R18 Strafrecht : Rozie - Quickprinter
R18 Strafrecht : Rozie - Quickprinter R18 Strafrecht : Rozie - Quickprinter
R18 2de bach Rechten Strafrecht Rozie - smvt boek + oef Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be 7.2 EUR
- Page 2 and 3: Samenvatting Strafrecht 2010-2011 P
- Page 4 and 5: immuniteit Immunité internering in
- Page 6 and 7: Situering van enkele persberichten
- Page 8 and 9: Als er geen dader is kan het strafr
- Page 10 and 11: De opvattingen van Beccaria kregen
- Page 12 and 13: Sommige vormen een bijzonder strafr
- Page 14 and 15: De tijdelijke of definitieve sluiti
- Page 16 and 17: Het strafrecht evolueert, de wetten
- Page 18 and 19: Uit de RP van Cass kunnen de volgen
- Page 20 and 21: Natuur : gevangenisstraf = zwaarder
- Page 22 and 23: Vreemde oorlogsschepen in Belgische
- Page 24 and 25: Oefening: buitenland zijn gepleegd
<strong>R18</strong><br />
2de bach Rechten<br />
<strong>Strafrecht</strong><br />
<strong>Rozie</strong> - smvt boek + oef<br />
Q uickprinter<br />
Koningstraat 13<br />
2000 Antwerpen<br />
www.quickprinter.be<br />
7.2 EUR
Samenvatting <strong>Strafrecht</strong> 2010-2011<br />
Praktische informatie<br />
Cursusmateriaal:<br />
Syllabus (! Niet alles wat gedoceerd wordt staat in de cursus + de bijlage met Franse<br />
woorden moet je ook kennen!)<br />
Strafwetboek dat je iedere les moet meebrengen.<br />
Examen:<br />
Mondeling met een schriftelijke voorbereiding van 30 minuten.<br />
Bestaat uit:<br />
2 theorievragen, elk op 5 punten.<br />
1 casus waarop je de beginselen moet kunnen toepassen op 10 punten.<br />
Bijvragen kunnen gesteld worden.<br />
Wetboek meebrengen (niet geanoteerd)!<br />
Hoe studeren?<br />
Aan de hand van je wetboek.<br />
Actuele persberichten situeren in de cursus en kijken of de gebruikte termen kloppen<br />
is een goede oefening.<br />
Verbanden tussen de hoofdstukken kunnen leggen.<br />
1
Nederlands – Frans punitief lexicon<br />
Nederlands Frans<br />
Aangifte aan de overheid Dénonciation à l’autorité<br />
Aanzetting Provocation<br />
Aflopend misdrijf Infraction instantanée<br />
afzetting Déstitution<br />
Algemeen opzet Dol général<br />
amnestie Amnistie<br />
Begin van uitvoering Commencement d’exécution<br />
beklaagde prévenu<br />
Bescherming van de maatschappij Défense sociale<br />
bestanddelen Eléments constitutifs<br />
beschuldigde Accusé<br />
beveiligingsmaatregelen Mesures de sûreté<br />
Bevel van de overheid Commandement de l’autorité<br />
Bijkomende straf Peine accessoire<br />
Bijzonder opzet Dol spécial<br />
Bijzondere wet Loi spéciale<br />
bloedverwantschap Parenté<br />
Collectief misdrijf Infraction collective<br />
Correctionele straf Peine correctionnelle<br />
Criminele straf Peine criminelle<br />
dader Auteur<br />
deelneming Participation<br />
doodstraf Peine de mort<br />
drukpersmisdrijf Infraction de presse<br />
dwaling Erreur<br />
dwang Contrainte<br />
Eenheid van opzet Unité d’intention<br />
Eendaadse samenloop Concours idéal<br />
Eigen misdrijf Infraction propre<br />
Elektronisch toezicht Surveillance électronique<br />
Feitelijke dwaling Erreur de fait<br />
Gebod van de wet Ordre de la loi<br />
geestesstoornis Déséquilibre mental<br />
geldboete Amende<br />
genade Grâce<br />
gerechtskosten Frais de justice<br />
gevangenisstraf Emprisonnement<br />
gewoontemisdrijf Infraction d’habitude<br />
Goede trouw Bonne foi<br />
Grond van niet-toerekeningsvatbaarheid Cause de non-imputabilité<br />
handelingsmisdrijf Infraction de commission<br />
hechtenis Détention<br />
herhaling Récidive<br />
herroeping Révocation<br />
herstel Réparation<br />
Herstel in eer en rechten Réhabilitation<br />
herziening Révision<br />
hoofdstraf Peine principale<br />
<br />
2
immuniteit Immunité<br />
internering internement<br />
inverdenkinggestelde Inculpé<br />
inverdenkingstelling Inculpation<br />
jeugdbescherming Protection de la jeunesse<br />
Kracht van gewijsde Force de chose jugée<br />
legaliteitsbeginsel Principe de la légalité<br />
Maatschappelijke enquête Enquête sociale<br />
Materieel bestanddeel Elément matériel<br />
mededader Co-auteur<br />
medeplichtige Complice<br />
Meerdaadse samenloop Concours matériel<br />
Mildere wet Loi plus douce<br />
Minderjarigheid Minorité<br />
Misdaad Crime<br />
Misdrijf Infraction<br />
Misdrijf op heterdaad Infraction flagrant<br />
Moreel bestanddeel Elément moral<br />
Niet-retro-activiteit Non-rétroactivité<br />
Noodtoestand Etat de nécessité<br />
Ogenblikkelijk misdrijf Infraction instantanée<br />
Onachtzaamheid Imprudence<br />
Onderwerping aan de overheid Soumission à l’ autorité<br />
Onopzettelijk misdrijf Infraction non-intentionnelle<br />
Onoverkomelijke dwaling Erreur invincible<br />
Onschendbaarheid Inviolabilité<br />
Onthoudingsmisdrijf Infraction d’omission<br />
Ontzetting Interdiction<br />
Opdeciemen Décimes additionnels<br />
Opheffing van de strafwet Abrogation de la loi pénale<br />
Opschorting Suspension<br />
Opsluiting Réclusion<br />
Opslorping Absorption<br />
Opzet Dol<br />
Overmacht Force majeure<br />
Overtreding Contravention<br />
Penitentiair verlof Congé pénitentiaire<br />
Poging Tentative<br />
Politiek misdrijf Infraction politique<br />
Politiestraf Peine de police<br />
Probatie Probation<br />
Probatiecommissie Commission de probation<br />
Probatieopschorting Suspension probatoire<br />
Probatieuitstel Sursis probatoire<br />
Proeftermijn Délai d’épreuve<br />
Rechtsdwaling Erreur de droit<br />
Rechtspersoon Personne morale<br />
Rechtvaardigingsgrond Cause de justification<br />
Samenloop Concours<br />
Schorsing van de verjaring Suspension de la prescription<br />
Schuld Faute, culpabilité<br />
<br />
3
Schuldigverklaring Déclaration de culpabilité<br />
Schuldontheffingsgrond Cause d’ exemption de culpabilité<br />
Slachtoffer Victime<br />
Straf Peine<br />
Strafdoelen Objectifs de la peine<br />
Strafinrichting Etablissement pénitentiaire<br />
Strafmaat Degré de la peine<br />
<strong>Strafrecht</strong> Droit pénal<br />
<strong>Strafrecht</strong>sbedeling Administration de la justice pénale<br />
Strafregister Casier judiciaire<br />
Straftoemeting Fixation de la peine<br />
Strafuitsluitende verschoningsgrond Cause d’excuse absolutoire<br />
Strafuitvoeringsrechtbank Tribunal de l’application des peines<br />
Strafuitvoeringsrechter Juge de l’application des peines<br />
Strafverminderende verschoningsgrond Cause d’excuse atténuante<br />
Strafwet Loi pénale<br />
Strafwetboek Code pénale<br />
Stuiting van de verjaring Interruption de la prescription<br />
Tenietgaan van straffen en veroordelingen Extinction des peines et des condamnations<br />
Tenuitvoerlegging Exécution<br />
Ter beschikkingstelling van de regering Mise à la disposition du gouvernement<br />
Teruggave Restitution<br />
Terugwerkende kracht Effet rétroactif<br />
Uitlokking Provocation<br />
Uitstel Sursis<br />
Uitwissing van veroordeling Effacement<br />
Verbeurdverklaring Confiscation<br />
Verdachte Inculpé<br />
Verjaring van de straf Prescription de la peine<br />
Veroordeelde Condamné<br />
Verschoningsgrond Cause d’ excuse<br />
Verval Déchéance<br />
Vervangende gevangenisstraf Emprisonnement subsidiaire<br />
Verzachtende omstandigheden Circonstances atténuantes<br />
Verzwarende omstandigheden Circonstances aggravantes<br />
Voltooid misdrijf Infraction consommée<br />
Voorbedachtheid Préméditation<br />
Voorbereidende handeling Acte préparatoire<br />
Voorlopige invrijheidstelling Libération provisoire<br />
