11.09.2013 Views

41-n 'ktk '-,•, .42_ cc-,,:_n - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

41-n 'ktk '-,•, .42_ cc-,,:_n - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

41-n 'ktk '-,•, .42_ cc-,,:_n - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1 t<br />

1.<strong>•</strong><br />

1--k<br />

' 5 I<br />

: <strong>•</strong> f<br />

1 '<br />

‘N 4-, -1,-, f..', 1 :-,,,-.- .<strong>41</strong>-n <strong>'ktk</strong> ''-,<strong>•</strong>,<br />

<strong>.42</strong>_ <strong>cc</strong>-,,:_n


POTGIETER'S WERKEN


DE WET KEN<br />

VAN<br />

E. J. POTGIETER<br />

PROZA, POkZ Y, KRITIEK<br />

VIIR,ZAMELD UNDER. TOEZICHT VAN JOH. C. ZIMMERMAN<br />

DEEL XVIII<br />

HAARLEM<br />

H. D. TJEENK WILIANK


E. J. POTGIETER<br />

STUDIEN E) SCHETSE)<br />

DERDE DRUK<br />

DERDE DEEL<br />

HAARLEM<br />

H. D. TJEENK WILLINK<br />

1808


IN HOU I).<br />

George Crabbe. (Vervolg) Blz. 1<br />

Esaias Tegner, Frithiof's Saga ,t 142<br />

A. <strong>de</strong> Lamartine, Jocelyn n 374<br />

Schoonste Lie<strong>de</strong>ren van Robert Burns 11 387<br />

Causeries Parisiennes n 404<br />

I. Prevost-Paradol, De la Tristesse. — Jules Janin, tine<br />

lre representation h l'O<strong>de</strong>on. — Edouard Pailleron<br />

Au Hasard.<br />

II. J. Felix, Conferences <strong>de</strong> Notre-Dame. Premiere con-<br />

ference: La critique nouvelle <strong>de</strong>vant la science et le<br />

christianisme.<br />

III. De Sacy, Soixante ans <strong>de</strong> poêsie. — Charles Clement,<br />

Hyppolite Flandrin.<br />

Noorweegsehe letterkun<strong>de</strong>: BjOrnsterne Bjornson ,/ 425


GEORGE CRABBE.<br />

(VERVOLG.)<br />

DE HERKREGISTERS NAAR HET ENGELSOH VAN GEORGE CRABBE<br />

EN DE PREDIKANISDOCHTER , DOOR K. SYRaANDI.<br />

Hoe boeit <strong>de</strong>ez' wereld in het klein!<br />

Wat is die huismanswoning rein,<br />

Geboomte en gras zijn frisch van daaaw<br />

En heerlijk rijst dier bergen blaauw 1<br />

Zie hoe dat wolkjen spelen gaat<br />

Wear 't zich in reinen ether baadt 1<br />

Kwam Van <strong>de</strong> Vel<strong>de</strong> of Ruisdael hier,<br />

Zij kozen ijlings zich kwartier,<br />

En wat zij bragten op 't paneel<br />

Gold eeuwen lang een kunstjuweel.<br />

Wat tooverkracht schuilt in 't verschiet<br />

't Is of door zilvergaas gij 't ziet ,<br />

Doorschijnend is 't, als stood een licht<br />

Er achter, , liefelijkst gezigt ;<br />

En dank dier stralen stillen krans<br />

Drijft alles in een heldren glans,<br />

Wat an<strong>de</strong>rs, blijkbaar slechts gemeen,<br />

lets walglijks-alledaagsch u scheen , —<br />

Hebt gij noch geest noch kunst te. baat ,<br />

Ook daar<strong>voor</strong> weet <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> raad.<br />

GOthe's dichtstukjen Landschap getiteld , in<br />

<strong>de</strong> af<strong>de</strong>eling zijner verzen Kunst gewijd.<br />

„Ik heb waarlijk lust geestelijke to wor<strong>de</strong>n," borst <strong>de</strong> een-entwintigjarige<br />

Percy Bysshe Shelley bewon<strong>de</strong>rend nit, toen hij<br />

aan <strong>de</strong>n arm eens yriends , op eene wan<strong>de</strong>ling in <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>zomer<br />

Studten en Sehetsen III 1


2 GEORGE CRABBE.<br />

van 1813, van verre eene allerliefste pastorij gewaar werd ,<br />

wier <strong>voor</strong>gevel met corchorus was begroeid, die in vollen<br />

bloei stored. De kleine hof <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n ingang van <strong>de</strong>s leeraars<br />

woning , — <strong>de</strong> diepe, schier plegtige stilte van het landschap,<br />

— het uitlokkend slingerpad over het dorpskerkhof, — <strong>de</strong><br />

weergalooze glans <strong>de</strong>r morgenzon , zoo getuigt hij die ons <strong>de</strong><br />

bijzon<strong>de</strong>rheid me<strong>de</strong><strong>de</strong>elt , dat alles te zamen bragt waarschijnlijk<br />

in 's jongelings gemoed <strong>de</strong>n indruk te weeg , welke zich lucht<br />

gaf in <strong>de</strong>n wensch zoo kwalijk strooken<strong>de</strong> met Shelley's<br />

beken<strong>de</strong> weinig kerkelijke begrippen.<br />

„Hoe!" hernam dan ook <strong>de</strong> vriend, „gij , geestelijke, met<br />

„uwe gevoelens over het geloof?"<br />

„Mijne instemming ," was het antwoord van <strong>de</strong>n zanger van<br />

Alastor, „mijne instemming met wat het supranaturalistisch<br />

„heeft , zou zich louter tot het bezigen van eenige kunstwoor<strong>de</strong>n<br />

„bepalen ; van <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>leer <strong>de</strong>s christendoms daarentegen ben ik<br />

„inniger overtuigd dan menigeen , die zich op vollediger be-<br />

„lij<strong>de</strong>nis te goed doet. Lieve vriend! <strong>de</strong>nk er eens een oogen-<br />

„blik over na , hoeveel nuts een goed geestelijke stichten<br />

„kan, door zijn on<strong>de</strong>rwijs, als gestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> en als moralist;<br />

„door zijn <strong>voor</strong>beeld als een fatsoenlijk man en als een mensch<br />

„van geregeld gedrag; door het vertroosten<strong>de</strong> van zijn persoon-<br />

„lijken omgang met en van zijne liefdadigheid jegens <strong>de</strong> armen ,<br />

„welke dikwijls geen an<strong>de</strong>ren vriend hebben , geen an<strong>de</strong>ren<br />

„steun! Is het niet eene heerlijke instelling, <strong>de</strong> kerk , die het<br />

„mogelijk maakt zulke mannen over het gansche land uit te<br />

„zen<strong>de</strong>n? En zou ik mij zelven <strong>de</strong> <strong>voor</strong><strong>de</strong>elen <strong>de</strong>zer bewon<strong>de</strong>-<br />

„renswaardige inrigting moeten ontzeggen , <strong>de</strong>wijl er zekere<br />

„technologic is-, aan welke ik mijn zegel niet hechten kan, maar<br />

„die ik juist niet op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond behoef te brengen ?”<br />

We zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nkingen van <strong>de</strong>n vriend tegen die ziens-<br />

wijze me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen, als het hier <strong>de</strong> beantwoording <strong>de</strong>r vraag gold,


GEORGE CRABBE. 3<br />

of er se<strong>de</strong>rt Shelley — die het evenwel bij <strong>de</strong>n inval blijven<br />

liet , — niemand geestelijke is gewor<strong>de</strong>n, met wien het, minus<br />

het genie, in <strong>de</strong> hoofdzaak niet veel beter geschapen stond<br />

dan met hem? Onze on<strong>de</strong>ugendheid gaat zoo verre niet. Het<br />

doel, waarme<strong>de</strong> wij <strong>de</strong> anecdote verlevendig<strong>de</strong>n, is bereikt ,<br />

zoo gij er niets bevreem<strong>de</strong>nds meer in vindt , dat <strong>de</strong> toch ook<br />

diehterlijke Crabbe, in geloof vergoe<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wat hem in geestdrift<br />

ontbrak gretig <strong>de</strong>n raad volg<strong>de</strong> zieh <strong>de</strong>r Kerk to wij<strong>de</strong>n.<br />

De Kerk ! Er zijn woor<strong>de</strong>n welke wij zon<strong>de</strong>r eenige toelichting<br />

bezigen , welke ons vreemd zou<strong>de</strong>n doen opzien zoo het one<br />

bleek dat iemand die bij <strong>de</strong>n eersten klank niet verstond ; noo<strong>de</strong>looze<br />

vreeze! welke <strong>voor</strong> niemand iets dnisters schijnen te<br />

hebben, en waarin toch, als wij er een oogenblik over na<strong>de</strong>nken ,<br />

zulk een bajert van gedachten schuilt, dat bepaling van wat er<br />

to dien tij<strong>de</strong> , te dier plaatse , door die personen on<strong>de</strong>r werd verstaan<br />

, behoefte blijkt , behoefte, die veel ligter te beschrij ven dan<br />

te bevredigen is. De Kerk , alsof in alle eeuwen en bij alle volken<br />

dat woord een zelf<strong>de</strong>n toestand <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geest riep , een zelf<strong>de</strong><br />

stemming kond <strong>de</strong>ed, — <strong>de</strong> Berk! alsof ti.jd-, land-, stad-, dorpgenooten<br />

, alsof drie onzer er hetzelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r verston<strong>de</strong>n! De<br />

Berk, dat is <strong>de</strong> Catholijke , hooren wij zeggen , en beantwoor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> aanmatiging louter met <strong>de</strong> vraag : die <strong>de</strong>r eerste , <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>nof<br />

die <strong>de</strong>r latere eeuwen; <strong>de</strong> kerk <strong>voor</strong>, <strong>de</strong> kerk on<strong>de</strong>r, <strong>de</strong><br />

kerk na <strong>de</strong> hervorming ; <strong>de</strong> kerk „met Arnoldo van Brescia,<br />

„met Fra Dolcino , met Savonarola in haren schoot ," — met<br />

„Albigenzen , Wal<strong>de</strong>nzen, Lollards en Hussiten ," bij beurten<br />

protesteren<strong>de</strong>, — of se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> scheiding door Luther? De Kerk,<br />

dat is <strong>de</strong> Christelijke met al hare af<strong>de</strong>elingen , beweert men<br />

<strong>voor</strong>zeker christelijker, maar dui<strong>de</strong> het ons niet euvel, dat wij<br />

weinig overeenstemming, dat wij allerminet eenheid van gedachte<br />

kunnen gewaar wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> drie of vier heerschen<strong>de</strong>,<br />

welke staten regeren, en <strong>de</strong> tallooze , die door staat bij staat


4 GEORGE CRABBE.<br />

wor<strong>de</strong>n gedoogd. De Berk , of <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> nieuwe<br />

leer<strong>de</strong> het begrip te louteren , het b e 1 ev en van eene geloofsbelij<strong>de</strong>nis<br />

boven het bezoek en van een gesticht te stellen ,<br />

en geen band zoo hoog en zoo heilig te achten als <strong>de</strong> onzigtbare<br />

<strong>de</strong>s geestes, in louter lief<strong>de</strong> geopenbaard !<br />

De Berk, — maar er kon hier geen sprake zijn dan van <strong>de</strong><br />

Anglicaansche , Bisschoppelijke, Gevestig<strong>de</strong> Berk, — alsof <strong>de</strong>ze<br />

ook niet hare gescbie<strong>de</strong>nis had, hare tijdperken van opkomst,<br />

bloei en verval; alsof zij in <strong>de</strong> dagen, wier heugenis wij trachten<br />

te verlevendigen , <strong>voor</strong> elk <strong>de</strong>r personen , welke wij u op<br />

Gregories bij Beaconsfield <strong>voor</strong>stel<strong>de</strong>n , hetzelf<strong>de</strong> ware geweest.<br />

Wij hebben u <strong>de</strong> Berk met <strong>de</strong> oogen van Shelley, <strong>de</strong>n<br />

ongeloovige , zoo ge wilt, in een <strong>de</strong>r merkwaardigste jaren<br />

<strong>de</strong>zer eeuw doen beschouwen; gevoelt ge als wij lust op te<br />

merken wat zij in zeventienhon<strong>de</strong>rd een en tachtig Burke,<br />

zijner ga<strong>de</strong>, en bei<strong>de</strong>r gast toescheen ; wat hun geest en gemoed<br />

zich on<strong>de</strong>r dat woord <strong>voor</strong>stel<strong>de</strong>?<br />

Het is niet louter hoffelijkheid, wanner wij ons zon<strong>de</strong>r aarzelen<br />

het eerst tot Edmunds ga<strong>de</strong> wen<strong>de</strong>n ; <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vrouw is <strong>de</strong><br />

eeredienst over <strong>de</strong> gansche wereld geene heilzame instelling,<br />

neen, eene behoefte <strong>de</strong>s harten. Toen er over het gelaat van<br />

het geestige nichtje een glimlach gleed bij <strong>de</strong> aankondiging<br />

dat George geestelijke zou<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n, was een blik van Jane<br />

Mary bestraffing genoeg geweest ; ernstig zag <strong>de</strong> schalke <strong>voor</strong><br />

zich. Was het <strong>de</strong> schuld van het lieve kind, dat ze luttel<br />

oogenblikken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>laars binnentra<strong>de</strong>n, in een boek<br />

met platen had gebla<strong>de</strong>rd, dat op gindsche tafel openlag? Ge<br />

zijt niet gelukkig in het gissen als gij niet raadt wiens werk<br />

het was. Crabbe zou het op grooter afstand dan hij er nu van<br />

stond bij <strong>de</strong>n eersten blik hebben herkend. „teen won<strong>de</strong>r,"<br />

herneemt ge, <strong>de</strong>n titel van het boek lezen<strong>de</strong> , en hebt meer<br />

gelijk dan gij geloof<strong>de</strong>t , want, had hij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> satires tot nog


GEORGE CRABBE. 5<br />

toe door hem geschreven, getracht Alexan<strong>de</strong>r Pope <strong>de</strong>n vorm<br />

of te zien, hij was <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gedachten in zijne figuren veraanschouwelijkt<br />

, menigen trek aan William Hogarth verschuldigd.<br />

Twee <strong>de</strong>r bekendste <strong>voor</strong>stellingen van dozen had het geestige<br />

nichtje tegenover elkan<strong>de</strong>r gelegd , twee scherpe tegenstellingen<br />

van het tooneel en <strong>de</strong>n tempel mogen ze heeten , „<strong>de</strong><br />

lagehen<strong>de</strong> toeseliouwers en <strong>de</strong> slapen<strong>de</strong> gemeente." Op <strong>de</strong> eene<br />

plaat is alles vermaak, op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re alles verveling ; — mogt<br />

het meisje, dat nog geen vijftien lentes tel<strong>de</strong> , en heel <strong>de</strong><br />

hekeling <strong>de</strong>r ze<strong>de</strong>n in menige speling van het cynisch vernuft<br />

weer vermoed<strong>de</strong> dan verstond , niet aan eene spotternij <strong>de</strong>s<br />

toevals gelooven , toen „mijnheer George" werd <strong>voor</strong>gesteld als<br />

<strong>de</strong> toekomstige eerwaar<strong>de</strong> ? „G-ij zult ze toch niet te erg doer<br />

„geeuwen ," had zij willen schertsen ; daar zag tante Jane<br />

Mary haar aan met oogen glinsteren<strong>de</strong> van bedwongen tranen ,<br />

en uit had nichtjes plaagrucht. Of u <strong>de</strong> wensch nog heug<strong>de</strong> ,<br />

waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> ernstige vrouw Crabbe <strong>voor</strong> zijne roeping wijd<strong>de</strong>.<br />

„God geve u <strong>de</strong> kracht Hem na to volgen , die het land door-<br />

„ging goeddoen<strong>de</strong> ,” het waren <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n die over <strong>de</strong> lippen<br />

kwamen van haar, „welke met <strong>de</strong> kalmte <strong>de</strong>n kwakers eigen,<br />

„schoon als eene heilige <strong>de</strong>r kerk waartoe zij behoor<strong>de</strong>, <strong>voor</strong>t-<br />

„zweef<strong>de</strong> over het woelig tooneel van Burke's dagelijksch<br />

„leven.” Er is individualiteit, hopen we, in <strong>de</strong> wijze waarop<br />

zij <strong>de</strong> gedachte uitdrukt , maar het verband , waarin zij, zon<strong>de</strong>r<br />

een omzien aarzelens , <strong>de</strong>n verkondiger <strong>de</strong>r blij<strong>de</strong> boodschap<br />

met <strong>de</strong>n Verlosser zelven brengt , <strong>de</strong>n vertegenwoordiger van<br />

<strong>de</strong>zen in genen groet , is het niet altijd en alom <strong>de</strong> lievelingsopvatting<br />

van dien toestand door <strong>de</strong> vrouw? Ons boeit <strong>de</strong><br />

ze<strong>de</strong>lijke grootheid <strong>de</strong>s Heilands tot verblin<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>r oogen toe;<br />

en er steekt niets verbazends in, dat we weinig gevaar loopen<br />

<strong>de</strong>n leerling met <strong>de</strong>n meester to verwarren, helaas ! om strijd<br />

door onze zelfkennis en door onze studio van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>treffelijk-


6 GEORGE CRABBE.<br />

sten van wie wij groote maunen heeten , <strong>voor</strong> begoocheling<br />

beveiligd ; telt <strong>de</strong> malen, dat gij u zelven overtroft, <strong>de</strong> betere<br />

beginselen <strong>de</strong> overhand gunnen<strong>de</strong> : telt <strong>de</strong> malen, dat gij het<br />

an<strong>de</strong>ren zaagt doen ; telt uwe verrassingen van dien aard, en<br />

bloost er over dat zij zoo weinige zijn ! Het is <strong>de</strong> zelfverloochenen<strong>de</strong><br />

lief<strong>de</strong> <strong>de</strong>s Heeren daarentegen , welke <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re helft <strong>de</strong>s<br />

menschelijken geslachts aantrekt ; zou het tot <strong>de</strong> eigenaardighe<strong>de</strong>n<br />

van het gemoedsleven behooren , zich met <strong>de</strong> verwezenlijking<br />

zijner zoetste wenscben , zich met won<strong>de</strong>ren to vleijen,<br />

hoe tallooze keeren ook te leur gesteld? ie<strong>de</strong>re Hove i<strong>de</strong>aliseert<br />

haar pastoor of haar predikant. Jane Mary wordt ons geschil<strong>de</strong>rd<br />

als een <strong>de</strong>r verstandigste vrouwen van haren tijd , „die<br />

„niet enkel <strong>de</strong> natuurlijke prikkelbaarheid van Burke door wat<br />

„er aangeboren zachts in haren aard school, wist te temperen,<br />

„noch hem slechts opbeur<strong>de</strong> in armoe<strong>de</strong>, noch hem maar in<br />

„krankte verpleeg<strong>de</strong> ," neen , „die meer was dan zijne trooste-<br />

„resse in smart, die in staat bleek hem te schragen als hij<br />

„wanhoopte,” en toch , overdreef ook zij, in <strong>de</strong>n geestelijke<br />

iets an<strong>de</strong>rs , iets verheveners groeten<strong>de</strong> dan een mensch van<br />

gelijke bewegingen als wij ! Gelukkige echtgenoote, die slechts<br />

66nen trots ken<strong>de</strong> , dien dat zij <strong>de</strong> ga<strong>de</strong> was van zulk eenen<br />

man; gelukkige moe<strong>de</strong>r van een veelbeloven<strong>de</strong>n zoon, <strong>de</strong> hoop<br />

en <strong>de</strong> lust zijns va<strong>de</strong>rs, was <strong>voor</strong> Jane Mary <strong>de</strong> kerk in<br />

vollen zin het <strong>voor</strong>portaal <strong>de</strong>s hemels , als zij dankend ne<strong>de</strong>rkniel<strong>de</strong><br />

en in het schemerend verschiet , door hare tranen been,<br />

<strong>de</strong>n cherub zweven zag , haar twee<strong>de</strong> vroeg verschei<strong>de</strong>n kind,<br />

bij welks wiegje zij zoo bitter had geweend; — maar waarom<br />

ontbrak aan ie<strong>de</strong>ren eerwaar<strong>de</strong>, die haar van het altaar of of van<br />

<strong>de</strong>n kansel ga<strong>de</strong>sloeg, <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>lijke moed ter bekentenis, dat hij<br />

<strong>de</strong>n kostelijken schat, hem door bei<strong>de</strong>r Heer en Reiland <strong>voor</strong> aller<br />

zielen toevertrouwd, maar in aar<strong>de</strong>n vaten droeg? Waarom ontbreekt<br />

<strong>de</strong>ze aan zoo velen zoo vaak in hun verkeer met vrouwen?


GEORGE CRABBE. 7<br />

„Amen !" had George gezegd op <strong>de</strong>n wensch van Burke's<br />

ga<strong>de</strong>; Amen van ganscher harte; wat was <strong>de</strong> Berk tot nog<br />

toe <strong>voor</strong> hem geweest; wat beloof<strong>de</strong> hij in zich zelven <strong>voor</strong><br />

haar to zullen wor<strong>de</strong>n?<br />

Leed moge het ons doen , dat wij niet weten aan wien wij <strong>de</strong><br />

opmerking verschuldigd zijn, — het zou ons een lust wezen er<br />

hem lof <strong>voor</strong> toe to kennen , — waar blijft ze , waar, schoon hon<strong>de</strong>rd<br />

malen herhaald: wie <strong>de</strong>n sleutel wil vin<strong>de</strong>n , hoe het in<br />

<strong>de</strong> borst van eenig merkwaardig man met zijn godsdienstig gevoel<br />

geschapen stood , hij zie naar <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>zen om , naar<br />

<strong>de</strong> vrouw,<br />

, die hem, in zijne eerste en tee<strong>de</strong>rste jaren , verpleeg<strong>de</strong><br />

en verzorg<strong>de</strong>. Tien tegen een, dat het er bij <strong>de</strong> laatste , wat<br />

<strong>de</strong>n zin <strong>voor</strong> het verhevene betreft , armelijk uitzag, als gij een<br />

genie aantreft <strong>voor</strong> het gemoedsleven verstompt , alle bezielend<br />

geloof aan een volgend Leven .<br />

vreemd , <strong>de</strong>n spot drijven<strong>de</strong> , we<br />

zeggen niet met <strong>de</strong>ze of gene kerkleer, , maar met <strong>de</strong> behoefte<br />

waaruit die alle oorsprong nemen, <strong>de</strong> behoefte aan iets hoogers<br />

en heiligers dan eenig geluk , eenig genot hier bene<strong>de</strong>n , van <strong>de</strong><br />

aar<strong>de</strong> , aardsch. George was, behoeven wij het nog to zeggen?<br />

geen vernuft welks vlugt iets verbazends had ; George was<br />

misschien maar een mid<strong>de</strong>lmatig talent uit een mid<strong>de</strong>lmatigen<br />

tijd ; en echter,<br />

, wie hem begrijpen wil in <strong>de</strong> betrekking die hij<br />

aanvaardt , wie lust heeft hem to meten met billijken maatstaf ,<br />

hij getrooste zich zijne opvoeding ga to slaan hij verplaatse<br />

zich met ons in <strong>de</strong> dagen zijner jonkheid , in het ste<strong>de</strong>ke Aldborough<br />

, aan <strong>de</strong> knieen eener haast vergeten vrouw, , aan <strong>de</strong>n<br />

schoot zijner moe<strong>de</strong>r. „Zij was innig vroom ," getuigt haar<br />

kleinzoon , „maar haar ernst had niets van-dat tegelijk stroeve<br />

„en scherpe , 't welk thans schier uitsluitend door dat woord<br />

„wordt aangeduid. On<strong>de</strong>r lie<strong>de</strong>n van haren stand ten minste<br />

„was in dien tijd nog het gevoelen algemeen , dat <strong>de</strong> leerstel-<br />

„lige geloofsbelij<strong>de</strong>nis meer als <strong>de</strong> zaak <strong>de</strong>s Ieeraars, dan die


8 GEORGE CRABBE.<br />

„van <strong>de</strong> in min<strong>de</strong>re mate ontwikkel<strong>de</strong> , min aanzienlijke leeken<br />

„moest wor<strong>de</strong>n beschouwd — dat <strong>de</strong> eerste verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

„viel to achten <strong>voor</strong> <strong>de</strong> stellingen , die 14 inprentte , — <strong>de</strong><br />

„laatste <strong>voor</strong> <strong>de</strong> beoefenen<strong>de</strong> toepassing dier regelen van gedrag<br />

„en gemoed, welke door <strong>de</strong> welwillen<strong>de</strong>n uit alle geloofsbelij<strong>de</strong>-<br />

„nissen gelijkelijk wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>gestaan , en van welke ie<strong>de</strong>r van<br />

„<strong>de</strong>ze zich om het zeerst beijvert het <strong>voor</strong>beeld te geven. De<br />

„twistzieke geest in een woord, door Whitfield en Wesley aan-<br />

„gevuurd , was tot <strong>de</strong> kust van Suffolk toen nog niet doorge-<br />

„drongen.” Gij hoort het reeds uit <strong>de</strong>ze woor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> kleinzoon<br />

lid is <strong>de</strong>r Gevestig<strong>de</strong> Berk, — wij willen er u zelfs bij<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen , dat hij zich <strong>de</strong>ze als geestelijke heeft gewijd — om<br />

hem na die korte tusschenre<strong>de</strong> da<strong>de</strong>lijk we<strong>de</strong>r het woord te<br />

gunnen. Eene ver<strong>de</strong>diging van het Methodisme , eene poging<br />

om het noodzakelijke , onvermijclelijke van het optre<strong>de</strong>n zijner<br />

stichters in het licht to stellen, eene uitweiding over <strong>de</strong>n gewigtigen<br />

invloed door die secte op <strong>de</strong> Anglicaansche Berk uitgeoefend<br />

, hoe ligt aan Macaulay te ontleenen , zou hier niet op hare<br />

plaats zijn. „In dien tijd , in die streken," laten wij Crabbe's<br />

biograaf <strong>voor</strong>tgaan, „plagten lie<strong>de</strong>n , die door rampen , door<br />

„ziekte, of door eenige an<strong>de</strong>re aangrijpen<strong>de</strong> oorzaak ernstig op<br />

„hun eeuwig welzijn bedacht wer<strong>de</strong>n , tot zich zelven te zeggen<br />

„ „Ik moet afleggen en verbeteren wat in mijn han<strong>de</strong>l en wan-<br />

„ „<strong>de</strong>l kwaad is in <strong>de</strong> oogen van mijnen Hemelschen Va<strong>de</strong>r; ik<br />

„ „moet mij <strong>voor</strong>taan beijveren om mij van mijne pliehten te<br />

„ „kwijten , het booze in mijn hart opsporen en te keer gaan<br />

„ „en goe<strong>de</strong> gezindhe<strong>de</strong>n en vrome neigingen aankweeken.” Niet<br />

„uit hunne eigen kracht echter vlei<strong>de</strong>n zij zich met die verbete-<br />

„ring , nog durf<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong>ze verwachten; zij zochten dat bij,<br />

„zij schreven dit toe aan „Hem , van wien elle goe<strong>de</strong> raad en<br />

„ „daad uitgaat” ; en gaven zon<strong>de</strong>r aarzelen geree<strong>de</strong>lijk toe, dat<br />

„him beste werk slechts welgevallig kon wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> ver-


GEORGE CRABBE. 9<br />

„diensten van hun Verlosser. In zoo verre was er overeenstem-<br />

„ming tusschen die le<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> meer ernstige van een later<br />

„tijdvak ; maar <strong>de</strong> spitsvindige on<strong>de</strong>rscheiding tusschen goe<strong>de</strong><br />

„werken , noodzakelijk tot en toch geene <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n ter zalig-<br />

„heid , en an<strong>de</strong>re van <strong>de</strong>rgelij ken aard , die later alles bebeer-<br />

„schen<strong>de</strong> wer<strong>de</strong>n, waren toen <strong>de</strong>r schare nog vreemd. Ook werd<br />

„het toen volstrekt niet algemeen geloofd, dat men, om christen<br />

„te zijn, <strong>de</strong> wereld verzaken moot, in eenigen an<strong>de</strong>ren zin dan<br />

„zich vrij to waren van hare smetten ; of dat men geroepen<br />

„zou<strong>de</strong> zijn iets an<strong>de</strong>rs to vermij<strong>de</strong>n dan het overdreven bot-<br />

„vieren aan vermaken en uitspanningen , in zich zelve niet<br />

„handtastelijk zondig. Deze was <strong>de</strong> godsdienst van Crabbe's<br />

„moe<strong>de</strong>r; en bet lijdt geen twijfel , of hare zachtaardigheid, hare<br />

„ne<strong>de</strong>righeid van harte, haar geduldig verdragen van teed naar<br />

„lijf en ziel , hare vrome stemming, haar stille geest, bevalen<br />

„haar <strong>voor</strong>beeld baron zoon ten sterkste aan, en prentten in zijn<br />

„jong gemoed het vast geloof, dat <strong>de</strong> beginselen , die tot zulke<br />

„beoefening leid<strong>de</strong>n , die van het woord Gods moesten wezen.”<br />

Als u <strong>de</strong> daken van George's omzwerven in Lon<strong>de</strong>n nog niet<br />

geheel vergeten zijn, zult gij u menigen trek herinneren, ten<br />

bewijze, dat wat er goods school in dat zaad, behou<strong>de</strong>ns verschil<br />

in geslacht en karakter, , welig bij hem opwies. Eene enkele<br />

karakteristieke plaats echter uit zijn dagboek verdient hier te<br />

wor<strong>de</strong>n toegelicht , zoowel ten blijke zijner ingenomenheid met<br />

<strong>de</strong> gebruiken <strong>de</strong>r Gevestig<strong>de</strong> Kerk , als ten bewijze <strong>de</strong>r geloovige<br />

, maar door zijne ellen<strong>de</strong> <strong>voor</strong> overigens onschuldige uitspanning<br />

wel wat onbillijk gewor<strong>de</strong>n rigting van geest. Ilij is in<br />

St. Duncan's ter kerke geweest ; hij heeft er een kort stichtelijk<br />

woord gehoord over <strong>de</strong>n beken<strong>de</strong>n tekst : „Vele zijn geroepen<br />

„maer weynige uytverkoren ;” hij <strong>de</strong>elt het miss Elmy in zijn<br />

Journaal me<strong>de</strong>. „Er steekt niets bijzon<strong>de</strong>rs in ,” getuigt hij , en<br />

wij zeggen het hem van ganscher harte na ; maar wat wij hem


10 GEORGE CRABBE.<br />

niet nazeggen , is, hetgeen hij er op laat volgen : „maar als<br />

„gij <strong>de</strong>n goe<strong>de</strong>n man het hadt hooren opzeggen , met zijn eer-<br />

„waardig <strong>voor</strong>komen , met zijne doffe, trage stem, — een man,<br />

„die <strong>de</strong>n indruk geeft reeds halfweg naar <strong>de</strong>n hemel to zijn, —<br />

„dan zoudt gij er u met mij over hebben verbaasd, hoe men<br />

„zeggen kan dat het zwaar valt naar zulk een preek te luiste-<br />

„ren !” Goe<strong>de</strong> George! we zijn van <strong>de</strong>zulken. En Wet erger<br />

in uwe oogen zal wezen , wij kunnen in uwe verwon<strong>de</strong>ring<br />

niet <strong>de</strong>elen , wanneer gij <strong>voor</strong>tgaat <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n in elkhar to<br />

slaan , hoe het mogelijk is, dat men an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rhond <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur<br />

geeft. Gij kiest , het is waar, kras genoeg , twee uitspanningen<br />

, die ook niet in onzen smaak zou<strong>de</strong>n vallen : „het<br />

„loopen naar gezelschappen waar <strong>de</strong>isten het heilige dwaselijk<br />

„lasteren ,” of „het bijwonen van pantomimes en kluchten,<br />

„waar <strong>de</strong> mensch, het schepsel naar Gods beeldtenis geschapen ,<br />

„zich moedwillig misvormt." Hoe hebben wij het, niet enkel<br />

met <strong>de</strong> juistheid van uitdrukking , die u an<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>rscheidt;<br />

hoe hebben wij het, dat erger is, met <strong>de</strong> juistheid van uw<br />

oor<strong>de</strong>el? Eene wijsgeerige op vatting <strong>de</strong>s christendoms , ten<br />

uwent inheemsch , haast overeeuwd , <strong>de</strong> laatste leerlingen , uit<br />

<strong>de</strong> school van Locke, op eene lijn gesteld met tooneelspelers ? —<br />

en <strong>de</strong>ze op hunne beurt evenzeer onregtvaardig behan<strong>de</strong>ld door<br />

uwe vergelijking van het onvergelijkbare , vermaak met stichting?<br />

Als wij niet geneigd waren <strong>de</strong>r donkere dagen , waarin<br />

gij die bla<strong>de</strong>n bijschreeft , menige schemering ten goe<strong>de</strong> te<br />

hou<strong>de</strong>n , zou het ons mogelijk zijn onzen schertslust to bedwingen<br />

? Een acteur, , die zijn publiek boei<strong>de</strong> en betoover<strong>de</strong><br />

door <strong>de</strong> aanschouwelijke <strong>voor</strong>stelling <strong>de</strong>r lie<strong>de</strong>ren van Dibdin,<br />

lie<strong>de</strong>ren door bevoegd gezag geprezen als „<strong>de</strong> troost, <strong>de</strong> ont-<br />

„spanning , <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> <strong>de</strong>s zeemans , op zijne lange reizen , in<br />

„<strong>de</strong>n hagchelijken storm, ja, tot in <strong>de</strong>n slag toe,” — een<br />

gelukkige greep uit die groep van even levendige en lustige


GEORGE CRABBE. 11<br />

als koene en krachtige mannen , wier moed Engeland het heeft<br />

dank te weten , dat het <strong>de</strong>n staf over <strong>de</strong>n oceaan zwaait , —<br />

die speler en dat spel in contrast gebragt met eene predicatie,<br />

welke, gij zegt het zelf, , „hoe kort zij wezen mogt, vrij wat<br />

„tijds eischte, eer ze was <strong>voor</strong>gedragen , <strong>de</strong>wijl men hier eene<br />

„re<strong>de</strong>voering niet uitspreekt als on<strong>de</strong>rwees hij best, die zijn<br />

„on<strong>de</strong>rwerp het uitvoerigst behan<strong>de</strong>lt, neen , maar nadruk op<br />

„eenen zin legt , eu dien dikwijls herhaalt , tot het niet missen<br />

„kan df hij moot indruk maken." Welken echter, , dat blijft<br />

<strong>de</strong> vraag ; goe<strong>de</strong> George! zoo het eons dien <strong>de</strong>r verveling ware?<br />

Hoe kondt ge <strong>voor</strong>bijzien , dat uw gedrukte toestand gelukkig<br />

niet die <strong>de</strong>r gansche wereld was ; dat uw lot, uw leed , slechts<br />

eene uitzon<strong>de</strong>ring mogt heeten? Het zij verre van ons, groot<br />

gewigt to hechten aan een woord in sombere stemming geuit ;<br />

verre van ons er eene <strong>voor</strong>spelling in to hooren van wat <strong>de</strong><br />

Berk van u heeft to wachten , wanneer zij, onafhankelijkheid<br />

waarborgen<strong>de</strong> , u gelegenheid geven zal <strong>de</strong> gaven a be<strong>de</strong>eld<br />

te ontwikkelen. Uw smaak , uwe lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> studio <strong>voor</strong>al<br />

waarborgt iets beters; maar, <strong>de</strong>s ondanks , zoo iemand u vroeg<br />

of zij zich in u met een lichtend sieraad , met een streng hervormer<br />

,misschien vleijen moat, het zou geene overdreven zedigheid<br />

zijn, zoo gij <strong>de</strong> eerste waart het hoofdschud<strong>de</strong>n<strong>de</strong> te ontkennen<br />

! als zoo velen is <strong>de</strong> taak , welke gij u wijcit , u, ja,<br />

een doorluchtig doel , — maar, helaas ! tevens slechts een<br />

mid<strong>de</strong>l; een mid<strong>de</strong>l om to levee. Wie er u one<strong>de</strong>l om schel<strong>de</strong> ,<br />

wij geven het u toe, dat een werkman zijn loon waardig is ;<br />

maar wanneer wij u ons dus <strong>voor</strong>stellen , ter goe<strong>de</strong>r trouw<br />

<strong>de</strong> leerstellingen uwer kerk gelooven<strong>de</strong> en verkondigen<strong>de</strong> en<br />

van harte geneigd u naauwgezet to kwijten van ie<strong>de</strong>ren pligt,<br />

dien zij u opleggen zal , mogen wij dan moor, mogen wij dan<br />

iets an<strong>de</strong>rs van u verwachten , dan dat gij ook op dat gebied<br />

<strong>de</strong> opmerker blijken zult , die ie<strong>de</strong>r verschijnsel , dat zich


12 GEORGE GRA BB E<br />

binnen dien kreits opdoet, eer waarnemend we<strong>de</strong>rgeeft dan<br />

beoor<strong>de</strong>elend beschrij ft , niets min<strong>de</strong>r dan een Spiegel , maar<br />

ook niets meer ?<br />

„Wat is een Kerk?" — Wie 't re<strong>de</strong> en waarheid vraagt<br />

Hoort : „Wat gelooft en zich godzalig draagt,<br />

„Aan iedre plaats, in elk' belij<strong>de</strong>nis<br />

„Het kleine <strong>de</strong>el dat uitverkoren is."<br />

„Wat is een Kerk?" — Vraagt ge' onz' Vicaris licht,<br />

„Een kud<strong>de</strong>", zegt hij , „en een grootsch gesticht ;<br />

„Een schaar <strong>de</strong>n staf <strong>de</strong>s bisschops toevertrouwd ,<br />

„Wiens priestrental <strong>de</strong> dolen<strong>de</strong>n wee'rhoudt ;<br />

„Een huis, dat plaats <strong>voor</strong> alle rangen heeft,<br />

„De Bank <strong>de</strong>r eere en 't Koor dat mete geeft;<br />

„Verkeer weldra, na al mijn zorg, mijn lot<br />

„In vroom en vreedzaam domheers stil genot!"<br />

„Wat is een Kerk?" — <strong>de</strong> Koster leert <strong>de</strong>n hel:<br />

„Fen hoog gebouw van torenklok <strong>voor</strong>zien ,<br />

„Waarin om strijd <strong>de</strong> leeraar en <strong>de</strong> klerk<br />

„Hun krachten wij<strong>de</strong>n nan 't bekeeringswerk,<br />

„Tot 't ernstig woord het laauwste hart ontroert<br />

„Of 't ranee] <strong>de</strong> zielen opwaarts voert ;<br />

„Waarin, wanneer het leven is ontvloh,<br />

„Ik zelf <strong>de</strong>n lijkzang kleppe your <strong>de</strong> doh."<br />

Edmund Burke had onzen George, in <strong>de</strong> verzen van Goldsmith,<br />

dat i<strong>de</strong>aal van een dorpsgeestelijke <strong>voor</strong>gespiegeld , 't<br />

welk in twee eeuwen niets van zijne aantrekkelijkheid heeft<br />

verloren ; maar, poezij daargelaten , wat was, in proza , <strong>de</strong><br />

Gevestig<strong>de</strong> Kerk <strong>voor</strong> hem, <strong>de</strong>n wijsgeer, <strong>de</strong>n staatsman, <strong>de</strong>n<br />

christen? Hij had, door zijne geboorte in Ierland, er zich van<br />

kindsbeen of aan gewend , met an<strong>de</strong>rs<strong>de</strong>nken<strong>de</strong>n om to gaan.<br />

Hij mogt, hij moest , wat oneindig weer zegt, <strong>de</strong> catholijken lief-<br />

Vertaling van <strong>de</strong>n aanhef van Crabbe's dichtstukjen <strong>de</strong> Kerk.


GEORGE CRABBE. 13<br />

hebben ; behoor<strong>de</strong> zijne moe<strong>de</strong>r niet tot die kerk ? Hij achtte,<br />

in eene school van kwakers , to Ballitore , opgevoed, <strong>de</strong>ze<br />

gezindheid niet enkel hoog: tot zijn dood toe was hij aan <strong>de</strong>n<br />

zoon van zijnen ou<strong>de</strong>n rneester, , aan zijnen liefsten speelmakker,<br />

, door <strong>de</strong> innigste vriendschap verknocht. Waartoe zou<strong>de</strong>n<br />

wij Langer Haar bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n omzien ? er kan op het gebied<br />

<strong>de</strong>s geloofs bij hem van geene onverdraagzaamheid, geene uitsluiting,<br />

geene bekrompenheid zelfs, sprake zijn. Warmer harte,<br />

hel<strong>de</strong>r<strong>de</strong>r hoofd dan <strong>de</strong> zijne waren, treft ge bij <strong>de</strong> grootste<br />

mannen <strong>de</strong>r nieuwere geschie<strong>de</strong>nis niet aan ; en echter eerbiedig<strong>de</strong><br />

hij niet slechts <strong>de</strong> beginselen <strong>de</strong>r Gevestig<strong>de</strong> Kerk , echter<br />

handhaaf<strong>de</strong> hij die met alle magt. Eer ge sma<strong>de</strong>lijk zegt,<br />

dat men Engelschman zijn most om het to begrijpen en to vergeven<br />

, waar<strong>de</strong>er <strong>de</strong> grootheid en het geluk , die dat yolk aan<br />

zijne constitutie versehuldigd is, en sla Burke ga<strong>de</strong> als hij ,<br />

wars van afbreken , maar wakker waar het verbeteren geldt ,<br />

<strong>de</strong> grenzen haar gezet allengs uitbrei<strong>de</strong>n wil. Voor hem was<br />

<strong>de</strong> staatsvorm uit <strong>de</strong> behoeften van zijn yolk geboren en gelei<strong>de</strong>lijk<br />

met <strong>de</strong> gemeente ontwikkeld , het heilige eikenwoud ,<br />

on<strong>de</strong>r welks breeds schaduw geslacht bij geslacht eeuwenlang<br />

veiligheid had gevon<strong>de</strong>n en vreug<strong>de</strong> gesmaakt , en aan welks<br />

ou<strong>de</strong> statelijke pijlers hij niemand vergun<strong>de</strong> overmoedig of<br />

onbedacht <strong>de</strong> schendige hand to slaan, hoe geneigd hij zijn mogt,<br />

waar nieuwere toestan<strong>de</strong>n en tij<strong>de</strong>n het eischten, hier en girds<br />

eene reeks van verrassendo vista's to openen , opdat overal<br />

overvloed zijn mogt van lucht en van licht. Hoe dieper hij in<br />

<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van zijn yolk doordrong, se<strong>de</strong>rt er to zijnent<br />

eene christelijke zamenleving had bestaan , waren Kerk en Staat<br />

een en hetzelf<strong>de</strong> geweest, on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>ne ja, maar even onontbeerlijke<br />

<strong>de</strong>elen van hetzelf<strong>de</strong> geheel; moest hem <strong>de</strong> instelling<br />

eener nationals kerk, in verband met <strong>de</strong> overige geheel eigenaardig<br />

nationale vertegenwoordiging to zijnent, geen groot <strong>voor</strong>-


14 GEORGE CRABBE.<br />

<strong>de</strong>el, geen onwaar<strong>de</strong>erbare zegen schijnen? Wij zou<strong>de</strong>n er ons<br />

op kunnen beroepen, dat ook <strong>de</strong> geniaalste in menig opzigt<br />

maar van zijnen tijd is; dat <strong>de</strong> Vereenig<strong>de</strong> Staten op het<br />

oogenblik waarvan wij gewagen, door Groot-Brittanje nog niet<br />

eens waren erkend; maar liever dan <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>rheid, dat <strong>de</strong><br />

nieuwere <strong>de</strong>mocratie nog hare proeven had te leveren, ten doorslag<br />

in <strong>de</strong> weegschaal to werpen, brengen wij een bewijs bij,<br />

hoeverre hij in verdraagzaamheid zijnen tijd <strong>voor</strong>uit mogt heeten.<br />

Het is eene plaats uit een zijner re<strong>de</strong>voeringen in het<br />

Parlement gehou<strong>de</strong>n, wier warme welsprekendheid het dubbele<br />

koelbad, van het onvolledig handschrift <strong>de</strong>s sprekers en <strong>de</strong><br />

vlugtige opteekening <strong>de</strong>s toehoor<strong>de</strong>rs, zegevierend doorstond.<br />

Het had <strong>de</strong> vraag gegol<strong>de</strong>n of aari <strong>de</strong>ze en gene protestantsche<br />

dissenters eenige meer<strong>de</strong>re vrijheid zou wor<strong>de</strong>n vergund; een<br />

<strong>de</strong>r opposanten van <strong>de</strong> bill was <strong>voor</strong> oogl ui king van, maar<br />

tegen v er d r aagzaam h e i d jegens die afwijken<strong>de</strong>n van wie<br />

weet welk leerstuk geweest. Sla zelf <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>voering op, wie<br />

Burke's geheele plants over tolerantie genieten wil; ons is het<br />

slechts to doen om to weten , wat hij wenschte dat <strong>de</strong> Gevestig<strong>de</strong><br />

Kerk wor<strong>de</strong>n mogt; bier hebt ge zijne verklaring:<br />

„Evenzeer," zegt hij , „als ik wenschen zou<strong>de</strong> het athe1smus<br />

„tot <strong>de</strong>n wortel toe nit to roeijen, zou het mijn streven zijn<br />

„alle gemoe<strong>de</strong>lijke overtuiging to eerbiedigen, alle geweten 't<br />

„welk werkelijk dien naam verdient en misschien juist door<br />

„zijne tee<strong>de</strong>rheid voldingendst zijne opregtheid bewijst. Ik<br />

„wensch <strong>de</strong> Gevestig<strong>de</strong> Kerk van Engeland groot en magtig te<br />

„zien; ik wensch hare grondvesten laag en diep te zien gelegd ,<br />

„opdat zij in staat moge zijn <strong>de</strong> reuzenkrachten <strong>de</strong>r oproerige<br />

„duisternis te verpletteren; ik zou haar het hoofd hoog willen<br />

„zien beuren in <strong>de</strong>n hemel welken zij ons binnenleidt. Ik zou<br />

„wenschen, dat zij door eene e<strong>de</strong>laardige en vrijzinnige opvat-<br />

„ting hare gastvrije poorten wijd openzette; maar ik zou Beene


GEORGE CRABBE. 15<br />

„bressen in hare muren dul<strong>de</strong>n ; ik zou haar lief<strong>de</strong> willen zien<br />

„vo6n <strong>voor</strong> alien die binnen hare palen zijn, maar ook <strong>de</strong>er-<br />

„nis van haar verger, diepgevoel<strong>de</strong> <strong>de</strong>ernis met alien, die er<br />

„zich buiten hiel<strong>de</strong>n ; ik zou wenschen , dat zij een algemeene<br />

„zegen ware <strong>voor</strong> <strong>de</strong> wereld , een <strong>voor</strong>beeld , zoo geene on<strong>de</strong>r-<br />

„wijzeresse , <strong>voor</strong> wie niet het geluk hebben tot haar te behoo-<br />

„ren ; ik zou van haar verlangen, dat zij <strong>de</strong>r menschheid. eene<br />

„les van vre<strong>de</strong> gave, opdat een vermoeid en verdoold geslachte<br />

„rust leer<strong>de</strong> zoeken aan <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rlijke borst <strong>de</strong>r christelijke<br />

„lief<strong>de</strong> en niet in <strong>de</strong>n hoerenschoot van ongeloof en onver-<br />

„schilligheid. Niets heeft meer dat huis <strong>de</strong>r verleiding gevuld ,<br />

„dan <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzjdsche haat van Christelijke gemeenten.” We<br />

zou<strong>de</strong>n er ons wel <strong>voor</strong> wachten <strong>de</strong>zen gedachtengang of te breken,<br />

louter om lucht te geven aan een kreet van bewon<strong>de</strong>ring;<br />

maar bier wordt <strong>de</strong> opmerking vereischt , dat we slechts een<br />

fragment van eene re<strong>de</strong>voering , dat wij maar hare toepassing<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen , ten ein<strong>de</strong> men <strong>de</strong> overgangen niet al te on<strong>voor</strong>bereid<br />

vin<strong>de</strong>. „Lang,” wenscht Burke, „lang moge het ons<br />

„<strong>de</strong>el zijn, bet goe<strong>de</strong> onzer kerk or<strong>de</strong>r een geleerd en stichtelijk<br />

„bestuur van bisschoppen te genieten. IVIaar al mogt die vorm<br />

„<strong>de</strong>r kerk <strong>voor</strong>bijgaan , al mogt <strong>de</strong>ze te kort schieten , er zal <strong>de</strong>s<br />

„ondanks godsdienst kunnen zijn. De vreeselijke , <strong>de</strong> wreedste<br />

„slag, welke <strong>de</strong>r burgerlijke maatschappij bedreigt, is <strong>de</strong> zege<br />

„van het atheismus.” Wij zou<strong>de</strong>n hier an<strong>de</strong>rmaal aanvullen ,<br />

zoo eerbied <strong>voor</strong> het oor<strong>de</strong>el onzer lezers ons niet weerhield.<br />

„Bevor<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid van geloofsbelij<strong>de</strong>nissen niet ,"<br />

laat Burke er op volgen ; „zijn zij er, verdraag ze, heb zoo vele<br />

,soorten van godsdienst als uw land oplevert , er is re<strong>de</strong>lijke<br />

„eeredienst in ie<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze. Wie tot geene behooren, <strong>de</strong> ove-<br />

„rigen, <strong>de</strong> ongeloovigen , zij zijn <strong>de</strong> vogelvrijen <strong>de</strong>r constitutie,<br />

„niet slechts van die van dit land, maar van die <strong>de</strong>s mensche-<br />

„lijken geslachts. Voor hen geen on<strong>de</strong>rstand, <strong>voor</strong> hen geene


16 GEORGE CRABBE.<br />

„verdraagzaamheid. en<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stelselmatige aanvallen dier<br />

„lie<strong>de</strong>n zie ik vast eenige zuilen van goed bestuur wankelen<br />

„en waggelen; zie ik beginselen versprei<strong>de</strong>n , welke zelfs geen<br />

„godsdienst meer zullen gedoogen. Dag aan dag voel ik starker<br />

„<strong>de</strong> striemen van dat uitvaagsel ; hoe zal ik mij tegen hen<br />

„wapenen , hoe, dan door in genegenheid die alien te ver-<br />

„eenigen , welke een zijn in <strong>de</strong> groote beginselen <strong>de</strong>r G-odheid ,<br />

„die <strong>de</strong> wereld ,heeft geschapen en haar on<strong>de</strong>rhoudt ? Een<br />

„dubbelen waarborg heeft bet land onzer geboorte in hen,<br />

„die aan <strong>de</strong> openbaring gelooven. Zelfs <strong>de</strong> man, die van haar<br />

„niet overtnigd is, maar <strong>de</strong>s ondanks wenscht dat zij hem<br />

„bewezen wierd , die ten hares opzigte een vroom stilzwijgen<br />

„bewaart , zulk een man, ofschoon geen christen, wordt door<br />

„godsdienstige grondbeginselen beheerscht. Leere men in dit<br />

„land verdraagzaam jegens hem zijn ! Mits het maar ernstige<br />

„godsdienst zij, natuurlijke of geopenbaar<strong>de</strong> , sluit geene buiten ;<br />

„spoor <strong>de</strong> flaauwste vonk op en blaas haar aan; eens misschien<br />

„zal zij u verrassen als zuivere en heilige vlam. Zoo doen<strong>de</strong><br />

„sluit gij een verbond , een aanvallend en ver<strong>de</strong>digend tevens,<br />

„tegen die groote dienaren <strong>de</strong>r duisternis , welke er op uit<br />

„zijn, alles wat God or<strong>de</strong>lijks en schoons schiep, te verstoren. —<br />

„Zoo ik mij misschien to verre laat meevoeren, <strong>de</strong> schuld ligt<br />

„bij <strong>de</strong>n vorigen spreker, , die mij op <strong>de</strong>zen weg heeft gebragt.<br />

„Hij zou ons <strong>de</strong>ze zamenspanning van <strong>de</strong> vorsten <strong>de</strong>r duister-<br />

„nis louter met <strong>de</strong>n arm <strong>de</strong>r Kerk van Engeland willen doen<br />

„bevechten; hij daagt ons niet enkel ten strij<strong>de</strong> tegen het onge-<br />

„ loof , hij roept ens ook in het wapen tegen elk geloof ter wereld,<br />

„uitgenomen het onze. Op hetzelf<strong>de</strong> oogenblik dat wij ons in slag-<br />

„or<strong>de</strong> hebben te stellen tegen <strong>de</strong>n algemeenen vijand, wenscht<br />

„hij dat we strij<strong>de</strong>n zullen met alien die onze natuurlijke bond-<br />

„genooten , die in velerlei opzigt vrien<strong>de</strong>n en <strong>voor</strong>stan<strong>de</strong>rs onzer<br />

„zaak zijn. Stork als we zijn, reiken wij echter daar<strong>voor</strong> niet


GEORGE CRABBE. 17<br />

„toe. De zaak <strong>de</strong>r Kerk van Engeland is in die <strong>de</strong>r godsdienst<br />

„besloten , die <strong>de</strong>r godsdienst niet in Engelands Kerk. Ik ben<br />

„ten alien tij<strong>de</strong> bereid <strong>voor</strong> <strong>de</strong> regten <strong>de</strong>s gewetens te kampen,<br />

„mits het in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> handhaving van <strong>de</strong>ze gel<strong>de</strong>, en niet die<br />

„zijner bijzon<strong>de</strong>re wijzigingen tegen zijne algemeene beginselen.<br />

„Deze kan gelijk hebben, gene zich bedriegen ; maar indien<br />

„ik op meer sterkte mag bogen dan mijn broe<strong>de</strong>r, , zij zal<br />

„besteed wor<strong>de</strong>n niet om zijne zwakheid te verdrukken , maar<br />

„om die te schragen ; indien mij meer lichts ten <strong>de</strong>el viel,<br />

„ik zal er gebruik van maken om hem to lei<strong>de</strong>n, niet om hem<br />

„te verblin<strong>de</strong>n." Onze aanhaling is ten ein<strong>de</strong> ; — verzoent<br />

zoo breed eene opvatting van <strong>de</strong> bestemming <strong>de</strong>r Gevestig<strong>de</strong><br />

Kerk u, <strong>voor</strong> dien tijd , niet bijna met eene instelling , om <strong>de</strong><br />

velerlei misbruiken , waartoe zij overal aanleiding geeft , om <strong>de</strong>n<br />

strijd <strong>voor</strong>al waarin zij verkeert met <strong>de</strong> beginselen door <strong>de</strong>n<br />

Stichter onzer godsdienst verkondigd , se<strong>de</strong>rt te regt veroor<strong>de</strong>eld?<br />

Er valt, verbeel<strong>de</strong>n wij ons, uit <strong>de</strong> proeve, welke<br />

waar<strong>de</strong> Burke aan godsdienst in <strong>de</strong>n echten zin <strong>de</strong>s woords<br />

hechtte , met betrekking tot ons on<strong>de</strong>rwerp , nog iets an<strong>de</strong>rs af<br />

te lei<strong>de</strong>n. Of leg<strong>de</strong> <strong>de</strong> wijsgeer en <strong>de</strong> staatsman , die zooveel van<br />

het geestelijk gezag verlang<strong>de</strong>, George dien stand aanbevelen<strong>de</strong>,<br />

niet onwillekeurig een gunstig getuigenis af van <strong>de</strong>n ze<strong>de</strong>lijken<br />

indruk door <strong>de</strong>zen op hem gemaakt ? Crabbe's zoon <strong>de</strong>elt ons<br />

me<strong>de</strong> , hoe Edmund er zich in verlustig<strong>de</strong>, „dat zijn va<strong>de</strong>r van<br />

alles iets scheen te weten," en hem daarom aanried in <strong>de</strong> Kerk<br />

zijn heil te zoeken; „geen stand ter wereld toch," zou Burke<br />

hebben gezegd , „<strong>voor</strong> welken veelzijdige kennis nuttiger, ja<br />

„zelfs noodzakelijker heeten mag, dan die <strong>de</strong>s leeraars." Wij betwijfelen<br />

<strong>de</strong> waarheid niet, maar als wij Edmund's vingeren <strong>de</strong>n<br />

evenaar zien hou<strong>de</strong>n, dan is het niet Crabbe's kennis, die <strong>de</strong>zen<br />

doet overhellen , dan zijn het zijne eerlijkheid en zijne ernst die<br />

beslissen. Burke vlei<strong>de</strong> er zich, volgens onze overtuiging , niet<br />

Studien en Sehetsen III 2


18 GEORGE CRABBE.<br />

me<strong>de</strong> , in George <strong>de</strong>r Berk een genie te geven; hij geloof<strong>de</strong> in<br />

hoogeren en heiligeren zin dan Shelley, dat haar groot gebied<br />

gelegenheid te over aanbood ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong>zen om goods te stichten.<br />

Genifin ? <strong>de</strong> Gevestig<strong>de</strong> Berk was er in <strong>de</strong> schatting van<br />

wie ernstig dacht schaars door gerezen , <strong>de</strong>ze tot hare priesteren<br />

te hebben geor<strong>de</strong>nd ; <strong>de</strong>nk slechts aan <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> grootste die<br />

haar gewaad droegen , aan Swift en aan Sterne I<br />

Oxford noch Cambridge beuren <strong>voor</strong> one hare schitteren<strong>de</strong><br />

tinnen in het verschiet op; een visscliersdorp was het Eton van<br />

onzen armen George geweest ; <strong>voor</strong> hem, die vast zeven-entwintig<br />

jaren tel<strong>de</strong> , viel aan geene geleer<strong>de</strong> worming weer te<br />

<strong>de</strong>nken. Gelukkig had zijn gastheer invloed. De gunstige getuigenissen<br />

over Crabbe's karakter uit Aldborough ingekomen, <strong>de</strong><br />

verzoekschriften van een tweetal zijner vrien<strong>de</strong>n , Dudley North<br />

en Charles Long, die ten minste niet als hij zeif, helaas I tot „die<br />

„menigte" behoor<strong>de</strong>n , welke op <strong>de</strong> hoogten <strong>de</strong>s maatschappelijken<br />

levens „niernand kent ," zij zou<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong>n bisschop van<br />

Norwich luttel hebben gebaat , indien het niet Edmund Burke<br />

was geweest, die <strong>de</strong>ze inzond en aandrong. Om zijnentwil zag<br />

Zijne Hoogeerwaardigheid het onregelmatige <strong>voor</strong>bij dat er in<br />

school, zich na zoo gebrekkig eene opvoeding <strong>de</strong>n geestelbken<br />

stand te wij<strong>de</strong>n , en George mogt weldra on<strong>de</strong>r het geboomte<br />

van Beaconsfield omdolen , tevre<strong>de</strong>ner dan hij ooit oorzaak had<br />

gehad zich to gevoelen ; eene onafhankelijke , eervolle betrekking<br />

, eene lieve pastorij , een hemel met Mira zijn misschien nog<br />

verwij<strong>de</strong>rd , maar toch zijn zoo goed als zeker verschiet. Ligt<br />

moest <strong>de</strong> studio vallen in dien lommer. Het mogt in<strong>de</strong>rdaad een<br />

stil genot heeten , dat het levendiger van het gezellig verkeer<br />

met het gezin op Gregories , met <strong>de</strong> gasten van <strong>de</strong>n huize alleraangenaamst<br />

afwissel<strong>de</strong>. Wij hebben straks <strong>de</strong> school genoemd<br />

, op welke <strong>de</strong> troetelkin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>r fortuin in G-root-<br />

Brittanje ter universiteit wor<strong>de</strong>n opgevoed en toegerust : Eton,


GEORGE CRABBE. 19<br />

vele van welks kweekelingen u in <strong>de</strong>n waan zou<strong>de</strong>n brengen ,<br />

dat hooge geboorte en schitterend genie hetzelf<strong>de</strong> zijn, indien<br />

zich niet met ie<strong>de</strong>r tiental jaren nieuwe namen , nit het gewoel<br />

<strong>de</strong>r schare tot <strong>de</strong> faam in <strong>de</strong> wolken gebeurd , bij <strong>de</strong><br />

overeeuw<strong>de</strong> en toch telkens verjong<strong>de</strong> , schitterend voeg<strong>de</strong>n ;<br />

Eton, het eerste oefenperk dier veelzijdige aristocratie. Wij<br />

hebben in gedachte <strong>de</strong> <strong>voor</strong>regten aan die lievelingen van<br />

wijsheid en weel<strong>de</strong> verleend , overgesteld tegen <strong>de</strong> vergetelheid<br />

waarin George opwies , <strong>de</strong> veronachtzaming waaron<strong>de</strong>r<br />

George gebukt ging , en weerhiel<strong>de</strong>n onze klagten over het<br />

ongelijke <strong>de</strong>r lotsbe<strong>de</strong>eling noo<strong>de</strong>. Hoe onregtvaardig zon het<br />

thans echter van ons zijn, zoo wij hier verzuim<strong>de</strong>n opmerkzaam<br />

te maken op <strong>de</strong> zeldzame uitzon<strong>de</strong>ring , zoo onverwacht ten behoeve<br />

van Crabbe gemaakt ; Crabbe eensklaps in die kringen gebeurd,<br />

van aangezigt tot aangezigt, schier dagelijks en gemeenzaam<br />

met <strong>de</strong> grootste geesten van zijnen tijd verkeeren<strong>de</strong>, het<br />

eenig benij<strong>de</strong>nswaardige dat er, , ten minste als men haast <strong>de</strong>rtig<br />

wordt , wel beschouwd , in bet zetten van <strong>de</strong>n voet op die hoogten<br />

<strong>de</strong>r zamenleving steekt. Boven <strong>de</strong> jeugd, van kindsbeen of<br />

zelve aanzienlij k en dus het aanzienlijke gewend , had George —<br />

wij laten daar, , op hoe duren prijs hem het <strong>voor</strong>regt stond ! —<br />

het verrassen<strong>de</strong> , frissche, nieuwe <strong>de</strong>s schouwspels <strong>voor</strong>. Welke<br />

glorie hem ter harte mogt gaan , aan <strong>de</strong>zen hemel rezen zij eensklaps<br />

en onbeneveld <strong>voor</strong> hem op <strong>de</strong> starren, die <strong>de</strong> stralen van<br />

wetensehap en kunst over <strong>de</strong>n gezegen<strong>de</strong>n eilandgrond hein<strong>de</strong><br />

en verre uitschoten. Indien een zweem van va<strong>de</strong>rlandslief<strong>de</strong> in<br />

zijne borst gloor<strong>de</strong>, <strong>de</strong> vonk moest vlam wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze huizinge,<br />

waar <strong>de</strong> belangen <strong>de</strong>s yolks steeds op <strong>de</strong> lippen als in het harte<br />

waren: waar <strong>de</strong> strijd <strong>de</strong>r partijen hem vergun<strong>de</strong> een diepen blik<br />

to slaan in die eenige huishouding van staat, altijd bedreigd, —<br />

maar slechts door verbetering. In <strong>de</strong> dagen , welke hij te Beaconsfield<br />

doorbragt , het is waar, was het nog niet Engeland,


20 GEORGE CRABBE.<br />

die, aan het hoofd harer zusteren , zoo als zij later <strong>de</strong>ed, alien<br />

volken van Europa op het gebied <strong>de</strong>r ontwikkeling <strong>de</strong>n weg<br />

wees; het schemer<strong>de</strong> slechts <strong>voor</strong> haar aan <strong>de</strong>n trans <strong>de</strong>r kunsten<br />

; het daag<strong>de</strong> ter nood nog in <strong>de</strong>n kring <strong>de</strong>r nieuwere wetenschappen<br />

; maar <strong>voor</strong> George Crabbe moest die wereld van<br />

won<strong>de</strong>ren overvloeijen , en Burke zou hem, wie twijfelt er<br />

aan? bij het minste blijk van belangstelling in <strong>de</strong>n gang <strong>de</strong>s<br />

bestuurs opmerkzaam hebben gemaakt op twee zijner jongeren,<br />

twee genien , die , hij <strong>voor</strong>zag het ! weldra in het Huis <strong>de</strong>r<br />

Gemeenten met elkan<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n strijd om het bewind <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong><br />

zou<strong>de</strong>n aanvangen , <strong>de</strong> worsteling zon<strong>de</strong>r weerga!<br />

Een oogenblik vermeidt onze verbeelding zich in <strong>de</strong>n bonten<br />

stoet van gasten , welke het schoone saizoen op Gregories <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong>n geest roept , niet zoo zeer een ij<strong>de</strong>l spel als gij gelooft.<br />

Er schuilt eene les in <strong>de</strong> schemering , welke zich vast over het<br />

grootste ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong>n drom verzwaart. Vijf en zeventig<br />

jaren zijn naauwelijks <strong>voor</strong>bijgegaan , se<strong>de</strong>rt het in die halle<br />

wemel<strong>de</strong> van lords en ladies, hoog van geboorte en sehoon<br />

van gestalte ; wie onzer die <strong>de</strong> meesten van <strong>de</strong>ze, die enkelen<br />

hunner en harer zelfs , nog ge<strong>de</strong>nkt ? Velerlei vermaardhe<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong>n dag, ze zijn vergeten als waren zij nooit geweest!<br />

U<strong>de</strong>lheid bij ij<strong>de</strong>lheid , wat heeft zij meer achtergelaten dan<br />

<strong>de</strong> morgenwolke , die opkwam , sehitter<strong>de</strong> en verdween ? Om<br />

tot <strong>de</strong> nakomelingschap door to dringen , moet men bij <strong>de</strong>n<br />

tijdgenoot verre <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lmaat <strong>de</strong>r menigte hebben overschre<strong>de</strong>n<br />

, — helaas ! dat het er evenzeer <strong>voor</strong> volstaat , of men<br />

het in goed of in kwaad hebbe gedaan ! Laat ons niet onregtvaardig<br />

jegens <strong>de</strong> openbare meening zijn; een an<strong>de</strong>r gevoel<br />

immers zou u aangrijpen bij <strong>de</strong>zen en bij genera vreem<strong>de</strong>ling, die<br />

bei<strong>de</strong> evenzeer <strong>voor</strong> eene wijle on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bree<strong>de</strong> schaduwen van<br />

<strong>de</strong>ze ou<strong>de</strong> boomen hebben rondgewan<strong>de</strong>ld. Ge hadt er <strong>de</strong>n eon<br />

noch <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>r kunnen ontmoeten , en een <strong>de</strong>r twee, onop-


GEORGE CRABBE. 21<br />

merkzaarn , onverschillig kunnen <strong>voor</strong>bijgaan; maar toch zou u<br />

<strong>de</strong> schreeuwen<strong>de</strong> tegenstelling , welke zij in gewaad als in gebaren<br />

oplever<strong>de</strong>n, min<strong>de</strong>r hebben getroffen , dan een bij <strong>de</strong>zen<br />

als bij genen even zeldzame, zoozeer verschillen<strong>de</strong> uitdrukking<br />

van gelaat. De type van <strong>de</strong>n grooten heer, , <strong>de</strong> type van<br />

<strong>de</strong>n burgerman, zij zou<strong>de</strong>n u naauwlijks in het oog zijn gevallen,<br />

omdat <strong>de</strong> indruk <strong>de</strong>r ziel dien <strong>de</strong>r zinnen overweegt, —<br />

gij hadt tegenover <strong>de</strong> verpersoonlijking van <strong>de</strong>n hartstogt<br />

sleehts die <strong>de</strong>r gemoedsrust gezien, ou<strong>de</strong> en nieuwe wereld, eene<br />

on<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> en eene opkomen<strong>de</strong> maatschappij , Mirabeau en<br />

Franklin, zij zijn Burke's gasten te Beaconsfield geweest.<br />

Een uur mijmerens over <strong>de</strong> gesprekken door hem met bei<strong>de</strong><br />

gevoerd , en ge zult u <strong>de</strong>n greep , dien wij waag<strong>de</strong>n , niet beklagen<br />

, verzekeren wij u. — De gastheer zal <strong>de</strong> laatste zijn<br />

het te laken , dat we <strong>de</strong>r gedachtenis van vreem<strong>de</strong>lingen <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>keur gaven boven die zijuer landgenooten; maar verlangt<br />

uwe fantasie, min<strong>de</strong>r overheerschen<strong>de</strong> figuren , dan die, welke<br />

u in onzen omtrek <strong>voor</strong>bijzweef<strong>de</strong>n, breng hier Beattie en Garrick<br />

zaatn , twee moralisten , maar op verschei<strong>de</strong>n wijzen, twee<br />

dichters, <strong>de</strong> eerste zich verliezen<strong>de</strong> in bespiegelingen , hoe het<br />

genie in het grijze verle<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r ongunstige omstandighe<strong>de</strong>n<br />

ontlook , <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> zich verlustigen<strong>de</strong> in het bespie<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<br />

ze<strong>de</strong>n van zijnen tijd , <strong>de</strong>n vlin<strong>de</strong>r grijpen<strong>de</strong> in <strong>de</strong> vlugt , zon<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> wiekjens te <strong>de</strong>ren. Stil , het heerlijk landschap oefent op<br />

bei<strong>de</strong>n zijnen tooverinvloed uit , ze blijven eene wijle staan en<br />

staren , — Garrick vergeet dat er iets in <strong>de</strong> wereld is, 't<br />

geen men als <strong>de</strong>clamatie pleegt te vieren, en van <strong>de</strong> lippen<br />

zijns vriends verrassen Beattie zijn eigen verzen en schijnen<br />

hem schooner toe dan hij die zelf geloof<strong>de</strong> ; het is het slot <strong>de</strong>r<br />

negen<strong>de</strong> stance van <strong>de</strong> .Meistreel , <strong>de</strong> heerlijkste hul<strong>de</strong> ooit<br />

<strong>de</strong>r schepping gebragt ! — Onwillekeurig verraadt zich <strong>de</strong> rig-<br />

ting van onzen geest en gemoed in <strong>de</strong> keuze <strong>de</strong>r kennissen ,


22 GEORGE CRABBE.<br />

welke wij wenschten dat het verle<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> ons <strong>de</strong>ed opdagen;<br />

maar wie bekrompen genoeg mogt zjn er u ongeloovige om te<br />

schel<strong>de</strong>n , hij die verstan<strong>de</strong>lijk , veelzijdig on<strong>de</strong>rzoek weet te<br />

waar<strong>de</strong>ren , hij verlangt met u in <strong>de</strong>ze dreven , boven tal van<br />

zijne tijdgenooten , dat manneke to aanschouwen, zoo welgedaan ,<br />

dat zijn neus schier tusschen zijn wangen schuil ging, met voetjes<br />

zoo keurig en zoo klein , dat men er zich over verbaas<strong>de</strong>,<br />

hoe zj die ruime ronding kon<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tvoeren. Gibbon !' houd<br />

het ons ten goe<strong>de</strong> , dat wij kleingeestig genoeg waren, <strong>voor</strong> een<br />

oogenblik <strong>de</strong> kern om <strong>de</strong> schors <strong>voor</strong>bij to zien — hoe gaarne<br />

getuigen wij , ter vergoelijking , dat gij u in die dagen grooter<br />

jegens Burke gedroegt , dan hij zich uwaarts toon<strong>de</strong>; geen zijner<br />

verdiensten ontging uwen blik ; het hartstogtelijke van zijn geloof<br />

benevel<strong>de</strong> bij wijle <strong>de</strong>n zijnen ! — Wij hebben aan gasten<br />

gedacht , die <strong>voor</strong> <strong>de</strong>zen <strong>de</strong> geneugten van het land op G-regories<br />

smaakten ; we hebben er <strong>de</strong>n grooten historieschrijver<br />

gezocht , die eerst later getuigen zou , dat een dag met Burke<br />

een <strong>de</strong>r genoegelijkste zijns levens was geweest , — hooge lof,<br />

want met welke vernuften zijns tijds had hij niet verkeerd ! —<br />

het he<strong>de</strong>n hebbe ein<strong>de</strong>lijk zijn regt , en wijze one, zwerfzieken,<br />

het standpunt , dat wij welligt beter had<strong>de</strong>n gedaan niet te verlaten<br />

, we<strong>de</strong>r aan. Wat eisehen wij van ons zelven ? alsof het<br />

leven ons langer lust zou<strong>de</strong> zijn, zoo dichten en droomen ver-<br />

bo<strong>de</strong>n ware, zoo alles zich bepalen moest tot <strong>de</strong> bekrompen, begrepen<br />

, ware werkelijkheid ! Wij hebben er geen borgen <strong>voor</strong><br />

bij te brengen , en bewijsbaar is het dus niet, dat ooit <strong>de</strong> landbouwer,<br />

, die op <strong>de</strong> vel<strong>de</strong>n van Beaconsfield achter <strong>de</strong>n ploeg<br />

liep , in hetzelf<strong>de</strong> oogenblik <strong>de</strong>n hoed <strong>voor</strong> twee mannen ligtte ,<br />

welke wij er in druk gesprek ga<strong>de</strong> slaan ; bei<strong>de</strong> zjn aan Burke<br />

bet geluk huns levens verschuldigd , <strong>de</strong> een <strong>de</strong> handhaving zijner<br />

belaag<strong>de</strong> eer, , <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aanwijzing <strong>de</strong>r taak , Wier kwijting<br />

hem onsterfelijk maakt. Er is meer dan heuschheid , er is


GEORGE CRABBE. 23<br />

harte in <strong>de</strong> wijze , waarop <strong>de</strong> laatste , <strong>de</strong> naauwelijks een-entwintigjarige<br />

, <strong>de</strong> wankelen<strong>de</strong> schreen van <strong>de</strong>n eerste , die vast<br />

vergrijst, steunt en te hulpe komt. Aan zijn onzekeren , ietwat<br />

slingeren<strong>de</strong>n gang, meent ge <strong>de</strong>n zeeman te herkennen , en bedriegt<br />

u niet, maar merkt ge tevens op, hoe <strong>de</strong> jongere <strong>de</strong> gril-<br />

lige gebaren hem eigen , tot op zijne beeldtenis toe, tracht in<br />

bedwang te hou<strong>de</strong>n ? onvermij<strong>de</strong>lijk zou<strong>de</strong>n zij an<strong>de</strong>rs struikelen.<br />

„Vorstengunst! — volkswaan ! — wie <strong>de</strong>r twee zou wel <strong>de</strong><br />

„waftste wezen ?" barst <strong>de</strong> admiraal uit , die een naam draagt allen<br />

hollandschen ooren welkom; het is „<strong>de</strong> kleine Keppel", welke,<br />

in zijne eere hersteld , <strong>de</strong>n staf van zich heeft geworpen; on<strong>de</strong>r<br />

lord Sandwich's bestnur beloof<strong>de</strong> <strong>de</strong> zee hem zoowel als Howe<br />

en Parker slechts ne<strong>de</strong>rlagen. „Mijn loon ligt hooger, , zoo ik<br />

„rnijn doe] bereike ," <strong>de</strong>nkt <strong>de</strong> jongere, al is hij zedig genoeg<br />

<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n niet over zijne lippen te laten komen ; hij wijdt er<br />

zijn Leven aan, en is <strong>de</strong> gruwel nog verre van geboet te zijn,<br />

wien an<strong>de</strong>rs zal eenmaal , zal eerlang, geve God ! <strong>de</strong> Africaan<br />

van geslachte tot geslachte, uit heel <strong>de</strong>n drom van Europa's genien<br />

, zegenen en zalig spreken , dan Wilberforce? Wilberforce,<br />

die in Burke zijn <strong>voor</strong>ganger als ver<strong>de</strong>diger <strong>de</strong>r zwarte menschheid<br />

waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ? — Ein<strong>de</strong>lijk — Crabbe zelf, <strong>de</strong> waarheidlieven<strong>de</strong><br />

en naauwkeurige Crabbe zou moeten getuigen , dat dag<br />

en uur vielen aan te geven en to staven , — ein<strong>de</strong>lijk daagt aan<br />

<strong>de</strong> zij<strong>de</strong> <strong>de</strong>s gastheers <strong>de</strong> bij <strong>de</strong>n eersten aanblik zoo gunstigen<br />

indruk maken<strong>de</strong> gestalte , het schier goelijke gelaat van <strong>de</strong>n <strong>de</strong>rtigjarige<br />

, dien gij echter <strong>de</strong> lippen maar op elkan<strong>de</strong>r hebt to zien<br />

sluiten, <strong>de</strong> donkere wenkbraauwboogen maar hebt te zien fronsen,<br />

om op te merken , welke driften in dat gemoed sluimeren.<br />

Er is iets achteloos , iets slordigs in zijn <strong>voor</strong>komen , to sterker<br />

spreken<strong>de</strong> daar wij nog in <strong>de</strong> dagen van pruiken en lubben<br />

zijn ; er is iets vermoeids, jets afgemats in dat forsche gelaat,<br />

dubbel aan het licht komen<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> frischheid <strong>de</strong>r natuur om


24 GEORGE CRABBE.<br />

hem heen. Ge zoudt hem <strong>de</strong>n slaaf van velerlei hartstogt heeten ,<br />

als <strong>de</strong> opslag <strong>de</strong>r oogen geen genie verkondig<strong>de</strong> <strong>voor</strong> dien drom<br />

van lage driften te groot , en toch hebt ge slechts te juist geoor<strong>de</strong>eld<br />

; ondanks al zijne gaven ontbreken hem <strong>de</strong> onwaar<strong>de</strong>erbaarste<br />

in zin <strong>voor</strong> or<strong>de</strong> en ernst. Och , dat een verstandig va<strong>de</strong>r<br />

dat boven dnizen<strong>de</strong>n gezegend , geestig kind aan tucht gewend ,<br />

dat hij het niet <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n tijd in <strong>de</strong>n maalstroom <strong>de</strong>r vermaken<br />

mee had gevoerd , — die welsprekendste staatsman zijner dagen,<br />

immers zoo ge bevatteljkheid en bevalligheid <strong>de</strong>n palm<br />

boven alle an<strong>de</strong>re eigenschappen laat wegdragen , hij zou niet enkel<br />

wor<strong>de</strong>n bewon<strong>de</strong>rd, ook <strong>de</strong> mensch zou eerbied inboezemen, —<br />

het was het zegel <strong>de</strong>r ze<strong>de</strong>lijke grootheid, dat aan Charles James<br />

Fox ontbrak. Onloochenbaar als Burke's invloed op zijne vorming<br />

was geweest , hij had hem van tegenstan<strong>de</strong>r in bewon<strong>de</strong>raar,<br />

, in leerling verkeerd ; wenken noch vermaningen hervormen<br />

eenen speler, door het vorstelijk vermogen zijns va<strong>de</strong>rs telkens<br />

gered en daardoor in het toegeven aan dien onoverwinnelijksten<br />

aller togten gesterkt. De kweekeling was bondgenoot , <strong>de</strong> bondgenoot<br />

me<strong>de</strong>dinger in faam gewor<strong>de</strong>n ; maar niet daarom werd<br />

<strong>de</strong> vriendsehap tusschen Burke en Fox nooit innig , nooit meer<br />

dan <strong>de</strong> overeenstemming in <strong>de</strong> beginselen hunner partij ; Edmund<br />

zou hem ook overwonnen <strong>de</strong> hand hebben kunnen bien , als hij<br />

zich in <strong>de</strong>n hoogsten zin overtroffen had gevoeld. Verre van daar,<br />

doch wij dui<strong>de</strong>n het u niet euvel , dat gij niet langer luistert , dat<br />

ge tracht ten leste dien bei<strong>de</strong>n manner zelven het oor te leenen ,<br />

<strong>de</strong>n heuvel opgegaan , waar zich een heerlijk verschiet <strong>voor</strong> hen<br />

uitbreidt , waar <strong>de</strong> landweg mijlen verre in zijn kronkelingen<br />

valt te volgen. En nu, wat hoo pt ge? Burke, die aan Fox me<strong>de</strong><strong>de</strong>elt<br />

, hoe stout het ontwerp is waarme<strong>de</strong> Washington <strong>de</strong> on-<br />

afhankelijkheid van zijn va<strong>de</strong>rland hoopt te voldingen, die hem<br />

<strong>de</strong> kansen zijner krijgskundige operation uiteenzet ... Fox luistert<br />

naauwelijks. Eeu verrekijker ter hand, boeit hem daar van


GEORGE CRABBE. 25<br />

on<strong>de</strong>r Bien zwaren groep eiken, bliksemsnel te <strong>voor</strong>schijn schieten<strong>de</strong>,<br />

een ruiter, op grooten afstand noo<strong>de</strong> door zip rijkneeht<br />

gevolgd, maar niet ingehaald ; een ruiter, dien Fox zou willen<br />

zweren dat hij kent, zoo loodregt zit hij op het ros , zoo vast<br />

in <strong>de</strong>n za<strong>de</strong>l. „Bij Jupiter!" roept Fox uit, „het is Eclipse,<br />

„hij is het!" Burke, <strong>de</strong> bijzien<strong>de</strong>, doet geen moeite er zich<br />

van te overtuigen; maar als <strong>de</strong> ruiter, allengs dichter bijgekomen,<br />

<strong>de</strong> gissing van Fox bevestigt en <strong>de</strong>ze tot zijnen gastbeer<br />

zegt : „Hij rijdt naar Stowe!" dan hooren wij, daar die<br />

twintigjarige jonkman niemand an<strong>de</strong>rs is dan William Pitt,<br />

eene <strong>voor</strong>spelling in <strong>de</strong>s gastheers woordspeling, — hij is niet<br />

<strong>voor</strong> niemendal Ter geboren:<br />

„En hij laat ons achter zich!"<br />

Hoe een biograaf, die <strong>de</strong>n man niet in <strong>de</strong> lijst van zijnen<br />

tijd geeft, <strong>de</strong>n maatstaf missen<strong>de</strong> op welke hul<strong>de</strong> het <strong>voor</strong>werp<br />

van zijnen lof in <strong>de</strong> dagen, welke het beleef<strong>de</strong>, aanspraak maken<br />

mag, soma in het me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen van bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n het spoor<br />

bijster wordt, daarvan levert het verhaal van Crabbe's zoon een<br />

kostelijk blijk op. Eenige weinige woor<strong>de</strong>n volstaan hem om<br />

van <strong>de</strong> merkwaardige mannen te gewagen, welke George als<br />

vrien<strong>de</strong>n van zijnen gastheer on<strong>de</strong>r het dak van <strong>de</strong>zen leer<strong>de</strong><br />

kennen. Eene halve bladzij<strong>de</strong> daarentegen wordt er aan gewijd,<br />

om <strong>de</strong> beleefdheid op te hemelen , hem door Edmund en <strong>de</strong> zijnen<br />

om strijd bewezen. Doe ons <strong>de</strong>n gruwel niet aan te gelooven,<br />

dat wij er ons aan zou<strong>de</strong>n ergeren, zoo wij er <strong>de</strong>n kreet<br />

<strong>de</strong>r dankbaarheid in hoor<strong>de</strong>n; slechts <strong>de</strong>wijl <strong>de</strong> ij<strong>de</strong>lheid er ons<br />

uit tegenwalmt , keeren wij er ons weerzin gevoelen<strong>de</strong> van af.<br />

Voor het getroffen harte doen wij in sympathie <strong>voor</strong> u niet on<strong>de</strong>r<br />

— <strong>voor</strong> het opgeblazen boofd weten wij van geen gena<strong>de</strong>.<br />

„Tot kleine proeve," lezen wij , „van het gedrag <strong>de</strong>r vrouw <strong>de</strong>s<br />

„huizes, zij het mij vergund te vertellen, dat op zekeren dag<br />

„een aanzienlijk gezelschap, dat ten disch was genood, zich


26<br />

GEORGE CRIME.<br />

„verhin<strong>de</strong>rd zag te komen , en <strong>de</strong> dienstbo<strong>de</strong>n dientengevolge<br />

„een duren schotel , <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gelegenheid bestemd , niet ter<br />

„tafel bragten , als moest hij <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n dag wor<strong>de</strong>n<br />

„bewaard. Het geviel dat mevrouw Burke er naar vroeg , en<br />

„<strong>de</strong> hofmeester antwoord<strong>de</strong> : „bij is niet opgebragt , daar het<br />

„ „gezelschap uitbleef." „Hoe," hernam mevrouw Burke, „heb-<br />

„ „ben wij Mr. Crabbe niet to gast ? laat hij da<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n<br />

„ „<strong>voor</strong>gediend." Niet altijd nemen bij gelegenhe<strong>de</strong>n van dien<br />

„aard vrouwen zoo warm <strong>de</strong>el in <strong>de</strong> gevoelens harer echtge-<br />

„nooten.” Een pluimpjen <strong>voor</strong> Jane Mary, we willen er niets<br />

op afdingen ; maar <strong>de</strong> historie van een schotel , al was het<br />

een getruffeer<strong>de</strong> , in plaats van eene schets <strong>de</strong>r groote geesten<br />

<strong>de</strong>s tijds , wij beklagen ons over <strong>de</strong>n ruil , hoe kenschetsend<br />

<strong>de</strong> bijdrage ook zijn moge.<br />

In<strong>de</strong>rdaad, zoo ons karakter zich het meest in kleinighe<strong>de</strong>n<br />

bloot geeft , zoo <strong>de</strong>ze ophef over wat ie<strong>de</strong>re welopgevoe<strong>de</strong> vronw<br />

in <strong>de</strong> plaats van Jane Mary onwillekeurig zou hebben gedaan ,<br />

blijkbaar toont hoe kwetsbaar haar gast gebleven was <strong>voor</strong> elke<br />

beleediging , tot die van een dienstbare toe, dan, zou<strong>de</strong>n wij<br />

mogen zeggen , had George niets groots ; dan, sehrijven we<br />

liever, , was hij nog verre van gezond te zijn gewor<strong>de</strong>n en viel<br />

er weinig verwachting te voe<strong>de</strong>n van zulk een ze<strong>de</strong>nleeraar in<br />

een dorp , zulk een ze<strong>de</strong>ngisper in dicht. On<strong>de</strong>r dien dubbelen<br />

titel wordt hij hij ons binnengeleid ; eer wij vonnis mogen vellen<br />

, of hij <strong>de</strong> aanbeveling verdient , eischt <strong>de</strong> billijkheid <strong>de</strong> beschonwing<br />

, in hoe verre het waarschijnlijk was dat hij bet wor<strong>de</strong>n<br />

kon. Beschuldige men ons dies niet , te veel gewigt te hechten<br />

aan eene onbedui<strong>de</strong>ndheid ; dat <strong>de</strong> overlevering juist die<br />

hewaar<strong>de</strong> toont van wat ze bij hem woog. Gaarne had<strong>de</strong>n wij<br />

<strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r, , die het beleef<strong>de</strong> , <strong>de</strong>n zoon die het beschreef, , <strong>de</strong>n<br />

trek geschonken , echt engelsch uitgemeten , als een bewijs van<br />

fatsoen, maar waardoor dan toch <strong>de</strong> ga<strong>de</strong> van Burke meer


GEORGE CRABBE. 27<br />

<strong>de</strong> ware mevrouw dan Crabbe <strong>de</strong> ware Neer blijkt. Wat wij<br />

er <strong>voor</strong> in <strong>de</strong> plaats had<strong>de</strong>n gewenscht ? Och , zoo min bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

over <strong>de</strong>n slag bij Doggersbank , als over <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>di.<br />

ging van Gibraltar, al vielen bei<strong>de</strong> in <strong>de</strong>n herfst , dien George<br />

to Beaconsfield doorbragt, <strong>voor</strong>; al maakten zij op Gregories het<br />

on<strong>de</strong>rwerp van menig gesprek nit. Het schil<strong>de</strong>rt an<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>n toestand<br />

<strong>de</strong>r engelsche zeemagt in die dagen nog al aanschouwelijk<br />

, het goedron<strong>de</strong> maar grove antwoord , door Parker, bij<br />

zijne terugkomst nit het eerste gevecht , op al <strong>de</strong> pligtplegingen<br />

van <strong>de</strong>n Prins van Wales en George <strong>de</strong>n In<strong>de</strong>n zeiven <strong>de</strong>n<br />

laatste gegeven: wensch uwer majesteit jonger officieren en<br />

„beter schepen toe; ik ben <strong>voor</strong> <strong>de</strong> dienst to oud gewor<strong>de</strong>n." 0,<br />

bet is waar, , Crabbe kon niet weten dat ooit een Hollan<strong>de</strong>r, die<br />

in <strong>de</strong>rgelijke dingen belang stelt , op <strong>de</strong>n inval komen zou , zich<br />

met hem bezig te hou<strong>de</strong>n; maar Burke's blikken , verbeel<strong>de</strong>n wij<br />

ons, moeten, het woord toejuichen<strong>de</strong> , bij het feit hebben gevonkeld<br />

van verontwaardiging , en dat had George molten, moeten<br />

opmerken ! De eilandvlag, welke se<strong>de</strong>rt dien tijd, helaas ! <strong>voor</strong><br />

goed , onze driekleur op <strong>de</strong>n oceaan heeft vervangen, was van<br />

<strong>de</strong>n top <strong>de</strong>r rots van Europa's znidwestelijken uithoek niet neergehaald,<br />

al had men er zoo lang me<strong>de</strong> gedraald <strong>de</strong> sterkte van<br />

leeftogt te <strong>voor</strong>zien , dat <strong>de</strong> officieren zich verpligt von<strong>de</strong>n met<br />

ongepoe<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n hoof<strong>de</strong> <strong>de</strong> wacht te betrekken ! Het is <strong>voor</strong> ons<br />

eene aardige bijdrage tot <strong>de</strong> wisselziekte <strong>de</strong>s costuums , niet meer ;<br />

maar wie hoort ze niet, <strong>de</strong> woordspelingen aan Burke's disch ?<br />

half maar genietbaar als zij in het hollandsch blijven, dat het<br />

betere po e d e r <strong>de</strong>n dapperen niet ontbrak ; zoo George die had<br />

genoten , hij had ze bewaard. Hij leef<strong>de</strong> het Leven zijns tijds luttel<br />

me<strong>de</strong>, en daarom , wij herhalen het, willen wij bet hem ten goe<strong>de</strong><br />

hou<strong>de</strong>n, dat hij oog noch oor had <strong>voor</strong> wat er in <strong>de</strong>n geest zijns<br />

gastheers omging , wien die herfst geen ruste gun<strong>de</strong> , die zich<br />

zon<strong>de</strong>r ophou<strong>de</strong>n ten laatsten storm, ach, maar ter korte zege


L8 GEORGE CR,ABBE.<br />

het Parlement <strong>voor</strong>bereid<strong>de</strong>. En toch , al mogt hij <strong>voor</strong> Burke<br />

als staatsman bei<strong>de</strong> doof en blind zijn, in <strong>de</strong>n huiselijken kring<br />

viel te veel goeds en groots te zien, dan dat wij het George<br />

kunnen vergeven, ons geen enkel blijk te hebben achtergelaten,<br />

hoe dit hem tegelijk verraste en verrukte. Het is het verkeer<br />

van dien va<strong>de</strong>r met zijnen drie-en-twintigjarigen zoon, — <strong>de</strong> omgang<br />

van <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>ren met <strong>de</strong>n jongeren vriend , — <strong>de</strong> blijdschap<br />

van <strong>de</strong>n zoo vaak teleurgestel<strong>de</strong> , doch die ein<strong>de</strong>lijk meenen<br />

mogt zijn wit te hebben geraakt , dat zijn beveling dat alles<br />

genieten zou, — <strong>de</strong> ware lief<strong>de</strong> eens va<strong>de</strong>rs, zich zelven, maar<br />

gelukkiger en grooter dan hij was, le zien herleven in <strong>de</strong>n<br />

eenige ! Richard Burke, wiens engelsche opvoeding in Frankrijk<br />

werd voltooid ; Richard, die te Parijs <strong>de</strong> gunsteling van mevrouw<br />

du Deffand was geweest — haar geest had eer gewonnen<br />

dan verloren, se<strong>de</strong>rt zij 'met blindheid was bezocht! — Richard,<br />

<strong>de</strong> oogappel zijner moe<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> trots zijns va<strong>de</strong>rs, hij is nog<br />

te zeer maar omtrek , dan dat wij van Crabbe's hand niet<br />

die toetsen zou<strong>de</strong>n hebben gewenscht , welke <strong>de</strong>zen tot eene<br />

sehets had<strong>de</strong>n verhoogd ; eene studie ware wel wat veel verlangd<br />

geweest.<br />

George's biograaf laat ons, zoowel als George zelf in <strong>de</strong> schetsen<br />

welke hij later het Licht <strong>de</strong>ed zien , over bei<strong>de</strong> gastheer en<br />

gasten , in volslagen schemering ; wat vernemen wij van een<br />

van bei<strong>de</strong>n over 's mans <strong>voor</strong>bereiding tot zijn leeraarsambt ?<br />

Luttel in<strong>de</strong>rdaad ; maar ligt dat er ook niet veel van te zeggen<br />

viel. „Het was er verre van," beweert zijn zoon, „dat hij<br />

„er zich aan zou hebben bezondigd in overijling tot <strong>de</strong>n altaar<br />

„te tre<strong>de</strong>n , zon<strong>de</strong>r eerst to hebben getracht zich zelven aan<br />

„tucht te gewennen , — dat hij zich <strong>de</strong>r dienst zou hebben<br />

„gewijd , zon<strong>de</strong>r zoowel eerst in zijn hart <strong>de</strong> <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n <strong>de</strong>s chris-<br />

„tendoms aan te kweeken , als zich in staat to stellen <strong>de</strong> gees-<br />

„telijke behoeften van an<strong>de</strong>ren to bevredigen.” Teregt eehter


GEORGE (MABEE. 29<br />

vraagt gij, die gemoe<strong>de</strong>lijke heiliging , ondanks <strong>de</strong> merkwaardige<br />

wijze waarop zij werd uitgedrukt , op hoogen prijs stellen<strong>de</strong><br />

, nog iets meer, , — vraagt gij kennis , zon<strong>de</strong>r welke <strong>de</strong><br />

kansel , bei<strong>de</strong> <strong>voor</strong> spreker en hoor<strong>de</strong>r , in eene kwelling verkeert.<br />

Om het verwijt <strong>voor</strong> te komen , dat wij , die lastige vragers<br />

zijn, ook onbeschei<strong>de</strong>n antwoor<strong>de</strong>rs mogen heeten , gunnen<br />

wij een <strong>de</strong>r geestigste geestelijken , waarop ooit <strong>de</strong> Gevestig<strong>de</strong><br />

Berk zich te goed heeft mogen doen, gunnen wij Sydney<br />

Smith over <strong>de</strong>n predikstijl dier dagen het woord. Zijne<br />

uitspraak dagteekent van het begin <strong>de</strong>zer eeuw; het zal u, verbeel<strong>de</strong>n<br />

wij ons , uwe eischen aan Crabbe als re<strong>de</strong>naar laag<br />

doen stemmen , en u tevens stilzwijgend <strong>de</strong> verzekering geven,<br />

dat wij u niet met Crabbe's preeken zullen kwellen. „ Wat <strong>de</strong><br />

„nieuwere engelsche letterkun<strong>de</strong> ook aanbie<strong>de</strong> ," zoo luidt het<br />

vonnis , waarlijk door geen onbevoeg<strong>de</strong> gewezen , „preeken,<br />

„die teregt welsprekend mogen wor<strong>de</strong>n genoemd , levert zij niet<br />

„op. De verdiensten <strong>de</strong>r leerre<strong>de</strong>nen van Blair — verreweg<br />

„<strong>de</strong> populairste van die <strong>de</strong>r gansche achttien<strong>de</strong> eeuw, — wat<br />

„zijn ze , dan eenvoudig gezond verstand , een gelukkig gebruik<br />

„van teksten , een hel<strong>de</strong>re , wellui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> stip , rijkelijk bijbelsch<br />

„getint ? Over het algemeen laten zijne oor<strong>de</strong>elvellingen en<br />

„zijne juiste opmerkingen over <strong>de</strong>r menschen han<strong>de</strong>l en wan<strong>de</strong>l<br />

„bij zijne lezers een bevredigen<strong>de</strong>n indruk achter, , maar wat<br />

„<strong>de</strong> hevige hartstogten betreft , daarvan is bij hem zoo min<br />

„sprake als van een zweem van geestdrift <strong>voor</strong> wat <strong>de</strong> <strong>de</strong>ugd<br />

„hoogst en heiligst heeft. Wie kanselwelsprekendheid smaken<br />

„wil, hij moet teruggaan tot <strong>de</strong> dagen van Barrow en Jeremy<br />

„Taylor , en loopt zelfs bij hen , trots al zijne verrukking over<br />

„hunne zeggenskracht , hunnen rijkdom , hunne vinding, gevaar<br />

„te stikken in eene overstelping van woor<strong>de</strong>n , die van geene<br />

„on<strong>de</strong>rscheiding weten wil, die zich in vergelljkingen vermeidt<br />

„tot zij verbijsteren , en <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n bijbrengt tot men er in


30 GEORGE CRABBE.<br />

„verward raakt. Om <strong>de</strong> oasen van Tillotson, Sherlock en At-<br />

„terbury to bereiken , moeten wij woestijnen van dorre bladzij-<br />

„<strong>de</strong>n doorwa<strong>de</strong>n , in welke <strong>de</strong> vermoei<strong>de</strong> christen rondom zich<br />

„henen niets an<strong>de</strong>rs gewaar wordt dan een akelig uitspansel<br />

„van versleten gevoelens en flaauwe klanken. Het groote doel<br />

„<strong>de</strong>r nieuwere predikkun<strong>de</strong> is niets te waren , en van <strong>de</strong><br />

„latere leerro<strong>de</strong>nen valt geen juistere karakteristiek te geven ,<br />

„dan fatsoenlijke zwakte , welke, zoo zij <strong>de</strong> auteurs van <strong>de</strong>zen<br />

„<strong>voor</strong> bespottelijke misslagen vrijwaart , ook alle treffen<strong>de</strong><br />

„schoonhe<strong>de</strong>n buitensluit. le<strong>de</strong>r beschaafd man, die eene engel-<br />

„sche leerre<strong>de</strong> ter hand neemt , stelt zich niet an<strong>de</strong>rs <strong>voor</strong> dan<br />

„een vervelend opstel te zullen slikken, vol van alledaagsche<br />

„ze<strong>de</strong>lijkheid ; en indien <strong>de</strong> vervulling van <strong>de</strong>rgelijke verwach-<br />

„tingen verdienstelijk mag heeten, dan heeft onze geestelijk-<br />

„heid alle regt daarop aanspraak to maker, <strong>voor</strong>waar hare<br />

„lezers in dit opzigt nooit, nooit to leur stellen<strong>de</strong>.”<br />

Crabbe bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Tillotson lang, eer hij er aan dacht zelf<br />

geestelijke to wor<strong>de</strong>n; al had Burke er hem Blair ook bij ter<br />

hand gesteld , willen wij maar niet tot <strong>de</strong>n dichter terugkeeren ?<br />

Gregories was, bij het na<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong>n winter, door <strong>de</strong>n gastheer<br />

met zijn gezin en zijnen gast verlaten ; maar to mid<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>r beslommeringen van het staatkundig leven in London bleef<br />

Burke <strong>voor</strong> Crabbe <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> , die hij in <strong>de</strong>n schoot <strong>de</strong>r natuur<br />

te Beaconsfield <strong>voor</strong> hem was geweest. Indien <strong>de</strong> woning van<br />

<strong>de</strong>n staatsman, die in zijnen strijd met het bewind van lord<br />

North op het lot van Engeland <strong>de</strong>n beslissendsten invloed nitoefen<strong>de</strong>,<br />

al niet geriefelijk genoeg was om er George eene<br />

kamer in of to staan , er waren vertrekken in <strong>de</strong> buurt <strong>voor</strong><br />

dozen gehuurd en ingerigt ; Edmund's tafel stond <strong>voor</strong> hem open ;<br />

Edmund leid<strong>de</strong> hem <strong>de</strong>n letterkundigen kringen in. Het waren<br />

<strong>de</strong> clubs , van welke wij in ons vorig opstel beproef<strong>de</strong>n niet<br />

louter om <strong>de</strong>n wille van wat er in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ring zelve aanlok-


GEORGE CRA BBE. 31<br />

kends school, u eene aanschouwelijke <strong>voor</strong>stelling to geven, het<br />

was <strong>de</strong> vermaardste van <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>al , waarin Burke treffelijk<br />

uitkomt in <strong>de</strong>n bloei zijner jaren het leven zijns yolks me<strong>de</strong>leven<strong>de</strong><br />

in ie<strong>de</strong>ren zin <strong>de</strong>s woords , <strong>de</strong> zich zelven naauwelijks<br />

bewuste <strong>voor</strong>looper eener meer oorspronkelijke letterkun<strong>de</strong>, dan<br />

aan zijn va<strong>de</strong>rland in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw ten <strong>de</strong>el viol; —<br />

het waren <strong>de</strong> clubs, waarin hij thans Crabbe <strong>voor</strong>stel<strong>de</strong> , <strong>de</strong><br />

ontluiken<strong>de</strong> dichter, , in <strong>de</strong>n vorm nog <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong> school verknoeht<br />

, in <strong>de</strong> stof rondtastend , op het gevaar of menigen misgreep<br />

te doen ; — het waren <strong>de</strong> clubs, in welke wij bei<strong>de</strong> <strong>voor</strong><br />

u zou<strong>de</strong>n doen optre<strong>de</strong>n — indien ook uw geduld niet zijne<br />

grenZen had ! De vreeze an<strong>de</strong>rrnaal <strong>de</strong>n beschermeling door<br />

zijnen beschermer overschaduwd to zien , op ons woord , zij zou<br />

er ons niet van weerhou<strong>de</strong>n ; want al dragen <strong>de</strong>ze bla<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n<br />

naam van <strong>de</strong>n eerste , wat zou hij zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n laatste geweest<br />

zijn, die weer <strong>de</strong>ed dan hem <strong>voor</strong> gebrek beveiligen , die zijn<br />

geest tot bewustzijn bragt <strong>de</strong>r gaven <strong>de</strong>zen be<strong>de</strong>eld ? Het blijve<br />

u, die ons zoo getrouw tot bier vergezel<strong>de</strong>t , en, hopen wij,<br />

nog niet begeeft , het blijve u <strong>voor</strong>behou<strong>de</strong>n later het vonnis<br />

to wijzen , of wij wel <strong>de</strong><strong>de</strong>n van het hollandseh publiek zoo<br />

groote opmerkzaamheid to verger <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n burgerlijksten ze<strong>de</strong>ndichter<br />

dies het eilandrijk heeft opgeleverd ; maar dat het<br />

genie, 't welk twee tijdvakken beheerschte, het bijwijlen zoowel<br />

ons on<strong>de</strong>rwerp , ale ons zelven doet, wie het vreemd vindt,<br />

hij gevoelt , vreezen wij, zijne grootte niet volkomen.<br />

George Crabbe bragt in <strong>de</strong> lon<strong>de</strong>nsche letterkundige wereld<br />

dier dagen slechts een schralen aanbevelingsbrief in zijn dichtstuk<br />

: <strong>de</strong> Bibliotheek merle, — het blijkt niet, dat moor dan<br />

een enkele <strong>de</strong>r vermaardste le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring in <strong>de</strong>n<br />

Turkenkop zich tot hem aangetrokken gevoel<strong>de</strong>. Woes niet<br />

on<strong>de</strong>ugend genoeg te beweren, dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rscheiding door<br />

<strong>de</strong>zen <strong>voor</strong> George's geduld pleitte , daar het <strong>de</strong> doove sir Jos-


32 GEORGE CRABBE.<br />

hua Reynolds was, uw gebrek aan hart zou grooter blijken dan<br />

uwe geestigheid. Ondanks die verdrietige kwaal , welke <strong>de</strong>n<br />

begaaf<strong>de</strong>n man verpligtte in gezelschap een hoorn ter hand<br />

te hebben, was hij een <strong>de</strong>r beminnelijkste menschen. George<br />

mogt zich gevleid gevoelen door <strong>de</strong> opmerkzaamheid eens<br />

meesters , in wien wij iets hoogers waar<strong>de</strong>ren dan <strong>de</strong>n eersten<br />

<strong>voor</strong>zitter van <strong>de</strong> koninklijke kunstaca<strong>de</strong>mie zijns lands, rid<strong>de</strong>r<br />

, enz. , in wien wij een portretschil<strong>de</strong>r huldigen , die , eer<br />

hij iemand op het doek bragt , dacht en nog eens overdacht ,<br />

hoe <strong>de</strong> eischen van kunst en karakter vielen overeen te brengen.<br />

Louter uit stukken van zijn penseel zoudt ge schier eene<br />

galerij <strong>de</strong>r grootste mannen van zijnen tijd kunnen zamenstellen<br />

; hem behoort <strong>de</strong> schaars toe te kunnen lof, , dat het<br />

mogelijk zou zijn er lang met genoegen in te verwijlen.<br />

Scheppingen <strong>de</strong>rzelf<strong>de</strong> hand, heeft ie<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze , individualiteit<br />

zon<strong>de</strong>r affectatie ; hij wist die verdienste te bewaren tot<br />

in <strong>de</strong> af beeldingen welke hij van zich zelven lever<strong>de</strong> toe.<br />

Welk een Bids, we zeggen niet op het gebied zijner kunst,<br />

want daar<strong>voor</strong> bleek George geene oogen te hebben; welk een<br />

gids in <strong>de</strong> wereld dier dagen moet sir Joshua <strong>voor</strong> hem geweest<br />

zijn, langs wiens ezel een gansch geslacht was <strong>voor</strong>bij<br />

gegaan , om niet enkel wat licht en scha'auw op zijn doek, om<br />

die ook in zijn gemoed achter te laten. Joshua Reynolds, <strong>de</strong><br />

zestig na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> , genoot het leven nog in voile kracht , al<br />

dun<strong>de</strong> allengs <strong>de</strong> stoet van vrien<strong>de</strong>n , welke hij , se<strong>de</strong>rt hij aan<br />

zijn talent onafhankelijkheid , vermogen , overvloed had dank<br />

te weten , bijna dag aan dag aan zijnen disch verga<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. Hij<br />

had onlangs Dusseldorf, Antwerpen, 's Hage bezocht , 't gem<br />

zoo aangenamen indruk op hem maakte , als waren Voorhout<br />

en Vijverberg nog die van Huijgens geweest ; hij was, karakteristiek-waar<br />

<strong>voor</strong> een engelsch kunstenaar dier dagen, na dat<br />

bewon<strong>de</strong>ren van Rubbens en Rembrandt bevredig<strong>de</strong>r huis-


GEORGE CRABB E 33<br />

waarts gekeerd , dan het in zijne jonkheid zijn lot was,<br />

toen hij in Italie een blik op <strong>de</strong> scheppingen van Raphael<br />

wierp en hare schoonhe<strong>de</strong>n naauw gevoel<strong>de</strong> .<br />

Hoe gelukkig <strong>voor</strong> n , bedreigd als ge werdt door we<strong>de</strong>r eene<br />

uitweiding, hoe gelukkig <strong>voor</strong> u, dat Reynold's zuster, , die <strong>de</strong><br />

eere van zijn huis ophoudt , die zoo goed slag heeft van miniatuurschil<strong>de</strong>ren<br />

, hem weten doet , dat het vier ure geslagen, dat<br />

<strong>de</strong> <strong>voor</strong>zaal vast vol is. Hij legt <strong>de</strong> laatste hand aan zijn toilet;<br />

hebt gij ooit een groot portretscbil<strong>de</strong>r gezien , die er onachtzaam<br />

mee omsprong , die er niet al <strong>de</strong>n indruk van bereken<strong>de</strong> ? Wat<br />

is die kanten horn van dat hemd weerbarstig , „die plooien prut-<br />

„telen in plaats van te prij ken ,” eene enkele verschikking nog ,<br />

— arme Crabbe! gij hebt „<strong>de</strong>n graauw" al beet. Hij was on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> gasten van <strong>de</strong>n dag, hij was, vroeg genoeg verschenen, na<br />

<strong>de</strong> vereisehte buiging <strong>voor</strong> Miss Reynolds, nieuwsgierig , belangstellend<br />

veeleer, , naar het venster <strong>voor</strong>tgegle<strong>de</strong>n , en , last<br />

dien <strong>de</strong> groote man niet lij<strong>de</strong>n kon , wat digt tot Johnson gena<strong>de</strong>rd,<br />

hij, <strong>de</strong>zen niet <strong>voor</strong>gesteld, <strong>de</strong>zen nog onbekend. „Vergeef<br />

mij ," zegt George, <strong>de</strong> wolk op dat gerimpeld , grimmig<br />

<strong>voor</strong>hoofd zien<strong>de</strong> zamentrekken ; maar <strong>de</strong> don<strong>de</strong>r rommelt al:<br />

„Vergeven , vergeven, vergeven, men gunt zijn naaste lucht<br />

„en licht , mijnheer !" — en Crabbe, die zich zooveel van <strong>de</strong>ze<br />

kennismaking had beloofd , <strong>de</strong>inst achteruit , <strong>de</strong>inst af.<br />

„Laat hem he<strong>de</strong>n rust," zegt Burke, die, trots zijn bijzien ,<br />

ein<strong>de</strong>lijk toeh bemerkt wat er gaan<strong>de</strong> is, „ik zal u morgen ten<br />

„zijnent aan hem <strong>voor</strong>stellen."<br />

En Johnson ontving Crabbe, zoo als een groot man, <strong>de</strong>rgelijke<br />

hul<strong>de</strong> gewend , het een aankomeling pleegt te doen —<br />

was mensch genoeg om <strong>de</strong>ernis met zijn lot en zijn leed te gevoelen<br />

; hij was het te zeer om niet gevleid to zijn met het<br />

verzoek , het dichtstuk , waaraan George besehaaf<strong>de</strong> , eens in<br />

te zien , er een handje aan to helpen!<br />

Studien en Schetsen III 3


34 GEORGE CRABBE.<br />

0 Thackeray ! die tot bewon<strong>de</strong>rens , tot beminnens toe getroffen<br />

wordt , zoo vaak u een blijk van goedheid in het menthe-<br />

lijk verrast ; maar wiens vernuft van geen vergoelijking<br />

weten wil bij <strong>de</strong> ziekelijke zwakhe<strong>de</strong>n , waaraan zelfs <strong>de</strong><br />

gevierdsten onzer euvel gaan ; die <strong>de</strong>n geesel <strong>de</strong>r satyre grijpt,<br />

als gij het belagchelijke ziet bewierookt, bet gebrekkige geprezen<br />

, het valsche gevierd , dat gij ons een oogenblik uwe ve<strong>de</strong>r<br />

leen<strong>de</strong>t — op het gevaar af, dat wij hear nooit we<strong>de</strong>rgaven! —<br />

Crabbe's biograaf, die ons zoo karig be<strong>de</strong>elt als het kunst of<br />

kennis dier dagen geldt , heeft eene gansche bladzij<strong>de</strong> over <strong>voor</strong><br />

het me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen eener bijzon<strong>de</strong>rheid, welke wij wenschten dat<br />

hij nooit bad behoeven to boeken , of, daar het een zoon is<br />

die over zijn va<strong>de</strong>r spreekt , in <strong>de</strong>n schemerschijn <strong>de</strong>r verschooning<br />

had gehuifd. Ons, die gelukkig in geenerlei vertrouwelijke<br />

betrekking staan tot het <strong>voor</strong>werp onzer beschouwing , ons<br />

vergunne men <strong>de</strong>n indruk weer to geven, welken het <strong>voor</strong>val op<br />

ons maakt. Volslagen vreemd , gevoelen wij geene behoefte aan<br />

eene lenge inleiding , om er ein<strong>de</strong>lijk <strong>voor</strong> nit to komen , dat<br />

George in <strong>de</strong> luisterrijke kringen , waartoe bij zich zag opgebeurd<br />

, bijwijle al het lastige gevoel<strong>de</strong> . . . eener leege beurs.<br />

Gastmalen bijwonen , o, bet was genoegen! maar het eischte<br />

eene kleeding , welke <strong>de</strong> kleine som , <strong>voor</strong> <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> Bibliotheek<br />

ontvangen , noo<strong>de</strong> goed maken kon. „Een wenk , eeri<br />

„woord tot Burke," meent ge, en drukt uit wat wij dachten :<br />

dankbaarheid <strong>voor</strong> zulk eene redding had valsche schaamte<br />

geene pleats moeten overlaten. An<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> biograaf, die van<br />

zedigheid prevelt, welke overgroote e<strong>de</strong>lmoedigheid niet wil<strong>de</strong><br />

misbruiken. Weet ge wat Goldsmith van die aarzeling zou hebben<br />

getuigd , gemeenzaam als bij Mr. Burchell in zijn meesterstukje<br />

grommen doet ? „Larie ," zou het hebben geklonken en<br />

het ware woord zijn geweest ! <strong>de</strong> volksuitdrukking , die zoo<br />

velerlei gangbare veinzerij valsch verklaart !


GEORGE CRXBEE. 35<br />

Burke daarentegen, due beweert Crabbe's levensbeschrijver,<br />

Burke was te kiesch om <strong>de</strong>n jonkman , die hem reeds zooveel<br />

was verschuldigd, zijne afhankelijkheid door aalmoezen te doen<br />

gevoelen ; Burke, gelooven wij, dacht dat er diensten zijn, die<br />

men, gevraagd , gaarne doet, die, ongevraagd aangebo<strong>de</strong>n, iets<br />

onbeschei<strong>de</strong>ns hebben. Hoe het zij , <strong>de</strong> laatste guinje was gewisseld<br />

, en George gevoel<strong>de</strong> an<strong>de</strong>rmaal , maar thans in <strong>de</strong>n<br />

schoot <strong>de</strong>r weel<strong>de</strong>, en omringd van al wat overvloed schitterends<br />

heeft , het nijpen van <strong>de</strong>n nood.<br />

Het is waar, dat niemands moed wast als zijne beurs krimpt ,<br />

maar het is even onloochenbaar, , dat iemands karakter aan het<br />

licht komt in <strong>de</strong> wijze waarop hij then we<strong>de</strong>r vult.<br />

Hoe <strong>de</strong>ed George het?<br />

Brij treffen hem aan ten luncheon genoodigd bij — raadt<br />

eens wien ? — maar al <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n wij u ook me<strong>de</strong> , dat het een<br />

<strong>de</strong>r oudste kennissen uit dit opetel is, uw geheugen zou nooit<br />

op <strong>de</strong>n naam komen ; er ligt niet slechts te groot tijdsverloop<br />

tusschen onze afleveringen, er is te groot een afstand tusschen<br />

bei<strong>de</strong> personen. Een oogenblik trots, wie zou het George niet<br />

ten goe<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n , zoo hij Bien had gevoeld , het briefjen openen<strong>de</strong><br />

, waarin dag en nur werd bepaald , op welke het „<strong>de</strong>n<br />

„lord kanselier Thurlow aangenaam zou<strong>de</strong> zijn Mr. Crabbe<br />

„ten zijnent te zien." Het Teed geen twijfel , dat het aan<br />

Burke's tusschenkomst viel dank te weten ; hij moest over hem<br />

hebben gesproken , maar <strong>de</strong>s ondanks was het eene streelen<strong>de</strong><br />

gewaarwording het verle<strong>de</strong>n zoo te zien gekeerd. Of had Mr.<br />

Crabbe niet tweemalen in zijn leven dichtstukken aan <strong>de</strong>n lord<br />

kanselier gezon<strong>de</strong>n ; — <strong>de</strong> eerste maal een uitvoerig , waarop<br />

het antwoord was geweest , dat 's mans bezighe<strong>de</strong>n hem geen<br />

tijd overlieten verzen te lezen ; — <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> maal luttel<br />

regelen, die eene tuchtiging <strong>de</strong>zer onheuschheid, eene scherpe<br />

beschaming mogten heeten, waar<strong>voor</strong> wij <strong>de</strong>n staler in <strong>de</strong>r


36 GEORGE CRABBE.<br />

tijd regt lieten we<strong>de</strong>rvaren , maar waarop nooit antwoord gekomen<br />

was ? 0 , zoo George geweest ware dien wij hem wenschten,<br />

hij had, al ware zijn slinkerhand , terwijl <strong>de</strong> regte bet<br />

briefjen hield , toevallig in <strong>de</strong>n zak gegle<strong>de</strong>n , niet gevoeld dat<br />

<strong>de</strong> vingertoppen op een leege beurs stieten ; of, zoo hij het<br />

gewaar was gewor<strong>de</strong>n , het zij<strong>de</strong>n net ware te <strong>voor</strong>schijn gehaald<br />

en het briefje er ingefrommeld , — glorie was meer<br />

dan geld !<br />

Lord Thurlow, <strong>de</strong> begaaf<strong>de</strong> , <strong>de</strong> vermaar<strong>de</strong> , <strong>de</strong> letterkundige<br />

lord Thurlow was geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>n luncheon wat <strong>de</strong> grillige,<br />

geduchte, grimmige lord Thurlow zoo goed wist to wezen ,<br />

als hij wil<strong>de</strong> , allerheuschst , allerinnemendst , allerliefst.<br />

„Het eerste dichtstuk , dat ge mij zondt , had ik moeten<br />

„inzien , mijnheer ! — ik vergeef u van ganscher harte het<br />

„twee<strong>de</strong>."<br />

George boog zich , en wij wraken het niet , zoo het hem<br />

streel<strong>de</strong> , dat hij dien pijl niet in het wil<strong>de</strong> had versehoten ,<br />

dat hij had geraakt.<br />

Thurlow's dienstbare geesten , van kruin en kuiten even<br />

„wit ," dank zij <strong>de</strong> poe<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n kousen , bo<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>n<br />

wenk <strong>de</strong>s hofmeesters , in statelijk zwart aan het buffet staan<strong>de</strong> ,<br />

<strong>de</strong>n heeren <strong>de</strong> keurige maar weinige schotels aan. Zoo het<br />

George geen oogenblik inviel, dat hij al <strong>de</strong> geestighe<strong>de</strong>n, waarme<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> gastheer dat ochtendmaal kruid<strong>de</strong> , <strong>de</strong>n goe<strong>de</strong>n dunk<br />

verschuldigd was , dien Burke <strong>de</strong>zen van hem had ingeboezemd<br />

; zoo zelfs in <strong>de</strong> verte het vermoe<strong>de</strong>n niet bij hem opkwam<br />

of Thurlow in <strong>de</strong>n beschermeling ook <strong>de</strong>n besehermer<br />

vier<strong>de</strong> , wiens vaste , ver reiken<strong>de</strong> hand het roer van <strong>de</strong>n staat<br />

al digter scheen te komen ; wie, die zelf jong is geweest, en<br />

ook op zijne beurt het zoete vergif <strong>de</strong>r vleijerij heeft gedronken<br />

, waarvan een sarcastische geest zich vermeid<strong>de</strong> <strong>de</strong> werking<br />

ga, te slaan , wie zal er <strong>de</strong>n staf over Crabbe om bre-


GEORGE CRABBE. 37<br />

ken? Crabbe, ja , zeven-en-twintig jaar naar <strong>de</strong>n leeftijd ,<br />

maar naar <strong>de</strong> wereld nog geen zeventien.<br />

De lord had <strong>de</strong>s toekomstigen leeraars gezondheid gedronken<br />

; <strong>de</strong> hofmeester en zijn gevolg waren verdwenen , George<br />

rees op. „Neem die kleinigheid aan, mijnheer !" zei Thurlow,<br />

een verzegeld papier in Crabbe's hand leggen<strong>de</strong> , „en reken<br />

„er op, dat ik <strong>de</strong> eerste gelegenheid <strong>de</strong> beste zal aangrijpen<br />

„om u van wezenlijker dienst to wezen , zoodra gij zult zijn<br />

„geor<strong>de</strong>nd."<br />

Een aalmoes , George? — van dien man !<br />

Och , verbeeldt n , vleit u niet , dat een blos over Crabbe's<br />

gelaat vloog , een blos van schaamte, eensklaps vervangen door<br />

het bleek <strong>de</strong>r vrees, toen hij <strong>de</strong> hand al had uitgestoken om<br />

<strong>de</strong> weldaad te weigeren , <strong>de</strong> vrees, of Burke dat toegeven aan<br />

trots wel goedkeuren zou. Hij boog zich al we<strong>de</strong>r , maar <strong>de</strong>n<br />

brief aannemen<strong>de</strong> en weghergen<strong>de</strong>. Wat ergert gij er u aan ?<br />

Hij zou u verwon<strong>de</strong>rd hebben aangezien, zoo gij hem gevraagd<br />

hadt , of misschien <strong>de</strong> invloed , dien <strong>de</strong> lord kanselier later<br />

op zijn lot, zijne bevor<strong>de</strong>ring zou kunnen uitoefenen , hem<br />

weerhou<strong>de</strong>n had, dat verzegeld stuk papiers terug te geven?<br />

En lord Thurlow? Hij zou hebben gegrinnikt , als hij u die<br />

vraag had hooren doer en er Crabbe verbaasd over had gezien.<br />

„ Weigeren ?" zou hij hebben gemorapeld , „weigeren ? in welk<br />

„woor<strong>de</strong>nboek staat dat?" Zeker niet in dat <strong>de</strong>s lord kansehers<br />

, die zich on<strong>de</strong>r allerlei wisselingen aan zijn ambt klem<strong>de</strong>,<br />

en <strong>voor</strong> alien en alles ter wereld , zoo geeft Prior <strong>de</strong> gedachte<br />

aan, moeijelijk te hanteren , noestig en ruw als <strong>de</strong> eikentak ,<br />

<strong>voor</strong> wie hem dat kan doen behou<strong>de</strong>n of verliezen buigzaam<br />

was als <strong>de</strong> wilgentwijg. „Weigeren , ha! ha !"<br />

0 laagschatting van <strong>de</strong>n mensch door <strong>de</strong>n lord kanselier,<br />

dat ge door het zelfgevoel <strong>de</strong>s toekomstigen ze<strong>de</strong>ndichters<br />

waard beschaamd gewor<strong>de</strong>n !


38 GEORGE CRABBE.<br />

Helaas! boor <strong>de</strong>n zoon: „Zoodra hij het huis had verlaten ,<br />

„open<strong>de</strong> hij <strong>de</strong>n brief, <strong>de</strong>nken<strong>de</strong> er een geschenk van tien,<br />

„misschien twintig pounds in te vin<strong>de</strong>n, hij hield eene bank-<br />

„noot van h on <strong>de</strong>r d in ; eene hulp , die toereikte om al <strong>de</strong><br />

„moeijelijkhe<strong>de</strong>n van het tegenwoordige te boven te kornen ,<br />

„terwijl <strong>de</strong> belofte, welke zijn nieuwe beschermer er bij-<br />

„voeg<strong>de</strong> , alle bekommeringen, die hij nog over zijne <strong>voor</strong>-<br />

„uitzigten in <strong>de</strong> wereld voe<strong>de</strong>n raogt , moest opheiTen.”<br />

Altijd bescherming , die aan ban<strong>de</strong>n leggen<strong>de</strong> verlaagt !<br />

George Crabbe! die pas <strong>de</strong>n pais met Johnson hebt gemaakt ,<br />

als gij hem morgen ontmoet , spreek hem niet van lord Thurlow's<br />

vrien<strong>de</strong>lijkheid, spreek hem om 's hemelswil van <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>rd<br />

pon<strong>de</strong>n niet ! Hij zou in staat zijn u bij <strong>de</strong>n kraag van<br />

<strong>de</strong>n fraaijen rok te grijpen, dien gij er mee hebt betaald en u<br />

te schud<strong>de</strong>n tot ge meenen zoudt een waterhond te zijn, met<br />

dit on<strong>de</strong>rscheid dat <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>rgelijke beweging <strong>voor</strong> zijn genoegen<br />

doet, en gij bij <strong>de</strong> verrassing <strong>de</strong>n schrik op <strong>de</strong>n koop toe<br />

zoudt hebben. „Mijnheer !” zou hij bul<strong>de</strong>ren, wanneer men tot<br />

uwe hulp zou zijn toegeschoten , en hij wat zou zijn bedaard,<br />

„mijnheer ! ik schud<strong>de</strong> bet stof van mijne voeten , toen ik in<br />

„<strong>de</strong>n gang van lord Chesterfield lang genoeg vergeefs had<br />

„staan wachten , nadat ik hem <strong>de</strong> prospectus van mijn woor-<br />

„<strong>de</strong>nboek had opgedragen , — en toen <strong>de</strong>ze zeven jaren later<br />

„mijn lof uitbazuin<strong>de</strong> over dat werk , toen schreef ik hem een<br />

„brief, dien ge moet gelezen hebben, en waaruit ge hadt moeten<br />

„leeren , dat een beschermer niets an<strong>de</strong>rs is, dan een man, die<br />

„onverschillig toeziet als gij , om uw leven worstelend , in het<br />

„water ligt , maar u met hulpbetoon lastig valt, zoodra gij <strong>de</strong>n<br />

„vasten wal weer hebt bereikt.” Het zou mogelijk zijn, dat het<br />

dan bij u opkwarn , George ! tot zelfver<strong>de</strong>diging genoopt, er van<br />

te gewagen , dat gij met een <strong>de</strong>el van dat geld arme kennissen<br />

nit uw vroegeren tijd zijt te hulp gekomen , zoo als uw zoon het


GEORGE C RABBE. 39<br />

ons heeft overgebriefd. „Wat ," zou het klinken, „ wat, zich<br />

„zelven wegwerpen , om an<strong>de</strong>ren wel te doen, dat is hei<strong>de</strong>nsche<br />

„noch christelijke ze<strong>de</strong>leer, mijnheer ! gij weet immers hoe het<br />

„twee<strong>de</strong> groote gebod luidt ?" En als ge dan in uwe laatste versehansingen<br />

tegen <strong>de</strong>n wal gedreven , geen uitweg meer zaagt<br />

en er van reppen dorst , dat trots tegen trots maar gelijk<br />

maakt , hoe hij op zou varen en u antwoor<strong>de</strong>n, zoo als hij<br />

Dr. Adams <strong>de</strong>ed :<br />

„Maar <strong>de</strong> mijne was ver<strong>de</strong>digen<strong>de</strong> trots," en <strong>de</strong> uwe<br />

had het moeten zijn, George!<br />

Boswell heeft geen enkel gesprek tusschen Johnson en Crabbe<br />

opgeteekend — <strong>de</strong> biograaf van <strong>de</strong>n laatste rnaakt er even weinig<br />

melding van ; hij spoedt zich na <strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>eling van <strong>de</strong> wijze ,<br />

waarop hij een ge<strong>de</strong>elte <strong>de</strong>r hon<strong>de</strong>rd pounds besteed<strong>de</strong>, om ons<br />

te berigten , dat zijn va<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n 21: len December 1781 te Lon<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong>n bisschop van Norwich tot <strong>de</strong>acon's or<strong>de</strong>r8 werd toegelaten.<br />

Alsof er zich tusschen die candidatuur en <strong>de</strong> or<strong>de</strong>ning<br />

zelve niets wereldsch dringen mogt, volgt in eenen a<strong>de</strong>m dat<br />

Zijne Hoogeerwaardigheid hem in Augustus van het volgen<strong>de</strong><br />

jaar in zijn eigen hoofdkerk tot prier,tcr bevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. Het is of<br />

Lon<strong>de</strong>n met al zijn gewoel en gedruisch mrsklaps in het verschiet<br />

weg<strong>de</strong>inst ; een enkel woord tot afscheid aan Burke en wie hem<br />

er overigens wel wil<strong>de</strong>n , <strong>de</strong> vrouw van <strong>de</strong>n linnenkooper op<br />

Cornhill — het zij tot Crabbe's eere gezegd — niet vergeten;<br />

en we zijn, waar <strong>de</strong>nkt ge? we zijn in Aldborough weer.<br />

Het ste<strong>de</strong>ke was hetzelf<strong>de</strong> gebleven ; maar hoe an<strong>de</strong>rs mogt<br />

het George bij <strong>de</strong> terugkomst te moe<strong>de</strong> zijn, dan het hem bij<br />

het vertrek was geweest. Het „won<strong>de</strong>r van het dorp" , dat uit<br />

was gelagchen met het gemeenzame spreekwoord : ,,twaalf am-<br />

„ bachten en <strong>de</strong>rtien ongelukken ,” <strong>de</strong> jonkman , die in niets<br />

scheen te zrdlen slagen , en „niet eens in staat was aan ha<br />

„roer te staan," <strong>de</strong> „geleer<strong>de</strong>" , <strong>de</strong> „gek" , hij kw am weer, een


40 GEORGE CRA BB E.<br />

diebter van ten minste eenigen naam , — een leeraar, <strong>de</strong> dienst<br />

<strong>de</strong>r kerk gewijd. Zoo er meer hoogmoed in zijn barte was, dan<br />

bei<strong>de</strong>n voeg<strong>de</strong>, onvergefelijk was die niet bij zulk een ommekeer.<br />

De eerwaar<strong>de</strong> Bennett, <strong>de</strong> rector — predikant — van<br />

het plaatsje, wien hij, waarschijnlijk ter oefening, als curatehulpprediker,<br />

, door <strong>de</strong>n bissehop was toegevoegd, verbeid<strong>de</strong><br />

hem in <strong>de</strong> woning zijns va<strong>de</strong>rs ; die va<strong>de</strong>r zelf, , als wil<strong>de</strong> hij goed<br />

maken dat hij to goring van zijne gaven had gedacht, zat met<br />

zijn dichtstuk , <strong>de</strong> Bibliotheek, <strong>voor</strong> zich; geen gedrukt exemplaar,<br />

neen , een a fsc hri f t; het was zijnen vast strammen vingeren<br />

een vermaak geweest, die verzen zijns zoons over to<br />

sehrijven! Bob, <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>r met wien George het meest overeenstem<strong>de</strong>,<br />

was dozen een eind weegs to gemoet gekomen ; <strong>de</strong> zuster,<br />

met welke hij eene wijle had zamengewoond 7 toen hij chirurg,<br />

apotheker, wat niet al was geweest, stond op <strong>de</strong>n drempel .....<br />

Helaas! het welkom, dat hem het liefste zou zijn geweest,<br />

was hij niet bestemd op a.ar<strong>de</strong> weer to hooren; zijne moe<strong>de</strong>r<br />

was niet meer! Er zijn enkele woor<strong>de</strong>n, waarin zich een geheel<br />

gemoed nit; en wij, die zoo dikwijls <strong>de</strong> biographie hard vallen ,<br />

wij zou<strong>de</strong>n bet ons zelven niet ten goe<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n, zoo wij het<br />

verzwegen , dat zij die laatste dagen <strong>de</strong>r vrome vrouw aandoenlijk<br />

schil<strong>de</strong>rt. Het is bereids door ons me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld, dat zij aan<br />

<strong>de</strong> waterzucht Teed; eene harer vriendinnen, welke niet verre<br />

van Naar woon<strong>de</strong>, dreig<strong>de</strong> het slachtoffer <strong>de</strong>rzelf<strong>de</strong> krankte to<br />

wor<strong>de</strong>n. „Ie<strong>de</strong>ren morgen," lezen wij, „ie<strong>de</strong>ren morgen ver-<br />

„zocht Crabbe's moe<strong>de</strong>r hare dochter eons gaauw nit to zien<br />

„of het vensterke <strong>de</strong>r lij<strong>de</strong>res nog open was; „zij moet zich<br />

„„reppen,” zei<strong>de</strong> zij opgeruimd, „of ik zal eer ter ruste zijn<br />

„„dan zij."" En zij was ter ruste gebragt, eer George <strong>de</strong>n<br />

voet we<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlijke woning zette.<br />

„Jongen!" zei <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Crabbe, „wat ben ik blij , dat ik<br />

„je weer zie, welk een veran<strong>de</strong>ring !"


GEORGE C ItABBE. <strong>41</strong><br />

Een hartelijke handdruk <strong>de</strong>s zoons was het antwoord, die,<br />

beweert <strong>de</strong> biograaf, , later in <strong>de</strong> Kerkregistere, met wijziging<br />

van enkele woor<strong>de</strong>n, weergaf, wat er teen in zijn gemoed<br />

omging:<br />

Naar huis gekeerd, hoe droevig zag hij rond<br />

Op elke plek wear hij hear niet meer vond ;<br />

De disch, waar 't kroost zat om haar heen geschaard ,<br />

De leuningetoel, die leeg stond bij <strong>de</strong>n heard,<br />

De bank ter kerk , waarin zij noo<strong>de</strong> ontbrak,<br />

't Werd heil'ge plaatse wear <strong>de</strong> erinn'ring sprak<br />

Wij hebben u een blik in George's gemoed vergund; wij hebben<br />

er u bei<strong>de</strong> hoogmoed en droefheid in doen zien; we zou<strong>de</strong>n<br />

vreezen uw oor<strong>de</strong>el onregt aan to doen, zoo we niet vertrouw<strong>de</strong>n<br />

, dat ge al reeds <strong>de</strong> gewaarwordingen vermoedt, met welke<br />

hem zijne gemeente weldra vervul<strong>de</strong>. Die goe<strong>de</strong> bisschop van<br />

Norwich! waar was zijne menschenkennis, toen hij, <strong>de</strong>n her<strong>de</strong>r<br />

dier kud<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze hulpe zen<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, geloof<strong>de</strong> dat Aldborough<br />

De heer K. Sybrandi heeft in <strong>de</strong> Kerkrepsters <strong>de</strong> pleats dus vertaald:<br />

(<br />

Naar huis gekeerd, hoe zag men droevig rond,<br />

Als ware 't vreemd , dat men er haar niet vond l<br />

De plaats aan tafel, ach I weer ingenomen ,<br />

Die stoel hij 't ream, als zou zij straks weer komen,<br />

De bloemtuin, 't <strong>voor</strong>werp van haar zang , haar lust,<br />

't Begroeid prieel, wear zomers koelte en rust<br />

Na d'arbeid wachtten en vaak <strong>de</strong> avondston<strong>de</strong>n<br />

Haar in <strong>de</strong>n kring van ga<strong>de</strong> en kindren von<strong>de</strong>n ,<br />

Och , ie<strong>de</strong>r plekje, wear zij zat of ging<br />

Was hun nu heilig in <strong>de</strong> erinnering.<br />

De tusschen ( ) geplaatste vier regels vielen kwalijk op eeu landschap<br />

als dat van Aldborough toe to passen.


42 GEORGE CRABBE.<br />

<strong>de</strong> school kon zijn nm Crabbe tot stichting van zielen op te<br />

lei<strong>de</strong>n. Indien hij hem geplaatst had waar nooit iemand iets<br />

van zijn verle<strong>de</strong>n had vernomen; waar het gerucht, van zijn<br />

zon<strong>de</strong>rlingen levensloop uitgaan<strong>de</strong>, allengs doorgedrongen, zich<br />

niet had verspreid, zon<strong>de</strong>r dat door <strong>de</strong>n afstand het hoekige<br />

en har<strong>de</strong> <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>stelling ware verzacht gewor<strong>de</strong>n; waar <strong>de</strong>r<br />

schare ein<strong>de</strong>lijk slechts <strong>de</strong> schitteren<strong>de</strong> uitslag van zijnen strijd<br />

het sterkst zou zijn in het oog gevallen, Dr. Yonge zou waarschijnlijk<br />

zijn grootste weldoener zijn geweest. Het lijdt geen<br />

twijfel dat Crabbe's weinig aanminnig-e persoonlijkheid alom<br />

bij eenigen weerzin zou hebben gewekt, maar bij <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid<br />

had hij vrien<strong>de</strong>n en volgelingen gevon<strong>de</strong>n; hier waren<br />

slechts tegenstan<strong>de</strong>rs, — „kennen wij hem niet?" — En nog<br />

eens had hij zijn leven over to leven, geene reeks van herinneringen,<br />

die, mogten zij bij wijle huivering wek ken, toch ein<strong>de</strong>lijk<br />

tot dankbaarheid stem<strong>de</strong>n, dat zooveel kwaads ten goe<strong>de</strong><br />

was gekeerd, neen, eene misvorming, eene verscheuring van<br />

zijn hoofd en zijn harte, door wie niet eens begrepen hoe zij<br />

zich bezondig<strong>de</strong>n in dien haat en dien nijd. Allerlei logengeruchten<br />

gingen over zijn gedrag — zelfs zijne regtzinnigheld<br />

werd verdacht, — <strong>de</strong>ze beweer<strong>de</strong>, dat hij te <strong>voor</strong>naam<br />

was gewor<strong>de</strong>n om met menschen van zijn slag om te gaan;<br />

gene had hem meermalen in eene methodisten kapel in Moorfields<br />

gezien! Een vleijer <strong>de</strong>r grooten, een volgeling van Wesley!<br />

Er was we<strong>de</strong>rspraak, onmogelijkheid in <strong>de</strong> beschuldigingen<br />

zelve; maar bekreunt zich <strong>de</strong> laster daarom? Bitterheid<br />

vervul<strong>de</strong> zijn gemoed, eer hij nog <strong>voor</strong> <strong>de</strong> schare optrad. „Ik<br />

„had bij mijne we<strong>de</strong>rkomst geenerlei hartelijkheid genoten ;<br />

„onvrien<strong>de</strong>lijke gezigten omring<strong>de</strong>n mij, toen ik ten kansel<br />

„ging; het <strong>de</strong>ert mij dat ik het zeggen moet, maar mijne<br />

„verontwaardiging was te groot, om er veel om to geven<br />

„wat ze van mij of mijne preek zei<strong>de</strong>n." George hoopte, het


GEORGE CRABBE. 43<br />

is waar, , dat ook betere gewaarwordingen on<strong>de</strong>r dat gevoel<br />

van velerlei grieven niet ontbraken , en wij wenschen van<br />

harte dat dit het geval zij geweest; maar zijne opmerking ,<br />

dat <strong>de</strong>ze miskenning misschien het weldadig tegengif <strong>voor</strong><br />

zijne ij<strong>de</strong>lheid mogt heeten , dagteekent toch eerst nit ' <strong>de</strong>n<br />

tijd toen zijne klagten over het onuitstaanbare van zijnen<br />

toestand verhooring had<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n.<br />

Hij had het maar maan<strong>de</strong>n te lij<strong>de</strong>n , — doch die jaren<br />

schenen , in welke hem slechts een troost overbleef, , we<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong>n weg Haar zee op te wan<strong>de</strong>len , en over zijn gedicht het<br />

Dorpjen na te <strong>de</strong>nken , dat er, ge zult het zien , waarlijk niet<br />

vrolijker door werd getint.<br />

„En miss Elmy ?"<br />

Wie an<strong>de</strong>rs dan eerie lieve lezeres zou het kunnen vragen :<br />

haar heugt Mira nog, — zij had toch op geen tafereel <strong>de</strong>r hartstogtelijke<br />

ontmoeting van George en Sally gerekend ? Het zou<br />

ons Teed doen haar te hebben teleurgesteld , maar wij mogten<br />

er ons niet toe geregtigd gelooven, daar <strong>de</strong> bemin<strong>de</strong> in <strong>de</strong> biographie<br />

zelve zeer in <strong>de</strong> schaduw blijft, daar zij slechts even<br />

optreedt in het min<strong>de</strong>r behagelijke Eclat eener overgroote<br />

bedachtzaamheid. Oor<strong>de</strong>elt zelf : Sydney Smith moge humoristisch<br />

gezegd hebben : ,,<strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> van curates is lang het lieve-<br />

„lingsthema van romanschrijvers , sentimenteele touristen en<br />

„elegiendichters geweest;” hij moge stoutweg hebben beweerd :<br />

„maar ondanks <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> naauwkeurigheid dier soort van<br />

„wijsgeeren , blijven wij vermoe<strong>de</strong>n , dat er vrij wat overdrij-<br />

„ving schuilt in <strong>de</strong> schatting dier ellen<strong>de</strong> ,” — wie ook van<br />

Sydney Smith's gevoelen was, Mira niet. „Ik behoef naauwe-<br />

„lijks te verzekeren ,” zegt Crabbe's biograaf, en het is ook alles<br />

wat hij in voce amore zegt, „ik behoef naauwelijks te verzeke-<br />

„ren , dat mijn va<strong>de</strong>r ook een groot ge<strong>de</strong>elte van zijnen tijd<br />

„on<strong>de</strong>r hetzelf<strong>de</strong> dak met miss Elmy doorbragt, die steeds <strong>voor</strong>-


44 GEORGE CRABBE.<br />

„zigtig ie<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>stel eener onverwijl<strong>de</strong> echtverbindtenis bleef<br />

„weigeren, daar zij besloten was tot dien stap niet over te gaan<br />

„eer haar minnaar een min<strong>de</strong>r hagchelijken stand zou beklee-<br />

„<strong>de</strong>n , dan dien van maar een curate!”<br />

Erotische dichters zijn tegenwoordig ten onzent eene zeldzaatnheid;<br />

maar al vloei<strong>de</strong>n zij on<strong>de</strong>r onze jonge lie<strong>de</strong>n over,<br />

George en Sally prettig te laten praten , tot men wanen mogt<br />

een minnedichtje te lezen wien zou het uitlokken , wie er<br />

in slagen , Hove lezeres?<br />

Indien het ons in dit opstel om stork spreken<strong>de</strong> tegenstellingen<br />

to doen ware geweest ; ons on<strong>de</strong>rwerp had ons, bij <strong>de</strong><br />

eerste beschouwing, als het dankbaarste ter wereld mogen aanlagchen.<br />

Niet slechts toch wisselt in <strong>de</strong>ze stuaie London telkens<br />

of met het land, even verschei<strong>de</strong>n als het tooneel zijn ook <strong>de</strong><br />

toestan<strong>de</strong>n. Er is echter een belangrijker ommekeer dan die<br />

van alles om ons henen; <strong>de</strong> wereld <strong>de</strong>s gemoeds in ons binnenste<br />

weegt wel die er buiten op, en of George Crabbe in dat opzigt<br />

verdien<strong>de</strong> ons als dichter to wor<strong>de</strong>n aanbevolen, blijft eene<br />

vraag , welke wij u verzoeken zelve to beantwoor<strong>de</strong>n, als gij<br />

ein<strong>de</strong>lijk het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>zer bla<strong>de</strong>n zult hebben bereikt.<br />

Wij wor<strong>de</strong>n, als door een tooverstaf, , van <strong>de</strong>n westelijken<br />

uithoek <strong>de</strong>s eilands, bij in het hart van het land overgebragt,<br />

— we hebben van elkan<strong>de</strong>r in Suffolk afscheid genomen, we<br />

komen in Rutland we<strong>de</strong>r zaam. Welk een an<strong>de</strong>r landschap, welk<br />

eene an<strong>de</strong>re wereld schier Voor <strong>de</strong> schrale streek langs <strong>de</strong><br />

kust <strong>de</strong>r Noordzee , <strong>de</strong> weel<strong>de</strong>rige vallei van Belvoir; <strong>voor</strong> een<br />

arm visschersstadje , een oud a<strong>de</strong>llijk kasteel ; en opdat wij<br />

ten leste tot onzen hoofdpersoon komen, hij, <strong>de</strong> gesma<strong>de</strong> hulpprediker<br />

van Aldborough, is <strong>de</strong> gevier<strong>de</strong> huiskapelaan gewor<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong>n hertog van Rutland. Welk een lotwissel, dien als<br />

geheel zijne ontwikkeling , aan Edmund Burke verschuldigd is.<br />

Op aanbeveling van <strong>de</strong>zen , herinnert gij u, had hij zijn dicht-


GEORGE CRABBE. 45<br />

stuk , <strong>de</strong> Bibliotheek , dien e<strong>de</strong>ltuan opgedragen , en <strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlijke<br />

vriend droeg zorg dat <strong>de</strong> man van <strong>de</strong> wereld <strong>de</strong>n dichter<br />

niet vergat. Er viel op Belvoir-Castle — het overou<strong>de</strong> landgoed<br />

<strong>de</strong>r Rutlands , ten dienste <strong>de</strong>s gezins een geestelijke te benoemen,<br />

en Edmund was er naauwelijks van verwittigd, of met<br />

al <strong>de</strong> warmte van zijn hoofd en zijn hart stel<strong>de</strong> hij zich <strong>voor</strong>,<br />

hoe goed het George wezen zou, zich dus geplaatst te zien ,<br />

hoeveel hij bij zulk een gezellig verkeer zou winner'. Wie vermeidt<br />

zich niet in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling <strong>de</strong>r welsprekendheid , met<br />

welke Burke er bij <strong>de</strong>n hertog van Rutland op aandrong Crabbe<br />

te benoemen ? Edmund , die levenslang geenerlei gunst <strong>voor</strong><br />

zich zelven wist te vragen , zette zich over alle be<strong>de</strong>nkingen<br />

heen , waar het <strong>de</strong>n vriend gold. Het mogt eene hagchelijke<br />

kans heeten , op het gevaar of van te wor<strong>de</strong>n teruggewezen ,<br />

een <strong>de</strong>r hoof<strong>de</strong>n zijner staatkundige tegenpartij to wilier' overtuigen<br />

, dat <strong>de</strong> geboorte van <strong>de</strong>zen dien gebood , dat zijn vermogen<br />

hem verpligtte, ja, zijn rang hem riep , <strong>de</strong>zen ontluiken<strong>de</strong>n<br />

geest gelegenheid te geven , zich ver<strong>de</strong>r te ontwikkelen ;<br />

<strong>de</strong> zege zou to zoeter zijn, hoe min<strong>de</strong>r waarschijnlijk zij geweest<br />

was; Burke sprak; — als Rutland luister<strong>de</strong>, was George verkozen.<br />

Wel wor<strong>de</strong>n er in <strong>de</strong> biographie geene me<strong>de</strong>dingers met<br />

name vermeld, maar <strong>de</strong> zoos verzuimt niet op te merken, dat<br />

<strong>de</strong>ze zich in grooten getale moesten opdoen <strong>voor</strong> eene betrekking<br />

, gewoonlij k „door verre verwanten van het geslacht zelf"<br />

bekleed , „aan kennissen , uit <strong>de</strong> dagen aan <strong>de</strong> hoogeschool<br />

„doorgebragt ," be<strong>de</strong>eld , of toegekend aan hen, wier va<strong>de</strong>r of<br />

vriend „zich door bijzon<strong>de</strong>re diensten had<strong>de</strong>n aanbevolen ," of<br />

wier naam in <strong>de</strong> streek zelve van oudsher „tot <strong>de</strong> beken<strong>de</strong><br />

„en gelief<strong>de</strong>" behoor<strong>de</strong>. Onze dichter had , om dat alles op to<br />

wegen , nets dan zijn dichtstuk ; <strong>de</strong> hertog van Rutland zelf<br />

was geen letterkundige ; hij had op zijn best letteren en kunsten<br />

lief, zoo als een man van zij nen stand die in Groot-


46 GEORGE CRABBE.<br />

Brittanje gewoonlijk heeft , am <strong>de</strong>n goe<strong>de</strong>n dunk, dien zij<br />

van iemands geest inboezemen , — er zijn lan<strong>de</strong>n waarin bewindslie<strong>de</strong>n<br />

zelfs dien niet behoeven ! — en toch verrasto<br />

<strong>de</strong>n hulpprediker in Aldborough <strong>de</strong> brief met het hertogelijk<br />

wapen , en verliet <strong>de</strong>ze zijn va<strong>de</strong>rstadje, maar „ditmaal niet<br />

„in vreeze <strong>voor</strong> zijn verschiet , ditmaal niet in eene arnizalige<br />

visscherssloep !"<br />

Edmund Burke droom<strong>de</strong> er van, George Crabbe ten minste<br />

<strong>voor</strong> het oogenblik gelukkig te hebben gemaakt , — hoe bedroog<br />

hij zich !<br />

Geen won<strong>de</strong>r!<br />

Voor Burke beur<strong>de</strong> die heerlijke huizinge in gedachte hare<br />

torens niet nit het geboomte , of het dubbel genot , elk die tot<br />

hare bewoners behoor<strong>de</strong>, gewaarborgd, <strong>de</strong>ed hem watertan<strong>de</strong>n:<br />

<strong>de</strong> weel<strong>de</strong> naar lijf en naar ziel , <strong>de</strong>s ochtends <strong>de</strong> beweging ,<br />

<strong>de</strong>s avonds <strong>de</strong> studie. Varen of rij<strong>de</strong>n, visschen of jagen , het<br />

tal van mannelijke spelen, dat <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n sterkt die oefenen<strong>de</strong> ,<br />

zijn geheugen herriep ze <strong>voor</strong> zijnen geest ; hij wist niet wat<br />

te kiezen, hij, die waarschijnlijk <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur gegeven had aan<br />

<strong>de</strong> weel<strong>de</strong> van een eenzamen wan<strong>de</strong>lrid. Op het <strong>voor</strong>plein<br />

beid<strong>de</strong> het rappe ros , — Rutland's stoeterij was mijleii verre<br />

in <strong>de</strong>n omtrek vermaard, — en <strong>voor</strong>t zweef<strong>de</strong> <strong>de</strong> ruiter of<br />

hij gedragen werd op <strong>de</strong> wieken <strong>de</strong>s winds! Het was maar<br />

een oogenblik mijmerens over <strong>de</strong>n morgen, vervangen door <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>stelling <strong>de</strong>r invallen<strong>de</strong> schemering , <strong>de</strong>r stilte in dat heiligdom<br />

<strong>de</strong>s huizes , <strong>de</strong> <strong>bibliotheek</strong>. Hoe <strong>de</strong> laatste toonen <strong>de</strong>r<br />

dansmuzijk uit <strong>de</strong> gezelschapszaal wegstierven in <strong>de</strong> statelijke<br />

gangen , welke tot haren drempel geleid<strong>de</strong>n; overschreedt gij<br />

dien, verzwon<strong>de</strong>n was het he<strong>de</strong>n , als ware het een droom<br />

geweest ; <strong>de</strong> grootste geesten van het verleCn ontvingen u als<br />

hun gelijke in hunnen kring. 0 ! <strong>de</strong> lust het oor to leenen<br />

aan een lied , nit <strong>de</strong> vroegste oudheid tot u ruischen<strong>de</strong> , even


GEORGE CRABBE.<br />

frisch of gij <strong>de</strong> heerlijke toonen <strong>voor</strong> het eerst hoor<strong>de</strong>t ! —<br />

An<strong>de</strong>rs , — en meer practisch moogt ge zeggen , — <strong>voor</strong> Burke's<br />

verbeelding verbreid<strong>de</strong> zich <strong>de</strong> lommer dier lanen nooit,<br />

of het was hem niet enkel of hij ruimer a<strong>de</strong>mhaal<strong>de</strong>, of het<br />

landschap hem schooner aanlachte dan het ooit had gedaan;<br />

neen , altijd had hij met houtvester, , of landbouwer, , of veehoe<strong>de</strong>r,<br />

, altijd, met wien ook , dien hij in het woud of op <strong>de</strong><br />

wei<strong>de</strong> ontameten mogt, een woord te wisselen , er viel iets te<br />

leeren , — om het even of liij on<strong>de</strong>rwees of on<strong>de</strong>rwezen werd ;<br />

— bij uitnernendheid britsch staatsman dier dagen , lag hem<br />

niemands welvaart narler aan het hart dan die van <strong>de</strong>n bezitter<br />

van vastgoed , dien grondslag van Engeland's vertegenwoordiging.<br />

— Weer an<strong>de</strong>rs en welligt u Rover schaars<br />

kwam <strong>de</strong> heugenis aan het kasteel bij hem op, of zijn blik<br />

werd in <strong>de</strong> hooge halle geboeid door haar, , die <strong>de</strong> schitterendste<br />

sterre nit heel <strong>de</strong> rij van schoonhe<strong>de</strong>n heeten mogt, zij ,<br />

<strong>de</strong> vrouwe <strong>de</strong>s huizes , Rutlands hertogin , Somerset geboren,<br />

met het bloed <strong>de</strong>r Plantaganet's in hare a<strong>de</strong>ren , en die, wat<br />

meer zegt dan al die titels , en die doorinchtige afkomst zelve,<br />

hare me<strong>de</strong>dingster naar <strong>de</strong>n palm <strong>de</strong>r hrd<strong>de</strong> van het hof achter<br />

zich liet in die innemendste aller vrouwelijke begaafdhe<strong>de</strong>n<br />

onvergelijkelijke bevalligheid; hartstogtelijk whig als hij was,<br />

er niet to min<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schoonste tory om vieren<strong>de</strong>, als zij verdien<strong>de</strong><br />

! — Ein<strong>de</strong>lijk , hooge en heilige gedachte , bei<strong>de</strong> Burke's<br />

geest en Burke's gemoed waardig , zoo dikwerf Belvoir Castle,<br />

in verband met <strong>de</strong> bestemming zijns vriends hem te binnen<br />

schoot , vlei<strong>de</strong> hij zich, dat <strong>voor</strong> <strong>de</strong>zen het verkeer in dien<br />

huize eene verrassing zon<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>beeld , eene les <strong>voor</strong> het<br />

leven zou<strong>de</strong> zijn. Immers , zoo Crabbe <strong>de</strong>n bitteren beker <strong>de</strong>r<br />

armoe<strong>de</strong> tot <strong>de</strong>n bo<strong>de</strong>m toe had geledigd en bovendien elke<br />

verloochening , elke verne<strong>de</strong>ring waartoe behoefte verpligt , in<br />

zich zelven angstvallig had bespied , <strong>voor</strong>taan van alle<br />

47


48 GEORGE CRABBE.<br />

zorgen <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n dag van he<strong>de</strong>n als <strong>voor</strong> <strong>de</strong> dagen die komen<br />

zullen ontheven, dAar zou hij, onbe<strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>eld en onbevangen<br />

, <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> gunstelingen <strong>de</strong>r weel<strong>de</strong> mogen gaslaan ,<br />

en zich met <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n scherpen blik overtuigen , dat niemand<br />

van zijnen overvloed leeft! Gezegend verwij1 in die<br />

vorstelijke woning , hoe lang of hoe kort het duren mogt ,<br />

zoo het maar volstond om het <strong>voor</strong> hem waar te doen wor<strong>de</strong>n ,<br />

dat onze lotsbe<strong>de</strong>eling in ie<strong>de</strong>ren kring en in ie<strong>de</strong>ren stand<br />

van eene lief<strong>de</strong>rijke Voorzienigheid getuigt , die niemand vergeet<br />

, maar ook niemand verschoont ; die geregtig , die goed<br />

is <strong>voor</strong> alien , louter lief<strong>de</strong> !<br />

Laat ons beginner met slechts billijk te zijn, erkennen<strong>de</strong> ,<br />

dat er in George's eigenaardige betrekking , in zijn geheel verschillen<strong>de</strong>n<br />

gemoedsaard <strong>voor</strong>al, veel verontschuldigends school,<br />

zoo hij op Rutland's kasteel in menige maan<strong>de</strong>n zag noch zocht ,<br />

wat Edmund er bij <strong>de</strong>n eersten blik zou hebben gezien en gevon<strong>de</strong>n.<br />

Huiskapelaan van eene soort van klein hof, , op bijna<br />

<strong>de</strong>rtigjarigen leeftijd , maar zon<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>berei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vorming ,<br />

welk eene zon<strong>de</strong>rlinge bestemming ! Huiskapelaan volgens <strong>de</strong><br />

anglicaansche eeredienst , niet genoeg volkomen protestantsch<br />

om van <strong>de</strong>rgelijke waardigheid niets te willen weten , ie<strong>de</strong>r<br />

hoofd van een huisgezin in dien kleinen kring <strong>de</strong> pligten en<br />

<strong>de</strong> regten van bei<strong>de</strong> koning en priester opleggen<strong>de</strong> en toekennen<strong>de</strong><br />

, en toch even weinig meer zoo roomsch-katholijk om<br />

<strong>de</strong>n gewij<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r kerke door het coelibaat bniten of boven<br />

maatschappij en gezin te plaatsen , hen intusschen in <strong>de</strong> biecht<br />

het bewind over aller gemoed waarborgen<strong>de</strong>! Huiskapelaan<br />

zon<strong>de</strong>r graauwe Karen, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> groote on<strong>de</strong>rvinding met <strong>de</strong>ze<br />

gepaard of er ten minste door <strong>de</strong> menigte bij on<strong>de</strong>rsteld, —<br />

ernst , ja , die op eerbied aanspraak maakte , maar zich dien<br />

zel<strong>de</strong>n betuigen zag, in eenen tijd , die <strong>de</strong>n geestelijken vergun<strong>de</strong><br />

lang te tafelen , stout to drinken , drok te jagen , —


GEORGE CRABBE. 49<br />

arme George! Een weel<strong>de</strong>rige disch, waarvan het genot hem<br />

waarschijnlijk meer dan werd opgewogen , werd vergald door<br />

hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>rlei pligtplegingen, hem van kindsbeen of vreemd —<br />

een vonkelen<strong>de</strong>n beker, dien hij maar zel<strong>de</strong>n meer ophief se<strong>de</strong>rt<br />

hij in zijne donkerste dagen op Aldborongh , eene wipe en te<br />

vergeefs bij <strong>de</strong>zen vertroosting had gezocht en welligt door zijn<br />

gedicht Dronken8chap er boete <strong>voor</strong> gedaan , — <strong>de</strong> jagt , dat<br />

hartstogtelijke, echt engelsche geneugt, — ge ziet, wij zou<strong>de</strong>n<br />

hem gunnen wat zijn tijd meebragt , — helaas ! alle zin <strong>voor</strong><br />

wat dat spel schil<strong>de</strong>rachtigs of stouts heeft , scheen hem ontzegd.<br />

Belvoir-Castle, <strong>de</strong> biograaf getuigt bet, moge toen misschien<br />

nog maar <strong>de</strong> schemering hebben doen zien van <strong>de</strong> pracht ,<br />

u in onze dagen nit zijne zalen toeschitterend , wat paar<strong>de</strong>n ,<br />

vlugge jachtpaar<strong>de</strong>n , wat hon<strong>de</strong>n betrof, , zocht het kasteel<br />

vruchteloos zijn weerga. Crabbe, wij lezen het, Crabbe be-<br />

.<br />

proef<strong>de</strong> me<strong>de</strong> aan dat vermaak <strong>de</strong>el te nemen : Crabbe doste zich<br />

uit „in fluweelen buis en ver<strong>de</strong>r jagers toebehooren ," maar hem<br />

faal<strong>de</strong> „juistheid van blik en vastheid van hand ," en eenmaal<br />

me<strong>de</strong> uitgetogen, had <strong>voor</strong> hem „<strong>de</strong> stervenskreet van <strong>de</strong>n eer-<br />

„sten hags dien hij doo<strong>de</strong>n zag , zooveel van bet weeklagen eens<br />

„wichts ,” dat hij <strong>de</strong>n drom <strong>de</strong>n rug toekeer<strong>de</strong> — vraag niet<br />

of hij vaak me<strong>de</strong> ren<strong>de</strong> mu reintjen in te halen. Welligt was<br />

eene wan<strong>de</strong>ling door het woud of langs <strong>de</strong> wei<strong>de</strong>, meent ge, in<br />

staat hem scha<strong>de</strong>loos te stellen <strong>voor</strong> het gemis van gaven <strong>voor</strong><br />

het weispel , <strong>voor</strong> het gebrek zich niet te kunnen verlustigen<br />

in dubbele tafelweel<strong>de</strong>? Helaas ! wij weten vast, dat zijn harte<br />

niet aan natuurschoon hing , dat het trotsche noch het tee<strong>de</strong>re<br />

van geboomte en gebloemte op hem een eigenlijk bezielen<strong>de</strong>n<br />

invloed uitoefen<strong>de</strong>; wat kon <strong>de</strong> vallei van Belvoir <strong>voor</strong> hem<br />

verrukkends hebben? Hoor <strong>de</strong>n biograaf zelven, eer gij onze<br />

<strong>voor</strong>stelling van overdrijving beschuldigt : „Hoe vaak ," getuigt<br />

<strong>de</strong> zoon van zajnen va<strong>de</strong>r, , „hoe vaak plagt hij op te halen<br />

Studien en Sehetsen III 4


50 GEORGE CRABBE.<br />

„van <strong>de</strong> verkwikking, van het vermaak door hem gesmaakt ,<br />

„wanneer hij het overdreven-statelijke, of overdadig-gastvrije<br />

„in het bosch ontvlo<strong>de</strong>n, langs afgelegen pa<strong>de</strong>n torren ving en<br />

„muggen en vlin<strong>de</strong>rs, of zich met <strong>de</strong> kruidkun<strong>de</strong> onledig hield<br />

„en allerlei mossen bijeenzamel<strong>de</strong>." Wat wij u bid<strong>de</strong>n mogen<br />

zie er niet zuur om ; ten eerste elk zijn smaak , en ten twee<strong>de</strong> ,<br />

het geeft gelegenheid onverwachts <strong>de</strong>n laatst en sterkst spreken<strong>de</strong>n<br />

toets te geven aan dat verdrietelijke huiskapelaanschap.<br />

„Want," gaat <strong>de</strong> biograaf <strong>voor</strong>t , „<strong>de</strong>ze bezighe<strong>de</strong>n herriepen<br />

„die wan<strong>de</strong>lingen <strong>voor</strong> zijne verbeelding, waarop <strong>de</strong> lieve zijner<br />

„keuze hem plagt te vergezellen ; hij haakte naar <strong>de</strong>n tad,<br />

„waarin hij eene ne<strong>de</strong>rige leeraarswoning op het land <strong>de</strong> zijne<br />

„zou mogen noemen, ja , hij wenschte bijwijle zijne betrekking<br />

„<strong>voor</strong> een veel min<strong>de</strong>r aanzienlijke te mogen ruilen, en dat ver-<br />

„langen gaf hem versjens in, die hij veel later zich nog ver-<br />

„lustig<strong>de</strong> op to zeggen , al was hij <strong>de</strong> eerste om to verklaren,<br />

„dat zij niet tot zijne schitterendste behoor<strong>de</strong>n.”<br />

Het is er echter verre van, dat hierme<strong>de</strong> <strong>de</strong> omtrek van<br />

George Crabbe als huiskapelaan zou zijn voltooid, en wij, die<br />

niet hebben verzwegen wat zijne onvoldaanheid ook met die<br />

betrekking verklaart , vreezen niet, dat iemand ons to streng zal<br />

schil<strong>de</strong>ren , als wij ten slotte me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen wat ons min<strong>de</strong>r loffelijk<br />

schijnt , <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> ziekelijke zucht gevierd te wor<strong>de</strong>n , eene op<br />

zijn best scheeve beschouwing van wereld en menschen. Wij<br />

beginnen onze be<strong>de</strong>nkingen met <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n biograaf.<br />

„Welk eene vlugt zijne hoop had genomen ,” zegt <strong>de</strong>ze, „toen<br />

„hij dit keerpunt van zijn lot had bereikt, en welke vreeze die<br />

„zoete gewaarwording afwissel<strong>de</strong> , toen hij Belvoir in het ver-<br />

„schiet oprijzen zag , of welke <strong>de</strong> indrukken waren door <strong>de</strong> ont-<br />

„vangst aldaar op zijn gemoed gemaakt , zijn vragen die ik hem<br />

„nooit heb durven doen. Voorzeker, , het zou allerbelangrijkst<br />

„zijn geweest, zoo zijne opmerkingen over wat hem wee'rvoer,


GEORGE CRABBE. 51<br />

„toen dit nieuwe tooneel <strong>de</strong>s levens zich <strong>voor</strong> hem ontsloot , in<br />

„een an<strong>de</strong>r „Dagboek <strong>voor</strong> Mira" bewaard waren gebleven ;<br />

„maar iets <strong>de</strong>rgelijks is on<strong>de</strong>r zijne papieren niet gevon<strong>de</strong>n. Hij<br />

„seheen altijd <strong>voor</strong> mon<strong>de</strong>linge me<strong>de</strong><strong>de</strong>e]ingen over dit on<strong>de</strong>r-<br />

„warp terug te <strong>de</strong>inzen. De tallooze toespelingen over <strong>de</strong>n aard<br />

„<strong>de</strong>s verkeers van een letterkundigen on<strong>de</strong>rgeschikte” (afhangeling<br />

is een te hard woord) „in het huis eens grooten heers ,<br />

„welke in mijns va<strong>de</strong>rs schriften <strong>voor</strong>komen — <strong>voor</strong>al in zijne<br />

„vertelling <strong>de</strong> Beechermer getiteld — zijn e,chter volkomen vol-<br />

„doen<strong>de</strong> om ie<strong>de</strong>r die zijn gemoedsaard en zijne gevoelens<br />

„kent, te doen besluiten , dat er, ondanks <strong>de</strong> heuschheid en<br />

„vrien<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong>n hertog en <strong>de</strong> hertogin zelve, — die<br />

„zich, geloof ik , steeds .gelijk bleven, en van welke hij altijd<br />

„met dankbaarheid sprak — aan <strong>de</strong> betrekking , welke hij op<br />

„Belvoir bekleed<strong>de</strong>, vele verdrietelijkhe<strong>de</strong>n waren verknocht ,<br />

„welke zijn gemoed aan eenige <strong>de</strong>r pijnlijkste aandoeningen van<br />

„gekrenkten trots prijs gaven , ooit door iemands pen beschre-<br />

„yen.” Er is <strong>voor</strong> ons, die met George Crabbe , ondanks het<br />

me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> belangstelling , welke hij ons inboezem<strong>de</strong> , in<br />

zijne ontwikkeling weinig op hebben, iets uittartends in dat<br />

beroep op een brok autobiographie. Gretig grijpt <strong>de</strong> hand naar<br />

het boeksken, dat ons in die bla<strong>de</strong>n het bewijs zal leveren , hoe<br />

hij <strong>de</strong>rtig jaren later <strong>de</strong>ze vaag van zijn leven beschouw<strong>de</strong> ,<br />

welke indrukken hij ten prooi was eer hij worstel<strong>de</strong> en overwon<br />

! Eon oogenblik verbeeldt gij u in <strong>de</strong> historie van <strong>de</strong>n<br />

held <strong>de</strong>r vertelling <strong>de</strong> zijne geheel te zullen hooren, want <strong>de</strong><br />

Beechermeling , zoo als het vers juister had moeten heeten ,<br />

legt <strong>voor</strong> onze oogen <strong>de</strong>n ganschen weg af, welke hem van<br />

<strong>de</strong> wieg tot het graf voert ; maar die waan duurt slechts eene<br />

korte wijle , en zie hier waarom.<br />

De vertelling begint , zoo als bij weinig vinding te verwachten<br />

viel , met het begin : er was eens een baljuw van zekere


52 GEORGE CRABBE.<br />

burgt of burgt, zoo ge wilt, die, tot regtsgeleer<strong>de</strong> opgeleid ,<br />

vrouw en kin<strong>de</strong>ren fatsoenlijk on<strong>de</strong>rhield; wij had<strong>de</strong>n <strong>voor</strong><br />

kin<strong>de</strong>ren zonen moeten schrijven ; <strong>de</strong> dichter is, ondanks zijne<br />

kortheid , zeer kenschetsend in die kleine trekken ; twee versregels<br />

hebben dien ganschen toestand getrouw en geheel weôrgegeven.<br />

Onze baljuw, , het wordt tijd ons bij <strong>voor</strong>keur met dozen<br />

bezig te hou<strong>de</strong>n, spiegel<strong>de</strong> zich zacht, want hij spiegel<strong>de</strong> zich<br />

aan an<strong>de</strong>ren; al zijne zonen wiessen, <strong>de</strong>ze in dit en gene in<br />

dat bedrijf op ; allen wisten vroeg hoe zoet het is wat te verdienen.<br />

Een enkele echter, , John, <strong>de</strong> jongste , die <strong>de</strong> vlugste,<br />

<strong>de</strong> vernuftigste was , leg<strong>de</strong> <strong>voor</strong> al wat goed gaf slechts weinig<br />

lust aan <strong>de</strong>n dag. Hij was een zwak en ziekelijk kind geweest<br />

, en had daarom zijne vroegste jeugd op het land doorgebragt<br />

, bij ou<strong>de</strong>rwetsohe huislie<strong>de</strong>n, die er een bijzon<strong>de</strong>r<br />

behagen in schepten <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n hunner woning met allerlei<br />

<strong>voor</strong>stellingen, aan balla<strong>de</strong>n ontleend, op te sieren. Het is<br />

geen won<strong>de</strong>r, dat <strong>de</strong>ze, bij zulk eene liefhebberij, ook eene<br />

gansche verzameling volkslie<strong>de</strong>kens, spookvertellingen , enz. ,<br />

nahiel<strong>de</strong>n, vol van allerlei minneleed en moord, gruwelen<br />

en geestverschljningen , het vreemdsoortig voedsel, 't geen<br />

Een grage geest zoo oor<strong>de</strong>elloos verslindt.<br />

John, het behoeft geen betoog, behoort tot <strong>de</strong>ze ; maar zoo<br />

wij het Crabbe ten goe<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n, dat hij in <strong>de</strong>ze waarheid<br />

en dichting <strong>de</strong> dra<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>rs schikte , dan het lot die leg<strong>de</strong>,<br />

we moeten hem op <strong>de</strong> vingers zien of hij er geen vreem<strong>de</strong><br />

tusschen vlecht, en ons daardoor in een omzien een geheel an<strong>de</strong>r<br />

patroon geeft: wel vlug , maar niet valsch ! Helaas ! het is<br />

al geschied ; het jongsken , om <strong>de</strong>n wille <strong>de</strong>r frissche lucht<br />

buiten besteed , dacht ge bij die goe<strong>de</strong> huislien eene forsche<br />

ontwikkeling gewaarborgd ; „uit hoogmoed werd hij <strong>de</strong>n dorps-<br />

„kin<strong>de</strong>ren vreemd gehou<strong>de</strong>n,” ]ascht Crabbe er tusschen, en


GEORGE CRABBE. 53<br />

neemt van uwe twee<strong>de</strong> be<strong>de</strong>nking , dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> <strong>de</strong>untjes niet<br />

enkel doen droomen , dat <strong>de</strong> da<strong>de</strong>n er in daveren , niet eens<br />

notitie. John wend maar mijmeraar ; „hij greep een pen en<br />

„dichtte op zijn beurt." Hoe? vraagt ge , en wij mogen u in<br />

gemoe<strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n: met zoo overdreven verbeelding, dat <strong>de</strong><br />

da<strong>de</strong>n zijner dolen<strong>de</strong> hel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n rid<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>r romances niets<br />

toegaven; zij versloegen half een Leger en joegen <strong>de</strong> overige<br />

helft op <strong>de</strong> vlugt ; zij zwierven, hunne schoonen zoeken<strong>de</strong>, of<br />

aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong>ze, eiland bij eiland over, <strong>de</strong> gansche wereld<br />

door, „en schoon nog vrij van harte," heet het „schiep<br />

„geen bedwelmd brein zich ooit wil<strong>de</strong>r droomen van :<br />

Wat lief<strong>de</strong>s wel en lief<strong>de</strong>s wee moest zijn,<br />

't Verheemlend laehjen en versmadingspijn !"<br />

Ons jongsken is haast een jonkman gewor<strong>de</strong>n , maar gelijkt<br />

<strong>de</strong>ze tot nog toe slechts weinig op een gei<strong>de</strong>aliseer<strong>de</strong>n George,<br />

wees gerust, <strong>de</strong> overeenkomst zal straks sterker aan het licht<br />

komen. Deze waren <strong>de</strong> vruchten, lezen we, van zijn dichterlijk<br />

streven , en — al zijn er <strong>de</strong>rtig jaren se<strong>de</strong>rt verloopen , <strong>de</strong><br />

dwaasheid is er bij Crabbe nog niet uit, — er volgt op, onkruid<br />

, ja , maar blijk van een wakkeren bo<strong>de</strong>m , — weeken ,<br />

zou het ware woord zijn geweest. Zingen was zijn lust, zingen<br />

zou zijn Leven wezen; vrij liet hij <strong>de</strong> verbeelding hare vleugelen<br />

uitslaan , en verbaas<strong>de</strong> zich over, vermeid<strong>de</strong> zich in hare<br />

vlugt. Hij koester<strong>de</strong> hooge gedachten van dichterlijke verdienste,<br />

bier gaat John in <strong>de</strong> schaduw, om <strong>de</strong>n navolger van Pope<br />

plaats te maken , — hij had veel met <strong>de</strong>n vast tot een heelen<br />

hoop aangewassen stapel zijner verzen op, daar hebben we<br />

George in eigen persoon. Er valt <strong>de</strong>r waarheid <strong>de</strong>zer teekening<br />

geene verdienste te ontzeggen, maar of <strong>de</strong> dichter zijne dwaze<br />

ingenomenheid met vroegere <strong>voor</strong>tbrengselen to boven is, wie,<br />

die het beslissen durft, wie die niet het tegen<strong>de</strong>el vreest ,


54 GEORGE ORA BRE.<br />

als <strong>de</strong> papieren schat een ports, zegt Crabbe, verborgen, —<br />

zoo als een gierigaard het zijn geld doet, — een oogenblik<br />

later, als had hij zich in <strong>de</strong> vergelijking vergist, niet slechts<br />

aan eenen vriend getoond, maar door John zelven, „door glo-<br />

„riezucht geprikkeld ,” in een tijdschrift geplaatst wordt ! Het<br />

zegt weinig, dat <strong>de</strong> Sonnetten on<strong>de</strong>r een verdichten naam het<br />

licht zien ; naauwelijks wor<strong>de</strong>n zij bewon<strong>de</strong>rd , of <strong>de</strong> baljuw<br />

weet maar te gaauw wie het is, die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n pseudonym<br />

Marcue alom wordt gevierd. Hoe het ons streelt, waar we zoo<br />

donkere schaduw reeds zien en <strong>voor</strong> nog doffer schaduwen<br />

vreezen, op eene enkele lichtzij<strong>de</strong> opmerkzaam te mogen maken :<br />

George's va<strong>de</strong>r is in <strong>de</strong>n baljuw met eene billijkheid geteekend,<br />

die ons inneemt. „Die jongen," zegt <strong>de</strong> man, „<strong>de</strong>ugt<br />

„noch <strong>voor</strong> han<strong>de</strong>l, noch <strong>voor</strong> landbouw ; ook past hij <strong>voor</strong><br />

„regtsgeleer<strong>de</strong> noch geneeskundige.<br />

hebb' vernuft, maar leef eens van vernuft I"<br />

„flat hij stu<strong>de</strong>re!" het beduidt bij <strong>de</strong>n baljuw even als bij<br />

onze burgerlui: „dat hij domino wor<strong>de</strong>!" en John, zegt <strong>de</strong><br />

vertelling, wordt wat wij candidaat zou<strong>de</strong>n noemen, wordt<br />

het met eere, maar geeft er, , nog niet geor<strong>de</strong>nd, <strong>de</strong> muzen<br />

even weinig om op, als George zelf het <strong>de</strong>ed : hij is George<br />

van top tot teen, in zijn droomen van dichterlijke faam. Niet<br />

slechts zal <strong>de</strong> wereld weergalmen van zijn lof, maar bij vermaardheid<br />

zal zich vermogen voegen, en of John , schoon maar<br />

poeet , nu ook profeet ware geweest in zijn <strong>voor</strong>gevoel, hij zal<br />

verlieven op eene schoone van a<strong>de</strong>llijken huize , en zij zich gelukkig<br />

achten, in het lot van haren dichter te <strong>de</strong>elen. Of <strong>de</strong><br />

profetie echter van beter gehalte zal bhjken dart het tot nog<br />

toe <strong>voor</strong> ons met <strong>de</strong> poezij het geval was? wij zullen uw geduld<br />

op geen te lange proef stellen , maar hebben hier van een<br />

greep te gewagen , die getuigt dat Crabbe gevoel<strong>de</strong> , hoe zeer hij


GEORGE CRABBE.<br />

het slechts zijn gelukkig gesternte had dank te weten, dat hij<br />

<strong>de</strong> grooten <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> van aangezigt tot aangezigt zag ; hoe, in<br />

eene waarschijnlijke vertelling, zelfs een genie als zijn John<br />

er iets <strong>voor</strong> doen moest om <strong>de</strong> kans te hebben, in hunnen<br />

kring te wor<strong>de</strong>n opgenomen. George bad geen zweem van John<br />

in <strong>de</strong> liefhebberij van <strong>de</strong>n laatste <strong>voor</strong> <strong>de</strong> poezij door Percy<br />

bewaard ; John krijgt eensklaps eene overeenkomst met George<br />

in <strong>de</strong>n slag van <strong>de</strong>zen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> satire; of waarheid en dichting<br />

niet evenveel , bij <strong>de</strong>rgelijke karakterteekening, lij<strong>de</strong>n , moogt<br />

ge intusschen zelven heslissen. Ons brengt <strong>de</strong> halsbreken<strong>de</strong><br />

sprong een heel eind ver<strong>de</strong>r, want als <strong>de</strong> vriend van <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n<br />

sir Godfrey Ball en <strong>de</strong> zoon van graaf Fitzdonnel <strong>voor</strong> <strong>de</strong> burgt<br />

van onzen baljuw orn <strong>de</strong> plaats in het Parlement wedijveren ,<br />

geeft <strong>de</strong> laatste niet <strong>de</strong>n gunsteling <strong>de</strong>s rid<strong>de</strong>rs , die ons niet<br />

genoemd wordt, maar <strong>de</strong>n telg van bet grafelijk huis, lord<br />

Fre<strong>de</strong>rick Darner, zijne stem, en helpt John <strong>de</strong>zen een handje<br />

door een hekeldicht op zijnen tegenstan<strong>de</strong>r. Crabbe, bet is<br />

bekend , koos in het staatkundige geen partij ; wij kennen er,<br />

die beweren, dat hij daartoe to wijs was, maar wij wenschten<br />

dat in zijn dichtstuk ten minste een wen k gegeven ware, hoe<br />

zeer hij het afkeur<strong>de</strong> , dat John „zoo koel wist te beleedigen , zoo<br />

„bits to verongelijken ;" — een ze<strong>de</strong>ndichter had uit ze<strong>de</strong>lijke<br />

overtuiging zulke vergrijpen niet ten goe<strong>de</strong> moeten }lou<strong>de</strong>n. John<br />

trekt er opmerkzaamheid door, John wordt er <strong>voor</strong> geprezen.<br />

o Lof van Lords! zoo zalven<strong>de</strong> en zoo zoet!<br />

Lord Fre<strong>de</strong>rick Darner, die zijn doel heeft bereikt , die tot<br />

vertegenwoordiger <strong>de</strong>s yolks is verkozen , bewijst John zijne<br />

dankbaarheid door hem uit te noodigen tot een bezoek op zijn<br />

landgoed. De trots <strong>de</strong>s va<strong>de</strong>rs moge er zich door gevleid gevoelen<br />

, hij vreest <strong>de</strong> gevolgen van het verkeer in zoo aanzienlijken<br />

huize <strong>voor</strong> zijnen opgewon<strong>de</strong>n zoon, maar staat ten leste toch het<br />

55


56 GEORGE CRABBE.<br />

verzoek toe. De vermaning, John <strong>voor</strong> zijn vertrek op het harte<br />

gedrukt, heeft niets bijzon<strong>de</strong>r treffends : „ge zult er allerlei ge-<br />

„riefelijkhe<strong>de</strong>n leeren smaken , ge zult er weel<strong>de</strong> zien ; maar zal<br />

„het u niet te zwaar vallen, later ten onzent teruggekeerd, het<br />

nkleine kamertjen en <strong>de</strong>n dagelijkschen disch weer <strong>voor</strong> lief<br />

„te nemen ?” — er is, men ziet het, geenerlei diepte in <strong>de</strong><br />

bezwaren van <strong>de</strong>n baljuw. De figuur, door John gemaakt bij<br />

het binnentre<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r halle, is daarentegen meesterlijk geteekend;<br />

jammer slechts dat <strong>de</strong> schets <strong>voor</strong> ons, onwillekeurig,<br />

naar eene bijten<strong>de</strong> satire van <strong>de</strong>n autobiograaf zweemt. John<br />

zette <strong>de</strong>n voet op het landgoed, John zou <strong>de</strong>n drempel <strong>de</strong>r<br />

heerlijke huizinge overschrij<strong>de</strong>n ; waarom wil<strong>de</strong> het hem niet<br />

gelukken, die te gelijk waardige en rustige houding aan te<br />

nemen, welke hij op zijn vertrekjen (<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n Spiegel misschien)<br />

zoo vaak had bestu<strong>de</strong>erd? Hoe ligt was het hem daar gevallen<br />

, in eenzaamheid neergezeten, zich to verbeel<strong>de</strong>n , dat hij<br />

er gezellig en gemakkelijk koutte, vrij van alle verlegenheid ,<br />

alle vrees. „Welk een rang eenig man ter wereld moge beklee-<br />

„<strong>de</strong>n , wat is hij meer dan een man?” dat woord had toen<br />

volstaan om hem op zijn gemak te doen zijn , maar thans, maar<br />

thans! Hij was in een <strong>de</strong>ftig vertrek gelaten, min statelijk dan<br />

schitterend gestoffeerd, en daarom te dieper indruk maken<strong>de</strong>:<br />

„<strong>de</strong>ze kamer is toch maar eene kamer, wat zou mijne ziel zich<br />

„door mijne oogen laten overrompelen ? op mannelijke kloekheid<br />

„komt het aan, ik weet wat talenten ik bezit , en hoe men<br />

„die waar<strong>de</strong>ert!" Arme John ! zoo fluister<strong>de</strong>, zegt <strong>de</strong> dichter,<br />

zijne re<strong>de</strong>, en toch ging het zijne krachten te boven, met <strong>de</strong>r<br />

daad blijken van die kloekheid to geven; toen hij zijn Lordschap<br />

en <strong>de</strong> lady van <strong>de</strong>ze zag binnentre<strong>de</strong>n, boog ontzag<br />

hem ne<strong>de</strong>r, ,<br />

En trots zijn liedren en zijn lauwerkroon ,<br />

De dichter voel<strong>de</strong> zich <strong>de</strong>s baljuws zoon.


