br />

Inleiding<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 2<br />

Opdracht en<br />

onderzoek<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 3<br />

Literatuuronderzoek<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 4<br />

Methodologie<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 5<br />

Onderzoeksresultaten<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 6<br />

Conclusies<br />

Omdat alleen een overzicht van de bevindingen uit het literatuuronderzoek (ho<strong>of</strong>dstuk 3)<br />

nog geen garantie biedt <strong>voor</strong> de bruikbaarheid ervan, is op verschillende wijzen aan de<br />

hand van de praktijk, beoordeeld in hoeverre de uit de literatuur blijkende kritische<br />

succesfactoren ook daadwerkelijk toepasbaar kunnen zijn <strong>voor</strong> risicomanagement bij de<br />

Provinciale overheid.<br />

Voor het beoordelen van de kritische succesfactoren <strong>voor</strong> de toepassing van ISO-31000 bij<br />

Provincies, is gebruik gemaakt van enquêtes en interviews. Om inzicht te krijgen in de<br />

wijze waarop de beoordelingscriteria bruikbaar zijn, is aan contactpersonen bij de 12<br />

Provincies digitaal een vragenlijst afgenomen en is bij 2 provincies een diepte interview<br />

gehouden (zie ook paragraaf 4.5 dataverzameling).<br />

Bij de operationalisering van de vragen is rekening gehouden met de specifieke criteria<br />

<strong>voor</strong> een succesvol risicomanagement bij Provincies:<br />

1. Verantwoordelijkheden zijn belegd op strategisch, tactisch en operationeel niveau<br />

2. Er is sprake van een organisatiebreed risicobewustzijn, op zowel strategisch,<br />

tactisch en operationeel niveau<br />

3. <strong>Risicomanagement</strong> maakt onderdeel uit van (besluitvorming)processen<br />

4. <strong>Risicomanagement</strong> sluit aan bij de doelstellingen van de provinciale organisatie<br />

In de enquête zijn vragen opgenomen over de wijze waarop Provincies invulling geven aan<br />

de drie onderdelen van de ISO 31000-norm;<br />

1. Uitgangspunten <strong>voor</strong> risicomanagement;<br />

2. <strong>Raamwerk</strong> <strong>voor</strong> risicomanagement;<br />

3. <strong>Risicomanagement</strong>-proces.<br />

De uitkomsten worden per onderdeel uitgewerkt.<br />

43


5.2 Uitgangspunten risicomanagement<br />

Bij de beoordeling van de uitgangspunten van risicomanagement is stilgestaan bij het<br />

gevoerde risicomanagementbeleid, de invloed van recente ontwikkelingen, de gehanteerde<br />

definities en de gehanteerde risicomanagement-standaard.<br />

<strong>Risicomanagement</strong>beleid<br />

Om een uniforme werkwijze in de organisatie te bevorderen is het van belang dat de<br />

Provincie een beleid vaststelt ten aanzien van risicomanagement. In dit onderzoek is<br />

gevraagd in hoeverre Provincies een formeel risicomanagementbeleid hebben vastgesteld.<br />

De belangrijkste resultaten:<br />

Bij 3 Provincies is (nog) geen risicomanagementbeleid vastgesteld.<br />

Bij 9 Provincies zijn de uitgangspunten van risicomanagement formeel vastgelegd<br />

in risicomanagementbeleid en vervolgens vastgesteld door Provinciale Staten; het<br />

beleidsbepalende en bestuurlijke orgaan van de Provincie.<br />

Bij 6 Provincies is het risicomanagementbeleid recent vastgesteld (in 2007 <strong>of</strong> later).<br />

Daar waar risicomanagementbeleid in 2006 <strong>of</strong> eerder is vastgesteld, is door de<br />

respondenten aangegeven dat er op korte termijn bijstelling van dit beleid plaats<br />

vindt (bij 4 Provincies binnen een half jaar).<br />

Gevraagd is aan de Provincies welke aspecten aanleiding zijn geweest om<br />

risicomanagementbeleid op te stellen. De uitkomsten zijn in onderstaande tabel<br />

gepresenteerd.<br />

Tabel 2 Aanleiding opstellen van risicomanagementbeleid<br />

Aanleiding <strong>voor</strong> opstellen van risicomanagementbeleid (N=9) Aantal Provincies<br />

Externe factoren<br />

Public Governance 5<br />

Decentralisatie-afromingdiscussies 0<br />

Economische crisis 1<br />

Verscherpte wet- en regelgeving 2<br />

Verzoek Provinciale staten 1<br />

Onderzoek rekenkamer 1<br />

Bevinding accountant 5<br />

Interne factoren<br />

Interne veranderingen/reorganisatie 2<br />

Een incident 1<br />

Verbeteren versnipperde aanpak 6<br />

Verzoek college GS 0<br />

De aanleiding <strong>voor</strong> het opstellen van risicomanagementbeleid bij Provincies wordt<br />

ingegeven in het geval van externe factoren door bevindingen van de accountant en in<br />

mindere mate door recente decentralisatie- cq afromingsdiscussies tussen Rijk en<br />

Provincies. Daarnaast is het verbeteren van de inzicht in de bestaande versnipperde<br />

44


isicoaanpak de belangrijkste interne aanleiding <strong>voor</strong> het opstellen van<br />

risicomanagementbeleid. De behoefte van deze Provincies om de versnipperde aanpak te<br />

structureren is een belangrijke stap tot een meer integrale benadering van<br />

risicomanagement bij Provincies.<br />

De respondenten is gevraagd welke onderdelen uitmaken van het<br />

risicomanagementbeleid.<br />

Tabel 3 Onderdelen van risicomanagementbeleid<br />

Onderdelen van risicomanagementbeleid (N=9) Aantal Provincies<br />

Doelstelling 8<br />

Aanleiding 4<br />

Scope 5<br />

Aanpak 6<br />

Tijdspad implementatie 0<br />

Relatie organisatiestrategie 1<br />

Rand<strong>voor</strong>waarden 3<br />

Rollen/verantwoordelijkheden 6<br />

Gehanteerde risicotolerantie 5<br />

Omdat richtlijnen ontbreken, wordt het risicomanagementbeleid door Provincies<br />

verschillend ingevuld. Opvallend is dat, van de 9 Provincies met een vastgesteld<br />

risicomanagementbeleid, 3 Provincies geen rollen en verantwoordelijkheden hebben<br />

beschreven in het beleid. Terwijl juist met het vastleggen van taken,<br />

verantwoordelijkheden en bevoegdheden, het mandaat en de positionering kan worden<br />

geregeld.<br />

Bij het opstellen van risicomanagementbeleid hebben nagenoeg alle Provincies gebruik<br />

gemaakt van externe advisering. 7 Provincies zijn ondersteund door een gespecialiseerd<br />

adviesbureau, 3 Provincies door een accountant. Een derde van de Provincies heeft het<br />

benchmarkinstrument gebruikt en zich over risicomanagementbeleid laten adviseren door<br />

andere Provincies/gemeenten.<br />

Invloed recente ontwikkelingen<br />

De Provincies is gevraagd om aan te geven <strong>of</strong> recente ontwikkelingen van invloed zijn op<br />

het risicomanagement. Het betreft :<br />

(1) Externe ontwikkelingen ten aanzien van een mogelijke afroming van de inkomsten van<br />

de Provincie, boven het bedrag dat zij binnen bestaande afspraken nodig hebben <strong>voor</strong><br />

de uitoefening van hun taken. Dit in combinatie met de decentralisatiediscussies [Mans<br />

(2008), Oosting (2007), Lodders (2008), De Hondt (2008)].<br />

45


(2) De impact van de economische crisis op de uitvoering van het in gang gezette beleid<br />

van de Provincie. De kredietcrisis staat immers aan de basis van een conjuncturele<br />

terugval die ook de provinciale economie kan raken. Daarnaast heeft de crisis tot<br />

gevolg dat risico’s wellicht ook meer dan ooit ook genomen moeten worden.<br />

In onderstaande figuur is de impact weergegeven van recente externe ontwikkelingen op<br />

risicomanagement.<br />

Figuur 5 Impact recente ontwikkelingen op risicomanagement bij de Provincie<br />