Voortdurend misdrijf Infraction continue<br />
Voortgezet misdrijf Infraction continuée<br />
Voorwaardelijke invrijheidstelling Libération conditionnelle<br />
Vrijheidsstraf Peine privative de liberté<br />
Wanbedrijf Délit<br />
Wederrechtelijkheid Antijuridicité<br />
Werking van de strafwet in de tijd Empire de la loi pénale dans le temps<br />
Werking van de strafwet naar de plaats Empire de la loi pénale dans l’espace<br />
Werkstraf Peine de travail<br />
Wettige verdediging Légitime défense<br />
<br />
4
Situering van enkele persberichten<br />
1. Els clottemans heeft zich vanmiddag aangemeld bij de gevangenis in hasselt waar ze<br />
zal worden opgesloten tijdens het proces over de parachutemoord dat vrijdag stelt.<br />
moord levenslange opsluiting want = zwaarste straf. Maar er kunnen ook verzachtende<br />
omstandigheden zijn mogelijkheid van 3jaar gevangenisstraf – levenslange opsluiting.<br />
2. De Brusselse politie heeft dinsdagnamiddag 2 minderjarige meisjes opgepakt die kort<br />
voordien een vrouw hadden beroofd van haar bankkaart. De twee stonden al bekend<br />
voor dertig gelijkaardige misdrijven en werden gezocht voor nog drie andere<br />
gauwdiefstallen. Omdat een vd twee meisjes hoogzwanger was, werd ze naar het<br />
ziekenhuis gebracht. Daar bleek dat ze dringend opgenomen moest worden wegens<br />
complicaties. Dat meldt het Brusselse parket.<br />
daders zijn minderjarig gronden van niet toerekeningsvatbaarheid waartoe<br />
minderjarigheid behoort. Minderjarige daders die een MOF hebben gepleegd moeten in<br />
principe voor de jeugdrechter belanden. De jeugdrechter kan geen straf opleggen enkel<br />
maatregelen. Maar soms kan een minderjarige uit handen worden gegeven en als een<br />
volwassene worden berecht<br />
samenloop want verschillende feiten met eenheid van opzet<br />
3. Een bende dieven hebben in de Franse supermarktketen Monoprix al meermaals een<br />
grote slag kunnen slaan. Met een krachtige stofzuiger gaan ze aan de haal met grote<br />
hoeveelheden geld. Vd daders ontbreekt nog elk spoor.<br />
feiten niet in België maar op Frans grondgebied: maar t kan zijn dat België bevoegd is als<br />
aan bepaalde voorwaarden is voldaan (extraterritorialiteitsprincipe).<br />
bende dieven = pluraliteit van daders hoofdstuk vd deelneming<br />
4. Maandagochtend is op de Hoedemakerssquare in de Brusselse gemeente Evere een<br />
Axa-bankkantoor overvallend. Dat meldt de lokale politie. De gerant die het kantoor<br />
rond 8u.30 kwam openen, werd verrast door een aantal gewapende daders. Die<br />
overmeesterden hem en bonden hem vast, waarna ze ervandoor gingen met het<br />
aanwezige geld, zo’n 25000€.<br />
kwalificatie (=de naam vd misdrijf op de feiten zetten):gewapende overval = diefstal met<br />
verzwarende omstandigheden die maken dat de strafmaat moet worden aangepast (wapens, 2<br />
daders).<br />
<br />
5
INLEIDING<br />
I. BEGRIPSBEPALING<br />
1. Sleutelbegrippen<br />
Definitie strafrecht:<br />
Het (positief) strafrecht is (datgene dat vandaag de dag bestaat): “het geheel van rechtsregels<br />
die bepaalde gedragingen strafbaar stellen en sancties bepalen die op de daders van<br />
toepassing zijn.”<br />
Er zijn 3 sleutelbegrippen:<br />
1. Misdrijf<br />
= de gedraging waarop de wet een sanctie stelt. Het is een overkoepelende term die:<br />
overtredingen<br />
wanbedrijven<br />
misdaden<br />
omvat. Een gedraging kan enkel strafbaar zijn als er een wettelijke basis voor is.<br />
2. <strong>Strafrecht</strong>elijke sanctie<br />
= door de wet vastgestelde reacties op de schending vd strafrechtelijke normen. Het is de<br />
overkoepelende term voor:<br />
straf = de oplegging van leed als sanctie voor een gepleegd misdrijf.<br />
maatregelen<br />
Beiden kunnen aan een misdrijf gekoppeld worden.<br />
Het begrip sanctie is moeilijk te definiëren omdat de rechtscolleges hierover niet op 1 lijn<br />
zitten.<br />
<br />
Het EHRM beoordeeld sancties op hun wezenlijke punitiviteit. De internrechtelijke<br />
kwalificatie is geen doorslaggevende indicator. Er moet gekeken worden naar de aard<br />
en zwaarte v/dstraf om uit te maken of het een criminal charge in de zin van art. 6<br />
EVRM is. Dit kan tot gevolg hebben dat een initieel bestempelde bestuurlijke sanctie<br />
of maatregel uiteindelijk toch als strafrechtelijke sanctie moet worden beschouwd.<br />
Voor Cass. is straf = vergelding<br />
Sinds de 19 de eeuw heeft het strafrechtelijk sanctie-arsenaal een opmerkelijke evolutie gekend<br />
door:<br />
1. Het invoeren van beveiligingsmaatregelen<br />
2. Het stelselmatig invoeren van nieuwe straffen die beter zijn aangepast aan de ten laste<br />
gelegde feiten. Bv. de werkstraf, elektronisch toezicht,...<br />
3. Dader<br />
Dit begrip is verbonden met het begrip misdrijf. Misdrijven kunnen enkel door personen<br />
worden begaan.<br />
6
Als er geen dader is kan het strafrechtelijke handhavingsmechanisme wel van start gaan maar<br />
als de identificatie v/d dader uitblijft zal er geen sanctie opgelegd kunnen worden en mondt<br />
het uit in:<br />
een seponeringsbeslissing door het OM<br />
of een beschikking tot ontlasting van het onderzoek door de raadkamer als het om een<br />
gerechtelijk onderzoek gaat.<br />
Dit komt omdat men er in België vanuit gaat dat men niet strafrechtelijk verantwoordelijk<br />
gesteld kan worden voor andermans daad.<br />
De persoon v/d dader krijgt sinds de 19de eeuw meer aandacht:<br />
meer geïndividualiseerde sancties<br />
Sinds mei 1999 kunnen ook rechtspersonen strafrechtelijk verantwoordelijk gesteld<br />
worden voor misdrijven die hetzij een intrinsiek verband hebben met de<br />
verwezenlijking van hun doel of de waarneming van hun belangen of die voor hun<br />
rekening gepleegd werden.<br />
Misdrijven kunnen enkel door natuurlijke personen worden gepleegd.<br />
Een dier kan dat nieteigenaar/bewaker van het dier = aansprakelijk. (vroeger kon dit<br />
wel en waren er dierenprocessen).<br />
2. Kenmerken van het strafrecht<br />
A. <strong>Strafrecht</strong> = sanctierecht<br />
Het strafrecht beteugelt inbreuken op de gestelde normen. Naast het strafrecht kent men in<br />
België ook nog andere sanctiemechanismen zoals het bestuurlijk handhavingsapparaat.<br />
B. <strong>Strafrecht</strong> = legaal recht<br />
De wetgever moet optreden om een gedrag strafbaar te kunnen stellen = het<br />
legaliteitsprincipe: enkel wat als misdrijf is voorzien bij wet, kan worden bestraft.<br />
C. <strong>Strafrecht</strong> = publiek recht<br />
De staat heeft het monopolie tot bestraffen wanneer de openbare orde wordt aangetast. Bv.<br />
Diefstal = het bedrieglijk wegnemen van andermans goed = inbreuk op het eigendomsrecht.<br />
Het strafrecht treed niet op omdat privaatrecht werd gekrenkt maar omdat de OO werd<br />
aangetast.<br />
Met uitzondering vh klachtrecht (bij stalking, laster en eerroof, belaging) is het slachtoffer<br />
irrelevant. Het OM vertegenwoordigt de gemeenschap, niet het slachtoffer.<br />
<strong>Strafrecht</strong> is publiek recht en dus dwingend recht. Strafwetten zijn van openbare orde<br />
Er kan geen afbreuk aan worden gedaan:<br />
Er kunnen geen overeenkomsten over de strafwet worden gesloten.<br />
De toestemming van het slachtoffer zorgt er niet voor dat een misdrijf geen misdrijf<br />
meer is. ook hierop bestaan enkele uitzonderingen.<br />
<br />
7
De staat is geen noodzakelijk element van het strafrecht. Het initiatief voor vervolging ligt<br />