GEORGE CRABBE. 57<br />

Er steekt niets verbazends in, zou<strong>de</strong>n wij er tusschen willen<br />

vlechten — want waarop mogt <strong>de</strong> borst zich eigenlijk te<br />

goed doen ? op het bewustzijn dat hem een hoogey, een heiliger<br />

aandrift blaakte, dan <strong>de</strong>ze gunstelingen van geboorte en goud<br />

begrepen? — daarvan is geen sprake ! — op het vervaardigen<br />

Tan een bun<strong>de</strong>l verzen, wier verdienste nergens gestaafd, niet<br />

Bens aangegeven is ! Maar waartoe zou<strong>de</strong>n wij toelichten , wat<br />

toch reeds in <strong>de</strong> oogen springt ? Wij spoe<strong>de</strong>n ons tot <strong>de</strong> krenkingen<br />

, die <strong>de</strong> klagt <strong>de</strong>s dichters over het gedrag <strong>de</strong>r grooten<br />

moeten staven. „Men zette zich aan <strong>de</strong>n disch ," zoo gaat <strong>de</strong><br />

vertelling <strong>voor</strong>t, en in weinige uren werd John zijn zwakke<br />

zenuwen meester, en had hij <strong>de</strong> heerschappij over zijne gaven<br />

hernomen. Gevierd en gerust — het eerste schijnt wel <strong>de</strong> sine<br />

qua non van het laatste — waag<strong>de</strong> hij het, van tijd tot tijd door<br />

eene opmerking dapper het ijs te breken; eer <strong>de</strong> avond inviel,<br />

was hij er zeker van, dat hij wel leeren zou met lords te praten.<br />

Welk een gewigt een geest als die van John en zijn dichter ook<br />

aan Bien <strong>voor</strong>uitgang in dat verkeer mogten hechten, ons verheugt<br />

het, dat eene verrassen<strong>de</strong> verschijning opdaagt, al wordt<br />

zij in onze vertelling, wier overgangen meest uit hoe en maar<br />

en dus bestaan , met <strong>de</strong>n ook niet veel beloven<strong>de</strong>n aanhef nu<br />

binnengeleid. „Nu werd <strong>de</strong> zuster van zijn beschermer gezien ,"<br />

heet het ; zou <strong>de</strong> zanger het zelf gevoeld hebben? <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

regel is wat warmer : „een liefelijk schepsel, majestueus van<br />

„houding," ach , neen ! hij heeft meer oogen <strong>voor</strong> John dan<br />

<strong>voor</strong> lady Emma. Een innemend glimlachjen luistert haar gelaat<br />

op, terwijI ze <strong>de</strong>n jongen dichter vrien<strong>de</strong>lijk prijst; welk<br />

eene openhartigheid in die blikken; wat al oplettendhe<strong>de</strong>n jegens<br />

<strong>de</strong>n gast haars broe<strong>de</strong>rs, — <strong>de</strong> borst bezwijkt in <strong>de</strong> bekoring.<br />

In<strong>de</strong>rdaad , ' het is een toovertooneel; want al bezweert <strong>de</strong><br />

dichter zijnen held wakker te wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>r waarheid het oor<br />

te leenen; al verwijt hij hem niet ten onregte, maar wel wat


58 GEORGE CRABBE.<br />

bar, dat hij , zoo hij zich door zoo weinig in zwijm laat wiegen ,<br />

in<strong>de</strong>rdaad van zijn zinnen is, John antwoordt , dat er niets ver-<br />

won<strong>de</strong>rlijks in zou schuilen.<br />

Als hier verdienst verdienste hul<strong>de</strong> <strong>de</strong>ed<br />

En aan genie geboorte werd besteed.<br />

Het is meer gezien , had John er mogen bijvoegen; nieuw<br />

zou het niet geweest zijn, maar toch natuurlijker dan <strong>de</strong><br />

beschrbving welke volgt, en waarin lady Emma <strong>de</strong> akeligste<br />

coquette wordt, ooit, tot afschrik van alle geestdriftige genien ,<br />

door een vijand <strong>de</strong>r vrouwen geschil<strong>de</strong>rd. „Terwijl ge dus zit te<br />

„droomen," klinkt het John toe, „wordt <strong>de</strong> schoonheid <strong>de</strong> lief<strong>de</strong><br />

„gewaar" in <strong>de</strong> trilling uwer stem, schijnt er ons bikevoegcl<br />

te moeten wor<strong>de</strong>n ; ziet zij hartstogt in uwe oogen , en zich<br />

verlustigen<strong>de</strong> in dat vermaak , uit ij<strong>de</strong>lheid overwinningen<br />

najagen<strong>de</strong> , zoekt zij genot , welk wee het u moge kosten, lof toezwaaijen<strong>de</strong><br />

om u te verne<strong>de</strong>ren en in verwarring te brengen,<br />

glimlagchen<strong>de</strong> om u gevangen te nemen , vleijen<strong>de</strong> opdat uwe<br />

won<strong>de</strong> vlijmen zou. Als wij van geene Mira wisten , we zou<strong>de</strong>n<br />

meenen , dat wij hier eene huiveringwekken<strong>de</strong> herinnering<br />

ter prooi waren ; maar niets geeft ons regt te vermoe<strong>de</strong>n, dat<br />

George in getrouwheid geen mo<strong>de</strong>l aller minnaars zou zijn<br />

geweest. Het is maar eene mislukte fantasie , doch die met eene<br />

<strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>looze overdrijving wordt <strong>voor</strong>tgezet. „Waarom heeft<br />

„zij u verzekerd , John ! dat tot in <strong>de</strong>n laagsten kring toe een<br />

„verheven gemoed eene verhevene lotsbestemming waarborgt ?<br />

„waarom uw koenen geest tot glorie geprikkeld ?" Vreeselijk<br />

antwoord : „opdat ge zoudt durven en lij<strong>de</strong>n , opstijgen en<br />

„vallen. Schoonhe<strong>de</strong>n zijn dwingelan<strong>de</strong>ssen , <strong>de</strong> angstkreten<br />

„barer slagtoffers does hare bekoorlijkhe<strong>de</strong>n te lui<strong>de</strong>r toe-<br />

„juichen, en hare grootste glorie is bet wee dat zij te weeg<br />

„brengen.” Die arme John ! wel heeft hij te kwa<strong>de</strong>r ure <strong>de</strong>n


GEORGE CRABBE. 59<br />

voet in dat kasteel gezet , want al gevoelt hij, ondanks ztjne<br />

lief<strong>de</strong> , iets van dit alles , in spijt van zijne re<strong>de</strong> hondt <strong>de</strong> hoop<br />

<strong>de</strong> bovenhand. Lady Emma's blikken beheerschen hem, geen<br />

gesprek geeft afleiding, geen boek rust : verloren in geneugt,<br />

over zijn lot verwon<strong>de</strong>rd , aan alle <strong>voor</strong>zigtigheid vreemd<br />

gewor<strong>de</strong>n , alien raad vergeten<strong>de</strong> ,<br />

In hoop of vrees , vervula van haar alleen!<br />

De herfst was nog niet <strong>voor</strong>bij, — het is alle natuurschil<strong>de</strong>ring<br />

, welke <strong>de</strong> schets afwisselt , — en menig gure dag zou<br />

Brandon-Hall nog aangrimmen, — George schijnt geen lief hebber<br />

te zijn geweest van het late britsche buitenleven — eer<br />

het gezin <strong>de</strong>s lords naar <strong>de</strong> stad terugkeer<strong>de</strong> ; doch wie ook<br />

die we<strong>de</strong>rkomst met geduld verbeid<strong>de</strong> , zijn va<strong>de</strong>r niet. Onzen<br />

baljuw was het ter ooren gekornen , hoe zijn zoon zijne dagen<br />

in weel<strong>de</strong> en vreug<strong>de</strong> doorbragt , en bekommering vervul<strong>de</strong><br />

's mans gemoed , bekommering <strong>voor</strong> allerlei gevaar, , het zal u<br />

blijken , behalve <strong>voor</strong> het dreigendste van al. Het is die onrust<br />

van <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n heer, , welke gelegenheid geeft een brief te<br />

berijimen , en les bij les <strong>de</strong>r vertelling in te lasschen , om strijd<br />

nuttig , nuttiger en nuttigst. Slechts vergunne men ons te<br />

gelooven, dat <strong>de</strong> indruk van <strong>de</strong>ze niet van zoo <strong>voor</strong>bijgaan<strong>de</strong>n<br />

aard zou wezen , als die maar te dikwijls blijkt , wanneer <strong>de</strong><br />

dichter, , ten gevolge van kunstiger schikking en juister karakterteekening<br />

, het <strong>de</strong>n lezer had durven overlaten , die zelven<br />

uit <strong>de</strong>n gang <strong>de</strong>r gebeurtenissen en <strong>de</strong> gelei<strong>de</strong>lijke ontwikkeling<br />

<strong>de</strong>r gemoedstoestan<strong>de</strong>n op te maken. Beter in beeld gebragt<br />

, zou het gevolg grooter zijn geweest , <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>lijkheid zou<br />

er niets bij hebben verloren, zoo het regt <strong>de</strong>r kunst ware ge-<br />

handhaafd. De opmerking moest hier gemaakt : al is zij hon<strong>de</strong>rdmalen<br />

ver<strong>de</strong>digd, <strong>de</strong> wet wordt er niet min<strong>de</strong>r we<strong>de</strong>r om geschon<strong>de</strong>n<br />

; — maar nu <strong>de</strong> blaam over onze lippen kwam, blijve


60 GEORGE CRABBE.<br />

ook <strong>de</strong> lof niet uit, die Crabbe toekomt : <strong>de</strong> brief bevat eenige<br />

<strong>de</strong>r beste brokken uit <strong>de</strong> vertelling ; hij was tot vertogenschrijver<br />

geboren. Hoor het aardig begin. „John ! ge zijt een genie;<br />

„ge maakt , geloof ik, aanspraak op vernuft, — maar hebt ge<br />

„gezond verstand ? Het laatste , jongen ! gelijkt het gond , dat,<br />

„<strong>de</strong> gansche wereld door, geldt wat het werkelijk waard is,<br />

„terwii.j1 men zich <strong>voor</strong> het eerste , als <strong>voor</strong> eenen wissel, verge-<br />

„noegen moet met <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> , welke <strong>de</strong> meening er aan hecht.”<br />

„Lie<strong>de</strong>n , om hun vernuft vermaard en ij<strong>de</strong>l op <strong>de</strong> gevaarlijke<br />

„gave, plegen , op wie men gewone menschen noemt, met ver-<br />

„achting neer te zien ; <strong>de</strong> talenten , welke ware wijsheid , om<br />

„die te ontwikkelen , zedig verbergen zou, geven zij in opge-<br />

„blazen opgewon<strong>de</strong>nheid aller blikken prijs; naauwelijks nog<br />

„dingers naar faam , laten zij zich eerbewijzen welgevallen ,<br />

„wier weigering hun voegen zou; <strong>de</strong> krans zoo in allerijl zaam-<br />

„geraapt, moet dra verwelken:<br />

„Het duurzaam lauwerloof wast in <strong>de</strong> sehailuw.<br />

„De genie is ijverzuchtig; men beweert dat er zijn , die, zoo<br />

„zij niet genoeg wor<strong>de</strong>n opgemerkt , <strong>de</strong>n norschen stomme spe-<br />

„len ; die hunne ijverzucht op begaafdhe<strong>de</strong>n van gebeel an<strong>de</strong>ren<br />

„aard niet kunnen verbergen ! Er zijn dichters geweest , die<br />

„van spijt wer<strong>de</strong>n verteerd om <strong>de</strong>n lof eener danseresse ge-<br />

„wijd ; <strong>de</strong> gevierdste zijner dagen verbleekte , toen men Rey-<br />

„nolds verheven noem<strong>de</strong> , en wat riep hij uit, toen men <strong>de</strong>n<br />

„glimlach van Rutland's hertoginne hemelsch prees ! wat an<strong>de</strong>rs<br />

„dan : „En niemand , die van mij notitie neemt!” Wat zijn<br />

„<strong>de</strong>zulken an<strong>de</strong>rs dan wespen, wespen met vergul<strong>de</strong> wiekjens,<br />

„hun <strong>de</strong>untjen gonzend , terwijl bun angel flikkert , on<strong>de</strong>r<br />

„vrien<strong>de</strong>n en vijan<strong>de</strong>n omzwieren<strong>de</strong> , even gereed om lof te<br />

„zingen , als om te hekelen.<br />

„Hoar naar mij , John ! gij hebt eene <strong>voor</strong>treffelijke inborst


GEORGE CRABBE. 61<br />

„— maar houd maat in uwen ijver <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ugd ; wees geen<br />

„Quixote, altijd in 't geweer om boozen en grooten schrik<br />

„aan te jagen ; indien zij er zich niet om bekreunen, is uw<br />

„aanval ij<strong>de</strong>l , en zoo zij het doen, zij zullen u weerstand biers;<br />

„zoo onbesuisd toeslaan<strong>de</strong> , kon het in een oogenblik met<br />

„gedaan zijn. Wacht u wel <strong>voor</strong> vermaningen ; laat <strong>de</strong> vicaris<br />

„<strong>de</strong>n aanzienlijken zijner gemeente <strong>de</strong> les lezen , hoe zij moeten<br />

„leven ; maar in u kome het nooit op, dat gij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>ugen<strong>de</strong>n<br />

„en ij<strong>de</strong>len zoudt kunnen verbeteren."<br />

Wie bij het begin van <strong>de</strong>n brief in verzoeking geraakte: bravo,<br />

baljuw ! te roepen , hij weet , zoo verre gekomen, even weinig<br />

als wij, hoe hij het met <strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlijke vermaning heeft. Was <strong>de</strong>ze<br />

<strong>de</strong> wereldwijsheid door George Crabbe op Belvoir-Castle geleerd<br />

en in beoefening gebragt , of is al dat gemeene in <strong>de</strong> oogen<br />

<strong>de</strong>r genie het onafschei<strong>de</strong>lijke, het eigenaardige misschien van<br />

gezond verstand ? Wij wenschten dat <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>ngisper dui<strong>de</strong>lijker<br />

ware geweest, want wordt straks Pope ter waarschuwing bijgebragt<br />

, — Pope, die waan<strong>de</strong>, dat hij er in slagen zou<strong>de</strong>, zich<br />

te doen vreezen door wie geen eerbied had<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> God, — ten<br />

slotte wordt die stoutheid nit geen an<strong>de</strong>ren hoof<strong>de</strong> afgekeurd ,<br />

dan <strong>de</strong>wijl <strong>de</strong> dichter er faam en rust bij inboette ! De brief<br />

draagt onloochenbare blijken van verwarring van toestand ,<br />

— <strong>de</strong> bezorg<strong>de</strong> va<strong>de</strong>r schijnt met zienersgave be<strong>de</strong>eld, om al<br />

<strong>de</strong> klippen , waarop zijn zoon stran<strong>de</strong>n kon, niet slechts te<br />

vermoe<strong>de</strong>n , maar te aanschouwen , — wanneer wij er getuige<br />

van waren gewor<strong>de</strong>n, hoe John's bootjen op die rotsen in<strong>de</strong>r<strong>de</strong>ad<br />

te bersten stiet , wij had<strong>de</strong>n hem in zijne worsteling misschien<br />

bewon<strong>de</strong>rd ; — wij zou<strong>de</strong>n hem zeker in zijnen on<strong>de</strong>rgang<br />

hebben beklaagd. Echter blijft er <strong>voor</strong> ons, dien het om<br />

eene schets van het lij<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> huizinge <strong>de</strong>s hertogs te doen<br />

is, niets en<strong>de</strong>rs over <strong>de</strong>n , nogmaals <strong>de</strong>n brief in te zien , die<br />

ons, volgens <strong>de</strong>n biograaf, waarschijnlijk in <strong>de</strong> lessen , waar-


62 GEORGE CRABBE.<br />

<strong>voor</strong> John zich had te wachten , het iced kond doet , dat<br />

George zich op <strong>de</strong>n hats heeft gehaald.<br />

„Streef niet te zeer naar gunst, schijn op uw gemak , en<br />

„wend liever <strong>voor</strong> dat alles u behaagt, dan dat gij er op uit<br />

„zoudt zijn to behagen: betoon <strong>de</strong>n lord oplettendhe<strong>de</strong>n , maar<br />

„dying u niet bij hem in; gij kunt zijn vriend niet zijn, wacht<br />

„er u <strong>voor</strong> zijn gunsteling te willen wezen; het is eene<br />

„hagchelijke betrekking, waarin ge u slechts ten koste van<br />

„allerlei inspanning geplaatst zoudt zien, om er nit te wor<strong>de</strong>n<br />

„gebonsd door een gril. Talenten als <strong>de</strong> uwe mogen toejuiehing<br />

„verwerven, an<strong>de</strong>re gaven zijn het waardoor men vertrouwen<br />

„en toegenegenheid wint. Zie om u heen , John, en het zal u<br />

„dra dui<strong>de</strong>lijk zijn, welk soort van man gij niet bestemd zijt<br />

„te wor<strong>de</strong>n. Wie an<strong>de</strong>rs zijn <strong>de</strong> ware gunstelingen <strong>de</strong>r groo-<br />

„ten dan zij, die al hunne opmerkzaamheid , al hunne gaven<br />

„veil hebben om <strong>de</strong> wijze van zien, en <strong>de</strong> wenschen van <strong>de</strong>ze<br />

„te leeren kennen en te bevredigen? Geen greep te ]aag ach-<br />

„ten<strong>de</strong> , om zich hunne gunst te verzekeren , duiken zij in het<br />

„diepste hunner harten , en slaan er <strong>de</strong> geheimste neigingen<br />

„gale; zijn die boos, het mid<strong>de</strong>l om <strong>de</strong>ze te bevredigen en over<br />

„het gemoed hunner meer<strong>de</strong>ren te heerschen is dra gevon<strong>de</strong>n ,<br />

„want on<strong>de</strong>ugd is zwakheid, en die listigen weten, dat hunne<br />

„magt toeneemt, hoe heviger <strong>de</strong> hartstogten zich gel<strong>de</strong>n doen.<br />

„Behooren hunne meer<strong>de</strong>ren echter tot <strong>de</strong> onverschilligen, tot<br />

„<strong>de</strong> tragen , dan mag hunne taak zwaar heeten; gemoe<strong>de</strong>ren van<br />

„dien aard willen altijd vermaakt wor<strong>de</strong>n, en het kost moeite ,<br />

„uitspanningen to be<strong>de</strong>nken , <strong>voor</strong> wie zich nooit inspannen<br />

„wil. Welk een werk , om te vertnaken , om in iets ter wereld<br />

„geneugten te doen scheppen , eerst het gemoed to prikkelen ,<br />

„met taai geduld <strong>de</strong>n dutter niet wakker te schud<strong>de</strong>n , maar<br />

„wakker te wrijven ; aller<strong>voor</strong>zigtigst beurtelings <strong>voor</strong> te gaan<br />

„en te volgen ; een wenk te geven en zijne werking of te wach-


GEORGE CRABBE. 63<br />

„ten ; toe te zien of <strong>de</strong> vonk het sluimerend vuur wil doen<br />

„ontvlammen , en telkens, telkens nieuwe geneugten en leven-<br />

„diger vermaken to be<strong>de</strong>nken om het afgestompte gevoel fris-<br />

„sche veerkracht te be<strong>de</strong>elen !”<br />

0 vernuften onzer dagen , die u met schrale bete en schraler<br />

beker vergenoegen moet, maar ten minste uwe vrijheid bewaren<br />

moogt , wat klaagt gij over veronachtzaming en vergetelheid<br />

, in vergelijking met uwe <strong>voor</strong>gangers tot zulk een jammer<br />

to dikwerf gedoemd ! Ons ten minste verbaast het niet<br />

langer, , dat in een tijd , die van zulke wezens weniel<strong>de</strong> , <strong>de</strong><br />

ze<strong>de</strong>ndichter zelf met eene mate mat, die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> minsten onzer<br />

nog to klein zou<strong>de</strong> zijn ! Welk eene wereld , waarin waarschuwingen<br />

als <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> <strong>de</strong> vermaningen eens va<strong>de</strong>rs zijn:<br />

„John ! op <strong>de</strong>rgelijke treken moet gij u nooit toeleggen ,<br />

„maar u ook wel wachten twist te zoeken ; vermijdt <strong>de</strong>n dram,<br />

„die er van leeft. Er steekt gevaar in, eens an<strong>de</strong>rs misda<strong>de</strong>n te<br />

„weten ; er schuilt weinig wijsheid in, to doen blijken dat wij<br />

„beter zijn. „Om <strong>de</strong>n wille mijner verdienste ,” zegt gij, „be-<br />

„ „toont mijn lord zijne genegenheid.” Het zij zoo, maar<br />

„houd haar verborgen, totdat hij haar te <strong>voor</strong>schijn roepe. Geef<br />

„geree<strong>de</strong>lijk antwoord op ie<strong>de</strong>re vraag , maar hebt gij het gege-<br />

„ven , <strong>de</strong>ins terug , zwijg stil en wees uws va<strong>de</strong>rs zoon, want<br />

„zij, die aan uwe gaven twijfelen, zien met smaad op uw stoffen<br />

„neer ; maar zij , die u talent toekennen , zullen er u te regt<br />

„om haten. Sla <strong>de</strong> <strong>voor</strong>zigtigen ga<strong>de</strong> en leer van hen <strong>de</strong> groote<br />

„kunst , <strong>de</strong>n stomme te spelen ! Gij zijt <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diger van <strong>de</strong><br />

„godsdienst , neem u wel in acht <strong>de</strong> zaak niet te scha<strong>de</strong>n,<br />

„wier belangen te bepleiten uw lust is, met wijn <strong>voor</strong> u en<br />

„vernuften om u heen , vertrouw niet op <strong>de</strong> sterkte van <strong>de</strong><br />

„verstan<strong>de</strong>lijke vermogens u toegekend; wat u overtuigend ,<br />

„zeker, , hel<strong>de</strong>r schijnt , zullen zij loochenen en u nittarten to<br />

„bewijzen , zegevieren<strong>de</strong> over <strong>de</strong> vervoering uwer jeugd , over


64 GEORGE CRABBE.<br />

„uwe smarte, zich schamen<strong>de</strong> dus <strong>de</strong> waarheid te moeten prijs<br />

„geven. Hoe dikwijls heb ik <strong>de</strong> hartstogtelijke , maar zwakke<br />

„en jonge ver<strong>de</strong>digers <strong>de</strong>s geloofs <strong>de</strong> prooi zien wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<br />

„twistzieke vernuften. Ge zijt niet zwak , John ! maar niet ge-<br />

„noeg Op uwe hoe<strong>de</strong> , waar list en hum ie<strong>de</strong>r woord opvangen<br />

„en verdraaijen. Er zal geschaterd wor<strong>de</strong>n, ten koste <strong>de</strong>r waar-<br />

„heid en ten koste uwer rust. Mogen ook <strong>de</strong> me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

,,dames tusschenbei<strong>de</strong> komen , hoe zal het u te moe<strong>de</strong> zijn bij<br />

„heur beklagend : „Die goe<strong>de</strong> jonge man !”"<br />

„Te <strong>voor</strong>zigtig , beste jongen ! kunt ge niet zijn, en wel u,<br />

„zoo gij er n van onthoudt in politiek <strong>de</strong> partij , door uwen<br />

„a<strong>de</strong>lijken beschermer gekozen , te ver<strong>de</strong>digen of <strong>voor</strong> te staan.<br />

„Wat hebben zijne loftuigingen om het lijf, , die geen an<strong>de</strong>r<br />

„gevoelen hebben mag , dan dat zijns grooten heers ? Leer u<br />

„bedwingen , leer het in ie<strong>de</strong>r opzigt. Wanneer in uw bjzijn<br />

„<strong>de</strong> vrouw <strong>de</strong>s huizes of hare schoone gasten muzijk maken ,<br />

„voegt het u niet haar spel of haar zang te verheffen. Als gij ,<br />

„ „god<strong>de</strong>lijk !” riept , er zou<strong>de</strong>n ooren om u zijn , die zich over<br />

„<strong>de</strong> driestheid verbaas<strong>de</strong>n , die huiveren zou<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> aanmati-<br />

„ging. De zang <strong>de</strong>r spheren ruischt niet <strong>voor</strong> <strong>de</strong>zulken als wij :<br />

„gekweel en getril mogen <strong>de</strong> aanzienlijken doen wegsmelten,<br />

„wij moeten er ons doof <strong>voor</strong> hou<strong>de</strong>n. Welk eene aanmatiging<br />

„zou het zijn in u of uws gelijke , wanneer gij<br />

„'t Ontzag vergat en aan verrukking <strong>de</strong>edt!<br />

„Toon u aan <strong>de</strong>n disch tevre<strong>de</strong>n ; hoe hij zij , veroorloof u over<br />

„spijze noch wijn eenige opmerkingen ; of zou zwijgen u thet<br />

„voegen , die u op geen keuriger kennis kunt te goed doen, dan<br />

„het eenvoudig gezo<strong>de</strong>n en gebra<strong>de</strong>n van uws va<strong>de</strong>rs middag-<br />

„maal , dat bij wijlen niet eens bei<strong>de</strong> aanbood ? gij weet wel, dat<br />

„we ons uit zuinigheid soms met zeer weinig vergenoegen. Wijn<br />

„zaagt ge zel<strong>de</strong>n op mime tafel; zoudt gij u over bor<strong>de</strong>aux of


GEORGE CRABBE. 65<br />

„champagne een oor<strong>de</strong>el veroorloven ? Waar zou u die zijn aan-<br />

„gewaaid , bij mij , die slechts bij het dozijn opdoe, en, op<br />

„een glas zien<strong>de</strong>, <strong>de</strong> hoedanigheid naar <strong>de</strong> grootte van <strong>de</strong><br />

„fleseh beoor<strong>de</strong>el? Ie<strong>de</strong>re knecht in <strong>de</strong> zaal zou lagehen in<br />

„zijn vuistjen, zoo gij u vermat daarover mee te praten ; hoe<br />

„geschikt gij u ook gedragen moogt , zij zien u toch maar<br />

„<strong>voor</strong> een indringer aan, die een baantjen zoekt. Wees, wat<br />

„ik u bid<strong>de</strong>n mag, met dat ras vertrouwelijk noch vrij, noch<br />

„laat uw harte ooit iets met <strong>de</strong>ze hebben to doen. Neem u<br />

„<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n ganschen drom in acht , maar bovenal <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

„blon<strong>de</strong> bekoorlijkheid <strong>de</strong>r kamenier .”<br />

Bestevaer van een baljuw ! zoo uw jongen tot zoo verre las ,<br />

<strong>de</strong> uitvoerige besehrijving <strong>de</strong>r aanslagen van <strong>de</strong> Abigail hadt<br />

ge kunnen sparen; wat John u aandoe, die schan<strong>de</strong> niet. Hooger<br />

blijft zijn blik gerigt , — <strong>de</strong> uitdrukking is wel wat sterk, —<br />

dagen , weken lang vergenoegt het hem <strong>de</strong> kijkers bloo<strong>de</strong> naar<br />

lady Emma op te slaan, en bloo<strong>de</strong>r nog <strong>voor</strong> zich te then, als Naar<br />

glimlaehjen hem heeft gezaligd. De droom is zoet, maar als<br />

alle droomen heeft hij een ein<strong>de</strong>. Wanneer, — we waar<strong>de</strong>ren<br />

die proeve eener schets van <strong>de</strong>n herfst , — wanneer <strong>de</strong> mistige<br />

morgenstond van koel allengs koud is gewor<strong>de</strong>n ; wanneer <strong>de</strong><br />

dag krimpt en <strong>de</strong> roo<strong>de</strong> bla<strong>de</strong>ren losjens aan <strong>de</strong> kersenboomen<br />

hangen; als <strong>de</strong> dauw niet meer van het gras schijnt te wij ken;<br />

als <strong>de</strong> wou<strong>de</strong>n ruischen van <strong>de</strong>n storm en <strong>de</strong> vloe<strong>de</strong>n zwellen<br />

van <strong>de</strong>n regen ; zoodra alle groen verdwenen -is, uitgezon<strong>de</strong>rd<br />

het zwaarmoedige van Ain en <strong>de</strong>n, en <strong>de</strong>r natuur geen tooisel<br />

overblijft dan <strong>de</strong> donkere hulst met zijn roo<strong>de</strong> bezien en<br />

het bonte mos zich over het steengruis uitbrei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> , maakt het<br />

gezin zich gereed naar <strong>de</strong> stad te keeren en grijpt John moed<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n beslissen<strong>de</strong>n stap. Mood, zei<strong>de</strong>n we ; mag het moed<br />

heeten? Smeekend blikt hij Emma aan, een omzien maar, en<br />

weer slaat hij <strong>de</strong> oogen neer, maar in dat omzien heeft hij heel<br />

Stuthen en Sehetsen III 5


66 GEORGE CRABBE.<br />

zijne ellen<strong>de</strong> gepeild. „ Vermetele! ik beklaag u, neen, ik ver-<br />

„acht u !” <strong>de</strong> dichter leest nog veel meer in dien blik , uit vreeze ,<br />

gelooven wij , dat zijne lezers an<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> verguizing niet volkomen<br />

begrijpen zou<strong>de</strong>n, maar <strong>voor</strong> u, vertrouwen we, volstaan <strong>de</strong><br />

bliksemstralen. Hoe <strong>de</strong> arme John nog een lange wijle , in ie<strong>de</strong>r<br />

opzigt uitgestel<strong>de</strong> hoop, die het harte krenkt , ter prooi bleef,<br />

hoe hij zijne vermetelheid met een vroegen dood boette, welk<br />

een zee van jammer bescherming <strong>voor</strong> groote genien, neen, <strong>voor</strong><br />

dichters van wat min<strong>de</strong>ren rang, — het zou even weinig juist<br />

zijn, vreezen we, — <strong>voor</strong> vernuften van John's gehalte heeten<br />

mag , leze dat wie er lust toe gevoelt in <strong>de</strong> vertelling zelve, welke<br />

wij slechts opsloegen om te doer zien, of nit die waarheid en dichting<br />

ons <strong>de</strong> toestand van George Crabbe op Belvoir-Castle hel<strong>de</strong>r<br />

wil<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n. Er valt, wij weerspreken zijnen biograaf niet, er<br />

valt velerlei in te waar<strong>de</strong>ren; maar wat wij geloof<strong>de</strong>n het regt<br />

te hebben daarin te zoeken, het blijk , dat hij zijne hooge, zijne<br />

heilige roeping allengs beter begreep, dat het doel zijner dichterlijke<br />

gaven hem dui<strong>de</strong>lijker werd , wat dunkt u?<br />

Onzen lezers zelven het antwoord op die vraag overlaten<strong>de</strong> ,<br />

bepalen wij ons tot <strong>de</strong> verzekering, dat er bewijzen zijn bij te<br />

brengen, hoe weinig hij zijn dichtstuk : Het Dorpjen vergat;<br />

hoe allerijverigst hij er aan arbeid<strong>de</strong>. Wilt ge weten, welke <strong>de</strong><br />

genoegelijkste uren bleken, door hem op het kasteel doorgebragt?<br />

alit beleefdheid zou hij u verzekerd hebben, dat het die<br />

waren, waarin hij met <strong>de</strong>n hertog uitreed , en op een afgelegen<br />

plek in het bosch, in <strong>de</strong>n schemerschijn eener lange laan, met<br />

<strong>de</strong>zen over <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> koutte, en Rutlands oor<strong>de</strong>el hoor<strong>de</strong><br />

over het tooneel van dien tijd, waarin hij belang begon te stellen<br />

; of op zijne beurt het gesprek <strong>de</strong>n toon gevend , Pope aan<br />

haal<strong>de</strong>, en het zou niet louter beleefdheid, het zou ook ten <strong>de</strong>ele<br />

waar zijn geweest. Die uren echter, welke bij geene an<strong>de</strong>re vielen<br />

to vergelij ken , zij kwamen slechts met <strong>de</strong> stilte van <strong>de</strong>n avond


GEORGE GRIBBE. 67<br />

of van <strong>de</strong>n nacht; met <strong>de</strong> hand op het harte, het waren oogenblikken<br />

van volkomen eenzaamheid , <strong>de</strong> wake waarin hij <strong>de</strong><br />

beste verzen uit zijn handschrift <strong>voor</strong> zich zelven op- en overzeg<strong>de</strong><br />

en zich verbeeld<strong>de</strong> hoe het publiek die genieten zou,<br />

waarin hij er nieuwe regelen bijvoeg<strong>de</strong> en die verbeter<strong>de</strong> ,<br />

gij zoudt gemeend hebben tot vervelens toe. George Crabbe<br />

dacht er an<strong>de</strong>rs over, en in dat opzigt had hij <strong>voor</strong>zeker gelijk,<br />

waarover hij ook nog langer in onzekerheid verkeeren<br />

uaogt , <strong>de</strong> aard van zijn talent was hem in die afzon<strong>de</strong>ring<br />

klaar gewor<strong>de</strong>n. Het schitteren<strong>de</strong> was zoo min zijne zaak als<br />

het sierlijke ; zoo hij verbeelding bezat , hare wieken droegen<br />

noeh verre , noch hoog; slag had hij slechts <strong>voor</strong> iets korts,<br />

dat tevens iets kernigs moest zijn, als het hem zou voldoen en op<br />

<strong>de</strong> menigte indruk maken; diehterlijk wil<strong>de</strong> hij zijn, maar te gelijk<br />

dui<strong>de</strong>lijk ; het was niet zeer zwaar op zijn standpunt, bij het<br />

on<strong>de</strong>rwerp <strong>voor</strong>al door hem gekozen. Voort en over schreef hij,<br />

en nog eens over, wren, nachten lang; ein<strong>de</strong>lijk, ein<strong>de</strong>lijk was<br />

het af! Hoe verlangen naar Lon<strong>de</strong>n hem verteer<strong>de</strong>; daar alleen<br />

viel <strong>de</strong> proef te nemen. of hij was geslaagd; daar was zijn geest<br />

in gedachte; wie voer<strong>de</strong> 'or hem werkelijk heen?<br />

Op welk een har<strong>de</strong>n toets het lot zijn geduld ook stel<strong>de</strong>, gij zult<br />

gelukkiger zijn; had hij tot <strong>de</strong>n laatsten herfst te waehten, wij<br />

nemen hem in <strong>de</strong>n zomer van 1782 me<strong>de</strong> , en verplaatsen ons<br />

niet in eene beken<strong>de</strong> woning in Lon<strong>de</strong>n zelf, maar op een buiten<br />

, in <strong>de</strong> buurt <strong>de</strong>r hoofdstad , op Richmond-Hill, bij sir Joshua<br />

Reynolds. Wij willen u getuige doen zijn eener ontmoeting aan<br />

<strong>de</strong>n disch van <strong>de</strong>zen, welke een <strong>voor</strong>treffelijk biographist onzer<br />

dagen niet bene<strong>de</strong>n zich heeft geacht, uitvoerig te beschrijven ;<br />

wat tracht gij ons over to halen, terwijl <strong>de</strong> kunstenaar van lit&<br />

is, een blik in zip' schil<strong>de</strong>rkamer to werpen, dat vorstelijk verblijf,<br />

, waarin zoo velerlei weel<strong>de</strong> <strong>de</strong>n zitter eene hooge gedachtc<br />

inboezem<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n man , die zich verledig<strong>de</strong> hem to vereeuwi-


68 GEORGE CRABBE.<br />

gen , waarin <strong>de</strong> meester door hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>rlei mid<strong>de</strong>len <strong>voor</strong> zijne<br />

studien werd gestemd ? Het is <strong>de</strong>n bedien<strong>de</strong>n niet vergund iemand<br />

binnen te laten als <strong>de</strong> heer <strong>de</strong>s huizes afwezig is; sir Joshua zou<br />

er een bordjen <strong>voor</strong> hebben doen hangen : „<strong>de</strong> toegang is<br />

„verbo<strong>de</strong>n ," zoo hij zijne knechts omkoopbaar had geacht; om<br />

„verbo<strong>de</strong>n toegang" te laten sehil<strong>de</strong>ren, daeht hij te juist. Hoe,<br />

gij hebt er een sovereign, gij hebt er het zelfverwijt eener<br />

onkieschheid , eener onze<strong>de</strong>lijkheid <strong>voor</strong> over, en sluipt toch<br />

binnen ! <strong>de</strong> goelijke man zou grimmig zien zoo hij het wist; hij<br />

gelooft, dat, eens op <strong>de</strong>rgelijke wijze toegelaten, <strong>de</strong> nijd zijne<br />

verwen heeft vervalscht. Daar<strong>voor</strong> is ten minste met ons gees<br />

gevaar; gij staart op <strong>de</strong>n ezel slechts dat doek aan, <strong>voor</strong> Catharine<br />

van Rusland bestemd ; hoe , welk on<strong>de</strong>rwerp is er nu op<br />

omgetrokken, het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> of het vier<strong>de</strong>, wat schemert ons nit <strong>de</strong><br />

doodsverf te gemoet '? Sir Joshua is, als alle groote schil<strong>de</strong>rs<br />

zou<strong>de</strong>n wij hebben gezegd, zoo wij ooit onze hollandsche kon<strong>de</strong>n<br />

vergeten , sir Joshua is hoveling van nature : er moet eene<br />

hul<strong>de</strong> schuilen in bet sujet door hem <strong>voor</strong> <strong>de</strong> beheerscheresse<br />

aller Russen gekozen; wat stelt dit <strong>voor</strong>? Zijne laatste gedachte<br />

was koningin Elizabeth te schil<strong>de</strong>ren , het kamp te Tilbury<br />

bezoeken<strong>de</strong> , in <strong>de</strong> dagen toen Engeland door Spanje met een<br />

inval werd bedreigd ; <strong>de</strong> eene groote vrouw zou <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re hebben<br />

begroet; maar dat is uitgewischt ; spotters hebben van <strong>de</strong> Virgin-<br />

Queen gerept ; indien er eens eene tegenstelling in werd gezien!<br />

Voor <strong>de</strong> fiere gestalte <strong>de</strong>r beroem<strong>de</strong> Bess is een jongsken op<br />

het doek gebragt ; een kind , maar dat meer kracht verraadt dan<br />

eenig man ooit aan <strong>de</strong>n dag zal leggen ; een kind, dat met slangen<br />

worstelt, dat die overwint, <strong>de</strong> jeugd van Hercules! 0 vleijend<br />

penseel, hetwelk <strong>de</strong> zwarighe<strong>de</strong>n afschaduwt, verknocht aan<br />

hare pogingen, om haar ruw yolk to beschaven, om zijne wil<strong>de</strong><br />

togten to brei<strong>de</strong>len en te verstik ken ; dat tevens <strong>voor</strong>spelt hoe zij<br />

in <strong>de</strong> worsteling met <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> zege weg zal dragen ; dat eene


GEORGE CRABBE. 69<br />

toekomst aankondigt , waarop <strong>de</strong> vorstinne trotsch mag zijn!<br />

On<strong>de</strong>ugen<strong>de</strong> indringer ! hebt ge toch <strong>de</strong>n wil van <strong>de</strong> reis gehad ,<br />

we zullen genadiger zijn dan gij het verdien<strong>de</strong>t; we zullen u<br />

<strong>de</strong>n togt door het woelige Lon<strong>de</strong>n sparen; we halen het geriefelijk<br />

rijtuig van dien kunstenaar in , wiens talent volstaat, out<br />

hem op welken voet hij verkieze te doen leven, tot drie malen<br />

toe heeft hij <strong>de</strong>n prijs, door hem <strong>voor</strong> een portret geèischt , verhoogd<br />

; het is of er te meer zitters komen , hoe meer guinjes<br />

het host. Haar staat het schil<strong>de</strong>rachtig tweespan stil <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

villa, die een loffelijk getuigenis aflegt van <strong>de</strong>n smaak <strong>de</strong>s eigenaars:<br />

daar staat het, slechts door sterke hand in zijne vaart<br />

bedwongen , onvermoeid , ongeduldig , maar toch stil. Hoe henschelijk<br />

weert sir Joshua <strong>de</strong>n arm <strong>de</strong>s knechts af, die hem bij<br />

het uitstappen steunen wil ; alleen wie hem omringen schijnen<br />

er nog hengenis van te hebben, dat hij in dit <strong>voor</strong>jaar een ligten<br />

aanval van beroerte gevoel<strong>de</strong> ; hij zelf vindt zich volkomen<br />

hersteld. En in<strong>de</strong>rdaad, <strong>de</strong> bleekte, die overbleef, is op dit oogenblik<br />

geweken, dank <strong>de</strong>r zachte beweging, <strong>de</strong>r mil<strong>de</strong> morgenlucht<br />

, <strong>de</strong>r zoete zomerzonnestralen. Al zijn we mid<strong>de</strong>n in Jrtnij ,<br />

al heeft hij, zoolang <strong>de</strong> zittingen van het Parlement dares,<br />

overvloed van zitters , een enkelen dag buiten te zijn is hem<br />

behoefte; zou hij zich die weel<strong>de</strong> niet wet en to versehaffen?<br />

Laat er om morren wie wil , slechts sir Joshua weet, hoe goed<br />

het hem doet , bijwijle die schitteren<strong>de</strong> wereld om hem heen af<br />

to wisselen met <strong>de</strong> rust van dit liefelijk landschap; hoe hij er<br />

zich in vermeidt, die galerij van allerlei hartstogten moe<strong>de</strong>, hem<br />

door <strong>de</strong> aangezigten van hooggeborenen en hooggeplaatsten om<br />

strijd aangebo<strong>de</strong>n , haar moe<strong>de</strong>, onuitsprekehjk moe, eens verrast<br />

te wor<strong>de</strong>n door <strong>•</strong> eon gelaat, dat gulgaauw lacht. Welk een<br />

genet, in vrije uren als <strong>de</strong>ze die vrolijklieid ga<strong>de</strong> to slaan, Lou<strong>de</strong>n<br />

zoo vreemd , kin<strong>de</strong>ren spelen<strong>de</strong> in <strong>de</strong>n schoot <strong>de</strong>r natunr,<br />

rozen in <strong>de</strong>n knop. Onlangs beeft, hem een aardbezi gnmeisje ver-


70 GEORGE CRABBE.<br />

rukt; het kind bood hem geurige, in het veld gewassene eerste-<br />

Engel' <strong>de</strong>s zomers aan, — met hoeveel grooter belangstelling<br />

beschouw<strong>de</strong> hij die in geenerlei broeikast gekweekte dochter <strong>de</strong>s<br />

yolks, flan hare in <strong>de</strong> vrije lucht ontloken <strong>voor</strong>tbrengselen <strong>de</strong>s<br />

velds, — opgernimd ondanks hare armoe! De kunstwereld waar-<br />

<strong>de</strong>ert het doek waarop hij haar weergaf, maar verbaast er zich<br />

over, dat hij er zich niet me<strong>de</strong> vergenoeg<strong>de</strong> <strong>de</strong> halve haveloosheid<br />

, waarin zij <strong>voor</strong> hem stond , in wat men bevallige wanor<strong>de</strong><br />

gelieft to noemen om te scheppen; dat hij haar een tulband om<br />

<strong>de</strong> frissche slapen woncl , en Borst en schou<strong>de</strong>rs met strikken<br />

opsier<strong>de</strong>. Gissing bij gissing wordt geopperd en bestre<strong>de</strong>n, alsof<br />

zijn uitstapjen in ons va<strong>de</strong>rland niet <strong>de</strong> waarschijnlijkste ter<br />

hand gaf; hij heeft gezien hoe grillig Rembrand stoffeer<strong>de</strong>, en<br />

niet ten onregte bet geniale dier grillen bewon<strong>de</strong>rd. Er schuilt<br />

een spel — maar wij hou<strong>de</strong>n eene alleenspraak: om uw onbescheid<br />

van straks goed to maker, zijt ge hoffelijk het rijtuig<br />

gena<strong>de</strong>rd, of het u vergund mogt zijn <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> dames, welke sir<br />

Joshua op zijn uitstapjen vergezel<strong>de</strong>n , <strong>de</strong> hand te Bien. En<br />

toch komt gij to laat; <strong>de</strong> man van jaren, (lie zich <strong>de</strong> vier<strong>de</strong><br />

plaats achter <strong>de</strong> vurige rossen be<strong>de</strong>eld zag , is u <strong>voor</strong>. „Wie<br />

„zijn ze?" fluistert ge, en wat <strong>de</strong> eene betreft, uwe nieuwsgie-<br />

righeid valt ligt te bevredigen , zij beet miss Palmer ; zij is<br />

een <strong>de</strong>r nichtjens van <strong>de</strong>n gelukkigen oudvrijer; onzen kunst°.<br />

naar , die beurtelings eene zuster of een nichtjen heeft om zijne<br />

woning al dat geriefelijke, gezellige, genoegelijke to verzekeren<br />

, door <strong>de</strong>r schepping meesterstuk in ie<strong>de</strong>ren kring om<br />

zich heen verspreid. „En <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re?" Zoo zij eens <strong>de</strong> benij<strong>de</strong>nswaardige<br />

ware, wier blanke en zachte hand <strong>de</strong> dichtkunst<br />

dier dagen <strong>de</strong>n tooverstaf <strong>de</strong>s romans heeft toe yertrouwd ?<br />

„Hoe?" houdt ge naauwelijks in ; maar, schoon hare oogen<br />

geestdrift noch gloed verra<strong>de</strong>n, schoon er bijwijle geen schalkte,<br />

maar spotzucht in tintelt , alledaagsch is zij niet!


GEORGE CRABBE. 71<br />

„Alledaagsch is zij niet ," herhaalt ge, en het is ons als<br />

voeg<strong>de</strong>t gij er bij : schrale aanbeveling <strong>voor</strong> <strong>de</strong> jeugdige<br />

erfgename <strong>de</strong>s frowns van grooter gebied dan eenig koning- of<br />

keizerrijk ! „Alledaagsch is zij niet ," hooren wij nog eens op <strong>de</strong>n<br />

toon <strong>de</strong>r verbazing, en stemmen bet u toe, dat het luttel zegt<br />

<strong>voor</strong> haar, die <strong>de</strong> slanke vingeren durft uitstrekken naar <strong>de</strong>n<br />

schepter in Groot-Brittanje bij beurte gezwaaid door een viertal<br />

vernuften , <strong>de</strong>r wereld lief, <strong>de</strong>wijl ze haar het <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>el<br />

leer<strong>de</strong>n overwinnen , tegen <strong>de</strong>n smijdigsten vorm <strong>de</strong>r poezij<br />

gekoesterd , <strong>de</strong>wijl ze <strong>voor</strong> oud en jong en <strong>voor</strong> arm en rijk in<br />

<strong>de</strong>n roman eene onuitputtelijke bron van geneugt <strong>de</strong><strong>de</strong>n ontspringen<br />

! Alledaagsch is zij niet, wat wilt ge, zoo <strong>de</strong> waarheid<br />

haar geen hoogeren lof gunt? wanneer wij haar vergelijken<br />

met <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> eerste groote me<strong>de</strong>dingers naar <strong>de</strong>n lauwer<br />

dier dichtsoort — met <strong>de</strong>n snuggeren, wereldwijzen uitgever,<br />

die een halve eeuw boeken verkocht , eer het hem inviel <strong>de</strong><br />

ze<strong>de</strong>n zijns yolks to verbeteren door zijne Pamela, die ons <strong>de</strong>n<br />

ze<strong>de</strong>meester zelven zoo zon<strong>de</strong>rling doet <strong>voor</strong>komen , maar <strong>de</strong>s<br />

ondanks later <strong>de</strong> schepper van Clarisse Ilarlome werd, en met<br />

<strong>de</strong>n even levenslustigen als rid<strong>de</strong>rlijken afstammeling nit het<br />

huis <strong>de</strong>r Habsburgs, die ten grave daal<strong>de</strong>, eer hij voile vijftig<br />

jaren tel<strong>de</strong>, doch lang genoeg had geleefd, daar hij ons in<br />

Toga Jones een meesterstuk naliet , dat langer duren zal dan<br />

het paleis van het Escuriaal en Oostenrijks keizerlijke a<strong>de</strong>laar,<br />

— <strong>de</strong> lofspraak is Gibbon's. 0, het lijdt geen twijfel, dat, zoo<br />

zij <strong>de</strong> tijdgenoote van die bei<strong>de</strong>n was geweest, Richardson en<br />

Fielding, die ge, hopen wij, hebt herkend, ie<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze barer<br />

op zijne wijze zou hebben gevierd; <strong>de</strong> eerste zou haar tal van<br />

briefjens hebben geschreven , vol lof en vol lessen; <strong>de</strong> laatste zou<br />

haar hoffelijk hebben bejegend, of hij haar minnaar ware, <strong>de</strong>wijl<br />

zij <strong>de</strong> droeve <strong>de</strong>rtig over was; maar... <strong>de</strong> onverbid<strong>de</strong>lijke kritiek<br />

weet van geen plooijen: alledaagsch was zij niet. Frances Bur-


72 GEORGE CRABBE.<br />

ney, , want <strong>de</strong>ze was dien dag <strong>de</strong> Bast van sir Joshua Reynolds,<br />

<strong>de</strong>ze was <strong>de</strong> romanciere die wb u hebben <strong>voor</strong> to stellen ,<br />

— Frances Burney mag geese aanspraak makes in eenen a<strong>de</strong>m<br />

te wor<strong>de</strong>n genoemd met <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> groote meesters u vlugtig<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geest herroepen , mag het even weinig doen met <strong>de</strong><br />

twee, vergun ons te zeggen, latere, want min<strong>de</strong>re zou onregtvaardig<br />

zijn, die gij in gedachte tegenover hen plaatst , Tobias<br />

Smollet en Laurence Sterne. Twee lustrums nog , en het zal<br />

eene eeuw gele<strong>de</strong>n zijn, dat <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> in haren moe<strong>de</strong>rschoot<br />

het overblijfsel van <strong>de</strong>n een als van <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>r ontving , dat<br />

bei<strong>de</strong> ruste von<strong>de</strong>n , <strong>de</strong> kloeke Schot , Wiens schelmsche glimlach<br />

zoo vaak zijne moe<strong>de</strong>r verrukte, en die toch zoo zwaarmoedig<br />

in <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong> omdool<strong>de</strong> en stierf ; <strong>de</strong> schrale Ier, ,<br />

die zijn gevoel ten speelbal gaf aan zijnen geest, en verre van<br />

vrouw en kind in <strong>de</strong> armen eener pleegznster verscheid<strong>de</strong>, —<br />

twintig hares zijn nog niet verstreken, se<strong>de</strong>rt Frances Burney<br />

begraven werd , wie <strong>de</strong>r drie is vast vergeten , wie <strong>de</strong>r drie<br />

leeft nog , niet alleen op <strong>de</strong> lippen <strong>de</strong>r letterkundigen , neon,<br />

ook <strong>voor</strong>al in het hoofd, in het harte <strong>de</strong>s yolks? Als <strong>de</strong> lunne<br />

draad van York's wel wat aprilachtig leven gerekt ware gewor<strong>de</strong>n<br />

tot <strong>de</strong> Pern2aking van Smel fungus in het licht verscheen,<br />

een traan van <strong>de</strong>n scbrijver van Tristram Shandy op <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>n<br />

van Humphrey ()linter gevallen , had <strong>de</strong> veete tusschen bei<strong>de</strong><br />

verzoend; het nageslacht waar<strong>de</strong>ert, ondanks al zijne yerschei<strong>de</strong>nheid<br />

, bei<strong>de</strong>r humor, maar wie onzer , die in zijne jeugd<br />

Evelina of <strong>de</strong> gesehie<strong>de</strong>ni8 eener Engelscl,e juffer las , leost die<br />

nog over, of stemt , zoo lib het doet, niet in met bet vonnis,<br />

dat Frances Burney een <strong>de</strong>r eerste novellisten was, die eene<br />

verlagen<strong>de</strong> populariteit yerwierven , door schimp en smaad<br />

nit to stooten over <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n en gebraiken van dien burgerlijken<br />

kring, waarin hunne wa<strong>de</strong>rs en hunne moe<strong>de</strong>rs, als zij<br />

zelven wor<strong>de</strong>n geboren en opgevoed?


GEORGE CRABBE. 73<br />

0 tijdgenooten ! wat zegt uw oor<strong>de</strong>el !<br />

Evelina, of <strong>de</strong> gesebie<strong>de</strong>nis hoe eerie jonfie jufvronlv <strong>de</strong>r wereld<br />

werd inyjeleid, zoo heette het boek in het oorspronkelijke, was<br />

uitgegeven zon<strong>de</strong>r naam van auteur ; Frances Burney wenschte,<br />

als zij niet slagen mogt, er door nietnand <strong>voor</strong> te wor<strong>de</strong>n<br />

aangezien; Fanny wil<strong>de</strong>, ook als zij lezers vond, Been blaanwkous<br />

wezen. Vergeefsche <strong>voor</strong>zigtigheid, vruchteloos pogen hare<br />

bestemming to ontgaan. Evelina verscheen in het licht en<br />

werd toegejuicht, toegejuicht boven mate; viel het van haar<br />

te vergen dat zij zwjgen zon , dat zij het haren bloedverwanten,<br />

dat zij het haren va<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>al zou verhelen , dat zij<br />

<strong>de</strong>n stouten stap had gewaagd een boek to schrijven, een boek,<br />

dat alter bewon<strong>de</strong>ring wegdroeg ? De goe<strong>de</strong>, gelukkige Dr. Burney<br />

was in <strong>de</strong> wolken; hij won er bij <strong>de</strong> wereld een aanzien<br />

door, dat zijn leven lang les geven in <strong>de</strong> muzijk hem niet had<br />

verworven ; zijne proeve eener Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> Toonkunst<br />

mogt hem <strong>de</strong>n doctorstitel hebben bezorgd, <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r schrijfster<br />

van Evelina to zijn, dat was eerst eene aanbeveling. Wie<br />

die het niet prees ? Henry Crisp, zijn trouwe vriend, een nitstekend<br />

treurspelgenie van dien tijd, kon bet Fanny haast niet<br />

ten goe<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n , dat zij had nagelaten hem te raadplegen ;<br />

Samuel Johnson, die bijwijle bij doctor Burney thee dronk ,<br />

en wien Frances vroeger naauwelijks een woord had durven<br />

toespreken, „tenzij ze hem een negentien<strong>de</strong> of twintigste kopje<br />

„aanbood ," hij verklaar<strong>de</strong> dat Richardson niet op zijn gemak<br />

zou zijn geweest, als hij <strong>de</strong> uitgave van dat boek had beleefd.<br />

En kleine Fanny zelve? Wie durft or haar hard over vallen,<br />

zoo zij er zich een beetjen op liet <strong>voor</strong>staan, zij die zoo lang<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> domste harer zusteren was aangezien; zij , die on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong>n staf harer stiefmoe<strong>de</strong>r had gezucht, die haar over het eeuwig<br />

schrijven zooveel verwijten <strong>de</strong>ed, tot zij alle vroegere opstellen<br />

verscheur<strong>de</strong>? Wel verre er van dat haar triomf zich binnen enge


74 GEORGE CRABBE.<br />

grenzen zou hebben beperkt, was het bock niet enkel in Lon<strong>de</strong>n,<br />

was het weldra op het land evenzeer aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong>n dag, Mackenzie en Beckford, <strong>de</strong> romancier die haar <strong>voor</strong>afging<br />

en <strong>de</strong> romancier die haar volg<strong>de</strong>, zij wer<strong>de</strong>n meest en<br />

slechts door <strong>de</strong> letterkundigen gewaar<strong>de</strong>erd, Frances zag zich<br />

alom en door alien gehuldigd, het was vier jaren gele<strong>de</strong>n dat<br />

Evelina het licht zag en Evelina liep nog; <strong>de</strong> wereld verbeid<strong>de</strong><br />

met ongeduld haar twee<strong>de</strong> werk! sir Joshua Reynolds had beloofd<br />

haar met Burke in kennis te brengen; <strong>de</strong> gastheer had<br />

haar in vertrouwen me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld , dat <strong>de</strong>ze een ganschen nacht<br />

was opgebleven om haar roman uit te lezen. Die goe<strong>de</strong> Edmund<br />

! — maar <strong>voor</strong>al , die gelukkige Fanny !<br />

Macknight heeft er zich in verlustigd, een tafereel dier ontmooting<br />

te schil<strong>de</strong>ren; hem lachte <strong>de</strong> gedachte aan , Edmund<br />

Burke op te voeren , in <strong>de</strong>n korten zonneschijn <strong>de</strong>r zege van<br />

zijne partij, in <strong>de</strong> dagen van lord Rockingham's bewind, hem<br />

te doen zien, zegevierend op staatkundig gebied, hul<strong>de</strong>brengend<br />

op dat <strong>de</strong>r letteren. Wie lust heeft, sla het werk op, en zie<br />

wat wij overnemen; <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid van doel <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> opstellen<br />

, zal het hem dui<strong>de</strong>lijk doen wor<strong>de</strong>n, waarom wij slechts<br />

ten <strong>de</strong>ele navolg<strong>de</strong>n , waarom wij veel wijzig<strong>de</strong>n en weer nog<br />

aanvul<strong>de</strong>n. Welk een arbeid , zegt men, louter om het genoegen<br />

to hebben oor<strong>de</strong>el te vellen ! Neen , om elk het zijne to laten<br />

en te geven <strong>•</strong> vrien<strong>de</strong>n !<br />

Sir Joshua, zegt 3/lack night, sir Joshua en zijne gasten<br />

keer<strong>de</strong>n, na eene wan<strong>de</strong>ling over zijn buiten , ill <strong>de</strong> huizinge<br />

weer — hij verklaar<strong>de</strong> aan miss Burney, hoezeer hij begon<br />

te vreezen , dat drokke bezighe<strong>de</strong>n Burke zou<strong>de</strong>n beletten te<br />

komen. Daar stond zij met Reynolds aan het venster <strong>de</strong>r zaal,<br />

tot ontvangst <strong>de</strong>r genoodig<strong>de</strong>n bestemd, het heerlijk uitzigt te<br />

bewon<strong>de</strong>ren, dat zich in <strong>de</strong> laagte aan hunne voeten verbreed<strong>de</strong> ,<br />

en open gingen <strong>de</strong> <strong>de</strong>uren aehter hen : een groot gezelsehap stoof


GEORGE CRABBE. 75<br />

onaangediend binnen , en na<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>n gastheer met al <strong>de</strong><br />

gemeenzaamheid van vrien<strong>de</strong>n , die van een gul onthaal gewis<br />

zich volkomen to huis gevoel<strong>de</strong>n. Eene <strong>de</strong>r binuentre<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n ,<br />

eene vrouw door sir Joshua da<strong>de</strong>lijk even eerbiedig als hartelijk<br />

begroet , herkent gij ; het is mevrouw Burke. Even rustig<br />

als innemend maakte Jane Mary da<strong>de</strong>lijk een gunstigen indruk<br />

op <strong>de</strong> schrijfster ; Fanny las in die zachte oogen een gevoel ,<br />

dat zij benijd<strong>de</strong>. Den jongen Richard Burke, hem had zij vroeger<br />

in <strong>de</strong> stall meermalen ontmoet ; hij dweepte met Evelina;<br />

wie verwon<strong>de</strong>rt er zich over, dat hij onafschei<strong>de</strong>lijk van haar<br />

was als hare schaduw ? Er was nog een heer me<strong>de</strong> binnengekomen<br />

, een klein dik manneke, dat blijkbaar moeite <strong>de</strong>ed, om zich<br />

keurig nit to drukken , en dat zich boog zoo goed het gaan<br />

wil<strong>de</strong>, then hij miss Burney werd <strong>voor</strong>gesteld als Mr. Gibbon.<br />

De on<strong>de</strong>ugen<strong>de</strong> schrijfster, , ze stel<strong>de</strong> hem in gedachte over<br />

tegen <strong>de</strong>n langen , schralen slungel , dien papa Johnson — hij<br />

stond daar in <strong>de</strong>n hock met haren va<strong>de</strong>r to grommen — haar<br />

straks als zijnen vriend had aanbevolen , <strong>de</strong>n eerwaar<strong>de</strong>n Mr.<br />

Crabbe. Hoe vernuftig zij was, <strong>de</strong>n ganschen omvang <strong>de</strong>r tegenstelling<br />

overzag zij zoo min, als zij al het onvergelijkbare van<br />

bei<strong>de</strong> vermoed<strong>de</strong>. Een spotziek glimlachjen speel<strong>de</strong> echter maar<br />

een oogenblik om hare lippen , want on<strong>de</strong>r nog eenige genoodig<strong>de</strong>n<br />

, die zich met miss Palmer bezig hid<strong>de</strong>n, werd zij <strong>de</strong>n man<br />

gewaar, die met mevrouw Burke was binnengekomen , die haar<br />

nog niet was <strong>voor</strong>gesteld, h ij moest het zijn ! Zoo e<strong>de</strong>l eene<br />

houding , zoo fier een <strong>voor</strong>komen , die blik , alien die hem<br />

na<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n door vrien<strong>de</strong>lijkheid en bezieling verrukkend , wien<br />

an<strong>de</strong>rs kon<strong>de</strong>n zij toebehooren dan <strong>de</strong>n onbeken<strong>de</strong> , dien zij<br />

zoozeer verlang<strong>de</strong> to zien , dan Edmund Burke ?<br />

Er bleef Been twijfel aan over, then hij Crabbe <strong>de</strong> hand<br />

drukte , of zij gemeenzame vrien<strong>de</strong>n waren , toes hij dien bij<br />

Jane Mary bragt , hem beknorren<strong>de</strong>; maar daar ging <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur


76 GEORGE CRABBE.<br />

weer open, en <strong>de</strong> hofmeester <strong>de</strong>s gastheers waarschuw<strong>de</strong> <strong>de</strong>zen,<br />

dat <strong>de</strong> disch gereed was. Hoe <strong>de</strong> man , dien zij your Burke hield,<br />

zich beijver<strong>de</strong> sir Joshua zijn arm aan te bie<strong>de</strong>n , bij het afgaan<br />

van <strong>de</strong>n trap die near <strong>de</strong> eetzaal leid<strong>de</strong>, — wat zou zij<br />

er niet <strong>voor</strong> hebben gegeven, zoo zij , in pleats van <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n ,<br />

die Gibbon hoffelijk tot haar rigtte, had kunnen verstaan wat<br />

Burke in <strong>de</strong>n hoorn <strong>de</strong>s kunstenaars fluister<strong>de</strong>? Ben oogenblik<br />

geduld en zij zon het weten.<br />

Reynolds had zich aan het bovenein<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n disch neergezet.<br />

„Miss Burney!" vroeg hij , „wilt ge naast mij pleats<br />

„nemen? Pan zal Mr. Burke aan uw an<strong>de</strong>re zij<strong>de</strong> zitten."<br />

„Keen, en !" viel <strong>de</strong> slanke, mooije, geleer<strong>de</strong>, scherpe<br />

miss Shipley , <strong>de</strong> dochter van <strong>de</strong>n bisschop van St. Asaph in,<br />

„dat mag ik niet toestaan. Mr. Burke moet naast mij zitten,<br />

„ik doe geen afstand van hem. Kom dan toch , Mr. Burke!<br />

„en zet n rnstig hij mij neer."<br />

Burke haastte zich, glimlagchen<strong>de</strong> aan het bevel te<br />

gehoorzamen. Reuschelijk merkte sir Joshua op<br />

„Ik stel<strong>de</strong> het slechts <strong>voor</strong>, om met Mr. Burke mijn pais to<br />

„maker: on<strong>de</strong>r het near binnengaan heeft hij niets gedaan dan<br />

„mij beknorren, dat ik hem niet ann. miss Burney had <strong>voor</strong>ge-<br />

„steld. Vergun mij ,” en <strong>de</strong> gastheer wend<strong>de</strong> zich tot Frances,<br />

„dat ik het dan nu doe. Mr. Burke — Miss Burney."<br />

Crabbe — we weten waarlijk niet waar hij geplaatst was —<br />

Crabbe vond dat bei<strong>de</strong>, half oprijzen<strong>de</strong> en rich buigen<strong>de</strong>, een<br />

vrij gek figuur maakten.<br />

„Ik heb mij bij sir Joshua er over beklaagd," zei Burke,<br />

„dat hij mij zoo geheel aan mijn eigen scherpzinnigheid over-<br />

„liet , die mij echter hier niet bedroog.”<br />

Miss Burney— wij wenschten dat Macknight gezegd had: miss<br />

Burney bloos<strong>de</strong>, — hij getuigt slechts: miss Burney was natuurlijk<br />

gestreeld, maar als altijd, ietwat schuw, en het groote woord


GEOIGt CRABBE. 77<br />

moet er nit, pimpelmeezig. Intusschen, hare ge<strong>de</strong>nkschriften zijn<br />

daar, ten bewijze, dat zij goed wist te luisteren. Al <strong>de</strong> lof, door<br />

Johnson aan Edmund Burke, als ongeevenaard spreker, ook in'<br />

het dagelijksch verkeer aan een vrien<strong>de</strong>ndisch , be<strong>de</strong>eld, worth<br />

bevestigd door <strong>de</strong> aanteekeningen , welke zij van dien middag<br />

bewaar<strong>de</strong>. Het, zegt weinig, dat hij hare verwachtingen overtrof;<br />

het zegt weer, dat hij <strong>voor</strong> het minst <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>loos gelukkig<br />

was in <strong>de</strong> keuze <strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rwerpen , door hem <strong>voor</strong> die gasten<br />

aangeroerd ; door hem , zon<strong>de</strong>r dat hij het weten kon , <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

nakomelingschap besproken. „Burke," zegt zijn biographist, „had<br />

„toen zijn toppunt bereikt , zoowel in gezondheid als in staat-<br />

„ kundige vermaardheid ; hij was schier in ie<strong>de</strong>ren zin geslaagd,<br />

„en toch ken niets heuscher wezen dan zijn toon, niets innemen-<br />

„<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> welwillendheid, die het zijn eenige wensch scheen te<br />

„zijn, lucht to geven en algemeen to doer wor<strong>de</strong>n. Nu eens<br />

„waag<strong>de</strong> hij eene openhartige bekentenis , welke alien, die<br />

„weten welk antagonismus er tussehen hem en Chatham heersch-<br />

„te , ligt kunnen waar<strong>de</strong>ren. Het karakter van <strong>de</strong>n grooten<br />

„graaf,” zei<strong>de</strong> hij , „was het eenig on<strong>de</strong>rwerp waarover hij<br />

„niet even rondborstig in het Huis <strong>de</strong>r Gemeenten sprak, als<br />

„aan zijne eigen tafel ; maar schoon hij er verre van was in<br />

„te stemmen met <strong>de</strong> geestdrift <strong>de</strong>s yolks <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n grooten<br />

„patriot, hij beproef<strong>de</strong> het niet hun geestdrift to keer to gaan.”<br />

Dan we<strong>de</strong>r zwaai<strong>de</strong> hij <strong>de</strong>n grootsten lof toe aan Chatham's<br />

lievelingszoon , <strong>de</strong>n jongen William Pitt, „niet slechts met <strong>de</strong><br />

„zeldzaamste begaafdhe<strong>de</strong>n be<strong>de</strong>eld , maar bovendien door <strong>de</strong><br />

„natuur begunstigd met een oor<strong>de</strong>el , dat an<strong>de</strong>ren slechts door<br />

„on<strong>de</strong>rvinding verkrijgen. Ofschoon oor<strong>de</strong>elsgave,” voeg<strong>de</strong> hij<br />

er bij , „in <strong>de</strong> jeugd niet zoo zeldzaam is als men gemeenlijk<br />

„gelooft , heb ik opgemerkt , dat zij, die haar niet vroeg be-<br />

„zitten , <strong>de</strong> hagehelijke kans loopen , haar laat to missen.”<br />

Als Johnson iets an<strong>de</strong>rs dan water had gedronken , hij zou


78 GEORGE C RABBE.<br />

<strong>de</strong>n beker hebben gevuld en geledigd , bij die hul<strong>de</strong> <strong>de</strong>n jongen<br />

tory door zijnen tegenstan<strong>de</strong>r gebragt. Of <strong>de</strong> opmerking<br />

over het oor<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> jeugd , <strong>de</strong>n geschiedschrijver van <strong>de</strong>n<br />

On<strong>de</strong>rgang van het Romeineeke l jk smaakte, wie, die het ons<br />

zeggen zal?<br />

Een oogenblik stilte , die afgebroken werd door eene me<strong>de</strong><strong>de</strong>eling<br />

van miss Shipley: zij was er trotsch op, luttel dagen<br />

gele<strong>de</strong>n een brief van Dr. Franklin to hebben ontvangen. Burke's<br />

hoofd was even warm als zijn harte; hij greep gretig die<br />

gelegenheid aan, uit to wei<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> wetenschappelijke be-<br />

kwaamheid , staatkundige kennis en vrijzinnige gevoelens van<br />

<strong>de</strong>n amerikaanschen wijsgeer, , en maakte ten slotte <strong>de</strong> opmerking,<br />

hoe weinig <strong>de</strong> be<strong>voor</strong>regten zijn, die, als Franklin, alle<br />

zielsvermogens tot in zeer gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n leeftijd in voile kracht<br />

behou<strong>de</strong>n. Om zich grijpen<strong>de</strong> op het gebied <strong>de</strong>r historie, schoot<br />

hem het karakter to binnen van dien beroem<strong>de</strong>n regent van<br />

Castilie , ,<strong>de</strong>n tachtigjarigen minister nit <strong>de</strong>n vroegsten tijd van<br />

Karel <strong>de</strong> Vijf<strong>de</strong>'s regering , van wien Robertson zoo onbewust<br />

sarcastiseh heeft opgemerkt , hoe van al <strong>de</strong> eerste ministers,<br />

in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis vermeld , hij <strong>de</strong> eenige is geweest , die door<br />

zijne tijdgenooten als een heilige werd vereerd. Burke bleek<br />

even geestdriftig met Ximenes ingenomen , als weleer <strong>de</strong> Castilianen<br />

het waren. „Wat wilt ge meer ?" besloot hij , „<strong>voor</strong><br />

„mij grenst die man aan het volmaakte!"<br />

Er speel<strong>de</strong> iets ironisch om Gibbon's lippen, en hadt ge <strong>de</strong><br />

beweging zijner vlugge vingeren gevolgd, ge zoudt gezien hebben<br />

, dat zij op <strong>de</strong>n disch het woor<strong>de</strong>ke: Mooren , omtrokken;<br />

maar wie er aan dacht zich met' <strong>de</strong>n spreker to meter, niet hij.<br />

Het is geene opmerking intusschen van miss Burney, — louter<br />

gehoor <strong>voor</strong> Burke's tafereel van het leven <strong>de</strong>s kardinaals, was<br />

zij to moe<strong>de</strong> als leer<strong>de</strong> zij nu eerst wat luisteren heeten mogt.<br />

„Ik zag, ik hoor<strong>de</strong> Burke," zegt zij, „en zag en hoor<strong>de</strong> slechts


GEORGE CRABB E. 79<br />

„hem." Eensklaps echter, als ware hij overweldigd gewor<strong>de</strong>n<br />

door zijne eigene bewon<strong>de</strong>ring , hield <strong>de</strong> spreker op ; hij was<br />

veel te ernstig geweest <strong>voor</strong> het nageregt ; daar strekte hij<br />

<strong>de</strong> hand uit naar eene schaal met vruchten, en dien<strong>de</strong> er zich<br />

van. Het gesprek werd we<strong>de</strong>r algemeen; <strong>de</strong> gastheer <strong>de</strong>ed Dr.<br />

Burney zijn besten claret insehenken; Richard Burke tracb.tte<br />

van Crabbe te vernemen , of <strong>de</strong> hertog van Rutland veel <strong>voor</strong><br />

wedrennen over had ; miss Palmer koutte goelijk met <strong>de</strong>n<br />

grijzen Johnson : maar Edmund, die <strong>de</strong> oogen van Frances<br />

nog altijd op hem gevestigd zag, of zij verlang<strong>de</strong> dat hij<br />

<strong>voor</strong>t zou gaan , besloot opgeruimd:<br />

„Geene verbeelding, zelfs niet <strong>de</strong> verbeelding van miss Burney,<br />

zou in staat zijn geweest een zoo buitengewoon karakter<br />

„als dat van <strong>de</strong>n kardinaal Ximenes te be<strong>de</strong>nken ; ie<strong>de</strong>re ve<strong>de</strong>r,<br />

„zelfs <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>r van miss Burney, zal te kort schieten mu het<br />

„regt te doen."<br />

Onze letterkun<strong>de</strong> is een Rustuur rijk , dat <strong>de</strong> bedreiging<br />

<strong>de</strong>s grooten mans beschaamt ; maar <strong>de</strong> geest , die dat tafereel<br />

ontwierp en uitvoer<strong>de</strong>, is ook met an<strong>de</strong>ren zin <strong>voor</strong> het verhevene<br />

be<strong>de</strong>eld dan <strong>de</strong> zoete Fanny.<br />

De maaltijd was afgeloopen ; men ging buiten zitten on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> lommer van het geboomte, of wan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> grot aan<br />

<strong>de</strong> overzij <strong>de</strong>r villa, en verlustig<strong>de</strong> zich in <strong>de</strong> kronkelingen<br />

van <strong>de</strong> Theems door het liefelijk landschap , of sloeg het verschiet<br />

ga door <strong>de</strong> neigen<strong>de</strong> zonne verguld. Lang echter Teed<br />

het niet, of <strong>de</strong> waran<strong>de</strong> <strong>de</strong>r woning zag <strong>de</strong>n drom van gasten<br />

we<strong>de</strong>r bijeen , en Burke , niet volkomen over zich zelven tevre<strong>de</strong>n<br />

, daar hij aan <strong>de</strong>n disch sehier alleen het gesprek had beheerscht<br />

, wil<strong>de</strong> dat Crabbe zijne beurt zou hebben. „G-eef ons<br />

„een fragment uit het Dorpjen, George!"<br />

Hon<strong>de</strong>rdmalen misschien zijt gij getuige geweest van <strong>de</strong>n<br />

strijd tusschen tweeerlei ij<strong>de</strong>lheid in hetzelf<strong>de</strong> gemoed; <strong>de</strong> ij<strong>de</strong>l-


80 GEORGE GRIBBE.<br />

heid die gaarne schitteren zou , <strong>de</strong> ij<strong>de</strong>lheid die vreest niet te<br />

Tanen slagen ; wij sparen u daarom George's verontschuldigingen.<br />

„Hij had het handschrift" naturirlijk „niet bij zich."<br />

„En daarom vroeg ik maar fragmenten."<br />

Burke bleek schier van <strong>de</strong>n gil<strong>de</strong>; er was geen ontkomen aan.<br />

Hit het hoofd zei Crabbe <strong>de</strong>n aanhef op :<br />

Het levee van <strong>de</strong>n landman, al d'ellend',<br />

Wear oud en jong in 't dorp zoo noo<strong>de</strong> aan went,<br />

Het loon van d'arbeid en wat overschiet<br />

Ale 't stramme lijf het zware werk verbiedt ,<br />

Der armen lij<strong>de</strong>n geeft mijn zing a weer;<br />

Vermag <strong>de</strong> <strong>de</strong>ernis van <strong>de</strong> Zangster meer?<br />

Het waren maar zes verzen, doch zij had<strong>de</strong>n volstaan om<br />

hem gehoor te verwerven ; van winnen kon nog geen sprake<br />

zijn. Er volg<strong>de</strong>n een <strong>de</strong>rtigtal regelen, welke hij niet verzwijgen<br />

mogt ; Johnson had in <strong>de</strong>ze, toes hem het handschrift ter<br />

beoor<strong>de</strong>eling was toevertrouwd gewor<strong>de</strong>n, zes verzen gewijzigd.<br />

Het bleef <strong>voor</strong> bei<strong>de</strong>r biographen bewaard over <strong>de</strong>ze dienst te<br />

kibbelen , <strong>de</strong> zaak verdient geen beter woord; Boswell meet <strong>de</strong><br />

bewezen hulp breed nit; Crabbe, <strong>de</strong> zoon, loochent haar niet,<br />

maar takelt of ; George erken<strong>de</strong> haar dankbaar , ook die <strong>voor</strong>dragen<strong>de</strong>.<br />

Welke waren het? zij schuilen in <strong>de</strong> groote woor<strong>de</strong>n ,<br />

in <strong>de</strong> namen <strong>de</strong>r oudheid ontleend , <strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>diging van zijn<br />

on<strong>de</strong>rwerp ingelascht. Een pleit in dicht , <strong>voor</strong> <strong>de</strong> stoffe die <strong>de</strong><br />

zanger zich koos , verraadt zoo veel overleg , maar ook zoo<br />

weinig bezieling , dat wij er liever een vlugtig verslag van<br />

geven. Voorbij zijn <strong>de</strong> dagen, zoo begint hij, die <strong>de</strong>n velddichter<br />

<strong>de</strong>n grond zijner geboorte hoor<strong>de</strong>n prijzen; waar vindt ge langer<br />

her<strong>de</strong>rs, die in beurtzangen <strong>de</strong> sehoonheid van hun land of<br />

hunne liefste verheffen ? En echter spannen wij nog altijd<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> tee<strong>de</strong>re snaren ; nog klagen in onze zangen <strong>de</strong><br />

Corydons , en her<strong>de</strong>rsknapen kweelen van het leed <strong>de</strong>r lief<strong>de</strong>.


GEORGE CRABBE. 81<br />

Het eenig wee, ach! nooit door hen gevoeld !<br />

Een zacht hoofdschud<strong>de</strong>n van sir Joshua ontging Burke bij<br />

dozen regel niet.<br />

Al moge het Tityrus, voer <strong>de</strong> dichter <strong>voor</strong>t, aan <strong>de</strong> oevers<br />

van <strong>de</strong>n Mincio, wi<strong>de</strong>r Caesar's gezegend bestuur te moe<strong>de</strong><br />

zijn geweest, of <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n eeuw we<strong>de</strong>r aanlichtte, geeft dit<br />

vervelen<strong>de</strong>n dichters het regt <strong>de</strong>n vleijen<strong>de</strong>n droom te rekken,<br />

werktuigelijke weergalmen van <strong>de</strong>n zang <strong>de</strong>r Mantuaansch.e<br />

zwaan ? Wie veroorlooft ons waarheid en natuur <strong>de</strong>n rug toe<br />

te keeren, urn <strong>de</strong>n weg in te slaan, waarop niet <strong>de</strong> verbeelding,<br />

waarop Virgilius ons leidt?<br />

Vindt het van Johnson niet vreemd , dat hij George geen<br />

dank zei<strong>de</strong> your het overnemen zijner geheele verbetering: hij<br />

was grooter hul<strong>de</strong> gewend, en hij had hem immers doen weten,<br />

dat zoo die regelen, met roo<strong>de</strong> inkt geschreven, hem niet gevielen,<br />

natte spons die weg kon wisschen.<br />

Helaas ! <strong>de</strong> muzen zinger van gelnickige landlie<strong>de</strong>n, — zoo<br />

wordt het pleidooi <strong>voor</strong>tgezet, — <strong>de</strong>wijl zij nooit hun Leven<br />

gasloegen, nooit hun Iced zagen ; maar onze boeren hebben<br />

geen schalmeijen meer, zij hijgen aehter <strong>de</strong>n ploeg; wie hunner<br />

heeft tijd urn lettergrepen te tellen en rijmen te be<strong>de</strong>nken<br />

? Waarheid is dien lie<strong>de</strong>ren vreemd , maar daarentegen, —<br />

<strong>de</strong> verweer<strong>de</strong>r wordt aanvaller — hoe gemakkelijk zijn ze to<br />

dichten ! Elk beginner droomt zich eon her<strong>de</strong>r te zijn; eene<br />

her<strong>de</strong>rin heeft hij maar <strong>voor</strong> het kiezen, en wat het tooneel<br />

betreft, het <strong>voor</strong>schrift is gereed, alles moet er even lief uitzien<br />

als zij. Geree<strong>de</strong>lijk wil ik toegeven — <strong>de</strong> overgang<br />

brengt ons weer in <strong>de</strong>n toon <strong>de</strong>r verontschuldiging — dat<br />

eon golvend graanveld , dat cone kud<strong>de</strong> schapen, iets bekoorlijks<br />

hebben <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n landbouwer of <strong>de</strong>n veehoe<strong>de</strong>r; maar<br />

als ik op zulk eon lief tooneel <strong>de</strong>n armen daglooner gewaar<br />

Studien en Sehetsen TH 6


82 GEORGE CRABBE.<br />

wor<strong>de</strong> op dien grond geboren, en er getuige van ben, hoe<br />

<strong>de</strong> middagzon hare zengen<strong>de</strong> stralen op <strong>de</strong> naakte kruinen<br />

en vochtige slapen schiet ; als ik <strong>de</strong> zwakken van kracht en<br />

zieken van harte hun lot hoor verwenschen , schoon zij toch<br />

<strong>voor</strong>twerken, mag ik dan achter wat dichterlijk klatergoud hun<br />

wezenlijk wee verhelen?<br />

Neen, — en met meer kracht opzeggen<strong>de</strong>, werd Crabbe<br />

wat hij nog niet geweest was, werd hij warm. Aldborough<br />

lag <strong>voor</strong> hem, — door het lot op eene grimmige kust geworpen,<br />

even arm aan lommerriike boschjens als aan lagehen<strong>de</strong><br />

dalen ; waar an<strong>de</strong>re zorgen dan die, waarvan <strong>de</strong> maze droomt,<br />

het hart verteren, en an<strong>de</strong>re her<strong>de</strong>rs, dan die zij schept, met<br />

ga<strong>de</strong> en kroost dag aan dag zwoegend doorbrengen , schil<strong>de</strong>r<br />

ik <strong>de</strong> stulp zoo als <strong>de</strong> waarheid haar zou afbeel<strong>de</strong>n, zoo als<br />

dichters het niet willen doen. Gij armen, — waartoe, vragen<br />

wij, die vergoelijking ? <strong>de</strong> realist was volkomen in zijn regt,<br />

ook zon<strong>de</strong>r doze tira<strong>de</strong>, — gij , arme ! zult er a niet over<br />

beklagen , als <strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> letteren a smaad aan; <strong>de</strong> zoetste zang<br />

wordt <strong>voor</strong> u vergeefs gekweeld; gekromd door <strong>de</strong>n arbeid in<br />

het tweet uws aanschijns, of gebogen door het wigt van <strong>de</strong>n<br />

last <strong>de</strong>r jaren, zijt ge vereelt <strong>voor</strong> het gevlei <strong>de</strong>s rijms. Geen<br />

dichter, , die uwen nood kan stiller, als ge gebrek lijdt ; wat<br />

zou het baton, of hij myrthen wond om uw vervallen kluis?<br />

Welker aardige vertelling is het gegeven, uw algemeen wee<br />

to doen vergeten, wat vermag het geestigst vernuft tegen uw<br />

taai verdriet ?<br />

Zie , waar <strong>de</strong> hei , met welkend kruid begroeid,<br />

De plaggen geeft, daar armoes haard van gloeit ,<br />

Wordt ge in 't vereehiet <strong>de</strong>n schaamlen oogst gewaar<br />

Pr 't heete zand onttroggeld , dun van air;<br />

Als waar' dat veld bet onkruid toebeschikt ,<br />

Is, trots het wi'en , die rogge half verstikt ;<br />

De distel breidt er steeklige armen uit


GEORGE CRABBE. 83<br />

En maakt <strong>de</strong>r kleeneu lnchte plunje buit ,<br />

Het purpren blaauw van d'ossentong verkondt<br />

Terzij <strong>de</strong>s maankops er d'ondankbren grond ,<br />

Vast hooger dan <strong>de</strong> halmen van dat graan,<br />

Verbeffen zich <strong>de</strong>r maluw wollen Maki ;<br />

De gele heenist benaauwt er 't jeugdig loof, ,<br />

Of 't scheutjen wordt <strong>de</strong>r wil<strong>de</strong> wikken roof!<br />

Een wree<strong>de</strong> pracht, waarbij a 't harte ontzinkt,<br />

Saloon 't rotsig oord van duizend verwen blinkt,<br />

Een opschik , dien <strong>de</strong>r voile <strong>de</strong>em gelijk ,<br />

Een wijl go<strong>de</strong>sse en sleds vertrapt in 't slijk ,<br />

Wier droeve blik , al leg<strong>de</strong> ze op 't gelaat<br />

Ook coos en lelie , zielsverdriet verraadt ,<br />

En wier ellen<strong>de</strong>, in welk een tooi gehuld ,<br />

Te sterker spreekt, to schittren<strong>de</strong>r verguld.<br />

Crabbe had zijn gehoor gewonnen, het was miss Burney<br />

of zij buiver<strong>de</strong>; sir Joshua, naast wien hij zich had neergezet ,<br />

beweer<strong>de</strong>, dat hij <strong>de</strong> kust zag ; Burke juichte toe. De vreeselijke<br />

tegenstelling van het liefelijk oord, waarin zij al <strong>de</strong> weel<strong>de</strong><br />

van een zomeravond genoten, dat in <strong>de</strong> schemering schier een<br />

paradijs scheen, met dat barre strand in zijne verzen, waarop behoefte<br />

vergeefs om bevrediging riep, maakte — in het oorspronkelijk<br />

altoos — diepen indruk. Al had Johnson het dichtstuk vroeger<br />

genoten, hij rees op en wenschte <strong>de</strong>n jeugdigen dichter geluk.<br />

„Ver<strong>de</strong>s !" riep Burke.<br />

Crabbe herinner<strong>de</strong> zich waarlijk niets — was het tact of<br />

vrees? Bei<strong>de</strong> , gelooven wij ; hij mogt niet onbeschei<strong>de</strong>n zijn<br />

en , was hij geslaagd in <strong>de</strong>n greep van het oord , wie waarborg<strong>de</strong><br />

hem, dat hies <strong>de</strong> groep van sinokkelaars — ook al<br />

eene herinnering uit zijn jeugd — door hem in die streek<br />

opgevoerd , gena<strong>de</strong> vin<strong>de</strong>n zou ? Wij wen sehten , dat hij er<br />

zich me<strong>de</strong> had vergenoegd ; wij had<strong>de</strong>n die schets to hooger<br />

gewaar<strong>de</strong>erd , als hij zijne inleiding had doorgestreken; als hij<br />

in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> verzen van <strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ring geen regel had


84 GEORGE CRABBE.<br />

gemaakt. Het gezelschap echter hield aan: het dichtstuk heette<br />

het Dorpjert; er moest gelegenheid zijn nog een an<strong>de</strong>r fragment<br />

me<strong>de</strong> te <strong>de</strong>elen. Crabbe bezweek ; met groote trekken<br />

gaf hij <strong>de</strong>n gang van gedachten aan ; welke hem er toe had<strong>de</strong>n<br />

gebragt , ook in gezegen<strong>de</strong>r streken, het lot van <strong>de</strong>n daglooner,<br />

het lot van wie met werken <strong>de</strong>n kost won, luttel<br />

beter te achten dan <strong>de</strong> barste slavernij. Ge meent misschien ,<br />

zei<strong>de</strong> hij, dat gezondheid hun het Bemis van weel<strong>de</strong> vergoedt?<br />

Sla hen ga<strong>de</strong>, en ge zult bekennen, dat arbeid evenveel kwalen<br />

over hen brengt, als uitspattingen over u. En ten bewijze<br />

daag<strong>de</strong> een tengere teringzieke op, te fier om te bekennen<br />

dat hij niet forsch genoeg gebouwd is, om zich van zijne<br />

taak te kwbten ; hij werkt <strong>de</strong>s ondanks ; hij huwt zoo goed<br />

als een an<strong>de</strong>r; welk een hon<strong>de</strong>nleven leidt hij, krank, en<br />

op <strong>de</strong>n koop toe nog gekweld door een knorrig wijf! Of gun<br />

hun gezondheid, — hier wordt <strong>de</strong> overdrijving ergerlijk, en<br />

Burke fronste het <strong>voor</strong>hoofd , al knikte Johnson goedkeurend<br />

toe, — nog is slechts leed hun lot, een schraal voedsel,<br />

dat gij, die hun eenvoud prijst, zelf niet zoudt willen proeven,<br />

en <strong>voor</strong> het gedroom<strong>de</strong> huiselijk heil, een ou<strong>de</strong>n dag,<br />

verbitterd door het bewustzijn , dat men een last is gewor<strong>de</strong>n.<br />

„Om die gedachte uit te drukken, heb ik mij een grijsaard<br />

„<strong>voor</strong>gesteld, die zich zelven overleeft."<br />

„Ver<strong>de</strong>r," zei Burke an<strong>de</strong>rmaal, maar thans nit kieschheid<br />

<strong>voor</strong> Johnson, then een gesprek over dit on<strong>de</strong>rwerp niet aangenaam<br />

kon wezen op zijnen gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n leeftijd, „Hever een<br />

„fragment, dan <strong>de</strong> beschouwingen, over wier juistheid zon<strong>de</strong>r<br />

„<strong>de</strong> verzen zelve niet valt te oor<strong>de</strong>elen."<br />

„Het Werkkuis, zoo ge wilt?" vroeg Crabbe.<br />

Miss Burney, vreezen wij, wenschte zich mijlen verre ; zij<br />

verzocht Richard om haren mantel; „het is wel niet kil," zei<br />

ze, „maar —"


GEORGE C RABB E . 85<br />

Haar gedienstige geest sloeg haar dien al om <strong>de</strong> smalle<br />

schou<strong>de</strong>rs.<br />

Crabbe zei<strong>de</strong> op:<br />

0 laatste leed ! o schamel Armenhuis !<br />

't Geknars dier <strong>de</strong>ur, , 't gekraak dier leemen kluis ,<br />

Een vunze lucht walmt u bij d'ingang toe,<br />

Nooit wordt er 't wiel het somber snorren moe!<br />

Daar woont een jeugd van alle zorg mis<strong>de</strong>eld,<br />

Daar ou<strong>de</strong>rs nooit door dankbaar kroost gestrceld ,<br />

Daar, beeldtnis van beproeving of berouw,<br />

Bedrogen dochter en verlaten vrouw,<br />

Daar wePuw bij weeuw weeklagend op het stroo ,<br />

Of ou<strong>de</strong>n stok , meer dan <strong>de</strong> kindschheid Woe),<br />

En lamme en blin<strong>de</strong> en wie 'k 't gelukkigst acht<br />

In milk een hel , krankzinnigheid die lucht.<br />

„Afgrijsselijk waar," kon Dr. Burney zich niet weerhou<strong>de</strong>n<br />

te zeggen; <strong>de</strong> man was gewoon in het rijk <strong>de</strong>r toonen zoo<br />

zachtkens te wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tgedragen, van liefelijkheid tot liefe-<br />

Crabbe voer <strong>voor</strong>t:<br />

Of audrer leed in 't ooze troostrijk wear ;<br />

Zoo huist hier ziekte en armoe bij elkaer<br />

En huwt omhoog 't gejammer en gesteen ,<br />

Der lijdren zich aan 't luid gekrijsch beneen.<br />

Hier overpeinst <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> haar gelijk<br />

En 't menschlijk hart zoo luttel lief<strong>de</strong> rijk;<br />

De wetten die, ja, in <strong>de</strong>n nood <strong>voor</strong>zien ;<br />

Maar help uit (twang en niet nit <strong>de</strong>ernis bien ,<br />

Zoodat <strong>de</strong> gift haast near iets bitters zweemt,<br />

En trotschheid tot in 't weldoen toe vervreemdt.<br />

Crabbe zocht <strong>de</strong> goedkeuring dier gedachte in <strong>de</strong> oogen<br />

van Jane Mary, en vond er die; — inet meer schalkheid dan


86 GEORGE CRABBE.<br />

men hem zou hebben toevertrouwd, wend<strong>de</strong> hij zich tot <strong>de</strong><br />

jongere dames in <strong>de</strong>n kring toen hij aanhief:<br />

Zegt gij , die lijdt aan ingebeel<strong>de</strong> pijn<br />

Of zenuwen , die overprikkeld zijn ,<br />

Die rust op dons en, huivren<strong>de</strong> in 't verschiet<br />

L'w slaven op uw wenken passen ziet ,<br />

Uw arts verveelt, opdat hij door 't gesprek<br />

De naamlooze altijd nieuwe kwaal ont<strong>de</strong>kk' ,<br />

En 't zuchten<strong>de</strong> offer van ow dwaasheid. zijt,<br />

Waarvan echt leed en dat alleen bevrijdt ,<br />

Hoe zou 't u wezen , zoo ge in hunnen nood<br />

Veracht , verznimd, vergeten <strong>de</strong> oogen sloot?<br />

Hoe leg<strong>de</strong>t gij <strong>de</strong> laatste schre<strong>de</strong>n af,<br />

Ale walging u <strong>de</strong>n weg wees naar het graf?<br />

Miss Burney had wel twee mantels willen hebben, zoo<br />

wikkel<strong>de</strong> zij zich in, — George gevoel<strong>de</strong> zich geheel in zijne<br />

kracht:<br />

Dat doet ze in 't gindsche arnizalige vertrek ;<br />

Een balk ver<strong>de</strong>elt <strong>de</strong>r zoldring naanw bestek ;<br />

`Vat ruwe sparren hangen wehszijds af<br />

En dragen 't riet vast rotten<strong>de</strong> tot draf, ,<br />

't Verweer<strong>de</strong> dak waarin een doffe ruit,<br />

Het daglicht wel, <strong>de</strong>n storm met buitensluit !<br />

Op haren mat, door stof van kleur beroofd ,<br />

Vlijt <strong>de</strong> arme hier 't van krankte duizlend hoofd,<br />

Maar vindt Been hand die hem <strong>de</strong>n heulsap volt ,<br />

Of <strong>de</strong> oogen afwischt , waar een traan in stolt.<br />

Geen goe<strong>de</strong>n vriend , wiens opgernimd gernoed<br />

De pijn verdrijft en ziekte lagchen (-Met !<br />

Een zucht van sir Joshua was <strong>de</strong>s dichters loon; hoe groot<br />

was <strong>de</strong> belangstelling bij zijne krankte niet geweest!<br />

Een luid geklop , als stood het huis in brand!<br />

De zoldring dreunt en we<strong>de</strong>r galmt <strong>de</strong> wand,


GEORGE CRABBE. 87<br />

En finks verschijnt , bedrij vig , ingebeeld ,<br />

Vol trots en wean hij, die <strong>voor</strong> arts bier speelt ;<br />

Zoo koel , of hij verstaald weer <strong>voor</strong> <strong>de</strong> smart,<br />

Zoo rap, ale had hij reeds te lang gemard ,<br />

Schou wt bij <strong>de</strong> lij<strong>de</strong>rs , die hij sleet met sehrik ,<br />

Voor heelingszucht het noodlot in zijn blik.<br />

Kwakzel verij die Kier volleerd zich toont ,<br />

Geen offer doo<strong>de</strong>nd <strong>voor</strong> zij 't heeft gehoond ,<br />

Wier moorclnaarshand een traag bestuur beschermt<br />

En u <strong>voor</strong>bijziend tee<strong>de</strong>rst zich ontfermt !<br />

Zon<strong>de</strong>rlinge betoovering , door <strong>de</strong>ze poezij uitgeoefend , er<br />

was niemand die toejuichte, en toch geen enkele die niet<br />

luister<strong>de</strong>; alien gruw<strong>de</strong>n van het tafereel, alien wil<strong>de</strong>r het<br />

toch voltooid zien.<br />

Versehenen wij 1 <strong>de</strong> buurt 't hezoek betaalt ,<br />

Verbergt hij niet hoe zeer een hart hem faalt ,<br />

In haast gespoed ter bank wear <strong>de</strong> arme op ligt ,<br />

Leest ge ongeduld in 't afgewend gezigt ;<br />

Dear raffelt hij <strong>de</strong> vragen near <strong>de</strong>n slenr<br />

En is al <strong>voor</strong> het antwoord , bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>ar !<br />

De kranke , lang vertronwd met smart en pijn ,<br />

Weet hoe vergeefs Kier elle bed zoo zijn.<br />

Hij vraagt geen help van menschenmeelij meer, ,<br />

Zucht , zwijgt en legt zich om te sterven neer.<br />

Crabbe spaart a geen enkelen droppel uit <strong>de</strong>n bitteren beker.<br />

En echter voelt hij <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n langen nacht<br />

De vrome vrees waarom <strong>de</strong> boosheid nacht<br />

En wenscht hij dat <strong>de</strong> leeraar 't on<strong>de</strong>rzocht<br />

Of met gene zijn ziel zich vleijen mogt ;<br />

De klagt vermurwt <strong>de</strong>s wachters straf gemoed.<br />

In luid gegrom ter pastorij gespoed ;<br />

En wor<strong>de</strong>n wij <strong>de</strong>n heilgen man gewaar, ,<br />

Hij „rijk genoeg met veertig pond per jaar"


88 GEORGE CRABRE.<br />

Dr. Burney, sir Joshua, <strong>de</strong> grijze Samuel, ja Gibbon zelf,<br />

en Edmund Burke boven alien, voelen bij <strong>de</strong>ze woor<strong>de</strong>n een<br />

schok door <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n , en wij kennen er ten onzent, dien het<br />

er bij gaan zal als het hun ging, of zij uit <strong>de</strong>n benaauw<strong>de</strong>n<br />

dampkring van wie weet welk eng verblijf eensklaps in <strong>de</strong><br />

frissche lucht <strong>de</strong>r schoone schepping wer<strong>de</strong>n overgebragt; een<br />

even eerbiedwaardig als levenslustig grijsaard <strong>voor</strong>al, in wiens<br />

harte Goldy's verzen, wij molten zeggen als in het onze , leven.<br />

Het zon<strong>de</strong> echter van het groote publiek te veel gevergd zijn,<br />

zoo wij eischten, dat het dien trek, dat het <strong>de</strong> aanhalingsteekens<br />

zou begrijpen zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toelichting, dat dit vers aan Goldsmith's<br />

Verlaten Dorpjen, aan zijne schets van <strong>de</strong>n met zoo<br />

weinig vergenoeg<strong>de</strong>n leeraar van <strong>de</strong>zen , door Crabbe is ontleend<br />

! Om zich geheel te kunnen <strong>voor</strong>stellen, hoe hagchelijk een<br />

spel George waag<strong>de</strong>, volstaat <strong>de</strong> herinnering, tot welke persoonlijke<br />

tegenstelling hij <strong>de</strong> drie halsvrien<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n armen<br />

Oliver, Johnson, Reynolds en Burke, uitlokte, naauwelijks.<br />

George Crabbe en dien welwillen<strong>de</strong>n van harte, met God en<br />

mensehen in vree! — maar ook <strong>de</strong> poetische antithese droeg<br />

tot <strong>de</strong>n schok bij, en, trots het gevaar er <strong>de</strong>n gang ouzer <strong>voor</strong>stelling<br />

door te breken, noodigen wij u uit <strong>de</strong> hieron<strong>de</strong>r me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

vertaling in te zien , welke wij gaarne <strong>voor</strong> beter<br />

geven '; Goldsmith's gemoed toch was zoo kin<strong>de</strong>rlijk , dat<br />

Een her<strong>de</strong>r was 't, bemind bij heel <strong>de</strong> schaar,<br />

rijk genoeg met veertig pond per jaar, ,<br />

Godzalig leef<strong>de</strong>, en aan zijn dorp verknocht ,<br />

Van plaats niet wissel<strong>de</strong> of te wisslen zookt ; —<br />

Wie gunst bejoeg , wie streef<strong>de</strong> naar gezag ,<br />

Hij vier<strong>de</strong> nooit <strong>de</strong>n volkswaan van <strong>de</strong>n dag ,<br />

Een hooger doel vervul<strong>de</strong> zijn gemoed,<br />

Wic viel weer op te beuren , was hem zoet!<br />

Den zwervers bleek zijn gastvrij dak bekend ,<br />

't Vergrijp bestraffend , stil<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> ellend.


GEORGE CRABBE. 89<br />

slechts wie van nature bleef gevoelen als hij, iii staat zou<br />

zijn hem volkomen regt te doen.<br />

Het was maar een oogenblik, maar het moet <strong>voor</strong> Crabbe<br />

pijnlijk zijn geweest, — want al luister<strong>de</strong> zijn publiek weer,<br />

er bleven wimpers vocht , die ten leste eer <strong>de</strong> beleefdheid<br />

dan <strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>ring afwischte.<br />

Intusschen ging hij <strong>voor</strong>t, — het was het antwoord op <strong>de</strong><br />

vraag: of <strong>de</strong> leeraar bij <strong>de</strong> spon<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n veege verscheen :<br />

Ach ! neon, een her<strong>de</strong>r, <strong>de</strong>zen ongelijk ,<br />

Heet hier zijn jeugd te wij<strong>de</strong>n aan Gods rijk ,<br />

Maar acht zijn tack, <strong>de</strong> onmeetlijke , verrigt ,<br />

Doet op <strong>de</strong>n dag <strong>de</strong>s Heeren hij zijn pligt ;<br />

Al <strong>de</strong> ov'rigen geeft hij met blij<strong>de</strong>n geest ,<br />

Des ochtends 't weispel en <strong>de</strong>s avonds 't feest !<br />

Wie voert in 't veld <strong>de</strong>r hazewin<strong>de</strong>n dram<br />

Zoo vlug als hij het halve graafschap am ?<br />

Of wie, die hem , <strong>de</strong>n meester, , evenaart ,<br />

Als 't wigtig whist hangt aan eene enkele kaart ?<br />

Verg niet van hem, die daar zijn harte op zet,<br />

Dat hij zich kluister' aan <strong>de</strong>s kranken bed,<br />

De hoop versterk', nooit door hem zelf gevoed ,<br />

Of vrees verdrijv' , die sluipt in 't reinst gemoed.<br />

Ouze ou<strong>de</strong> beedlaar met <strong>de</strong>n witten baard<br />

Ontschool <strong>de</strong>n storm <strong>de</strong>s winters aan zijn hard.<br />

Slechts zel<strong>de</strong>n werd <strong>de</strong> sehooijer er gemist ,<br />

Wiens trots verdween toen 't goedjen was verkwist.<br />

Maar „blijf nog I" klouk het d'ou<strong>de</strong>n krijgsman toe,<br />

't Vertellen nooit, hoe laat het zijn mogt mate<br />

Hij , die van 't weer geen weet had in zijn wand,<br />

Wees ons zijn kruk hoe veeg 't geschapen stood!<br />

Een schaamle stoet van gasten , maar waar 't hart<br />

Des her<strong>de</strong>rs warm, meewarig warm bij werd ,<br />

En die <strong>de</strong> <strong>de</strong>ernis lazen in zijn oog ,<br />

Eer hij hun gaven en gebreken woog.<br />

Oliver Goldsmith, Het Vertaten Dorpjen.


90 GEORGE CRIBBE.<br />

Onwillekeurig boezemt <strong>de</strong> huiskapelaan door die schets hooge<br />

gedachten in van zijn besef <strong>de</strong>r pligten, hem door zijn beroep<br />

<strong>voor</strong>gesehreven ; <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> Jane Mary huldig<strong>de</strong> hem er<br />

<strong>voor</strong> in haar harte.<br />

Crabbe besloot:<br />

Ecn bilk nog op die sombre schil<strong>de</strong>rij,<br />

Min somber nu — het bitterste is <strong>voor</strong>bij ;<br />

De man van smarte is van zijn vele vrij ! —<br />

Hoe langzaam gaat naar gindschen heuveltop<br />

Van uit het dal <strong>de</strong> schaamle lijkbaar op.<br />

't Verheugd bestuur geeft fooijen wie haar schoort ,<br />

Daar wordt geen stem <strong>de</strong>s drijvers meer gehoord I<br />

lJw prooi , o dood! is boven elken schrik ,<br />

Hoe wreed , hoe wrang , 't gezag beveel of bilk,<br />

Van alle knechtsheid jegens meerdren vrij,<br />

Gij zijt zijn heer, , <strong>de</strong> beste dwingland, gij<br />

Stil <strong>voor</strong>waarts schrij<strong>de</strong>nd gnat <strong>de</strong>r dragren schaar<br />

Het kerkhof op, in 't mid<strong>de</strong>n rijst <strong>de</strong> baar,<br />

En heel <strong>de</strong> dorpsjeugd staakt haar blij gespeel ;<br />

`Vat hield zij van (lien ou<strong>de</strong>n makker veel!<br />

Hoe stamelt zij al schreijen<strong>de</strong> zijn lof ,<br />

Hij was <strong>de</strong> koning van dat kleene hof, ,<br />

Geen boog, geen bal, geen kneppel, wat ze ook vroeg,<br />

Dat hij niet inaakte , en zelf mee schoot of sloeg ;<br />

Ter groeve volgt ze en staat nu aan hear rand,<br />

Bedroefd. en Mod, en blikt er hand in hand,<br />

De donkerte in , die <strong>de</strong> armen <strong>de</strong>r gemeent,<br />

Trots al hun twist, in stillen schoot vereent.<br />

Daar klept <strong>de</strong> klok , <strong>de</strong> klagen<strong>de</strong> uil vliegt om ,<br />

Zijn vlugt wekt vrees en huivering 't gebom ;<br />

Geen leeraar komt , hoe lang men hem verwacht ,<br />

Op Zondag wordt dien arme wel gedacht,<br />

En schei<strong>de</strong>nd vraagt <strong>de</strong> menigt' droef to mod<br />

„Komt zelfs geen zegen ons gebeente toe?"<br />

Crabbe had geeindigd — zijn gehoor zweem<strong>de</strong> naar die gemeente<br />

in somberheid. Was het eene triomf of eene teleurstel-


GEORGE CRABBE. 91<br />

ling ? De eerste, die het stilzwijgen afbrak , was Samuel Johnson;<br />

hij beweer<strong>de</strong> artnoe<strong>de</strong> to hebben gekend ; zoo iemand , hij<br />

wist bij on<strong>de</strong>rvinding, aan welke bejegeningen <strong>de</strong>ze bloot stelt.<br />

Vermoedt ge niet dat, als dit <strong>de</strong> vraag werd, <strong>de</strong> lauweren <strong>voor</strong><br />

George welig opschoten? waar was <strong>de</strong> schets, maar het oor<strong>de</strong>el<br />

had moeten beslissen : was zij ook scho on ? Indien slechts een<br />

enkele er aan twijfel<strong>de</strong> , en omdat hij niet meer <strong>de</strong>ed dan dit,<br />

toch niet veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> , ge zondt er u ten onregte over verbazen.<br />

Het gnat in <strong>de</strong> letterer als in het leven : wie wij groote<br />

genien heeten , dagen dikwijls to vroeg of te laat; <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lmatigheid<br />

, <strong>de</strong> ongelukkige tnid<strong>de</strong>lmatigheid , schijnt ter regter<br />

tijd to wor<strong>de</strong>n geboren. Verbeeldt u, dat miss Burney het licht<br />

had gezien, Lien, twintig, <strong>de</strong>rtig jaren vroeger, dan onzen mu-<br />

zikalen dokter die doehter werkelijk geboren werd; dat zij eene<br />

vertelling had geschreven, eer <strong>voor</strong> Groot-Brittanjes vier meesters<br />

op romantisch en hnmoristisch gebied die wijle van vergetelheid<br />

inviel, welke <strong>de</strong>n dood vergezeld : eer zelfs Goldsmith<br />

ten grave was gedaald en het onovertroffen tafereel van eenvoud<br />

en liefcle, ons in <strong>de</strong> eerste hoofdstukken van Wakefield's Vicaris<br />

aangebo<strong>de</strong>n , door zijn verschei<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> schadnw gesteld, zoudt<br />

gij van <strong>de</strong> auteur van Evelina hebben gehoord? Stel u George<br />

Crabbe <strong>voor</strong> vijf lustrums later <strong>voor</strong> het eerst optre<strong>de</strong>n<strong>de</strong>; doe<br />

hem dingen Haar <strong>de</strong>n naam van dichter, , wanneer niet, zoo als<br />

thans, maar van tijd tot tijd een flaauwe weergalm van Collins<br />

of Gray of Mason <strong>de</strong> lucht trillen doet: wanneer hij, niet zoo als<br />

thans, Goldsmith, Beattie, Johnson zelven, naauwelijks meer<br />

tot me<strong>de</strong>dingers heeft ; wanneer geest noch gemoed langer gestemd<br />

zullen zijn , om , zoo als thans eenen Peter Pindar toe to<br />

juichen; als heel Europe het oor zal leenen aan <strong>de</strong> engelsche<br />

poezij, iets oorspronkelijks mogt hem niet te ontzeggen zijn geweest<br />

; maar gelooft ge, dat zijne vermaardheid zich tot bij ons<br />

toe had verbreid ? Er was <strong>voor</strong> Crabbe's tijdgenooten in zijnen


92 GEORGE CRABBE.<br />

eersteling — immers, hij dagteekent in waarheid van het Dorpjen<br />

— tweeerlei reminiscentie , <strong>de</strong>n volke toen even streelend:<br />

hij trachtte <strong>de</strong>n dichtvorm van Alexan<strong>de</strong>r Pope te verlevendigen<br />

; hij trok urn met al <strong>de</strong> stroeve strengheid van William<br />

Hogarth. En toch, ondanks die aanbeveling , die verdiensten<br />

misschien , had <strong>de</strong> twijfelaar in ons gezelschap met <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stoning<br />

goon vollen vre<strong>de</strong> ; Edmund Burke gevoel<strong>de</strong> te wel-<br />

willend warm, om in die onverbid<strong>de</strong>lijke ontleding behagen te<br />

scheppen. Hij bleef zwijgen , schoon sir Joshua <strong>de</strong> juistheid<br />

<strong>de</strong>r teekening roem<strong>de</strong>; schoon Jane Mary die lieve kleinen bij<br />

<strong>de</strong> groeve prijzen<strong>de</strong> gedacht ; hij beklaag<strong>de</strong> zich, maar slechts<br />

bij zich zelven , hoezeer hij Frances en George waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ,<br />

dat het in <strong>de</strong> letteren niet daag<strong>de</strong>; hoe zou het hem in zijne<br />

zedigheid zijn ingevallen , dat slechts hij zelf <strong>de</strong> heraut van<br />

dien ochtend heeten mogt ? — en toen Crabbe hem, bij het<br />

naar binnengaan , als het <strong>de</strong>n leerling past, om zijne gisping<br />

vroeg , gaf hij dozen goe<strong>de</strong>n raad :<br />

„Scherp opmerker in sehoone verzen ! overdrijf onze jam-<br />

„meren toch niet.”<br />

Ons uitstapje op het veld <strong>de</strong>r phantasie is ten elu<strong>de</strong>; wij hebben<br />

ons we<strong>de</strong>r met feiten hezig te hou<strong>de</strong>n. Het volgen<strong>de</strong> jaar,<br />

1783, zag in Mei your het groote publiek te Lou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> proef<br />

nemen, waarvan wij u op Richmond-Hill, in kleiner kring<br />

getuigen wil<strong>de</strong>n doen zijn ; <strong>de</strong> uitslag mogt schitterend heeten.<br />

Het Dorpjen , in het licht verschenen , verwierf eene populariteit<br />

, welke het nageslacht verbaast. Den eersten zang<br />

<strong>de</strong><strong>de</strong>n wij n, <strong>voor</strong> zooveel onze ruimte toeliet, geheel kennen ;<br />

<strong>de</strong> twee<strong>de</strong>, ge zult het zelf vermoe<strong>de</strong>n, als wij u zijnen inhoud<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen, doet <strong>voor</strong> <strong>de</strong>zen verre cin<strong>de</strong>r. Ziehier wat <strong>de</strong> dichter<br />

boven Boek II, zoo noemt hij zijne zangen , schrijft : „On-<br />

„<strong>de</strong>r al het teed van het leven eons daglooners merkt men<br />

„soms een zweem van kalmte en geluk op. De rust en <strong>de</strong> uit-


GEORGE CRABBE. 93<br />

„spanningen van een zomer-Sabbath, gestoord door dronken-<br />

„schap en twist. — Dorpskwaadsprekendheid. — De klagt<br />

„van <strong>de</strong>n Squire. -- Avondrumoeren. — De regter. — Re<strong>de</strong>-<br />

„nen , waarom <strong>de</strong> dichter het landleven zoo ongunstig beschouwt.<br />

„-- Indruk , welken <strong>de</strong>ze op <strong>de</strong> lagere klassen moesten maken,<br />

„en op <strong>de</strong> hooge klassen. — De laatste hebben hun eigen jam-<br />

„meren , van welke het leven en <strong>de</strong> heldhaftige dood van lord<br />

„Robert Manners ten bewijze mogen strekken. — Ten slotte <strong>de</strong><br />

„opdragt van zijn dichtstuk aan zijne gena<strong>de</strong>, <strong>de</strong>n hertog van<br />

„Rutland. —” Ge zijt er me<strong>de</strong> voldaan, gelooven wij; eon woord<br />

slechts ter verklaring van het su<strong>cc</strong>es. Crabbe toon<strong>de</strong> tact toen<br />

hij ten huize van Reynolds slechts <strong>de</strong>n eersten zang <strong>voor</strong>las, en<br />

bewees niet min<strong>de</strong>r dat hij zijne wereld ken<strong>de</strong> , toen hij maar<br />

half Johnson's raad volg<strong>de</strong> , aan het slot van <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

opdragt meer wijzigend dan weglatend. Hij was in Aldborough<br />

zoo velerlei Teed ter prooi geweest; hij had er heel <strong>de</strong>n drom<br />

van jammeren, welke <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong> nastrompelt, zoo van aangezigt<br />

tot aangezigt leeren kennen , dat hij wel indruk maken<br />

moest, als hij die ellen<strong>de</strong> maar waar wist weer to geven; en hoe<br />

zeer hem dit gelukte, blijkt het niet in <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>rhoid, dat ge<br />

in bloemlezing bij bloemlezing van engelsche poezij dat frerk-<br />

hui8 aantreft? De eeuw <strong>de</strong>r opdragten mogt <strong>voor</strong> goed <strong>voor</strong><strong>•</strong><br />

bij zijn, als het noemen van Rutland's naam wierd <strong>voor</strong>afgegaan<br />

door eene lofspraak , gewijd aan <strong>de</strong>n broe<strong>de</strong>r van dozen, in <strong>de</strong><br />

West-Indien aan boord van een schip, waarover hij bevel voer<strong>de</strong>,<br />

gesneuveld , zou het niemand ergeren; integen<strong>de</strong>el, <strong>de</strong>n hertog<br />

moest <strong>de</strong> hul<strong>de</strong> welkom zijn, <strong>de</strong>n hel<strong>de</strong>nmoed van zijn geslacht<br />

toegezwaaid, en <strong>de</strong> overige aanzienlijken, welker partij ook verknocht<br />

, ie<strong>de</strong>r had harte <strong>voor</strong> 's lands dienst, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zee ! Er<br />

was dus zoowel <strong>voor</strong> het groote publiek, als <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n cercle intime<br />

gezorgd; en George, die, blijkens een briefjen van Burke,<br />

„met meer dan va<strong>de</strong>rvrees” zijn dichtstuk liet drukken, die er


94 GEORGE ORABBE.<br />

zich zoo weinig voldaan over uitliet , — wat hij was, wie weet<br />

het ? werd verblijd door eene toejniehing , als menig meesterstuk<br />

vroeger niet had begroet. Lon<strong>de</strong>n gewaag<strong>de</strong> er van, en<br />

het regen<strong>de</strong> verrassingen. Een e<strong>de</strong>lmans huiskapelaan moest een<br />

aca<strong>de</strong>mischen graad hebben, heette het, en Cambridge bereid<strong>de</strong><br />

er zich toe, <strong>de</strong>n dichter dies te verleenen; maar lord Thurlow,<br />

onze grimmige kanselier, , wil<strong>de</strong> <strong>voor</strong> wereld en wetenschap niet<br />

on<strong>de</strong>rdoen: <strong>de</strong> benoeming van een vicaris in een paar plaatsjens<br />

in Dorsetshire stond ter zijner beschikking, en Crabbe zag zich<br />

het inkomen , dat er overschoot als een curate <strong>voor</strong> hem <strong>de</strong><br />

dienst waarnam , in bei<strong>de</strong> gemeenten verzekerd. Immers Dr.<br />

Moore, <strong>de</strong> aartsbisschop van Canterbury, haastte zich, <strong>de</strong> hoogeschool<br />

van Cambridge v6Or, hem <strong>de</strong> waardigheid te verleenen,<br />

vereischt , opdat hij <strong>de</strong> dubbele betrekking beklee<strong>de</strong>n mogt. Een<br />

ommekeer als die van een droom! Wij hebben dagen met hem<br />

beleefd , in welke goon enkele lichtstraal door het zwerk wil<strong>de</strong><br />

broken; waar hij thans <strong>de</strong>n blik wer<strong>de</strong>n mogt, waren <strong>de</strong> wolken<br />

geweken, alom schitter<strong>de</strong> het blaauw van gou<strong>de</strong>n glans. Geneugten<br />

, welke hij zich weleer had moeten ontzeggen , wer<strong>de</strong>n in<br />

mil<strong>de</strong> mate gesmaakt , en of dat nog niet genoeg ware geweest,<br />

hem weervoer eene eere , welker gedachte hem vroeger zou hebben<br />

doer duizelen ! Hij bezocht <strong>de</strong> schouwburgen en bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

mrs. Siddons ; en toen hij in <strong>de</strong> loge <strong>de</strong>r opperstaltneesters<br />

van <strong>de</strong>n prins van Wallis <strong>de</strong> opmerkzaarnheid van dozen<br />

tot zich trok en zijne kouinklijke hoogheid min of meer ontevre<strong>de</strong>n<br />

vroeg wie het was, die zich daar dus had ingedrongen,<br />

bleek die eerste e<strong>de</strong>lman van het rijk , met <strong>de</strong> ophel<strong>de</strong>ring<br />

dat het <strong>de</strong> dichterlijke huiskapelaan van hoogst<strong>de</strong>szeifs vriend<br />

was, niet slechts voldaan, maar werd George Crabbe luttel<br />

tijds later door <strong>de</strong>n hertog van Rutland aan <strong>de</strong>n toekomstigen<br />

George <strong>de</strong> INTd o <strong>voor</strong>gesteld ; priester of poeet! wat wil<strong>de</strong>t<br />

ge meer ?