1<br />

0<br />

aanpassen beleid opnieuw<br />

inventariseren<br />

2<br />

4<br />

4<br />

categorie impact<br />

5<br />

doorbereken<br />

consequenties<br />

5<br />

4<br />

geen impact<br />

afromings<strong>voor</strong>stellen/<br />

decentralisatiediscussie<br />

economische crisis<br />

De uitkomsten laten een wisselend beeld zien van de impact van zowel de economische<br />

crisis als afromings<strong>voor</strong>stellen op risicomanagement. Bij vier Provincies (economische<br />

crisis) respectievelijk 5 Provincies (decentralisatiediscussies) heeft de veranderende<br />

externe context geen invloed op risicomanagement. Opmerkelijk is het te noemen dat de<br />

–risicovolle- ontwikkelingen die op (middel)lange termijn de organisatie raken, bij een<br />

groot aantal Provincies geen invloed hebben op het gevoerde risicomanagement.<br />

Gehanteerde definities<br />

Aan de Provincies is gevraagd welke definitie <strong>voor</strong> risico wordt gehanteerd. Hieruit blijkt<br />

dat 3 Provincies geen specifieke definitie hanteren <strong>voor</strong> het begrip ‘risico’. De resterende 9<br />

Provincies hanteren <strong>voor</strong> het begrip ´risico´ de volgende definities:<br />

Kans op het optreden van een gebeurtenis met een negatief gevolg <strong>voor</strong><br />

betrokkene.<br />

Alle potentiële gebeurtenissen <strong>of</strong> omstandigheden die doelrealisatie kunnen<br />

belemmeren. Kans op het optreden van een gebeurtenis met een negatief gevolg<br />

<strong>voor</strong> betrokkene en betrekking op doelrealisatie.<br />

46


Alle potentiële gebeurtenissen die doelrealisatie kunnen bevorderen <strong>of</strong><br />

belemmeren.<br />

Onzekere gebeurtenis met negatieve invloed op bereiken van doelstellingen.<br />

Zes Provincies hanteren een traditionele definitie <strong>voor</strong> het begrip risico. 7 Provincies<br />

koppelen het begrip expliciet aan doelstellingen. De definitie, waarbij het begrip risico<br />

wordt neergezet als een neutraal begrip (kansen en bedreigingen) met een positief <strong>of</strong><br />

negatief effect op de doelstellingen van de organisatie, wordt slechts door 2 Provincies<br />

gehanteerd.<br />

Ook over het begrip´risicomanagement´ circuleren talrijke definities. Aan de Provincies<br />

is gevraagd welke definitie <strong>voor</strong> risicomanagement wordt gehanteerd. 3 Provincies gaven<br />

aan geen definitie te gebruiken <strong>voor</strong> het begrip ‘risicomanagement’. De resterende<br />

Provincies hanteren uiteenlopende definities:<br />

Proces met als doel om potentiële gebeurtenissen die de organisatie kunnen<br />

beïnvloeden, te identificeren en hierop binnen gestelde uitgangspunten, te<br />

reageren en daarmee een redelijke zekerheid te kunnen verkrijgen dat de<br />

organisatie haar doelstellingen kan realiseren.<br />

Activiteiten uitvoeren ter <strong>voor</strong>koming <strong>of</strong> beperking van gevolgen op een onzekere<br />

gebeurtenis.<br />

Continue en systematisch doorlopen van de organisatie op risico´s met als doel om<br />

de gevolgen ervan te <strong>voor</strong>komen <strong>of</strong> te vermijden en de kans erop te verkleinen <strong>of</strong><br />

op een andere manier beheersbaar te maken.<br />

Het gestructureerd managen van het risico dat een organisatie om financiële dan<br />

wel niet-financiële redenen de beleidsdoelen niet <strong>of</strong> niet volledig realiseert.<br />

Regelmatig en systematisch onderzoek naar risico´s die materiële en immateriële<br />

belangen, activiteiten en mensen bedragen en de implementatie en formulering<br />

van een geïntegreerd beleid met betrekking tot risico-overdracht, risic<strong>of</strong>inanciering<br />

en risicoreductie.<br />

Structureel beheersen van risico´s, gericht op het nemen van beslissingen op het<br />

<strong>voor</strong>komen <strong>of</strong> minimaliseren van nadelige effecten bij het optreden van risico´s.<br />

Het geheel van activiteiten en maatregelen gericht op het omgaan met en het<br />

beheersen van risico´s.<br />

Nemen van passende maatregelen ter <strong>voor</strong>koming <strong>of</strong> beheersing van risico´s.<br />

Drie Provincies hanteren een definitie, gebaseerd op de te doorlopen basisstappen<br />

(identificeren en beheersen van risico´s) van het risicomanagementproces.<br />

47


Overigens is het opvallend dat slechts 1 van de 5 Provincies, die aan hebben gegeven het<br />

risicomanagement binnen de organisatie te hebben ingericht volgens het COSO-<br />

raamwerk, ook daadwerkelijk de definitie <strong>voor</strong> risicomanagement hanteert, zoals door<br />

COSO [2004] wordt gehanteerd: “<strong>Risicomanagement</strong> is een proces dat bewerkstelligd<br />

wordt door het bestuur van de onderneming, het management en ander personeel en<br />

wordt toegepast bij het formuleren van de strategie en binnen de gehele onderneming,<br />

ontworpen om potentiële gebeurtenissen die invloed kunnen hebben op de onderneming<br />

te identificeren en om risico´s te beheren zodat deze binnen de risico-acceptatiegraad<br />

vallen, om een redelijke zekerheid te bieden ten aanzien van het behalen van de<br />

ondernemingsdoelstellingen”.<br />

Gehanteerde risicomanagementstandaard<br />

Het hanteren van een specifiek risicomanagementmodel kan als instrument helpen om de<br />

uitgangspunten van risicomanagement en de beheersing ervan te borgen in de<br />

organisatie. Daarbij dient te worden vermeld dat bij PricewaterhouseCoopers (PwC) bij 8<br />

Provincies als huisaccountant is benoemd. PwC is een mede-opsteller van het COSO-<br />

raamwerk.<br />

5 Provincies geven aan dat, bij het inrichten van risicomanagement, gebruik is<br />

gemaakt van het COSO-raamwerk. Opmerkelijk daarbij is dat er vervolgens bij de<br />

implementatie van risicomanagement slechts zelden gebruik wordt gemaakt van de<br />

stappen, zoals in COSO beschreven.<br />

4 Provincies geven aan, geen risicomanagementstandaard te hanteren bij de inrichting<br />

van risicomanagement.<br />

1 Provincie gebruikt een combinatie van COSO en een eigen standaard, geïntegreerd<br />

in de planning- en controlcyclus.<br />

1 Provincie heeft de inrichting van risicomanagement gestoeld op de regelgeving<br />

vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) in combinatie met een<br />

specifieke risicobenadering <strong>voor</strong> projecten (RISMAN).<br />

1 Provincie weet niet <strong>of</strong> er gebruik gemaakt wordt van een specifieke<br />

risicomanagementstandaard.<br />

Belangrijkste bevindingen:<br />

1. Ondanks de risicoagenda van de Provincies is het opvallend dat een kwart van de<br />

Provincies nog steeds geen formeel risicomanagementbeleid heeft opgesteld.<br />

Hierdoor ontbreekt het aan uniforme kaders en aanpak om risicomanagement<br />

organisatiebreed te borgen binnen de organisatie.<br />

2. De scope, aanpak en rollen/verantwoordelijkheden maakt bij 1/3 van de Provincies<br />

geen onderdeel uit van het vastgestelde risicomanagementbeleid, Terwijl juist met<br />

48


het vastleggen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, het mandaat<br />

en de positionering kan worden geregeld.<br />

3. Eenderde van de Provincies geeft aan dat belangrijke recente externe –risicovolle-<br />

ontwikkelingen (o.a. afromings- en decentralisatiediscussies en de economische<br />

crisis) geen invloed hebben op risicomanagement;<br />

4. Bij 6 van de 9 provincies met een vastgesteld risicomanagementbeleid, is de<br />

directe aanleiding –onder meer- gelegen in de behoefte aan structurering van de<br />

versnipperde aanpak van risicomanagement;<br />

5. Van de Provincies die het COSO-raamwerk benoemen in hun<br />

risicomanagementbeleid, wordt slechts in beperkte mate het genoemde raamwerk<br />

gehanteerd als leidraad <strong>voor</strong> implementatie van risicomanagement.<br />