voornamelijk in handen van het OM, een overheidsorgaan dat de belangen v/d gemeenschap<br />
vertegenwoordigt (en niet de Belgische staat).<br />
D. <strong>Strafrecht</strong> = een autonome rechtstak<br />
Het strafrecht bepaalt eigen begrippen en is niet gebonden aan de invulling die door andere<br />
rechtstakken aan begrippen wordt gegeven. Aan de termen die voorkomen in de wetteksten<br />
moet een algemene gangbare betekenis worden gegeven = het beginsel v/d conceptuele<br />
autonomie van het strafrecht.<br />
Bv.:<br />
<br />
Volgens het strafrecht is 1 jaar gevangenisstraf niet hetzelfde als 12 maanden<br />
gevangenisstraf. 1 jaar is een zwaardere straf want het strafwetboek stelt 1 maand<br />
gelijk aan 30 dagen 12 maanden is dus korter.<br />
Nacht wordt op een bijzondere manier door het strafrecht gedefinieerd. Stel dat je een<br />
diefstal met geweld pleegde bij nacht dan betekent dat de diefstal tussen meer dan 1<br />
uur na zonsondergang en meer dan een uur voor zonsopgang is gepleegd. Vermits<br />
nacht een verzwarende omstandigheid is wordt eenzelfde diefstal die in de zomer om<br />
20 u wordt gepleegd minder hard bestraft dan een diefstal om hetzelfde uur in de<br />
winter.<br />
Onroerend goed: in het burgerlijk recht kan een goed onroerend zijn door ficties, het<br />
strafrecht volgt die ficties niet bv. men steekt een verankerd kunstwerk in brand dan<br />
moet dit volgens het strafrecht dit beschouwd worden als een roerend goed.<br />
II. HISTORISCH OVERZICHT EN THEORIEËN VAN HET STRAFRECHT<br />
In het begin werd het strafrecht beschouwd als iets privaatrechtelijks: oog om oog tand om<br />
tand.<br />
Een belangrijk figuur i.v.m. de evolutie van het strafrecht is<br />
Cesare Beccaria (18 de eeuw = tijdens de humanitaire periode)<br />
Zijn boek: “Over misdaden en straffen” uit 1764 is een protest tegen de wrede, inhumane en<br />
willekeurige straftoepassing van zijn tijd.<br />
Goede en heldere wetgeving die een maximaal welzijn voor een maximaal aantal mensen zou<br />
realiseren, stond centraal in zijn visie. Rechtszekerheid stond voorop, vandaar het<br />
legaliteitsbeginsel. (Geen willekeur meer). De straf moest snel op het misdrijf volgen, maar de<br />
beklaagde moest tijd hebben om zijn zaak voor te bereiden.<br />
Bestraffing moest noodzakelijk zijn en de doodstraf was uit den boze.<br />
Toch was Beccaria een kind van zijn tijd:<br />
Hij was lid vd adel en omschreef de massa als dom volk dat geneigd is om aan de<br />
leiband te lopen.<br />
Sprak niet van bestraffing met het oog op sociale wederaanpassing en rehabilitatie. De<br />
enige rechtvaardiging v/d straf is de afschrikkende werking ervan.<br />
Typerend is dat hij de eeuwige slavernij als zwaarste straf aanbeveelt.<br />
8
De opvattingen van Beccaria kregen een wettelijke gedaante in het recht dat uit de FR<br />
groeide. Onder andere in:<br />
<br />
Le Déclaration des droits l’homme et du citoyen<br />
De wet van januari 1790 die gelijke straffen oplegde, ongeacht de sociale rang<br />
schuldige<br />
Het huidig strafrecht<br />
De leer die ons strafrecht beheerst is de klassieke leer. Deze gaat uit van het postulaat vd vrije<br />
wil: elke persoon kan kiezen tussen goed en kwaad. Als hij kiest voor het kwade dan moet hij<br />
daarvoor gestraft worden. het schuldbegrip staat centraal. Vergelding en het voorkomen<br />
van recidive staat voorop. Deze leer laat sporen na in ons strafwetboek. Bv. Zo zijn de straffen<br />
zwaarder bij recidive. Omdat het schuldbegrip centraal staat gaat men er vanuit dat er voor<br />
personen die omwille van hun toestand (minderjarigen en geesteszieken) niet kunnen kiezen<br />
tussen het goede en het kwade geen strafrechtelijk circuit gevolgd kan worden.<br />
Opm. In de loop vd geschiedenis zijn er verschillende temperingen aangebracht aan de<br />
klassieke leer door o.a. de posivistische leer, de neoklassieke leer, de bisociologische school.<br />
veranderingen zoals het ontstaan van maatregelen i.p.v. straf voor geestesgestoorden en<br />
minderjarigen.<br />
III. INDELING VAN HET STRAFRECHT<br />
1. Algemeen en bijzonder deel<br />
Het materieel strafrecht strafprocesrecht = het formele strafrecht (procedures ten<br />
gevolge van het strafrecht).<br />
Het materieel strafrecht bestaat uit 2 delen:<br />
Algemeen deel (Boek I= art. 1-99 Sw + de complementaire wetten): met de regels die<br />
in principe op alle misdrijven van toepassing zijn/dat de algemene beginselen omvat.<br />
Het bevat 10 hoofdstukken.<br />
Bijzonder deel (Boek II = art. 101-566 Sw + de bijzondere strafwetten): Geeft<br />
misdrijven en hun bestraffing. Dit boek heeft 10 titels waarvan de laatste betrekking<br />
heeft op overtredingen en de andere op misdaden en wanbedrijven. Titel X<br />
(overtredingen)werd opgeheven door de art. 4 vd Wet van 17 juni 2004de<br />
overtredingen werden uit het Sw. gedepenaliseerd gemeenten kunnen deze feiten<br />
wel beteugelen met bestuurlijke sancties en hun reglementen en verordeningen. Door<br />
de wet van 20 juli 2005 werden enkele van deze overtredingen opnieuw in het Sw.<br />
ingevoerd.<br />
De gewoonte en het gebruik kunnen geen bron zijn van het materieel strafrecht omdat dat<br />
strijdig zou zijn met het legaliteitsprincipe.<br />
De belangrijkste bronnen van het Belgisch materieel strafrecht zijn:<br />
De strafwet<br />
Complementaire strafwetten<br />
9
Bijzondere strafwetten<br />
Een aantal bepalingen uit de GW<br />
Art. 14: Legaliteitsprincipe<br />
Art. 17 en 18: verbod van een algemene verbeurdverklaring en burgerlijke<br />
dood.<br />
Art. 110: de mogelijkheid voor de koning om genade te verlenen.<br />
Art. 88. onschendbaarheid vd koning.<br />
Art. 58, 59, 103, 120, 125: de onschendbaarheid en voorwaarden voor de<br />
opheffing vd strafrechtelijke immuniteit van federale/regionale<br />
parlementsleden en ministers.<br />
2. Het strafwetboek<br />
Toen België in 1830 onafhankelijk werd was de Franse Code Pénal van toepassing. In de<br />
periode 1815-1830 probeerde koning Willem I een eigen reeks nationale wetboeken in te<br />
voeren maar dat is mislukt (veel kritiek op want wilde opnieuw de doodstraf, ophanging,…<br />
invoeren). Wel werden er temperingen aangebracht in het Napoleontisch strafwetboek door de<br />
Hollandse periode. Bv. de invoer vd mogelijkheid om straffen te verminderen wegens<br />
verzachtende omstandigheden.<br />
Het Sw. kwam in 1867 tot stand nadat minister de Haussy in 1848 een commissie had<br />
opgesteld die het strafrecht moest herzien en een nieuw strafwetboek moest opstellen. Haus<br />
en Nypels speelden hierbij een cruciale rol.<br />
Het Sw. is doordrongen met principes vd klassieke school en kreeg kracht van wet in oktober<br />
1867. De officiële Nederlandse versie kwam tot stand bij wet van 10 juli 1964. in de loop der<br />
jaren werd het gewijzigd en aangevuld.<br />
3. Complementaire wetten<br />
Complementaire straffen horen strikt genomen niet tot het strafwetboek maar wel tot het<br />
materieel strafrecht. Ze hebben een algemene draagwijdte.<br />
De belangrijkste zijn:<br />
Wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden<br />
Wet van 9 april 1930 topt bescherming vd maatschappij tegen abnormalen,<br />
gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten<br />
Wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie.<br />
Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming<br />
Wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie vd veroordeelden tot een<br />
vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam vd<br />
strafuivoeringsmodaliteiten.<br />
4. Bijzondere strafwetten<br />
Hebben betrekking op bijzondere materies of bepaalde categorieën van personen. hebben<br />
geen algemene draagwijdte.<br />
10
Sommige vormen een bijzonder strafrechtelijk systeem en hebben de gedaante van wetboeken<br />
aangenomen. bv. Het Militair Strafwetboek.<br />
Ze kunnen grotendeels of uitsluitend van strafrechtelijke aard zijn.<br />
In vele sociale, economische, fiscale en milieuwetten zijn strafbepalingen opgenomen. Deze<br />
worden ook gerekend tot bijzondere wetten.<br />
5. Art. 100 Sw.<br />
Art. 100 Sw.: “Bij gebreke van andersluidende bepalingen in bijzondere wetten en<br />
verordeningen, worden de bepalingen van het eerste boek van dit wetboek toegepast op de<br />
misdrijven die bij die wetten of verordeningen strafbaar zijn gesteld, met uitzondering van<br />
hoofdstuk VII en artikel 85”.<br />
Dit is een geïsoleerd artikel dat niet behoort tot boek I of II. Het is een scharnierartikel. Het<br />
heeft betrekking op de toepasselijkheid van het strafrecht van gemeen recht op de bijzondere<br />
wetten.<br />
De beginselen van het gemeen strafrecht zijn van toepassing op:<br />
het bijzondere strafrecht van boek II<br />
op de bijzondere strafwetten behoudens:<br />
afwijkingen voorzien in de bijzondere strafwetten (lex specialis derogat lex<br />
generalis)<br />
de regels inzake de strafbare deelneming (Hfdst. VII Sw.) en inzake de<br />
toepassing vd verzachtende omstandigheden m.b.t. wanbedrijven (art. 85 Sw.)<br />
Tenzij de bijzondere strafwet die 2 zaken expliciet wel van toepassing verklaart (is<br />
heel vaak het geval).<br />
HOOFDSTUK 1. DE STRAFWET<br />
I. HET LEGALITEITSPRINCIPE<br />
1. Begripsbepaling<br />
Het legaliteitsprincipe ligt ten grondslag vh strafrecht (<strong>Strafrecht</strong> = legaal recht) en impliceert<br />
dat:<br />
Geen gedrag mag als misdrijf worden benoemd, zolang de wetgever het niet zo heeft<br />
genoemd. Een gewoonte/gebruik kan geen misdrijf zijn.<br />
Op een misdrijf mag enkel de straf die bij wet is voorzien worden opgelegd.<br />
De burger moet inzicht hebben in welke gedragingen strafbar zijn Een straf kan enkel<br />
worden ingevoerd krachtens de wet + er is een verbod van terugwerkende kracht: de bepaling<br />
moet aan de strafbare handeling voorafgaan, er is wel een uitzondering opgenomen voor de<br />
mildere strafwet.<br />
Het legaliteitsprincipe vindt zijn oorsprong in de 18 de eeuw als reactie tegen de vorstelijke en<br />
rechterlijke willekeur. Beccaria en Von Feuerebach zijn de geestelijke vaders. Von Feuerbach<br />
formuleerde de regel in 1801 voor het eerst in het Latijn:<br />
<br />
11
“Nullum crimen sine lege & Nulla poena sine lege.”<br />
(Geen misdrijf zonder wet & Geen straf zonder wet)<br />
Het legalitetisprincipe is opgenomen in:<br />
De GW:<br />
Art. 14 GW<br />
Art. 12 lid 2<br />
Internationale verdragen:<br />
Art. 7 E.V.R.M. + Art. 14 I.V.B.P.R. : niemand kan worden veroordeeld voor<br />
een handelen/nalaten dat geen strafbaar feit was naar nationaal of<br />
internationaal recht tijdens de handeling/het nalaten.<br />
Sw.:<br />
Art. 2 lid 1 SW: geen misdrijf kan worden gestraft et straffen die bij wet niet<br />
waren ingesteld voordat het misdrijf werd gepleegd.<br />
2. Gevolgen<br />
1. De vereiste van een wettekst<br />
Hieronder vallen:<br />
Akten vd wetgevende macht<br />
Ordonnanties en decreten (vd gemeenschappen en de gewesten) kunnen zelf in<br />
straffen voorzien voor zover het gaat over hun bevoegdheid. Ze kunnen voor<br />
bijzondere inbreuken vd automatische toepassing van Boek I afwijken maar niet op<br />
algemene wijze. Het eensluidende advies vd federale Ministerraad is wel vereist voor<br />
iedere beraadslaging in de gemeenschaps- of gewestregering over een voorontwerp<br />
van decreet/ordonnantie waarin een straf/strafbaarstelling is opgenomen waarin Boek I<br />
Sw. niet in voorziet.<br />
Een decretale bepaling die als straf een geldboete met een progressief karakter<br />
voorziet, doordat het bedrag stijgt naarmate dat de inbreuk ernstiger is, vereist geen<br />
advies vd ministerraad want is al voorzien in Boek I Sw. Een verplichte tijdelijke of<br />
definitieve stopzetting van vergunningspichtige activiteiten is wel te beschouwen als<br />
een nieuwe straf. Onder nieuwe strafbaarstelling moet o.m. worden begrepen het<br />
leggen vd strafrechtelijke verantwoordelijkheid bij een andere persoon dan diegene die<br />
is veroordeeld.<br />
Uit art. 14 GW volgt dat geen straf kan worden ingevoerd dan krachtens een wet ook de<br />
uitvoerende macht heeft een reglementaire bevoegdheid. Binnen bepaalde perken kan zij<br />
feiten strafbaar stellen en sancties bepalen. Bv. er is een algemene federale drugswet maar er<br />
bestaan ook KB’s over.<br />
De gemeenten hebben sinds de inwerkingtreding v/d wetten van 7 mei en 17 juni 2004<br />
(gewijzigd door de reparatiewet van juli 2005) ruimere bevoegdheden gekregen. De<br />
gemeenteraad kan straffen en bestuurlijke sancties bepalen voor de overtreding van zijn<br />
reglementen of verordeningen. !De straffen mogen de politiestraffen niet te boven gaan.<br />
Mogelijke bestuurlijke sancties zijn:<br />
Een bestuurlijke geldboete tot 250€<br />
De schorsing of intrekking v/e vergunning<br />
12
De tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting<br />
!In principe mag de gemeenteraad niet zelf in straffen/bestuurlijke sancties voorzien voor<br />
overtredingen die reeds bij wet, decreet of ordonnantie worden bestraft. UITZ. Art. 119 bis §2<br />
Nieuwe Gemeentewet waarin gemeenten in bestuurlijke sancties kunnen voorzien voor een<br />
aantal strafbare feiten die al door het Sw. Strafbaar worden gesteld. Er bestaat een procedure<br />
om te vermijden dat er zowel op bestuursrechtelijk als op strafrechtelijk vlak een sanctie zou<br />
worden opgelegd.<br />
Tot op heden waren de Europese rechtsregels een onrechtstreekse bron voor het strafrecht<br />
voor wat de invoering vd strafbaarstelling betreft. Omzetting in nationale wetgeving is in<br />
principe steeds nodig. De greep vd EU op het strafrechtelijk beleid vd lidstaten groeit echter<br />
aanzienlijk. De Europese regelgever gebruikt graag het kaderbesluit. Deze worden met<br />
unanimiteit aangenomen door de Raad v/d EU, op voorstel v/d Commissie, met een geringe<br />
Europese parlementaire inbreng (m.a.w. de uitvoerende macht als wetgever). In het arrest<br />
Advocaten voor de wereld van 3 mei 2007 bestempelde het HvJ het gebruik van<br />
kaderbesluiten in het strafrecht als geldig. Zo strekken een reeds kaderbesluiten ertoe om<br />
nieuwe misdrijven te creëren of bestaande delicten en sancties te harmoniseren in de Europese<br />
rechtsruimte. Uit het arrest van 16 juni 2005 inzake Pupino volgde al dat de kaderbesluiten<br />
v/d raad v/d EU kunnen doorwerken in het strafrecht en dat rechters binnen bepaalde<br />
voorwaarden gehouden zijn tot kaderbesluitsconforme interpretatie, zelfs als deze nog niet<br />
werden omgezet in de interne rechtsorde. Uit een ander arrest van het HvJ van 13 september<br />
2005 volgt impliciet maar zeker dat de Europese Commissie de bevoegdheid heeft in<br />
richtlijnen strafrechtelijke sancties te introduceren die nodig zijn voor de handhaving v/d<br />
Europese wetgeving.<br />
De vereiste van een formele wettekst wordt afgezwakt in:<br />
Art. 7 lid 2 E.V.R.M.<br />
Art. 15, lid 2 I.V.B.P.R.<br />