GEORGE CRABBE. 95<br />

Het staat alles , behalve die laatste vraag in 's mans<br />

biographie te lezen.<br />

Waar blijft miss Elmy ?<br />

Onze lieve lezeres vreest <strong>voor</strong>zeker, , dat zich eensklaps eene<br />

schaduw over dit zonnig tafereel zal verbree<strong>de</strong>n ; lady Emma nit<br />

<strong>de</strong> Beschernter heeft een diepen en dreigen<strong>de</strong>n indruk op haar<br />

gemaakt ; zij stelle zich gerust. Se<strong>de</strong>rt wij op Richmond-Hill<br />

<strong>de</strong>n grootsten man waarop Engeland toen bogen mogt, zoo gelukkig<br />

zagen, was het lot van <strong>de</strong>zen niet <strong>voor</strong> eene wijle, was<br />

het <strong>voor</strong> zijn 'even verkeerd ; wij komen er op terug; maar<br />

welke wisseling er ook in het staatsbestuur had plaats gegrepen,<br />

George Crabbe's toestand werd er niet door ge<strong>de</strong>erd ;<br />

zijne vereeniging met Sarah er eer door bespuedigd, zoo wij<br />

dit woord bezigen mogen, na zoo lang uitstel. Het was William<br />

Pitt, die, na het even korte ministerie van lord Shelburne<br />

als van dat <strong>de</strong>r coalitie, het roer <strong>de</strong>s bewinds had gegrepen, en<br />

eer het jaar zeventienhon<strong>de</strong>rd Brie en tachtig ten ein<strong>de</strong> liep, zag<br />

zich, als een <strong>de</strong>r hoof<strong>de</strong>n zijner partij , <strong>de</strong> hertog van Rutland<br />

tot lord luitenant van Ierland verheven ; — zou <strong>de</strong> huiskapelaan<br />

hem <strong>de</strong>rwaarts vergezellen, of achterblijven en huwen ? Crabbe's<br />

zoon wijdt eene gansche bladzij<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> verklaring, waarom<br />

zijn va<strong>de</strong>r aan het laatste <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur gaf; ons wordt nogmaals<br />

me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld, waarom <strong>de</strong> betrekkiug, welke hij op<br />

Belvoir-Castle bekleed<strong>de</strong>, hem tegenstond ; „<strong>de</strong> aristocratie <strong>de</strong>r<br />

„genie," heet het, „na<strong>de</strong>rt <strong>de</strong>r aristocratie van <strong>de</strong>n rang te<br />

„zeer." Zedig, vindt ge niet? maar het is <strong>de</strong> zoon die spreekt.<br />

De hertog was heusch genoeg , zijnen kapelaan te vergunnen,<br />

op het kasteel te blgven wonen, tot hij eene passen<strong>de</strong> pastorij<br />

zou hebben gevon<strong>de</strong>n. George en Sarah wer<strong>de</strong>n in December<br />

1783 vereenigd. Wij leveren geen bruilofsdicht; eene zeer bedaar<strong>de</strong><br />

berekenen<strong>de</strong> lief<strong>de</strong> doet het zon<strong>de</strong>r dat af. De wittebroodsweken<br />

gle<strong>de</strong>n op Belvoir-Castle alleraangenaamst <strong>voor</strong>bij ;


96 GEORGE CRABBE.<br />

weldra editor vond het paar het lastig , op het kasteel door<br />

<strong>de</strong>n drom van dienstbo<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r afwezige familie te wor<strong>de</strong>n opgepast,<br />

— Rutland <strong>de</strong>ed alles vorstelijk — en toen zich <strong>de</strong> gelegenheid<br />

aanbood in het naburige Strathern <strong>de</strong> betrekking van<br />

curate to beklee<strong>de</strong>n , nam Crabbe haar op zich ; <strong>de</strong> jeugdige<br />

echtgenooten verwierven er in <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rige leeraarswoning vrijheid<br />

en ruste door. Op het kasteel had<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> eerste ou<strong>de</strong>rvreug<strong>de</strong><br />

maar luttei urea gesmaakt , of bet kind verscheid<strong>de</strong>;<br />

in Strathern gewonnen zij in <strong>de</strong> vergete?i pastorij , geduren<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> vier jaren dat zij <strong>de</strong>ze bewoon<strong>de</strong>n , drie kin<strong>de</strong>ren , twee<br />

jongskens en eon doehterken ; Crabbe prees die dagen later als<br />

<strong>de</strong> gelukkigste zijns level's. De biograaf geeft van dat stil geluk<br />

eene schets, die door hare waarheid indruk maakt.<br />

„moe<strong>de</strong>r en hij , zij kon<strong>de</strong>n nu naar lust omdolen in <strong>de</strong>n zoo<br />

„weel<strong>de</strong>rigen lommer van Belvoir, , zon<strong>de</strong>r dat die geneugten<br />

„door <strong>de</strong> pijnlijke of bittere gewaarwordingen, er vroeger door<br />

„hem gevoeld , wer<strong>de</strong>n vergald; bleven zij te huis, <strong>de</strong> hof ver-<br />

„schafte hem gezon<strong>de</strong> beweging en onuitputtelijk vermaak;<br />

„en zijne betrekking van maar een curate waarborg<strong>de</strong> hem <strong>voor</strong><br />

„onaangename twisten met <strong>de</strong> dorpelingen over tien<strong>de</strong>n , enz.<br />

„Zijne lievelingsstudie , <strong>de</strong> wetenschap , die hem van <strong>de</strong>n be-<br />

„ginne af, geloof ik , het meest ter harte ging, bleef <strong>de</strong> natuur-<br />

„lijke historie; hij oefen<strong>de</strong> zich in <strong>de</strong> kennis <strong>de</strong>r krui<strong>de</strong>n , in<br />

„die <strong>de</strong>r grassen <strong>voor</strong>al , met onverza<strong>de</strong>lijke lust ook bleef hij<br />

„aan <strong>de</strong> entomologie doen , en maakte in eenige takken <strong>de</strong>r<br />

„geologie vor<strong>de</strong>ringen. Rij schreef verschei<strong>de</strong>ne kostbare wer-<br />

„ken over <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rwerpen , boeken , welke zijn inkomen hem<br />

„niet vergun<strong>de</strong> te koopen , met eigen hand over ; en schoon<br />

„hij nooit door vaardigheid van vingeren uitmuntte, teeken<strong>de</strong><br />

„hij <strong>de</strong> platen, in eenige dier werken <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> , niet<br />

„ongelukkig na , en kleur<strong>de</strong> ze zelfs. Weldra miter vond hij,<br />

„dat dit eigenlijk tijdverlies was ,” en gaf die uitspanning


GEORGE CRABBE. 97<br />

haar afscheid, even als hij het vroeger, om geheel an<strong>de</strong>re<br />

re<strong>de</strong>nen echter, <strong>de</strong> jagt had gedaan. Eene an<strong>de</strong>re werkzaamheid<br />

nogtans, die hij niet geheel opgaf, <strong>voor</strong> hij vele jaren<br />

later <strong>de</strong> rector eerier sterk bevolkte stad was gewor<strong>de</strong>n, ging<br />

hem meer ter harte; heugt u zijne praktijk in Aldborough<br />

niet rimer? „Te Strathern, en waar mijn va<strong>de</strong>r se<strong>de</strong>rt op<br />

„het land leven mogt, bleef hij zijn oorspronkelijk beroep<br />

„uitoefenen bij lie<strong>de</strong>n, die arm genoeg waren om zijne help<br />

„in te roepen. Zijne gansehe medicijnkist, en allerlei hart-<br />

„sterkingen bovendien, waren algid gaarne tot hunne dienst:<br />

„geene vermoeijenis viel hem te zwaar om <strong>de</strong>n zieken dag-<br />

„looner te bezoeken en zich zijner, in <strong>de</strong> dubbele betrekking<br />

„van geneesheer en geestelijke, te ontfermen; dikwijls viel<br />

„het hero moeijelijk genoeg, zijne praktijk binnen <strong>de</strong> gren-<br />

„zen <strong>de</strong>r armen te beperken, want ook <strong>de</strong> pachters zou<strong>de</strong>n<br />

„gaarne gratis zijn behan<strong>de</strong>ld gewor<strong>de</strong>n. Bij sommige gele-<br />

„genhe<strong>de</strong>n was hij zelfs verpligt als a<strong>cc</strong>oricheur te ageren.”<br />

Het was allerhumaanst, zegt ge, alleraardigst tevens misschien;<br />

maar wat werd er van <strong>de</strong>n poeet?<br />

Ge zijt wel geduldig, dat ge er niet eer Haar vroegt. Geplaatst,<br />

gehuwd, gelukkig zoo als wij hem thans zagen, stelt<br />

men zich onwillekeurig <strong>voor</strong>, dat zijn dichta<strong>de</strong>r ein<strong>de</strong>lijk vrij<br />

en welig vloeit, — hij, die in <strong>de</strong> dagen van zijn feed eigenlijk<br />

geene liefste had clan zijne maze, moest haar nu, bekend,<br />

bevor<strong>de</strong>rd, beroemd als hij door haar werd, keuriger,<br />

ja, maar tegelijk krachtiger hul<strong>de</strong> brengen, meent men, en<br />

bedriegt zich zeer. Het jaar 1785 zag, ten tegenhanger <strong>de</strong>r<br />

tot vervelens toe genoem<strong>de</strong> Billiotheek , een an<strong>de</strong>r diehtstrik<br />

van dien aard, islet Nieuwsblad getiteld, in het licht verschijnen,<br />

waarbij wij eehter, wees gerust, niet lang zullen<br />

stilstaan; het schijut ons eene misgeboorte. Edmund Burke,<br />

zijnen tijd <strong>voor</strong>uit, mogt door <strong>de</strong> dagbla<strong>de</strong>n dier dagen wor-<br />

ShoNco m SrhetsTa III 7


98 GEORGE CRA BBE.<br />

<strong>de</strong>n uitgelokt tot <strong>de</strong> opmerking, dat zij „als een ge<strong>de</strong>elte<br />

„<strong>de</strong>r lectuur van alien, als <strong>de</strong> gansche lectuur van het grootste<br />

„getal van <strong>de</strong>ze, veel belangrijker werktuigen waren clan men<br />

„zich algemeen verbeeld<strong>de</strong>;" George Crabbe was er <strong>de</strong> geest<br />

niet naar, trots <strong>de</strong> gebreken, dien van zijnen tijd eigen, te<br />

<strong>voor</strong>zien welk eene toekomst hun wachtte. Wij zou<strong>de</strong>n ons<br />

zeer bedriegen, zoo het eerste ontwerp van het vers niet dagteeken<strong>de</strong><br />

nit <strong>de</strong> dagen van zijn jammer; <strong>de</strong> aanhef is geheel<br />

in <strong>de</strong>n geest dier periocle; <strong>de</strong> dichters war<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>bijgezien<br />

om <strong>de</strong>n wille <strong>de</strong>r dagbladsehrijvers! Ale <strong>de</strong> leeraar van Strathem<br />

, in plaats van zijnen tijd aan zoo velerlei studien te<br />

versnipperen , zich een weinig lezens had getroost, hij zou<br />

bij <strong>voor</strong>gangers en tijdgenooten over zijn on<strong>de</strong>rwerp wenken<br />

hebben opgedaan , waarinee hij zijn <strong>voor</strong><strong>de</strong>el had kunnen doen.<br />

Swift en Addison, hoe had<strong>de</strong>n zij , in hunne vlugsehriften ,<br />

ie<strong>de</strong>r zijne part gediend! Steele's weekbla<strong>de</strong>n , wie is er die<br />

<strong>de</strong>ze niet kent ? en wilt ge u meer tot eigenlijk gezeg<strong>de</strong><br />

nienwsmaren bepalen , zoowel Goldy als <strong>de</strong> Dokter had hem<br />

moeten weerhou<strong>de</strong>n dus uit te varen. De een als <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

verbaas<strong>de</strong> zich op zijne benrt over dien onlesehbaren dorst<br />

naar nieuws ; geen van bei<strong>de</strong>n, die in het dagblad <strong>de</strong>n toekomstigen<br />

hefboom <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geest <strong>de</strong>s yolks gewaar werd;<br />

maar het misbrnik afkeuren<strong>de</strong>, zagen zij toch alle nut niet<br />

<strong>voor</strong>bij. Goldsmith schertst in zijn Wereldburger geestig met<br />

<strong>de</strong> bron waaruit die zamenflansers van politiek nieuws °in<br />

strijd putten; „zij hebben die maren gelioord van een orakel<br />

„nit een koflijhuis, dat ze <strong>de</strong>n avond te voren aan eerie speel-<br />

„tafel van een beau vernam, wien ze ter ooren zijn gekomen<br />

„van <strong>de</strong>n portier Bens grooten beers, die ze afluister<strong>de</strong> van<br />

„<strong>de</strong>s lords kamerdienaar, door wien ze <strong>voor</strong> zijn eigen ver-<br />

„maak <strong>de</strong>n vorigen avond wer<strong>de</strong>n bedacht.” En toch had<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> Goldsmith ook getuigd, dat het <strong>de</strong> nienwsbla<strong>de</strong>n


GEORGE CR A.BBE. 99<br />

zijn, die „aan <strong>de</strong> uitvoering <strong>de</strong>r wetten die openbaarheid<br />

„waarborgen , welke <strong>de</strong> hoofdbron heeten mag <strong>de</strong>r eerlijkheid<br />

„en <strong>de</strong>r wijsheid <strong>de</strong>s bewinds." Johnson had gegromd , zoo<br />

als slechts hij grommen kon, over die ij<strong>de</strong>le nieuwsgierigheid,<br />

maar tevens opgemerkt: „alle vreem<strong>de</strong>lingen verbazen er zich<br />

„over, dat <strong>de</strong> kennis van het gros <strong>de</strong>s yolks in Engeland<br />

„zooveel grooter is dan die <strong>de</strong>s algemeens, waar ook el<strong>de</strong>rs.<br />

„Die meer<strong>de</strong>rheid zijn we zon<strong>de</strong>r twijfel verschuldigd aan <strong>de</strong><br />

„beekjens ," hij meent <strong>de</strong> dagbla<strong>de</strong>n, „welke gedurig om ons<br />

„been vloeijen, waaruit ie<strong>de</strong>r zijnen dorst stillen kan en waaruit<br />

„elk op zijne beurt schept." Bij gebrek van die studie , bij<br />

gemis van zin ook, in wat het zijn mogt, naast het laakbare<br />

het lotielijke op te merken , gispt Crabbe alleen <strong>de</strong> gebreken<br />

<strong>de</strong>r haften van zijnen tijd, welke, het lijdt geen twijfel, zoo<br />

niet veel grooter, <strong>voor</strong>zeker veel gemeener waren, dan er<br />

thans <strong>de</strong>n kin<strong>de</strong>ren van (Seri dag nog aankleven. Aardige bijdrage<br />

ter bevrediging uwer nieuwsgierigheid, zoo gij navorscht,<br />

welke bla<strong>de</strong>n teen dagelijks of drie of twee malen , of maar<br />

een enkel maal in <strong>de</strong> week wer<strong>de</strong>n uitgegeven , ontra<strong>de</strong>n wij<br />

rt. <strong>de</strong> lezing, als ge allerlei leelijkhe<strong>de</strong>n niet gaarne -vlak in<br />

het gezigt ziet. Ge mogt een me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>nd , misschien spot-<br />

ziek glimlachjen over hebben <strong>voor</strong> zijn uitval tegen weerhanen<br />

, die alleen op <strong>de</strong> daken nuttig , helaas! overal el<strong>de</strong>rs<br />

dan in <strong>de</strong> dagbla<strong>de</strong>n even weinig zeldzaam zijn; ge moogt<br />

hem toegeven , dat in die nesten van nieuws te vaak allerlei<br />

valschheid, schimp en schan<strong>de</strong>, en logen en laster wordt nitgebroeid;<br />

maar als hij zoo verre gaat, dat hij zelfs <strong>de</strong> partijbla<strong>de</strong>n<br />

aanrandt , <strong>voor</strong>bijzien<strong>de</strong>, dat Engeland slechts groot<br />

is gewor<strong>de</strong>n , <strong>de</strong>wiji zijn bewind noch berisping ontging noch<br />

die in <strong>de</strong>n wind sloeg, dan werpt ge het boekske van u, en<br />

wij doen als gij. Immers , geenerlei versprei<strong>de</strong> trekken van<br />

geest, tegen <strong>de</strong> advertentien zijner dagen, tegen <strong>de</strong> romeinsche


100 GEORGE CRABBE.<br />

namen , waaron<strong>de</strong>r misschien bet uitvaagsel <strong>de</strong>r maatschappij<br />

alle <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n aanprees, een Brutus wiens kerfstok overloopt ,<br />

een Cato die punch lept , een Ainor Patria die gesmokkel<strong>de</strong><br />

thee veilt , geenerlei zetten van dien aard zijn in staat ons<br />

te verzoenen met een slot, dat alweer op wigtigwijzen toon<br />

jongen lie<strong>de</strong>n afraadt , <strong>de</strong>r Muzen te offeren , dat hen aanbeveelt<br />

in <strong>de</strong>n mad, aan het hof, in het Leger, zich hun va<strong>de</strong>rland<br />

toe te wij , en, go<strong>de</strong>n en menschen ! welke eene<br />

laagheid! besluit met <strong>de</strong>n regel :<br />

En wordt <strong>de</strong> Thurlow <strong>de</strong>r toekomen<strong>de</strong> eeuw !<br />

Eer men ons onbillijk noeme , als eischten wij van Crabbe<br />

een begrip van onafhankelijkheid , een bewustzijn van eigenwaar<strong>de</strong><br />

, bei<strong>de</strong> boven zijnen tijd , herinnere men zich hoe wij<br />

ens niet slechts getroost hebben zijne ontwikkeling geduldig<br />

ga to slaan , maar tevens trachtten door een blik op zijne<br />

<strong>voor</strong>gangers en zijne tijdgenooten , op het gebied <strong>de</strong>r letterkun<strong>de</strong><br />

, het bewijs te leveren, dat <strong>de</strong>ze zich allengs van <strong>de</strong> kluisters<br />

dier armzalige bescherming ontsloegen. drat ons in hem<br />

ergert, is <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tzetting dier vleijerij , welke <strong>voor</strong> hem slechts<br />

te weel<strong>de</strong>rig vruchten droeg! Of ontgaat u bet verband tusschen<br />

het slingeren met dat wierookvat <strong>voor</strong> een man in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

zijns lands eer berucht dan beroemd , en Crabbe's<br />

bevor<strong>de</strong>ring luttel jaren later tot rector van Muston in Leicestershire?<br />

Het is waar, , <strong>de</strong> verdienste dier verbetering van zijn<br />

lot wordt in <strong>de</strong> biographic slechts <strong>de</strong>r vroeg weduwe gewor<strong>de</strong>n<br />

hertoginne van Rutland toegesehreven, maar <strong>de</strong> schoone lippen<br />

hebben gewis niet verzuimd die lofspraak in het geheugen<br />

<strong>de</strong>s lord kanseliers te herroepen. „De verweduwlijkte Her-<br />

„toginne ,” lezen wij, „vergat <strong>de</strong>n protege van Karen diep-<br />

„betreur<strong>de</strong>n echtgenoot niet; hartelijk verlangen<strong>de</strong> hem in hare<br />

„nabijheid te hou<strong>de</strong>n , gaf zij hem eenen brief aan Thurlow


GEORGE CRABBE. 101<br />

„merle, <strong>de</strong>zen dringend verzoeken<strong>de</strong> , <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> predikants-<br />

„plaatsen in Dorsetshire, waarvan Mr. Crabbe het inkomen<br />

”trok , tegen twee <strong>voor</strong><strong>de</strong>eliger in <strong>de</strong> vallei van Belvoir,<br />

„ten behoove van dien to ruilen. Mijn va<strong>de</strong>r begaf zich naar<br />

„Lou<strong>de</strong>n, maar werd bij die gelegenheid door <strong>de</strong>n Lord Kan-<br />

„seller niet zeer heuschelijk ontvangen,” — hoffelijk ware wat<br />

veel gevergd geweest. „ „Bij God !” borst hij grimmig uit ,<br />

„ „in heel Engeland leeft geen man, <strong>voor</strong> wien ik dat zou<strong>de</strong><br />

„ „doen."" De biograaf vermeidt zich in <strong>de</strong> aardigbeid; „maar<br />

„in Engeland leef<strong>de</strong> <strong>de</strong> vrouw, , <strong>voor</strong> welke hij bet <strong>de</strong>ed.<br />

„Toen <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> Hertogin in stad kwam, maakte zij zelve<br />

„hem hare opwachting, om hem het verzoek to herhalen ,<br />

„en hij stem<strong>de</strong> er in toe. Zoodra mijn va<strong>de</strong>r het vereischte<br />

„on<strong>de</strong>rzoek to Lameth had doorstaan , ontving hij eene dis-<br />

„pensatie van <strong>de</strong>n Aartsbisschop en hij word rector van<br />

„Huston in Leicestershire en van <strong>de</strong> naburige parochie van<br />

„Allington , in Lincolnshire gelegen." Ein<strong>de</strong>lijk had hij, tenzij<br />

<strong>de</strong> man van nog hoogere waardighe<strong>de</strong>n op kerkelijk gebied<br />

droom<strong>de</strong>, ein<strong>de</strong>lijk had hij zijn hoogsten wensch verkregen,<br />

eene betrekking, iemand van zijne geboorte in zijn va<strong>de</strong>rland<br />

scbaars ten <strong>de</strong>el vallen<strong>de</strong>, eene gelegenheid ter geheele<br />

ontwikkeling van ie<strong>de</strong>re gave die in hem school ; hoe vele<br />

jaren meent gij dat het duur<strong>de</strong>, eer <strong>de</strong> wereld weer van<br />

hem hoor<strong>de</strong>, hij , die in <strong>de</strong> laatste niets in het licht bad gegeven,<br />

dan, — het is <strong>de</strong> zoon die dus spreekt , — „dan<br />

„eene lijkre<strong>de</strong> op <strong>de</strong>n herlog van _Rutland, zon<strong>de</strong>r eenige waar<strong>de</strong>,"<br />

en eene bijdrage tot <strong>de</strong> Natuurlijke Ilistorie van het Dal van<br />

Belvoir? „Vijf," gist ge ; eene nieuwe gemeente kost zooveel<br />

tijd ; ga <strong>voor</strong>t, verzoeken wij u; „tier," herneemt ge; hij<br />

plagt niet vlug to werken en traag to voltooijen; ga <strong>voor</strong>t,<br />

roepen wij u toe ; „vijftien ," zegt ge, verbaasd ; lieve lezer!<br />

ge zijt er nog niet ! Het waren twintig jaren, van welke <strong>de</strong>


11)2 GEORGE C RABBE.<br />

eerste tien Edmund Burke <strong>de</strong> onsterfelijkheid zou<strong>de</strong>n hebben<br />

verzekerd , al ware geheel zijn vroeger verle<strong>de</strong>n vergeten.<br />

Ons eehter, , die gepoogd hebben het in uwe herinnering to<br />

verlevendigen , ons schijnt bet er slechts <strong>de</strong> voltooijing van<br />

te zijn ; opdat die beeldtenis van waarachtige eerzucht schitterend<br />

uit mogt komen , moesten <strong>voor</strong> alle volgen<strong>de</strong> geslachten<br />

<strong>de</strong> donkerste schaduwen ova haar wor<strong>de</strong>n verzwaard ; zij<br />

straalt <strong>de</strong>s ondanks , neen , daar door. Wij lieten hem op<br />

Richmond-Hill achter, , in <strong>de</strong>n zoeten waan zich dat aan<strong>de</strong>el<br />

in het bewind <strong>de</strong>s lands, zich ten minste dien invloed op <strong>de</strong>n<br />

gang <strong>de</strong>r gebeurtenissen op staatkundig gebied to hebben verzekerd<br />

, die iemand van zijnen geest toekwam. De vijftigjarige<br />

had geleerd zich, wat zijn eigen lot betrof, , te vergenoegen<br />

met wat men hem gun<strong>de</strong>; maar mogt <strong>de</strong> man van iersche afkomst<br />

geen eerste minister kunnen wor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> genie van <strong>de</strong>zen<br />

kon het geheel beheerschen ; <strong>de</strong> zege zijner partij waarhorg<strong>de</strong><br />

hem <strong>de</strong> zege zijner beginsele». Het was maar een schoone<br />

dromn ; weinige dagen later, en daar schoot nit hel<strong>de</strong>ren<br />

hemel <strong>de</strong> bliksemstraal neer; lord Rockingham stierf, , en <strong>de</strong><br />

Whigs, die zieli naar <strong>de</strong>zen noem<strong>de</strong>n , tra<strong>de</strong>n af.. Wat baatte<br />

het, of bet se<strong>de</strong>rt zoo zwaar betrokken zwerk <strong>voor</strong> een oogenblik<br />

een zweem van vroegeren luister doorliet? Burke zon blijven<br />

wat hij geweest was, <strong>de</strong> worstelaar, , <strong>voor</strong> alien behalve <strong>voor</strong><br />

zich zelven ; Burke zon wor<strong>de</strong>n waartoe hij bestemd bleek ,<br />

<strong>de</strong> ongeevenaar<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeker van ie<strong>de</strong>re groote vraag zijns<br />

tiids , die elk van doze toelichtte , zijne eeuw <strong>voor</strong>nit ; die<br />

slechts wat hem waarheid werd te hartstogtelijk <strong>voor</strong>stond;<br />

wie hem daarover hard valle zonen <strong>de</strong>zer laauwe dagen<br />

ons voegt het niet. Wij hebben hem gezien , strij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>voor</strong><br />

driedubbele vrijheid : die <strong>de</strong>r Constitutie , <strong>de</strong>r Drukpers en<br />

die van Amerika; of <strong>de</strong> onmetelijke grenzen, louter door. die<br />

gedachten <strong>voor</strong> ons wegschetneren<strong>de</strong> , <strong>voor</strong> zijn groot hart


GEORGE CRABI3E. 103<br />

nog te eng waren geweest , ving hij in het jaar zeventien<br />

hon<strong>de</strong>rd drie en tachtig <strong>voor</strong> <strong>de</strong> belangen <strong>de</strong>r mensehheid in <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong> werelcl , in Indio eenen strip aan, die niet geslecht<br />

was, toen hij verscheid<strong>de</strong>, die <strong>voor</strong>tduurt en nog zoo weinig<br />

uitzigt op verzoening geeft ! Warren Hastings had in Bengalen<br />

het gezag en het gebied van Groot-Brittanje gehandhaafd,<br />

en uitgebreid , maar ten koste van welke gruwelen!<br />

het waren ook menschen , weeklaag<strong>de</strong> Burke's hart; mogt<br />

hij ze plegen? vroeg zijn hoofd. Het antwoord kon niet twijfelachtig<br />

zijn <strong>voor</strong> iemand, die als hij het eerste zoo grooten<br />

invloed vergun<strong>de</strong> op het laatste; die ze nooit to schei<strong>de</strong>n<br />

wist ; overtuiging nam bij hem oorsprong nit bei<strong>de</strong> geest en gemoed.<br />

Wij molten het on<strong>de</strong>rwerp, hoe uitlokkend ook, niet<br />

bree<strong>de</strong>r behan<strong>de</strong>len, maar niets vergoelijken<strong>de</strong> van <strong>de</strong> hartstogtelijkheid,<br />

waarme<strong>de</strong> lib Warren Hastings vervolg<strong>de</strong>, vervolg<strong>de</strong><br />

jaren lang, vergunne men ons naar Macaulay's opstel,<br />

or<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zen naam, te verwijzen, geschreven eer <strong>de</strong><br />

jongste opstand in Indio Burke's gestalte we<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> kimmen<br />

<strong>de</strong>ed opdoemen, we<strong>de</strong>r waarschuwen <strong>de</strong>ed. Een enkele plaats<br />

sta men ons toe over te nernen; bet is weinigen gegeven, zoo<br />

met mate en juist daardoor te tretfen<strong>de</strong>r te prijzen. „En al<br />

„waren in hem," getuigt Macaulay, „als in Las Casas en<br />

„in Clarkson, die e<strong>de</strong>le gewaarwordingen gemengd met <strong>de</strong><br />

„zwaklie<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> menschelijke natuur verknocht, tacit heeft<br />

„hij als <strong>de</strong>ze, regt op <strong>de</strong>n hoogen lof, , dat hij jaren zuren arbeid<br />

„aan <strong>de</strong> dienst van eon yolk wijd<strong>de</strong>, waarme<strong>de</strong> hij in bloed<br />

„noch in taal was verwant, waarme<strong>de</strong> hij godsdienst noch<br />

„ze<strong>de</strong>n gemeen had, en van 't welk noel' belooning, noch dank-<br />

„betuiging, noch toejuiching viel te verwachten.” Voorbeel<strong>de</strong>-<br />

looze bestemming van dien geest; hij zon bet moe<strong>de</strong> hoofd<br />

niet ter ruste leggen, <strong>voor</strong> het grootste vraagstuk <strong>de</strong>r nieuwere<br />

geschie<strong>de</strong>nis zich had doen gel<strong>de</strong>n , your het zijnen geest had


104 GEORGE CRABBE.<br />

verbijsterd, beweert <strong>de</strong> een; <strong>voor</strong> het zijne zienersgave geheel<br />

had ontwikkeld , getuigt <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r. De fransche omwenteling<br />

schokte <strong>de</strong> wereld ; Burke oor<strong>de</strong>ei<strong>de</strong> en veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

haar. Voor ons is niets gemakkelijker dan, met <strong>de</strong> Tocqueville's<br />

bock in <strong>de</strong> hand, er ons over te verbazen , hoe een<br />

staatkundige, die er levenslang naar had gestreefd ten zijnent<br />

vre<strong>de</strong> te bewaren tusschen <strong>de</strong> aanspraken <strong>de</strong>r on<strong>de</strong> feodaliteit<br />

en <strong>de</strong> eischen <strong>de</strong>r jonge <strong>de</strong>moeratie, <strong>voor</strong>bij kon zien, dat aan<br />

<strong>de</strong> overzij<strong>de</strong> <strong>de</strong>s Kanaals het ou<strong>de</strong> vermolm<strong>de</strong> vast in stilte en<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> losbarsting van <strong>de</strong>n storm door bet nieuwere was vervangen<br />

; <strong>voor</strong> ons niets ligter dan <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n verbaasd op te<br />

heffen, dat hij <strong>de</strong> noodzakelijkheid dier omwenteling niet begreep;<br />

maar zijn wij, op zijne schou<strong>de</strong>rs staan<strong>de</strong>, waarlijk<br />

zooveel wijzer; is ens <strong>de</strong> sphinx, die se<strong>de</strong>rt zoo velerlei<br />

verschillen<strong>de</strong> vormen aannarn , maar altijd sphinx bleef, niet<br />

langer sphinx ? „In plants van Frankrijk zie ik een afgrond,"<br />

klonk zijn kreet. „Die afgrond is een vulkaan ;" hernam<br />

111irabeau; en had <strong>de</strong> lactate onloochenhaar gelijk , hoe vele<br />

malen bedrogen wij ons se<strong>de</strong>rt, als wij van een uitgebran<strong>de</strong>n<br />

krater spraken! Geen tijdvak van zijn leven zag zijn gemoed<br />

meer over zijnen geest heerschen dan dit; maar al het beklagenswaardige<br />

dier overgevoeligheid erkennen<strong>de</strong>, hoevele waarschuwingen<br />

van <strong>de</strong>n laatste wor<strong>de</strong>n ooit to dikwijls herhaald;<br />

hoe dwingt het cerste ons hul<strong>de</strong> of <strong>voor</strong> eene on<strong>de</strong>rgegane wereld,<br />

met welke wij, wier republiek in eene constitutioneele<br />

monarchic is verkeerd, nooit dweepten, als hij. „Zestien of<br />

„zeventien jaren zal het nu gele<strong>de</strong>n zijn," zoo hief hij in 1790<br />

zijne stemme op, „dat ik <strong>de</strong> koninginne van Frankrijk, toen<br />

„dauphine, te Versailles aanschouw<strong>de</strong>, en nimmer <strong>voor</strong>zeker<br />

„werd onze aardbol, dien zij naauwelijks scheen aan to raken,<br />

„door liefelijker verschijning verrukt. 1k zag haar zich boven<br />

„<strong>de</strong>n gezigtein<strong>de</strong>r vertoonen, die verheven sfeer, waarin zij be-


GEORGE CRABBE. 105<br />

„gonnen was zich te bewegen, versieren<strong>de</strong> en vervrolijken<strong>de</strong>,<br />

„glinsteren<strong>de</strong> als <strong>de</strong> morgenster, vol leven en pracht en vreug<strong>de</strong>.<br />

„0, welk eene ornwenteling! en welk een hart zou ik moeten<br />

„hebben als ik zon<strong>de</strong>r aandoening getuige kon zijn van die<br />

„verheffing en van dien val ! Luttel droom<strong>de</strong> ik, dat zij, toen<br />

„zij aanspraak op ontzag voegen mogt bij die op geestdriftige,<br />

„van verre betoon<strong>de</strong> , eerbiedige lieMe , dat zij ooit verpligt<br />

„zou zijn het seherp behoedmid<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> onteering , verborgen<br />

„in dien boezem , mee te dragon ; luttel droom<strong>de</strong> ik, dat het<br />

„mijn lot zou zijn to beleven, haar die jammeren ter prooi te<br />

„zien , on<strong>de</strong>r een yolk van e<strong>de</strong>len , on<strong>de</strong>r een yolk van mannen<br />

„van eer. Tienduizend zwaar<strong>de</strong>n , daeht mij , zou<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong><br />

„sche<strong>de</strong> vliegen om zelfs een blik , die hoar met beleediging be-<br />

„dreig<strong>de</strong> , te wreken. Maar <strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong>r rid<strong>de</strong>rschap is <strong>voor</strong>bij.<br />

„De dagen <strong>de</strong>r sophisten en economisten, die <strong>de</strong>r berekenaars<br />

„zijn gekomen , en <strong>voor</strong> altoos is <strong>de</strong> glorie van Europa uitge-<br />

„bluscht. Nimmer, , ach! nimmer zullen wij ze weerzien, die<br />

„e<strong>de</strong>lmoedige getrouwheid aan rang en kunne, die hooghartige<br />

„on<strong>de</strong>rwerping , die hare waardigheid bewaren<strong>de</strong> gehoorzaam-<br />

„heid , die toewijding <strong>de</strong>s harten, welke in dienstbaarheid zelve<br />

„<strong>de</strong>n geest eener verhevene vrijheid levendig hield. De <strong>voor</strong><br />

„geen geld gekochte , <strong>voor</strong> geen geld voile liefelijke geneugten,<br />

„the het leven iets bevalligs gaven, <strong>de</strong> <strong>voor</strong> luttel prijs verkre-<br />

„gene veiligheid <strong>de</strong>r volken, <strong>de</strong> kweekster van mannelijk gevoel<br />

„en heldhaftige on<strong>de</strong>rnemingslust , zij is te loor gegaan. Verloren,<br />

„die kieschheid op beginselen , die kuischheid van eer, welke<br />

„een vlek een wond achtte , die met cooed beziel<strong>de</strong> terwijl ze<br />

„wreedheid temper<strong>de</strong>, die vere<strong>de</strong>l<strong>de</strong> wat het aanraakte, en door<br />

„welke <strong>de</strong> on<strong>de</strong>ugd zelve maar half hoar kwaad meer stichtte ,<br />

„van al wat zij gemeens had, bevrijd.” G-oe<strong>de</strong>, groote Burke!<br />

er is overdrijving in wat ge zoo weemoedig <strong>voor</strong> altijd verloren<br />

acht; want zeventig jaren nadat ge die klagt storttet, staat het


106 GEORGE CRABBE.<br />

yolk', staat zelfs het graauw, , niet <strong>voor</strong> eerie navolging van De<br />

la Roche's Marie Antoinette geboeid , of het schaart zich niet<br />

aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> <strong>de</strong>r terroristen , het trekt partij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> koninklijke<br />

vrouw, niet <strong>de</strong>wijl ze koninginne, <strong>de</strong>wijl ze echtgenoote, moe<strong>de</strong>r,<br />

vrouwe was in <strong>de</strong>n verhevensten zin <strong>de</strong>s woords; <strong>de</strong>r <strong>de</strong>mocratie<br />

is <strong>de</strong> eerbied <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ugd gehleven , alles wat gij waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>t<br />

verloor zij niet. Helaas! dat wij, van u schei<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, ondanks wat<br />

wij wonnen schier even somber gestemd wor<strong>de</strong>n, als gij zelve te<br />

moe<strong>de</strong> waart, die gevallen majesteit <strong>de</strong> laatste hul<strong>de</strong> brengen<strong>de</strong>,<br />

owe grijsheid <strong>de</strong>ert ons diep ! hoe gaarne had<strong>de</strong>n wij n ons<br />

<strong>voor</strong>gesteld on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n last <strong>de</strong>r jaren geschoord door <strong>de</strong> lief<strong>de</strong><br />

van het opkomend geslacht , sombere ziener, , ja! maar met <strong>de</strong><br />

belangstelling <strong>de</strong>r lief<strong>de</strong> aangehoord, niet louter teleurstelling<br />

bier en teleurstelling daar, , overal teleurstelling. Het was uw<br />

droevig en <strong>de</strong>erniswaardig lot : <strong>de</strong> dagen namen toe, maar <strong>de</strong><br />

vrien<strong>de</strong>n dun<strong>de</strong>n; een vreng<strong>de</strong>looze , verlaten ou<strong>de</strong>rdom; slechts<br />

<strong>de</strong> letteren bleven over, slechts op dat gebied werd het licht!<br />

Ge waart niet gelukkig geweest , tot in uwe gunstelingen toe;<br />

ge hadt Joseph Emin <strong>voor</strong>tgeholpen , — wie ter wereld gedacht<br />

Joseph Emin meer ge hadt James Barry onsterfelijk willen<br />

zien, — <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>rling overleef<strong>de</strong> zijn roem; miss Burney was<br />

hofdame gewor<strong>de</strong>n van koningin Charlotte, <strong>de</strong> gemalinne van<br />

George <strong>de</strong> III <strong>de</strong> , en schoon zij <strong>de</strong> dwaasheid duur had geboet,<br />

zij bleek er te meer <strong>de</strong> waardige prototype door <strong>de</strong>r school<br />

van Theodore Hook, die niets lief had dan zich zelve en die<br />

allerliefste aristocratic ! George Crabbe! ach! hoe dankbaar hij<br />

zich toonen bleef, ge hadt iets meer verwacht dan <strong>de</strong> eerste<br />

proeve; waar uw blik zich rigtte op hooger of op lager leven!<br />

overal hadt ge dwaasheid , maar ook wijsheid, overal smarte,<br />

maar ook vreug<strong>de</strong> gezien. Het zaad , door u gestrooid , scheen<br />

slecht , scheen niet op to komen , maar ge zaagt immers ver-<br />

<strong>de</strong>r dan uw engen kring: als u een oogenblik tijds overschoot ,


GEORGE CIIABBE. 107<br />

verdieptet gij u in Cowper, somber als gij zelven in uwen<br />

on<strong>de</strong>rdom , maar hoog en heilig tevens in zijne verwachtingen,<br />

en ging het hart u open, of gij nog <strong>de</strong> onbezorg<strong>de</strong> twintigjarige<br />

waart geweest bij <strong>de</strong> eerstelingen van Burns, die lie<strong>de</strong>ren ,<br />

vol van <strong>de</strong>n moed eons mans, zoo als gij u dien dacht , vol<br />

van <strong>de</strong> tee<strong>de</strong>rheid <strong>de</strong>s harten, in het uwe zoo trouw bewaard.<br />

En laatste troost, die u blij yen rnogt , al weiger<strong>de</strong> <strong>de</strong> kleine<br />

kring in het parlement u allengs gevoelloozer gehoor; al kromp<br />

het zoo ligt te tenon tal van vrien<strong>de</strong>n, niet enkel door <strong>de</strong>n<br />

dood, die u weldra Samuel Johnson en later ook Joshua Reynolds<br />

ontnain , al verkeer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dierbaarsten zelven in vijan<strong>de</strong>n,<br />

daarbuiten wies <strong>de</strong> stroom ewer bewon<strong>de</strong>raars , uwer navolgers<br />

, en binnen heerschte geluk , Jane Mary, Richard .....<br />

Arnie va<strong>de</strong>r ! en in die betrek king rampzaliger dan in eenige<br />

an<strong>de</strong>re , ook hem dierft ge ; wie het wrake, wij hebben er<br />

<strong>de</strong>n moed niet toe, zoo gij vurig verlang<strong>de</strong>t te Beaconsfield<br />

to wor<strong>de</strong>n bijgezet.<br />

Er zjn in Westminster Abbey twee staatslie<strong>de</strong>n ter ruste gelegd<br />

, die elkan<strong>de</strong>r met korte tnsschenpoozen levenslang bestre<strong>de</strong>n<br />

, van welke <strong>de</strong> een <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>r <strong>de</strong> begrafenis op 's lands kosten<br />

misgun<strong>de</strong>, en die toch zoo digt bij elkan<strong>de</strong>r sluimeren, dat <strong>de</strong><br />

tranen, op het ge<strong>de</strong>nkteeken van dozen gestort, zong <strong>de</strong> dichter,<br />

<strong>voor</strong>tbiggelen op dat van genen, en <strong>de</strong> zucht, om eon van bei<strong>de</strong>n<br />

geslaakt , zich boven <strong>de</strong> assche zijns tegenstan<strong>de</strong>rs hooren doet;<br />

„beschamen<strong>de</strong> gedachte <strong>voor</strong> menschelijken trots!" hoe <strong>de</strong> dood<br />

gelijk maakt en vereenigt en verzoent, hopen wij. Charles Fox<br />

en William Pitt, <strong>voor</strong>tgang en behoud , <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> meest eigenaardig<br />

engelsche groote mannen nit die twintigjaren, hoe moeten<br />

zij <strong>de</strong>n tijdgenoot hebben geboeid , daar zij zelfs <strong>de</strong> blikken<br />

tot zich trokken dier antieke figuur in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne historie,<br />

welke Napoleon hoot: daar hun wedijver in <strong>de</strong> laatste tien jaren<br />

van hun leven over zijne bestemming scheen to beslissen!


1OS GEORGE CRABBE.<br />

Hoe hoog verhief dat renzenpaar<br />

Zich, worstlend , ihoven heel <strong>de</strong> schaar ;<br />

Geen allednagsch partijgevecht ,<br />

Waarin slechts atribtzucht lagen legt ;<br />

Een karnp xis lien <strong>de</strong>r gain weleer<br />

Het aardrijk schokkend heind en veer !<br />

's Lands eelsten her op <strong>de</strong> eene vaan ,<br />

Of <strong>de</strong> andre zagen 't jnichen<strong>de</strong> can,<br />

Tot ooze fawn bodinne scheen<br />

Van Pitt en Fox en die alleen !<br />

Het was <strong>de</strong> tijd <strong>de</strong>r worsteling om <strong>de</strong> wereldheerschappij, die<br />

<strong>de</strong>s oorlogs zon<strong>de</strong>r weerga , door Pitt , ondanks <strong>de</strong> wanhoop ,<br />

waarin lib <strong>de</strong> kaart van Europa had opgerold , als ware het<br />

pleit verloren geweest , zijn opvolger vermaakt ; door Fos,<br />

in spijt van <strong>de</strong>n door hem <strong>voor</strong>berei<strong>de</strong>n , door hem vast gesloten<br />

vre<strong>de</strong> zijn yolk nagelaten. Het was <strong>de</strong> tijd <strong>de</strong>r krijgsklaroenen<br />

, <strong>de</strong> tijd van wapengekletter en kanongebul<strong>de</strong>r tot<br />

in ie<strong>de</strong>ren uithoek van ons wereld<strong>de</strong>el toe ; <strong>de</strong> tijd, waarin<br />

<strong>de</strong> muzen zwegen , meent ge , en bedriegt ; <strong>de</strong> tijd, waarin<br />

zij het geteister<strong>de</strong> Europa ontvlo<strong>de</strong>n, om in het nog vrije<br />

Groot-Brittanje een schuilplaats to zoeken, waar zij een grouter<br />

aantal priesteren von<strong>de</strong>n , dan het ooit drul<strong>de</strong>n of bar<strong>de</strong>n<br />

tel<strong>de</strong>. Voorwaar, , wie meenen mogt , dat wij er door dalen ,<br />

dus van on<strong>de</strong>rwerp wisselen<strong>de</strong>, ons met verzen bezig hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>,<br />

in plaats van met veldslagen , heeft hij ooit het genot gewogen,<br />

door eene enkele gelukkig uitgedrukte gedaehte alien<br />

eenwen gewaarborgd , tegenover <strong>de</strong> weldaad <strong>de</strong>r menschheid<br />

bewezen door een tractaat , he<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eeuwigheid gesloten,<br />

en we<strong>de</strong>r verscheurd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand die het teeken<strong>de</strong><br />

is verdorcl? Er is geen val <strong>voor</strong> wie na Pitt en Fox van <strong>de</strong><br />

opkomst , van <strong>de</strong>n bloei van Scott, of Wordsworth, of Byron<br />

heeft to gewagen ; het beste wat Burke gezaaid. had, schoot<br />

naar ie<strong>de</strong>rs individualiteit in elk van <strong>de</strong>ze welig op, — het


GEORGE ORABBE.<br />

109<br />

verle<strong>de</strong>n, het he<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> toekomst void zijne vertegenwoordigers<br />

in hen, niet naar het zoo „lang gehuldig<strong>de</strong> nuttig-<br />

„heidsstelsel” , naar <strong>de</strong> eisehen , naar het refit <strong>de</strong>r natuur ;<br />

maar <strong>de</strong> mood, wij betreuren het, begeeft ons, daar wij niet<br />

naar <strong>de</strong>ze, daar wij nog eenmaal naar George Crabbe hebben<br />

om to zien.<br />

Onze letterkun<strong>de</strong> heeft, als <strong>de</strong> engelsehe, het zeldzaam schouwspel<br />

opgeleverd, een dichter na twintigjarig stilzwijgen, bijwijle<br />

het is waar, door enkele, heerlijke lyrische nitboezemingen afgebroken<br />

, want het waarlijk poetisch gemoed weet van zoo lang<br />

zwijgen niet — onverwacht eensklaps weer to zien optre<strong>de</strong>n; —<br />

maar zoo wij een oogenblik <strong>de</strong> vergelijking hebben gewaagd,<br />

het was trots op <strong>de</strong> tegenstelling , die er ons <strong>de</strong>n mod toe<br />

gaf; die hand raakte niet aan <strong>de</strong> harpe, of wie zijne me<strong>de</strong>dingers<br />

waren geweest, of wie gewaagd had<strong>de</strong>n na hem hunne<br />

stem op to heffen , zij herken<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n meester en zij bogen<br />

zich! Twintig jaren later is hij nog niet slechts <strong>de</strong> eerste onzer<br />

dichters, zoo hij door ons wereld<strong>de</strong>el on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> eersten onzes<br />

tijds wor<strong>de</strong>n geteld , als dat werelcl<strong>de</strong>el Hollandsch verstond !<br />

Pe hul<strong>de</strong> moest ons van het harte, al verligt zij ons <strong>de</strong>n<br />

overgang niet. Twee en twintig jaren waren er verloopen<br />

se<strong>de</strong>rt bet Nieewsblad het licht had gezien ; daar wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

lierkrey isters uitgegeven; — was <strong>de</strong> verstan<strong>de</strong>lijke, ze<strong>de</strong>lijke,<br />

dichterlijke gezigtein<strong>de</strong>r van George Crabbe verruimd ? Hij<br />

had genoegelijke dagen gesleten , terwijl Europa van wee wegkromp<br />

, hem was <strong>de</strong> gewone schakering van huiselijk lief en<br />

feed ten <strong>de</strong>el gevallen; nu eons tot weel<strong>de</strong> verhoogd door <strong>de</strong><br />

geboorte van een kind, <strong>de</strong>n we<strong>de</strong>r tot weemoed gedaald door<br />

bet verlies van een lieveling; hij was met het Bemis ziriner<br />

gezondheid bedreigd gewor<strong>de</strong>n, hij schatte haar to hooger, toen<br />

hij haar herkreeg en alles zaamgenomen overtrof het licht verre<br />

het bruin dat dit <strong>de</strong>ed uitkomen. Ge zoudt wanen, <strong>de</strong> biogra-


lit) GEORGE CRABBE.<br />

phie lezen<strong>de</strong>, eene zoete idylle uit wie weet welke gul<strong>de</strong>n<br />

eeuw ter hand to hebben als u enkele namen niet herinner<strong>de</strong>n,<br />

dat gij aan <strong>de</strong>n avond <strong>de</strong>r achttien<strong>de</strong> of in <strong>de</strong>n ochtend<br />

<strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> waart. Bij gelegeuheid <strong>de</strong>r scherts van Charles<br />

Fox bij <strong>voor</strong>beeld, die Crabbe het eerst eene eet.zaal <strong>de</strong>ed binnengaan,<br />

zeggen<strong>de</strong>: „Zoo hij gekregen had wat hem toekwam ,<br />

„hij zou veer ons alien uit zijn getre<strong>de</strong>n," dat zeggen wil :<br />

hij zou bisschop zijn gewor<strong>de</strong>n, zoo men hem op Belvoir-Castle<br />

had weten regt te doen. OF, welk een an<strong>de</strong>r blijk van <strong>de</strong>n tijd!<br />

— het is niet <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r die het oververtelt, het is <strong>de</strong> zoon, die<br />

dus opmerkt, — we zijn in hoogst aanzienlijk gezelsehap;<br />

onze hertoginne wordt om het zeerst bewon<strong>de</strong>rd, er zijn bisschoppen<br />

bij <strong>de</strong> vleet , maar hovel ' alien komt <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

gestalte, het fraaije horstbeeld, <strong>de</strong> verstan<strong>de</strong>lijke en waardige<br />

houding van William Pitt nit. „Ik verbeeld<strong>de</strong> mij ," zegt <strong>de</strong><br />

biograaf, „maar misschien was het slechts partijdigheid, dat<br />

„er in dat gezelschap een an<strong>de</strong>r hoog <strong>voor</strong>hoofd was, het<br />

„zijne zeer gelijk." Och, legt ze even naast elkaar, zoo gij<br />

on<strong>de</strong>rscheid zien wilt. Of ein<strong>de</strong>lijk, ge hoort in het holste<br />

van <strong>de</strong>n nacht te Aldborough, het was eel " ure, een kanonschot,<br />

en weer een en nog <strong>de</strong>n. „De Franschen zijn geland,"<br />

roept zijn zoontje, <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs wekken<strong>de</strong>. „Wei, jongenlief," is<br />

het antwoord, „gij en ik , wij kunnen er niets goeds bij uit-<br />

„rigten, an<strong>de</strong>rs zon<strong>de</strong>n wij mee op wacht zijn ; wij 'meter' ver-<br />

„bei<strong>de</strong>n wat er geheurt ,” en drie kwartier later vindt het jongsken<br />

, dat hem mee wil <strong>de</strong>elen, hoe slechts een valsch alarm<br />

hem verschrikte, papa weer gerust in slaap. Bijzonclerhe<strong>de</strong>n van<br />

belangrijker aard, wij zoeken ze vruchteloos, <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen<br />

van verblijf uitgezon<strong>de</strong>rd, — gewone domine's-standplaats-wisselingen,<br />

Parham, G-lemham, Rendham, en ein<strong>de</strong>lijk we<strong>de</strong>r<br />

Muston, — van letterkundig Leven intusschen weinig blijk yin<strong>de</strong>n<strong>de</strong>,<br />

tenzij ge <strong>de</strong> lezing in eenen a<strong>de</strong>m van het pas vet-


GEORGE C RABB E. 111<br />

schenen Lied van <strong>de</strong>n laatsten Meistreel en eenige woor<strong>de</strong>n<br />

over <strong>de</strong> Luke-school daar<strong>voor</strong> hou<strong>de</strong>n mogt. Er is even weinig<br />

kritiek in, als eene passage over politieke partijen daardoor<br />

verrast ; maar overigens, schittert mogen wij niet zeggen ,<br />

straalt evenuain , maar schemert u een glans van stil geluk toe,<br />

slechts schaars door <strong>de</strong>ze of gene onaangenaamheid met die<br />

leelijke afgeschei<strong>de</strong>nen gestoord.<br />

Daar verschenen in <strong>de</strong> maand September <strong>de</strong>s jaars achttien<br />

hon<strong>de</strong>rd zeven <strong>de</strong> Kerkregisters , door <strong>de</strong>n biograaf heschouwd<br />

als een <strong>voor</strong>treffelijker, , als een geheel an<strong>de</strong>r dichtstuk dan<br />

na <strong>de</strong> vroegere <strong>voor</strong>tbrengselen te verwachten viel. „In <strong>de</strong> eerste<br />

„verzen kwamen eenige weinige beschrijvingen <strong>voor</strong>, — dit<br />

„gedicht bestond geheel uit eene reeks van <strong>de</strong>ze , <strong>de</strong>r eerste<br />

„faal<strong>de</strong> eene vertelling — dit was een schakel van verhalen;<br />

„<strong>de</strong> vroegere waren didactisch, — dit scherpte geen ze<strong>de</strong>-<br />

„lijke gevolgtrekking da<strong>de</strong>lijk in ; <strong>de</strong> vaak vermel<strong>de</strong> waren<br />

„regelmatig zaamgestel<strong>de</strong> dichtstukken, — dit seheen stoutweg<br />

„met alle verband <strong>de</strong>n draak te steken , slechts door <strong>de</strong>n dunsten<br />

„en doorzigtigsten aller dra<strong>de</strong>n aan elkaer gehou<strong>de</strong>n. Volsla-<br />

„gen van hetgeen hij vroeger was geweest in een an<strong>de</strong>r ver-<br />

„keerd, viel zijne ongelijkheid met zijn hemelsbreed verschil van<br />

„elk, die then in <strong>de</strong> gunst <strong>de</strong>s publieks <strong>de</strong>el<strong>de</strong>, nog sterker in<br />

„het oog; <strong>de</strong> wijze van uitdrnkking was evenzeer zijne eigene,<br />

„als <strong>de</strong> zeldzame uitvoerigheid zijner teekening en zijne naauw-<br />

„keurige getrouwheid aan <strong>de</strong> letterlijke waarheid <strong>de</strong>r natuur;<br />

„het werd nu algemeen erkend , dat hij met kleiner eigenaar-<br />

„dighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zelfbewuste kracht en bijwijle <strong>de</strong>n diepen pathos<br />

„van een groot oorspronkelijk dichter vereenig<strong>de</strong>.”<br />

Wij zullen n door een getrouw verslag eenig <strong>de</strong>nkbeeld<br />

van dat won<strong>de</strong>r trachten te geven.<br />

De Inleiding is allerdui<strong>de</strong>lijkst , en legt het plan <strong>de</strong>s ganschen<br />

dichtstuks bloot. Het mag ou<strong>de</strong>jaarsavond of nieuwe-


112 GEORGE CRIBBE.<br />

jaarsmorgen zijn, om het even welk van <strong>de</strong>ze gelegenhe<strong>de</strong>n<br />

tot <strong>de</strong> overpeinzing uitlokt , maar een man van mid<strong>de</strong>lbare<br />

jaren, naar het sehijnt , zit in zijn stu<strong>de</strong>ervertrek eenige boeken<br />

door te bla<strong>de</strong>ren ; doch al is hij een geestelijke , <strong>de</strong> bijbel<br />

blijkt bet niet. Het zijn <strong>de</strong> aanteekeningen van <strong>de</strong>n burgerlijken<br />

stand, weleer ook ten onzent als thans nog in Groot-<br />

Brittanje door <strong>de</strong> dienaren <strong>de</strong>r kerke gehou<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> G eb oorten,<br />

<strong>de</strong> Huwelijken, <strong>de</strong> Begrafenissen geduren<strong>de</strong> dat<br />

jaar door hem aangeteekend , ziedaar wat hij ons mee wil<br />

<strong>de</strong>elen. Geen twintig regelen behoeven wij te lezen, of wij<br />

weten , wien wij in dies rector <strong>de</strong>zer gemeente <strong>voor</strong> ons hebben<br />

: hij roept geene muze aan ; slechts dichters droomen van<br />

gul<strong>de</strong>n eeuwen, slechts in hunne zangen vindt ge (wij geven<br />

<strong>voor</strong>taan <strong>de</strong> vertaling van <strong>de</strong>n Neer Sybrandi) :<br />

Een land van lief<strong>de</strong> en lust, waar <strong>de</strong> arbeid niet<br />

Vermoeit, <strong>de</strong> vrijheid heerscht, geen tranen leken ,<br />

Ea boersche vreng<strong>de</strong> vloeit bij voile beken,<br />

Waar geen kasteel van trotsche grooten praalt<br />

En 't Eclat benijdt , dat op <strong>de</strong> stulp<strong>de</strong>ur straalt,<br />

Wear jong en oud, slechts levend tot genieten,<br />

Den dag in vrolijkheid ziet heuenvlieten!<br />

Vergeefs gezocht! Geen plekje viudt uw oog ,<br />

Van zuchten vrij, van bittre trauma droog,<br />

„Sinds <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> <strong>de</strong> wereld aan zich on<strong>de</strong>rwierp ," hier is<br />

het oorspronkelijke karakteristieker, „en <strong>de</strong> zondvloed <strong>de</strong>ze<br />

„overstroomcle, is noch Auburn, noch E<strong>de</strong>n meer te vin<strong>de</strong>n."<br />

Het is George Crabbe van top tot teen, en dat niet enkel in<br />

<strong>de</strong> toespeling op <strong>de</strong>n naam, door Goldsmith aan zijn Verloren<br />

Dorpjen gegeven; het is George Crabbe, en wie veran<strong>de</strong>ring<br />

in zijne wereld- en mensehenbeschouwing gewaar wordt, helaas<br />

! onze oogen bemerken er niets van, tenzij ze sehuile in<br />

het volgend geven na het <strong>voor</strong>afgegane nemen :


GEORGE CRABBE. 113<br />

't Is goed en kwaad dooreen gemeugd; <strong>de</strong> menseb<br />

Vermag het nog te ziften , zoo 't zijn wensch<br />

En wil is : arbeid , zorg, geduld baart zegen ,<br />

Door 't klein getal van vromen mild verkregen ;<br />

Maar schan<strong>de</strong>, vrees en armoe wor<strong>de</strong>n 't lot<br />

Van hem, die roekloos met Gods wetten spot !<br />

Intusschen heeft <strong>de</strong>ze uitbreiding <strong>de</strong>r oorspronkelijke vier<br />

regels in zes, <strong>de</strong>r gedachte niet enkel een godsdienstiger,<br />

maar ook mil<strong>de</strong>r tint gegeven.<br />

Uitvoerig wordt eene boersche stulp ons beschreven; <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

buitenzij<strong>de</strong> volstaan eenige weinige trekken ; veer bet binnenhuis<br />

geven ons <strong>de</strong> prentjes en boekskens ruime stof. Steekt er<br />

iets bevreem<strong>de</strong>nds in, dat daarme<strong>de</strong> zoovele regelen gevuld zijn,<br />

terwijl een enkel vers <strong>de</strong>s landmans gemoedsleven aanduidt:<br />

Dat zijn <strong>de</strong> schriften die <strong>de</strong>n huisman streelen ,<br />

Terwij1 zijn kindren op zijn knieen spelen.<br />

Wij gelooven het niet, <strong>de</strong>ar wij Beene herschepping van<br />

Crabbe zelven gewaar war<strong>de</strong>n. Slechts is <strong>de</strong> landheer, die aan<br />

elken daglooner een stuk gronds <strong>voor</strong> moestuin en bouwgrond<br />

heeft afgestaan, vrij wet goelijker dan Kerkmeesteren en Landopzigters<br />

uit het Dorpjen ons in hunne barheid bleken. Een<br />

oogenblik veraclemt gij door een zondagavond-praatjen van<br />

gue<strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n, op die handbreed gronds, waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> ijver<br />

woekert; maar ge zondt niet bij onzen dichter te gest zijn<br />

geweest, als gij, pour la bonne boucle, niet met iets onverdtvwbaar-jammerlijks<br />

near huis gingt :<br />

0 lief tooneel , waaraan we ons noo<strong>de</strong> ontseheuren ,<br />

Om bij 't gezigt van zon<strong>de</strong> en sehuld to treuren !<br />

Wij wen<strong>de</strong>n 't cog near gindsehe steeg of straat ,<br />

Waar huis aan huis in morsige armoe stmt.<br />

111 8


114 GEORGE CRABBE.<br />

Hier ziet men telken avond ruwe hoopen<br />

Twistzoekers, dronkaards<br />

Hier moet een drukfeil zijn ingeslopen ; <strong>de</strong> heer Sybrandi<br />

geeft wel meer verzen uit dan het oorspronkelijke, maar pleegt<br />

die daarom niet to laten binken ; vul dus zelf bet ontbreken<strong>de</strong><br />

aan met guite n of met schelmen, veel beters zal<br />

het niet zijn geweest, en wij gevoelen geen <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong><br />

een van bei<strong>de</strong>n.<br />

zamenloopen.<br />

's Nachts heerscht ruinoer ; <strong>de</strong> vrouw, , mishan<strong>de</strong>ld , gilt<br />

En vloekt ; het kind dat naakt van kou<strong>de</strong> rilt ,<br />

Grijpt 's va<strong>de</strong>rs hand, die dreigend slaat uaar moe<strong>de</strong>r.<br />

De weerstand maakt <strong>de</strong>n woestaard nog verwoe<strong>de</strong>r.<br />

Zijn forsche vuist daalt op <strong>de</strong>s kleenen hoofd ,<br />

En 't kind zinkt neer, , van 't Leven schier beroofd.<br />

Hier leert <strong>de</strong> knaap het stelen en het vloekeu<br />

Hier 't meisje in dronkenschap haar wellust zoekeu.<br />

Wilddief en smokkelaar ver<strong>de</strong>elen hier<br />

't Gestolen goed en maken woeste tier<br />

Van 't ras verdien<strong>de</strong> geld , dat ze eerloos wonnen<br />

En dat weldra , zoo 't kwam , weer is geronnen.<br />

Haar woont ook zij , die in <strong>de</strong> toekouist ziet,<br />

En elk geheim doorgrondt , al kent zij 't niet.<br />

Haar pleegt <strong>de</strong> domheid raad en laat <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>s<br />

Van 't kaartenspel het komend lot verra<strong>de</strong>u.<br />

De boosheid zoekt haar op en leert van haar<br />

Met loosheid zich behoe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> gevaar.<br />

Zij zelf, meestres in alle list en logen ,<br />

Op hare heart in hoop op winst bedrogen ,<br />

Is antler, thin ook <strong>de</strong> armste, die , bedot,<br />

Van haar <strong>de</strong> ontraadsling hoopt van 't duister lot.<br />

Wij sparen u zoowel het afzigtelijk toomel <strong>de</strong>r mestvaalt<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>uren dier woningen, als <strong>de</strong> velerlei walgelijkhe<strong>de</strong>n<br />

daarbinnen. Uit zin <strong>voor</strong> symmetrie waarschijnlijk, in wel-


GEORGE CRABBE. 115<br />

ken wij onzen (Al<strong>de</strong>n mathematicus herkennen , wordt ook<br />

beschreven wat er van <strong>de</strong>n lap gronds wierd, evenzeer <strong>voor</strong><br />

dit uitvaagsel door <strong>de</strong>n landheer afgestaan. Een hanengevecht<br />

voltooit <strong>de</strong> Inleiding ; euvel dui<strong>de</strong>n zullen wij het u niet, zoo<br />

ge weinig verwachting koestert van „<strong>de</strong> gansche rij portretten",<br />

welke ons in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> verzen wacht , en die, naar het<br />

oorspronkelijke, „<strong>de</strong>s dichters tentoonstelling <strong>voor</strong> dat jaar"<br />

besloten. Wist hij hoe waar hij sprak, zeggen<strong>de</strong>, dat het eene<br />

tentoonstelling was ?<br />

Het valt niet to loochenen , dat, touter naar <strong>de</strong> titels to<br />

oor<strong>de</strong>elen , <strong>de</strong> Kerkregi8ters het dichterlijkst on<strong>de</strong>rwerp ter<br />

wereld aanbie<strong>de</strong>n: Geboorten , Hu welij ken , Begrafenissen , <strong>de</strong><br />

hoogste vreugd , <strong>de</strong> grootste smart , alle poezij <strong>de</strong>s levens ,<br />

mits men een hart hebbe om haar regt to doen.<br />

I. G-eboorten.<br />

„We beginnen dit jaar met een boos <strong>voor</strong>teeken ; een kind<br />

„<strong>de</strong>r schan<strong>de</strong>, <strong>de</strong> strenge geregtigheid voegt er bij <strong>de</strong>r zon<strong>de</strong>,<br />

„is het eerst aangeteeken<strong>de</strong> — ik zou het feit willen vet-<br />

„bergen , maar die wensch is ij<strong>de</strong>l ; ik zucht en ik ga <strong>voor</strong>t.<br />

„Ware het mij gegeven, door <strong>de</strong> waarheid indruk to maken,<br />

„het zou <strong>de</strong> ligtzinnigen waarschuwen , <strong>de</strong> dartelen ontnuch-<br />

„toren.” Zoo kort, zoo kernig zijn <strong>de</strong> zes regels , hier haast<br />

letterlijk vertaald; <strong>de</strong> heer Sybrandi leent Crabbe wet wat<br />

veel woor<strong>de</strong>n :<br />

Helaas ! dat ooze dooplijst met een kind<br />

Der schan<strong>de</strong>, ja, <strong>de</strong>r zon<strong>de</strong> 't jaar begint I<br />

'k Zoo 't droeve feit liefst <strong>voor</strong> elks oog omhullen ,<br />

Maar 'k moet <strong>de</strong>n plicht <strong>de</strong>r waarheidstrouw vervnllen ,<br />

En met een zneht zet ik mijn arbeid <strong>voor</strong>t,<br />

Oeh! wierd <strong>de</strong> les niet vruchteloos gehoorcl !<br />

't Zou 't sluiruerend geweten wakker maken<br />

En <strong>de</strong> onbeclachtheid ernstig leeren waken.


116 GEORGE CRABBE.<br />

En wij krijgen <strong>de</strong> historie <strong>de</strong>r schoone Lucy, die bedrogen<br />

weed en vreest dat zij er gek van wor<strong>de</strong>n zal , en gaan<br />

ver<strong>de</strong>r.<br />

't Kind van een eerzaam pear stmt thans gesehreven.<br />

Zijns va<strong>de</strong>rs naam weed can <strong>de</strong>n coon gegeven.<br />

Drie dochters gingen <strong>voor</strong>. Gaf God er meer ,<br />

Hun con elk kind een gift zijn van <strong>de</strong>n Heer.<br />

Gemak , gezondheid, rust — wet zou<strong>de</strong>n tnensehen ,<br />

Ms zij , van inhoest stil , sneer kunnen wensehen<br />

Elkan<strong>de</strong>r lief, mane met een kalifs gevoel,<br />

Zijn zij missehien near veler schatting koel.<br />

Een vol verrukking en vol vreezen ,<br />

Zou in hun oog een loutre dwaasheid wezen.<br />

Some daeht , ofsehoon niet zon<strong>de</strong>r zneht, <strong>de</strong> vrouw,<br />

Wie , als zij stierf, hear pleats vervullen con.<br />

En Robbert , half in ernst , half boertend, meen<strong>de</strong><br />

Hij wist , met wien zijn weduw zich hereen<strong>de</strong>.<br />

'Poch had<strong>de</strong>n zij 't als lastertaal besehouwd ,<br />

Zoo iemand had gezegd „Use lief<strong>de</strong> is koud!"<br />

Het feit <strong>de</strong>r geboorte blijkt <strong>de</strong> atmleiding te zijn om eene<br />

biographic <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>rs te leveren ; <strong>de</strong>ze waren luidjens naar<br />

Crabbe's harte. Suzanne, <strong>de</strong> vrouw, weet van sparen, Robbert<br />

van werken , en daardoor brengen zij bet verre, dank zij<br />

De wijze zuinigheid, die nimmer leeft<br />

Tot sparen , maar die spaart, op<strong>de</strong>t zij heeft ,<br />

Mild, maar met meat, bedachtzaam , niet benepen ,<br />

Visor 't oog onzigtbaar, overal hegrepen.<br />

De zuinigheid is zoo zeer iets hollandseh-eigenaardigs, dat<br />

wij ons bij <strong>de</strong> vertolking <strong>de</strong>zer plaats met gelukkiger verzen<br />

had<strong>de</strong>n gevleid. Wij slaan weer een blad van het doopboek om:<br />

Een tweeling volgt — een doehter en een coon,<br />

Tc rijk juweel aen Gerards huwlijkskroon.


GEORGE CRABBE. 117<br />

In le<strong>de</strong>r jaar, , slots zijuen edit verloopen ,<br />

Bragt hij me een kind, urn 't in <strong>de</strong> kerk te doopen.<br />

En nu een tweeling! Eens klonk 't als muzijk<br />

Hem in 't oor: „Erw ga zal ziju , gelijk<br />

„Een wijnstok , die in rank bij rank zal bloeijen.<br />

„T14 talrijk kroost zal, als <strong>de</strong> olijven, groeijen!"<br />

Een hartlijk „amen!" sprak hij op dat woord.<br />

Nu worth door „rank bij rank" ziju rust gestoord ,<br />

Eu weuscht hij, dat <strong>de</strong> wijnstok 't bloeijen stake.<br />

Het gaat Gerard zoo als in het ou<strong>de</strong> spot<strong>de</strong>untjen: „Als objf-<br />

„planten zitten zij om uwen disch , doch zij eten er af, wat<br />

„er op is;" maar onze geestelijke heeft een troost <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

bloed. „En welken?" vraagt ge. Een noordsch dichter zou<br />

er van gezegd hebben: dat het een troost was <strong>voor</strong> een tijgerharte;<br />

<strong>de</strong> grootste aller zui<strong>de</strong>lijken noem<strong>de</strong> het dien <strong>de</strong>r verdoem<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> hel: „Gij zijt <strong>de</strong> eenige niet !" Crabbe wijst<br />

hem op ziju meester, <strong>de</strong>n a<strong>de</strong>llijken grondbezitter, die ook met<br />

acht kin<strong>de</strong>ren geplaagd of gezegend is, en <strong>de</strong>zen niet zoo<br />

gemakkelijk groot kan brengen als hij !<br />

„Och!" znelitte ooze ou<strong>de</strong> en rijke krui<strong>de</strong>nier, ,<br />

„Och! had ik een van al die lasten bier I"<br />

Taco sprak zijn vriend : „INlij ware 't groote zegen ,<br />

„Had ik in d' eeht geen enkel kind gekregen!"<br />

Ze waren bei<strong>de</strong>n oud , en niet dan spa<br />

Besloten tot het kiezen van een<br />

Ze stel<strong>de</strong>n 't nit, <strong>de</strong> een, tot hij rijk kon levee,<br />

En rang en eer zijn kin<strong>de</strong>ren kon geven ,<br />

Zijn vriend, oindat hij geenen zoon begeert,<br />

En onrust brengt en ligt zijn goed verteert<br />

Het wordt thinker en donker<strong>de</strong>r, hoe ver<strong>de</strong>r wij gaan. Richard,<br />

die kramer geweest is, die, toen hij het verre genoeg had gebragt<br />

om van het zwerven<strong>de</strong> leven af te zien, een winkel had<br />

opgezet, <strong>de</strong> krui<strong>de</strong>nier nam eene vrouw , en heeft alle regt


118 GEORGE CRA BRE.<br />

het kin<strong>de</strong>rlooze van zijnen echt te betreuren, daar zijne ga<strong>de</strong><br />

met Rachel roept: ,,Och, Beef mij kin<strong>de</strong>ren, of ik sterf!" Hoe<br />

door dwaze overbrenging het verhevene belagchelijk wor<strong>de</strong>n<br />

kan! Humphrey heeft een Jong en mooi weeuwtjen getrouwd,<br />

schoon zijn haren reeds grijs waren gewor<strong>de</strong>n; vijf jaren gehnwd,<br />

is hij vijf kin<strong>de</strong>ren rijk; wat zeggen wij? verwenscht<br />

hij die zegen, gefolterd door vreeze, dat zijne vrouw hem<br />

ontrouw is. „fleet hem Bain, Judas, wat ge wilt!" barst<br />

hij uit, bij <strong>de</strong> vraag, hoe zijn jongsken heeten zal; <strong>de</strong> reminiscentie<br />

van namen uit <strong>de</strong> schriftuur is even ongelukkig als<br />

ongepast.<br />

Zoo is 't geniis van kroost een bron van smart ,<br />

't Bezit een dolk van jaloezij in 't hart.<br />

En <strong>voor</strong> het vrij ondui<strong>de</strong>lijke van bet oorspronkelijke: „Last<br />

„daarorn niemand die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand <strong>de</strong>s reuzen getel<strong>de</strong> pijlen<br />

„weigeren of wenschen," geeft <strong>de</strong> heer Sybrandi ons <strong>de</strong>n<br />

goe<strong>de</strong>n raad<br />

Yacht dan met kalu<strong>de</strong> 't af, , of God ow woning<br />

Zal vollen met Zijn erf<strong>de</strong>el en belooning!<br />

We zijn van harte geneigd het te doen, en het gedicht Geboorteie<br />

<strong>voor</strong> genoten to hou<strong>de</strong>n; want door <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>n gluren<strong>de</strong>,<br />

zien wij dat zelfs een weesjen, — waaraan wij <strong>de</strong><br />

creoolsche of mulatsche sehoolmatres op het leelijke plaatjen<br />

verschuldigd zijn, — Beene aanleiding tot eenige verheffing,<br />

tot eenige vlugt geeft. Integen<strong>de</strong>el, het sehijnt <strong>de</strong> beurt <strong>de</strong>r<br />

gekhe<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> dichter brengt zijne kruidkennis te<br />

pas, door een dwaas op to voeren, die zijn kroost <strong>de</strong> vreemdste<br />

plantennamen geeft; natuurlijk in het Latijn. Geboorten , wij<br />

had<strong>de</strong>n ons te regt, gelooven wij, met iets an<strong>de</strong>rs gevleid,<br />

va<strong>de</strong>rvreug<strong>de</strong> , moe<strong>de</strong>rweel<strong>de</strong>, <strong>de</strong> eerste ontwikkeling <strong>de</strong>r


GEORGE CRABBE, 119<br />

kindschheid, wat is dichterlijker? Verstandige opmerkingen,<br />

wie is er, die <strong>de</strong>ze in verzen zoekt, in verzen namelijk eenen<br />

toestand gewijd , welke zelfs <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n koelste iets vertee<strong>de</strong>rends,<br />

iets verrukkends heeft?<br />

II. Huwelijken:<br />

„Wie huwen wil , hij overhaaste 't niet !<br />

„Een kort verw ij1 bespaart sours lang verdriet ,"<br />

Zong Naso eens. De beste <strong>de</strong>r meestressen ,<br />

De crvariug staaft zijn gul<strong>de</strong>n wijsheidslessen ,<br />

Wie arm is, spaart <strong>voor</strong> d' al to wissen nood<br />

En 't uitstel maakt <strong>de</strong> zorg eens min<strong>de</strong>r groot.<br />

De rijke sterkt aldus zijn jonge krachten ,<br />

Om 't leed to dragen , dat ook hem zal wachten.<br />

Door 't uitstel wordt het tee<strong>de</strong>rminnend paar<br />

Van lieverlee vertron wlijk met elkaer, ,<br />

En leert <strong>voor</strong> eeht zich naar elkan<strong>de</strong>r schikken ,<br />

En loins en lust, gebrek en <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n wikken.<br />

Het ligt <strong>de</strong>n sluijer op, dien, al to digt,<br />

De lief<strong>de</strong> sonitijds draagt <strong>voor</strong> 't aangezigt ,<br />

De lief<strong>de</strong> — een Bids , door ongeduld gedreven,<br />

Te tier, dan dat zij <strong>de</strong>nke aau wat in 't leven<br />

Onmisbaar is, -- aan voedsel , dak en kleed ,<br />

Behoeften (lie zij laag en nietig heet.<br />

Zij jaagt dwaze jeugd tot haar genuchten ,<br />

Om als <strong>de</strong> hunger kornt , hoar dak to ontviugten.<br />

Maar toch . is 't uitstel wijs, 't zij niet gerekt ,<br />

Tot <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rdom zijn diepe corers trekt.<br />

Verschuif het niet tot aan to late dagen .<br />

Maar zijt ge eens and wit dan <strong>de</strong>n strip niet wagen I<br />

Waar en wijs, practisch hij uitnemendheid, maar ook po6tisch?<br />

De hoogste, <strong>de</strong> heiligste alter hartstogten verlaagd<br />

tot eene huishou<strong>de</strong>lijke berekening! We zijn maar in het dorp,<br />

hooren we zeggen , alsof, wat er god<strong>de</strong>lijks in <strong>de</strong>n mensch<br />

gloort, slechts aan <strong>de</strong>zen staat of aan dien stand was be<strong>de</strong>eld,


120 GEORGE CRABBE.<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vonk niet aller boezem ten <strong>de</strong>el viel, om, helaas! bij<br />

wijie tot verteren<strong>de</strong> vlam nit te slaan ; om, <strong>de</strong>n hemel zij<br />

er <strong>voor</strong> gedankt ! bij oneindig grooter getal bet your te wor<strong>de</strong>n,<br />

dat verlicht en verwarmt tevens. Straffe, sombere Cowper !<br />

dien Byron een dichter met mofjens schold , hoe wist gij met<br />

weinige har<strong>de</strong> trekken , het is waar, toch dier drift regt te<br />

doen , ook waar zij op het verlies <strong>de</strong>s verstands stond! Luttel<br />

woor<strong>de</strong>n volstaan om ons uw tooneel aan te geven een open<br />

veld met varens bewassen , — zij, <strong>voor</strong> wie gij ooze opmerkzaamheid<br />

inroept , is maar een kamermeisjen , — owe verzen<br />

rijmen niet, vloeijen naauwelijks:<br />

Dour doolt zij dikwerf om, die beter Hid<br />

Een zij<strong>de</strong>n manteltjen met leant omplooid,<br />

Een hoed met mooije linten dragen zag.<br />

'Poen was ze een dicnsthre en sohonk hoar harte een hoist,<br />

Die hoar verliet , naar zee ging en verdronk.<br />

Rapper laat zich niet orntrekken , raanwer had<strong>de</strong>n wij schier<br />

gesehreven , niet toetsen. En toch blijkt ge dichter :<br />

Hoe ze in gedachte hem op 't bruischend diep<br />

Op verre knit verzel<strong>de</strong> , en schreijend zei :<br />

„Wat lijdt een zeeman niet !" of, opgeruimd ,<br />

— Als wead <strong>de</strong> warmste weusch niet incest besehaamd ! —<br />

Zieh vlei<strong>de</strong> met zijn blij<strong>de</strong> we<strong>de</strong>rkomst ,<br />

En droom<strong>de</strong> van een hell hoar nooit bestemd.<br />

One gemoed gevoel<strong>de</strong> ie<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zer toestan<strong>de</strong>n me<strong>de</strong>, ale ware<br />

het een speeltuig , door owe vingeren beheerscht.<br />

Daar kwam <strong>de</strong> droeve mare van zijn dood,<br />

i\Tooit glitalaehte zij weer!<br />

En no doolt ze om<br />

Op 't eenzaam veld, brengt heel <strong>de</strong>n dug er dour,


GEORGE CRABBE. 121<br />

En zwerft, tenzij <strong>de</strong> <strong>de</strong>ernis het <strong>voor</strong>komt,<br />

Er ook <strong>de</strong>n ganschen nacht. Naar half verheelt<br />

Eon liontrig sehort, dat ze als eon mantel draagt,<br />

Het nog verseheur<strong>de</strong> kleed; door bei<strong>de</strong> heen<br />

Geeft zuehtend hijgen vaak haar boezem bloot;<br />

Zij vraagt een speld van le<strong>de</strong>r lien ze outmoet<br />

En steal die op haar 11101:W ; maar warme rok,<br />

Hoe ook van kon zij of spijze of drank,<br />

Hoe vaak haar hongre of Borst', die vraagt zij nooit,<br />

Aagt! ze is krankzinnig!<br />

Gij huivert als wij, Cowper wist wat hartstogt is!<br />

Levenslustige Burns! die al <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> <strong>de</strong>r lief<strong>de</strong>, ook die<br />

<strong>de</strong>r wel wat wil<strong>de</strong>, smaaktet en schetstet, en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> laatste<br />

zoo bitter hebt geboet, hoe wist gij al het vertroosten<strong>de</strong> en<br />

vere<strong>de</strong>len<strong>de</strong> van <strong>de</strong> zoetste aller neigingen to huldigen in een<br />

lie<strong>de</strong>ken van maar twee couplctten: hoe leveren ons uwe wi<strong>de</strong><br />

luidjens het welkome bewijs, dat die vonk Gods in ens binnenste<br />

ook in <strong>de</strong> grijsheid van geen verdooving weet!<br />

Toen gij ow best <strong>de</strong>ed om 1111,j11 hart,<br />

Claes Hendrikszen, mijn sehat!<br />

Toen was liw hoar als ait zoo zwart<br />

Uw <strong>voor</strong>hoofd spiegelglad;<br />

Gerimpeld is dat <strong>voor</strong>hoofd ,<br />

Zoo wit als sneenw dat boar;<br />

En loch <strong>de</strong> hemel zegene u,<br />

Claes Hendriksz, beste tta;lr!<br />

Wij klommen zaam <strong>de</strong>n heuvel op,<br />

Claes Heudrikszen, mijn sehat<br />

En hebben op zijn groeneu top<br />

Veel vreugdo en hells gehad ;<br />

Wij stromplen nu vast naar beneen,<br />

Maar helpen <strong>de</strong> eon <strong>de</strong>n aer<br />

En slapen gin<strong>de</strong>r Met alleen,<br />

Claes Hendriksz , beste vaer!


122 GEORGE CRABBE.<br />

Slechts dichters als Cowper en Burns waren <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bo<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>r we<strong>de</strong>rgeboorte <strong>de</strong>r pokij , het morgenrood van <strong>de</strong>n dag,<br />

waarop Walter Scott zingen zon, in <strong>de</strong> heerlijke paraphrase<br />

van Nicolaas Beets:<br />

Lief<strong>de</strong> lokt een zoet gelnid ;<br />

lit <strong>de</strong> dwarsehe her<strong>de</strong>rstluit<br />

Lacht <strong>de</strong> here vre<strong>de</strong>:<br />

Kliiikt <strong>de</strong> schorre krijgstrompet,<br />

Op het brieseheu<strong>de</strong> genet,<br />

't Pautser nan en 't krijgshelmet<br />

Op <strong>de</strong> blon<strong>de</strong> lok put,<br />

Trekt ze strijdwaart<br />

In <strong>de</strong> feestelijke zaal<br />

Blinkt zij in haar blijdsten praal<br />

Regelt scherts en zangen;<br />

Waar <strong>de</strong> ineiboona is geplant,<br />

En <strong>de</strong> laudjengd hand aan hand<br />

Omspringt naar <strong>de</strong>n boersehen trant,<br />

Naakt ze met haar rozenhand,<br />

Huppelt ze in <strong>de</strong> rangers.<br />

Zy regeert op 't blij<strong>de</strong> veld,<br />

Zy in 't woelig krijgsgeweld,<br />

Zy in 't hofgewemel;<br />

Se<strong>de</strong>rt 's werelds aanbegin<br />

Voer<strong>de</strong> zy haar wetten in ,<br />

Ze is geltiald van hunger tin',<br />

Enkel hemel is <strong>de</strong> min,<br />

Eukel min <strong>de</strong> hemel.<br />

Arne George Crabbe! wat vergt ge dan, dat wij het oor<br />

leenen aan awe huwelijksschetsen, van alles overvloeijen<strong>de</strong>,<br />

behalve van lief<strong>de</strong>; aan uwe beroem<strong>de</strong> Phoebe Dawson zelve,<br />

die allerschoonst zon zijn, zoo ze bezield ware!<br />

Oor<strong>de</strong>el zelf, lezer!


GEORGE CRABBE. 123<br />

vlied verleiding ! Wacht u <strong>voor</strong> het kwa<strong>de</strong>!"<br />

Zoo klinkt mijn stem; men boort me, als 't is to spa<strong>de</strong>!<br />

Een tweetal jaren is het naanw gelek,<br />

`Poen Phoebe 't eerst hier in ons dorp verscheen,<br />

Een frissche bloem, die in 't verborgen groei<strong>de</strong>,<br />

En nu bij ous in voile schoonheid bloei<strong>de</strong>.<br />

Hoe vrolijk stapte zij het grasperk rood,<br />

Waarop <strong>de</strong> kermistent te prijkeu stood,<br />

Vol drift om zelf te zien, en (wie zon 't wraken?)<br />

't Genot van zich te laten zien, te smakeu.<br />

Bewon<strong>de</strong>rd werd ze om houdiug en manier,<br />

Be<strong>de</strong>esd, maar vriendlijk, zacht, maar toch ook fier.<br />

Gezond en jong ... hoe las men 't in haar blikken,<br />

Dat haar geen zorg <strong>voor</strong> nadrend Teed <strong>de</strong>ed schrikken!<br />

De kalmte van hoar ziel stond op 't gelaat.<br />

Van kieschen smaak getuig<strong>de</strong> hoar gewaad,<br />

Als zij haar vlijt en kunst er aan besteed<strong>de</strong><br />

En zieh bevallig, maar met eenvoud kleed<strong>de</strong>.<br />

Geen jongling zag hoar, of zijn blik sprak laid<br />

Bewon<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong> zooveel schoonheid nit;<br />

En Phoebe, wen 't haar eigen hart verheug<strong>de</strong>,<br />

Voel<strong>de</strong> onbestenid, hoe ze andren was tot vreng<strong>de</strong>.<br />

Haar schoonheid won <strong>de</strong> gunst van oud en jong,<br />

Terwiji haar goedheid elk tot lief<strong>de</strong> (hong.<br />

De nijd zelfs zweeg; wat zoo hij haar inisgunnen?<br />

Al mogt zij hoar ook verre wenschen knnnen.<br />

Met juisten blik zag Phoebe 't in, hoe haar<br />

De dienstbaarheid kon hoe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> 't gevaar,<br />

Dat boersehe schoone dreigt, als inoe<strong>de</strong>roogen<br />

Met lief<strong>de</strong>s zorg haar niet meer volgen mogen.<br />

Toch , als <strong>de</strong>s zondags 't nur van vrijheid sloeg,<br />

Gevoel<strong>de</strong> zij, hoe 't bloed hoar sneiler joeg,<br />

Wanneer zij met gcheime vreugd bemerkte,<br />

Hoezeer boar saloon met magtig' invloed werkte.<br />

Dan bleef hoar schuldloos hart <strong>voor</strong> 't fier gevoel,<br />

Dat schoonheid geeft aan rijk en arm, niet koel.<br />

De gerekte beschrijving heeft or niet bij gewonnen, dat zij<br />

in <strong>de</strong> vertaling tien regels meer telt dan in het oorspronkelijke.


124 GEORGE CRABBE.<br />

In 't eind verseheen <strong>de</strong> heap, die hart en zinuen<br />

Der schoone (nava heivegen zou tot min nen .<br />

Met stouter cooed drong hij tot hear <strong>voor</strong>uit ,<br />

En s prak zijn licf<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r schromen nit.<br />

Haar ongel ijk in card en in gedragen ,<br />

Mgt hij joist door 't verschil hear hart behagen.<br />

Luithinchtig , schoon verliefd , ver waand, schoon jong ,<br />

Van uitzigt vurig, vlug en rap van tong,<br />

Van ambecht snij<strong>de</strong>r, , (lie zijn y ak verzaakte ,<br />

En 't kleed als hnisknecbt borstelt , dat hij maakte.<br />

Doch nu . „zeg Phoebe gunstig op hem neer, ,<br />

„Haar shutf beklom <strong>de</strong> snij<strong>de</strong>rstatel weer,<br />

„En hood, bij altijd tronwer min, hoer dagen<br />

„Van immer ruimer wel mut . . . won zij 't wagen 9"<br />

Zij zuchtte en blons<strong>de</strong> , en condor stemgeluid<br />

Sprak toch hear blik het tee<strong>de</strong>r jawoord nit.<br />

We zijn sleehts billijk jegens George Crahbe, als wij bekennen<br />

to gelooven, dat <strong>de</strong> beer Sybrandi met zijne afwisseling<br />

van staan<strong>de</strong> en slepen<strong>de</strong> verzen hem teen dienst <strong>de</strong>ed, — het<br />

oorspronkelijke is zoo kort en kernig, dat het, ja , een getrouw<br />

vertaler wanhopig kan waken, maar niet lijdt aan <strong>de</strong> matheid,<br />

die bij <strong>de</strong>ze vertolking meelij<strong>de</strong>nd glimlagehen doet.<br />

En echter wordt het tijd, dat onze opmerkingen een ein<strong>de</strong><br />

nemen, — goon woord this meer over het gemis van dieper<br />

opvatting <strong>de</strong>s gemoeds , over zich bloot tot het uitwendige<br />

bepalen<strong>de</strong> beschrijving van <strong>de</strong>n toestand ; <strong>voor</strong>taan spreke bet<br />

vers alleen :<br />

Door bosch en beemd , op he a vels en in dalen<br />

Liep 't mcisje nu aan (Perm hears minnaars dwal en ,<br />

Stil , in zich zelf gekeerd , gejaagd , be<strong>de</strong>esd ,<br />

Met hoogen blos , als ze eene ontmoeting vreest.<br />

Zoo slenter<strong>de</strong>n zij verre door <strong>de</strong> wei<strong>de</strong>n<br />

En zaten ndr bij 't heekjeu , en vermeid<strong>de</strong>n<br />

Zich eau zijn blocmwerand ; en 't coot gekoos<br />

Verd reef <strong>de</strong> wolk van 't <strong>voor</strong>hoofd <strong>voor</strong> een poos.


GEORGE URA.BBE. 125<br />

Doeh sehetste hij , met sterk gemeng<strong>de</strong> kleuren ,<br />

Een toekomst , looter vreug<strong>de</strong> , zon<strong>de</strong>r treuren,<br />

Dan greep een somber <strong>voor</strong>gevoel 't penseel<br />

En wierp een schaduw op het blij tafreel ,<br />

En 't hol<strong>de</strong>r vergezigt begon te tonen ,<br />

Beneveld door <strong>de</strong>s meisjes droeve tranen.<br />

Zoo vlood <strong>de</strong> tijd van bei<strong>de</strong>r vrijheid heen,<br />

Totdat in 't uiterst nor het poor verscheen<br />

Voor 's mcesters <strong>de</strong>ur. Nog blijft <strong>de</strong> minnaar dralen<br />

En goat en keert , one nog een groet te halen ,<br />

En wordt gevleid, bestraft , gesmeekt , verjaagd.<br />

En als hij over koclheid rich beklaagr,<br />

En aarzleml wijkt , orn telkeus weer te komen ,<br />

Dwingt hoar zijn droefheid, veinzend aangenomen ,<br />

Tot grooter teerheid , don zij voegzaam vindt.<br />

Zijn drift eiselit tecken , dat zij hem bemint ;<br />

En wordt zc eerst toornig, 't wordt hem kwijtgesehol<strong>de</strong>n,<br />

En zijn berouw, , zijn droefheid wordt vergol<strong>de</strong>n<br />

Door teenier lief<strong>de</strong>blijk , don wat hij vroeg,<br />

En wat hoar eerst <strong>de</strong>n blos in 't aanzigt joeg.<br />

Oct" , vlied verleiding ! Hoed n <strong>voor</strong> het kwa<strong>de</strong>,<br />

0 onbedaehte jengd , eer 't is te spa<strong>de</strong><br />

En no ... the vrouw in haveloos gewoad ,<br />

Die met een kind op d'arm doorhenen goat,<br />

En 't kleine wicht zoo fee<strong>de</strong>r ilrukt aan 't harte,<br />

Hoe worstelt zij gednldig met hoar smarts<br />

Hoar ingevallen kook getnigt van nood<br />

En hunger, wien 't ontbreekt atm daaglijkseh brood,<br />

Van bange zorg , van dag tot doge banger,<br />

Van vroeger hoop, ooh, nn geen hope longer,<br />

Hoar dorre lip is wit ; diep ligt hoar oog,<br />

Van onbemerkte tranen zel<strong>de</strong>n droog.<br />

Haar bilk is Palm, een oogwenk slechts vertrokken<br />

Als of op evils hoar fclle pijnen schokken.<br />

Ze torseht een steepen kruik , en ie<strong>de</strong>r tred<br />

Worth zigtbaar met berorgdheid neergezet,<br />

Niet enkel om het kind , op d'arm gedrag,en ,<br />

Maar ook, orn 't geen haar waeht no korte dagen.<br />

Ze volt haor ; met langzaom overleg


126 GEORGE C RAB BE.<br />

Betreedt zij weer <strong>de</strong>n glibberigeu weg ,<br />

Totdat hear voeten , hij al 't zorglijk mij<strong>de</strong>n ,<br />

In 't oog hedriegend grasveld eensklaps glij<strong>de</strong>n ,<br />

En ze op <strong>de</strong>n kleigrond neerstort. Och , hoe zwaar<br />

En pijnlijk valt het we<strong>de</strong>r opstaan hear,<br />

Die, krank van ziel en ligeheam, wreed bedrogen ,<br />

Haar hoop en kracht to zamen ziet vervlogen.<br />

De kelk <strong>de</strong>r smart, gevald tot can <strong>de</strong>n rand,<br />

Liep over ; 't iced had. thans hear overmand.<br />

't Werk is verrigt. Met wankelen<strong>de</strong> schre<strong>de</strong>n ,<br />

Van pijn verinast , poogt zij weer <strong>voor</strong>t te tre<strong>de</strong>n ,<br />

En waggelt ver<strong>de</strong>r, , tot hear laatste kracht<br />

Aan d'ingang van <strong>de</strong> hut hear heeft gebragt.<br />

Zij treedt er vergeet <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur te sluiten ,<br />

Legt 't wichtje ne'C'r en wendt zich weer near buiten,<br />

Ontbloot haar boezem <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n killen wind,<br />

Of hear geprang<strong>de</strong> Borst veraming rind',<br />

En worstelt met het zenuwachtig nokken,<br />

Dat reeds hear zwak gestel begint to schokken.<br />

Vergeofs! Ben:mum:timid_ klinit ; ze hijgt near lucht.<br />

Een bange kreet , een raauwe gil ontvlugt<br />

Haar keel; of aklig huiThen , straks vervangen<br />

Door wild geschrei , getuigt van 't boezemprangen.<br />

Dat hoort een buurvrouw, , en snelt toe, en geeft<br />

Der kranke gaarne al, wet hear armoe heeft.<br />

Zij zoekt geen lof, goon <strong>voor</strong><strong>de</strong>el of belooning,<br />

Maar volgt hear hart bij liefcle- en dienstbetooning !<br />

En heeft geduld , tot <strong>de</strong> arme kalmer wordt ,<br />

En 't vriendlijk troostwoord rust in 't harte stort.<br />

Vriendin in wood, <strong>de</strong> kranke erkent uw zorgen !<br />

Vergeldt zij 't niet, 't blijft Go<strong>de</strong> niet verborgen !<br />

Doch wie is <strong>de</strong> arme ... <strong>de</strong> afgeknekte bloem<br />

't Is Phoebe, zij , eemnital <strong>de</strong>r maag<strong>de</strong>n roern,<br />

Wie 's mini-mars vurig oog, zijn minim woor<strong>de</strong>n ,<br />

Zijn zoete vlei- en leugentaal bekoor<strong>de</strong>n.<br />

't Was me<strong>de</strong>lij , dat eerst hear tee<strong>de</strong>r hart<br />

Bewoog, gevoelig, <strong>voor</strong> zijn sehijnbre smart.<br />

„En dan zijn smeeken? 't moest <strong>de</strong> wreedste winnen ,<br />

„En 't koelste hart ontgloeijen linen tot minnen


GEORGE. CRABBE. 127<br />

Ach, al te vroeg zag hij zijn wensch vervuld!<br />

Te Mat be<strong>de</strong>kte <strong>de</strong> echt <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> en schuld;<br />

En then vergat <strong>de</strong> ontrouwe woord en ee<strong>de</strong>n,<br />

Toen weed zij , <strong>de</strong> eens vergo<strong>de</strong>, ruw vertre<strong>de</strong>u.<br />

Een lompen dwaas , een tergend dwingeland<br />

Gaf zij, zoo 't bleek , ontijdig hart en hand.<br />

Hij tier<strong>de</strong> in huis en schold , totdat zij sehrei<strong>de</strong>,<br />

Of spil<strong>de</strong> uithuizig 't loon, verdiend door bei<strong>de</strong>,<br />

Tot ziekte en kommer haar verkwijnen <strong>de</strong>ed,<br />

En hoop en troost verging in 't grievend Iced.<br />

Orb, vlied verleiding! Hoed u <strong>voor</strong> het kwa<strong>de</strong>,<br />

En boor, o jengd , mijn stem , eer 't is te spa<strong>de</strong>!<br />

En vergelijk nu, zoo ge wilt, <strong>de</strong>n indruk , door <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>stelling<br />

van Phoebe Dawson op u gemaakt, met dien , welken<br />

wij ontvingen; <strong>de</strong> onze laat zich in drie gedachten weergeven.<br />

Ie<strong>de</strong>re kunst hou<strong>de</strong> zich binnen <strong>de</strong> grenzen , haar aangewezen<br />

; Phoebe met hare kruik en haar kind kwam een<br />

schil<strong>de</strong>r, , niet een dichter toe; dat was <strong>de</strong> eerste. De twee<strong>de</strong><br />

hebben wij alien gemaakt; <strong>de</strong> beschrijving van een hysterisch<br />

toeval is een ongelukkig on<strong>de</strong>rwerp <strong>voor</strong> een vers. En <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>?<br />

Er schuilen misschien paarlen in het slijk , maar laat mij niet<br />

zien hoe ge er in wroet, als hij er geene aan het licht brengt!<br />

III. Begrafenissen. Och , lieve wichtjens! wanneer gij<br />

bet verhelpen kondt, gij <strong>de</strong>edt beter maar niet te wor<strong>de</strong>n geboren,<br />

schreven wij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>rlingen welkomstgroet aan<br />

<strong>de</strong> kleenen, waarme<strong>de</strong> dit dichtstuk aanvangt. Van trouwen<br />

komt rouwen , mogt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> H u w elij ken staan. Wat dunkt<br />

u, wanneer wij <strong>de</strong> laatste af<strong>de</strong>eling, Begrafenissen, die<br />

even weinig blijken inhoudt, dat <strong>de</strong> dichter geleerd heeft „het<br />

„leven in zijne volheid te begrijpen en op te vatten, zon<strong>de</strong>r het<br />

„chemisch te ontle<strong>de</strong>n ," <strong>de</strong>n lief hebbers overlieten, en Haar het<br />

opschrift hem zelven begroeven? Ondanks dat hij ons bitter heeft


128 GEortati CRkliBE.<br />

teleurgesteld, doen wij bet dankbaar ; of zon het looter ij<strong>de</strong>lheid<br />

zijn, zoo wij ons verbeel<strong>de</strong>n, dat hij ons geleerd heeft ons <strong>voor</strong><br />

velerlei verkeerds te wachten ? Wij zullen straks nog eene<br />

poging wagon het dui<strong>de</strong>lijk te doen wor<strong>de</strong>n ; on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze rubriek<br />

behoort slechts eene vlugtige vermelding van wat hij meer heeft<br />

geschreven, hoe bet later met hem ging. Zijne volgen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>tbrengselen<br />

waren : <strong>de</strong> Burt, eene reeks van schetsen, haast<br />

geen <strong>voor</strong>- of on<strong>de</strong>rwerp ter wereld van zijne beschrijving verschoonen<strong>de</strong>,<br />

allerbelangrijkst <strong>voor</strong> wie weten wit, hoe eon zeestadje<br />

van <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n rang, eon opkomend Aldborough, er<br />

in lingeland in het begin <strong>de</strong>ter eeuw uitzag. Verschenen in 1810,<br />

word. dat dichtstuk in 1812 door velerlei Vertellingen, gevolgd ,<br />

<strong>voor</strong> wie 's mans beschouwingswijze <strong>de</strong>elt , eene bron van studie ;<br />

wat ons betreft; slechts om twee verzen vermelding verdienen<strong>de</strong><br />

; twee verzen in an<strong>de</strong>re maat geschreven, dan die waarin<br />

wij Het Dorpjen getrouwelijk <strong>voor</strong> u hebben overgezet, en die<br />

hij, behon<strong>de</strong>ns die bei<strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ringen, levenslang bezig<strong>de</strong>.<br />

Het zijn Sir Eit8tache Grey en do Ileidin, bet eene zoowel als<br />

het an<strong>de</strong>re moor kracht verra<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, dan hij overigens aan<br />

<strong>de</strong>n dag legt, bei<strong>de</strong> echter overdreven. Het eerste is een verslag<br />

, door <strong>de</strong>n lij<strong>de</strong>r zelven gegeven, hoe hij krankzinnig<br />

word; het tooneel is een gekkenhnis. Het twee<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rt<br />

eene wroeging, waarbij nw hart wegkrimpt. Zooveel over<br />

zijne lettervruchten, en nu over zijn leven ? De biographie<br />

is daar ten bewijze, hoe hij gevierd word en geeerd , niet<br />

slechts door het groote publiek , maar door wie in Lon<strong>de</strong>n ,<br />

in <strong>de</strong> jaren 1817 tot 1822, tot <strong>de</strong> letterkundige wereld behoor<strong>de</strong>;<br />

hij, het lam, was bij wij le <strong>de</strong> leeuw. De Rutlands<br />

bleven levenslang zijne bescheriners ; hij genoot bet inkomen<br />

van verschei<strong>de</strong>ne predikantsplaatsen terzelf<strong>de</strong>r tijd hij zag<br />

zijne kin<strong>de</strong>ren gelukkig gevestigd ; twee van <strong>de</strong>ze wijd<strong>de</strong>n<br />

zic.h als hij <strong>de</strong>n geestelijken stand ; en verloor hij zijne Sarah


GEORGE CRABBE. 129<br />

in 1813, hij werd , vreeind genoeg, se<strong>de</strong>rt gezon<strong>de</strong>r dan hij<br />

ooit was geweest, en men verdacht hem, dat hij, op zijn<br />

ou<strong>de</strong>n dag, an<strong>de</strong>re Anacreon, <strong>de</strong> rozen <strong>de</strong>r lief<strong>de</strong> weer door<br />

zijne zilveren lokken wil<strong>de</strong> vlechten. Het moet wel waar<br />

zijn geweest, want <strong>de</strong> biographist zelf gewaagt er van, maar<br />

het blijft bij wenken ; eenige triomfen nog, in Edinburg <strong>voor</strong>al,<br />

en wij dragen hem ten grave in Trowbridge in Wiltshire,<br />

waar hij <strong>de</strong> laatste negentien jaren leeraar was geweest, waar<br />

hij in zijn acht en zeventigste verscheid<strong>de</strong>. Er werd een marmeren<br />

ge<strong>de</strong>nkteeken door <strong>de</strong> bijdragen zijner dankbare gemeente<br />

<strong>voor</strong> hem opgerigt : „het stelt eene gestalte <strong>voor</strong>, die<br />

„op bewon<strong>de</strong>renswaardige wijze <strong>de</strong>n sterven<strong>de</strong>n dichter weer-<br />

„geeft , zijne oogen vestigen<strong>de</strong> op <strong>de</strong> heilige schrift ; twee<br />

„hemelsche wezens zien toe, als verbei<strong>de</strong>n ze zijn verschei<strong>de</strong>n<br />

„van <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>;” en daaron<strong>de</strong>r wordt eene lofspraak op zijne<br />

vele <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n besloten met <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n „eons grooten tijdge-<br />

„noots,” hem prijzen<strong>de</strong>, als „<strong>de</strong>r natuur straffe en toch beste<br />

„schil<strong>de</strong>r." Het is een versregel van Byron.<br />

Byron en Crabbe !<br />

De zamenvoeging <strong>de</strong>zer bei<strong>de</strong> namen schijnt <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n hoer<br />

Sybrandi niets verbazends te hebben ; hij besluit met dat oor<strong>de</strong>el<br />

zijne lange lofspraak op George Crabbe ; hij voegt er nog<br />

een pluimpjen bij. Het viol te vermoe<strong>de</strong>n, dat het gevolg<br />

zijner beschouwing van <strong>de</strong>zen dichter een an<strong>de</strong>r moest zijn<br />

dan dat <strong>de</strong>r onze; als hij hem niet bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, zou hij zieh<br />

<strong>de</strong> moeite <strong>de</strong>r vertaling hebben getroost ? Hoor wat hij al<br />

in hem waar<strong>de</strong>ert „Zijne betrekkingen als dorpspredikant<br />

„in verschillen<strong>de</strong> streken van Engeland had<strong>de</strong>n hem" (die,<br />

volgens Sybrandi, geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> jaren zijns stilzwijgens niet<br />

vruchteloos had geleefd) „eene ruime gelegenheid gegeven<br />

„oin <strong>de</strong>n mensch , het menschelijke karakter en levee te be-<br />

„stu<strong>de</strong>ren , niet, gelijk zij zich vertoonen in <strong>de</strong> hoogere kringen<br />

Studien eu Sehetsen III 9


130 GEORGE CRARBE.<br />

„<strong>de</strong>r zamenleving, waar eenvoudigheid en natuurlijkheid maar<br />

„al te dikwijls door gekunsteldheid en gemaaktheid zijn ver-<br />

„vangen, maar gelijk zij verschijnen in <strong>de</strong> geringe of mid<strong>de</strong>l-<br />

„klasse , waar gevoelen en han<strong>de</strong>len meer in overeenstemming<br />

„staan, en waar <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n en gebreken zich meer in hunne<br />

„wezenlijke gedaante openbaren. Met een menschkundig oog<br />

„had hij <strong>de</strong> zoodanigen gageslagen, het menschelijk hart in<br />

„zijne verschillen<strong>de</strong> werkingen gevolgd , zich niet bij <strong>de</strong> nit-<br />

„wendige verschijnselen bepaald, maar oorzaken en beweeg-<br />

„re<strong>de</strong>nen opgespoord , en <strong>de</strong>n mensch van zijne geboorte af<br />

„nagaan<strong>de</strong>, in natuurlijken aanleg, in opvoeding, <strong>voor</strong>beeld<br />

„en lessen, <strong>de</strong> verklaring gezocht van zijne latere <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n<br />

„of on<strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n.” Voortreffelijk , maar is hier van ontleding<br />

of van dichtk unst sprake? „Wat hij alzoo had opge-<br />

„merkt , — en hij, die van zijne jeugd af aan wi<strong>de</strong>r en met<br />

„<strong>de</strong> menschen had verkeerd , had veel opgemerkt, — dat.<br />

„werd thans het on<strong>de</strong>rwerp zijner dichtstukken. Het waren<br />

„Of afzon<strong>de</strong>rlijke verhalen, of zij wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong>zen of genen<br />

„kunsteloos geknoopten band met elkan<strong>de</strong>r verbon<strong>de</strong>n. Niet<br />

„<strong>de</strong> gebeurtenissen zelve, die hij behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> , trokken <strong>de</strong><br />

„meeste belangstelling ; zij waren eenvoudig, vreernd aan<br />

„zon<strong>de</strong>rlinge avonturen, <strong>voor</strong>vallen nit het dagelijksch leven,<br />

„te naauwernood gebeurtenissen to noemen ; maar het was<br />

„<strong>de</strong> teekening van <strong>de</strong>n han<strong>de</strong>len<strong>de</strong>n of lij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n persoon, <strong>de</strong><br />

„'ontleding van zijn karakter, <strong>de</strong> ontwikkeling van zijn gevoel,<br />

„van zijn vermogen, van zijne aandoeningen, van zijne harts-<br />

„togten, waarin <strong>de</strong> kraeht en het eigenaardige van Crabbe's<br />

„genie uitblonken.” ontleding ! „Dat alles werd afgewis-<br />

„seld door getrouwe natuurbeschrijving en menschkundige<br />

„opmerkingen, die door hare waarheid en juistheid diepen<br />

„indruk maakten. Eenvoudigheid was daarbij ook het ken-<br />

„merk van zijne dichterlijke taal , die <strong>de</strong> zoo dikwijls mis-


GEORGE CRABBE. 131<br />

„bruikte siera<strong>de</strong>n eener poetische dictie versmaad<strong>de</strong> en zich<br />

„<strong>voor</strong>al door eene zinrijke kortheid on<strong>de</strong>rseheid<strong>de</strong> , waarin<br />

„ie<strong>de</strong>r woord moest wor<strong>de</strong>n geteld. Menschelijke dwaasheid ,<br />

„zvvakheid en boosheid vertoon<strong>de</strong>n zich zoo menigvuldig aan<br />

oog , dat zijne gedichten dikwijls eene zeer sombere kleur<br />

„dragen , en hij met regt door Byron <strong>de</strong> strenge, maar beste<br />

„schil<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r menschelijke natuur wordt genoemd. Maar daar-<br />

„bij ontbreekt bet niet aan <strong>de</strong>n humor; die met onschuldige<br />

„luim zijnen ernst afwisselt." Ont le<strong>de</strong>r, ja , maar in die<br />

beschrijvingen tevens schil<strong>de</strong>r, tevens di e h ter ? zon<strong>de</strong>r<br />

dat hij ooit i<strong>de</strong>aliseert?<br />

We mogen het er niet <strong>voor</strong> hou<strong>de</strong>n , dat <strong>de</strong>ze getuigenis<br />

van Byron ten gunste van Crabbe hier door <strong>de</strong>n heer Sybrandi<br />

enkel zou zijn bijgebragt, om het vuurwerk treffend<br />

te doen eindigen , en hem toch aan <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren kant niet<br />

zoo zeer alien zin <strong>voor</strong> kritiek ontzeggen , dat hij zoo zijn<br />

terugge<strong>de</strong>insd <strong>voor</strong> <strong>de</strong> moeite eens na to slaan , wanneer en<br />

waar die hul<strong>de</strong> werd gebragt. Het is een <strong>de</strong>r vier prijzen<strong>de</strong><br />

versregelen nit <strong>de</strong> Engelsche Bar<strong>de</strong>n en Schotsche Recensenten<br />

in 1809 in bet licht versehenen , teen George Crabbe nog<br />

slechts zijn Dorpjen en zijn Kerkregisters had uitgegeven. Het<br />

is <strong>de</strong> lof van een satyricus, die verplicht was, wil<strong>de</strong> hij<br />

het pnbliek <strong>voor</strong> zijne wraakneming winnen , eenigen te verschoonen<br />

; die, zou zijn hekeldicht niet al te bar wor<strong>de</strong>n,<br />

enkelen zelfs prijzen moest, en het van zelf het liefst diegenen<br />

<strong>de</strong>ed, welke bet verst bene<strong>de</strong>n , of wilt ge , buiten zijne sfeer<br />

zweef<strong>de</strong>n. Het is eene hul<strong>de</strong>, toegezwaaid in een gedicht ,<br />

waarin Wordsworth gemeen wordt geschol<strong>de</strong>n; bet is een<br />

lintjen , Crabbe be<strong>de</strong>eld door een vorst , die later eene an<strong>de</strong>re<br />

or<strong>de</strong> dan die, welke hij stichtte , hemelhoog zou verheffen.<br />

Moeijelijk kunnen wij ens <strong>voor</strong>stellen , dat bet <strong>de</strong>n beer Sybrandi<br />

zou zijn ontgaan , hoe weinig het gezag van Byron


132 GEORGE CRABBE.<br />

als criticus gel<strong>de</strong>n mag, hoe zijne goe<strong>de</strong> trouw in dat opzigt<br />

niet boven alle ver<strong>de</strong>nking is. Het nageslacht waar<strong>de</strong>ert<br />

zoowel in Wordsworth's als in Byron's meesterstukken <strong>de</strong><br />

ontwikkeling <strong>de</strong>r dichterlijke gedachte door Goldsmith in<br />

zijnen Reiziger maar aangegeven; doch zoo <strong>de</strong> evenaar in <strong>de</strong><br />

hand <strong>de</strong>r kritiek tusschen the Excursion, en Chil<strong>de</strong> Harold<br />

nog wankelt , wie is er die langer gelooft, dat Byron meen<strong>de</strong><br />

wat hij zei<strong>de</strong>, toen hij Pope boven Shakspeare verhief? De<br />

greep van <strong>de</strong>n heer Sybrandi is to zon<strong>de</strong>rlinger, , <strong>de</strong>wijl het<br />

waarlijk aan an<strong>de</strong>re lofspraken niet ontbreekt. Was het maar<br />

om een naam te doen, eene vermaardheid, die van Byron<br />

evenaren<strong>de</strong>, een gevierd man, wiens strekking schijnbaar<br />

meer met die van Crabbe overeenstem<strong>de</strong>, een vertrouwd<br />

vriend , hij had hem <strong>voor</strong> het kiezen in Walter Scott, die<br />

onzen dichter, toen hij eenige zijner verzen <strong>voor</strong> motto aan<br />

het hoofdstuk van een zijner romans bezig<strong>de</strong>, <strong>de</strong>n engelschen<br />

Martialis noem<strong>de</strong>. Het ging even weinig diep, maar het had<br />

niet min<strong>de</strong>r mooi geklonken. Was bet hem to doen geweest<br />

om een lof, , die van meer oor<strong>de</strong>el getuig<strong>de</strong>, hij had Gifford<br />

of Cunningham maar op te slaan, en hij mu zich bevredigd<br />

hebben gezien, — met eenige tempering, het is waar. Wij<br />

kiezen in zijne plaats <strong>de</strong> karakteristiek van eene vrien<strong>de</strong>n-<br />

hand, die berucht is om <strong>de</strong> bitterheid, waarme<strong>de</strong> zij geesel<strong>de</strong>,<br />

als partijschap haar bestuur<strong>de</strong> , maar wier gezag zel<strong>de</strong>n wordt<br />

gewraakt, als zij zon<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>ingenomenheid <strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong>n<br />

omsloeg. „Crabbe," begint <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>elvelling, „Crabbe is mis-<br />

„schien <strong>de</strong> gemanierdste van al onze leven<strong>de</strong> dichters, en het<br />

„is waarlijk to beklagen, dat <strong>de</strong> sterkst spreken<strong>de</strong> trekken<br />

„zijner gemanierdheid verre van <strong>de</strong> aangenaamste zijn. De<br />

„huiselijke, ietwat gemaakte, prozaische stijl, — <strong>de</strong> versi-<br />

„ticatie aller verheffing vreemd, die nu eens wat gebrokens<br />

„heeft, en dan weer naar geklingel zweemt, — het eeuwige


GEORGE CRABBE. 133<br />

„ten voeten uit van alledaagsche , soms gemeene karakters ,<br />

„— gewoonlijk opgeluisterd door <strong>de</strong> flaauwe aardighe<strong>de</strong>n ,<br />

„en ze<strong>de</strong>kundige bespiegelingen <strong>voor</strong> jan en alleman , — zie-<br />

„daar wat op <strong>de</strong> oppervlakte zijner schriften bovendrijft; zie-<br />

„daar wat hem het eerst in ons geheugen herroept , als wij<br />

„een nieuw <strong>voor</strong>tbrengsel zijner ve<strong>de</strong>r ter hand nemen. En<br />

„echter zijn het niet die gebreken, welke zijne eigenlijke<br />

„manier uitmaken ; zijn het niet die dingen , welke hem het<br />

„karakter geven , waarom hem volgen<strong>de</strong> geslachten zullen<br />

„ge<strong>de</strong>nken. Het behoeft geen betoog, dat <strong>de</strong>ze eigenschappen<br />

„niemands heugenis zou<strong>de</strong>n doen <strong>voor</strong>tleven , en dat zij dus<br />

„nooit het kenschetsen<strong>de</strong> kumien uitmaken van eenige <strong>de</strong>r<br />

„oorspronkelijkste en krachtigste verzen, welke ooit zijn ge-<br />

„schreven.” Hier volgt <strong>de</strong> beproef<strong>de</strong> verklaring van het raadsel.<br />

„Crabbe bezit dus an<strong>de</strong>re gaven , en <strong>de</strong>ze zijn niet min<strong>de</strong>r<br />

„eigenaardig en niet min<strong>de</strong>r sterk geteekend dan <strong>de</strong> gebreken,<br />

„waartegen zij overstaan , — een weergaloos , bijna naar<br />

„toovenarij zweemend talent van opmerking , aan het licht<br />

„gebragt in beschrijvingen, <strong>de</strong>r natnur zoo nabij komen<strong>de</strong> ,<br />

„dat wj die eer <strong>voor</strong> afdrukken dan <strong>voor</strong> navolgingen aan-<br />

„zien , — eene ontleding van gemoedsaard en gevoel , even<br />

„keurig en even diep gaan<strong>de</strong> , — bijwijle een zweem van<br />

„mannelijke tee<strong>de</strong>rheid — en iets aandoenlijks , tot schok-<br />

„kens en vrees aanjagends toe, bijwijle vreemd genoeg ,<br />

„vlaagswijze schier met <strong>de</strong> kleinste onbedui<strong>de</strong>ndste bijzon<strong>de</strong>r-<br />

„he<strong>de</strong>n afwisselend. Voeg hierbij <strong>de</strong> nimmer falen<strong>de</strong> , <strong>de</strong><br />

„dikwerf diepe scherpzinnigheid <strong>de</strong>r opmerkingen , waarme<strong>de</strong><br />

„hij ons nu en dan to mid<strong>de</strong>n van beschrijvingen, die op<br />

„geenerlei belangrijkheid aanspraak mogen maken , verrast ,<br />

„en het gewigt , <strong>de</strong> kernige kortheid van lessen en regelen ,<br />

„die hem ontvallen of het orakelspreuken waren , bij gele-<br />

„genhe<strong>de</strong>n , welke <strong>de</strong>rgelijke openbaringen volstrekt niet be-


134 GEORGE CRABBE.<br />

„loof<strong>de</strong>n , en ten leste, wat niet het minst mag heeten, <strong>de</strong><br />

„zoete, schaars aangeslagen snaar van lyrische bezieling, wier<br />

„minste tokkeling eensklaps zijnen verzen en zijner stof alle<br />

„hardheid ontneemt, en hem op gelijke hoogte beurt met <strong>de</strong><br />

„stoutste en vindingrijkste dichters van zijnen tijd."<br />

Het oor<strong>de</strong>el is dat van Jeffrey.<br />

Indien het <strong>de</strong>n heer Sybrandi goed had gedacht <strong>de</strong>ze plaats<br />

bij to brengen, wij zort<strong>de</strong>n van plooij en hebben gesproken,<br />

<strong>voor</strong>al aan het slot slechts te zeer in het oog vallen<strong>de</strong>;<br />

thans, nu hij ons verpligt heeft om van <strong>de</strong> vriendschap van<br />

een bevoegd tijdgenoot te gewagen, gelooven wij het regt te<br />

hebben <strong>de</strong> keerzij<strong>de</strong> <strong>de</strong>r medaille in eene an<strong>de</strong>re kritiek, ook<br />

nit die dagen, na to laten zien. „Crabbe's stijl ," luidt het<br />

vonnis, „zou ten antwoord mogen strekken op Audrey's<br />

„vraag: „of <strong>de</strong> dichtkunst iets waars is?" Ge vindt bij hem<br />

„geese siera<strong>de</strong>n, geen blijk van verheelding, geen zelf be-<br />

„drog , geen woor<strong>de</strong>npronk. Zijn zang is louter droeve werke-<br />

„lijkheid , eene nuttelooze weeklagt , zon<strong>de</strong>r eenige verhefling<br />

„of verscheiclenheid. Letterlijke getrouwheid neemt bij hem<br />

„<strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong>r vinding; hij wordt wigtig door een aantal<br />

„kleine bijzon<strong>de</strong>rbe<strong>de</strong>n; hij kluistert <strong>de</strong> aandacht door ver-<br />

„velend to zijn. Hij houdt zich niet altijd slechts met feiten<br />

„bezig, maar het zijn bovendien feiten van <strong>de</strong> meest alle-<br />

„daagsche, minst opwekken<strong>de</strong>, alleronaangenaamste soort;<br />

„maar hij vleit zich met het effect van waarheid door eene<br />

„het microscoop beschamen<strong>de</strong> naauwkeurigheid, waarme<strong>de</strong> hij<br />

„<strong>de</strong> onbedui<strong>de</strong>ndste <strong>voor</strong>werpen ontleedt, en met een waar-<br />

„borg <strong>voor</strong> belangstelling in <strong>de</strong> onverzettelijke vastbera<strong>de</strong>n-<br />

„heid, waarme<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> walgelijkste dingen behan<strong>de</strong>lt. Zijne<br />

„dichtkunst heeft het <strong>voor</strong>komen van iemand, die eene be-<br />

„trekking bekleedt of een beroep uitoefent. Hij wordt geroe-<br />

„pen bij moeijelijke geboorten, bij gebroken le<strong>de</strong>maten of


GEORGE CRABBE. 135<br />

„geschon<strong>de</strong>n huiselijke vre<strong>de</strong>n, en hij maakt eene lijst op<br />

„van wat er in zijne parochie is gebeurd en gezondigd. Hij<br />

„kiest het laagste , grofste, meest weerzin inboezemen<strong>de</strong>, dat<br />

„er in <strong>de</strong>n menseh schuilt, tot stoffe zijner uitvoerige be-<br />

„schrijving; toch is bet nog altijd natuur, en <strong>de</strong> Natuur is<br />

„eene groote en machtige Go<strong>de</strong>s. Wel <strong>voor</strong> hem, dat zij dat<br />

„is,” gaat het <strong>voor</strong>t, maar wij wager niet alles over te nemen.<br />

Slechts <strong>de</strong>ze karakteristiek zijner zangster: „'s Mans maze is<br />

„niet eene <strong>de</strong>r dochteren <strong>de</strong>s geheugens; zij is <strong>de</strong> °U<strong>de</strong>, tan<strong>de</strong>-<br />

7; looze, mompelen<strong>de</strong> dame zelve; al wat er in <strong>de</strong> buurt kwaads<br />

„wordt gesproken en gefluisterd overbabbelen<strong>de</strong> , u me<strong>de</strong><strong>de</strong>e-<br />

„len<strong>de</strong> toti<strong>de</strong>m ver6i8 et literie, wat er in elken hock <strong>de</strong>s<br />

„koningrijks, ie<strong>de</strong>r uur van <strong>de</strong>n dag en <strong>de</strong>s jaars geschiedt ,<br />

„en altijd bij <strong>voor</strong>keur van bet minst smakelijke gewagen<strong>de</strong>.”<br />

Of zijn Helicon: „Op doze stikt gij in onkruid en be<strong>de</strong>rf;<br />

„geen licht uit <strong>de</strong>n hemel straalt er u op toe; geen streelen<strong>de</strong><br />

„klanken verrassen er geen bloem van lief<strong>de</strong>, hoop of<br />

„vreng<strong>de</strong> die er op ontlnikt, of, doen zij het, in een omzien<br />

„zijn ze verwelkt. De verzen onzes dichters blazen geen geest<br />

„van jeugd in wat hem omringt ; alles krimpt weg in vreeze,<br />

„moe<strong>de</strong>loosheid en verval." Is het won<strong>de</strong>r dat het opstel aldus<br />

wordt besloten: „In een woord, zoo <strong>de</strong> schriften van Crabbe<br />

„niet veel bijdragen ter vermeer<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong>n schat eener<br />

„boeijen<strong>de</strong> en streelen<strong>de</strong> verdichting, het lijdt geen twijfel<br />

„dat zij misschien nog wel eene toekomstige eeuw lang een<br />

„doorn in <strong>de</strong> zijne <strong>de</strong>r dichtkunst zullen blijven."<br />

De veroor<strong>de</strong>eling is door Hazlitt geteekend.<br />

De Predikantsdoehter, het oorspronkelijke dichtstuk van <strong>de</strong>n<br />

heer Sybrandi, waarme<strong>de</strong> dit bun<strong>de</strong>ltjen wordt besloten, schijnt<br />

ons het afdoeud bewijs te leveren, dat hij aan eene <strong>de</strong>rgelijke<br />

kritische beschouwing van het <strong>voor</strong>werp zijner bewon<strong>de</strong>ring,<br />

als wij in <strong>de</strong> laatste tegenstellingen beproef<strong>de</strong>n, niet heeft


136 GEORGE CRABBE.<br />

gedaan. Hij noemt het eene proeve niet van Crabbe's poezij ,<br />

maar in zijnen trant. G-aarne getuigen wij, dat het geen <strong>de</strong>r<br />

walgelijke gebreken heeft, straks in zijn <strong>voor</strong>beeld opgesomd ;<br />

maar wij zou<strong>de</strong>n evenzeer <strong>de</strong>r waarheid te kort doen, zoo wij<br />

het <strong>de</strong> weinige verdiensten, die dit on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, toeken<strong>de</strong>n.<br />

Crabbe's sombere levensbeschouwing is door Sybrandi's sentimentele<br />

vervangen; <strong>de</strong> Predikantsdochter is eene duitsche<br />

en geene engelsche figuur. Voor het oord van ontzetting ,<br />

waarin <strong>de</strong> meester u, uws ondanks, verwijlen doet, verplaatst<br />

<strong>de</strong> leerling u in een liefelijk landschap; Crabbe's geestelijken<br />

zijn alles behalve heiligen; Sybrandi's leeraar is een man,<br />

van wien u veel goeds wordt gezegd; in het <strong>voor</strong>beeld krijgt<br />

ge <strong>de</strong> gevolgen <strong>de</strong>r verleiding te zien; in <strong>de</strong> navolging blijft<br />

<strong>de</strong> minnaar maar weg. Onmiskenbaar doet zich <strong>de</strong> invloed<br />

eener an<strong>de</strong>re, eener evenzeer naburige letterkun<strong>de</strong> gevoelen;<br />

bij Crabbe heerschen <strong>de</strong> feiten, bij Sybrandi <strong>de</strong> gedachten;<br />

— <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r dweept met zijne dochter, <strong>de</strong>wiji hij zijne vrouw<br />

vroeg verloor; het meisje dweept met <strong>de</strong>n eersten jongeling<br />

<strong>de</strong>n besten. waarme<strong>de</strong> zij in kennis komt ; die minnaar zelf<br />

is slechts zwak , want uit <strong>de</strong> streek , waarin <strong>de</strong> liefste woont ,<br />

verwij<strong>de</strong>rd, huwt hij eene an<strong>de</strong>re. Maar wij mogen niet<br />

<strong>voor</strong>tgaan linger stil te staan bij dat meisjen in <strong>de</strong>n mist,<br />

zoo weinig zweemen<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> scherpe omtrekken <strong>de</strong>r straffe<br />

hand, welke <strong>de</strong>n vorm aangaf schijnt het; wij schei<strong>de</strong>n er<br />

van om ons oor<strong>de</strong>el over Crabbe zaam to vatten , niet zon<strong>de</strong>r<br />

eene schoone plaats mee to <strong>de</strong>elen, die Sybrandi stellig alleen<br />

en geheel toebehoort; het is eene schets van kin<strong>de</strong>rsmarte ,<br />

als wij in <strong>de</strong> Gedoorten vruchteloos zochten<br />

Oeh , 't jeugdig kind. heeft ook zijn zielsverdriet,<br />

Al telt een later tijd. then kommer niet.<br />

't Is ijdle waan ; dat immer 's levensjaren<br />

In ongestoord genoegen ons ontvaren.


GEORGE CRABBE. 137<br />

Het kind is mensch ; <strong>de</strong> mensch een grooter kind,<br />

Dat smart of vreug<strong>de</strong> in ij<strong>de</strong>lhe<strong>de</strong>n vindt<br />

Van <strong>de</strong> eigen waar<strong>de</strong> , als die <strong>voor</strong> 't kin<strong>de</strong>rharte<br />

De bronnen zijn van blijdschap of van smarte.<br />

Wij, dwazen , zien <strong>de</strong>n ras gevloei<strong>de</strong>n traan<br />

Van 't schreijend kind met wrevlige oogen aan,<br />

Alsof ook dads niet menig traantje wel<strong>de</strong><br />

Om angst of pijn, die even smartlijk knel<strong>de</strong>,<br />

Als die het hoofd <strong>de</strong>s mans met rimpels groeft,<br />

Of ook bij hem <strong>de</strong>r tranen troost behoeft!<br />

Er is schier eene halve eeuw verloopen , se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> dichter,<br />

met wien wij ons. zoo lang bezig hiel<strong>de</strong>n , bloei<strong>de</strong> ; eigenlijke<br />

school stichtte hij niet, want <strong>de</strong> bevallige en boeijen<strong>de</strong> dorpstafereelen<br />

van miss Mitford is <strong>de</strong> engelsche letterkun<strong>de</strong> noch<br />

Cowper noch Crabbe schuldig ; die dankt zij aan <strong>de</strong>n invloed<br />

van Wordsworth ; <strong>de</strong>ed <strong>de</strong> heer Sybrandi <strong>de</strong>r onze eene dienst,<br />

door <strong>de</strong> vertaling <strong>de</strong>r Kerkregi8ter8? Wij wenschten bevestigend<br />

te mogen antwoor<strong>de</strong>n ; wij mogen het niet. Verzen<br />

vertalen is eene kunst , ziedaar <strong>de</strong> gedachte, waarme<strong>de</strong> wij<br />

<strong>de</strong> reeks <strong>de</strong>zer opstellen begonnen , — verzen vertalen wor<strong>de</strong><br />

eene <strong>de</strong>ugd , ziedaar het <strong>de</strong>nkbeeld , dat ons van <strong>de</strong>n beginne<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geest schemer<strong>de</strong> , dat wij thans eerst wagen uit te<br />

drukken. Onze duitsche naburen hebben over zulk een aantal<br />

vlugtige ve<strong>de</strong>rs te beschikken , dat ten hunnent alles<br />

wordt vertolkt , — dat ge zui<strong>de</strong>lijke en noor<strong>de</strong>lijke en oostersche<br />

en westersche literatuur, , schier tot volledigheid toe,<br />

in hunne landstaal vertegenwoordigd ziet. Ons klein yolk is<br />

verre van zoo rijk te zijn ; bij vergelijking bitter arm, moesten<br />

onze vernuften er naar streven ons van alle letterkun<strong>de</strong><br />

alleen het beste te geven. George Crabbe, geen genie, maar<br />

een talent, <strong>de</strong> letterkundige curiositeit , had this gerust nog<br />

lang kunnen wor<strong>de</strong>n gemist. Om het verwijt van veroor<strong>de</strong>eling<br />

uit <strong>de</strong> hoogte <strong>voor</strong> te komen , hebben wij het geduld


138 GEORGE CR ABBE.<br />

<strong>de</strong>r lezers op zeker niet geringe proef in doze stndie gesteld.<br />

Sympathie <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n dichter, , zij heeft 0118, gelooven wij, niet<br />

ontbroken , zoo lang wij hem ongelukkig zagen; houd ons <strong>de</strong><br />

ironie ten goe<strong>de</strong>, welke wij niet kon<strong>de</strong>n bedwingen, toen<br />

hij, gelnkkig gewor<strong>de</strong>n, ons zoo zeer teleurstel<strong>de</strong>. Vijftig<br />

jaren lang moge die vervelendheid gevierd zijn, in zijn va<strong>de</strong>rland<br />

wordt men allengs het naschrijven moe<strong>de</strong>, toetst men<br />

en bevindt to ligt. Wat geloof<strong>de</strong> <strong>de</strong> beer Sybrandi ons in<br />

hem to kunnen aanbevelen , <strong>de</strong>n mensch , <strong>de</strong>n christen of <strong>de</strong>n<br />

knnstenaar? De mensch? maar zoo <strong>de</strong> verdienste van dozen<br />

<strong>voor</strong> het algemeen aan het licht komt in zijne opmerkingsgave<br />

<strong>voor</strong> het ongelijke <strong>de</strong>r lotsbe<strong>de</strong>eling , waarom zag hij<br />

die alleen op het land en niet evenzeer in <strong>de</strong> stad, en, grooter<br />

verwijt , waar bleek ooit zijn meegevoel met <strong>de</strong> daad? „Bui-<br />

„ten het gezellig verkeer gesloten , waar hij zijne jonkheid<br />

„doorbragt, en geen toegang kunnen<strong>de</strong> verkrijgen tot hooge-<br />

„school of halle, ontbreekt hem alle sympathie <strong>voor</strong> <strong>de</strong> onge-<br />

,,letter<strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n van het Dorpjen of <strong>de</strong> Burgt , en beschrijft<br />

„hij zijne huren als nog min<strong>de</strong>r op hun gemak , nog onte-<br />

„vre<strong>de</strong>ner dan hij zelf. Intusschen draagt hij eene bree<strong>de</strong> reeks<br />

„van dichtstukken aan <strong>de</strong> elkaer afwisselen<strong>de</strong> geslachten van<br />

„a<strong>de</strong>llijke beschermers op, en terwijl hij eene gansche kust,<br />

„door verzen vol jammers, tot een afschrik <strong>de</strong>s lands maakt,<br />

,,is <strong>de</strong> eenige bladzij<strong>de</strong> van zijne boeken, waarop eer, schoon-<br />

„heid , verdienste of geneugt schittert , die welke hij aan<br />

„het geslacht <strong>de</strong>r Rutlands wijdt.” Schuilt er jets navolgenswaardigs<br />

in dat <strong>voor</strong>beeld? — Wij spraken van <strong>de</strong>n mensch;<br />

<strong>de</strong> christen is aan <strong>de</strong> beurt; hoe ongaarne wij die schei<strong>de</strong>n ,<br />

in George Crabbe waren zij het maar to zeer; <strong>de</strong> schuld<br />

lag ten <strong>de</strong>ele, wij erkennen het, aan zijnen tijd. Spreekt er<br />

echter uit zijne gediehten iets, dat, <strong>de</strong>zen <strong>voor</strong>uit, niet besloten<br />

binnen <strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n van een stokstijf stelsel, volgens 't


GEORGE CRABBE. 139<br />

welk men van zijne zaligheid verzekerd was of verloren ging,<br />

behoefte <strong>de</strong>s gemoeds verraadt aan vruchtbaar<strong>de</strong>r geloof, aan<br />

verheffen<strong>de</strong>r gemoedsleven, in onze eeuw algemeener, dan<br />

<strong>de</strong> ijveraar <strong>voor</strong> leerstellige of kerkelijke begrippen erkent?<br />

„Bevrijdt ons van Crabbe in <strong>de</strong> ure <strong>de</strong>r versiagenheid,"<br />

klinkt het van <strong>de</strong> overzij<strong>de</strong> <strong>de</strong>s Kanaals. ,,Schetsen van ze<strong>de</strong>-<br />

„lijke en verstan<strong>de</strong>lijke en ligehamelijke onta<strong>de</strong>ling vloeijen<br />

„in zijne schriften over; <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n volke is hij een <strong>de</strong>r ver-<br />

„troosters van Job!” Wie onzer die, ware hij begaafd met<br />

zulk eenen zin ellen<strong>de</strong> gar to slaan, zich langer er meO zou<br />

durven vergenoegen haar te bespien, haar te beschrijven,<br />

en <strong>de</strong> hand niet ter hulpe zou uitstrekken en <strong>de</strong>n be<strong>voor</strong>regte<br />

in <strong>de</strong>n lan<strong>de</strong> niet dwingen blozen<strong>de</strong> meé te doen? —<br />

De kunstenaar dan misschien? Voorbijzien<strong>de</strong> hoe <strong>de</strong> groote<br />

genie, van welke <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rgeboorte <strong>de</strong>r duitsehe letterkun<strong>de</strong><br />

dagteekent, in zijnen La6coon <strong>de</strong> grenzen heeft aangewezen,<br />

welke bet gebied <strong>de</strong>r eene kunst van dat <strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re scbeidt,<br />

is Crabbe in zijn va<strong>de</strong>rland tot vervelens toe <strong>de</strong> Teniers, <strong>de</strong><br />

Osta<strong>de</strong>, <strong>de</strong> Jan Steen <strong>de</strong>r dichtkunst genoemd, tot ein<strong>de</strong>lijk<br />

ook <strong>de</strong>ar <strong>de</strong> kreet is opgegaan, dat bij in <strong>de</strong>n eersten eiseh<br />

aller hoogere kunst, genoegelijke, verheffen<strong>de</strong> gewaarwordingen<br />

te weeg te brengen, te kort schoot. En wat hebben<br />

wij, Hollan<strong>de</strong>rs, dan met George Crabbe to doen, wij, wier<br />

meesters in <strong>de</strong> dagen onzer glorie heel Europa leer<strong>de</strong>n, hoe<br />

lager leven moet wor<strong>de</strong>n opgevat om <strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r<br />

eeuwen weg to dragon?<br />

Hoe bet kleine dichtstukjen, aan <strong>de</strong>n schat van Giithe's<br />

werken ontleend, het kleine dichtstukjen, dat u tot vijfinalen<br />

toe <strong>de</strong>n geest, waarin wij dit opstel schreven, hopen<br />

we, heeft doen gissen, beter dan wij het vermogen, het pleit<br />

voldingt en George Crabbe vonnist! Onwaar in zijne eerste<br />

opvatting, als zou<strong>de</strong> God zoo zijne wereld hebben geschapen,


140 GEORGE CR.A.BBE.<br />

dat alle geluk, alle genot hier bene<strong>de</strong>n slechts aan hooge<br />

geboorte, veel geld en allerlei aanmatigingen van geest is<br />

verknocht, bleef hij levenslang rondtasten naar een bezielend<br />

beginsel , ontleed<strong>de</strong> hij en dood<strong>de</strong> slechts. Te bekrompen<br />

van gemoed om zich te kunnen <strong>voor</strong>stellen, dat een leven,<br />

doorgebragt met in het zweet zijns aanschijns <strong>voor</strong> wijf en<br />

wicht to werken, oogenblikken , dagen, uren oplevert, waarin<br />

die ruige borst van weel<strong>de</strong> zwelt, hetzij <strong>de</strong> forsche stem van<br />

lief<strong>de</strong> fluistert, of <strong>de</strong> eeltige hand een traan wegwischt, ging<br />

alle toewijding boven zijn begrip. Hij zag slechts <strong>de</strong> dartelheid<br />

van <strong>de</strong>n borst tegenover <strong>de</strong> blooheid van <strong>de</strong> <strong>de</strong>erne ;<br />

dat bei<strong>de</strong> een gelukkig paar kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, ook zon<strong>de</strong>r overvloed<br />

, hij geloof<strong>de</strong> het niet; brave ou<strong>de</strong>rs , trots schralen<br />

dronk en schraler bete, hij was er blind <strong>voor</strong>. Laag bij <strong>de</strong>n<br />

grond, was zijn christendom weinig meer dan eene gewij<strong>de</strong><br />

overlevering, zijne kunst maar een spel, pijnlijk beproefd,<br />

pijnlijk <strong>voor</strong>tgezet; schijnt hij ons een egoist, die van zijne<br />

philanthropische aandoeningen partij trok. Te nuchter intusschen<br />

om tot zwaarmoedigheid te vervallen, mag er bij hem<br />

van geen menschenhaat sprake zijn; die verdoling on<strong>de</strong>rstelt<br />

evenzeer hartstogt, als <strong>de</strong> groote, <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke gave, die<br />

alle overig gemis opweegt en aanvult, die alle an<strong>de</strong>re over-<br />

treft, <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>!<br />

Onze volksaard leg<strong>de</strong> haar in zijne kunstscheppingen aan<br />

<strong>de</strong>n dag in <strong>de</strong>n tijd zijns bloeis; laat ons het niet <strong>voor</strong>bijzien<br />

, nu wel ten langen leste <strong>de</strong> oogst dien<strong>de</strong> te rijpen. Het<br />

zoogenaamd alledaagsche, dat echter <strong>de</strong> kern van al wat goed<br />

en groot is in zich bevat , is allengs door stoffe van hoogeren<br />

aard verdrongen; het verhevenste is ons niet te hoog<br />

meer. Wie zou <strong>de</strong> ontwikkeling willen weerhou<strong>de</strong>n; wie niet<br />

wenschen dat zij nog veelzijdiger, dat zij ein<strong>de</strong>lijk volkomen<br />

werd? Niemand, gelooven we, maar dan wachte ook ie<strong>de</strong>r


GEORGE CRABBE. 1<strong>41</strong>.<br />

zich van om te zien naar hetgeen wij teregt zijn <strong>voor</strong>bijgestreefd,<br />

of wat wij gelukkig nooit hebben gekend. Vertalen,<br />

het is eene behoefte gewor<strong>de</strong>n in eenen tijd, die atom op het<br />

gebied van <strong>de</strong>n geest <strong>voor</strong>uitgang verkondigt; vertalen van<br />

verzen, het is eene verdienste, want het breidt onzen beperkten<br />

gezigtein<strong>de</strong>r nit, tot waar ook <strong>voor</strong> het schoone ternpelen<br />

zijn gesticht; maar het blijke eene <strong>de</strong>ugd, door ons<br />

ver<strong>de</strong>r te brengen en niet achternit te doer gaan; stilstand<br />

ten onzent is waarlijk al vloeks genoeg!<br />

1859.


ESAIAS TEGNE.R, FRITHIOF'S SAGA.<br />

NIEUWE UITGAVE HRRZIEN DOOR J. L. TEN KATE.<br />

„Doch Homeri<strong>de</strong> zu seyn , auch nor ale letzter, ist schOn."<br />

I<br />

JONKHEID.<br />

(1782-1804.)<br />

GOETHE.<br />

In het drie-en-negentigste, vier-en-negentigste, vijf-en-negentigste<br />

jaar <strong>de</strong>r vorige eeuw zoudt gij in het hart van Zwe<strong>de</strong>n ,<br />

langs <strong>de</strong> oevers van het meir Wenern, in <strong>de</strong> hooge bosschen van<br />

Wermland , op <strong>de</strong>n grooten landsweg , menigmalen eene ou<strong>de</strong><br />

chais hebben ontmoet , om, <strong>voor</strong> haar nithalen<strong>de</strong> of het haar<br />

zien<strong>de</strong> does, <strong>de</strong>n vluggen vos er <strong>voor</strong> gespannen een oogenblik<br />

ga te slaan; om <strong>de</strong>n goelijken man, die over <strong>de</strong>zen schaars <strong>de</strong><br />

zweep leg<strong>de</strong>, vitigtig te grooten en hem te vergeten. Toch zoudt


ESATAS TEGNtR, FurrumF's SAGA. 143<br />

gij, wie ge wezen moogt, die <strong>de</strong>ze regelen leest, aan het laatste<br />

niet wel hebben gedaan. Het was maar <strong>de</strong> rijksontvanger („Kronofogd")<br />

Branting, zegt ge, die van dorp tot dorp <strong>de</strong> belasting<br />

ging uitsehrijven en innen , en met wien gij, die in zijne<br />

„voogdij" noch hoeve bewoon<strong>de</strong>t , noch hoeve bezat, niets hadt<br />

uit te staan ; die u , Been on<strong>de</strong>rdaan dier „kroon" , niets aanging.<br />

Wat meent gij u hoog op te heffen, door zoo laag neer te<br />

zien ! Als had er in dien beambte niet meer gescholen dan een<br />

getrouw vervuller zijner betrekking , als ware <strong>de</strong> mensch Branting<br />

niet, tien tegen een, zoowel onze als uw meer<strong>de</strong>re geweest.<br />

Wij laten dat verweer<strong>de</strong> rijtuig , wij laten dien vos ons<br />

nog eenmaal te gemoet komen , in die schil<strong>de</strong>rachtig schoone<br />

streek , welke ons van <strong>voor</strong> <strong>de</strong>rtig jaren heugt en het harte bij<br />

<strong>de</strong> herinnering weer warm doet wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zoelte van een<br />

zornerdag , <strong>de</strong>n eigenaardigen geur van het <strong>de</strong>nnenbosch , <strong>de</strong><br />

frisehheid van het meirkoeltjen ; <strong>de</strong>ar wolkt <strong>de</strong> weg, maar near<br />

ons toe, want die chais te willen <strong>voor</strong>bijrij<strong>de</strong>n zou halsbrekens<br />

werk wor<strong>de</strong>n, — <strong>de</strong> vos zou vliegen , als Branting „<strong>voor</strong>t" riep.<br />

Hij na<strong>de</strong>rt , zie scherp toe, zoo ge wilt . hij is <strong>voor</strong>bij. „Een<br />

„flink paard, een gezet man, en een jongsken in <strong>de</strong>n bak achter<br />

„<strong>de</strong> chais , we zagen waarlijk niets meer !" Een oogenblik .<br />

maar daar slaat het rijtuigjen een zijweg in, en <strong>de</strong> knaap wipt<br />

af, , om het hek , dat <strong>de</strong> baan verspert , open te doen , en als<br />

<strong>de</strong> chais er door is gerold , het achter <strong>de</strong>ze weer to sluiten ,<br />

doch vlug als een tien-, elf-, twaalfjarige, vrolijk , als niets<br />

vreemds is, zoo lang het gou<strong>de</strong>n haar zoo krulziek om <strong>de</strong>n sche<strong>de</strong>l<br />

zwiert. Een oogenblik, — en het jongsken is weer opgewipt ;<br />

<strong>voor</strong>t rolt <strong>de</strong> chais; maar zoet <strong>voor</strong>regt <strong>de</strong>r jeugd van ijlings<br />

belang to wekken, en dat te doenlouter door hare verschijning ,<br />

uw blik volgt haar om <strong>de</strong>s knaaps wille onwillekeurig, en als<br />

ze straks stilstaat <strong>voor</strong> eene herberg, die weinig heeft van wat<br />

men zich buiten Scandinavia on<strong>de</strong>r dat woord <strong>de</strong>nkt , die ook


144 ESA [AS TEGNE. , EMT HIOF' S SAGA.<br />

maar eene hoeve is, dan spant ge gaarne met dat jongsken uit ,<br />

't geen niemand , die hem een handjen helpt , noodig heeft. Op<br />

stal staat <strong>de</strong> vos, immers als die schutting een stal heeten<br />

mag , en <strong>de</strong> Kronofogd, — of wilt ge <strong>de</strong>n man in het titelzieke<br />

land gul en gaauw al zijn speelgoed gunnen , <strong>de</strong> „Kro-<br />

„nobefallningsman” , <strong>de</strong> „Assessor" zelfs, — die Kronofogd zit<br />

met <strong>de</strong> boeren in eon schamel vertrekjen rekeningen of to slui-<br />

ten ; maar gij verlustigt er u in, hoe aardig onze knaap, op<br />

bet graauwe belastingpapiertjen <strong>de</strong> ontvangst erkennen<strong>de</strong> , of <strong>de</strong><br />

smerige eeeltjens , die <strong>voor</strong> geld gaan , natellen<strong>de</strong>, hoe hij Branting<br />

vrien<strong>de</strong>lijk en vaardig zijne taak verligt. Er is gebrek aan<br />

licht in <strong>de</strong> stulp , die misschien maar een dakvenster heeft,<br />

en frissche lucht moot ge niet zoeken , waar zooveel schapenvachten<br />

in wambuizen zijn verkeerd ; en toch gaat ge niet naar<br />

buiten , school' <strong>de</strong> erwten bloeijen en <strong>de</strong> roggevel<strong>de</strong>n ruischen,<br />

want <strong>de</strong> blaauwe , hel<strong>de</strong>re oogen van het jongsken hebben iets<br />

betooverends <strong>voor</strong> u, zoo als zij het <strong>voor</strong> Branting had<strong>de</strong>n ,<br />

toen hij tot <strong>de</strong> weduwe van <strong>de</strong>n dorpsleeraar, , tot <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r van<br />

dien knaap, zei<strong>de</strong>: „Geef hem mij me<strong>de</strong>, ik zal <strong>voor</strong> hem<br />

„zorgen als een va<strong>de</strong>r."<br />

De brave man hield beter woord dan het dikwerf in <strong>de</strong>rgelijke<br />

betrekking gesehiedt ; oor<strong>de</strong>el zelf, , of gij <strong>de</strong>n hoed niet<br />

maar wat luchtig <strong>voor</strong> hem ligttet. Het viel van iemand, zoo<br />

opregt vroom als hij, to verwachten , dat hij meer zou doers<br />

dan toezien , hoe het goe<strong>de</strong> zaad , door <strong>de</strong> weduwe in dat gemoed<br />

gestrooid , opwies ; dat hij het onkruid, waar het wortel<br />

dreig<strong>de</strong> to vatten , uitrukken zou ; maar eene belangstelling ,<br />

-die to boven gaan<strong>de</strong> , welke <strong>de</strong> schare aan haar eigen kroost<br />

wijdt , maar eerie mensehenkennis , als men zijnen stand niet<br />

toesehrijft , durf<strong>de</strong>t gij er u me<strong>de</strong> vleijen ? Er is veel over bet<br />

geloof aan eene bijzon<strong>de</strong>re Voorzienigheid getwist, dock hoe <strong>de</strong><br />

twijfel wordt beschaamd door wien het als hij in beoefening


ESAIAS TEGNER, FRITHIOE' S SAGA. 145<br />

brengt ! Het jongsken bleek juister in het rekenen , dan men<br />

van zijne jaren vergen mogt ; <strong>voor</strong> geen stapel schrift, terug<strong>de</strong>inzen<strong>de</strong>,<br />

had het in rapheid met <strong>de</strong> pen zijns gelijke niet ; het<br />

werd Branting's regterhand op <strong>de</strong> vele togtjens door zijne betrekking<br />

geeischt ; maar het was niet dit, wat hij er het meest<br />

in waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>. Te huis op HOgvalta , <strong>de</strong> hoeve ten noordwesten<br />

van Carlstad gelegen , en door <strong>de</strong>n weduwnaar met een eenig<br />

kind bewoond, werd <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> ziel van het gezellig verkeer<br />

; er was geest in zijn goelijken lath. Stel n een oogenblik<br />

<strong>de</strong> tango winteravon<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>, die zij zamen sleten , <strong>de</strong> donkere<br />

dagen van een noordschen herfst , en ge zult vermoe<strong>de</strong>n wat<br />

zulk een jongsken tot veraangenaming van <strong>de</strong>n omgang bijdroeg.<br />

Een pleegzoon, die hem hartelijk lief was gewor<strong>de</strong>n , een eigen<br />

dochtertjen van sol<strong>de</strong>r <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n leeftijd, zij speel<strong>de</strong>n, zij<br />

stoei<strong>de</strong>n, van stilte was geen sprake meer; wie, die het Branting<br />

euvel duidt, dat hij zich bij wijle met droomen <strong>de</strong>r toekomst<br />

bezig hield, dat hij zich verlustig<strong>de</strong> in het verschiet,<br />

alles wat hem ter wereld dierbaar was, zijn ambt en zijn kind,<br />

dien trouwen borst na to laten ? De verzoeking, aldus over lot<br />

en Leven van <strong>de</strong>n knaap to beschikken , was zoo vergefelijk!<br />

En echter, we kunnen het te zijner eere niet to spoedig getuigen<br />

, echter bezweek hij in die bekoring niet ; eehter sloeg hij<br />

zijn pleegzoon to opmerkzaam Ba<strong>de</strong>, om het zich zelven niet<br />

welclra of te vragen : of <strong>de</strong>ze niet <strong>voor</strong> iets hoogers dan zijn<br />

post was bestemd? Van het oogenblik of dat dit vermoe<strong>de</strong>n<br />

bij hem oprees, zag <strong>de</strong> vrome man zon<strong>de</strong> in ie<strong>de</strong>re poging,<br />

zich een ou<strong>de</strong>n dag, zoo als hij dien fluks dorst wenschen , te<br />

verwczenlijken ; van dat uur bad hij Go<strong>de</strong> <strong>voor</strong> die aanvechting<br />

to wor<strong>de</strong>n bewaard. Dag aan dog scherper toezien<strong>de</strong>, wordt<br />

allengs zijn twijfel zekerheid ; wilt gij weten wat hem zijne<br />

overtniging geeft ? Het zip kleinighe<strong>de</strong>n; maar nit <strong>de</strong>ze merkt<br />

<strong>de</strong> menschenkenner een karakter op, en lief<strong>de</strong> en godsvrucht<br />

Srliet,01 111 10


146 ESAIAS TEGNER, FRITHIOCS SAGA.<br />

zien op dit gebied bij , wat <strong>de</strong> wetenschap door stuclie<br />

gewaar wordt. Het jongsken leest gaarne; het jongsken leest<br />

meer dan Branting lief is; het jongsken leest an<strong>de</strong>rs dan hij : in<br />

een book verdiept , vergeet het alles om zich heen. Eons — het<br />

geviel in <strong>de</strong>n oogsttijd , — eens was het zijne taak bij een<br />

openstaand hek <strong>de</strong> wacht to hou<strong>de</strong>n, opdat het vee niet van<br />

het veld op <strong>de</strong>n hof mogt komen, en wie van zijne plaats<br />

week, niet <strong>de</strong> knaap, maar hoe trouw hij op zijn post mogt<br />

zijn gebleven , <strong>de</strong> koeijen zwierven er niet min<strong>de</strong>r om langs<br />

<strong>de</strong> hoeve, tot ganzen en hoen<strong>de</strong>rs opvlogen en rondstoven, —<br />

daar lag <strong>de</strong> lezer bij het hek in het gras ; hij had het rand<br />

niet eens gezien ! — Er werd een ernstig woord gesproken ,<br />

en <strong>de</strong> waarschuwing scheen indruk to maken op het ontvankelijk<br />

gemoed ; maar het eerste boek het beste, dat <strong>de</strong><br />

knaap weer magtig kon<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n, oefen<strong>de</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> tooverkracht<br />

nit; nu eons zat hij er me<strong>de</strong> in het dakvenster, buiten<br />

aller bereik , dan weer stond hij op <strong>de</strong> sporten van een<br />

lad<strong>de</strong>r, in een hoek vergeten; sleehts oog <strong>voor</strong> die versleten<br />

letters op dat koffijpapier. Het bleef er niet bij dat zijn<br />

we<strong>de</strong>rwoord vaak zijn leeftijd <strong>voor</strong>uit was ; dat zijne gedachten<br />

van eene ontwikkeling getnig<strong>de</strong>n, waartoe Branting's<br />

omgeving niet had bijgedragen. Als <strong>de</strong> knaap alleen meen<strong>de</strong><br />

to zijn; als hij , buiten, zijn vrijen tijd beste<strong>de</strong>n mogt naar<br />

lust, dan — zijn pleegva<strong>de</strong>r ziet het van achter die groep<br />

boomen met verbazing aan, — dan mompelt hij in zich<br />

zelven, en Branting, <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> Branting, luistert eene wijle;<br />

het gefluister moge hem als onverstaanbaar blijven, toch merkt<br />

hij op, dat het gelaat van het jongsken gloeit , dat zijne oogen<br />

stralen ; „een Kronofogd," zegt hij, „snijdt men van zulk hout<br />

„niet!" Het is eene getuigenis , die dag aan dag door <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

vraag wordt gevolgd „wat dan ?" Het antwoord liet zich lang<br />

wachten ; maar weer is het zomer gewor<strong>de</strong>n, weer rij<strong>de</strong>n zij nit ;


}ISAIAS 'rEGNER , FRITHIOF ' S SAGA. 147<br />

neer ging <strong>de</strong> kap van <strong>de</strong> chais; <strong>de</strong> Kronobefallningsman grijpt<br />

<strong>de</strong> teugels, en <strong>voor</strong>t stuift <strong>de</strong> vos bet oord in, dalen door,<br />

heuvels over, <strong>voor</strong>t. Er zijn aan eene betrekking , als onze pleegva<strong>de</strong>r<br />

bekleedt , moor verdrietelijkhe<strong>de</strong>n verknocht dan men<br />

gelooft; hij heeft met <strong>de</strong>n ligtstgeraakten landbouwer ter wereld<br />

te stellen — wat won<strong>de</strong>r dat Branting, in muizennesten verdiept<br />

, eene mijl lang het stilzwijgen bewaart ? Daar ziet hij<br />

ein<strong>de</strong>lijk eons , en behoeft geen Spiegel om <strong>de</strong>n indruk to<br />

ontvangen , hoe zijn gefronst <strong>voor</strong>hoofd afsteekt bij dat hel<strong>de</strong>re<br />

achter hem ; hoe zijn duistere blik van dien drijven<strong>de</strong>n verschilt.<br />

„'t Leven is schoon ," zegt het jongsken , uit <strong>de</strong> volheid<br />

zijns harten , in alien eenvoud ; en hoe weten we niet, maar<br />

het wordt Branting dui<strong>de</strong>lijk, dat die knaap <strong>de</strong> bloeijen<strong>de</strong> streek ,<br />

bet overhangend rotsbrok , <strong>de</strong>n stroom aan !amine zij<strong>de</strong> , het<br />

wood in het verschiet , het meir dat uit <strong>de</strong> lommer opdoemt,<br />

met an<strong>de</strong>re oogen ziet dan hij ; al is ook hij jong geweest , DV)<br />

genoten , neon, dat heeft hij nooit. Het geruisch <strong>de</strong>r hooge <strong>de</strong>nnentoppen<br />

, hij hoor<strong>de</strong> het van kindsbeen af; maar er <strong>de</strong> maat<br />

van te slaan , als die borst doet , het viel hem nimmer in, —<br />

daar breken <strong>de</strong> hamerslagen in <strong>de</strong> mijn <strong>de</strong> stilte van het landschap<br />

af, maar op to schrikken als het jongsken <strong>de</strong>ed, toen<br />

<strong>de</strong> doffe dreun door <strong>de</strong> klove word weerkaatst , hij <strong>de</strong>ed het<br />

nooit, -- en ja , het is aardig te zien , hoe die rookwolk op-<br />

Oat uit <strong>de</strong>n houtstapel <strong>de</strong>s kolenbran<strong>de</strong>rs; maar er Haar to<br />

kijken als <strong>de</strong> knaap, die al die kringen in <strong>de</strong>n zonneschijn<br />

schijnt to volgen , heeft hij er ooit aan gedacht ? „Zon<strong>de</strong>rling ,"<br />

zegt Branting, en peinst er over na , waar <strong>de</strong> Voorzienigheid<br />

zijn pleegkind toe bestem<strong>de</strong> ; — doch voelt gij, lezer! voelt gij,<br />

eer we u me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen tot welk besluit hij kwam, u niet geroepen<br />

in <strong>de</strong>n vromen man eene eervolle uitzon<strong>de</strong>ring dier alledaagschheid<br />

to huldigen , welke dwaasheid ziet in wie en wat<br />

Naar niet gelijkt ? Trots alle veldwinnen eener veelzijdige be-


148 ESAIAS TEGYER , FRITHJOF ' S SAGA.<br />

schaving blijven <strong>de</strong>zniken zeldzaam. Het was zomer geweest ;<br />

het was herfst gewor<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> winter vie] in, 1795-1796; <strong>de</strong><br />

goe<strong>de</strong> assessor aarzel<strong>de</strong> nog wat te doen ; <strong>de</strong>ar reed hij op een<br />

winteravond, — chais en vos blijven ons tot het laatste toe<br />

bij , — <strong>de</strong>ar vlogen zij van Carlstad near Hogvalta huiswaarts;<br />

ditmaal zaten pleegva<strong>de</strong>r en pleegzoon naast elkaer ; <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtienjarige<br />

zou er niet aan gedacht hebben , dat het achterop to<br />

kond kon zijn Branting drong er op aan, dat hij naast hem<br />

pleats nam. De hooge hel<strong>de</strong>re hemel <strong>de</strong>s noor<strong>de</strong>ns schitter<strong>de</strong><br />

van starren; <strong>de</strong> knaap mijmer<strong>de</strong> missehien , op welke van <strong>de</strong>ze<br />

zijn va<strong>de</strong>r mogt zijn ; <strong>de</strong>n man van jaren greep <strong>de</strong> gedachte<br />

aan Gods almagt in het gemoed. Hij sprak van <strong>de</strong> zigtbare<br />

sporen van <strong>de</strong>ze in <strong>de</strong> natuur, , en <strong>de</strong> borst luister<strong>de</strong> eerst belangstellend<br />

en <strong>de</strong>el<strong>de</strong> straks, zon<strong>de</strong>r aanmatiging, zon<strong>de</strong>r ophef,<br />

mo<strong>de</strong>, wet hij onlangs in een boek , Wijsbeyeerte <strong>voor</strong> Ongeleer<strong>de</strong>e<br />

getiteld, wat hij in Bastholm over <strong>de</strong> beweging dier<br />

hemelligcbamen , over <strong>de</strong> wetten welke <strong>de</strong>ze volgen, had gelezen.<br />

Het was Branting's beurt to luisteren ; zulk een geheugen<br />

hij zulk een gemoed, zijn besluit was genomen. Eenige dagen<br />

later verraste hij <strong>de</strong>n knaap, „met <strong>de</strong> vervulling," zegt <strong>de</strong>ze,<br />

„van wat rinds lang zijn heimelijke wensch was geweest, dien<br />

„hij echter niet had willen uiten ," met het heugelijke woord:<br />

„Esse! gij moet stu<strong>de</strong>ren. Er valt <strong>voor</strong> , mijn jongen! bij mij<br />

„niets meer to leeren; ook geloof ik dat ge <strong>voor</strong> wat hoogers<br />

„dan Kronofogd zijt geboren. Mogt dat wear blijken !" —<br />

Branting begreep , dat een wenk , op dat oogenblik gegeven ,<br />

bijblijven zoo, — „vergeet nooit er <strong>de</strong>n G-ever dankbaar <strong>voor</strong><br />

„te zijn." — „Maar ik heb er geen mid<strong>de</strong>len toe, va<strong>de</strong>r!"<br />

herneemt Esse, al geeft hij en<strong>de</strong>rs zijn verzorger dien naam<br />

niet. „God zal in het offer <strong>voor</strong>zien," is Branting's aandoenlijk<br />

we<strong>de</strong>rwoord , „en ik zal II niet vergeten."<br />

Brave Branting ! wat hadt ge goed gezien , dat <strong>de</strong> borst stu<strong>de</strong>-


ESAIAS TEGNER, FRITHIOVS SAGA. 149<br />

ren moest , — Esse was, Esse werd Esdias Tegner, die blijkbaar<br />

zijn eigen gemoedstoestand in dien tee<strong>de</strong>ren leeftijd heeft<br />

geschil<strong>de</strong>rd toen hij later zong :<br />

Der kindschheid hernel heeft geen lichten ,<br />

Dan 't vast gestarnt <strong>de</strong>r poezij ,<br />

En wat we op 's levens middag dichten ,<br />

Ging 's ochtends schooner ons <strong>voor</strong>bij I<br />

Hoe blaakte reeds <strong>de</strong>s jongskens borst<br />

Van lief<strong>de</strong>zucht en gloriedorst.<br />

Als <strong>de</strong> greep, u dus in tija en toestand te verplaatsen , niet te<br />

gewaagd blijkt , dan mogen wij ons vleijen nw oor te hebben gewonnen<br />

<strong>voor</strong> eene beschouwing <strong>de</strong>s dichters als wij wenschten<br />

dat <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> uitgave <strong>de</strong>r FritItiors Saga ware <strong>voor</strong>afgegaan.<br />

Vrees intusschen niet, dat wij uw geduld op <strong>de</strong> wree<strong>de</strong> proef<br />

zullen stellen , elke zijner worstelingen op het gebied van<br />

kennis en kunst Ba<strong>de</strong> te slaan; <strong>de</strong> plaats, <strong>voor</strong> welke <strong>de</strong>ze bijdrage<br />

is bestemd , gedoogt het even weinig, als <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring<br />

van zijn genie het gebie<strong>de</strong>nd eischt. Wie Tegner volkomen wil<br />

kennen, hij doe ze met hem, die eerste schre<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> stile<br />

wereld <strong>de</strong>r studio; <strong>de</strong> levensbeschrijving , welke er gelegenheid<br />

toe geeft , is binnen ie<strong>de</strong>rs bereik. Hij zal er zich intusschen niet<br />

op doze of gene school door verplaatst zien. Hoe weinig het<br />

on<strong>de</strong>rwijs in die iagen in Zwe<strong>de</strong>n ook kosten mogt , — men<br />

kent Sam. Odmann's alleraardigst boeksken over het on<strong>de</strong>rwerp<br />

dat weinige was to veel <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n zoon <strong>de</strong>r wednwe,<br />

die buiten hem nog vijf kin<strong>de</strong>ren had op te voe<strong>de</strong>n. Stu<strong>de</strong>ren,<br />

niet weel<strong>de</strong>rig level' , maar naarstig trachten wijzer te wor<strong>de</strong>n.<br />

Esalas <strong>de</strong>ed het on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leiding van zijn oudsten broe<strong>de</strong>r, die,<br />

school' reeds kandidaat in <strong>de</strong> philosophic te Lund, toen huison<strong>de</strong>rw;js<br />

gaf aan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren van Branting's zwager op Malma,<br />

in het kerspel Nors, slechts op an<strong>de</strong>rhalve mijl afstands van


150 ESAIAS TEGNtit FRITHIOF' S SAGA.<br />

Hogvalta gelegen. Lars Gustaf — zoo heette <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>r, die<br />

een beschei<strong>de</strong>n , beminnelijk mensch moet geweest zijn, en <strong>de</strong><br />

eenige eigenlijke meester was dien Esaias ooit had, — Lars<br />

Gustaf zou <strong>de</strong>n tijd wel vin<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>n krullekop to leeren,<br />

als kapitein LOwenhjelm, <strong>de</strong> bewoner van Malma, er niet tegen<br />

had, buiten zijn negen kin<strong>de</strong>ren ook dat tien<strong>de</strong> <strong>de</strong>n kost te<br />

geven. De man was verre van rijk, maar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijzer had<br />

zijn harte gewonnen, en in Maart 1796 kwam <strong>de</strong> knaap op<br />

Malma. Voor ons Joel volstaat <strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>elin4 van een paar<br />

trekker' uit die dagen. „Ik begon latijn to stu<strong>de</strong>ren," getuigt<br />

Tegner zelf, „en leer<strong>de</strong> bet naar <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rwetsche metho<strong>de</strong>, die<br />

„wel langzaam en vervelend schijnt, maar door <strong>de</strong> grooter zeker-<br />

„heid , welke zij waarborgt, ales bijeengenomerr, min<strong>de</strong>r tijd<br />

„kost dan spaart.” De plaats is karakteristiek, — het hlijkt een<br />

van buiten leeren zon<strong>de</strong>r ein<strong>de</strong>, bei<strong>de</strong> „glosboken och gramma-<br />

„tikan,” — maar hij was binnen het jaar Cornelius Nepos meester.<br />

Toen kwam het grieksch aan <strong>de</strong> beurt, doch liet to wenschen<br />

over; bij gebrek aan grammatischen grondslag, had hij later op<br />

nieuw to beginnen; zijn broe<strong>de</strong>r was dikwijls afwezig , eerst om<br />

to Lund to promoveren , later om te Carlstad tot priester te<br />

wor<strong>de</strong>n gewijd. Wien verwon<strong>de</strong>rt het, dat Esalas , aan zich<br />

zelven overgelaten , <strong>de</strong> Latijnen , die hij verstond, bij <strong>voor</strong>keur<br />

las , prozaschrijvers als poRen, dat <strong>de</strong> schoonste st.ukken <strong>de</strong>r<br />

laatsten zich <strong>voor</strong> het level' in zijn geheugen prentten? — En<br />

greep hij naar geen <strong>de</strong>r nieuweren ? vraagt ge welligt. „Uit<br />

„Tel6maque leer<strong>de</strong> ik fransch," lezen wij; heeft <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> Fenelon<br />

ooit vermoed, dat het boek, 't welk <strong>de</strong>n Due <strong>de</strong> Bourgogne <strong>de</strong><br />

kunst to regeren leeren moest, dat het boek, 't geen zijn schrijver<br />

op zoo bitten ongena<strong>de</strong> stond, eene eeuw later <strong>de</strong> kwelgeest<br />

aller bnrgerkin<strong>de</strong>ren buiten <strong>de</strong> grenzen zijns va<strong>de</strong>rlands blijken<br />

zou? „Het engelsch leer<strong>de</strong> hij zich zelven," — we zijn in 1797 —<br />

„uit Macpherson's vertaling van Ossian ;" zelfs <strong>de</strong> zeldzaamst


ESAIAS TEGNElt FRITHIOE'S SAGA. 151<br />

begaaf<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren zijn van hunnen tijd! „Ossian's geest greep<br />

„zijn binnenste aan, en eene <strong>de</strong>r kamer<strong>de</strong>uren op Malma droeg<br />

„lang <strong>de</strong> sporen van <strong>de</strong> ijzeren stang, met welke hij <strong>de</strong> dikwijls<br />

„laid opgezeg<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n bezegel<strong>de</strong>: „the spear of Connell is<br />

„ „keen.' — Al ware het hier <strong>de</strong> plaats er toe, we zou<strong>de</strong>n<br />

ons onbevoegd acht en <strong>de</strong>n evenaar te hou<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> <strong>voor</strong><strong>de</strong>elen<br />

en na<strong>de</strong>elen , verknocht aan het in Zwe<strong>de</strong>n, on<strong>de</strong>r arme stu<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>n<br />

, algemeen in zwang zijn<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs geven, terwijl zij<br />

zelve zieh nog oefenen; wij reppen er slechts van, om het n<br />

niet vreemd to doen vin<strong>de</strong>n, dat Lars Gustaf, <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re broe<strong>de</strong>r,<br />

zich in dat jaar eene betrekking van dien aard op Mulch, in <strong>de</strong><br />

nabuurschap van Filipstad's bergwerken, evenzeer in Worm land<br />

gelegen , aan zag bie<strong>de</strong>n , zOO <strong>voor</strong><strong>de</strong>elig, dat hij slechts om <strong>de</strong>n<br />

wille van Esalas aarzel<strong>de</strong> haar te aanvaar<strong>de</strong>n. Hij <strong>de</strong>ed dit niet<br />

meer; hij riam ze gretig aan, toen Christofer 111 yhrman — <strong>de</strong><br />

eigenaar <strong>de</strong>r ijzermijit , — hem vergun<strong>de</strong> <strong>de</strong>zen me<strong>de</strong> to brengen ,<br />

ook dien ten zjnent ver<strong>de</strong>r to on<strong>de</strong>rwijzen. Onze vrome Branting<br />

zou hier opgemerkt hebben , dat <strong>de</strong> Voorzienigheid ons weesjen<br />

het vroege verlies zijns va<strong>de</strong>rs op velerlei wijze vergoed<strong>de</strong>.<br />

limners er scheen zoo -eel groots en goeds in dien „brukspatron",<br />

se<strong>de</strong>rt tot „bergsrAd" verheven , dat wij een blijk van zelfverloochening<br />

geven, <strong>de</strong> fraai gesehil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> beeldtenis van <strong>de</strong>n flinken<br />

industrieel niet overnernen<strong>de</strong>, die meer <strong>de</strong>ed dan „<strong>de</strong> woestenij<br />

„om hem been bedwingen," die haar in eene wergild van nijverheid<br />

herschiep,- — die griekseh verstond , die latijn schreef als<br />

een professor, bei<strong>de</strong> proza en poezij — dien zijn koning wel<br />

wist to vin<strong>de</strong>n, toen <strong>de</strong>ze zijne Wasa-Or<strong>de</strong> instel<strong>de</strong>, — en die<br />

toch geen grooter gelnk ken<strong>de</strong>, dan het verkeer in <strong>de</strong>n gezelligen<br />

kring van zijne ga<strong>de</strong> en zijn kroost! G-ij verwenscht onze kortheid<br />

misschien? maar hoevele bladzij<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n wij moeten vergen,<br />

daar we aan <strong>de</strong>n biograaf bovendien <strong>de</strong> schets hebben to ontleenen<br />

van <strong>de</strong> aankomst <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> bree<strong>de</strong>rs op Rarnen. „Het


152 ESAIAS TEGNI:It FRITHIOF ' S SAGA.<br />

„geviel op een schoonen zomeravond in Julij 1797," zegt hij.<br />

„In een gemakkelijk rijtuig <strong>de</strong>n weg gere<strong>de</strong>n, dien <strong>de</strong> eigenaar<br />

„<strong>de</strong>s landgoeds verpligt was geweest , toen hij <strong>voor</strong> twintig<br />

„jaren zijne jonge braid meebragt , haar in <strong>de</strong>n za<strong>de</strong>l to doen<br />

„afleggen , had<strong>de</strong>n zij wagen en paar<strong>de</strong>n achter zich gelaten ,<br />

„waar <strong>de</strong> schoonheid <strong>de</strong>r streek hen tot wan<strong>de</strong>len uitlokte , en<br />

„schre<strong>de</strong>n zij nu door het donkere <strong>de</strong>nnenwoud <strong>voor</strong>t, tot eons-<br />

„klaps het schoonste verschiet hen verraste. Op eene landtong ,<br />

„van weerszij<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>n blaauwen spiegel door eilandjes om-<br />

„geven , op eene landtong , door vuren en berken omkranst ,<br />

„lag claar, , allerlei genot beloven<strong>de</strong> , <strong>de</strong> gaar<strong>de</strong> <strong>voor</strong> hen, terras-<br />

„gewijze naar <strong>de</strong>n oever <strong>de</strong>s meirs afdalend, eene lommerrijke<br />

„plek drijven<strong>de</strong> in <strong>de</strong>r avondzonne goud. „Wie weet wat on<strong>de</strong>r<br />

„ „die twijgen schuilt ?” vroeg zich misschien <strong>de</strong> dichterlijke<br />

„knaap met kloppend haste. Wij weten wat er hem on<strong>de</strong>r<br />

„beid<strong>de</strong>. Het was zijn gel u k , dat hij er to gemoet ging; het<br />

„was in doze tevens lagehen<strong>de</strong> en grootsche natuur dat zijn<br />

„aanleg zoo wor<strong>de</strong>n ontwikkeld, zijne kraelyten gesterkt; het<br />

„was hier dat <strong>de</strong> vleugelen van zijn genie zou<strong>de</strong>n wassen , —<br />

„over <strong>de</strong>n drempel dier aartsva<strong>de</strong>rlijke tente gegaan , zoo hij<br />

„zijne kennisdorst mogen bevredigen, zoo zijn hart eene ge-<br />

„zellinne vin<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> geheel zijn leven.”<br />

Het is een <strong>de</strong>r vele verdiensten van C. W. BOttiger, , —<br />

<strong>de</strong> beken<strong>de</strong> zweedsche geleer<strong>de</strong> die <strong>de</strong> uitgave van Tegner's<br />

Savila<strong>de</strong> Shrifter met eene nitvoerige teekening van zijn leven<br />

begint, — dat hij dien dichter, waar <strong>de</strong> to zijner beschikking<br />

gestel<strong>de</strong> nalatenschap er gelegenheid toe geeft , gaarne zelven<br />

bet woord guilt. Ten bewijze , en het zal bij dit eene niet<br />

blijven , — als hij ons heeft me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld , hoe boven alles op<br />

Ramen <strong>de</strong> zwaar bela<strong>de</strong>n boeltenplanken <strong>de</strong>n blik <strong>de</strong>s vijftienjarigen.<br />

tot zich trokken; als hij ons <strong>de</strong>zen heoft doen zien ,<br />

nit heel <strong>de</strong>n schat gretigst naar een foliant grijpen<strong>de</strong>, op wiens


ESAJAS TEGNER, FRTTHION' ' S SAGA. 153<br />

le<strong>de</strong>ren rug : Homerus, viel te lezen (Castalio's uitgave, 1561<br />

in Bazel gedrukt) , dan laat hij <strong>de</strong>n dichter zelf zijn lief en<br />

leed met dat bock vertellen. „Ofschoon geenerlei grondige gram-<br />

„matikale kennis van het grieksch rijk,” getuigt Tegner, „be-<br />

„sloot ik evenwel da<strong>de</strong>lijk met behulp eerier latijnsche ver-<br />

„taling en van het woor<strong>de</strong>nboek, <strong>de</strong> lezing te beproeven ; eene<br />

„studio, die mij een geheel jaar lang bezig hield. In <strong>de</strong>n be-<br />

„ginne ging dit natuurlijk moeijelijk en langzaam. De vele<br />

„anomalische dialektvormen, waarvan ik volstrekt geen begrip<br />

„had, waren struikelblokken, welke waarschijnlijk elken min-<br />

„<strong>de</strong>r vasten wil dan <strong>de</strong>n mijnen zou<strong>de</strong>n hebben afgesehrikt.<br />

„De grieksche grammatika , die ik bezat en gebruikte , was<br />

„sleehts <strong>voor</strong> <strong>de</strong> prozaschrijvers bestemd. Over <strong>de</strong> poetische<br />

„dialekten kwam er geen woord in <strong>voor</strong>. Ik was dus verpligt<br />

„mij daar<strong>voor</strong> een eigen stelsel te bouwen, waarvan ik <strong>de</strong> aan-<br />

„teekeningen nog liggen heb , en die bewijzen , dat, on<strong>de</strong>r<br />

„menigen misgreep , ik bijwijle door analogic toch het doel trof.<br />

.,Voor eenige zwarigheid ter wereld, welke dan ook, te wijken,<br />

„lag niet in mijnen aard, en hoe ver<strong>de</strong>r ik kwam, hoe ligter<br />

„het uitleggen werd, dat, in bet algemeen, bij <strong>de</strong>n homerischen<br />

„eenvoud niet moeijelijk is <strong>voor</strong> hem, die zich behoorlijk toe-<br />

„rustte. Met <strong>de</strong> prozaisten Xenophon en Lucianus maakte ik<br />

„ter zelf<strong>de</strong>r tijd vlugtig kennis, maar zij boezem<strong>de</strong>n mij weinig<br />

„belangstelling in, en (le hoofdzaak was en bleef mijne stu-<br />

„die van Homerus, benevens on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Latijners Horatius,<br />

„lien ik vroeger niet ken<strong>de</strong>. Van fransche letterkun<strong>de</strong> was<br />

„die <strong>bibliotheek</strong> rijk <strong>voor</strong>zien ; Rousseau, Voltaire, Racine<br />

„waren er volledig, en ik verzuim<strong>de</strong> <strong>de</strong> gelegenheid kennis te<br />

„waken niet. Er was van Shakspeare niets dan zijn Hanzlet ,<br />

„die, vreemd genoeg, mij zeer weinig interesseer<strong>de</strong>. Hij eischt<br />

„rijper leeftijd dan <strong>de</strong> mijne toen was. Van <strong>de</strong> duitsehe litte-<br />

„ ratuur bezat zij geen enkel dichter. 1k zag mij dus gedwongen


154 ESAIAS TEGNER. , FRITHIOF ' S SAGA.<br />

„die taal uit <strong>de</strong> gewone leesboeken te leeren, en <strong>de</strong> weerzin,<br />

„welken zij daardoor hij mij wekte, bleef mij Lang bij." Onze<br />

levensbeschrijver vermeidt zich in eerie op zich zelve aardige<br />

teekening , hoe hij stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>, veel en ligt tevens ; <strong>voor</strong> ons<br />

doel levert zij het bewijs, hoe zeer ook hier het kind we<strong>de</strong>rom<br />

wa<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>n man mogt heeten. In zeven maan<strong>de</strong>n las hij <strong>de</strong><br />

Bias drie, <strong>de</strong> Odyssea tweemalen ; Homerus was niet alleen zijn<br />

lust op <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>erkamer, Homerus ging in gedachten me<strong>de</strong>, als<br />

hij <strong>de</strong>el nam aan <strong>de</strong> spelen <strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>s huizes. In het bosch<br />

en op het meer droom<strong>de</strong> hij van Troje ; worstelen<strong>de</strong> met <strong>de</strong><br />

knap. en , was hij Hector, en <strong>de</strong> jongste dochter <strong>de</strong>s gezins,<br />

zij, die <strong>de</strong> Ingeborg van <strong>de</strong>zen Frithjof wor<strong>de</strong>n ion, zij vereenig<strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong> hem alles wat Homerus in vrouwen <strong>voor</strong>treffelijk<br />

prees! — Het Grieksch om <strong>de</strong>n wille van Homerus , bleef<br />

zjne lievelingsstudie, ook toen zijn oudste broo<strong>de</strong>r Lars Gustaf<br />

geestelijke was gewor<strong>de</strong>n en hij, in plaats van <strong>de</strong>zen, huison<strong>de</strong>rwijzer<br />

op Ramen werd ; het G-rieksch bleef het, toen hij in<br />

1799, zeventienjarig jongeling , aan <strong>de</strong> hoogeschool to Lund<br />

als stu<strong>de</strong>nt optrad. Er schuilt eene schets <strong>de</strong>r ze<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> wijze,<br />

waarop , wat wij daar zoo weidsch uitdrukten , in waarheid<br />

geschied<strong>de</strong>. Twintig jaren schei<strong>de</strong>n het tijdvak , waarin wij<br />

ons verplaatst zien, van dat door Samuel Odmann geschil<strong>de</strong>rd,<br />

die, van Wexiii's gymnasium naar Upsala's aca<strong>de</strong>mie reizen<strong>de</strong><br />

, bedwelind werd door eon enkelen roomer Portugis,<br />

hem in <strong>de</strong> eerste herberg , die hij schoorvoetend binnentrad,<br />

geschonken. „Ik sliep op het rijtuig in, en werd eerst op het<br />

„volgend station weer wakker." Of Esaias Tegner, <strong>de</strong>zen gelijk,<br />

toen nog maar eons don vreem<strong>de</strong>n drank, Pounche geheeten,<br />

had geproefd, om <strong>de</strong>n beker, , die naar bran<strong>de</strong>wijn rook, ijlings<br />

neer to zetten en van zich te schuiven, wij weten het niet.<br />

Even weinig mogen wij getuigen of ook hij, an<strong>de</strong>re eigenaardigheid,<br />

al had hij nooit to voren gerookt, toch niet naar <strong>de</strong>


ESAIAS TEGN -ER NIIITIII0F 'S SAGA. 155<br />

aca<strong>de</strong>mie ging zon<strong>de</strong>r eene ebbenhouten pijp mee to nemen;<br />

maar dat die twintig ge<strong>de</strong>nkwaardige jaren , wat zij ook over<br />

Europa bragten , <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> Lund Met binnenvoer<strong>de</strong>n , het zal<br />

u blijken. Eene kleine kamer, eene smalle legerste<strong>de</strong>, naauwelijks<br />

groot genoeg <strong>voor</strong> een persoon, bei<strong>de</strong> moesten door onzen<br />

dichter wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>eld met een zoon <strong>de</strong>s huizes , waarin hij<br />

on<strong>de</strong>rwijs had gegeven, die met hem naar <strong>de</strong> Alma Mater was<br />

gegaan ; doch wel verre dat <strong>de</strong> studie er on<strong>de</strong>r zou hebben ge/e<strong>de</strong>n<br />

, stond het pair er to vroeger om op! Er was licht in die kluis<br />

's morgens om half Brie ure , en waren <strong>de</strong> makkers het werk<br />

ein<strong>de</strong>lijk moe<strong>de</strong>, dan speel<strong>de</strong>n zij, eenige uitspanning dier dagen,<br />

een partij schaak. Intusschen , al zji ernst en kracht zoowel<br />

kenschetsen<strong>de</strong> eigenaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jeugd <strong>de</strong>s noor<strong>de</strong>ns<br />

als van het noordsche landschap , Tegner en Myhrman span<strong>de</strong>n<br />

zich wel wat veel in; en mogt <strong>de</strong> laatste , die Achilles<br />

was geweest als <strong>de</strong> landtong Ilium verbeeld<strong>de</strong> , alles zegevierend<br />

doorstaan , onze Hector ging on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n last gebukt. Esalas had<br />

er in <strong>de</strong>n laatsten tijd op Ramen bleek nitgezien ; <strong>de</strong> vrolijke<br />

knaap was schier een stroef junkman gewor<strong>de</strong>n; doch zoo daar <strong>de</strong><br />

schalke lath reeds van zijne lippen week, hoe leer<strong>de</strong> zijn <strong>voor</strong>hoofd<br />

zich bier fronsen ! `fat baatte het hem dat hij, bij zijn<br />

examen als stu<strong>de</strong>nt, bewezen had nicer latijn en grieksch to<br />

kennen dan vereiseht wordt om magister to wor<strong>de</strong>n? een klein<br />

stipendium — 8 R. 16 S. p. termijn waarop hij geloof<strong>de</strong> aanspraak<br />

to mogen maken , zag hij een an<strong>de</strong>r toegekend. En tech<br />

was dit <strong>de</strong> bitterste teleurstelling , die hem to Lund verbeid<strong>de</strong>,<br />

Met ; eene an<strong>de</strong>re ontbering trof hem dieper. Eene lange aca<strong>de</strong>mische<br />

loopbaan , zij lag niet binnen het hereik van zijn vermogen<br />

; al waar hij zich mecle vleijen mogt, was gelds genoeg to<br />

zullen hebben om een kanselarij-examen of to leggen, en zie, het<br />

college dat hij bet liefst van alien bad gebou<strong>de</strong>n , het word<br />

geduren<strong>de</strong> dien cursus niet gegeven ; ge raadt vast welk vak


156 ESAIAS TEGNER FRITIIIOVS SAGA.<br />

slit geldt. Vijf hoogleeraren <strong>de</strong>r plailosophische faculteit hiel<strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong>lezingen ; litteratuur, , logica , historie , chemie , mat hesis ,<br />

moraal , philosophisehe aesthetica , het was hem alles welkom;<br />

maar het gewenschte collegie — het grieksche — pauseer<strong>de</strong>. En<br />

waarom ? Het strookt niet met ons doel , hier eene uitvoerige<br />

schets van <strong>de</strong>n toenmaligen toestand dier hoogeschool in to<br />

lasschen , al mogen wij <strong>de</strong> omtrekken van een pear professoren<br />

Been plaatsje weigeren , zoo <strong>de</strong>ze en gene aanhaling dui<strong>de</strong>lijk<br />

wezen zal. Het was <strong>de</strong> tijd , waarin Lund op twee hoogleeraren<br />

boog<strong>de</strong>, die ook buiten Zwe<strong>de</strong>n nog niet vergeten blijken, die<br />

het zijn Cicero en zijn Tacitus heette, Lundblad en Norberg.<br />

Er school bei<strong>de</strong> lof en blaam in die tegenstelling er heerschte<br />

ver<strong>de</strong>eldheid on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jongelui om hunnentwil; men gun<strong>de</strong> misschien<br />

een blik op zijn karakter door <strong>de</strong> keuze <strong>de</strong>r partij, tot<br />

welke men zich beken<strong>de</strong>. Tegner zelf getuigt, dat <strong>de</strong> school van<br />

<strong>de</strong>n eerste „in die dagen <strong>de</strong>n hoogsten bloei had bereikt. Het was<br />

„schier schan<strong>de</strong> <strong>voor</strong> een stu<strong>de</strong>nt gewor<strong>de</strong>n, niet vaardig latijn,<br />

„korrekt en klassiek latijn, to kunnen spreken en schrijven.<br />

„Lundblad, die in Leipzig had gestu<strong>de</strong>erd, was er naar Ernesti<br />

„gevormd , wiens ciceronianisme bij op <strong>de</strong>n noordschen bo<strong>de</strong>m<br />

„had meCgebragt en overgeplant. Dezelf<strong>de</strong> Sunda, <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n<br />

„overvloedigen riptdoin , <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gekuischtheid en toch weel-<br />

„<strong>de</strong>righeid van stijl , <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> doorschijnen<strong>de</strong> klaarheid , ook<br />

„bij wijle met <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n vloed van woor<strong>de</strong>n als bij <strong>de</strong>n grooten<br />

„Romein gepaard. Het geheel had ziju heath grondslagen in<br />

„uitgebrei<strong>de</strong> en diepgaan<strong>de</strong> philologische kennis." Tegenover<br />

<strong>de</strong>zen stolid, als zijii me<strong>de</strong>dinger ook in bet latijn, al was <strong>de</strong><br />

studie dier taal misschien maar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> zijner groote geven,<br />

<strong>de</strong> orientalist Norberg, ook van „on<strong>de</strong> klassieke lucht door-<br />

„trokken” ; „maar die", lezen wij el<strong>de</strong>rs, „Cicero een huichelaar<br />

„schold, wegsluipen<strong>de</strong> achter <strong>de</strong>n Conjunctivus, waar hij eerlijk<br />

„zijn moest en <strong>de</strong>n zniveren Indicativus geven," Norberg, vol-


ESAIAS TEGNER FRITMOVS SAGA. 157<br />

gens Tegner, „antithetisch, epigrammatisch, vaak door treffen<strong>de</strong><br />

„beeldspraak verrassend, lyrisch schier." Er ontbreekt aan <strong>de</strong>ze<br />

dubbele karakteristiek ter voltooijing nog een woord over het<br />

niterlijk van bei<strong>de</strong> mannen , dat <strong>de</strong>n evenaar dikwijls onregtvaardig<br />

over doet slaan, als <strong>de</strong> jeugd <strong>de</strong> weegschaal houdt. Eene<br />

beeldtenis van Norberg ligt <strong>voor</strong> ons; van Lundblad hebben wij<br />

er geene gezien; doch als wij Tegner <strong>de</strong> persoonlijkheid van <strong>de</strong>n<br />

eerste als godvruchtig en geniaal hooren prijzen en bei<strong>de</strong> die<br />

eigenschappen uit <strong>de</strong> omtrekken <strong>de</strong>r renzige gestalte van <strong>de</strong>n<br />

Norrlan<strong>de</strong>r ons zien toesehemeren, — een hoofd dat van buigen<br />

wist, al bliksem<strong>de</strong>n er vonken uit die oogen, clan gelooven wij<br />

hem gaarne, als hij er bijvoegt , dat Lundblad niets van dat<br />

alles, dat hij luttel loffelijk-on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>ns had. „Er was in zijn<br />

„<strong>voor</strong>komen eer iets onbedui<strong>de</strong>nds, gemeens, ja joodsch." Verpilule<br />

men ons intnsschen tegen dien laatsten trek to protesteren:<br />

hij is zuiver onverdraagzaam-zweedsch; hij wordt in <strong>de</strong>n<br />

hier gebezig<strong>de</strong>n climax door <strong>de</strong> gansche geschie<strong>de</strong>nis gelogenstraft.<br />

Tegner's schets is intusschen nog niet voltooid. „Lund-<br />

„blad's <strong>voor</strong>dragt,” voegt hij er bij, „had van <strong>de</strong>n kathe<strong>de</strong>r iets<br />

„alledaagsch , stotterends , bij wijle lachwekkends." Norberg<br />

daarentegen wordt ons, door weer eene an<strong>de</strong>re hand, geschil-<br />

<strong>de</strong>rd als „allereerbiedwaardigst als spreker, eene hel<strong>de</strong>re wel-<br />

„lui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> stem, ernstig van gebaar, , <strong>de</strong>gelijk van top tot<br />

„teen." En nu verlangt ge antwoord op <strong>de</strong> vraag: aan welken<br />

dier twee mannen gaf Tegner <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur, , wiens school<br />

volg<strong>de</strong> hij ? Hoor hem zelven „Voor een jong stu<strong>de</strong>nt was<br />

„het geene ligte zaak tusschen twee zoo groote autoriteiten to<br />

„kiezen. Ik sloot mij toch <strong>de</strong>r Lundbladsche school aan." Ge<br />

glimlacht — wees niet plaagziek genoeg er met <strong>de</strong>n biograaf<br />

van Norberg, wiens boeksken wij opsloegen, ter verktaring van<br />

Lundblad's populariteit, bij to voegen, „dat het veel gemakke-<br />

„lijker is, het kunstjen of to zien ciceroniaansch elegant to


158 ESAIAS TEGNER., FRITGIOE' S SAGA.<br />

„zijn, dan zich die kortheid eigen te make' ' , welke in ie<strong>de</strong>r<br />

„woord eene gedachte geeft." Ge zoudt er Tegner onregt door<br />

doen, al liep er, allemaal menschen , eenig kaf on<strong>de</strong>r bet<br />

koren, al was ij<strong>de</strong>lheid ook hier in het spel. „Ik woon<strong>de</strong> Lund-<br />

„blad's <strong>voor</strong>lezingen zel<strong>de</strong>n bij ,” gaat hij <strong>voor</strong>t. „Daarentegen<br />

,.schreef ik zoo veel te vlijtiger <strong>de</strong>els in (slechte) verzen, <strong>de</strong>els<br />

„in proza, over <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen , welke hij opgaf, , en genoot<br />

„dikwijls <strong>de</strong> eer dat mijne proeven van <strong>de</strong>n kathe<strong>de</strong>r wer<strong>de</strong>n<br />

„<strong>voor</strong>gelezen, en dus wat <strong>de</strong> taal betrof ten <strong>voor</strong>beeld ge-<br />

„steld." Welk twintigjarige zou <strong>voor</strong> eene <strong>de</strong>rgelijke verzoeking<br />

niet zijn bezweken, te eer<strong>de</strong>r, als <strong>de</strong> me<strong>de</strong>dinger, die<br />

grieksch on<strong>de</strong>rwees , geene gelegenheid dus te schitteren gaf?<br />

Ein<strong>de</strong>lijk is het oogenbiik ter verklaring waaraan dit haper<strong>de</strong><br />

gekomen; moge <strong>de</strong> omweg u niet hebben verdroten, moge het<br />

geheel er u hel<strong>de</strong>r<strong>de</strong>r door zijn gewor<strong>de</strong>n. Norberg was dat<br />

jaar rector, en noch adjunct, noch docent vul<strong>de</strong> aan wat <strong>de</strong>ze<br />

geduren<strong>de</strong> het beklee<strong>de</strong>n slier waardigheid niet verpligt was<br />

te doen, waartoe <strong>de</strong> tijd hem bovendien ontbrak. Geen gebrek,<br />

in welke inrigting ter wereld ge wilt, dat niet met eene aardigheid<br />

valt te bewimpelen; <strong>de</strong> levensbeschrijver van Tegner merkt.<br />

bij dit verzuim op, dat het was of <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mie van <strong>de</strong>n beginne<br />

of <strong>de</strong>n jongen . hellenist <strong>de</strong> plaats wil<strong>de</strong> aanwijzen , die<br />

hij eens zou<strong>de</strong> innemen, die toen ledig stond. Het is geestig<br />

geschetst, maar wie dieper <strong>de</strong>nkt, betreurt het dat, ook el<strong>de</strong>rs<br />

dan te Lund, aan <strong>de</strong>ze en gene hoogeschool van genien te veel<br />

wordt gevergd, als ware het genoeg bun buil; slechts over gebied<br />

bij gebied te laten gaan , om overal bloesems tot vrachten te<br />

doen rijpen. De orientalist was geen Graecus van harte ; <strong>de</strong><br />

twintigjarige stu<strong>de</strong>nt gevoel<strong>de</strong> zich <strong>de</strong>n hooggeleer<strong>de</strong>n vijftiger<br />

in dat opzigt <strong>voor</strong>uit. „Zelf bezig te blokken op <strong>de</strong> moeijelijkste<br />

„grieksche dichters," gaat Bottiger <strong>voor</strong>t, „verwon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> Tegner<br />

„zich niet weinig, toen in <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n termijn Norberg wel


ESAIAS TEGNER, FRITGIOVS SAGA. 159<br />

„we<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>lezingen hield , maar het ou<strong>de</strong>r gewoonte niet<br />

„ver<strong>de</strong>r bragt dan tot Xenophon's dnalasis, terwijlzijii adjunct<br />

„zich bij <strong>de</strong>n epistel van Paulus aan <strong>de</strong> Galaten bepaal<strong>de</strong>. Voor<br />

„het kanselarij-examen werd , het is waar, , weinig latijn en<br />

„volstrekt geen grieksch vereischt , maar Esalas kon<strong>de</strong> het niet<br />

„van zich verkrijgen zoo koeltjes van zijn Grieken en Romeinen<br />

„te schei<strong>de</strong>n." Het grieksch, hij wil<strong>de</strong> ten minste bewijzen er<br />

aan te hebben gedaan, eu schreef in vloeijend latijn eene monographie<br />

over Anacreon; zij zou gelegenheid geven pro exercitio<br />

te disputeren — als hij in staat zou zijn <strong>de</strong> kosten van het<br />

drukken te betalen. Wilt gij van hem zelven hooren, hoe het<br />

er hem bij <strong>de</strong>n hoogleeraar me<strong>de</strong> ging, wij <strong>de</strong>elen het u gaarne<br />

me<strong>de</strong>, als gij ons vergunt u eerst to vertellen, dat hij <strong>de</strong> proeve,<br />

toen zij in 1801 het licht zag , aan zijn pleegva<strong>de</strong>r Branting<br />

opdroeg — het harte zat hem, als het hoofd , op <strong>de</strong> regte plaats.<br />

„Met mijne verhan<strong>de</strong>ling begaf ik mij naar doctor Norberg,"<br />

lezen wij, „en verzocht hem, die eel 's in te zien, en later, als<br />

„hij het opstel goed mogt keuren, bij het dispuut te willen<br />

„presi<strong>de</strong>ren. Nooit vergeet ik <strong>de</strong>n indruk , dien <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong><br />

„man van <strong>de</strong>n beginne of op mij maakte. Geheel zijn uiterlijk<br />

„droeg zoo zeer <strong>de</strong>n stempel eener eigenaardige mengeling van<br />

„va<strong>de</strong>rlijke goedheid , patriarchalen eenvoud en kin<strong>de</strong>rlijke<br />

„onschrild, dat men hem, die bovendien zoo geniaal en zoo origi-<br />

„neel was, wel beminnen en bewon<strong>de</strong>ren moest. „ Wijs als een<br />

„ „grijze , onschuldig als een kind," prees ik hem later met voile<br />

„regt. Hij ontving mij welwillend, hij was zoo ongedwongen ,<br />

„zoo vertrouwelijk , dat het een Jong mensch tegelijk mogt<br />

„vleijen en moest treffen. Hij Tied mij <strong>de</strong>n kanselarijweg nit mijn<br />

„hoofd te zetten , en aan <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mie door to stu<strong>de</strong>ren ; hij hood<br />

„nib zelfs aan, mij kosteloos on<strong>de</strong>rwijs in het arabisch to geven.<br />

„Hij herhaal<strong>de</strong> dit aanbod se<strong>de</strong>rt dikwijls , maar ik had een<br />

„weerzin in <strong>de</strong> oostersche talen, waartoe misschien <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur


160 ESAIAS TEGNER, FRITHIOF 'S SAGA.<br />

„bijdroeg, door Norberg aan <strong>de</strong>ze boven mijn lief grieksch ge-<br />

„geven, 't geen hij, naar het mij toescheen, al te stiefva<strong>de</strong>rlijk<br />

„afscheepte. Zelfs het hebreeuwsch, dat toch <strong>voor</strong> het kandi-<br />

„daats-examen werd vereischt, stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ik maar <strong>voor</strong> zoo ver<br />

„ik er niet buiten kon. Later heeft mij die eigenzinnigheid yank<br />

„genoeg heron wd, want in dien tijd had het leeren eener taal<br />

„meer of min <strong>voor</strong> mij weinig om het lijf. Het gevolg word dan<br />

„ook dat bij mijn examen Norberg <strong>de</strong> eenige professor was, die mij<br />

„niet het hoogste getuigenis toeken<strong>de</strong> , ofschoon ik onloochen-<br />

„baar van al mijn promotie-makkers het best grieksch verstond.”<br />

Vreemd genoeg in<strong>de</strong>rdaad was die gierigheid in het geven van<br />

een grand, bij een man, die an<strong>de</strong>rs beschuldigd werd examineren<strong>de</strong><br />

veel te inschikkelijk te zijn. „Op het toppunt, door hem<br />

„in het grootste ge<strong>de</strong>elte zijner vakken bestegen,” zegt zijn<br />

biograaf, „bij het verbazend getal talen, dat hij ken<strong>de</strong> , be-<br />

„schouw<strong>de</strong> hij die pogingen om een grand te verwer yen slechts<br />

„als <strong>de</strong> eerste schre<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>n weg <strong>de</strong>r geleerdheid, die zoo ge-<br />

„makkelijk mogelijk moesten women gemaakt , opdat elk zich<br />

„later onbelemmerd zijner wetenschap wij<strong>de</strong>n mogt. In dien<br />

„geest plagt hij tot zijne gunstelingen, straits na het afleggen van<br />

„het candidaatsexam en , glimlagehen<strong>de</strong> to zeggen: „Gij gelooft<br />

„ „nu wel veel te hebben uitgerigt en verre te zijn gekomen,<br />

„ „maar houdt er met mij <strong>voor</strong>, het bednidt nog niet met al;<br />

„ „eerst thans moet gij in uw yak knap zien te wor<strong>de</strong>n!”"<br />

Tegner intusschen geloof<strong>de</strong> dit in het grieksch reeds te zijn.<br />

Grieksch, om <strong>de</strong>n wille van Homerus! Vijf en twintig jaren<br />

later zou hij, in zijne <strong>voor</strong> alle talen lang niet even billijke<br />

karakteristiek , van <strong>de</strong> grieksche nog geestdriftig getuigen:<br />

Aller muze het liefst ; — is rnoe<strong>de</strong>rs taal niet <strong>de</strong> dierste ?<br />

Heel het Olympisch geslacht, Hellas sprak rhythmisch als gij ;<br />

Trouw, , als <strong>de</strong> kleeding gestrikt oni 't lijf <strong>de</strong>r ba<strong>de</strong>n<strong>de</strong> sehoone ,<br />

Laat gij gewaarwording zien, brengt gij gedachte aan het licht !