5.3 <strong>Raamwerk</strong> risicomanagement<br />

Het managen van risico’s kan plaats vinden, indien de context en scope van<br />

risicomanagement goed zijn bepaald. De context kan worden ontleend aan het<br />

risicomanagementraamwerk. Het raamwerk dient daarbij als een kader om er<strong>voor</strong> te<br />

zorgen dat risicomanagementprocessen ingebed worden en aansluiten bij de algemene<br />

besluitvormingsprocessen van de organisatie. Het raamwerk geeft dan ook de basis <strong>voor</strong><br />

de borging van risicomanagement binnen een organisatie.<br />

Bij de beoordeling van het raamwerk van risicomanagement bij provincies is onder meer<br />

stilgestaan bij de typering van risicomanagement, de positionering en de belangrijkste<br />

risico’s.<br />

Typering risicomanagement<br />

Aan de respondenten is gevraagd hoe het risicomanagement bij de Provincie het beste<br />

is te omschrijven. In figuur 6 zijn de resultaten weergegeven van de<br />

antwoordcategorieën.<br />

49


Figuur 6 Omschrijving van risicomanagement<br />

1<br />

1<br />

3<br />

Omschrijving van risicomanagement N = 12<br />

7<br />

gemanaged door specialisten<br />

gecoordineerd door specialisten<br />

volledig geintegreerd in de lijnorganisatie<br />

beperkte interactie tussen de verschillende<br />

onderdelen van risicomanagement<br />

Een grote meerderheid (7 Provincies) geeft aan, dat er een beperkte interactie is<br />

tussen de afzonderlijke gebieden van risicomanagement. Het geeft het beeld dat<br />

risico’s gefragmenteerd worden geïdentificeerd en onafhankelijk van elkaar beoordeeld<br />

vanuit separate, gespecialiseerde functies en afdelingen. 1 Provincie geeft aan dat<br />

risicomanagement volledig geïntegreerd is in de lijnorganisatie, waarbij een speciaal<br />

integraal risicomanagementoverleg is ingesteld, met een periodieke afstemming over<br />

risicomanagement op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau.<br />

Positionering<br />

Voor een succesvol risicomanagement is het van belang dat rollen, taken en<br />

verantwoordelijkheden met betrekking tot risicomanagement duidelijk zijn benoemd.<br />

De positionering van risicomanagement is verschillend belegd bij Provincies. De<br />

verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> concernbrede risico-identificatie en risico–analyse is als<br />

volgt belegd:<br />

ho<strong>of</strong>d middelen (1).<br />

ondersteunende afdeling (jurist/auditor/financiën) (4)<br />

risicomanagementfunctionaris (2 Provincies)<br />

concerncontroller in combinatie met directeur en gedeputeerde (1)<br />

concerncontroller in combinatie met directeur (1)<br />

concerncontroller in combinatie met ho<strong>of</strong>d middelen (2)<br />

risicomanager in combinatie met concerncontroller (1)<br />

Door bewust te kiezen <strong>voor</strong> een expliciete positionering van risicomanagement bij een<br />

onafhankelijke functionaris, wordt de kans vergroot op objectiviteit ten opzichte van de<br />

medewerkers die verantwoordelijk zijn <strong>voor</strong> het nemen van risico’s.<br />

50


Vijf Provincies hebben taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot<br />

risicomanagement (nog) niet in functiebeschrijvingen <strong>of</strong> risicomanagementbeleid<br />

vastgelegd.<br />

Voor het creëren van risicobewustzijn binnen een organisatie is het van belang om<br />

medewerkers te trainen op het gebied van risicomanagement. Aan de Provincies is de<br />

vraag gesteld <strong>of</strong> en op welke wijze medewerkers worden getraind in<br />

risicomanagement. Geconstateerd kan worden dat er nog onvoldoende aandacht is<br />

<strong>voor</strong> scholing van medewerkers ten aanzien van aspecten van risicomanagement. Bij 7<br />

Provincies worden medewerkers niet getraind in risicomanagement, daarvan 2 hebben<br />

Provincies aangegeven dat hiermee in 2009 zal worden gestart. Slechts 2 Provincies<br />

trainen medewerkers op een combinatie van verschillende onderdelen<br />

(managementontwikkel-programma en projectmatig werken).<br />

Belangrijkste risico’s<br />

Gezien de (financiële) focus vanuit de weerstandsparagraaf is het weinig verrassend<br />

dat alle Provincies primair focussen op de financiële risico’s. De resultaten geven<br />

echter ook aan dat er in veel gevallen nog geen focus is op meerdere, afzonderlijke<br />

risicogebieden, waarmee een organisatiebreed risicobeeld kan worden verkregen.<br />

Geen van de Provincies werkt met een in-control statement.<br />

Belangrijkste bevindingen<br />

1. Scope, aanpak en rollen/verantwoordelijkheden maakt bij eenderde van de<br />

Provincies geen onderdeel uit van het vastgestelde risicomanagementbeleid;<br />

2. Tweederde van de Provincies omschrijft risicomanagement als een beperkte<br />

interactie tussen de afzonderlijke risicogebieden;<br />

3. <strong>Risicomanagement</strong> wordt nog sterk traditioneel ingestoken vanuit een verplichte<br />

externe verantwoordingsbehoefte in de paragraaf Weerstandsvermogen. Een aantal<br />

Provincies maakt een beweging naar een organisatiebrede aanpak van<br />

risicomanagement;<br />

4. Er is slechts in beperkte mate aandacht <strong>voor</strong> scholing van medewerkers ten<br />

aanzien van aspecten van risicomanagement<br />

5. Bij tweederde van de Provincies is de primaire verantwoordelijkheid <strong>voor</strong><br />

risicomanagement strategisch belegd op het niveau van<br />

directeur/concerncontroller.<br />

51


5.4 <strong>Risicomanagement</strong> proces<br />

Het raamwerk dient als een kader om er<strong>voor</strong> te zorgen dat risicomanagementprocessen<br />

ingebed worden en aansluiten bij de algemene besluitvormingsprocessen van de<br />

organisatie.<br />

De Provincies hebben vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) weliswaar de<br />

verplichting om beleid te voeren op het gebied van risicomanagement, de risicoagenda<br />

van Provincies vraagt echter een bredere benadering met integratie van risicomanagement<br />

in de dagelijkse besluitvormingsprocessen.<br />

Bij de beoordeling van het proces van risicomanagement bij Provincies is onder meer<br />

stilgestaan bij de risico-identificatie en – beoordeling, de rapportage over risico’s en de<br />

toetsing van beheersmaatregelen.<br />

Risicoidentificatie en -beoordeling<br />

Om de risico’s inzichtelijk te maken, is het een belangrijke stap om de risico’s te<br />

identificeren en te beoordelen. Aan de respondenten is gevraagd wanneer gestart is<br />

met risico-inventarisatie en risicoanalyses. In figuur 7 is weergegeven wanneer bij de<br />

Provincie hiermee is gestart.<br />

Figuur 7 Start risico-inventarisaties<br />

2<br />

Wanneer gestart met risico-inventarisaties (N=12)<br />

4<br />

4<br />

0<br />

2<br />

minder dan 1 jaar<br />

tussen 1 en 3 jaar<br />

tussen 3 en 5 jaar<br />

langer dan 5 jaar<br />

nog niet, wel van plan<br />

Twee Provincies voeren (medio 2009) nog geen risico-inventarisaties uit, maar zijn dat<br />

wel van plan.<br />

52


In het onderzoek is aan de respondenten gevraagd op welke wijze en met welke<br />

frequentie, risico’s worden geïdentificeerd en beoordeeld in de organisatie. De helft van<br />

de Provincies geeft aan, dat de inventarisatie wordt uitgevoerd bij het opstellen van de<br />

programmabegroting en de jaarrekening, als onderdeel van de paragraaf<br />

weerstandsvermogen. Bij 3 Provincies worden de risico’s slechts 1 keer per jaar<br />

geïdentificeerd.<br />

Alle Provincies gebruiken de uitkomsten van de risico-inventarisatie <strong>voor</strong> de paragraaf<br />

weerstandsvermogen.<br />

Bij het opzetten van de identificatie van risico’s hebben 7 Provincies gebruik gemaakt<br />

van externe advisering. 4 Provincies zijn ondersteund door een gespecialiseerd<br />

adviesbureau, 3 Provincies door een accountant. Slechts 1 Provincie heeft het<br />

benchmarkinstrument gebruikt en heeft zich laten adviseren door ervaringen bij<br />

andere Provincies/Gemeenten.<br />

Rapportage<br />

Behalve over de in de weerstandsparagraaf opgenomen risico’s, wordt er ook op<br />

andere momenten gerapporteerd over risico’s binnen de organisatie. In GS nota’s (8<br />