Een gedraging die een misdrijf uitmaakt overeenkomstig “de algemene rechtsbeginselen<br />
erkend door de beschaafde volkeren” worden vervolgd en bestraft. Dit wordt ook wel de<br />
Nurenbergclausule van het legaliteitsprincipe genoemd.<br />
B. Verbod van terugwerkende kracht<br />
De wettelijke strafbepaling moet de strafbare gedraging voorafgaan.<br />
Uitzondering: de terugwerkende kracht vd mildere strafwet.<br />
C. Lex certa principe<br />
De rechtszekerheid is gebaat met een nauwkeurige omschrijving v/d strafbare feiten en op te<br />
leggen straffen. De wetgever moet vage strafbepalingen vermijden.<br />
Het GWH heeft al meermaals geoordeeld dat te vage wetsbepalingen strijdig zijn met het<br />
legaliteitsprincipe. Ook heeft het zich bevoegd verklaard om zich uit te spreken over de vraag<br />
of het verschil in strafmaat tussen 2 strafbaarstellingen verenigbaar is met het<br />
gelijkheidsbeginsel.<br />
D. Verbod van analogie!!!!!<br />
<br />
13
Alleen een gedraging die aan een wettelijke omschrijving beantwoordt kan aanleiding geven<br />
tot bestraffing. Een analogische toepassing (= toepassing vd strafwet op vergelijkbare<br />
gevallen) van strafbepalingen is verboden de wettekst krijgt de interpretatie die hem z’n<br />
doel niet doet missen. Hiervoor zijn verschillende methoden:<br />
Uitlegging door wetgever (authentieke interpretatie)<br />
Door rechtsleer (doctrinale interpretatie)<br />
Door rechtspraak (jurisprudentiële interpretatie)<br />
Tussen de beperkte taalkundige en verboden analogische interpretatie is er nog ruimte voor<br />
<br />
een toegelaten extensieve of verruimde interpretatie. Dit is moeilijk want waar ligt de<br />
grens? Er zijn 2 voorwaarden: feit onder wettelijke definitie + zekerheid v/d wil<br />
wetgever.<br />
Vb. Valsheid in geschriften. De RP heeft aangegeven dat vervalsen van een<br />
nummerplaat moet vervolgd worden als valsheid in geschriften. = toegelaten vorm van<br />
verruimde interpretatie<br />
en een evolutieve of progressieve (feiten niet voorzien door de wetgever) interpretatie.<br />
Vb.<br />
Diefstal van elektriciteit. Kan dit vervolgd worden onder het basisartikel van<br />
diefstal? De RP oordeelde van wel.<br />
Het stelen ve bankkaart en kraken vd code om zo geld af te halen werd door de<br />
RP vervolgd als diefstal met valse sleutels, sinds 2002 valt dit onder het<br />
misdrijf van informaticabedrog.<br />
Problemen kunnen rijzen als de wettekst zelf klaar en duidelijk is, maar niet in<br />
overeenstemming is met de ratio legis Cass. De parlementaire voorbereidingen van een<br />
wet kunnen niet worden aangevoerd tegen de klare en duidelijke tekst ervan.<br />
Verdeeldheid in de RL omtrent de uitlegging v/e wetsbepaling kan nooit tot gevolg hebben<br />
dat zij voor de strafrechter, die deze wetsbepaling toepast, een twijfel doet ontstaan welke de<br />
beklaagde ten goede moet komen. Het adagium in dubio pro reo heeft geen betrekking op de<br />
toepasselijkheid v/e strafbepaling en evenmin op de regelmatigheid v/d strafvervolging,<br />
aangezien de strafrechter de plicht heeft zich hierover uit te spreken.<br />
Opm.:<br />
1. Verdachte: Dit is de algemene term: de persoon tegen wie een strafrechtelijk<br />
onderzoek loopt omdat men hem ervan verdenkt een misdrijf te hebben gepleegd . Dit<br />
kan zowel een opsporingsonderzoek als een gerechtelijk onderzoek zijn.<br />
2. Inverdenkinggestelde: idem maar dan in het kader van gerechtelijk onderzoek<br />
3. Inbeschuldiginggestelde: eenmaal iemand in beschuldiging gesteld is betekent het dat<br />
hij voor assisen berecht zal worden.<br />
4. Beschuldigde = iemand die voor assisen staat.<br />
5. Beklaagde: deze wordt naar de politie of correctionele rechtbank verwezen.<br />
6. Veroordeelde: pas vanaf iemand tot een straf is veroordeeld<br />
.II. TOEPASSING VAN DE STRAFWET RATIONE TEMPORIS<br />
14
Het strafrecht evolueert, de wetten worden gewijzigd.<br />
1. Geldingsduur van de strafwet<br />
De strafbepaling moet bestaan op het moment vh plegen van een misdrijf. Dit is een<br />
uitvleoisel van het legaliteitsprincipe.<br />
De geldingsduur van strafwetten start vanaf de inwerkingtreding en duurt tot de<br />
opheffing/vernietiging.<br />
De strafwet moet overeenkomstig de publiekrechtelijke bepalingen (BS) bekend gemaakt<br />
worden en er moet een bepaalde periode verstreken zijn na de bekendmaking (10 dagen na<br />
bekendmaking tenzij anders bepaald wordt).<br />
Er geldt een onweerlegbaar vermoeden dat iedereen geacht wordt de wet te kennen (iuris et de<br />
iure). Slechts in uitzonderlijke gevallen kan beroep worden gedaan op de<br />
schuldontheffingsgrond vd onoverwinnelijke rechtsdwaling.<br />
Strafwetten hebben bindende kracht zolang ze niet zijn opgeheven. De opheffing kan<br />
uitdrukkelijk of stilzwijgend (bv. als de nieuwe strafwet de oude onmogelijk maakt) en geheel<br />
of slechts gedeeltelijk zijn. Dat een wet in onbruik is geraakt, wil niet zeggen dat ze is<br />
opgeheven.<br />
2. Werking van de strafwet in de tijd<br />
Het (straf)recht evolueert strafwetten worden aangevuld en gewijzigdontstaan van<br />
nieuwe misdrijven, verzwaring/verzachting van straffen,…<br />
A. De niet-terugwerkende kracht van de strafwet<br />
= de niet-retroactiviteit vd strafwet.<br />
Het uitgangspunt staat in art. 2, lid 2 Sw. art 7 EVRM en art. 15 IVBPR: “Geen misdrijf kan<br />
worden gestraft met straffen die bij de wet niet waren gesteld voordat het misdrijf werd<br />
gepleegd.”<br />
Om uit te maken of een feit strafbaar is moet men kijken naar het tijdstip waarop de handeling<br />
is gepleegd. Als er op dat moment een wetsbepaling was die de handeling strafbaar stelde is<br />
het feit strafbaar en is de straf diegene die op dat moment was gesteld.<br />
Het principe van niet-terugwerkende kracht geldt alleen voor straffen en niet voor:<br />
(beveiligings)maatregelen en bestuurlijke sancties.<br />
Wetten betreffende de bevoegdheid en de rechtspleging (bv. wetten die een<br />
verjaringstermijn verlengen)<br />
Interpretatieve wetten<br />
Goedkeuringswetten van uitleveringsverdragen (een uitleveringsverdrag verruimt<br />
enkel de gevallen van internationale rechtshulp).<br />
<br />
15
B. De terugwerkende kracht van de mildere strafwet (lex mitior)<br />
Opm. Mogelijke examenvraag: Wat is de lex mitior?<br />
Dit principe vind je terug in art. 2 lid 2 Sw. ( “Indien de straf ten tijde van het vonnis bepaald,<br />
verschilt met die die ten tijde van het misdrijf was bepaald wordt de minst zware straf<br />
toegepast.”) en geldt alleen als er nog geen definitieve uitspraak is (als een uitspraak nog<br />
geen Kracht van gewijsde heeft) over de feiten.<br />
Bv. Het misdrijf van overspel werd opgeheven bij Wet van 20 mei 1987. Iemand die de feiten<br />
van overspel gepleegd had op 1 april 1987 maar voor de correctionele rechtbank verscheen op<br />
1 juni 1987 kon niet meer gestraft worden.<br />
Stel dat de wet voor een beklaagde gunstiger is geworden na een vonnis vd correctionele<br />
rechtbank, dan zal de lex mitior door het hof van beroep moeten worden toegepast. Als het<br />
vonnis definitief was (= als de uitspraak niet meer vatbaar is voor hoger beroep, cassatie of<br />
verzet binnen de gewone termijn) kan de beklaagde zich niet beroepen op de lex mitior. Wel<br />
kan hij zich beroepen op het genaderecht v/d koning om de straf kwijt te schelden/<br />
verminderen.<br />
Ook wetten die voor de beklaagde/verdachte een gunstige uitwerking hebben, hebben<br />