ESAIAS TEGNER FRITHIOVS SAGA. 161<br />

;11-en las het reeds in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>laatste aanhaling, Tegner bragt<br />

het ten slotte ver<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> dienst <strong>de</strong>r kanselarij eischte; een<br />

ambtenaarsloopbaan word <strong>de</strong> zijne niet. In<strong>de</strong>rdaad , na, in <strong>de</strong>n<br />

winter van 1801 en <strong>de</strong> lente van 1802 <strong>de</strong> kandidaatsexamina<br />

in <strong>de</strong> philologie en philosophie met <strong>de</strong>n vermel<strong>de</strong>n uitslag te<br />

hebben doorgestaan, was hij primus bij <strong>de</strong> promotie van vieren<strong>de</strong>rtig<br />

philosophiae magistri Mid sommar van hetzelf<strong>de</strong> jaar.<br />

Het volgen<strong>de</strong> zag hem, na <strong>de</strong> uitgave eener door hem ver<strong>de</strong>dig<strong>de</strong><br />

dissertatie over <strong>de</strong> fabelen van Esopus, docent in <strong>de</strong> aesthetiek;<br />

maar wie belang stelt in zijne ontwikkeling als geleer<strong>de</strong>; wie<br />

weten wil , wat hij zich al getroosten moest , eer hij het hoogleeraarschap<br />

in het grieksch aan <strong>de</strong> Lundsche aca<strong>de</strong>mie beklee<strong>de</strong>n,<br />

eer hij zich vleijen mogt daarin het doel zijns leven to hebben<br />

bereikt, kan hij zelf <strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong>n niet opslaan, welke dit alleruitvoerigst<br />

verhalen ? Ons , Wien het te doen is om te zien, hoe<br />

hij <strong>de</strong> dichter word, dien wij waar<strong>de</strong>ren; ons, die in het <strong>voor</strong>bijgaan<br />

opmerken, dat hij <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>lijke benoeming tot professor<br />

(1810) ten <strong>de</strong>ele aan zijne vermaardheid als poeet was verschuldigd,<br />

ons lokken an<strong>de</strong>re trekken aan dan die, welke <strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rwijzer kenschetsen; wij hebben niet enkel met het hoofd,<br />

wij hebben ook met het harte to doen. Beschuldig ons niet van<br />

inconsequentie als <strong>de</strong> eerste van <strong>de</strong>ze in een woord van hem<br />

zelven over zijne phitosophische studien sehuilt ; straks =lien<br />

een paar letters in een Steen gegriffeld aan <strong>de</strong> beurt zijn, maar<br />

goon humor blijken; <strong>de</strong> kenschetsendste van alle bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

verbeidt u in het oor<strong>de</strong>el over onzen jonkman van eenen tijdgenoot,<br />

die ook dichter, ook genie was, maar van geheel an<strong>de</strong>ren<br />

aard dan hij. Hier hebt gij het eerste, wij zou<strong>de</strong>n het eene<br />

bekentenis, eene biecht willen noemen; het is Tegner zelf die<br />

spreekt: „Geduren<strong>de</strong> het aca<strong>de</strong>mie-jaar 1801-1802, in 't welk<br />

„ik promoveer<strong>de</strong>, stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ik buiten latijn en grieksch hoofd-<br />

„zakelijk philosophie. Verschei<strong>de</strong>ne <strong>de</strong>r (halogen van Plato,<br />

Stuflin Srketa,,t III 11


162 ESATAS T EGNER , FRI T EII0F'S SAGA.<br />

„<strong>de</strong> schriften van Kant, zelfs die van Fichte wer<strong>de</strong>n doorge-<br />

„lezen. Met mijn concreten zin had ik echter weinig lust of<br />

„slag <strong>voor</strong> die abstracte speculatien , want al ben ik misschien<br />

„van alle scherpzinnigheid niet mis<strong>de</strong>eld , diepzinnigheid ont-<br />

„breekt me, en het dwarrelt mij al heel ligt bij eene lange<br />

„systematische <strong>de</strong>ductie , welke mijner fantasie geenerlei steun-<br />

„punt biedt. Als er iets was dat mij aan <strong>de</strong> Kantsche kritiek<br />

„boei<strong>de</strong>, het mogt haar oorspronkelijk sceptische aard heeten, en<br />

„haar resultaat —iets onbekends, ondoorgron<strong>de</strong>lijks.” Het is eene<br />

bijdrage tot <strong>de</strong> kennis van zijner geest ; thans volge er eene, die<br />

zijn gemoed toelichte. Toen hij <strong>de</strong>n magistertitel had verworven;<br />

teen hij, volgens <strong>de</strong> Zweedsche gebruiken, in Lund's domkerk<br />

was gelauwerd , — „eene plechtigheid” , schreef een an<strong>de</strong>r<br />

geniaal jongeling dier dagen aan zijne zuster, „waarvan gij<br />

„u geene to poetische <strong>voor</strong>stelling moet maken, want <strong>de</strong> lauwer<br />

„wast in <strong>de</strong> broeikast; <strong>de</strong> parnassus is van greenen planken en<br />

„<strong>de</strong> zanggodinnen hebben een pruik op ;" — toen mogt hij<br />

eene wijle <strong>de</strong> geneugten <strong>de</strong>s gezelligen verkeers smaken , en<br />

zijn eerste bezoek gold — zijner grijze moe<strong>de</strong>r. Hij twijfel<strong>de</strong><br />

niet aan hare lief<strong>de</strong>, al ontving zij hem schreijen<strong>de</strong>, al blonk<br />

geen glimlach door hare tranen heen; want zijn oudste broe<strong>de</strong>r,<br />

<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> Lars Gustaf, en eene zijner zusters waren luttel tijds<br />

<strong>voor</strong> zijne blij<strong>de</strong> thuiskomst het offer gewor<strong>de</strong>n eener besmettelijke<br />

ziekte. Esalas gaf zijne smart lucht in een zijner eerste<br />

gedichten, dat echter niet tot ons is gekomen ; wat zijne faam<br />

er ook bij hebbe verloren , verkondigt zij geen hoogeren lof ,<br />

dan dat vers waarschijnlijk zou hebben verdiend, ons vermel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

, dat het dochtertjen dier zuster later in zijne woning<br />

een va<strong>de</strong>rhuis hervond ? Een an<strong>de</strong>r weerzien , — het leven is<br />

onuitputtelijk in verschei<strong>de</strong>nheid ! — een vrolijker was dat op<br />

HOgvalta ; daar drukte <strong>de</strong> pleegva<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n geleer<strong>de</strong>n jonkman<br />

blij<strong>de</strong> <strong>de</strong> hand; hij had in <strong>de</strong>n leesgragen, mompelen<strong>de</strong>n knaap


ESAJAS TEGNER, FRITII30F'S SAGA. 163<br />

<strong>de</strong>n Lundschen magister vermoed en <strong>voor</strong>speld. Esse's roem was<br />

hem lief, maar Branting vond toch, dat hij er uitzag of hij<br />

„wat veel boeken had geslikt." Er zijn die zich <strong>de</strong>n vromen<br />

man gaarne <strong>voor</strong>stellen in eenzaamheid , <strong>de</strong>s avonds, God <strong>voor</strong><br />

zijn gunsteling bid<strong>de</strong>n<strong>de</strong> , — er zijn ook , die vragen , hoe<br />

's mans dochter <strong>de</strong>n makker harer kindsheid to moet kwam ,<br />

met wien zij weleer zoo vrolijk speekle , die nu zoo vreemd<br />

was gewor<strong>de</strong>n en zoo vreemd bleef ?! Wij hebben geen roman<br />

<strong>voor</strong> ons; wij lezen wat eene ware geschie<strong>de</strong>nis zou zijn gedoopt,<br />

ware bet geen biographie van een beroemd man; van Hogvalta<br />

toog hij naar Riimen. Des ondanks wordt onze levensbeschrijver<br />

bier zoo diehterlijk , dat het geen twijfel lijdt of hij kept als half<br />

Zwe<strong>de</strong>n Tegner's minnezangen van buiten. „Met open armen ,"<br />

schrijft hij , „werd hij door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> luidjens ontvangen , met<br />

„heirnelijk beven door een zestienjarig harte, in 't welk zijne<br />

„beeldtenis , achter <strong>de</strong> herinneringen <strong>de</strong>r kindsheid verscholen"<br />

en toch, wist zij zelve waardoor? lasschen wij er in, met ie<strong>de</strong>re<br />

lente weer op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond gebragt , „getrouw was bewaard."<br />

Maar wij molten aanhalen<strong>de</strong> niet wijzigen: „zijn zomer werd<br />

een idylle" lezen wij. De reiziger, , die Riimen bezoekt, vindt in<br />

„het weird, ter zij<strong>de</strong> <strong>de</strong>s wegs , op een ruwen steen <strong>de</strong> letters E.<br />

„T. en A. M. gegrift. Bij invallen<strong>de</strong> schemering van eenen Au-<br />

„gustusavond zwoeren twee harten elkaer daar eeuwige trouw.”<br />

Wij hebben een ontvankelijk gemoed vlugtig bespied in diepe<br />

smarte en in zoete weel<strong>de</strong> ; maar van <strong>de</strong>n geest was geen sprake;<br />

hoe uitte <strong>de</strong>ze zich in dien tijd ? Al gaan Bottiger's gedachten<br />

een an<strong>de</strong>ren weg dan <strong>de</strong> onze, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vraag to doen , heeft<br />

hij haar belang gevoeld , heeft hij getracht die to beantwoor<strong>de</strong>n.<br />

Het geviel twee jaren later, dat <strong>de</strong> herfst , met een paar vermoei<strong>de</strong><br />

jagers , een Jong Upsala-stu<strong>de</strong>nt op Barnet' bragt. De<br />

laatste was geen Nimrod, neen , hij bekent het zelf; <strong>de</strong>n vorigen<br />

ochtend met het krieken van <strong>de</strong>n dag, in gezelschap van


164 ESAIAS TEGNER FRITHIOF' S SAGA.<br />

meer<strong>de</strong>re jongelie<strong>de</strong>n , op jagt gegaan , mogt hij op lateren<br />

leeftijd op geene glorierijke herinneringen van <strong>de</strong>rgelijke togten<br />

<strong>•</strong> roemen. „Ten gevolge mijner achteloosheid in het hanteren<br />

„van het geweer en van missehieten zon<strong>de</strong>r ein<strong>de</strong>, gevaarhjker<br />

„<strong>voor</strong> mijne makkers gewor<strong>de</strong>n , dan <strong>voor</strong> het wild, was ik<br />

„reeds vroeger met een langen neus uit het bosch gejaagd."<br />

Als ge jager zijt , lezer ! is het vonnis over <strong>de</strong>n jonkman geveld ,<br />

maar nw gebied is immers niet bet eenige, waarop talent valt<br />

te waar<strong>de</strong>ren ? Schutter mogt hij niet zijn, schil<strong>de</strong>r zult ge hem<br />

prijzen , als uw geduld niet <strong>voor</strong> dat zijner gezellen on<strong>de</strong>rdoet.<br />

„Ik mogt," gnat hij <strong>voor</strong>t , ons in <strong>de</strong> dagen zijner jeugd verplaatsen<strong>de</strong><br />

, „ik mogt echter ditmaal meegaan , ofschoon zon<strong>de</strong>r<br />

„buks , geen nerend maar een terend lid. En toch is <strong>de</strong>ze<br />

„ochtend eene mijner zoetste herinneringen, een zonneschijn ,<br />

„die mij nog toetintelt , als <strong>de</strong> daauwdrnppels het dien morgen<br />

„<strong>de</strong><strong>de</strong>n; vonkelen<strong>de</strong> op blad en loof, vonkelen<strong>de</strong> in <strong>de</strong> wuiven<strong>de</strong><br />

„herfstdra<strong>de</strong>n. In<strong>de</strong>rdaad is er veel dat in levensgenot bij eene<br />

„jagtpartij op een sehoonen herfstochtend halen mag?"<br />

Al mist gij , mikken<strong>de</strong> , nooit , lezer! gij gevoelt toch nu meer<br />

dan me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> wie zoo schrijven kon, en gerust dat het<br />

groote publiek genadig zal zijn als gij gunnen wij hem ver<strong>de</strong>r<br />

het woord om u te vertellen hoe hij op Kamen kwam.<br />

„Ud<strong>de</strong>holm" , ook een bergwerk in Wermland , vanwaar <strong>de</strong><br />

jagt begon , „ Ud<strong>de</strong>holin Iigt aan een meir, omgeven door hen-<br />

„ velen met hoog geboomte be_ wassen ; in <strong>de</strong> <strong>de</strong>inzen<strong>de</strong> verte wordt<br />

„men on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze zelfs <strong>de</strong>n top van dien berg gewaar, welke<br />

„<strong>de</strong>n loop van <strong>de</strong>n niet verre van hier <strong>voor</strong>tstroomen<strong>de</strong>n filar-elf<br />

„bepaalt. Een door loofhout oversehaduw<strong>de</strong> vloed , die hooger<br />

„op een groot ijzerwerk in beweging ,et, stort zich hier, digt<br />

„bij <strong>de</strong>n hof, , in het meir. Wij roei<strong>de</strong>n dien, ter wij1 <strong>de</strong> dunne<br />

„revel zich langzaam van het water verhief, , een eind*egs op;<br />

„allengs schenen <strong>de</strong> zonnestralen <strong>de</strong>n ijlen sluijer te scheuren


ESAIAS TEGNEK FRITHIOF' S SAGA. 165<br />

„en gaven <strong>de</strong> openingen hier en daar het donkerblaauw <strong>de</strong>s<br />

„hemels Moot. Het geklingel <strong>de</strong>r schellen van het vee en het<br />

„gejo<strong>de</strong>l <strong>de</strong>r <strong>de</strong>ernen die het <strong>voor</strong>tdreven , ging spoedig te loor<br />

„in hondgebas, jagtgeroep en buksgeknal. Wij dool<strong>de</strong>n in bet<br />

„boseh om. Ik wedijver<strong>de</strong> op het gebergte met <strong>de</strong> geiten in<br />

„het klimmen en heb het schoone, stoute dier, met zijne<br />

„snuggere , levendige oogen se<strong>de</strong>rt hartelijk liefgehad.<br />

„Het is een lust in Wermland's bosschen rond te dwalen ;<br />

„<strong>de</strong> meiren en <strong>de</strong> bergen geven bij ie<strong>de</strong>ren keer <strong>de</strong>s voets een<br />

„an<strong>de</strong>r uitzigt. Vloed bij vloed, tusschen die met bosschen be-<br />

„klee<strong>de</strong> hoogten zich een weg banen<strong>de</strong>, ver<strong>de</strong>elen het gansche<br />

„land in uitgebrei<strong>de</strong> dalen, van het noor<strong>de</strong>n naar het zui<strong>de</strong>n<br />

„reilien<strong>de</strong>. Het is het kenschetsen<strong>de</strong> zoowel van het westelijk<br />

„ge<strong>de</strong>elte <strong>de</strong>s lands als van zijn mid<strong>de</strong>lst <strong>•</strong>, in bet laatstgenoem<strong>de</strong><br />

„ontleent het Elfdal, door <strong>de</strong>n loop van <strong>de</strong>n Klar-elf begrensd,<br />

„er zelfs zijnen naam aan. Ik ben aan zijnen oever opgevoed ;<br />

„men zal het mij daarom ten goe<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n , dat ik dien lief-<br />

„heb. Is het niet of een groote vloed een geheel landschap<br />

„leven geeft? Aan zijne komst van verre ontleent hij reeds een<br />

„eigenaardig belong. IJzerbooten en houtvlotten dagen uit een<br />

„donker verschiet op, en <strong>de</strong> gedachte verlustigt er zich in ,<br />

„wieken aa.n te sehieten om het in te zweven. Zelfs <strong>de</strong> Visscher,<br />

„die daar zoo alleen aan zijne zoomen zit, geeft geen indruk<br />

„van eenzaamheid , want tot in het harte dier woestenij toe,<br />

„gevoelen wij dat <strong>de</strong> beschaving tot ons kwam , dat ze digt<br />

„bij ons is. De vloed, die hier aan onze voeten stroomt , die<br />

„zich daar in bet meir stort, voert hij niet al wat menschelijke<br />

„vlijt <strong>voor</strong>tbrengt me<strong>de</strong>? Leen het oor aan wat zijn gedrnisch<br />

„vertelt; houd het oog op <strong>de</strong>n drom van herinneringen die hij<br />

„opwekt, en zeg inij of ge ooit min<strong>de</strong>r alleen zijt geweest dan<br />

„daar? Voor mij ten minste, ik was het nimmer als ik mijn<br />

,,geboortegrond weer mogt zien.


166 ESATAS TEGNER, PRITHIOVS SAGA.<br />

„Van <strong>de</strong> jagt heb ik weinig te vertellen. Die ging zijn gang<br />

„buiten mij , tot het ontbijt ons op een schoonen woudheuvel<br />

„zamenbragt , en na korte rust alien nieuwe krachten be<strong>de</strong>el<strong>de</strong>.<br />

„Ik sloeg toen een langen tocht <strong>voor</strong> , door <strong>de</strong> bosschen , die<br />

„Ud<strong>de</strong>holmswerk van Ramen schei<strong>de</strong>n, op <strong>de</strong> grenzen tusschen<br />

„Wermland en Dalarna gelegen. Twee voge]jagers lieten zich<br />

„tot mijn plan overhalen. Wij gingen oostwaarts , terwijl het<br />

„overig jagtgezelschap , dat een an<strong>de</strong>r wit koos , spoedig nit<br />

„het oog werd verloren. Onze weg was intusschen te lang om<br />

„op 6enen dag to wor<strong>de</strong>n afgelegd. Wij bragten <strong>de</strong>n nacht in<br />

„eene hooischuur door, en zette<strong>de</strong>n onze wan<strong>de</strong>ling , door een<br />

„nien wen en heerlij ken rnorgen gewekt, <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren dag <strong>voor</strong>t.<br />

„Oostelijk Wermland — waarin <strong>de</strong> eigenlijke bergwerken ge-<br />

„ legen zijn — is van 's lands westelijk en mid<strong>de</strong>lste ge<strong>de</strong>elte<br />

„in gedaante geheel verschei<strong>de</strong>n. Het is het laatst bebouwd ,<br />

„<strong>de</strong>wijl het door zijn veelvoudig gebroken grond menschelijke<br />

„vlijt en rnenscheiijk verkeer <strong>de</strong> grootste zwarighe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n<br />

„weg leg<strong>de</strong>. Aileen ijzer was in staat door <strong>de</strong>ze bergen en dalen<br />

„een spoor to banen. De bulge, door allengs meer weg<strong>de</strong>inzen<strong>de</strong><br />

„hoogten vbortgezette dalvlakten — eene bedding <strong>voor</strong> groote<br />

„stroomen vormen<strong>de</strong>, die overal el<strong>de</strong>rs het land van het noor-<br />

„<strong>de</strong>n naar het zui<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>elen — treft men hier niet aan ,<br />

„maar stuit daarentegen overal op groepen van grooter of kleiner<br />

„meiren, door vloe<strong>de</strong>n met elkaer verbon<strong>de</strong>n, ie<strong>de</strong>r van welke<br />

„op zijn bolwerk van met geboomte bekranste bergen bogen<br />

„mag. Het geheel zweemt naar een skargiird , van <strong>de</strong> zeekust in<br />

„het hart <strong>de</strong>r binnenlandsche bergen geworpen. Het was in<br />

„een dal tusschen zulke wateren, dat wij avonds het heerlijke<br />

„Ramen gewaar wer<strong>de</strong>n met zijn hoog en lommerrijk geboomte,<br />

„'t well: <strong>de</strong>n hof beschaduw<strong>de</strong> ; — omgeven hier van bewassen<br />

„heuvelen — het loover heeft in bergstreken iets eigenaardig-<br />

„levendigs — en daar van akkers , op welke <strong>de</strong> rogge <strong>de</strong>n


ESAIAS TEGNER, FRITHIOF'S SAGA. 167<br />

„blik door hare frischheid verkwikte. Ver<strong>de</strong>r in het verschiet<br />

„kwamen werkplaatsen van allerlei aard aan het licht, weme-<br />

„len<strong>de</strong> van eene nijvere menschenschaar, , terwijl op <strong>de</strong>n hof<br />

„zelf het huis vol kin<strong>de</strong>ren was, en eene blij<strong>de</strong> jeugd langs<br />

„ laeuvel bij halve' spelen<strong>de</strong> omzwierf.<br />

„Het mag een <strong>voor</strong>regt heeten zijne jonkheid to hebben<br />

„genoten in een land, dat Been graauw verle<strong>de</strong>n , dat slechts<br />

„frissche heugenis heeft — in een land, dat dag aan dag ge-<br />

„legenheid geeft <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>uitgang <strong>de</strong>r beschaving te zien en to<br />

„hooren. Het schijnt ons veer het gansche leven een zoo jeug-<br />

„digen zin te be<strong>de</strong>elen, dat wij, op onzen ou<strong>de</strong>n dag nog rijk<br />

„aan hoop, <strong>de</strong> toekomst blij<strong>de</strong> blijven instaren. „Vooruit”, is<br />

„<strong>de</strong>rzulken leuze. — Maar ik moat tot mijn morgen terugkee-<br />

„ren , tot het oogenblik , waarop wij ons verheug<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

„<strong>voor</strong>teekenen dat wij uit <strong>de</strong> diepte <strong>de</strong>r bosschen eene bebouw<strong>de</strong><br />

„bewoon<strong>de</strong> streek na<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. Het geluid van <strong>de</strong>n dorschvlegel in<br />

„<strong>de</strong> afgelegen stulp <strong>de</strong>s daglooners , het gedreun van het hou-<br />

„weel , waar <strong>de</strong> rook opsteeg van <strong>de</strong>n houtstapel <strong>de</strong>s kolen-<br />

„bran<strong>de</strong>rs , het molengedruisch in <strong>de</strong> beak, <strong>de</strong> eentoonige zang<br />

„van zaag bij zaag, waar het water van klip op klip vial<br />

„alles duid<strong>de</strong> aan, dat wij wa<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> woningen van men-<br />

„schen waren gekomen. Het gebouw, , dat ons ein<strong>de</strong>lijk in <strong>de</strong><br />

„lommer verraste, was in eigenlijken zin ook nog maar eene<br />

„nieuwe stichting, welke naauwelijks twee geslachten heug<strong>de</strong><br />

„en <strong>de</strong> eerbiedwaardige , zilverharige patriarch, wiens land-<br />

„heersblik hier met lief<strong>de</strong>, over zijns va<strong>de</strong>rs en zijn eigen<br />

„werk <strong>de</strong> wacht hield , en die in zijne uitspanningsuren Ta-<br />

„citus las , hij wist zich nog zeer goal <strong>de</strong>n tijd te herinne-<br />

„neren , teen hier op menige plek <strong>de</strong> ploeg <strong>de</strong> eerste voren<br />

„sneed , en <strong>de</strong> boor langzaam maar zeker haren weg naar <strong>de</strong><br />

a<strong>de</strong>ren van het ijzererts vend.<br />

behoef wel niet to verzekeren, dat wij welkom waren. Ik


168 ESAIAS TEGNER FRITHIOF' S SAGA.<br />

„heb nog dien tijd van aartsva<strong>de</strong>rlijke ze<strong>de</strong>n beleefd, toen in<br />

„die landstreek alle, <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> bergwerken bewonen<strong>de</strong> families,<br />

„elkaer als van eenen huize beschouw<strong>de</strong>n ; toen alle knapen<br />

„ou<strong>de</strong>re lie<strong>de</strong>n ooms en tantes noem<strong>de</strong>n , en <strong>de</strong> mooije nicht-<br />

„jens niet vielen te tellen. Het huis van een aanzienlijk „ bruks-<br />

„ „patron” omstreeks het begin dozer eeuw zou stoffe to over<br />

„leveren <strong>voor</strong> eene belangwekken<strong>de</strong> schets, als ik niet vreezen<br />

„moest van mijn gehoor reeds te veel to hebben gevergd. Er<br />

„schuilt eene eigenaardige idylle in het on<strong>de</strong>rwerp, die slechts<br />

„wat te <strong>de</strong>gelijk wor<strong>de</strong>n zou, als men het gastreren getrouw<br />

„weergaf. Ter vergoelijking zij echter opgemerkt, dat men van<br />

„<strong>de</strong>n ochtend tot <strong>de</strong>n avond in <strong>de</strong> vrije lucht en in beweging<br />

„was. G-een spreken<strong>de</strong>r trek bij <strong>de</strong> jeugd dier dagen dan hare<br />

„lust en lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> ligehaamsoefeningen, misschien overal <strong>de</strong><br />

„beste aflei<strong>de</strong>r <strong>voor</strong> wel wat weel<strong>de</strong>rige levendigheid. Bei<strong>de</strong><br />

„kunnen namen om strijd aan die bewegingen <strong>de</strong>el, welke zich<br />

„geenszins louter tot dansen bepaal<strong>de</strong>n. Het broeikast- , het<br />

„kamerleven onzer dames was <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Wermlandsche meisjes<br />

„van dien tijd iets onbekends. Zoowel <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> die het huis<br />

„oplever<strong>de</strong>, als <strong>de</strong> arbeid, die het eischte, zag haar ijverig in<br />

„<strong>de</strong> weer, en <strong>de</strong>ze bedrijvigheid mogt met <strong>de</strong> jaargetij<strong>de</strong>n van<br />

„vourwerp wisselen , <strong>de</strong> ijver bleef <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>. Het avondmaal<br />

„te brengen aan het yolk, dat op veld en wei<strong>de</strong> bezig was,<br />

„bleek een genoegen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> dochteren <strong>de</strong>s huizes , en zij<br />

„achtten het niet bene<strong>de</strong>n zich een flikker to slaan, al streek<br />

„<strong>de</strong> cavalier bij het oplei<strong>de</strong>n het lange haar verlegen achter<br />

,<strong>de</strong> ooren. Het weeuwenaarsspelletjen gaf weer dan een syl-<br />

„fidische gestalte gelegenheid blijk te geven hoe vlug zij <strong>de</strong>n<br />

„arm, die haar omvamen wil<strong>de</strong> , wist te ontvaren ; en als <strong>de</strong>s<br />

„winters <strong>de</strong> sle<strong>de</strong> in pijlsnelle vaart van <strong>de</strong>n lang neerglij-<br />

„<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n heuvel stoof, klonk <strong>de</strong> kreet <strong>de</strong>r schoonen, <strong>de</strong>els angst,<br />

„<strong>de</strong>els lust, hein<strong>de</strong> en veer door bet stille landsehap.”


ESAI.AS TEGNER, FRITH1OF ' S SAGA. 169<br />

Indien er on<strong>de</strong>r onze lezers zijn, die zich naauwelijks kunnen<br />

begrijpen, hoe onze eigenlief<strong>de</strong> er vre<strong>de</strong> mee kan hebben, op<br />

<strong>de</strong>n vlugtigen omtrek van Wermland, welken wij in <strong>de</strong>n aanyang<br />

van dit opstel beproef<strong>de</strong>n , <strong>de</strong>ze vollediger sehets te laten<br />

volgen, mogen zij <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rheid blijken; moge <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid,<br />

als wij zelve, ons hebben vergeten, om gaarne aan Erik Gustaf<br />

Geyer het oor te leenen. Ilij was het, die zich this zijne jeugd<br />

herinner<strong>de</strong>, luttel maan<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> hij op vier-en-zestigjarigen leeftijd<br />

verscheid<strong>de</strong> , hij , die daardoor <strong>de</strong> beste bijdrage lever<strong>de</strong> tot<br />

<strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong>n geest en het gemoed <strong>de</strong>s dichters dien wij beschouwen.<br />

Bottiger heeft van haar heschei<strong>de</strong>ner gebruik gemaakt<br />

, dan wij <strong>voor</strong>nemens zijn to doen , slechts aan <strong>de</strong>n voet<br />

eener bladzij<strong>de</strong> naar die teekening verwijzen<strong>de</strong> ; daar zij ten<br />

onzent min<strong>de</strong>r binnen elks bereik is, gelooven wij hem daarin<br />

niet to mogen navolgen. Geyer moge thans ook bij ons als wijsgeerig<br />

gesebiedschrijver weinig min<strong>de</strong>r vermaard zijn dan<br />

Tegner bet als episch dichter heeten mag, <strong>voor</strong> hoevelen is<br />

<strong>de</strong> eene naam als <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re nog maar „Rauch and Sehall".<br />

Dozen over genen, en genen over <strong>de</strong>zen te hooren spreken ,<br />

niet maar een enkel maal , niet <strong>voor</strong>tdurend loftuitend, neen ,<br />

vorschend en oor<strong>de</strong>elend tevens, het schijnt ons hij <strong>de</strong>n dubbelen<br />

afstand , waarop wij van tooneel en toestand zijn geplaatst,<br />

het beste mid<strong>de</strong>l om Frithiors Saga te leeren begrijpen en<br />

genieten. Laat ons intusschen niet <strong>voor</strong>uitloopen; er was van<br />

doze toen nog even weinig sprake als van Svenska Folket's<br />

Historia. Esaias en Erik waren bei<strong>de</strong> toen nog niets moor dan<br />

veel beloven<strong>de</strong> jonge menschen ; <strong>de</strong> eerste was een jaar on<strong>de</strong>r<br />

dan <strong>de</strong> laatste; Tegner doceer<strong>de</strong> reeds, Geyer stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> nog ;<br />

bet on<strong>de</strong>rseheid was niet groot. Wij stemmen <strong>de</strong>n toon opzettelijk<br />

lager ; wilt gij hooren hoe <strong>de</strong>ze, min<strong>de</strong>r eenvoudig, of zou<br />

steken bij dien van <strong>de</strong>n man, wiens kennis wij u uitnoodigen<br />

te maken, een enkele volzin in wat schitteren<strong>de</strong>r stijl zal ge-


170 ESA1AS TEGNER FRITHJOF ' S SAGA.<br />

noeg zijn ; gij zult er tevens eene bijzon<strong>de</strong>rheid door leeren<br />

kennen , die ge toch weten moot. Geyer, zoo had<strong>de</strong>n wij mogen<br />

schrijven, als wij ons bij Biittiger's style fleuri had<strong>de</strong>n bepaald,<br />

Geyer, <strong>de</strong> jonge philosooph , was nog niet <strong>de</strong> dichter gewor<strong>de</strong>n<br />

van die zangen , welke to zamen thans een <strong>de</strong>r dunne<br />

bnn<strong>de</strong>ltjes uitmaken, waarme<strong>de</strong> men <strong>de</strong>n tempel <strong>de</strong>r onsterfelijkheid<br />

het zekerst binnengaat. Ge zoudt ons die toespeling<br />

op het fraaije vers van Tollens immers ten goe<strong>de</strong> hebben gehou<strong>de</strong>n?<br />

En door uwen glimlach aangemoedigd , zou<strong>de</strong>n wij zijn<br />

<strong>voor</strong>tgegaan , bij <strong>de</strong> bloemen , door omen wegwijzer geplukt ,<br />

enkele te voegen, die ons gaan<strong>de</strong>weg toelachten; — met <strong>de</strong> hand<br />

op het harte, wij hebben wel phrases geschreven, die verdien<strong>de</strong>n<br />

nog vlugger te wor<strong>de</strong>n uitgewischt, dan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> het straks<br />

uit uw geheugen zal zijn. Al leef<strong>de</strong>n, zoudt ge dan hebben gelezen<br />

, al leef<strong>de</strong>n die zangen , in <strong>de</strong>n tijd van welken wij gewagen<br />

, toen nog slechts in zijn harte, al kwamen zij maar schaars<br />

over zijne lippen, <strong>de</strong> jonkman, wiens donkere haren het hooge<br />

<strong>voor</strong>hoofd omgolf<strong>de</strong>n tot ze een sluijer schenen <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n vurigen ,<br />

vonkelen<strong>de</strong>n blik , <strong>de</strong> jonkman, die nog geene kransen behoef<strong>de</strong><br />

„um sich selbst and Andre zu tauschen" , hij had er toch reeds<br />

een verworven ; <strong>de</strong>n lauwer, , door <strong>de</strong> Zweedsche aca<strong>de</strong>mie het<br />

jaar te voren <strong>voor</strong> een lofre<strong>de</strong> op Sten Sture, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>, uitgeloofd<br />

, had hij behaald. Onverwacht mogt hij dus op Ramen<br />

komen , onbekend , zou<strong>de</strong>n wij hebben geschreven , onbekend<br />

was hij <strong>de</strong>n letterlieven<strong>de</strong>n heer <strong>de</strong>s huizes niet ; en zon<strong>de</strong>r er<br />

over na te peinzen of onze antithese meer ware dan maar eene gewijzig<strong>de</strong><br />

reminiscentie nit Gothe's Gaz , had<strong>de</strong>n wij besloten:<br />

onverwacht ja , onbekend neon, onberoemd evenmin. Thans,<br />

ter beschaming van lien stip , ten bewijze hoe slechts hij zich<br />

waar uitdrukt, wie weet hoe het geviel, thans Geyer's eigen verhaal<br />

, wat hem aanspoor<strong>de</strong> over Sten Sture to schrijven; ge kunt<br />

het in zijne Herinnerinyen vin<strong>de</strong>n. Hij had naar eene on<strong>de</strong>r-


ESATAS TEGNEIS, FRITHIOF' S SAGA. 171<br />

wijzers-betrekking in een aanzienlijk huis gedongen ; hij was<br />

door een va<strong>de</strong>rlijk vriend dringend aanbevolen; het antwoord<br />

luid<strong>de</strong> <strong>de</strong>s ondanks afwijzend, daar het on<strong>de</strong>rzoek op <strong>de</strong> hoogeschool<br />

niet ten zijnen <strong>voor</strong><strong>de</strong>ele bleek uitgevallen ; „hij was<br />

„een ongestadig jong mensch." En hoor hem nu zelven ; <strong>de</strong><br />

plaats is zoo kenschetsend eenvoudig, dat wij er gaarne <strong>de</strong><br />

karikatuur van het gebrek op to sieren , waaraan an<strong>de</strong>ren<br />

met ons lij<strong>de</strong>n , <strong>voor</strong> veil had<strong>de</strong>n.<br />

„Deze was mijne eerste on<strong>de</strong>rvinding , wat naam en gerucht<br />

„om het lijf hebben. Ik scheen mij toe <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gansche wereld<br />

„te zijn tentoongesteld. Er was geene kracht in mij, die ik niet<br />

„wil<strong>de</strong> inspannen , om <strong>de</strong> onverdien<strong>de</strong> beruchtheid of te schud-<br />

„<strong>de</strong>n, door mij een beteren naam to verwerven. In die stemming<br />

„greep ik naar <strong>de</strong> pen en schreef <strong>de</strong> Lofre<strong>de</strong> op Sten Stare,<br />

„<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>, ter me<strong>de</strong>dinging naar <strong>de</strong>n prijs, door <strong>de</strong> Zweedsche<br />

„aca<strong>de</strong>mie <strong>voor</strong> 1803 uitgeloofd. In het grootste geheim en niet<br />

„zon<strong>de</strong>r vreeze voer<strong>de</strong> ik mijn plan nit. Toen <strong>de</strong> gedachte bij<br />

opkwam , wist ik niet eens welk on<strong>de</strong>rwerp <strong>voor</strong> dat jaar<br />

„was uitgeschreven. Het moest in <strong>de</strong> Post ()eh Inrikes Tidningarne<br />

„staan , <strong>de</strong> courant die, na het gansche kerspel to zijn rond-<br />

„geweest , in <strong>de</strong> pastorij ter ruste ging. Hoe mij <strong>de</strong> Augustus-<br />

„avond nog heugt , op welken ik, somber to moe, <strong>de</strong>rwaarts<br />

„ging, en on<strong>de</strong>r het een of an<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>wendsel <strong>de</strong>n hulpprediker<br />

„verzocht, eens to mogen zien , welke dagbla<strong>de</strong>n van dat jaar<br />

„nog waren bewaard gebleven. Hij haal<strong>de</strong> eene ou<strong>de</strong> tafelltt nit,<br />

„in welke, tusschen korsten kaas en brokken broods, een bun-<br />

„<strong>de</strong>l weer of min volledige nummers lag, on<strong>de</strong>r welke gelukkig<br />

„dat, 't welk ik zocht, niet werd gemist. Op <strong>de</strong>n terugtogt naar<br />

„huis ervoer ik <strong>voor</strong> het eerst wat het zeggen wil , van een<br />

„geestesvrucht zwanger to gaan. De courant werd mij in <strong>de</strong>n<br />

„zak werkelijk zwaar. Al mijne gedachten schenen op <strong>de</strong> vlugt<br />

„te zijn. Het was mij to moe als liep ik naar <strong>de</strong>ze zoeken ,


172 ESATAS TEGN}K, FRITHIOF'S SAGA,<br />

„terwijl mijne voeten bij invallen<strong>de</strong> schemering tegen wortels<br />

„en steenen stieten; eerst toen bet duister was gewor<strong>de</strong>n kwam<br />

,,ik thuis. Slapen kon ik niet. Den volgen<strong>de</strong>n dag sloeg ik het<br />

„<strong>de</strong>fecte exemplaar von Dalin's Svenska Historia , die wij te<br />

„huis rijk waren , op, en las, on<strong>de</strong>r zuchten en bevel' , wat<br />

„mijn held betrof. Het was mijn eenige bron. lets taaijers weet<br />

„ik nooit te hebben gelezen , en toch zou het mijne taak zijn<br />

„daaruit <strong>de</strong> allervlugste geesten eener geurige welsprekend-<br />

„heid te trekken. Het was eon work ! Gelukkig dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />

„rijksruwaard er in zijn graf niets van heeft geweten ! — Toen<br />

„ik met <strong>de</strong> stof, , hoe (Ian ook , klaar was gekomen , <strong>de</strong>ed zich<br />

„eerie nieuwe zwarigheid op: hoe kreeg ik bet stuk geschreven?<br />

va<strong>de</strong>r was zeer zninig op papier. Ik moot bekennen, dat<br />

„ik mij op heimelijke en ongeoorloof<strong>de</strong> wijze wat ik noodig had<br />

„verschafte. Ik verhorg mijn roof in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>, leége kast van<br />

„een staand uurwerk ; vel <strong>voor</strong> vel <strong>de</strong>r lofre<strong>de</strong> op Sten Stare<br />

„daal<strong>de</strong>, zoodra het geschreven was, in die stoffige duisternis.<br />

„De zaak geheim te hou<strong>de</strong>n was goon kleinigheid in een huis,<br />

„waarin alien van elkan<strong>de</strong>r wisten wat zij <strong>de</strong><strong>de</strong>n. Echter gelukte<br />

„het mij, zon<strong>de</strong>r dat ik iemand tot mijn vertrouw<strong>de</strong> behoef<strong>de</strong><br />

„te maken, en ein<strong>de</strong>lijk kwam <strong>de</strong> avond, waarop ik met beven<strong>de</strong><br />

„hand en kloppend hart mijn opstel, overgeschreven en inge-<br />

„naaid, ingepakt en verzegeld, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> laatste maal <strong>de</strong>n don-<br />

„keren kolk toevertrouw<strong>de</strong>, nit welken het met het krieken van<br />

„<strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n ochtend per post naar <strong>de</strong>n Parnassus zou opstij-<br />

„gen. — Het ten onzent in het postboek te laten inschrij yen zon<br />

„opmerkzaarnheid tot zich hebben getrokken. Er bleef mij dus<br />

„niet an<strong>de</strong>rs over dan, toen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> vrouw, die <strong>de</strong> brieven mijns<br />

„wa<strong>de</strong>rs bezorg<strong>de</strong>, <strong>de</strong>s avonds was vertrokken , ter sluik <strong>de</strong>n<br />

„sleutel van <strong>de</strong>n brievenzak magtig te wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n<br />

„ochtend over <strong>de</strong>n Klar-elf naar het digtstbijgelegen postkantoor<br />

„te roeijen; bet paket werd ingeschreven en verzon<strong>de</strong>n. — Dien


ESAIAS TEGNER, FRITHIOF ' S SAGA. 173<br />

„herfst bragt ik te huis door. — In het begin <strong>de</strong>r maand<br />

„December valt mijn blik in <strong>de</strong> couranten op eene oproeping<br />

„van <strong>de</strong>n schrijver <strong>de</strong>r Lofre<strong>de</strong> op Sten Sture, <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>, or<strong>de</strong>r<br />

„<strong>de</strong> kenspre,uk: „Non civium ardor prava jubentium , etc." om<br />

„zich bij <strong>de</strong>n secretaris <strong>de</strong>r Zweedsche aca<strong>de</strong>mie bekend te maken.<br />

„Nlijne zuster vroeg mij welk berigt mij toch zulk eene kleur<br />

„<strong>de</strong>ed krijgen ? Volstrekt onbekend met <strong>de</strong> vormen <strong>de</strong>r aca<strong>de</strong>mie,<br />

„wist ik naauwelijks of <strong>de</strong>ze oproeping goeds of kwaads spel<strong>de</strong>.<br />

„Door vrees en hoop geslingerd, zond ik schriftelijk antwoord<br />

„in. Den volgen<strong>de</strong>n postdag berigtte <strong>de</strong> gouverneur Rosenstein<br />

„mij, in uitdrukkingen wier opregtheid en innigheid zijn later<br />

„gedrag jegens mij bezegel<strong>de</strong>n , dat <strong>de</strong> Zweedsche Aca<strong>de</strong>mie<br />

„mij haren grooten prijs had toegekend. Den open brief in <strong>de</strong><br />

„hand, stoof ik <strong>de</strong> kamer mijner ou<strong>de</strong>rs binnen. De verrassing<br />

„was groot en in <strong>de</strong>n beginne maakte zij ens stom. blijn goe<strong>de</strong><br />

„moe<strong>de</strong>r drukte mij aan haar hart; broe<strong>de</strong>rs en zusters om-<br />

„arni<strong>de</strong>n mij; alle vrien<strong>de</strong>n <strong>de</strong>s huizes juichten. Wat mijn be-<br />

„jaar<strong>de</strong>n vriend en weldoener betreft — [die in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rlijke<br />

„woning het gezin <strong>de</strong>s avonds dikwijls verzen <strong>voor</strong>las] — ik<br />

„vernam dat hij, teen hem het berigt op een vroegen morgen<br />

„gewor<strong>de</strong>n was, da<strong>de</strong>lijk in <strong>de</strong> gelagkamer ging om het <strong>de</strong>n<br />

„broe<strong>de</strong>ren (ou<strong>de</strong>, ongehuw<strong>de</strong> officieren als hij zelf) mee to<br />

„<strong>de</strong>eien ; hij zette een stoel op tafel , ging teen op dien stoel<br />

„zitten en verkondig<strong>de</strong> hun met lui<strong>de</strong>r stemme <strong>de</strong> eer die mij<br />

„was weervaren. Het heugt mij niet, dat mijn va<strong>de</strong>r mij ooit<br />

„liefkoos<strong>de</strong>. Onze verhouding jegens hem was, hoe lief wij hem<br />

„ook had<strong>de</strong>n, toch van te diepen eerbied doordrongen, om<br />

„vertrouwelijk to zijn. Op dien dag echter, toen wij elkan<strong>de</strong>r<br />

„toevallig ontmoetten , strekte hij zijne hand nit en drukte<br />

„die aan mijne Borst. Geen lief<strong>de</strong>betuiging , ' geen belooning<br />

„heeft mij ooit zoo getroffen als <strong>de</strong>ze. Tot he<strong>de</strong>n toe kan ik<br />

„er niet aan <strong>de</strong>nken of <strong>de</strong> tranen komen mij in <strong>de</strong> oogen.”


174 ESAIAS TEGNER, FRITHIOF' S SAGA.<br />

Scheldt er ons niet on<strong>de</strong>ugend om, zoo wij nog een oogenblik<br />

<strong>de</strong> bei<strong>de</strong> lezingen van <strong>de</strong>n zelf<strong>de</strong> feit, <strong>de</strong> opvatting van Hittiger<br />

en die van Geyer, tegen elkan<strong>de</strong>r overstellen ; het geldt<br />

<strong>de</strong> ontmoeting <strong>de</strong>r twee jongelie<strong>de</strong>n op Ramen — want dat<br />

Tegner, <strong>de</strong> verlief<strong>de</strong>, daar ie<strong>de</strong>re vacantie doorbragt, behoeft<br />

het to wor<strong>de</strong>n vermeld? Naauwelijks , gelooven we. En welk<br />

nut zal het hebben , vraagt ge, die bei<strong>de</strong> schetsen tot studie<br />

naast elkan<strong>de</strong>r to leggen ? Dwaal<strong>de</strong> <strong>de</strong> biograaf dan van zijn<br />

on<strong>de</strong>rwerp af ? verlustig<strong>de</strong> hij zich door er c't propos <strong>de</strong> 6ottes<br />

bij te vermel<strong>de</strong>n , wat beter verzwegen ware geweest? Niets<br />

van dat alles , — tot zijne eere zij het gezegd , hij doorsnuffel<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> weitasch <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> jagers niet; hij weerstond <strong>de</strong> verlokken<strong>de</strong><br />

verzoeking van Tegner's fraai vers, Voilelspel getiteld,<br />

op to halen, „eene bladzij<strong>de</strong> nit een Woud-Ilias," — hij spant<br />

zon<strong>de</strong>r ter zijne to zien <strong>de</strong>n boog en schiet, maar of hij het wit<br />

zoo rap, zoo jnist treft ale Geyer, dat is <strong>de</strong> vraag. Hier hebt<br />

ge <strong>de</strong> beeldspraak , waardoor Battiger u <strong>de</strong>n indruk <strong>de</strong>r ontmoeting<br />

weer wit geven. Onloochenbaar klinkt ze fraai. „Tegner<br />

„en Geyer, ze sloegen elkan<strong>de</strong>r ga<strong>de</strong>, zoo als twee jonge a<strong>de</strong>-<br />

„laars het <strong>de</strong> een <strong>de</strong>n aer van versehillen<strong>de</strong> rotsspitsen plegen<br />

„te doen. Het viel toen reeds op to merken, wat se<strong>de</strong>rt levens-<br />

„lang met bei<strong>de</strong>n het geval bleek , dat zij meer kans had<strong>de</strong>n<br />

„elkaer in hunne vaart naar <strong>de</strong> zon, dan op hunne rustpunten<br />

„op aar<strong>de</strong> te ontmoeten.” De vergelijking behoort , waar het<br />

paten geldt, tot <strong>de</strong> gevierdste ; hier heeft zij buitendien het<br />

<strong>voor</strong><strong>de</strong>el nict uit <strong>de</strong>n verren vreem<strong>de</strong> te zijn gehaald; en echter<br />

zal <strong>de</strong> toestand dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n, dan dienen wij nit <strong>de</strong> dierenwereld<br />

tot die <strong>de</strong>r menschenkin<strong>de</strong>ren weer to keeren , al<br />

<strong>de</strong>rven wij er dat <strong>de</strong>r zonne in het aanzigt vliegen door. „Bei<strong>de</strong><br />

„schenen <strong>de</strong> een <strong>de</strong>n a,er zon<strong>de</strong>rling toe," herneemt hij; „bei<strong>de</strong><br />

„gevoel<strong>de</strong>n zich tot elkan<strong>de</strong>r door eene geheime tooverkracht<br />

„aangetrokken", en toch we<strong>de</strong>r van elkaer afgestooten, had er


ESAIAS TEGNIR, FRITHIOF'S SAGA. 175<br />

op moeten volgen , goe<strong>de</strong> Biittiger ! „liking each other but at<br />

„a distance", zou Byron beter hebben gezegd. En er volgt eene<br />

aanhaling van Geyer, doch slechts een fragment, 't geen dan<br />

ook <strong>de</strong> duisternis niet licht doet wor<strong>de</strong>n. Liever dan u in die<br />

schemering te laten zitten , <strong>de</strong>elen wij n alles, wat <strong>de</strong>ze van<br />

die ontmoeting getuig<strong>de</strong>, me<strong>de</strong>; he tells simple things simply.<br />

„In dat vrolijk gewoel scheen een enkele vreem<strong>de</strong> eenzaam<br />

„en zwijgend zijn weg te gaan. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vele aanwezigen had<br />

„men hem <strong>de</strong>n a f w ezig en gast mogen noemen. Hij was rank<br />

„en clank; hij had lichtkleurig krullend haar, en blaauwe, zeer<br />

„hel<strong>de</strong>re oogen. Maar die kijkers schenen van wat <strong>voor</strong> en oni<br />

„hen <strong>voor</strong>viel niets te zien ; hij , die ze zoo weinig te doen<br />

„gaf, , droom<strong>de</strong> of hij dool<strong>de</strong> rond. Slecbts als zijne opmerk-<br />

„zaamheid op een of an<strong>de</strong>r werd gevestigd , straal<strong>de</strong> zijn blik<br />

„van een eigenaardig schalk licht, gevolgd door een geestigen<br />

„inval en een goelijken glimlach. Het was Esalas Tegnër, in<br />

„dien tijd verloofd met Anna Myhrman , <strong>de</strong> jongste dochter<br />

„<strong>de</strong>s huizes op Rarnen, Ik herinner nab thane, dat ik hem<br />

„nog eenmaal had gezien ; het geviel veel vroeger. Hij kwam<br />

„toen in <strong>de</strong> woning mijns va<strong>de</strong>rs, achter op <strong>de</strong> chais van <strong>de</strong>n<br />

„Kronofogd Branting gezeten , en werd door dien welwillen<strong>de</strong>n<br />

„ou<strong>de</strong>n man als een baas in het rekenen geprezen. Zoolang<br />

„zij ten onzent verbleven, verliet hij maar zel<strong>de</strong>n zijne kamer.<br />

„Toen ik <strong>de</strong>ze Bens in zijne afwezigheid binnentrad , sloeg ik<br />

„een blik in het opengeslagen boek , dat hem dikwijls bezig<br />

„hield ; het was <strong>de</strong> Iliac.<br />

„Het scheen dat geen hartelijke kennismaking <strong>voor</strong> ons het<br />

„gevolg <strong>de</strong>zer twee<strong>de</strong> ontmoeting zou<strong>de</strong> zijn. Hij nam even weinig<br />

„<strong>de</strong>el aan het gastvrij onthaal als aan <strong>de</strong> drukke uitspanningen.<br />

„Hij werd dikwijls zoowel aan het eerste als aan bet twee<strong>de</strong> ontbijt<br />

„gemist, en vaak genoeg verscheen hij niet Bens aan tafel. Het was<br />

„of hij een an<strong>de</strong>ren weg ging dan <strong>de</strong> gewone menschenkin<strong>de</strong>ren.


176 ESAIAS 'I'EGNER, FRITHIOF'S SAGA.<br />

„Na een paar dagen verblijfs zou<strong>de</strong>n wij afscheid nemen,<br />

„maar mijne vogelsehieters lieten zich overhalen nog wat te<br />

„blijven. Ik bereid<strong>de</strong> er mij dus op <strong>voor</strong>, alleen huiswaarts te<br />

„keeren, toen ik bij het heengaan op het pad naar het berg-<br />

„werk mijn droomer gewaar werd, wien <strong>de</strong> ontmoeting eerst<br />

„onaangenaam scheen, en die toch straks omkeer<strong>de</strong> en mij<br />

„vergezel<strong>de</strong>. Hoe wij met elkaer een gesprek aanknoopten,<br />

„heugt mij niet ; wel dat wij spoedig een hevig dispuut<br />

„had<strong>de</strong>n. Het ging later altijd even als toen; wij hebben<br />

„nooit met elkan<strong>de</strong>r gesproken zon<strong>de</strong>r to disputeren, en daar<br />

„wij het 'limner eens wer<strong>de</strong>n, zou men er uit mogen be-<br />

„sluiten, dat wij elkaer nooit hebben begrepen. Ik weet niet<br />

„wat in dit opzicht bij Tegner het geval was, maar ik geloof<strong>de</strong><br />

„ten minste dat ik hem verstond.<br />

„Ik vernam weldra , dat er met hem geene geregel<strong>de</strong> redo-<br />

„nering viel te voeren. Hij dwaal<strong>de</strong> af, hij sprong ter zij en<br />

„kwam toch telkens op het on<strong>de</strong>rwerp terug, en van <strong>de</strong>n gang<br />

„zijner gedachten wist men niet meer dan van <strong>de</strong>n weg <strong>de</strong>r<br />

„zonnestralen door het loover. Want al wat hij zei<strong>de</strong> glans<strong>de</strong>.<br />

„Eigeniijk herhaal<strong>de</strong> hij het zelf<strong>de</strong>, maar met an<strong>de</strong>re woor-<br />

„<strong>de</strong>n. En toch kan men met regt van hem zeggen, dat hij<br />

„altijd <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> was, altijd nieuw. Het was een sterreschieten<br />

„<strong>de</strong>s vernufts, inval op inval, in<strong>de</strong>rdaad een vuurwerk in <strong>de</strong><br />

„duisternis van het bosch. Het bleek wel een mid<strong>de</strong>l om hem<br />

„te leeren kennen, maar over het on<strong>de</strong>rwerp bragt het niet<br />

„ver<strong>de</strong>r. Ik was toen nog geheel vervuld van mijne eerste phi-<br />

„losophische studien; ik had zeker meer een donker vermoe<strong>de</strong>n<br />

„dan een hel<strong>de</strong>r begrip over <strong>de</strong>n innerlijken zamenhang <strong>de</strong>r<br />

„dingen, die mij altijd boven alles belang heeft ingeboezemd.<br />

„Het zij verre van mij te zeggen, dat die zamenhang niet <strong>voor</strong><br />

„Tegner bestond. Hij school in zijn gevoel, maar onontwikkeld;<br />

„en Esaias vergun<strong>de</strong> geen straal van zijn genie op het duister


ESAIAS TEGN FRITMOVS SAGA. 177<br />

„te vallen , waarin bet begraven lag. Alle poging van dien<br />

„aard verwenschte hij, zon<strong>de</strong>r aarzelen, als mofferij en schoolsch<br />

„gezift. 1k mogt doen wat ik wil<strong>de</strong> zoodra ik door gevolgtrek-<br />

„king bij gevolgtrekking tot een behoorlijk besluit meen<strong>de</strong> te<br />

„zijn gekomen , waar was hij ? Hij at bezien , die hij langs<br />

„<strong>de</strong>n weg had geplukt ; hij staar<strong>de</strong> een opschieten<strong>de</strong>n vogel<br />

„na, of sloeg een eekhorentje ga<strong>de</strong>, dat sprong van tak tot tak.<br />

„Wij bleven <strong>de</strong>n geheelen dag bij elkan<strong>de</strong>r ; we bragten<br />

„<strong>de</strong>n invallen<strong>de</strong>n nacht op Liljendal , op timer dan een mijl<br />

„afstands van Ramen gelegen, in hetzelf<strong>de</strong> vertrek zamen door,<br />

„meer praten<strong>de</strong> dan slapen<strong>de</strong>.”<br />

En dus , zon<strong>de</strong>r tot eene slotsom te komen ? Toch niet, —<br />

al wordt ons <strong>de</strong>ze even weinig gegeven in wat Tegner zelf over<br />

<strong>de</strong>ze ontmoeting heeft aangeteekend : „Reeds toen kwam het<br />

„groote verschil in onze beschouwingswijze van leven en let-<br />

„terkun<strong>de</strong> aan het licht , 't Been zich met <strong>de</strong>n tijd al meer<br />

„en meer heeft ontwikkeld. Ons zamenzijn was een <strong>voor</strong>tdurend<br />

„dispuut , maar zon<strong>de</strong>r eenige bitterheid of onvrien<strong>de</strong>lijkheid.<br />

„Toen reeds leer<strong>de</strong> ik Geyer waar<strong>de</strong>ren als een <strong>de</strong>r vernuftigste<br />

„en e<strong>de</strong>lste natures in ons land.” Toch niet zon<strong>de</strong>r slotsom ,<br />

herhalen we, — Esalas droeg reeds <strong>de</strong> overtuiging bij zich<br />

om , welke hij, zestien jaren later, lui<strong>de</strong> zou<strong>de</strong> verkondigen:<br />

„In Febi rijk , in weten als in dicht,<br />

„Is alles klaar : klaar straal<strong>de</strong> Febi zon ;<br />

„Klaar was zijn welbron, 't rein Kastalisch voeht.<br />

„Wat gij niet klaar hunt zeggen weet ge niet;<br />

„Gedaehte en woord ze wor<strong>de</strong>n zaaingeboren:<br />

„Het duister spreken tuigt van duister <strong>de</strong>nken."<br />

Of die doorschijnendheid, naar welke hij levenslang streef<strong>de</strong>,<br />

niet ten gevolge had, dat hij wel eens aan diepte te wenschen<br />

overliet, — of <strong>de</strong> kritische Erik niet meer van zijne eeuw was<br />

dan <strong>de</strong> enthusiaste Esalas, bet zou<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>barige vragen zijn,<br />

Studien en Sehrtsen III 12


178 ESAIAS TEGNER, FRITHIOF'S SAGA.<br />

zoolang wij geen blik hebben geworpen op <strong>de</strong>n toestand , in<br />

welken <strong>de</strong> Zweedsche letterkun<strong>de</strong> zich be yond, toen Tegner<br />

optrad.<br />

II<br />

ZWEDEN 'S POEZIJ.<br />

(1800.)<br />

Oorspronkelijkheid, — die schoone, die sehaarsche gave, —<br />

zij valt op bet gebied van <strong>de</strong>n geest niet enkel slechts vergelijken<strong>de</strong>rwijze<br />

te waar<strong>de</strong>ren, zij komt ook maar zel<strong>de</strong>n, zelfs bij<br />

<strong>de</strong> grootste vernuften, in hunne eerstelingen volkomen aan het<br />

licht. Hunne ontwikkeling heeft onloochenbaar iets eigenaardigs,<br />

maar wie <strong>de</strong>ze wil gaslaan , opmerken, aantoonen, moet scherp<br />

toezien, daar on<strong>de</strong>rzoek er geen min<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el aan heeft dan<br />

phantasie. Er steekt niets verbazends in, tenzij men behoore tot<br />

hen die gelooven, dat <strong>de</strong> heerschappij over hoofd en harte wordt<br />

verleend en niet verworven. „Studie," lagchen, loochenen <strong>de</strong>ze<br />

hoofdschud<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, „studio, neon, aanblazing, ingeving, wat ge<br />

„wilt, slechts geen studio!" En Loch is eon enkele blik op <strong>de</strong><br />

benij<strong>de</strong>nswaardigsten on<strong>de</strong>r ons genoeg, om bij <strong>de</strong>n eersten eisch,<br />

aanleg, <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n eisch, arbeid, te staven, em <strong>de</strong> overtuiging<br />

to geven, dat <strong>de</strong> lauwer zoo goed buiten het bereik blijft van<br />

wie <strong>de</strong>zen minacht als van wie genen mist. Alle jeugd staat op<br />

<strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rs van haar <strong>voor</strong>geslacht; en on<strong>de</strong>r welk beeld gij<br />

u het gemeenebest <strong>de</strong>r letteren ook het liefst <strong>voor</strong>stelt, als eon<br />

hof, , waarin men zich verlustigt, als eon veld, waarop om <strong>de</strong>n<br />

prijs wordt gedongen, als eon tempel, in welken men aanbidt;<br />

welke dier vormen uwe verbeelding aanlagche, gij ziet <strong>de</strong> jonkheid<br />

beginnen met na te doen ; eerst later doet zij mee ; het<br />

lijdt lang eer <strong>de</strong> begaafdsten het <strong>voor</strong>gangers en tijdgenooten<br />

<strong>voor</strong>doen. Zon<strong>de</strong>rling genoeg blijft het genie er niet min<strong>de</strong>r eon


ESAIAS TEGNER, FRITHIOF'S SAGA. 179<br />

won<strong>de</strong>r om, al maakt zijn gang volstrekt geen inbreuk op <strong>de</strong><br />

wetten van onzen geest.<br />

D6Ar dartelt het jongsken om in <strong>de</strong> dreven, wier vista's, naar<br />

welke zij<strong>de</strong> het zich wendt, ruimer verschiet ontsluiten, dan zijn<br />

blik of kan zien , dan zijne krachten hem nog veroorloven in<br />

te spoen ; — dat <strong>de</strong> wensch het te kunnen, zoo vroeg bij hem<br />

opkwara , verried zijn aanleg ; dat het heerlijk landschap om<br />

hem heen hem straks we<strong>de</strong>r geboeid houdt, bewijst dat hij ons<br />

gelijke is. Slechts smaakt hij zijn schoon an<strong>de</strong>rs, inniger dan<br />

wij ; <strong>de</strong> blos <strong>de</strong>r verrukking gloeit op zijne wangen; lets vochtigs<br />

tempert het vuur van zijnen blik. Of gelooft ge dat velen,<br />

als hij , die eerbiedwaardige groep boomer huiverend ga<strong>de</strong>slaan ?<br />

Al wat <strong>de</strong> menigte in die lommer waar<strong>de</strong>ert , is <strong>de</strong> gelegenheid<br />

zich behagelijk uit te strekken ; alleen <strong>voor</strong> hem schuilt er een<br />

wereld van genot in dat spel van licht en schailw ! Hij zou er<br />

vrien<strong>de</strong>n in begroeten , als het geene koningen <strong>de</strong>s wouds waren,<br />

wier geschie<strong>de</strong>nis hem belang inboezemt , wier verle<strong>de</strong>n hij<br />

navorscht ! Ge ziet hem niet aan wat er your zijn jeugdig brein<br />

omgaat , vrolijk als hij daar een vlin<strong>de</strong>r op zij<strong>de</strong> streeft, — <strong>de</strong><br />

slingerpa<strong>de</strong>n <strong>de</strong>zer gaar<strong>de</strong> , <strong>de</strong> sierlijkste, die ooit wer<strong>de</strong>n aangelegd,<br />

zou<strong>de</strong>n zij Kier, zoo vraagt hij zich zelven, geen grootscher<br />

uitzigt geven , daar geen liefelijker schuilplaats bien , als<br />

<strong>de</strong> lijn an<strong>de</strong>rs liep , als zij zich beurtelings meer of min<strong>de</strong>r<br />

kronkel<strong>de</strong> ? „Wijsneus !" mompelt hij , — maar over eene wijle<br />

betrapt hij er zich niet min<strong>de</strong>r om op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> be<strong>de</strong>nking ; het<br />

schoone kon niet schooner zijn, maar het kon meer verrassen ,<br />

meer treffen, „iets nieuws!" Voorbij zijn intusschen <strong>de</strong> dagen ,<br />

waarin Touter te leven al was wat hij verlang<strong>de</strong> ; <strong>de</strong> zoetste ,<br />

<strong>de</strong> zaligste tijd van alle breekt <strong>voor</strong> hem aan. Bloemen en<br />

vruchten van <strong>de</strong>n inheemschen grond, wie genet ze als <strong>de</strong> jongeling,<br />

die <strong>de</strong> eerste your zijne liefste ten krans strengelt, die <strong>de</strong><br />

laatste <strong>voor</strong> <strong>de</strong> schoone aan zijne zij<strong>de</strong> plukt ? en echter, wie


180 ESAIAS TEGNEE, FRITHIOVS SAGA.<br />

vaardiger, wie vlugger dan hij om <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong> in te gaan , wanneer<br />

er eene roos bij te winnen valt , zoo als nog nooit op hare<br />

lokken geur<strong>de</strong>; wanneer <strong>de</strong> gaar<strong>de</strong>, in welke hij geboren word,<br />

er eens <strong>voor</strong> zijne kleinen appelen door dragen zal, zoo als hij<br />

niet blozen zag, toen zijn blik zoo begeerig dat glanzig gebla<strong>de</strong>rte<br />

instaar<strong>de</strong>? Te zijnent heeft hij <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> gesmaakt, het rustig<br />

rund <strong>de</strong> wei<strong>de</strong> te zien scheren , stemmige stoffaadje van dat<br />

stille groen , — te zijnent het water, in dienaresse verkeerd,<br />

zachtkens <strong>de</strong> schepen <strong>voor</strong>t zien dragen door beemd bij beemd<br />

op eon stiefmoe<strong>de</strong>rlijken bo<strong>de</strong>m, eerst met levensgevaar en later<br />

met nog schaarscher kracht , geduld, taai , nijver, vertrouwend<br />

geduld veroverd! El<strong>de</strong>rs zegt men, el<strong>de</strong>rs wemelen <strong>de</strong> bosschen<br />

van wild; el<strong>de</strong>rs heerscht in bet hart <strong>de</strong>r wou<strong>de</strong>n nog <strong>de</strong> statelijke<br />

stilte, aan welke in het grijze weleer <strong>de</strong> Drui<strong>de</strong>n het<br />

luisterend oor leen<strong>de</strong>n; el<strong>de</strong>rs stromnt , stort, stuift het water, zich<br />

eene bedding banen<strong>de</strong> door rotsen , die het dreunen en daveren<br />

doet, near <strong>de</strong>n afgrond, eene wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wereld, — en hij, hij is<br />

<strong>de</strong>ze ingesneld , eer wij onzen koffer hebben gepakt. Eerst als hij<br />

hear ga<strong>de</strong>slaat, wordt het hem hel<strong>de</strong>r, , hoe goed hij het vroeger<br />

<strong>de</strong> onze <strong>de</strong>ed, van louter bewon<strong>de</strong>ring dozer vreem<strong>de</strong> is bij hem<br />

geen sprake. „Schoon !" moge hij uitroepen ; eer het woord is<br />

verwaaid , wankelt <strong>de</strong> evenaar in zijne vingeren ; want al <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>regten , die <strong>de</strong> menschheid <strong>de</strong>r beschaving heeft dank to<br />

weten , wegen in <strong>de</strong> eene schaal, winnen het van <strong>de</strong>n geweldigen<br />

indruk, door stouter en straffer natuur gemaakt. Vergelijken<br />

leert oor<strong>de</strong>elen , — als hij later weerkeert in <strong>de</strong> waran<strong>de</strong>, die<br />

zijne oogen heeft verlustigd, van <strong>de</strong>n eersten dag of waarop<br />

hij zich in het licht vermeid<strong>de</strong> , hoe liefelijk is zij hem, liefelijker<br />

dan eenige an<strong>de</strong>re ter wereld ; bij al zijne heugenissen<br />

bleef ook die <strong>de</strong>s harten bewaard. Bei<strong>de</strong> scherp en juist , ziet<br />

hij dan niet enkel wat zij bier en daar to wenschen overlaat,<br />

waar<strong>de</strong>ert hij tevens wet . zij vast boven an<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>uit heeft


ESATAS TEGNER, FR1THIOVS SAGA. 181<br />

wat zij ver<strong>de</strong>r belooft te zullen wor<strong>de</strong>n ; en in <strong>de</strong> kennis van<br />

wat er eigenaardigs schuilt in hare en in zijne krachten , in<br />

<strong>de</strong> wijze waarop hij <strong>voor</strong>taan bei<strong>de</strong> aan het licht brengt, vruchtbaar<br />

maakt en toepast , sehittert, niet maar met ij<strong>de</strong>len glans,<br />

straalt met levenwekken<strong>de</strong> warmte , wat wij huldigen als oorspronkelijk<br />

genie !<br />

Oorspronkelijkheid , die maar behoeft te wor<strong>de</strong>n geboren om<br />

zich te doen gel<strong>de</strong>n, om waard te zijn te wor<strong>de</strong>n gevierd, welk<br />

een waan! Proza en poezij geven gelegenheid te over, ens bei<strong>de</strong>r<br />

gebied als het tooneel eens wedstrijds <strong>voor</strong> te stollen; zal men<br />

het niet te hollandsch vin<strong>de</strong>n , als wij ons lien Iiefst te water<br />

<strong>de</strong>nken? Het wemelt om ons been van jollen en gieken en booten;<br />

or wordt geroeid, er wordt gezeild ; een smalle , witte streep<br />

op <strong>de</strong>n blaauwen spiegel wijst aan, waar <strong>de</strong>ze uw blik ontgleen;<br />

het schuim dat <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n Steven in wolken opgaat , kondigt<br />

gene van verre aan; lust, moed , kracht zijn <strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>r zege, maar zjn het niet alleen! Verleen het drietal gaven in<br />

<strong>de</strong> mildste mate <strong>de</strong>n flinken borst, then ge een prjs toewenscht,<br />

<strong>de</strong> hand moet <strong>de</strong> grepen van spaan en roer hebben geleerd ,<br />

het oog <strong>de</strong> vlugt <strong>de</strong>r zeilen hebben gemeten , het we<strong>de</strong>r, , <strong>de</strong><br />

wind, <strong>de</strong> stroom , zjn vaartuig, wat niet al moet hij kennen ,<br />

als hij , we zeggen niet overwinnen, als hij maar waardig me<strong>de</strong>dingen<br />

zal. — An<strong>de</strong>rs en hooger, , an<strong>de</strong>rmaal op het water,<br />

al is <strong>de</strong> tonne <strong>de</strong>r glorie <strong>voor</strong> ons op zee ter kimme gedaald ,<br />

al speelt in bet avondrood slechts een weerschijn van <strong>de</strong>n luister<br />

van weleer aan onze transen ! Zeilree ligt <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lsvloot , zeilree<br />

in een onzer havens , op wakkert het oosten, het anker is<br />

geligt , en <strong>de</strong> ervaring staat aan het roer; eischt gij, dat zij zal<br />

wijken , vleit go u tat ze zal wor<strong>de</strong>n beschaamd door <strong>de</strong>n jonkman<br />

, die <strong>de</strong> stormen kent — nit theorien , en <strong>de</strong>n oceaan — door<br />

<strong>de</strong> kaart? Vie lust hebbe zich in te schepen met <strong>de</strong>n vermetele,<br />

hij springe aan boord , mits men ons vergunne over te wippen


182 ESAIAS TEGNER, FRITHIOF ' S SAGA.<br />

op dat van dien grijzen rob, wiens wangen door <strong>de</strong> keerkringszonne<br />

zijn gebruind; <strong>voor</strong> hon<strong>de</strong>rd jaren zou hij nog op <strong>de</strong><br />

walvischvaart zijn gevormd ; thans vult alleen <strong>de</strong> Oost zijn<br />

leven — als onze sehatkist. Wie lust hebbe het lijf te wagen,<br />

— maar wij .doen <strong>de</strong>n veelbeloven<strong>de</strong> , dien gij ons aanduidt ,<br />

onregt , want trots al <strong>de</strong> oorspronkelijkheid , die gij hem toeken<strong>de</strong>t<br />

, blijkt hij oefening te waar<strong>de</strong>ren: — „<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n boeg,<br />

„of in <strong>de</strong>n korf ," zegt hij , „niet op <strong>de</strong> kajuit, niet aan bet<br />

„roer is mimeplaats." En uit zeilt <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m, weg <strong>de</strong>inst <strong>de</strong><br />

kust; <strong>de</strong> bree<strong>de</strong> schoot <strong>de</strong>r wateren opent zich; lucht en zee,<br />

zee en lucht is alles wat ze zien , alles, behalve het wolkjen<br />

dat daar opdoemt , een manshand groot , dat aanwast , dat<br />

het halve zwerk omsluijert , bliksems in <strong>de</strong>n schoot, die een<br />

omzien <strong>de</strong> duisternis zigtbaar doen wor<strong>de</strong>n. Hoe het schip steigert<br />

, en opstuift , en neerstort , weerlooze prooi <strong>de</strong>r wateren!<br />

De zeilen scheuren , <strong>de</strong> mast kraakt, maar kracbtig, maar kalm<br />

klinkt boven dien storm eene stem, en dat woord,-het moge <strong>de</strong><br />

woe<strong>de</strong> <strong>de</strong>r elementen niet brei<strong>de</strong>len , het beheerscht ze toch !<br />

Uw gunsteling ontving <strong>de</strong> eerste les in <strong>de</strong> toepassing van kennis<br />

en kunst; wat zal hij er nog menige behoeven , eer hij , trots<br />

al zijne gaven , <strong>de</strong> hand naar het roer uitstrekken mag! Afryke<br />

is verrezen toen Europa verdween ; Afryke is op hare beurt<br />

aan <strong>de</strong>n gezigtein<strong>de</strong>r schuil gegaan; daar ontstijgt Insulin<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> wateren, daar geeft zij <strong>de</strong>n blik <strong>de</strong>s jonkmans die weel<strong>de</strong>rige<br />

wereld bloot , welke nog in onze musea niet valt te zien , al<br />

zou<strong>de</strong>n we geene van <strong>de</strong>ze langer bezitten , zoo Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />

Boning over haar niet <strong>de</strong>n schepter zwaai<strong>de</strong>. Hoe <strong>de</strong> oogen<br />

van <strong>de</strong>n grijskop op <strong>de</strong> kajuit flikkeren van trots, als hij<br />

wi<strong>de</strong>r die vlaggen alter volken, on<strong>de</strong>r die wimpels zon<strong>de</strong>r tal,<br />

geen enkele ziet <strong>de</strong>rgenen die met hem uitzeil<strong>de</strong>n; als hij <strong>de</strong><br />

eerste blijkt , die ter ree<strong>de</strong> van Batavia het anker werpt! —<br />

Eene an<strong>de</strong>re oefenschool opent zich <strong>voor</strong> onzen aankomeling,


ESAIAS TEGNER , FRITHJOF 'S SAGA. 183<br />

al is <strong>de</strong>ze niet langer <strong>de</strong> strafste , daar een bezit , dat vast<br />

eeuwen duur<strong>de</strong>, daar een kloek bewind <strong>de</strong> gemeenschap tusschen<br />

moe<strong>de</strong>rland en kolonie geregeld en gemakkelijk hebben<br />

gemaakt , daar het verkeer zich slechts tot <strong>de</strong>n omgang met<br />

het kustvolk bepaalt: lossen, la<strong>de</strong>n en tehuisreize. Het is even<br />

gaauw geleerd als geschied, maar al doen wij gewillig afstand<br />

van <strong>de</strong> gelegenheid binnen ons bereik, eenige schoten te laten<br />

vallen , eene muiterij te bedwingen , u getuige te maken van<br />

het <strong>de</strong>mpen eens opstands, bij welken <strong>de</strong> cooed van uwen gunsteling<br />

uit zou slaan, zon<strong>de</strong>r aanblazing te behoeven, uit zou<br />

slaan in Iichte laaije vlam , een an<strong>de</strong>ren greep verzuimen we<br />

niet. Of zou uw aankomeling iets eigenaardig-oorspronkelijks<br />

hebben, als <strong>de</strong> wensch hem niet blaakte, <strong>de</strong> werel<strong>de</strong>n die hij<br />

langs , die hij <strong>voor</strong>bij zeil<strong>de</strong> , te zien ; als <strong>de</strong> hoop hem niet<br />

streel<strong>de</strong> eens ook daar ooze driekleur to doen wapperen, <strong>de</strong>r<br />

scheepvaart een nieuwen weg te banen , <strong>de</strong>n han<strong>de</strong>l gelegenheid<br />

te geven een yolk te meer <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>rhand te bien ? Er<br />

was immers tusschen ons sprake van een wedstrijd, in welken<br />

<strong>de</strong> oorspronkelijkheid zieh roemrijk on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zou ; hebt<br />

ge vre<strong>de</strong> met het beeld , in 't welk wij <strong>de</strong>n gang harer ontwikkeling<br />

trachtten te schetsen ?<br />

De letteren zijn vaak genoeg een tempel geprezen, een tempel,<br />

waarin het hoogste wat ons geslacht ten <strong>de</strong>ele viel wordt gehuldigd,<br />

lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> wat waar is, wat goed is en schoon! Stel tit<br />

nog eenmaal bet jongsken , <strong>de</strong>n knaap , <strong>de</strong>n jongeling <strong>voor</strong>,<br />

dien ge met aanleg ter waar<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong>ze be<strong>de</strong>eld acht, die<br />

touter in dat heilige zijn lust vindt ; is zulk eene stemming<br />

niet reeds zeldzaam genoeg om er hem niet nog an<strong>de</strong>re uitzon<strong>de</strong>ringen<br />

bij toe te dichten ? Immers , tegenstellingen tusschen<br />

hem en ons, ze zijn zoo talrijk , dot we geregtigd zijn tot <strong>de</strong><br />

vraag: waar beginnen zij, waar eindigen ze? Als wij spelen,<br />

mijmert hij; als wij naar <strong>de</strong> werkelijkheid grijpen, zweeft hij


184 EsalAs TEG-Ntlt FRITI-110F ' S SAGA.<br />

in een dram van i<strong>de</strong>alen; hij is <strong>de</strong>n weg naar het heiligdom<br />

ingeslagen <strong>voor</strong> wij het hebben vermoecl ; wat hem zoo dier<br />

blijkt, verhief zich toch ook <strong>voor</strong> onzen blik tot <strong>de</strong> transen ! Eer<br />

wij het gewaar war<strong>de</strong>n, dat hij onzen kring is ontweken, ruischt<br />

hem het hooge , het heilige lied reeds van verre te gemoet ;<br />

hoe hij het opvangt, het nazingt ! Bloesem in <strong>de</strong>n knop, vruchten<br />

beloven<strong>de</strong> als wij nimmer zullen dragen, neuriet hij het als<br />

hij insluimert, en wordt niet wakker of het is weer op zijn<br />

lippen; zedige schroom , die hem op <strong>de</strong>n drempel doet aarzelen<br />

binnen te gaan , hoe drukt <strong>de</strong>ze het zegel op zijne roeping !<br />

Hij is in het heiligdom, hij stemt in <strong>de</strong>n lofzang; walk cane<br />

weel<strong>de</strong>! Eene wijle staat hij van verre, dan wordt ook hem<br />

eene plaatse aangewezen, en zijne uren zijn zoo vele schakels<br />

van afwisselend genot, terwijI <strong>de</strong> vleugelen van zijnen geest<br />

wassen. Ten leste is er geen zang weer, dien hij niet van<br />

buiten kent; hoe groat hun petal zij, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze zijn er nog<br />

maar weinige , wier gang of val <strong>voor</strong> hem langer geheimen<br />

heeft ; — <strong>de</strong> twijfel komt bij hem op, of hun verschei<strong>de</strong>nheid<br />

niet te wenschen overlaat ; — hij is er enkele moe<strong>de</strong>. Wat<br />

gij hem ook benlj<strong>de</strong>n moogt, doe hem dat oogenblik niet ! De<br />

schare am hem been is opgetogen zoo als ook hij het weleer<br />

was, <strong>de</strong> sche<strong>de</strong>ls <strong>de</strong>r grijsheid bukken zich en nit <strong>de</strong> oogen<br />

<strong>de</strong>r jonkheid straalt verrukking; niemand dan hij aarzelt mee<br />

in to stemmen, niemand dan hij blijft koel. Heiligschennis !<br />

heiligschennis? zon het heiligschennis zijn, zoo hij geloof<strong>de</strong> ,<br />

dat er toonen vielen aan te slaan , die ver<strong>de</strong>r zou<strong>de</strong>n dragen,<br />

dieper indruk zou<strong>de</strong>n achterlaten en grootscher geestdrift wekken<br />

? Neen , tuigt eene stem in zijn binnenste , neen ; en al<br />

legt hij haar in <strong>de</strong>zen drom het zwijgen op, hij is naauwelijks<br />

alleen , of zij verheft zich wa<strong>de</strong>r, en in <strong>de</strong> Lange nachtwake<br />

weet zij van geene ruste. Daar daagt het in bet oosten, maar<br />

nog daagt het niet overal; het is stil in <strong>de</strong>n tempel, <strong>de</strong> stralen


ESAIAS TEGN FRITHIOE'S SAGA. 185<br />

eener enkele lamp wor<strong>de</strong>n al matter; wie knielt er hij haren<br />

schemerschijn? Luister hij is het die daar zingt, eerst bevend<br />

en trillend , maar allengs sterker; thans behoeven wij<br />

niet meer te zeggen: luister, want gij zoudt geen gehoor bebben<br />

, als <strong>de</strong> frischheid van zijn geluid u niet verrukte, geen<br />

harte, als ge niet wegsmolt in gevoel. Immers, er ruischt in<br />

die toonen niet maar een weergalrn van wat er in enkele, in<br />

<strong>de</strong> heerlijkste oogenblikken van uw leven duister <strong>voor</strong> uwen<br />

geest omging, waar ge naar smachttet , zon<strong>de</strong>r dat gij het in<br />

woor<strong>de</strong>n wist nit to drukken; <strong>de</strong> zucht is zang gewor<strong>de</strong>n, die<br />

u te gelijk verrast, vertee<strong>de</strong>rt en verrukt! Welk een welspreken<strong>de</strong>n<br />

tolk heeft het gevon<strong>de</strong>n , dat verlangen naar eenen<br />

vre<strong>de</strong>, dien <strong>de</strong>s <strong>voor</strong>geslachts te boven gaan<strong>de</strong>! — hoe stilt<br />

hij behoeften van hoofd en hart, die dit niet ken<strong>de</strong>, die het<br />

niet eens vermoed<strong>de</strong>, dat ooit <strong>de</strong>r zich ontwikkelen<strong>de</strong> menschheld<br />

eerst eene plage en later een genot zou<strong>de</strong> zijn! Jets nieuws,<br />

iets schoons, iets heiligs tevens , <strong>de</strong> ware oorspronkelijkheid,<br />

het kind van haren tijd en toch <strong>de</strong>zen <strong>voor</strong>uit, en aan welke<br />

kennen<strong>de</strong> wat was en wat is en daaruit <strong>voor</strong>zien<strong>de</strong> wat wordt,<br />

<strong>de</strong> hul<strong>de</strong> toekomt:<br />

„Onsterflijk maakt <strong>de</strong> gon<strong>de</strong>u Luit,<br />

„`vie eigen wieken klepte!"<br />

Als <strong>de</strong> achttienjarige Tegner <strong>de</strong> latijnsche en grieksche schrijvers<br />

welke hij bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, welke hij bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>, meer in <strong>de</strong>n<br />

geest van 't versjen van Bil<strong>de</strong>rdijk, aan 't welk bovenstaan<strong>de</strong><br />

regelen zijn ontleend, dan in dien <strong>de</strong>r hoogere eischen, welke<br />

wij aan oorspronkelijkheid <strong>de</strong><strong>de</strong>n, als hij Horatius en Homerus<br />

eene wijle ter zij<strong>de</strong> leg<strong>de</strong>, om <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> <strong>de</strong>s tijds ten<br />

zijnent to genieten, wat vond hij? Er is niets natuurlijker dan<br />

het vermoe<strong>de</strong>n , dat zij hem, zon<strong>de</strong>r eenigen tooverstaf, eene<br />

natuur <strong>de</strong>ed aanschouwen, zoo stout, zoo forsch, dat zij slechts


186 ESAIAS TEGNER, FRITHIOVS SAGA.<br />

met hol<strong>de</strong>n viel te stofferen; dat zij hem nu eens met <strong>de</strong> Vikingen<br />

op die zee voer<strong>de</strong> , aan welke <strong>de</strong> klippen en rotsen van Svea<br />

zijn ontstegen , dat zij hem dan we<strong>de</strong>r in <strong>de</strong>n doorzigtigen<br />

mid-zomernacht Valhalla <strong>de</strong>ed toeschemeren, O<strong>de</strong>n van verre<br />

gewaar wor<strong>de</strong>n. En toch bedriegt zich wie het gelooft ; toch zal<br />

hij zich teleurgesteld zien , die ons verdacht van <strong>de</strong>n kunstgreep<br />

, in <strong>de</strong>ze wending het mid<strong>de</strong>l te hebben gezocht om het<br />

wil<strong>de</strong> en ruwe, dat <strong>de</strong> dichtkunst die zijn optre<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>afging<br />

kenmerkte, te verontschuldigen; aan wat euvel zij hinkte, niet<br />

aan dat! Het arme kind, of zij aan inheemsche gebreken, of<br />

zij niet aan overbeschaving had<strong>de</strong> gele<strong>de</strong>n! Geenerlei bevalligheid<br />

vreemd , behagen<strong>de</strong>, behaagziek schier, was zij slechts te<br />

weinig noordsch om niet navolging te zijn! Gij stel<strong>de</strong>t u haar<br />

<strong>voor</strong> in <strong>de</strong> lommer <strong>de</strong>s wouds, <strong>voor</strong> spiegel aan hare voeten een<br />

weir, dat, beurtelings bruin en blaauw, <strong>de</strong> bergen, langs welke<br />

zij zich verlustigt, <strong>de</strong>n hemel, naar wien zij opziet, we<strong>de</strong>rgeeft;<br />

en ge treft haar aan in <strong>de</strong> benaauw<strong>de</strong> lucht eener broeikast ,<br />

omringd van gewassen, wier loten en twijgen niet wiegelen op<br />

<strong>de</strong>n a<strong>de</strong>m <strong>de</strong>s winds; neen, pijnlijk zijn opgetrokken, langs lat<br />

bij lat, en ja, bloemen dragen, maar bloemen, wier geuren en<br />

klenren hunne eerste vereischten missen in frischheid. Sierlijk<br />

is <strong>de</strong> schaal, waarop zij hare vruchten schikt, en sierlijk ook <strong>de</strong><br />

groepering waardoor zij <strong>de</strong>n blos van <strong>de</strong>ze en het dons van gene<br />

gel<strong>de</strong>n doet , maar proef ze , en prijs dan zoo ge durft ! Jets<br />

waterigs, iets weeks, iets ziekelijks, zucht gij, dat niet natuurlijk<br />

is in dit noor<strong>de</strong>n, en, schoon <strong>de</strong> smaak van dien dag u ongelijk<br />

gaf, schoon enkele dweepers met het verle<strong>de</strong>ne dit he<strong>de</strong>n<br />

nog doer, <strong>de</strong> blondlokkige Muze zelve weerspreekt u niet.<br />

Het arme kind! haar heugen lang vervlogen dagen, „eer <strong>de</strong><br />

„ou<strong>de</strong> G-o<strong>de</strong>n wegtogen ," dagen van kracht , toen zij zweef<strong>de</strong><br />

over strijd bij strijd, — scheld er haar geene heidinne om,<br />

zoo ze zich nog verlustigt in <strong>de</strong>n glans van die glorie! Ook toen


ESAIAS TEGNER, FRITIIIOVS SAGA. 187<br />

Gustaf Eriksson haar, eenwen later, ten t.wee<strong>de</strong>n male bekeer<strong>de</strong>,<br />

was er gang en gloed in hare woor<strong>de</strong>n, en werd bet<br />

waar hare stralen schoten licht! Helaas! se<strong>de</strong>rt mogen flikkering<br />

en schittering bijwijle <strong>de</strong> duisternis hebben afgewisseld ,<br />

verschijnen was geen verwinnen meer ; hare blanke sehaebten<br />

roei<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r lang noch hoog! In <strong>de</strong> roemrijkste eeuw van<br />

bei<strong>de</strong> Zwe<strong>de</strong>n en Ne<strong>de</strong>rland, toen onze Von<strong>de</strong>l haren Gustaaf<br />

Adolf <strong>de</strong>n Olyftak vlocht, die van geen verwelken weet, droeg<br />

zij latijnsebe kluisters! Latijn was <strong>de</strong> lievelingstaal dier Christine,<br />

van wier lokken volgens onzen dichter, <strong>de</strong> „min een pees<br />

„wenschte te vlechten, to spannen zynen boogh met zulck een<br />

„heerlyck hair!" en on<strong>de</strong>r latijnschen invloed ging zelfs die<br />

Stjernhelm gebukt, die zweedsch gevoel<strong>de</strong> en zweedsch dichtte,<br />

verzen sme<strong>de</strong>nd e, het ware woord <strong>voor</strong> wie metaal nit het met<br />

allerlei vreemd vuil vermeng<strong>de</strong> erts schitterend te <strong>voor</strong>schijn<br />

riep! Eene sterre aan <strong>de</strong>n hoogen hemel <strong>de</strong>r Dalarna opgegaan,<br />

schitter<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze er slechts in eenzaamheid, of zoo enkele flaauwere<br />

lichten allengs door het diepe blaauw aanbraken , het mogten<br />

geene zusteren heeten; die eene overscheen ze niet, zij straal<strong>de</strong><br />

ze dof !<br />

Eene an<strong>de</strong>re eeuw is aangebroken; we zijn in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong>;<br />

vast zijn hare eerste <strong>de</strong>rtig jaren <strong>voor</strong>bijgesneld en het tijdperk<br />

begint, dat in bijna elke letterkundige geschie<strong>de</strong>nis van Zwe<strong>de</strong>n<br />

het vier<strong>de</strong>, het Dalinsehe, wordt geheeten; nog eens roepen wij<br />

nit : het arme kind! Ge hebt Geyer's oor<strong>de</strong>el over Dalin als<br />

historieschrijver gehoord; zoo taai als <strong>de</strong>ze 's mans geschie<strong>de</strong>nis<br />

schetst, was zijn weekblad Den Sveneke Angus niet; maar wat<br />

baatte het <strong>de</strong>r noordsche muze dat zij in plaats van langer <strong>de</strong><br />

Latijnen na te volgen, het nu <strong>de</strong> Britten <strong>de</strong>ed ? Ge meent, dat<br />

zij veel gewonnen had, om <strong>de</strong> inniger verwantsebap van het<br />

Zwe<strong>de</strong>n dier dagen met <strong>de</strong> begrippen en gevoelens door <strong>de</strong><br />

vernuften van koningin Anne geschetst, dan met die <strong>de</strong>r wereld


188 ESAIAS TEGNER , FRITHIOVS SAGA.<br />

van het grijze verle<strong>de</strong>n , en wij geven bet n gaarne toe, dat<br />

wij er nog onlangs ten onzent getuige van zijn geweest, hoeveel<br />

partij er van die spectatoriale vertoogen valt to trekken ; —<br />

maar zijn publiek met het dus overgenomene ver<strong>de</strong>r to brengen,<br />

zoo men zelf niet boven zijnen meester staat, het ging toen niet,<br />

en of bet that's gaat, u zij het oor<strong>de</strong>el; wij blijven bij ons<br />

on<strong>de</strong>rwerp. Olof von Dalin bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> Addison en vertaal<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>zen ; loch <strong>de</strong> zweedsche letteren wor<strong>de</strong>n door hem met geene<br />

oorspronkelijke meesterstnkjens verrijkt, als <strong>de</strong> beminnelijke en<br />

begaaf<strong>de</strong> schetser van sir Roger <strong>de</strong> Coverley er <strong>de</strong>r engelsche<br />

naliet. Hoveling , in <strong>de</strong>n a<strong>de</strong>lstand verheven , kanselarij-raad<br />

wat niet al, was bet natuurlijk dat ook Dalin <strong>de</strong> groote genien<br />

van le Siecle <strong>de</strong> Louis XIV wetgevers achtte op het gebied van<br />

bet schoone, maar men kon bet zijn treurspel zoo min aanzien<br />

dat bij Racine had genoten, als zijnen fahelen dat hij Lafontaine<br />

begreep. Als waren bet nog niet genres genoeg geweest, waag<strong>de</strong><br />

hij zich ook aan het blijspel ; er zijn mid<strong>de</strong>lmatighe<strong>de</strong>n, wie<br />

ook eene majesteit als die van Moliere niet imponeert. Hij zij<br />

er bij ons door geoor<strong>de</strong>eld; hij zou, zelfs aan goud van min<strong>de</strong>r<br />

gehalte getoetst , <strong>de</strong> proef niet doorstaan ; al wat wij er ring<br />

hebben bij to voegen is, dat noch on<strong>de</strong>r zijne tijdgenooten, noch<br />

on<strong>de</strong>r zijne navolgers, eenige van welke wij later we<strong>de</strong>r zullen<br />

zien , iemand gelukkiger was dan hij. Intussehen , niet alien<br />

bogen met <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n eerbied <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n staf, dien hij zwaai<strong>de</strong>;<br />

waren er welligt bij <strong>de</strong>ze, wier vernuft het zijne in waarheid<br />

en warmte van gevoel overtrof?<br />

Hoe ooze hoffelijkheid in bet naauw wordt gebragt, daar <strong>de</strong><br />

gestalte, die wij aan het. hoofd van <strong>de</strong> bonte groep zijner tegenslan<strong>de</strong>rs<br />

gewaar wor<strong>de</strong>n, die eerier vrouw is, eener ongelukkige<br />

vrouw, door drieerlei lief<strong>de</strong> vermaar<strong>de</strong>r dan door haar vernuft!<br />

Als haar lied hear leed waard ware geweest, welk een lof zou zij<br />

hebben verworven! Hedvig Charlotta Nor<strong>de</strong>nflycht had, op <strong>de</strong>


ESAIAS TEGNER, SAGA. 189<br />

be<strong>de</strong> van haren sterven<strong>de</strong>n varier, eenen bultenaar hare hand beloofd<br />

en was, na drie jaren strijds, besloten bet gegeven woord<br />

gestand to doen , toen <strong>de</strong> geestige mismaakte overleed; ware<br />

hare lyrische poezij in<strong>de</strong>rdaad gevoel geweest , er zou op <strong>de</strong>s<br />

jongelings terp een krans zijn gelegd, wiens we<strong>de</strong>rga<strong>de</strong> el<strong>de</strong>rs<br />

vruchteloos ware gezocht. Hedvig strengel<strong>de</strong> dien <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n verschei<strong>de</strong>n<br />

verloof<strong>de</strong> niet; wij twijfelen er zelfs aan of zich een<br />

zweem van wroeging in hare franca meng<strong>de</strong>; zij wischte die zoo<br />

spoedig af! Lang leed het niet, of een jeugdig geestelijke won haar<br />

harte , en toen ein<strong>de</strong>lijk , einclelijk na verloop van vier jaren <strong>de</strong><br />

belemmeringen waren uit <strong>de</strong>n wen geruimd , die haar huwelijk<br />

verbo<strong>de</strong>n, geloof<strong>de</strong> zij haar levensgeluk to zijn verzekerd , —<br />

zeven maan<strong>de</strong>n later was ze weduwe, — ditmaal innig bedroefd?<br />

Het zou on<strong>de</strong>ugend zijn er aan to twijfelen , want zij werd zelve<br />

krank , en elf weken , lezen wij, „bragt zij op hare legerste<strong>de</strong>,<br />

„door;" en toch, een glimlach valt niet to weerhou<strong>de</strong>n, als wij er<br />

bij vin<strong>de</strong>n gevoegd : „toen verhnis<strong>de</strong> zij nit Carlskrona naar<br />

„SO<strong>de</strong>rmanland , huur<strong>de</strong> eene kleine woning, liet hare kamer<br />

„zwart behangen , koos <strong>voor</strong> <strong>de</strong> sehil<strong>de</strong>rijen , waarme<strong>de</strong> zij <strong>de</strong><br />

„war<strong>de</strong>n vul<strong>de</strong> , slechts sombere on<strong>de</strong>rwerpen en zong bij hare<br />

„harp elegie op elegie." 0 toestel , die naar eene tentoonstelling<br />

zweemt ! hoe hij dubbel ondragelijk wordt, als men er Hedvig's<br />

beeldtenis bij aanziet, een levenslustig gezigt, lange lichtbrnine,<br />

kronkelen<strong>de</strong> lokken, door welke zich een donker lint sierlijk,<br />

slingert , groote hel<strong>de</strong>re oogen , om do schou<strong>de</strong>rs slechts een<br />

mantel, die <strong>de</strong>n vollen boezem bloot laat. De vingeren <strong>de</strong>r shrike<br />

hand heifen een speeltuig op, eene tier naar het schijnt, maar<br />

straks lazen wij van eene harp, bij welke zij hare klaagzangen<br />

kweel<strong>de</strong>, die zij in het licht gaf on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel van De treuren<strong>de</strong><br />

tortelcluif ! Had<strong>de</strong>n wij het regt een weinig on<strong>de</strong>ugend to zijn?<br />

Het Zwe<strong>de</strong>n van omstreeks <strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r vorige eenw zou<strong>de</strong> neen<br />

hebben gezegd, „want zij won er alter opmerkzaamheid door, en


190 ESATAS TEGAR, FRITHIOF'S SAGA.<br />

„<strong>de</strong>ze, zoowel als <strong>de</strong> jichtkrampen , aan welke zij Teed," ten gevolge<br />

harer luchtige kleeding , vreezen wij , „<strong>de</strong><strong>de</strong>n haar be-<br />

„sluiten zich in Stockholm te vestigen.” Weldra had zij daar, na<br />

<strong>de</strong> uitgave van hare Gedachten over het Nut <strong>de</strong>r Dichtkunst en<br />

van haar Vrouwelijk Geduchtenspel eener Her<strong>de</strong>rinne in het<br />

Noor<strong>de</strong>n , haar klein hof van graven en baronnen , die in <strong>de</strong>ze<br />

studie eerst later zullen optre<strong>de</strong>n, en hield zij er briefwisseling<br />

met buitenlandsche vermaardhe<strong>de</strong>n, van welke wij u slechts <strong>de</strong>n<br />

beken<strong>de</strong>n <strong>de</strong>enschen blijspeldichter Holberg noemen. Het ware<br />

<strong>voor</strong> hare rust te wenschen geweest, dat bare gasten dien geleer<strong>de</strong><br />

in leeftijd had<strong>de</strong>n geevenaard ; dat alien als hij haar een<br />

goe<strong>de</strong> <strong>de</strong>rtig jaren <strong>voor</strong>uit waren geweest, <strong>de</strong> hul<strong>de</strong> , op hoffelijken<br />

trant het vernuft gebragt , zou dan <strong>de</strong> vrouw niet hebben<br />

bedwelmd en Hedvig ware nooit zoo ongelukkig omgekomen. In<br />

vollen ernst werd zij thans <strong>de</strong> prooi van dien hartstogt, over<br />

wiens alvermogen zij in <strong>de</strong> zweedsche dichtkunst — het is hare<br />

verdienste bij Dalin vergeleken — praelu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>; <strong>de</strong> haast vijfen-veertig-jarige<br />

was verliefd op een barer jeugdige bewon<strong>de</strong>raars,<br />

was het in <strong>de</strong> hoogste mate en hopeloos tevens! FischerstrOrn<br />

, zoo heette <strong>de</strong> jonkman , FischerstrOm gaf eener an<strong>de</strong>re <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>keur en „nieuwe Sappho" , lezen wij , wierp Hedvig „zich<br />

„in het meir waaruit zij levend werd opgehaald , maar toch drie<br />

„dagen later stierf." Er is een gloed als Dalin nooit heeft geblaakt<br />

, als die wetgever van <strong>de</strong>n goe<strong>de</strong>n smaak <strong>de</strong>s tijds zou<br />

hebben doen terug<strong>de</strong>inzen , in <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> dichtstukken aan het<br />

<strong>voor</strong>werp van baron rampzaligen hartstogt gerigt ; maar het<br />

ware <strong>de</strong>r waarheid geweld aandoen te getuigen , dat, zoo <strong>de</strong><br />

oester Teed, wij er paarlen bij wonnen !<br />

We zijn misschien uitvoeriger geweest, dan <strong>de</strong> evenredighe<strong>de</strong>n<br />

dozer schets beloof<strong>de</strong>n , in <strong>de</strong> teekening <strong>de</strong>r hoofdfiguur, welke<br />

tegen Dalin overstond ; ter onzer verontschuldiging zij bjgebragt,<br />

dat <strong>de</strong> school van Nor<strong>de</strong>nflycht eerst in bet volgen<strong>de</strong> tijd-


ESA1AS TEGNER, FRITHIOF'S SAGA. 191<br />

yak hare vruehten droeg. Het waren <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tbrengselen van die<br />

dusgenaamdn vijf<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>de</strong>zer litteratuur, <strong>de</strong> werken in het<br />

laatste vier<strong>de</strong> <strong>de</strong>r achttien<strong>de</strong> eeuw verschenen, welke Tegner<br />

als knaap ter hand nam , als jongeling prijzen hoor<strong>de</strong>, en<br />

waarme<strong>de</strong> wij ons thans hebben bezig te hou<strong>de</strong>n. Wij zullen<br />

het niemand euvel dui<strong>de</strong>n , zoo men ons tegelijk ter regter en<br />

ter slinke vragen doet, welker beantwoording <strong>de</strong> gemakkelijkste<br />

ter wereld schijnt , en waarop wij toch met geen afdoend ja of<br />

neen bescheid mogen geven. Hier hebt gij <strong>de</strong> eerste, die verbeel<strong>de</strong>n<br />

wij ons, bij u opkomt : was <strong>de</strong> geest , die zich in <strong>de</strong>ze<br />

kunstseheppingen openbaar<strong>de</strong> , in<strong>de</strong>rdaad meer zweedsch , dan<br />

het streven naar „eene eenvoudige , dui<strong>de</strong>lijke , vloeijen<strong>de</strong> uit-<br />

„drukking van levendige en juiste gedachten over eel-lig on<strong>de</strong>r-<br />

„warp” met regt heeten mogt ; verhief hij zich, met an<strong>de</strong>re<br />

woor<strong>de</strong>n, eensklaps boven Dalin's poging, Addison en Pope<br />

<strong>de</strong> kunst of te zien? En nu volg<strong>de</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>, waartoe men<br />

evenzeer geregtigd is: wat had gezegevierd, <strong>de</strong> sentimentaliteit<br />

waarme<strong>de</strong> „bespiegelingen, her<strong>de</strong>rstukken, elegieen" <strong>de</strong> Muze<br />

van het Noor<strong>de</strong>n in min of meer bewuste navolging <strong>de</strong>r duitsche<br />

dichtkunst, — Haller, Gellert, Hagedorn, — bedreig<strong>de</strong>n, of<br />

<strong>de</strong> heilige van Ferney, toen door gebeel Europa aangebe<strong>de</strong>n ,<br />

wetgever in bei<strong>de</strong> philosophic en poezij , — die ongelukkige<br />

Nor<strong>de</strong>nflycht, welke wij prijs gavel', of het hof van baronnen<br />

en graven om haar heen ? Vast hebben wij ons geheim; vast<br />

het teleurstellend: geen van bei<strong>de</strong>, verra<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> aarzeling<br />

<strong>voor</strong>spellen<strong>de</strong>, waarme<strong>de</strong> wij zou<strong>de</strong>n antwoor<strong>de</strong>n; intusschen<br />

wat vergefelijker dan <strong>de</strong>ze, indien Zwe<strong>de</strong>n zelf nog verre is van<br />

te willen toegeven , dat zijne letterkun<strong>de</strong> ooit in dien zelf<strong>de</strong>n zin<br />

fransche kluisters droeg, als <strong>de</strong>ze zich weleer latijnsche en<br />

engelsche liet aanleggen ? Vel zelf vonnis, maar vlei u niet dit<br />

in allerijl te kunnen doen, daar ons eensklaps een genie verrast,<br />

dat alle schoon , het inheemsche als het uitheemsche, te waar-


192 ESAIAS T EGNE13, FRITIIIOVS SAGA.<br />

<strong>de</strong>ren wist, en bei<strong>de</strong> zocht te vereenigen ! daar, opdat <strong>de</strong><br />

won<strong>de</strong>rspreuk u waarheid blijke , Gustaf III <strong>voor</strong> ons oprijst<br />

zoo als gij hem nog, aan <strong>de</strong> oevers van <strong>de</strong>n Malar, in het<br />

standbeeld van Serge] aanschouwt, eerbiedwekkend en inne-<br />

mend tevens, een koning ook op het gebied van <strong>de</strong>n geest !<br />

Vermoe<strong>de</strong>lijke troonopvolger van Zwe<strong>de</strong>n, omstreeks <strong>de</strong>n tijd<br />

die <strong>de</strong>r bevallige voetjes van Mad. Dubarry <strong>de</strong> muiltjens zag<br />

aanbie<strong>de</strong>n door eenen groot-aalmoezenier en eenen pauselijken<br />

nuntius, genoot hij te k wa<strong>de</strong>r ure te Parijs wat men <strong>de</strong> laatste<br />

glansen van le bon vieux tents gelieft te noemen , toen <strong>de</strong> mare<br />

van <strong>de</strong>n dood zij its va<strong>de</strong>rs hem ten zetel riep (1772). Als er zijn ,<br />

die het hem niet ten goe<strong>de</strong> kunnen hou<strong>de</strong>n , dat hij zich 'evenslang<br />

met welgevallen <strong>de</strong> hul<strong>de</strong> herinner<strong>de</strong>, hem daar door encyclopedist<br />

bij encyclopedist toegezwaaid , wij gelooven , dat <strong>de</strong><br />

billijkheid gebiedt er bij te voegen, dat hij ook tot <strong>de</strong>n dood <strong>de</strong>n<br />

indruk bewaar<strong>de</strong> door <strong>de</strong> beminnelijke Marie Antoinette er<br />

in haren eersten bloei op hem gemaakt. Trek tegen trek, schuilt<br />

er in <strong>de</strong>n laatsten meer loffelijks dan er laakbaars in <strong>de</strong>n eersten<br />

ligt ; doch bet is niet to Parijs, het is to Stockholm, dat wij<br />

hem hebben ga<strong>de</strong> to slaan. Gelukkig behoort het niet tot onze<br />

taak, hier uitvoerig te vertellen, hoe hij , „met schaars geeven-<br />

„aard talent, maar zeer weinig goe<strong>de</strong> trouw,” zegt Schlosser,<br />

er in slaag<strong>de</strong> het dwangjuk of to schud<strong>de</strong>n , eene halve eeuw<br />

vroeger door <strong>de</strong>n a<strong>de</strong>l <strong>de</strong>r koninklijke magt aangelegd ; wij mogen<br />

met <strong>de</strong> aanstipping <strong>de</strong>r gebeurtenis volstaan. En echter<br />

zou<strong>de</strong>n wij onregtvaardig zijn, als wij, na <strong>de</strong>ze tinting van<br />

bet feit door <strong>de</strong>n duitscben <strong>de</strong>tnocraat, verzwegen, dat Geyer<br />

die omwenteling sehetste met <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n „eene eenhoofdige<br />

„regering verving een bestuur van strij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> belangen, in 't<br />

„welk zoo min koning als yolk ooit iets had dat naar eene<br />

„gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> stem zweem<strong>de</strong>." G-enoeg, het zoo lang wankelend en<br />

wisselend zwaartepunt was, zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> ommekeer een drup-


ESATAS TEGN FRIT MOP ' S SAGA. 193<br />

pel bloeds kostte, iii Gustaf III overgebragt. De beminnenswaardige,<br />

<strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>renswaardige zes-en-twintigjarige, die<br />

eehter niet altijd <strong>de</strong> benij<strong>de</strong>nswaardige heeten mogt ! Het is of<br />

na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> gebeurtenissen ook op ons vast hunne schaduw <strong>voor</strong><br />

zich rtitwerpen; we reppen op <strong>de</strong>n morgen reeds van <strong>de</strong>n middag.<br />

Het eerste <strong>de</strong>cennium zijner regering zweem<strong>de</strong> in<strong>de</strong>rdaad<br />

naar <strong>de</strong> verwezenlijking van een schooners, stouter droom. Eene<br />

kroon te erven, dat valt ook <strong>de</strong>r onbedui<strong>de</strong>ndheid wel te beurt ;<br />

maar <strong>de</strong>n koningsstaf, hem door zijnen varier vermaakt , van<br />

ij<strong>de</strong>l speelgoed in gevier<strong>de</strong>n schepter te verkeeren, door al wat<br />

goed was gezegend, door wat hem weerstaan wil<strong>de</strong> gevreesd,<br />

daar volstond moed alleen niet toe, dat eischte an<strong>de</strong>re gaven<br />

<strong>de</strong>s geestes tevens. Hoe het heldhaftigste yolk ter wereld er<br />

hem dankbaar <strong>voor</strong> was, ein<strong>de</strong>lijk weer op een koning to mogen<br />

bogen, die in kracht <strong>de</strong> gevier<strong>de</strong> Carolingen op zij<strong>de</strong> streef<strong>de</strong>;<br />

die , <strong>de</strong>ed hij in eenige opzigten <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r, hen in an<strong>de</strong>re<br />

we<strong>de</strong>r overtrof! Ten leste is <strong>de</strong> beurt gekomen aan die eigenschappen<br />

, door welke hij onze opmerkzaamheid trekt, die zeldzame<br />

vereeniging van gevoe,1 en geest, waardoor wij onwillekeurig<br />

naar zjne moe<strong>de</strong>r omzien , en ons geenszins over dien<br />

erfschat verbazen , als wij in haar Louisa Ulrike hebben te<br />

begroeten , eene <strong>de</strong>r zusteren van Fre<strong>de</strong>rik II.<br />

„Sonvent un pen <strong>de</strong> v6riie<br />

„Se mile au plus grossier mensonge,<br />

„Cette nuit, dans Ferretti' d'un souge,<br />

„Au rang <strong>de</strong>s Dieux j'etais monte..<br />

„Je vous aimais, princesse, et j'osais vons le dire.<br />

„Les Dimly, mon reveil, ne m'ont pas tont Ute;<br />

„Je n'ai perdu que mon empire."<br />

Wie kept ze niet, die alleraardigste lief<strong>de</strong>sverklaring, haar<br />

door Voltaire toegezongen , toen ze nog princesse van Pruissen<br />

was? het versjen, dat Frits grimmig mogt doen zien, daar hij<br />

<strong>de</strong>n toon wat to veel <strong>de</strong> puissance ct puissance vond, maar dat<br />

13<br />

Studien en Seketsen III


194 ESAIAS FRITHJOF'S SAGN.<br />

Louisa mag hebben gestreeld? Gilthe, <strong>de</strong> grijze GOthe, getuigt<br />

Eckermann, prees het een <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>treffelijkste van <strong>de</strong>n meester,<br />

die in dat genre geen meer<strong>de</strong>re had ; hij vermeid<strong>de</strong> er zich in, <strong>de</strong><br />

drie laatste regels op te zeggen , als verlustig<strong>de</strong> hem het schalke<br />

van dat slot, 't geen <strong>de</strong>n poeet boven zoo vele prinsen beurt,<br />

het verlies dier gedroom<strong>de</strong> heerschappij getroost, daar <strong>de</strong> hul<strong>de</strong><br />

er to vleijen<strong>de</strong>r door wordt! Wij herricpen het bier in uw geheugen<br />

, <strong>de</strong>wijl het vertu& , dat met <strong>de</strong>rgelijke on<strong>de</strong>rscheidingen<br />

zoo kwistig was, die schaars aan waardiger <strong>voor</strong>werp wijd<strong>de</strong>.<br />

Louisa Ulrike had, het lijdt geen twijfel, als haar broe<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

fransche letteren lief; maar viol <strong>de</strong>r duitsehe muze van <strong>de</strong>n<br />

grooten Fre<strong>de</strong>rik opbeurend woord Hoch welwillen<strong>de</strong> glimlach<br />

ten <strong>de</strong>el, <strong>de</strong> vrouw, die het Noor<strong>de</strong>n een dia<strong>de</strong>etn dankte,<br />

ginp van baron zetel <strong>de</strong> zweedsche dichtkunst to moet. Er is<br />

veel, niet ter vergoelijking, maar ter verontschuldiging van dit<br />

verzuim <strong>de</strong>s wijsgeers van Sans-souci jegens <strong>de</strong> e<strong>de</strong>lsten zijns<br />

yolks bijgebragt ; <strong>de</strong> germaanschc poezij had misschien min<strong>de</strong>r<br />

stoute vlugt genomen , ware zij ten hove gevierd gewor<strong>de</strong>n ;<br />

vorstengunst en vrpeid gaan niet zamen; en toch is het zoet,<br />

als die vreem<strong>de</strong> vrouw, van geslacht tot geslacht te wor<strong>de</strong>n<br />

geprezen door het yolk, welks taal zij leer<strong>de</strong> , welks letteren<br />

zij aannam! Geen tien jaren had zij in Stockholm doorgebragt,<br />

of op haar verlangen wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> velerlei dichtkundige<br />

genootschap pen in cone Vi tt er het s-A ka<strong>de</strong>mie vereenigd ;<br />

Louisa Ulrike was zweedsche gewor<strong>de</strong>n, als moe<strong>de</strong>r van een<br />

bloeijend kroost ; haar eersteling, haar Gustaf, verried buitengewone<br />

gaven van geest. Of het hart van <strong>de</strong>n grooten koning<br />

niet warmer zon hebben geslagen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> duitsche taal, als<br />

zij hem had toegeklonken van kirt<strong>de</strong>rlippen , die hem varier<br />

mogten noemen; als hij niet alleen had gestaan , alleen in <strong>de</strong><br />

bange zeven jaren, alleen in <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong>looze, verlatene grijsheid?<br />

Er is lets zoo aanlokkends in <strong>de</strong> groep, die wij in ge-


ESATAS TEGN ER, FRITITIOE' S SAGA. 195<br />

dachte <strong>voor</strong> ons zien , die schalke , die stoute Gustaf, aan <strong>de</strong><br />

knieen van haar, die zich in zijne geestige , gebie<strong>de</strong>n<strong>de</strong> oogen<br />

te meer verlustigdo, omdat het <strong>de</strong> hare, omdat het <strong>de</strong> bran.<br />

<strong>de</strong>nburgsehe zijn, dat wij <strong>de</strong> schets gaarne zon<strong>de</strong>n uitwerken,<br />

als hij intussehen niet reeds <strong>de</strong> jonkman was gewor<strong>de</strong>n , die<br />

hooger belangstelling opwekte, die van zijne moe<strong>de</strong>r iets an<strong>de</strong>rs<br />

hoort dan <strong>de</strong> vleijen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n , welke zij <strong>voor</strong> het kind,<br />

welke zij <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n knaap over had. Hij schroomt niet, <strong>de</strong> moedwillige<br />

, in hare tegenwoordigheid <strong>de</strong>n draak te steken met<br />

<strong>de</strong>n meester, dien zij hem gegeven heeft; met zijn gouverneur<br />

graaf Tessin, een <strong>de</strong>r eerste vernuften <strong>de</strong>s tijds , wiens vermaardheid<br />

vast die van Olof von Dalin opwoog. Hoe gij u<br />

bedriegen zondt , als ge waan<strong>de</strong>t , dat zijne seherts 's mans<br />

uiterlijk gold; Gustaf's opvoeding zou er hem <strong>voor</strong> hebben<br />

bewaard , ook als het <strong>voor</strong>komen , ook als <strong>de</strong> gebaren <strong>de</strong>s<br />

hovelings, die binnen- en buitenlands <strong>de</strong> hoogste betrekkingen<br />

bekleed<strong>de</strong> , iets to wensehen had<strong>de</strong>n overgelaten. Wat was het<br />

dan toch , waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> Fins zich vrolijk maakte over <strong>de</strong>n<br />

man, die half Europa had doorreisd , die gezant was geweest<br />

te Weenen, to Parijs, to Berlijn, waar hij het huwelijk van<br />

zij beer en meester had gesloten? Een boeksken, een doodonsehuldig<br />

boeksken van Tessin, — geene navolging van <strong>de</strong>zen<br />

of genen fransehen auteur; dien had Gustaf toen als zijn on<strong>de</strong>rwijzer<br />

bewon<strong>de</strong>rd, — geene aanhaling van <strong>de</strong>n een of an<strong>de</strong>ren<br />

latijnschen diehter ; daar had Gustaf naar opgezien , — een<br />

boeksken „ Werken" getiteld , „in <strong>de</strong>n Zweedschen, ,S'teenstryl."<br />

Er is velerlei soort van stijl , lezer ! maar het zal niet tegen<br />

uwen smaak getuigen , als ge niet gissen kunt , welke door dat<br />

woord wordt aangeduid; bet boeksken hield <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n in van<br />

allerlei opschriften , geschikt om in steen te wor<strong>de</strong>n geheiteld ;<br />

het hop over van valsch vernuft om <strong>de</strong>n wille- van een korten<br />

of een langen rebel, om een sluitteeken meer of min. Gustaf


196 ESATAS TEGNE11, FRIPITTOF ' S SAGA.<br />

had bet ter kwa<strong>de</strong>r tire in han<strong>de</strong>n garegen ; Gustaf vier<strong>de</strong><br />

zijne luim hot; Louisa -Ulrike word ernstig in hare bestraffing.<br />

„Maar, , hove mama!" was <strong>de</strong>s jonkmans we<strong>de</strong>rwoord , „ „no-<br />

„ „blesse oblige”, en <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> beer Tessin schreef zoo fraai in<br />

„steep", — <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r <strong>de</strong>s gouverneurs had Stockholm's slot gebonwd<br />

, „zijn zoon moest Met knutselen !" Zon <strong>de</strong> koningin<br />

Fre<strong>de</strong>rik's zuster zijn geweest, als zij langer stroef had gezien,<br />

als zij dien schoonheidszin niet had . toegejuicht? Zj was het<br />

naar <strong>de</strong>n geest to zeer, om zich niet dagelijks to ergeren aan<br />

<strong>de</strong> ongeschikte rol, waartoe <strong>de</strong> a<strong>de</strong>l haren gemaal, <strong>de</strong>n goe<strong>de</strong>n<br />

Adolf Fre<strong>de</strong>rik von Holstein-Gottorp , had veroor<strong>de</strong>eld , had<br />

verlaagd ; er moeten tranen fait hare oogen zijn gesprongen ,<br />

als zij hem zitten zag op dien troon in schijn. Een weinig<br />

verbeelding, en <strong>de</strong>ze ontgaan n even weinig als zij het toen<br />

Gustaf <strong>de</strong><strong>de</strong>n, die, eer hij meer<strong>de</strong>rjarig word, met zijne moe<strong>de</strong>r<br />

iced, die in een vertrouwelijk um' hare gedachte Tied en die<br />

gedachte nitte. De overlevering vermeldt , dat die Sachsen-<br />

Gothasche prinses, welke vergeten zou zijn, als zij niet <strong>de</strong> gemalinne<br />

was geweest van Fre<strong>de</strong>rik van Wallis, als hare on<strong>de</strong>rscheiding<br />

niet <strong>de</strong> fortuin van lord Bute had gemaakt, dag aan dag<br />

haren zoon, die George <strong>de</strong> Der<strong>de</strong> zou wor<strong>de</strong>n, toeriep: „George!<br />

„wees een koning!" Jets <strong>de</strong>rgelijks ware <strong>de</strong>r bran<strong>de</strong>nburgsche<br />

vorstinne te vergeven geweest, want h oed en en m u tsen, <strong>de</strong><br />

namen <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> partijen, die om het zeerst bet zweedsche koningschap<br />

bedongen en beknibbel<strong>de</strong>n, had<strong>de</strong>n geen zweem van begrip<br />

Bier beginselen, waardoor <strong>de</strong> britsche aristocratie, to ry of<br />

whig, Engeland bei<strong>de</strong> vrij en grout <strong>de</strong>ed wor<strong>de</strong>n ; en toch, wat<br />

<strong>de</strong> !aster Louisa Ulrike nageve, ontwikkeling, opvoeding, omgang,<br />

waren zaam te vat ten in dat hoogere woord : „Gustaf!<br />

„word een Zweed !" Dewijl bet in eene vrouw uit bet huis <strong>de</strong>r<br />

Hohenzollerns dier dagen niet op kon komen , zal men zeggen ,<br />

dat het gezag haar geslacht niet behoor<strong>de</strong>; — <strong>de</strong>wijI <strong>de</strong>ze


ESAIAS TEGNER, FlUTRIOE 'S SAGA. 197<br />

vorstinne, hernernen wij, zoozeer van bet yolk harer keuze was<br />

gewor<strong>de</strong>n, dat zij wist wat dit van een koning verlang<strong>de</strong>.<br />

„Den Vasa, moe<strong>de</strong>r!" was Gustaf's wenschend antwoord,<br />

en trots velerlei ligtzinnigheid ontging die gelofte zijn gehen-<br />

gen levenslang niet.<br />

De omwenteling was gelukt, „en Gustaf bewees weldra ,"<br />

getuig<strong>de</strong> Arndt, toen hij die heugenissen zijner jeugd to bock<br />

bragt, „dat hij <strong>de</strong> kunst to regeren verstond, dat hij or<strong>de</strong><br />

„wist te scheppen. Kloek, werkzaam, verlicht , viel er in alle<br />

„takken <strong>de</strong>s bestuurs een leven op te merken , als <strong>de</strong>ze lang<br />

„vreemd was geweest ; hij had <strong>de</strong>n tact mannen to kiezen,<br />

„in staat hem behulpzaam te zijn in het bereiken van zijn<br />

„doel. Het allereerst waren <strong>de</strong> finantii'n aan <strong>de</strong> beurt , wier<br />

„berooi<strong>de</strong> staat <strong>de</strong> laatste rijksdagen zoo moeijelijk had ge-<br />

„maakt. Tot or<strong>de</strong>ning van <strong>de</strong>ze, vond Gustaf eerie hulpe in<br />

„Westermann, die weldra baron Lilieneranz heette; een man,<br />

„wiens stem reeds in <strong>de</strong> volksverga<strong>de</strong>ringen over geldzaken<br />

„een beslissend gezag had uitgeoefend ; in weinige jaren was<br />

„er licht in <strong>de</strong>n chaos. Gustaf III verwierf zich in <strong>de</strong> eerste tien<br />

„jaren zijner regering bij het yolk eene lief<strong>de</strong>, als <strong>de</strong>n zweed-<br />

„schen koningen in lang niet ten <strong>de</strong>el was gevallen, — se<strong>de</strong>rt<br />

„<strong>de</strong>n grooten Karel had het <strong>de</strong> lieve moe<strong>de</strong>rtaal nit geen<br />

„koningsmond gehoord, had geen van <strong>de</strong>ze bet als Zweed<br />

„toegesproken. Gnnsteling van Europa en lieveling <strong>de</strong>r Zwe<strong>de</strong>n<br />

„werd hem op <strong>de</strong>n rijksdag van 1778 al wat hij <strong>voor</strong>sloeg<br />

„ingewilligd, hoor<strong>de</strong> hij al wat hij <strong>voor</strong>sloeg toejuichen!” En<br />

wat trof hij aan, opdat wij tot ons eigenlijk on<strong>de</strong>rwerp we<strong>de</strong>rkeeren<br />

, op het gebied van wetenschap en kunst ; wie on<strong>de</strong>rseheid<strong>de</strong><br />

hij op bei<strong>de</strong>, <strong>voor</strong>al op dat van <strong>de</strong> laatste, 't<br />

geen hij zijn duurzaamste lanweren is verpligt? Tegner heeft<br />

in een zijner dichtstukken (nit <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>) <strong>de</strong> mannen<br />

van kennis, waarop Gustaf's regering bogen moat, in eerie


198 ESATAS 1110VS SAGA.<br />

enkele strophe, in een fraaije groep geschil<strong>de</strong>rd. Ge wordt in<br />

<strong>de</strong>ze Melan<strong>de</strong>rhj elm gewaar, , die <strong>de</strong>n hemelweg berekent van<br />

<strong>de</strong> schijf <strong>de</strong>r maan en <strong>de</strong> ringen <strong>de</strong>r planeten; Melan<strong>de</strong>rhjelm,<br />

dien Gustaf a<strong>de</strong>lbrief en or<strong>de</strong>lint gaf; — ge ziet Scheele en<br />

Bergman wedijveren om die wetenschap ver<strong>de</strong>r te brengen,<br />

welke ten gevolge hunner ont<strong>de</strong>kkingen in onze dagen niet<br />

het gelaat <strong>de</strong>s aardrijks, maar dat <strong>de</strong>r maatsehappij heeft vernieuwd<br />

, ehemiei aan Zwe<strong>de</strong>n een Berzelius beloven<strong>de</strong> ; —<br />

Lagerbring grijpt <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r gesehie<strong>de</strong>nis, loch voert haar<br />

niet eer hij , antlers dan Dalin , on<strong>de</strong>rzocht heeft, en nagevorseht<br />

! De kring is klein, zegt ge, maar <strong>de</strong> beininnelijkste<br />

tiguur van alle faalt <strong>de</strong>r groep nog, een eenvoudige , eerbiedwaardige<br />

grijze, wiens naam gij vast noemt, als gij <strong>de</strong> natuur<br />

liefliebt; een naam, dien gij hon<strong>de</strong>rdmalen laast, als gij u in<br />

<strong>de</strong>zen of genet' hortus, in het gaslaan van planten en gewassen<br />

verlustig<strong>de</strong>t. Hoe, gij zoudt Hollan<strong>de</strong>r zijn en bijwijle<br />

hebben rondgewan<strong>de</strong>ld in <strong>de</strong> dreven van <strong>de</strong>n Hartecamp , en<br />

er nooit mijmeren<strong>de</strong> <strong>de</strong>n jonkman hebben gedaeht, dien Clifford<br />

daar zoo gaarne <strong>voor</strong> zijne gaarne en zijn kabinet had behou<strong>de</strong>n<br />

; Hollan<strong>de</strong>r, en nooit <strong>de</strong> hartelijke woor<strong>de</strong>n hebben gehoord,<br />

die <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Boerhave tot hem rigtte , wiens wereldvermaardheid<br />

weldra <strong>de</strong> zijne evenaar<strong>de</strong>? Het is Linne , dien<br />

Tegner ons schetst, zieli in <strong>de</strong> zege zijner wetenschap vermei<strong>de</strong>n<strong>de</strong>,<br />

in een bloeijen<strong>de</strong>n beemd, onsehuldig, beminnenswaardig<br />

, natuurlijk als <strong>de</strong> bloemen can hem heen ; Lin* wiens<br />

lofre<strong>de</strong> Gustaf III hield, toen aan dozen geen an<strong>de</strong>re aardsche<br />

liul<strong>de</strong> meer te brengen viel! Wa,t dunkt u, zou het van kieschen<br />

smaak getuigen , <strong>de</strong>n greep niet te huldigen , die zoo<br />

good te schikken wist ; maar tevens niet naar overdrijving<br />

zweemen, er !anger bij stil te staan? Noeh wetenschappelijk,<br />

noch wijsgeerig nam <strong>de</strong> zweedsche geest on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />

Gustaf eene hooge vlagt ; hij zelf scheen door <strong>de</strong> natuur <strong>voor</strong>


ESA TAS TEGNER Farm/Ws SAGA. 199<br />

geene strange studie gevormd; wet er in dat opzigt oorspronkelijks<br />

in hem mag hebben gescholen , werd ten minste niet<br />

ontwikkeld. „Glans te over, maar geen diepte," verweten hem<br />

zijne tegenstan<strong>de</strong>rs; dat hij oor<strong>de</strong>el genoeg had om zich zelven<br />

dat geniis te bekennen om te betreuren , dat die ernst<br />

hem faal<strong>de</strong> , welken wear het inee gold , <strong>de</strong> hoppe<br />

zon beaten; waar sprake was van een zwaard, het steal; dat<br />

hooren wij, als hij zelf vonnis welt over zijne bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijzers,<br />

als hij het doet op zijne eigenaardige wijze, vonkelend<br />

van vernuft. Wij hebben u <strong>de</strong>n eersten <strong>voor</strong>gesteld in <strong>de</strong>n<br />

zoon van <strong>de</strong>n grooten Nico<strong>de</strong>mus Tessin, die echter te zeer<br />

hofheer was, om zich met eigenlijk on<strong>de</strong>rrigt te bemoeijen,<br />

die aan Olof von Dalin <strong>de</strong> teak overliet, <strong>de</strong> maar al te weelclerige<br />

plant tot vroege bloesems te prikkelen; Olof von Dalin,<br />

die volstrekt niet geloof<strong>de</strong>, dat ze van zelve genoeg wies, die<br />

veal te beschei<strong>de</strong>n , veal te beleefd was, zelfs waar ze in 't<br />

wil<strong>de</strong> sehoot , het snoeimes op te vatten! Ten langen leste,<br />

— „te laat !" zou <strong>voor</strong>zeker Fre<strong>de</strong>rik Il hebben gezegd, als<br />

Louisa Ulrike haren broa<strong>de</strong>r over zijne opvoeding had geraadpleegd<br />

, -- ten leste kregen <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> beaux esprits, <strong>de</strong> bei<strong>de</strong><br />

paillassen wer<strong>de</strong>n zij door strenger school genoemd, bun afscheid,<br />

en <strong>de</strong> mathematiens Klingenstjerna verving Dalin. G-nstaf<br />

zon eens meer dan <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>r, zon bei<strong>de</strong> schepter en zwaard<br />

voeren; hij had or<strong>de</strong> te leeren , or<strong>de</strong>, <strong>de</strong> grondslag van pligt<br />

en regt. Axiomen en formulen, algebra en mathesis, zij had<strong>de</strong>a<br />

weinig uitlokkends <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n vurigen knaap, die in moed niet<br />

van mate hield, en vast <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> ken<strong>de</strong> van een welsprekend<br />

woord; die overre<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur gaf boven bewijzen, en zich<br />

helaas! meer van geestdrift beloof<strong>de</strong>, dan van overtuiging!<br />

Dat <strong>de</strong> persoonlijkheid <strong>de</strong>s twee<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rwijzers , ten minste<br />

wat het on<strong>de</strong>rwijs afschrikkends had, mogt hebben getemperd!<br />

Het was het geval niet. Statelijk schreed Klingenstjerna op


200 ES AJA S TEENER, FRIT II TO P 's SAGA.<br />

het bepaal<strong>de</strong> nur naar <strong>de</strong> groene tafel. Stokstijf wer<strong>de</strong>n papier<br />

en passer te <strong>voor</strong>schijn gebragt ; stokstijf gedoceerd; <strong>de</strong> prins<br />

wipte op <strong>de</strong>n stoel heen en weer, of spel<strong>de</strong>n hem prikten. En<br />

echter, wat getuig<strong>de</strong> hij, toen hij koning was gewor<strong>de</strong>n , in<br />

een kring van geleer<strong>de</strong>n te Upsala, in 1787 ? „In mijn jeugd,"<br />

zei<strong>de</strong> hij , „had ik twee on<strong>de</strong>rwijzers. De natie hield <strong>de</strong>n<br />

„eenen" (Dalin) „een genie , en hij was een oar ; <strong>de</strong> schare<br />

„schold <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren" (Klingenstjerna) „een pedant, en hij<br />

„was een genie."<br />

Gustaf had <strong>de</strong>n a<strong>de</strong>l <strong>de</strong> slagpennen geknot ; als <strong>de</strong>ze <strong>de</strong><br />

overgebleven ve<strong>de</strong>ren niet onheilbroe<strong>de</strong>n<strong>de</strong> zoo zamenvonwen ,<br />

<strong>de</strong> grimmige oogen op het verloren gebied gerigt, word er<br />

afleiding vereiseht ; Gnstaf had to Pals ge<strong>de</strong>eld in <strong>de</strong> geneugten<br />

van een hof, welks overbeschaving, welks weel<strong>de</strong> en glans<br />

<strong>de</strong>n bewon<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>n blik zijne onze<strong>de</strong>lijkheid <strong>de</strong>ed <strong>voor</strong>bijzien,<br />

en hij gaf feesten, luisterrijker dan er ooit in Stockholm's slot<br />

waren gevierd. Schlosser zet bij al die pracht een grimmig gezigt,<br />

oin <strong>de</strong>n wille <strong>de</strong>r kosten; Arndt rept er maar met luttel<br />

woor<strong>de</strong>n van. Weinig echter kent hij Zwe<strong>de</strong>n, die Gustaf bei<strong>de</strong>,<br />

nitspanningen , het hal in zijne velerlei vormen , en het steken<br />

naar <strong>de</strong>n ring in schitteren<strong>de</strong>n dos, niet gaarne ten goe<strong>de</strong><br />

houdt. Het was geld verkwisten, wie zal het looelienen? maar<br />

daarentegen , wie dnrft het ontkennen, dat zijii volksaard iets<br />

kwistzieks eigen is; dat van alle geneugten <strong>de</strong> blinkendste<br />

dien <strong>de</strong> liefste ? Geene natie, die naar <strong>de</strong>ze zweernt in<br />

zucht tot dans ; gene on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> noordsche , die bij haar in<br />

bevalligheid haalt , als zij op <strong>de</strong> melodische golven van <strong>de</strong>n<br />

tact wordt <strong>voor</strong>tgedragen. Wij kennen er, die, zon<strong>de</strong>r dat ze<br />

het walsen hartstogtelijk lief hebben, bij <strong>de</strong>n betooveren<strong>de</strong>n<br />

aanblik van Gustaf, zijne eenige zuster Sophia Albertina oplei<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

, niet naar <strong>de</strong> kosten zou<strong>de</strong>n hebben gevraagd ; die<br />

zich in dat gewoel van stoutheid en schoonheid, van fibre ge-


ES.1 [AS TEGNER FRITHJOF 'S SAGA. 201<br />

stalten en gou<strong>de</strong>n lokken , van lust en van lief<strong>de</strong> , in eene<br />

an<strong>de</strong>re, schoonere wereld verplaatst had<strong>de</strong>n gewaand ! En<br />

<strong>de</strong> wedrennen , beurtelings in het rid<strong>de</strong>rlijk harnas of het<br />

bourgoensch hofgewaad gehou<strong>de</strong>n, het dingen naar <strong>de</strong>n prijs<br />

op een veld van eere , boat van ven<strong>de</strong>lpracht , ruisehend<br />

van muzijk , het dubbel genot van beweging en behendigheid<br />

, meer nog het streelend bewustzijn meester te wezen van<br />

het wil<strong>de</strong> , sterke ros, dat zich slechts beheerschen laat door<br />

wie waard is <strong>de</strong> teugels te voeren , was het bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> majesteit<br />

<strong>de</strong> eerste te zijn in die mannelijkste uitspanning ter wereld?<br />

„Viermaal hon<strong>de</strong>rd duizend daal<strong>de</strong>rs koperinunt ," klaagt<br />

Schlosser, en bet getal klinkt grootst in dat gehalte , „en in<br />

„het volgend jaar ward een twee<strong>de</strong> tournooi gehou<strong>de</strong>n!" Economist!<br />

hebt ge ooit eene statistische tabel gemaakt wat <strong>de</strong> verveling<br />

kost ? Wees billijk en wij zullen het op onze beurt zijn ;<br />

Gustaf <strong>de</strong>ed in die jaren nog iets ineer, iets beters dan dansen<br />

en rij<strong>de</strong>n ; hij stunr<strong>de</strong> het roer van staat en schreef tevens.<br />

Een an<strong>de</strong>r vermel<strong>de</strong> hoe hij <strong>de</strong> <strong>voor</strong>treffelijksten on<strong>de</strong>rseheid<strong>de</strong><br />

in het veld of op <strong>de</strong> vloot , hoe hij op zljn eeriks-ga,ta in gewest<br />

bij gewest beloon<strong>de</strong> of bestrafte, met <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n a<strong>de</strong>laarsblik<br />

verdiensten opmerkend en vergrijpeu ont<strong>de</strong>kkend , onzer<br />

is <strong>de</strong> taak , kan het zijn, aansehouwelijk te maken, wie hij op<br />

het gebied <strong>de</strong>r letteren als zijne <strong>voor</strong>gangers waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>, on<strong>de</strong>r<br />

zijne tijdgenooten, als vrien<strong>de</strong>n , aan zich wist te verbin<strong>de</strong>n,<br />

on<strong>de</strong>r zijne jongeren , als volgelingen , <strong>de</strong> voltooijing van zijn<br />

streven overliet!<br />

Een overzigt , vlugtig als dit noodzakelijk blijven moet , zal<br />

het <strong>de</strong>n lezer bij Bemis van toegang tot <strong>de</strong> bronnen een oagenblik<br />

boeijen , mag op geene volledigheid aanspraak maken, en<br />

verpligt ons dus ook niet <strong>de</strong> schimmen dier dichters uit het<br />

Dalinske tijdperk , welke bij G-ustaf's optre<strong>de</strong>n nog on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

leven<strong>de</strong>n verkeer<strong>de</strong>n , er vergeving <strong>voor</strong> to vragen, dat wij hen


90') 1;SAIAS TEGNER ERVEFI1OVS SAGA.<br />

niet gewaar wor<strong>de</strong>n en ver<strong>de</strong>r gaan. Nakomelingschap , oefenen<br />

wij eene geregtigheid nit, van welke <strong>de</strong> tijdgenoot niet weet: <strong>de</strong><br />

geregtigheid to on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n , zon<strong>de</strong>r met <strong>de</strong>n smaak van <strong>de</strong>n<br />

dag te zijn bevangen, aan geenerlei verrassing ten prooi. Graaf<br />

Gustaf Philip Creutz en graaf Gustaf Fredrik Gyllenborg ,<br />

mannen in <strong>de</strong> kracht <strong>de</strong>s levens, toen Gustaf <strong>de</strong> Der<strong>de</strong> ten<br />

troon steeg, behoor<strong>de</strong>n tot die vernuften nit <strong>de</strong> Nor<strong>de</strong>nflychtsche<br />

school, welke wij beloof<strong>de</strong>n n na<strong>de</strong>r te doers kennen , behooren<br />

thans tot hen, die helaas! vast vergeten zijn; — waarom<br />

helaas! <strong>de</strong> kunst is se<strong>de</strong>rt hunnen tijd <strong>voor</strong>uitgegaan , het was<br />

hun zoetste genot daartoe te mogen bijdragen. Crentz leeft in het<br />

geheugen <strong>de</strong>r Zwe<strong>de</strong>n slechts als <strong>de</strong> zanger van Atis en Camilla<br />

„een her<strong>de</strong>repos," zegt Harnmerskeld, „dat aan zekere weeke-<br />

„lijkheid van gevoel lijdt , misschien te wijten aan zijne studie<br />

„van MUSMOS , en <strong>de</strong>r latere grieksche erotici weel<strong>de</strong>rige maar<br />

„krachtelooze teelt. Er is iets eenvormigs in bet plan, iets<br />

„langzaams in <strong>de</strong>n gang <strong>de</strong>r gebeurtenissen , dat <strong>de</strong>n opmerk-<br />

„zamen lezer echter eerst bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> of vier<strong>de</strong> lezing dni<strong>de</strong>lijk<br />

„wordt , zoozeer weegt waarachtige poezij , reinheid van ge-<br />

„moed , levendigheid van gevoel en diepte van phantasie die ge-<br />

„breken op.” Hier over <strong>de</strong> zeldzame <strong>voor</strong>treffelijkheid van taal<br />

en versificatie nit te wei<strong>de</strong>n , zou misplaatst zijn; neem liever<br />

van <strong>de</strong>n criticus, die an<strong>de</strong>rs zel<strong>de</strong>n zoo geestdriftig is, <strong>de</strong><br />

getuigenis aan, dat het diehtstuk „werkelijk een volkomen<br />

„artistisch symbool <strong>de</strong>r lento" heeten mag , „met heel baron<br />

„rijkdom van bloemen , baron hel<strong>de</strong>ren , stillen hemel , hare<br />

„bedwelmen<strong>de</strong> geuren , hare verfrisschen<strong>de</strong> koeltjens en haren<br />

„alles doordringen<strong>de</strong>n lief<strong>de</strong>lust." Het is hooge lof, , maar aan<br />

welken Tegney zijn zegel heeft gehangen, Atis en Camilla een<br />

zang prijzen<strong>de</strong>, zoo zoet als Bien <strong>de</strong>s leeuwriks in <strong>de</strong> 'elite,<br />

tee<strong>de</strong>r, , eenvoudig , onschuldsvol en daarom vergeten ! Gyllenborg<br />

, <strong>de</strong> vertrouw<strong>de</strong> vriend van Creutz, maar min<strong>de</strong>r kunste-


ESATAS TEGNEli PRITITIOCS SA 0 A. 203<br />

naar dan <strong>de</strong>ze, verwierf zich zijne verrnaardheicl bij <strong>de</strong>n tijdgefoot<br />

door het bezingen van een <strong>de</strong>r dapperste feiten van koning<br />

Karel X, een hel<strong>de</strong>ndicht, <strong>de</strong> Togt over <strong>de</strong>n Belt getiteld, geheel<br />

in <strong>de</strong>n smaak dier dagen, met <strong>de</strong> IIenria<strong>de</strong> ten <strong>voor</strong>beeld; het<br />

ruste in vre<strong>de</strong> I Hooger waar<strong>de</strong> kent Hammarski-ild diegenen<br />

zijner gedichten toe, welke <strong>de</strong> gemoe<strong>de</strong>lijke man, „die naar iets<br />