Provincies), projectplannen (7), <strong>voor</strong>tgangsrapportages richting Provinciale Staten (5),<br />

<strong>voor</strong>tgangsrapportages aan Gedeputeerde Staten (3) en in een notitie aan het<br />

Directieteam (1).<br />

Aan de respondenten is gevraagd om te benoemen hoeveel risico’s periodiek worden<br />

gerapporteerd aan het directieteam.<br />

Tabel 4 Aantal risico’s gerapporteerd aan directieteam<br />

Aantal risico’s Aantal Provincies<br />

Minder dan 5 0<br />

Tussen 5 en 10 1<br />

Tussen 10 en 20 2<br />

Tussen 20 en 30 2<br />

Meer dan 30 2<br />

Er vindt geen rapportage plaats 5<br />

Opvallend is het grote aantal Provincies, waarbij niet separaat aan het directieteam<br />

wordt gerapporteerd. Bij 1 Provincie maakt risicorapportage deel uit van de planning-<br />

en controlinstrumenten. Bij 2 Provincies wordt er tussen de verschillende<br />

organisatieonderdelen gerapporteerd over elkaars risico’s.<br />

53


Toetsing van beheersmaatregelen<br />

Een belangrijke stap in het risicomanagementproces is toetsing van de werking van de<br />

beheersmaatregelen. 6 Provincies geven aan dat de bij de risico’s behorende<br />

beheersmaatregelen –nog- niet in kaart worden gebracht.<br />

8 Provincies geven aan dat de beheersing van de risico’s wordt getoetst via de interne<br />

controlewerkzaamheden. Het betreft hier over het algemeen controls, als onderdeel<br />

van de Jaarrekeningcontrole.<br />

De helft van de Provincies heeft de risico’s en beheersmaatregelen niet vastgelegd in<br />

processen; 1 Provincie is bezig met het beschrijven ervan.<br />

Belangrijkste bevindingen:<br />

1. Bij twee Provincies wordt er gerapporteerd over de risico’s van de afzonderlijke<br />

risicocategorieën<br />

2. De risico-inventarisatie en –beoordeling is nog veelal gekoppeld aan de planning-<br />

en controlcyclus van de weerstandsparagraaf (Begroting en Jaarrekening)<br />

3. De helft van de Provincies is in 2006 <strong>of</strong> eerder gestart met risico-identificatie en<br />

risicobeoordeling; 2 Provincies moeten daar nog mee starten.<br />

4. Bij de helft van de Provincies worden de beheersmaatregelen –nog- niet in beeld<br />

gebracht.<br />

54


6 CONCLUSIES<br />

In dit ho<strong>of</strong>dstuk worden alle<br />

resultaten uit het onderzoek<br />

gecombineerd tot conclusies.<br />

Inleiding<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 1<br />

Inleiding<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 2<br />

Opdracht en<br />

onderzoek<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 3<br />

Literatuuronderzoek<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 4<br />

Methodologie<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 5<br />

Onderzoeksresultaten<br />

Ho<strong>of</strong>dstuk 6<br />

Conclusies<br />

In dit ho<strong>of</strong>dstuk worden de conclusies beschreven, op basis van de beoordeling van<br />

kritische succesfactoren <strong>voor</strong> een raamwerk, geschikt <strong>voor</strong> toepassing van<br />

risicomanagement bij de Provincies. Om uiteindelijk antwoord te kunnen geven op de<br />

vraag: “Is ISO-31000 geschikt als instrument <strong>voor</strong> risicomanagement bij de Provinciale<br />

overheid?”.<br />

Concluderend<br />

Concluderend kan worden gesteld dat ISO-31000, met een expliciete koppeling van de<br />

uitgangspunten, raamwerk en proces van risicomanagement, in beginsel een geschikt<br />

instrument is <strong>voor</strong> een Provinciale toepassing van risicomanagement. Het sluit aan bij de<br />

complexe besluitvormingsprocessen van de Provinciale overheid en de sterk veranderende<br />

externe context waarin de Provincies zich bevinden. De generieke opzet van het systeem<br />

doet recht aan de verschillende fasen waarin Provincies op het gebied van<br />

risicomanagement staan.<br />

Mits voldaan aan de beoordelingscriteria <strong>voor</strong> risicomanagement bij Provincies, biedt ISO-<br />

31000 de mogelijkheid om risicomanagement organisatiebreed te borgen. Het is een<br />

managementsysteem dat beschrijft wat een organisatie moet doen om de (risicoaspecten<br />

van haar) processen en activiteiten te managen zodat de resultaten en uitkomsten<br />

aansluiten bij de vastgestelde doelstellingen. Het is met name de koppeling van<br />

risicomanagement aan bedrijfsprocessen bij Provincies, dat echter nog in ontwikkeling is.<br />

<strong>Risicomanagement</strong> maakt slechts in enkele gevallen structureel onderdeel uit van<br />

besluitvormingsprocessen. Daarnaast is, vanwege de beperkte aandacht <strong>voor</strong> (toetsen en<br />

monitoren van) beheersing van risico’s; risicomanagement is nog niet in alle gevallen<br />

voldoende gericht op het realiseren van doelen.<br />

55


Risicoagenda provincies<br />

De risicoagenda van Provincies toont aan dat de noodzaak <strong>voor</strong> het voeren van een<br />

gestructureerde, organisatiebrede aanpak van risicomanagement meer dan ooit aanwezig<br />

is. Van belang is het om aan te geven dat de strategische context van Provincies op<br />

onderdelen wezenlijk verschilt van dat van private organisaties. Met name de turbulente –<br />

externe- omgeving van de Provincie en de koppeling aan doelstellingen aan een politieke<br />

vierjaarscyclus zorgt er<strong>voor</strong> dat bij een succesvolle toepassing van risicomanagement niet<br />

alleen kan worden volstaan met het doorlopen van de stappen van het<br />

risicomanagementproces. <strong>Risicomanagement</strong> als instrument om te prioriteren, kansen te<br />

benutten en om in te zetten als sturingsmiddel om mensen en processen te richten op het<br />

bereiken van de (coalitie)doelstellingen, wordt <strong>voor</strong> de Provincies steeds belangrijker.<br />

Criteria <strong>voor</strong> toepassing risicomanagement<br />

Er is een grote verscheidenheid aan werkwijzen en gehanteerde raamwerken <strong>voor</strong><br />

risicomanagement, waarbij veelal de beheersing van financiële risico´s ten behoeve van<br />

de controlerende (externe) accountant centraal staat. Los van het te hanteren instrument,<br />

dient te worden beoordeeld in welke mate Provincies invulling geven aan en de<br />

positionering van risicomanagement binnen de organisatie (structuur) en (het verbeteren<br />

van) het draagvlak <strong>voor</strong> risicomanagement bij het management (cultuur).<br />

Met betrekking tot Provincies, kan de toegevoegde waarde aan organisatieverbetering en<br />

de koppeling aan (besluitvormings)processen een meerwaarde te zijn als instrument <strong>voor</strong><br />

een organisatiebrede aanpak van risicomanagement. Naast de te doorlopen stappen in het<br />

risicomanagementproces, blijkt dat met name cultuur- en structuuraspecten belangrijk zijn<br />

als criteria <strong>voor</strong> een succesvolle toepassing van risicomanagement bij de Provinciale<br />

overheid:<br />

1) Verantwoordelijkheden met betrekking tot risicomanagement zijn belegd op<br />

strategisch, tactisch en operationeel niveau;<br />

2) Er is sprake van een organisatiebreed risicobewustzijn, op zowel strategisch,<br />

tactisch en operationeel niveau;<br />

3) <strong>Risicomanagement</strong> maakt onderdeel uit van (besluitvorming)processen;<br />

4) <strong>Risicomanagement</strong> sluit aan bij de doelstellingen van de Provinciale organisatie.<br />

56


Beoordeling van criteria<br />

Beoordeling van deze criteria bij Provincies leverde conclusies op <strong>voor</strong> de toepassingen<br />

van ISO 31000 als instrument <strong>voor</strong> risicomanagement bij Provincies. Op basis van het<br />

uitgevoerde onderzoek zijn de volgende algemene conclusies te trekken:<br />

1) <strong>Risicomanagement</strong> wordt bij Provincies in toenemende mate aangestuurd vanuit<br />

een strategische visie en beleid op de functie van risicomanagement <strong>voor</strong> de<br />

organisatie, zonder dat er overigens een gestructureerde organisatiebrede aanpak<br />