terugwerkende kracht. Bv. de afschaffing van een verzwarende omstandigheid, de invoering<br />
van een nieuwe rechtvaardigingsgrond, schuldontheffingsgrond of verschoningsgrond, de<br />
verzachting vh bestraffingsysteem vd herhaling.<br />
Als de nieuwe wet voor bepaalde aspecten strenger is, maar in andere opzichten milder moet<br />
een combinatie worden gemaakt. Bv. als de strafmaat is verlaagd maar de strafbaarstelling<br />
strenger is geworden). De rechter zal dan de strafbaarstelling van ervoor moeten gebruiken en<br />
de mildere straf vd nieuwe wet moeten opleggen.<br />
Bepalen welke straf het zwaarst is, is niet altijd even makkelijk. Het bepalen vd zwaarste straf<br />
kadert niet alleen in het hoofdstuk vd toepassing vd strafwet in de tijd maar is ook relevant<br />
voor:<br />
De straftoemeting in het kader vd samenloop. Bij eendaadse samenloop van<br />
misdrijven mag enkel de zwaarste straf worden uitgesproken (art. 65, lid 1Sw.).<br />
In geval ve laattijdig voortgezet of collectief misdrijf mag het geheel vd uitgesproken<br />
straffen het maximum vd zwaarste straf niet te boven gaan (art. 65,lid 2 Sw.).<br />
Ook op het vlak vd strafprocedure speelt de zwaarte vd straf een rol. Bij verzet of<br />
hoger beroep mag de rechter de toestand vd beklaagde niet verzwaren. Ook mag het<br />
strafgerecht in hoger beroep de in eerste aanleg uitgesproken straffen krachtens art<br />
211bis Sv. slechts verzwaren met eenparigheid van stemmen.<br />
<br />
16
Uit de RP van Cass kunnen de volgende regels afgeleid worden:<br />
Opm:<br />
Er bestaan 2 soorten criminele straffen: opsluiting en hechtenis. Hechtenis is minder<br />
zwaar want is een politieke straf.<br />
Een gevangenisstraf is zwaarder dan een geldboete/werkstraf<br />
Een geldboete is minder zwaar dan een werkstraf<br />
De supperboete is zwaarder dan een geldboete<br />
Als de ene wet in een gevangenisstraf als hoofdstraf en een geldboete als mogelijke<br />
bijkomende straf voorziet en de andere niet in een gevangenisstraf als hoofdstraf voorziet is<br />
de laatste wet milder. Zelfs al was de gevangenisstraf facultatief onder de 1 ste wet en voorziet<br />
de 2 de wet in een hogere geldboete als hoofdstraf en een rijverbod als bijkomende straf dan<br />
nog is de 2 de wet milder.<br />
De strengheid van 2 wetten wordt beoordeeld in abstracto en niet volgens de in concreto door<br />
de rechter meestal gemaakte keuze.<br />
Het uitgangspunt bij de vergelijking van straffen met een verschillende natuur = de<br />
gevangenisstraf moet als een zwaardere straf worden beschouwd dan de geldboete en dat de<br />
werkstraf zich situeert tussen de gevangenisstraf en de geldboete.<br />
De hanteerbaarheid van deze regels staat soms ter discussie. In het kader vd nieuwe<br />
wegreglementering waarbij de gevangenisstraffen werden afgeschaft en geldboeten werden<br />
opgewaardeerd tot superboetes en het verval van het recht tot sturen in veel gevallen een<br />
verplichte bijkomende straf werd oordeelde het GWH dat de nieuwe wet = de zwaarste straf<br />
omdat de ratio legis een strengere verkeerswet te maken omdat de gevangenisstraf in de<br />
praktijk amper werd uitgesproken. afbreuk aan het principe dat de gevangenisstraf zwaarder<br />
is dan de geldboete ongeacht het bedrag. Cass wijzigde zijn RP in navolging vd RP van het<br />
GWH maar enkel m.b.t. deze artikelen vd wegverkeerswet.<br />
<br />
17
De werkstraf wordt door de RP aanvaard als minder zwaar dan de gevangenisstraf omdat de<br />
weerslag op de individuele vrijheid geringer is. Om dezelfde reden is de werkstraf zwaarder<br />
dan de geldboete. Het lijkt of het arbitragehof aan dit uitgangspunt heeft geraakt in 2007 door<br />
te oordelen dat de wet van 2002 tot invoering vd werkstraf als autonome straf in correctionele<br />
en politiezaken art 10 en 11 GW schendt in zoverre de beklaagde bij verstek is veroordeeld tot<br />
een geldboete niet toestaat op verzet te vragen dat een werkstraf wordt uitgesproken. GWH<br />
volgt deze redenering min of meer in het kader vd toepassing v art 211bis Sv. de subjectieve<br />
beoordeling vd straf wint terrein ook bij Cass. In een arrest van juni 2007 oordeelde dat het<br />
relatieve gevolg v verzet niet wordt miskend door alleen op het rechtsmiddel vd beklaagde<br />
een geldboete te vervangen door een werkstraf.<br />
Uitzonderingen op de terugwerkende kracht van mildere strafwet zijn:<br />
<br />
Gelegenheidswetten: worden ingevoerd voor uitzonderlijke omstandigheden en<br />
worden opgeheven als de uitzonderlijke omstandigheden genormaliseerd zijn.<br />
Opm. Stel dat. x wordt vervolgd voor iets wat strafbaar was door een gelegenheidswet<br />
maar dat tijdens de procedure de gelegenheidswet wordt opgeheven dan zal hij toch<br />
nog vervolgd worden. Wel kan men ermee rekening houden als verzachtende<br />
omstandigheid.<br />
tijdelijke wetten: gelegenheidswetten waarin de geldingsduur uitdrukkelijk is<br />
opgenomen. De feiten die in deze wetten = strafbare gedragingen zijn enkel strafbaar<br />
als ze gepleegd worden binnen de door de wet bepaalde periode. Nadien niet meer.<br />
Uitvoeringsreglementering: als de wet enkel een algemeen kader formuleert en de<br />
uitwerking vd strafbepalingen aan de koning wordt overgelaten = blanco-strafwetten.<br />
Als een wijziging wordt aangebracht aan de uitvoeringsreglementen zonder dat de<br />
blanco-strafwet wordt gewijzigd is art 2 lid 2 Sw niet van toepassing.<br />
Dit wordt bevestigd door Cass: art 2 lid 2 Sw. is niet van toepassing als een vroeger besluit<br />
wordt vervangen door een late zonder dat de wet zelf wordt gewijzigd. De feiten die door het<br />
vroegere besluit strafbaar waren ten tijde waarop ze werden gepleegd blijven strafbaar. Zelfs<br />
als ze ingevolge het latere besluit, genomen ter uitvoering van dezelfde wet die niet werd<br />
gewijzigd, ten tijde vd uitspraak geen strafbaar feit meer opleveren.<br />
Oefening m.b.t. de zwaarste straf<br />
Opsluiting 20-30j > opsluiting 10-15j<br />
Opsluiting 5-10j > gevangenisstraf 10j<br />
de correctionele straf is het zwaarste<br />
Opsluiting 5-10j > hechtenis 5-10j<br />
2 criminele straffen de politieke straf is minder zwaar<br />
Gevangenisstraf 8dagen-1maand > geldboete 100.000euro<br />
beide correctionele straffen en dan val je onder de principiële vuistregel<br />
18
Natuur : gevangenisstraf = zwaarder dan geldboete MAAR bij verkeerswetgeving<br />
nuancering<br />
Gevangenisstraf 1maand-1j > gevangenisstraf 8dagen-1j<br />
beiden correctionele straffen jurisprudentiële regels. Je kijkt naar het max. vd<br />
hoofdstraf = hier hetzelfde. Nu kijken naar min vd hoofdstraf 1 maand is meer dan<br />
8 dagen.<br />
Gevangenisstraf 8d -6m. en/of geldboete 26-500euro > gevangenisstraf 1m-6m<br />
en/of = strafrechter kan kiezen<br />
kijken naar max hoofdstraf<br />
kijken naar max bijkomende straf 1 ste misdrijf kent als enige bijkomende<br />
strafzwaarder<br />
het heeft geen belang dat de bijkomende straf slechts facultatief is. van zodra de<br />
mogelijkheid er is om een bijkomende straf op te leggen gelden de klassieke regels.<br />
Oefening:<br />
1) Het principe vd autonomie van het strafrecht:<br />
a) is een uitvloeisel van het lex certa-principe in strafzaken;<br />
neen het is een gevolg vh legaliteitsprincipe, de wetgever moet duidelijke<br />
teksten maken. Het heeft niets te maken met autonomie<br />
b) heeft tot gevolg dat een delictsomschrijving ruim mag worden geïnterpreteerd;<br />
heeft niets met autonomie te maken. De interpretatie = gevolg v<br />