„hoogers dorstte , dan wat bet verkeer in <strong>de</strong>n dagelijkschen<br />

71kring oplevert," meer nit innerlijken aandrang schreef, min<strong>de</strong>r<br />

lyrisch dan didactisch natuurlijk, bespiegelingen en vertoogen,<br />

in welke wel echte genialiteit „niet wordt gemist, maar toch<br />

„looter passief blijft." Heftig is <strong>de</strong> criticus aangevallen over zijn<br />

vermoe<strong>de</strong>n, dat <strong>de</strong> natuur Gyllenborg eigenlijk niet tot dichter<br />

had bestemd ; dat hem ten minste die bewegelijkheid <strong>de</strong>s gevoels<br />

en die rijkdom day pbantasie ontbrak, welke <strong>de</strong>n echten zanger<br />

(n<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n ! Ons , die vreemd zijn aan <strong>de</strong> veeten, welke<br />

dat oor<strong>de</strong>el aanblies , ons, die maar van verre staan , schijnt<br />

bet, dat <strong>de</strong> waarheid aan zijne zij<strong>de</strong> was. „Wat vlijt en oefening<br />

„kunnen hereiken, getroostte Gyllenborg zich ; hij verbeter<strong>de</strong><br />

„wat hinkte , tot het kon<strong>de</strong> gaan, hij stoof<strong>de</strong> bet groene tot<br />

„het rijpte; <strong>de</strong> versificatie is correct, <strong>de</strong> taal juist , <strong>de</strong> klem-<br />

„toon valt waar hij meet, <strong>de</strong> dietie is e<strong>de</strong>l”; en tech, „als 't<br />

lieve leven faalt," zong onze Staring, „dat lekt geen tong er<br />

„in." TegnCr zelf weet hem niet beter to beuren , dan door<br />

to gewagen van een <strong>de</strong>r dichtstukken , die wij als zijne beste<br />

vermeld<strong>de</strong>n: „al wat ooit menschenharte diepst gevoel<strong>de</strong>, verhief<br />

zich en schrei<strong>de</strong> in <strong>de</strong> Ellencle van <strong>de</strong>n Mensch, een<br />

„sombere , langdnrige verzuchting , <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rtaal van ons ge-<br />

„slacht."<br />

Gustaf HI is van velerlei ij<strong>de</strong>lheid besehuldigd, doch dat ten<br />

minste zijne lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> letteren niet nit <strong>de</strong>ze oorsprong nam,<br />

stemt ons ie<strong>de</strong>r toe, wiens geduld ens tot hiertoe heeft gevolgd:<br />

<strong>de</strong> indruk <strong>de</strong>s geheels moot <strong>de</strong> overtuiging geven, dat er aan die


2(J1 Es.viAs TEGNEK PRATIIIOVS SAGA_<br />

dichtschool te weinig glans viel to ontleenen, om haar beschermheerschap<br />

begeerlijk to maken. Als geen hooger begrip van <strong>de</strong>n<br />

invloed , dien <strong>de</strong> kunst op het leven eens yolks kon en moest<br />

uitoefenen, hem had geblaakt, zou hij niet als zijn groote bloedverwant<br />

een vier<strong>de</strong> eeuw vroeger fransche geleer<strong>de</strong>n om zich<br />

hebben verzameld, fransche verzen hebben geschreven? Gustaf<br />

had, op zijn tehuisreize van Parijs , Fre<strong>de</strong>rik te Berlijn over<br />

alles geraadpleegd, slechts over zijne letterkundige ontwerpen<br />

niet; zoo good als <strong>de</strong> zestigjarige begreep, dat men geen koning<br />

mogt heeten, als men <strong>de</strong> boeijen <strong>de</strong>s a<strong>de</strong>ls droeg, zoo weinig zou<br />

hij <strong>de</strong>n jonkman hebben verstaan, die zich vlei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r zijnen<br />

barren hemel vernuften to zien ontbniken, die doze dacht aan te<br />

moedigen, to prikkelen, <strong>voor</strong> to gaan. En eater, was Gustaf in<br />

het me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> plan geslaagd, <strong>de</strong> volvoering van het verzwegene<br />

lag hem niet min<strong>de</strong>r aan het harte; <strong>de</strong> ijver, waarme<strong>de</strong><br />

hij zocht , blijkt onloochenbaar uit <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> waarme<strong>de</strong> hij<br />

vond. Er was jets waarlijk koninklijks in <strong>de</strong> warme, veelzijdige<br />

Onpartijilige wijze, waarop hij wat bij ont<strong>de</strong>kte waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>. Een<br />

jong man gaf eon dagblad uit, Stoleholnz's Posten geheeten; or<br />

was geest in zijne beoor<strong>de</strong>elingen, er was talent in zijne verzen,<br />

en wie <strong>de</strong> seherpte <strong>de</strong>r eerste, <strong>de</strong> schalicheid <strong>de</strong>r laatste<br />

laakte, niet <strong>de</strong> koning, die Kellgren ten hove <strong>de</strong>ed roepen,<br />

toen er op een zijner lustsloten, Drottningholm, een feest<br />

wor<strong>de</strong>n gevierd ; die hem het schrijven van een proloog opdroeg.<br />

Nasnuffelen<strong>de</strong> zou bet ons welligt gelukken gewaar to<br />

wor<strong>de</strong>n, welk stuk <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>afging, maar ge zoudt er min<strong>de</strong>r<br />

bij winnen dan bij <strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>eling wat aanleiding tot <strong>de</strong> feestviering<br />

gaf: Gustaf's uitzigt op va<strong>de</strong>rvreug<strong>de</strong>! dan bij <strong>de</strong> vermelding<br />

van <strong>de</strong>n beslissen<strong>de</strong>n invloed , dien het slagen <strong>de</strong>s<br />

jonkmans op het lot van beschermer en beschermeling had.<br />

Pour un coup d'essai, was bet nn coup <strong>de</strong> maitre; <strong>de</strong> componist<br />

'trees don tekst als <strong>de</strong> geschiktste, die hem ooit <strong>voor</strong> muzijk


ESATAS TEGNER, FRITIIIOWS SAGA. 20b<br />

was gegeven ; en <strong>de</strong> koning? HU koutte met Kellgren muzijk,<br />

lyrisch drama, aestbetiek , en had <strong>de</strong>n man gevon<strong>de</strong>n , naar<br />

wien bet vijf<strong>de</strong> tijdperk van 's lands letterkun<strong>de</strong> zon heeten.<br />

Kellgren was bei<strong>de</strong> ziekelijk en zwak ; Kellgren viel sleehts op<br />

eene wijze to bevor<strong>de</strong>ren: hem gelegenheid te geven rustig to<br />

werken ; en Gustaf benoem<strong>de</strong> hem tot zijn hand-secretaris met<br />

een pensioen, dat <strong>de</strong>n dichter onaf hankelijkheid waarborgile.<br />

„Omnis in hoc sum ," was <strong>de</strong> spreuk , die Kellgren <strong>de</strong> zijne<br />

maakte, tom hij, een wapen moeten<strong>de</strong> voeren, eene Tier koos;<br />

er is niets meows on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zon , ziet ge; zelfs <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>r op<br />

bet portier van Scribe's rijtuig was het niet. -- De ambtenaarswereld<br />

heeft alom hare origineeltjens; maar zoo wij een<br />

oogenblik opmerkzaambeid van u vergen <strong>voor</strong> hem, die daar<br />

in 's konings groote kanselarij meer zit to mijmeren dan to<br />

werken, ge znit noch netheid in <strong>de</strong> rangschikking <strong>de</strong>r papieren<br />

gaslaan , noch naanwkeurigheid in het overschrijven dier<br />

<strong>de</strong>peches. Een or<strong>de</strong>looze rommel, zegt gij, digter bij <strong>de</strong>n lessenaar<br />

tre<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, en een blik werpen<strong>de</strong> op wat die ve<strong>de</strong>r krast,<br />

roept gij uit: hieroglyphen! Toch niet; ge moogt, dat vermager<strong>de</strong><br />

, vale gelaat aanstaren<strong>de</strong>, twijfelen of hij vijf-en.<strong>de</strong>rtig<br />

of vijf-en-twintig jaren telt; maar die eensklaps nit hare dof-<br />

heid opflikkeren<strong>de</strong>, groote drijven<strong>de</strong> oogen gewaar wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong>,<br />

welke eene lange wijle zoo strak staren en toeh niets zien<br />

van wat er in <strong>de</strong> gansehe kanselarij omgaat , maar die hand<br />

eensklaps <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>r zien<strong>de</strong> opvatten om in vlugge vaart zes ,<br />

zeven regelen neer to schrijven, en dan plotseling op te holt<strong>de</strong>n<br />

of zij levenloos ware gewor<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> pen, die haar ontvalt,<br />

hadt gij <strong>de</strong>n poeet moeten ra<strong>de</strong>n. Gustaf <strong>de</strong>ed het bij <strong>de</strong>n<br />

eersten blik ! En vergeefs frommel<strong>de</strong> Lidner het handschrift<br />

weg: „lees," klonk het, en er was aandoening , er was smarte<br />

in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>dragt , maar die niet helen mogt bij <strong>de</strong>n somberen<br />

indruk , welken <strong>de</strong> verzen op <strong>de</strong>n verrukten vorst maakten ;


206<br />

ESAIAS TEGNilt, FRITMOVS SAGA.<br />

hij had <strong>de</strong>n frouwsten, tee<strong>de</strong>rsten folk <strong>de</strong>s gevoels gevon<strong>de</strong>n !<br />

„In mijn kabinet," besluit <strong>de</strong> koning <strong>de</strong> bepaling van het<br />

uur waarop hij hem gehoor zal verleenen , en Lidner, die <strong>de</strong><br />

lioogeschool te Lund heeft moeten verlaten om zijn ongeregeld<br />

gedrag , die te Rostock doctor in <strong>de</strong> wijsbegeerte is gewor<strong>de</strong>n,<br />

maar er niet min<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n bran<strong>de</strong>wijn om bleef verslaafd , die<br />

door zijne gothenburgsche bloedverwanten op een schip naar <strong>de</strong><br />

Oost-Indien is bezorgd, maar dit aan <strong>de</strong> Kaap wist to ontkomen<br />

en naar zijn va<strong>de</strong>rland terugkeer<strong>de</strong>; Lidner ziet zich eene<br />

laatste kans gebo<strong>de</strong>n om een gclukkig leven te lei<strong>de</strong>n , evenzeer<br />

bewon<strong>de</strong>rens- als benij<strong>de</strong>nswaard. Helaas! Gustaf moge<br />

zich nitputten in pogingen <strong>de</strong>n overgevoelige, die <strong>de</strong>ernis heeft<br />

met alle leed , behalve met dat, 't Welk hij over zich zelven<br />

brengt , te red<strong>de</strong>n ; hij moge hem ads secretaris naar zijnen<br />

gezant te Parijs zen<strong>de</strong>n, graaf Creutz klaagt niet enkel over<br />

zijit persoonlijk wa,ngedrag , <strong>de</strong> dichter van Ails en. Cawilla<br />

beweert, dat <strong>de</strong> zanger van Graeinne Spastara's dood hem<br />

verzen ontstolen heeft ! — en Gustaf's hand moet zich aftrekken<br />

van <strong>de</strong>n man, die eindigt met zijne kunst veil to hebben,<br />

in verzen door <strong>de</strong>zen en genes hoveling met weinige rijksdaal<strong>de</strong>rs<br />

beloond! — Het is bij zijne weduwe en zijne weeze,<br />

in beklagelijken toestand achtergebleven , dat wij Bellman aantreffen<br />

, Bellman, die in zijne eerste jengd ernstige, schier vrome<br />

gediehten schreef, , maar toch zijne onsterfelijkheid slechts dier<br />

oorspronkelijke scheppingen is verpligt, van welke een vreenadoling<br />

zich zoo moeijelijk eene <strong>voor</strong>stelling kan vormen die<br />

<strong>de</strong>r waarheid na<strong>de</strong>rt. „Hier hebt ge wat ik <strong>voor</strong> u bij elkaar<br />

„zong," hooren wij hem tot Lidner's wednwe zeggen, en een<br />

ee<strong>de</strong>l van vijftig daal<strong>de</strong>rs glijdt van zijne hand in <strong>de</strong> hare ;<br />

hoe zou koning Gustaf dien trek hebben toegejuicht in hem ,<br />

dien hij <strong>de</strong>n zweedschen Anacreon noetncle. Wij bragten een<br />

paar blijken bij van <strong>de</strong> warme wijze, waarop <strong>de</strong>ze zich dich-


ES.U.A.S TEGNhli, FuntuoCs SAGA. 207<br />

ters aantrok ; om <strong>de</strong> veelzjdigheid zijner waar<strong>de</strong>ring in het<br />

licht te stellen, gunne men ons bier HammarskOld een<br />

oogenblik het woord te geven , waar hij ons me<strong>de</strong><strong>de</strong>elt ,<br />

tot welke be<strong>de</strong>nkingen 's konings vleijen<strong>de</strong> vergelijking, het<br />

toekennen van (lien eernaam , aanleiding gaf. „An<strong>de</strong>ren," zegt<br />

hij, „<strong>voor</strong>al Kellgr6n, loochen<strong>de</strong>n hare juistheid , en zekerlijk<br />

„volkomen adaequaat is ze niet , maar heeft daarentegen tech<br />

„lets onloochenbaar treffends , als men or slechts <strong>de</strong> hoogste<br />

„openbaring van ba<strong>cc</strong>hanalisch leven in twee verschillen<strong>de</strong><br />

lan<strong>de</strong>n mei aandui<strong>de</strong>n wil. Het behoeft geen betoog, dat het<br />

„ba<strong>cc</strong>hanalisch enthusiasmus zieh geheel co<strong>de</strong>rs uiten moest in<br />

„Griekenland , waar <strong>de</strong> mensch nog op <strong>de</strong>n vertrouwelijksten<br />

„voet verkeer<strong>de</strong> met eene lagclien<strong>de</strong> , beziel<strong>de</strong> natuur, , waar<br />

„<strong>de</strong> gezelligheid tegelijk openhartig en ongedwongen mogt zijn,<br />

„en <strong>de</strong> wijn in <strong>de</strong> met rozen omkrans<strong>de</strong> bokaal met water aan-<br />

„gelengd word, dan in Zwe<strong>de</strong>n, waar het vocht van Lyaos<br />

„uit een koperen pijp te <strong>voor</strong>schijn springt , wear een bar<br />

„klimaat <strong>de</strong> zinnelijkheid zaamperst en laai maakt, wear <strong>de</strong><br />

„roes eene verbijstering is, te vaak in eene vlaag van vertwij-<br />

„feling nagejaagd , om <strong>voor</strong> een oogenblik <strong>de</strong>n loo<strong>de</strong>n last <strong>de</strong>s<br />

„levens van zich of to wentelen. Dien toestand heeft Bellman<br />

„in <strong>de</strong>n ongedwongensten, levendigsten geest opgevat, met <strong>de</strong><br />

„hoogste mimische kunst veraanschouwelijkt, hem naar <strong>de</strong><br />

„schoonste muzikale eenheid or<strong>de</strong>nend. Vandaar <strong>de</strong> diepe ele-<br />

„giek , die <strong>de</strong>n grondslag uitmaakt zijner parodische scheppingen,<br />

„en can <strong>de</strong>ze vaste houding en beheerschen<strong>de</strong> kracht verleent.”<br />

Het zal <strong>de</strong> toots zijn <strong>de</strong>zer karakteristiek , of zij bij u <strong>de</strong>n<br />

lust opwekt om Bellman's wille zweedsch to leeren , <strong>de</strong>r bekrompenheid<br />

vreemd die <strong>de</strong>n dichter om <strong>de</strong> stoffe sma<strong>de</strong>n zou.<br />

Gustaf III had doze en teregt hartelijk uitgelagchen; hij verzeker<strong>de</strong><br />

Bellman, door hem het secretarisschap op to dragen<br />

bij <strong>de</strong> nommer-loterij , een inkomen van drieduizend daal<strong>de</strong>rs;


208 ESATAS TEGNi:11, VRITMOVS SAGA.<br />

<strong>de</strong> zinger stond er <strong>de</strong> heeft van of aan wie <strong>de</strong> betrekking<br />

<strong>voor</strong> hem waarnam ; onafhankelijk door het overige, dronk en<br />

dichtte hij naar lust. Het liep <strong>de</strong> spuigaten uit, zullen <strong>de</strong><br />

matigheidslui zeggen. Toch niet, wij mogen ons op <strong>de</strong> getuigenis<br />

van al wat Zwe<strong>de</strong>n gocds en groots oplever<strong>de</strong> beroepen.<br />

Dertig jaren gele<strong>de</strong>n verrees er, waar het koninklijke lustslot<br />

Rosendal in Stockholm's diergaar<strong>de</strong> grijpt , op een voetstuk<br />

van graniet , een kolossaal borstbeeld van broils, naar eene<br />

!Jute van BystrOm gegoten; en toen <strong>de</strong> sluijer werd weggetogen<br />

, juichte niet enkel <strong>de</strong> joelen<strong>de</strong> schare uit <strong>de</strong> hoofdstad<br />

zaamgestroomd , juichten <strong>de</strong> geniale mannen , die zich tot oprigting<br />

van dat ge<strong>de</strong>nkteeken had<strong>de</strong>n vereenigd , juichte het<br />

koninklijk gezin Noor<strong>de</strong>ns wijngod toe, Carl Johan XIV aan<br />

het hoofil , die min<strong>de</strong>r gelukkig in zijne vergelijking was dan<br />

Gustaf toen hij Bellman een prototype van Beranger daeht !<br />

— Maar gij houdt van verschei<strong>de</strong>nheid , en <strong>de</strong> kunstlieven<strong>de</strong><br />

monarch, dien wij ge<strong>de</strong>nken , <strong>de</strong>ed het niet min<strong>de</strong>r. Ben an<strong>de</strong>rmaal<br />

trof hij verwanten naar <strong>de</strong>n geest in zjn eigen kring<br />

aan ; wilt gij er een <strong>voor</strong>beeld. van ? Hoe hij <strong>de</strong>n erfgenaam<br />

van <strong>de</strong>n grootsten aller zweedsche namen na dien <strong>de</strong>r Wasa's<br />

on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong> , toen Johan Gabriel Oxenstjerna in <strong>de</strong> poezij<br />

naar <strong>de</strong>n lauwer dong, die zijn onsterfelijke <strong>voor</strong>zaat Axel<br />

zich in <strong>de</strong> proza verwierf. Eene eigenaardige figuur nit dien<br />

tijd. Al scheen hij er door zijne geboorte <strong>voor</strong> bestemd, al was<br />

er niets verzuimd om er hem door opvoeding en omgang toe<br />

te vormen , er stak geen hoveling in <strong>de</strong>n man, die zich, ja ,<br />

van alle vereischte pligtplegingen kweet, die zich, hoe noo<strong>de</strong><br />

ook , toch getroostte velerlei betrekkingen te beklee<strong>de</strong>n , maar<br />

nooit gelukkig bleek , dan wanneer hij van Areadie droomen<br />

mogt , het landleven, zijn eenvoud , een hut en een harte.<br />

Voor ie<strong>de</strong>r offer haar gebragt , heeft <strong>de</strong> kunst eenen krans of<br />

eene kroon , maar waarme<strong>de</strong> weegt ze <strong>de</strong> vele kleine kwellingen


ESAIAS TEGN FICITIIIOF'S SAGA. 209<br />

op, waaraan bare beoefenaren als alto overige stervelingen<br />

blootstaan? Wij hooren Oxenstjerna zuchten , als hij om <strong>de</strong>n<br />

wille zijns konings bet zangerig maar mannelijk zweedsch , in<br />

een biljet van weinige regelen , in een versjen van een paar<br />

coupletten , het fransch , dat zich tot allerlei woordspelingen<br />

leent, dat schier bij elke wending in schittering wint, wil doen<br />

navolgen en inhalen. En Gustaf III, als hij luistert naar <strong>de</strong>n<br />

lof van <strong>de</strong>n landbouw, , door zijn gunsteling in het dichtstuk<br />

<strong>de</strong> Ooysten in negen zangen bezongen, wat heeft hij zich een<br />

geweld aan to doen! Toch was <strong>de</strong>s konings last <strong>de</strong> ligtste van<br />

bei<strong>de</strong>. Hij maakte twee gelukkigen, als hij Kellgren vrien<strong>de</strong>lijk<br />

toeknikte , <strong>de</strong>wijl <strong>de</strong>ze Oxenstjerna's beste dichtstuk, <strong>de</strong> Ureic<br />

van <strong>de</strong>n Day , in Stockholm's Posten had geprezen ; — en<br />

terwijI <strong>de</strong> arme zanger, , na vruchtelooze pogingen om aardige<br />

briefjens to schrijven, <strong>de</strong> pen moe<strong>de</strong>loos wegwierp, het dubbele<br />

Teed van een kloppend hoofd en een krimpend harte ter prooi,<br />

ontwikkel<strong>de</strong> zich zijn Augustus, <strong>de</strong> rol van Mecenas spelend ,<br />

ook als zijn a<strong>de</strong>laarsblik slechts bij tusschenpoozen op die Ooysten<br />

staar<strong>de</strong>. Of gelooft ge niet dat zijn groote geest allengs vermoed<strong>de</strong>,<br />

hoe zeer eene <strong>de</strong>rgelijke poging <strong>de</strong> inheemsche natuur<br />

te doen waar<strong>de</strong>ren en regt te laten we<strong>de</strong>rvaren aan wat in<br />

<strong>de</strong>n e<strong>de</strong>lsten zin va<strong>de</strong>rlandsch mogt heeten, verdien<strong>de</strong> to wor<strong>de</strong>n<br />

aangemoedigd, hoe weinig hij zelf met <strong>de</strong>n vorm dier <strong>voor</strong>stelling<br />

sympathiseren mogt? — Het eischt geen halsbreken<strong>de</strong>n<br />

sprong van het eene conventionele genre tot het an<strong>de</strong>re<br />

over te gaan; wij ston<strong>de</strong>n straks bij het sentimentele stil , thans<br />

is het pseudo-klassieke aan <strong>de</strong> beurt. le<strong>de</strong>r weet, welk treurspel<br />

aan <strong>de</strong>n avond <strong>de</strong>r achttien<strong>de</strong> eeuw schier alom werd gevierd<br />

en genoten, wat toen bij uitnemendheid het treurspel<br />

heette, en niemand die er zich dan ook over verbaast, dat<br />

Gustaf lien jongen ambtenaar tot zijn secretaris maakte, die<br />

<strong>de</strong> PhUre van Racine in het Zweedsch had vertaald. Secretaris<br />

Studinn en Seketsert III 14


210 ES1LVS TEGNi .:11, FRITI1TOCS SAGA.<br />

Adlerbeth, het mogt aangaan, <strong>de</strong>nkt e; maar Rijks-Antiquarins<br />

zegt ge , welke waren zijne verdiensten<br />

iu dat opzigt? Wij moeten u, als go bij dit on<strong>de</strong>rwerp , en<br />

teregt, aan overblijfselen nit <strong>de</strong>n vroegen <strong>voor</strong>tijd , aan bouwvallen<br />

en ge<strong>de</strong>nkstukken nit het verle<strong>de</strong>n <strong>de</strong>nkt, het antwoord<br />

schuldig hlijven; van eene verklaring van runenschrift is geen<br />

sprake, van kritisch on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong>r saga's geen blijk. Een weak<br />

intusschen : loop <strong>de</strong>n tijd niet <strong>voor</strong>nit. Hoe tang is het in heel<br />

Europa nog maar gele<strong>de</strong>n, dat er, om antiquarius te zijn,<br />

noch blik op <strong>de</strong>n hei<strong>de</strong>nschen toestand <strong>de</strong>s <strong>voor</strong>geslachts, noch<br />

sehatting <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leenwen werd vereischt, dat men, om als<br />

antiquaries to wor<strong>de</strong>n geprezen, met grieksch en latijn te kennen<br />

mogt volstaan ? Toetst gij Adlerbeth aan dies steel', hoe<br />

zijne veelzijdige studie, zijn verfijn<strong>de</strong> smaak u zullen toeschitteren<br />

! Gustaf dweept met Racine en Voltaire, Adlerbeth dnrft<br />

<strong>de</strong> Tph A/Ale eit Ailli<strong>de</strong> wijzigen, drtrft in <strong>de</strong>n Oedipe schrappen,<br />

als had <strong>de</strong> Mephisto niet tevens maestro gegol<strong>de</strong>n. Er word<br />

teen mood vereischt om Sophocles en Euripi<strong>de</strong>s grooter to<br />

achten dan dozen. Adlerbeth had lien; hij waag<strong>de</strong> het, wat<br />

zijne oorspronkelijke, treurspelen overigens to wenschen mogten<br />

overlaten, in <strong>de</strong>ze het koor eene lyrische vlugt to doen nemen,<br />

als het stockholmsche publiek zijner dagen niet volgen, slechts<br />

nastaren kon. Het is maar half <strong>de</strong> lof (lien hij verdient: hij<br />

heeft zijne letterkun<strong>de</strong> met metrische navolgingen verrijkt, die<br />

al zijnen overigen arbeid zullen overleven. Helaas! ten onzent<br />

was niemand zoo gelukkig ; trots Kinker, falen die paarlen<br />

aan <strong>de</strong> kroon <strong>de</strong>r hollandsche zangster! — Ongezochte tegenstelling<br />

met zijnen <strong>voor</strong>ganger! of het ons gegeven ware hier<br />

eon getrouwen afdruk to leveren van <strong>de</strong>n aardigen krnllekop,<br />

die bij eon groot geheugen , en <strong>de</strong> distracties welke er mee<br />

gepaard gaan, <strong>de</strong> schaarscher eigenschap van vonkelen<strong>de</strong>n geest<br />

voeg<strong>de</strong>, en, zeldzamer nog, in <strong>de</strong> school <strong>de</strong>r eneyelopedisten


ESA.IAS TEGNi12., FRITIIIOCS SAGA. 211<br />

gevormd , geheel achttien<strong>de</strong>-eeuwseh , oppervlakkig en schitterend<br />

tevens , een zoo groote goedheid <strong>de</strong>s harten wist te bewaren<br />

, dat niet enkel Gustaf Nils van Rosenstein om strijd<br />

bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> en bemin<strong>de</strong>. Wilt gij ter kensehetsing een paar<br />

aneedoten'? Eerst verstrooidheid en geheugen : het geviel dat<br />

hij zijn rijtnig liet stilhou<strong>de</strong>n , om bij eene zijner ou<strong>de</strong> beken<strong>de</strong>n<br />

, eene gravinne van . vul het zelf wellui<strong>de</strong>nd in,<br />

een bezoek of te leggen. Het portier gnat open, hij stijgt nit,<br />

dat ging ligt genoeg, maar oef! <strong>de</strong> wZdgedane man heeft twee<br />

trappen op to klimmen; ein<strong>de</strong>lijk staat hij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gezochte ,<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> op zijn schellen geopen<strong>de</strong> <strong>de</strong>ur. „Is gravinne van<br />

„te huis?" — „Hier -woont geen gravinne, die zoo heet." —<br />

„Toch, mijn vriend." — „Neen , mijnheer ! neen, verzeker ik<br />

„u ..." — „Hm !" — „O, het schiet mij te binnen, pier heeft<br />

„een gravinne die zoo heette , gewoond, maar zij is gestor-<br />

„ven , drie jaren gele<strong>de</strong>n." — „Neen , vriend !" viel Rosenstein<br />

in, wiens geheugen ontwaakte , „het is vier jaren en<br />

„zeven maan<strong>de</strong>n gele<strong>de</strong>n, dat zij stierf!" Thans verstrooidheid<br />

en geest , zoo ge wilt. Hij had zich in <strong>de</strong> eenzaamheid zijner<br />

schrijfcel, verstokte oudvrijer, , aangewend hardop to <strong>de</strong>nken;<br />

aan tafel gezeten, vroeg hij zjnen buurman, wie <strong>de</strong>ze toch aan<br />

zijne regte had. Het antwoord was : <strong>de</strong> gouverneur van een naburige<br />

provincie. „Hm!" hernam Rosenstein, volgens gewoonte<br />

laid, „dat is joist niet een van 'srijks knapste gouverneurs!" De<br />

buurman stiet hem aan om hem opmerkzaam te maker, dat<br />

<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> zijn vonnis had gehoord. Langzaam liet Rosenstein<br />

er op volgen : „Naar er zijn ergere dan hij !" Geest en<br />

goedheid blijven te staven over. Voor <strong>de</strong> °erste gave alleen<br />

moge het gevatte antwoord volstaan, door hem gegeven, toen<br />

hij van een schotel gebak zijn bord missehien ruimer bediend<br />

had, dan een tegenover hem gezeten Bast lief was; jaloezij<br />

is mogelijk tot op taart toe. „Rosenstein !" klonk <strong>de</strong> vraag ,


212 ESA IAS FRITHJOF'S SAGA.<br />

„zal <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie in haar woor<strong>de</strong>nboek ook het woord „<strong>de</strong>eg-<br />

„ „dier” opnemen ?" — „Als het bestaat, waarom Met, amice !<br />

„Slechts zullen wij er bij opmerken, dat het bijna nooit door<br />

„fatsoenlijke 101 worth gebruikt !" En nu zijne goedheid; maar<br />

wat zoudt gij er aan hebben, zoo wij hier eene lange lijst van<br />

jonge auteurs lieten overdruk ken , alien zijner heuschheid om<br />

hot zeerste verpligt ? of dankbetuigingen van 'mime hand afschreven<br />

your diensten <strong>de</strong>r zijne? Als gij hero in geheugeu evenaar<strong>de</strong>t,<br />

gij zoudt u herinneren dat wij er reeds gezag <strong>voor</strong><br />

bijbragten in Geyer, toen zijne lofre<strong>de</strong> op Sten Store was bekrooud.<br />

Geloaf ons liever op ons woord, dat er buitengemeene<br />

humaniteit wordt vereischt, om, op het gebied van <strong>de</strong>n geest<br />

gunsteling van een koning, gunsteling bovendien van <strong>de</strong>n<br />

grilligsten aller koningen : het publiek , het zoo verre te<br />

brengen , dat eene <strong>voor</strong>re<strong>de</strong>, een lofspraak , een woord ter<br />

introductie door ons vcrleend , schier geleibrieven <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

onsterfelijkheid gel<strong>de</strong>n , en er Welt geen kreet , geene klagt<br />

tegen ons karakter opga! Rosenstein werd bestre<strong>de</strong>n om wat<br />

zijne beginselen en begrippen in het yak van kunst eenzijdigs<br />

, bekrompens , oppervlakkigs had<strong>de</strong>n ; <strong>de</strong>n mensch tastte<br />

men met aan. — Wij hebben Gustaf met een enkel woord<br />

om zijner onpartijdigheids wille geprezen; dat hij weerspraak<br />

duid<strong>de</strong>, doe u Thorild zien, De geniale jonkman, die tien<br />

jaren vroeger te Lund stu<strong>de</strong>nt was gewor<strong>de</strong>n, schreef in 1788<br />

te Upsala, om <strong>de</strong>n grand van doctor in <strong>de</strong> regten te verwervon<br />

, eene dissertatie , die wel later zou wor<strong>de</strong>n uitgegeven,<br />

maar hem <strong>de</strong>n verlang<strong>de</strong>n titel Met <strong>de</strong>ed verwerven ; hij gevoel<strong>de</strong><br />

zoo grooten weerzin van <strong>de</strong> kleingeestigheid door eenige<br />

hoogleeraren bij <strong>de</strong> examina aan <strong>de</strong>n dag gelegd, dat hij van<br />

<strong>de</strong> eere <strong>de</strong>r promotie afzag. Tien jaren te hebben gestu<strong>de</strong>erd,<br />

zon<strong>de</strong>r ten slotte te promoveren , is geene aanbeveling; maar<br />

men kart <strong>de</strong>n titel missen, als men <strong>de</strong> stoffe meester is gewor<strong>de</strong>n,


ESAIAS TEGNER, FRITIII0F ' S SAGA. 213<br />

en dat Thorild (lit was, leed geen twijfel , want noch aan een<br />

<strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> hoogescholen, noch in Stockholm zelf twijfel<strong>de</strong> iemand<br />

aan zijn genie. Vier jaren te voren was hij <strong>de</strong> uitgave van een<br />

tijdschrift begonnen, Den nya Granskaren getiteld, waarin hij<br />

met al <strong>de</strong>n overmoed <strong>de</strong>r jeugd, maar tevens met bei<strong>de</strong> ijver<br />

en talent, Kellgr6n en zijne school, <strong>de</strong>n heerschen<strong>de</strong>n franschen<br />

smaak, correctheid en Megance bestreed. Er was overdrij wing<br />

in <strong>de</strong>n aanval; Voltaire werd verguisd, Ossian vergood; Shakespeare<br />

verwierf maar eene plants naast <strong>de</strong>n laatste, (loch in<br />

eene karakteristiek als <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> school meer waars dan<br />

liellgrtht of <strong>de</strong>n koning lief kon zijn : „Als ge Stockholm's Posten,<br />

„gelooft, is alles wat treffend , afdoen<strong>de</strong> en sprekend heeten<br />

„mag Touter grofheid; slechts navolging, bijeenzameling, hocus<br />

„poem verdient vertu-1ft te wordcn geprezen; grootsehheid van<br />

„gedachte, diepte van gevoel, het meeslepen<strong>de</strong>, het onsterfelijke<br />

„is waanzin. Wilt ge weten hoe hoog gij a verheffen moogt, men<br />

,7antwoordt u juist twee en een halve el -hovel' <strong>de</strong>n beganen<br />

„grond; geen duim meer of min : an<strong>de</strong>rs is het laagheid of nit-<br />

„spatting. Geestdrift die gevoelt men, die mag men gevoelen<br />

„<strong>voor</strong> zijne Chloe, zijn -A.v.itifiesch en zijn gar<strong>de</strong>robe; maar heeft<br />

„men op met regtvaardigheid, met <strong>de</strong>ngd, met algemeen wel-<br />

„zijn, men is een dweeper. Slordig, wie Jupiter ongeschoren<br />

„opvoert, wie Venus te <strong>voor</strong>schijn roept, zon<strong>de</strong>r dat zij hare<br />

„mots regt heeft gezet ,” — het was <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ale-aesthetische<br />

wereldbeschouwing , lezen wij, die strijd voer<strong>de</strong> met <strong>de</strong> encyclopedistisch-empirische<br />

philosophic. En Gustaf, dus in zijne<br />

gunstelingen , zijne school aangevallen , koos hij, driftig <strong>de</strong>n<br />

schepter in <strong>de</strong> schaal leggen<strong>de</strong>, partij? Neen, mag het antwoord<br />

lui<strong>de</strong>n, peen; of zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hoogleera.ren te Upsala, die<br />

hij dikwijls met blijken van opmerkzaamheid verraste, zou<strong>de</strong>n<br />

zij, teen hij hij een zijner bezoeken <strong>de</strong>n wensch te kennen gaf,<br />

een zweedsch dispuut over staatsleer bij te wonen , <strong>de</strong>n cooed


214 ESATAS TF,GNER, FRITHIOE ' S SAGA..<br />

hebben gelled Thorild uit te noodigen, on<strong>de</strong>r Hernquist's presidium<br />

te officieren? Gustaf moest pleizier in oppositie hebben,<br />

als zijn professoren Thorild uitnoodig<strong>de</strong>n een proefjen te geven.<br />

„In weinige uren tijds schreef <strong>de</strong>ze zijne vermaar<strong>de</strong> kritiek<br />

„over Montesquieu. Hij laakte het in dien auteur, , angst en<br />

„zwakte als grondoorzaak <strong>de</strong>r wetten to hebben aangenomen ,<br />

„<strong>de</strong>wiil als eenig schepsel sehrikt en schuwt , dit reeds eene<br />

„natuurwet volgt , waar<strong>voor</strong> eene an<strong>de</strong>re grondoorzaak moet<br />

„wor<strong>de</strong>n gezocht , die het gevoel van aanzijn en geluk blijkt<br />

„te zijn. Hij gispte Montesquieu als nicer groot dan wear,<br />

„meer geleerd dan geniaal , toen hij drie regeringsvormen<br />

„aannam , <strong>de</strong>ar slechts een <strong>de</strong> regte kan zijn, en er geen<br />

„sprake mag wezen van eetiwig gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wetten <strong>voor</strong> schennis<br />

„of geweld. Hij bestreed dat, zoo als Montesquieu beweert, in<br />

„gemeenebesten <strong>de</strong> <strong>de</strong>ugd, in monarchien <strong>de</strong> eer, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>s-<br />

„potisme <strong>de</strong> vices het heersehend beginsel zou<strong>de</strong> zijn, <strong>de</strong>wijl<br />

„men dusdoen<strong>de</strong> een regeringsprincipe zou aannemen zon<strong>de</strong>r<br />

„eer of <strong>de</strong>ugd, terwijl tech nooit eenige staat door het be,<br />

„ginsel van vreeze bestond; <strong>de</strong>ar, volgens het getuigenis <strong>de</strong>r<br />

„historie, elle stichters van <strong>de</strong>spotische regeringen hel<strong>de</strong>n<br />

„waren, die later wer<strong>de</strong>n vergood, en wier nakomelingen hunne<br />

„magt slechts behol<strong>de</strong>n door het goe<strong>de</strong> , dat hunne <strong>voor</strong>gan-<br />

„gers had<strong>de</strong>n gesticht. Dear er geen republikeinsche <strong>de</strong>ugd<br />

„<strong>de</strong>nkbaar is zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n glans <strong>de</strong>r eer, en <strong>de</strong> vices altijd<br />

„bear gewigt in <strong>de</strong> Schaal zal werpen , zou<strong>de</strong> een regerings-<br />

;,stelsel to wankeler staan, naarmate bet zijn beginsel zuiver-<br />

„<strong>de</strong>r uitdrukte. Montesquieu maakt <strong>de</strong> luchtstreek een <strong>voor</strong>-<br />

„werp van wetgeving, ofschoon daaraan even weinig wetten<br />

„te geven zijn , als <strong>voor</strong> ochtend of avond , of <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ver-<br />

„schillen<strong>de</strong> leeftij<strong>de</strong>n. Er is immers ook een artificieel klimaat,<br />

„een zui<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r kunsten , dat wij in onzen omgang seheppen<br />

„en waarin wij Asiaten wor<strong>de</strong>n.” Het verwijt is karakteristiek


ESAIAS TEGNE11, FRITHIOVS SAGA. 215<br />

bij Thorild's beschouwing van <strong>de</strong> broeikast dier koninklijke<br />

letterkun<strong>de</strong>! Het ontging zijnen scherpen blik even weinig,<br />

„dat Montesquieu <strong>de</strong> weel<strong>de</strong>, die kwistzieke dwaasheid, in vele<br />

„staten noodzakelijk hield, terwijl toch slechts bij het verstand<br />

„wel te leven sprake kan zijn van maat en wet," als dat hij<br />

„<strong>de</strong> vrijheid daarin gelegen achtte, te doen wat <strong>de</strong> wetten ge-<br />

„bie<strong>de</strong>n , 't gem <strong>de</strong> vrijheid mogelijk zoo makes ook wi<strong>de</strong>r<br />

„het bukken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ongerijmdste gebo<strong>de</strong>n. Wat wil<strong>de</strong> het<br />

„<strong>voor</strong> het overige zeggen , dat men te vrij zou kuntien zijn ,<br />

„daar vrijheid slechts <strong>de</strong> ruitnte is tot han<strong>de</strong>len vereischt ,<br />

„hetzij goed of k waad, wijs of dwaas, en het verstand alleen<br />

„door vrijheid tot geluk voert?” Het waren doze stellingen,<br />

welke Thorild <strong>de</strong>n 22sten Maart van het genoem<strong>de</strong> jaar in<br />

tegenwoordigheid <strong>de</strong>s konings ver<strong>de</strong>dig<strong>de</strong>; Gustaf was omringd<br />

van wat zijn hof luisterrijkst aanbood. Een paar dier heeren<br />

verdienen eon oogenblik opmerkzaamheid — doze, in generaalsuniform,<br />

is <strong>de</strong> onvertsaag<strong>de</strong> Armfelt, — gene, in hofcostuum,<br />

<strong>de</strong> besehei<strong>de</strong>n dichter Leopold, bei<strong>de</strong> in blaken<strong>de</strong> guest, geen<br />

van bei<strong>de</strong> vermoe<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wat leeds <strong>de</strong> toekomst <strong>voor</strong> hen in <strong>de</strong>n<br />

schoot droeg. Wie zou het meest hebben gehuiverd, Armfelt,<br />

als het hem <strong>voor</strong>speld ware gewor<strong>de</strong>n: gij zult in uwen ou<strong>de</strong>rdom<br />

russisch on<strong>de</strong>rdaan sterven, of Leopold, als het hem toe<br />

ware gefluisterd: en gij het gezigt verliezen? IJ<strong>de</strong>le vraag! als<br />

zou Armfelt er een omzien het beramen van staatsgrepen om<br />

hebben gestaakt, Leopold er een oogenblik min<strong>de</strong>r om hebben<br />

gedongen naar dien staf over het gebied <strong>de</strong>r letteren, welken hij,<br />

bij Kellgren's verschei<strong>de</strong>n, peep en zwaai<strong>de</strong>, wij zullen later<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen met welk gevolg. Voor het oogenblik onbewust van<br />

onzen inval, die intusschen niet zoo grillig is als gij gelooft,<br />

<strong>voor</strong> het oogenblik opponeren bei<strong>de</strong>; het behoort tot <strong>de</strong>n tijd, dat<br />

zoowel <strong>de</strong> soldaat als <strong>de</strong> poeet zich met <strong>de</strong> beginselen van wetgeving<br />

bemoeit. Hier hebt ge in Thorild's eigen woor<strong>de</strong>n eene


216 ESAIAS TEGNim, rarrnicw's SAGA..<br />

aanschouwelijke schets van het dispuut; zij is karakteristiek ,<br />

zoowel wat hem betreft die het potlood houdt , als hen die<br />

er <strong>voor</strong> poseren. „Het auditorium ," schreef hij aan een zijner<br />

vrien<strong>de</strong>n, „was het schitterendste ter wereld , hofgeleer<strong>de</strong>n,<br />

„geestelijken , ook dames. De Koning, reeds ten gunstigste<br />

„<strong>voor</strong> mij ingenomen, verrnkt door <strong>de</strong> kritiek (een opstel van<br />

„weinige uren), die hij <strong>de</strong>n avond to voren tegen zijne aka<strong>de</strong>-<br />

„misten met vuur had ver<strong>de</strong>digd. Armfelt stond naast hem,<br />

„ie<strong>de</strong>re geestigheid <strong>de</strong>s Konings glans geven<strong>de</strong> door zijn bijval ;<br />

„het was of hij die <strong>voor</strong>lichtte en nastraal<strong>de</strong>. Eene verkwisting<br />

„<strong>de</strong>s verstands, traits brillants bij <strong>de</strong> vleet, veel emphase. En<br />

toch ook vaak ieth <strong>de</strong>gelijks , iets zeer ernstigs , moor mood<br />

„en meer harte clan men hier ooit hoor<strong>de</strong> of zag. Alles heerlijk<br />

„a pplaudissementen zon<strong>de</strong>r ein<strong>de</strong>. De Koning als buiten zich<br />

„zelven, — <strong>de</strong> Aartsbisschop , al zijn cracbats aan en toch<br />

„lagchen<strong>de</strong> , zat op <strong>de</strong> trappen van <strong>de</strong>n Kathe<strong>de</strong>r. 's Namid-<br />

„dags kreeg ik bezoek van Armfelt, Generaal Overste-<br />

„kamerjonker Wre<strong>de</strong> en Essen , in 's Konings rijtuig; <strong>de</strong><br />

„Koning was geeharmeerd geweest ; hij had hij <strong>de</strong>ze gelegen-<br />

„heid ervaren, hoe weinig hij het oor<strong>de</strong>el mogt vertrouwen<br />

„over menschen, die hij zelf niet ken<strong>de</strong> (het was Armfelt, die<br />

„het zei<strong>de</strong>). Allen riepen gecharmeerd ! Hoe men daarover acht<br />

„dagen lang in Stockholm zal babbelen. 11lij dunkt , ik boor<br />

„hen: „Hij zal wel spoedig iets zoeken, — hij wordt favoriet!”<br />

„Ellendigheid ! 1k <strong>de</strong>nk altijd aan <strong>de</strong> ezelsschadnw van De-<br />

„mosthenes , die geheel Athene bezig hield , terwijl niema,nd<br />

„zich aan zijne weergalooze welsprekendheid <strong>voor</strong> eere en ge-<br />

„luk liet gelegen liggen.” Stout en scherp! gelooft ge niet,<br />

dat bet gerucht waarheid spreekt , als bet van Thorild vermeldt<br />

, dat hij al <strong>de</strong> betuigingen dier heeren over 's konings<br />

hijval beantwoord<strong>de</strong> met het zoo weinig hoofsch, met het waarlijk<br />

hooge: „Naar 's Konings oor<strong>de</strong>el vraag ik niet, maar <strong>de</strong>


ESAIAS TEGNER, FRII MM.' S SAGA. 217<br />

„goeclkenring van Gustaf III streelt me." We<strong>de</strong>rzijdsche achting,<br />

— of hadt gij u met meer gevolg van die zamenkomst<br />

gevleid ?<br />

Ons Joel met doze reeks van omtrekken zal bereikt zijn, als<br />

ewe verbeelding zich thans het verkeer aan het hof van Gustaf<br />

III kan <strong>voor</strong>stellen , als gij er niets vreemds meer in vindt,<br />

dat zulk een koning eene kunstreize naar Italie <strong>de</strong>ed, dat bij <strong>de</strong><br />

Zweedsche aca<strong>de</strong>mie stichtte , en haar <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n : „vernuft<br />

„en smaak" tot zinspreuk gaf. Een enkele trek schetse hem op<br />

<strong>de</strong> eerste , een woord over <strong>de</strong> laatste geve ll een begrip wat<br />

Zwe<strong>de</strong>n haar dank weet. Gustaf III was in Rome, het geviel<br />

in 1783, — we tre<strong>de</strong>n <strong>de</strong>s eenige schre<strong>de</strong>n terug , — met<br />

het On<strong>de</strong>rdaniget pro melooria van Ehrensvard, then gij door<br />

Arndt nit <strong>de</strong> vertaling zijner knnsttheorie kent, tot gids; —<br />

het on<strong>de</strong>rdanigst pro memoria , dat in<strong>de</strong>rdaad eene keurige<br />

kritiek was van wat <strong>de</strong>n grooten geest in Italie bet diepst had getroffen,<br />

bet meest had geboeid. Of <strong>de</strong> Roiling er veel in stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>,<br />

of <strong>de</strong> koning sympathie gevoel<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>elaar zijnen<br />

tijd <strong>voor</strong>uit, die klassiek in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw reeds negentien<strong>de</strong>-eenwsch<br />

hegreep, wie weet het? Welligt was er on<strong>de</strong>r<br />

zijn klein gevolg maar een enkele, die het waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>: Adlerbeth,<br />

<strong>de</strong> antiquaries; Ehrensvkrd's lofre<strong>de</strong>, door dozen gehon<strong>de</strong>n,<br />

bewijst het. De overige hotheeren, Rosenstein niet nitgezon<strong>de</strong>rd,<br />

von<strong>de</strong>n bet — niet „vervelend", „maar „excentrisch";<br />

von<strong>de</strong>n het vreemd. , dat een graaf, een man, die zich in <strong>de</strong><br />

zeedienst zoo <strong>voor</strong><strong>de</strong>elig on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong> , die zooveel beloof<strong>de</strong>,<br />

„plezier" had in zulke „paradoxen". En took zijn wij op weg<br />

onregt to doen , onregt aan dien vriend , welken Ehrensvard<br />

zijne ontwikkeling als kunstkenner dankte , Sergel , <strong>de</strong> beeldhouwer,<br />

, die <strong>de</strong> rein mee maakte, dien Gustaf bij zijne komst<br />

tot <strong>de</strong>n troon nit Italie to huis had geroepen , dien hij thans<br />

doze teleurstelling vergoed<strong>de</strong>, door het we<strong>de</strong>r to mogen zien.


218 ESAIAS TEGNÉR FRITH IOF 'S SAGA.<br />

We zijn in Rome, — en ge vreest eene lange aanhaling nit<br />

Ehrensvard's schriften, — en ge gaat met eene vingerwijzing<br />

naar <strong>de</strong>ze vrij ; <strong>de</strong> gansche inleiding dient <strong>voor</strong> het oogenblik<br />

slechts om u me<strong>de</strong> to <strong>de</strong>elen, dat, terwijl Gustaf in <strong>de</strong> eenwige<br />

stad verwijl<strong>de</strong> , bij eene opgraving in <strong>de</strong> Villa Adriani, het<br />

standbeeld van Endymion aan het Licht kwam. Onze zweedsche<br />

antoriteit <strong>voor</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> anecdote gaat klapwiekend <strong>de</strong> wolken<br />

in, <strong>de</strong> vraag opperen<strong>de</strong> : of het looter toeval heeten mogt,<br />

dat dit juist t o en geschied<strong>de</strong>; wij, die geen lust gevoelen om<br />

ons met haar in het ijle to verliezen, blijven bedaard bene<strong>de</strong>n,<br />

en boeken slechts het feit. Gustaf' zou geen Gustaf zijn geweest,<br />

als hij zich niet met zijn gevolg naar die Villa Adriani<br />

had gespoed; als zij niet om het zeerst <strong>de</strong>n schoonen sluimeraar<br />

had<strong>de</strong>n bewon<strong>de</strong>rd. Sergel <strong>voor</strong>al, Sergel was geheel verrukking,<br />

het herboren meesterstuk aanstaren<strong>de</strong> ; hij vergat <strong>de</strong><br />

heeren om zich peen, <strong>de</strong>n koning zelf; of hij in zijn atelier<br />

ware geweest, boog hij zich over het beeld, wreef wijsvinger<br />

en duim zenuwachtig tegen elkan<strong>de</strong>r; „geef me een snuifjen!"<br />

riep hij. En wie meent ge dat hem <strong>de</strong> doos reikte? een hofheer<br />

misschien ? hoe zou <strong>de</strong>ze zoo tegen alle etiquette hebben<br />

durven zondigen — Rosenstein dan welligt? maar goedheid<br />

zelve gaat zoo verre niet ! -- het was Gustaf, die gevoel<strong>de</strong>, dat<br />

Sergel zijne majesteit had vergeten <strong>voor</strong> eene hoogere dan die <strong>de</strong>r<br />

geboorte; het was Gustaf, die hem een snuifjen bood. Het is<br />

eene kleinigheid, maar zij kenschetst eenen monarch, die zijn<br />

museum to Stockholm , dank <strong>de</strong>r heuschheid eens Pausen, die<br />

hem vergun<strong>de</strong> het beeld to koopen , met Diana's gunsteling<br />

verrijkte. G-elooft ge niet dat Sergel zich haar herinner<strong>de</strong>, toes<br />

hij, te huis gekomen , <strong>de</strong> onvergetelijke gedaante gasloeg ,<br />

met wie in staat was Endymion te smaken, met Ehrensvard<br />

bij <strong>voor</strong>beeld , die slechts <strong>de</strong>n antieken een i<strong>de</strong>alen stip toeken<strong>de</strong>;<br />

maar wien wij, we bekennen het gul, niet looter daarom


ESAEAS TEGN PRIT11101,'S SAGA. 219<br />

in uw geheugen herroepen ; die hier gelegenheid geeft , eene<br />

slagschaduw over dat tijdperk to werpen , vereischt , als onze<br />

schets waar zal zijn. 'Poen Sergel Ehrensvard we<strong>de</strong>rzag, was<br />

<strong>de</strong>ze opper-achniraal van Zwe<strong>de</strong>n gewor<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> kunstkenner<br />

wenschte er <strong>de</strong>n krijgsman geluk me<strong>de</strong>. „Hm !" antwoord<strong>de</strong><br />

Ehrensvard, Sergel zag verbaasd op, maar zijn goed harte<br />

vermoed<strong>de</strong> niet, wet er in het gemoed zijns vriends omging :<br />

„ik weet het ," sprak hij, „gij waart met Trolle opgegroeid,<br />

„ge dacht niet, dat gij het zoudt zijn, die hem moest opvol-<br />

„gen.” — „Gij sehat mij beter dan ik ben, Sergel ! — het<br />

„is niet dat wet mij somber stem<strong>de</strong> , <strong>de</strong> eene <strong>voor</strong>spelling is<br />

„uitgekomen als ook <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re ..." Sergel fronste <strong>de</strong> wenkbraauwen<br />

; „al weer mamsell Arfvidson ," sprak hij sma<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

,,die profetes uit koflijdik !" „Schel<strong>de</strong>n is geen weerleggen ,"<br />

hernam Ehrensvard ernstig , „ge zoudt gelagchen hebben, zoo<br />

„ge gehoord hadt, hoe bedaard zij het Trolle aanzei, dat ik<br />

„hem op zou Volgen , spoedig op zou volgen , Trolle in <strong>de</strong>n<br />

„bloei van 't leven , ik maar een zeeofficier van min<strong>de</strong>ren rang."<br />

— „Ik zou niet gelagchen hebben ," viel Sergel in, „want welke<br />

„dwaasheid ik ook moge hebben begaan , en, duizend duivels,<br />

„ze zijn velen ! geloof to slaan aan <strong>de</strong> wigchelarij , aan dat<br />

„onclewijf, met hear stomme slavin en hear kater, daar<strong>voor</strong><br />

„bleef ik bewaard !" Helaas! hoe weinigen , die het hem aan<br />

Gustaf's hof kon<strong>de</strong>n nazeggen , die, trots al hunne wijsbegeerte,<br />

niet, cf bijwijle met Swe<strong>de</strong>nborg dweepten, Of bijwijle Mesmer<br />

aanriepen ! „Genocg," hernam Ehrensvard, „maar geef clan<br />

„ten minste toe , dat ge geschokt zoudt zijn , zoo gij , als ik,<br />

„Trolle na die profetie binnen het jaar hadt zien sterven, als<br />

„ge, zoo als het mij gebeur<strong>de</strong> , toen ik <strong>de</strong>n verzegel<strong>de</strong>n lastbrief<br />

„open<strong>de</strong> , mij door <strong>de</strong>n koning eer hij afreis<strong>de</strong> ter hand ge-<br />

„steld , oin sleehts in to zien als Trolle iets menschelijks weer-<br />

„voer, , tot zijn opvolger waart benoemd gewor<strong>de</strong>n !” Sergel


220 ESATAS TEGNEIt, FRITHIOF 'S SAGA.<br />

schud<strong>de</strong> bet hoofd. „En <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>voor</strong>spelling?" vroeg hij<br />

driftig , <strong>de</strong>n vurigen blik , door geen me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n geternperd ,<br />

op zijn vriend gevestigd. Ehrensvard sloeg <strong>de</strong> groote oogen<br />

neer, Ehrensvard ril<strong>de</strong>; „als ik dien dag beleven inoest ," en<br />

zijn gebaar duid<strong>de</strong> aan, wat hij niet zeggen wil<strong>de</strong>. „Groote<br />

„mannen , die aan geen goe<strong>de</strong>n God gelooft, wat zijt ge klein!"<br />

sprak Sergel in zijn eenvoud , en Ehrensvard zuchtte, — dien<br />

dag kwam er van <strong>de</strong> beschouwing van Endymion niet !<br />

„Ye<strong>de</strong>r Napoli e poi morire" werd zoo min door Gustaf<br />

nagekomen, als door <strong>de</strong> duizen<strong>de</strong>n , die <strong>voor</strong> en via hem <strong>de</strong><br />

weel<strong>de</strong> van dien golf genoten , en toch huiswaarts keer<strong>de</strong>n ,<br />

hoe hoog in het „barre noor<strong>de</strong>n" ook <strong>de</strong> woning lag, welke<br />

hen wachtte. Er zijn <strong>voor</strong> zijne nagedachtenis twee herinneringen<br />

aan dat bezoek verknocht; wij wenschten <strong>de</strong> eene to kunnen<br />

uitwisschen ; hij had regt zich op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re to goed to doen.<br />

Een koning van Zwe<strong>de</strong>n had, waar ter wereld ook, het hoofd<br />

liever on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n blooten hemel op <strong>de</strong>n eersten steen <strong>de</strong>n beste<br />

ter mete moeten zeggen, dan gastvripteid te genieten van een<br />

afgezant van Czaar of Czarinne; Gustaf, <strong>voor</strong> alien, had zich<br />

moeten wachten verpligtingen aan Rasumowsky of zijne mees-<br />

teresse to maken. Diplomatie , intrigue, wat het heeten mogt,<br />

wie zijne eere op bet spel zet, verschalkt, bedriegt slechts<br />

zich zelven ; maar genoeg over een oogenblik vergetens van<br />

berinneringen , die hem heilig had<strong>de</strong>n moeten zijn, en dat hem<br />

door Schlosser, te regt to bitter<strong>de</strong>r wordt verweten, <strong>de</strong>wiji Arndt<br />

er van zwijgt. Wij gaan over tot bet souvenir, dat hij zich niet<br />

had te schamen; wat was het, geheel Gustavisch, an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong><br />

stoffe <strong>voor</strong> een drama, door hem op <strong>de</strong> plaats zelve bespied en gegrepen<br />

: <strong>de</strong> ijverzuelitige Napolitaan, datgene zijuer <strong>voor</strong>tbrengselen<br />

, getuigt HammarskEild , uit 't welk ons dichterlijke gemoedsbeweging<br />

bet levendigst toevonkelt ? Hoe hij er zich meô<br />

bezig houdt, als alle vernuften prooi van <strong>de</strong>n indruk <strong>de</strong>s oogen-


[SAIAS TEGNElt FRITHIOVS SAGA. 221<br />

bilks ! hoe hij er Rosenstein , weer dan Adierbetb , over raadpleegt<br />

! hoe letterkundige plannen hem geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>n ganschen<br />

terugtogt vervullen , die ditmaal, als ons juist heugt — gij moogt<br />

naslaan — niet over Berlijn ging. IJ<strong>de</strong>lheid <strong>de</strong>r ij<strong>de</strong>lhe<strong>de</strong>n! zou<br />

bet hem goed hebben gedaan, <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n Frits weer te zien, niet<br />

zoo als hij zich nog bijwijle <strong>de</strong>n volke vertoon<strong>de</strong> en Ranch hem<br />

heeft vereenwigd , peen, zoo als 14j daar, klnizenaar van Sanssouci<br />

, alleen zat ; kluizenaar, die in zijne Aca<strong>de</strong>mie <strong>de</strong> lofre<strong>de</strong><br />

over Voltaire had gehou<strong>de</strong>n; kluizenaar, die in Beaumarchais'<br />

uitgave <strong>de</strong>r werken van <strong>de</strong>zen , het schotschrift herdrukt zag,<br />

door <strong>de</strong> kwaadaardigheid ingegeven; kluizenaar, wiens stramme<br />

hand <strong>de</strong> hazewin<strong>de</strong>n streel<strong>de</strong> , welke hij getrouwer had gevon<strong>de</strong>n<br />

dan do menschen !? Het zon weinig studie van ons<br />

geslacht aan <strong>de</strong>n dag leggen , en bovendien luttel blijk geven<br />

dat men Gustaf begreep , als men geloof<strong>de</strong>, dat <strong>de</strong> geestdrift<br />

van <strong>de</strong>n veertigjarige langer dan <strong>voor</strong> een oogenblik door<br />

die teleurstelling van voile zeventig zon zijn getemperd. „Hoe-<br />

„veel hij <strong>voor</strong> zijn yolk <strong>de</strong>ed , van zijn yolk was hij niet ,”<br />

zon <strong>de</strong> Wasa <strong>de</strong>n Hohenzollern hebben geoor<strong>de</strong>eld, zoo grootheid<br />

hem geen eerbied , zoo grijsbeid hem geen <strong>de</strong>ernis had<strong>de</strong>n<br />

ingeboezemd. Intusschen , bet is eene lange reize van Napels<br />

naar Stockholm ; hear in gedachte meedoen<strong>de</strong>, mijmeren wij<br />

op onze beurt, maar niet Over Berlijn ; er was omstreeks dien<br />

tijd in het hart van Duitschland een stadjen , dat met Ieizerlijk<br />

noch koninklijk wapen prijkte, dat zijne inwoners niet bij<br />

hon<strong>de</strong>rdduizen<strong>de</strong>n tel<strong>de</strong> , en van 't welk toch een roep uitging,<br />

die Gustaf had moeten aanlokken , in 't welk hij een verwante<br />

had, niet enkel door geboorte , ook naar <strong>de</strong>n geest ! Er zijn gedroom<strong>de</strong><br />

zamenspraken in het rijk <strong>de</strong>r schimmen geschreven, die<br />

<strong>de</strong> hier op aar<strong>de</strong> gehou<strong>de</strong>ne in belang overtreffen; slechts hebben<br />

zij eene sehaduwzij': <strong>de</strong> kalmte <strong>de</strong>r schemering, waarin die<br />

geesten omdolen , oefent op hun karakter een al te stillen<strong>de</strong>n


222 ESATAS TEGNIM., FRITHJOF ' S SAGA.<br />

invloed nit ; ze zijn bei<strong>de</strong> meer en min<strong>de</strong>r dan mensehen gewor<strong>de</strong>n.<br />

Waar schuitt het vernuft dat het waagt onzer gesehiedkennis<br />

om <strong>de</strong>n wille <strong>de</strong>r kunst een oogenblik geweld aan te<br />

doen, ons — niet in <strong>de</strong>ze of gene zaal van bet slot te Weimar,<br />

dat moge historisch-heilig blijken se<strong>de</strong>rt Napoleon er <strong>de</strong>n hel<strong>de</strong>naard<br />

eener vrouw buldig<strong>de</strong> , — peen, in het beken<strong>de</strong> Borkenhauschen<br />

of liever nog — daar is lucht en licht — am<br />

Stern, Gustaf III in die dagen Anna Amalia te doen ontmoeten<br />

, die als hij <strong>de</strong>n grooten Fre<strong>de</strong>rik oom noem<strong>de</strong>, die<br />

ale hij van hare moe<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n geest, die toen dat geslaeht zoo<br />

hoog hief, , had geerfd ? Geen tijdstip veer <strong>de</strong>rgelijke zamenkomst<br />

gelukkiger dan dat waarop wij ons verplaatst zien; Gustaf<br />

had tien jaren glansrijk geregeerd en droom<strong>de</strong> van nog grooter<br />

glorie; Anna Amalia zag haven Carl-August geschikt en geneigd<br />

<strong>de</strong> tengels <strong>de</strong>s bewinds met vuste hand to voeren ; (lie lustige<br />

Zeit war vordber. Het tafereel zal aan bevalligheid niet te<br />

wenschen overlaten , hetzij ge we<strong>de</strong>rzijds hovelingen en geleer<strong>de</strong>n<br />

zich om bet paar groeperen laat , hetzij ge, wat wij <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>keur zou<strong>de</strong>n geven , slechts <strong>de</strong> hertogin aan <strong>de</strong>n arm <strong>de</strong>s<br />

konings wilt zien, bei<strong>de</strong> van mid<strong>de</strong>lbaren leeftijd , hij, zoudt<br />

ge zeggen, haar 'een weinig in jaren <strong>voor</strong>uit , school ' het omgekeer<strong>de</strong><br />

het geval was. Feel! wie ligt <strong>de</strong>n doopce<strong>de</strong>l eener<br />

vronw, ook al is zij lang weduwe! wie <strong>de</strong>nkt er aan dit te doen,<br />

zoo als zij ons daar op een zonnigen herfstdag te moet komt,<br />

<strong>de</strong> schoone voetjens zoo vlug bewegend, en tech — Gustaf heeft<br />

het bij <strong>de</strong>n eersten oogopslag gewaar<strong>de</strong>erd toch met meer<br />

majesteit be<strong>de</strong>eld , dan ge die kleine gestalte zoudt hebben<br />

toegeschreven. De weimarsche schildwachten zou<strong>de</strong>n zeggen:<br />

hij zelf is ook niet grout; maar niemand onzer die !anger <strong>de</strong><br />

maat neemt , als ze ons digter na<strong>de</strong>ren ; niemand, die zich aan<br />

zijn pruik of haar poe<strong>de</strong>r ergert, statig als die bree<strong>de</strong> krullen<br />

hem, sierlijk ale dat hooge kapsel hear staat! De witte rods op


ESATAS TEGNER, FIttTHIOF' S SAGA. 223<br />

het lage keursly , Gustaf heeft haar geplukt, en Amalia haar<br />

glimlagehend aangenornen : „volbloeid ," schertste zij. En <strong>de</strong><br />

a<strong>de</strong>laarsblik <strong>de</strong>s konings vermeidt zich in dat geestige gelaat ,<br />

en zij praten over poezij, helaas ! in maar middclmatig fransch ,<br />

want zijn zweedsch is haar vreemd, en hij vermoedt duitsch meer<br />

dan hij het verstaat. Toch lijdt het niet lang, of bei<strong>de</strong> begrijpen<br />

op welk verschillend standpunt zij staan, al streven zij naar het<br />

zelf<strong>de</strong> Joel; Amalia is veelzijdiger ontwikkeld dan Gustaf; <strong>voor</strong><br />

Amalia zijn er litteraturen, <strong>voor</strong> hem is er maar een mo<strong>de</strong>l, dat<br />

men to Stockholm na zal streven; op overtreffen is geen hoop.<br />

„Of zij niet bereids overtroilen ware!" stoft <strong>de</strong> stoute kleine;<br />

„leer duitsch, lieve neef !" en ze wendt het hoofd om, en een<br />

paadje springt toe: „<strong>de</strong>r Herr Legations-Rath Gdthe," gebiedt<br />

ze. „Ltisst sich entschuldigen," — en wat verstaat ge: „Durch-<br />

„laucht!" of : „Hoheit !" ons zijn <strong>de</strong> titels onverschillig, — „er<br />

„ist nach Ilmenan gegangen !" en geen won<strong>de</strong>r, want het is <strong>de</strong><br />

7<strong>de</strong> September 1783, en of ons : ij<strong>de</strong>lheid <strong>de</strong>r ij<strong>de</strong>lheclen ! ook<br />

van hofgunst <strong>voor</strong> een genie, nog eenmaal toe zou klinken, op<br />

Bien dag schreef hij , bij glansrijken zonneschijn het grootsche<br />

maar eenvoudige natuurtooneel, <strong>de</strong> hoorbare stilte aan zijne<br />

voeten gaslaan<strong>de</strong> , met potlood aan <strong>de</strong>n wand eener houten<br />

woning , die weergalooze lyrische verzuchting :<br />

Ueber alien Gipfeln<br />

Ist Ruh !<br />

In alien Wipfeln<br />

Sparest Du<br />

Kama einen Hanch I<br />

Die Vogel schiveigen im Wahle ,<br />

Warte far , Bal<strong>de</strong><br />

Rashest Du ouch !<br />

Ons gemijmer is ten ein<strong>de</strong> en <strong>de</strong> koning in Stockholm we<strong>de</strong>rgekeerd<br />

; <strong>de</strong> bloesems <strong>de</strong>r letterkun<strong>de</strong> wer<strong>de</strong>n vruchten, <strong>de</strong> schoone


224 ESA1AS TEGNER, FRITHIOF ' S SAGA.<br />

dagen van zijnen schouwburg braken aan. Was doze al geen<br />

school <strong>de</strong>r ze<strong>de</strong>n , een school van va<strong>de</strong>rlandslief<strong>de</strong> mogt hij heeten.<br />

Hij zelf had dien het jaar te voren (1782) niet slechts tot<br />

Nationaal _Theater verheven, maar ook <strong>voor</strong> dit doel <strong>de</strong>.gelukkigste<br />

grepen in 's lands geschie<strong>de</strong>nis gedaan. Gustaf Traua , een<br />

tafereel hoe Zwe<strong>de</strong>n door <strong>de</strong>zen van het juk <strong>de</strong>s <strong>de</strong>enschen<br />

Christiern's II werd bevrijd, — Gustaf Adolf en Ebba Brake, <strong>de</strong><br />

teleurstelling <strong>de</strong>r eerste lief<strong>de</strong> <strong>de</strong>s e<strong>de</strong>len helds, die zich <strong>voor</strong>taan<br />

slechts zijn yolk toewijdt ; — Siri Brake, <strong>de</strong> in beeld gebragte les,<br />

hoe een grout koning <strong>de</strong>n strijd tusschen a<strong>de</strong>llijke geslaeliten<br />

weet te slechten ; — maar ge hebt weinig aan die dorre lijst van<br />

stukken, en lever is u <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>rheid, dat 's konings beminnelijke<br />

znster, , Sophia Albertina, in 't laatst <strong>de</strong> titelrol vervul<strong>de</strong><br />

, toen het <strong>voor</strong> het eerst op het kleine tooneel van Drottningholm's<br />

slot werd gespeeld. `'Vat was het er verre van, dat <strong>de</strong><br />

toejuiching , waartne<strong>de</strong> het publiek dien dramatisehen arbeid<br />

ontving , slechts <strong>de</strong> fijne vleijerij zon zijn geweest, waarop een<br />

vorstelijk tooneeldichter rekenen mogt. Schier tachtig jaren na<br />

hunne eerste opvoering , on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zij zich nog door <strong>de</strong> verdienste<br />

, waarop ze bij <strong>de</strong> eerste uitgave van 's konings werken<br />

aanspraak meen<strong>de</strong>n te mogen maken : „die lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> alles wat<br />

„Zweedsch was, dat verlangen <strong>de</strong>n Zweedschen naam in eere<br />

„te brengen , dien jiver om dozen in ale opzigten aan ver-<br />

„maardheid te doen winnen , welke het hem niet genoeg was<br />

„door zijne da<strong>de</strong>n als regent nit to drukken , die hem zelfs<br />

„in zijne uitspanning bijbleven." Helm feldt volg<strong>de</strong>, Helmfeldt,<br />

dat het langste van alien op het repertoire bleef, —<br />

<strong>de</strong> gedachtenis <strong>de</strong>r Wasa's te zeer to verlevendigen, mogt eene<br />

wijle onstaatkundig schijnen ; maar <strong>de</strong> regten <strong>de</strong>s gezins in<br />

beeld to brengen , maar te veraanschonwelijken, hoe een veldmaarschalk<br />

, die in zijn eerste jeugd van zijn va<strong>de</strong>r en zijne<br />

vrouw was weggeloopen , geen geluk smaakt <strong>voor</strong> hij zeven-


ESAIAS TEGNER FRITHIOE'S SAGA. 225<br />

tien jaren later ga<strong>de</strong> en kind we<strong>de</strong>rvindt en erkent, dat mogt<br />

altijd <strong>voor</strong>heeldig heeten, dat vond altoos bij het gemmed <strong>de</strong>r<br />

schare sympathie. Als wij louter namen niet liefst achterwege<br />

lieten , clan zon<strong>de</strong>n wij menig verdienstelijk me<strong>de</strong>arbei<strong>de</strong>r aan<br />

Melpomene's tempel, dan zou<strong>de</strong>n we hier bei<strong>de</strong> Hallmann en<br />

Af Darelli hebben te vermel<strong>de</strong>n; dan zou<strong>de</strong>n we bij <strong>de</strong> blijspelen<br />

van Gustaf zelven tal van navolgingen <strong>de</strong>r fransche Thalia<br />

hebben to noemen; maar laat Kellgren en Adlerbeth <strong>voor</strong> het<br />

lyrisch drama en <strong>de</strong> klassieke tragedie volstaan, en zien wij op<br />

een antler gebied naar <strong>de</strong>n bezielen<strong>de</strong>n invloed <strong>de</strong>s konings om.<br />

Te vaak hebben wij reeds in dit opstel een uitstapjen gewaagd<br />

over <strong>de</strong> grenzen , ens door ens eigenlijk on<strong>de</strong>rwerp aangewezen,<br />

om niet met een woord van die vele Toespraken aan 's Rijks<br />

Stan<strong>de</strong>n te gewagen, welke zelfs <strong>de</strong>n straffen HarnarskOld<br />

<strong>de</strong> lofspraak ontlokten: „niemand zal mij van overdrijving be-<br />

„schuldigen , als ik beweren durf, , dat weinige staatkundige<br />

„re<strong>de</strong>voeringen, weinige niet maar zweedsche, neen, ook buiten-<br />

„landsche geschriften van dien aard , in e<strong>de</strong>laardigheid van<br />

„<strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n , in gloed van stip , in mannelijke waardigheid<br />

„van uitdrukking met koning G-ustaf's meesterstukken in dat<br />

„genre te vergelijken zijn.” En toch zal <strong>de</strong> zucht evenredighe<strong>de</strong>n<br />

te beweren, welke het zekerst <strong>de</strong> belangstelling <strong>de</strong>s lezers waarborgen<br />

, ens ook bier behoe<strong>de</strong>n om veer <strong>de</strong> verzoeking te bezwijken,<br />

proeven mo<strong>de</strong> te <strong>de</strong>elen, hoe schitteren<strong>de</strong> wij ook maar<br />

<strong>voor</strong> het grijpen hebben. Het is tijd, MOOT dan tijd ein<strong>de</strong>lijk van<br />

die instelling to spreken, welker halve eeuwfeest, in 1836 gevierd,<br />

aan het licht bragt, dat <strong>de</strong> twijg uit het Zui<strong>de</strong>n overgeplant<br />

in het Noor<strong>de</strong>n had getierd; dat het rijsjen een boom was gewor<strong>de</strong>n<br />

, in <strong>de</strong>n har<strong>de</strong>n rotsgrond hecht geworteld , met bree<strong>de</strong><br />

bla<strong>de</strong>rkroon <strong>de</strong> ongena<strong>de</strong> <strong>de</strong>r stormen braveren<strong>de</strong> ; dat er in<br />

zijn lommer niet slechts lauweren genoeg waren ontloken, om<br />

een krans <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n laatsten koning te vlechten , het \Vasa-<br />

Studien en Schetsen III 15


226 ESAIAS TEGNi , FRITHIOF ' S SAGA.<br />

this waard , maar dat ook gon<strong>de</strong>n appelen , <strong>de</strong> roem <strong>de</strong>r letterkun<strong>de</strong><br />

die hij liefharl , op dat gebied waren gerijpt.<br />

Eene Aca<strong>de</strong>mie op <strong>de</strong>n leest <strong>de</strong>r fransche! roept men nit.<br />

„Gustaf III's smaak ," we zeggen het Geyer van ganscher<br />

harte na , „bleek naar <strong>de</strong> fransche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n gevormd , en<br />

„in overeenstemming daarme<strong>de</strong> was, over het geheel genomen,<br />

„<strong>de</strong> invloed van zijnen tjd op <strong>de</strong> zweedsche letterkun<strong>de</strong>. In -<br />

„tussehen was hij toch zelf in dit opzigt , en meer misschien<br />

„dan hem bewust was, boven navolging verheven. In die gave,<br />

,;welke, zoo zij in het rijk <strong>de</strong>r dichtknnst niet <strong>de</strong> eenig sehep-<br />

„pen<strong>de</strong> heeten mag, zeker aan <strong>de</strong>ze het naauwst is verwant,<br />

„in die gave, welke bij Gustaf III slechts al to zeer invloed<br />

„ook op het gebied van han<strong>de</strong>l en wan<strong>de</strong>l had, in vermogen,<br />

„vnur en vermetelheid van verbeelding , overtrof hij al zijne<br />

„diehters, sprekers en kunstenaars verre. Vandaar <strong>de</strong> aantrek-<br />

„kingskracht, die hij op alle <strong>de</strong>ze zon<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rscheid uitoefen<strong>de</strong>,<br />

„zelfs op hen, wier veld hem schier vreemd was, of niet binnen<br />

„<strong>de</strong>n kring zijner warme belangstelling Hij was hunne<br />

„zon, met eigenaardiger glans dan dien , welke van zijnen<br />

„troop afstraal<strong>de</strong>.” Fransch, ja, fransch of Lo<strong>de</strong>wijk XIV nog<br />

eenmaal we<strong>de</strong>r wetten hali<strong>de</strong> gegeven op het gebied van <strong>de</strong>n<br />

geest , fransch was zijn beweren , dat die aca<strong>de</strong>mie behoor<strong>de</strong><br />

to bestaan nit mannen , die, „bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong> van lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> ver-<br />

„nuft, hunne neiging vrij had<strong>de</strong>n kunnen bot vieren, en zich<br />

„Touter met <strong>de</strong> beoefening <strong>de</strong>r letteren bezig hou<strong>de</strong>n , — nit<br />

„mannen , wier oor<strong>de</strong>el, dank zij hunne uitgebrei<strong>de</strong> geleerd-<br />

„heid, <strong>de</strong>n waren steun vond in grondslagen, door <strong>de</strong> eeuwen<br />

„gelegd , — nit mannen , die in <strong>de</strong> hoogste bedieningen <strong>de</strong>s<br />

„rijks, of in <strong>de</strong> eerste kringen <strong>de</strong>r zamenleving, van jongs of<br />

„hun smaak had<strong>de</strong>n gelouterd door <strong>de</strong> naauwgezetheid , welke<br />

„<strong>de</strong> groote ambten, die zij bekleed<strong>de</strong>n, altijd eischen, of door<br />

„<strong>de</strong> zelfbeheersching, welke gestadig afwisselen<strong>de</strong> omgang ver-


ESMAS TEGNER, FRITIIIOF ' S SAGA. 227<br />

„pligtend maakte; en wie aldus eene bedachtzaamheid in het<br />

„spreken , eene kieschkeurigheid van woor<strong>de</strong>n eigen was ge-<br />

„wor<strong>de</strong>n, van het fijn gevoel getuigen<strong>de</strong>, 't geen aan elke nit-<br />

„drukking <strong>de</strong>n waren zin gaf en <strong>de</strong> grens bepaal<strong>de</strong>, welke <strong>de</strong>ze<br />

„niet overschrij<strong>de</strong>n mag.” Fransch waren die ban<strong>de</strong>n niet enkel<br />

het gezelschap, ook <strong>de</strong>n geest, die het zou bezielen, aangelegd,<br />

maar <strong>de</strong> man , men zie het niet <strong>voor</strong>bij , die met <strong>de</strong>ze woor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie inwijd<strong>de</strong>, was Gustaf III, die <strong>voor</strong> zijne<br />

phantasie geene kluisters duld<strong>de</strong>, <strong>voor</strong> wien , of hij waarlijk<br />

een Wasa ware geweest, het stoutste 't aantrekkelijkst bleek!<br />

Fransch was <strong>de</strong> verhouding, in welke, bij 's konings benoeming<br />

<strong>de</strong>r <strong>de</strong>rtien van het achttiental Aca<strong>de</strong>misten , hooge geboorte<br />

en hooge rang tot an<strong>de</strong>re, min<strong>de</strong>r toevallige en meer geniale<br />

verdiensten ston<strong>de</strong>n graaf von Hi5pken , die „het eerst een<br />

„geleerd genootschap in Zwe<strong>de</strong>n had gesticht,” — graaf Scheffer,<br />

, die „een gevestig<strong>de</strong>n smaak aan een behagelijken schrijf-<br />

„trant paar<strong>de</strong>,” — graaf von Hermansson , die in „een hoo-<br />

„gen ou<strong>de</strong>rdom opgernimdheid van geest en sierlijkheid van<br />

„stijI had weten te bewaren , on<strong>de</strong>r bezighe<strong>de</strong>n , die meer<br />

„arbeidzaamheid en naauwkeurigheid eischen dan vernuft;” —<br />

graaf Axel Fersen , die „op rijksdagen zoo dikwijls <strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

„had bewaard , hol<strong>de</strong>r gesproken en krachtig overreed !" —<br />

allerzon<strong>de</strong>rlingste aanbevelingen in<strong>de</strong>rdaad , als men in die<br />

leuningstoelen niet looter zou dutten! Fransch was misschien<br />

ook <strong>de</strong> keuze van bisschop Johan Wingard , die „op zoo<br />

„zeldzame wijze, met al het innemen<strong>de</strong> <strong>de</strong>r welsprekendheid ,<br />

„<strong>de</strong> hemelsche waarhe<strong>de</strong>n verklaar<strong>de</strong> ," een geestelijke in or<strong>de</strong>sgewaad<br />

stond goed naast die galarokken; maar, raillerie h part,<br />

<strong>de</strong> eigenlijke mannen van letteren wonnen er niet min<strong>de</strong>r bij,<br />

dus <strong>voor</strong> het eerst evenknieèti te wor<strong>de</strong>n verklaard van die bei<strong>de</strong><br />

ijverzuchtige stan<strong>de</strong>e, add' en geestelijkheid. De geestige blijspeldichter<br />

Ells Schrii<strong>de</strong>rheim , die vast met een paar rid<strong>de</strong>ror<strong>de</strong>s


228 ESAIAS TEGNER, FRITHIOE 'S SAGA.<br />

prijkte, wiens gezelschap haast het liefste was dat <strong>de</strong> koning genoot,<br />

— <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong>rtig jaren reeds gea<strong>de</strong>l<strong>de</strong> geschiedschrijver<br />

Olof Celsius, die <strong>de</strong> eerste pogingen aanwend<strong>de</strong> om <strong>de</strong> historie<br />

nit <strong>de</strong> boeijen <strong>de</strong>r kronijk te bevrij<strong>de</strong>n, zij bei<strong>de</strong> mogten er zoo<br />

min behoefte aan gevoelen als onze beken<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> graven Gyllenborg<br />

en Oxenstjerna ; toch waren er die in <strong>de</strong> schatting <strong>de</strong>s<br />

algemeens stegen , door met <strong>de</strong>ze op gelijken voet te wor<strong>de</strong>n<br />

gebragt. Het ware genie staat daarboven, zegt ge, — helaas!<br />

wat zijn er dan weinig ware genien geweest! „teen verschil<br />

„van rang in <strong>de</strong> zamenleving zoo binnen dien kring gol<strong>de</strong>n,"<br />

luid<strong>de</strong> 's konings bepaling ; „om <strong>de</strong> zitplaatsen moest wor<strong>de</strong>n<br />

„geloot ; slechts zou <strong>de</strong> eereplaats <strong>de</strong>n oudste toekomen."<br />

Adlerbeth en Kellgrën zagen zich daardoor <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eenige<br />

krenking behoed, welke bun vernuft hen niet zou hebben vergund<br />

to wreken. Of an<strong>de</strong>rs Botin, al noem<strong>de</strong> hij zich se<strong>de</strong>rt<br />

hij word gea<strong>de</strong>ld Af Botin, statisticus en taalbeoefenaar, , die<br />

gaarne rijkshistoriograaf zoo zijn gewor<strong>de</strong>n , of hij er an<strong>de</strong>rs<br />

vrij van ware geloopen ; zoo niet <strong>de</strong> geestige , goelijke Nils<br />

von Rosenstein, tot vasten secretaris benoemd , er hem <strong>voor</strong><br />

had helloed, wie weet ? Fransch, wij geven het toe, fransch<br />

was, meer nog dan wij opmerkten of me<strong>de</strong><strong>de</strong>el<strong>de</strong>n, doze schepping<br />

van Gustaf III, maar het ontga ons evenmin , dat in <strong>de</strong><br />

keuze van vijf le<strong>de</strong>n, aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien genoem<strong>de</strong> overgelaten, <strong>voor</strong>waar<br />

geen hooger geest heerschte. In plaats van eon voller<br />

a<strong>cc</strong>oord aan to slaan, gaven zij maar een flaanwen weerklank.<br />

Nordin, Murberg , Sjoberg, waren drie onbedui<strong>de</strong>ndhe<strong>de</strong>n ,<br />

wat <strong>de</strong> eerste van doze op een an<strong>de</strong>r gebied, op dat <strong>de</strong>s staats<br />

en dat <strong>de</strong>r kerke , ook gold; — <strong>de</strong> <strong>voor</strong>dragt van Leopold<br />

mogt , ja , eene hul<strong>de</strong> heeten , ontluiken<strong>de</strong> verdiensten bewezen,<br />

maar die door Gustaf het eerst van alien wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsehei<strong>de</strong>n<br />

; — die van graaf Armfelt ein<strong>de</strong>lijk was looter eene<br />

beleefdheid jegens een gunsteling, die meer van tact dan van


ESAIAS TEGNiM, PRITIII0F 'S SAGA. 229<br />

waar<strong>de</strong>ring van talenten getuig<strong>de</strong>! Fransch bleek <strong>de</strong> taak <strong>de</strong>r<br />

Aca<strong>de</strong>mie, <strong>voor</strong>geschreven on<strong>de</strong>rwerpen te kiezen, <strong>voor</strong> welker<br />

behan<strong>de</strong>ling een prijs werd uitgeloofd; maar, ein<strong>de</strong>lijk heeft<br />

<strong>de</strong> penning hare keerzij<strong>de</strong>, maar zweedsch <strong>de</strong> stoffe over welke<br />

zij in proza en poezij antwoor<strong>de</strong>n te moet zag ; en toen zij<br />

<strong>voor</strong> het eerst haren hoogsten lauwer toeken<strong>de</strong> aan <strong>de</strong>n schrijver<br />

eener lofre<strong>de</strong> op Lennart Torstenson , een <strong>de</strong>r hel<strong>de</strong>n nit<br />

<strong>de</strong> dagen van Gustaf Adolph, wie an<strong>de</strong>rs was <strong>de</strong> onbeken<strong>de</strong><br />

die <strong>de</strong>zen wegdroeg, wie an<strong>de</strong>rs dan Gustaf III zelf? Ie<strong>de</strong>re<br />

gunst , ie<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rscheiding door hem <strong>de</strong>n vernuften zijns<br />

tijds verleend , werd onbedui<strong>de</strong>nd bij <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rwerping van<br />

zijnen arbeid aan hnn oor<strong>de</strong>el ; wie zou <strong>voor</strong>taan niet eene<br />

eere op prijs stollen, naar welke hij zelf me<strong>de</strong>dong? „Gustaf<br />

„<strong>de</strong> Hi<strong>de</strong> <strong>voor</strong>beeld bezielt nog," klonk het in <strong>de</strong> zweedsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie onzer dagen, toen luttel jaren gele<strong>de</strong>n eenige dichtstukken:<br />

Uit <strong>de</strong> heugenissen, <strong>de</strong>r Zweedsche elect wer<strong>de</strong>n bekroond<br />

, en <strong>de</strong> zanger, , bij <strong>de</strong> opening van het naambriefjen ,<br />

Oscar Fredrik, hertog van OstergOthland bleek, een telg nit<br />

bet nieuwe vorstenhuis, dat hoofd en harte genoeg heeft, om<br />

geene glorie gering to achten, waarvan het verle<strong>de</strong>n <strong>de</strong>s yolks<br />

schittert ! Fransch was <strong>de</strong> wijze op welke <strong>de</strong> ontvangst van<br />

een nienw lid, <strong>de</strong> intreere<strong>de</strong> , die <strong>de</strong> be<strong>voor</strong>regte had te boa<strong>de</strong>n<br />

en het autwoord hem daarop door <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>zitter to geven,<br />

wer<strong>de</strong>n geregeld ; maar wat maakt het uit bij wien bet eerst<br />

eene gedachte opkwam , als hare verwezenlijking ook in <strong>de</strong>n<br />

verren vreem<strong>de</strong> een genot waarborgt, dat Sainte-Beuve onlangs<br />

zoo aardig <strong>de</strong>finieer<strong>de</strong> „C'est propremenf un bal <strong>de</strong> beaux<br />

„esprits qu'une seance <strong>de</strong> reception." Eene aca<strong>de</strong>mie, welke<br />

men niet wordt binnengelaten zon<strong>de</strong>r blijk te geven van bei<strong>de</strong><br />

oor<strong>de</strong>el en smaak, die in <strong>de</strong> intreere<strong>de</strong> niet slechts bet bewijs<br />

vor<strong>de</strong>rt, dat men <strong>de</strong> taal in zijne magt heeft, die er ook het<br />

blijk bij wenscht overgelegd, dat men tact bezit; eene aca<strong>de</strong>mie,


230 ESAIA S TEGICE R FRIT HIOF'S SAGA.<br />

in welke men niet worctt opgenomen , zon<strong>de</strong>r dat men in gedachte<br />

zijn gansch verle<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>bij zich ziet gaan , zijn leven<br />

en zijn werken , beschei<strong>de</strong>n ja , maar ook beoor<strong>de</strong>elend ziet<br />

toetsen, is toch heel wat an<strong>de</strong>rs dan „een uitgebran<strong>de</strong> krater,<br />

„waarin Jan en alleman zon<strong>de</strong>r gevaar en op hun gemak kun-<br />

„nen zitten.” Wie zou verlangen, dat <strong>de</strong>zulke „geslecht en met<br />

„<strong>de</strong>n grond gelijk gemaakt wier<strong>de</strong>n?" wie haar geen hoogeren<br />

lof toekennen, „dan physiek nuttig" te zijn en to „leeren Hinz-<br />

„men?” daar zij bij het <strong>voor</strong>beeld, hoe men met w a ar d gheid<br />

rust, tevens het ten onzent zeldzamer geven, hoe men, <strong>de</strong> worsteling<br />

te boven, uit <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong> volgen<strong>de</strong> geslachten w elsprek<br />

end wijsheid leert! De hartstogten van <strong>de</strong> jengd, <strong>de</strong> strijd <strong>de</strong>r<br />

meeningen van <strong>de</strong>n dag , zij dringen in die stilte naauwelijks<br />

door ; <strong>de</strong> kunstscheppingen van <strong>voor</strong> hon<strong>de</strong>rd, twintig, tien jaren,<br />

zij wor<strong>de</strong>n er in kalmte vergeleken, in kalmte genoten;<br />

<strong>de</strong> nieuwverkozene heeft zich het stof van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n gewasschen,<br />

eer hij , uit <strong>de</strong>n wedstrijd geroepen , het waagt <strong>de</strong>n voet op<br />

<strong>de</strong>n drempel te zetten ; <strong>de</strong> lauwer is niet glansrijker dan het<br />

gelaat van hem, wiens hand dien opheft; <strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>ring van<br />

wie <strong>de</strong>zen geeft, stijgt met <strong>de</strong>n blos van wie zich ontvangen<strong>de</strong><br />

bukt. Er is nog meer, ook in het heiligdom <strong>de</strong>r grootste geesten<br />

heerscht nab ver ; bij gebreke van dien, zou ons het schouwspel<br />

niet boeijen ; maar <strong>de</strong>ze is gelouterd ; geen wil<strong>de</strong> drift meer,<br />

die vlammen<strong>de</strong> verteert; een schalk vernuft, dat vonkelt, dat<br />

stralen schieten<strong>de</strong> , tevens verlicht en verwarmt! Voor alle<br />

eentoonigheid gewaarborgd door <strong>de</strong> bewegelijkheid , welke het<br />

leven <strong>de</strong>r volken se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong>n avond <strong>de</strong>r achttien<strong>de</strong> eeuw on<strong>de</strong>rscheidt<br />

; door <strong>de</strong> snellere gemeenschap van <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rling allerlei<br />

verrassingen rijk; veelzijdig door <strong>de</strong> verdraagzaamheid onzer<br />

beschaving , tintelt zelfs die bespiegelen<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>eling van<br />

leven, boeit en treft ze bij <strong>de</strong> Franschen onzer dagen, sticht ze<br />

bijwijle in het hooge Noord. „Voila ce qui fait," roept Sainte-


ESAISS TEONER, FRIVITOF'S SAGA. 231<br />

Beuve nit, „que le genre do discours aca<strong>de</strong>mique, dont on<br />

„dira tout ce qu'on voudra , est tin genre bien mo<strong>de</strong>rne, bien<br />

„vivant, bien dramatique, et plus couru que toutes les tra-<br />

„g6dies du mon<strong>de</strong>." En in Zwe<strong>de</strong>n? 'Vat zijne letterkun<strong>de</strong> er<br />

aan dank weet , hoeveel billijker <strong>de</strong> beschouwing <strong>de</strong>s verle<strong>de</strong>ns<br />

er door is gewor<strong>de</strong>n , hoe dikwerf <strong>de</strong> bewegingspartij<br />

zelve <strong>de</strong>n weldadigen invloed on<strong>de</strong>rvond <strong>de</strong>r waardige bedaardbeid<br />

, waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mic hares aanval verduur<strong>de</strong> en to<br />

keer ging , hoe <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> zaak door en met <strong>de</strong>ze won, het zal<br />

u blijken bij <strong>de</strong>n eersten blik op die heugenissen, welke<br />

het volgend tijdvak ons to beschouwen geeft.<br />

Helaas! hij, die het zaad had gestrooid , zou <strong>de</strong>n oogst niet<br />

aanschouwen; eer <strong>de</strong> vel<strong>de</strong>n wit wer<strong>de</strong>n was hij geweest. Slechts<br />

zeven jaren meer getuige <strong>de</strong>r ontwikkeling , welke hij <strong>voor</strong>bereid<strong>de</strong><br />

, mogt hij zelf tot <strong>de</strong>ze niet zooveel bijdragen als hij<br />

wensehte. „De stormachtige avond van zijn regering en level<br />

„viel haast in ;" Schlosser en Arndt zijn binnen uw bereik ,<br />

als gij <strong>de</strong> straffe aanklagt <strong>de</strong>r historic niet <strong>de</strong> vergoelijking <strong>de</strong>r<br />

vriendschap wilt vergelijken ; wij volgen Geyer: „door binnen-<br />

„landsche inoeijelijklie<strong>de</strong>n" met <strong>de</strong>n a<strong>de</strong>l „gedrongen", wierp<br />

<strong>de</strong> koning zich „in <strong>de</strong> buitenlandsche van eenen coring" met<br />

Rusland , „en <strong>de</strong>ed daardoor eene lang verheel<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>eldheid<br />

„in staatkundige begrippen , erfenis van <strong>de</strong>n vroegeren twee-<br />

„dragtstijd , in laaije vlam uitbarsten. Hij was niet onschuldig<br />

„aan het gevaar, , waarin het rijk daardoor werd gebragt. De<br />

„mid<strong>de</strong>len toetsen<strong>de</strong> , tot welke hij in <strong>de</strong> ure <strong>de</strong>s noods zijne<br />

„toevlugt nam , zal men eer erkennen dat zij noodzakelijk<br />

„waren , dan toegeven dat zij regtvaardig mogten heeten; en<br />

„<strong>de</strong> toekomst zal aan het licht brengen, dat hij zelf <strong>de</strong> laatste.<br />

„zou zijn geweest dit to loochenen. Hij was to ver gegaan om<br />

„terug te kunnen tre<strong>de</strong>n. Zoo het echter geen gewone ziels-<br />

„kracht verraadt zich staan<strong>de</strong> te hou<strong>de</strong>n ol<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n drok eener


232 ESATAS TEGNi:11, PRITHIOCS SAGA.<br />

„straffen<strong>de</strong> noodzakelijkheidswet, eene grootere, eene bewon<strong>de</strong>-<br />

„renswaardige wordt er vereiseht, om over haar te zegevieren;<br />

„en <strong>de</strong> nawereld zal Gustaf — in strijd met zich zelven, met<br />

„<strong>de</strong> zijnen en met <strong>de</strong>n vijand — niet beklagen zon<strong>de</strong>r hem<br />

„tevens eene lud<strong>de</strong> te brengen , als missehien geens konings<br />

„moed in <strong>de</strong> moeijelijkste omstandighe<strong>de</strong>n ooit meer verdien<strong>de</strong>.<br />

„Het gold het va<strong>de</strong>rland. Hij red<strong>de</strong> niet slechts Zwe<strong>de</strong>ns be-<br />

„staan ; hij red<strong>de</strong>, in <strong>de</strong>n strijd tegen een overmagtig vijand,<br />

„ook Zwe<strong>de</strong>ns eer, en wij wenschten <strong>de</strong>n tijd te beleven, die<br />

„zich het regt zou molten toekennen hem te verwijten, dat hij<br />

„daarme<strong>de</strong> te weinig <strong>de</strong>ed. Zich zelven had hij niet gered.”<br />

Geboet was <strong>de</strong> ligtzinnigheid , waarme<strong>de</strong> hij , op <strong>de</strong> grenzen<br />

van Rusland, een onwaar<strong>de</strong>erbaren tijd verloor, koning Arthur<br />

en <strong>de</strong> twaalf dappere rid<strong>de</strong>rs spelend , een tooneel in zijne<br />

tent, <strong>de</strong> Tier in zijne vingeren , in ste<strong>de</strong> van <strong>voor</strong>t te trekken<br />

en met bet zwaard toe te slaan , waar Catharina verbleekte<br />

van vreeze ! Geleerd was bet spel dat hij geloof<strong>de</strong> te verstaan<br />

eer hij het ooit had beproefd, geleerd <strong>de</strong> kuust <strong>de</strong>s krjgs,<br />

ten koste eener ne<strong>de</strong>rlaag , als zijn overmoed onmogelijk had<br />

geacht ! Gelouterd verhief hij zich nit het vuur <strong>de</strong>r beproeving ;<br />

<strong>de</strong> Gustaf then wij bewon<strong>de</strong>ren , sehitter<strong>de</strong> nooit grootseher dan<br />

toen hij <strong>de</strong> verslagenheid van Ehrensvard, nitbarstend in <strong>de</strong>n<br />

kreet : „Uwe Majesteit heeft geen skiirgArdsvloot meer 1" beantwoord<strong>de</strong><br />

door zijn verslagen admiraal dat grootkruis dier<br />

zweedsche or<strong>de</strong> om te hangen , an<strong>de</strong>rs slechts zegevierend we<strong>de</strong>rgekeer<strong>de</strong>n<br />

vereerd! — een blijk van vertrouwen , 't geen<br />

Ehrensvard toch niet bewegen kon het bevel te blijven voeren,<br />

als ware in zijn weerspoed <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>, verzwegene <strong>voor</strong>spelling<br />

vervuld ! „Een Wasa, moe<strong>de</strong>r !" hoor<strong>de</strong>n wij Gustaf zeg-<br />

gen , „een Wasa," wil<strong>de</strong> hij wor<strong>de</strong>n , en hij week <strong>de</strong>n grootsten<br />

dier onsterfelijken niet, op zijn beurt , toen <strong>de</strong> Denen<br />

het westen bedreig<strong>de</strong>n, in Dalarna <strong>de</strong> boeren van Mora en


ESATAS TEGAR FLUTHIOF' S SAGA. 233<br />

Tuna bezielend , Gothenburg red<strong>de</strong>nd door eene welsprekenclheid<br />

, wier overlevering, wier heugenis <strong>de</strong> grijsheid, die er ons<br />

van gcwaag<strong>de</strong>, tot schreijens toe roer<strong>de</strong>. Een Wasa, wie had<br />

regt op dien eerenaam zoo niet hij , die, bij Wiborg geslagen,<br />

<strong>de</strong>n Steven niet huiswaarts, niet naar het meir 111alar, neen, naar<br />

<strong>de</strong> laatste finsche bogt die nog zweedsch was gebleven, naar<br />

Svensksund wen<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ed : „bier rigte men mij een graf of<br />

„een ge<strong>de</strong>nkteeken op !" — en er <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rlaag in zege verkeer<strong>de</strong><br />

! Ware hij daar gevallen, gevallen in <strong>de</strong>n schoot <strong>de</strong>r<br />

overwinning, <strong>de</strong> zwaarste worstelingen met een verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> vertegenwoordiging<br />

zou<strong>de</strong>n hem zijn gespaard gebleven; we had<strong>de</strong>n<br />

hem op zijne laatste buitenlandsche reize niet verbaasd behoeven<br />

na te staren , tot wij hem op <strong>de</strong> heuvelen van Spa zien omdolen<br />

, verschrikt door eene onheilzwangerer toekomst dan die<br />

bewolkte <strong>voor</strong>jaarshemel hem in bliksems aankondigt , — tot<br />

wij hem in A ken , ter <strong>de</strong>mping van <strong>de</strong>n omwentelingskrater,<br />

<strong>de</strong> schim van <strong>de</strong>n wereldbeheerscher hooren bezweren , wiens<br />

we<strong>de</strong>rga<strong>de</strong> reeds <strong>de</strong>n <strong>de</strong>gen droeg , <strong>voor</strong> welken Europa zou<br />

bukken , maar die toch niet zou volstaan , om „het genie van<br />

„het nienwe met bet genie van het ou<strong>de</strong> to vereenigen !"<br />

Tegner's karakteristiek van Napoleon's streven.<br />

Een gefluisterd : „bonne nuit , beau masque !" — een pistoolschot<br />

op een bal , — en een <strong>de</strong>el van Zwe<strong>de</strong>n's a<strong>de</strong>l geloof<strong>de</strong><br />

te hebben gezegevierd , alsof ooit <strong>de</strong> grondslag van een staat in<br />

een gruwel word gelegd ! Carl, Sii<strong>de</strong>rmanland's hertog , was<br />

voogd van <strong>de</strong>n veertienjarigen troonopvolger, , tot Zwe<strong>de</strong>n's<br />

ramp en tot zijn eigen zoo vroeg reeds koning; <strong>de</strong> schaduwen<br />

verzwaar<strong>de</strong>n zich in het staatkundige tot tastbare duisternis<br />

wor<strong>de</strong>ns toe, maar <strong>de</strong> martelaarsglans omgaf zoo min op dat gebied<br />

als op het letterkundige <strong>de</strong>n versehei<strong>de</strong>ne vergeefs! Wat<br />

op het eerste e<strong>de</strong>l dacht, leer<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ren wien het had bestre<strong>de</strong>n<br />

; en zijne verklaardste tegenstan<strong>de</strong>rs op het an<strong>de</strong>re? Par-


234 ESAIAS TEGNiUt FarritroF's SAGA.<br />

tijschap behoef<strong>de</strong> het niet zoo verre to drijven, dat luttel jaren<br />

later <strong>de</strong> Zweedsche aca<strong>de</strong>mie <strong>voor</strong> eene wijle werd gesloten, om<br />

zijne nagedachtenis regt te zien doen. Wilt gij het oor<strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong>n tijdgenoot , hoor dat van Thorild, strij<strong>de</strong>ns moe, <strong>de</strong>n dood<br />

nabij , „<strong>de</strong>n Koning beweenen<strong>de</strong> zijner blij<strong>de</strong> jeugd, een Koning<br />

„in gevoel, gedachte en gesprek, die, als God, slechts door vrije<br />

„keuze <strong>de</strong>s harten wenseht te winnen wien hij zocht !" Wilt<br />

gij dat <strong>de</strong>r nakomelingsehap <strong>voor</strong>uit vernemen in gewaarwordingen<br />

van wie toen opwiessen , boor Geyer : „Wat mij betreft,<br />

„ik behoor reeds tot dat geslacht , 't welk zich van Gustaf<br />

dagen niets an<strong>de</strong>rs weet to binnen te brengen dan <strong>de</strong><br />

„heugenis van dien gelukkigen leeftijd , waarin het licht <strong>de</strong>s<br />

„dags schooner straalt , <strong>de</strong> natuur liefelijker schijnt , zorgen<br />

„nog verre zijn en het harte van geen haat weet. Voor mij<br />

„wordt zijn tijd slechts beschenen door het morgenrood <strong>de</strong>r<br />

„jeugdige hoop, 't geen over <strong>de</strong>n vre<strong>de</strong> van het va<strong>de</strong>rlijk dak<br />

„verwijiend , <strong>de</strong>r wereld lets heerlijks gaf; terwiji <strong>de</strong> tranen,<br />

„die ik aan <strong>de</strong> knieen mij ou<strong>de</strong>rs schrei<strong>de</strong>, toen in onze stille,<br />

„afgelegene streek , als een don<strong>de</strong>rslag, <strong>de</strong> mare van <strong>de</strong>s grooten<br />

„Gustaf's gruwzaam ein<strong>de</strong> weérklonk , <strong>de</strong> eerste waren , die<br />

„ik het va<strong>de</strong>rland wijd<strong>de</strong>."<br />

On<strong>de</strong>r een indruk als <strong>de</strong>ze was ook Tegner opgegroeid; wien<br />

verbaast het, dat hij dat tijdperk <strong>de</strong>r zweedsche letteren<br />

levenslang lief had, dat hij er mee dweepte , wat het ook te<br />

wenschen overliet ? Het had niets van het verhevene , 't geen<br />

hem aan zijn grieksche dichters boei<strong>de</strong>; niets van het vrome,<br />

't geen hij in zijne hebreeuwsche zangers vond ; het had weinig<br />

gemoed en maar zel<strong>de</strong>n genie ; zijn gevoel ging niet diep, zijn<br />

geest slechts vonkel<strong>de</strong> wat zijn wij onbarmhartiger critici<br />

dan hij bleek ! Hij las , hij zong, achttienjarige, <strong>de</strong> liedjens<br />

van Hellman, „en Faun en Gratie en Muze oinzweef<strong>de</strong>n hem,"<br />

<strong>de</strong> gelukkige l — hij schrei<strong>de</strong> met Lidner zijne eerste tranen


ESAIAS TEGNER FRITHIOF ' S SAGA. 235<br />

<strong>de</strong>s me<strong>de</strong>doogens bij alle mensehelijk leed, — Adlerbeth was<br />

hem een Romein , niet enkel in woor<strong>de</strong>n , ook in gedachten!<br />

En toch steeg zijne geestdrift nog hooger, als hij van <strong>de</strong> grooter<br />

go<strong>de</strong>n gewaag<strong>de</strong> : Kellgr4n's melodie , die hem van kindsbeen<br />

af als <strong>de</strong> wellui<strong>de</strong>ndste ter wereld toeruischte, Kellgren,<br />

die <strong>voor</strong> waarheid , regt en vernuft levenslang had gestre<strong>de</strong>n<br />

— en Leopold die <strong>de</strong>zen was opgevolgd , Leopold, die nog<br />

leef<strong>de</strong> , nog dichtte ! Er ging een gerucht, dat Denemarken<br />

oorspronkelijker vernuften had opgeleverd; dat Duitschland ,<br />

met Lessing , <strong>de</strong>n dageraad zijner gul<strong>de</strong>n eeuw had zien aanbreken<br />

, in Schiller en Gethe thans hein<strong>de</strong> en veer lichten<strong>de</strong>;<br />

om hem heen hoor<strong>de</strong> hij mompelen, dat <strong>de</strong> zangers , die hij<br />

zoo hoog waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> , slechts navolgers waren, navolgers van<br />

vreem<strong>de</strong>n smaak , vreem<strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n, vreem<strong>de</strong>n geest. Hij had zijn<br />

va<strong>de</strong>rland to lief, om dit oor<strong>de</strong>el niet als overdreven te wantrouwen<br />

; maar wat er waars was aan dien lof en dien laster,<br />

on<strong>de</strong>rzoek, studie zou het hem leeren, <strong>de</strong> tijd van vergelijken en<br />

oor<strong>de</strong>elen was gekomen ; slechts geloof<strong>de</strong> hij zoo goed het regt te<br />

hebben openlijk <strong>de</strong> inheemsche vernuften te bewon<strong>de</strong>ren, als,<br />

in het geheim , <strong>voor</strong> zich zelven <strong>de</strong> belofte af to leggen, naar<br />

zijn vermogen aan to vullen wat <strong>de</strong>r Muze zijns yolks nog<br />

ontbrak. Dat het reeds op eene glorierijke bogen mogt, waardig<br />

in <strong>de</strong>n kring <strong>de</strong>r zusteren te wor<strong>de</strong>n opgenomen , dankte<br />

het, naar zijne innige overtuiging , dien koning op tweeerlei<br />

gebied , met wien wij u misschien to lang bezig hiel<strong>de</strong>n, maar<br />

dien <strong>de</strong> aehttienjarige Tegner aanstaar<strong>de</strong> met eene antieke<br />

pieteit , welke hem bij was gebleven , toen hij er meer dan<br />

vijftig tel<strong>de</strong>, toen hij zong :<br />

Er lag iets tlikkrends over Gustaf's dagen :<br />

„Uitheeinsch, fantastisch , ij<strong>de</strong>ls," is 't verwijt;<br />

Toch school <strong>de</strong>r zonne in, gij, die trots uw klageu<br />

Het Leven menschlijk smaaktet door zijn tijd!


236 ESATAS TEGNER, FRITHIOF'S SAGA.<br />

Besehaving is inaar sehaars inheernsch ontloken ,<br />

Barbaarschheid sleehts had erigrond allersteeds ;<br />

Het vreemd vernuft heeft d'erts <strong>de</strong>r taal gebroken ,<br />

Den zang gestennl , het feestvuur aangestoken ,<br />

En wat Gustaviseh was, werd daardoor tevens Zweedsch I<br />

III<br />

TEGNhlt Di CHTER.<br />

(1801-184G.)<br />

Bezoek <strong>de</strong> eerste „Tentoonstelling" <strong>de</strong> beste van „Leven<strong>de</strong><br />

„Neesters", wat plagt die officieele Stijl bijwijle sarcastisch<br />

te wezen! — bezoek haar, als gij u overtuigen wilt, dat in<br />

onzen tijd ie<strong>de</strong>r gelooft een binnenhuisjen to kunnen schil<strong>de</strong>ren,<br />

dat niemand bet meer volslagen slecht doet. 't Is vreemd,<br />

roept ge uit, verbaas ern echter niet te zeer over. Elke kunst<br />

beleeft tijdperken , waarin zekere mate van talent algemeen<br />

wordt; — <strong>voor</strong> vijf en twintig jaren schreef in Ne<strong>de</strong>rland<br />

ie<strong>de</strong>r een vers , over vijf en twintig jaren zullen wij musici<br />

hebben bij <strong>de</strong> vleet, thans maakt wie wil een genrestnkjen!<br />

Wij bezig<strong>de</strong>n daar, en te regt, <strong>de</strong>n technischen term maken;<br />

<strong>de</strong> clichtbun<strong>de</strong>ls, welke wij in uw gebeugen herriepen, getuig<strong>de</strong>n<br />

om het zeerst, getuig<strong>de</strong>n echter schier louter van va ardigheid;<br />

doek bij doek ons door welwillen<strong>de</strong> en kunstlieven<strong>de</strong> burgemeester<br />

en wethou<strong>de</strong>ren, van welke stall gij ook bewoont,<br />

aangebo<strong>de</strong>n , doet bet niet min<strong>de</strong>r. Licht in zijn velerlei tinten<br />

en toonen , — kleuren , heel <strong>de</strong>n schat van het bontst<br />

palet , — stoffaaclje, nit wie weet hoeveel eeuwen, — groepering<br />

, zoo van dieren als van menschen , — <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling<br />

van het een noch het an<strong>de</strong>r schijnt meer geheimen to hebben ,<br />

het staat aan elks keuze wat hij nog eens wil overdoen. Weleer<br />

kwamen immers <strong>de</strong> rijmklanken ook van zelve, aan welk on<strong>de</strong>r-


ESATAS TEGNilt FRITLITOF' S SAGA. 237<br />

werp men zich waag<strong>de</strong> ? le<strong>de</strong>r was teen in <strong>de</strong> poezij <strong>de</strong>n vorm<br />

schier meester ; ie<strong>de</strong>r is (lit thans met het penseel haast even-<br />

zeer ; <strong>de</strong> opmerking , met welke wij begonnen , is, hopen we,<br />

<strong>voor</strong> niemand langer een paradox. Loopt echter daarom <strong>de</strong><br />

vraag, die wij er op wil<strong>de</strong>n doen volgen , <strong>de</strong> vraag : of <strong>de</strong><br />

kunst in<strong>de</strong>rdaad bij het gemeen wor<strong>de</strong>n van dien slag heeft gewonnen<br />

? loopt zij min<strong>de</strong>r gevaar als onbeschei<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n<br />

gelaakt , ironisch, wij bekennen het, als zij er uitziet ? We<br />

zou<strong>de</strong>n, als we maar half <strong>de</strong>n moed onzer meening had<strong>de</strong>n ,<br />

hier tot overgang , ter vergoelij king , ten troost , een lang vertoog<br />

kunnen inlasschen over <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>maligen en tegen woordigen<br />

toestand onzer poezij ; wij geven , daar wij dien geheel<br />

hebben , <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur aan een rondborstig : neen ! Scheldt iemand<br />

het eene ergernis , wij achten het slechts eene genomene en<br />

schamen ons <strong>de</strong>n wenseh niet, dat weldra eenerlei lot dat tal<br />

van binnenhuizen weervare , als weleer heel het heir van huisselijke<br />

of leerrijke, beurtelings betoogen<strong>de</strong> en bespiegelen<strong>de</strong> verzen<br />

trof, , allengs min<strong>de</strong>r geschreven , <strong>de</strong>wijl ze min<strong>de</strong>r wer<strong>de</strong>n<br />

gelezen , ten leste in onbruik geraakt en thans vergeten ! Onbarmhartige<br />

! hooren wij zeggen , en zou<strong>de</strong>n : onbillij ken ! mogen<br />

antwoor<strong>de</strong>n. Alles wat ten onzent ten grave gaat , moge<br />

zijne lijkebid<strong>de</strong>rs licbben , als ie<strong>de</strong>re mid<strong>de</strong>lmatigheid eene wijle<br />

hare bewon<strong>de</strong>raars ; maar wij, die nooit lamfer droegen , <strong>de</strong>wijl<br />

niet elk meer <strong>de</strong> Tier hanteer<strong>de</strong> , wij zou<strong>de</strong>n onze beginselen<br />

ontrouw wor<strong>de</strong>n, als wij niet met verlangen <strong>de</strong>n slag te<br />

gemoet zagen , waarop het publiek in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tbrengselen <strong>de</strong>r<br />

zusterkunst ein<strong>de</strong>lijk meer eischen zal clan meesterschap over<br />

<strong>de</strong>n vorm, waarin bet slechts die weinige schil<strong>de</strong>rs zal hulcligen<br />

, welke aan <strong>de</strong>ze ook <strong>de</strong> grooter gave van heersehappij<br />

over <strong>de</strong> gedachten paren! Hoe schaars die zijn mogen —<br />

helaas ! <strong>de</strong> zalen van het Ou<strong>de</strong> Mannenhuis, als die van Arti et<br />

Amicitiae, getuigen er van — toch treft men op bei<strong>de</strong>r wan<strong>de</strong>n,


238 ESAIIS TEGNER PRITFITOF 'S SAGA.<br />

bekleed met zooveel dat halfslachtig „niet slecht" , dat, dubbelzinnige<br />

lof, , „waarlijk wel aardig" , wordt geprezen toch<br />

treft men er enkele uitsteken<strong>de</strong> stukken aan, welke beter zou<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n gewaar<strong>de</strong>erd , beter wor<strong>de</strong>n begrepen en genoten, als<br />

<strong>de</strong> schare niet Langer bij <strong>de</strong>r halve meesteren vaardigheid stilstond<br />

, als zij <strong>de</strong> heele op zij<strong>de</strong> streef<strong>de</strong> in lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> volkomen<br />

schoon I. Op het gebied <strong>de</strong>r dichtkunst , ten langen leste ,<br />

<strong>de</strong>ed ze die schre<strong>de</strong> ; waarom zoo ze zieli op dat <strong>de</strong>r poezij in<br />

kleuren met halve weel<strong>de</strong> blijven vergenoegen ?<br />

Een binnenhuisjen — een vertrek, een gang, met uit <strong>de</strong><br />

hoogte of van ter zij<strong>de</strong> door venster of <strong>de</strong>ur vallend licht —<br />

wat huisraad langs <strong>de</strong> mnren gesehikt , ten ein<strong>de</strong> <strong>de</strong> vakken<br />

to vullen of <strong>de</strong> regte lijnen to breken , een lantaarn of eene<br />

klok bij <strong>voor</strong>beeld ; of wel op tafel en stoel, onor<strong>de</strong>lijk genoeg,<br />

eenige klee<strong>de</strong>ren achteloos neergeworpen , bij <strong>voor</strong>keur een mantel<br />

om <strong>de</strong>r plooijen , of een hoed met ve<strong>de</strong>ren om <strong>de</strong>r kleuren<br />

wille , — your alle leven een paar buisdieren ; bond en kat ,<br />

die niet eens kijven ; of moeten bet menschen zijn , een man,<br />

die een pijpjen rookt , eene vrouw, die groente schoon maakt,<br />

— zulke binnenhuisjens , als ge hon<strong>de</strong>rdmalen hebt gezien,<br />

welken indruk bragten zij op geest en gemoed bij u teweeg?<br />

Een genrestukjen — zoo ge van <strong>de</strong> still° houdt, een peinzend<br />

grijsaard , of een meisjen dat een brief leest ; — <strong>voor</strong><br />

iets opbouwends , eene wereldsche vrouw, die in <strong>de</strong>n bijbel<br />

leest; <strong>voor</strong> jets belangwekkends , dames, die een kleedjen<br />

kiezen , — als <strong>de</strong> drukke u liever zijn , een groep uit <strong>de</strong> gelagkamer,<br />

, met <strong>de</strong> wijngaardrank , „die belet vraagt door 't yen-<br />

„ster ,” of een musicerend gezelschap , alle harmonic vreemd,<br />

gezigten trekkend waar ge van gruwt , — kiest gij <strong>de</strong> huisselijke ,<br />

eene moe<strong>de</strong>r bij een wieg , doch zon<strong>de</strong>r eon zweem <strong>de</strong>r pazij ,<br />

van welke het aandoenlijk on<strong>de</strong>rwerp overvloeit; — kiest gij <strong>de</strong><br />

vrome , een gezin dat kerkjen speelt , maar in welks kring gij


ESAIAS TEGNER, FRITHIOF 'S SAGA. 239<br />

even vruchteloos omziet naar <strong>de</strong> verootmoediging, die inneemt,<br />

als naar <strong>de</strong> verheffing, die bezielt, — genrestukjens, die lager<br />

leven niet i<strong>de</strong>aliseren , zegt ons, bragt gij u een dier dingen<br />

ooit to binnen, als ge bij invallen<strong>de</strong> schemering eene wijle<br />

mijmert, als het gevoel, waarvan zij dien<strong>de</strong>n te getuigen, u<br />

moest doen droomen en dichten? — Jets hoogers dan een dier<br />

bei<strong>de</strong>, een klein historieel noemt men het, gelooven wij, bet<br />

doek dat een trek uit het leven van een groot man heet te<br />

zullen vereeuwigen, dat een blik in zijn binnenste moot gunnen<br />

; een klein historieel, 't geen zoowel door <strong>de</strong> kenze van<br />

het on<strong>de</strong>rwerp zelf, als door <strong>de</strong> eigenaardige wijze op welke<br />

dit werd opgevat, verried dat <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r zich niet alleen afvroeg<br />

of <strong>de</strong> gebeurtenis wel on<strong>de</strong>r het bereik zijner kunst viol,<br />

maar er, als hij die vraag toestemmend mogt beantwoor<strong>de</strong>n ,<br />

over nadacht, hoe dit gelukkigst viol nit te drukken; — een<br />

klein historieel ein<strong>de</strong>lijk, dat <strong>de</strong>n oningewij<strong>de</strong> bij eenig aanstaren<br />

dui<strong>de</strong>lijk wordt, dat <strong>de</strong>n hooger ontwikkel<strong>de</strong> bij <strong>de</strong>n eersten blik<br />

verrast en treft ; een klein historieel, dat dier naani verdient,<br />

zaagt gij er vele in uw missehien lang leven ? toespelingen op<br />

bet on<strong>de</strong>rwerp, een <strong>de</strong>r hulpwid<strong>de</strong>len van het genre, toespelingen<br />

, ze plegen niet to ontbreken, verplaatst het u in het<br />

kabinet van een keizer of een koning, er valt een troon min<strong>de</strong>r<br />

to pas dan aan to brengen, — waar een krijgsman optreedt,<br />

schittert het gemeenlijk van staal, — geldt het een<br />

geleer<strong>de</strong>, <strong>de</strong> planken buigen van <strong>de</strong> boeken. Wij bragten maar<br />

enkele proeven bij, wij hebben <strong>de</strong> overige <strong>voor</strong> het kiezen; of<br />

doet een bekend borstbeeld in bet verschiet niet <strong>de</strong>n tijd ra<strong>de</strong>n<br />

waarin <strong>de</strong> gevier<strong>de</strong> leef<strong>de</strong>, geeft het goon wenk, wien hij navolg<strong>de</strong>,<br />

of ten minste na to volgen zocht ; vermeldt een Corpus<br />

Juris of een Heilige Schrift, eene globe of een geraamte niet<br />

<strong>de</strong>n aard zijner studie, predikt een zandlooper niet tegelijk <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong> van een oogenblik en <strong>de</strong> ij<strong>de</strong>lheid van het on<strong>de</strong>rmaan-


240 ESAIAS TEGNiAt i PHITHIOVS SAGA.<br />

sehe? Toespelingen, hun tal is legio; maar helaas ! zij verwarren<br />

in plaats van aan te vullen, als <strong>de</strong> hoofdfignur er behoefte<br />

aan heeft, als <strong>de</strong>ze en <strong>de</strong>ze alleen niet volstaat om <strong>de</strong>n<br />

indruk te weeg to brengen, dien een waarachtig kunstenaarsgemoed<br />

ontving of het was ware, dien het weer wist to geven,<br />

als had het dien opgevangen in broils. Een klein historieel,<br />

<strong>de</strong> sehrale krans, waarme<strong>de</strong> wij ons nog mogen vleijen , se<strong>de</strong>rt<br />

<strong>de</strong> schitteren<strong>de</strong> him beloofd, die <strong>de</strong> hoofdtijdperken <strong>de</strong>r gesehie<strong>de</strong>nis<br />

op grooter doek aanschouwelijk maken, buiten ons<br />

bereik raakt, door ons burgerlijk leven, zegt men, door onzen<br />

weerzin in wat studie heeten mag, moest men er bijvoegen ;<br />

een klein historieel, tech nog een krans, mits het meer doe<br />

dan <strong>voor</strong> een omzien door wat lichteffect to verrassen, dan<br />

lonter ooze ij<strong>de</strong>lheid te streelen door het verlevendigen <strong>de</strong>r<br />

gedachtenis eens beroem<strong>de</strong>n landgenoots , zon<strong>de</strong>r eenig verband<br />

met <strong>de</strong> behoeften onzer dagen ; een klein historieel, dat gelegenheid<br />

geve <strong>de</strong>n gang van ons geslacht in <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />

een uitmuntend gemoed of een uitsteken<strong>de</strong>n geest to bespie<strong>de</strong>n,<br />

<strong>de</strong> stoffe daartoe schuilt Met altijd waar men regt meent to<br />

hebben haar to vennoeclen , dat levert niet wie maar wil. Eene<br />

groote gedachte , een beslissend blijk van <strong>voor</strong>uitgegane beschaving<br />

in beeld te brengen, het doet schier even hooge eischen aan<br />

on<strong>de</strong>rwerp als aan opvatting, indien we het bij <strong>de</strong>n dichter,<br />

, dien <strong>de</strong>ze studie geldt, niet opnieuw had<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n ,<br />

we zonclen dit <strong>de</strong>r<strong>de</strong> opstel welligt an<strong>de</strong>rs zijn begonnen , al<br />

geregtigt <strong>de</strong> aard van zijn talent, ge zult het later zien , tot<br />

dat geloof aan het hinig verband tusschen bei<strong>de</strong> kunsten , van<br />

't welk <strong>de</strong>ze regelen getuigen.<br />

Een greep nit Tegner's gezellig, huisselijk leven , wat sehijn t<br />

gernakkelijker, , wat belooft n hem gelei<strong>de</strong>lijicer te cloen kennen ,<br />

in velerlei betrekking geplaatst , gelukkig gelinwd , als wij hem<br />

to Lund weciervincien Wij hebben slechts on<strong>de</strong>rzoek naar zijne


ESAIAS TEGNEtt FRITHIOF'S SAGA, 2<strong>41</strong><br />

woning te docn , om in antwoord op onze vraag , door <strong>de</strong>n drieerlei<br />

titel , wel ken wij hem hooren geven — docent in <strong>de</strong> aesthetiek , no-<br />

taris in <strong>de</strong> philosophisehe faeniteit , vice-bibliothecaris <strong>de</strong>r universiteit<br />

te weten wat hem, <strong>de</strong>n onbemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> , <strong>de</strong>n limed gaf<br />

buisva,<strong>de</strong>r to wor<strong>de</strong>n, Dergelijke cumulatie van aanstellingen en<br />

ambten moest veel geven, meent ge — en ge bedriegt u, want onze<br />

armste dorpspredikant heeft meer inkomen dan het drietal werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />

hem waarborg<strong>de</strong>. Ons wacht dos in die woning ook<br />

geene weel<strong>de</strong> , zoo gij on<strong>de</strong>r dat wooed lonter wat dour is begrijpt<br />

; of en daarom echter die ontbrak , welke <strong>de</strong> dierste mag<br />

heeten, ge zult zelf oor<strong>de</strong>elen ; maar eerst nog een wooed over<br />

gene. Er is beweerd , dat Esaias aan <strong>de</strong>ze geene behoefte had ;<br />

zin <strong>voor</strong> eenvoud, zei<strong>de</strong> men, was sleehts natuurlijk bij wie, in<br />

een dorp geboren , zijne jeugd op het land had doorgebragt, in<br />

boeken snuffelen<strong>de</strong>. Wat kon hij van <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> geriefelijkhe<strong>de</strong>n<br />

weten , die , al wor<strong>de</strong>n zij door gewente allengs min<strong>de</strong>r gewaar<strong>de</strong>erd<br />

, het leven zoozeer veraangenamen , <strong>de</strong> geriefelijkhe<strong>de</strong>n,<br />

misschien als <strong>de</strong> gezondheid , „schatbaarst door 't ont-<br />

„beren”, mits men die eens hebbe gesmaakt ? Het zoo juist gere<strong>de</strong>neerd<br />

zijn , als <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstelling zelve gegrond ware, — maar<br />

zij is het niet. Tegner had, luttel jaren te voren , <strong>de</strong> betrekking<br />

van huison<strong>de</strong>rwijzer bij een aanzienlijk man, in <strong>de</strong> hoofdstad van<br />

Zwe<strong>de</strong>n , <strong>voor</strong> kort en tijd op zieh genomen , en er op grooten voet<br />

zien leven. „Het wordt mij dagelijks hel<strong>de</strong>r<strong>de</strong>r ," sehrijft hij aan<br />

een vriend zijner jeugd, in <strong>de</strong>n winter van 1803, „dat Stock-<br />

„holm <strong>voor</strong> mij geen prettig verblijf zal wor<strong>de</strong>n. De weinige<br />

„kennissen, welke ik in <strong>de</strong>ze stad heb , mijn wenseh , dat ik er<br />

,,nog min<strong>de</strong>r had, het gedruisch om mij heen , allerlei dwang en<br />

„hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> kleinighe<strong>de</strong>n beletten me, mij hies op mijn gemak te<br />

„gevoelen. Alreeds ben ik, door <strong>de</strong> beleefdheid van Striibing”<br />

(<strong>de</strong> man, die hem zijne zonen had toevertrouwd) „mee geweest<br />

„naar <strong>de</strong> schouwburgen , op pic-nit's, bij sle<strong>de</strong>vaarten , en <strong>de</strong><br />

.Ct,,lien en Sebetscie 171 16


242 EsArA.s TEGNER, FRITHIOF' S SAGA.<br />

„hemel weet wat! Maar ik moge doen wat ik wil, het ver-<br />

„wenschte gegeeuw blijft aanhou<strong>de</strong>n.” De bekentenis is karakteristiek<br />

, al kondigt ze geenen Rousseau aan, al heeft ze geen<br />

zweem <strong>de</strong>r hartstogtelijkheid waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze tegen <strong>de</strong> vermaken<br />

<strong>de</strong>r groote ste<strong>de</strong>n uitvoer. Schijnen intusschen <strong>de</strong> luidjens u niet<br />

naïf, die in haar eenen anachoreet meenen te hooren, die slechts<br />

<strong>voor</strong> bet hemelsche ooren en ooren heeft? Hoe zij beschaamd<br />

wor<strong>de</strong>n, als wij in <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n brief ver<strong>de</strong>r lezen — <strong>de</strong> vriend<br />

aan wien <strong>de</strong>ze gerigt is, streef<strong>de</strong> naar een adjunctschap, dat<br />

zijne toekomst zou verzekeren, als Tegner <strong>voor</strong>tgaat: „Hartelijk<br />

„zou ik mij verheugen , als ge die betrekking kreegt! Ge zoudt<br />

„dan rustig kunnen level', van niemand ter wereld afhan-<br />

„gen<strong>de</strong>, want gij weet, zoo good als ik, lieve broo<strong>de</strong>r!” —<br />

zweedsche vrien<strong>de</strong>n noemen elkaar dus , om <strong>de</strong>n stijvon titel<br />

en het onbehagelijke u to mogen vermij<strong>de</strong>n — „men is niet<br />

„gelukkig als men niet in<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>nt is, hoe onbekommerd,<br />

„hoe gemakkelijk men ook moge kunnen leven. „Vrijheid. is<br />

„ „'t, waar ik bij zwere!" maar geene godinne is ooit ondankba-<br />

„rer geweest , dan <strong>de</strong>ze jegens mij. Och , dat ik ook eons<br />

„zulk een adjunctschap kon krijgen; maar wat geeft mij regt<br />

„te wensehen, zoo spoedig fortuin to maken? Alles op zijn tijd.”—<br />

Alles op zijn tijd, veelbeloven<strong>de</strong>! die als jongeling naar het<br />

eenige streef<strong>de</strong>t, wat het u mogelijk maken zou <strong>de</strong> gave u<br />

geschonken gelled te ontwikkelen; geene uitspanningen, die zoo<br />

ligt in uitspattingen ontaar<strong>de</strong>n; geen vermogen, dat zoo vaak<br />

verdooft en vereelt ; slechts <strong>de</strong> gelegenheid werkzaana to mogen<br />

zijn, om onafhankelijk to kunnen wor<strong>de</strong>n. Alles op zijn<br />

tijd ! drie jaren later scheen die dag gekomen; wij zien eenen<br />

an<strong>de</strong>ren brief in, geschreven in <strong>de</strong>n zoetsten zomer zijns<br />

„Mijn bruiloftsdag na<strong>de</strong>rt , en ofschoon het volstrekt geen groot<br />

„feest zal zijn, wensch ik toch zeer bij die gelegenheid alien,<br />

„welke mij het naauwst aan het hart liggen, om mij to zien."


ESA1AS TEGNER, FRITHION' 'S SAGS. 243<br />

En gis nu eens wien die uitnoodiging gold, — bet is min<strong>de</strong>r<br />

een beroep op het gehengen <strong>de</strong>s geestes , dan op dat van het<br />

gemoed: — „Branting," zegt ge, <strong>de</strong>n „ou<strong>de</strong>n Branting," en<br />

gij hebt het gera<strong>de</strong>n. „Hoe aangenaam zoo het me wezen bij<br />

„die gelegenheid mijnen vrien<strong>de</strong>n een va<strong>de</strong>r te mogen <strong>voor</strong>-<br />

„stellen , dien ik even zoo lief heb, als hem, dien ik zoo<br />

„vroeg verloor!” Alles op zijn tijd! <strong>de</strong> gewenschte Augustusmorgen<br />

daag<strong>de</strong>; en al bleef <strong>de</strong> myrthenkroon uit, in Stockholm<br />

<strong>voor</strong> het bruidjen besteld, Anna was er niet min<strong>de</strong>r bekoorlijk<br />

om , toen zij , <strong>de</strong> donkere lokken getooid met een krans<br />

van dat fijne loover, , waartusschen in het bosch <strong>de</strong> bezien gloren ,<br />

welke Zwe<strong>de</strong>n to regt zon<strong>de</strong>r weerga prijst , toen zij, bleekblozen<strong>de</strong><br />

, aan <strong>de</strong> hand van Esaias naar het altaar trad , en<br />

hem eene trouw beloof<strong>de</strong>, die levenslang , in lief Hoch leed ,<br />

van wankelen wist. Alles op zijn tijd ! — het jeugdige echtpaar<br />

had <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>rlijken zegen van Ramen's landheer ontvangen<br />

en was to Lund, waar Tegner, , volgens zijn brief aan Branting,<br />

„een klein huis en hof" had gekocht, aangekomen ; lang waren<br />

<strong>de</strong> wittebroodsweken <strong>voor</strong>bij , — nu <strong>de</strong>n greep , die zoo<br />

gemakkelijk scheen, die gelegenheid geven zou geheel hun toestand<br />

in eens te overzien!<br />

Het zal aan ons schorten , zoo <strong>de</strong>ze mislukt , immers aan<br />

<strong>de</strong> stof kan bet niet haperen, meent ge, en wij geven het<br />

u toe : waren ooit menschen gelukkig, die twee mogten het<br />

heeten! Of dit eater uwe belangstelling blijvend zal waarborgen<br />

, wie weet het? Strijd en smarte , we beroepen ons op<br />

welke letterkun<strong>de</strong> , welke kunst gij wilt, zij blijken schil<strong>de</strong>rachtiger<br />

dan rust en hell; — maar is dan licht niet schooner<br />

dan duister? valt gij in ; en hover dan u langer to weerleggen,<br />

maken wij u getuige van ooze poging , zij valle dan uit zoo<br />

ze wil. Het tooneel is gegeven , eene kleine kamer; — <strong>de</strong> tijd<br />

van <strong>de</strong>n dag ? Kies welke ure u <strong>de</strong> liefste is, mits geene die


244 ESAIAS TEGNER, FREEHIOVS SAGA.<br />

tot kaarslicht verpligt , — sabel, keel en goud staat goed op een<br />

wapenschild, maar slecht op een schil<strong>de</strong>rij. Stoffaadje? we hebben<br />

zweedsche woningen uit dien stand genoeg gezien , mil het behangsel<br />

<strong>de</strong>r wan<strong>de</strong>n te kiezen , om <strong>de</strong> gordijnen te schikken , om <strong>de</strong> onontbeerlijke,<br />

om <strong>de</strong> onvermij<strong>de</strong>lijke sofa om to trekken ; tot het<br />

rekjen met <strong>de</strong> meerschuimen pijpekoppen toe, alles heugt ons. Intusschen<br />

, hoeveel <strong>de</strong> getrouwheid van bet lokaal-costuum tot <strong>de</strong>n<br />

totaal-indruk bijdrage, zij alleen brengt <strong>de</strong>n zegen niet aan. Een<br />

oogenblik moge <strong>de</strong>ze of gene kleinigheid , van onze gebruiken afwijken<strong>de</strong>,<br />

opmerkzaamheid trekken, die ron<strong>de</strong> porseleinen toren<br />

bij <strong>voor</strong>beeld , tot haard dienen<strong>de</strong>, maar boeijen, dat doer u<br />

zelfs zijn koperen <strong>de</strong>urtjens niet; het gansche ding <strong>de</strong>inst al in <strong>de</strong><br />

schemering weg <strong>voor</strong> <strong>de</strong> groep , welke wij <strong>voor</strong> ons zien, eene<br />

moe<strong>de</strong>r met haren eersteling , Anna en <strong>de</strong> kleine Christopher !<br />

Esaaas staat er tegenover, , het jongsken omboog heffen<strong>de</strong>, als<br />

't hem zijne mollige handjes toesteekt; Esaias , <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r benij<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

, als het finks weer op haren schoot wil spelen, als<br />

het daar zoo gerust ligt , en zij er <strong>de</strong> drijven<strong>de</strong> oogen op houdt<br />

gevestigd. Droomt hij haren zoeten droom me<strong>de</strong> ? <strong>de</strong> verwachtingen<br />

, die hij op baar gelaat leest ? <strong>de</strong> bekommeringen , die<br />

dat lieve , blanke <strong>voor</strong>hoofd een omzien bewolken, en thans<br />

wijken <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n glans, die uit hare blikken straalt, nu zij er<br />

zich naar buigt om het to kussen , vast geloovend, dat hare<br />

hoe<strong>de</strong> volstaan zal om het <strong>voor</strong> alle leed to veiligen, neen, dat hare<br />

be<strong>de</strong> zal verwerven, wat hare bescherming niet vermag? Wij<br />

zou<strong>de</strong>n ons genrestukjen, als het <strong>de</strong>rgelijke gedachten bij n opwekte,<br />

niet geheel mislukt achten ; maar of het daarom aanspraak<br />

op historisehe waarheid zon mogen maker, wie het<br />

bewere, niet wij. Er is veel van dim acrd, er is waarschijnlijk<br />

veel hoogers in het gemoed van dien blon<strong>de</strong>n jongen man omgegaan,<br />

maar gezongen, gesebreven, heeft hij het niet. Gij hebt alle<br />

regt naar het waarom ? to vorschen; het woord van zijnen dich-


ESA TAS TEGNER FRITHIOR 'S SAGA. 245<br />

terlijken biograaf Bottiger: „Alle poezij heeft hare ochtendsche-<br />

„mering , die <strong>de</strong>r Tegnersehe duur<strong>de</strong> lang,” verklaart het verschijnsel<br />

maar ten halve. In het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>s dichters<br />

„Verzaptel<strong>de</strong> schriften," zijn <strong>de</strong> eerstelingen zijner verzen opgenomen<br />

, verzen uit die dagen en uit vroegere; enkele erotische<br />

die in zijne jongelingsjaren , eenige aan vrien<strong>de</strong>n en verwanten<br />

die in <strong>de</strong>n eersten tijd van zjnen echt verplaatsen. Als wij<br />

tussehen bei<strong>de</strong>n moesten kiezen , wij zou<strong>de</strong>n niet aarzelen aan <strong>de</strong><br />

eerste hoven <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur to geven , en dat niet enkel<br />

<strong>de</strong>wijI <strong>de</strong>ze gene in tal overtreffen. „Een verlief<strong>de</strong> is dichteriijker<br />

„figuur dan een ga<strong>de</strong> ," schertst ge, en <strong>de</strong> verzamelaar dacht als<br />

gij , en gaf tegen tien minnedichtjens maar twee stukjens met<br />

teespelingen op zijn huisselijk Leven. „In zijne zangen aan <strong>de</strong><br />

„Ancezige verrassen u, on<strong>de</strong>r velerlei ochtendgeneurie, tee<strong>de</strong>re<br />

„toonen van verlangen , lief<strong>de</strong>, gemis." We willen niets op<br />

dien lof afdingen; we vvijzigen dien naauwelijks als wij ze<br />

hooger waar<strong>de</strong>eren om <strong>de</strong>n hartstogt , dan om het gevoel waarvan<br />

zij getuigen. En toch is <strong>de</strong>ze hunne hoogste verdienste<br />

niet; wat zij eigenaardigst hebben, wat Tegner, bewust of onbewnst<br />

, grepen in die gedichtjens beproefd , ties, vijftien jaren<br />

later gelukkiger over <strong>de</strong>ed doen , het is <strong>de</strong> gave <strong>de</strong>r aanschouwelijkbeid<br />

hem verleend. Wij weten niet of u het allerliefste<br />

versjen van Beranger heugt , Maw/it Printemps getiteld, <strong>de</strong><br />

klagt van <strong>de</strong>n armen jongen, die <strong>de</strong> lente verwenscht , omdat<br />

hij, door bet loover <strong>de</strong>r lin<strong>de</strong>n, het meisjen dat over<br />

hem woont, niet meer zien kan; <strong>de</strong> arrne jongen, die zoo<br />

gaarne, in plaats van het lied <strong>de</strong>r vogelen, het kletteren <strong>de</strong>r<br />

hagelkorrels op <strong>de</strong> ruiten hooren zou, dan was er kans dat<br />

zij het venster open<strong>de</strong>ed , om kruimels to strooijen. Sla het<br />

op, al zijn <strong>de</strong> kussen, die elkaar in <strong>de</strong> lucht ontinoeten, wat<br />

heel fransch, het liedjen schil<strong>de</strong>rt weergaloos; maar doet een<br />

stukjen van Tegner uit die dagen, Biturtschap getiteld, er,


246 ESATAS TEGNER FRITHIOF 'S SAGA.<br />

in enkele coupletten , in<strong>de</strong>rdaad <strong>voor</strong> on<strong>de</strong>r? staat aan<br />

het venster en ziet naar het hare; waar zij zit die hem lief<br />

„heeft, van wie hij geen twintig schre<strong>de</strong>n geschei<strong>de</strong>n is, wier<br />

harte hem behoort." — In plaats van u to vertellen, waarom<br />

hij die ruimte niet overwipt, is hij in gedachte bij haar: „ik<br />

„zou hand in hand met u kunnen zitten en u aanzien; ik<br />

„zou in <strong>de</strong>n glans uwer oogen kunnen staren en bijwijle <strong>de</strong><br />

„lelien kussen, blozen<strong>de</strong> <strong>voor</strong> mijnen blik." — Welk een<br />

weel<strong>de</strong>rig penseel! — of hij het gehoord had, tempert hij <strong>de</strong>n<br />

gloed: „ik zou kunnen leunen op uw steel, luisteren<strong>de</strong> naar<br />

„een lied, waaruit uw harte spreekt, en kunnen zuchten als<br />

„ge zweegt, want <strong>de</strong> leeuwerik trilt niet zoo schoon, zelfs<br />

„<strong>de</strong> nachtegaal haalt er niet bij. — Ik zou gelukkig kunnen<br />

„zijn, ik, en ben het nu, want in <strong>de</strong>n maneschijn wor<strong>de</strong> ik<br />

„op het rolgordijn <strong>de</strong> e<strong>de</strong>le lijnen eener schaduw gewaar, —<br />

„die schaduw is <strong>de</strong> uwe." — Als een enkele trek in <strong>de</strong>n beginne<br />

u <strong>de</strong> gelegenheid had gegeven to vermoen, waarom hij<br />

het offer <strong>de</strong>r afwezigheid brengen moest, en het versjen dan<br />

met <strong>de</strong> laatst me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> regels had geeindigd, zoudt gij<br />

gewenscht hebben, dat het langer ware geweest? Wij niet,<br />

— wij betreuren het, dat het zelfs zoo als het daar ligt, niet<br />

eindig<strong>de</strong>, dat er nog twee coupletten op volgen: „Ik bid u,<br />

„zie op naar <strong>de</strong> maan, staar in dat blaauw." En wat meent<br />

ge, dat <strong>de</strong> verlief<strong>de</strong> op „<strong>de</strong> geduldige" gewaar wordt? „Twee<br />

„minnen<strong>de</strong>n, twee engelen op een lelieknop; och, waren wij<br />

„die bei<strong>de</strong>!" — Sentimenteel, zucht ge, sentimenteel, als zoo<br />

vele gedichtjens uit het begin <strong>de</strong>zer eeuw, voegen wij er<br />

bij ; „eens zullen we daar zamen rustig zitten, en met een<br />

„tee<strong>de</strong>ren kris dank ik u dan nog <strong>voor</strong> uwe trouw !" En nu,<br />

er moet iets vergoelijkends in <strong>de</strong> laatste regels schuilen, meent<br />

ge, of wij had<strong>de</strong>n u het versjen niet me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld; „maar<br />

„zij , die <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> bewonen, ze hebben ons dan al lang ver-


ESAIAS TEGNER, FRITFITOF ' S SAGA. 247<br />

„geten !" — is er humor , is er ironie in dat slot? Beslis het<br />

zelf; ons sehijnt het dichtstukjen <strong>de</strong> speling van eenen geest<br />

en een gemoed, die nog naar hun eigenlijk genre zoeken.<br />

Wij hebben in die proeve jets fransch geprezen en jets duitsch<br />

gelaakt ; in <strong>de</strong> beste van <strong>de</strong> overigen is bijwijle jets schotsch ,<br />

maar waarbij ze winnen : Burns spreekt uit het beurtelings<br />

vurig en innig: 't Is lang gele -en! Zon<strong>de</strong>rling mengelmoes , zegt<br />

ge, en wij weerspreken u niet, als ge maar aan geene navolging<br />

gelooft ; waar hij aan <strong>de</strong>ze lijdt, zijn <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>n zijne<br />

mo<strong>de</strong>llen , — De gevaren van <strong>de</strong>n Pindus, zijnen aca<strong>de</strong>miemakker<br />

Christopher IVIyhrman , en Een Bruiloftsdicht, zijn<br />

broe<strong>de</strong>r Elof gewijd, <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> verzen in <strong>de</strong>n eersten tijd van<br />

zijn huwelijk geschreven , zij hebben niet enkel in <strong>de</strong>n vorm<br />

jets van <strong>de</strong>n grootsten <strong>de</strong>r latijnsche lierzangers. Is het won<strong>de</strong>r<br />

dat we , <strong>de</strong>ze doorloopend , geen moed hebben zijnen echt een<br />

genrestukjen to ontleenen, zoo als Tollens er in menigte heeft<br />

geleverd, dat wij ons , joist om <strong>de</strong> grootscher vlugt se<strong>de</strong>rt<br />

door Tegn6r genomen , hier aan geen dieper, , dichterlijker opvatting<br />

van dien toestand durven wagen dan hij zelf aanduid<strong>de</strong>?<br />

Er schittert genie uit vier regels aan Elof, als hij<br />

<strong>de</strong>zen toeroept: „Gij hebt ow eigen kluis gebouwd en er eene<br />

„ga<strong>de</strong> binnengebragt ; owe hoop, die zoo lang omzwierf, <strong>de</strong><br />

„gevleugel<strong>de</strong> , staat stil ;" — maar <strong>voor</strong> een tafereeltjen als<br />

wij bedoel<strong>de</strong>n, is er to veel teleurstelling in <strong>de</strong> klagt: „dich-<br />

„ting is zoo mild met beloften , slechts verstand houdt woord !<br />

„— Helms!” gaat het <strong>voor</strong>t: „ge zijt <strong>voor</strong> het altaar niet<br />

„enkel met uw gel/1k getrouwd ; geloof mij , in <strong>de</strong> wooing <strong>de</strong>r<br />

„eehtelingen is bekommering <strong>de</strong> oudste zoon!" — Ons schil<strong>de</strong>rijtjen<br />

zoo zware slagschaduwen eisehen, om in overeenstemming<br />

to blijken met <strong>de</strong> betuiging: „als men zijne wijze<br />

„van <strong>de</strong>nken niet uit wil zetten of ze een kapitaal ware dat<br />

„rente moet geven ; als men van geene gunst <strong>de</strong>r grooten


248 ESAIAS TEGNilt FRITHIOVS SAGA.<br />

„weten en geen an<strong>de</strong>r brood eten wil , dan bet beste , het<br />

„verdien<strong>de</strong>, zie dan gebeurt het vaak, dat men uit zijne mor-<br />

„gensluimering min<strong>de</strong>r vrolijk wakker wordt, met het be-<br />

„wustzijn dat men vele schatten ontbeert, schoon men ook <strong>de</strong>n<br />

„besten bezit !” — De laatste trek redt <strong>de</strong>n toestand; wij, die<br />

<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re uitweiding <strong>de</strong>s diehters overspringen, hebben ook<br />

zijne vergoelijking, dat hij slechts waarheid wil<strong>de</strong> schrijyen ,<br />

maar met een woord aan to stippen. Ge kunt u zelf <strong>de</strong>n overgang<br />

<strong>de</strong>nken , hoe hij gelukkigst wordt geprezen, die <strong>de</strong>n gul<strong>de</strong>n<br />

regel in beoefening brengt: „wat hij bezit te waar<strong>de</strong>ren , en<br />

„dat niet looter wat hem ontbreekt te doen; geen hon<strong>de</strong>rdvon-<br />

„digen oogst te hopen van ie<strong>de</strong>r korrel die onthukt en knopt,<br />

„neen , ook op misgewas <strong>voor</strong>bereid te wezen.” Waarlijk,<br />

er faalt geene poezij in <strong>de</strong> teekening <strong>de</strong>r gale, die hem your<br />

<strong>de</strong>n geest zweeft ; maar wien ergert dat verwenschte waas van<br />

wijsheid niet, 't geen haar belet regt schiblerachtig te wor<strong>de</strong>n ?<br />

„Gelukkig toe]) ," roept hij uit, „gelukkig, ondanks alle be-<br />

„zwaren , wie van <strong>de</strong> moeite <strong>de</strong>s slags uitrust aan <strong>de</strong>n boezem<br />

„zijner vrouw, die <strong>de</strong>n somberen mijnieraar blij<strong>de</strong> to moet<br />

„komt, die het vinr aan <strong>de</strong>n haard op doet vlammen tot<br />

„sneeuw en rijm in zijne lokken opdroogen; — zij , wier blanke<br />

„han<strong>de</strong>n nu eens <strong>de</strong>n eenvoudigen disch <strong>de</strong>kken, op welken<br />

„geen overdaad <strong>de</strong> vruchten zijner vlijt verteert , om zijn ge-<br />

„rimed allerlei ottrust ter prooi te laten, en die dan we<strong>de</strong>r<br />

„het' leger sprei<strong>de</strong>n, waarom <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> tweelinggo<strong>de</strong>n zweven ,<br />

„<strong>de</strong> lief<strong>de</strong> en <strong>de</strong> slaap.” — Er is iets karakteristieks-zweedsch<br />

in <strong>de</strong> opsomming <strong>de</strong>r offers, welke dat bell eischt: „geen dolle<br />

„pret stoeit dag aan dag 'neer in die stille wooing; scherts en<br />

„lath ze zijn achtergebleven in <strong>de</strong>n kring <strong>de</strong>r gezellen, die hij<br />

„verliet,” — er is iets karakteristieks-Tegnersch in <strong>de</strong> bekentenis<br />

, dat <strong>de</strong> dagen <strong>de</strong>s dweepens <strong>voor</strong>bij zijn, dat <strong>de</strong> fantasie hare<br />

moe<strong>de</strong> vlerken hangen laat , dat ..... maar genoeg om onze


ESAIAS TEGNEE R1T 1110 F 7S SAGA. 249<br />

aarzeling te regtvaardigen door eene aanschonwelijke <strong>voor</strong>stelling,<br />

door <strong>de</strong> opvatting van een enkel oogenblik heel die wereld<br />

van gedachten , dat wikken en wegen <strong>voor</strong>al, te doen zien,<br />

gevoelen , begrijpen. Echter zou<strong>de</strong>n we Tegner onregt aandoen ,<br />

zoo wij met <strong>de</strong>ze verklaring van zijn Bruiloftsclicht afscheid namen:<br />

enkele stralen lichts doen die schaduwen wijken. „Waar-<br />

„heid en wijsheid blijven over, waarheid met het vlekkeloos<br />

„<strong>voor</strong>hoofd, wijsheid met <strong>de</strong> zilveren lokken , en zelfstandigheid ,<br />

„die Been steun van buiten behoeft, en <strong>de</strong>ugd , die mood, hoop<br />

„en vre<strong>de</strong> geeft ,” — allereerbiedwaardigste matronen , <strong>voor</strong>zeker,<br />

(loch die <strong>de</strong> dichter beter had gedaan , niet zoo statelijk<br />

te schil<strong>de</strong>ren ; die meer indruk zou<strong>de</strong>n hebben gemaakt , als hij<br />

haar in beeld had gebragt , zoo als hij eensklaps en weergaloos<br />

<strong>de</strong> geneugten doet , „op ie<strong>de</strong>re bloern <strong>de</strong>s <strong>•</strong>1-evens als morgen-<br />

„daauw vallen<strong>de</strong>.” Geheirnzinnige gave <strong>de</strong>r poezij ! <strong>de</strong> a<strong>de</strong>r is<br />

ten langen leste naauwelijks geraakt , of <strong>de</strong> straal schittert en<br />

stroomt schier : „hoe ligt valt het van <strong>de</strong> wil<strong>de</strong> weel<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<br />

„jeugd afstand to doen, als men on<strong>de</strong>r eigen dak zijn lief<br />

„wijfjen trust," — het zijn vier vlugge, sehoone regels, —<br />

„laat allerlei ij<strong>de</strong>lheid met haar twee- of haar vierspan ons<br />

„<strong>voor</strong>bijvliegen , welk een genot , als we haar uit ons venster<br />

„ga<strong>de</strong>slaan , om hare dwaasheid te belagehen ;" — bet zijn<br />

vier volgen<strong>de</strong> , welke tot nog gelukkiger voeren: „en hoe stomp<br />

„wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stekels aan <strong>de</strong> doornroos <strong>de</strong>s levens, als gij een<br />

„stamhou<strong>de</strong>r op va<strong>de</strong>rlijke knie6n moogt wiegen." — Geheimzinnige<br />

gave <strong>de</strong>r poezij ! schooner dan <strong>de</strong> schitterendste scheppingen<br />

<strong>de</strong>s hoofds , verrassen , verrukken , vertee<strong>de</strong>ren ons weinige<br />

woor<strong>de</strong>n uit het harte: Tegner is in <strong>de</strong>n kring zijner kleinen;<br />

„<strong>de</strong> verbleekte heugenissen zijner eigene kindschheid krij-<br />

„gen we<strong>de</strong>r kleur ; welk een leven !” roept hij nit, „in ie<strong>de</strong>re<br />

„a<strong>de</strong>r, — hoe rein, hoe zacht is hunne stemming ," — zingt<br />

hij, zijne lievelingen gaslaan<strong>de</strong> ; „welk eene heilige onschuld


250 ESAIAS TEGNER, FRITHIOF ' S SAGA.<br />

„in die blij<strong>de</strong> spelen ! Hoe <strong>de</strong> ziel , zich hare geboorte in <strong>de</strong>n<br />

„hemel bewust en we<strong>de</strong>r naar <strong>de</strong>ze streven<strong>de</strong> , hoe <strong>de</strong> ziel , bier<br />

„bene<strong>de</strong>n nog vreem<strong>de</strong>linge , allengs <strong>de</strong> wieken rept hoe <strong>de</strong><br />

„lange nacht afneemt , en <strong>de</strong> overblijfselen nit eene betere we-<br />

„reld wor<strong>de</strong>n bijeenverga<strong>de</strong>rd, bezield en omgeschapen !” —<br />

Geheituzinnige gave <strong>de</strong>r poezij ! mogten wij ons tot nog toe<br />

vleijen in ons nuchter proza een dragelijken tolk te vin<strong>de</strong>n ,<br />

volstaan<strong>de</strong> om uw gewaarwordingen weer te geven , hier neemt<br />

ge eene vlugt , welke het niet vermag te volgen ; <strong>de</strong> dichter, ,<br />

die klaarheid boven alles prees , wordt kernig en kort tot verrnoeijing<br />

<strong>de</strong>s geestes toe, — als ware het zoo vreemd , dat<br />

vonken bijwijle verblin<strong>de</strong>n ! „Als men dan <strong>de</strong> kleinen tot zich<br />

„roept , en ze aan zijne borst drukt , en ons harte , verruimd ,<br />

„begint te vermoe<strong>de</strong>n , hoe lief een God zijne wereld heeft ,<br />

„zie , dan wordt alles om ons licht , dan zijn alle zorgen gestild ,<br />

„dan lack <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>, en <strong>de</strong> hemel daalt in heel zijne volheid<br />

„in een menschelijk harte neer !"<br />

Hoe wij <strong>de</strong>n genreschil<strong>de</strong>r zou<strong>de</strong>n vieren , in staat <strong>de</strong> grenzen<br />

zijner kunst zoo verre uit to zetten , dat hij hopen mogt er<br />

in to slagen <strong>de</strong>rgelijke gedachten te veraanschouwelijken !<br />

We spraken van nog een gedichtjen uit die dagen , Christopher<br />

Myhrman toegezongen , De 9 evaren van <strong>de</strong>n Pindztv getiteld ;<br />

laten <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> regelen er aan ontleend ons ten overgang<br />

strekken. U lieugt , zingt Tegner :<br />

U heugt <strong>de</strong> tijd (wat was hij zoet!)<br />

Toen ik Verbeeldings toovergloed<br />

Door 't overwolkt versehiet zag dringen,<br />

En in <strong>de</strong>s knaapjens ledig hoofti<br />

Zoo gave ale krans, <strong>de</strong>n man beloofd ,<br />

starren op- en on<strong>de</strong>rgingen !<br />

Gij zaagt me in slapeloozen nacht<br />

Met mijn Homerus doorgebragt,<br />

Vernoegd <strong>de</strong> taaiste glossen slikken ;


ESATAS TEGNEE., FRITMOF'S SAGA. 251<br />

Al dwarrel<strong>de</strong> ook dat sehoolsche stof,<br />

Eens eon me licht bij licht verkwikken ,<br />

Die, sints hun tinteling rnij trof<br />

Beheersehers bleken van mijn blikken.<br />

Helaits! hoe Flog ik <strong>voor</strong>waarts schreed,<br />

'k Zie ver<strong>de</strong>r, , hooger slechts ze schijnen,<br />

In kring wiens ointrek ik ontgleed,<br />

Fen vloed, die wassend zich verbreedt,<br />

Om in <strong>de</strong>n zeeschoot te verdwijuen !<br />

De drown, dien ik zoo blij begon,<br />

Eindt somber nu 'k mij vergewisse<br />

Hoe luttel , hoe schier niets ik won ,<br />

Hoe veel, hoe ik schier idles misse !<br />

Mijn blik, van al dat staren moe,<br />

Te loor gesteld in 't hooge streven,<br />

Wendt, schoon hij ligt te laat het doe.<br />

Wendt scheemrcnd weer <strong>de</strong>r rust zich toe,<br />

Die in <strong>de</strong> laagte is t'hnis gebleven.<br />

En we<strong>de</strong>r ziet ge, in <strong>de</strong> eerste dagen hunner studie in <strong>de</strong><br />

kleine kamer aan <strong>de</strong> hoogeschool to Lund, <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> makkers<br />

<strong>voor</strong> u; — maar het was niet om <strong>de</strong> gedachtenis van <strong>de</strong>zen<br />

tijd in uw geheugen to verlevendigen, dat wij <strong>de</strong> vertaling beproef<strong>de</strong>n;<br />

het was om u een blik to gunnen op wat er, ten gevolge<br />

<strong>de</strong>r toenmalige eerzucht, thans <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geest <strong>de</strong>s diehters<br />

omging. „Zalig hij," zoo besluit het vers, „die zijne lente niet<br />

„prijs heeft gegeven <strong>voor</strong> eenige bla<strong>de</strong>ren door zijn hair, een<br />

„buit <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n wind van morgen; die niet ten bergtop opsteeg,<br />

„OM <strong>de</strong> hoogere lichten aan te gapen , welke hij niet kan na<strong>de</strong>ren,<br />

„en eene vlugt ga te slaan, die hij toch niet bijhou<strong>de</strong>n kan. —<br />

„Zalig hij, die <strong>de</strong> kraehten zijner jeugd niet in ij<strong>de</strong>lheid heeft<br />

„verkwist , maar <strong>de</strong>ze al vroeg een nuttig bedrijf toewijd<strong>de</strong>; die<br />

„met vereelte hand <strong>de</strong>n moe<strong>de</strong>rlijken grond omspit , in welks<br />

„nand hij weleer spelen mogt." — Er is Horatiaanseh talent<br />

in dien lof <strong>de</strong>r gul<strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>lmatigheid; „hij weet genoeg om<br />

„braaf, hij heeft genoeg om gelukkig te wezen; het valt hem


252 ESAIAS TEGNER, FaITHIOE ' S SAGA.<br />

„niet in <strong>de</strong> onrust tot gast te noo<strong>de</strong>n!" — Er is studie van<br />

<strong>de</strong>n psalmist, niet in <strong>de</strong> schets van het velerlei goe<strong>de</strong> door<br />

hem gestieht , waarme<strong>de</strong> hij eehter geene eere najoeg: neen,<br />

in <strong>de</strong> wijze waarop ons het loon van Bien ijver <strong>voor</strong> het<br />

algemeen aansehouwelijk wordt gemaakt ; „die goe<strong>de</strong> getui-<br />

„genissen staan als bloemen om zijnen oogst , als lelien om<br />

<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n ce<strong>de</strong>r.” — En als droegen die <strong>de</strong>rtig regelen nog<br />

geen blijken genoeg van <strong>de</strong> kennis van velerlei letterkun<strong>de</strong>,<br />

een grieksch trekjen vindt gij aan het slot; <strong>de</strong> geprezene<br />

wordt niet slecht en regt op zijn zweedsch begraven; „zijne<br />

urn, een ge<strong>de</strong>nkteeken van stille <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n , wordt door al<br />

wat goed is vereerd !" — Als <strong>de</strong>ze bla<strong>de</strong>n een an<strong>de</strong>r doel<br />

had<strong>de</strong>n , dan <strong>de</strong> ontwikkeling van Tegner's genie ga te staan,<br />

we zou<strong>de</strong>n u niet bij <strong>de</strong> bonte mengeling van beel<strong>de</strong>n , noch<br />

bij <strong>de</strong> mismoedigheid, waarvan <strong>de</strong>ze eersteling <strong>de</strong>s dichters<br />

blijk geeft , hebben bepaald — thans moet het n als ons<br />

dui<strong>de</strong>lijk zijn, vleijen wij ons, dat <strong>de</strong> laatste uit <strong>de</strong> eerste<br />

haren oorsprong nam, dat zijne kunst iced on<strong>de</strong>r zijne velerlei<br />

kennis. In het werkelijke levee had hij vasten voet gewonnen;<br />

Wittiger drukt dit zoo joist nit, dat wij gaarne zijne<br />

schets overnemen. Hij was een an<strong>de</strong>r man gewor<strong>de</strong>n „van het<br />