<strong>voor</strong>handen is;<br />

2) <strong>Risicomanagement</strong>processen zijn nog onvoldoende ingebed in de<br />

managementstructuur en besluitvormingsprocessen van Provincies. Als <strong>voor</strong>beeld<br />

kan dienen dat er slechts sporadisch periodiek organisatiebreed wordt<br />

gerapporteerd over (de <strong>voor</strong>tgang) van de meest prioritaire risico’s;<br />

3) Ondanks het risicovolle en kansrijke karakter, hebben recente externe<br />

ontwikkelingen nauwelijks invloed op het gevoerde risicomanagement.<br />

<strong>Risicomanagement</strong> wordt bij Provincies dan ook nog sterk traditioneel ingestoken<br />

vanuit een verplichte externe verantwoordingsbehoefte in de paragraaf<br />

Weerstandsvermogen;<br />

4) Hoewel bij het merendeel van de Provincies de behoefte bestaat aan structurering<br />

van de versnipperde aanpak van risicomanagement, worden risico’s veelal nog<br />

gemanaged binnen afzonderlijke functionele gebieden in plaats van<br />

organisatiebreed;<br />

5) Er ligt met name nadruk op de risico-inventarisatie en risicoanalyse en minder op<br />

de beheersing van de bijbehorende maatregelen. Terwijl juist het monitoren van<br />

risicobeheersing zorgt <strong>voor</strong> een tijdige bijsturing.<br />

57


7 BRONNEN<br />

7.1 Literatuur<br />

Bergenhenegouwen, L., Gouwens, R., Hortensius, D., Jong de A. (2003). Integratie<br />

Kam/managementsystemen. Delft: Nederlands Normalisatie/instituut.<br />

Boorsman, P.B., Haisma, A.M., Moolenaar, Y. (2006) Gemeentelijk risicomanagement, een<br />

empirisch onderzoek. Zpl.<br />

Braak, H.J.M. ter en Spijker, W.J.H. (1993). Overheid en strategie, een introductie.<br />

Bestuurskunde, jaargang 2, nummer 1, 2-7.<br />

Cameron, K.S. en Quinn, R.E. (1999). Onderzoeken en veranderen van organisatiecultuur,<br />

Den Haag: Academic Service.<br />

Commissie Corporate Governance (2003). De Nederlandse corporate governance code<br />

Beginselen van deugdelijk ondernemingsbestuur en best practice bepalingen. Den haag,<br />

maart 2003.<br />

COSO. (2004). <strong>Risicomanagement</strong> van de onderneming geïntegreerd raamwerk.<br />

Dooren, J. van. (2006). <strong>Risicomanagement</strong>: wat kan vervallen in de control- en<br />

controletoren? Overheidsmanagement, nummer 5, 134-136.<br />

Dul, S.J., (2007). <strong>Risicomanagement</strong> bij middelgrote gemeenten, te groot <strong>voor</strong> het servet,<br />

te klein <strong>voor</strong> het tafellaken. Afstudeerscriptie NIVRA. Universiteit Nijenrode.<br />

Economic Intelligence Unit (2008). The bigger picture; enterprise risk management in<br />

financial service organisations. Londen.<br />

Es, van, A.C. (2009). Nederlandse code <strong>voor</strong> goed openbaar bestuur, beginselen van<br />

deugdelijk overheidsbestuur. Breda, Koninklijke Broese en Peereboom.<br />

Faber, H. en Visser, C. (2006). nieuw COSO-raamwerk lost problemen <strong>voor</strong>ganger niet op,<br />

auditmagazine nr 1, 20-23.<br />

Fraser, J.R.S. (red.). (2007). Ten common misconceptions about enterprise risk<br />

management. Journal <strong>of</strong> Applied Corporate Finance, volume 19 number 4, 75-81.<br />

Hart, R. ´t. (2007). <strong>Risicomanagement</strong>: van ad hoc naar integraal.<br />

<strong>Risicomanagement</strong>special nr 4, 6-7. Reed Business.<br />

Hart, R. ´t. , Scholten, J. (2009). <strong>Risicomanagement</strong>: meer EQ dan IQ; gedrag net zo<br />

belangrijk als kennis. Controllersmagazine, januari/februari 2009, 22-25.<br />

Herman, M.L., Head, G.L., Jackson, P.M., Fogarty, T. (2004). Managing risk in nonpr<strong>of</strong>it<br />

organizations, a comprehensive guide. New yersey+ John Wiley & Sons.<br />

Herwaarden, P. van; Boer, M., Visser, C.A. (2003) Van financial reporting control naar<br />

organisatiebrede control en risicomanagement. Artikel in Financieel Management, oktober<br />

2003.<br />

H<strong>of</strong>stra, P. (2007). Riskmanagement van het collegeprogramma. Deloitte.<br />

59


D´Hondt, E.M. (2008). Vertrouwen en verantwoorden, Voorstellen <strong>voor</strong> decentralisatie en<br />

bestuurskracht. Breda: Koninklijke Broese en Peereboom.<br />

Johnson, G., Scholes, K. en Whittington, R. (2005). Exploring Strategy. Essex: Prentice<br />

Hall.<br />

Knight, K.W. (2008). Risk management, a journey…not a destination. Nundah, Australie.<br />

Lodders-Elfferich, P.C. (2008). Ruimte, regie en rekenschap, Rapport van de Gemengde<br />

commissie decentralisatie<strong>voor</strong>stellen provincies. Den Haag: BzK.<br />

Mans, J.H.H. (2008). De tijd is rijp, Commissie Herziening Handhavingsstelsel VROMregelgeving.<br />

Den Haag: Lifoka kopie & print bv.<br />

Marle, E. van, Haisma, G. (2009). ISO 31000 stimuleert integraal risicomanagement.<br />

Tijdschrift Public Controlling, februari 2009, 14-19. SDU uitgeveri.<br />

Merchant, K.A. en Stede, van der, W.A. (2003) Management control systems,<br />

Essex: Prentice Hall.<br />

Moerkamp, J.(2003). <strong>Risicomanagement</strong> achilleshiel decentraal bestuur. Tijdschrift B&G,<br />

oktober 2003, 6-7.<br />

Moorsel, H. van en Visser, C.A. (2003). Een theoretisch kader <strong>voor</strong> integraal<br />

rirsicomanagement, toegespitst op de overheid. Overheidsmanagement 2003/2, 44-47.<br />

Nijendaal, G.A., Steiner, B. (2009). Provinciefonds: omvang en verdeling ter discussie, de<br />

rekensommen achter het advies van de Rfv. Tijdschrift B&G, jaargang 36, nummer 4, april<br />

2009, 5-9.<br />

Noordergraaf, M. (2008). Management in het publieke domein. Issues, instituties en<br />

instrumenten. Muiderberg: Couthino.<br />

Oosting, M. (2007). Van specifiek naar generiek, doorlichting en beoordeling van<br />

interbestuurlijke toezichtarrangementen. Breda: Koninklijke Broese & Peereboom.<br />

Paape, L. (2005). <strong>Risicomanagement</strong>, de praktijk in Nederland. PricewaterhouseCoopers.<br />

Rasmussen, M., (2007). As/NZ 4360- a practical choice over COSO ERM. Forrester<br />

Research, 3 januari 2007.<br />

Renn, O. (2005). Risk governance, towards an integrative approach. White paper <strong>of</strong> the<br />

Risk Governance Council. Geneve, Zwitserland.<br />

Samad-Khan, A. (2005). Why COSO is flawed. Operational Risk magazine, januari 2005.<br />

Santen, B.P.A. (2006). Corporate governance in de praktijk. Zpl., Kluwer.<br />

Schoutrop, R. (2006). ISO is gelijk aan SOX? Afstudeerscriptie. Amsterdam: Universiteit<br />

van Amsterdam.<br />

Valens, P.M.M. (1993). Topambtenaren, boeren en levende diamanten, <strong>of</strong> waarom<br />

strategie-ontwikkeling bij de overheid relatief lastig is. Bestuurskunde, jaargang 2,<br />

nummer 1, 42-44.<br />

Wetenschappelijke Raad <strong>voor</strong> het regeringsbeleid (2008). Onzekere veiligheid,<br />

verantwoordelijkheden rond fysieke veiligheid. Amsterdam:Amsterdam University Press.<br />