legaliteitsprincipe. Onder bepaalde voorwaarden mag de strafwet verruimd<br />
geïnterpreteerd w : evolutieve interpretatie en verruimde interpretatie naar de ratio<br />
legis.<br />
c) heeft tot gevolg dat bij onduidelijkheid vd gebruikte bewoordingen vd<br />
delictsomschrijving voorrang moet worden gegeven aan de verantwoording<br />
gegeven in de parlementaire voorbereidingen boven de dagdagelijkse betekenis vd<br />
woorden;<br />
fout<br />
d) geen der sub a), b) en c) geformuleerde antwoorden is het juiste.<br />
1. Bij opeenvolgende wetten in de tijd is het correct te stellen dat<br />
a) een wet die een gevangenisstraf van minimum 6 maanden en maximum 3 jaar<br />
vervangt door een gevangenisstraf van minimum 6 maanden en maximum 5 jaar<br />
milder is?<br />
= beiden correctionele straf max hoofdstraf nieuwe wet is zwaarder.<br />
b) een wet die een gevangenisstraf van minimum 1 dag en maximum 7 dagen vervangt<br />
door een geldboete van minimum 26 euro en maximum 50 euro milder is?<br />
gevangenisstraf= politiestraf w vervangen door geldboete = correctionele strafis<br />
zwaarder dan politiestraf dus fout antwoord<br />
c) een wet die een gevangenisstraf van minimum 1 maand en maximum 3 jaar én<br />
geldboete van minimum 26 euro en maximum 100 euro vervangt door een<br />
gevangenisstraf van minimum 6 maand en maximum 3 jaar én geldboete van<br />
minimum 30 euro en maximum 50 euro milder is?<br />
19
2 correctionele straffen die beiden hoofdstraf en bijkomende straffen hebben<br />
kijken naar max hoofdstraf en dan naar bijkomende 50€ is milder antwoord c is<br />
het juiste antwoord<br />
d) Geen der sub a), b) en c) geformuleerde antwoorden is het juiste.<br />
III. TOEPASSING VAN DE STRAFWET RATIONE LOCI<br />
Opdat een gedraging strafbaar zou zijn is ook vereist dat de staat rechtsmacht heeft m.b.t. de<br />
plaats waar de strafbaar gestelde gedraging plaatsvond.<br />
1. Grondbeginselen<br />
Worden geformuleerd in:<br />
Artikel 3 Sw.: “Het misdrijf op het grondgebied van het rijk door Belgen of door<br />
vreemdelingen gepleegd wordt gestraft overeenkomstig de bepalingen vd Belgische<br />
wetten.<br />
gaat over het territorialiteitsprincipe. De strafwet geldt enkel op het nationale<br />
grondgebied, maar is op iedereen toepasselijk (op enkele uitzonderingen na).<br />
Artikel 4 Sw.: “Het misdrijf buiten het grondgebied van het rijk door Belgen of door<br />
vreemdelingen gepleegd wordt in België niet gestraft dan in de gevallen bij wet<br />
bepaald.”<br />
benadrukt het extraterritorialiteitsbeginsel, het breidt de werkingssfeer vd Belgische<br />
strafwetten uit tot de misdrijven gepleegd in het buitenland. (uitzonderingsregime.)<br />
De uitzonderingen kennen allemaal een wettelijke grondslag. Je moet steunen op het<br />
wetboek van strafvordering waarin je al deze uitzonderingen terugvindt in de<br />
voorafgaande tittel art. 6 tem 14.<br />
De plaats waar het misdrijf wordt gepleegd, noemt men de locus delicti.<br />
2. Afbakening van het Belgisch grondgebied<br />
Het grondgebied ve staat = de oppervlakte vd aarde waarop hij zijn soevereintiteitsrechten<br />
uitoefent. Men onderscheidt:<br />
Het reëel grondgebied omvat het gebied binnen de landsgrenzen zoals zij aangewezen<br />
zijn bij wetten en verdragen.<br />
Het fictief grondgebied omvat o.m. de schepen die varen onder Belgische vlag en de<br />
Belgische staats- of particuliere luchtvaartuigen.<br />
Belgische schepen worden geacht Belgisch grondgebied te zijn ongeacht de<br />
plaatst en aard vh misdrijf..<br />
Opm. Misdrijven die binnen de territoriale wateren zijn gepleegd vallen<br />
ongeacht de vlaggenstaat onder de Belgische strafwet.<br />
Op Belgische koopvaardijschepen en vissersvaartuigen is de BE<br />
strafwet van toepassing op de aan boord gepleegde misdrijven ongeacht<br />
waar het schip zich bevindt. het kan dat naast de BE strafwet ook<br />
een vreemde strafwet van toepassing is.<br />
20
Vreemde oorlogsschepen in Belgische wateren zijn onschendbaar en<br />
vallen onder de jurisdictie vd vreemde staat. Maar als de<br />
bemanningsleden aan land misdrijven van gemeenrecht plegen kan BE<br />
er wel kennis van nemen.<br />
Vreemde koopvaardijschepen en vissersvaartuigen in Belgische<br />
territoriale wateren vallen onder de BE strafwet.<br />
Door volkenrechtelijke bepalingen treedt de BE strafwet niet op tenzij:<br />
Het misdrijf op BE grondgebeid gevolgen heeft<br />
Het de OO verstoort op BE grondgebied of in de BE territoriale<br />
wateren.<br />
Door de kapitein/consul de hulp vd plaatselijke autoriteiten is<br />
ingeroepen<br />
Het misdrijf verband houdt met de onrechtmatige handel in<br />
verdovende middelen.<br />
Vreemde luchtvaartuigen worden met vreemd grondgebied gelijkgesteld tenzij<br />
de dader of het slachtoffer vd misdaad de Belgische nationaliteit heeft of het<br />
vliegtuig na een misdaad in België landt.<br />
Naast het fictief en reëel grondgebied geldt er een specifieke regeling voor buitenlandse<br />
zendingen en internationale instellingen. Strikt genomen behoren ambassades, consultaten en<br />
intra of supranationale gebouwen tot het grondgebied plaatselijke wet v toepassing MAAR<br />
in praktijk hebben deze gebouwen een zekere onschendbaarheid (functionele theorie).<br />
3. De locus delicti<br />
Een gewapende man bevindt zich op Belgisch grondgebied. Hij schiet een man neer die op<br />
Nederlands grondgebied verblijft. Het slachtoffer overlijdt een paar uur later in een Duits<br />
ziekenhuis.<br />
De strafbare feiten kunnen niet altijd uitsluitend gelinkt worden aan één plaats. Het Sw.<br />
kent geen bepaling die bepaalt onder welke voorwaarden België de locus delictie oplevert. Er<br />
werden de volgende theorieën over ontwikkeld in de RP en RL:<br />
Leer vd lichamelijke gedraging: het misdrijf moet gelokaliseerd worden op de plaats<br />
van lichamelijk gedraging<br />
De gedraging moet in België hebben plaatsgevonden ook al treedt het gevolg in het<br />
buitenland in.<br />
In het vb. is België de locus delicti<br />
Leer van het gevolg: waar de door de strafwet beschermde belangen zijn geschonden<br />
in het vb. is dat Duitsland (hier treedt het gevolg vd fysieke handeling in).<br />
Leer van het instrument: waar het instrument zijn ‘werk’ doet<br />
In het vb. Nederland<br />
Ubiquiteitstheorie (ubiquitas =overal): = combinatie vd vorige theorieën. Niet langer<br />
één land levert de locus delicti op, maar ieder land waar één vd constitutieve<br />
elementen van het misdrijf hebben plaatsgevonden kan het locus delicti zijn<br />
in het vb. Duitsland, België en Nederland<br />
21
!!Een ver verwijderd gevolg volstaat niet om het misdrijf in België te kunnen lokaliseren. Bv.<br />
(zie casus bovenaan) Als de echtgenote vh slachtoffer in Spanje zit en een hartstilstand krijgt<br />
na het horen vh nieuws is het in Spanje optredend gevolg geen constitutief element vh<br />
misdrijf. Determinerend is de manier waarop het misdrijf gedefinieerd wordt in de wet en vd<br />
constitutieve elementen die in deze definitie zijn opgenomen.<br />
België volgt de laatste theorie, bovendien wordt ook de theorie vd ondeelbaarheid gevolgd.<br />
Op grond hiervan mag de Belgische rechter kennis nemen van alle elementen van het misdrijf<br />
die een ondeelbaar geheel vormen met het misdrijf dat op Belgisch grondgebied is<br />
voorgevallen.als het hoofdfeit in België wordt gepleegd worden de in het buitenland<br />
uitgevoerde daden van deelneming geacht in België te zijn gebeurd. De leer vd<br />