„oogeriblik af dat hij , gewaarborgd te kunnen bestaan, zich<br />

„onafhankelijk gevoel<strong>de</strong> , en <strong>de</strong> zon van zijn huisselijk geluk<br />

„zijne uren van uitspanning verhel<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. Zijne zelfstandigheid<br />

„trail aan het licht , en nam vast met koninklijk gebaar <strong>de</strong> plaats<br />

„in, die haar toekwam. Weleer schier traag , afgetrokken, on-<br />

„toegankelijk , werd hij nu op eens vrij , levendig , <strong>de</strong> ziel van<br />

„gezellig geneugt. Het was of hij vroeger geen t ij d had gehad<br />

„om jong te zijn; daarentegen bleef <strong>de</strong> jeugd hem van then af<br />

„levenslang bij. Te voren had zijne zon hare stralen slechts naar<br />

„binnen geschoten , <strong>voor</strong>taan doorgloei<strong>de</strong> zij ook zijne niterlijke<br />

„versehijning; het zweem<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> ontdooijing van een bevrozen


ESA1AS TEGNIM FRITHIOF 'S SAGA. 253<br />

„alpentop ; smeltend schitter<strong>de</strong> hij weergaloos. De geniale mijme-<br />

„raar was weldra in <strong>de</strong>n beminnelijksten gastheer verkeerd, en,<br />

„niet enkel ten zijnent , ook bij zijne vrien<strong>de</strong>n vond hij geens<br />

„gelijke in speelzieke scherts, vonkelend vernuft en verrassen<strong>de</strong><br />

„invallen. Nooit rieken<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> lamp, nooit met moeite in-<br />

„gebaald, geene ou<strong>de</strong> beken<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> beleefdheid als nieuwe-<br />

„lingen begroet , sprongen die schichten aan het licht , met <strong>de</strong><br />

„stoutheid eons helds en <strong>de</strong> onschuld eens kinds. Men hield<br />

„hem ten goe<strong>de</strong> wat zij dols had<strong>de</strong>n ; men kon van hunne<br />

„scherpte niet wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>erd — <strong>de</strong> spits was niet in gif ge-<br />

„doopt ; er waren rozen <strong>de</strong>s geestes om <strong>de</strong>n pip geslingerd. Zijn<br />

„omgang sloeg vuur,<br />

, maar geen verterend , het was electrisch, —<br />

„<strong>de</strong> vonken stoven in bet rond als <strong>de</strong> angellooze lichtvliegen<br />

„in eon zui<strong>de</strong>lijken zomernacht. Bijwijle , als <strong>de</strong> scherts om<br />

„zijne lippen speel<strong>de</strong>, veroorloof<strong>de</strong> hij zich dingen to zeggen ,<br />

„die nit eon an<strong>de</strong>ren mond onvergefelijk ruw zou<strong>de</strong>n zijn ge-<br />

„weest , maar die nit <strong>de</strong>n zijnen tevens lets zoo verrassend-<br />

„vernuftigs , lets zoo gulgaanw-speelzieks had<strong>de</strong>n, dat zelfs het<br />

„onschuldigste meisjen lagchen moest eer zij was heginnen to<br />

„blozen. Beminnelijker geestigheid dan die van Tegner is mis-<br />

„schien nooit bewon<strong>de</strong>rd. Welk eon on<strong>de</strong>ugend gezigt hij zetten<br />

„mogt, men wist dat boosheid zijn binnenste vreemd was ; door<br />

„<strong>de</strong>n schalken golfslag heen staar<strong>de</strong> men in eon doorschijnend<br />

„diep van heiligen ernst. Het was het volslagen-eerlijke van<br />

„zijnen aard, dat tegelijk aanleiding gaf, en verontschuldiging<br />

„met zich bragt <strong>voor</strong> wat zijne uitdrukking soms moedwilligs<br />

„had.” Yoorzeker, , het mogt weer dan eene ontwikkeling, het<br />

mogt schier eene herschepping heeten ; maar zoo lang slechts <strong>de</strong><br />

mensch , zoo lang niet tevens <strong>de</strong> dichter Tegner zelfstandig aan<br />

het lieht trad, was het toch maar eene halve, — wat belemmer<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> geheele ? Wij hebben in het twee<strong>de</strong> dozer opstellen er<br />

naar gestreefd u <strong>de</strong>n gemoedstoestand eons jeugdigen kunstenaars


254 ESA [AS TEGNER, FRITHIOVS SAGA.<br />

te schetsen ; wij hebben getracht u eenig begrip te geven, welke<br />

<strong>voor</strong>gangers <strong>de</strong> ontluiken<strong>de</strong> dichter ten zijnent aantrof; we<br />

verg<strong>de</strong>n er in dit tijdschrift zoo groote ruimte <strong>voor</strong>, dat belangrijker<br />

bijdragen om onzentwille moesten wachten; laat het<br />

u borg zijn , dat wij in geene herhalingen zullen vervallen. Al<br />

gaan wij zamen Tegner's studievertrek binnen, wij zullen u niet<br />

weer stil doen staan <strong>voor</strong> die kleine verzameling van zweedsche<br />

anteurs boven zijne schrijftafel, of het huisgo<strong>de</strong>n waren , geplaatst<br />

; noch op hem zelven <strong>de</strong> opmerkzaarnheid vestigen, die<br />

daar al peinzend heen en we<strong>de</strong>r gaat , en enkele regelen in allerijl<br />

op het papier brengt, en dat zelf<strong>de</strong> papier straks met sehier dolle<br />

drift aan Har<strong>de</strong>n rift. De aanleiding tot dat straffe oor<strong>de</strong>el over<br />

eigen werk , tot die somberheid waarme<strong>de</strong> hij <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>tbrengselen<br />

afkeurt, kan in nog eene an<strong>de</strong>re oorzaak dan bewon<strong>de</strong>ring<br />

<strong>de</strong>s verle<strong>de</strong>ns of besef van eigen onmagt , kan in een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> ,<br />

kan in zijne tijdgenooten schuilen, en van wat wij u mogen<br />

verschoonen, van een blik op <strong>de</strong>ze niet.<br />

Eerzucbt wissele, als alles bier bene<strong>de</strong>n , van vorm, toch<br />

blijft haar card <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>; waarom zou<strong>de</strong>n wij het u euvel dui<strong>de</strong>n,<br />

zoo gij , grieksch om <strong>de</strong>n wille van Tegner, , u herinner<strong>de</strong>t<br />

hoe <strong>de</strong> lauweren van <strong>de</strong>n overwinnaar van Marathon <strong>de</strong>n sluimer<br />

van Themistocles stoor<strong>de</strong>n en ons on<strong>de</strong>ugend vroegt wie in die<br />

dagen <strong>de</strong> populairste dichter van Zwe<strong>de</strong>n was ? Het antwoord<br />

zou zich te min<strong>de</strong>r laten wachten, daar uwe ver<strong>de</strong>nking er<br />

door zou wor<strong>de</strong>n beschaamd; op slier ; lippen zweef<strong>de</strong> niet <strong>de</strong><br />

naam eens dichters , zweef<strong>de</strong> die eener dichteresse. „Het sluit<br />

„<strong>de</strong> jaloezij niet Tit ," zegt — misschien — eene lezeres ; we<br />

buigen ons beleef<strong>de</strong>lijk , maar laten er op volgen, dat <strong>de</strong> acrd<br />

van haar talent dit ten minste navolging <strong>de</strong>ed. Als iemand er<br />

belang in stellen mogt , hoe men aan <strong>de</strong>n avond <strong>de</strong>r vorige<br />

eeuw en in <strong>de</strong>n ochtend van <strong>de</strong>ze, in wat men gewoon is goed<br />

gezelschap te heeten, in Zwe<strong>de</strong>n , 1 eef <strong>de</strong> en la c h te, min<strong>de</strong>r


ESAIAS TEGNiat FRITHIOCS SAGA. '255<br />

het leven <strong>de</strong>s gemoeds dan dat <strong>de</strong>s geestes , en niet zoozeer<br />

<strong>de</strong>n lach <strong>de</strong>r schampere spotternij als lien van schalke scherts,<br />

hij zou<strong>de</strong> , zoo hij op onzen raad <strong>de</strong> verzen dier vrouw bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

, een waar kunstgenot smaken , tegelijk zijn weetlust<br />

bevredigend. Van jongs of in <strong>de</strong> gelegenheid <strong>de</strong> wereld om<br />

haar heen van alle zij <strong>de</strong>n to zien , getuigt <strong>de</strong> wijze op welke<br />

zij hare indrukken we<strong>de</strong>rgaf, , van oor<strong>de</strong>el en oorspronkelijkheid<br />

tevens. Dochter van een professor in <strong>de</strong> juridische faculteit te<br />

1Jpsala mogt doze zelf haar zoo goed in het Latijn hebben<br />

on<strong>de</strong>rwezen , dat zij in staat was <strong>de</strong> opstellen zij stu<strong>de</strong>nten<br />

te corrigeren ; dat zij een heldinnenbrief van Ovidius , Dido<br />

aan Aeneas, in onberispelijke zweedsche verzen vertaal<strong>de</strong>; niemand<br />

was <strong>de</strong>s ondanks min<strong>de</strong>r blaauwkous dan Daartegen<br />

bad hare moe<strong>de</strong>r gewaakt, <strong>de</strong> fijngevoelige, echt godsdienstige<br />

vrouw, wier beeldtenis, later door haar geschil<strong>de</strong>rd , onsterfelijk<br />

is gewor<strong>de</strong>n: „waarom zou<strong>de</strong>n scherts en spel en sehul-<br />

„<strong>de</strong>looze vreug<strong>de</strong> <strong>de</strong> vlugt nemen , waar het bestjen verschijnt,<br />

„vrolijk als ze is, vrolijk met waardigheid?” onze dichteresse was<br />

als zij in keuken en kel<strong>de</strong>r te huis. Gij zult ons ver<strong>de</strong>nken , jagt<br />

te maken op tegenstellingen, als wij u that 's Anna Maria Maimstedt<br />

, op vier-en-twintigjarigen leeftijd , eensklaps doen ontmoeten<br />

in <strong>de</strong>n schouwburg te Stockholm, vertolkster van het<br />

zangspel Zentire en Azor, gevierd door wie aan het hdf van Gustaf<br />

<strong>de</strong> Der<strong>de</strong> prijs stel<strong>de</strong> op verzen, bij zoo geestige muziek als die<br />

van Gretry passen<strong>de</strong>. En echter zijn het verrassingen , die gij<br />

ons on<strong>de</strong>rwerp en niet onzer opvatting , hebt dank to weten;<br />

immers , wat wij nu hebben mo<strong>de</strong> to <strong>de</strong>elen, zou<strong>de</strong>n wij nooit<br />

hebben bedacht, want het stelt te leer. Anna Maria <strong>de</strong>ed een<br />

good huwelijk, tant mieux pour elle; Anna Maria Meld zich<br />

<strong>de</strong>n, vijftien jaren lang in vergetelheid schuil , tant pis pour le<br />

public, en <strong>voor</strong> ons; ons verhaal vlotte zoo vlug. Wel wil<strong>de</strong><br />

het gerucht , dat eenige vrolijke gezelschapslie<strong>de</strong>ren — <strong>de</strong> Zwe-


256 ESAIAS TEGNE1t, FRITHIOF 'S SAGA.<br />

<strong>de</strong>n zingen gaarne en zingen gaarne zweedsch — dat bei<strong>de</strong><br />

poezij en muzijk van <strong>de</strong>ze, van mevrouw Lenngren waren —<br />

zoo heette Anna Maria's echtgenoot , maar welken opgang<br />

die zangen waken mogten, van stad tot stad en weldra door<br />

het gansche land verspreid , <strong>de</strong> begaaf<strong>de</strong> , bevallige jonge vrouw<br />

erken<strong>de</strong> ze niet <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hare. „Ik zing schooner verzen," zei<strong>de</strong><br />

zij. En welke waren doze? Benij<strong>de</strong>nswaardige Anna Maria, zij<br />

had niet maar een goe<strong>de</strong> partij gedaan , zij was gelukkig gehuwd<br />

; Lenngren, <strong>de</strong> Commerce r?id , <strong>de</strong> Rid<strong>de</strong>r, , <strong>de</strong> wat niet<br />

al, was meer dan een rijk , was tevens een beschaafd , geletterd<br />

, geestig man, en <strong>de</strong> gezellige avon<strong>de</strong>n ten zijnent door<br />

<strong>de</strong> eerste talenten van het Stockholm dier dagen gesleten , lever<strong>de</strong>n<br />

alles op wat weel<strong>de</strong> , smaak , genie schitterendst hebben<br />

en schoonst. Er faal<strong>de</strong> dien feesten niets, niets dan wat <strong>de</strong>n<br />

buurman , die ijverzuchtig opzag naar <strong>de</strong> hol<strong>de</strong>r verlichte yensters<br />

, die, ijverzuchtiger nog, een weergalm zocht op to vangen<br />

<strong>de</strong>r toonen door <strong>de</strong> zaal ruischen<strong>de</strong> , in mil<strong>de</strong>, schier te mil<strong>de</strong><br />

mate was be<strong>de</strong>eld: <strong>de</strong>n echtelingen Lenngren faal<strong>de</strong>n eenige<br />

kleinen , een pair telgen , een enkel kind ! De avond , het<br />

oogenblik dat wij ons <strong>voor</strong>stellen, zag missehien zulk een man<br />

buiten staan , maar binnen viel <strong>de</strong> vergelijking , tot welke hij<br />

ons uitlokte, niemand in. Men had slechts ooren <strong>voor</strong> een nieuw<br />

muzijkstuk , slechts oog en oor <strong>voor</strong> haar, die <strong>de</strong> zangpartij<br />

op zich had genomen ; het was <strong>de</strong> gastvrouw zelve , een kleinen<br />

kring van vrien<strong>de</strong>n en vernuften om haar heen.<br />

Er is pleats, ook <strong>voor</strong> ons, als ge wilt. G-ij geniet , schoon<br />

verre van die te ontle<strong>de</strong>n , al <strong>de</strong> geriefelijkheid , al het geneugt<br />

van <strong>de</strong>n overvloed zon<strong>de</strong>r overdaad in <strong>de</strong>ze zaal : ge zij slechts<br />

opmerkzaamheid <strong>voor</strong> haar, wier zorg en tact Lenngren dat lief<br />

te huis is verpligt ; „wat al geest in dien lath , hoeveel ziel in<br />

„die oogen !" Spiegel u in <strong>de</strong> groote , blaauwe kijkers , van gastheer<br />

en gasten naauwelijks notitie nemen<strong>de</strong>; een enkelen <strong>de</strong>r


ESA1AS TEGNER FRITHIOF ' S SAGA. 257<br />

laatsten evenwel moogt gij niet <strong>voor</strong>bijzien , <strong>de</strong>n man, die mevronw<br />

Lenngren naar het staartstuk geleidt. Het is Kraus,<br />

Duitseher van geboorte en dos muzikaal , maar die <strong>voor</strong> geen<br />

Zweed wijkt in lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> letteren <strong>de</strong>s lands , dat zich zijner<br />

aantrok; Kraus, <strong>de</strong> autoriteit van <strong>de</strong>n dag, die uitgenoodigd is<br />

zijn gevoelen over die compositie te zeggen. Er spreekt studie uit<br />

dat hooge <strong>voor</strong>hoofd , maar gij geeft ons eene verdien<strong>de</strong> les , gij<br />

luistert reeds. „Het was <strong>de</strong> Wereld <strong>de</strong>r Perbeelding , welke in<br />

„die verzen gehuldigd werd ," fluistert ge ons toe, nu <strong>de</strong> stemme<br />

zwijgt , en slechts het staartstuk spreekt ; en ge herroept , Delille<br />

noemen<strong>de</strong>, <strong>de</strong> zangen in ons geheugen, door <strong>de</strong>zen diet stof<br />

gewijd. Gij vergist u intusschen , — al is <strong>de</strong> navolging <strong>de</strong>r<br />

Franschen Kier aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n dag, wat mevrouw Lenagr6n<br />

daar zoo even zong, is oorspronkelijk zweedsch. Alle overeenkomst<br />

houdt op met het on<strong>de</strong>rwerp, het is geen lierlicht<br />

dat wij hooren ; het is eene lyrische uitboezeming; <strong>de</strong> gedachte<br />

wat wij <strong>de</strong>r onwaar<strong>de</strong>erbare gave <strong>de</strong>r verbeelding verschuldigd<br />

zijn wordt niet betoogd ; zij beeft bezield! „Stil," zegt ge,<br />

we<strong>de</strong>r het oor leenen<strong>de</strong> , en we doen het als gij ;<strong>•</strong> toonen en<br />

woor<strong>de</strong>n zijn waard bei<strong>de</strong>r vlugt to volgen. „Dank zij u, Ver-<br />

„beelding !” klinkt het, „wor<strong>de</strong> ik in <strong>de</strong> natuur won<strong>de</strong>ren ge-<br />

„waar, van welke geen wijsheid weet ," en al zijn er, , die dit<br />

eenen droom schel<strong>de</strong>n, het blijkt die eens eehten dichters te<br />

zijn, want <strong>de</strong> wereld, welke wij op <strong>de</strong> wieken <strong>de</strong>r zusterlijke<br />

knnsten inzweven, die wereld waarin beemd en stroom, waarin<br />

berg en meir, , waarin rots en zee eigenaardig leven en elk<br />

van <strong>de</strong>ze eene eigene stemme hebben, zij is eene Nieuwe Schep-<br />

ping , als het vets te regt heet ! „O levend verstand aller din-<br />

„gen, geheimenis van gevoel en genie, wie is er, , sehoonheid I<br />

„die u begrijpt, wie, dan die lief heeft ?” en toejuichingen<br />

breken <strong>de</strong> zangeres af. „Neen niet mij <strong>de</strong>ze hul<strong>de</strong>," zegt ze,<br />

„maar <strong>de</strong>n dubbelen meester , — waar is hij ?" en van achter<br />

Studien en &beton 777 17


258 ESAIAS TEGNEE, FRITRIOF ' S SAGA.<br />

die bree<strong>de</strong> venstergordijn , welke hem aan onze blikken onttrok<br />

, komt hij te <strong>voor</strong>schijn , <strong>de</strong> zwakke , ziekelijke man, die<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gedachte in poezij en muzijk leven gaf , Kellgren ,<br />

die zijn meesterstuk heeft genoten, volkomener <strong>voor</strong>gedragen<br />

dan hij het ooit hoopte te hooren , door Kraus gespeeld en<br />

door Anna Maria gezongen.<br />

Al wischte hij ze ijlings af, , <strong>de</strong> tranen in Kellgren's oogen<br />

opgeweld, ontgingen ons niet.<br />

Sla 's mans werken op, als het u lust vonnis te vellen ,<br />

of hij in <strong>de</strong> overige verzen van zijn dichtstuk het on<strong>de</strong>rwerp<br />

even gelukkig, even geniaal regt bleef doen, ons boeit die<br />

dichter, , zoo als hij daar zijn triomf een oogenblik genoot, en<br />

zich thans weer zedig terugtrekt ; ons boeit hij zelfs meer<br />

dan <strong>de</strong> muzijk , die weer rnischt en <strong>de</strong> zang die weer klinkt,<br />

— wie ter wereld gelukkiger dan hij ? 14 is van kindsbeen<br />

allerlei krankten ten prooi geweest ; <strong>voor</strong> va<strong>de</strong>rlijk erfgoed<br />

of vermogen , heeft hij niets dan <strong>de</strong> gunst van zijnen koning;<br />

hij is maar een oud-vrijer, , en tech met wie <strong>de</strong>r gasten om<br />

hem heen , aanzienlijk , hooggeplaatst, a<strong>de</strong>llij ken en hofheeren<br />

als ze zijn, met wie zou hij willen ruilen, als hij er afstand<br />

<strong>voor</strong> moest doen van zijne kunst ?<br />

Het geviel <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n ochtend , terwijl het echtpaar aan<br />

het ontbijt zat , dat Kellgren — niet werd aangediend, hij verkeer<strong>de</strong><br />

daartoe in het huis van Lenngren op te vertrouwelijken<br />

voet , hij gaf met <strong>de</strong>zen het vermaar<strong>de</strong> dagblad Stockholm's<br />

Posten nit, — dat Kellgren binnentrad. „Dank <strong>voor</strong> het genot<br />

van gister ," was ditmaal meer don het heusche woord,<br />

waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> gast zich in het Noor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> jongst genoten gastvrijheid<br />

pleegt te herinneren, was ditmaal eene waarheid. Lenngren<br />

schoof vast een stoel aan; <strong>de</strong> bezoeker las een vraag op<br />

zijn gezigt: „Ik heb weinig geslapen, ik heb veel gedroomd,"<br />

beantwoord<strong>de</strong> hij haar, „mijn droom gold dit huis." Verbaasd


ESAIAS TEGNER FRITI110F 'S SAGA. 259<br />

zag <strong>de</strong> vriend op : „er is binnen <strong>de</strong>ze muren een schat begra-<br />

„ven , die aan het licht moat wor<strong>de</strong>n gebragt; een schat ..." <strong>de</strong><br />

gastheer wist niet wat hij van Kellgreli gelooven moest, wist<br />

nog min<strong>de</strong>r wat te <strong>de</strong>nken toen Anna Maria inviel: „toch niet!"<br />

— Zij had <strong>de</strong> bedoeling <strong>de</strong>s bezoekers gera<strong>de</strong>n. „Ma cassette<br />

„blijft mijii eigendom," ging <strong>de</strong> vrouw <strong>de</strong>s huizes <strong>voor</strong>t —<br />

„Harpagon en jupons," lachtte Kellgren , „uwe vrouw , amice!<br />

„alleen kan ons uit <strong>de</strong> verlegenheid red<strong>de</strong>n ; er is geen vers <strong>voor</strong><br />

„het dagblad van morgen; zij beeft er een schat in hare cas-<br />

„sette.” Er was iets zenuwachtigs in <strong>de</strong> beweging <strong>de</strong>r hand, die<br />

meer melk in <strong>de</strong> koffij schonk dan <strong>de</strong> gast begeer<strong>de</strong> ; hij zag het<br />

niet, hij dronk le cafe au fait, zon<strong>de</strong>r aarzelen: „een versjen ,"<br />

bad hij. „Om beoor<strong>de</strong>eld , om gehekeld te wor<strong>de</strong>n," schud<strong>de</strong><br />

Anna Maria het hoofd; — „om een genot to smaken , als ge mij<br />

„gister schonkt ," heweer<strong>de</strong> Kellgren , — en een weerschijn van<br />

<strong>de</strong>n glans <strong>de</strong>r zege schitter<strong>de</strong> uit zijne oogen ; — „<strong>de</strong> kunst ver-<br />

„goedt zoo velerlei gemis!” Het was goed gemeend — van <strong>de</strong>n<br />

dichter <strong>de</strong>r verbeelding; er was zelfs gevoel in — op zijn standpunt;<br />

maar Anna Maria rees op, en liet <strong>de</strong> heeren alleen, om<br />

toch drie dagen later een eersteling dier beroeni<strong>de</strong> verzen uit<br />

haar twee<strong>de</strong> tijdvak in Stockholm's Posten to plaatsen , „welke<br />

„zij in <strong>de</strong>n beginne het genoegen had als meesterstukjens van<br />

„Kellgren te hooren prijzen."<br />

Het leed echter maar eene wijle , toen on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong> het publiek<br />

; <strong>de</strong> scherts , die in <strong>de</strong> nieuwe galerij werd botgevierd ,<br />

had al <strong>de</strong> schalkheid <strong>de</strong>n eersten dichter <strong>de</strong>s dags eigen , maar<br />

van zijne scherpte geen zweem. Ook kondig<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kijkjens in<br />

<strong>de</strong>ze op het dagelijkseh leven gegund een blik aan, die misschien<br />

niet zoo diep doordrong als die <strong>de</strong>s meesters, maar fijner on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong><br />

; hem vergenoeg<strong>de</strong> een enkele, zware toets ; zij vermeid<strong>de</strong><br />

zich in velerlei vlugge trekken. Haar bun<strong>de</strong>ltjen ge-<br />

dichten , later door vrien<strong>de</strong>n in het licht gegeven, behoef<strong>de</strong>


260 EsAfAs TEGNER, FRITHIOF ' S SAGA.<br />

luttel aanbeveling of verklaring van <strong>de</strong>ze ; zij had in het versjen,<br />

dat het opent , <strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijkste <strong>voor</strong>re<strong>de</strong> ter wereld gesehreven.<br />

Ben read aan mijne lieve Doehter (als ik er eene had) geeft<br />

hare gansehe wereldbeschouwing bloot ; eerie vrolijke, eene vernuftige<br />

, eene vrouwelijke <strong>voor</strong>al. „Betty !" heet het, „ge zijt<br />

„uwer pop ontwassen ; neem <strong>voor</strong> het vervolg <strong>de</strong>ze lessen ter<br />

„harte, ge gaat op het groote tooneel eene glibberige baan te<br />

„gemoet , maar <strong>de</strong> gevaren van <strong>de</strong>ze zijn te ontgaan. — Trots<br />

„al het kwaad, dat men u van do wereld verhalen zal, is zij<br />

„nog <strong>de</strong> beste welke wij kennen ; wees niet ligtgeloovig noch<br />

„wantrouwend , hood het er niet <strong>voor</strong> dat alle rozen steken;<br />

„bond het °vermin <strong>voor</strong> gegeven, dat alle mannen braaf zijn! —<br />

„Alle wijsheid is begrepen in het goe<strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n blijven met<br />

„dat <strong>de</strong>gelijke bestjen , <strong>voor</strong>zigtigheid geheeten , zon<strong>de</strong>r daarom<br />

„<strong>de</strong>r aardige spring in 't veld, opgeruimdheid , haar afscheid<br />

„te geven — Verkwist uw tijd niet aan veel lezens, kind!<br />

„vrouwen vin<strong>de</strong>n er luttel baats bij ; zit <strong>voor</strong>al nooit zoo lang<br />

„met <strong>de</strong>n neus in een boekjen , dat <strong>de</strong> sans overkookt ! — Of<br />

„gelooft ge, dat ons verstand slechts nit boeken valt te ver-<br />

„liehten ? Hove Betty ! bestu<strong>de</strong>er <strong>de</strong> wereld om u heen , en ge<br />

„hebt stoffe tot <strong>de</strong>nken to over. le<strong>de</strong>r mensch is een bock, en<br />

„gees zoo dwaas , dat er niet wijsheid nit valt te leeren. —<br />

„Maar mogt ge, mijn beste! trots mijne waarschuwing , toch<br />

„tusschen <strong>de</strong> blaadjens snuffelen , doe het steelsgewijs en schuch-<br />

„ter, , en howl uw belezenheid <strong>voor</strong> u ; savantes zijn <strong>de</strong> prooi <strong>de</strong>r<br />

„satire; wee <strong>de</strong>r vrouw, , die haar vernuft als haar bouquet ten<br />

„coon draagt. — Onze bestemming is humors niet te seltitteren ;<br />

„echtgenoot , moe<strong>de</strong>r te wor<strong>de</strong>n , ziedaar wat uwe glorie mag<br />

„zijn. — Or<strong>de</strong> in uwe geriefelijke woning , innemendheid in<br />

„<strong>de</strong> wijze waarop ge ontvangt , ze waarborgen II <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> en<br />

„<strong>de</strong> dankbaarheid van <strong>de</strong>n kleinen kring u aangewezen ; als<br />

„in <strong>de</strong>ze uwe eerbare kleeding <strong>de</strong> reinheid nwer ze<strong>de</strong>n afspie-


ESAIAS TEGNI.R FRITHIOF 'S SAGA. 261<br />

„gelt , zult ge met <strong>de</strong> daad bewijzen , dat tooi , tot opschik<br />

„toe gedreven , slechts dwaasheid aankondigt. — Snater in ge-<br />

„zelschap nooit, maar zit ook niet stom als een raadsel; wees<br />

„niet kieskeurig op een woordjen, maar vel ook geen vonnis;<br />

„bovenal , Betty-lief! praat , maar hou geen re<strong>de</strong> , ge weet niet<br />

„half hoe gek dat staat ! — Een toetssteen wenseht ge <strong>voor</strong><br />

„laeh en scherts ? Laat bei<strong>de</strong> in heure verrassing hare ver<strong>de</strong>-<br />

„diging meebrengen , daar ge nooit vergeten moogt, dat men,<br />

„ja , met <strong>de</strong> geestige lacht, maar slechts achting heeft <strong>voor</strong><br />

„<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>. — Helaas ! sinds het eene ledige hoofd het leven<br />

„een last schold , en het an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> kaarten bedacht om <strong>de</strong>n<br />

„tijd te doo<strong>de</strong>n , zult ge een partijtjen moeten inaken ; maar<br />

„eer ge u aan het tafeltjen neerzet , be<strong>de</strong>nk wel, dat <strong>de</strong> mooiste<br />

„oogen leelijk wor<strong>de</strong>n als ze van winzucht glinsteren , en dat <strong>de</strong><br />

„bevallighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lippen ontvlugten , die grimmig : „pas !”<br />

„zeggen. — Er is een an<strong>de</strong>re klip , het kijken in <strong>de</strong> couran-<br />

„ten , naar meer dan eene huwelijksaankondiging ; lieve Betty !<br />

„ons huishou<strong>de</strong>n is ile republiek die ons ter harte mag gaan ,<br />

„en al onze politiek zij ons toilet. — Blijf boordjens zoomen<br />

„en linten strikken , en teeken uw borduurpatroon tegen het<br />

„vensterglas af ; geloof me, mijn kind ! yolk en land wor<strong>de</strong>n<br />

„met Gods hulpe wel buiten ons geregeerd. — 1k ben altijd<br />

„bang, dat bij <strong>de</strong> vrouw, , die zich met staatkun<strong>de</strong> bemoeit ,<br />

„een baard zal gaan uitbotten ; Betty ! wacht n zelfs <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

„stompjens ; ze zou<strong>de</strong>n u een man kunnen kosten. — En huwen ,<br />

„dat zult ge, hoe, daar zou ik een boek over kunnen vullen ,<br />

„maar laat het Bever bij eenen enkelen raad blijven en die is<br />

„<strong>de</strong>ze Wees <strong>de</strong>n man, die u beschoren blijkt , trouw, , zoo hij<br />

„trouwe verdient; wees, zoo hij dit niet doet , wees het ook<br />

„nwer matte! — Tel , wat u ook weervaren mag, tel alles ligt,<br />

„en niets zal u zwaar vallen ; bet is het groote geheim , kind-<br />

„lief! om op uw ou<strong>de</strong>n dag nog jong te sebijnen. — Het leven


262 ESA1 A S EGN Ell, F RIT HI OF' S SAGA.<br />

„vliegt to ras <strong>voor</strong>bij, om ons, bij het weinige dat wij er<br />

„bij winnen, nog het genot te ontzeggen opgeruimd te wezen ,<br />

„opgeruimd in still° geneugten tevre<strong>de</strong>n niet om <strong>de</strong>n wille<br />

„van an<strong>de</strong>ren , tevre<strong>de</strong>n om ons zelven.<br />

„Ten uwent zij <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> t'huis<br />

„En in uw harte wone vre<strong>de</strong> ;<br />

„Dan <strong>de</strong>elt gij ook <strong>de</strong>r arinste kluis<br />

„Het vrolijkst zonneschijntjen me<strong>de</strong>.<br />

„Smaak wat er zoets in 't leven steekt ,<br />

„Daar trouw ge u kweet van 's levens pligten ;<br />

„Ik heb nu lang genoeg gepreekt<br />

„En ga die ou<strong>de</strong> kant weer digten."<br />

En nu, <strong>de</strong> kleine, maar keurige galerij staat open <strong>voor</strong> wie<br />

lust heeft haar binnen te gaan. Het zijn ze<strong>de</strong>sehetsen, die<br />

vreug<strong>de</strong>looze on<strong>de</strong>rdom van dat H o ogg eb oren Echtpaar<br />

bij <strong>voor</strong>beeld, verveelziek tegenover elkan<strong>de</strong>r gezeten, hij nog<br />

stoffen<strong>de</strong> op zijne <strong>voor</strong>va<strong>de</strong>ren , schoon zijne longen hem rust<br />

gebie<strong>de</strong>n ; zij gelooven<strong>de</strong> verjongd te zijn, <strong>de</strong>wijl ze zich we<strong>de</strong>r<br />

en robe <strong>de</strong> tour heeft nitgedost; — of <strong>de</strong> dwaasheid van<br />

Freule Juliane, die van <strong>de</strong> majoorsche , hare moe<strong>de</strong>r, ,<br />

nooit an<strong>de</strong>rs hoor<strong>de</strong>, dan: „Juliane! vergeet Met uit welk<br />

„bloed ge sproot , nosh waar uw wapenbord in het koor <strong>de</strong>r<br />

11Riddarholmkerke hangt," en tech eindig<strong>de</strong> met, toen <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtig<br />

jaren <strong>de</strong> rimpels bragten , <strong>de</strong>n Lansman te trouwen, dien<br />

wijlen <strong>de</strong> majoorsche slechts in <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n persoon zou hebben<br />

aangesproken , — of <strong>de</strong> mysterien van het T oil e t , die<br />

wij u in al <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen, als wij<br />

eene kapkamer aan <strong>de</strong>n avond <strong>de</strong>r achttien<strong>de</strong> eeuw had<strong>de</strong>n<br />

to stofferen, maar van 't welk wij nu slechts <strong>de</strong> pointe trachten<br />

weer to geven: „dwazinne! wat geeft gij u al moeite om door<br />

„wie geest heeft te wor<strong>de</strong>n uitgelagchen!" — In<strong>de</strong>rdaad, <strong>de</strong><br />

kunstkenners hebben goed gezien, die haar vernuft aan dat


ESAIAS TEGNER, FRITHIOF ' S SAGA. 263<br />

van Hogarth verwant prezen ; wat het goelijkers heeft valt<br />

aan haar geslacht toe to schrijven. En echter, niet enkel<br />

vonnist zij min<strong>de</strong>r gestreng , zij gevoelt ook weer menschelijk;<br />

wilt gij Bever, haar is die hoogere zin <strong>voor</strong> schoonheid be<strong>de</strong>eld<br />

, welke <strong>de</strong>n engelschen ze<strong>de</strong>gisper vreemd blijkt. Onbarmhartig<br />

als hij , is zij in het stukjen, het Contrast getiteld<br />

, dat eene „schipponds-wigtige matrone" ten toon stelt ,<br />

haar nichtjen op het bal niet als duegne vergezellend , neen me8<br />

walzend , al verlokt ie<strong>de</strong>re beving dier „vleeschmassa" <strong>de</strong>n<br />

jongen partner tot een epigram ; — maar, als zij hetzelf<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwerp in Moe<strong>de</strong>r en Dochter an<strong>de</strong>rs opvat , en <strong>de</strong> Berate<br />

<strong>voor</strong>stelt zich , van <strong>de</strong> sofa, in <strong>de</strong> sylphidische beweging van<br />

haar lief kind verlustigend , dan vindt zij <strong>voor</strong> het laatste een<br />

paar woor<strong>de</strong>n , wier weerga geen dock van Hogarth geeft :<br />

„zij is niet blij , <strong>de</strong>wijl ze danst ; zij danst <strong>de</strong>wijl ze blij<strong>de</strong><br />

„is." Bevallig en beminnelijk tevens , daar had „<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r<br />

„<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ugd" geen oogen <strong>voor</strong> I — „Maar aehttien<strong>de</strong>-eettwsch,"<br />

zucht ge, Slot en Hut <strong>voor</strong>bijgaan<strong>de</strong>, „alwe<strong>de</strong>r die versleten<br />

„tegenstelling van verveling in overvloed en tevre<strong>de</strong>nheid bij<br />

„gebrek ;" en we gaan niet u ver<strong>de</strong>r, , in <strong>de</strong>n hock van <strong>de</strong>n<br />

mid<strong>de</strong>nstand , nit het dagelijksch leven , een treffen<strong>de</strong>n greep<br />

niet zoekend maar kiezend. Mijn man zaliger b. v. , of Wijlen<br />

engel , bet zijn karikaturen zoo ge wilt, maar die „regt-<br />

„standig uit <strong>de</strong> waarheid opschieten ,” an<strong>de</strong>rs overleeft men,<br />

als haar Cornelius en haar Greta, geene halve eeuw op <strong>de</strong><br />

lippen <strong>de</strong>s yolks — <strong>de</strong> juiste teekening van het costuum<br />

was maar eene verdienste van <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n rang; <strong>de</strong> onsterfelijke<br />

school in het comische, dat zij op <strong>de</strong> daad betrapte.<br />

An<strong>de</strong>rs, dan zij het in tal van bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n teeken<strong>de</strong> ,<br />

an<strong>de</strong>rs ontvangt thans <strong>de</strong> landgeestelijke en zijn gezin het<br />

Bezoek eener Gravinne en hare dochter, , <strong>de</strong> freule; — maar<br />

het gemis aan gevoel van eigenwaar<strong>de</strong>, <strong>de</strong> afwezigheid van


264 ESA1AS TEGNIAt FRITIIICW 'S SAGA.<br />

karakter, , het buigzieke en gedweee tegenover wereldsche hoogheid<br />

in wie eene an<strong>de</strong>re dan <strong>de</strong>ze heeten to dienen , helaas !<br />

het is gebleven ; — en als <strong>de</strong> hooge gasten ein<strong>de</strong>lijk mogen<br />

heengaan , dan vergezelt <strong>de</strong> leeraar nog gaarne „'t gezelschap<br />

„ter lin<strong>de</strong>; zijn eerzame dochter en vrouw, , zij neigen op<br />

„stoep , bij <strong>de</strong>n trap, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> win<strong>de</strong> ; nog staan ze er en<br />

„neigen nog trouw." Er is een weergalm van een woord van<br />

Voltaire : „l'erreur a son merite" in haar gelukkig gediehtjen<br />

<strong>de</strong> Knaap en zijn Speelgoed als een hoogwijs man <strong>voor</strong> het jongsken<br />

spelbreker blijkt bewijzen<strong>de</strong> dat al zijn scheepjenvaren<br />

dwaasheid is, we geven het toe. Thackeray heeft <strong>voor</strong>zeker, ,<br />

wie, die het loochent ? in zijne Virg iniers met sneer smaak en<br />

tact partij getrokken van het gevaar, waaraan een ou<strong>de</strong> coquette<br />

zich blootstelt , <strong>de</strong> ontluiken<strong>de</strong> jeugd naar <strong>de</strong> beeldtenis<br />

verwijzend , die zij eemnaal geleek , dan llievrouw Lenngren<br />

het in hare Portretten-yalerj <strong>de</strong>ed ; — mais , it faut juger<br />

les ecrits d'aprës leur date ; en ook u, jonge vrien<strong>de</strong>n ! ook<br />

u toeft een nageslacht , dat ons vast op <strong>de</strong> hielen treed-0<br />

Wie onzer zich eene bij het zijne op een Eklog zal mogen<br />

beroepen als <strong>de</strong> hare, waar<strong>voor</strong> Kellgr6n al zijn feestcantates<br />

gaarne zoo hebben geruild , die zoo volkomen <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> <strong>de</strong>s<br />

yolks <strong>voor</strong> Gustaf <strong>de</strong>n Der<strong>de</strong>n tot in <strong>de</strong> sehamelste hut toe in<br />

beeld bragt ; — wie, als zij in <strong>de</strong> Kleine Be<strong>de</strong>lares , het menschelijk<br />

meegevoel zoo aandoenlijk zal hebben gehuldigd , natnurlijk<br />

haar -geslacht <strong>de</strong>n palm toekennend ; en echter, , <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> gebreken haver zusteren niet blind, malmoertjen malkindjen,<br />

zoo lyrisch <strong>de</strong> les zal hebben gelezen , als zij het <strong>de</strong>ed in <strong>de</strong>n<br />

bedorven knaap , die Ou<strong>de</strong>rdow-troost heet , maar On<strong>de</strong>rdonts<br />

vloek heeten moest ; elk van <strong>de</strong>ze zal ten voile <strong>de</strong> populariteit<br />

verdienen , die zij in <strong>de</strong>n aanvang dozer eeuw genoot en<br />

nog niet verloor.<br />

„Eene sterre van eigen glans schitteren<strong>de</strong>" mogt Kellgren zijne


ES.AIAS TEGN1'.1t FR1T.HIOP ' S SAGA. 265<br />

vriendin begroeten; eer ze in vollen mister gloor<strong>de</strong>, was hij verschei<strong>de</strong>n<br />

; <strong>de</strong>n koning, dien hij zooveel van wat zijn levensgeluk<br />

uitmaakte , was verschuldigd , overleef<strong>de</strong> hij maar drie jaren.<br />

Maar drie jaren, alsof daarin allerlei miskenning niet hard genoeg<br />

kon vallen, alsof <strong>de</strong> donkere wolken, aan <strong>de</strong>n hemel zijns<br />

va<strong>de</strong>rlands zamenscholen<strong>de</strong>, hem geene bekommering kon<strong>de</strong>n<br />

inboezemen , <strong>voor</strong> zijn zwak gestel to zwaar. Wij zien hem <strong>voor</strong><br />

ons , eene proef van Stockholm's Posten corrigeren<strong>de</strong> ; hoe hij<br />

zijn eigen werk haastig doorloopt; hoe zijne oogen nog eene<br />

wijle opflikkeren , als hij <strong>de</strong> spelingen van haar vernuft het<br />

eerst van alien geniet. „In onze letterkundige wereld was hij<br />

„een klein man ," zoo schetste hij zich zelven zediglijk, luttel<br />

dagen <strong>voor</strong> zijnen dood , in een brief aan een vertrouwd vriend;<br />

„zijne talenten waren weinige. Hij bezat misschien niet wat men<br />

„genie noemt. Hij schreef nod), groote noch gewigtige werken.<br />

„Slechts had hij, welligt in hoogeren graad dan een zijner<br />

„me<strong>de</strong>dingers , iets eigena,ardigs ; bet was zijn liver <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

„bloei , <strong>voor</strong> <strong>de</strong> glorie <strong>de</strong>r zweedsche letteren , die hem gedu-<br />

„ren<strong>de</strong> zijn gansche ziekelijk leven bijbleef en nog zijn laatste<br />

„hartstogt bleek in bet oogenblik , dat hij <strong>de</strong>ze regels schreef.”<br />

Anna Maria Lenngren word door hem aan bet licht gebragt!<br />

Anna Maria Lenngren zon in <strong>de</strong> schatting van haar yolk nog<br />

hooger stijgen ; het was eene (tier weinige betrekkingen, welke<br />

hij zich zon<strong>de</strong>r een zweem van verwijt of van smarte herinner<strong>de</strong>;<br />

hoe dankbaar gedacht hij <strong>de</strong> geneugten ten harent gesmaakt;<br />

was zij bet hem ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vermaardheid, welke zij zich had<br />

verworven? De dichter van <strong>de</strong> Wereld <strong>de</strong>r Verbeelding geloof<strong>de</strong><br />

ten minste , dat zij eerie vergoeding <strong>voor</strong> het geniis <strong>de</strong>r hoogste<br />

levensvreng<strong>de</strong> in doze had gevon<strong>de</strong>n ! — er was eene scherpzien<strong>de</strong><br />

kritiek , die mevrouw Lenngren al <strong>de</strong> tee<strong>de</strong>rheid van<br />

gevoel ontzeg<strong>de</strong>, welke tot <strong>de</strong> beminnelijkste gaven van het<br />

vrouwelijk karakter behoort ; en echter, , <strong>de</strong>ze bedroog zich als


266 ESAIAS TEGYER, FRITHIOE ' S SAGA.<br />

gene. Anna Maria had behoefte te verzorgen , op te voe<strong>de</strong>n ;<br />

lief te hebben , en nam eene dochter haars broe<strong>de</strong>rs aan; toen<br />

het lieve kind in <strong>de</strong>n bloei <strong>de</strong>s levees het slagtoffer eener zenuwziekte<br />

was gewor<strong>de</strong>n , toen geen hoop op herstel harer verstan<strong>de</strong>lijke<br />

vermogens overbleef, zag niemand <strong>de</strong> tranen , die zij<br />

in stilte schrei<strong>de</strong> ; maar wie <strong>de</strong> gastvrouw volkomen ken<strong>de</strong> ,<br />

hij vroeg later nooit waarom , to mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r gezellige vreug<strong>de</strong>,<br />

on<strong>de</strong>r scherts en lath, zij soms eensklaps diep znchtte; — „welk<br />

„een smalle grens !" huiver<strong>de</strong> ze dan , <strong>de</strong> hand aan het hoofd<br />

brengen<strong>de</strong> , en werd verstaan. Hul<strong>de</strong> ? Anna Maria zag ze zich<br />

wij<strong>de</strong>n, tot in <strong>de</strong>n verfijndsten vorm, tot op <strong>de</strong> meest zeldzame<br />

wijze. Ben poetische kalen<strong>de</strong>r maakte opgang, omdat zij er<br />

toe bijdroeg; graaf Gyllenborg las, in 1797, in <strong>de</strong> Zweedsche<br />

aca<strong>de</strong>mie eene o<strong>de</strong> tot haren lof, en eene <strong>de</strong>putatie nit <strong>de</strong>ze<br />

bragt haar <strong>de</strong> be<strong>de</strong> aller le<strong>de</strong>n over, hare versprei<strong>de</strong> verzen<br />

ein<strong>de</strong>lijk bijeenverzameld nit to geven ; maar <strong>de</strong> wierook bedwelm<strong>de</strong><br />

haar het hoofd niet ; het harte is buiten zijn bereik.<br />

Een Drown, was haar antwoord op Gyllenborg's hoffelijkheid,<br />

die als bewon<strong>de</strong>raar van Hedvig Charlotte Nor<strong>de</strong>nflycht was<br />

begonnen , die als bewon<strong>de</strong>raar van Anna Maria Lenngren besloot<br />

; een droom , in welken <strong>de</strong> Sappho, die ge nog niet moogt<br />

zijn vergeten , zich bij <strong>de</strong>n zanger van Atie en Camilla beklaagt ,<br />

dat Gyllenborg zij eerste lief<strong>de</strong> om zijne laatste ontrouw<br />

werd, dat hij nu, in plaats eener zwerfzieke zangeresse, wier<br />

genie haar verre over <strong>de</strong>n Belt had gevoerd , eene huisvrouw<br />

prees , die „geen bladzij<strong>de</strong> in Bayle had gelezen," en „haast<br />

„nooit van honk was."<br />

„Haast nooit van honk!" wij zoeken vruchteloos , <strong>de</strong>wijt het<br />

eene beschaaf<strong>de</strong> en begaaf<strong>de</strong> vrouw geldt , eene keuriger uitdrukking,<br />

die even goed kenschetst ; het is bei<strong>de</strong> <strong>de</strong> lof en <strong>de</strong><br />

laster harer eigenaardige poezij. „Haast nooit van honk!" het<br />

woord heeft zijne waar<strong>de</strong> om eene dichtkunst aan te dui<strong>de</strong>n,


ESA1AS TEGNEE FRITII1OF'S SAGA. 267<br />

<strong>voor</strong> 't minst gezond en geestig van opvatting, wat zij ook in<br />

on<strong>de</strong>rwerp te wenschen overliet ; en met welke wij hopen dat<br />

gij u niet beklaagt vlugtig kennis te hebben gemaakt , al getheft<br />

ge geen oogenblik dat het hare populariteit was, welke<br />

Tegner benijd<strong>de</strong> of belemmer<strong>de</strong>. Wat hem ook mismoedig maken<br />

mogt, het was niet dat het buiten zijn bereik lag, ironisch of<br />

humoristisch stouter vlugt te nemen dan doze muze wagen dorst;<br />

welke an<strong>de</strong>re zweef<strong>de</strong> hem dan toch van verre <strong>voor</strong>? Hoe <strong>de</strong><br />

opmerkingen over binnenhuis , genrestukjen , klein historieel<br />

<strong>voor</strong>al , met welke wij dit <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van ons opstel begonnen,<br />

ons hier gelegenheid geven eene te vaak verzuim<strong>de</strong> les min<strong>de</strong>r<br />

in beeld to brengen dan met een <strong>voor</strong>beeld te bevestigen. Wij<br />

<strong>de</strong><strong>de</strong>n vermoe<strong>de</strong>n , welk gevaar er in schuilen kon , zich in<br />

zijne stoffe te vergrijpen , aan een <strong>voor</strong>bijgaand belang een<br />

<strong>voor</strong>tdurend toe to kennen; bier hebt ge <strong>de</strong> proef op <strong>de</strong> som. Het<br />

is jaren gele<strong>de</strong>n , en toch heugt bet ons nog, bet genot dat wij<br />

gesmaakt hebben in een maar mid<strong>de</strong>lmatig gepenseel<strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling<br />

van: Gustaf III on<strong>de</strong>r zijne aca<strong>de</strong>nzisten; — zij gaf<br />

niet enkel gewaarwordingen , zij gaf ook gedachten , — als ge<br />

haar bevallig hadt geprezen , voeg<strong>de</strong>t gij er belangrijk bij , —<br />

<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong>n geest in het Noor<strong>de</strong>n werd door haar<br />

toegelicht! Er <strong>voor</strong> stilstaan<strong>de</strong>, vroegt gij u zelven onwillekeurig<br />

af, welke schre<strong>de</strong> <strong>de</strong> beschaving <strong>voor</strong>waarts gedaan had, en<br />

ie<strong>de</strong>re gestalte gaf op hare beurt en in bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n antwoord;<br />

er was een feit, en dat feit was studio waardig. An<strong>de</strong>rs echter<br />

ging het ons met <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> schetsen, welke onze toenmalige gasthoer,<br />

, tactloos genoeg, daarna <strong>de</strong> rondo <strong>de</strong>r tafel liet doen : het<br />

eene blad een omtrek van <strong>de</strong> opheffing <strong>de</strong>r Zweedsche aca<strong>de</strong>mie<br />

in 1795, het an<strong>de</strong>re, <strong>de</strong> heropening van dat geletterd ligchaam<br />

in 1796 gewijd. Verkwist talent, helaas! Er word niet weinig<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elens vereischt om ons dui<strong>de</strong>lijk to maken, dat <strong>de</strong> intreere<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong>n dichter Silfverstolpe, dat <strong>de</strong> lof, door <strong>de</strong>zen aan zijn


268 ESAIAS TEGsilt, FRITHIOF ' S SAGA.<br />

<strong>voor</strong>ganger graaf Axel Fersen gewijd , aanleiding had gegeven<br />

tot hofkabaal ; dat <strong>de</strong> toenmalige gunsteling van <strong>de</strong>n voogd <strong>de</strong>s<br />

min<strong>de</strong>rjarigen konings, Reuterholm niet had gerust, eer hij zich<br />

zoowel op <strong>de</strong>n gekozene als op <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n, die verzuimd had<strong>de</strong>n hem<br />

to kiezen, had gewroken! Verdien<strong>de</strong> het <strong>de</strong>r nakomelingschap te<br />

wor<strong>de</strong>n overgebriefd, zelfs met potlood? Lang, gij ziet het aan<br />

<strong>de</strong> twee jaartallen, lang had <strong>de</strong> opheffing niet geduurd; toen <strong>de</strong><br />

zoon <strong>de</strong>s grooten versehei<strong>de</strong>nen meer<strong>de</strong>rjarig was gewor<strong>de</strong>n, had<br />

hij , met <strong>de</strong> overige instellingen zijns wa<strong>de</strong>rs , ook <strong>de</strong>ze vermaking<br />

aanvaard; er viel partij van haar te trekken we<strong>de</strong>r<br />

gingen hare dubbele <strong>de</strong>uren open, we<strong>de</strong>r kwamen hare le<strong>de</strong>n<br />

zaam. Het werd ons op <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> teekening veraansehouwelijkt;<br />

maar waartoe? School er welligt een diepe zin in <strong>de</strong> tegen-<br />

stelling door bei<strong>de</strong> vorsten opgeleverd? Op ze<strong>de</strong>lijk gebied mogt<br />

dat missehien het geval zijn, maar daarvan was hier geen<br />

sprake ; op dat van wetensehap en kunst had <strong>de</strong> eene noch <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re refit op onsterfelijkheid. Carl, hertog van SO<strong>de</strong>rmanland<br />

verdiepte zich gaarne in <strong>de</strong> geheimenissen <strong>de</strong>r vrijmetselarij ,<br />

en Gustaf <strong>de</strong> Vier<strong>de</strong> Adolf <strong>de</strong>ed er zich op to good, <strong>de</strong> Apocalypsis<br />

to begrijpen; wien geeft gij <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur ? Was dan<br />

welligt <strong>de</strong> dicliter, om wiens vrijmoedige intreere<strong>de</strong> do Aca<strong>de</strong>mie<br />

gesloten word, of <strong>de</strong> man van geboorte , wiens verkiezing op<br />

hare heropening volg<strong>de</strong> , bijzon<strong>de</strong>r merkwaardig? Bei<strong>de</strong> zijn<br />

vergeten. De eene sehets als <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re was louter een misgreep<br />

, — <strong>de</strong> tijdgenoot ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>vallen een gewigt toe,<br />

dat ze blijkbaar niet had<strong>de</strong>n — of Zwe<strong>de</strong>n het eenige land ter<br />

wereld ware 't gem zulk klein historieel oplevert! Eon vrotne<br />

wensch ! docb bij welken gij da<strong>de</strong>lijk moor zult winnen, dan<br />

men gewoonlijk bij <strong>de</strong>rgelijke doet. hunters, indien wij ons<br />

<strong>de</strong>n weerzin niet had<strong>de</strong>n herinnerd , met welken wij <strong>de</strong> luttel<br />

bedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n dier bei<strong>de</strong> teekeningen lang bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />

; indien wij ons niet verstout had<strong>de</strong>n een wenk te


ESAIAS TEGNER, FRITI-II0F ' S SAGA. 269<br />

geven, waartoe niet zij alleen aanleiding mogten heeten ; misschien<br />

waren wij zelven , in het omzien naar <strong>de</strong> dichters met<br />

welke Tegner had te wedijveren , verleid Langer bij Leopold<br />

stil te staan , dan zijne verdiensten eischten. Het is Beene alledaagsche<br />

verzoeking , want het zes<strong>de</strong> , het tijdperk <strong>de</strong>r zweedsche<br />

letterkun<strong>de</strong> , waarin wij ons verplaatst hebben , draagt<br />

zjnen naam. Leopold, die erotische o<strong>de</strong>s, die treurspelen , wier<br />

stoffe aan romeinsche en scandinavische geschie<strong>de</strong>nis was ontleend<br />

, die ze<strong>de</strong>lijke zangen had gezongen en geschreven ; Leopold<br />

die Keur ran Mengelingen uitgaf, , gold dien tijd een genie.<br />

Wilt gij er gezag <strong>voor</strong>'? Sergel had zijne beeldtenis gemo<strong>de</strong>lleerd<br />

— on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n kring van beWon<strong>de</strong>raars was er een<br />

enkele , die <strong>de</strong> gelijkenis niet treffend vond. Ms schier ie<strong>de</strong>r<br />

kunstenaar, , had Sergel over zijne kunst zijn eigen begrippen ;<br />

hij beweer<strong>de</strong> slechts <strong>de</strong> sprekendste trekken te moeten geven ;<br />

maar ditmaal beriep hij zich niet 'outer op die vrijheid ; zijn<br />

antwoord was eene lofre<strong>de</strong>: „Ge moet die beeldtenis niet zoo<br />

„van nabij bezien ; ge moet u haar <strong>voor</strong>stellen in eenen tem-<br />

„pel op eene hooge plaatse gezet, zoo als <strong>de</strong> nawereld <strong>de</strong>n<br />

„dichter zal aanschouwen.” Nog eens dus : Leopold omstuwd van<br />

Oxenstjerna en Adlerbeth , <strong>de</strong> overgeblevene meesters uit een<br />

vroegere dichtschool , van Silfverstolpe en Valerius , en tal van<br />

kleinere lichten uit <strong>de</strong> toenmalige, Leopold schijnt zoo gelukkig<br />

eene stoffe <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n pendant van Kellgren , u in het gustavisch<br />

tijdvak geschetst , Kellgren , wiens zetel hij bad ingenomen ,<br />

wiens staf hij zwaai<strong>de</strong>. En echter hou<strong>de</strong>n wij ons woord , echter<br />

wachten wij ons wel <strong>voor</strong> <strong>de</strong> poging , want, <strong>de</strong> schim van Sergel<br />

vergeve het ons, als die van Tegner, , welke hem ook levenslang<br />

bleef bewon<strong>de</strong>ren , Kellgren te lezen is nog een genot ,<br />

Leopold vergt geduld.<br />

An<strong>de</strong>r licht, an<strong>de</strong>re oogen , een an<strong>de</strong>re kreet —<br />

En <strong>de</strong> Tijd is nabij, die zijn schijnsel vergeet.


270 ESKIAS TEGNER, FRITILIOF'S S&GA.<br />

Leopold vrees<strong>de</strong> het naauwelijks dat <strong>de</strong>ze spoedig <strong>voor</strong> hem<br />

aanbreken zou<strong>de</strong>; Tegner vermoed<strong>de</strong> minst van alien, wie tot<br />

opvolger was besternd ; <strong>de</strong> toekomst was noch <strong>de</strong>n een noch<br />

<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>r hel<strong>de</strong>r. Leopold tel<strong>de</strong> vijftig jaren en vlei<strong>de</strong> zich<br />

dat <strong>de</strong> tijd stil zou staan , als hij <strong>de</strong>ed — een alledaagsch<br />

verschijnsel, maar verklaarbaar<strong>de</strong>r in zijne rijpheid dan in schier<br />

eenige vroegere of volgen<strong>de</strong>. Tegner beleef<strong>de</strong> <strong>de</strong> gul<strong>de</strong>n vijf en<br />

twintig, en wist niet wat zijne hand zou vin<strong>de</strong>n to doen; was<br />

het zoo vreemd als het schijnt ? ...... Voorbij bleken <strong>de</strong> dagen,<br />

in welke <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n vrijheid en verlichting niet enkel op aller<br />

lippen had<strong>de</strong>n gezweefd , maar waarin ook <strong>de</strong> e<strong>de</strong>lsten van 011S<br />

geslacht in geheel Europa zich had<strong>de</strong>n gevleid, dat ein<strong>de</strong>lijk<br />

eene gul<strong>de</strong>n eeuw <strong>voor</strong> <strong>de</strong> menschheid aanlichtte! G-eweest was<br />

<strong>de</strong> tijd, waarin koning Gustaf Kellgren gaarne het oor leen<strong>de</strong> ,<br />

als <strong>de</strong>ze in zijne Vijan<strong>de</strong>n <strong>de</strong>s Lichts geen enkel <strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>el<br />

spaar<strong>de</strong> , en <strong>de</strong> monarch slechts glimlagchend <strong>de</strong>n vinger ter<br />

waarschuwing ophief, teen <strong>de</strong> dichter, schertsend, tot <strong>de</strong>n brand<br />

toe in zijne bescherming nam ; nit <strong>de</strong>n bouwval kon een paleis<br />

verrijzen. 1793 had niet enkel <strong>de</strong> vorsten doen sid<strong>de</strong>ren , ook<br />

<strong>de</strong> volken had<strong>de</strong>n gehuiverd , — allengs kwam men tot <strong>de</strong><br />

overtuiging, dat het groote gedachten had gesn eeu wd! Kilte<br />

volg<strong>de</strong> <strong>de</strong> koorts op ; <strong>de</strong> dagen <strong>de</strong>r resignatie waren gekomen;<br />

Leopold was <strong>de</strong> dichter van <strong>de</strong>ze. „Resignatie ," wij brengen<br />

And. Fryxell gaarne hul<strong>de</strong> <strong>voor</strong> zijne scherpzinnige Bijdragen<br />

tot <strong>de</strong> Gesekie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Zweedsche Letteren , aan welke wij <strong>de</strong>ze<br />

<strong>de</strong>finitie ontleenen: „resignatie is die stemming <strong>de</strong>s gemoeds ,<br />

„welke het gezochte i<strong>de</strong>aal nog lief' heeft, maar door <strong>de</strong>n on-<br />

„gelukkigen uitslag van vroegere pogingen em het to verwezen-<br />

„lijken , <strong>de</strong> hoop op eenige ware verbetering van het mensche-<br />

„ lijk maatschappelijk leven , op echte beschaving onzes geslachts<br />

„heeft verloren , en zich daarom , hetzij met stoische on<strong>de</strong>rwer-<br />

„ping of met epicuristisehe ligtzinnigheid, in het tegenwoordige,


ESAIAS TEGNÉK, FRITHIOVS SAGA. 271<br />

„wat het ook te wenschen overlate , voegt." Lie<strong>de</strong>kens, leerdicht<br />

en satire zijn <strong>de</strong> vormen waarin zij liefst zich uit ; en<br />

terwijl Leopold <strong>de</strong>n didactischen in zijn dichtstuk <strong>de</strong> Leeraar<br />

koos, beoefen<strong>de</strong> Valerius het eerste en Silfverstolpe het laatste<br />

dier genres; we mogen maar omtrekken. Ons zij eene herinnering<br />

aan mevrouw Lenngren's Raad aan nifjne Doehter veroorloofd<br />

, en dan slaan we Tegner's eerstelingen op en treffen<br />

in <strong>de</strong>ze twintig taaije coupletten aan, <strong>de</strong> Wfjze getiteld, — een<br />

misgreep dien wij vermel<strong>de</strong>n en ver<strong>de</strong>r gaan. G-eloof niet dat<br />

wij hem die zoo geree<strong>de</strong>lijk kwijtschel<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>wiji we er geene<br />

an<strong>de</strong>re van <strong>de</strong>.nzelf<strong>de</strong>n aard in gewaar wor<strong>de</strong>n ; integen<strong>de</strong>el, <strong>de</strong><br />

graauwtjens zijn ook bij hem vele, maar we zien evenmin <strong>voor</strong>bij,<br />

hoe weinig vre<strong>de</strong> zijn warm gemoed had met die koele, kleurlooze<br />

wereld- en levensbeschouwing, hoe hem uit <strong>de</strong>ze &listernis<br />

dorstte naar licht. Enkele kreten , van die behoefte getuigen<strong>de</strong><br />

, wegen , in onze schatting, hon<strong>de</strong>rdmalen <strong>de</strong> welgeslaag<strong>de</strong><br />

nagalmen op van Leopold's gekunstel<strong>de</strong>n ernst en opgeschroef<strong>de</strong><br />

ze<strong>de</strong>lijkheid. Weerhou<strong>de</strong>n wij daarom bij natuurbeschrijvingen,<br />

die aan Oxenstjerna , bij gevoelsuitingen , die aan Lidner herinneren<br />

, <strong>de</strong> vraag: „waarom waag<strong>de</strong> hij geen bilk over <strong>de</strong><br />

„grenzen?" Voorzeker niet ; maar ze is naauwelijks gedaan, of<br />

ook het antwoord gegeven ; het ligt <strong>voor</strong> ons, het spreekt uit een<br />

vertaling van een <strong>de</strong>r somberste verzen van Schiller, <strong>de</strong> Nienwjaarsklagt<br />

van 1807. Een teeken dier dagen. Voor onzen tijd,<br />

die op het gebied van <strong>de</strong>n geest alle tolboomen heeft opgeheven,<br />

die <strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong> volken ziet verlustigen in zoo levendig een<br />

verkeer als wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verst van elkan<strong>de</strong>r verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong> door<br />

bergen noch stroomen langer geschei<strong>de</strong>n , als waren er geene<br />

zeeen meer, , <strong>voor</strong> ons, zijne kin<strong>de</strong>ren , valt het moeijelijk zich<br />

<strong>voor</strong> te stellen , hoe alles <strong>voor</strong> vijf en zeventig, <strong>voor</strong> vijftig<br />

jaren in dit opzigt an<strong>de</strong>rs was, hoe vreemd buren <strong>de</strong> een <strong>de</strong>n<br />

aer bleven. Er was bij statelijke gelegenhe<strong>de</strong>n sprake van een


272 ESAIAS TEGNijt FRITHIOVS SAGA.<br />

gemeenebest <strong>de</strong>r letteren , maar school' men er zich burger van<br />

geloof<strong>de</strong> , wie die er in leef<strong>de</strong> , of het niet een rijk in het verre<br />

verle<strong>de</strong>n, of het eene waarheid <strong>de</strong>s tegenwoordigen tijds ware?<br />

Een <strong>voor</strong>beeld weegt hon<strong>de</strong>rd vertoogen op: hoe weinig indruk<br />

hebben <strong>de</strong> eerste , <strong>de</strong> frissche scheppingen van <strong>de</strong>n grooten<br />

haeester, , van <strong>de</strong>n jeugdigen Gothe gemaakt op die kunstgenooten<br />

, welke slechts even over <strong>de</strong> grenslijnen van hun klein<br />

land had<strong>de</strong>n te blikken , om ze gewaar te war<strong>de</strong>n en te<br />

nieten ? Het toenmalig Zwe<strong>de</strong>n was in dat opzigt het evenbeeld<br />

van het toenmalig Ne<strong>de</strong>rland. Het was er erger aan toe.<br />

Het laatste moge zoo min als het eerste oog hebben gehad<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n ommekeer, , door Cowper en Burns op <strong>de</strong>n britschen<br />

zangberg <strong>voor</strong>bereid en voltooid , een nieuw lied <strong>voor</strong> nienwe<br />

noo<strong>de</strong>n, aan het eerste ontgaat wat zelfs het laatste opmerkt,<br />

het allengs dieper verval <strong>de</strong>r fransche dichtkunst , zich in onmagt<br />

overlevend en tech nog gehuldigd en gevierd. Er is we<strong>de</strong>r<br />

overeenstemming zoodra wij <strong>de</strong> namen van Schiller en G-Othe<br />

noemen. Het hartstogtelijke treft , boeit , sleept mo<strong>de</strong>; — <strong>de</strong><br />

hoogere , <strong>de</strong> heilige kunst , die van waardigheid weet, die zich<br />

zelve genoeg is, die vre<strong>de</strong> zoekt en vre<strong>de</strong> vindt, <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke<br />

laat koel. Ondanks <strong>de</strong> verontschuldiging , die in <strong>de</strong> algemeenheid<br />

<strong>de</strong>s verschijnsels ligt, bevreemdt het ons bij Tegner, die<br />

<strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>n lief had, die in hunnen geest zocht door to dringen ;<br />

beklagen wij er hem te meer daar hij in <strong>de</strong>zen waardiger<br />

<strong>voor</strong>beeld zou hebben nagevolgd , dan in die bei<strong>de</strong> land- en tijdgenooten<br />

, welke wij n thans hebben <strong>voor</strong> to stellen. Gelukkig<br />

<strong>voor</strong> u en <strong>voor</strong> ons bezitten <strong>de</strong>ze grootere verdiensten dan die,<br />

dat Tegner ze een oogenblik benij<strong>de</strong>nd ga<strong>de</strong>sloeg, en hen, beweert<br />

men, hunne oorspronkelijkheid trachtte of te zien.<br />

„Een beer, een Finn° ," had <strong>de</strong> dienstmaagd tot <strong>de</strong>n hoogleeraar<br />

Norberg gezegd, die, al werd zjn stu<strong>de</strong>ervertrek schoon<br />

gemaakt, druk bezig met een arabisch handschrift , in een hoek


ESA AS TEGNER, NRITIIIOCS SIGN. 273<br />

was blijven zitten, „een beer, een Finne verlangt <strong>de</strong>n professor<br />

„te spreken." Norberg is immers uw geheugen nog niet ontgaan<br />

; se<strong>de</strong>rt hij Tegnër <strong>de</strong>n eersten graad in bet Grieksch niet<br />

wil<strong>de</strong> geven ?<br />

En wat het dubbel gedruisch van stoffer en ragebol , wat <strong>de</strong><br />

ruwe a<strong>de</strong>m van <strong>de</strong>n herfstwind , die door <strong>de</strong> openstaan<strong>de</strong><br />

vensters blies , niet in staat waren geweest te weeg te brengen,<br />

dat gelukte <strong>de</strong>n eisch <strong>de</strong>r gastvrijheid. Norberg, die om stof<br />

noch togt gaf ; die met al <strong>de</strong> halsstarrigheid van een oud-vrijer,<br />

wat hij <strong>de</strong> grillen zijner zuster noem<strong>de</strong>, haar schoonmakenslust<br />

trotseer<strong>de</strong>, hij reel op nit <strong>de</strong>n hoek ; het muziekale gehoor van<br />

het meisjen had Diet <strong>voor</strong> nietmetal <strong>de</strong>n finschen tongval on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.<br />

„Zoo ," zei<strong>de</strong> <strong>de</strong> hoogleeraar, , „een Finne !" en<br />

hij rol<strong>de</strong> bet handscbrift zorgvuldig op , en <strong>voor</strong>t schreed <strong>de</strong><br />

reusachtige man, <strong>voor</strong>t, vast het staatsievertrek binnen in 't<br />

welk hem een jongeling verbeid<strong>de</strong>.<br />

„Ga zitten, mijnheer!" wenkte Norberg heusch; hij was <strong>de</strong><br />

stoornis zijner studio vergeten ; <strong>de</strong> sterkte bleek ontvankelijk<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> schoonheid ; — die jonge man, met het hooge <strong>voor</strong>hoofd<br />

, met <strong>de</strong> donkere lokken , jupiterachtig <strong>de</strong>n sche<strong>de</strong>l ontspringend<br />

en langs <strong>de</strong> fijne slapen afzwierend , met <strong>de</strong> oogen<br />

vol geest en gevoel , hij nam hij <strong>de</strong>n eersten blik <strong>voor</strong> zich in.<br />

On<strong>de</strong>r onze beschrijving had <strong>de</strong> Fin zijn naam genoemd.<br />

„Franzen ?" herhaal<strong>de</strong> Norberg, „Franzen!" en zeg<strong>de</strong>, zon<strong>de</strong>r<br />

antwoord of te waehten , <strong>voor</strong> zich zelven op, Bever nog, zong<br />

half lui<strong>de</strong>:<br />

„Over 't woad <strong>de</strong>r eeedren lichtte,<br />

„Daar <strong>de</strong> yurpren sluijer zwichtte ,<br />

„'s Werelds zes<strong>de</strong> dag,<br />

„En <strong>de</strong> Ol<strong>de</strong>n vlin<strong>de</strong>r kuste<br />

„ 't Roosjen wakker nit <strong>de</strong> ruste ,<br />

Looter lieven Inch 1"<br />

Studien en Sehetsen III 18


274 ESAIAS TEGNElt FRITHIOF' S SAGA.<br />

En vroeg toen nog eens, terwijl <strong>de</strong> jonkman blijkbaar verlegen<br />

zijn groote oogen neersloeg: „Franzen? dan zijt gij <strong>de</strong><br />

„zoon van dien Franzen , die '8 Menschen Aangezigt heeft<br />

„geschreven ?"<br />

„Nees, professor ! dat versjen maakte ik."<br />

De zedigheid in <strong>de</strong>n toon , waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> bekentenis werd<br />

uitgebragt , is ligter weer te geven , dan <strong>de</strong> verrassing die <strong>de</strong>n<br />

jonkman overviel, toen hij Norberg op zag springen , in drie<br />

schre<strong>de</strong>n naar eene zij<strong>de</strong>ur stappen , <strong>de</strong>ze openstooten , en<br />

hem lui<strong>de</strong> hoor<strong>de</strong> roepen „Zuster ! zuster ! wij zullen gasten<br />

„zien ; '8 Menschen dangezigt is hier."<br />

„Welkom , vviend !" voer hij <strong>voor</strong>t , terwijl hij zich we<strong>de</strong>r<br />

tot zijn gast wend<strong>de</strong> en dozen hartelijk <strong>de</strong> hand drukte , „ge<br />

„zijt on<strong>de</strong>r goe<strong>de</strong> beken<strong>de</strong>n , dat ziet ge. 't Is een allerliefst<br />

„vers ; een enkele trek past kwalijk in het paradijs ," en <strong>de</strong><br />

groote orientalist zag Franzen schalk aan.<br />

„'t Zal „<strong>de</strong> sneeuw zijn, die verschiet van verwe ," " herinner<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> dichter zich <strong>de</strong>n regel , „het is een echt-noordsch effect."<br />

„Bravo ," zei Norberg, „hij heeft er zoo min iets te maken,<br />

„man ! als „<strong>de</strong> rots" waarop gij hem liggen laat, maar ik ben<br />

„<strong>de</strong> onhoffelijkste gastheer ter wereld; — werwaarts gaat <strong>de</strong><br />

„reize en wat kan ik <strong>voor</strong> u doen ?"<br />

„O, ge zijt <strong>de</strong> hartelijkheid zelve!" viol Franzen in en <strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

Norberg mo<strong>de</strong>, dat hij een togt door Denemarken, Duitschland ,<br />

Frankrijk en Engeland had gedaan en thans op zijne terugreize<br />

was naar Itbo , aan welks hoogeschool <strong>de</strong> vier-en-t wintigjarige<br />

— we zijn in 1796 — tot bibliothecaris was benoemd.<br />

Norberg, wiens hart openging als hij van reizen hoor<strong>de</strong>, die<br />

zelf in het verre Oosten was geweest, had allerlei vragen, en<br />

wi<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vele antwoor<strong>de</strong>n , welke <strong>de</strong>ze uitlokten, waren eenige,<br />

die gij mo<strong>de</strong> hooren moogt. Franzen had <strong>de</strong>n twee-en-zeventigjarigen<br />

Klopstock op zijn klein landgoed , in <strong>de</strong> buurt van


ESA1AS TEGNER FRITH -1010' S SAGA. 275<br />

Hamburg, bezocht; Franzen had in bet theater Fey<strong>de</strong>au te<br />

Parijs het toenmalig Directoire allerlei spotternij zien prijs gevett;<br />

Franzen had in het parlement Sheridan gehoord en bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>zen , als spreker, , meer dan bei<strong>de</strong> Pitt en Fox.<br />

„En reis<strong>de</strong>t ge alleen?" vroeg Norberg. „Toth niet," hernam<br />

Franzen, „mijn jonge , rijke vriend Carl Fr. Bremer draagt<br />

„<strong>de</strong> beurs ;" het is eene bijzon<strong>de</strong>rheid, welke het ons naauwelijks<br />

zou zijn ingevallen u me<strong>de</strong> to <strong>de</strong>elen, als <strong>de</strong>ze niet <strong>de</strong><br />

va<strong>de</strong>r van Fre<strong>de</strong>rica Bremer was gewor<strong>de</strong>n. „En zijt ge Selma<br />

in <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong> getrouw gebleven ?" schertste Norberg, <strong>de</strong><br />

oud-vrijer, , die beweer<strong>de</strong> maar eens , in Italie, verliefd te zijn<br />

geweest; een geheim , dat we u niet zou<strong>de</strong>n hebben verklapt,<br />

ads die nieuwsgierigheid van <strong>de</strong>n vijftigjarige, als <strong>de</strong>ze wen-<br />

ding <strong>de</strong>s gespreks ons niet gelegenheid gaf tot ons on<strong>de</strong>rwerp<br />

weer to keeren.<br />

Franzen beken<strong>de</strong> , blozen<strong>de</strong>, nog niet verloofd te zijn.<br />

En wie was Selma dan ? Selma, het viel <strong>de</strong>n oud-vrijer to<br />

vergeven, dat hij zich had vergist; Selma was louter <strong>de</strong> zangster<br />

<strong>de</strong>s dichters, maar die, in 's Menschen Aanyezigt , ook<br />

door jeugdiger oogen , <strong>voor</strong> zijne liefste werd aangezien. Het<br />

dichtstukjen verplaatst n, als ge misschien reeds uit <strong>de</strong> aangehaal<strong>de</strong><br />

regels vermoed<strong>de</strong>t , in het E<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n zes<strong>de</strong>n dag;<br />

„<strong>de</strong> Schepper prentte zijn zegel op zijn werk, en werd in dien<br />

„spiegel zijn beeld gewaar." In melodische verzen gaat <strong>de</strong> dichter<br />

<strong>de</strong> materialisten zijns tijds to keer: hij wordt <strong>de</strong> ziel in<br />

het menschelijk gelaat gewaar, en wijsheid , hel<strong>de</strong>nmoed, genie<br />

leveren treffen<strong>de</strong> regels. „Waar blijft <strong>de</strong> schoonheid ?" vraagt<br />

ge, en Selma verschijnt, bloo<strong>de</strong> en tee<strong>de</strong>r, , weldoen<strong>de</strong> en vertroosten<strong>de</strong><br />

, ten hemel varen<strong>de</strong> om door <strong>de</strong> engelen to wor<strong>de</strong>n<br />

begroet en bewon<strong>de</strong>rd ; Norberg vergreep zich toen hij haar<br />

nog aardsche geloof<strong>de</strong>. Het was niet geheel zijne schuld. Stock-<br />

holm's Pesten, het dagblad waarin <strong>de</strong> eerstelingen van Frans


276 ESAIAS TEGNER, FRITHIGF' S SAGA.<br />

Michael Franzen wer<strong>de</strong>n opgenomen , waarin <strong>de</strong>ze er zich zijne<br />

vroege vermaardheid door verwierf, , had, on<strong>de</strong>r het naarnebfer<br />

F—n, meer versjens van <strong>de</strong>zen <strong>de</strong>r algemeene bewon<strong>de</strong>ring<br />

prijs gegeven , die <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> van Fanny en Edvin schil<strong>de</strong>ren ,<br />

en Selma zweef<strong>de</strong> over bei<strong>de</strong> ; Norberg verwar<strong>de</strong> misschien <strong>de</strong><br />

laatste met <strong>de</strong> eerste. Ge zoudt het nog kunnen doen , lezer !<br />

wanneer on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> dichtstukjens , die thans <strong>voor</strong> algemeenen<br />

titel , <strong>de</strong> namen van Selma, en Fanny dragon, niet een versjeu<br />

, in 't welk <strong>de</strong> betrekking tusschen bei<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk<br />

wordt gemaakt : Selma blijkt Fanny's moe<strong>de</strong>r. Zon<strong>de</strong>rling,<br />

zegt ge , — zon<strong>de</strong>rling , zeggen wij u na , van <strong>de</strong>n gansehen<br />

dichtcyclus, waarin zooveel natuurlijkheid met zooveel overdrijving<br />

gepaard gaat , die weerzin wekt door velerlei sentimenteels<br />

, die aantrekt door <strong>de</strong> reinste naiveteit , die geheel <strong>de</strong>n<br />

afdruk heeten mag eener min<strong>de</strong>r gezon<strong>de</strong> dan geniale jeugd.<br />

Franzen was <strong>de</strong> eersteling uit <strong>de</strong>n vroegen , misscbien te vroegen<br />

echt zijner moe<strong>de</strong>r; — <strong>de</strong> zestienjarige , zoo lezen we,<br />

geleek , met <strong>de</strong>n zuigeling op hare knieen , eene madonna; maar<br />

het jongsken , waarop ze zoo trotseh was, dat ze zoo tee<strong>de</strong>r<br />

lief had , was zwak en ziekelijk. Toch bleek <strong>de</strong> vreeze , die<br />

bij menig bezoek <strong>de</strong> blik van min<strong>de</strong>r gevoelige vriendinnen<br />

haar aanjoeg, ij<strong>de</strong>l ; „teere Fransjen" werd „mooije Frans-<br />

„jen” er bleef van het al te tengere niets; er bleef van het<br />

al te tee<strong>de</strong>re slechts iets over, dat <strong>de</strong> schare van THeaborg ,<br />

zijn finsehe geboortestad , zwak en ziekelijk sehold: het was<br />

zijne ontvankelijkheid <strong>voor</strong> schoonheid , verfijnd tot verbazens<br />

toe. Een aardige proeve van <strong>de</strong>ze schuilt in <strong>de</strong> poezij , van<br />

welke wij gewaag<strong>de</strong>n. We zien Fanny, half nog wichtjen , we<br />

zien het kleine kind in haar wiegjen ontwaken ; vanwaar die<br />

lath om dat minnelijk mondjen ; wat begroet zij met die kleine<br />

handjens zoo blij<strong>de</strong>? — Het is niet het beeld in dien spiegel<br />

weergekaatst , het beeld eener vrouw,<br />

, die een tuiltjeu bloemen


ESAIAS TEGNER, FRITHEOF'S SAGA. 277<br />

ter hand heeft; het is onlooehenbaar een engel, die hier on'<br />

haar zweeft. — „Kleine kin<strong>de</strong>ren," zegt <strong>de</strong> voedster, „kleine<br />

„kin<strong>de</strong>ren is zeker een zin be<strong>de</strong>eld , die meer ziet dan onze<br />

„oogen; zou misschien een heugenis nit <strong>de</strong> hemelen hen ver-<br />

„zellen?” — Het was Fanny's moe<strong>de</strong>r, die, uit het vertrek er<br />

naast komen<strong>de</strong> , een oogenblik in <strong>de</strong>n spiegel had gestaard ,<br />

en het wichtjen had toegeknikt , zoo als slechts eene moe<strong>de</strong>r<br />

doet. — Onwaar<strong>de</strong>erbaar glas , waarin men niet zich zelven ,<br />

waarin men slechts wie men lief heeft ziet ; wat is hij gelukkig<br />

, die het van vlekken viii ; zijn ou<strong>de</strong>rdom houdt een<br />

vriend over ! — Zoo verre het gedichtjen , waaraan ge noch<br />

frischheid, noch fijnheid van gevoel ontzeggen zult ; en nu <strong>de</strong><br />

aanleiding , het feit , waaraan wij, ware <strong>de</strong> waarheid even gelukkig<br />

weergegeven als <strong>de</strong> dichting, boven het versjen <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur<br />

zou<strong>de</strong>n schenken. „Teen het knaapjen zes jaren tel<strong>de</strong>,"<br />

zegt zijn levensbeschrijver, , „kwam hij 's ochtends eens in <strong>de</strong><br />

„kamer zijner moe<strong>de</strong>r, die <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n spiegel barer kaptafel zat ,<br />

„en hare losgewikkel<strong>de</strong> schoone haren sehikte. Zij was toen in<br />

„<strong>de</strong>n bloei harer jeugd , nog geen twee en twintig jaren oud.<br />

„Het jongsken , dat naauwelijks tot <strong>de</strong> tafel reikte, werd in <strong>de</strong>n<br />

„spiegel het beeld zijner moe<strong>de</strong>r gewaar. Al herken<strong>de</strong> hij <strong>de</strong><br />

„beminnelijke trekken wel, toch schenen zij hem dus nog<br />

„schooner. Hij had hooren zeggen, dat ie<strong>de</strong>r goed mensch. zijn<br />

„engel heeft, en geloof<strong>de</strong> op dat oogenblik, dat hij dien zijner<br />

„moe<strong>de</strong>r in <strong>de</strong>n spiegel <strong>voor</strong> zich zag. Het was <strong>de</strong> geest <strong>de</strong>r<br />

„schoonheid ," dus besluit Grafstrfim , „die in die ure over<br />

„<strong>de</strong> ziel van het knaapjen zweef<strong>de</strong>." Het is aardig gezegd; maar<br />

heeft <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling er bij gewonnen , als in 't gedichtjen<br />

Franzen Fanny is gewor<strong>de</strong>n , en <strong>de</strong> werkelijke moe<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>nkbeeldige Selma? Vruehteloos zou<strong>de</strong>n wij het willen verbloemen<br />

, het gezochte , het gemaakte is <strong>de</strong> zwakke zij<strong>de</strong> van<br />

het bun<strong>de</strong>ltjen ; en toch, waar <strong>de</strong> dichter het genot jong to


2713 ESAIAS TEGNE11 7 FHITHIOCS SAGA.<br />

zijn, het geluk van lust en lief<strong>de</strong> opvat, zoo als zijn leeftijd<br />

het meebrengt, daar heeft hij eerie frischheid, die ons <strong>de</strong>n opgang<br />

dien hij maakte, verklaart. Zon<strong>de</strong>r te willen zeggen , dat<br />

het hem gegaan was als zijn „Claes ," die zijner moe<strong>de</strong>r toeriep<br />

: „Zie, moe<strong>de</strong>rlief! zie, wat staat <strong>de</strong> hemel vol lichten ,<br />

„is het waar, dat het daar ie<strong>de</strong>r avond „Jul" (Kersavond) is ?"<br />

— Daar „zit mijn zalig zusjen nu en speelt er met <strong>de</strong> engel-<br />

„tjens , daar kom ik ook eens , en speel er als zij ;” — maar<br />

die „se<strong>de</strong>rt , ook al zag hij weer naar <strong>de</strong> sterren op, alle en-<br />

„gelen vergat , met <strong>de</strong> dochteren <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> dansen<strong>de</strong>,” — zon<strong>de</strong>r<br />

eenigen smet te willen werpen op zijne ze<strong>de</strong>lijkheid is<br />

hij bewon<strong>de</strong>renswaardigst waar hij zinnelijk is. In het stukjen ,<br />

Champagne-wijn getiteld, tint& t niet enkel het geestrijke vocht ,<br />

ook <strong>de</strong> verzen vonkelen, in <strong>de</strong> melodisehe opwekking , het<br />

vlugtig genot niet met het schuim te laten verspatten. dan<br />

een jon9 Mei8jen waar<strong>de</strong>ert <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> van vijftien jaren ten<br />

voile; misschien moet ge in het Noor<strong>de</strong>n hebben geleefd , om<br />

in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> verrukking to begrijpen , die zijn Drinkliedjen<br />

opwekt. Het schetst zoo gelukkig die kleine verheuging, welke<br />

<strong>de</strong>n geest vlug maakt , die zelfs het meisjen gaarne op <strong>de</strong><br />

wangen van haren liefste gloeijen en uit zijne oogen stralen<br />

ziet , het drukt zoo geheel het genot uit , dat, levenslang mafig<br />

genoten , ou<strong>de</strong> wijn nog <strong>voor</strong> ou<strong>de</strong> vriendschap inbeeft !<br />

Wij hebben lang, te lang welligt , bij <strong>de</strong> eerstelingen van<br />

Franzen vertoefd; we zullen korter zijn over het dichtstuk<br />

waarme<strong>de</strong> hij in 1797 bij <strong>de</strong> Zweedsche aca<strong>de</strong>mie <strong>de</strong>n eersten<br />

prijs behaal<strong>de</strong>. De stoffe was : Graaf Gustaf Philip Creutz ,<br />

dien wij het genoegen had<strong>de</strong>n u <strong>voor</strong> to stellen als <strong>de</strong>n! dichter<br />

van Atis en Camilla. Gij belooft er u niet veel van, ge<br />

zoudt uwe vreeze gelogenstraft zien. Het is geen alledaagsch<br />

lofdicht , dat gelezen, geprezen en vergeten wordt. De vorm<br />

is verrassend en <strong>de</strong> gedachte <strong>de</strong> gelukkige uitvoering waard.


ESAIAS TEGNER FRITHIOF 'S SAGA. 279<br />

De geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r zweedsche poezij , in beeld gebragt, gaat<br />

uwen geest in vlugge, schil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> coupletten <strong>voor</strong>bij , en had<br />

Franzen zich touter tot <strong>de</strong>n dichter Creutz bepaald, had zijn<br />

on<strong>de</strong>rwerp hem ook niet verpligt van <strong>de</strong>n staatsman Creutz te<br />

gewagen , wij zou<strong>de</strong>n slechts lof over hebben <strong>voor</strong> een vers ,<br />

van 't welk enkele regelen zich in aller geheugen hebben geprent<br />

, zoo volkomen schil<strong>de</strong>ren zij <strong>de</strong>n tijd, toen Louisa Ulrike<br />

<strong>de</strong> zweedsche vernuften aanmoedig<strong>de</strong> ! Slechts waar Creutz in<br />

<strong>de</strong> schaduw van Gustaf <strong>de</strong>n Der<strong>de</strong> schuil gaat, wist zijne yinding<br />

<strong>de</strong> waarheid niet te gaauw of te zijn ; welligt vond <strong>de</strong><br />

overigens zoo frissche opvatting , <strong>de</strong> vele kritische ketterijen ,<br />

welke <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>misten er niet in mogten <strong>voor</strong>bi ljzien , slechts<br />

daardoor in <strong>de</strong> oogen dier orthodoxen gena<strong>de</strong>. Stijl en versificatie<br />

bei<strong>de</strong> had<strong>de</strong>n iets te zeer oorspronkelijks om door <strong>de</strong><br />

wetgevers van <strong>de</strong>n dag , zon<strong>de</strong>r waarschuwing , te wer<strong>de</strong>n gevierd.<br />

Aanmerkingen wer<strong>de</strong>n gemaakt , wijzigingen <strong>voor</strong>geslagen;<br />

eene root, bij <strong>de</strong> meest gewraakte plaats, bevredig<strong>de</strong> ten<br />

slotte noch bekrooners noch bekroon<strong>de</strong> ; alleen het publiek zag<br />

er zich door aangewezen , waar men het niet eens was geweest.<br />

Toch later wij gaarne Leopold regt weervaren <strong>voor</strong> het talent<br />

en <strong>de</strong>n tact waarme<strong>de</strong> hij , bij <strong>de</strong> nitreiking <strong>de</strong>r medaille, <strong>de</strong>n<br />

gelauwer<strong>de</strong> toesprak : „Van het afgelegen strand ," zei<strong>de</strong><br />

„op 't welk <strong>de</strong> door u bezongen groote man zich het eerst<br />

„hooren <strong>de</strong>ed, hebben -awe klanken , met even vlugge vaart<br />

„als die <strong>de</strong>r zijne, hun weg over <strong>de</strong> zee gevon<strong>de</strong>n, —" Creutz<br />

was ook Finne geboren — „hebben zij door <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> innemen<strong>de</strong><br />

„wellui<strong>de</strong>ndheid het oor <strong>de</strong>r hoofdstad geboeid. Onze letterkun<strong>de</strong><br />

„is verscbijnselen eener niellwe soort rijker gewor<strong>de</strong>n , verzen<br />

„van <strong>de</strong>n gelukkigsten eenvoud <strong>de</strong>r natuur blijken dragen<strong>de</strong>."<br />

Leopold glimlachte on<strong>de</strong>r dat prijzen , maar <strong>de</strong> kenschetsing<br />

dier poezii , welk hij er op volgen liet , <strong>de</strong>ed <strong>de</strong> wesp in bij<br />

verkeeren. „Het was nu eens eene schets , <strong>de</strong>n tijd <strong>de</strong>r sagen


280 ESAIAS 'FEIGNER, FRITH 10F ' S SAGA.<br />

„ontleend , stout weergegeven in al zijn waarheid , — dan we<strong>de</strong>r<br />

„een romantisch treurtooneel , — soms enkele trekken uit het<br />

„harte of uit het Leven — een lachjen <strong>de</strong>r onschuld , een traan<br />

„<strong>de</strong>s me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>ns , een kreet van kin<strong>de</strong>rlijke blijdschap , in <strong>de</strong><br />

„vlugt gegrepen en daardoor <strong>voor</strong> vergetelheid beveiligd." De<br />

dichter van Selma en Fanny zag zijn bun<strong>de</strong>ltjen al <strong>de</strong> verdiensten<br />

toegekend , waarop het bogen mogt. Thans was <strong>de</strong> persoonlijkheid<br />

<strong>de</strong>s poeets aan <strong>de</strong> beurt. „Een in <strong>de</strong>n beginne half<br />

„verheel<strong>de</strong> naam, door gissing allengs algemeen bekend ge-<br />

„wor<strong>de</strong>n , en toch altijd nog maar louter een naam gebleven,<br />

„heeft zich <strong>de</strong> achting zijner lezers weten te verwerven , en<br />

„is hun zelfs lief gewor<strong>de</strong>n. Door <strong>de</strong>n nieuwen lauwer, , welken<br />

„wij er om vlechten , wordt he<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wensch, die bij ons nog<br />

„overbleef, vervuld, en <strong>de</strong> stemme, die slechts scheen te willen<br />

„wor<strong>de</strong>n gehoord , neemt <strong>voor</strong> wie hier tegenwoordig zijn<br />

„ein<strong>de</strong>lijk eene het oog welkome gestalte aan." Leopold had<br />

hier me<strong>de</strong> mogen besluiten, gelooven we ; maar hij zott niet<br />

Leopold geweest zijn, als hij verzuimd had op to halen van<br />

een latijnschen dichter, „die het schoon prees , het <strong>voor</strong>werp<br />

„<strong>de</strong>r verdien<strong>de</strong> opmerkzaamheid <strong>de</strong>s algemeens te zijn; die het<br />

„zoet achtte om zich keen te hooren flaisteren: „dat is hij!""<br />

Franzen was naauwelijks- in Ibo teruggekeerd , of, in plaats<br />

van zijne betrekking bij <strong>de</strong> <strong>bibliotheek</strong> <strong>de</strong>r aca<strong>de</strong>mie , werd<br />

hem een professoraat opgedragen , dat hem verpligtte to gelijk<br />

wereldgeschie<strong>de</strong>nis en practische philosophic to doceren. Er zijn<br />

die aan <strong>de</strong> hul<strong>de</strong>, hem in Stockholm door <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>misten gebragt,<br />

<strong>de</strong> wijziging van toon en geest toesehrijven, in zijne volgen<strong>de</strong><br />

verzen onloochenbaar; er zijn ook , die <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>r; kantiaansche<br />

wijsbegeerte wijten , welke hij toen, om zich van zijn hoogleeraarsambt<br />

to kunnen kwijten , ijverig bestu<strong>de</strong>ren moest. Wij<br />

durven tusschen <strong>de</strong> twisten<strong>de</strong>n geen vonnis wijzen, ons gevoelen<br />

is maar eene gissing; waren <strong>de</strong> eerste spelingen van zijn vernuft


ESAIAS TEGNi:11 FRITHTOF ' S SAGA. 281<br />

niet to vroeg ontloken bloesems , om ooit rijpe vruchten te<br />

wor<strong>de</strong>n ? On<strong>de</strong>r dat bevallig en benainnelijk dichten liep velerlei<br />

droomen en dweepen ; een zwak , niet slechts van zijne kunst ,<br />

ook van zijn karakter. Hij had behoefte aan getrouwer gids<br />

dan <strong>de</strong> wel wat wil<strong>de</strong> fantasie ooit wor<strong>de</strong>n kon ; hij meen<strong>de</strong><br />

die in <strong>de</strong> moraal to hebben gevon<strong>de</strong>n , en wat hem in het<br />

leven steun<strong>de</strong> , <strong>de</strong>ed het <strong>voor</strong>taan ook in het lied. of<br />

een avond in Lapland, een gedicht in 1798 gescbreven is <strong>de</strong><br />

overgang tot zijne grootere , min<strong>de</strong>r gelukkige verzen. Het on<strong>de</strong>rwerp<br />

is <strong>de</strong> aankomst van een jeugdig echtpaar in <strong>de</strong> Lapsche<br />

pastorij , — bei<strong>de</strong> , <strong>de</strong> echtgenoote zoowel als <strong>de</strong> geestelijke,<br />

zijn op <strong>de</strong> hoogte <strong>de</strong>r letterkun<strong>de</strong> van dien tijd; vier gesprekken,<br />

vi er ur en leveret' vier zangen. Carl is bevreesd , dat zijne<br />

Emili zich in Lapland doo<strong>de</strong>lijk zal vervelen; ze was in Stock-<br />

holm allerlei weel<strong>de</strong> gewend ; welk een offer brengt zij ! Toch<br />

niet, zegt ge , — we wenschten dat zij het had gezongen ,<br />

niet betoogd , niet schier bewezen. Lyrisch opgevat, had <strong>de</strong><br />

gedachte tot schoone strophes kunnen bezielen ; <strong>de</strong> tegenstellingen<br />

welke natuur en leven Kier om strijd aanbie<strong>de</strong>n , bere<strong>de</strong>neren<strong>de</strong><br />

in beeld te brengen , wordt wel wat taai. Voor<br />

Franzen bleef het dichtstuk een zijner liefste , en geen won<strong>de</strong>r;<br />

er was een heilige herinnering aan verknocht; het werd later<br />

een ge<strong>de</strong>nkstuk van vervul<strong>de</strong> verwachtingen. Opmerkelijk<br />

noeg , meen<strong>de</strong> hij , schreef hij Emili op eene rein langs <strong>de</strong>n<br />

Bothnischen golf, in <strong>de</strong>n beginne van het jaar 1798, toen hij<br />

volstrekt niet <strong>voor</strong>uit kon zien , dat hij zelf eons landgeestelijke<br />

zou wor<strong>de</strong>n, toen hij nog ongehuwd was. le<strong>de</strong>ren avond<br />

teeken<strong>de</strong> hij op, wat er <strong>de</strong>s daags <strong>voor</strong> quell geest was omgegaan<br />

, in <strong>de</strong> sle<strong>de</strong> , welke rendieren door dat vreem<strong>de</strong> landschap<br />

<strong>voor</strong>ttrokken. Op <strong>de</strong>n terugtocht hield hij en zijn reisgenoot<br />

te Gamla Carleby stil ; er zou een bal gegeven wor<strong>de</strong>n;<br />

ze bleven een nacht over om het bij to wonen. „ Een jonge


282 ESAIAS TEGNEIt, FRITHIOF'S SAGA.<br />

„schoonheid ," lezen wij in zijne biographie, „trok Franzen's<br />

„oppierkzaamheid tot zich; hij had haar lof hooren verkon-<br />

„digen , niet alleen dien harer bevalligheid. ook dien van haar<br />

„goed harte. Eenige trekken van het i<strong>de</strong>aal, vroeger door hem<br />

„in Selma gehuldigd, meen<strong>de</strong> hij in haar weer te vin<strong>de</strong>n; hij<br />

„nam afscheid zon<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re lief<strong>de</strong>sverklaring dan die in zijn<br />

„blikken viel te lezen.” Dat zou <strong>de</strong> dichter <strong>de</strong>r Ku8sen weleer<br />

niet hebben gedaan. Een brief bragt haar zijne be<strong>de</strong> en werd<br />

toestemmend beantwoord. De Laplandsche rein had even als<br />

het vers Emili <strong>voor</strong> hem in belang gewonnen; maar hij was<br />

slechts zes jaren gelukkig; toen stierf Lilly. Ge vindt er niets<br />

vreemds in, dat <strong>de</strong> weduwnaar in 1807 met eene weduwe<br />

hertrouw<strong>de</strong> ; maar, wat u verbazen zal, is, dat in die an<strong>de</strong>re<br />

ega <strong>de</strong> prototype school van Emili; — „in het Dag blad van<br />

„Jib() <strong>voor</strong> 1802 was het dichtstuk afgedrukt ; eerst in 1805<br />

„zag hij <strong>voor</strong> het eerst haar, die zijne twee<strong>de</strong> ga<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n<br />

„zou; hij had haar geschil<strong>de</strong>rd eer hij haar had gekend !" Voorgevoel,<br />

<strong>voor</strong>bewustzijn, droomen, dweepen? beslis zelf, maar<br />

vergun ons, Franzen <strong>voor</strong> eene wipe tot weerziens toe to<br />

roepen. Wij doen dit met een <strong>de</strong>r schoon4te plaatsen uit Emili,<br />

een paar coupletten uit het minneliedjen, dat <strong>de</strong> heimweezieke<br />

Laplan<strong>de</strong>r in <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong> schreijen<strong>de</strong> zingt. Wij brengen ons<br />

<strong>de</strong> regelen to binnen, zoo vaak wij in <strong>de</strong> diergaar<strong>de</strong> Natura<br />

Artis Magistra die bruine ballingen naar <strong>de</strong> blinken<strong>de</strong> sneeuw<br />

van hunnen geboortegrond zien dorsten:<br />

Voort , in vlugger draf,<br />

Renne! <strong>voor</strong>tgerend ,<br />

Bergen op en af !<br />

Bij mijn meisjens tent<br />

Schudt ge om 't weligst mos ,<br />

Dra <strong>de</strong> jagtsneeuw los.<br />

Ach , <strong>de</strong> weg is lang<br />

En <strong>de</strong> dag zoo kort,


ESAIAS TEGNER, FRITFITOVS SAGA. 283<br />

Spoed dan , als mijn zang,<br />

Eer het duister wordt;<br />

In <strong>de</strong>n avondstond<br />

Sluipt <strong>de</strong> wolf hier rond.<br />

Zie , eens arenas vlugt ,<br />

Of ik met hem joeg —<br />

Zie , <strong>de</strong> drift Bier Licht,<br />

Als die wolk me droeg<br />

Zon ik * u missehien<br />

Lagchend ginds al zien<br />

Gaarne geven wij ter kenschetsing van <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n lan<strong>de</strong>n<br />

tijdgenoot van Tegner, , die op <strong>de</strong>zen invloed uitoefen<strong>de</strong> ,<br />

palet en penseel eener vrien<strong>de</strong>nhand , welke hem <strong>voor</strong>treffelijk<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. „Als vele mannen zijner soort ten onzent ," zoo vangt<br />

<strong>de</strong>ze aan, „werd hij in enge kluis geboren. Armoe<strong>de</strong> verge-<br />

„zel<strong>de</strong> hem naar school, en vergun<strong>de</strong> hem slechts met lange<br />

„tusschenpoozen on<strong>de</strong>rrigt te genieten. Daarentegen maakte zij<br />

„hem reeds op <strong>de</strong>rtienjarigen leeftijd on<strong>de</strong>rwijzer, , en vijf,<br />

„zes kleine leerlingen omgaven het knaapjen , dat tevens in<br />

„zij<strong>de</strong> uitgespaar<strong>de</strong> uren zich zelven ver<strong>de</strong>r brengen moest. Toch<br />

„bleef hij <strong>de</strong> besten op school ter zij<strong>de</strong>; toch kwam hij <strong>de</strong>ze<br />

„<strong>voor</strong>uit. Ik heb eenige zijner zweedsche en latijnsche stijloefe-<br />

„ningen gezien , geschreven toen hij vijftien of zestien jaren<br />

„tel<strong>de</strong>. Onloochenbaar verra<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze reeds <strong>de</strong>n toekomen<strong>de</strong>n<br />

„schrijver ; in enkele vertalingen van Latijnsche dichters hoort<br />

„ge zelfs <strong>de</strong>n ontluiken<strong>de</strong>n zanger vast; — in <strong>de</strong> blijken van<br />

„goedkeuring door <strong>de</strong>n geachten leeraar hier en daar op het<br />

„handschrift gegeven , ontving hij <strong>de</strong> eerste, <strong>voor</strong>zeker niet<br />

„minst gewaar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> , aamnoediging. Ik geloof<strong>de</strong> in die bewij-<br />

„zen van tevre<strong>de</strong>nheid <strong>de</strong> hand eens veteraans te herkennen,<br />

„die bijna eene halve eeuw het sieraad van ons on<strong>de</strong>rwijs was,<br />

„aan wiens voeten zoo vele dankbare jongelingen hebben ge-


284 E8.11A6 'MON NUTIII0 1°8 SAGA.<br />

„zeten , en dien ook hij nooit, zon<strong>de</strong>r eerbied en erkentenis<br />

„noem<strong>de</strong>. Ik weet wat zulke goedkeuringen <strong>voor</strong> invloed hebben,<br />

als zij <strong>de</strong>n stempel dragen van harte gemeend te zijn.<br />

„Levenslang wor<strong>de</strong>n ze niet uitgewischt. In zoete heugenissen<br />

„verkeerd, komen ons <strong>de</strong>ze, met steeds vernieuw<strong>de</strong> dankbaar-<br />

„heid , vaak we<strong>de</strong>r te binnen. Welk een weldoener is een waar<br />

„on<strong>de</strong>rwijzer ! Wat kan hij niet te weeg brengen door gron-<br />

„digheid , ernst , regtvaardigheid en <strong>voor</strong> alles door lief <strong>de</strong>;<br />

„door lief<strong>de</strong> ein<strong>de</strong>lijk , die ten eerste en ten leste het werk-<br />

„zaamste aller beschavingsmid<strong>de</strong>len blijkt ; lief<strong>de</strong>, die kinds-<br />

„heid en jeugd zoo vlug weten te ont<strong>de</strong>kken , zoo juist te<br />

„herkennen , als waren bei<strong>de</strong> leeftij<strong>de</strong>n daartoe met een eigen-<br />

„aardig , hemelsch instinkt begaafd.<br />

„Wij hebben <strong>de</strong> eerste schre<strong>de</strong>n rne<strong>de</strong>gemaakt op eene loop-<br />

„baan , die tot <strong>de</strong> schitterendste zou behooren ; toch waren<br />

„doze, in <strong>de</strong> schemering afgelegd, <strong>de</strong> onbedui<strong>de</strong>ndste niet. Wie<br />

„veel met jonge lie<strong>de</strong>n heeft verkeerd, hij heeft van <strong>de</strong> mensch-<br />

„heid veel gezien, en kan nit zijne on<strong>de</strong>rvinding die troostrijke<br />

„leer trekken, hoe onbedui<strong>de</strong>nd, vergelijken<strong>de</strong>rwijze gesproken,<br />

„alle uiterlijke <strong>voor</strong><strong>de</strong>elen zijn, en in welken hoogen graad nog<br />

„altijd het ou<strong>de</strong> spreekwoord geldt dat ie<strong>de</strong>r <strong>de</strong> smid is zijns<br />

„geluks. De jeugd is <strong>de</strong> leerzaamste en tevens <strong>de</strong> leerrijkste aller<br />

„leeftij<strong>de</strong>n. Ik heb haar lang ga<strong>de</strong>slagen, en ik weet dat er<br />

„geene zwarighe<strong>de</strong>n zijn, die ze niet vermag op te heffen, geen<br />

„ontbering , geen gebrek , die zij niet door eerlijken arbeid en<br />

„door <strong>de</strong> <strong>de</strong>elneming, die zulk een arbeid wekt , kan over-<br />

„winnen en tot haar hell aanwen<strong>de</strong>n. Echter is alle vermeen<strong>de</strong><br />

„zelfontwikkeling , in <strong>de</strong>n strengen zin genomen , eene dolle<br />

„vermetelheid of eene nitzon<strong>de</strong>ring. Niemand heeft zich alleen<br />

„gevormd. Wie het meest gedwongen waren dit te doen, het<br />

„valt hun levenslang aan te zien. Maar zelfs <strong>de</strong>ze hebben ten<br />

„minste op eenigen steun geleund, eenige hoe<strong>de</strong>, eenig on<strong>de</strong>rwijs


ESAIAS TEGNER, FILITHIOF'S SAGA. 285<br />

„dank te weten, hebben zich ten minsten eenigen lief<strong>de</strong>vollen<br />

„blik in <strong>de</strong> overigens kou<strong>de</strong> en vreem<strong>de</strong> wereld te herinneren.<br />

„Is iets van dien aard vast onmisbaar <strong>voor</strong> <strong>de</strong> jeugd, die reeds<br />

„k an lij<strong>de</strong>n , en in <strong>de</strong> volheid van 's levees kracht hin<strong>de</strong>rnis-<br />

„sen te boven komen ; hoeveel meer heeft dat eerst ontluiken<br />

„er behoefte aan, 't geen niets het zijne mag noemen , dan<br />

„zijne hulpeloosheid. Een verloren jeugd geeft een ongelukkig,<br />

„inislukt leven. Irene verlorene kindsheid is ver<strong>de</strong>rf en dood.<br />

„Daarom is ook die leeftijd het heiligste <strong>voor</strong>werp <strong>de</strong>s er bar-<br />

„me n s , door een van 's werelds grootste dichters teregt bij<br />

„een teer, , naakt kind vergeleken. 't Is <strong>de</strong> engel in het men-<br />

„sehelijk harte. En daarme<strong>de</strong> hebben wij tevens van het best e<br />

„gewaagd van <strong>de</strong>n man die ons thans bezig houdt. Hij was<br />

„een m en sehe n v ri en d. Hij had bovenal geleerd een vriend<br />

„<strong>de</strong>r jeugd, <strong>de</strong>r kindsheid te zijn ; en een in <strong>de</strong>n diepsten<br />

„grond mild, lief<strong>de</strong>rijk harte, is het goe<strong>de</strong>, het blijven<strong>de</strong>, het<br />

„<strong>voor</strong>treffelijkste in zijne veelzijdige werkzaamheid.<br />

„Hij kwam op twintigjarigen leeftijd aan <strong>de</strong> hoogeschool” te<br />

Upsala, hij Johan Olof Wallin, want het wordt ein<strong>de</strong>lijk tijd ,<br />

dat ge weet , hoe hij heette, die, dus ingeleid , hopen we, u<br />

reeds geen vreem<strong>de</strong> meer is. „Het geviel in <strong>de</strong>n herfst van<br />

„1799, toen ook ik, eenige jaren jonger, , van het gymnasium in<br />

„oils gewest aankwam.” Als <strong>de</strong> stip <strong>de</strong> mensch is, en onze<br />

lezer met zin <strong>voor</strong> <strong>de</strong>zen werd be<strong>de</strong>eld, dan behoeven wij hem<br />

niet te zeggen, dat wij in bovenstaan<strong>de</strong> regelen Geyer het woord<br />

gaven. „Kennissen wer<strong>de</strong>n wij niet <strong>voor</strong> 1803, toen we ie<strong>de</strong>r<br />

„zijn prijs aan <strong>de</strong> Zweedsche aca<strong>de</strong>mie behaal<strong>de</strong>n, elkan<strong>de</strong>r be-<br />

„zochten , <strong>de</strong> een <strong>de</strong>n aer zijnen penning liet zien , en, vreeze<br />

„ik, hij mij en ik hem bijna bejegen<strong>de</strong>n als twee kleine groote<br />

„mannen.” Hier hebben wij eene leemte aan to vullen , die<br />

<strong>voor</strong> het gehoor van <strong>de</strong>n lofre<strong>de</strong>naar van Seen &ere niet gaapte;<br />

elk die <strong>de</strong>zen het oor leen<strong>de</strong> wist , dat Wallin zich reeds als


286 ESAIAS TEGNER, FRITIIIOF' S SAGA.<br />

dichter naam had verworven , eer Gustaf's stichting hem <strong>de</strong>n<br />

lauwer toeken<strong>de</strong>. En waardoor ? Er was iets aan <strong>de</strong> Universiteit<br />

<strong>voor</strong>gevallen , dat weer gebeurt ; er was een stu<strong>de</strong>nt gestorven<br />

, Dan. Ant. Strom heette hij ; was bet een vriend van<br />

Wallin ? — we weten het niet, we gelooven het naauwelijks.<br />

Immers hij vlocht geen krans van bloemen <strong>voor</strong> die vroeg opgerigte<br />

terp ; hij stel<strong>de</strong> zich zelven geheel in <strong>de</strong> schaduw —<br />

om in zijnen eersteling zijner persoonlijkheid te sterker te doen<br />

spreken ; om eensklaps zijne landgenooten te doen hooren<br />

wat zijne poezij <strong>voor</strong> hen war<strong>de</strong>n zou. Wat wij u bid<strong>de</strong>n mogen<br />

, maak , met ons opmerken<strong>de</strong> hoe <strong>de</strong> eerste kreet van <strong>de</strong>zen<br />

<strong>de</strong> rigting zijner kunst bepaalt , van die bijzon<strong>de</strong>rheid niet<br />

da<strong>de</strong>lijk iets algemeen-gel<strong>de</strong>nds, een toetssteen <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n waren<br />

dichter, een teeken. We hebben Franzen naauwelijks <strong>de</strong> luit<br />

<strong>de</strong>r lief<strong>de</strong> hooren bespelen, en hij is reeds leerdichter gewor<strong>de</strong>n ;<br />

— we zien Tegner rondtasten , of hij ein<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> stoffe , die<br />

hem wacht , vin<strong>de</strong>n mogt — bewon<strong>de</strong>r Wallin, benijd hem,<br />

zoo ge wilt , maar begrens daarom <strong>de</strong> tallooze wegen niet, die<br />

tot <strong>de</strong>n tempel <strong>de</strong>s roems gelei<strong>de</strong>n. „Wat al ij<strong>de</strong>lheid!" zou <strong>de</strong><br />

twintigjarige jongeling ons toe hebben geroepen, als hij, ernstig<br />

tot eenzijdig wor<strong>de</strong>ns toe, onze opmerking had gehoord. We<br />

waar<strong>de</strong>ren wat er waars in <strong>de</strong>n wenk ligt; we leenen hem<br />

het oor, , peen, we luisteren naar <strong>de</strong> Stemme, die hij uit <strong>de</strong><br />

groere van <strong>de</strong>n vroeg verschei<strong>de</strong>ne doet opgaan. Verbeeldt<br />

u, dat het u in orgeltoon heeft toegeruischt : „<strong>de</strong> dagen <strong>de</strong>s<br />

„menschen zijn als het gras, gelyck een bloom <strong>de</strong>s wits, alzoo<br />

„bloeyt hy. Als <strong>de</strong> wint daer over gegaen is, zoo is sy niet<br />

„meer ;" daar trillen <strong>de</strong> laatste galmen door het gewelf, daar<br />

breekt eene stemme <strong>de</strong> stilte of : „Zachtkens <strong>de</strong>inst <strong>de</strong> kust <strong>de</strong>r<br />

„aar<strong>de</strong> in nevelen weg , afgebroken is <strong>de</strong> spinnewebsdraad <strong>de</strong>s<br />

„levens, in ochtendluister spelt een nieuwe zon daar gin<strong>de</strong>r za-<br />

„ligheid en gena<strong>de</strong>. — G-eene dwaling, geene ij<strong>de</strong>lheid, geene


ESAIAS TEGNEIL FRITETIOVS SAGA. 287<br />

„bekommeringen <strong>de</strong>r wereld verheeren mijn gemoed; ik wend<br />

„<strong>de</strong>n blik slechts even nog naar u om , mijne vrien<strong>de</strong>n, mijne<br />

„lieve! met mijne laatste be<strong>de</strong>, met mijn lesten groet! — Eene<br />

„stemme uit het graf <strong>de</strong>s jongelings, door <strong>de</strong>n sikkel <strong>de</strong>s doods<br />

.,in zijne lente afgesne<strong>de</strong>n , hoort haar, gij , die in <strong>de</strong> woestijn<br />

„<strong>de</strong>r wereld een doel <strong>voor</strong> uw streven zoekt! — Spant uwen<br />

„boog ten blijk uwer sterkte , slaat uit <strong>de</strong> vleugelen van uw<br />

„vernuft; werkt en smaakt ! maar wat ge wilt, wat ge wenscht,<br />

„het zij niet Kier, hier zij het niet ! — Het schuile niet in <strong>de</strong><br />

„wisselzieke kansen <strong>de</strong>s <strong>voor</strong>spoeds , niet in <strong>de</strong> morgenwolke<br />

„van een gevier<strong>de</strong>n naam , in <strong>de</strong>n schuimen<strong>de</strong>n beker noch in<br />

„<strong>de</strong>n ruischen<strong>de</strong>n dans , noch in <strong>de</strong>n weel<strong>de</strong>rigen boezem. —<br />

„Verlokken<strong>de</strong> verlei<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, bloeit en blinkt daar <strong>de</strong> roos <strong>de</strong>s<br />

„genots ; maar hare doornen kwetsen wie er <strong>de</strong> hand naar nit-<br />

„strekt ; en, door <strong>de</strong> bevallighe<strong>de</strong>n aangevoerd , moge die rei<br />

„u uitnoo<strong>de</strong>n mee te zweven , kwalen en krankte hinken haar<br />

„na , en <strong>de</strong> dood , met zijne zuster, , <strong>de</strong> vertering, hare groeve<br />

„ontstegen, sluit <strong>de</strong>n stoet!” Twintig jaren oud te zijn, en dien<br />

toon te durven aanslaan ! — had Zwe<strong>de</strong>n Been regt te hopen,<br />

dat ein<strong>de</strong>lijk zijn psalmist geboren was? verlicht als hij <strong>voor</strong>tvaart<br />

waarheid , <strong>de</strong>ugd , lief<strong>de</strong> lof te zingen , door een vloed van<br />

klanken, die in ooze rijmelooze vertaling meer zou<strong>de</strong>n verliezen,<br />

dan wij <strong>de</strong>r wellui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunnen baten door het wegwisschen<br />

van eenige beel<strong>de</strong>n en woor<strong>de</strong>n , het on<strong>de</strong>rwerp wat vreemd.<br />

Opvoeding , eerste opvoeding , was het gedicht, waarme<strong>de</strong> hij<br />

in 1805 <strong>de</strong>n grooten prijs <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie wegdroeg; — eisch<br />

van ons geene uitvoerige besehouwing dier alexandrijnen; wie<br />

ter wereld ook geschikt ware in Leopold's spoor te tre<strong>de</strong>n , en zingen<strong>de</strong><br />

te leeren, Wallin niet. „Slechts weinig weken later," vaart<br />

Geyer hem schetsen<strong>de</strong> , <strong>voor</strong>t, „verliet hij <strong>de</strong> Universiteit, waar-<br />

„aan hij vergeefs een betrekking had gezocht , en begon in<br />

„<strong>de</strong> hoofdstad als dichter, predikant , on<strong>de</strong>rwijzer, die loopbaan


288 ESAIAS TEGNI:11, FRITHIOF ' S SAGA.<br />

„aan welke hij zijne eigenlijke vermaardheid is verschuldigd.<br />

„Dat eerste slagen maakte hem gelukkig. „Het was mijn vro-<br />

„ „lijkste tijd,” getuig<strong>de</strong> hij; „se<strong>de</strong>rt kwamen mijne <strong>voor</strong>spoedige<br />

„ „dagen , maar <strong>de</strong> blij<strong>de</strong> waren <strong>voor</strong>bij !" Hij was opgewassen<br />

„zon<strong>de</strong>r eenigen beschermer. Toch vond hij er hij wijle en<br />

„die bet goed met hem meen<strong>de</strong>n; welligt echter liepen er te<br />

„vele or<strong>de</strong>r, die door onbedachte overhaasting , of uit zelf-<br />

„behagen in hunne rol , het <strong>voor</strong>werp van hunne gunst meer leeds<br />

„dan fiefs doen , die het sebier tot hun offer maken." Wij zul-<br />

]en later zien hoe hij <strong>de</strong>n drang, van wien ook , weerstand<br />

wist te bie<strong>de</strong>n; we zijn het oogenblik van een twee<strong>de</strong>n triomf<br />

gena<strong>de</strong>rd, die Tegner's blikken tot zich trok, zegt men, die, om er<br />

u getuige van to doer zijn, een vlugtige herinnering van <strong>de</strong>n toenmaligen<br />

staatkundigen toestand van Zwe<strong>de</strong>n eischt. Stockholm's<br />

burgerij had , in 1795 , besloten , Gustaf <strong>de</strong>n Der<strong>de</strong>, <strong>de</strong>n Wetgever,<br />

, <strong>de</strong>n Overwinnaar, <strong>de</strong>n Vre<strong>de</strong>stichter, een standbeeld op<br />

te rigten. Sergel was door zijn genie aangewezen <strong>de</strong> statue to<br />

scheppen ; <strong>de</strong>n 24sten Januarij 1808 werd het meesterstuk onthuld.<br />

Anne Gustaf <strong>de</strong> Vier<strong>de</strong> Adolf, kleine zoon van een<br />

grooten va<strong>de</strong>r ! welke moeten zijne gewaarwordingen geweest<br />

zijn, toen ter zelf<strong>de</strong>r plaatse waar <strong>de</strong> Held, zegevierend uit<br />

<strong>de</strong>n finschen krijg terugkeerend , aan land was gestapt , heel<br />

het yolk, door wat <strong>de</strong> hoofdstad schoonst en sehitterendst had<br />

vertegenwoordigd , <strong>de</strong>zen driemalen toejuichte, en geen enkele<br />

<strong>de</strong>r grootsche benamingen , zijnen va<strong>de</strong>r gegeven , op hem paste !<br />

De bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n over het oogenblik zijn schaarsch , te schaarsober,<br />

, <strong>de</strong>wijl <strong>de</strong> berigten van <strong>de</strong>n dag , <strong>voor</strong> het publiek van<br />

<strong>de</strong>n avond gekleurd , vast verschoten blij ken , en bovendien weinig<br />

te vertrouwen zijn. Heerschte er in<strong>de</strong>rdaad, toen <strong>de</strong> jubel ,<br />

die <strong>de</strong>n verschei<strong>de</strong>ne gold, had uitgeklonken , dat stilzwijgen ,<br />

't geen <strong>de</strong> les <strong>de</strong>r koningen is genoemcl ? die vergetelheid bij<br />

leven<strong>de</strong>n lijve; welke hij ten voile verdien<strong>de</strong> ? Wij gelooven


ESAIAS TEGNÉR, FRITHIOF ' S SAGA. 289<br />

het, al genas dat schijnbaar zoo heusche en toch zoo straffe<br />

geneesmid<strong>de</strong>l hem niet van <strong>de</strong>n waan , alleen <strong>de</strong> wereldheerschappij<br />

van Napoleon to kunnen trotseren en ten val brengen;<br />

— wij gelooven het, Wallin's gedieht ter hand nemen<strong>de</strong>, die,<br />

schoon landgenoot en on<strong>de</strong>rdaan , met geen woord van <strong>de</strong>n<br />

zoon rept , in <strong>de</strong> dithyrambe <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r gewijd. Het verraadt<br />

meer zelfstandigheid van karakter, dan menigen zoon <strong>de</strong>r kunst<br />

is gegeven ; Gustaf <strong>de</strong> Vier<strong>de</strong> Adolf had nog over or<strong>de</strong>linten<br />

en pensioenen te beschikken , — verhief hij Sergel <strong>voor</strong> zijn<br />

meesterstuk niet in <strong>de</strong>n a<strong>de</strong>lstand ? wij keeren er me<strong>de</strong> tot<br />

het standbeeld en <strong>de</strong> kritiek, die het uitlokt , en het gebruik<br />

dat Wallin van die kritiek maakte , terug. „Men wil<strong>de</strong> in die<br />

„statue eene reminiscentie zien van <strong>de</strong>n Apollo <strong>de</strong> Belve<strong>de</strong>re, met<br />

„welke men beweert dat Gustaf's braiding eenige overeenkomst<br />

„heeft. Deze beschuldiging mist evenwel alien grond." Toch niet,<br />

Sergel's ongeroepen en ons onbeken<strong>de</strong> pleitbezorger ! toch niet,<br />

geef haar liever toe, en vind zijne ver<strong>de</strong>diging in wat gij zelf<br />

het eerst van alien zaagt, <strong>de</strong> overeenkomst van toestand<br />

bij het on<strong>de</strong>r so h e i d tusschen een antieken Griek en een<br />

mo<strong>de</strong>rnen Europeer, een god en maar een koning ! „Gustaf,"<br />

ge zegt het , zelfs welsprekend : „Gustaf staat daar in zijne al-<br />

„tijd koninklijke beminnelijkheid , mild, innemend , opgeruimd,<br />

„alien meevoeren<strong>de</strong> , en zelf opgetogen door <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> <strong>de</strong>s<br />

„oogenbliks , want het was in<strong>de</strong>rdaad een strijd geweest om zijn<br />

„leven en zijnen troon , en hij had bei<strong>de</strong> , overwinnen<strong>de</strong> , be-<br />

„vestigd.” Wallin, wel verre van in <strong>de</strong> me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opmerking<br />

eene aanmerking te zien, maakt er echt dichterlijk gebruik<br />

van in het preludium van zijn Gustaf <strong>de</strong> Doyle, bij <strong>de</strong> onthulling<br />

van bet standbeeld van <strong>de</strong>zen gezongen en bekroond.<br />

„Luister !" roept hij, „of hebt ge <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke her niet ge-<br />

„hoord , weerklinkt ze niet nog uit <strong>de</strong> wolken , die straks da-<br />

„ver<strong>de</strong>n van het spannen <strong>de</strong>s bongs, tegen <strong>de</strong>n blinken<strong>de</strong>n<br />

slnd ien en Seketsen III 19


290 ESAIAS TEGNER FRITHIOF ' S SAGA.<br />

” schou<strong>de</strong>r geleund? Zaagt ge <strong>de</strong>n God niet, die <strong>de</strong> Eythische slang<br />

„bedwong , en <strong>de</strong> Delische dalen opluister<strong>de</strong>, of heeft <strong>de</strong> hoop<br />

„mij betooverd , mij bedrogen ?" En nu eensklaps , met eene<br />

wending, als slechts <strong>de</strong> dithyrambe wagon mag, om u, hart<br />

en zinnen ontroerend , als hare weerlooze prooi mee to slepen:<br />

„Ziet , hij komt; ziet, op dat strand een gang als die eons gods.<br />

— en ge moet grcecus zijn als Wallin was, en tevens Scandinaaf<br />

wezen als hij , om Gustaf te omstuwen met bei<strong>de</strong> bevallighe<strong>de</strong>n<br />

en Bar<strong>de</strong>n ; antiek als hij , om uit die schoone, on<strong>de</strong>rgegane<br />

wereld to stofferen ; mo<strong>de</strong>rn als hij, om uit <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>,<br />

burgerlijke waardige gestalten te grijpen. „Svea! huldig uwen<br />

„eersten me<strong>de</strong>burger ! doe het met <strong>de</strong>n don<strong>de</strong>r <strong>de</strong>s geschuts ,<br />

„doe het met <strong>de</strong> stilte , waarin ge tranen stort." Een greep :<br />

„waarom is hij niet meer ?" die gelegenheid geeft het he<strong>de</strong>n<br />

te gispen in <strong>de</strong> whets wat Zwe<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r zinnen staf zou zijn<br />

gewor<strong>de</strong>n; — een an<strong>de</strong>re greep : „helaas ! hij is verschei<strong>de</strong>n,"<br />

getuige <strong>de</strong> verbleekte glorie onzer kunsten , die toch treuren<strong>de</strong><br />

herwaarts komen , nu een twee<strong>de</strong> Pygmalion hem <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vergeteiheid<br />

heeft bewaard ; — een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, <strong>de</strong>s jongen dichters<br />

gelukkigste: „Gij zwanen van weleer! waarom zwijgt uw stoet!"<br />

en het antwoord van doze: „als <strong>de</strong> zon on<strong>de</strong>rgegaan is wordt<br />

het stil in het woud !" Zoo verre het <strong>voor</strong>spel , — een a<strong>de</strong>m,<br />

die, na <strong>de</strong>rgelijken aanhef, , <strong>voor</strong> een groot vers volstaat, is<br />

geene an<strong>de</strong>re dan eene koperen keel be<strong>de</strong>eld !<br />

III<br />

TEGNER DICHTER.<br />

(1804-1846.)<br />

Reculons pour mieux sauter, — het zal slechts sehijnbaar<br />

achteruitgang zij n dat wij , om tot Tegnër terug to keeren ,


ESATAS TEGNER, FRITHIOVS SAGA. 291<br />

ons nit 1808 weer in 1805 verplaatsen, als ge bij <strong>de</strong> kennismaking<br />

met mevrouw Lenngrén als ge bij die met Franzen<br />

en Wallin <strong>voor</strong>al , een dui<strong>de</strong>lijk begrip van <strong>de</strong>n toenmaligen<br />

toestand <strong>de</strong>r poezij in Zwe<strong>de</strong>n hebt gewonnen. Wij verlieten<br />

onzen dichter, , langs zijne boeken peinzend been en weer gaan<strong>de</strong>,<br />

beurtelings opschrijven<strong>de</strong> en verscheuren<strong>de</strong> ; treffen wij hem<br />

echter in dat stu<strong>de</strong>ervertrek weer aan ? Neen , het gedruisch<br />

<strong>de</strong>r vrij zware schre<strong>de</strong>n , het dof, eentoonig geluid van gemompel<strong>de</strong><br />

verzen heeft opgehou<strong>de</strong>n; Tegner zonk een oogenblik neer<br />

op <strong>de</strong> echt zweedsche sofa, met paarlkleurig overtrek, die <strong>voor</strong><br />

zijne schrijftafel staat: — <strong>de</strong> wanor<strong>de</strong>, in welke allerlei papieren<br />

on<strong>de</strong>r het dichten waren geraakt, erger<strong>de</strong> hem; — hij<br />

schiftte en schreef toen weer vlug dan fraai over. Wat ? wij<br />

wenschten het te kunnen zeggen; maar hij, die alles heeft bespied,<br />

die binnen is gekomen toen het stil werd in <strong>de</strong> studiecel,<br />

die van verre toegluur<strong>de</strong> , toen er werd overgeschreven, Atis,<br />

<strong>de</strong>s dichtersIlieveling, het mopshondjen met <strong>de</strong>n zwarten neus,<br />

hoe wilt ge, dat hij het ons verklappe ? Slechts <strong>de</strong> stompe<br />

staart heeft zich vrolijk bewogen, toen <strong>de</strong> velerlei schriften in<br />

<strong>de</strong> brain geschil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> la<strong>de</strong> van <strong>de</strong> schrijftafel verdwenen; toen<br />

een enkel zaangevonwen vel zijn weg in <strong>de</strong>n rokzak vond; daar<br />

rees Tegner op, daar blafte Atis zijn blijdschap uit ; — drie<br />

sprongen , en <strong>de</strong> laatste was zijn meester op straat al <strong>voor</strong>, hij<br />

wist wel waar <strong>de</strong>ze heen zou gaan.<br />

Niet naar <strong>de</strong> universiteit , niet naar <strong>de</strong>n kathe<strong>de</strong>r, , dien<br />

Atis met zijn heer plagt te bestijgen , zich in <strong>de</strong>zen <strong>voor</strong> zijn<br />

voeten neervlijon<strong>de</strong>; het was avond, een noordsche avond,<br />

daar <strong>de</strong> starren aanbraken moest <strong>de</strong> schemering zijn gedaald.<br />

Niet naar een feest; menige woning , nit welke <strong>de</strong> piano ten dans<br />

riep , stoof <strong>de</strong> mops <strong>voor</strong>bij; Atis' meester mogt een oogenblik<br />

stilstaan en sehertsen met <strong>de</strong> dames, die, slechts een sluijer<br />

om het hoofd, zoo zoel was <strong>de</strong> zomerlucht , een bezoek gingen


292 ESAIAS TEGNER, FEITHEOF'S SAGA.<br />

afleggen , Atis zelf <strong>de</strong>ed het niet; straat uit, straat in, sprong<br />

hij ver<strong>de</strong>r. Ein<strong>de</strong>lijk echter, , daar stond ook hij stil, <strong>voor</strong> een<br />

klein huis , daar zag hij Bens om waar zijn heer toch bleef,<br />

en wachtte then bedaard <strong>de</strong>zen af ; komen zou hij ; was hier<br />

niet <strong>de</strong> societeit , ondichterlijk genoeg maar <strong>de</strong> H er berg gehceten<br />

? We zijn in Frankrijk noch in Engeland , wier letterkundige<br />

historic onvolledig zou<strong>de</strong> zijn , als elk van <strong>de</strong>ze op<br />

hare beurt geen hoofdstuk aan Cafes, geen hoofdstuk aan<br />

Clubs wijd<strong>de</strong>; we zijn in het arme Zwe<strong>de</strong>n; neem dus het<br />

lage vertrek, dat van geenerlei luister schittert, <strong>voor</strong> lief; als<br />

het u om <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong>n geest is te doen , mist het<br />

alle belang niet. „Het waren <strong>de</strong> jeugdige leeraren van <strong>de</strong><br />

„hoogeschool," lezen wij , „die in <strong>de</strong>zen tijd 's avonds in <strong>de</strong><br />

„herberg zaam kwamen om to kouten; hun genootschap," zou<br />

het ten onzent hebben geheeten , „had zoo min eene staatkun-<br />

(lige rigting als een eigenlijk stel wetten." Letterkun<strong>de</strong> van<br />

alle tij<strong>de</strong>n en volken , letterkun<strong>de</strong> „was <strong>de</strong> schering en inslag<br />

„<strong>de</strong>s gespreks ; dat het bestuur <strong>de</strong>r aca<strong>de</strong>mie ook tot <strong>de</strong> hoofd-<br />

„on<strong>de</strong>rwerpen behoor<strong>de</strong> , begrijpt ie<strong>de</strong>r. Daar vorm<strong>de</strong> zich ,<br />

„bijwijle onbewust , <strong>de</strong> kern van inzigten en zienswijzen , die<br />

„later op het lot <strong>de</strong>r hoogesehool en ook op dat <strong>de</strong>r bezoekers<br />

„niet zon<strong>de</strong>r invloed bleven. Ofschoon vele <strong>de</strong>r le<strong>de</strong>n van dien<br />

„kring reeds mannen en huisva<strong>de</strong>rs waren,” wij halen Tegner's<br />

eigen woor<strong>de</strong>n aan, „was <strong>de</strong> toon <strong>de</strong>s on<strong>de</strong>rhouds toch die<br />

„van opgerrtim<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten , een kaatsspel met gedachten en<br />

„invallen , <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren van het oogenblik , die wel had<strong>de</strong>n<br />

„verdiend algemeener te wor<strong>de</strong>n gekend."<br />

Voorzeker, dat die ook zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze vermaardheid vruchten<br />

droegen, — binnen die muren was alle on<strong>de</strong>rscheid van geboorte,<br />

vermogen, betrekking opgeheven; er heerschte gelijkheid op dat<br />

gemeenschappelijk gebied <strong>de</strong>s geestes; slechts bragt het ge-<br />

sprek <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong>n geniale aan het licht, — buiten


ESAIAS TEGNP,R, FRITRION'' S SAGA. 293<br />

die muren was <strong>de</strong> vloek aller studie , was die eenzijdigheid gebannen<br />

, welke zich niet vergenoegt met het wan<strong>de</strong>lpad, haar<br />

aangewezen , een <strong>de</strong>r aangenaamste to achten, die het bij nitsluiting<br />

<strong>de</strong>n waren weg gelooft te zijn; — bier had het wood<br />

hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n pa<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> ongebaan<strong>de</strong> lever<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verrassendsteuitzigten<br />

op. Werken , blokken zelfs , — <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n zijn niet te<br />

zwaar <strong>voor</strong> wie zich met na<strong>de</strong>nlien over afgetrokken on<strong>de</strong>rwerpen<br />

uitput; <strong>de</strong> moeheid <strong>de</strong>s hoofds is een ergere dan die<br />

<strong>de</strong>r han<strong>de</strong>n; — werken ja , maar ook stn<strong>de</strong>ren, <strong>de</strong> meer<br />

aanlokken<strong>de</strong> teak <strong>de</strong> geheimen <strong>de</strong>r natuur of <strong>de</strong>r geschie<strong>de</strong>nis<br />

ga te slaan , to bespie<strong>de</strong>n , nit te vorschen , een enkele maal,<br />

schaars, helaas! gelukkig te gissen ; — schrijven, niets min<strong>de</strong>rs<br />

— om te on<strong>de</strong>rrigten of op te beuren, met <strong>de</strong> overtuiging dat<br />

licht leven wekt; in bet geloof dat zalig zal wor<strong>de</strong>n gesproken<br />

wie <strong>de</strong> won<strong>de</strong>n <strong>de</strong>s leeds heeft gezalfd; — tot dichten toe,<br />

— „das lustige metier," — niet zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>nken , hopen we,<br />

hoe mild men met gevoel zij begaafd, het eene als het an<strong>de</strong>re<br />

eischt ernstige inspanni ng, en wee hem, die waant zon<strong>de</strong>r<br />

die te zullen slagen! Het is <strong>de</strong> eene zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n penning;<br />

hij heeft ook zijnen keerkant. Elk wie dus arbeidt, wie dus<br />

bezig is, hij heeft regt, onvervreemdbaar heilig regt, op nitspa<br />

n ning, — niet die velerlei even onbedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> als vervelen<strong>de</strong>,<br />

welke min<strong>de</strong>r beschaving bevredigen; neen , <strong>de</strong> hoogere<br />

nitspanningen , waarbij <strong>•</strong> into sschen van geene werkeloosheid<br />

sprake !nag zijn, <strong>de</strong>ar zij het konter drijven door <strong>de</strong> an<strong>de</strong>rs<br />

braak liggen<strong>de</strong> vel<strong>de</strong>n van onzen geest , tot bij alien bloemen<br />

ontluiken , tot bij <strong>de</strong> be<strong>voor</strong>regten vruchten rijpen: belangstelling<br />

bij <strong>de</strong>ze in bet schoone, belangstelling bij gene in het<br />

ware, belangstelling bij elk in datgene wat hij veronachtzaam<strong>de</strong>,<br />

waardoor ie<strong>de</strong>r onzer leert kouten, dat zeldzame talent in bet<br />

noor<strong>de</strong>n, waardoor wij alien seherts leeren verstaan, scherts,<br />

on<strong>de</strong>r onzen barren lumel zoo schaarsch !


294 ESAUS TEGNER, FRITHIOF 'S SAG:.<br />

Als <strong>de</strong> herberg die weel<strong>de</strong> oplever<strong>de</strong>, wat won<strong>de</strong>r, dat Tegner<br />

haar gaarne genoot ?<br />

Atis was <strong>voor</strong> hem binnengegaan , met een harer tronwste<br />

bezoekers , een harer stichters , <strong>de</strong>n hoogleeraar Bohneer ; Atis<br />

sprong thans nit <strong>de</strong>n kring, bij Wien <strong>de</strong>ze zich had gevoegd,<br />

zijnen meester te moet. Het was een viertal mannen , in <strong>de</strong>n<br />

eersten bloei of in <strong>de</strong> voile kra,cht <strong>de</strong>s level's, doch die zich<br />

nog geen zweem <strong>de</strong>r vermaardheid had<strong>de</strong>n verworven, welke<br />

eens hun <strong>de</strong>el zou zijn. Geen van hen was bij <strong>voor</strong>beeld nog<br />

bisschop , <strong>de</strong> waardigheid waarme<strong>de</strong> Zwe<strong>de</strong>n zijne vernuften<br />

zoo vaak beloont en wel eens<strong>•</strong> belemmert ; <strong>de</strong> twee, die het later<br />

zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, Heurlin en Tegner, dachten er zelfs niet<br />

aan; — een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> . maar het planeetlezen is verbo<strong>de</strong>n. Ook<br />

was niemand hunner nog lid <strong>de</strong>r Zweedscbe aca<strong>de</strong>mie , eene<br />

on<strong>de</strong>rscheiding , daar te regt op prijs gesteld , waar zij in een<br />

uitgestrekt en teen nog van vervoermid<strong>de</strong>len mis<strong>de</strong>eld rijk , gelegenheid<br />

waarborg<strong>de</strong> , <strong>de</strong> eersten <strong>de</strong>s tijds van aangezigt tot<br />

aangezigt te zien ; — zoo men het Tegner had <strong>voor</strong>speld, dat<br />

hij in <strong>de</strong>ze Agardh welkom zou heeten, dat hij in haren kring<br />

Hagberg naast zich zou zien aanzitten, hij zou <strong>de</strong> gol<strong>de</strong>n lokken<br />

hebben geschud , hij had <strong>de</strong> Stockholmsche bent goed gezelschap<br />

geprezen, maar waarin zijns gelijke niet behoor<strong>de</strong>. „Geen<br />

„mij hewer dan dit had hij u toegefluisterd, want hij leen<strong>de</strong><br />

op dit oogenblik het gesprek tusschen Heurlin, Agardh en<br />

Hagberg gretig het oor.<br />

Hagberg, <strong>de</strong> zeven-en-twintigjarige, was henomnd tot hotprediker<br />

bij <strong>de</strong> koninginne-moe<strong>de</strong>r Sophia Magdalena , Gustaf<br />

<strong>de</strong>n Der<strong>de</strong>s weduwe; het kan ons om het even zijn, wat Heurlin,<br />

die naar een secretariaat van kerkelijke zaken streeft, van<br />

hem weten wil. Al onze opmerkzaamheid bepaalt zich tot <strong>de</strong>n<br />

jongeling , <strong>de</strong> gul<strong>de</strong>n twintig naauwelijks ingetre<strong>de</strong>n, die philos.<br />

niagister is gewor<strong>de</strong>n, die morgen mathesis zal doceren en


ESATAS TEGNIR, FRITIROF 'S SAGA. 295<br />

overmorgen botanie, die in kennis van leven<strong>de</strong> talen in Lund<br />

zijns gelijken niet heeft, Carl Adolf Agardh, als ge zijn naam<br />

voluit weten wilt.<br />

„Of ik eens <strong>voor</strong> n preeken mogt," zegt <strong>de</strong> schalk , en het<br />

viertal, dat dien wensch hoort , zet groote oogen op; intusschen<br />

verliezen aller kijkers, zelfs die van Tegner, het in grootte<br />

als in glans bij <strong>de</strong> levendige <strong>de</strong>s jongelings, welke van geene<br />

rust weten, en in alle rigtingen vorsehen<strong>de</strong> rondzien als zijn geest.<br />

„Un jeune curd fait les meilleurs sermons," plaagt Bolmeer<br />

hem, die aan <strong>de</strong> hoogeschool <strong>de</strong>n roep meebragt fransch te<br />

spreken of hij in Parijs ware geboren.<br />

„Een waan, professor! en geen waarheid; traditie door <strong>de</strong><br />

„bistorie beschaamd," klinkt het gevatte antwoord; „<strong>de</strong> eerste<br />

„preeken van Bossuet zijn niet tot ons gekomen; hij was voile<br />

veertig , toen hij <strong>de</strong> koningin van Engeland uitluid<strong>de</strong>."<br />

,,Gij hebt in <strong>de</strong>n bijbel gebla<strong>de</strong>rd en een tekst gevon<strong>de</strong>n,<br />

„die op <strong>de</strong>n toestand onzer koninginne-moe<strong>de</strong>r past," vervolgt<br />

Tegner hem ; „laat hooren welken."<br />

„Toth niet, aanstaan<strong>de</strong> eerwaar<strong>de</strong> beer!" keert Agardh <strong>de</strong>n<br />

aanval af, wel <strong>voor</strong>zien<strong>de</strong> dat onze dichter, als zoo menig begaaf<strong>de</strong><br />

te zijnent , eindigen zal met geestelijke te wor<strong>de</strong>n ; „toch<br />

„niet, het gaat mij als het u dan zal gaan; ik heb een stof,<br />

„eer ik een tekst heb."<br />

„Een motto-preek ," valt Heurlin in.<br />

„Waarom niet?" vraagt Hagberg; „onze groote meester,<br />

„Lehnberg, doet er wel."<br />

„Lfw stof," spreekt Tegner, eensklaps ernstig.<br />

„Alsof ik die zou durven mehleelen , wanneer ze mij met<br />

„zulk een gewigtig gezigt wordt gevraagd, door een priester,<br />

„die in dit heiligdom <strong>de</strong>r wetenschappen op drieerlei altaren<br />

„offert! En toch, zoo ge mij gelegenheid bezorg<strong>de</strong>t er in <strong>de</strong> dom-<br />

„ kerk over te preeken, ik zou mij haar niet behoeven te scha-


296 ESA.IAS nor:0-m FRITHION'' S SAGA.<br />

„men; ik zon het lien eeuwenheugen<strong>de</strong>n muren durven afvra-<br />

„gen , of zij ooit van haar had<strong>de</strong>n gehoord , of zij er eenigen<br />

„nagalm van bewaar<strong>de</strong>n; en als dan alle zuilen zwegen , ik<br />

„zou wee roepen over mijne <strong>voor</strong>gangers!” Er straal<strong>de</strong> licht<br />

nit die groote oogen , maar een blos vloog over het beminnelijk<br />

gezigt; had hij in<strong>de</strong>rdaad gepreekt? „Mijne stof, hee-<br />

„ren!" gaat hij zachtkens <strong>voor</strong>t, of hij vergeving vraagt <strong>voor</strong><br />

zijne vervoering, „mijne stof zon het regt <strong>de</strong>r v r ou w zijn.<br />

„Niet het regt <strong>de</strong>r door onze maatschappij meest begunstig<strong>de</strong>,<br />

„peen, dat zon <strong>de</strong>n schijn hebben als ware het mij te doer<br />

.,om <strong>de</strong> koninklijke verlatene te vleijen, het regt <strong>de</strong>r vrouw,<br />

„het regt van ie<strong>de</strong>re, dat <strong>de</strong>r dienstbare zoo goed als dat <strong>de</strong>r<br />

„doorluchtige, dat <strong>de</strong>r eerste haast nog meer; het wordt nog<br />

„wree<strong>de</strong>r miskend."<br />

„Stil, Atis! still" gebiedt Tegner; <strong>de</strong> mops is verbaasd ,<br />

een an<strong>de</strong>r dan zijn meester het woord te hooren voeren.<br />

„Uwe ou<strong>de</strong>n ," vervolgt Agardh , en ziet bij dat „uwe"onzen<br />

dichter aan, „uwe on<strong>de</strong>n schiepen in hunne Venus Urania en<br />

„Venus Vulgivaga <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> uitersten van het schoone geslacht;<br />

„— bij ons vormen <strong>de</strong> vrouwen zoo vele schalmen eener keten,<br />

„die van <strong>de</strong> wereld hene<strong>de</strong>n ons tot die boven ons reikt; tus-<br />

„schen duivelen en engelen vlechten zij <strong>de</strong>n band. Wat moest<br />

„er niet aan hare opvoeding wor<strong>de</strong>n besteed, om haar <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

„hemelvaart vleugelen te leenen, om haar <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hellevaart te<br />

„beveiligen.”<br />

„Agardb ! gaat ge verzen schrijven?" vraagt Bolmeer.<br />

„Alsof elke e<strong>de</strong>lmoedige gedachte <strong>de</strong>r jeugd ," valt Tegner<br />

in, „maat en rijm behoef<strong>de</strong> om to treffen."<br />

„Heb dank ," zegt Agardh , „<strong>voor</strong> uwe waarschuwing," tot<br />

Bohneer, , „<strong>voor</strong> uwe aanmoediging ," tot Tegner; — maar werkt<br />

zijn thema niet nit; hij vergenoegt er zieh me<strong>de</strong>, tot toelichting<br />

te laten volgen: „Hoe vreemd zon Sophia Magdalena op-


ESAIAS TEGNER, FRITHIOF ' S SAGA. 297<br />

„hooren , als ik haar vertel<strong>de</strong> , dat bet een half duizend jaren<br />

„gele<strong>de</strong>n is, se<strong>de</strong>rt zieh , ten onzent , een vorst over <strong>de</strong> vrouw<br />

„ontferm<strong>de</strong>! Gij weet het, mijne heeren ! Birger Jarl bevrijd<strong>de</strong><br />

„haar uit <strong>de</strong> boeijen <strong>de</strong>r slavernij , door <strong>de</strong> doehters , tegenover<br />

„<strong>de</strong> zonen , ten minste half erfregt toe te kennen. Het was iets,<br />

„maar niet genoeg om het er vijf hon<strong>de</strong>rd jaren bij te laten<br />

„blijven! Wanneer zal het beter wor<strong>de</strong>n ?"<br />

Er was wel een poeet in dien kring , maar profeet bleek <strong>de</strong>ze<br />

niet; an<strong>de</strong>rs zou hij <strong>voor</strong>speld hebben : „over veertig jaren !"<br />

Agardh's opwelling was geene <strong>voor</strong>bijgaan<strong>de</strong> ; <strong>de</strong> man hield ,<br />

ook in dat opzigt , wat <strong>de</strong> jongeling beloof<strong>de</strong> ; — toen het gevoel<br />

tot overtuiging was gerijpt, preekte hij niet, maar pleitte,<br />

en Oscar I had sympathie genoeg <strong>voor</strong> zijne pogingen , om <strong>de</strong><br />

rijkssten<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> te slaan , <strong>de</strong> vrouw in Zwe<strong>de</strong>n ein<strong>de</strong>lijk, ein<strong>de</strong>lijk<br />

mondig te verklaren 1 „Agardh zijn tbdperk eene eeuw<br />

„<strong>voor</strong>uit ," zoo zou Tegner hem later te regt schetsen ; — thans<br />

antwoord<strong>de</strong> niemand op zijne moe<strong>de</strong>looze vraag , — <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur<br />

<strong>de</strong>s vertreks ging open : „H ij is het ," fluister<strong>de</strong> Hagberg Tegner<br />

in ; wie was hij ?<br />

Fen man van mid<strong>de</strong>lbare lengte , die mogelijk wel Bens uitgeschil<strong>de</strong>rd<br />

is, dock van wien wij het geluk niet had<strong>de</strong>n eene<br />

afbeelding aan te treffen ; dien wij ons intusschen liefst <strong>voor</strong>stellen<br />

als meer gespierd dan gevleeschd , beenig , bleek, maar<br />

met bruine oogen , wier opslag beurtelings trouwhartigheid en<br />

tee<strong>de</strong>rheid uitdrukte, en die toch tevens iets rusteloos had<strong>de</strong>n,<br />

dat niet ten voile uit <strong>de</strong> bewegelijkheid , welke zijne kunst<br />

eischte, viel te verklaren. Daar treedt hij , — bet is het ware<br />

woord <strong>voor</strong> dien eigenaardigen schred — daar treedt hij op<br />

ons tafeltjen toe ; — <strong>de</strong> voet , hoe vlug , is vast ; en <strong>de</strong> handdruk ,<br />

liever <strong>de</strong> handschudding — want zijn greep trilt tot in <strong>de</strong>n<br />

schou<strong>de</strong>r door — verraadt , daar zij het maar een omzien<br />

doet , bei<strong>de</strong> sterkte en snelheid.


298 ESA.IAS TEGNER, FRIT1110F ' S SAGA.<br />

„Mijnheer Ling," zegt het lid van <strong>de</strong> club, die hem me<strong>de</strong>bragt<br />

, en stelt hem aan ooze ken nissen <strong>voor</strong>. „Mijnheer Ling,<br />

„die van Koppenhagen komt , en u veel te vertellen heeft."<br />

De laatste woor<strong>de</strong>n gel<strong>de</strong>n Tegner, die zich buigt , en ale<br />

<strong>de</strong> gewone beleefdheidsvragen zijn beantwoord, Ling uitlokt tot<br />

zijn on<strong>de</strong>rwerp te komen , door <strong>de</strong> opmerking:<br />

„U heeft Halcon Jail zien geven ?"<br />

„Ik heb eene omwenteling bijgewoond ," is het antwoord ,<br />

„eene bloe<strong>de</strong>looze , mijne heeren ! maar die in belangrijkheid<br />

„menige bloedige overtreft; eene omwenteling op <strong>de</strong>n <strong>de</strong>enschen<br />

„zangberg! Baggesen is gevallen , Oehlenschlager gekroond."<br />

„Le roi est mort , — vive le roi !" kan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>ngen<strong>de</strong> Agardh<br />

zich niet weerhou<strong>de</strong>n in te lasschen.<br />

„Het betreft meer clan die bei<strong>de</strong> poeeten , bet geldt onze kunst<br />

„en ons karakter, jonge beer !" — Ling geeft geen tiental jaren<br />

boven Agardh <strong>voor</strong>: maar Ling, tot aca<strong>de</strong>misch schermmeester<br />

benoemd , en die tevens dichter is, gelooft dat hij zich da<strong>de</strong>lijk<br />

moet doen gel<strong>de</strong>n, — „men is aan <strong>de</strong> overzij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Sund<br />

„fransche let terkun<strong>de</strong> en fransche geestigheid moe! Het is waar, ,<br />

„in het staatkundige schikt men er zich naar <strong>de</strong>n veroveraar, ,<br />

„dien <strong>de</strong> halve wereld niet kan weerstaan ; maar in bet rijk<br />

„van kennis en kunst verloochent men er zijn verle<strong>de</strong>n niet,<br />

„is men vrij."<br />

Die man moge iets meesterachtigs hebben , <strong>de</strong> cooed zijne<br />

meening te zeggen is hem ook be<strong>de</strong>eld ; hij doet het met warmte;<br />

hem vallen vele gebreken in <strong>de</strong>n vorm te vergeven.<br />

„Ge hebt Oehlenschlager gezien ?" vraagt Tegner.<br />

„Hij heet Adam ," spreekt het opgewon<strong>de</strong>n standjen; „hij<br />

„moest Bal<strong>de</strong>r heeten."<br />

„Omdat hij , als Adam , gevaar loopt zich te hooren toeroe-<br />

„pen : „Waar zijt ge?” " schertst Tegner.<br />

„Gij weet wel beter ," berneemt Ling lagehen<strong>de</strong> , „omdat


ESAIAS TEGNFIt, PRITEHOF 'S SAGA. 299<br />

„zijne schoonheid iets echt-noordsch heeft, sterk en slank te-<br />

„ yens. Adam ? als gij hem gezien halt, toen Hakon of<br />

„was gespeeld , en <strong>de</strong> schouwburg daver<strong>de</strong>, ge zoudt hem, als<br />

„ik, Bal<strong>de</strong>r hebben begroet , — geen weekelijke paradijsfiguur,<br />

„— een Asa, als die ons schiereiland intogen, om er zich, niet<br />

„zoo als men meant, <strong>de</strong> wil<strong>de</strong>n eener woestenij , maar eene<br />

„wereld , die zich zelve overleefd had , te on<strong>de</strong>rwerpen.”<br />

„Weekelijke paradijsfiguur," mompelt Hagberg.<br />

„Schort het aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling , die ens van <strong>de</strong>n kansel<br />

„gegeven wordt , dat <strong>de</strong> bijbelsche Adam <strong>voor</strong> mij nooit iets<br />

„koninklijks , nooit iets kraehtigs had; dat mogen <strong>de</strong> leeraars<br />

„verantwoor<strong>de</strong>n ," brandt Ling los , zon<strong>de</strong>r te weten hoe zijn<br />

schot in het wil<strong>de</strong> doel treft ! De arme hofprediker, , die Lehnberg<br />

navolgt , en als zoovele navolgers, helaas zijn mo<strong>de</strong>l het<br />

meest nabij komt in <strong>de</strong> gebreken die dit aankleven , die bijwipe<br />

valsch-pathetisch , die steeds sentimenteel is, hij heeft<br />

<strong>de</strong>n zet beet en trekt een gezigt , of het gerucht waarheid<br />

spreekt , 't geen hem nageeft in <strong>de</strong> dwaze duitsche romans van<br />

<strong>de</strong>n dag volkomen te huis te zijn. De oogen naar <strong>de</strong> lage zol<strong>de</strong>ring<br />

slaan<strong>de</strong> , schuift hij zijn stoel achteruit , als vrees<strong>de</strong><br />

hij besmetting.<br />

„Er moeten groote zwarighe<strong>de</strong>n in dat stuk zijn overwonnen,"<br />

herneemt Tegner humaan , en vaart vorschen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>t: „als er<br />

„niet veel poezij in <strong>de</strong>n persoon van Hakon Jarl was gelegd,<br />

„ge zondt er niet zoo mee zijn ingenomen. En toch overwint<br />

„<strong>de</strong> christen gewor<strong>de</strong>n koning Olof <strong>de</strong>n tot het geloof zijner<br />

„<strong>voor</strong>va<strong>de</strong>ren weergekeer<strong>de</strong>n hei<strong>de</strong>n Jarl Halton?"<br />

„Het is historisch en tragisch tevens ," beweert Ling.<br />

Een oogenblik ," zegt Tegner ; „valt <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>lijke meer<strong>de</strong>r-<br />

„heid van Olof boven Hakon, op bet t o onee 1” , en hij drukt<br />

op het laatste woord , — „zinnel ij k ," en hij geeft ook aan<br />

dat geen min<strong>de</strong>ren nadruk , — „gelukkig in beeld te brengen ?


300 ESATAS TEGNER, FR1THIOFS SAGA.<br />

„Hakon is, als mij <strong>de</strong> saga goed heugt , alles aan zijne dap-<br />

„perheid verpligt ; Olof heeft zijn regt op <strong>de</strong> kroon zijner ge-<br />

„boorte dank to weten; Hakon besluit en voert uit ; Olof heeft<br />

„raad te plegen met monniken ...”<br />

„Een priester, , die van zijne zij<strong>de</strong> haast niet wijkt.”<br />

„Hakon is oud en Olof jong , — toch is waarschijnlijk <strong>de</strong><br />

„eerste wellustig geschil<strong>de</strong>rd ...."<br />

„Maar ge hebt het stuk gezien."<br />

„Evenmin als gelezen , an<strong>de</strong>re daarentegen blijkt<br />

„kuisch ..."<br />

„Neer, ge zijt niet in <strong>de</strong>n schouwburg geweest," verklaart<br />

Ling, „want zoo raak als uw eerste schot was, zoo mis is uw<br />

„twee<strong>de</strong>. Olof's koelheid komt niet aan het licht."<br />

„Oehlenschldger," schertst Agardh; „heeft als tooneelspeler<br />

„on<strong>de</strong>rvinding opgedaan; heel Koppenhagen juicht toe, als Ha-<br />

„kon <strong>de</strong> dochteren <strong>de</strong>s lands mooi vindt ; bet .zon fluiten als<br />

„Olof zich al te zedig gedroeg."<br />

„Schalk ," lacht Ling, „als ge die theorie in praktijk brengt ,<br />

„moet ge ijverig les bij mij nemen."<br />

„Bespiegelen en beoefenen zijn twee, Mijnheer !"<br />

„Oehlenschlager doceert thans resthetiek ," zegt Tegner, , —<br />

„wat boezemt toch <strong>voor</strong> Hakon <strong>de</strong> belangstelling in, door alien,<br />

„die het stuk zagen , gevoeld ? Hij wordt <strong>voor</strong>gesteld als een<br />

„wreedaard, schier als een onmensch."<br />

„Het is waar ," antwoordt Ling, „<strong>de</strong> <strong>de</strong>ernis die wij met<br />

„hem, als wa<strong>de</strong>r, liebben, on<strong>de</strong>r het verhaal hoe zijn heldhaf-<br />

„tige soon Erland doodgeslagen wend, of <strong>de</strong>ze een wild dier<br />

„ware geweest, verkeert in afschuw, wanneer Hakon zijn eenig<br />

„overgebleven telg , het jongsken Erling , achter Odin's offer-<br />

„steen , dien ten zoen , keelt ; — maar <strong>de</strong> moed, die hem bij-<br />

„blijft in zijn vergeefschen strip, in zijne vlugt, in zijn val,<br />

„verzoent ons we<strong>de</strong>r met hem ; — en als hij ein<strong>de</strong>lijk in zijne


ESAIAS TEGNER, Furrmor's SAGA. 301<br />

„zinsverbijstering, in een visioen van zijn verle<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>n laatst<br />

„overgebleven dienstbre beveelt , hem te doorsteken , <strong>de</strong>r wroe-<br />

„ging ten prooi, dan gevoelen wij me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n en schrik bei<strong>de</strong>!<br />

„Hoe het me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n ten slotte <strong>de</strong> overhand heeft, als Thora,<br />

„die hij verleid<strong>de</strong> en verliet , maar die hem zijn vergrijp in<br />

„zijn val vergaf, als zij zwaard en krans op zijn lijkkist legt ,<br />

„hem een noordsch , een schaars geevenaard held prijst , „een<br />

„ „bloesem door fellen vorst geteisterd !” "<br />

Ling's oogen vonkelen.<br />

„En <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> hei<strong>de</strong>n wordt weer wakker in ons ," zegt Hagberg,<br />

die nog „<strong>de</strong> weekelijke paradijsfiguur" niet vergeten kan.<br />

„Toth niet," beweert Ling, „maar we begrijpen <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>-<br />

„tijd ; <strong>de</strong> geest van Karel <strong>de</strong> Twaalf<strong>de</strong> vaart door ons ge-<br />

„beente.”<br />

„Dat noordsche hel<strong>de</strong>ndicht!” juicht Tegner hem, zijns ondanks<br />

, toe, — al laat hij er op volgen: „toch is Oehlenschld-<br />

„gees triomf mij nog niet hel<strong>de</strong>r.”<br />

„Groote kennis van het tooneel doet hem gelukkige grepen<br />

„doen ," verklaart Ling ; „door afwisseling van toestan<strong>de</strong>n heeft<br />

„het geheel velerlei verrassends; sours mag een verhaal wat<br />

„lang zijn, in eenige trekken schil<strong>de</strong>rt elk van die <strong>de</strong>n tijd<br />

eigenaardig."<br />

„Lyrisch?" mijmert Tegner, „episch zelfs , dat gaat aan ,<br />

„maar dramatisch schijnt <strong>de</strong> stoffe mij niet. Als het christen-<br />

„dom , in plaats van in persoon op te tre<strong>de</strong>n , slechts uit <strong>de</strong><br />

„verte beurtelings dreig<strong>de</strong> en aantrok ..... ”<br />

Scheld Ling niet lotnp , <strong>de</strong>wijl hij zich omwendt ; Bolmeer<br />

noodigt hem uit, <strong>de</strong> welkomstteuge bescheid to doen.<br />

„teen glazen ," dat kan slechts Ling zeggen , — „hoornen<br />

„zou<strong>de</strong>n hier pas geven."<br />

Gelukkig , <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n roem van <strong>de</strong> Herberg, zijn er ten<br />

minste bekers ter hand; Bolineer schenkt ze boor<strong>de</strong>vol.