60


Zoellick, B., Frank, T. (2005). Governance, risk management and compliance: an<br />

operational approach. Zpl, Gilbane Report.<br />

7.2 Methodische literatuur<br />

Baarda, D.B., Goede, de M.P.M., Teunisssen, J. (2007). Basisboek <strong>voor</strong> het opzetten en<br />

uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Groningen: Wolters-Noordh<strong>of</strong>f.<br />

Swanborn, P.G. (1987). Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Meppel:<br />

uitgeverij Boom.<br />

Verschuren, P, Doorewaard, H. (2007). Het ontwerpen van een onderzoek. Den Haag :<br />

uitgeverij Lermma.<br />

Wester, F. (1991), Strategieën <strong>voor</strong> kwalitatief onderzoek, Muiderberg, Coutinho.<br />

7.3 Documenten<br />

Bosman, R.F.D. (2008). Interprovinciale vergelijking van Jaarstukken. Maastricht.<br />

Deloitte. (2008). Risk management in een politiek bestuurlijke omgeving.<br />

Verdiepingssessie op het PRIMO-jaarcongres. Den Bosch, 9 oktober 2008.<br />

Gemeente Rotterdam (2005). Greep op risico´s, mededeling over de bedrijfsvoering.<br />

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (2004). Besluit<br />

accountantscontrole provincies en gemeenten (BAPG). Den Haag, BZK.<br />

Ministerie van Financiën, Directie Accountancy Rijksoverheid (2000). Handleiding<br />

Government Governance – een instrument ter toetsing van de governance bij de<br />

rijksoverheid. Den Haag, BZK.<br />

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (2009). Staat van het bestuur<br />

2008, een algemeen beeld van de trends bij gemeenten, provincies en de interbestuurlijke<br />

betrekkingen. Den Haag, BZK.<br />

Ministerie van BZK. (2003). ‘Respons, een scan <strong>voor</strong> bestuurlijke planning & control in een<br />

duaal stelsel’. februari 2003.<br />

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Interprovinciaal overleg (IPO)<br />

(2005). Paragrafen in een duaal bestel. Den Haag, BZK.<br />

Nederlands Normalisatie Instituut NEN. Diverse (internationale) publicaties, presentaties<br />

en notities ten aanzien van de norm ISO-31000. Delft/ Secretariat <strong>of</strong> ISO TMB WG on Risk<br />

Management.<br />

Provincie Limburg, 2007. Coalitieakkoord 2007-2011: “Investeren en Verbinden”.<br />

Maastricht.<br />

Provincie Limburg, (2008). Organisatievisie 2015. Provincie Limburg, Maastricht.<br />

Provincie Limburg. 2006. Projectplannen van 12 prioritaire projecten (div), Maastricht.<br />

61


Provincie Limburg. 2006. Sturen met managementinformatie, de verbinding tussen<br />

coalitieakkoord en outcome., Maastricht.<br />

Provincie Limburg. (2008). Presentatie risicomanagement ten behoeve van<br />

managementteam. Maastricht.<br />

Provincie Limburg. (2008). Presentatie risicomanagement ten behoeve van congres<br />

<strong>Risicomanagement</strong>. Ministerie van binnenlandse Zaken en Koninkrijkszaken. Rotterdam.<br />

Provincie Limburg. (2008). Presentatie risicomanagement ten behoeve van seminar<br />

<strong>Risicomanagement</strong> <strong>voor</strong> Limburgse gemeenten. Maastricht.<br />

PricewaterhouseCoopers (2001). Scan planning & control. De planning & control bij 12<br />

Provincies: ervaringen, leer- en verbeterpunten. Almere, PwC.<br />

PricewaterhouseCoopers (2005). Governance & Audit bij de rijksoverheid, ontwikkelingen<br />

in de private sector: what’s in it for you?. PwC.<br />

Public Risk Forum (2007). Magazine for Public Risk Magazine, mei 2007<br />

62


BIJLAGEN<br />

63


Bijlage 1. Begeleidende brief<br />

Maastricht, 17 april 2009<br />

Betreft: deelname aan afstudeeronderzoek <strong>Risicomanagement</strong><br />

Beste collega,<br />

Sinds 2005 ben ik werkzaam bij de Provincie Limburg in een controllerfunctie. Als<br />

onderdeel daarvan heb ik in 2007 een start gemaakt met de implementatie van<br />

organisatiebreed risicomanagement.<br />

Als afsluiting van mijn opleiding (MBA-controlling) ben ik daarnaast bezig met een<br />

afstudeeronderzoek naar de mogelijkheden van een sectorspecifieke vertaling van<br />

ISO 31000 naar het provinciale middenbestuur. Eind 2009 wordt er namelijk een<br />

nieuwe ISO-richtlijn gepubliceerd; ISO 31000. Deze richtlijn spitst zich toe op de<br />

toepassing van risicomanagement binnen organisaties.<br />

Om de toepassing van de richtlijn bij Provincies te kunnen toetsen, heb ik 36<br />

vragen opgesteld. De enquêtes worden afgenomen bij de functionaris, die direct<br />

betrokken is bij (implementatie/coördinatie) van risicomanagement bij de<br />

betreffende Provincie.<br />

Nadrukkelijk dient te worden vermeld dat de individuele uitkomsten van de<br />

enquêtes niet worden gebruikt in mijn afstudeeronderzoek; van belang is het<br />

totaalbeeld. Vanzelfsprekend zal ik zorgen dat je de uitkomsten van mijn<br />

afstudeeronderzoek toegestuurd krijgt. Naar verwachting zal ik mijn<br />

afstudeeronderzoek kort na de zomer afronden.<br />

Het invullen van de enquête duurt ongeveer 20 minuten.<br />

De vragenlijst is een PDF-file. Verzoek om deze uit te printen, in te vullen en –<br />

uiterlijk 29 april-retour te sturen naar:<br />

Provincie Limburg<br />

Tav René Bosman<br />

Limburglaan 10<br />

6229 GA Maastricht<br />

Alvast bedankt <strong>voor</strong> de medewerking!<br />

Met vriendelijke groet<br />

René Bosman<br />

043-389 7471<br />

65


Bijlage 2. Gehanteerde vragenlijst<br />

Enquête <strong>Risicomanagement</strong> bij Provincies<br />

Introductie<br />

Organisaties worden steeds meer geconfronteerd met risico’s, die adequaat dienen te worden<br />

gemanaged, omdat hun stakeholders dat van ze verwacht. Dit geldt ook zeker <strong>voor</strong> de<br />

overheid. Specifiek <strong>voor</strong> de Provincie als middenbestuur geldt dat de meerwaarde regelmatig<br />

ter discussie wordt gesteld. Dit vraagt om een duidelijk zichtbare en presterende Provincie die<br />

een herkenbare toegevoegde waarde levert aan maatschappelijke vraagstukken in een steeds<br />

complexere en risicovolle context. Voor de Provincies is de aandacht <strong>voor</strong> het voeren van een<br />

gestructureerde, integrale aanpak van risicomanagement meer dan ooit noodzakelijk.<br />

Deze enquête bevat in totaal 36 vragen, in drie ho<strong>of</strong>donderdelen gesplitst. Naast de<br />

uitgangspunten van risicomanagement, worden vragen gesteld over de door de Provincie<br />

gehanteerde aanpak. Het laatste ho<strong>of</strong>donderdeel staat stil bij het proces van risicobeoordeling<br />

tot risicobeheersing, zoals dat plaats heeft binnen uw organisatie.<br />

I. Uitgangspunten van <strong>Risicomanagement</strong><br />

Onderstaande vragen hebben betrekking op de uitgangspunten van risicomanagement, zoals<br />

gehanteerd door uw Provincie.<br />

1 Heeft uw Provincie<br />

risicomanagementbeleid vastgesteld?<br />

2 Op welk niveau is het<br />

risicomanagementbeleid vastgesteld?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