ondeelbaarheid kan ook een uitwerking hebben op de voortdurende, voortgezetten of<br />
collectieve misdrijven.<br />
4. Territorialiteitsprincipe (art. 3 Sw.)<br />
Hierdoor zijn de Belgische strafwetten van toepassing op alle strafbare feiten die op het<br />
grondgebied vh rijk werden begaan, ongeacht de nationaliteit vd dader(s).<br />
5. Extraterritorialiteitsprincipe (art. 4 Sw.)<br />
Onze strafwetten kunnen ook van toepassing zijn op BUITEN het Belgisch grondgebied<br />
gepleegde misdrijven, dit moet echter beperkt blijven tot de gevallen die door de wet<br />
uitdrukkelijk zijn bepaalt. De uitzonderingen worden hoofdzakelijk aangegeven in de<br />
artikelen 6-14 vd voorafgaande titel van het wetboek van Strafvordering. Grosso modo kan je<br />
de art. 6-14 onderbrengen in 4 grote principes:<br />
<br />
1. Het actief nationaliteits- of personaliteitsbeginsel: het uitgangspunt is de nationaliteit<br />
vd dader. Belgische strafwet van toepassing op Belgen die zich in het buitenland<br />
schuldig maken aan bepaalde misdaden of wanbedrijven Soms wordt ook het<br />
domiciliecriterium gebruikt.<br />
Bv. art. 7 §1. Er zijn voorwaarden aan verbonden dubbele incriminatie, in §2 staan<br />
ook nog andere voorwaarden bv als het slachtoffer een vreemdeling is dan moeten er<br />
ook nog een aantal voorwaarden zijn voldaan.<br />
2. Passief nationaliteit- of beschermingsbeginsel: uitgangspunt is de nationaliteit vh<br />
slachtoffer. Belgische strafwet van toepassing op vreemdelingen die in het<br />
buitenland misdrijven/wanbedrijven op een Belgisch onderdaan hebben gepleegd.<br />
Bv art 10 ten 5 de een vreemdeling behoudens deze genoemd in art . 6 en 7 kan in BE<br />
vervolgd worden.<br />
3. Staatsbeschermingsbeginsel: wanneer er zwaarwichtige nationale belangen op het spel<br />
staan (bv. de staatsveiligheid), kan de BE strafwet op buiten het grondgebied<br />
gepleegde misdrijven toegepast worden.<br />
4. Universaliteitsbeginsel: De Belgische strafwet kan worden toegepast op buiten het<br />
grondgebied gepleegde misdrijven ongeacht de nationaliteit vd dader of het<br />
slachtoffer, tot beteugeling van bepaalde misdrijven die internationale repercussies<br />
hebben of die binnen de internationale gemeenschap als strijdig worden beschouwd.<br />
bv. bij mensenhandel, verkrachting van een minderjarige zelfs als de feiten in het<br />
22
Oefening:<br />
<br />
buitenland zijn gepleegd, noch de dader of het slachtoffer de BE nationaliteit hebben<br />
maar er moet wel voldaan zijn aan een aantal voorwaarden bv. art. 12 Sv. BE enkel<br />
macht als de dader op BE grondgebied w gevonden.<br />
1) Op de Eurostar (traject Brussel-Zuid – Londen) doet ter hoogte van Rijsel een<br />
Belgisch passagier plots heel eigenaardig. Hij slaagt erin zich met een smoes te begeven<br />
naar de eerste klasse wagon. Hij begint zich aldaar te ontkleden; een gebaar waarmee de<br />
meeste medepassagiers niet opgezet zijn. Heeft België rechtsmacht indien de feiten<br />
zouden kunnen worden gekwalificeerd als openbare schennis vd goede zeden?<br />
Art. 385 Sw.: hierop staat een gevangenisstraf + geldboete = correctionele strafopenbare<br />
zedenschennis<br />
1. Stap 1:kan het in België gelokaliseerd worden?<br />
Het doet zich voor ter hoogte vd RijselBelgië niet bevoegd want misdrijf is op<br />
Frans grondgebied<br />
2. Stap 2:kan België zich dan bevoegd maken d.m.v. het extrateritorialiteitsprincipe<br />
principe:<br />
Is dader Belgja je moet kijken naar art. 7 van het wetboek van strafvorderingen<br />
en dan lees je =>België zou bevoegd zijn als openbare zedenschennis ook in Frankrijk<br />
ook strafbaar is, dat is zo=>België zou zich bevoegd kunnen verklaren.<br />
2) Op een particulier Belgisch luchtvaartuig van Brussel naar Madrid lokt de<br />
Duitser A.B. een Zwitserse medepassagier naar de toiletten. Hij slaagt erin haar in het<br />
Franse luchtruim te verkrachten. Heeft België rechtsmacht?<br />
niet op Belgisch grondgebied maar het criterium vd vlagenstaat geldt want het is een<br />
Belgisch vliegtuig=>België heeft rechtsmacht conform het territorialiteitsprincipe.<br />
3) Onder Panamese vlag bevaart een cruiseschip de haven van Antwerpen. Als<br />
voor het begin vd cruise het schip nog in de haven van Antwerpen ligt, verorbert een<br />
Frans passagier een lekkere maaltijd in het scheepsrestaurant. Op het einde vd maaltijd<br />
deelt de man laconiek mee de maaltijd niet te kunnen betalen en verlaat het restaurant.<br />
Heeft België rechtsmacht?<br />
Dit wordt in België strafbaar gesteld als flessentrekkerij. Het misdrijf kan in België<br />
gelokaliseerd worden dus is België bevoegd.<br />
4) XY een lid vd Columbiaanse drugsmaffia, heeft in Parijs een moord gepleegd op<br />
een Amerikaanse ambtenaar vd Drugs Enforcement Agency. De Columbiaan vlucht<br />
naar Brussel. Heeft België rechtsmacht?<br />
Hierbij ubiquiteitstheorie toepassen Frankrijk is bevoegd want de Colombiaan vlucht<br />
naar België. Dit is slechts een ver verwijderd gevolg waardoor België niet bevoegd is.<br />
23
Oefening:<br />
2 Spanjaarden (Marco D, Madrid 23.11.1993 en Carlos P, Barcelona 17. 9.1990) die in<br />
het verleden nog nooit in aanraking zijn gekomen met het gerecht hebben op 1<br />
december 2009 te 12.00 een gewone diefstal gepleegd in een computerwinkel in het<br />
Noord-Franse Rijsel. De buit bedroeg 2 laptops ter waarde van 4000€<br />
Marco en Carlos pleegden nog geen 5 uur later een gewapende overval in een<br />
supermarkt te Kortrijk. Onder bedreiging van een revolver hadden ze de kassierster<br />
ertoe verplicht de kassa leeg te maken. De kassierster ledigde de kassa en gaf de<br />
opbrengst van 5200€ aan Marco. Marco en Carlos hadden evenwel niet opgemerkt dat<br />
een klant intussen de politie had verwittigd. Toen de politie aankwam lieten Marco en<br />
Carlos de buit in de winkel achter en vluchtten ze weg. Ze gebruikten hiertoe en audi A6<br />
die op 29 november 2009 door Carlos was gestolen te Moeskroen. Het plegen vd<br />
autodiefstal was een gemakkelijke klus geweest want de eigenaar, Dhr. Fred B, had zijn<br />
auto – die op de oprit geparkeerd stond- vergeten op slot te doen.<br />
Op 2 december 2009 werden Marco en Carlos staande gehouden door de Antwerpse<br />
politie. De 2 laptops bevonden zich in de kofferruimte vd audi. De politie merkte op dat<br />
de schermen v beide laptops ernstig waren beschadigd: ook vertoonde de lederen<br />
binnenkleding vd audi een aantal scheuren. Zowel de auto als de laptops werden in<br />
beslag genomen.<br />
<br />
1) Heeft BE rechtsmacht? Zo ja voor welke feiten?<br />
je moet achterhalen hoeveel misdrijven er zijn en bij elk strafbaar feit je afvragen<br />
hoeveel misdrijven er zijn.<br />
uitgangspunt 2 daders die nt de BE nationaliteit hebben<br />
3misdrijven:<br />
1. 3x diefstal:<br />
diefstal in computerwinkel te Rijsel geen aanknopingspunt met BE<br />
BE in deze paragraaf geen rechtsmacht Nu FR bevoegd<br />
Gewapende overval: =specifieke vorm v diefstal, gepaard gaande met<br />
verzwarende omstandigheden. BE bevoegd op basis v<br />
territorialiteitsprincipe. De BE strafwetten zijn op iedereen (Belg of<br />
vreemdeling) van toepassing voor misdrijf gepleegd op BE<br />
grondgebied.<br />
Autodiefstal: BE rechtsmacht op basis v territorialiteitsprincipe<br />
krachtens de leer vd ondeelbaarheid kan BE kennis nemen vd 3 misdrijven<br />
ook van hetgeen op FR grondgebied.<br />
tussen de feiten is er eenheid van opzet.<br />
24