302 ESAIAS TEGNER FIUTHIOF ' S SAGA-<br />

„Maar mee hebben we niet.”<br />

„Of ik mij in Walhalla geloof<strong>de</strong> ," lacht Ling, en <strong>de</strong> heeren<br />

, ook later binnengekomene , maar die ons geen bijzon<strong>de</strong>r<br />

belang inboezemen , zij drinken , „broe<strong>de</strong>rschap" met <strong>de</strong>n nieuw<br />

benoem<strong>de</strong>n schermmeester <strong>de</strong>r Universiteit.<br />

„Op <strong>de</strong> toekomst van het Noortlen!" Het is Agardh , die<br />

zijn hart in <strong>de</strong>n toast lucht geeft; er wordt met geestdrift<br />

weklonken.<br />

Er schuilt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> fantasie een schat van stof in <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid<br />

van gedachten , waartoe een zelf<strong>de</strong> wensch aanleiding<br />

geeft; lees dit vijftal eens door <strong>de</strong> oogen in het harte.<br />

Bolmeer's verwachtingen bepalen zich schier tot Lund, tot <strong>de</strong>n<br />

bloei <strong>de</strong>r hoogeschool; ads <strong>de</strong> studie aan doze dieper wortelen mag<br />

slaan, dan zal heel het rijk zich in <strong>de</strong> vruchten verlustigen. —<br />

Heurlin , die een tweetal aca<strong>de</strong>mische leeraren , welke wij straks<br />

als ook aanwezig vermeld<strong>de</strong>n , met een woord op <strong>de</strong> hoogte <strong>de</strong>s<br />

gespreks brengt , heeft weinig weer verbeelding, — hij <strong>de</strong>nkt<br />

aan grooter or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> administratie , beslissen<strong>de</strong>r invloed van<br />

het geestelijk gezag op het bestuur ; een van <strong>de</strong> vier stan<strong>de</strong>e<br />

<strong>de</strong>r alou<strong>de</strong> staatsregeling , <strong>de</strong> priesterlijke , werpt , volgens hem,<br />

niet half genoeg gewigt in <strong>de</strong> schaal. — Ling, claarentegen ,<br />

Ling, <strong>de</strong> prototype van muscular christianity, ziet, in gedachte<br />

, een geslacht <strong>voor</strong> zich, als <strong>de</strong> gymnastie , waarmee hij<br />

dweept , zal waarborgen louter sterkte, louter schoonheid ! —<br />

<strong>de</strong> gestalten een hel<strong>de</strong>ndicht waardig , als hem <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geeft<br />

zweeft , <strong>de</strong> Asa's , dat later <strong>de</strong> zweedsche letteren ten sieraad zal<br />

zijn. — Hoe een publiek , als Hagberg vast van <strong>de</strong>n kansel meent<br />

gh te slaan, gemoe<strong>de</strong>lijk en geloovig , huiveren zou <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

plastische groepen, welke Ling's verbeelding verrukken, echtnoordsch,<br />

en this niet met al sentimenteel ; groepen volkomen te<br />

schetsen met eene uitdrukking , welke zoo good die gansche<br />

mythologie veraanschouwelijkt , als het genie van <strong>de</strong>zen haren


ESA IAS TEGNFR, FRITITIOF ' S SAGA. 303<br />

priester „vulkaan bij vulkaan tusschen ijsvel<strong>de</strong>n." — Agardh,<br />

ein<strong>de</strong>lijk, — valt er vollediger bewijs zijner veelzijdigheid bij to<br />

brengen ? — <strong>de</strong> jonge botanicus , die door heel Europa bekend<br />

zal wor<strong>de</strong>n en beroemd tevens, hij zou evenzeer <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ligchaamsoefeningen<br />

<strong>de</strong>s schermmeesters , als <strong>voor</strong> <strong>de</strong> stichtelijke opwekkingen<br />

<strong>de</strong>s hofpredikers sympatliie hebben; maar Zwe<strong>de</strong>n lijdt,<br />

vreest bovendien aan kwalen, welke <strong>de</strong>ze 'loch gene heelen<br />

kan, die een practicus eischen, een economist; — „<strong>de</strong> toekomst<br />

„van het Noor<strong>de</strong>n" hangt <strong>voor</strong> hem van betere financien, van<br />

hypotheek-banken en brandwaarborg-maatschappijen , van tal<br />

van instellingen af, tot welke hij zal bijdragen, — ook al<br />

wordt hem als bissehop her<strong>de</strong>rlijke zielenzorg aanbevolen!<br />

En Tegner?<br />

De meeste zijner vrien<strong>de</strong>n mogen zijne mijmering vreemd vin<strong>de</strong>n,<br />

ons moet het dui<strong>de</strong>lijk zijn, dat hij van verre <strong>de</strong> ontluiken<strong>de</strong><br />

bloem <strong>de</strong>r romantisehe poezij gewaar wordt ; dat hij haar, uit<br />

wat het gerucht van Hakon Jan overwoei, zich <strong>de</strong>nkt en<br />

droomt! Hij heeft werktuigelijk meegeklonken; thans weert hij<br />

Atis af, hoort het naauwelijks dat Ling niet rust <strong>voor</strong> Agardh<br />

een vers <strong>voor</strong>draagt. „Hoe!" roept onze Esalas eensklaps en<br />

zou op willen staan, Maar bet zou to dwaas wezen; is het godieht<br />

het zijne niet ? Ace mile e600rteg rond , heet het poeem<br />

— drie coupletten wer<strong>de</strong>n reeds aangehoorcl, daar volgt het<br />

vier<strong>de</strong>, eene schil<strong>de</strong>ring van — maar luister mee :<br />

Uw zomer blijkt een reus I Gewiegd op rnwe schotsen<br />

Ontstijgt hij , met gebloemt' , ze in stormeuzwangren dooi :<br />

Op eons wordt knop en vrucht <strong>de</strong>r gaardc dubble tooi ,<br />

En geelt het schrale groen , geteisterd tussehen rotsen ,<br />

Ten gou<strong>de</strong>n oogst , waarbij , op 's maaijers bee,<br />

Met halve rust <strong>de</strong> dag zich 8telt to vree.<br />

trw winter is een held ! Hij naakt , <strong>de</strong> neevlen wijken ,<br />

Hij komt , besneettwd van baard , met <strong>de</strong>nnenloof om 't haar ;


304 F.SA1AS TEGNFR, FRITIIIOF' S SAGA.<br />

Finks gaat het donkre wood van zilvreu luister zwaar ;<br />

Geen lelie haalt hij 't wit, waarmee uw vel<strong>de</strong>n prijken,<br />

En waar <strong>de</strong> golf op 't strand hoar kraehten spilt,<br />

Daar legt hij zwaar zijn diamanten sehild.<br />

„Flink!" roept Ling, en 't is niet looter beleefdheid , want<br />

bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> verzen on<strong>de</strong>rgaat Tegner eene marteling, als<br />

we niemand toewenschen. Een overvloed van fraaije woor<strong>de</strong>n<br />

laat <strong>de</strong>n dichterlij ken schermmeester koel, — <strong>de</strong> bruine oogen<br />

flikkeren een omzien, als het ijzer gelegenheid geeft een goe<strong>de</strong>n<br />

greep te doen , — maar Agardh is aan <strong>de</strong> laatste strophe, en<br />

<strong>de</strong> wensch , dat <strong>de</strong>s dichters geboortegrond ook zijn graf moge<br />

zijn, dat lommerschahuw en bloemengeur zijne terp niet mogen<br />

ontbreken , verlokken Ling tot <strong>de</strong>n uitroep :<br />

„Dat zweemt wel wat naar Franzen."<br />

„Het is hooge lof ," houdt Tegner zich groot; — en is echter<br />

niet veel vrolijker to rime dan <strong>voor</strong> weinige weken , toen<br />

hij het stockholmsche dagblad , waarin <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie hare verslagen<br />

plaatste , vol verwachting ter hand tram, en zag, dat het<br />

gedicht , door hem ingezon<strong>de</strong>n , <strong>de</strong> Beschaving — niet was bekroond<br />

! — „Agardh!" laat hij thans op die bonne mine a<br />

mauvais jou volgen , en haalt uit zijn rokzak het vel papier<br />

te <strong>voor</strong>schijn, neen, <strong>de</strong> twee, die hij me<strong>de</strong>bragt, „Agardh! lees<br />

„even over, het is eene samenspraak ; wees gij Fran krij k,<br />

„ik zal Engeland spelen."<br />

Een algemeen gejuich gaat op.<br />

Agardh heeft luttel tijds noodig , om het handschrift van<br />

Tegner to ontcijferen ; hij is <strong>de</strong> schrale strepen gewend; <strong>de</strong><br />

dicbter neemt gaarne eene proeve van zijne verzen, door ze<br />

dier vurige <strong>voor</strong>dragt, dier schoone stem toe to vertrouwen. En<br />

wat <strong>de</strong>n geest van dit dichtstuk betreft, <strong>de</strong> jongeling heeft dien<br />

even snel gevat — we zijn in 1805 — het is politieke poezij,<br />

maar geene bedaard-beschouwen<strong>de</strong>. Albion en Gallie, <strong>de</strong> bei<strong>de</strong>


ESAIAS TEGNil:R. FRITHJOF ' S SAGA. 305<br />

me<strong>de</strong>dingsters om <strong>de</strong>n werelclstaf, , sparen elkahr verwijtingen<br />

nosh ver<strong>de</strong>nkingen ; het gansehe vers is eene serie van <strong>de</strong>n<br />

toenmaligen toestand schil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> invectieven. Engeland heft<br />

hoonend aan: „Als een kanker moogt gij Europa verteren ,<br />

„Albion blijft buiten uw bereik !" Frankrijk schetst even sterk:<br />

„Om straffeloos to plun<strong>de</strong>ren steekt gij <strong>de</strong> wereld in brand ;<br />

„uitgehonger<strong>de</strong> haai , zoekt ge roof op elke kust!" En <strong>de</strong> gebeurtenissen<br />

<strong>de</strong>r laatste jaren , — welke eeuwen schij nen , zoo<br />

veel viel er in <strong>voor</strong> ! — gaan uwen geest <strong>voor</strong>bij , als <strong>de</strong> zeemagt<br />

<strong>de</strong>r landmagt toevoegt „Duitschland heeft gestre<strong>de</strong>n en<br />

„is gevallen ; uw Ming houwt zijne le<strong>de</strong>n van een; <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>r-<br />

„lan<strong>de</strong>n hebben broe<strong>de</strong>rs ingeroepen , die verdrukkers zijn ge-<br />

„wor<strong>de</strong>n ;” -- en het vaan<strong>de</strong>l daarop <strong>de</strong>n wimpel aan „<strong>de</strong>n<br />

„Hindus” herinnert , „wiens paarlen zijn paradijs geen vre<strong>de</strong><br />

„verzekeren ," aan <strong>de</strong>n Neger, , „die dood wordt gegeeseld, op-<br />

„dat Engeland suiker hebbe als het thee sehenkt !” — „Spanje<br />

„hebt ge geteisterd , Zwitserland onteerd ," klinkt het van <strong>de</strong><br />

eene zij<strong>de</strong> ; — „<strong>de</strong> Zee hebt ge gesloten en Koppenhagen ver-<br />

„brand ,” hoort ge van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re. „Ik bezoldig koningen en<br />

„hunne legers zjn <strong>de</strong> mijne !" — en het we<strong>de</strong>rwoord is: „Ga.<br />

„naar Austerlitz en herroep er <strong>de</strong> doo<strong>de</strong>n in het leven." — Hoe<br />

het gedicht <strong>de</strong> kleur van <strong>de</strong>n tijd draagt : „<strong>de</strong> guillotine moge<br />

„rust hebben ," beet het, „Piebegru wordt in <strong>de</strong> gevangenis<br />

„omgebragt, en slechts in <strong>de</strong> wou<strong>de</strong>n van Amerika vindt Victor<br />

„Moreau veiligheid." — De weerstuit laat zich niet wachten:<br />

„Pitt en uw helsch werktuig," luidt het, „ze zijn vergeefs los-<br />

„ gebarsten; in Nelson, <strong>de</strong>n bloedigen , mist uw schip zijn roer.”<br />

Maar al weergalmt <strong>de</strong> Her b e rg van handgeklap , ons boeit,<br />

meer dan die verwij ten , <strong>de</strong> wending welke <strong>de</strong> dichter eensklaps<br />

aan zijn vers geeft , het blootleggen van <strong>de</strong> beginselen,<br />

die partijen bezielen. „ Waar twisten wij om ," roept Engeland;<br />

„is <strong>de</strong> wereld niet groot genoeg <strong>voor</strong> ons bei<strong>de</strong> ? Gij<br />

Stnliei eei &h et*. 777 20


306 ESAIAS TEM ,: FRIT IIIOVS SAGA.<br />

„wenscht eer en wenscht magt; winst is alles wat ik begeer.<br />

„Het is mime roeping, <strong>de</strong> wereld te bevrij<strong>de</strong>n, maar het is<br />

„ook mijne roeping het hoofd van 's werelds zeemagt te zijn,<br />

„— van bei<strong>de</strong> is <strong>de</strong> leste mij het liefste. Ik ijver <strong>voor</strong> vrijheid,<br />

„ja, maar <strong>voor</strong> han<strong>de</strong>lsvrijheid, begrijpt ge; vrijheid <strong>voor</strong> mij<br />

„bovenal; elk an<strong>de</strong>r zie toe <strong>voor</strong> zich zelven. Daarom bie<strong>de</strong> ik<br />

„u vree; laat zamen <strong>de</strong>n buit ons ver<strong>de</strong>elen; u zij het groe-<br />

„nen<strong>de</strong> land, mij zij <strong>de</strong> blaauwe oceaan!” — „Wel kenne ik<br />

„u ," antwoordt Frankrijk, „en veracht uw krainersstaatkunst,<br />

„op een han<strong>de</strong>lsbalans gebouwd. Gij zijt nog <strong>de</strong> cru<strong>de</strong> geble-<br />

„ven, maar bij mij is alles weergeboren; <strong>de</strong> verjong<strong>de</strong>, verme-<br />

„tele kracht haakt naar rid<strong>de</strong>rlijke spelen. De aar<strong>de</strong> verover<br />

„ik zelve, en <strong>de</strong> zee zal wel volgen; wie het strand heeft, heeft<br />

„het water; <strong>de</strong>elen , ik <strong>de</strong>nk er niet aan. Niet uw gewapen<strong>de</strong><br />

„hand, uw bid<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bie<strong>de</strong> mij vre<strong>de</strong>; buig <strong>voor</strong> <strong>de</strong> betere u<br />

„neer; <strong>de</strong>ze is <strong>de</strong> vree dien ik wil.”<br />

Engeland.<br />

't Wimpelheir wappert in 't zwerk, het regent als eertijds in Sodom<br />

't Schuim van <strong>de</strong> golven ziet rood; val 14, verwaatue ! daar aan I<br />

Frankrijk.<br />

d'A<strong>de</strong>laars stijgen in 't zwerk, het dreunt als ten dage <strong>de</strong>s oor<strong>de</strong>els ;<br />

Glibbrig is <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> van bloed ; val mij, verwaatne ! daar aan !<br />

Engelan'd.<br />

Blaak als een laaije vulkaan , en verniel wat er om u mag bloeijen<br />

Tot ge, in u zelve vcrteerd , zaamstort in rook en in asch !<br />

Frankrijk.<br />

Lig als een blokschip vast ; uw anker, , 't crediet , dreigt te glippen,<br />

Met het geteister<strong>de</strong> wrak drijven <strong>de</strong> stormen <strong>de</strong>n spot !<br />

Agardh heeft <strong>de</strong> laatste regels naauwelijks <strong>voor</strong>gedragen,<br />

of hij drukt <strong>de</strong>n dichter <strong>de</strong> hand, half uit bewon<strong>de</strong>ring, half


ESAIAS TEGNER FIIITHIOF 'S SAGA. 307<br />

uit behoefte , zich , na zooveel hatelijks als Frankrijk Engeland<br />

toeduw<strong>de</strong> , met zijne we<strong>de</strong>rpartij te verzoenen. Tegner zal dankbaar<br />

mogen zijn, zoo het groote publiek <strong>de</strong>ze poezij begroet als<br />

dit kleine gehoor ; toejnichingen in overvloed ! Bolmeer prijst<br />

het vers een historiele cursus. Hagberg heeft nooit geloofd,<br />

dat het zangerig-zweedsch beurtelings zoo stout en zoo scherp<br />

kon zijn.<br />

„Heiligschennis! roept Ling ; „ons geluid is <strong>de</strong> weergalm<br />

„van een grond , waarin ijzer schuilt."<br />

„En bet buigzaamst staal but het scherpst ," vult Tegner aan,<br />

niet zon<strong>de</strong>r zelfgevoel. Houd hem <strong>de</strong>n hoogmoed ten goe<strong>de</strong>; hij<br />

is straks bij Franzen vergeleken ; vreest hij dat men , waar bet<br />

kracht geldt , met Wallin zal aankomen ?<br />

„Ge hebt gelijk ," zegt Ling ; „er spatten vonken nit die ver-<br />

„zen ; ze zijn gesmeed , en ofschoon toestan<strong>de</strong>n , aan <strong>de</strong>n tegen-<br />

„woordigen tijd ontleend, mij weinig belang inboezemen, ik<br />

„huldig in <strong>de</strong>ze gedachten een geest , die bewijst , dat het rijk<br />

„van Baggesen ook bier <strong>voor</strong>bij is. Geen spel, geen scherts<br />

„meer, , als bij dien verenropees<strong>de</strong>n Scandinaaf, sneer Fransch-<br />

„man dan Deen ! .... ”<br />

„An<strong>de</strong>re dagen , an<strong>de</strong>re zangen ,” merkt Tegner op; „maar<br />

„in ie<strong>de</strong>ren tijd , mijn waar<strong>de</strong> ! eerbied <strong>voor</strong> gevallen grootheid.”<br />

„hits <strong>de</strong>ze haar karakter wete te bewaren ," valt Ling in ;<br />

en waarlijk , het was het minst wijze en waardige woord niet,<br />

— <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>ren dichter Baggesen in zijne betrekking tot <strong>de</strong>n<br />

opkomen<strong>de</strong>n Oehlenschlager beschouwd , — dat op <strong>de</strong>zen avond<br />

gesproken werd door <strong>de</strong>n dichterlijken schermmeester, , dien<br />

Tegner regt had, „lastig" te vin<strong>de</strong>n.<br />

Of <strong>de</strong> zweedsche genreschil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> britsche in lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

letteren van hun va<strong>de</strong>rland evenaar<strong>de</strong>n; of het noor<strong>de</strong>n op een<br />

Leslie, een Ward, een Stone hogen mogt! Zoo goed als <strong>de</strong><br />

laatsten ons in <strong>de</strong> club verplaatsten , die <strong>de</strong>n jeugdigen Pope


308 ESAIAS TEGNER, FRLTHIOF ' S SAGA.<br />

aan John Dry<strong>de</strong>n, glorious John, <strong>voor</strong>stellen zag , zou dan <strong>de</strong><br />

Her b erg op het dock gebragt in welke Tegner met Ling<br />

kennis maakte , meent ge? Voorzeker, , al riedt gij onze gedachte<br />

maar ten halve; want als Svea zulke schil<strong>de</strong>rs rijk was,<br />

wij zou<strong>de</strong>n naar geen overgang tot Geyer hebben te zoeken ;<br />

het afscheid door Erik van Esalas op Liljendal, in <strong>de</strong>n herfst<br />

van 1804, zou wereldbekend zijn , en u bij <strong>de</strong> eerste toespeling<br />

<strong>de</strong> beste weer <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geest staan. Bij gebre.k van iets zoo<br />

aansehonwelijks stelt ge -a hopen wij , met onzen greep Geyer<br />

in uw gam-igen te herroepen , te vreC; , en hebt er niet tegen<br />

dat wij om zijnentwil nit <strong>de</strong> eene hoogeschool in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

overwippen , dat we hem twee jaren later, <strong>de</strong>n W en Junij<br />

1806 , toen hij promoveer<strong>de</strong> , toen hij magister werd , te Upsala<br />

weer aantreffen. Waaraan het schortte, dat Geyer dit niet,<br />

zoo als zijne vrien<strong>de</strong>n , zoo als <strong>voor</strong>al zijn va<strong>de</strong>r verlangtle ,<br />

reeds drie jaren vroeger was gewor<strong>de</strong>n ? — Wij zou<strong>de</strong>n kunnen<br />

antwoor<strong>de</strong>n , dat zoowel <strong>de</strong> eene bijzon<strong>de</strong>rheid, dat hij<br />

aarzel<strong>de</strong> in <strong>de</strong> keuze tusschen <strong>de</strong> twee wegen, welke hem openston<strong>de</strong>n<br />

, die <strong>de</strong>r kanselarij of die <strong>de</strong>r aca<strong>de</strong>mie , <strong>de</strong> betrekking<br />

van een ambtenaar of <strong>de</strong> loopbaan van een geleer<strong>de</strong> , als <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re,<br />

dat hij, na <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>lijke beslissing <strong>de</strong>zer levensvraag,<br />

toch <strong>de</strong>n tijd niet had klaar to komen , daar hij het on<strong>de</strong>rrigt<br />

van twee jonger broe<strong>de</strong>rs op zich moest nemen , thans alle<br />

belang hebben verloren. En toch zij dit verre van ons. Een<br />

brief over dat on<strong>de</strong>rwerp , door <strong>de</strong>n twintigjarige in 1802 aan<br />

zijn va<strong>de</strong>r geschreven , verdient eene vlugtige inzage; hij schetst<br />

zijn vurig verlangen in <strong>de</strong> gelegenheid te wor<strong>de</strong>n gesteld to<br />

r eizen ; men kent Geyer maar ten halve, als men hem daarover<br />

niet heeft gehoord. „Eer er sprake van kan zijn ," schrijft<br />

hij, „welk examen ik zal afleggen, dient bepaald te war<strong>de</strong>n,<br />

„met welk doel ik dat zal doen. Voor mij , ik beoog daar-<br />

„me<strong>de</strong> maar een wit : ik zou slechts blijk van mijii knapheid


ESA LAS TEGNi.R, FRITFITOF' S SAGA. 309<br />

„willen geven , ow in <strong>de</strong> gelegenheid te komen te r ei z en.<br />

„Ik geloof, dat dit <strong>voor</strong> mij noodzakelijk is, ik heb geen hoo-<br />

„ger wensch. Ik weet weinig , ik ken mij zelven misschien het<br />

„minst van alles, maar waar ik zeker van ben, is dat, wer-<br />

„waarts ook <strong>de</strong> weg lei<strong>de</strong>n moge, dien ik als man zal betre-<br />

„<strong>de</strong>n , r ei z en <strong>de</strong> <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> hlijft ter ontwikkeling mijuer<br />

„geringe Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> wereld te hebben gezien , zal ik<br />

„noch die kloekheid en vastheid van karakter, nosh die vlug-<br />

„heid en juistheid van oor<strong>de</strong>el verwerven, in ie<strong>de</strong>re verhouding<br />

„<strong>de</strong>s levens vereischt. Om een <strong>de</strong>gelijk mensch , om een goed<br />

„burger en een flunk ambtenaar te wor<strong>de</strong>n, is dat mid<strong>de</strong>l on-<br />

„ontbeerlijk. Verbeelding beheerscht in mij alle overige vermo-<br />

„gens ; mijn hart moge niet kwaad zijn, zwak is het zeker;<br />

„ik ben in vele opzigten , mijn lieve va<strong>de</strong>r weet best in welke ,<br />

„een volslagen dwaas; het is niet aan mij die bier op te som-<br />

„men ; men moet zijn gebreken hebben afgelegd , eer men die<br />

„bekent. Intusschen zijn dit alles eigenaardighe<strong>de</strong>n , welke tot<br />

„mijn ver<strong>de</strong>rf dieper wortel zullen schieten , als ik mij niet<br />

„spoedig losruk nit <strong>de</strong>n stillen, gelnkkigen , vertrouwelijken<br />

„kring , in welken ik inschikkelijkheid betoon en ontmoete.<br />

„Ik zou een dweeper wor<strong>de</strong>n, wiens blik een ij<strong>de</strong>l wit in eene<br />

„i<strong>de</strong>ale wereld najaagt , en eindigen met een dier halfslachtige<br />

„menschen te blijken , wier da<strong>de</strong>n een mengelmoes zijn van<br />

„zwakheid , verbeelding en dwaasheid. Maar waarom 'anger<br />

„uitgeweid over wat mijn goe<strong>de</strong> va<strong>de</strong>r zeker al beter inziet clan<br />

„ik. Het is uitgemaakt , ik moet reizen.”<br />

Ge zoudt er niets bij winnen , zoo wij u uitvoerig me<strong>de</strong><strong>de</strong>el<strong>de</strong>n<br />

, waarom onze stu<strong>de</strong>nt, als hij magister wor<strong>de</strong>n moest, tot<br />

1806 wenschte te stu<strong>de</strong>ren ; al wat ge weten moet is, dat beicle<br />

zijn va<strong>de</strong>r en diens vriend , kapitein Rappliolt , „die <strong>de</strong> we-<br />

„reld ken<strong>de</strong>,” bet reisplan afkeur<strong>de</strong>n , dat zij hem reeds in<br />

1803 gepromoveerd wil<strong>de</strong>n zien. En als ge u no herinnert , hoe


310 ESATAS TEGNÉR, FRITHIOF' S SAGA.<br />

wij hem <strong>voor</strong> II opvoer<strong>de</strong>n teleurgesteld in het dingen near<br />

eon on<strong>de</strong>rwijzersbetrekking bij een jonkman van aanzienlijken<br />

huize , <strong>de</strong>wijl men hem als „een ongestadig mensch" had afgeschetst<br />

, triomferen<strong>de</strong>, daar hij door het behalen °eller medaille<br />

<strong>voor</strong> eene Lofre<strong>de</strong> op Sten Sture <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>, ten minste<br />

toon<strong>de</strong> to hebben gestu<strong>de</strong>erd , dan mogen wij <strong>de</strong> kennis weer<br />

aangeknoopt achten , ook zon<strong>de</strong>r aanschouwelijke <strong>voor</strong>stelling.<br />

We zijn in 1806 — het eene examen <strong>voor</strong>, bet an<strong>de</strong>re examen<br />

na is glansrijk afgelegd , hij zal eerlijk promoveren, — hoe is<br />

hij te moe<strong>de</strong>? maalt hem <strong>de</strong> reize nog door het hoofd?<br />

„Ik lei een prettig leven, ik lees wat ik wil, span mij uit<br />

„als 't me lust, mijn lectunr is onafgebroken genot. Vaarwel,<br />

„astronomie! vaarwel, physika! vaar lang wel, hebreenwsch!<br />

„Mijne ceremoniele visites zijn afgedaan. Ik ben weer thuis,<br />

„en mijne oudste, mijne eerste vrien<strong>de</strong>n, mijne lievelingssehrij-<br />

„vers en lievelingsdiehters voeren mij in hooger, reiner lucht,<br />

„dan waarvan eenige Parnassus weet. Het zal echter dra tijd<br />

„wor<strong>de</strong>n over mijn dispuut te <strong>de</strong>nken. Ik heb het besluit ge-<br />

„nomen , zelf <strong>de</strong> stoffe mijner dissertatie to kiezen , en die<br />

ook zelf to schrijveu; al ware ik dit Diet van zips, <strong>de</strong> nood<br />

„zou er mij wel toe dwingen. De professoren zijn nooit zoo<br />

„schriel geweest als thans met het opgeven van stoffen. Doze<br />

„heeft een akker gekocht , en die gaat ossen beproeven, een<br />

„<strong>de</strong>r<strong>de</strong> heeft een wijf getrouwd, enz. enz.” Er is vera<strong>de</strong>ming,<br />

er is vreug<strong>de</strong> over herkregen vrijheid in die regelen , maar<br />

van r ei z en geen woord; gaf hij dien wensch op? Een oogenblik<br />

gedulds , bid<strong>de</strong>n wij. Hij koos tot on<strong>de</strong>rwerp zijner dissertatie:<br />

De ingenio politico medii cevi; <strong>de</strong>n 1<strong>41</strong>e. Junij<br />

promoveer<strong>de</strong> hij , — maar bleef <strong>de</strong>s ondanks nog een paar<br />

jaren zijue philosophische en historische studien aan <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>Mie<br />

<strong>voor</strong>tzetten , bleef in Upsala over <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />

een gewestgenoot , van een Wermlan<strong>de</strong>r, toezigt hou<strong>de</strong>n;


ESATAS TEGNEH, FRITHIOVS SAGA. 311<br />

was hij gelukkig ? Hoor hem zelven. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> oogen , die <strong>de</strong>ze<br />

bla<strong>de</strong>n doorloopen , zijn er misschien jeugdige , wier lot naar<br />

het zijne zweemt , die er behoefte aan liebben , bij wijle door<br />

een treffend beeld te wor<strong>de</strong>n gesterkt in het geloof, dat al<br />

daagt het latigzaam , het toch daagt!<br />

„Ik word bewon<strong>de</strong>rd en benijd , then ik <strong>de</strong>n prijs bij <strong>de</strong><br />

„Aca<strong>de</strong>mie had behaald. Men stood verbaasd over zulk eene<br />

„vlugt; vliegen was teen nog zoo algemeen niet. Zoo iets kon<br />

„ietnands fortuin maken. 1VIijn geluk verbijster<strong>de</strong> me meer, ,<br />

„dan 't mij streel<strong>de</strong>. Ik hoor<strong>de</strong> spreken van mijne vroege ,<br />

„mijne verwon<strong>de</strong>renswaardige rijpheid van oor<strong>de</strong>el. Goe<strong>de</strong> he-<br />

„mel ! ik was, of juister gezegd , — want waarom zou ik loo-<br />

„chenen, dat <strong>de</strong> bijval <strong>de</strong>s oogenbliks iets bedwelmends had,<br />

„— ik werd hoe ]anger hoe mismoediger over mijne onrijpheid.<br />

„Niets valt min<strong>de</strong>r te vertrouwen , dan zoo vroegen <strong>voor</strong>spoed;<br />

„men moest er bang <strong>voor</strong> zijn.”<br />

De klagt leidt tot eene poging bet in zelfkennis ver<strong>de</strong>r te<br />

brengen , welke wij als proeve gaarne me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen.<br />

„Men spreekt van het geluk <strong>de</strong>r jeugd. En ik zal <strong>de</strong> laatste<br />

„zijn eene opvatting te loochenen , zoo algemeen, als dat men<br />

„<strong>de</strong>r lente innemendheid toekent , en Het morgenrood pracht.<br />

„Maar stolid aan mij <strong>de</strong> keuze , welke van mijne jaren ik zou<br />

„willen overleven , <strong>de</strong> vroegere of <strong>de</strong> latere ; niet die <strong>de</strong>s jon-<br />

„gelings zou mijn antwoord zijn. Van het geluk <strong>de</strong>r jeugd<br />

„heb ik luttel to roemen. Het is niet, dat ik mij over bijzon-<br />

„<strong>de</strong>re ongelukken heb to beklagen ; mijn toestand liet weinig<br />

„te wenschen over, ook heb ik mij van geene grove buitenspo-<br />

„righe<strong>de</strong>n to beschuldigen ; <strong>de</strong>n storm <strong>de</strong>r hartstogten stood ik,<br />

„zoo niet zon<strong>de</strong>r gevaar, , dan toch zon<strong>de</strong>r schipbreuk door. Slechts<br />

„te good heugt het mij echter, , wat in heel dien tijd het <strong>voor</strong>-<br />

„werp mijner afgunst was ; een gevoel , dat mij an<strong>de</strong>rs vreemd<br />

„is. Het was het lot diergenen , welke door <strong>de</strong> natuur zijn toe-


312 ESAIAS FRITIIIOCS SAGA.<br />

„gerust met een beslisten aanleg , wier ontwikkeling, groot of<br />

„klein, gelei<strong>de</strong>lijk <strong>voor</strong>tgaat. Voor hen voegt ie<strong>de</strong>re (lag eerie,<br />

„zij het ook kleine , som tot het facit <strong>de</strong>s levens toe ; het is<br />

„een vredig , stil verwerven , dat aanwast met hun innerlijk<br />

„geluk, en geluk om zich verspreidt. Het scheen mij toe, dat<br />

„alley wat daarnaar zweem<strong>de</strong> mij faal<strong>de</strong>. Niemand is ooit zoo<br />

„zon<strong>de</strong>r zelfvertrouwen geweest. Het eenige, waarvan ik be-<br />

„wnstzijn had, was een onbeperkt vermogen , indrukken en<br />

„gedachten to ontvangen, eerie grenzelooze receptiviteit ; maar<br />

„ik bleek zoozeer alto zelfstandigheid , schier alle persoonlijk-<br />

„held vreeind , dat het mij dikwijls te moe<strong>de</strong> was, als zou eene<br />

„schaduw in staat zijn geweest mij te verdrijven en mijne<br />

„plaats in to nemen. Er is een duitsche roman, in welken <strong>de</strong><br />

„hoofdpersoon , Peter Sehlemihl , naar zijn verloren schaduw<br />

„zoekt; ik zou eene ware geschie<strong>de</strong>nis kunnen schrij vett van<br />

„iemand, die zich z el v en zocht. Ken zekere lust mij te<br />

„subordineren , eerie neiging , me liever terug to trek ken dan<br />

„me op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond to plaatsen , is mij levenslang van dit se-<br />

„<strong>de</strong>rt getemperd gevcel bijgebleven. Bezit ik eenige zelfstandig-<br />

„heid , ze is lang'zaam en tot duren prijs verworven ; en mag<br />

„ik oor<strong>de</strong>elen naar <strong>de</strong>n tijd, dien bet mij gekost heeft, min<br />

„of meer besef te krijgen van <strong>de</strong>n zamenhang van dit mid<strong>de</strong>n-<br />

„punt van mijn wezen , zoo reiken die weefsels verre. Ik heb<br />

„bier het heimelijkste eerier gemoecIsstemming blootgelegd , die<br />

„jaren lang <strong>de</strong> mijne was, die ik niernand bekencle en die mij in<br />

„eenzame oogenblikken schier wanhopig <strong>de</strong>ed wor<strong>de</strong>n.<br />

„Daarin ligt ook <strong>de</strong> onwe<strong>de</strong>rstaanbare aantrekkingskracht ,<br />

„welke <strong>de</strong> philosophie op mij heeft uitgeoefend. Haar alleen<br />

„heb ik uit behoefte gestu<strong>de</strong>erd ; al het overige, <strong>de</strong>wijl ik het<br />

„mij had <strong>voor</strong>genomen , of het mij vermaakte. Kant, Fichte,<br />

„Schelling's schriften zijn in tal van jaren Met van mijn les-<br />

„senaar geweest ; hun uitgesleten rnggen dragen er in mijn


ESAIAS TEGNÉlt FRITHIOF ' S SAGA. 313<br />

„boekenkast nog blijk van. Vat mijn weg in <strong>de</strong> wijsbegeerte<br />

„hetreft , ik kan er slechts van zeggen, dat <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> tegenover-<br />

„gestel<strong>de</strong> was van then <strong>de</strong>s mid<strong>de</strong>lsten or<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bovengenoem-<br />

„<strong>de</strong>n. Ik ben overal moeten beginnen met een niet-ik on). tot<br />

„een ik te komen , — en dat was niet het eerste , maar het<br />

„laatste, waartoe ik kwam ! Ik wil daarom niet beweren, dat<br />

„ik het, uit vreem<strong>de</strong> materialen , met Locke en Condillac heb<br />

„opgebouwd, die mij trouw in <strong>de</strong>n lommer vergezel<strong>de</strong>n , want<br />

„ze zijn te droog en te dor om ze el<strong>de</strong>rs dan in <strong>de</strong> frissche<br />

„lricht , dan in het groen te genieten. Philosophie is immers <strong>de</strong><br />

„kunst , eene Schacht, eene mijn op te sporen en to graven ? Zoo<br />

„brengt men in <strong>de</strong>n zonneschijn good aan het licht , maar zon<br />

„meet er zijn, zal het blinken. De mensch is o o g en niet z o n.”<br />

Of wij het alleen zijn die gaarne een oogenblik langer luistoren<br />

, die wenschen , dat onze eigene letterkun<strong>de</strong> <strong>de</strong>rgelijke<br />

zelfstudies rijk ware, van mannen altoos , die verdienen van<br />

meer dan eene zij<strong>de</strong> te wor<strong>de</strong>n beschouwd ?<br />

„ Dien ganschen tijd was ik geheel onvruchtbaar, , en aan <strong>de</strong><br />

„gunst <strong>de</strong>r zanggodinnen viol niet to <strong>de</strong>nken. lie lauwerkrans ,<br />

„welke mij, naar gewoonte , als magister werd be<strong>de</strong>eld , scheen<br />

„me eene bittere Greep ik <strong>de</strong> pen op, dan kruisten zich<br />

„<strong>voor</strong> mijn geest stjl bij stijl en manier bij manier uit <strong>de</strong>n<br />

„grooten <strong>voor</strong>raad eener veelzijdige lectuur. Als ik <strong>de</strong> slotsom<br />

„van <strong>de</strong>ze oprnake, met betrekking tot wat ik er in v er nuft en<br />

„k unst door verwierf , dan sta ik <strong>voor</strong>al bij vier auteurs stil , die<br />

„een grooten en duurzamen invloed op mij hebben uitgeoefend.<br />

„Het zijn Rousseau en Schiller, het zijn S hakespeare<br />

„en GOt he ; — <strong>de</strong> eersten in <strong>de</strong> vroegere perio<strong>de</strong> mijner leer-<br />

„jaren , <strong>de</strong> laatste in <strong>de</strong> latere , dat wil zeggen , tot <strong>de</strong>n dag<br />

„mijns doods toe. Vooral <strong>de</strong> laatste heeft veel , onbeschrijfe-<br />

„lijk veel op mij gewerkt ; ik kan in waarheid zeggen, dat<br />

„ik van geen rnensch ter wereld meer heb geleerd. Vraagt


314 ESAIAS TEGNEN FRITHION''S SAGA.<br />

„men naar <strong>de</strong> oorzaak , aan dat viertal gemeen, waarom hunne<br />

„indrukken iets onuitwischbaars hebben, dan schuilt <strong>de</strong>ze zon-<br />

„<strong>de</strong>r twijfel daarin, dat geen hunner zon<strong>de</strong>r weerstand to ge-<br />

„nieten valt , liever nog, dat zij al <strong>de</strong> veerkracht eener leven-<br />

„dige , eigene werkzaamheid in beweging zetten. Maar er is<br />

„een hooger graad die te wekken. Dat vermogen is aan die<br />

„genien be<strong>de</strong>eld , welke ten opzigte aller navolging , boven min-<br />

„<strong>de</strong>re , iets afschrikkends hebben, bij wie die volslagen onmo-<br />

„gelijk is. Zij trekkers niet alleen tot zich aan, zij drijven ook<br />

„elk die zich met hen bezig houdt , in hemzelven terug. Zij<br />

„doer zelfstandig wor<strong>de</strong>n , sl echts zelfstandig. Niet vatbaar<br />

„te zij n nagevolgd to wor<strong>de</strong>n , is bet beste negatieve ken-<br />

„teeken van goe<strong>de</strong> miters, dat ik weet. Het positieve is, dat<br />

„zij sterken , dat zij een bewustzijn geven van gezondheid <strong>de</strong>r<br />

„ziel. Al wat <strong>de</strong> frissche lucht louterends, al wat <strong>de</strong> doorzig-<br />

„tigste golf lavends , al wat het hel<strong>de</strong>rst Licht levenwekkends<br />

„heeft, is daarme<strong>de</strong> vergeleken niets. Me<strong>de</strong>cina mentis<br />

„— artsenij , spijze <strong>de</strong>r ziel — ziedaar <strong>de</strong> won<strong>de</strong>rbaarlijke<br />

„kracht waarme<strong>de</strong> zij begaafd wer<strong>de</strong>n. Zegen over <strong>de</strong>ze wel-<br />

„doeners <strong>de</strong>r menschheid! Vloek, zou men geneigd zijn to<br />

„zeggen , als men zich wendt tot hen, die <strong>de</strong>n gifbeker men-<br />

„gen -- maar ik wil er mijne lippen niet me<strong>de</strong> bezoe<strong>de</strong>len.”<br />

Als wij niet <strong>voor</strong>t zullen gaan te vertalen, moeten wij <strong>de</strong><br />

fierinneringen, ons door Geyer nagelaten, digtslaan, en u <strong>de</strong>n<br />

ver<strong>de</strong>ren loop zijns lots naar aanleiding van <strong>de</strong> Levensschets,<br />

die wij zijnen zoon dank weten , me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen. Het zal ons gelei<strong>de</strong>lijk<br />

tot <strong>de</strong> gewenschte, tot <strong>de</strong> niet opgegeven reize brengen.<br />

Over zijns va<strong>de</strong>rs gemoedstoestand in die jaren getuigt<br />

<strong>de</strong> zoon — die <strong>de</strong>ze teekening, helaas! niet voltooijen mogt ,<br />

— dat hij heurtelings aan een gevoel van rijkdom en van gebrek<br />

, aan vermogen en onmagt ten prooi was, dat bet <strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rvinding<br />

bleef <strong>voor</strong>behou<strong>de</strong>n , hem <strong>de</strong>n weg to wijzen , dien


ESAIAS TEGICER FRITHIOF ' S SAGA. 315<br />

hij had in te slaan. „Wel was hij, zoo als hij zich zelven heeft<br />

„geschetst, in <strong>de</strong>n waren zin <strong>de</strong>s woords, een zoeken<strong>de</strong>, een<br />

„zoeken<strong>de</strong>, zoo in <strong>de</strong> lente , als in <strong>de</strong>n herfst zijns levens! Hij<br />

„begon met in heiligen ernst en bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n ijver zijn eigen<br />

„genie te zoeken , en ads Jakob , worstelen<strong>de</strong> met <strong>de</strong>n engel ,<br />

„zei<strong>de</strong> hij „Ick en sal u niet laten gaen, het en zy dat ghy<br />

„ „my segent." De zegen volg<strong>de</strong> en op hief <strong>de</strong> engel zijne<br />

„blikken , op naar het licht, en in <strong>de</strong>ze las hij zijne bestem-<br />

„ming.”<br />

Het feed tot in 1808, eer Zwe<strong>de</strong>n's toekomstigebistoriens extraordinair<br />

kanselarijscbrijver werd in bet Rijks-Archief; het laatste<br />

ge<strong>de</strong>elte van dat jaar, , en bet eerste van het volgen<strong>de</strong> bragt<br />

hij in die betrekking to Stockholm door. Om <strong>de</strong> bevoegdheid<br />

te verwerven , geschie<strong>de</strong>nis to molten doceren, gaf hij in die<br />

dagen een aca<strong>de</strong>misch specimen uit , on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel : De stilo<br />

historic° aped Romano& Het mogt eene eerste schre<strong>de</strong> heeten<br />

in <strong>de</strong> werkelijke wereld ; maar wie het vergeten was, welke<br />

<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> hij vroeger een eigenlijk optre<strong>de</strong>n had gesteld,<br />

niet hij. Eene reize, een seize, drie jaren levens <strong>voor</strong> eene<br />

reize! Hoe gretig greep hij dan ook , ter vervulling van dat<br />

verlangen , <strong>de</strong> gelegenheid aan er hem toe gebo<strong>de</strong>n, in het on-<br />

<strong>de</strong>rwijzen van <strong>de</strong>n zoon <strong>de</strong>s Commerce-Ra<strong>de</strong>ts von Schinkel.<br />

Het kon <strong>de</strong> laatste kans zijn geweest , hij mogt niet aarzelen.<br />

„Eensklaps viel een vloed van licht mid<strong>de</strong>n in die duisternis,"<br />

zegt hij ; „dit onvruchtbaar rondtasten werd afgewisseld door<br />

„verrassend aanschouwen. Ik zag mij in <strong>de</strong> mogelijkheid ge-<br />

„steld een reize naar Engeland mee to maken ; <strong>de</strong>n jonkman,<br />

„dien ik haar dank had te weten , heb ik in geheel zijn ge-<br />

„drag jegens mij slechts to roemen.”<br />

Er is veel geschreven over het reizen; <strong>de</strong> <strong>voor</strong><strong>de</strong>elen zijn<br />

met warmth in het licht gesteld, <strong>de</strong> na<strong>de</strong>elen met vernuft geschetst;<br />

<strong>de</strong> stoffe is onuitputtelijk , want in ie<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ceit-


316 ESAIAS TEGN ER , FRITHIOF ' S SAGA.<br />

nium reist ie<strong>de</strong>r individu an<strong>de</strong>rs. Wij hebben er <strong>voor</strong> he<strong>de</strong>n genoeg<br />

aan , iemand , zoo belangwekkend als Geyer, ga te slaan ,<br />

in eenen tijd en op een tooneel , die beslissen<strong>de</strong> indrukken<br />

moesten achterlaten. Als zou <strong>de</strong>ze togt op heel zijne toekoinst<br />

bet zegel zetten , begot' hij dien niet zon<strong>de</strong>r een besluit te<br />

hebben volvoerd , waaraan hij geaarzeld had gevolg to geven,<br />

zoolang zijn verschiet hem niet hel<strong>de</strong>r wil<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n. „Op weg<br />

„naar het buitenland bezocht hij in allerijl zijn geboorte-<br />

„streek , om van zijne (al<strong>de</strong>rs, verwanten en vrien<strong>de</strong>n afseheid<br />

„te nemen. Op een lieflijken zomermorgen hield zijn karretjen<br />

„stil <strong>voor</strong> het hek <strong>de</strong>r laan , die naar O<strong>de</strong>nstadt's heerenhoeve<br />

„leidt , in het kerspel G-ilberga gelegen. Hij wipte <strong>de</strong> tre<strong>de</strong><br />

„af, en entmoette in <strong>de</strong>n lommer 's landgoeds eigenaar Kant<br />

„Knutsson Liljebkirn , een weduwnaar, die met zijn gezin tot<br />

„<strong>de</strong> vertronwdste vrien<strong>de</strong>n van G-eyer's ou<strong>de</strong>rlijk huis behoor<strong>de</strong>.<br />

„Zon<strong>de</strong>r omwegen droeg hij dozen zijne be<strong>de</strong> om <strong>de</strong> hand zijner<br />

„jongste doehter <strong>voor</strong>. De va<strong>de</strong>r, die niets min<strong>de</strong>r verwachtte<br />

„dan zulk een haastig aanzoek , was een oogenblik stow van<br />

„verbazing en ried toen <strong>de</strong>n vrijer zijne poging af.” Hij had<br />

immers nog in het geheel Been uitzigt , <strong>voor</strong> zich zelven en zijne<br />

gelief<strong>de</strong> te kunnen zorgen ; waar zou <strong>de</strong> schoorsteen van rooken ?<br />

„ „Maar ga binnen ," besloot <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r, zijns ondanks bewogen<br />

„ „draag haar zelf uwen wensch <strong>voor</strong>, ik wil niet in <strong>de</strong>n weg zijn."<br />

„Binnen een omzien was <strong>de</strong> magister verloofd , ontving <strong>de</strong>n<br />

„scboonva<strong>de</strong>rlijken zegen , rukte zich nit <strong>de</strong> armen zijner gelief<strong>de</strong><br />

„en toog in <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong>." Dat vrijen heeft zoowel jets ou<strong>de</strong>rwetseh-aartsva<strong>de</strong>rlijks<br />

als nienwerwetsch-dichterlijks; maar<br />

nwe fantasie volstaat <strong>voor</strong> <strong>de</strong> idylle; <strong>de</strong> reis is onze taak.<br />

Hij bragt een jaar in Engeland door; hij bezocht beurtelings<br />

grootere en kleinere ste<strong>de</strong>n ; hij leef<strong>de</strong> in Lon<strong>de</strong>n en op bet<br />

land. De indrukken, welke bet verkeer on<strong>de</strong>r een yolk, het<br />

zijne in zoo vele opzigten <strong>voor</strong>uit , op hem ruaakte , zijn be-


ESAIAS TEGNER, FRITnTOFS SAGA. 317<br />

waard gebleven in brieven, aan zijne betrekkingen geschreven<br />

en in zijne Herinneringen gedrukt. Ook die aan zijn meisjen<br />

in Wermland, ook die half gefluister<strong>de</strong>, half gera<strong>de</strong>n wenschen?<br />

Neen. Minnebrieven komen in <strong>de</strong>ze verzameling niet <strong>voor</strong>; hij<br />

wist dat ze maar <strong>voor</strong> vier oogen belang hebben. Doch <strong>de</strong> overige,<br />

welk een begrip geven zij van zijn oor<strong>de</strong>el, welk een blik gunnen<br />

zij op zijnen geest ? Goethe heeft het teregt opgemerkt:<br />

„brieven zijn <strong>de</strong> belangrijkste ge<strong>de</strong>nkstukken, welke ie<strong>de</strong>r on-<br />

„zer kan nalaten." Een toetssteen, niet enkel van iemands<br />

kennis, ook en <strong>voor</strong>al van iemands karakter. Onze tijd beseft<br />

volkomen <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong>rgelijke nalatenschap; onze tijd,<br />

beweert men , Mat to wenschen over in <strong>de</strong> wijze op welke hij<br />

die aanvaardt. Bloo<strong>de</strong> komt <strong>de</strong> kieschheid binnen , en als zij<br />

hare aanklagt heeft gestameld , dan bemerken wij , dat <strong>de</strong><br />

regtvaardigheid haar op <strong>de</strong>n voet is gevolgd; lui<strong>de</strong> verheft <strong>de</strong>ze<br />

hare stem. „Een grillig licht," zegt ze, — het gevolg van het<br />

nit haar verband rukken van enkele uitdrukkingen , — „een<br />

„seheef oor<strong>de</strong>el" — op een kwalijk begrepen woord geveld ,<br />

— „ziedaar waaraan ze, bij <strong>de</strong> veldwinnen<strong>de</strong> kwaal <strong>de</strong>zer<br />

„dagen , bij het algemeen gebrek aan eerbied blootstelt." —<br />

„Matrone!" zou<strong>de</strong>n 'wij <strong>de</strong>r laatste willen antwoor<strong>de</strong>n, „spaar<br />

„<strong>de</strong> roe<strong>de</strong> wie dus schagcheren niet" , — maar haar tevens<br />

durven vragen , „of het misbruik ooit het gebruik mogt ont-<br />

„zeggen, of halve kennis heel begrip geeft?" en nu die goe<strong>de</strong><br />

kieschheid, wisselziek als een weerhaan; — doch hoe dwalen<br />

wij af, meent ge, als waren Geye.r's brieven eerst na zijn dood<br />

uitgegeven , als had<strong>de</strong>n ze niet bij zijn leven het licht gezien.<br />

En sloegt ge dan nooit het achtste <strong>de</strong>e] van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> reeks<br />

zijner Werken op, <strong>voor</strong> 't welk tal van vrien<strong>de</strong>n en ver wanten<br />

<strong>de</strong> bewaar<strong>de</strong> epistels bijdroegen, welke op <strong>de</strong> brieven uit<br />

<strong>de</strong> Herinneriegert het zegel zetten ? Flij zelf gaf <strong>de</strong> eerste nit;<br />

hij zelf, <strong>de</strong> kloeke grijsaard, mogt zich verlustigen in <strong>de</strong>n krach-


318 ESAIAS TEGNER, FRITHIOVS SAGA.<br />

tigen jongeling , dien zij ons leeren kennen : wij daarentegen<br />

die ook <strong>de</strong> verzameling bezitten en portefeuille bewaard, kunnen<br />

getuigen dat hij zijn portret niet heeft gevleid. Sla het<br />

met ons ga<strong>de</strong>. Er is zooveel oor<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> mengeling van dat<br />

licht en bruin <strong>de</strong>s engelschen levens , zooveel juistheid in die<br />

beschouwing en bespiegeling , dat ge vijftig jaren later geneigd<br />

zijt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> op- en aanmerkingen , welke hij maakte , <strong>voor</strong><br />

nieuw uit te geven. Het bewijst tevens , dat <strong>de</strong> hoofdtrekken<br />

van het britsche volkskarakter eene vastheid van vouwen hebben<br />

, waaraan geene halve eeuw een plooi vermag toe te voegen,<br />

maar van welke zij ook geen rimpel glad strijkt. „Practisch<br />

„is apes, smaakvol weinig ," zegt 1810; en wat getuigt 1860<br />

an<strong>de</strong>rs dan : het goe<strong>de</strong> bleef behon<strong>de</strong>n , <strong>de</strong> <strong>voor</strong>uitgang nam<br />

ook geen vaart? Standbeel<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r tal, alien seboonheidszin<br />

tot ergernis, waarom stoort slechts gij het weargaloos schouwspel<br />

eener or<strong>de</strong> , door weinige dienaren <strong>de</strong>r wet, zon<strong>de</strong>r ophef<br />

gehandhaafd ? — In onzen reiziger steekt een wijsgeer; het geviel<br />

, dat hij in Engeland was ten jare dat Chil<strong>de</strong>-Harold op<br />

<strong>de</strong> golven <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>llandsche Zee zag omdolen , zingen<strong>de</strong> :<br />

„Te mijmeren op een rotsbrok gezeten, — to droomen, terwijl<br />

„we <strong>de</strong>n blik laten wei<strong>de</strong>n over vloed en klip, — langzaam<br />

„in <strong>de</strong>n lommer <strong>voor</strong>t to dolen, waar het wild schuilt en<br />

„springt , dat zich <strong>de</strong>n heer <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> nooit heeft on<strong>de</strong>rwor-<br />

„pen , waar schaars een menschelijke voet van zijn eigen ge-<br />

„druisch heeft geschrikt , — alleen en ongezien het gebergte<br />

„op to gaan , dat van spoor noch pad weet , en welks kud<strong>de</strong><br />

„geene kooi kent , — daAr over <strong>de</strong>n afgrond heen te leunen,<br />

„daar <strong>de</strong>n schuimen<strong>de</strong>n waterval in to stares , dat is geene<br />

„eenzaamheid , dat is slechts <strong>de</strong> bekoorlijkheid <strong>de</strong>r natuur ga-<br />

„<strong>de</strong>slaan in al hare weel<strong>de</strong> ! — Maar in <strong>de</strong> menigte, in het ge-<br />

„dommel , in het gedruisch, in het gedrang van menschen to<br />

„hooren, te zien, te gevoelen, een harte te hebben — en met


ESAIAS TEGICFR FRINHE/CS SAGA. 319<br />

„dat'harte, moe<strong>de</strong> kluizenaar, , <strong>voor</strong>t te dwaleri, zon<strong>de</strong>r een zegen<br />

„te ontvangen , zon<strong>de</strong>r iemand te ontmoeten dien wij onzen<br />

.,zegen wenschen te geven, — troetelkind <strong>de</strong>s overvloeds, ker-<br />

„men<strong>de</strong> van gebrek, — zon<strong>de</strong>r dat wij in heel dien drom van ge-<br />

„vlei<strong>de</strong>n en gevier<strong>de</strong>n, aangestaar<strong>de</strong>n en aangebe<strong>de</strong>nen, iemand<br />

„gewaar wor<strong>de</strong>n, iemand kennen die, als wij verschei<strong>de</strong>n waren,<br />

„er een oogenblik min<strong>de</strong>r om zort glimlagchen; dat heet alleen te<br />

„zijn, dat is eenzaamheid !” En nu wat Geyer schreef, eer <strong>de</strong><br />

zwerver die zangen uitgaf, , welke eene beleedig<strong>de</strong> maatschappij<br />

in eene bewon<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> — wij wagen hem aan <strong>de</strong>n<br />

anticlimax, die er in proza na poezij schuilt, daar <strong>de</strong> toestan<strong>de</strong>n<br />

hare verschei<strong>de</strong>nheid hebben: „Ik heb nooit levendiger begrip<br />

„gelaad ," lezen wij in <strong>de</strong> Brieven, , „van eene woestijn, dan ge-<br />

„duren<strong>de</strong> het eerste oogenblik van mijn verblijf in <strong>de</strong> volkrijkste<br />

„stad van Europa. Voor <strong>de</strong> eerste maal gevoel<strong>de</strong> ik regt, wat het<br />

„zeggen wil, vreem<strong>de</strong>ling te zijn. Bij <strong>de</strong> wil<strong>de</strong>n heeft dit<br />

„woord <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> beteekenis als vij and. Maar zelfs die betrekking<br />

„is eene menschelijke. Hier daarentegen, hier ben ik <strong>de</strong>r gansche<br />

„wereld dood onverschillig. Slechts mijn huurkoetsier stelt be-<br />

„lang in mij tot ik hem betale, en mijn hospes, zoolang mijne<br />

„rekening openstaat. Vreemd genoeg: penningen zijn maar<br />

„teekens van waren. Wat is dan <strong>de</strong> mensch, slechts een teeken<br />

„van het teeken, — een schaduw van <strong>de</strong>n schaauw?” — En tech<br />

overweegt <strong>de</strong> <strong>de</strong>nker in hem <strong>de</strong>n dichter niet geheel ; toch is hij<br />

niet zoo eenzijdig, dat hij louter bespiegelt; <strong>de</strong> kunstenaar, <strong>de</strong><br />

musikus , <strong>de</strong> kritikus komen aan het licht. Hij heeft Catalani<br />

hooren zingen, en hij weet <strong>voor</strong>taan wat Italiaansche Muziek<br />

zeggen wil ; hij heeft eene uitvoering van Han<strong>de</strong>l's Messias<br />

mogen bijwonen , en zich herinneren<strong>de</strong> hoe <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>nsche wijsbegeerte<br />

leer<strong>de</strong> , dat het heelal gebouwd is volgens <strong>de</strong> wetten<br />

<strong>de</strong>r harmonic, gelooft hij al die klinken<strong>de</strong> krachten te hehben<br />

hooren wedijveren in het <strong>voor</strong>tbrengen eener wereld. Wal-


320 ESAIAS TEGNEIt, FRITHIOVS SAGA.<br />

ter Scott was in die dagen <strong>de</strong> populairste dichter van Engeland<br />

; hij heeft zijn Harm ion en zijn Lay of the last Minstrel<br />

gelezen , het laatste in <strong>de</strong> tien<strong>de</strong> nitgave. Het bevalt hem min<strong>de</strong>r<br />

dan hij had verwacht ; „het is eene arabesken-poezij."<br />

Maar hij heeft ook Hamlet gezien , en al speckle Kemble met<br />

ineer oor<strong>de</strong>el dan gevoel, korrekt tot droog wor<strong>de</strong>ns toe; welk<br />

eene wereld is hem in Shakespeare ontsloten , welk eene kunst !<br />

Het gewraakte doodgraverstooneel , zoo menigen kunstregter<br />

een steer <strong>de</strong>s aanstoots , hoe noodzakelijk schijnt het hem toe<br />

<strong>voor</strong> het geheel. Het feit <strong>de</strong>s stuks valt <strong>voor</strong> in <strong>de</strong> hoogste kringen<br />

<strong>de</strong>r maatschappij : het is <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang van een koninklijk<br />

geslacht. Op on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>ne wijze maait <strong>de</strong> dood al zijne<br />

le<strong>de</strong>n weg. Welk eene tegenstelling van zooveel jammers en<br />

leeds schuilt in het rustige, het onverschillige <strong>de</strong>s lageren levens.<br />

Om die in het oog to laten springen, doet <strong>de</strong> doodgraver<br />

weergaloos dienst. Hij leeft in <strong>de</strong> groeve <strong>de</strong>r vertering; toch<br />

is hij tevre<strong>de</strong>n en verkondigt eene ruwe maar blij<strong>de</strong> levensphilosophic,<br />

al spelen<strong>de</strong> met , <strong>de</strong> vermolin<strong>de</strong> been<strong>de</strong>ren. Het is<br />

naar <strong>de</strong> natuur, zegt hij. — En <strong>de</strong> toekomstige geschiedschrijver,<br />

, tot welke <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> partijen, tory of whig, helt hij over?<br />

— als hij , ten zijnent weergekeerd , zich geroepen zal zien to<br />

kiezen tusschen stillestaan of beweging, tusschen, — <strong>voor</strong>uitgang<br />

was toen nog het wachtwoord niet, — tusschen reactie<br />

of reform, wat molten wij ors van hem <strong>voor</strong>spellen ? Hij heeft<br />

sympathie <strong>voor</strong> het kleine overschot van het korps van Brunswik-Oels,<br />

Napoleons heir uit het harte van Duitschland al vechten<strong>de</strong><br />

ontkomen ; maar die zoudt ook gij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> dapperen<br />

gevoeld hebben als wij — al versehillen wij in politiek hemelsbree,dte.<br />

— In <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong> verrast hem <strong>de</strong> tijding , dat<br />

Zwe<strong>de</strong>n met Rusland vre<strong>de</strong> heeft gesloten, ten koste van een<br />

dubbel offer, Finland en Aland, en hij maakt <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n<br />

Bens greaten geselaiedschrijvers tot <strong>de</strong> zijne: „Voortaan wij


MAUS TEGNER, FRITHION' ' S SAGA. 321<br />

„heeren in ons huis, met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r <strong>de</strong>uren en vensters";<br />

en hij droomt, zijn tijd vijftig jaren <strong>voor</strong>uit, van eene nieuwe<br />

Lille van Kalmar, eene vereeniging aller Noordsche rijken ,<br />

een groot Scandinavisme; het is meer poetisch dan politisch.<br />

— Er is sprake van <strong>de</strong> behoefte, welke het parlement aan<br />

reform heeft: hij wenschte dat <strong>de</strong> ministers die niet zoo hardnekkig<br />

weiger<strong>de</strong>n , want daardoor loopen n j gevaar, dat <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>magogen <strong>de</strong> zaak tot <strong>de</strong> hunne zullen maken , en haar doordrijven<br />

met huip <strong>de</strong>r proletariers, die het fabrieksysteem schept.<br />

Luttel liberaal, zegt ge; en echter, Canning zien<strong>de</strong>, verheelt<br />

hij zijne belangstelling in <strong>de</strong>zen niet; hem treft zijn e<strong>de</strong>l <strong>voor</strong>komen<br />

, als het ons alien overal doet, tot in zijne mislukte<br />

statue toe. Hij ontmoet George III met <strong>de</strong> kleine kortafgekapte,<br />

ongepoe<strong>de</strong>r<strong>de</strong> paruik , en <strong>de</strong>n blaauwen rok met tal<br />

van ron<strong>de</strong>, blinken<strong>de</strong> knoopen, die er uitziet als een eerlijk<br />

engelsch pachter, en hij roemt <strong>de</strong> opregte eerlijkheid van <strong>de</strong>zen:<br />

„ook eene <strong>de</strong>ugd, die een koning to pas komt;" — of hij aan<br />

Carl XIII dacht, die intusschen <strong>de</strong> kroon had opgeraapt,<br />

Gustaf <strong>de</strong> Vier<strong>de</strong> Adolf ontvallen? U verblijve het antwoord ,<br />

wij aarzelen, na herhaal<strong>de</strong> lezing <strong>de</strong>r fragmenten van die<br />

reize, over zijne toenmalige staatkundige rigting eene gissing<br />

to wagen. Hij besluit ze met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> plaats, waaron<strong>de</strong>r<br />

wij een z o ek end e zou<strong>de</strong>n willen zetten: „ „Het is opmerke-<br />

„ dat <strong>de</strong> beste historische werken geschreven zijn door<br />

„ „manner, wier eigenlijke aanleg hen op het staatkundige<br />

„ „tooneel riep, maar welke, daarvan uitgesloten, hun talent<br />

„ „<strong>de</strong>r geschie<strong>de</strong>nis wijd<strong>de</strong>n,” zegt Dugald Stewart, in zijne<br />

„biographic van Robertson , die ik onlangs las. — Als dat<br />

II waar is, wat zal er van <strong>de</strong> gesehie dboek en wor<strong>de</strong>n, van<br />

„welke ik bijwijle droom ?"<br />

Een badkuur werkt na, beweren <strong>de</strong> medici, — wij zullen<br />

zien hoe zeer dat met <strong>de</strong>ze reize het geval was. „Teleurgesteld,<br />

Studieu rti II7 21


322 ESAIAS TEGNER FRITIII.OF ' s SAGA.<br />

„misnoegd over zich zelven ," keer<strong>de</strong> hij naar Stockholm terug;<br />

wij doen het maar zon<strong>de</strong>r morren , als hij.<br />

Verre zij het van ons <strong>de</strong> nagedachtenis hard to vallen eens<br />

konings, dien wij in onze jeugd , een <strong>voor</strong>werp van <strong>de</strong>ernis ,<br />

in <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong> zagen omzwerven , nit zijn va<strong>de</strong>rland verdreyen<br />

en verlaten van zijn gezin; maar loochenen laat het zich<br />

niet, dat Gustaf <strong>de</strong> Vier<strong>de</strong> Adolf Zwe<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>n rand <strong>de</strong>s<br />

ver<strong>de</strong>rfs had gebragt. Beheerscht door eene enkele gedachte,<br />

<strong>de</strong>n wereldveroveraar to willen trotseren, <strong>de</strong>n val <strong>de</strong>s wereldveroveraars<br />

te verhaasten, ging die i<strong>de</strong>e fixe in hem met al <strong>de</strong><br />

bekrompenheid gepaard, welke haar begrijpelijk maakt. Verblind<br />

door <strong>de</strong> glorierijke heugenis van het gewigt , door Svea<br />

an<strong>de</strong>rhalve eeuw vroeger in <strong>de</strong> schaal van Enropa gelegd , miste<br />

hij oog om op te merken , hoe in dat wereld<strong>de</strong>el <strong>de</strong> groote<br />

volken se<strong>de</strong>rt waren <strong>voor</strong>uitgegaan, hoe kleinere, en daaron<strong>de</strong>r<br />

ook het zijne, se<strong>de</strong>rt stil had<strong>de</strong>n gestaan. Veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> verhoudingen<br />

, wie daaraan geloof<strong>de</strong>, wie daaron<strong>de</strong>r gebukt ging,<br />

niet Een waan als <strong>de</strong> zijne had iets belagchelijks; inaar<br />

men schertst niet lang met eerie dwaasheid , die menschenlevens<br />

op het spel zet; men stelt haar buiten staat , in<br />

grillige gruwzaamheid meer bloods te storten. Een enkel be-<br />

wijs <strong>voor</strong> ons eerste beweren zij het ons gegund bij te<br />

brengen. Wij danken het aan Armfelt , <strong>de</strong>n gunsteling van<br />

Gustaf <strong>de</strong> Der<strong>de</strong> , dien gij een oogenblik bij het dispuut van<br />

Thorild hebt gezien. Al had hij <strong>de</strong> vriendschap van <strong>de</strong>n wa<strong>de</strong>r<br />

duur geboet , hij was er <strong>de</strong>n zoon niet min<strong>de</strong>r getrouw om gebleven.<br />

In vermom<strong>de</strong> ballingschap gezon<strong>de</strong>n, zoodra Carl, hertog<br />

van Sii<strong>de</strong>rmanland, <strong>de</strong> voogdij had aanvaard , was hij, geduren<strong>de</strong><br />

doze, <strong>voor</strong> eene vermeen<strong>de</strong> zamenzwering vervolgd en<br />

veroor<strong>de</strong>eld. Gustaf <strong>de</strong> Vier<strong>de</strong> Adolf had hem, na zijne troonsbeklimming,<br />

in eere hersteld, had hem het bevel over een ge<strong>de</strong>elte<br />

<strong>de</strong>s legers toevertrouwd; bij <strong>de</strong>ze betrekking tasschen


ESAIAS 'I'EGNER, FRITHIOF ' S SAGA. 323<br />

koning en on<strong>de</strong>rdaan , zal het niernand invallen <strong>de</strong>n laatste<br />

tegen <strong>de</strong>n eerste als een be<strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>eld getuige te wraken. Wij<br />

treffen Armielt aan in eene tent op <strong>de</strong> grenzen van Noorwegen,<br />

met <strong>de</strong> bewaking van <strong>de</strong>ze belast. Hoe hij zncht over het onuitvoerbare<br />

<strong>de</strong>r or<strong>de</strong>rs hem gegeven, over <strong>de</strong> verpligting hem<br />

opgelegd, hij een verdrag <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n te bedingen, als slechts<br />

<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>re <strong>de</strong>n min<strong>de</strong>re met het zwaard oplegt. „Maar daar-<br />

„<strong>voor</strong> is hij generaal van zijne Zweedsehe Majesteit ,” zou<strong>de</strong><br />

Gustaf <strong>de</strong> Vier<strong>de</strong> Adolf gezegd hebben. Hoor Armfelt zelven :<br />

„De overtniging, die ons kabinet nooit begeeft, dat zijne pre-<br />

„pon<strong>de</strong>rance in magi en genie onweerstaanbaar is, zweemt<br />

„naar <strong>de</strong> opinie , welke Z. M. <strong>de</strong> Ironing van Denemarken<br />

„zaliger, van 7,1j n pruikstaartjen, alias schorseneeltjen, koester<strong>de</strong>,<br />

„in welks lengte hij geloof<strong>de</strong> dat het grootste ge<strong>de</strong>elte zijner<br />

„waardigheid zat!" Het mogt geestig gekscheren heeten, —<br />

maar wij blijven het bewijs <strong>voor</strong> ons twee<strong>de</strong> beweren niet schuldig;<br />

in Finland boette eene heldhaftige schaar <strong>de</strong> dolle dwaasheid<br />

met het leven, en had <strong>de</strong>ze dus niets lachwekkends meer.<br />

De noordsche poezij onzer dagen is een cyclus van zangen rijk,<br />

die <strong>de</strong>n moed , door <strong>de</strong> zweedsche krijgslie<strong>de</strong>n in dien oorlog<br />

met Rusland aan <strong>de</strong>n dag gelegd, onsterfelijk maakt, een cyclus<br />

van zangen, <strong>voor</strong> welken wij hopen dat het ons gegund zal<br />

wor<strong>de</strong>n, in <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n jaargang van dit tijdschrift uw oor<br />

to winnen. Runeberg heeft, in dicht welks eenvoud zon<strong>de</strong>r<br />

we<strong>de</strong>rga<strong>de</strong> is, maar 't geen juist door dat ongekunstel<strong>de</strong>, natuurlijke,<br />

ware, die kloekheid en koenheid van soldaat, korporaal,<br />

sergeant, officier, elk een held, elk een heir, to dieper<br />

indruk waarborgt; Runeberg heeft al <strong>de</strong> vroomheid vereeuwigd<br />

daar verkwist. Verkwist? neen, want droom<strong>de</strong> <strong>de</strong> koning van<br />

een an<strong>de</strong>r Narva, zon<strong>de</strong>r zelf een an<strong>de</strong>re Karel <strong>de</strong> Twaalf<strong>de</strong><br />

to zijn, <strong>de</strong> eer <strong>de</strong>r blaauwe en gele banier moest wor<strong>de</strong>n gered,<br />

die grens was <strong>de</strong> grens <strong>de</strong>s va<strong>de</strong>rlands, en ie<strong>de</strong>re groove


324 ESAIAS TEGNER, PRITIII0eS SAGA.<br />

in haren smaller schoot een bed van eer! Onze bewon<strong>de</strong>ring<br />

dreigt ons we<strong>de</strong> to slepen ; maar wij hebben met weinige<br />

woor<strong>de</strong>n van het ein<strong>de</strong> eener regering te gewagen , die op<br />

geenerlei roem bogen mag. Een nutteloos bloedvergieten —<br />

buitenlandsche oorlog bij binnenlandschen dwang , — verdooving<br />

<strong>de</strong>s geestes met verbittering <strong>de</strong>s gemoeds gepaard ,<br />

Zwe<strong>de</strong>n was het onduldbaar iced ten leste moe en Gustaf <strong>de</strong><br />

Vier<strong>de</strong> Adolf werd gevangen genomen, werd afgezet, werd<br />

in ballingschap gezon<strong>de</strong>n , zon<strong>de</strong>r een enkel blijk van lief<strong>de</strong><br />

of achting in <strong>de</strong>n verre vreem<strong>de</strong> mee te dragen.<br />

Een vlugtige blik in <strong>de</strong> geschiedboeken van dat rijk volstaat<br />

on' <strong>de</strong> overtuiging to geven, dat geenerlei geestdrift Carl XIII<br />

op <strong>de</strong>n troon begroette, — dat <strong>de</strong> vertegenwoordiging, ditmaal<br />

gansch het yolk, verlangend uitzag naar <strong>de</strong>n opvolger, , dien<br />

<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rlooze koning zich nit <strong>de</strong> vorsten zijns tijds kiezen zou.<br />

Ons, die van <strong>de</strong>n gang <strong>de</strong>r staatkundige gebeurtenissen slechts<br />

aanstippen , wat tot het on<strong>de</strong>rwerp , dat wij behan<strong>de</strong>len , betrekking<br />

heeft, ons verrast, <strong>de</strong> poezij dier dagen doorloopen<strong>de</strong>,<br />

hoar stilzwijgen over <strong>de</strong>ze omwenteling niet. Er viel geen zegezang<br />

to zinger bij een val door zooveel verne<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong>afgegaan;<br />

zoo <strong>de</strong> jonkheid ondanks <strong>de</strong> verzwaring <strong>de</strong>s joks had gezwegen,<br />

het dagend ochtendrood lokte tot an<strong>de</strong>re lie<strong>de</strong>ren nit, dan<br />

klagten over <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bijgegane duisternis. Toch zou<strong>de</strong>n wij verzuimen<br />

regt te doen, als wij het viertal , aan 't welk Zwe<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> we<strong>de</strong>rgeboorte zijner poezij heeft dank to weten , er geen<br />

lof <strong>voor</strong> toeken<strong>de</strong>n , Gustaf <strong>de</strong> Vier<strong>de</strong> Adolf niet to hebben<br />

bewierookt , toen hij <strong>de</strong>n schepter zwaai<strong>de</strong> ; hem te hebben gespaard,<br />

toen <strong>de</strong>ze zijner hand werd ontrukt. Vorsten to vieren,<br />

vorsten to vleijen, hare eigen waardigheid <strong>voor</strong>bij te zien, ow<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rscheidingen, om <strong>de</strong> weel<strong>de</strong>, welke <strong>de</strong>ze in stoat zijn<br />

te be<strong>de</strong>elen , is helaas! het ou<strong>de</strong> zwak , is schier <strong>de</strong> ongeneeslijke<br />

ziekte <strong>de</strong>r kunst, trots <strong>de</strong> wrangste teleurstelling nog niet


ESA1AS TEGNER, FRITI-110E ' S SAGA. 325<br />

afgelegd , welke zij zich , hoe wreed er <strong>voor</strong> beschimpt , nog<br />

niet schaamt! A ls <strong>de</strong>rgelijke kin<strong>de</strong>rachtige kleingeestigheid ooit<br />

me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n wekken mogt, wreed zou bet geweest zijn dat te<br />

weigeren, zoo het tijdperk , dat op het Gustavische volg<strong>de</strong> ,<br />

lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> letteren in het koninklijk huis erfelijk had geloofd.<br />

Verre vandaar, het viertal heeft aan geenerlei vergoelijking<br />

behoefte. Wij gunnen <strong>de</strong>r eerstgeboorte haar regt, met<br />

Franzen beginnen<strong>de</strong>; hij liet on<strong>de</strong>r zijne zeven <strong>de</strong>elen dichtstukken<br />

er ens een na , Beel<strong>de</strong>rt <strong>de</strong>s Tijds getiteld; welk beeld<br />

greep hij nit 1809? Geen enkel — slechts treffen wij in <strong>de</strong>n<br />

bun<strong>de</strong>l een volkslied, een finsch volkslied van 1805 aan, dat<br />

hij beleefd genoeg is om <strong>voor</strong> ons in het zweedsch te vertalen.<br />

„Leve <strong>de</strong> koning!" roept het, maar trekt tegelijk het beeld<br />

eens i<strong>de</strong>aals om; als Gustaf <strong>de</strong> Vier<strong>de</strong> Adolf er naar had gestreefd<br />

daarop to gelijken, hoe zijne gedachtenis ons toeschitteren<br />

zou! — Wallin, — hij volge als jaren aanspraak geven<br />

, Wallin schreef een dichtstuk: dan <strong>de</strong> Natie , on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong>n Feldtogt van 1808; het gloeit van glorierijke herinneringen<br />

; doch, zoo er van Gustaf Wasa in wordt gewaagd ,<br />

van zijn nazaat rept het geen woord. En al is naauwelijks <strong>de</strong><br />

omwenteling daar, of hij noodt zijne Me<strong>de</strong>burgers uit met<br />

hem te zingen; wij hebben tegen dien Zang wel be<strong>de</strong>nkingen,<br />

maar geene welke <strong>de</strong>n door ons be<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n lof weerspreekt.<br />

Het lied bestaat uit louter lessen; met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r laatste<br />

regels misschien, valt zooveel wijsheid niet te zingen: „heil hem<br />

„die slechts <strong>voor</strong> wat regt is, stem en staal verheft!" — Tegn6r<br />

ein<strong>de</strong>lijk. On<strong>de</strong>r zijne eerstelingen treffen wij maar een paar<br />

kransen aan, <strong>voor</strong> vorstinnen gestrengeld; <strong>de</strong> prinsesse en <strong>de</strong><br />

koninginne wor<strong>de</strong>n bedacht, eene moe<strong>de</strong>r en een kind; on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> bloemen van hare majesteit sloop natuurlijk een vergeetmij-nietjen<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n gemaal; toch valt het naauwelijks in bet<br />

oog. Het dichtstuk echter, dat hem bet eerst op <strong>de</strong> wieken


320 EsAus TEGNER, FRITHIOF 'S SAGA.<br />

<strong>de</strong>r faam beur<strong>de</strong>, <strong>de</strong> KrOszang <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n Lan<strong>de</strong>veer van Sane,<br />

in <strong>de</strong> donkere dagen van 1808 uitgegeven, dat alle y harten<br />

<strong>de</strong>ed kloppen, alley hand naar <strong>de</strong> wapens grijpen, die dithyrambe<br />

geldt bet bedreig<strong>de</strong> va<strong>de</strong>rland! — als ware <strong>de</strong> koninklijke<br />

zetel ledig, hoort ge van Svea's ou<strong>de</strong>n troon spreken ,<br />

die niet zal wankelen zoo lang <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n wielen van <strong>de</strong>n<br />

Carelswagen zullen rollen langs <strong>de</strong>n noordschen hemel. — En<br />

Geyer? vraagt ge; maar <strong>de</strong> zoeken<strong>de</strong> zong niet, <strong>voor</strong> een beter<br />

tijd was aangebroken, in welken wij ons eensklaps verplaatsen.<br />

Welk eene weel<strong>de</strong> om ons been! zoudt gij uitroepen, als <strong>de</strong><br />

glans van <strong>de</strong>n disch u niet min<strong>de</strong>r aantrok dan <strong>de</strong> genoegelijke<br />

gezigten van <strong>de</strong> bonte rij er om geschikt ; wat zijn die gasten<br />

prettig te mod. Verschei<strong>de</strong>nheid van leeftijd moge aan het<br />

gesprek versehei<strong>de</strong>nheid van stoffe geven, alien on<strong>de</strong>rhond is<br />

levendig, is opgernimd. Het getuigt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gastvronw, , het<br />

getuigt <strong>voor</strong> <strong>de</strong> keurigheid van haar menu, het getuigt zon<strong>de</strong>r<br />

twijfel ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n kel<strong>de</strong>r <strong>de</strong>s gastheers, dat zij dos in die<br />

stemming wer<strong>de</strong>n gebragt , vereischt om <strong>de</strong> zoetste wijle <strong>de</strong>s<br />

zamenzijns volkomen te makes. Wanneer dat uur slaat? Gij<br />

hebt te veel geest om te beweren, dat gij bet niet zoudt weten;<br />

<strong>de</strong> hemel beware er ons <strong>voor</strong> ooit iemand in onze buurt geplaatst<br />

te zien , die <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n klepel dier klok geen oor had. Vervelend<br />

toch, vervelend zon<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>beeld zou hij zijn, die in<br />

goe<strong>de</strong>n ernst zoo vragen of, lekkerbek, onverza<strong>de</strong>lijke lekkerbek,<br />

die zou durven loochenen dat <strong>de</strong> geneugten <strong>de</strong>r gezelligheid<br />

eerst het toppunt bereiken, als het- eigenlijke eten is afgeloopen,<br />

als het ten langen leste mogelijk wordt te kouten, daar geen<br />

knecht schotel bij schotel meer tusschen vraag en antwoord<br />

steekt. Een wenk van mevrouw Beskow kondig<strong>de</strong> dat oogenblik<br />

aan. In een ommezien wordt het hagelwitte ammelaken vervangen<br />

door een kleed van roo<strong>de</strong> wollen stof, 't welk, <strong>de</strong> tafel slechts<br />

ten <strong>de</strong>ele be<strong>de</strong>kken<strong>de</strong> , lampen en luchters gelegenheid geeft


ESAIAS TEGNER, FRITHJOF 'S SAGA. 327<br />

in bet spiegelglad<strong>de</strong> mahonyhout te weerkaatsen. Alleen op<br />

het mid<strong>de</strong>nvak schitteren kristallen schalen. Sierlijk op <strong>de</strong>ze<br />

geschakeerd , zou het ooft ons door <strong>de</strong> frischheid zijner kleuren<br />

doen ontkennen , dat <strong>de</strong> sneeuw straks buiten om onze ooren<br />

stoof ; maar als het ons in <strong>de</strong> zomerzoelte <strong>de</strong>zer zaal niet reeds<br />

mogt zijn vergeten , wie <strong>de</strong>nkt aan we<strong>de</strong>r en wind, waar zooveel<br />

lente om hem lacht? Waar alle saizoenen vertegenwoordigd<br />

zijn, merkt gij rondzien<strong>de</strong> op. We<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tact van <strong>de</strong><br />

gastvrouw, , hernemen wij, die, zoodra ze wist, dat zij eenige<br />

ongehuw<strong>de</strong> heeren — en daaron<strong>de</strong>r bedaag<strong>de</strong> oudvrijers — had<br />

te ontvangen , wat cozen door dat herfstloover vlocht; zelve<br />

nog schoon genoeg om <strong>de</strong> plagerij van haren echtgenoot ,<br />

hoe gelukkig het <strong>voor</strong> gehuw<strong>de</strong> dames was telles quelles to<br />

mogen meekomen , niet to misdui<strong>de</strong>n. De stout° ! hoe aardig<br />

heeft zij daar onzen ou<strong>de</strong>n beken<strong>de</strong> Nils von Rosenstein —<br />

wat dikker en wat grijzer gewor<strong>de</strong>n , se<strong>de</strong>rt wij hem het laatst<br />

zagen , — tusschen twee schalke meisjes geplaatst, die hem<br />

geen oogenblik verstrooidheid gunnen. „Gena<strong>de</strong>," heeft hij gesmeekt,<br />

„gena<strong>de</strong>," toen het wild werd gediend, „ik heb sympathie<br />

met al wat gejaagd is;" en echter, , hoe stelt hij zich<br />

thaws scha<strong>de</strong>loos, een appel in <strong>de</strong> nog altjd fraatie hand : „Als<br />

„aan Adam twee Eva's waren be<strong>de</strong>eld geweest , zou hij zijn ge-<br />

„vallen , dames ?” — Tegen hen over zit Sergel — voile zeventig,<br />

schiet zijn a<strong>de</strong>laarsblik nog stralen lichts, — we weten<br />

niet wie aan zijne regte werd geplaatst, maar <strong>de</strong> schoonbeid<br />

aan zijne slinke, met hare lange gou<strong>de</strong>n lokken, met hare oogen<br />

blaauw als <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>rste hemel, met haren glimlach, goelijk en<br />

geestig tevens , hoe boeit zij hem, in ie<strong>de</strong>re barer bewegingen<br />

even bevallig. Wat vraagt gij hem to kwa<strong>de</strong>r ure of zijne<br />

krankte geheel geweken is? „ licht," antwoordt hij, „jicht, wat<br />

„wist Jupiter van jicht, als Hebe hem <strong>de</strong> schaal hood?" En blozen<strong>de</strong><br />

verwijt <strong>de</strong> hove zich, dat zij <strong>de</strong> rondgereikte flesch heeft


328 ESAIAS TEGN1A, FRITFITOF ' S SAGA.<br />

aangevat, dat ze , weigeren<strong>de</strong> zelve te drinken , aanbood hem<br />

in te schenken; <strong>de</strong>ed zij iets dwaas? Heusche grijze, die een<br />

bios begrijpt, al mist het mariner <strong>de</strong> gave dien weer te geven,<br />

maakt hij <strong>de</strong> gekheid weer goed: „mag BystrOm," vraagt hij ,<br />

„uw baste maken, als ik , on<strong>de</strong> man , er bij ben ; zelf voer<br />

„ik <strong>de</strong>n beitel niet meer." — Of mijnheer Beskow <strong>de</strong> wijnen<br />

bestu<strong>de</strong>erd had als een keurig kenner on<strong>de</strong>r onze vrien<strong>de</strong>n —<br />

geene ondankbare studie, het zij in 't <strong>voor</strong>bijgaan opgemerkt —<br />

zoo volgen <strong>de</strong> fijnere <strong>de</strong> fijne, en <strong>de</strong> fijnste <strong>de</strong> fijnere op;<br />

sherry en port, <strong>de</strong> dagelijksche van <strong>de</strong>n zweedschen . disch ,<br />

hebben rust, maar bruin wedijvert met blond, <strong>de</strong> fransche<br />

druif met <strong>de</strong> rhijnsche , <strong>de</strong> gloed met <strong>de</strong>n geur. Daar wenkt<br />

<strong>de</strong> gastheer zijn zoon, <strong>de</strong>n zeventienjarigen stu<strong>de</strong>nt aan Upsala's<br />

aca<strong>de</strong>mie , en <strong>de</strong> kurk vliegt omhoog en twee of drie an<strong>de</strong>re<br />

nemen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vaart. Opgerezen brengt <strong>de</strong> heer <strong>de</strong>s huizes<br />

<strong>de</strong>n toast :<br />

„Wie ons regeert!"<br />

Ala hij hebben <strong>de</strong> gasten hun glas omhoog geheven en geledigd;<br />

maar er moet iets dubbelzinnigs in <strong>de</strong>n toast hebben<br />

gestoken , want <strong>de</strong> baron Hamilton fluistert Beskow „on<strong>de</strong>n-<br />

„gen<strong>de</strong> !” toe , en vraagt bet woord<br />

„Gastheer, en vernnften die zoo hoog vliegt1 komt <strong>de</strong>r bot-<br />

„heid van een koninklijk kamerheer ter hulpe; wien gold die<br />

„toast: „wie ons regeert?” <strong>de</strong>n koning , of <strong>de</strong>n kroonprins die<br />

ngeduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> ziekte van Z. M. het bewind voert?"<br />

„De teugels als het zwaard !" klinkt het, en in het eigen<br />

oogenblik hooren wij in een juichend : „Bravo!" en een bestraffend<br />

: „Bernhard !" <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>n indrukken door <strong>de</strong>n zoon<br />

<strong>de</strong>s huizes op va<strong>de</strong>r en moe<strong>de</strong>r gemaakt.<br />

Geen omzien stilte , want daar rijst Leopold op, en of zijne<br />

oogen moeite doen om <strong>de</strong>n jongeling gewaar te wor<strong>de</strong>n die<br />

aan het lager ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n disch zit, en of hij een zucht


ESAIAS TEGNER, ElLITHIOE'S SAGA. 329<br />

bedwingt , die zich zijns ondanks Richt wil geven , zegt hij<br />

„In <strong>de</strong>ze dagen beslist <strong>de</strong> jeugd ! leve Carl Johan !"<br />

Hoe <strong>de</strong> dichter <strong>voor</strong> zijn gelukkigen greep wordt toegejuicht ;<br />

we zijn in 1811 bemerkt ge, en Bernadotte heeft reeds <strong>de</strong> heugenis<br />

van Prins Christian van Holstein-Augustburg uitgewischt.<br />

„De aanleiding tot dit feest ," hooren wij eene hel<strong>de</strong>re stem<br />

zeggen , — het is die van Adlerbeth, door Tegner een Zweed<br />

geprezen met romeinschen zin, — „<strong>de</strong> aanleiding tot dit feest is<br />

„alien bier aanwezigen lief." En <strong>de</strong> blikken van het gansche<br />

gezelschap vestige,' zich op een <strong>de</strong>r gasten, een schoon man van<br />

veertig jaren , dien wij u vroeger in 's levens opgang hebben<br />

<strong>voor</strong>gesteld, onze Finne. „ Welspreken<strong>de</strong>r dan door mij, Franzen!<br />

„zult gij eerlang in <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie wor<strong>de</strong>n welkom geheeten ,"<br />

— het is aardig to zien , hoe haar vaste secretaris, Nils von<br />

Rosenstein, daar schalk <strong>de</strong>n grijzen krullekop schudt , — „ik<br />

„wench het u echter he<strong>de</strong>n als zweedsch me<strong>de</strong>burger to doen.<br />

,;Svea is er trotsch op, dat ge haar <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur gaaft in <strong>de</strong>n<br />

„strijci tusschen uw dubbel va<strong>de</strong>rland , maar Svea, duld dat<br />

„ik het zegge, Svea verdien<strong>de</strong> die eere; — schoon zelve schier<br />

„sterven<strong>de</strong> , <strong>de</strong>kte zij Aura nog met haar schild."<br />

„Papier en potlood ," roept Sergel , „er is een groep in<br />

„die gedachte."<br />

Wij mogen het in <strong>de</strong>n zeventienjarige wel , dat hij <strong>de</strong>n grijsaard<br />

fluks meer dan to wille is, dat hij bewon<strong>de</strong>rend achter <strong>de</strong>zen<br />

blijft staan , die vaardig omtrekt , <strong>de</strong> jeugd nog in <strong>de</strong> vingers.<br />

„En," gaat Adlerbeth <strong>voor</strong>t, „mogt ooit gelukkiger gestarnte<br />

„aanlichten dan that's aan Europa's somberen hemel schijnt ,<br />

„vergezeld van Nore en Dana of alleen , Svea zal zich gaarne<br />

„weer aangor<strong>de</strong>n , geen wapenkreet bij hare dapperen lui<strong>de</strong>r<br />

„weergalm vin<strong>de</strong>n dan die van : „Aura! Aura! Zuster, ik kom<br />

„ „uwe boeijen breken !""<br />

Franzen antwoordt niet, Franzen schreit , Adlerbeth <strong>de</strong>


330 ESA [AS TEGNElt FFUTRIOE ' S SAGA.<br />

hand drukken<strong>de</strong> ; wat mannelijker dan <strong>de</strong>ze tranen ? Hij is,<br />

geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>n oorlog tusschen Rusland en Zwe<strong>de</strong>n , om dat<br />

Finland, om die Aura, reeds in 1808 tot lid <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie<br />

verkozen ; een jaar later weed hij in Strengnas-Stift tot die<br />

betrekking geroepen, welke hem in vroege dichterlijke droomen<br />

zoo benij<strong>de</strong>nswaardig scheen, leeraar eener kleine landgemeente.<br />

Hij heeft na <strong>de</strong>n vre<strong>de</strong> Finland verlaten, niet Zweed wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> ,<br />

Zweed blijven<strong>de</strong>; maar zoo zich, toen <strong>de</strong> ure <strong>de</strong>r scheiding<br />

sloeg, <strong>de</strong> heugenissen van kindschheid en jongelingschap <strong>de</strong><strong>de</strong>n<br />

gel<strong>de</strong>n , die herinneringen gingen met dat wee niet <strong>voor</strong>bij ;<br />

hij draagt Aura in zijn harte mee.<br />

„Heb dank, Adlerbeth !" is al wat hij kan uitbrengen , en<br />

klinken<strong>de</strong> komt we<strong>de</strong>r : „Aura!" over zijne .lippen.<br />

„Een Romein , die tot schreijens toe beweegt," zegt een <strong>de</strong>r<br />

ga.sten ; — Adlerbeth heeft zijner vertalingen <strong>de</strong>r latijnsche<br />

dichters dien latijnschen bijnaam to danken, — „Beskow moot<br />

„gastheer zijn, als men <strong>de</strong>rgelijke verrassingen zal beleven !"<br />

„Zou het <strong>de</strong> laatste wezen?" vraagt Stjernstolpe, <strong>de</strong> vriend<br />

<strong>de</strong>s huizes , die Bernhard eene letterkundige opvoeding gaf;<br />

„peen, ik zie Wallin opstaan."<br />

Waarlijk , bet is onze psalmist, doeh die thans geen hand<br />

aan <strong>de</strong> heilige harp slaat ; die gevoelt , hoe welkom afleiding<br />

<strong>de</strong>r onverwachte aandoening zijn zou<strong>de</strong> en haar ijlings hoffelijk<br />

te weeg brengt<br />

„Onze dichteressen !" roept hij.<br />

En mevrouw Lenngren , die naast hem zit, is plaagziek genoeg<br />

om naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re zij<strong>de</strong> <strong>de</strong>r tafel te blikken , en als<br />

Wallin zich het eerst yoor haar buigt en het gansche gezelschap<br />

het evenzeer doet als hij , haar glas op to heffen, altijd naar dat<br />

blozend overbuurtjen zien<strong>de</strong>, dat mevrouw Asping heet, maar<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n naam van Euphrosyne schrijft.<br />

„Haar, mevrouw !" stamelt <strong>de</strong>ze verlegen.


ESA1AS TEGNER, FLUTITIOF ' S SAGA. 331<br />

„Maar, , inelieye l" herneemt <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>ngend.<br />

„Ik weet niet ."<br />

„Ik weet wel ...." antwoordt zij, „die haast nooit van honk" is.<br />

„'t Is aan u ."<br />

„En aan u ."<br />

„Onze dichteressen ," herhaalt Wallin; „onze onbeken<strong>de</strong> be-<br />

„ken<strong>de</strong> ,” en leegt zijn glas , en geeft een <strong>voor</strong>beeld van ware<br />

wellevendheid door <strong>de</strong>n draad niet uit to spinnen , door eene<br />

aardigheid van <strong>de</strong>n dag ten beste te geven , waarin Nils von<br />

Rosenstein hem da<strong>de</strong>lijk een handjen helpt , tot drie of vier<br />

gesprekken aan <strong>de</strong>n disch tegelijk bun gang gaan. Ann welk<br />

van die leent gij het liefst het oor ? Aan dat van Franzen ,<br />

die met <strong>de</strong> baronesse Hamilton over zijne pasturb zit to keltvelen<br />

? Het is of gij een <strong>de</strong>r schoonste bladzij<strong>de</strong>n zijner ge-<br />

dichten hebt opgeslagen ; of gij, genieten<strong>de</strong> , lui<strong>de</strong> leest. Het<br />

parkjen met zijne wel wat stijve lanen, laat hij op <strong>de</strong>n achtergrond<br />

lommer geven , maar blijft , als hij het ti even <strong>de</strong>ed<br />

opmerken , met u <strong>voor</strong> dies hangen<strong>de</strong>n berk staan, die al van<br />

verre owe blikken trekt , eer ge het <strong>voor</strong>plein , dat hij zoo<br />

schil<strong>de</strong>rachtig overschaduwt, oprijdt. Hoe geestig is het gewiegel<br />

van zijne takken en zijne twijgen op <strong>de</strong> vensters dier vrolijke<br />

wooing. Ge treedt haar met Franzen binnen en wipt haar<br />

met hem weer nit ; <strong>de</strong> ware idylle speelt in <strong>de</strong>n hof. Prettig<br />

wuiven u uit <strong>de</strong>zen <strong>de</strong> witte bloesems van <strong>de</strong>n prachtigen kastanjeboom<br />

te moet ; het kroost van <strong>de</strong>n leeraar dartelt en<br />

danst er zingen<strong>de</strong> om heen; „koin unee een flikkertjen slaan I" —<br />

Of luistert gij naar <strong>de</strong> plaagzieke meisjens , die met Von<br />

Rosenstein een loopjen nemen , een impromptu begeeren<strong>de</strong>, dat<br />

hij beweert het minst van alle gasten te kunnen schrijven ;<br />

„een kniedicht , dat maakt maar wie <strong>de</strong> knie buigen, wie nog<br />

„knielen kan , en die dagen zijn your mij <strong>voor</strong>bij , dames !<br />

„Als ik dat beproef<strong>de</strong> , het zoo mij gaan als het Gibbon ging."


332 ESAIAS TEGNER, FRITHIOF ' S SAGA.<br />

— „En hoe ging het Gibbon?" klinkt het aan weerszij<strong>de</strong>n. —<br />

„Vraag het mijnheer !" en Nils wijst <strong>de</strong> eene op Adlerbeth ;<br />

„vraag het mijnheer !" en Nils wijst <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re op Wallin ;<br />

„ik ben het vergeten." — „Hij ziet zoo stroef," zegt <strong>de</strong> regtsche<br />

, en <strong>de</strong> slinke fluistert „Ik durf niet !" — „Wil ik het<br />

„doen?" vraagt Von Rosenstein ; zij vermoe<strong>de</strong>n een voetangel ,<br />

zij aarzelen. „Gibbon was een groot man ;" vaart hij <strong>voor</strong>t ,<br />

„<strong>de</strong> dames weten bet zeker, , al schreef hij <strong>voor</strong> dames niet ;<br />

„maar Gibbon was er niet min<strong>de</strong>r verliefd om , en Gibbon<br />

kniel<strong>de</strong>; toen ging het hem, zoo als ik zei<strong>de</strong> dat het Gibbon<br />

„ging." Hij heeft beet, maar hij wacht er zich wel <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

hengel op to haren. „Was dat alles ?" zon het dan klinken ,<br />

„bielp het meisjen hem maar op !" Of houdt gij u met<br />

Bernhard bezig , als hij, Sergel's omtrek <strong>de</strong>r sterven<strong>de</strong> Svea<br />

bewon<strong>de</strong>rend , die met <strong>de</strong> slinke door haar schild Aura <strong>de</strong>kt,<br />

het staal nog moedig in <strong>de</strong> regte ? De geestdrift van <strong>de</strong>n jongeling<br />

streelt <strong>de</strong>n grijsaard ; <strong>de</strong>ze praat met hem over zijne<br />

meesters, <strong>de</strong> antieken en <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rnen ; Bernhard heeft, wat<br />

hij zag , good gezien. „Stu<strong>de</strong>er kunst ," zegt <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>, „'t is<br />

„eene onuitputtelijke bron van genot." De standbeel<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

koninklijke lusthoven wor<strong>de</strong>n gekarakteriseord; een enkel heeft<br />

Bernhard niet begrepen; hij bekent het gulgaauw. „Bravo!" zegt<br />

Sergel, „sehiet nooit bokken, door u to hou<strong>de</strong>n of ge weet wat ge<br />

„niet weet ," en hij blikt even naar zijne Bebe ; maar ze kout<br />

met het lokkig hoofd naar haren an<strong>de</strong>ren buurman gewend.<br />

„Luister ," zegt Sergel , „hoe gek er afkomt wie het doet. Ik<br />

„heb eons een bezoek gehad van iemand, die zich <strong>voor</strong> kunst-<br />

„kenner nitgaf, , een groot hoer, een graaf; we spraken van<br />

„<strong>de</strong> Venus a belles fesses. Ik was dupe; ik dacht, dat hij me<br />

„begreep; maar wat belieft het hem een beetjen later op to mer-<br />

„ ken ? „Professor!” zegt hij, „dat moot wel een groot beeldhou-<br />

„wer geweest zijn , die Belles Fesses.” ” Hoe Bernhard lachte!


ESAIAS 'HONER, FRITHIOF ' S SAGA. 333<br />

„En n antwoord<strong>de</strong>?" vraagt <strong>de</strong> schalk, of hij <strong>de</strong>n slag op <strong>de</strong><br />

vuurpijl verbeid<strong>de</strong>. „Ik antwoord<strong>de</strong> ," zegt Sergel, en Wendt<br />

zich nog eens schuchter naar Hebe om, maar heeft daar niets<br />

te vreezen, „ik antwoord<strong>de</strong>: „Ja , heer graaf ! een gewoOn<br />

„achterste was het niet !" " — Of treft u vertrouwelijker toon<br />

(Leper en staat ge ter zij<strong>de</strong> van Leopold's stoel, om op to<br />

vangen wat mevrouw Franzen <strong>de</strong>zen me<strong>de</strong><strong>de</strong>elt ? Ge komt een<br />

oogenblik te laat, ge hadt an<strong>de</strong>rs kunnen hooren hoe zij gewoon<br />

is met het horloge in <strong>de</strong> hand to waken, als manlief<br />

's morgens vroeg te werken heeft; hoe zij, goed schepsel, dat<br />

gaarne , dat gewillig doet! — „Dan ga ik later een beetjen<br />

„liggen." — Leopold lacht niet , zoo als gij; Leopold vraagt : „En<br />

„ge zijt gelukkig, gelukkig als ge met Choraeus geweest zjt ?" —<br />

Ou<strong>de</strong> kennis slechts mag zich zoo iets veroorlooven , en ou<strong>de</strong><br />

kennis is hij ; Leopold heeft haren eersten echtgenoot een paar<br />

malen een prijs <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie uitgereikt , Leopold plagt ten<br />

huize van <strong>de</strong>n predikant Choraeus om to gaan. — „Mijn ge-<br />

„lnk is haast al te groot," luidt het antwoord, „twee en.<br />

„gelen wer<strong>de</strong>n mij be<strong>de</strong>eld , <strong>de</strong> een is hierboven," een traantjen ,<br />

gelooven wij. In Leopold's binnenste gaat eene stem op tegen<br />

die ongelijke be<strong>de</strong>eling; hij stond levenslang alleen! — maar<br />

hij laat <strong>de</strong> -klagt niet luid wor<strong>de</strong>n. „En zijn wensch is ver-<br />

„vuld,” vaart mevrouw Franzen <strong>voor</strong>t, nogaltijd bij haren „engel<br />

„hierboven ;" — „want," voegt zij er bij, „u weet . . .." — „Ik<br />

„weet, wat Choraeus ster vend wenschte," zegt Leopold. —„En<br />

„Franzen weet ook dat ik het wist ; hij heeft mij bekend , dat<br />

„hij het in mijn blos bij zijn aanzoek kon lezen, die engel!"<br />

— „Zon<strong>de</strong>rling," zegt Leopold ; — maar dat zon<strong>de</strong>rling geldt<br />

niet, zoo als mevrouw Franzen gelooft , <strong>de</strong> scherpzinnigheid<br />

van <strong>de</strong>n weduwenaar bij zijne be<strong>de</strong> aan het weeuwtjen , het geldt<br />

Choraeus, die, sterven<strong>de</strong> , zijne vronw vermaakte; „zon<strong>de</strong>rling,"<br />

zeggen ook wij.


334 ESAIAS TEGNÉlt , FltITHIOF ' S SAGA.<br />

„Waard en waardinne!" doet baron Hamilton onze mijmering<br />

een ein<strong>de</strong> nemen, en <strong>de</strong> toast, „hatelijk als het rondge-<br />

„ven van <strong>de</strong>n gember ten onzent ," die <strong>de</strong> handschoenen te<br />

<strong>voor</strong>sehijn roept, brengt zijn gewoon gevolg te weeg: op rijzen<br />

<strong>de</strong> dames, een geruisch van zij<strong>de</strong> en weg zijn ze.<br />

Er is geen gebrek aan geriefelijkhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> kleine kamer<br />

welke wij, als <strong>de</strong> overgeblevene heeren, met Beskow binnentre<strong>de</strong>n;<br />

nit <strong>de</strong> hoogte verspreidt die albasten lamp een liefelijk<br />

licht. Mogt <strong>de</strong> sehat van studie en smaak u aanlokken,<br />

achter <strong>de</strong> glazen dier boekenkasten in <strong>de</strong> schemering gelaten,<br />

er staan. kaarsen, zoowel op <strong>de</strong> lusters van <strong>de</strong>ze, als op <strong>de</strong><br />

kan<strong>de</strong>laars, door tal van gueridons in het vertrek overal ter<br />

hand. Een viertal is ontstoken, maar het licht geene lectuur<br />

bij. Om strijd doet <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>de</strong>r gasten in die vlammen<br />

een smalle strook papiers your vatten ; gestopt ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> pijpen<br />

gereed, gereed als die gemakkelijke leuningstoelen tegenover<br />

die sofa van rood russisch le<strong>de</strong>r. Er ontbreekt geenerlei<br />

geriefelijkheid in doze kleine kamer, zei<strong>de</strong>n wij, en toch eene<br />

enkele blijkt te wensehen over; gist ge niet welke ? Op gaan<br />

wolkjens zon<strong>de</strong>r tal, uit <strong>de</strong> gedreven of gebeitel<strong>de</strong> zilveren<br />

doppen van dat velerlei ineerschuim; rood wor<strong>de</strong>n ze geblazen<br />

van <strong>de</strong> lippen <strong>de</strong>r gasten ; och ! dat wij hier, in plaats van<br />

dat gemetseld gevaarte, 't welk <strong>de</strong>n ganschen dag warm blijft,<br />

maar tevens het vertrek benaauwd maakt, een open haard<br />

had<strong>de</strong>n!<br />

Het heet Zwe<strong>de</strong>n min<strong>de</strong>r bosschen of meer bevolking toewenschen<br />

; hoe wij het laatste van harte doen ! Eerst als het<br />

hout hoover in waar<strong>de</strong> zal zijn gestegen, mag men zich vleijen<br />

van dien oehtend- en avondbrandstapel te wor<strong>de</strong>n bevrijd ,<br />

die <strong>de</strong>n gansehen dag en <strong>de</strong>n langen nacht nasmeult.<br />

Leopold moot <strong>de</strong>ze eigenaardige lucht gewend zijn, en toch,<br />

wat hin<strong>de</strong>rt hem ? Hij wriemelt heen en weer; hij hondt het


ESAIAS TEGNht FRITHIOVS SAGA. 335<br />

hoofd op zij<strong>de</strong> , „oef !" — ziet gij het niet, een <strong>de</strong>r jongere<br />

gasten heeft het gewaagd uit die veelvormige kistjens zulk een<br />

lang zaamgerold stuk tabak te kiezen , bier en daar met roo<strong>de</strong><br />

en gou<strong>de</strong>n Bra<strong>de</strong>n versierd , dat wel bij toncaboonen schijnt te<br />

hebben gelegen , zoo stork een geur verspreidt het. Cigaren<br />

heeten die dingen , eene west-indische weel<strong>de</strong> , door Engeland<br />

gewaar<strong>de</strong>erd , Beskow weet haar zijnen britschen vrien<strong>de</strong>n dank.<br />

Hoe Leopold wenscht , dat het geschenk over boord ware geworpen<br />

, — hij kan <strong>de</strong>n digten damp, hem door <strong>de</strong>n rocker<br />

driest in het gezigt gejaagd, niet on<strong>de</strong>rsehei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> zweven<strong>de</strong><br />

zuchtjens varinas , langzaam nit het lange YOU opgestegen<br />

, langzaam uitgeblazen , blaauwend kringelend , maar<br />

merken doet hij het — en verplaatst zich.<br />

„Hebt ge u het laatste nommer van Phosphorus later' <strong>voor</strong>-<br />

„lezen ?” vraagt Adlerbeth hem, naast wien hij zich heeft neergevlijd.<br />

Ergernis op ergernis, Steen <strong>de</strong>s aanstoots ter regte en ter<br />

shrike: Phosphorus was het tijdschrift , dat „gist bragt in het<br />

„duffe- beslag" <strong>de</strong>r zweedsche letterkun<strong>de</strong>, toen het tijdperk<br />

<strong>de</strong>r resignatie ten ein<strong>de</strong> liep , toen dat <strong>de</strong>r romantiek<br />

begot'. Of er mate gehou<strong>de</strong>n werd in het mengen ?<br />

„Keen," antwoordt Leopold, „ peen, <strong>de</strong>nkt ge dat ik er ge-<br />

„noegen in vin<strong>de</strong>, gesmaad to wor<strong>de</strong>n!”<br />

„ Wie, die bet gelooft ?" herneemt <strong>de</strong> Romein , „maar st.rijd<br />

„staalt , en weten moet men wat <strong>de</strong> weerpartij wil."<br />

„Haar wapenkreet is <strong>voor</strong> mij afgezaagd , als een wiege<strong>de</strong>un-<br />

„tjen ; Voltaire is een duivel en verlichting eene dwaasheid , ik<br />

„heb te lang geregeerd. —”<br />

„Toth niet," tracht Franzen bij te leggen.<br />

„O, gij hebt good spreken ," lacht Von Rosenstein, „ge wordt<br />

„door <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> .scholen gevierd. Ce glee c'est quo <strong>de</strong> naitre<br />

„propos I"


336 ESAT AS TEGNÉR , FRIT El LOF'S SAGA.<br />

En in<strong>de</strong>rdaad, <strong>de</strong>ze is zijner veertig jaren, is het vuur van<br />

zijne jeugd en <strong>de</strong>r volgzaamheid van zijnen mannelijken leeftijd<br />

het <strong>voor</strong>regt verpligt , zoo het dat heeten mag , tnsschen <strong>de</strong><br />

twee partijen te staan , en beurtelings door <strong>de</strong>ze en door gene<br />

te wor<strong>de</strong>n gevleid ; — hij wordt door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> bent geprezen ,<br />

als zij eigenlijk maar heeft gedoogd , en door <strong>de</strong> nieuwe bent<br />

gespaard , als hij in<strong>de</strong>rdaad verdiend had te wor<strong>de</strong>n gegispt.<br />

Overgangsman die overgangspoezij Levert, hebben <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>misten<br />

behoefte aan eenen enkelen jongere die een nieuweren toon<br />

aanslaat , moeten <strong>de</strong> phosphoristen toch wel op een meer<strong>de</strong>re<br />

van jaren kunnen wijzen , die in hunne oogen gena<strong>de</strong> vindt.<br />

„G-e zult toch, als ge <strong>de</strong>zer dagen uwe intre<strong>de</strong> bij ons doet ,"<br />

vraagt Leopold <strong>de</strong>n peinzen<strong>de</strong>n Franzen , „geene toespeling op<br />

„die dwaashe<strong>de</strong>n wagon ? Als iets me verzoenen kon met mijn<br />

„verzwakkend gezigt , het zou zijn , dat ik dien leelijken Lorenzo<br />

„niet gewaar wor<strong>de</strong>."<br />

Franzen stelt <strong>de</strong>n meester gerust , Franzen is geneigd , zoo<br />

als het gebruik bij <strong>de</strong>rgelijke gelegenhe<strong>de</strong>n me<strong>de</strong>brengt , zijne<br />

re<strong>de</strong>voering <strong>voor</strong>af aan het oor<strong>de</strong>el van het hoofd <strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie<br />

to on<strong>de</strong>rwerpen; maar wat ons nog meer genoegen doet, Wallin,<br />

<strong>de</strong> in Phosphorus fel gegeesel<strong>de</strong> Wallin, neemt het <strong>voor</strong> dien<br />

„leelijken Lorenzo", neemt het <strong>voor</strong> HammarskOld op. Wallin<br />

is meer dan een kunstenaar, , hij is een karakter. Twee jaren<br />

gele<strong>de</strong>n heeft <strong>de</strong> Rijksdag , in <strong>de</strong> eerste verrukking over zijne<br />

proeve van een Nieuw Psalmboek — het vroegere zweedsche<br />

liet zooveel to wenschen over — hem tot overijling willen<br />

dwingen; hij wist vijan<strong>de</strong>n en vrien<strong>de</strong>n weerstand to bie<strong>de</strong>n:<br />

„wacht !" zei<strong>de</strong> hij, en daar men bij <strong>de</strong> geestelijke lie<strong>de</strong>ren<br />

van Odman , Dahl en Choraeus , <strong>de</strong> zijne niet ontberen kon,.<br />

w a c ht men , en werk t hij <strong>voor</strong>t. Thans , — <strong>de</strong> omwenteling<br />

schijnt als eene an<strong>de</strong>re lento alle twijgen <strong>de</strong>s openbaren levens<br />

te doer knoppen , uitbotten , groenen , <strong>voor</strong> vruchten is het nog


ESAIAS TEGN FRTTHIOF'S SAGA. 337<br />

wet vroeg; thaws, nu ook <strong>de</strong> letteren weer ontluiken,<br />

wordt hij, tot aca<strong>de</strong>mist benoemd toen hij voile <strong>de</strong>rtig jaren<br />

tel<strong>de</strong> (1810), verdacht pruik te zijn, omdat zijn sarcasme<br />

altijd pijlen op zijnen boog had, waar <strong>de</strong> schalke overmoed<br />

<strong>de</strong>r jeugd zich bloot gaf.<br />

„Leelijk , lieve Leopold!" zegt. „leelijk is HammerskOld<br />

„met <strong>de</strong> lange lokken niet ; ge moogt mij gelooven, ik heb<br />

„geen re<strong>de</strong>n hem te vleijen. In zijn jongste nommer heeft hij me<br />

„ „een dwerg" genoemd , „die, als hij vleugels had, een mid-<br />

„ „fielding zou wezen tusschen vogel en insect." Ik wenschte,<br />

„dat het aardiger ware, dan zou het opgang maken. Maar<br />

„aardigheid is verre van zijn forte te zijn; <strong>de</strong> geest zweemt<br />

„naar <strong>de</strong> gestalte , hij heeft <strong>de</strong> figuuy van een duitschen<br />

„d weeper. Hij heeft ook al <strong>de</strong> studie, die onzen buurtjens niet<br />

„te ontzeggen valt, ook al <strong>de</strong>n ernst. Wilt gij gelooven, dat<br />

„er oogenblikken zijn, waarin ik me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n met hem heb?<br />

„Meenens is hem alles wet hij loot, maar <strong>de</strong> magt staat niet<br />

„in evenredigheid tot <strong>de</strong>n wil ...."<br />

„Hij is maar vijf-en-twintig jaar ," valt Franzen vergoelijkend<br />

in, en verontschnldigt onwillekeurig; Leopold's voeten<br />

trappelen.<br />

„Zal <strong>de</strong> koninklijke kanselarij-raad Af Leopold van koffij<br />

„gediend zijn?" vraagt <strong>de</strong> binnengekomen knecht; gij leert er<br />

tevens zijnen titel en zijn a<strong>de</strong>l door keunen.<br />

Nils von Rosenstein is ter hand, om <strong>de</strong>n kop van suiker<br />

en melk te <strong>voor</strong>zien; Nils biedt <strong>de</strong>zen zijnen vriend aan , en<br />

helpt nu zich zelven. We mogen <strong>de</strong> wigtigheid wel, waarme<strong>de</strong><br />

het twee<strong>de</strong> klompjen suiker tusschen <strong>de</strong> tang gewogen , te<br />

zwaar bevon<strong>de</strong>n, verwisseld wordt, — waarme<strong>de</strong> die blanke<br />

hand luttel droppelen melk <strong>de</strong>r helling over laat glippen en<br />

uu speelziek roert, terwijl <strong>de</strong> krullekop tegen <strong>de</strong> kussens van<br />

<strong>de</strong> sofa rust.<br />

Studiche en Schetsen III 22


338 ESAIAS TEGNER, FRITHIOF' S SAGA.<br />

„Wat Leven wij toch in een gezegend land! — heel Europa<br />

„zucht on<strong>de</strong>r het continentaal-stelsel ; alle wereld<strong>de</strong>elen storten<br />

„hunne schatting Scandinavia in <strong>de</strong>n schoot!"<br />

„Smokkelhan<strong>de</strong>l," gromt <strong>de</strong> gastheer, die zijne fortuin aan<br />

zijne mijnen verschuldigd is, en lijdt on<strong>de</strong>r het gebrek aan<br />

uitvoer van ijzer bij gesloten zee ; hij is een <strong>de</strong>r weinigen<br />

on<strong>de</strong>r zijne landgenooten, die Carl Johan er niet lief om heeft,<br />

<strong>de</strong>wijl <strong>de</strong>ze „Smokkelhan<strong>de</strong>l, die Gothenburg groot<br />

„doet wor<strong>de</strong>n ...."<br />

„Een stad van paleizen," zegt een <strong>de</strong>r jongere gasten.<br />

„Om ten leste weer als een bouwval weg to zinken , —<br />

„gestolen geld beklijft niet ," herneemt Beskow.<br />

„Arm Parijs ," gaat Von Rosenstein <strong>voor</strong>t, een glas likeur<br />

ledigend, „le petit verre hebt ge nog altijd .."<br />

,,Maar les petits coopers niet weer," plaagt hem Sergel.<br />

„Ik meen<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze, noch lee petites Maisons; ik dacht aan<br />

„<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgegane weel<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n geest."<br />

„Chateaubriand na <strong>de</strong> encyclopedisten ," meent Leopold,<br />

„het is er toch nog beter aan toe dan Zwe<strong>de</strong>n , na ons aan<br />

„die kwajongens prijsgegeven."<br />

„La valeur n'attend Pas le nombre <strong>de</strong>s annees ,"<br />

<strong>de</strong>clameert Von Rosenstein.<br />

„Valeur?" herneemt Leopold, „valeur om <strong>de</strong> wereld to<br />

„kwellen met Schelling tot philosooph en Tieck tot poeet ,<br />

„duisterheid in <strong>de</strong>nken en duisterheid in dicht! Atterbom en<br />

„Palmblad, Been van bei<strong>de</strong> is nog twintig! .... "<br />

„Wacht een jaar of wat, en ze zullen wijs zijn als wij !"<br />

Neen , goe<strong>de</strong> Nils von Rosenstein! neen, wat ze ook wor<strong>de</strong>n<br />

zullen , als gij die daar <strong>de</strong> laatste droppelen van het geestrijke<br />

vocht zoo behagelijk geniet, als gij zal niemand hen zien, ze<br />

zijn van een an<strong>de</strong>r geslacht, van an<strong>de</strong>ren geest. Oesters, met


ESAIAS TEGNER, Furrunir's SAGA. 339<br />

chablis of Champagne, meent ge, wildpastijen en <strong>de</strong> zware<br />

wijnen, die er pas bij geven, <strong>de</strong>nkt ge, <strong>de</strong> dagen dier feesten<br />

zullen ook <strong>voor</strong> hen komen, <strong>de</strong> zege na <strong>de</strong>n strijd, noemt ge<br />

dat; maar hun doe] is een hooger, een heiliger dan ooit het<br />

uwe was; letteren , poezij zijn hun geene uitspanning, zijn<br />

hun behoefte, him leven. Stu<strong>de</strong>nten in Upsala, luttel wetend<br />

van wat gij weel<strong>de</strong> prijst, streelt hen eene min<strong>de</strong>r stoffelijke;<br />

en mogen zij, mannen gewor<strong>de</strong>n, mee genieten wat <strong>de</strong> maatschappij<br />

hunner dagen zal opleveren, encyclopedistisch noch<br />

epicuristisch gestemd zullen zij levenslang <strong>de</strong>r kunst een karakter<br />

toekennen , dat hoven uw begrip gaat , — en dos een<br />

vrijbrief <strong>voor</strong> uw gekseheren wordt.<br />

Voorbarigen, dat we zijn! Serge] neemt het <strong>voor</strong> <strong>de</strong> jongelui<br />

op; hij, die zooveel genoegen aan Bystrilim beleeft , wien hij<br />

een onloochenbaar talent, nit armoe<strong>de</strong>, aan graveren zag verkwisten<br />

, dien hij <strong>de</strong>n beitel ter hand heeft gesteld, en tevens<br />

brood, opdat <strong>de</strong> jonkman, zich ontwikkelen<strong>de</strong> , niet mogt verhongeren<br />

, hij begrijpt <strong>de</strong> bekrompenheid niet van zoo vele<br />

vernuften, met hunne „opvolgers in openbaren oorlog" to leven.<br />

„Als <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>, <strong>de</strong> groote koning nog od<strong>de</strong>r ons °urging , mijne<br />

„heeren! hij zou u wel an<strong>de</strong>rs hebben geleerd ; ik wil zeggen,<br />

„hij zou u zijn <strong>voor</strong>gegaan met <strong>de</strong> jeugd lief to hebben. Maar<br />

„hij was een genie zon<strong>de</strong>r weerga, en duizend duivels mogen<br />

„mij halen, als hij ook niet zalig is !"<br />

Het originele <strong>de</strong>r laatste woor<strong>de</strong>n , eene verwensching en<br />

eene zaligspreking in eenen a<strong>de</strong>rn , doet een algemeen gelach<br />

opgaan.<br />

„Hebben <strong>de</strong> heeren <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> aflevering van Iduna gezien?"<br />

vraagt Beskow.<br />

„Neen ," is het antwoord , en <strong>de</strong> gastheer zoekt het boeksken<br />

zon<strong>de</strong>r het to vin<strong>de</strong>n , en terwijl wij hem laten zoeken ,<br />

gaan wij waar <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> afleveringen op <strong>de</strong> piano liggen. Bern-


340 ESAIAS TEGN .ÉR, PRITE110F 'S SAGA.<br />

hard heeft beloofd <strong>de</strong>r dames een dichtstukjen, dat in <strong>de</strong> eerste geplaatst<br />

werd en waarbij muziek is gevoegd, <strong>voor</strong> te zullen zingen.<br />

En is hij <strong>de</strong> eenige heer, dien wij in <strong>de</strong>n kring van lieven<br />

en schoonen om <strong>de</strong> theetafel aantreffen? Voorwaar niet, <strong>de</strong><br />

koninklijke kamerheer, die mevrouw Beskow nit <strong>de</strong> zaal heeft<br />

geleid , is bij <strong>de</strong> dames gebleven ; Wallin, die niet rookt , is<br />

ons hier <strong>voor</strong> geweest , hij praat met zijne jonge vrouw! En<br />

uwe oogen, die beleef<strong>de</strong>lijk het eerst weer naar <strong>de</strong> gastvrouw<br />

omzien , zij wor<strong>de</strong>n aan hare zij<strong>de</strong> een man van jaren gewaar,<br />

<strong>de</strong> zestig <strong>voor</strong>bij , die niet meer uit eten gaat, maar nog gaarne<br />

een bezoek aflegt , en het he<strong>de</strong>n hier te liever doet , weten<strong>de</strong><br />

wie hij zal aantreffen. Mevrouw Beskow heeft hem een wenk<br />

gegeven , dat zij <strong>de</strong> overige heeren van zijne komst zal doer<br />

verwittigen; hoffelijk heeft hij Naar verzekerd zich in het beste<br />

gezelschap ter wereld te bevin<strong>de</strong>n.<br />

„G-raaf Oxenstjerna komt niet meer ten hove," zegt barones<br />

Hamilton ; „het is jammer <strong>voor</strong> onze jeugd ; la vieille politesse<br />

„s' en va."<br />

„An<strong>de</strong>re tij<strong>de</strong>n, an<strong>de</strong>re ze<strong>de</strong>n," schertst <strong>de</strong> dichter <strong>de</strong>r Ooptert,<br />

want hij is bet in<strong>de</strong>rdaad ; „men verovert tegenwoordig in<br />

„allerijl ."<br />

„De harten ?" vraagt mevrouw Lenngren.<br />

„Schepters en schoonen !" herneemt Oxenstjerna ; „maar<br />

„jongelui! wat hebt ge daar <strong>voor</strong> muziek ?" en hij is bij <strong>de</strong><br />

piano, bij Bernhard, en <strong>de</strong> Hebe en bet schalke tweetal , —<br />

ook mevrouw Asping heeft er zich bijgevoegd , slechts ietwat<br />

in <strong>de</strong> schaduw.<br />

„Ben allerliefst liedjen van <strong>de</strong> Roos, heer graaf!" zegt <strong>de</strong><br />

zoon <strong>de</strong>s huizes , „maar <strong>de</strong> dames zijn niet te bewegen , mis-<br />

„schien dat het u gelukt <strong>de</strong> freule over te halen? Als ik<br />

„me mogt vleijen , dat iemand mij <strong>voor</strong> een coos zou willen<br />

„aanzien, zou ik zeker al zijn begonnen.”


ESA1AS TEGN1?11, FRITHIOT' S SAGA. 3<strong>41</strong><br />

Oxenstjerna neemt het blad muziek ter hand, loopt <strong>de</strong> eerste<br />

regels even door, zegt tegen Bernhard : jongelief! dat<br />

„gaat <strong>voor</strong> u niet aan ;" en leidt eene <strong>de</strong>r schalke <strong>de</strong>erntjes<br />

naar het tabouretjen, als ware hij nog rijks-maarschalk , die<br />

<strong>de</strong>n weg slechts te wijzen had om te wor<strong>de</strong>n gevolgd. Wel<br />

mogt hij glimlagchen bij <strong>de</strong> gedachte , dat Bernhard die roos<br />

zou <strong>voor</strong>stellen ; zij wordt in het liedjen spreken<strong>de</strong> opgevoerd;<br />

zij doet zich te goed op hare schoonheid — „alleS toepasselijk<br />

„op <strong>de</strong> freule ," 'nits dat zij het zelve maar niet had moeten<br />

zeggen , neen , zingen.<br />

„Och , beer graaf!" smeekt <strong>de</strong> stoutert.<br />

„Het aardigst komt . ." beweert Bernhard.<br />

En <strong>de</strong> freule zingt:<br />

„Een nachtegaal plaagt mij als 't schemeruur naakt ,<br />

„Met liedren door wat niet al hartstogt geblaakt;<br />

„Waarvan mij het eeuwige smachten verdriet ,<br />

„Als traantjen bij traantjen dat <strong>de</strong> oogjens ontschiet."<br />

„ Wat zei<strong>de</strong> ik ?" roept Bernhard.<br />

„Maar komt don mijn vlin<strong>de</strong>r, getooid als ten dans,<br />

„Mijn doornige wacht buigt haar zwaard eu hoar lans ,<br />

„Zijn bargt rijdt hij in op een straal van <strong>de</strong> zon<br />

„En wellekom roept hens wier harte hij won !<br />

„Waar benk of waar lin<strong>de</strong> zich welven ten kroun,<br />

„Daar trust hij <strong>de</strong>r bloeijen<strong>de</strong> jonkvronw <strong>de</strong> koon ,<br />

„Die bloost als heel <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> in <strong>de</strong> omarming van Mei<br />

„En 't bijengesuis wordt <strong>de</strong>r bruiloft ten rei."<br />

„Ik bedank ," zegt <strong>de</strong> schalke, „ik zing niet ver<strong>de</strong>r."<br />

„Thans is er geen gevaar meer bij ," lack <strong>de</strong> jonkman.<br />

„Gelooft ge?" zegt Oxenstjerna.<br />

Het mid<strong>de</strong>l werkt , het meisjen ziet even het cahier in, en<br />

begint op nieuw


342 ESAIAS TEGNER FEL1THIOE'S SAGA.<br />

„Straks wisselt , ik weet het , <strong>de</strong>s vlugtigen zin ;<br />

„Des waters, <strong>de</strong>s winds is <strong>de</strong> vaart van <strong>de</strong> min !<br />

„'t Verdriet door een dreef, , die nooit kronkelt , te gun,<br />

„En lieflijk lokke ik dra zijn meedingers aan !<br />

„Dat Schoonheid, als 't licht, al wat a<strong>de</strong>m heeft streel' I<br />

„De dwaas slechts begeert haar nitsluitend zijn <strong>de</strong>el , —<br />

„Bron , vloed , oceaan, die geen droppel verspilt ,<br />

„Der eindigen dorst in oneindigheid stilt !"<br />

„Ik begrijp het niet ," en met die woor<strong>de</strong>n slaat <strong>de</strong> schalke<br />

bet cahier digt.<br />

„Er steekt philosophic in die poezij ," meent Bernhard.<br />

,,Mijnheer doet <strong>de</strong>n dichter regt," beweert Oxenstjerna, en<br />

rich tot <strong>de</strong> schalke wen<strong>de</strong>n<strong>de</strong> boat hij er op volgen: „waarom<br />

„dus of te breken ? <strong>de</strong> roos is hier symbool <strong>de</strong>r schoonheid !"<br />

Toch heeft <strong>de</strong> hoveling te veel tact om <strong>de</strong> scherts ver<strong>de</strong>r te<br />

drij yen.<br />

„Er zijn fraaijer versjens in <strong>de</strong>ze Bloeinen van Atterbom ,"<br />

merkt mevrouw Asping aan, en wil dat Hebe <strong>de</strong> illaankop zal<br />

zingen; maar Hebe beklaagt zich geen stem te hebben , geen<br />

zier stem, en Bernhard vindt dat liedjen zoo melancholisch.<br />

„Een an<strong>de</strong>r ?" vraagt hij mevrouw Asping , „u kent ze."<br />

„En gij hebt ons beloofd ...."<br />

„Straks ," — zegt Bernhard, en Euphrosyne laat zich niet<br />

longer bid<strong>de</strong>n ; — zij kiest uit het Vlasbloempien een paar<br />

coupletten , in welke wij op het land wor<strong>de</strong>n verplaatst, waar,<br />

in schaduw van berken , een hut staat , bangs welke <strong>de</strong> onontbeerlijke<br />

beck ruischt, — waar in die kleine woning een<br />

meisjen zit .... maar wij toetsen, alsof wij niet getracht had<strong>de</strong>n<br />

eenige trekken dui<strong>de</strong>lijk te doen wor<strong>de</strong>n, tot wijzigens toe:<br />

„Allc maag<strong>de</strong>n eere,<br />

„Sehoonste hein<strong>de</strong> en veere


ES.ATAS TEGNi:R, FRITHIOCS SAGA. 343<br />

„Zit ze aan 't open veuster, ,<br />

„Spin t ze vroeg en spa ;<br />

„Snorrend gnat het raadjen ,<br />

„Dulaney wordt het draadjen ,<br />

„'Cie ter wereld wenscht er<br />

„ZnIk een alijt geen voile ?"<br />

„Lief geschetst !" zegt Oxenstjerna.<br />

„Zonnestralen zijgen<br />

,Door <strong>de</strong> groene twijgen<br />

„In <strong>de</strong>s stui pjens duister<br />

„Op haar spinnewiel ;<br />

„En wie weet wat droomen<br />

„In die schalke komen ?<br />

„'t Is of in <strong>de</strong>n 1 uister<br />

„Gond aan hare voeten viel !"<br />

illevrouw Franzen gelooft in Kumla bij hare boerinnetjens<br />

te zijn.<br />

„'Vii ze een bruidsehat winnen ,<br />

„Spinnen meet ze , spinnen ,<br />

„ Bleken 't granuwe garen ,<br />

„Weven 't witte dock —<br />

„He<strong>de</strong>n roar het morgen<br />

„Ziainelen en zorgen ;<br />

„Over weinig jaren<br />

„Zijn en vlijt en vrijers zoek."<br />

„Die jonkman zal misschien eens <strong>de</strong> taal meester wor<strong>de</strong>n ,<br />

„maar is het nog niet," beweert Oxenstjerna, die wel weet<br />

wie Atterbom is, — wij zeggen op <strong>de</strong> kritiek van ganscher<br />

harte: amen!<br />

„En nu naijn Viking," roept Bernhard, zon<strong>de</strong>r zich een<br />

oogenblik te laten bid<strong>de</strong>n; „schrikt niet, dames! 't is een ster-


344 ESA TAS TEGNi:R PRITEITOF' S SAGA.<br />

„ven<strong>de</strong>," en <strong>de</strong> jonktnan speelt eene somber-stemmen<strong>de</strong>, korte<br />

inleiding; en 't is of <strong>de</strong> geest <strong>de</strong>s meesters, wien muziek iets<br />

beings is, over dat blon<strong>de</strong> hoofd vaaxt en uit die blaauwe<br />

oogen straalt. De woor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> toonen zijn tweelingen, —<br />

het is geen geringe lof <strong>voor</strong> Bernhard, dat hij gevoel genoeg<br />

heeft, bei<strong>de</strong> met dien eenvoud <strong>voor</strong> to dragen, welke dui<strong>de</strong>lijk<br />

zijn eerbied bewijst. Als wij zijne frissche stern had<strong>de</strong>n,<br />

wij spaar<strong>de</strong>n u geene strophe; titans gaat ge er met twee<br />

vrij , die <strong>de</strong>n twintigjarigen Viking schetsen , zoo als <strong>de</strong>ze to<br />

mce<strong>de</strong> was, v64 hij zijn vroegen dood <strong>voor</strong>zag , en nu hij<br />

zieh dien bewust is.<br />

„Mijn tockomst scheen schoon ; stood ik 's daags <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n boeg<br />

„Geer wolk zonk er dreigend op neer; —<br />

„Hoe woest of <strong>de</strong> koelte het schuim om mij joeg,<br />

„teen zwaan was geruster op 't weer.<br />

„'t Werd buite, 't werd mijn , wet mij stnite in mijn loop,<br />

„En vrij als 't onsnetelijk rnim had mijn hoop<br />

„Geene grenzen!"<br />

Onze heeren komen ein<strong>de</strong>lijk hinnen; „'t is een lied nit<br />

I Ana ," zegt Beskow.<br />

„Maar leun<strong>de</strong> ik <strong>de</strong>s nachts op <strong>de</strong>n wieglen<strong>de</strong>n boeg,<br />

„Maar stood ik in 't duister alleen,<br />

„Dan vloog in <strong>de</strong>n storm, die het wolkenhcir joeg,<br />

„Mijn Norna bijwijle om mij heen;<br />

„Ons lot is onwisser dan 't zwalpen<strong>de</strong> net,<br />

„De wijze is op <strong>voor</strong>- en op onspoed gevat,<br />

„Waar hij level"<br />

„Daar zit het duizend-duivelsche in," roept Sergel, „waar-<br />

„aan men <strong>de</strong>n kunstenaar kent; knutselaars mogen het zoe-<br />

„ken, vin<strong>de</strong>n doen zij het niet. 't Is jets onverklaarbaars —<br />

„het treft bij <strong>de</strong>n eersten blik , in eene schil<strong>de</strong>rij , die een


ES.AIAS TEONktt FRITHIGF 'S SAGA. 345<br />

„meesterstuk is, in eene schets , die een meester belooft. Ge<br />

„hadt <strong>de</strong>zer dagen bij me moeten wezen , Adlerbeth! — woken<br />

„lang was ik Met in staat geweest naar <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie te gaan, —<br />

„die verwenschte jicht „ ."<br />

De Romein is — van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw; hij verontschuldigt<br />

zich wegens bezighe<strong>de</strong>n.<br />

„Vertaal <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>n ! man ! dat is beter dan met een ou<strong>de</strong>n<br />

„man te prates; maar ik had it bij me willen hebben , om te<br />

„zien of gij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llen van mijn armen drommel oak<br />

„niet da<strong>de</strong>lijk dat duizend-duivelsche hadt gezien. Mijne collega's<br />

„had<strong>de</strong>n me veel van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ringen van <strong>de</strong>n jonkman verteld;<br />

„ik liet hem zeggen dat ik nieuwsgierig was naar zijne beeld-<br />

„jens ; daar hield een slee <strong>voor</strong> mijn huis stil; „laat hij ze in<br />

„ „het atelier zetten ,” zei<strong>de</strong> ik. En ik strompel<strong>de</strong> mijn kamer<br />

„nit , en ging zeven van die gipsfiguren <strong>voor</strong>bij ; daar stand<br />

„ik stil, maar niet van pijn ; het was een geniale greep ,<br />

„eene proeve van Philoctetes. „Dien behoud ik," mogt ik<br />

„zeggen en ging mijns weegs."<br />

„En trekt gij u <strong>de</strong>n jonkman aan ?" vraagt Adlerbeth.<br />

„Hij beet Fogelberg ," herneemt Sergel , „bij zal wel zor-<br />

„gen dat zijn naam niet in het vergeetboek raakt ; maar luister.”<br />

„Mijn leven was kort , maar mijn leven was sehoon ,<br />

„'k Beklaag mij die kortheid <strong>de</strong>s niet, —<br />

„Niet enkel een weg leidt ter zaal van <strong>de</strong> Goon,<br />

„Gelnkkigst wie spoedigst Hem ziet !<br />

„De weeklagt <strong>de</strong>r golven verkondig' mijn dood.<br />

„Zij waren mijn vreug<strong>de</strong> , en ik viu<strong>de</strong> in hear schoot<br />

„Mijne rustplaats!"<br />

„Ik heb nooit aan die Noordsche Go<strong>de</strong>n geollerd ," zegt Seigel,<br />

„maar het zoo te doen , is geen zon<strong>de</strong>. Van wien is dat<br />

„lied , Bernhard ?"


34 6 ESAIAS TEGNER, FRITHIOF 'S SAGA.<br />

„Van mijn vriend Geyer," valt Wallin in.<br />

,,Die professor zal wor<strong>de</strong>n, meent men, in Upsala," voegt <strong>de</strong><br />

zoon <strong>de</strong>s huizes er bij; „hg is <strong>de</strong> vriend van <strong>de</strong> knapste jongelut."<br />

„Hij schrijft ook al in dien Phosphorus," mompelt Leopold.<br />

Oxenstjerna sleet een <strong>de</strong>r zware gordijnen, die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> dubbele<br />

vensters hangen , ter zij<strong>de</strong> ; hem verrukt <strong>de</strong> weergalooze<br />

starrenhemel , die zich over het meir 1Vlalar welft. Hij neemt<br />

Leopold bij <strong>de</strong>n arm en leidt hem mee , naar het venster.<br />

„We zijn ou<strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n ," zegt hg, „tracht eons met nib<br />

„op te zien. „Ik word velerlei sterren gewaar, , groote en kleine,<br />

„alle zijn schoon , — er zijn dichters <strong>de</strong>s verstands er zijn<br />

„dichters <strong>de</strong>ft gevoels .."<br />

„Ziet gij ook geen vallen<strong>de</strong> sterren?" klinkt <strong>de</strong> vraag Oxenst-<br />

jerna in het oor, — arme Leopold! hij bleek near het ligchaam<br />

ongeneeslijk , was hij bet ook naar <strong>de</strong>n geest ?<br />

Laak het niet als onbeleefd , zoo wij eensklaps french leave<br />

nit dit gezelschap nemen , zoo we zelfs verzuimen gastvrouw en<br />

gastheer dank te zeggen ; noch acht het een gering offer, dat<br />

we afzien van <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ring eener sle<strong>de</strong>vaart door Stockholm,<br />

om Franzen en zijne ga<strong>de</strong> veilig thuis te zien. Ons on<strong>de</strong>rwerp<br />

gebiedt ons an<strong>de</strong>rmaal cone rugwaartsche schre<strong>de</strong>; moge zij het<br />

met die <strong>de</strong>r be<strong>de</strong>vaartgangers gemeen hebben, dat wij er ons<br />

(1061 niet min<strong>de</strong>r door bereiken. In tegenstelling intusschen met<br />

<strong>de</strong> bewegingen van doze, voert zij ons niet maar weinige voeten,<br />

voert zij ons een half jaar achteruit ; doch wat belemmerends<br />

schuilt er veer wieken, als uwer verbeelding zijn he<strong>de</strong>eld, in<br />

eene wisseling van saizoen ? We waren in <strong>de</strong>n winter van 1811;<br />

we zijn in zijn vollen zomer, in <strong>de</strong> laatste dagen van dozen, zoo<br />

ge wilt ; en in plants van het genrestukjen, waarme<strong>de</strong> wij u<br />

zoo lang bezig biel<strong>de</strong>n , — een genrestukjen met <strong>de</strong> pen, <strong>voor</strong><br />

het penseel luttel gesehikt, — krijgt ge een landschapjen, dat<br />

we wel wensehten ti op doek to ku nnen geven.


ESA1AS TEGNER, FRITI-110F 'S SAGA. 347<br />

Een stille zomernacht op Rarnen in Werrnland, het landgoed,<br />

dat getnige was geweest <strong>de</strong>r gelukkige ontwikkeling van Anna<br />

111yhrinan , waarop Tegner in haar zijne liefste vond; een stille<br />

zomernacht buiten, ziedaar ons tooneel en ons tijdstip. Het<br />

eerste heugt u nog, het laatste verbijstert u wel een weinig;<br />

dat noordsche halflicht tint zoo eigenaardig, 't is maar een<br />

zweem van zien. Gij aarzelt daaroth ons te zeggen, wie het<br />

zijn, die in <strong>de</strong>n vroegen morgen ie<strong>de</strong>r zijn paard uit <strong>de</strong>n stal<br />

brengen, ie<strong>de</strong>r zijn paard inspannen <strong>voor</strong> eene vrachtkar met<br />

ijzer bela<strong>de</strong>n; het gaat niet grif genoeg <strong>voor</strong> gewone voerlie<strong>de</strong>n,<br />

en toch steken ze in werkmansplunje. Het is van twee wren<br />

vast drie gewor<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> zon, die haa.st niet on<strong>de</strong>r is geweest,<br />

„die <strong>de</strong>n ganschen nacht verlangend aan <strong>de</strong>n hemel heeft om-<br />

„gedwaald," zong een dichter, doet het oosten hel<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n;<br />

wie hebben wij <strong>voor</strong> ons? Vier mannen, twee van welke, willen<br />

wij wed<strong>de</strong>n, nog nooit zrio langs een paard hebben geloopen;<br />

<strong>de</strong>ze, gij ziet het zijn gang aan, plagt er op te zitten,<br />

plagt het te laten draven, en die? zijn flinke houding, zijn<br />

forsche stap, zij getuigen dat hij gewoon is gele<strong>de</strong>ren aan te<br />

voeren; krijgsmannen zijn het, in voerlie<strong>de</strong>n herschapen! De<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> gaat langzaam, hij hondt het leidsel aan, als liep dat<br />

noorweegsche blesjen met zijn graauwe manen hem nog te vlug,<br />

— <strong>de</strong> vier<strong>de</strong>, maar al steekt hij in een wollett rok , en al<br />

gingen die ligte lokken schuil on<strong>de</strong>r een verweer<strong>de</strong> pelsmuts,<br />

die oogen zijn <strong>de</strong> kijkers van Esaias Tegnër; het is onze dichter,<br />

die zijn zang <strong>voor</strong> <strong>de</strong>t ScL8A-a Lantv4rnet het jaar te voren met<br />

„<strong>de</strong>n naam, <strong>de</strong> eere, <strong>de</strong> waardigheid van hoogleeraar" heeft<br />

zien beloonen. Een professor, die puft als zijn paard, zoo vaak<br />

het heuvel op gaat, die han<strong>de</strong>n vol werks heeft, om niet<br />

met <strong>de</strong> vracht van zijn kar in <strong>de</strong> diepte te storten , als het<br />

dal zich daar zoo steil opent ; wat dwaasheid is <strong>de</strong>ze? „Verre<br />

„vandaar," herneemt zijn biografist, „vier van <strong>de</strong> toenmalige


348 ESAf AS TEGNiAt FRITEITOVS SAGA.<br />

„eigenaren van het bergwerk Ramon," — va<strong>de</strong>r Alyhrman was<br />

op midzomer verschei<strong>de</strong>n — „twee militairen, een kanselarij-<br />

„schrijver van Stockholm en een professor van Lund, waren<br />

„overeengekomen , als het wakkere bergmannen paste, hun ijzer<br />

„eens zelf naar <strong>de</strong> stad te brengen , en uit doze met graan,<br />

„op <strong>de</strong> markt gekoeht , weer te keeren.” Dwaasheid, zei<strong>de</strong>t<br />

gij, gelnkkig dat Biittiger het niet hoor<strong>de</strong>! „het was hun daar-<br />

„me<strong>de</strong> niet om een prettig togtjen te doen, zij wil<strong>de</strong>r er buren<br />

„en ondcrhebben<strong>de</strong>n in ernst mee toonen, hoe hoog het be-<br />

„drijf bij hen aangeschreven stond, hoe goed zij in staat zou-<br />

„<strong>de</strong>n zijn, mogt het wor<strong>de</strong>n vereischt, zelf <strong>de</strong> hand aan <strong>de</strong>n<br />

„zwaren arbeid to sla,an.” Dwaasheid? „dat avontuur in het<br />

„frissche wood loeg Tegner's zin <strong>voor</strong> <strong>de</strong> natuur uitlokken<strong>de</strong><br />

„aan; hij nam er, in <strong>de</strong> zomervierdagen had hij er tijd toe,<br />

„alleropgeruimdst <strong>de</strong>el aan. Hit <strong>de</strong> kern <strong>de</strong>s yolks gesproten,<br />

„voel<strong>de</strong> hij zich daaraan met alle wortels van zijn wezen nog<br />

„innig verknocht: het was hem een lust eens -het lot van <strong>de</strong>n<br />

„daglooner te smaken; hij wil<strong>de</strong> weten hoe het zijn grootva<strong>de</strong>r<br />

„moest zijn te moe<strong>de</strong> geweest , als <strong>de</strong>ze, krom van <strong>de</strong>n last,<br />

„met zware schre<strong>de</strong>n door Smaland's bosschen ging.” Bottiger<br />

heeft verzen geschreven; zou<strong>de</strong>n zijne gedachten hier geene<br />

vlugt nemen ? „Tegner voel<strong>de</strong> zich verplaatst in <strong>de</strong>n eenvoud<br />

„van <strong>de</strong>r va<strong>de</strong>ren ze<strong>de</strong>n ; hij droom<strong>de</strong> , dat <strong>voor</strong> hem <strong>de</strong> tijd<br />

„was weergekeerd , toen ie<strong>de</strong>r man zich zelf genoeg was. Als<br />

„<strong>de</strong> overigen had hij <strong>de</strong>n avond te voren <strong>de</strong> wielen van zijn<br />

„kar gesmeerd , en er twee schippond staafijzer op gela<strong>de</strong>n ,<br />

„dat met zorg moest wor<strong>de</strong>n vastgesjord, om op <strong>de</strong> heuvelen<br />

„niet los to glippen. Op het hrukskantoor had Esais Esalas-<br />

„zoon vervolgens zijn vrachtce<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> <strong>de</strong> faktorij in Filipstad<br />

„ontvangen.”<br />

Tegner's biografist beschrijft <strong>de</strong>n togt met talent. „Het word<br />

„een schoone, een heerlijke dag," zegt hij. „Elk <strong>de</strong>r voerlie<strong>de</strong>n


F,SALAS TEGNI:11, FRITHIOVS SAGA.<br />

:349<br />

„leg<strong>de</strong> <strong>de</strong>n vier millen langen weg , gaan<strong>de</strong> naast kar en paard,<br />

„te voet af. Slechts bij het opgaan <strong>de</strong>r steile heuvels schoot<br />

„men elkan<strong>de</strong>r te hulp , en genoot , in het zweet zjns aangezigts ,<br />

„<strong>de</strong>n meegevoer<strong>de</strong>n teerkost. Tegen <strong>de</strong> schemering kwam men<br />

„in het ste<strong>de</strong>ken aan, waar elk hunner zelf zijne vracht loste.<br />

„Den volgen<strong>de</strong>n dag keer<strong>de</strong> men op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze terug, maar<br />

„ditmaal waren <strong>de</strong> karren met zakken graan bela<strong>de</strong>n. Thans<br />

„viel <strong>de</strong> proef hun zwaar<strong>de</strong>r, daar een large aanhon<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

„regen hun wollen kleeren druipnat <strong>de</strong>ed wor<strong>de</strong>n ; overjassen<br />

„had<strong>de</strong>n zij Diet , en of zij gister wet ruim met hun your-<br />

„raad had<strong>de</strong>n omgesprongen , he<strong>de</strong>n was schraalhans keuken-<br />

„meester. Maar <strong>de</strong> zaak was een punt van eer gewor<strong>de</strong>n; zij<br />

„ging alien om bet zeerst ter harte , en na ongeveer twee et-<br />

„malen wakens en na acht mijlen wegs to voet te hebben afge-<br />

„legd , klonk hun, laat in <strong>de</strong>n nacht, op Ramen het welkom<br />

„toe. Hongerig waren zij en doornat, dock het graan was<br />

„droog to huis gebragt , en zij had<strong>de</strong>n getoond nog <strong>voor</strong> iets<br />

„an<strong>de</strong>rs te <strong>de</strong>ugen, dan om „<strong>de</strong> heeren” te spelen.” Tegner's<br />

biografist verklaart , in een paar regelen , wat hem verleid<br />

heeft om van dit <strong>voor</strong>val zoo uitvoerig melding te maken. Gij<br />

die missehien wel Bens hebt geboord , hoe Onno Zwier van<br />

Haren zijne wan<strong>de</strong>lingen in eene dichterlijke beel<strong>de</strong>njagt verkeer<strong>de</strong>;<br />

die u, naar aanleiding eener ors onlangs vertel<strong>de</strong><br />

anecdote, vermeid hebt in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling , hoe David Jacob<br />

van Lennep zijn Duinzang zon<strong>de</strong>r weerga dichtte; gij sloegt<br />

en<strong>de</strong>r die vier voerlie<strong>de</strong>n zeker met belangstelling <strong>de</strong>n ernstigsten<br />

Ba<strong>de</strong>, die <strong>de</strong> overige drie aanvoer<strong>de</strong> , of hij <strong>de</strong>n eersten indruk<br />

<strong>de</strong>s verschiets wil<strong>de</strong> opvangen „Hij dacht geen gewone<br />

„gedachten.” Gissen<strong>de</strong> welke , ziet gij hem opmerkzamer aan.<br />

Er flikkert bijwijle iets in zijne oogen, dat we reeds, toen hij<br />

aehter op <strong>de</strong> chais van Branting zat, zagen lichten; — bet<br />

is hem in die stilte niet an<strong>de</strong>rs te moe<strong>de</strong> , dan het vaak het


350 ESAIAS TEGNIat, PRITHIOCS SAGA..<br />

gedroom<strong>de</strong> jongsken was, dat wij in het heiligdom uwen geest<br />

lieten <strong>voor</strong>bijgaan; — <strong>de</strong> natuur treft hem als zij het hem<br />

<strong>de</strong>ed toen hij knaap was , — met <strong>de</strong>n wensch dat gevoel<br />

weer te geven , komen thans <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> lippen , — hij<br />

hoeft niet op to schrij yen ; zoo lets heugt. „Repel <strong>voor</strong> regel wordt<br />

„in zijne ziel een gedicht geboren , in 't welk <strong>de</strong> klank van<br />

„het ijzererts zaamsmelt met het gesuis <strong>de</strong>r <strong>de</strong>nnentoppen ;"<br />

hier en daar een waterval, waarborgt het u verrassendste afwisseling.<br />

Het intermezzo is afgespeeld , vlug genoeg, hopen we, om<br />

u niet te hebben verveeld; we zijn we<strong>de</strong>r in Stockholm, we<br />

hooren in <strong>de</strong> Zweedsche aca<strong>de</strong>mie Franzen's intreere<strong>de</strong> me<strong>de</strong><br />

aan. Hij treft het niet gelukkig , — benoemd in plaats van<br />

Gustaf Fredrik Gyllenborg, moet hij over <strong>de</strong>zen eene lofre<strong>de</strong><br />

hou<strong>de</strong>n , — <strong>de</strong> man, die lang genoeg had geleefd , om nog<br />

bij het gekir <strong>de</strong>r „Noordsche Tortelduif" te hebben toegeluisterd.<br />

Van Hedvig Charlotte Nor<strong>de</strong>nflycht tot Anna Maria<br />

Lenngren, was zeker niet alles woest; maar ie<strong>de</strong>re rods op<br />

dien weg had hare doornen: Hammarskeld en <strong>de</strong> zijnen waren<br />

char. Voor inleiding gaf zijn eigenaardige toestand Franzen<br />

gelegenheid woor<strong>de</strong>n uit het harte te spreken, doch toen<br />

hij, tot zijn eigenlijk on<strong>de</strong>rwerp gekomen , <strong>de</strong>rtig blaadjens<br />

had oingeslagen , en nog niet aan het laatste was, toen begon<br />

het genoegen gerekt to wor<strong>de</strong>n; — die spreken mogt later <strong>de</strong><br />

eerste schetser -van alien blij ken waar het om eene 1-18utienis<br />

was te Coen, hij leer<strong>de</strong> het ten koste van wie hem then<br />

aan moesten hooren. De ou<strong>de</strong> school hield zich <strong>de</strong>ftig; het<br />

was aardig te zien, hoe goed Nils von Rosenstein zijne waardigheid<br />

wist to handhaven; Adlerbeth scheen in steen uitgehouwen.<br />

De jongere vond dat haar vriend overliep, oversloop ;<br />

maar <strong>de</strong> aanvoer<strong>de</strong>r wenkte , en het wachtwoord werd begrepen<br />

iZ n'avait pas donut; prise. Alles, ook <strong>de</strong> langste re<strong>de</strong>, hoeft


ESAIAS TEGNEIt, FRITHIOF 'S SAGA. 351<br />

eehter ten leste een ein<strong>de</strong>: eene strophe van Gyllenhorg , uit<br />

zijn gedicht : <strong>de</strong> Sterkte <strong>de</strong>r Ziel , was <strong>voor</strong>gedragen; „men had<br />

„aan <strong>de</strong> oevers van <strong>de</strong>n Nijl" nog eons, „<strong>de</strong> trotsche pyrami<strong>de</strong>n<br />

„gezien ," en dat gezicht had tot <strong>de</strong> treffen<strong>de</strong> bespiegeling geleid<br />

„wat is er se<strong>de</strong>rt niet gebouwd en in puin gestort !" then HammarskOld<br />

„oeh ja!" zuchtte en Franzen zich boog. Eene algemeene<br />

verrassing! Te treffen<strong>de</strong>r daar het publiek er zoo min<br />

op bleek <strong>voor</strong>bereid als <strong>de</strong> vaste secretaris het <strong>voor</strong> weinige<br />

dagen was geweest, toen hij <strong>de</strong>n lof zijner welsprekendheid<br />

bij <strong>voor</strong>baat toegezwaaid, hooffIschud<strong>de</strong>nd afwees. Niet <strong>de</strong>ze ,<br />

<strong>de</strong> <strong>voor</strong>zitter, , die zich eerst wegens <strong>de</strong> zwakheid zijns gezigts<br />

had verontschuldigd , Leopold zelf beantwoord<strong>de</strong> <strong>de</strong>n re<strong>de</strong>naar ;<br />

bij <strong>de</strong>ed het kernig en dos kort. Of Wallin's waarschuwing<br />

of Oxenstjerna's opmerking had gewerkt , wie die 't weet ? Hammarskelet<br />

getuig<strong>de</strong>: „<strong>de</strong>n oogen moge het schemeren, dat hoofd<br />

„is nog .hel<strong>de</strong>r" ; een lachjen op Leopold's gezigt bewees , dat<br />

<strong>de</strong> lof <strong>de</strong>s publieks hem niet was ontgaan in een zacht geruisch.<br />

Het verslag over <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n , op <strong>de</strong> prijsstoffen ingekomen<br />

, was aan <strong>de</strong> bona; het diehtstuk Svea had <strong>de</strong>n eerepalm<br />

weggedragen ; — Svea, „een lied uit bet haste <strong>de</strong>s yolks ;"<br />

Svea : „het was in <strong>de</strong> woo<strong>de</strong>n van Ritimen gedacht en gedicht ,"<br />

— Esalas Tegner stond op het naa,mbriefjen.<br />

Svea : het vers , welks vele schoonhe<strong>de</strong>n ons publiek sinds<br />

vijf-en-twintig jaren in staat gesteld is to vermoe<strong>de</strong>n , uit <strong>de</strong><br />

fragmenten , welke <strong>de</strong> verdienstelijke <strong>de</strong> Geer het licht <strong>de</strong>ed<br />

zien , Svea is niet maar een dicht , Svea is eene daad tevens.<br />

Ten bewijze dat hij <strong>de</strong> dubbele eischen van zijn tijd en zijn<br />

yolk begreep , streef<strong>de</strong> Tegner in dat poeem door <strong>de</strong>n vorm<br />

naar nieuwheid, streef<strong>de</strong> hij door <strong>de</strong> stoffe naar invioed. Het<br />

bleef in het eene als in het an<strong>de</strong>re opzigt soms bij <strong>de</strong> poging.<br />

Er was al <strong>de</strong> scherpzinnigheid , al <strong>de</strong> smaak , welke men<br />

Hammerskold met toekennen, maar, helaas ! ook al <strong>de</strong> bitterheid


352 F,SATAS TEGNER, FRITHIOF ' S SAGA.<br />

die partijschap me<strong>de</strong>brengt , in het oor<strong>de</strong>el door dozen over het<br />

vers geveld , eer Tegner <strong>de</strong> beloften had vervuld er in afgelegd.<br />

„Om <strong>de</strong>n roem van dozen zanger te staven ," schreef <strong>de</strong> kritikus ,<br />

„mag men zich niet beroepen op het gedicht Svea , door <strong>de</strong> Z weed-<br />

„sche aca<strong>de</strong>mie met haren greaten prijs bekroond , al zou men goe-<br />

„lijk genoeg zijn <strong>de</strong> erbarmelijke alexandrijnen <strong>voor</strong>bij te zien am<br />

„<strong>de</strong>n wine van <strong>de</strong>n dithyrambisehen slotzang. Schoone plaatsen<br />

„heeft <strong>de</strong>ze onloochenbaar, , maar hoe fraai ook , waken zij het<br />

„dichtstuk toch niet tot een organisch geheel.” Er is al <strong>de</strong> onbegrens<strong>de</strong><br />

bewon<strong>de</strong>ring , aan welke biografisten zich plegen te<br />

buiten te gaan als zwakke eerstelingen latere meesterstukken<br />

me<strong>de</strong> hebben gea<strong>de</strong>ld , in <strong>de</strong> getuigenis met welke Bottiger het<br />

gedicht aanbeveelt. „Het is ," lezen wij, „of <strong>de</strong> poeet aan het<br />

„elu<strong>de</strong> plotseling <strong>de</strong>n rustigen , ietwat vermoei<strong>de</strong>n , plegtigen<br />

„gang zijner verzen , in welke <strong>de</strong> walk <strong>de</strong>r bekommering<br />

„over 's lands lot losbarstte in don<strong>de</strong>rs van me<strong>de</strong>burgerlijke<br />

„verontwaardiging , afbreekt , om zich in een zonnig bad van<br />

„profetische verrukking te storten." Overdrijving aan gene,<br />

overdrijving aan doze zij<strong>de</strong>. Traag als <strong>de</strong> vas of het blesjen , da t<br />

he<strong>de</strong>n van Ramon naar Filipstad het ijzer voer<strong>de</strong>, en morgen<br />

van Filipstad naar Ramen we<strong>de</strong>rkeer<strong>de</strong> met graan, geen oogenblik<br />

dravens het lange en langzame stappen afwisselend , gaan die<br />

alexandrijnen hunnen sukkelgang. Het was menschelijk van <strong>de</strong>n<br />

voerman , dat hij over <strong>de</strong> ooren van het moe<strong>de</strong> dier <strong>de</strong> zweep<br />

slechts schaars suizen <strong>de</strong>ed , maar, wij begaan geen onregt jegens<br />

<strong>de</strong>n dichter, , wenschen<strong>de</strong> dat hij, meermalen dan hij het waag<strong>de</strong> ,<br />

<strong>de</strong> knol alleen haar weg had laten vin<strong>de</strong>n. Los liet hij .<strong>de</strong><br />

leidsels en vlugt was er in zijn vaart , waar hij, uit <strong>de</strong> stoute<br />

natuur om hem heen, „klippen vermetel over afgron<strong>de</strong>n heen<br />

„hangen<strong>de</strong> ," uit <strong>de</strong> stilte van het woud, „dat zoo ernstig op<br />

„hem ne<strong>de</strong>rblikt", Stockholm gewaar wordt, en <strong>de</strong> schare geesselt,<br />

„die al het weekelijke van het zui<strong>de</strong>n heeft , maar <strong>de</strong>r inne-


ESAIAS TEGNEIt, FIIITHIOF' S SAGA. 353<br />

„mendheid vreemd is, waarmee dit betoovert." Helaas , hij<br />

stapt al weer in het spoor ! Lamzalige aaneenschakeling van<br />

„O's!" en van „En's", kwalijk afgewisseld door telkens we<strong>de</strong>rkeeren<strong>de</strong><br />

„ Maar's" , hoe gewillig zou<strong>de</strong>n wij dien dreun prijs<br />

geven <strong>voor</strong> meer grepen , met enkele scherpe toetsen gelukt,<br />

als die waardoor St. Petersburg opdoemt: „er verrijst een troop<br />

„in een moeras , welks naam wij naauwelijks wisten , en ko-<br />

„ningen buigen <strong>de</strong> knie , waar onze kud<strong>de</strong>n hebben gegraasd.”<br />

G-een geest als <strong>de</strong> zijne hinkt op twee gedachten , doch bet<br />

dichtstuk zou er bij hebben gewonnen als hij zich niet naast<br />

dat vrachtpaard had <strong>voor</strong>tgesleept, zoo zijne wan<strong>de</strong>ling eene<br />

zoete, vrije, echte mijmering ware geweest. In verzen, als wij<br />

boven vermeld<strong>de</strong>n, schuilen <strong>de</strong> beloften van welke wij spraken,<br />

<strong>de</strong> poging die wij waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n ; maar hoe bekoorlijk bloesems<br />

mogen aanlagchen , vruchten zijn het nog niet. En daarom<br />

kunnen wij niet met Bottiger instemmen, dat „<strong>de</strong> ochtend <strong>de</strong>r<br />

„Tegnersche poezij daarin glans<strong>de</strong> van haar hel<strong>de</strong>rat goud, dat<br />

„hij in dit vers met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> hand, die <strong>de</strong>n sluijer <strong>de</strong>r toe-<br />

„komst <strong>de</strong>ed wijken , ook <strong>de</strong> verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> grenspalen <strong>de</strong>r ver-<br />

„schei<strong>de</strong>n scholen oinverwierp.” En daarom gelooven wij zoo<br />

volkomen <strong>de</strong>n genialen Agardh, als hij ons <strong>de</strong>n dichter schil<strong>de</strong>rt,<br />

op het punt dat poeem, eer hij het inzond, te verscheuren:<br />

„ik heb als een schooljongen <strong>de</strong>n plak verdiend, <strong>de</strong>wijl ik niet<br />

„beter slaag<strong>de</strong>!” Agardh <strong>de</strong>ed wel , <strong>de</strong>s ondanks , tot <strong>de</strong> inzending<br />

aan te ra<strong>de</strong>n , — <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie wel het te bekroonen,<br />

al vond zij <strong>de</strong> uitvallen tegen Rusland „al te inflammerend";<br />

— maar wij zou<strong>de</strong>n verkeerd doen , zoo wij <strong>de</strong> worsteling<br />

waarvan het getuigt, moedwillig <strong>voor</strong>bijzagen. Tegner heeft op<br />

het gebied <strong>de</strong>r dichtkunst <strong>de</strong>n staf eene lange wijle te goed<br />

gezwaaid, om <strong>de</strong> dagteekening zijner heerschappij to vervroegen;<br />

het is niet <strong>de</strong> duur <strong>de</strong>s gezags , het is zijne glorie , die be-<br />

nij<strong>de</strong>nswaardig heeten mag.<br />

Studien en Sehetsen III 23


354 ESAIAS TNIGNER FRITHIOVS SAGA.<br />

Geyer scheen bestemd meer gemeens to hebben met Sten Store<br />

<strong>de</strong> ou<strong>de</strong> , dan looter zijn lofre<strong>de</strong>naar te zijn geweest; als doze<br />

in <strong>de</strong> politische wereld , schreed hij in <strong>de</strong> poetische tot bij <strong>de</strong>n<br />

troon , niet om dien te bestijgen , om dien to beveiligen. Wie<br />

geeft ons intusschen een geschikt mid<strong>de</strong>l ter hand onzen wat<br />

gezwollen toon zachtkens te temperen, opdat wij van alledaagsche<br />

dingen verstaanbaar mogen spreken , en niet, als Johnson, baars<br />

en snoek laten blazen of het walvisschen waren ? Als lag het<br />

boek niet naast ons, waarin Geyer zelf ons <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elt eener beweging , welke op Tegner <strong>de</strong>n beslissendsten<br />

invloed had, als won hij het niet van ons, bei<strong>de</strong> als prater en<br />

als poeet. Aan hem dos het woord; <strong>de</strong> wijze waarop hij <strong>voor</strong>draagt<br />

maakt alle inleiding overbodig. „Omstreeks het ein<strong>de</strong> van 1810 ,"<br />

zoo begint zijn berigt , „bevon<strong>de</strong>n zich verschei<strong>de</strong>n jongelie<strong>de</strong>n<br />

„in Stockholm, welke zich naauwer aan elkaar sloten, om al-<br />

!, dus een verkeer <strong>voor</strong>t to zetten , dat vroeger <strong>voor</strong> hen een<br />

„bron van genoegen was geweest. Met uitzon<strong>de</strong>ring van een<br />

„tweetal, waren zij in hetzelf<strong>de</strong> gewest, in Wermland geboren.<br />

„De meesten waren kennissen van kindsbeen af; allen waren<br />

„later te Upsala aca<strong>de</strong>mie-kamera<strong>de</strong>n geweest; thans was ie<strong>de</strong>r<br />

„hunner in <strong>de</strong> hoofdstad zijne civiele of militaire loopbaan be-<br />

„gonnen. Ook ik , in 1809 aangesteld tot extra-ordinair kan-<br />

„selarij-schrijver bij het koninklijk rijksarchief, , maar in het<br />

„volgend jaar benoemd tot docent aan <strong>de</strong> hoogeschool te Upsala,<br />

„beyond mij, na mijue thuiskomst van eene reize in Engeland,<br />

„in dien kring van vrien<strong>de</strong>n. Met mijn broe<strong>de</strong>r en mijn per-<br />

„soon tel<strong>de</strong> <strong>de</strong> krans twaalf le<strong>de</strong>n. Hoe het plan ons een<br />

„G-oth is c h Ver bond, en onze zamenkomsten , „<strong>de</strong>r Gothik<br />

„ „treu” stem m in gen to heeten , te ber<strong>de</strong> kwam , herinner<br />

„ik mij niet meer. Wat mij wel heugt is, dat dit in <strong>de</strong>n be-<br />

„ginne maar scherts was, en het ook wel zou gebleven zijn als<br />

„een van <strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n op dien inval niet een duchtig zegel had genet.