3 Wat was <strong>voor</strong> uw Provincie de directe<br />

aanleiding om risicomanagementbeleid<br />

op te stellen?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

• Ja<br />

• Nee (ga verder met vraag 6)<br />

• Directie<br />

• Gedeputeerde staten<br />

• Provinciale staten.<br />

• Anders, nl:<br />

• Public governance<br />

• Decentralisatiediscussies<br />

• Interne veranderingen/reorganisatie<br />

• Economische crisis<br />

• Verscherpte wet- /regelgeving<br />

• Een incident<br />

• Verzoek transparantie PS.<br />

• Onderzoek Rekenkamer.<br />

• Bevinding van accountant<br />

• Verzoek van college GS.<br />

• Verbeteren van inzicht in versnipperde<br />

risicoaanpak<br />

• Anders, nl<br />

66


4 Welke onderdelen zijn opgenomen in het<br />

risicomanagementbeleid?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

5 Wanneer is het (gewijzigde)<br />

risicomanagementbeleid <strong>voor</strong> het laatst<br />

vastgesteld?<br />

6 Op welke termijn zal er<br />

risicomanagementbeleid bij uw Provincie<br />

worden ontwikkeld cq gewijzigd?<br />

7 Wanneer is uw Provincie begonnen met<br />

het uitvoeren van organisatiebrede risicoinventarisaties<br />

en risico–analyses?<br />

8 Is het risicomanagement in uw organisatie<br />

ingericht volgens een bepaalde<br />

risicomanagementstandaard?<br />

• Doelstelling<br />

• Aanleiding (intern en extern).<br />

• Scope (op welke organisatieonderdelen,<br />

niveau’s is het van toepassing)<br />

• Aanpak (identificatie risico’s en het<br />

managen ervan).<br />

• Op welke typen risico het beleid van<br />

toepassing is<br />

• Tijdspad implementatie<br />

• Relatie met organisatiestrategie<br />

• Beschrijving rand<strong>voor</strong>waarden<br />

• Rollen/verantwoordelijkheden.<br />

• Gehanteerde risicotolerantie<br />

• Anders, nl:<br />

• In . . . . (jaar)<br />

• Binnen een half jaar<br />

• Binnen 2 jaar<br />

• Er zijn geen plannen/<strong>voor</strong>nemens<br />

• Weet niet<br />

• Anders, nl<br />

• Minder dan een jaar geleden<br />

• Tussen 1 en 3 jaar geleden<br />

• Tussen 3 en 5 jaar geleden<br />

• Langer dan 5 jaar geleden<br />

• Er worden geen organisatiebrede<br />

inventarisaties uitgevoerd<br />

• Nog niet, wel van plan<br />

• Nee<br />

• Ja, namelijk:<br />

o Coso<br />

o ISO 9001/14001<br />

o anders, nl:<br />

• Weet niet<br />

De volgende vragen hebben betrekking op een aantal specifieke interne en externe<br />

ontwikkelingen, die impact kunnen hebben op de risicoagenda van de Provincie.<br />

9 Welke impact hebben de<br />

decentralisatiediscussies en<br />

afroming<strong>voor</strong>stellen vanuit het Rijk op<br />

risicomanagement?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

Aanpassen van risicomanagementbeleid<br />

Het opnieuw inventariseren van<br />

risico’s/kansen- beheersmaatregelen<br />

Doorberekenen van consequenties (in<br />

fte en €)<br />

Geen impact<br />

Anders, nl:<br />

67


10 Welke impact heeft de uitwerking van de<br />

economische crisis op risicomanagement?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

11 Welke invloed heeft (gewijzigde) wet- en<br />

regelgeving op risicomanagement?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

• Aanpassen van risicomanagementbeleid<br />

• Het opnieuw inventariseren van<br />

risico’s/kansen/beheersmaatregelen<br />

• Doorberekenen van consequenties (in<br />

fte en €)<br />

• Geen impact<br />

• Anders, nl<br />

• Aanpassen van risicomanagementbeleid<br />

• Het opnieuw inventariseren van<br />

risico’s/beheersmaatregelen<br />

• Aanscherpen Interne Controle<br />

• Geen impact<br />

• Anders, nl<br />

De volgende vragen hebben betrekking op de definities, zoals door uw Provincie<br />

worden gehanteerd .<br />

12 Welke definitie <strong>voor</strong> risico wordt door de<br />

Provincie gehanteerd?<br />

13 Welke definitie van risicomanagement<br />

wordt door de Provincie gehanteerd?<br />

• ___________________<br />

___________________<br />

___________________<br />

___________________<br />

___________________<br />

• Geen specifieke definitie<br />

• ___________________<br />

___________________<br />

___________________<br />

___________________<br />

___________________<br />

• Geen specifieke definitie<br />

68


II. De aanpak van risicomanagement bij uw Provincie<br />

Onderstaande vragen hebben betrekking op de aanpak en positionering van<br />

risicomanagement bij uw Provincie.<br />

14 Hoe is risicomanagement van uw Provincie<br />

het beste te omschrijven<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

15 Wordt er gewerkt met een verklaring van<br />

het verantwoordelijk management dat hun<br />

organisatieonderdeel ‘in-control’ is?<br />

• gemanaged door specialisten.<br />

• gemanaged door specialisten,<br />

gecoördineerd door topmanagement .<br />

• volledig geïntegreerd in de<br />

lijnorganisatie<br />

• beperkte interactie tussen de<br />

verschillende gebieden van<br />

risicomanagement.<br />

• anders, nl:<br />

• Ja<br />

• Nee<br />

• Weet niet<br />

De volgende vragen hebben betrekking op de rollen en verantwoordelijkheden<br />

van risicomanagement binnen uw organisatie.<br />

16 Welke functionaris is primair<br />

• Gedeputeerde<br />

verantwoordelijk <strong>voor</strong> concernbrede risico- • Directeur<br />

identificatie en analyse?<br />

• Concerncontroller<br />

• Risicomanager<br />

• Medewerker interne controle<br />

• Ho<strong>of</strong>d Middelen (financiën)<br />

• Anders, nl…<br />

17 Welke taken heeft deze functionaris?<br />

• Opstellen risicomanagement beleid<br />

• Implementatie van aanpak<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

• Identificeren/analyseren risico’s<br />

• Toetsen effectiviteit<br />

beheersmaatregelen<br />

• Zorgen <strong>voor</strong> afstemming tussen<br />

afzonderlijke gebieden<br />

• Rapporteren over risico’s<br />

• Anders namelijk….<br />

18 Zijn de taken en verantwoordelijkheden tav • Ja, in risicomanagement<br />

risicomanagement vastgelegd?<br />

beleid/-procedures<br />

• Ja, in de functiebeschrijving<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

projectleiders<br />

• Ja, in functiebeschrijving managers<br />

• Nee<br />

• Anders namelijk….<br />

69


19 Worden medewerkers getraind in<br />

risicomanagement?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

20 Van welke externe advisering is gebruik<br />

gemaakt bij het opstellen van<br />

risicomanagementbeleid?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

21 Van welke externe advisering is gebruik<br />

gemaakt bij het identificeren van<br />

organisatiebrede risico’s ?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

22 In de paragraaf Weerstandsvermogen wordt<br />

gerapporteerd over het beleidskader en de<br />

risico´s.<br />

Zijn de in deze paragraaf opgenomen<br />

risico´s een afgeleide van de<br />

organisatiebrede inventarisatie van<br />

risico´s?<br />

23 Op de beheersing van welk soort risico’s<br />

ligt de nadruk bij uw Provincie?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

• Onderdeel van introductieprogramma<br />

nieuwe medewerkers<br />

• Onderdeel van managementontwikkelprogramma<br />

• Onderdeel van projectmatig<br />

werken<br />

• Training van bevorderen<br />

integraliteit tussen de verschillende<br />

risicogebieden<br />

• Er vindt geen training plaats<br />

• Anders namelijk….<br />

• accountant<br />

• gespecialiseerd adviesbureau<br />

• andere Provincie/gemeente<br />

• Ministerie Binnenlandse Zaken<br />

(BZK)<br />

• Geen gebruik gemaakt<br />

• Anders, nl….<br />

• accountant<br />

• gespecialiseerd adviesbureau<br />

• andere Provincie/gemeente<br />

• geen gebruik gemaakt<br />

• Anders, nl…<br />

• Ja<br />

• Er vindt geen organisatiebrede<br />

risico-inventarisatie plaats<br />

• Anders, nl…<br />

• Financieel<br />

• Juridisch<br />

• Personeel<br />

• Politiek/bestuurlijk<br />

• Bedrijfsvoering<br />

• Fiscaal<br />

• anders namelijk…..<br />

70


III. Het proces van risicomanagen<br />

De volgende vragen gaan over het proces van risicobeoordeling tot risicobeheersing binnen<br />

uw organisatie.<br />

24 Worden bij de Provincie risico’s integraal<br />

(in samenhang) geïdentificeerd en<br />

beoordeeld?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

25 Worden daarbij ook de bijbehorende<br />

beheersmaatregelen in kaart gebracht?<br />

26 Worden de geïnventariseerde risico’s<br />

gekoppeld aan de doelstellingen/resultaten<br />

van de Provincie?<br />

27 Welke technieken worden gebruikt <strong>voor</strong> het<br />

identificeren en beoordelen van risico’s?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

28 Worden er (kwantitatieve) criteria<br />

gehanteerd <strong>voor</strong> de beoordeling van<br />

risico’s?<br />

29 Welke hulpmiddelen worden gebruikt bij het<br />

identificeren en beoordelen van risico’s?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

30 Op welke wijze wordt getoetst <strong>of</strong> de risico’s<br />

voldoende worden beheerst?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

• 1 x per jaar<br />

• 2 x per jaar<br />

• 4 x per jaar<br />

• Alleen bij grote<br />

investeringsbeslissingen (ga naar<br />

vraag 26)<br />

• Alleen bij grote projecten (ga naar<br />

vraag 26)<br />

• Nee (ga naar vraag 26)<br />

• Anders, nl<br />

• ja<br />

• nee<br />

• Ja, zoals vastgelegd in de<br />

programmabegroting<br />

• Ja, zoals vastgelegd in de<br />

productenraming<br />

• Nee<br />

• simulatie<br />

• scenario analyse<br />

• checklists<br />

• workshops<br />

• interviews<br />

• documentstudie<br />

• geen<br />

• anders namelijk….<br />

• Nee<br />

• Ja, namelijk………<br />

• Stemkasten<br />

• Brainstorms<strong>of</strong>tware<br />

• Digitale enquêtes<br />

• Risicologboek<br />

• Koppeling aan procesinstrument<br />

• Risicodatabase<br />

• Geen<br />

• Anders namelijk….<br />

• Interne Controle<br />

• Uitvoeren van audits, door<br />

afdelingen zelf<br />

• Uitvoeren van audits, door<br />

concern<br />

• Geen toetsing<br />

• Anders, nl<br />

71


Onderstaande vragen hebben betrekking op de rapportage van risico’s binnen uw<br />

organisatie<br />

31 Benoem het aantal risico’s, zoals periodiek<br />

wordt gerapporteerd aan het directieteam<br />

32 Op welke wijze wordt er gerapporteerd over<br />

risico’s binnen uw organisatie?<br />

(meerdere antwoorden mogelijk)<br />

33 Bestaat er een top 5 <strong>of</strong> top 10 van risico’s<br />

per organisatieonderdeel<br />

(afdeling/dienst/programma)?<br />

34 Er bestaan verschillen in risicogebieden en<br />

risico’s per organisatieonderdeel.<br />

Op welke wijze wordt gerapporteerd over<br />

elkaars risico’s?<br />

35 Zijn risico’s en beheersmaatregelen in<br />

processen vastgelegd ?<br />

36 Worden de risico’s, zoals vastgelegd in<br />

processen, gemonitored?<br />

• Minder dan 5<br />

• tussen 5 en 10<br />

• tussen 10 en 20<br />

• tussen 20 en 30<br />

• meer dan 30<br />

• Er worden geen risico’s<br />

gerapporteerd aan directie<br />

• GS-nota´s<br />

• Projectplannen<br />

• Weerstandsparagraaf<br />

• Voortgangsrapportages richting<br />

Provinciale Staten<br />

• Voortgangsrapportages richting<br />

GS<br />

• Anders namelijk….<br />

• Ja, een top 5<br />

• Ja, een top 10<br />

• Nee, wel een top . . . .<br />

• Nee<br />

• Ad-hoc discussies tijdens<br />

managementoverleggen<br />

• Vast agendaonderdeel tijdens<br />

managementoverleggen<br />

• Schriftelijke risicorapportages, op<br />

reguliere basis<br />

• Data, toegankelijk in een<br />

risicodatabase<br />

• Er wordt niet gerapporteerd over<br />

elkaars risico’s<br />

• Anders, nl:<br />

• ja<br />

• nee (Einde vragenlijst)<br />

• Ja<br />

• nee<br />

Als u nog vragen, opmerkingen heeft, kunt u deze hier kwijt<br />

72


Bijlage 3. Nederlandse Normcommissie <strong>Risicomanagement</strong><br />

Nederlandse Normcommissie <strong>Risicomanagement</strong><br />

Achtergrond<br />

Door de International Organization for Standardization (ISO) is medio 2005 besloten een<br />

internationale generieke ISO-richtlijn <strong>voor</strong> <strong>Risicomanagement</strong> te ontwikkelen: ISO 31000<br />

“Risk management - Guidelines for principles and implementation <strong>of</strong> risk management.”<br />

Daar<strong>voor</strong> is een werkgroep opgericht waarvan Japan het secretariaat voert en waar<strong>voor</strong><br />

Australië de <strong>voor</strong>zitter levert. ISO 31000 beoogt een gemeenschappelijk begrippenkader<br />

en generiek raamwerk te bieden <strong>voor</strong> het managen van allerlei typen risico’s. Naderhand<br />

is ook de herziening van ISO Guide 73 “Risk Management – Vocabulary” aan de ISOwerkgroep<br />

toevertrouwd. Via NEN, het Nederlandse lid van ISO, wordt door Nederlandse<br />

belanghebbende partijen deelgenomen aan dit ISO-project. Hiertoe is in 2006 de<br />

normcommissie <strong>Risicomanagement</strong> opgericht.<br />

Doelstelling van de normcommissie<br />

1. Het verzorgen en bepalen van de Nederlandse inbreng bij de internationale<br />

normalisatie op het gebied van <strong>Risicomanagement</strong> (Risk Management), zoals die<br />

plaatsvindt in de internationale werkgroep ISO/TMB/WG/RM.<br />

2. Faciliteren van de implementatie en toepassing van de generieke ISO-richtlijn op<br />

nationaal en bedrijfstakniveau, zo nodig door het ontwikkelen van specifieke richtlijnen<br />

die een nadere invulling geven van het generieke ISO-kader <strong>voor</strong> risicomanagement.<br />

Werkwijze<br />

De nationale normcommissie vergadert circa 4 maal per jaar een halve dag (mede<br />

afhankelijk van de internationale ontwikkelingen) om aan beide doelstellingen invulling te<br />

kunnen geven. Daarnaast stelt de normcommissie de Nederlandse delegatie naar de<br />

vergaderingen van de internationale werkgroep vast. Op die manier kunnen Nederlandse<br />

experts een rechtstreekse inbreng leveren bij de ontwikkeling van de internationale<br />

richtlijn.<br />

Looptijd<br />

De ontwikkeling van ISO 31000 zal circa 4 jaar in beslag nemen; het proces is medio 2005<br />

gestart en volgens planning zullen ISO 31000 en ISO Guide 73 najaar 2009 in hun<br />

definitieve vorm verschijnen. Parallel en in vervolg daarop zal de normcommissie zich<br />

beraden op de noodzaak meer specifieke richtlijnen te ontwikkelen en andere activiteiten<br />

te ontplooien ten behoeve van de implementatie van ISO 31000 op nationaal en<br />

bedrijfstakniveau.<br />

Faciliterende rol NEN<br />

NEN verzorgt het secretariaat van de normcommissie en vertegenwoordigt Nederland in<br />

de internationale werkgroep. De hiermee verbonden kosten komen <strong>voor</strong> rekening van de<br />

in de normcommissie deelnemende partijen.<br />

Deelnemende partijen in de normcommissie <strong>Risicomanagement</strong><br />

Op dit moment participeren de volgende organisaties in de normcommissie:<br />

− Philips;<br />

− <strong>Genootschap</strong> <strong>voor</strong> <strong>Risicomanagement</strong>;<br />

− Essent NV;<br />

− Bouwend Nederland/Risnet;<br />

− KEMA;<br />

− TenneT BV;<br />

− RPS Advies BV;<br />

73


− KDI BV;<br />

− DHV;<br />

− Ministerie van VROM, Directie Externe Veiligheid;<br />

− Narim;<br />

− Akzo Nobel;<br />

− Nivra;<br />

− Nibe-SVV;<br />

− Equens;<br />

− NAR.<br />

74


Bijlage 4. Artikel ‘risicomanagement rukt op’<br />

Politiek magazine, nummer 2, najaar 2008<br />

75

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!