ESATAS TEGNER FRITHIOVS SAGA. 355<br />

„Deze was <strong>de</strong> toenmalige beambte bij het expeditie- bureau van<br />

„kerkelijke zaken, Jacob Adlerbeth," — zoon van onzen Romein;<br />

het bloed verloochent zich zoo min als <strong>de</strong> geest; al wijzigt <strong>de</strong> tijd<br />

bei<strong>de</strong>r werking. — „In alle dingen even bera<strong>de</strong>n als bepaald van<br />

„karakter, dat zich zoowel in het kleinste als in het grootste kond<br />

„<strong>de</strong>ed, gaf hij alles wat hij <strong>de</strong>ed een Joel; zelfs zijne uitspanningen,<br />

„zelfs zijn tijdverdrijf, moesten dat hebben. Gr on dig had zijn<br />

„zinspreuk mogen zijn; in niets wat hij zich <strong>voor</strong>nam verge-<br />

„noeg<strong>de</strong> het hem halverwege te zijn gekomen. Aan die eigen-<br />

„schap paar<strong>de</strong> hij het warmste , reinste harte en eene trouwe,<br />

„die, van geene grenzen weten<strong>de</strong> , hem zijnen vrien<strong>de</strong>n le-<br />

„venslang dierbaar <strong>de</strong>ed zijn, zijne nagedachtenis hun nog<br />

„onvergetelijk maakt. Niemand meer geroepen, geen waardiger<br />

„dan hij, om in vriendschapsbetrekking dien ou<strong>de</strong>n noordschen<br />

„zoogbroe<strong>de</strong>rband te vernieuwen , van welks hechtheid onze<br />

„sagen zoo treffen<strong>de</strong> blijken opleveren. Hij nail' <strong>de</strong> zaak ern-<br />

„stig ter harte en vond bijval , vond overeenstemming, toen<br />

„hij <strong>de</strong> gedachte als een moralisch-patriotischen pligt ontwik-<br />

„kel<strong>de</strong>. Hij is <strong>de</strong> eigenlijke stichter van het Got hische<br />

„V er b o n d. Hij schreef <strong>de</strong> inleiding tot , hij stel<strong>de</strong> <strong>de</strong> wetten<br />

„<strong>voor</strong>, die, na rijp beraad, wer<strong>de</strong>n goedgekeurd en afgekondigd.<br />

„De eerste stemming van het G-othische Verbond werd on<strong>de</strong>r<br />

„zijn <strong>voor</strong>zitterschap <strong>de</strong>n ll <strong>de</strong>n Februarij 1811 gehou<strong>de</strong>n; hij<br />

„zag zich bij die gelegenheid tevens tot bewaar<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r han-<br />

,,<strong>de</strong>lingen en geschriften van het Verbond benoemd. On<strong>de</strong>r<br />

„<strong>de</strong> uitbreiding , die dit weldra on<strong>de</strong>rging, bij <strong>de</strong>n invloed,<br />

„dien het spoedig naar buiten begon uit te oefenen , mogt<br />

„hij het persoonlijk principe <strong>de</strong>s genootschaps heeten. Als er,<br />

„na <strong>de</strong>ze of gene zijner ernstige <strong>voor</strong>dragten, door ons was ge-<br />

„stemd, als <strong>de</strong> zaak van dien avond bedaard was afgedaan, von<strong>de</strong>n<br />

„wij in een gul gesprek , in zingen en een vrolijken dronk<br />

„onze uitspanningen. „Mt hoornen dronken <strong>de</strong> G-othen me° ,”


356 ESAIAS TEGNEE FRITHIOF'S SAGA.<br />

„was een onzer lievelingslie<strong>de</strong>ren. Ik schreef een i n w ij ding 8-<br />

„zang, dien het Verbond <strong>voor</strong> zich behield. Hoe vele <strong>de</strong>r go-<br />

„thische lie<strong>de</strong>ren , se<strong>de</strong>rt het algemeen prijs gegeven , wer<strong>de</strong>n<br />

„niet, <strong>voor</strong> het eerst , in dien blij<strong>de</strong>n vriendschappelijken kring<br />

„aangeheven , en met een hartigen teug bezegeld. Er waren<br />

„goe<strong>de</strong> zangers on<strong>de</strong>r ons: <strong>voor</strong>al eene <strong>voor</strong>treffelijke stem, tolk<br />

„van een even <strong>voor</strong>treffelijk harte. Zoo als ik <strong>de</strong>n verbonds-<br />

„broe<strong>de</strong>r Johannes Dillner <strong>de</strong> eerste zangen <strong>de</strong>r Idiom heb<br />

„hooren zingen , zal ik die niet weer hooren.”<br />

Idima, het tijdschrift dat dien naam droeg naar <strong>de</strong> gemalinne<br />

van Brage, <strong>de</strong> eeuwige go<strong>de</strong>sse <strong>de</strong>r jeugd: bet tijdschrift<br />

waaruit wij Bernhard Beskow het vera van Geyer hoor<strong>de</strong>n<br />

zingen , was eene vrucht van het Gothisebe Verbond. Het prospectus<br />

zag in 1811 het licht. Een vluchtige herinnering aan<br />

het tijdperk van koningin Christina, waarme<strong>de</strong> het begins, gaf<br />

gelegenheid <strong>de</strong> geschiedvorsching , in die dagen on<strong>de</strong>r Stjernhelm<br />

begonnen , te huldigen , bet tevens <strong>de</strong> toen algemeene lief<strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> letteren , ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontluiken<strong>de</strong> zweedsche , te doen.<br />

De schrijver vroeg zich zelven naar <strong>de</strong> oorzaak van dat verschijnsel<br />

, en zij antwoord is waarbjk welsprekend. „Die ingeno-<br />

„menheid met ons verle<strong>de</strong>n was tweeling geboren met vurigen<br />

„ijver <strong>voor</strong> alle wetenschap, alle vernuft. Het was <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> tijd die<br />

„geleerdheid het <strong>voor</strong>treffelijkste acht , dat iemand zich verwer-<br />

„ven kan ; <strong>de</strong> tijd ,waarin <strong>de</strong>ze tot aanzien en eere bragt ; <strong>de</strong> tijd,<br />

„die haar eene a<strong>de</strong>llijke <strong>de</strong>ugd schatte ; <strong>de</strong> tijd waarin 'a rijks<br />

„<strong>voor</strong>naamste , hoogstgeboren mannen volslagen geleer<strong>de</strong>n<br />

„waren. On<strong>de</strong>r een zoo vurig verlangen naar wetenschappelijke<br />

„beschaving viel het niet te vreezen , dat <strong>de</strong> historie <strong>de</strong>s va<strong>de</strong>r-<br />

„lands zou wor<strong>de</strong>n veronachtzaamd ; lag zij niet elk het digtst<br />

„aan het harte ? Eene lief<strong>de</strong>, die dagteeken<strong>de</strong> van <strong>de</strong> wording<br />

„<strong>de</strong>r natie zelve , vond in die ontwikkeling slechts een voikomen<br />

„mid<strong>de</strong>l om zich te uiten. Geen yolk dat alleen in het tegen-


ESAIAS TEGNER, FRITHIOF'S SAGA. 357<br />

„woordige leeft; leven in hunne herinneringen en leven<br />

„door <strong>de</strong>ze. Niet touter physisch planten <strong>de</strong> geslachten zich<br />

„in hunne opvolgers <strong>voor</strong>t; ook ze<strong>de</strong>lijk hebben zij nakome-<br />

„lingschap ; elk tijdperk vermaakt zijne gebruiken en zijne be-<br />

„grippen. Het is die <strong>voor</strong>tduren<strong>de</strong> traditie, waardoor in onge-<br />

„lijke eeuwen een yolk toch een blijft ; in <strong>de</strong>ze bestaat , gunt<br />

„ge mij <strong>de</strong> uitdrukking , zijn persoonlijkheid. Zoodra een yolk<br />

„<strong>de</strong>elneemt aan <strong>de</strong> beschaving , wordt die traditie historie. De<br />

„leven<strong>de</strong> heugenissen krijgen duurzaamheid in schrift , en <strong>de</strong><br />

„natie ziet zich zelve dui<strong>de</strong>lijker in <strong>de</strong>n spiegel <strong>de</strong>r geschie<strong>de</strong>nis.<br />

„Hoe krachtiger, , hoe e<strong>de</strong>ler zij is, hoe meer dat beeld haar<br />

„boeit. Zij ziet haar schemerig begin, in welks duister <strong>de</strong> sage<br />

„<strong>de</strong> geslachtslijst tot <strong>de</strong> go<strong>de</strong>n tracht te doen rijken ; zij hoort<br />

„nit het grijze verle<strong>de</strong>n , eene taal spreken , wier klanken zij<br />

„nog verstaat ; zij aanschonwt hare kin<strong>de</strong>rlijke onschuld , hare<br />

„jongelingswaagstukken , haar mannelijk bedrijf ; <strong>de</strong> boom <strong>de</strong>r<br />

„heugenis welft <strong>voor</strong> haar <strong>de</strong> bree<strong>de</strong> kroon , wiens laatste loten<br />

„reiken tot in het he<strong>de</strong>n ; en in zijn wiegelend licht en schatlw<br />

„wordt zij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> aangezigten , <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> trekken gewaar ; on<strong>de</strong>r<br />

„ongelijke lotsbe<strong>de</strong>eling een gelijken geest ; boor, hoe juicht<br />

„haar bewustzijn : „dat was ik ook, dat ben ik nog !”"<br />

Den overgang van dien prospectusschrijver tot het he<strong>de</strong>n,<br />

<strong>de</strong>n /of dien hij <strong>de</strong>r zweedsche historic be<strong>de</strong>elt , het belang<br />

dat hij beweert dat zij wekken moet, het laat zich alles <strong>de</strong>nken;<br />

wij plegen die zelf<strong>de</strong> snaar ten onzent dikwijls aan te slaan ;<br />

maar wat vertnelding eischt , het is dat Erik Gustaf Geyer die<br />

regelen schreef, , dat het eerste nommer <strong>de</strong>r Iduna geheel van<br />

zijne hand was. Het bestond grooten<strong>de</strong>els nit gedichten ,<br />

„daar <strong>de</strong>ze rubriek in het vervolg niet <strong>de</strong> minstbe<strong>de</strong>el<strong>de</strong> zou<strong>de</strong><br />

„zijn, achtte hij het van zijn pligt , me<strong>de</strong> te <strong>de</strong>elen wat ten<br />

„dien opzigte zijn plan was. In het algemeen gesproken , be-<br />

„hoef<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>zeker dichtstukken , nit lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>geslacht


358 ESA1AS TEGNER 1,111TFII0F' S SAGA.<br />

„gezongen , geene verontschuldiging in een tijdschrift , dat in<br />

„het wekken van <strong>de</strong>rgelijke gevoelens zijn hoofddoel zag. Maar<br />

„bovendien was immers een <strong>de</strong>r belangrijkste on<strong>de</strong>rwerpen van<br />

„geschiedvorsching , was <strong>de</strong> noordsche mythologie zelve poezij ,<br />

„eene <strong>de</strong>r stoutste en ontzaggelijkste gestalten in welke zich<br />

„ooit dichtkunst openbaar<strong>de</strong>. Die bekend te doen wor<strong>de</strong>n , die<br />

„te leeren begrijpen , zoowel <strong>de</strong> zangstof als <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> zangers<br />

„die haar het eerst in beeld brachten , het behoor<strong>de</strong> tot <strong>de</strong><br />

„taak <strong>de</strong>r Iduna," en daarom ving <strong>de</strong> redactie aan er zelve<br />

dichterlijk gebruik van te waken.<br />

Die redactie, alias Geyer, had on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zen indruk geduren<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>n winter en <strong>de</strong> lente van 1811 <strong>de</strong> zangen <strong>de</strong> lacitste Keinpe ,<br />

<strong>de</strong> Viking, <strong>de</strong> laatste Skald geschreven. „Hij ," maar waarom<br />

zou hij zelf niet spreken , „ik ," zegt hij , „bragt die ook op<br />

„muziek. Slechts <strong>de</strong> melodie van <strong>de</strong>n Viking is bewaard ge-<br />

„bleven. De muziek <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re verzen is verloren<br />

„gegaan ; het verlies was niet groot ; <strong>de</strong> taak ging boven mijne<br />

„krachten. Deze gedichten wer<strong>de</strong>n in en <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n genoem<strong>de</strong>n<br />

„vrien<strong>de</strong>nkring geschreven, — zij waren eene verrassing <strong>voor</strong><br />

„hen, zij waren dat schier <strong>voor</strong> mij zelven ; want ik had mij<br />

„tot nog toe maar weinig op het gebied <strong>de</strong>r poezij gewaagd.<br />

„Die proeven wer<strong>de</strong>n spoedig gevolgd door <strong>de</strong> Odalboer, , door<br />

„Mankem en verschei<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re verzen. Het heugt mij nog,<br />

„hoe ik op een zomeravond van dat jaar mijne ou<strong>de</strong>rs en het<br />

„gansche gezin," bij 't welk hij <strong>de</strong>n viertijd doorbragt, „<strong>voor</strong><br />

„het eerst bekend maakte met mijne nieuwe waardigheid als<br />

„dichter, , door het <strong>voor</strong>lezen -<strong>de</strong>zer gedichten, un<strong>de</strong>r een grooten<br />

„olm in <strong>de</strong>n hof mijns wa<strong>de</strong>rs, waar <strong>de</strong>ze grenst aan het<br />

„bosch."<br />

Wij zullen zoo min bezwij ken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verzoeking , an<strong>de</strong>rmaal<br />

Wermland in to gaan , ale Geyer het onregt doen zijne kleine ,<br />

maar keurige verzameling dichtstukken hier ter loops to ver-


ESAIAS TEGNER FRITHIOVS SAGA, 359<br />

mel<strong>de</strong>n. Die muziekaalste aller zangers in het zangerig Zweedsch<br />

verdient eene afzon<strong>de</strong>rlijke beschouwing ; hij mag er aanspraak<br />

op maken , niet enkel om <strong>de</strong> zoetheid zijner toonen, ook om<br />

<strong>de</strong> oorspronkelijkheid zijner .gedachten , twee verdiensten, die<br />

maar zel<strong>de</strong>n gepaard gaan, welke hij volkomen vereenigt. Het<br />

is <strong>de</strong> Iduna , waarme<strong>de</strong> wij ons hebben bezig to hou<strong>de</strong>n , <strong>de</strong><br />

betrekking , in welke Tegner weldra tot dat Gothische Verbond<br />

kwam , <strong>de</strong> invloed door <strong>de</strong>n geest , die er van uitging, in <strong>de</strong><br />

voltooijing zijner vorming onloochenbaar. Het begin van 1812<br />

vond hem in Stockholm: dat hij eerbiedig opzag naar <strong>de</strong> starren ,<br />

die nog aan <strong>de</strong>n verbleeken<strong>de</strong>n , gustavischen hemel glansclen,<br />

behoeft geen betoog. Tien jaren had<strong>de</strong>n intusschen zijn toestand<br />

herschapen , een an<strong>de</strong>re dan <strong>de</strong> huison<strong>de</strong>rwijzer van Striibing,<br />

die met <strong>de</strong> Myhrman's uit wan<strong>de</strong>len mogt gaan, die kennis<br />

met <strong>de</strong>n ontluiken<strong>de</strong>n beeldhouwer Bystrdm had aangeknoopt,<br />

een an<strong>de</strong>re dan die Esalas Tegner was <strong>de</strong>ze, die reeds <strong>voor</strong><br />

twee gemeenten her<strong>de</strong>rlijke zorg had te dragen , die te Lund<br />

tot hoogleeraar in het Grieksch was benoemd, die door <strong>de</strong><br />

Aca<strong>de</strong>mie werd bekroond! Uit <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n van Carl Johan ontving<br />

hij zijne volmagt als professor, <strong>de</strong> prijsmedaille nit die<br />

van onzen goe<strong>de</strong>n beken<strong>de</strong> Nils von Rosenstein, gouverneur gewor<strong>de</strong>n<br />

van het gewest , in 't welk Stockholm ligt. Een middagmaal<br />

bij <strong>de</strong>zen bewees hem hoe hoog hij gestegen was. Oxenstjerna<br />

en Adlerbeth , Leopold zelfs waren Touter heuschheid,<br />

it se vit traite <strong>de</strong> puissance h puissance. Geen won<strong>de</strong>r! Een<br />

bondgenoot als hij kon onschatbare diensten bewijzen; hij had,<br />

wat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> school bezat en waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> , hij had smaak , hij<br />

had ook wat zij miste , wat zij ten leste wel op prijs moest<br />

leeren stellen , hij had ook studie. HammarskOld , Atterbom ,<br />

Palmblad, zochten <strong>de</strong>zen hem aan, zagen zij naar hem op? Wij<br />

gelooven het naauwelijks; hij had reeds met <strong>de</strong>n eersten getwist<br />

over eene grieksche grammatica , hij nam van <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re


360 ESAIAS TEGNER , FRITHIOF' S SAGA.<br />

weinig notitie. Maar Geyer? vraagt ge. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verzameling<br />

brieven van <strong>de</strong>zen komt eene klagt uit <strong>de</strong> laatste dagen van<br />

Maart 1812 <strong>voor</strong>: dat zij elkaar altijd misloopen, dat het lot<br />

<strong>de</strong>zen naar het oosten zendt , als gene naar het westen gaat ,<br />

en omgekeerd. En het G-othische Verbond? Wees gerust , het<br />

trok Tegner tot zich. Afzelius was bezig met Geyer's broe<strong>de</strong>r<br />

ou<strong>de</strong> volkslie<strong>de</strong>ren op te sporen en zaam te garen, — Ling,<br />

in <strong>de</strong> hoofdstad tot bestuur<strong>de</strong>r benoemd eener gymnastie-inrigting<br />

, als waarvan hij zoo lang had gedroomd , gaf <strong>de</strong> eerste<br />

zangen zijner 2,1sa'8 uit — Sandberg, <strong>de</strong> geniale schil<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r<br />

noordsche natuur, , was lid <strong>de</strong>s genootschaps gewor<strong>de</strong>n, —<br />

BystrOm zond het uit Rome proeven van zijn schitterend talent;<br />

dadr was <strong>de</strong> toekomst , claAr <strong>de</strong> hoop <strong>de</strong>s va<strong>de</strong>rlands.<br />

PiOteit als <strong>de</strong> Tegnersche wil<strong>de</strong> van geene phosphoristen weten;<br />

duitsebe let terkun<strong>de</strong> was hem synoniem met duistere; Atterbom's<br />

dweepen met italiaanschen hemel en italiaansche kunst eene<br />

verbastering; — trots <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re bent trad hij, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n gothischen<br />

naam van Bodwar Bjurke , in het Verbond, en <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> afievering <strong>de</strong>r Iduna boei<strong>de</strong> door gedichten van zijne<br />

hand.<br />

„Het Gothische Verbond," zegt Geyer, „was een kiem, waar-<br />

„uit zich meer ontwikkel<strong>de</strong> dan een <strong>de</strong>r stichters droom<strong>de</strong> of<br />

„daeht. Het zaad viel in dankbaren grond. In <strong>de</strong>ze vereeniging<br />

„— welke noch or<strong>de</strong>-gezelschap was, noch or<strong>de</strong>-gezelschap wezen<br />

„wil<strong>de</strong>, —" dwaze nitspannings-genootschappen in Zwe<strong>de</strong>n toen<br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n dag, als an<strong>de</strong>rsoortige ten onzent, — „poog<strong>de</strong><br />

„men slechts <strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlandsche rigting to versterken. Er liep<br />

„veel zamen om die nieuw leven bij te zetten. Het va<strong>de</strong>rland was<br />

„<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgang onlangs zoo nabij geweest ; het was er op dat<br />

„oogenblik alle zijne zonen te dierbaar<strong>de</strong>r door. Zijn lot was<br />

„nog verre van zeker, , zijne redding niet buiten alien twijfel.<br />

„Het zocht een steun, tot in eigen heriuneringen toe, en zweed-


ESAIAS TEGNER, FRITHIOF'S SAGA. 361<br />

„sche harten waren meer dan ooit gestemd naar <strong>de</strong>ze to luistéren,<br />

„naar <strong>de</strong> oudste , die het luidst van noordsche kracht en noord-<br />

„sche eer gewaag<strong>de</strong>n het liefst.” Zoo schrijft <strong>de</strong> beminnelijke<br />

zedigheid slechts haar on<strong>de</strong>rwerp <strong>de</strong> zege toe, die grooten<strong>de</strong>els<br />

door haren betooveren<strong>de</strong>n zang werd behaald. „Wat in <strong>de</strong>n be-<br />

„ginne min<strong>de</strong>r te bedui<strong>de</strong>n had, won in belang, toen het op<br />

„zamenwerking velerlei krachten bogen mogt. Ling sloeg ter<br />

„zelf<strong>de</strong>r tijd, zoo niet vroeger dan ik, die snaren <strong>de</strong>r zweedsche<br />

„lien aan , welke te tang had<strong>de</strong>n gesluimerd, wier geluid door<br />

„Tegner bestemd was in geheel Europa weergalm to vin<strong>de</strong>n.<br />

„ Want met <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> aflevering begon hij zijne bijdragen in <strong>de</strong><br />

„Iduna, die hij <strong>voor</strong>tging met <strong>de</strong> schoonste bloemen te tooijen.<br />

„Hoe vele zijner zangen, door dat tijdschrift verspreid, wer<strong>de</strong>n<br />

„niet het eigendom <strong>de</strong>s yolks en leven nog op aller lippen! De<br />

„harpe <strong>de</strong>r Frithiors Saga klonk in haren hof het eerst. Eenige<br />

„zangen tech van dat dichtstuk , uit hare han<strong>de</strong>n bet publiek<br />

„aangebo<strong>de</strong>n , waren <strong>de</strong> appelen , door welke <strong>de</strong> godin bewees<br />

„nog in staat to zijn <strong>de</strong> onsterflijkheid te be<strong>de</strong>elen.”<br />

Zoo werd, na worstelingen en weeen, als wij in <strong>de</strong>n aanhef<br />

van het twee<strong>de</strong> onzer opstellen afschaduw<strong>de</strong>n , als wij in dit<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> uitvoerig schetsten, zoo werd <strong>de</strong> Frithiof's Saga geboren<br />

, het romantische epos, „in zijn wezen ," als gij <strong>de</strong> aanhaling<br />

gedoogt , „vrucht <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n , in <strong>de</strong>n vorm van dies<br />

„tijd." floor hoe <strong>de</strong> dichter het met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n bij<br />

u wenscht in to lei<strong>de</strong>n. „On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zweedsche letterkundigen<br />

„heerschte in <strong>de</strong> dagen toen Frithiof gedicht werd (tell <strong>voor</strong>-<br />

„beel<strong>de</strong> willen wij Leopold noemen), het gevoelen , dat <strong>de</strong><br />

„zoogenaam<strong>de</strong> Gothische poezij , ondanks alle talent daaraan<br />

„besteed (Iduna was reeds verschenen), toch in <strong>de</strong>n grond<br />

„mislukt mogt heeten. Men beweer<strong>de</strong>, dat <strong>de</strong>ze dichtkunst<br />

„zich beriep op eene ruwheid van gedachten en ze<strong>de</strong>n, op eene<br />

„maar halve beschaving en op maatsehappelijke betrekkingen,


362 ESATAS TEGNGR, FR1THIOF 'S SAGA.<br />

„onvereenigbaar met <strong>de</strong> poezij onzer eeuw, welke men te refit<br />

„huldig<strong>de</strong> als <strong>de</strong> dochter <strong>de</strong>r mo<strong>de</strong>rn civilisatie, in wier trekken<br />

„ons tijdperk zijn eigen gelaat herken<strong>de</strong>, slechts schooner ge-<br />

„wor<strong>de</strong>n en gei<strong>de</strong>aliseerd. Even weinig als tegen het laatste<br />

„viel in to brengen , was <strong>de</strong> stelling te loochenen , dat alle<br />

„dichtkunst <strong>de</strong> stemming van haven tijd en <strong>de</strong>n staat <strong>de</strong>r be-<br />

„schaving van <strong>de</strong>zen weer moet geven. Intusschen gelooven wij<br />

„dat men <strong>voor</strong>bijzag, dat er algemeen menschelijke betrekkingen<br />

„en hartstogten zijn, die van geene wisseling weten , die in<br />

„alle tij<strong>de</strong>n onveran<strong>de</strong>rd blijven , en welke men thans als <strong>de</strong>r<br />

„dichtkunst onvervreemdbaar grondfonds mag beschou wen. Ling<br />

„had reeds, met meer of min<strong>de</strong>r gelukkig gevolg, verschei<strong>de</strong>n<br />

„noordsche on<strong>de</strong>rwerpen behan<strong>de</strong>ld, meest in dramatischen<br />

„vorm. Men heeft aangemerkt , dat zijne poetische gaven meer<br />

„lyrisch dan dramatisch. zijn, en dat hij <strong>de</strong> uiterlijke natuur<br />

„beter schil<strong>de</strong>rt dan <strong>de</strong> innerlijke met al hare verschei<strong>de</strong>nheid.<br />

',Eat het intusschen mogelijk is te slagen , ook als men noord-<br />

„sche saga's dramatisch behan<strong>de</strong>lt , bewijzen Oehlenschlager's<br />

„treurspelen , en ik moet erkennen , dat ik <strong>de</strong> eerste gedachte<br />

„van mijnen Frithjof aan zijnen Helge ben verpligt.” — Zoo<br />

werd <strong>de</strong> Frithiof's Saga geboren, „<strong>de</strong> triomf van een pen-<br />

„seel ,” zegt Geyer, „dat behoefte had aan een versehiet ,<br />

„niet slechts in ruimte, ook in tijd ; een verschiet zelfs in<br />

„ze<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>nkwijze, bedrijf en heugenissen, zou het gelegenheid<br />

„hebben , zijne tooverkracht geheel to doer gel<strong>de</strong>n. Het schil-<br />

„<strong>de</strong>rstuk verplaatst ons mid<strong>de</strong>n in Noorwegen's stoute natuur.<br />

„Van het gedruisch <strong>de</strong>s watervals over <strong>de</strong> rotshelling tot het<br />

„verzuchten <strong>de</strong>r zeegolven , tussehen <strong>de</strong> klippen gevangen ,<br />

„— van het weerlichtend sneeuwijs op <strong>de</strong> bergkruinen tot het<br />

„groen en <strong>de</strong>n geur van berken en bloemen in <strong>de</strong> dalen, — van<br />

„het geraas <strong>de</strong>s oorlogs in <strong>de</strong> burgten <strong>de</strong>r kempen, tot <strong>de</strong>n vre<strong>de</strong><br />

„in <strong>de</strong> lage hut, -- van het gel<strong>de</strong>tter <strong>de</strong>r wapenen tot het zoet


ESAIAS TEGNER, MRITI-110F ' S SAGA. 363<br />

„geluid van <strong>de</strong>n bet <strong>de</strong>r kud<strong>de</strong> , — van <strong>de</strong> kracht <strong>de</strong>s hel-<br />

„<strong>de</strong>nzangs tot <strong>de</strong> tee<strong>de</strong>rheid van het minnelied , ontbreekt hier<br />

„trek noch tint, indruk noeh opvatting: alles smelt <strong>de</strong> dichter<br />

„zamen , alles wordt schooner in zijn lied. En hij is niet min<strong>de</strong>r<br />

„stout in zijne <strong>voor</strong>stelling van menschelijke han<strong>de</strong>lingen en<br />

„hartstogten. Want in <strong>de</strong>ze natuur leeft een geslacht , welks<br />

„manner tuk zijn op avontuur, in stout bestaan ter zee en<br />

„te land omzwerven<strong>de</strong> , vol vuurs in het blood, vol hevigheid<br />

,,in zijn togten, levenslustig , geen doodsvreeze kennen<strong>de</strong> ; —<br />

„welks vrouwen , in gestalte en gedaehte met alle tooverkracht<br />

„barer kunne be<strong>de</strong>eld , zoowel blaken van <strong>de</strong>n strijd en <strong>de</strong>n<br />

„doodslust <strong>de</strong>r Valkyrkti , als zij bezield blijken van <strong>de</strong>n schoo-<br />

„nen mood <strong>de</strong>r lief<strong>de</strong>, ook in <strong>de</strong> bloodste maagd.” — Zoo werd<br />

<strong>de</strong> Frithiors Saga geboren, die aanvangt in dat afgelegen<br />

oord , maar u, als gij <strong>de</strong> idylle, Welke het opent , hebt genoten<br />

, naar <strong>de</strong> toenmalige wereldbeschouwing , aar<strong>de</strong> en hemel<br />

rondvoert , tot gij elke verhouding van dat eenvoudig ,<br />

heldhaftig leven kent , of gij er me<strong>de</strong> over hadt gejuicht, of<br />

gij er me<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r hadt gele<strong>de</strong>n; tot ge die maatschappij bedreigd<br />

, gezegend ziet door het, ook in <strong>de</strong>n nacht van bet<br />

noor<strong>de</strong>n, aanlichtend Christendom, vast welkom geheeten door<br />

<strong>de</strong> bei<strong>de</strong> e<strong>de</strong>lste harten uit die schare, <strong>de</strong> harten waarin lief<strong>de</strong><br />

woont! En getuigt <strong>de</strong> winding van veelzijdige studie, <strong>de</strong> vorm<br />

doet in smaak <strong>voor</strong> doze niet on<strong>de</strong>r. „Tegner was <strong>de</strong> genie<br />

„<strong>de</strong>s oogenbliks. Niemand heeft dit gegrepen zoo als hij ; zijn<br />

„fijnste geur, zijn vlugtigste glans wist hij te verduurzamen ,<br />

„aanschouwelijk te waken lin een beeld , dat aan <strong>de</strong>n luister<br />

„<strong>de</strong>s diamants <strong>de</strong> kleurwisseling van dozen paart. Vandaar<br />

„het frissche, het eeuwige nieuwe in zijne scheppingen. Meer<br />

„schil<strong>de</strong>rencle dan muziekaal is zijne pazij eigenlijk die <strong>de</strong>s<br />

„liehts, hij was o og !”<br />

Hoe het ons <strong>de</strong>ert dat wij , na <strong>de</strong>ze inleiding, zoo wij ge-


364 EsAtAs TEGNER, FRITHEOF ' S SAGA.<br />

looven vereischt om Tegner volkomen to waar<strong>de</strong>ren , ons het<br />

genot moeten ontzeggen <strong>de</strong> Frithiof's Saga zelve hier uitvoerig<br />

te beschouwen in eene vertolking , die <strong>voor</strong> <strong>de</strong>rtien jaren ten<br />

onzent het licht zag , toen het dichtstuk vast in alle overige<br />

leven<strong>de</strong> talen van Europa was vertaald. En waarom ? Zoo als<br />

ze daar naast ons ligt, zou ze er niet <strong>voor</strong> volstaan ; <strong>de</strong> studie<br />

van het schoone zou telkens schipbreuk lij<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> klip-<br />

pen eener navolging , die in keurigheid te wenschen overlaat.<br />

Getrouw, , die lof komt aan von Eichstorff toe, getrouw was<br />

<strong>de</strong> eerste vertaling onloochenbaar: maar <strong>de</strong> herziening geeft<br />

niet wat het onzen poetischen Proteus ligt zou zijn geweest te<br />

geven , als hij zich met lust en lief<strong>de</strong> van zijne taak had gekweten.<br />

Helaas ! dat het ook bij <strong>de</strong>zen Buitenlandschen Klamiele<br />

moest gaan als het bij meer<strong>de</strong>ren ging , in <strong>de</strong>ze <strong>bibliotheek</strong><br />

verschenen ; helaas ! dat ook hier, waar een verdienstelijk nitgever<br />

<strong>de</strong>n regten man op <strong>de</strong> regte plaats zette , <strong>de</strong> regte man<br />

het regte werk niet lever<strong>de</strong> ! Of hij, tot wedstrijd aangevuurd ,<br />

eenige even sierlijk nitgehonwen als gladgeschaaf<strong>de</strong> blokken<br />

marmers meer <strong>voor</strong> eene gedachteniszuil had<strong>de</strong> aangebracht ,<br />

als wij wenschen dat hem, bij eene <strong>de</strong>r<strong>de</strong> uitgave , nog gelegenheid<br />

wor<strong>de</strong> gegeven to doen verrijzen.<br />

„Tegner's poezij was eigenlijk die <strong>de</strong>s lichts , die <strong>de</strong>s oogs ;"<br />

mogten wij dit <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van ons opstel niet beginnen met<br />

<strong>de</strong> opmerking over het verband tusschen dichtkunst en schil<strong>de</strong>rkunst<br />

in zijn genie ; vergt men van ons, dat wij hier <strong>de</strong>n<br />

wensch weerhou<strong>de</strong>n naar een Mein historieel , een <strong>voor</strong>uitgangsblijk<br />

<strong>de</strong>r beschaving in beeld gebragt ? Wij zou<strong>de</strong>n ons, stond<br />

men het ons toe, in die zaal <strong>de</strong>r Lundsche hoogeschool zien verplaatst<br />

, in welke tal van stu<strong>de</strong>nten , tot magisters bevor<strong>de</strong>rd ,<br />

<strong>de</strong>n lauwerkrans ontvingen , — in welke Tegner hen, Zwe<strong>de</strong>n<br />

en het beschaafd Europa van het eerste-vier<strong>de</strong> <strong>de</strong>zer eeuw<br />

(1820), door zijn beroem<strong>de</strong>n Epiloog verrukte. Voor <strong>de</strong>rgelijken


ESATAS TEGNER SAGA. 365<br />

hoogtijd had een koor gepast , als dat <strong>de</strong>r oudste domkerk<br />

van het Noor<strong>de</strong>n; doch waar ook gevierd , alom „zou<strong>de</strong>n zich<br />

„die grootsche gedachten als starren gespiegeld hebben in dier<br />

„woor<strong>de</strong>n hel<strong>de</strong>ren vloed." Voorbijgegaan was <strong>de</strong> winter <strong>de</strong>r<br />

resignatie, geweken <strong>de</strong> duisternis <strong>de</strong>r bastaard-romantiek<br />

; eene nieuwe lente ontlook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> schre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n<br />

reformator, er ging licht van hem nit. On<strong>de</strong>rzoek en fantasie<br />

zweef<strong>de</strong>n ons in <strong>de</strong>ze bla<strong>de</strong>n hand aan hand <strong>voor</strong> ; we<br />

zou<strong>de</strong>n wenschen , dat dit ook bij <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r van dat oogenblik<br />

het geval ware; — zoo <strong>de</strong> rtitdrukking <strong>de</strong>r gedachte er<br />

bij winnen mogt , viel hem zoo goed eene kleine onwaarschijnlijkheid<br />

te vergeven , als men het ons hier en daar een onbedui<strong>de</strong>nd<br />

anachronisme zal doen. Ten <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>. Een <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong><br />

tiguren , welke ter weerszij<strong>de</strong>n van Tegner niet zou<strong>de</strong>n mogen<br />

ontbreken , is, historisch bewijsbaar, , niet daar geweest. Het<br />

geldt niet hem, lien gij aan zijne regte gewaar wordt , <strong>de</strong>n<br />

goe<strong>de</strong>n grijsaard , <strong>de</strong>n achtenswaardigen drie-en-zeventigjarigen<br />

Norberg, die zijne laatste dagen op bet land wenscht te gaan<br />

doorbrengen, maar eerst afscheid neemt van Lund, maar zich<br />

nog verlustigt „in die helleensch doorschijrien<strong>de</strong> diepte van wijs-<br />

„geerige gedachten.” Voor weinige dagen heeft Tegnér hem zijne<br />

fraaije idylle <strong>de</strong> Naehtmaalskin<strong>de</strong>ren gewijd , met een tang die<br />

<strong>de</strong>zen oosterling zeker<strong>de</strong>r onsterfelijkheid waarborgt dan <strong>de</strong><br />

grootheid zijner verdiensten jegens dat „arabisch", 't geen <strong>de</strong><br />

jonkman niet leeren wa<strong>de</strong>, dan <strong>de</strong> goedheid <strong>de</strong>s harten door<br />

<strong>de</strong>zen zoozeer op pits gesteld. „Hij is vol van hoogeren geest ,"<br />

leest gij in <strong>de</strong> blikken van <strong>de</strong>n Du<strong>de</strong>. En wie is het, dies wij<br />

aan zijne slinke warren te zien ? Wie antlers dan Leopold, die<br />

Axel heeft ontvangen , <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rromance, met <strong>de</strong> verzoenen<strong>de</strong><br />

opdragt een omzien tranen ontlokken<strong>de</strong> aan oogen , die het<br />

schoone hier niet meer mogen aanschouwen. Hij was somber<br />

gestemd, toen hij daar naar <strong>de</strong>n zetel werd geleid , maar ge-


366 ESAIAS TEGNER , FRITHTOF' S SAGA.<br />

weken is zijne melancholic, op heft hij het hoofd , bij die heerlijke<br />

be<strong>de</strong> aan hen, die <strong>de</strong>n lauwer wegdroegen om „ten hunnent ,<br />

„te huis , waar <strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n hunner kindschheid wonen , waar<br />

„hunne va<strong>de</strong>ren sluimeren, licht to versprei<strong>de</strong>n, licht, opdat<br />

„Wass. en Linne en Kellgren met welgevallen uit het blaanw<br />

„gewelf mogen ne<strong>de</strong>rzien1" — „Wij hebben niet vergeefs ge-<br />

„streefd ,” klinkt bet in Leopold's binnenste. De wereld <strong>de</strong>r<br />

verbeelding overleeft <strong>de</strong> wezenlipte ; het is hem, als ziet hij<br />

achter <strong>de</strong>n zanger twee muzen , <strong>de</strong> Helleensche en <strong>de</strong> Hebreenwsche<br />

, <strong>de</strong> zusterhand bie<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Zweedsche , als geeft<br />

<strong>de</strong>ze haar <strong>de</strong>n palmtak en gene haar het lauwerloof, , om bei<strong>de</strong><br />

zaam te vlechten ens arm klein historieel ! Als er iets van <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>stelling te regt zal komen , wordt er Kaulbach's talent toe<br />

vereischt ; <strong>voor</strong>waar, , cultuur-historie te veraanschouwlij ken ,<br />

doet niet wie maar wil! Wat zal <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lmatigheid weten aan<br />

te vangen met die phosphoristen , welke, met uitzon<strong>de</strong>ring van<br />

Atterbom en Palmblad, die nog op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond durven tre<strong>de</strong>n<br />

, dank zij hunne proza en hunne poezij , weg<strong>de</strong>inzen en<br />

wegschemeren ; wat met die Gothen allengs gedund door <strong>de</strong>n<br />

tijd , en trots alle kracht , die er in eenzijdigheid steekt , door<br />

<strong>de</strong> laatste tech afnemen<strong>de</strong> ? Zij wage zich niet aan <strong>de</strong> taak ,<br />

ze gaat hare krachten te boven ; want wordt er genie vereischt ,<br />

om die fiere jongelingshoof<strong>de</strong>n weer to geven , een oogenblik on<strong>de</strong>r<br />

het ontvangen van <strong>de</strong>n zegen gebukt , maar zich thans opbeuren<strong>de</strong><br />

bij het luisteren naar <strong>de</strong>n last hun opgedragen , het<br />

is nog het moeijelijkste van het on<strong>de</strong>rwerp niet. Bespiegeling ,<br />

die in gemijmer wegzinkt ; bewon<strong>de</strong>ring , die verrukt aanhoort ;<br />

belofte , die men zich <strong>voor</strong>neemt heilig te hou<strong>de</strong>n ; <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>n<br />

indrukken door <strong>de</strong>n zanger gemaakt , zij vallen weer te geven<br />

door tegenstelling, — maar het eischt een meester, , om ons<br />

alien on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n invloed <strong>de</strong>r bezieling te brengen , waarme<strong>de</strong><br />

Tegner, , na waarschuwingen en wenken in een drom van schit-


ESAIAS TEGNER, FRTTH1OF' S SAGA. 367<br />

teren<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n ons toegespiegeld, zegevierend uitroept , apostel<br />

van het ware en het schoone:<br />

„Zoo leve 't licht I"<br />

Sans doute ils soot heureux les heros , les pates,<br />

Ceux que le bras fait rois, ceux que l'esprit fait dienx !<br />

-1- 1 est beau, conquerant , legislateur, , proph4e<br />

De marcher <strong>de</strong>passant les hommes <strong>de</strong> la tete ;<br />

D'etre en la unit <strong>de</strong> tous nu eclatant flambeau ;<br />

Et que <strong>de</strong> vos vingt ans vingt siecles se souviennent ! .<br />

— Voilh ce que je dis : puis <strong>de</strong>s pities me viennent ,<br />

Qnand je pense it tons ceux qui soot dans le tombeau<br />

En waarom , diehter ? waarom ? <strong>de</strong>wijl alles vergankelijk en<br />

<strong>voor</strong>bijgaan<strong>de</strong> is, als „eene morghenwolcke , als een vroeghko-<br />

„men<strong>de</strong> dauw die henen gaet ?” Wat zij goeds en groots hebben<br />

gesticht is gebleven, het vervloog als „kaf" noch verstoof als<br />

„roock" ! — Carl Johan heeft <strong>de</strong> zweedsche nationaliteit gehandhaafd<br />

, zijne eigen dynastie grondvestend ; — en wat dat<br />

viertal geniale mannen betreft , die hij eerbiedig<strong>de</strong> , die hij<br />

vier<strong>de</strong> , al wil<strong>de</strong> <strong>de</strong> luister <strong>de</strong>r letteren van zijn aangenomen<br />

va<strong>de</strong>rland hem nooit hel<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n, hebben zij <strong>de</strong>n nacht in<br />

het noor<strong>de</strong>n niet doen wijken , niet het leven ten lust gemaakt<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid hunner tijdgenooten, niet het leed <strong>voor</strong><br />

-<strong>de</strong> min<strong>de</strong>rheid ligter doen wor<strong>de</strong>n?<br />

De weegschaal moge lang wankelen , eer men vonnis durft<br />

vellen over Bernadotte in betrekking tot Napoleon, tot Frankrijk<br />

<strong>voor</strong>al : <strong>de</strong> zweedsche poezij <strong>voor</strong>zag, als ware zij profetesse<br />

geweest , dat haar verkozen monarch meer had te hopen dan<br />

te vreezen , toen zij hem verklaar<strong>de</strong> , dat ook koningen moeten


368 ESAIAS TEGNER FRITIIIOF 'S SAGA.<br />

„antwoor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n regterstoel <strong>de</strong>r geschie<strong>de</strong>nis." Billijker<br />

stemmen dan <strong>de</strong> kreten , die <strong>de</strong>n avond zijns levens verbitter<strong>de</strong>n ,<br />

gaan reeds op; en zijn telgen , die niet als hij , in het tijdvak<br />

<strong>de</strong>r reactie , Rusland naar <strong>de</strong> oogen hebben to zien , smaken<br />

<strong>de</strong> vrnchten zijner <strong>voor</strong>zigtigheid! Gij meent , dat wij afdwalen<br />

op het gebied <strong>de</strong>r staatkun<strong>de</strong>: gij bedriegt u, <strong>de</strong> toets werd<br />

vereischt , zal <strong>de</strong> omtrek slagen onzer vier poeten , van welke<br />

een enkele slechts bijwijle , maar <strong>de</strong> drie overige levenslang<br />

politici moesten zijn. Drie geestelijken en een geleer<strong>de</strong> , professor<br />

Geyer en bisschop Franzen, bisschop Wallin, bisschop Tegner, ,<br />

het verbaze u bij <strong>de</strong>n overou<strong>de</strong>n regeringsvorm <strong>de</strong>r vier stan<strong>de</strong>n<br />

niet ! De arbeid van Franzen draagt er het minste blijk van:<br />

Franzen's rust werd er schier niet door gestoord. Afgevaardig<strong>de</strong><br />

tot <strong>de</strong>n rijksdag als her<strong>de</strong>r van Kumla , later zitting hebben<strong>de</strong><br />

als bisschop, neemt hij <strong>de</strong>el aan die dingen , welke tot zijne<br />

betrekking behooren ; wanneer hij zich van <strong>de</strong> zielenzorg heeft<br />

gekweten , blijven <strong>de</strong> letteren zijn Leven. En niet enkel zij , die<br />

reeds rusten in het graf, , dankten hem <strong>voor</strong> het genot , dat<br />

zijn eenvoudig , gevoelig , hartelijk dicht hen gaf, , ook het leven<strong>de</strong><br />

geslacht verlustigt zich in Svante Sture of <strong>de</strong> Ontmoeting<br />

bij Alvastra , — <strong>de</strong>s e<strong>de</strong>len Gustaf Adolf's eerste , ongelukkige<br />

lief<strong>de</strong> , — ook <strong>de</strong> nakomelingschap zal gaarne het oor leenen<br />

aan zooveel ze<strong>de</strong>lijks , zooveel zoets , in <strong>de</strong>n gezon<strong>de</strong>n zin van<br />

bei<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n. — Er wor<strong>de</strong>n stouter trekken vereischt om<br />

Wallin to schetsen op het gebied van on<strong>de</strong>rwijs en opvoeding,<br />

op het gebied van <strong>de</strong> godsdienst , geharnast ten strijd tegen<br />

neutralen en phosphoristen , ten strijd die hem dikwijls zwaar<br />

viel , al zag niemand hem dat aan. „Hij was een bun<strong>de</strong>l van<br />

„groote , ten minste schijnbare tegenstrijdighe<strong>de</strong>n ," zegt zijn lofre<strong>de</strong>naar.<br />

Jets grootsch, iets heerlijks, iets prachtigs, als gij<br />

„het woord duldt , iets waardigs , iets strengs, ziedaar <strong>de</strong> eene<br />

„zij<strong>de</strong> zijner nataur, , eigenschappen hem zoo aangeboren , dat


ESAIAS TEGNER, FRITHJOF' S SAGA. 369<br />

„zij alle overige oversehenen, of ten minste in <strong>de</strong> afwisselen<strong>de</strong><br />

„verschei<strong>de</strong>nheid van <strong>de</strong>ze altijd eenige stralen schoten , die<br />

„bij <strong>voor</strong>keur <strong>de</strong> opmerkzaamheid tot zich trokken. Hij be-<br />

„reikte daardoor zijn grootste effect. Zijn waarachtigste, duur-<br />

„zaamste inv lo ed — als <strong>de</strong> scheiding geoorloofd is, — heeft<br />

„hij eer aan <strong>de</strong> tegenovergestel<strong>de</strong> hoedanighe<strong>de</strong>n dank te<br />

;7 weten , die misschien joist te dieper werkten , <strong>de</strong>wijl zij in<br />

„evenzeer onverklaarbare tegenspraak als onverklaarbare ver-<br />

„eeniging met zijne grootsche natuur bleken. Die an<strong>de</strong>re<br />

„eigenschappen, welke ook aangeboren, ook me<strong>de</strong>gehragte<br />

„craven waren , beston<strong>de</strong>n in eene hartelijke toegenegenheid<br />

„<strong>voor</strong> het mil<strong>de</strong> , stille , zachte , berusten<strong>de</strong>. Die grondtoon<br />

„ van zijn wezen werd min<strong>de</strong>r aangeslagen door <strong>de</strong>n re<strong>de</strong>naa r ,<br />

„meer door <strong>de</strong>n diehter ; zijne heerlijkste psalmen gunnen een<br />

„blik in zulk een harte !” Wilt gij hem geheel kennen , geloof<br />

Tegnër op zijn woord , als hij aan Franzen schriift<br />

„Wallin is grooter psalmboek , clan wij overigen ,” — hoe<br />

die gedachte zijn dood mag hebben verzoet. Op eene reize ,<br />

in zijne bisschoppelijke betrekking , reeds zwak en ziek eer<br />

hij van huis ging , overviel hem <strong>de</strong>ze: „ik ga been ! — ik<br />

„ga heen !” — stamel<strong>de</strong> hij , — „ik heb van het leven weinig<br />

„genoten ;" — en toch zagen <strong>de</strong> omstan<strong>de</strong>rs op zijn gelaat<br />

een glans van verrukking. Stel u <strong>voor</strong>, dat zijne ooren <strong>de</strong>n<br />

zang <strong>de</strong>r zaligen vernamen , die Kier, on<strong>de</strong>r het aanheffen<br />

zijner psalmen, die hier in <strong>de</strong> stad en op het land, op bet<br />

meir en in het wood , on<strong>de</strong>r het onbevredigen<strong>de</strong> <strong>de</strong>r aardsche<br />

weel<strong>de</strong> , on<strong>de</strong>r het oplei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> van velerlei ontbering , in die<br />

zangen vast <strong>de</strong>n dag <strong>voor</strong>gevoel<strong>de</strong>n, waarop <strong>de</strong> vertnoei<strong>de</strong>n<br />

van krachten zou<strong>de</strong>n rusten , waarop zou<strong>de</strong>n juichen wie nit<br />

<strong>de</strong> verdrukking kwamen ; — wordt <strong>de</strong> glans op het gelaat<br />

van dien sterven<strong>de</strong> niet naturtrlijk ? -- Geyer, <strong>de</strong> geleer<strong>de</strong><br />

Geyer, <strong>de</strong> zoeken<strong>de</strong> , hij leidcle het hartstogtelijkst leven van<br />

III 24


370 ESAIAS TEGNER, FRITHIOF'S SAGA.<br />

alien zijne geschriften zijn een strijd zon<strong>de</strong>r ein<strong>de</strong>. Het verblijf<br />

in Engeland droeg vruchten, het bragt hem tot behou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

beginselen , die hij <strong>voor</strong>stond met al het genie hem be<strong>de</strong>eld ,<br />

die hem reeds in 1821 <strong>de</strong> bete noire <strong>de</strong>r bewegingspartij<br />

maakten. Een trek, die Tegner schetst , die <strong>de</strong>zen eere aandoet<br />

en Geyer geen schan<strong>de</strong> , schuilt in een brief van <strong>de</strong>n<br />

eersten , welken wij gaarne me<strong>de</strong><strong>de</strong>elen. Aan wien hij gerigt<br />

is, weten wij niet, maar het maakt weinig nit, het jaar is<br />

het aangegevene , en het feit eischt geen na<strong>de</strong>re toelichting.<br />

„Door het verschei<strong>de</strong>n van E<strong>de</strong>lcrantz is er in <strong>de</strong> Zweedsche<br />

,aca<strong>de</strong>mie eene plaats ledig, — ik heb velen als zijn opvolger<br />

„zien doodverwen. De eenige , welken men niet noemt , is<br />

„<strong>de</strong>gene , welke naar mijne gedachten van zelf moest wor<strong>de</strong>n<br />

„gekozen , namelijk Geyer. Geyer is mijn persoonlijke vriend<br />

„niet, in vele opzigten <strong>de</strong>nken wij volslagen verschillend.<br />

„Maar wat beduidt dat ? Zijn groot, krachtig, in<strong>de</strong>rdaad zuiver<br />

„zweedsch genie heb ik nooit miskend. Hij is <strong>de</strong> man van<br />

„<strong>de</strong>n dag , en als hij altijd zijn beteren genius gehoor gaf, ,<br />

„hij zou ook die van het tijdperk zijn. Het zou jammerlijk<br />

„wezen Ms kleingeestige eonsi<strong>de</strong>ratien of <strong>de</strong>erniswaardige regt-<br />

„zinnigheidsvragen , op bet gebied van theologie of litteratuur,<br />

„in <strong>de</strong>rgelijke dingen eenigen invloed uitoefen<strong>de</strong>n. Eene letter-<br />

,kun<strong>de</strong> als <strong>de</strong> zweedsche heeft er behoefte aan dat alle uit-<br />

,steken<strong>de</strong>n zich vereenigen; dan zullen ze nog niet in to grooten<br />

„getale zijn ; van ellendighe<strong>de</strong>n hebben wij legio. Ik houd<br />

„Met van <strong>de</strong> phosphoristen , maar evenmin van <strong>de</strong> bleeke hof-<br />

„neuzen , die overal <strong>de</strong>n zwavel <strong>de</strong>r nieuwe school rieken en<br />

„spoorslags jagt maken op ketters. Voor het overige wint<br />

„Geyer bij die keuze niets; al het <strong>voor</strong><strong>de</strong>el is aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong><br />

„<strong>de</strong>r Aca<strong>de</strong>mie. Als eene an<strong>de</strong>re Margareta Fridkulla , kon<strong>de</strong><br />

„en moest zij vre<strong>de</strong> stichten tusschen <strong>de</strong> krijgvoeren<strong>de</strong> mogend-<br />

„he<strong>de</strong>n.” Wat was het er in bet staatkundige verre van! <strong>de</strong>


ESAIAS TEGNER. FRITHIOVS SAGA. 371<br />

strijd blaakte feller dan ooit. Sleehts wist niemand hoe to<br />

goe<strong>de</strong>r trouw geduren<strong>de</strong> dien langen, langen kamp , <strong>de</strong> zoeken<strong>de</strong><br />

in 's levens lente , tot in 's levens herfst zoeken<strong>de</strong> was gebleven<br />

, ook toen Stockholm's liberalisme tegen Upsala's ultraisme<br />

in laaije vlam sloeg. Het zegt weinig, dat aan Geyer<br />

velerlei <strong>voor</strong><strong>de</strong>elige betrekkingen wer<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n , die hij<br />

afsloeg met het eenvoudig „ik wil professor Geyer sterven !"het<br />

zegt weinig, dat hij er veroor<strong>de</strong>eling en vonnis <strong>voor</strong> wegdroeg<br />

; — zijne grootheid schuilt in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tzetting van zijn<br />

on<strong>de</strong>rzoek , in <strong>de</strong>n moed dien hij bezat te bekennen , dat hij<br />

levenslang had gedwaald , toen hij zich , vijf-en-vijftig jaren<br />

oud , tot vrijzinnigheid en <strong>voor</strong>uitgang bekeer<strong>de</strong>. Dat hij er<br />

geene rust door verwierf, , <strong>voor</strong>malige vrien<strong>de</strong>n een steen <strong>de</strong>s<br />

aanstoots , <strong>voor</strong>malige vijan<strong>de</strong>n een verdachte , wie die het<br />

betoogd wenscht ? maar ook wie, die niet gelooft , dat <strong>de</strong><br />

studie van zooveel eerlijkheids bij zooveel begaafds , iets aanlokkends<br />

heeft ; eene eerlijkheid , even schaars geevenaard als<br />

zijne genialiteit ? — Tegner, , gij zaagt hem op het toppunt<br />

zijner glorie , al hebt gij hem maar ten halve, al hebt gij hem<br />

niet gezien als geestelijke , even eenig in die betrekking als<br />

in ie<strong>de</strong>re an<strong>de</strong>re — helaas ! ook zijn proza wacht ten onzent<br />

nog op eene vertolking, dien stijl waard. — En tech, welk<br />

een genot het ons zou geweest zijn , hem a to schetsen , teen<br />

hij op het gebied <strong>de</strong>r staatkun<strong>de</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> verzoening beproef<strong>de</strong> ,<br />

in welke hij op dat <strong>de</strong>r dichtkunst had mogen slagen , u hem<br />

te doen zien tegenover <strong>de</strong> allengs om hem heen ontluiken<strong>de</strong><br />

vernuften , Vitalis , Stagnelius , Almquist , wij nemen liever<br />

afscheid van hem, zoo gelukkig , zoo groot ! Geen verkeer met<br />

Nican<strong>de</strong>r, , Adlersparre of dien Bernhard von Beskow, , wiens<br />

gastvrijheid ook wij genoten , zou afwisseling genoeg waarborgen<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n somberen indruk <strong>de</strong>s geheels ! In tegenstelling<br />

met Geyer, maakten <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>zen vrijzinnige behou<strong>de</strong>nd ,


372 ESAIAS TEGNER, FRETHIOCS SAGA.<br />

wat natuurlijker misschien ? Maar, , helaas ! ook in tegenstelling<br />

met Geyer, ten leste toe levenslustig , ontwikkel<strong>de</strong> rij per leeftijd<br />

bij Tegnér eene leverziekte , en ware het slechts bij <strong>de</strong>ze<br />

gebleven! „Een a<strong>de</strong>r van krankzinnigheid loopt door mijn ge-<br />

„slacht ,” lezen wij in een zijner brieven , „die is bij mij in<br />

„poezij uitgebarsten , als een min<strong>de</strong>r soort van waanzinnigheid;<br />

„maar wie kan <strong>voor</strong>spellen , dat zij altijd dien weg nemen<br />

„zal?" Louter <strong>de</strong> vrees volstaat om het leven te verbitteren,<br />

en zijne laatste dagen behoor<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> zwaarste ! Helaas !<br />

Geyer's woor<strong>de</strong>n zijn slechts te waar : „Tegenstelling was<br />

„zijner poezij grootste kunst en krachtigste hefboom. Wactrom?<br />

„Dewijl hij zelf dat contrast was. .Daarom heeft hij het ook<br />

„in zijn wezen uitgesproken , al hield hij zijn binnenste ver-<br />

„scholen on<strong>de</strong>r een lento van bloesems. In <strong>de</strong>n growl was<br />

„zijne wereldbeschouwing zwart , donker, , ja , duister. Een<br />

„dieper gevoel van <strong>de</strong> magt <strong>de</strong>r vergankelijkheid heeft wel<br />

„niemand in zich orngedragen , dan <strong>de</strong>ze er schijnbaar zoo vrolijk<br />

„uitzien<strong>de</strong> zoon <strong>de</strong>s oogenbliks. Dat innerlijk contrast <strong>de</strong>ed<br />

„hem al meer en meer afnemen bij het wijken van <strong>de</strong> krachten<br />

„<strong>de</strong>r jeugd; hij kon slechts j.ong zijn. Stark en sterker trad<br />

„dit aan het licht bij veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> uiterlijke omstandighe<strong>de</strong>n ,<br />

„die niet langer duld<strong>de</strong>n dat hij zich geven mogt als hij was.<br />

„En echter bleek bet hem onmogelijk iets antlers te zijn, want<br />

„eerlijker man leef<strong>de</strong> er niet: hij wist van geen veinzen ; <strong>voor</strong>-<br />

„geven was hem vreemd. Zoo heeft hij, in strijd met zich<br />

„zelven en met zijn toestand , tevens zijne zelfstandigheid be-<br />

„waard en ein<strong>de</strong>lijk zich zelven verloren ; want <strong>de</strong> in zijn<br />

„binnenste strij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> elementen <strong>de</strong><strong>de</strong>n ten slotte zijn wezen<br />

„bezwijken , en <strong>de</strong> glans <strong>de</strong>zer heerlijke ster moest wor<strong>de</strong>n<br />

„verduisterd in <strong>de</strong>n nacht eener door hem zelven <strong>voor</strong>spel<strong>de</strong><br />

„innerlij ke verbij staring.”<br />

o Geheimzinnige gave <strong>de</strong>s levens ! millioenen males louter


ESAIAS TEGNER, FR1TGIOF 'S SAGA. 373<br />

zegen , soms schijnbaar een vloek, wie zou u ook maar een<br />

enkel maal min<strong>de</strong>r be<strong>de</strong>eld wenschen, als gij, — zelfs waar<br />

ge zulk een raadsel — dus betoovert, dus bezielt! —<br />

gepaard als ge gaat met die <strong>de</strong>s geloofs, 't welk Tegner zijne<br />

han<strong>de</strong>n stervend <strong>de</strong>ed opheffen tot „<strong>de</strong>n Bergh <strong>de</strong>s Heeren,<br />

„tot <strong>de</strong>n Huyze Godts?"<br />

1862.


A. DE LAMARTINE, JOCELYN,<br />

VERTAALD DOOR L. DE VISSER.<br />

„Jocelyn on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> klassieken ," klinkt het, „Jocelyn!"<br />

Als het louter eene be<strong>de</strong>nking was, bij hen opkomen<strong>de</strong>, die<br />

vreezen dat <strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>s tijdgenoots niet volstaat om<br />

eenig gevierd werk die plaats <strong>de</strong>r eere duurzaam to waarborgen ,<br />

ze zou niets hartstogtelijks hebben; nit <strong>de</strong> klanken, welke wij<br />

hooren opgaan , spreekt echter zoowel een kreet als eene klagt.<br />

Luister een oogenblik met ons toe en ge znit als wij on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />

, dat niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> leeftijd <strong>de</strong>zen als gene slaakt ; dat<br />

<strong>de</strong> jeugd zich in <strong>de</strong>n eersten lucht geeft , dat <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong> zij<strong>de</strong> <strong>de</strong>s bedaag<strong>de</strong>n publieks komt.<br />

Het is <strong>de</strong> jonkheid, die er zich over verbaast !<br />

Helaas! wat droomt onze ij<strong>de</strong>lheid van eenen hemel <strong>de</strong>r<br />

poezij , waaraau starren vonkelen van geslacht tot geslacht<br />

lichten<strong>de</strong>, als <strong>de</strong> schitterendste schuil gaan , eer veertig jaren<br />

<strong>voor</strong>bij zijn gesneld , als zelfs een Lamartine zijnen luister overleeft<br />

! Wat toch is er gewor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n jongeling, die <strong>de</strong>r dunne,


A. DE LAMARTINE , JOCELYN. 375<br />

glad<strong>de</strong> snaren van <strong>de</strong> fransche Tier dieper toonen wist te ontlokken<br />

, dan ooit in <strong>de</strong> lucht zijns lands waren gehoord ; Wien<br />

<strong>de</strong> magt scheen be<strong>de</strong>eld , het gemoed te doen ontwaken bij een<br />

yolk, zoolang aan gemoed vreemd geloofd ? IJ<strong>de</strong>lheid <strong>de</strong>r ij<strong>de</strong>lhe<strong>de</strong>n!<br />

ter kwa<strong>de</strong>r ure uit <strong>de</strong> mijmerzieke schemering <strong>de</strong>r poezij ,<br />

aantrekkend ook als ze zich tot somberheid verzwaar<strong>de</strong>, orndat<br />

geloof en hoop en lief<strong>de</strong> aan Karen trans bleven tintelen, ter<br />

kwa<strong>de</strong>r ure in het laaije licht <strong>de</strong>r politiek opgetre<strong>de</strong>n ; was<br />

lab <strong>de</strong>n eenen dag <strong>de</strong> afgod <strong>de</strong>r schare , om <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n<br />

haar speelbal te zijn ; om ten leste <strong>de</strong> veelschrijver te wor<strong>de</strong>n,<br />

die <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n hoogstbie<strong>de</strong>n<strong>de</strong> haast alles veil had ! Dag aan<br />

dag een nienw opstel over al we<strong>de</strong>r een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rwerp, wat<br />

natuurlijker dan die kreet onzer jengd, welke geene heugenis<br />

heeft van het raorgenrood door <strong>de</strong> Meditations verspreid , van<br />

het regt , waarmee die jonkman zijner Elvire toe mogt roepen:<br />

„laat er eeuwen over uw stof <strong>voor</strong>bijgaan , nog zult gij leven !"<br />

Vroege vergetelbeid bij het opbloeijend geslacht — <strong>voor</strong>bijzien<br />

ook <strong>de</strong>r schoonste lauweren , die <strong>de</strong>r wereld eerst we<strong>de</strong>r<br />

toe zullen sehitteren , als bet hoofd , waarom zij gevloehten<br />

wer<strong>de</strong>n , zich ter ruste zal hebben gelegd , — is <strong>de</strong> straffe niet<br />

te streng , zelfs <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vele latere letterkundige zon<strong>de</strong>n ? Ons<br />

schijnt zij het, ons schijnt ze overdreven , als <strong>de</strong> klagt van dat<br />

rijpere <strong>de</strong>el <strong>de</strong>s publieks , 't welk maar al te getrouwe heugenis<br />

heeft van <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nkingen in <strong>de</strong>r tijd tegen <strong>de</strong>n Jocelyn<br />

geopperd. Er schuilen geene pruiken on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hoofdschud<strong>de</strong>rs<br />

over <strong>de</strong> plaatsing van dit dichtstuk in <strong>de</strong>ze <strong>bibliotheek</strong> ; niet omdat<br />

het nit <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>de</strong>r romantiek dagteekent , weigeren zij het<br />

<strong>de</strong>n naam van klassiek ; ook <strong>de</strong> kritiek van dien tijd, beweren<br />

zij , heeft er <strong>de</strong>n staf over gebroken. Wij zullen <strong>de</strong> laatsten<br />

zijn te ontkennen , dat <strong>de</strong>ze bevoegd was er veel in of te keuren<br />

; maar wij hopen niet <strong>de</strong> eenigen to wezen , die in het oog<br />

hou<strong>de</strong>n welk duel er haar bij beziel<strong>de</strong>. Het was zomer gewor<strong>de</strong>n,


376 A. 1J1 LAMARTINE, JOCELYN.<br />

na eene liefelijke lente, eene lente zon<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>beeld, en zich<br />

<strong>de</strong> bloesems herinneren<strong>de</strong> , die haar had<strong>de</strong>n betooverd , eischte<br />

zij vruchten <strong>de</strong>ze waard. De dichter had tot verwachtingen<br />

geregtigd , wier vervulling hare waarschuwing misschien verhaasten<br />

kon : het was haar pligt te laken , waar hij bene<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>ze bleef. Er zijn, die zich verlustigen in <strong>de</strong> woordspeling ,<br />

waartoe <strong>de</strong> titel van zijn volgend werk , la Chute dun Ange<br />

uitlokte; vijf-en-twintig jaren later schijnt het ons toe meer<br />

met <strong>de</strong> roeping eens beoor<strong>de</strong>elaars te strooken , <strong>de</strong> schoonhe<strong>de</strong>n<br />

in het laatste fraaije gedicht van <strong>de</strong>n vroegeren Lamartine<br />

te doen waar<strong>de</strong>ren. „Vlei u niet ooit een volmaakt di chtstu<br />

k te zullen zien ," is eene les door Pope niet louter <strong>de</strong>r<br />

achttien<strong>de</strong> eeuw gegeven.<br />

„Jocelyn on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> klassieken !" laat ons in weinige woor<strong>de</strong>n<br />

zaamvatten hoe <strong>de</strong> zaak vroeger werd bepleit , niet om een eindvonnis<br />

te wijzen , neen , slechts om te verdui<strong>de</strong>lijken wat ons<br />

thans vOOr stemmen doet.<br />

Sainte-Beuve , Vinet , Gustave Planche, <strong>de</strong> trits heeft in verschillen<strong>de</strong><br />

tijdperken , ie<strong>de</strong>r op zijne beurt , het vers gewogen<br />

en het is een studie op zich zelve ga te slaan , wat bij elk<br />

<strong>de</strong>r drie het zwaarste weegt , <strong>de</strong> schoonheid of <strong>de</strong> strekking.<br />

Wij mogen er ons hier zoo min in verlustigen als in uitvoerige<br />

toelichting dier critici zelve ; we hebben alleen resultaten<br />

me<strong>de</strong> te <strong>de</strong>elen. En toch , zon<strong>de</strong>r een enkelen wenk gaat het<br />

niet. Sainte-Beuve , <strong>de</strong> overdreven lofre<strong>de</strong>naar <strong>de</strong>s dichters in<br />

<strong>de</strong> Nouveaux Portraits et Critiques Litteraires, die toen <strong>voor</strong>uitgang<br />

waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>, <strong>de</strong> Harmonies met <strong>de</strong> illAlitations vergelijken<strong>de</strong><br />

, Sainte-Beuve, alle illusien zijner jeugd te boven , na<br />

<strong>voor</strong> elke van <strong>de</strong>ze to hebben geboet , Sainte-Beuve wordt in<br />

<strong>de</strong>n Jocelyn <strong>de</strong> eerste blijken van verval gewaar ! een vonnis,<br />

waarop <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> werken van Lamartine slechts to zeer het<br />

zegel hebben gezet. Wij wenschen geheel billijk to zijn. Het


N. DE LAMARTINE JOCELYN. 377<br />

zou <strong>de</strong>n even scherpzien<strong>de</strong>n als smaakvollen beoor<strong>de</strong>elaar niet<br />

zwaar zijn gevallen <strong>de</strong> gisping uit het dichtstuk te staven, al<br />

ware het door schooner scheppingen opgevolgd. Het overwigt<br />

van het lyrische element op het dramatische in een vers dat<br />

van eene autobiographie niet meer heeft dan <strong>de</strong>n vorm, — <strong>de</strong><br />

overvloed van beel<strong>de</strong>n elkan<strong>de</strong>r verdringen<strong>de</strong> en bena<strong>de</strong>elen<strong>de</strong>,<br />

tot verhijsterens toe, — gerekte beschrijvingen en gerekte bespiegelingen<br />

, te wijten aan <strong>de</strong> zelf bewon<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>s zangers ,<br />

die <strong>de</strong> kunst uit te wisschen , die kernig-zijn bene<strong>de</strong>n zich<br />

achtte , het zijn vlekken , zelfs <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong>ling in die letterkun<strong>de</strong><br />

in het oog vallen<strong>de</strong> , welke <strong>voor</strong> Sainte-Beuve geene<br />

sehuilhoeken meer heeft. Stel u bij <strong>de</strong>ze schaduwzij<strong>de</strong>n, vlugtig<br />

aangewezen , <strong>de</strong> vele vergrijpen tegen <strong>de</strong> taal <strong>voor</strong>, verre<br />

dat getal overschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> , waartoe maat en rijm , ook bij<br />

grooter keurigheid , min<strong>de</strong>r zou<strong>de</strong>n hebben verpligt dan vrijbrief<br />

gegeven; vertegenwoordig u eenen dichter, die zich van<br />

jongs of weinig aan beoor<strong>de</strong>elingen pleeg<strong>de</strong> to bekreunen , die<br />

er luttel om gaf wat „<strong>de</strong> spelbrekers" had<strong>de</strong>n aan te merken,<br />

gerust dat hij „<strong>de</strong> vrouwen en <strong>de</strong> jongelui" op zijn hand had<br />

en ge verwon<strong>de</strong>rt u niet langer over <strong>de</strong> bittere, barre toespelingen<br />

, welke Sainte-Beuve zich se<strong>de</strong>rt jegens <strong>de</strong>n gevallen<br />

Lamartine veroorloof<strong>de</strong>! „Allemaal menschen !" zij ook hier<br />

verklaring en vergoelijking tevens , dubbel toepasselijk waar<br />

staatkundige veeten, als thans in Frankrijk, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>treffelijkste<br />

geesten ver<strong>de</strong>elen. Wij buigen ons <strong>voor</strong> Sainte-Beuve, als hij<br />

uit zijn schat van studie het verle<strong>de</strong>n toelicht ; wij doen het<br />

bewon<strong>de</strong>rend als hij in Chaleaubriand et son yroupe litteraire<br />

sous , geheel een <strong>voor</strong>bijgegaan geslacht krachtig herleven<br />

doet , kalm ga<strong>de</strong>slaat , en kritisch weegt ; maar over tijdgenooten<br />

is zijn oor<strong>de</strong>el ons geen orakel ; een beroep van zijn<br />

vonnis blijft geoorloofd. — Vinet, <strong>de</strong> betreur<strong>de</strong>, <strong>de</strong> beminnelijke<br />

Vinet, nam eene geheel an<strong>de</strong>re, sonimigen zullen getnigen,


378 A. DE LAMARTINE, JOCELYN.<br />

veel hoogere vlugt in zijne beoor<strong>de</strong>eling van <strong>de</strong>n Jocelyn ; hij<br />

vroeg het dichtstuk naar zijn doel en ge vermoedt vast wat het<br />

in dat opzigt to wenschen overliet. Hoe zou Lamartine, die,<br />

zoo gij op het gebied van <strong>de</strong>n geest geslachtslijsten duldt, nakomeling<br />

van Bernardin <strong>de</strong> Saint-Pierre en telg van Chateau-<br />

briand blijkt , die zich op <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>va<strong>de</strong>ren naar <strong>de</strong> ziel<br />

telkens to goed doet, hoe zou hij, halfgeloovige, gena<strong>de</strong> hebben<br />

gevon<strong>de</strong>n bij dien even hel<strong>de</strong>r — als innig — hervorm<strong>de</strong>?<br />

Vinet maakt het ons zonneklaar, dat Jocelyn niet katholiek is,<br />

zoo als <strong>de</strong>ze het in <strong>de</strong> donkere dagen zijns levens had kunnen ,<br />

had moeten zijn ; Vinet breekt <strong>de</strong>n staf over het begrip, dat<br />

<strong>de</strong> dorpspastoor, , neen , dat Lamartine zich van Hem vormt ,<br />

die <strong>de</strong>r wereld <strong>de</strong> blij<strong>de</strong> boodschap zond ! Aan then steen<br />

getoetst , stoat het goud <strong>de</strong>zer verzen , het is waar, , <strong>de</strong> proef<br />

niet door; maar het blijft <strong>de</strong> vraag , of <strong>de</strong> schets van Vinet's<br />

i<strong>de</strong>aal eens christens hier historisch-waar zoo zijn geweest ,<br />

of <strong>de</strong> Jocelyn <strong>de</strong>s dichtstuks , met al zijn gebreken , ook<br />

met zijn zweern van zelfvergoding , niet in vele opzigten een<br />

prototype mogt heeten van <strong>de</strong>n auteur, , die vijftien jaren<br />

later dan het tijdstip waarop <strong>de</strong> aanvang van dit dichtstuk<br />

ons verplaatst , schier heilig werd verklaard , <strong>voor</strong> le Genie<br />

do Chri8tianisnie ? Ons ten minste , die van geen gedichten<br />

hou<strong>de</strong>n , geschreven ten bewijze van welke geloofsleer dan ook,<br />

ons valt het niet in, Lamartine te verwij ten, dat hij in Jocelyn een<br />

dnbbelen aanval op het coelibaat <strong>de</strong>r priesters en op <strong>de</strong> Moe<strong>de</strong>rkerk<br />

zelve zou hebben bedoeld , of er onbewust in zou zijn geslaagd<br />

dien zingen<strong>de</strong> te leveren. Hoe welsprekend, hoe warm <strong>de</strong><br />

stelling werd gestaafd , wij had<strong>de</strong>n haar van zwitsersch-hervorm<strong>de</strong><br />

zij<strong>de</strong> liever niet geopperd gezien , en Lamartine heeft<br />

haar, gelooven wij, met voile regt gelogenstraft. — Ein<strong>de</strong>lijk is<br />

het woord aan Gustave Planche, die, zoo het <strong>voor</strong> een kritikus<br />

volstond niet enkel karakter te hebben, maar ook dat karakter


A. DE LAMAHTINE, JOCELAN. 379<br />

ten prijs van allerlei ontbering te handhaven , <strong>voor</strong> geenen zou<br />

behoeven to wijken ; aardsche glans noch grootheid was zijn<br />

<strong>de</strong>el , zij schitter<strong>de</strong>n slechts een oogenblik bij zijne begrafenis !<br />

Gelukkig <strong>voor</strong> zijn gezag echter, bezat hij moor dan onafhankelijkheid<br />

van geest , ondanks armoe<strong>de</strong> , in het Parijs <strong>de</strong>r<br />

negentien<strong>de</strong> eeuw ; verdient hij, om zijne handhaving <strong>de</strong>r regten<br />

van het gezond verstand tegen velerlei overdrijving of eenzijdigheid<br />

, verdient hij om <strong>de</strong>n omvang van zijnen blik op<br />

het gebied <strong>de</strong>r geschie<strong>de</strong>nis, om <strong>de</strong> diepte zjns gevoels <strong>voor</strong>al,<br />

te wor<strong>de</strong>n gehoord. Er is iets profetisch in zijne loochening<br />

van Lamartine's beweren , dat <strong>de</strong> poget onvolkomen zou zijn,<br />

wanneer hij in onze dagen ook niet als politicus optrad , wanneer<br />

hij <strong>de</strong> daad niet bij <strong>de</strong> les voeg<strong>de</strong> ; — dat <strong>de</strong> dichter<br />

die waarschuwing had<strong>de</strong> ter harte genomen , toen hij <strong>de</strong> staatkun<strong>de</strong><br />

het pis alley achtte <strong>voor</strong> vernuften , wier jeugd is vervlogen<br />

, toen hij zich kennis van finantign toeschreef, , <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>looze<br />

verblinding ! neen — Chateaubriand was , <strong>voor</strong> hem , even<br />

dwaas geweest! Sla zelf <strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong>n op, als ge weten wilt<br />

hoe Planche , na <strong>de</strong> eerzuchtige benaming po g ine human itaire,<br />

met een enkel woord, als barbarisme inutile,<br />

te hebben gewraakt , het book dat ons bezig houdt , ontleedt.<br />

Onverbid<strong>de</strong>lijk <strong>voor</strong> ie<strong>de</strong>r vergrijp tegen <strong>de</strong> taal , waarvan<br />

Jocelyn. overvloeit , ergert hij zich nog meer aan <strong>de</strong>n woor<strong>de</strong>nvloed<br />

, aan die weel<strong>de</strong>righeid van dictie , welke er zich niet<br />

bij bepaalt eene gedachte nit te drukken , welke haar uitspint,<br />

tot zij dunne draad , tot zij rag wordt ; een gebrek zoo gallisch<br />

geschetst in <strong>de</strong> blaam, dat hij er zich niet mo<strong>de</strong> vergenoegt<br />

<strong>de</strong> druiven te person om <strong>de</strong>n wille van heur god<strong>de</strong>lijk<br />

vocht , dat hij zelfs van <strong>de</strong> schillen nog partij zoekt te trekken<br />

en — er zijn wijn door be<strong>de</strong>rft. „Geene evenredigheid <strong>de</strong>r<br />

„<strong>de</strong>elen valt bier te waar<strong>de</strong>ren ," gefuigt hij ; het is <strong>de</strong> zwakke<br />

zij<strong>de</strong> van vele romans in verzen — of ontbreekt die hoogere


380 A. DE LANIIRTINE, JOCELYN,<br />

sehoonheid <strong>de</strong>r harmonie niet evenzeer in Elizabeth Barrett<br />

Browning's Aurora Leigh , als in Owen Meredith's Lucile? — en<br />

„<strong>de</strong> schikking laat te wenschen over" ; hij beproeft eene reconstructie<br />

die meesterlijk heeten mag. Het is er verre van,<br />

dat wij <strong>de</strong> lijst zijner bezwaren zou<strong>de</strong>n hebben uitgeput ; als<br />

gij gevoelt , welk een dieper indruk gij door het opgemerkt<br />

gebrek dierft , komt <strong>de</strong> beeldverwarring ter sprake. Planche<br />

heeft er slag van, feilen aanschouwelijk te maken; hij voert<br />

eene schoone op, die, niet tevre<strong>de</strong>n zich met een snoer paarlen<br />

of een stel diamanten to tooijen , bovendien naar sapphieren ,<br />

robijnen en smarag<strong>de</strong>n grijpt , als ware hoe meer hoe mooijer ,<br />

tot zij schittert <strong>voor</strong> een schatster ! — En <strong>de</strong>s ondanks „Quelle<br />

„est done notre conclusion ? Jocelyn est un beau poeme sans<br />

„composition et sans style. Y a-t-il beaucoup <strong>de</strong> livres dont<br />

„nous puissions en dire autant ?"<br />

„Jocelyn on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> klassieken" — <strong>de</strong>r negentien<strong>de</strong> eeuw altoos<br />

, „avec sa reputation <strong>de</strong>testable?" klinkt het ons toe, daar<br />

<strong>de</strong> phrase van Gustave Planehe ie<strong>de</strong>r aan Beaumarchais herinnert<br />

, en wij aarzelen niet met Figaro to antwoor<strong>de</strong>n : „Et si<br />

„je vaux mieux qu'elle ? y a-t-il beaucoup <strong>de</strong> seigneurs qui<br />

„puissent en dire autant ?"<br />

Velerlei schoonhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>tail zijn , par le terns qui court,<br />

in uitheemsche en inheemsche poezij reeds eene schaarsehe<br />

weel<strong>de</strong> gewor<strong>de</strong>n , maar bier is meer: <strong>de</strong> a<strong>de</strong>m <strong>de</strong>r bezieling blijft<br />

in het gansche gedicht hoorbaar ; tien schoone bladzij<strong>de</strong>n vergoe<strong>de</strong>n<br />

eene enkele zwakke ruim , en wie ook er <strong>de</strong>n heer<br />

Krusernan hard over valle , dat hij <strong>de</strong>ze vertaling het licht<br />

<strong>de</strong>ed zien , wij brengen er hem lof <strong>voor</strong> toe. Niet maar flaauw<br />

afgeschaduwd , niet slechts aangebragt om <strong>de</strong>n achtergrond<br />

<strong>de</strong>s tafereels te stofferen , rijzen in dit dichtstuk <strong>de</strong> Alpen van<br />

het Dauphine somber en stout, beurtelings schitteren<strong>de</strong> en<br />

schrikwekken<strong>de</strong> <strong>voor</strong> MIS op ; <strong>de</strong> zanger geeft u dieper indruk


A. DE LAMART1NE, JocELYN. 381<br />

dier natuur, , dan <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>r van Joanne of Reclus ; Lamartine's<br />

poezij doet haar pittoresk meer regt , dan het teekenstift van<br />

G-irar<strong>de</strong>t of Dore. Al strookte het met <strong>de</strong> grenzen , ons in dit<br />

tijdschrift gesteld , een uitvoerig verslag <strong>de</strong>r verdicbting te geyen<br />

, ooze weerzin in zulke geraamten van dichtstukken zou te<br />

groot blijken, om het te beproeven; het zijn min<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>voor</strong>vallen<br />

waaraan het zijn belang ontleent , dan <strong>de</strong> wijze waarop<br />

die wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>gesteld , en doe daar eens hul<strong>de</strong> aan in weinig<br />

woor<strong>de</strong>n ! Als eene getuigenis <strong>voor</strong> oor<strong>de</strong>el gel<strong>de</strong>n mag, geven<br />

wij het volgen<strong>de</strong> en wenschen dat ie<strong>de</strong>r onzer lezers haar toetse<br />

door op zijne beurt <strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong>n in to zien. Vijf en twintig<br />

jaren gele<strong>de</strong>n las een lief vriend , in zijne eerste verrukking<br />

over die verzen, ons dat tooneel <strong>voor</strong>, waarin Jocelyn, door<br />

<strong>de</strong>n vloek <strong>de</strong>s bisschops bedreigd , in zijne lief<strong>de</strong> zijn leven<br />

prijs geeft om <strong>de</strong> ziel <strong>de</strong>s vervolg<strong>de</strong>n te red<strong>de</strong>n ; wij lazen het<br />

thans , alleen en kalmer , over; wat ook Vinet tegen die priesterwijding<br />

inbragt , Lamartine sleept ons mee, we waren we<strong>de</strong>r<br />

jong. Het is een <strong>de</strong>r sterkst spreken<strong>de</strong> plaatsen ; het vers heeft<br />

er stille , die daarom niet min<strong>de</strong>r aandoen ; schraal zou <strong>de</strong><br />

krans zijn, als zijn loover slechts aan eene twijg gruen<strong>de</strong>. Schik<br />

en strengel dien zelf; wij wenschen n op eene fraaije episo<strong>de</strong><br />

opmerkzaam to maken, die <strong>voor</strong>taan in cone blosemlezing van<br />

gedichten nit <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong> , in <strong>de</strong> verzen <strong>de</strong>s vertolkers , niet<br />

mag wor<strong>de</strong>n gemist. Lamartine erkent hare gedachte aan<br />

Leopold Robert's schil<strong>de</strong>rij , les Moissonneurs dans les Marais<br />

Pontius, verschuldigd te zijn ; Gustave Planche acht doze<br />

bekentenis te zedig : „pour qu'une oeuvre soit belle ," zegt<br />

hij, „il faut qu'elle proce<strong>de</strong> directe'ment <strong>de</strong> remotion, et le<br />

„plus riche tableau ne dictera jamais qu'un mediocre poeme."<br />

Albums van wat niet al, met verzen bij platen geschreven , of<br />

dat woord <strong>voor</strong> good een ein<strong>de</strong> maakte aan uwe pracht en<br />

uwe prullen ! Helaas ! <strong>de</strong> wensch zal wel even ij<strong>de</strong>l blijken als


382 A. DE LAM ARTINE , JOCELYN.<br />

die, dat het ons gegeven ware elk onzer lezers bij beurte nu<br />

eens <strong>de</strong>n blik op die schil<strong>de</strong>rij van Leopold Robert te doen<br />

slaan en dan we<strong>de</strong>r het oor met die verzen van Lamartine<br />

te verrassen , of, vertolking tegen vertolking, hem <strong>de</strong> fraaije<br />

gravure van Prevost, die <strong>voor</strong> ons hangt , zoowel ter hand te<br />

geven , als het boeksken van <strong>de</strong> Visser, , dat naast ons ligt.<br />

Om strijd <strong>de</strong>n indruk genieten<strong>de</strong> van zoo verschei<strong>de</strong>n schoon ,<br />

zou hij het eens zijn met Planche , als <strong>de</strong>ze beweert , dat <strong>de</strong><br />

zege <strong>de</strong>s schil<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>n dichter heeft geprikkeld om ook to<br />

worstelen , ook te overwinnen , maar niet met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len<br />

, meester op zijne beurt in zijne kunst. De studio kan te<br />

vruchtbaar zijn om ons niet een oogenblik in hare <strong>voor</strong>stelling<br />

te verlustigen. Feuillet <strong>de</strong> Conches is er treffelijk in geslaagd<br />

<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij te beschrijven : „Het is dat oogenblik van <strong>de</strong>n<br />

„on<strong>de</strong>rgang <strong>de</strong>r zonne , waarin hare schijf aan <strong>de</strong> kimmen <strong>de</strong>n<br />

„aardbol schijnt to raken , en ze zachter schadnwen geeft. Een<br />

„wages, door buffels getrok ken , staat stil ter plaatse , door<br />

„het hoofd <strong>de</strong>s gezins aangewezen als <strong>de</strong> geschiktste om er <strong>de</strong><br />

„tent op to slaan. Hij spreekt , en zijn wenk wordt gehoorzaamd.<br />

„Een <strong>de</strong>r voerlie<strong>de</strong>n is afgestegen ; tegen het juk geleund ,<br />

„biedt hij zijn tweespan rust, en overziet met schran<strong>de</strong>ren ,<br />

„fieren blik het tooneel. Eon an<strong>de</strong>r, , nog op het vreedzaam<br />

„lastdier gezeten , zwaait <strong>de</strong>n prikkel of het een schepter ware,<br />

„met al <strong>de</strong> aangeboren <strong>de</strong>ftigheid <strong>de</strong>n nakomelingen van „we-<br />

„ „relds opperheeren" in het hooge <strong>voor</strong>hoofd nog be<strong>de</strong>eld ; hij<br />

„slaat twee mannen Ba<strong>de</strong>, tot <strong>de</strong>n drom van maaijers behoo-<br />

„ren<strong>de</strong> , die dansen op het a<strong>cc</strong>ompagnement van <strong>de</strong>n pifero ,<br />

„<strong>de</strong> hoornpijp of doe<strong>de</strong>lzak <strong>de</strong>s lands. Om <strong>de</strong>n wagen reit<br />

„zich een groep van oogstvolk , mannen <strong>voor</strong>zien van zeissen<br />

„en an<strong>de</strong>re werktuigen, vrouwen bet <strong>voor</strong>schoot van garven<br />

„vol. Op <strong>de</strong>n wagon zelf, , ter zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n huisva<strong>de</strong>r, , is een<br />

„jonkman bezig <strong>de</strong> zeilen los to rollen , terwijl eene schoone


A. DE LIMARTTNE JOCELYN. 383<br />

„jonge vrouw, met een kind aan <strong>de</strong> Borst, zich achter bei<strong>de</strong>n<br />

„verheft , het geheel beheerschen<strong>de</strong> , een liefelijke , schier ma-<br />

„jestueuse verschijning , een zinnebeeld , zoo ge wilt, van <strong>de</strong>n<br />

„oogst. Dorpelingen van bei<strong>de</strong>rlei kunne stofferen <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n<br />

„grond <strong>de</strong>s landschaps ; aan <strong>de</strong>n gezigtein<strong>de</strong>r wordt ge <strong>de</strong> krui-<br />

„nen van het ou<strong>de</strong> schiereiland van Circe gewaar, , Monte Cir-<br />

„cello.” Het is benij<strong>de</strong>nswaardig zoo te beschrijven ; maar <strong>de</strong><br />

verbeel ding heeft er Diet min<strong>de</strong>r hare vleugelen om aan te<br />

schieten , als ge <strong>de</strong>n indruk zult ontvangen , dat iets statelijk<br />

stils bet eigenaardigste dier groepen heeten mag , dat het gelukkig<br />

gezin eene waardigheid heeft, waarvan wij in dien<br />

stand geen begrip hebben, dat het eenvoudige hier het grootsche<br />

na<strong>de</strong>rt , neen , daarmee reeds is zaamgesmolten. Het lijdt<br />

geen twijfel , dat Lamartine dien ontving , toen hij er op<br />

staar<strong>de</strong> ; het is even onloochenbaar, , dat <strong>de</strong> tijd dien moet<br />

hebben uitgewischt , eer hij zijn tooneel in het Dauphine<br />

kiezen dorst. Ook bij hem wordt u een landbouwer geschil<strong>de</strong>rd ,<br />

wiens gezin hem op <strong>de</strong>n akker vergezelt ; maar weten<strong>de</strong> , dat<br />

hij slechts allengs <strong>de</strong>n indruk kan te weeg brengen , dien het<br />

<strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r gegeven is, door het wegschuiven zijner gordijn<br />

in een glorierijk oogenblik bij alien to weeg to brengen , doet<br />

hij geen afstand van <strong>de</strong> menigte van mid<strong>de</strong>len , hem in afwisseling<br />

en opklimming gegund. Vrouw en kroost zijn mee<br />

in het veld gegaan , waar ge ploegen en zaaijen ziet — hij<br />

begint met het begin, — vrouw en kroost zijn finks om het<br />

zeerst in <strong>de</strong> weer, <strong>de</strong>n hijgen<strong>de</strong>n ossen voedsel zaam te garen<br />

en <strong>voor</strong> to werpen ; <strong>de</strong> jeugd omvlecht hun stuggen hals met<br />

loover, — een allerbevalligst tafereel ! Een louter beschrijvend<br />

dichter zou er zich 'nee hebben vergenoegd en bene<strong>de</strong>n zijn<br />

on<strong>de</strong>rwerp zijn gebleven ; eensklaps wisselt bij Lamartine <strong>de</strong><br />

epische toon met <strong>de</strong>n lyrischen af, , en eene strophe over <strong>de</strong>n<br />

arbeid, luttel regelen , levert u eene verrassen<strong>de</strong> proeve , welk


384 A. DE LAIVIARTINE JOCELYN.<br />

eene vlugt <strong>de</strong>r poezij is gegund , hoe zij in het schijnbaar<br />

meest alledaagsche , eene wereldwet ont<strong>de</strong>kt en huldigt ! Onwillekeurig<br />

<strong>de</strong>nken wij aan Schiller's Lied von <strong>de</strong>r Glocke ;<br />

daar wordt <strong>de</strong> aanschonwelijke <strong>voor</strong>stelling van het gieten telkenmale<br />

afgebroken door <strong>de</strong> bespiegelen<strong>de</strong> uitboezeming van<br />

gewaarwordingen en gedachten aan het on<strong>de</strong>rwerp verknocht ;<br />

maar we hebben <strong>de</strong> opmerking naauw gewaagd , of wij vragen<br />

ens tevens af, , of <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> dichtstukken met elkan<strong>de</strong>r vergelijkbaar<br />

zijn? Er schuilt ten minste iets verlokkends in <strong>de</strong> tegenstelling<br />

: Schiller, zooveel armer be<strong>de</strong>eld , wat on<strong>de</strong>rwerp<br />

betreft , zooveel ver<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> wieken <strong>de</strong>r fantasie <strong>voor</strong>tgedragen<br />

, — Lamartine , <strong>voor</strong> <strong>de</strong> eenige maal zijns levens welligt ,<br />

sober, en juist door die matiging <strong>de</strong>n diepsten , <strong>de</strong>n meest harmonischen<br />

indruk te weeg brengen<strong>de</strong> ! Concordia is bet doel<br />

<strong>de</strong>s duitscben zangers geweest , en ge draagt er het bewustzijn<br />

van merle, als ge in <strong>de</strong>n bonten kring van gedachten haar, ,<br />

die alien beheerschen zou , niet uit het oog verloort ! Jocelyn<br />

daarentegen , Jocelyn heeft het gezin , dat ge op <strong>de</strong>n ochtend<br />

zaagt ploegen , zich met <strong>de</strong>n middag ter ruste zien vlijen , met<br />

<strong>de</strong>n avond zien bid<strong>de</strong>n ; en als <strong>de</strong> zaadkorrels gestrooid zijn<br />

en <strong>de</strong> zonne ter kinime duikt , dan volstaat maar eene bladzij<strong>de</strong><br />

hem om van <strong>de</strong>n zomer en <strong>de</strong>n herfst te droomen ; dan<br />

heeft hij <strong>de</strong>n heiligen<strong>de</strong>n invloed <strong>de</strong>s Arbeids op heel <strong>de</strong><br />

menschheid bespied , dan gaat er nog iets meer <strong>voor</strong> zijn geest<br />

en genaoed orn , dat zich in geen twee woor<strong>de</strong>n weer laat geven<br />

, maar 't geen gij dichterlijk me<strong>de</strong>gevoelt , me<strong>de</strong>geniet in<br />

<strong>de</strong> slotstrophe :<br />

Zoo liebt ge, o Goa, <strong>de</strong> za<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>ze gar<strong>de</strong><br />

Van lief<strong>de</strong> en van vere<strong>de</strong>ling gestort ,<br />

Wier oogst van onvergangbre waar<strong>de</strong><br />

Voor <strong>de</strong> eenwigheitt verzameld wordt.<br />

0 Steun op 'a levens rawe voren<br />

Den halm van 't opgaand hemelkoren,


A. DE LAIVIARTINE JOCELYN. 385<br />

Bestraal 't met zaehten zonneschijn ;<br />

Geef 't mil<strong>de</strong>n dauw, , geef 't malschen regeu ,<br />

Laat <strong>de</strong> akkers , ruischend van IJw zegen ,<br />

Steeds voi van zwellen<strong>de</strong> aren zijn<br />

Al had<strong>de</strong>n wij urea lang gezocht naar eene in hare kortheid<br />

kenschetsen<strong>de</strong>r plaats van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n en gebreken <strong>de</strong>zer vertaling,<br />

we zou<strong>de</strong>n haar waarschijnlijk niet hebben gevon<strong>de</strong>n.<br />

Er is in het oorspronkelijke, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n schitterglans <strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n ,<br />

some zooveel schemerends van uitdrukking , dat <strong>de</strong> vertaler<br />

bijwijle gissen , aanvullen , bepalen moet , ale in <strong>de</strong>ze regelen<br />

is geschied ; niet willekeurig , maar <strong>de</strong>wijl <strong>de</strong> nuchterheid onzes<br />

publieks , of wilt ge Bever <strong>de</strong> <strong>de</strong>gelijkheid onzer taal , vaste<br />

omtrekken eischt. Vreemd genoeg intusschen , ale ge <strong>de</strong> laatste<br />

lezing kiest , dat dit verschijnsel zich vertoont bij een yolk,<br />

welks schil<strong>de</strong>rschool , zijn hoogste glorie op het gebied <strong>de</strong>r<br />

kunst , teekening <strong>voor</strong> kleur prijs geeft. Er is in het fransche<br />

dichtstuk , door dat velerlei zwevends , aan <strong>de</strong>n lezer eene speling<br />

van gewaarwordingen verzekerd , misschien ook eene keus van<br />

gedachten gegund , welke an<strong>de</strong>rs alleen het eigendom <strong>de</strong>r muziek<br />

plegen te zijn ; <strong>de</strong> eene ale <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re is hier, , en op menige<br />

plaats buiten <strong>de</strong>ze, te loor gegaan. Betreur het, zoo het u te<br />

bejammeren schijnt , — maar weer billijk genoeg te erkennen ,<br />

dat, zoo gij het zelf beproef<strong>de</strong>t , gij het er niet beter of zoudt<br />

brengen. Over het algemeen is <strong>de</strong> vertaling niet enkel vloeijend,<br />

is zij bei<strong>de</strong> getrouw en gelukkig, is zij zoo verdienstelijk , dat<br />

zij ons bijna tot het geloof aan verborgen talenten bekeert. „I:4j<br />

„heeft zich in <strong>de</strong> letterkundige wereld nimmer openlijk bekend<br />

„gemaakt ; eerst na zijn dood is on<strong>de</strong>r zijne nalatenschap het<br />

„handschrift van <strong>de</strong>n Jocelyn gevon<strong>de</strong>n ," zegt <strong>de</strong> uitgever, ,<br />

wiens <strong>voor</strong>berigt , benij<strong>de</strong>nswaardig keurig en kort , zoowel <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong>n afgestorvene als <strong>voor</strong> hem zelven inneemt. „De vertaling<br />

„verschipt zoo als ze geschreven lag. Indien het oog" <strong>de</strong>s ver-<br />

Studien ea Seketsra 771


386 A. DE LAMARTINE, JOCELYN.<br />

tolkers zelven „over <strong>de</strong> uitgave ware gegaan , zeker zou hij<br />

„hier en daar een regel of woord hebben verbeterd. Eene an<strong>de</strong>re<br />

„hand dan <strong>de</strong> zijne mogt dat thans , meen<strong>de</strong> ik , niet doen."<br />

De heer Kruseman hebbe onzen dank <strong>voor</strong> dien eerbied. „Wie<br />

„was die verschei<strong>de</strong>ne ?" vraagt men misschien , al vleit men<br />

er zich niet me<strong>de</strong> , dat wij in kieschheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n uitgever<br />

zullen on<strong>de</strong>rdoen , die vertrouwt te kunnen volstaan met het berigt,<br />

dat het hoofd van een aanzienlijk geslacht door <strong>de</strong>n druk<br />

„eene hul<strong>de</strong> begeer<strong>de</strong> to brengen aan <strong>de</strong>n afgestorvene." Wij<br />

looven te molten verzekeren , dat dit doel is bereikt , en voegen<br />

er, eer men ons zwijgen , over wat het gerucht ver<strong>de</strong>r vermeldt ,<br />

mis mogt verstaan , volgaarne bi‘j , dat Lamartine's Jocelyn in<br />

<strong>de</strong> schatting <strong>de</strong>s publieks zou winnen , als het wist on<strong>de</strong>r welk<br />

leed <strong>de</strong> vertaling vertroostte , hoe e<strong>de</strong>l een hart het was, dat<br />

in die stille studie afleiding en opbeuring vond , dat er een<br />

licht van liefelijke hope in begroette !<br />

1862.


SCHOONSTE LIE DEREN VAN ROBERT BURNS,<br />

UI'P HET SCHOTSCII VERTAALU DOOR TRANS DE CORT.<br />

„Fleeft hij" — dus hesluit <strong>de</strong> vertaler <strong>de</strong>zer Lie<strong>de</strong>ren <strong>de</strong><br />

Levensschets van Robert Burns, welke hij Naar doet <strong>voor</strong>afgaan;<br />

— „heeft hij geene gewrochten van langen a<strong>de</strong>m, geene epossen<br />

„samengesteld , wat die goe<strong>de</strong> Dr. Moore, Campbell en an<strong>de</strong>re<br />

„hem aanrie<strong>de</strong>n , zoo behoort toch zijn naam on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>gene,<br />

„die <strong>de</strong>r Engelsche letterkun<strong>de</strong> tot onverganklijken roem ver-<br />

„strekken. Wij durven zelfs <strong>voor</strong>spellen , dat <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tbrengsels<br />

„<strong>de</strong>s Schotschen lyrikers ten minste zoo lang populair zullen<br />

„blijven, als <strong>de</strong> grootsche scheppingen zijns landgenoots , <strong>de</strong>s<br />

„schrijvers van Ivanhoe. De ingang tot <strong>de</strong>n tempel <strong>de</strong>r Faam<br />

„is eng ; alleen met luttele doch kostbare bagagie geraakt men<br />

„er veilig door, en zij , die met gansche vrachtwagens daar-<br />

„been stijgen , blijven gewoonlijk vOOr <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur staan! ....<br />

„Burns behoort tot die dichters, welke men hoe langer hoe<br />

„Hever krijgt , en wier werken men hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> malen , telkens<br />

„met meer<strong>de</strong>r genoegen, kan en wil herlezen.”<br />

Het is geene to vleijen<strong>de</strong>, het is eene niet volledige karakteristiek<br />

als iemand u onzen eersten dichter wil<strong>de</strong> doen kennen<br />

, door Bil<strong>de</strong>rdijk's fraaijen regel:


388<br />

SCHoONSTE LIEDEREN VAN ROBERT BURNS.<br />

Lees Von<strong>de</strong>l dnizentimaal , gy leest hem telkens 't cerst!<br />

ge zoudt geen begrip hebben van het eigenaardige <strong>de</strong>s genies<br />

<strong>de</strong>zen be<strong>de</strong>eld , en zoo ook bier; lof mope het zijn, lof als slechts<br />

Burns verdien<strong>de</strong> is bet niet !<br />

„Nog leven wij ," — getuig<strong>de</strong> een engelsch kunstregter ouzer<br />

dagen juister, — „nog leven wij un<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n ze<strong>de</strong>lijken inyloed<br />

„van Burns, nog voelen wij zijn geest alom opwekken en be-<br />

„zielen.” En als hij dien heeft gewaar<strong>de</strong>erd in Wordsworth's<br />

wijsbegeerte, Campbell's lierzangen en Moore's het va<strong>de</strong>rland<br />

gewij<strong>de</strong> melodien , dan laat hij er treffend op volgen: „Waar<br />

„ook, in het ruw en druk verkeer van landbouw en nering,<br />

„daglooner of ambachtsman , ne<strong>de</strong>rig nijvere welke zijn werk-<br />

„kring zij , bij al zijn eenvoud zich zijne waar<strong>de</strong> als mensch<br />

„bewust is, — waar <strong>de</strong>ze zin <strong>voor</strong> schoonheid heeft en toont,<br />

„— waar kenniszucht hem blaakt waar hij het ma<strong>de</strong>liefjen”<br />

„door „het kouter omgewoeld" opraapt , en het on<strong>de</strong>rscheid<br />

„tusschen <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van „<strong>de</strong>n stempel <strong>de</strong>r guinje" en die van<br />

nhaar „goud" volkomen sehat , d a a r gloeit , verheft en bezielt<br />

„nog, met <strong>de</strong>n mood <strong>de</strong>s leeuws en met <strong>de</strong> tee<strong>de</strong>rheid <strong>de</strong>r<br />

„cluive, <strong>de</strong> koninklijke en zachtmoedige geest van Robert Burns."<br />

Wij verontschuldigen er ons bij <strong>de</strong>n hoer <strong>de</strong> Cort niet over,<br />

met een meer volkomene waar<strong>de</strong>ring dan <strong>de</strong> zijne, <strong>de</strong> aankondiging<br />

<strong>de</strong>zer vertaling van eenige lie<strong>de</strong>ren van Burns to<br />

Ain begonnen , hij heeft <strong>de</strong>n meester te lief om hem niet<br />

gaarne zijn voile regt to zien we<strong>de</strong>rvaren. Of we in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong><br />

vijftig zangen , welke hij ons aanbiedt , <strong>de</strong> schoonste mogen<br />

heeten ? hoffelijkheid verbiedt ons er aan te twijfelen; <strong>de</strong> vertalingen<br />

zijn aan zijne ga<strong>de</strong> opgedragen , met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> regelen :<br />

Toevend in <strong>de</strong> rozengaar<strong>de</strong><br />

Door <strong>de</strong>n Schotschen Bard geplant,<br />

Weest ge mij met schran<strong>de</strong>re hand<br />

De allerschoonste, hoogste in waar<strong>de</strong>.


SCHOONSTB LIEBEREN VAN ROBERT BURNS. 389<br />

Ik gehoorzaam<strong>de</strong> uwen weak,<br />

Want gij kent <strong>de</strong>n prijs <strong>de</strong>r rozen —<br />

Die gij koost, heb ik gekozen ,<br />

En ik bled ze u ten gesehenk.<br />

0 gij zult ze koestren, kweeken<br />

als mijn hart en mond<br />

—Even<br />

Zullen zij u elken stond<br />

EMIL/E , van lief<strong>de</strong> spreken.<br />

Wisch een paar woor<strong>de</strong>n , wisch die „waar<strong>de</strong>" en dien „prijs",<br />

wat sterk aan <strong>de</strong> wetenschap onzer dagen herinneren<strong>de</strong> , uit ;<br />

lees <strong>voor</strong> „schran<strong>de</strong>re" blanke of kleene , en het versjen geeft<br />

u eene even bevallige als innemen<strong>de</strong> groep van echtgeluk ;<br />

het boezemt u tevens gunstige verwachting in van <strong>de</strong> wijze<br />

waarop <strong>de</strong> minnelie<strong>de</strong>ren zijn vertolkt. Immers , met uitzon<strong>de</strong>ring<br />

van een paar langere stukjens , — twee balla<strong>de</strong>n en<br />

eene romance, — zijn het zuchten en wenschen , is het jammer<br />

en jubel als <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> slaakt en srnaakt — zijn het van die<br />

schetsjens , welke schil<strong>de</strong>rijen opwegen ; — lie<strong>de</strong>ren , in <strong>de</strong>n<br />

vollen zin van het woord lyriek <strong>de</strong>s harten.<br />

Er is jets hebreenwsch in <strong>de</strong> wijze op welke wij dit boeksken<br />

<strong>voor</strong> u openslaan , het laatste vers het eerst. Het is eene<br />

<strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> balla<strong>de</strong>n Jan Gerstekoorn, „ontegensprekelijk Burns'<br />

„meesterstuk ," zegt <strong>de</strong> heer <strong>de</strong> Cort ; „daarom held ik het<br />

„ook <strong>voor</strong> het bouquet." Een beetjen <strong>voor</strong>ingenomenheid van<br />

<strong>de</strong>n belgischen bierliefhebber, , meent ge ; misschien wel; maar<br />

<strong>de</strong> billijkheid gebiedt er bij te voegen , wat hij niet vergeet<br />

mee to <strong>de</strong>elen : „Met die balla<strong>de</strong> was Goethe zeer ingenomen.<br />

„ „Het gedicht John Barleycorn., zegt hij ergens ," <strong>•</strong> — in zijne<br />

„gesprekken met Eckerman , gelooven we, „was anonym tot<br />

„ „ons gekomen , en na(ar) verdienste geschat , gaf het aanlei-<br />

„ „ding tot vele pogingen , om het in onze tale over te bren-<br />

„ „gen. Hans Gerstekoorn , een wakker man, heeft vele vrien-


390 SCHOONSTE LIEDEREN VAN ROBERT BURNS.<br />

„ „<strong>de</strong>n , die hem onophou<strong>de</strong>lijk vervolgen en kwetsen en ein-<br />

„ „<strong>de</strong>lijk dreigen in <strong>de</strong>n grond te helpers."" De heusche kritiek,<br />

hoe ze toch kwetst , — al is het maar een spel<strong>de</strong>prik. De Cort<br />

laat er op volgen : „Mochte ik maar niet on<strong>de</strong>r die vrien<strong>de</strong>n<br />

„wor<strong>de</strong>n geteld ! Gelukkiglijk voegt Goethe er ter geruststelling<br />

„bij: „Aus alien diesen Unbil<strong>de</strong>n geht er aber doch<br />

„„am En<strong>de</strong> triumphirend hervor.”" Zon<strong>de</strong>r Goethe's<br />

autoriteit te hebben, — het gezag zou wel komen , als wij<br />

maar eerst zijn genie had<strong>de</strong>n ! — durven wij <strong>de</strong>n beer <strong>de</strong><br />

Cort verzekeren dat zijn geweten gerust kan zijn. Wilt gij<br />

<strong>de</strong> eerste proeve hoe hij vertaalt:<br />

Drie koningen waren er in <strong>de</strong>n oost ,<br />

Drie koningen hoog en groot ;<br />

En ze hebben gezworen bij plechtgen ced<br />

Jan Gerstekoorn <strong>de</strong>n dood.<br />

Ze vatt'en 'nen plocg en ploeg<strong>de</strong>n hem<br />

Diep in <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> schoot :<br />

En ze hebben gezworen bij plechtgen eed —<br />

Jan Gerstekoorn was dood.<br />

Maar vrolijk keer<strong>de</strong> <strong>de</strong> lente weer ,<br />

En regen drenkte 't veld;<br />

Jan Gerstekoorn verrees nit zijn graf<br />

En alien waren ontsteld.<br />

Des corners stood hij , dik en sterk,<br />

Te pronkeu in <strong>de</strong> con,<br />

Zoo wel <strong>voor</strong>zien van speer en punt<br />

Dat niemand hem <strong>de</strong>ren kon.<br />

Doch ale <strong>de</strong> herfst gekomen was,<br />

Toen werd hij geel en bleek ;<br />

Zijn plooijend lijf en waggelend hoof('<br />

Bewezen dat hij bezweek.


SCHOONsTE LIEDEREN VAN ROBERT BURNS. 391<br />

En aeh zijne frissehe gezon<strong>de</strong> kleur<br />

Versehoot al meer en meer ;<br />

En nu ontvlam<strong>de</strong> <strong>de</strong> doodlijke haat<br />

Der booze vijan<strong>de</strong>n weer.<br />

Ze namen een wapen lang en scherp —<br />

Ge giet geen wijn over of er gaat meer te loor dan enkele<br />

droppels , zoo ook Kier: <strong>de</strong> jaargetij<strong>de</strong>n missen in <strong>de</strong> navolging<br />

het schil<strong>de</strong>rachtige , hun in het oorspronkelijke door een<br />

enkel, maar juist bijvoegelijk naamwoord gegeven ; en wij braken<br />

het vers daar of waar <strong>de</strong> Cort door een aandoenlijken<br />

trek een aanschouwelijken van Burns niet verbetert. Intusschen<br />

wanhopen we er aan, ooit dat oog en oor door eene vertaling<br />

te zullen voldoen , die met <strong>de</strong>ze geen vre<strong>de</strong> hebben , die Naar<br />

niet aanbeveling genoeg achten om met <strong>de</strong> overige kennis te<br />

maken.<br />

En toch , we mogen niet vleijen , allerminst waar wij<br />

als bier een talent ontmoeten , dat meer belooft en vervullen<br />

kan wat wij er van verwachten , — <strong>de</strong> Soldaat — <strong>de</strong> romance<br />

in het hun<strong>de</strong>ltjen — is bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rij gebleven , die er<br />

in weed gekopieerd. „Toen <strong>de</strong> vernielen<strong>de</strong> wind van <strong>de</strong>n wil-<br />

„<strong>de</strong>n oorlog had uitgeraasd en <strong>de</strong> zoete vree we<strong>de</strong>rkeer<strong>de</strong>,<br />

„maar menig lief kind weesjen vond , en menige weduwe rou-<br />

„wen zag , toen verliet ik het verschanste veld, wemelen<strong>de</strong><br />

„van tenten , waarin ik lang had verkeerd; Tulin knapzak ,<br />

„al mijn schat , een arm en eerlijk soldaat ;” voila <strong>de</strong> la vile<br />

prose, maar die niet fraaijer is weergegeven in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

verzen :<br />

Zoodra <strong>de</strong> lieve , zoete vree<br />

Den woesten oorlog staakte,<br />

Die vele kin<strong>de</strong>rs va<strong>de</strong>rloos<br />

En vele weenwen maakte,


392 SCHOONSTE LIEDEREN VAN ROBERT BURNS.<br />

Zel ik <strong>de</strong>n dienst vaarwel en trok,<br />

Den ransel op <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rs,<br />

Wel arm , doch als een eerlijk man<br />

Naar 't land. been mijner oud.ers.<br />

Het is maar een omtrek van <strong>de</strong>n toestand gewor<strong>de</strong>n , waaraan<br />

zelfs <strong>de</strong> fijne toetsen Palen, waardoor die kunstwaar<strong>de</strong> verkrijgt.<br />

Een groot dichter geeft gelegenheid bij eene twee<strong>de</strong><br />

lezing gedachte en gevoel op to merken , die -a in <strong>de</strong> eerste,<br />

door het betooveren<strong>de</strong> <strong>de</strong>s geheels , te zeer bij verrassing troffen<br />

om ze in ge<strong>de</strong>elten te genieten; — maar welke zou <strong>de</strong> indruk<br />

zijn, als gij u aan eene herhaling van <strong>de</strong> lectuur <strong>de</strong>s bovenstaan<strong>de</strong>n<br />

couplets waag<strong>de</strong>t ?<br />

Als <strong>de</strong> brave borst ons vertelt , hoe hij, buiswaarts keeren<strong>de</strong>,<br />

aan zijn meisjen <strong>de</strong>nkt , doet n dan <strong>de</strong> uitdrukking :<br />

De maagd , wier torgenegenheid<br />

Ik vroeg te winnen trachtte ,<br />

een groepjen zien als Burns gaf, , — als we wenschen dat<br />

Isra.els u schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> , maar niet we<strong>de</strong>r, , zij het ook door Mouilleron<br />

, lithographieren liet<br />

I thought upon the witching smile<br />

That caught my youthful fancy.<br />

De dichter moot <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n schil<strong>de</strong>r in aanschouwelijkheid<br />

wijken ; maar hij heeft , boven dozen, <strong>de</strong> afwisseling <strong>de</strong>r toestan<strong>de</strong>n<br />

, <strong>de</strong>n onuitputtelijken rijkdom van toespelingen uit<br />

het gebied <strong>de</strong>r gedachte <strong>voor</strong> ; — <strong>de</strong> Cort ! wat schortte er<br />

aan toen gij gelooven Borst, Burns, zoo zinnelijk als ze<strong>de</strong>lijk ,<br />

regt to doen ; zijner Nancy, die <strong>de</strong>n moe<strong>de</strong>n krijgsman eene<br />

wijle rustens in hare woning guilt, alledaagschhe<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

lippen leggen<strong>de</strong> als <strong>de</strong>ze


SCHOONSTE LIEDEREN VAN ROBERT BURNS. 393<br />

„Treed vrij in hills en neem uw <strong>de</strong>el<br />

„Van 't maal , dat wij berei<strong>de</strong>n<br />

„Van hier zal nimmer ongetroost<br />

„Fen brave krijgsman schei<strong>de</strong>n."<br />

<strong>voor</strong> eene uitstorting van bartelijke gastvrijheid , van va<strong>de</strong>rlandlieven<strong>de</strong><br />

gloriezucht , als , wij ontkennen het niet, een navolger<br />

tot wanhoop brengt , in <strong>de</strong> muziek van het meisjen van<br />

Burns :<br />

„Our humble cot, and 'lamely fare<br />

„Ye freely shall partake it,<br />

„That gallant badge, the <strong>de</strong>ar cocka<strong>de</strong>,<br />

„Ye 're welcome for the sake o't."<br />

Het is niet dat u heerschappij over <strong>de</strong> taal ontbreekt , ge<br />

bezit die in hooge mate ; getuige uwe zoo gelukkige vertolking<br />

van :<br />

FINDLAY.<br />

Wie of er your mijn <strong>de</strong>urtjen staat ? —<br />

Wie an<strong>de</strong>rs dan uw Findlay ! —<br />

Gij komt hier niet van pas zoo last ..<br />

Ik hoop van ja, zei Findlay, —<br />

Wat guitenstuk hebt gij bedacht ? —<br />

0 kom en zie ! zei Findlay. --<br />

Zwaar zondigen zult gij van nacht —<br />

Dat zal ik vast ! zei Findlay.<br />

Zoo 'k opsta en u binnen last,<br />

Doe dat maar gaauw, , zei Findlay. --<br />

Due houdt mij wakker nw gepraat —<br />

Ik hoop van ja, zei Findlay, —<br />

lk vrees maar want ge zijt zoo stout, —<br />

Vrees niets van mij, zei Findlay.<br />

Dat gij tot morgen blijven zoudt --<br />

Pat zal ik vast ! zei Findlay. —


394 SCHOONSTE IIEDEREN VAN ROBERT BURNS.<br />

Maar <strong>de</strong><strong>de</strong> ik nu zoo ale ik zeg ; —<br />

Dat moot ge doen, zel Findlay. —<br />

Dan vindt gij an<strong>de</strong>rmaal <strong>de</strong>n weg —<br />

Ik hoop van ja , zei Findlay. —<br />

Nu , wat er hier gebeuren zal, —<br />

Laat dat maar gaan , zei Findlay. —<br />

Verzwijgt ge toeh in elk geval? —<br />

Dat zal ik vast ! zel Findlay.<br />

„Zou men Findlay van onkieschheid beschuldigen?" vraagt<br />

gij , in <strong>de</strong> opmerkingen en toelichtingen , waarme<strong>de</strong> gij uwen<br />

Inhoudstafel hebt gekruid. Hoe <strong>de</strong>ze vraag ons ongelegen<br />

komt ! Hoe zij het woord , dat ons op <strong>de</strong> lippen lag, haperen<br />

doet ! Wij had<strong>de</strong>n zoo gaarne eene gissing gewaagd ; we geloof<strong>de</strong>n<br />

dat <strong>de</strong>ze zoo gelnkkig het verschijnsel verklaren zou,<br />

waarom gij het eene versjen <strong>voor</strong>treffelijk vertaalt , waarom ge<br />

bij an<strong>de</strong>re zoo veel to wenschen overlaat. De Vlaamsche Poezij<br />

— men besluit immure zoo geree<strong>de</strong>lijk nit het bijzon<strong>de</strong>re tot het<br />

algemeene ale omgekeerd ? — <strong>de</strong> Vlaamsche Poezij, onzer<br />

dagen, meenen we natuurlijk , het rnid<strong>de</strong>neeuwsche tijdvak<br />

daargelaten — <strong>de</strong> Vlaamsche Poezij is nog jong ; <strong>voor</strong> eenvoudige<br />

toestan<strong>de</strong>n vindt zij ijlings het ware, het welsprekendst<br />

woord ; slechts bij <strong>de</strong> meer zamengestel<strong>de</strong> vergenoegt zij zich<br />

nog met het min<strong>de</strong>r volledige, min<strong>de</strong>r volkomene; <strong>de</strong> gedachte,<br />

die ontleedt , laat zich, bij bet gevoel dat bruischt, wat wachten.<br />

Al ge nu niet, met die vraag, ewer maatschappij het <strong>voor</strong>komen<br />

hadt gegeven eener vast verfijn<strong>de</strong> ; ale gij er niet <strong>de</strong>n<br />

indruk door hadt gemaakt , dat <strong>de</strong>rgelijke greep , in plaats van<br />

met gulgaauwen lath te wor<strong>de</strong>n begroet , ook ten uwent al aanstoot<br />

geeft , ons vermoe<strong>de</strong>n zou in stelling zijn verkeerd en<br />

doze zonneklaar zijn bewezen. Thans hebben wij <strong>de</strong> waarschijnlijkheid<br />

ons ... en wagen het toeh bij te brengen , wat<br />

dreig<strong>de</strong> die gedachte bij ons overtuiging to doen wor<strong>de</strong>n.


SCHOONSTE LIEDEREN VAN ROBERT BURNS. 395<br />

Voor vele jaren heeft iemand , die toen tot onze meest beloven<strong>de</strong><br />

talenten behoor<strong>de</strong> en die belofte gehou<strong>de</strong>n heeft, als<br />

wij hopen dat gij het <strong>de</strong> uwe zult doen , — er wor<strong>de</strong>n weinig<br />

stouter wenschen gedaan ! — het lie<strong>de</strong>ken van Burns , the<br />

auld Man, dus overgebragt:<br />

Toen veld en bosch<br />

In zomerdosch<br />

Bevallig, was getooid ,<br />

Was berg en dal<br />

Met puik en tal<br />

Van bloemen overstrooid.<br />

En bloem en loof en kruid<br />

Viel 's winters kat ten buit,<br />

Dan Mei keert weer,<br />

Wijl, als weleer, ,<br />

Natuur haar schat ontsluit.<br />

Maar niets herleeft,<br />

Waar 't al herleeft,<br />

Den grijzaart vuur en kracht.<br />

Mijn rug is stijf<br />

En stram mijn lijf, ,<br />

Mijn kruin met sneeuw bevracht,<br />

De dog is vol verdriet ,<br />

Wijl 's nachts <strong>de</strong> slaap mij vliedt ,<br />

0 zoete jeugd !<br />

Zoo vol geneneht' ,<br />

Zeg , waarom keert . gij niet?<br />

Het lijdt geen twijfel , dat <strong>de</strong> hand, die toen <strong>de</strong>ze regelen<br />

schreef, , eer zij <strong>de</strong>ze vertaling van dit versjen we<strong>de</strong>r ter drukkerij<br />

<strong>de</strong>ed gaan , menige wijziging van het bovenstaan<strong>de</strong> beproeven<br />

, menig woord <strong>voor</strong> een an<strong>de</strong>r verwisselen zou. Slechts<br />

bij het zangerige slot zou ze teregt da capo klappen ; wensch<br />

en klagt smelters, of gij het hollandsch en of gij het engelsch


396 SCHOONSTE LIEDEREN VAN ROBERT BURNS.<br />

leest, volkomen daarin zaam. Maar waar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> vertalking<br />

ook naar zweemen mogt, lieve vriend <strong>de</strong> Cort! —<br />

want onze aankondiging wordt , dank zij <strong>de</strong>n smijdigen vorm<br />

van dit album , schier eene toespraak , — niet maar wat gij<br />

in het Zui<strong>de</strong>n wagen dorst ; we zijn er in het Noor<strong>de</strong>n , zeg<br />

niet te nuchter, , zeg liever te na<strong>de</strong>nkend toe gewor<strong>de</strong>n ; smaak<br />

leert sober zijn<br />

De zonne blonk<br />

En wonnig zonk<br />

In 't groen het vogelliju<br />

En zoet van gem.<br />

En boot van klenr<br />

Loeg menig bloemekijn. —<br />

Na <strong>de</strong>kt <strong>de</strong> sneenw <strong>de</strong> wei,<br />

Stour is 't gevleugeld heir.<br />

Maar Hove Mei<br />

In pracht livrei<br />

Brengt loot en liedjens weer.<br />

Den blanken suet)<br />

Mijns hoof(', o wee!<br />

Versmelt geen zonnegInei;<br />

Eu mijnen stain<br />

Zoo oud en steam<br />

Verbreekt het stormgeloei.<br />

De grijsaard vindt geneugt<br />

Bij naeht noel dage nicer.<br />

0 gul<strong>de</strong>n jeugd<br />

Vol zoete vrengd,<br />

Waaroin keert gij niet weer I<br />

Het versjen geeft , of het <strong>voor</strong> ouzo gedachten geschreven<br />

ware, <strong>de</strong> stoutheid van grepen en <strong>de</strong>n stortvloed van beel<strong>de</strong>n ,<br />

welke fijner beschaving aan frisscher opvatting benij<strong>de</strong>n mag ,<br />

zoo tot overdrij v en s toe war . . . dat wij het verlies niet<br />

langer betreuren; dat wij gelooven mogen te hebben gewonnen.


SCHOONSTE LIEDEREN VAN ROBERT BURNS. 397<br />

Het is altijd uw kiesche vraag, die ons we<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> klem brengt ;<br />

maar hadt ge die niet gedaan, we zou<strong>de</strong>n, gissend <strong>voor</strong>tgaan<strong>de</strong>,<br />

een on<strong>de</strong>ugend teeken hebben gezet achter <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n : is<br />

<strong>de</strong> verhouding van hoogere dicht- en sehil<strong>de</strong>rkunst in het Zui<strong>de</strong>n<br />

niet eene tegenovergestel<strong>de</strong> van die welke bei<strong>de</strong> in het<br />

Noor<strong>de</strong>n kenschetst; ging <strong>de</strong>ze niet bier en gene daar niet<br />

<strong>voor</strong>uit, terwij1 gene hier en <strong>de</strong>ze daar stil stond ? — Maar<br />

gij hebt er ons ter goe<strong>de</strong>r ure <strong>voor</strong> bewaard , tegelijk en <strong>de</strong><br />

Vlaamsche dichters en <strong>de</strong> Hollandsche schil<strong>de</strong>rs to vertoornen.<br />

Wie zou ten uwent onze bondgenoot zijn geweest? Le<strong>de</strong>ganck<br />

— die zoo goed daeht als di chtt e, — helaas! hij is niet<br />

meer ; en ten onzent? wat zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zeven ons baten<br />

tegen <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>rd v ij fenzest ig — een an<strong>de</strong>r Thebe? of<br />

een an<strong>de</strong>r Ab<strong>de</strong>ra?<br />

En echter — al zoudt gij er ons taai om schel<strong>de</strong>n — wij<br />

geven <strong>de</strong> gissing nog niet op, een paar aanhalingen ten blijke.<br />

Wie begroet <strong>de</strong> gelukkigste uitdrukking van lager leven niet<br />

door <strong>de</strong> oogen <strong>de</strong>r kunst gezien, en dus ietwat gei<strong>de</strong>aliseerd,<br />

in regels als <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:<br />

Daar was 'ne mend met name Meg,<br />

Die in <strong>de</strong> wei<strong>de</strong> zat en spon ;<br />

Daar was een knaap, die kwam tot haar,<br />

Zijn naam was Duncan Davison.<br />

De wei was voehtig, Meg was schuw<br />

En Duncans bee word niet verhoord.<br />

Meg vatte ja haar spinnewiel<br />

En joeg hem, daarmeA dreigend , <strong>voor</strong>t.<br />

Hoe ver ze ging, hij volg<strong>de</strong> toch<br />

Het dal was groen, het beekjen klaar —<br />

Ze zaten op <strong>de</strong>n bloetngen zoom,<br />

Het spinrad tusschen hem en haar.<br />

Maar Duncan zwoer bij duren ced:


398 SCHOONSTE LIEDEREN VAN ROBERT BURNS.<br />

Mijn vrouwtjen zijt ge morgen , Meg!<br />

Toen vatte zij haar spiunewiel<br />

En srneet het over 't beekjeu weg.<br />

Wij richten ons een huisjeu in,<br />

Heel klein en fraai, doch zon<strong>de</strong>r pracht<br />

Wat zullen wij gelukkig zijn<br />

Den ganschen <strong>de</strong>g, <strong>de</strong>n ganschen nacht I<br />

Wit drinkt — bedrinkt rich niet altijd,<br />

Wie vecht — duet rich niet immer zeer, ,<br />

En wie <strong>de</strong>n meisjens kussen steelt<br />

Is welkom eenen twee<strong>de</strong>n keer !<br />

Stil heeft zij gestaan , stil , meen<strong>de</strong>n we van <strong>de</strong> Vlaamsche<br />

Poezij to zeggen , — doch wear zoo vertaald wordt, <strong>de</strong>ar is men<br />

Roemer Visseher en Hendrik Spiegel verre to hovel)., al hun<br />

frisschen levenslust overhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> ; ... hoezeer ook daarom Von<strong>de</strong>l<br />

nog niet gena<strong>de</strong>rd. Vriend <strong>de</strong> Cort ! gij weet het, er is<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verzen van Burns eene klagte onzen grootsten dichter<br />

waardig ; eene klagte als <strong>de</strong>ze to hebben kunnen schrijven ,<br />

om <strong>de</strong> sympathie die zij, welke hear klaagt , hem inboezem<strong>de</strong> ;<br />

die hij het zou hebben willen doen , om het genie, waarvan<br />

zij schittert. Het dichtstuk beet , zoo als ge vast vermoedt<br />

Klagte van Maria, Koningin <strong>de</strong>r Sehotten, 6ij het na<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>r<br />

lente ; en Burns mogt er, met zelfgevoel, ja , maar met voile<br />

regt tevens , in eenen brief aan een vriend van getuigen : „Hetzij<br />

„dat <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis onzer Maria, Koninginne <strong>de</strong>r Selnatten,<br />

„een bijzon<strong>de</strong>ren indruk make op het gevoel eens dichters, of<br />

„dat ik in <strong>de</strong>ze balla<strong>de</strong> meer slagen mogt dan en<strong>de</strong>rs in mijne<br />

„verzen het geval is , maar het dichtstuk heeft mij geruimen<br />

„tijd beter bevallen dan eenige an<strong>de</strong>re mijner pogingen;" van<br />

scheppingen sprak men toen nog zoo niet. Ook dat vers heeft<br />

u tot navolgen verlokt en met welk gevolg? Lees nog eenmaal<br />

die weemoedige , schil<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> klagte eener lente over, wier


SCHOONSTE LIEDEREN VAN ROBERT BURNS. 399<br />

zoetheid <strong>de</strong> ongelukkige in hare gevangenis niet smaken mag,<br />

— heat Schiller haar gekend, toes hij zijn beroemd tooneel<br />

tusschen haar en Elisabeth dichtte? — lees na <strong>de</strong>ze an<strong>de</strong>rmaal<br />

<strong>de</strong>n ondanks al zijnen hartstogt waardigen wraakkreet<br />

tot hare koninklijke zuster en vijandin gerigt , — hem van<br />

Ristori to hooren , zou menig heel treurspel waard zijn! — en<br />

kom dan tot dien wensch, tot die be<strong>de</strong> <strong>de</strong>r moe<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> schoonste<br />

ooit geslaakt :<br />

My son ! my son ! may kin<strong>de</strong>r stars<br />

Upon thy fortune shine ;<br />

And may those pleasure gild thy reign<br />

That ne'er wad blink on mine!<br />

God keep thee free thy mother's fees,<br />

Or turn their hearts to thee;<br />

And where thou meet'st thy mother's friend<br />

Remember him for me !<br />

Een be<strong>de</strong> en een raad , om strijd aandoenlijk en verheven;<br />

zoo verheven en zoo aandoenlijk , dat wij in uwe plants <strong>de</strong><br />

pen had<strong>de</strong>n gehaald door eene navolging, die het niet ver<strong>de</strong>r<br />

bragt dan tot het verwater<strong>de</strong> :<br />

Tiw pad. beglanse eene schoonere ster, ,<br />

O coon gelief<strong>de</strong> coon ,<br />

En yreng<strong>de</strong>n, die ik uiet smaken utoeht ,<br />

Vergul<strong>de</strong> Owen troop!<br />

TT red<strong>de</strong> God uit <strong>de</strong>r boozen macht,<br />

Dien ik mijn rampen wijt;<br />

En ziet gij die mij hebben betnind ,<br />

O heb ze lief altijd !<br />

Uit naam <strong>de</strong>r kunst protesteert het belgische penseel tegen<br />

het koninklijke zulker poezij in onzen tijd.<br />

We zijn niet van <strong>de</strong>genen , die er u hard over zullen val-


400 SCHOONSTE LIEDEREN VAN ROBERT BURNS.<br />

len , dat gij ons , Hollan<strong>de</strong>rs, uitlacht over onze vrees <strong>voor</strong><br />

germanismen , als „w o n n e" en „v r o" ; — we vatten <strong>de</strong>n<br />

handschoen niet op, het Noor<strong>de</strong>n toegeworpen in het verwijt,<br />

dat wij „<strong>de</strong> vormloosheid <strong>de</strong>r engelsche taal in <strong>de</strong> onze willen<br />

„overbrengen ," — schrijf als het u lust : „'ne" <strong>voor</strong> eene;<br />

— maar heb eerbied <strong>voor</strong> diepte van gedachte en volmaaktheid<br />

van nitdrnkking , <strong>voor</strong> grootschheid van stof en van daaraan<br />

geevenredig<strong>de</strong>n vorm , heb die, zoo als het eene ve<strong>de</strong>r<br />

past, welke een gansch very kan vertolken , zon<strong>de</strong>r dat wij<br />

refit hebben tot eene enkele aanmerking ; want het vlekjen<br />

„ambrozijn" in <strong>de</strong> navolging, heeft in het oorspronkelijke het<br />

ook daar niet zuivere „nectar". Het is uwe eigene , vriend! <strong>de</strong><br />

ve<strong>de</strong>r, die wij prezen ; <strong>de</strong> lof geldt die zamenspraak , dat<br />

duet, door Burns gezongen op eene ochtendwan<strong>de</strong>ling , toen<br />

<strong>de</strong> wind vinnig over het bevrozen landschap woei ; dichtvuur<br />

ducht geene ongena<strong>de</strong> <strong>de</strong>s saizoens:<br />

WILLY EN PHILLY.<br />

Gezegeud zij <strong>de</strong> schoone stolid<br />

Teen ik bij 't geurig hooi u vond<br />

En, zoo ale gij mijn harte wont,<br />

Het owe won, o Philly I<br />

Zia.<br />

Gezegeud zij het plechtige uur<br />

Toen ik beleed, ge waart mij dunr,<br />

En gij mij zwoert, vol lief<strong>de</strong>vuur<br />

Aan mij to zijn , o Willy !<br />

H/J.<br />

Zoo als mijn oor het lenta<strong>cc</strong>oord<br />

Der vooglen daaglijks Bever hoort,


SCHOONS'FE LIEDEREN VAN -ROBERT BURNS. 401<br />

Wordt langs zoo meer mijn oog bekoord<br />

Als 't u beschonwt, o Philly!<br />

Zoo als <strong>de</strong> rote heller gloeit,<br />

En frisscher genrt hoe meer ze bloeit<br />

Ook in mijn hart <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> groeit,<br />

Die ik u wijd<strong>de</strong>, o Willy!<br />

Hw.<br />

Verguldt <strong>de</strong> zon mijn rijpend graan,<br />

Dan ben ik blij<strong>de</strong> en aangedaan ;<br />

Maar u to zien, naast n to gaan<br />

Verrukt me Inver, o Philly !<br />

ZI.T.<br />

De zwaluw voert van over zee<br />

Met zich <strong>de</strong> zoete lente mee;<br />

Maar hartelust en zielevree<br />

Brengt gij mij aan , o Willy!<br />

De bij zuigt eedlen honing nit<br />

De bloom, die haar <strong>de</strong>n kelk ontslnit;<br />

Maar ambrozijn is wat ik bait<br />

Op Owen mond , o Philly!<br />

ZIJ.<br />

Zoet geurt, als <strong>de</strong> avond lavend daalt<br />

Het geitenblad van danw bestraald,<br />

Maar welke geur, wat zoetheid haalt<br />

Bij uwen kus, o Willy?<br />

Fortnna's wieltjen draaije vrij!<br />

Wat geeft het hoe mijn hummer zij !<br />

Ik min u, lief<strong>de</strong> scheukt ge mij<br />

1k wensch niets nicer, o Philly I<br />

Stud ea Seketsen 11/ 26


402 scumoNsrE LIEDEREN VAN ROBliBT BURNS.<br />

Zu.<br />

Wat vreug<strong>de</strong>n ook bet goud beseheer',<br />

Gelukkig ben ik, wie is 't meer ?<br />

Ik heb u lief, gij mint sue weer,<br />

Meer wensch ik niet , o Willy !<br />

Zoo zoet een zing streelt niet enkel <strong>de</strong> jeugd! ook zij, die<br />

<strong>de</strong>n last <strong>de</strong>r jaren gevoelen, genieten haar; zij toovert <strong>de</strong><br />

gul<strong>de</strong>n twintig weer <strong>voor</strong> het sehetuerend gezigt.<br />

Als ge waart , wat ge niet zijt, <strong>de</strong> Cort! ge zoudt ons aan<br />

het ein<strong>de</strong> dozer wel vlugtige, maar toch veeleisehen<strong>de</strong> aankondiging<br />

uwer Schoonste Lie<strong>de</strong>ren van Burns allerlei vragen<br />

doer, op <strong>de</strong> meeste van welke wij verpligt zou<strong>de</strong>n zijn u<br />

het antwoord sehuldig te blijven. Voor het Zui<strong>de</strong>n het harnas<br />

aangespen<strong>de</strong>, zoudt gij bet Noor<strong>de</strong>n uitnoodigen u aan te<br />

wijzen, waar het in eene Gesekie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> Letterkun<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<br />

Achttien<strong>de</strong> eenu, eene waar<strong>de</strong>ring van Burns gaf, die halen<br />

mag bij die van Hermann Hettner, in welke <strong>de</strong>ze uwen<br />

lievelingsdiehter als „<strong>de</strong> Veroveraar <strong>de</strong>s beloof<strong>de</strong>n Lands" begroet;<br />

— ge zoudt wensehen, dat wij u eene oorspronkelijke<br />

besehouwing had<strong>de</strong>n aan to bie<strong>de</strong>n van Burns, <strong>de</strong>n diehter<br />

zoowel in strijd met <strong>de</strong> kerk zijner dagen als met <strong>de</strong> kunst<br />

zijner eeuw ; een beschouwing in diepte gelijk aan <strong>de</strong> bijdrage<br />

daartoe onlangs door Taine in do Revue <strong>de</strong>s _Deux Men<strong>de</strong>s geleverd.<br />

Altijd G-root-Brittanje buiten het spel laten<strong>de</strong>, — want<br />

enkel Schotland gaf in <strong>de</strong> Kronijk van zijn Hon<strong>de</strong>rdsten<br />

Geboortedag zes hon<strong>de</strong>rd dubbele bladzij<strong>de</strong>n waar<strong>de</strong>ring —<br />

zoudt gij ein<strong>de</strong>lijk Ne<strong>de</strong>rland vragen, waar ten onzent het<br />

bun<strong>de</strong>ltjen to vin<strong>de</strong>n is, Burns weergeven<strong>de</strong> zoo als hij het<br />

verdient: <strong>de</strong> zangen, in welke ie<strong>de</strong>re klank van zijn luit<br />

wordt gehoord, ie<strong>de</strong>re toon van zijn lied blijkt beluisterd?<br />

Helaas! ondanks al onze lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> ons land, onze letteren


SCHOONSTE LIEDEREN VA.N ROBERT BURNS. 403<br />

en onze Tier, wat zou<strong>de</strong>n wij u antwoor<strong>de</strong>n? Gelukkig echter<br />

zijt ge niet van hen , die troost zoeken in wat Dante <strong>de</strong>n<br />

troost <strong>de</strong>r hel noemt, <strong>de</strong>n troost, dat an<strong>de</strong>ren er niet beter<br />

aan toe zijn dan gij!<br />

A thing of beauty is a joy for ever I<br />

Ziedaar uwe sprenk, zoowel als die van Keats, zoowel als<br />

die van elken waren diehter! Slechts het waarachtig schoone<br />

leeft en streelt en stie h t in eeuwigheid; wat zoudt gij<br />

het ons dan euvel dui<strong>de</strong>n , dat wij er u opmerkzaam op naaakten<br />

, waar ge bene<strong>de</strong>n zijue eischen bleeft , waar uwe studie<br />

niet diep genoeg ging om to slagen. Onze aankondiging houdt<br />

lofs genoeg in om <strong>de</strong> schare aan te sporen zelve uw boeksken<br />

op te slaan, en zich te verlustigen in <strong>de</strong> vele geest en gemoed<br />

boeijen<strong>de</strong> tooneelen op het land bespied! Indien wij , waar<br />

onze tief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kunst <strong>de</strong>n kunstenaar niet sparen mogt;<br />

waar we, bij <strong>de</strong> stoutere vhigt <strong>de</strong>s meesters, u vergeefs <strong>de</strong><br />

wieken zagen uitslaan, even opregt en goedrond als wij uwe<br />

gaven huldig<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong> ons gevoelen uitkwamen, het geschied<strong>de</strong><br />

niet <strong>de</strong>wijl wij op <strong>de</strong> zuster-letterkun<strong>de</strong> neerzien, maar<br />

<strong>de</strong>wijl we gelooven, dat strengere zelfkritiek en <strong>de</strong>ze alleen<br />

hear opheffen kan en zal! Staaf gij het, door, — na <strong>de</strong><br />

schoonste — nog schoonere to geven; en twijfel er niet<br />

aan, — om ten ininste in het lievelingsmetrum en op <strong>de</strong> lievelingswijze<br />

van Burns to eindigen, hoeveel ook overigens ons<br />

lied <strong>voor</strong> het zijne on<strong>de</strong>rdoe, — en twijfel er niet aan, dat:<br />

1863.<br />

Al thogt <strong>de</strong> bleeke nijd verkon<strong>de</strong>n ,<br />

Dat n <strong>de</strong> Gids <strong>voor</strong> letterzon<strong>de</strong>n<br />

Las bar <strong>de</strong> lee ,<br />

Ge een warmer kunstvriend hebt gevon<strong>de</strong>n<br />

In W. D—s.


CAUSERIES PARISIENNES.<br />

(Tirees <strong>de</strong>s journaux franais.)<br />

I. PREVOST-PARA DOL , DE LA TRTSTESSE. - JULES JANIN,<br />

UNE I RE REPRESENTATION A L 'OD EON. - EDOUARD PAIL-<br />

L ERON , AU HASARD.<br />

IT. J. FELIX. CONFERENCES DE NOTRE-DIME. PREMIERE CON-<br />

FERENCE. LA CRITIQUE NOUVELLE DEV ANT LA SCIENCE ET<br />

LE CHRISTIANISME.<br />

III. DE SA C Y SOIXANTE ANS DE POESIE. -- CH ARLES CLEMENT,<br />

1II PPOLVTE FLAN DRIN.<br />

Tout faiseur <strong>de</strong> journaux doit tribut au malin.<br />

Ge zoudt het <strong>de</strong> hollandsche dagbla<strong>de</strong>n niet aanzeggen, dat<br />

wij een sinds lang vergeten vlugschrift, ten onzent gedrukt,<br />

<strong>de</strong>n aardigen regel zijn verschuldigd. De booze, die achter <strong>de</strong><br />

schermen zit, die <strong>de</strong> hand in het spel heeft, die zjn <strong>de</strong>el<br />

eischt, — en onze eerzame couranten! Al waart gij <strong>voor</strong><br />

een ()mien het talent van Rochussen rijk , dat even vlug<br />

werkt, als lang boeit, al kondt ge tooveren met toetsen, wat


CAUSERIES PAIUSIENNES. 405<br />

zou er teregtkomen van <strong>de</strong>n kwelgeest , die <strong>de</strong> redacteurs<br />

misschien in <strong>de</strong> kaart kijkt? Iets geestigs, iets aardigs, iets<br />

vlugs? Noem dat vers, naar het it lust, eene bekentenis of<br />

eene betichting , maar het is bijna tweehon<strong>de</strong>rd jaren gele<strong>de</strong>n ,<br />

sinds het nit <strong>de</strong> school klapte; en wees zoo behou<strong>de</strong>nd ge<br />

wilt , ge stemt toe , dat <strong>de</strong> wereld se<strong>de</strong>rt <strong>voor</strong>uit is gegaan ,<br />

<strong>voor</strong>al die <strong>de</strong>r journalistiek. Doch <strong>de</strong> duivel stond ook niet<br />

stil; zoo iernand , hij weet van wijzigen; het verschrikken<strong>de</strong><br />

leg<strong>de</strong> hij of als iets verou<strong>de</strong>rds, het grove als iets gemeens;<br />

talent viel hem nooit to ontzeggen, maar in tact nam hij<br />

toe; glad was hij van geboorte , maar door scherts verschalken<br />

leer<strong>de</strong> hij eerst later; verrast hij u dikwijls als ge, <strong>de</strong>s<br />

ochtends of <strong>de</strong>s avonds, het nieuws van <strong>de</strong>n dag inziet ?<br />

Schaars, zegt ge, schaars; en waarom zou<strong>de</strong>n wij u <strong>de</strong> nitzon<strong>de</strong>ringen<br />

niet toestaan , mits zij maar <strong>de</strong>n regel bevestigen?<br />

Waarom zou<strong>de</strong>n ook wij niet erkennen , dat een enkele<br />

maal zijne lippen zich schier krullen , een enkele maal zijn<br />

nagel haast nijpt? het ware een veiligheidsklep weigeren:<br />

ie<strong>de</strong>re prikkelbare redactie schat er zich zelve <strong>de</strong> benij<strong>de</strong><br />

exceptie door! De grootste heeft echter dier haften, dat zijn<br />

wij eens , <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid niet enkel <strong>de</strong>r provinciaaltjens, neen ,<br />

menig blad, dat in hoofd- of hofstad het licht ziet heeft er<br />

geen iweem van; bij haast alle is Mephistopheles nog zoek.<br />

Pe negentien<strong>de</strong> eeuw houdt een olijk duiveltjen na , dat<br />

wereld heeft, dat niet seheldt , maar prikt , dat weet wat luim<br />

is! Hoe vreemd is hij aan die enkele, dubbele of driedubbele<br />

onzer bla<strong>de</strong>'' , zoo conservative als liberale , die altijd pleiten<br />

, en pleiten<strong>de</strong> partij nitmaken <strong>voor</strong> al wat leelijk is,<br />

„kwa<strong>de</strong> trouw ," een overgaan<strong>de</strong> bal, „<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang <strong>de</strong>r<br />

maatsehappij," van weerszij<strong>de</strong> in het verschiet! 0 eerste ver-<br />

toog ! dat we spoedig zou<strong>de</strong>n zijn vergeten , als het twee<strong>de</strong><br />

er zich niet op beriep , als het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> er niet nogmaals van


406 CNUSERIES PARISTENNES.<br />

gewaag<strong>de</strong> ; o drie leading articles ! die niemand leidt , daar<br />

ge noch aangenaam bezig houdt , noch prettig praat , noch<br />

vermaakt , hoe zou hij <strong>de</strong>el aan u hebben , die <strong>voor</strong> maar<br />

een ding ter wereld bang is, waarin gij meesters blijkt! 0<br />

wigtige lessen ! waarbij het ons te moe<strong>de</strong> zou zijn, als zaten<br />

wij sons la ferule, pour servir a l'histoire <strong>de</strong> mon temps,<br />

wanneer ge met die inemoires <strong>de</strong>n statelijken stijl ten minste<br />

gemeen hadt , wanneer ge beurtelings vonkel<strong>de</strong>t en vlijm<strong>de</strong>t<br />

als doze ; o wigtige lessen! waar<strong>voor</strong> hij <strong>de</strong> vlugt neemt , mijne<br />

heeren ! daar ge — verveelt !<br />

Hoe zij zich bedriegen , die beweren , dat men , mu door<br />

dat duiveltjen to wor<strong>de</strong>n bezocht , een bijzon<strong>de</strong>ren aanleg<br />

naoet bezitten , geest moot hebben , zelfs genie , — als had hij<br />

op dit oogenblik n en mij niet beet , wij , die toch op niets<br />

van dat alles aanspraak maken. In <strong>de</strong>ftigen stijl , onzen<br />

dagbladschrijvers zoo dierbaar, , uitgedrukt : om <strong>de</strong>n wille<br />

van <strong>de</strong>n geregel<strong>de</strong>n gang <strong>de</strong>r <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n , had<strong>de</strong>n wij moeten<br />

beginnen met <strong>voor</strong> wie het niet mogt weten, aan te<br />

geven bij welke gelegenheid dat vers geschreven werd. Ziedaar<br />

ons verznim , en nu het uwe : ie<strong>de</strong>r zijn <strong>de</strong>el. Het was<br />

uwe taak geweest ons <strong>de</strong>s bewust op to merken , dat <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong><br />

aardigheid geen eigenlijk gezeg<strong>de</strong> courant gold en wij<br />

dus willens en wetens een citaat misbruikten , enz., enz. Vaar<br />

dus <strong>voor</strong>t, wie het vermag bladzij<strong>de</strong> bij bladzij<strong>de</strong> te vullen ,<br />

zon<strong>de</strong>r een oogenblik op te hou<strong>de</strong>n , zon<strong>de</strong>r eens om zich to<br />

zien , als ons zwak is, tot in <strong>de</strong> schemering onzer cello toe.<br />

Schemering? terwijl het stuk papier <strong>voor</strong> ons al het Licht <strong>de</strong>r<br />

lamp vangt , is het langs <strong>de</strong> donkere gordijnen van venster en<br />

boekenkast duister genoeg om er schimmen op <strong>voor</strong>t te doen<br />

zweven. En echter, , wie naar eene schim zweeme , niet die gestalte<br />

, niet dat geestige gezigt , forsche neus en flonkeren<strong>de</strong><br />

oogen , niet <strong>de</strong> goe]ijke Pe la Fontaine, die daar beurtelings in <strong>de</strong>


CAUSERI ES PA ENN ES. 407<br />

Nouvelles <strong>de</strong> la Republique <strong>de</strong>s Lettres en in <strong>de</strong> Bildioth4ue<br />

Universelle snutfelt; staar hem gerust aan, hij merkt u toch<br />

niet. Als hij leest, meent ge, loont het <strong>de</strong> moeite naauwlijks;<br />

het zijn <strong>de</strong> kijkers , die hem kenschetsen; zijn kleeding<br />

is geen gaslaan waard, slechts die achteloos omgeknoopte,<br />

maar toch smettelooze haisdoek heeft jets eigenaardigs. Doch<br />

dat lachjen om die dunne lippen, verschijnen<strong>de</strong> als hij het<br />

half versleten exemplaar <strong>de</strong>r Nouvelles doorloopt, verdwijnen<strong>de</strong><br />

als hij die pas opengesne<strong>de</strong>n Bibliotheque ingluurt, dat spel<br />

van licht en schalinw, ons boeit het aan hem als aan <strong>de</strong><br />

boekskens, bei<strong>de</strong> in het verdraagzame Holland gedrukt. Of<br />

herberg<strong>de</strong> het aan <strong>de</strong>n avond zijner glorieeenw niet an<strong>de</strong>rmaal<br />

vervolg<strong>de</strong>n en vlugtelingen? schoon <strong>de</strong>ze verre zijn van<br />

zich stil te hou<strong>de</strong>n; schoon , woelwaters, hun tijd <strong>voor</strong>nit,<br />

wien het om waarheid te doen is, zich wel eens nieuwe<br />

vervolging op <strong>de</strong>n hals halen. Stil! — meen<strong>de</strong>t gij niet jets<br />

melodisch te hooren? Stil, De la Fontaine fluistert, hij, zoo<br />

vaak <strong>voor</strong> distrait aangezien als hij het diepst dacht, hij „zit<br />

te twijfelen als een scepticus," of Leclerc, die dat kersversche<br />

maandwerk schreef, wel slag heeft van satire; slag,<br />

zoo als Bayle lien bezit, blijkens <strong>de</strong> vele vouwtjens door <strong>de</strong>n<br />

bon homme in dat verhaven<strong>de</strong> journaal gelegd. Het eene<br />

boekske glijdt van zijn knie, het an<strong>de</strong>re ontslipt aan zijne<br />

hand, hij bespenrt het niet eens; hij zegt, hij zingt, al neurien<strong>de</strong>,<br />

het wellui<strong>de</strong>nd woord , <strong>de</strong>n schalken zet , waarme<strong>de</strong><br />

wij begonnen. Hoe hij, die nooit zijn verzen <strong>voor</strong>draagt en<br />

er zich toch in verlustigt dit door an<strong>de</strong>ren to hooren doen,<br />

hoe hij zich zal vermaken als men <strong>de</strong> uitspraak toejuicht,<br />

als zij in een spreekwoord verkeert!<br />

Eene studie over <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>de</strong>zer dichterlijke kritiek, eene<br />

beantwoording <strong>de</strong>r vraag of De la Fontaine gelijk had, toen<br />

hij Leclerc circonspect achtte, maar , zich troosten<strong>de</strong> met :


408 CAUSERIES PA RISIENN ES.<br />

attendons la fin ! <strong>de</strong> uitspraak eener toekomst overliet , die<br />

hij niet zou<strong>de</strong> zien , — eene sehets <strong>de</strong>r toenmalige half uitheemsche<br />

, half inheemsche letterkun<strong>de</strong> ten onzent , hoe wij<br />

wenschten in staat te zijn die to geven. Als <strong>voor</strong> haar <strong>de</strong> lezing<br />

<strong>de</strong>r Bibliotheque Universelle voldoen<strong>de</strong> mogt heeten , gevolgd<br />

door die <strong>de</strong>r Bibliotheque Cho isie in acht en twintig <strong>de</strong>elen,<br />

welke Leclerc, twaalf jaren nadat hij <strong>de</strong> eerste had gestaakt<br />

zoo allerbeleefdst begot ' , door <strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>eling <strong>de</strong>r re<strong>de</strong>nen ,<br />

welke hem van het hervatten zijns arbeids tot nog toe had<strong>de</strong>n<br />

weerhou<strong>de</strong>n ; luister er even naar, , onze zin is toch reeds<br />

te lang. „La premiere etoit que j'etois o<strong>cc</strong>upe a <strong>de</strong>s Ott-<br />

„vrages plus difficiles , et, comme it me sembloit , d'une beau-<br />

„coup plus gran<strong>de</strong> utilite , s'ils etoient bien executez , que<br />

„celui <strong>de</strong> la Bibliotheque Universelle. L'antre etoit que je<br />

„m'etois si fort ennuye <strong>de</strong> parler <strong>de</strong>s Ouvrages <strong>de</strong>s Auteurs<br />

„mo<strong>de</strong>rnes , sans y Tien meler <strong>de</strong> plus ancien , quoi que sou-<br />

„vent it ne parfit Presque aucun Livre , qui meritat d'etre lit,<br />

„que je ne pouvois plus souffrir ce travail.” Als het <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong>rgelijk tafereel volstond ook <strong>de</strong> alwe<strong>de</strong>r meer dan twintig<br />

<strong>de</strong>elen zijner Bibliotbeque Ancienne et ill o<strong>de</strong>rn e te hebben geslikt<br />

, an<strong>de</strong>rmaal op verzoek zijner vrien<strong>de</strong>n begonnen : „le<br />

„libraire aux do pens <strong>de</strong> qui la Bib liotheque Choi8ie s'impri-<br />

„moit , etant wort,” terwijl hij nog altijd vol ijver is, „rompu<br />

„dans cette maniere d'ecrire , par une habitu<strong>de</strong> <strong>de</strong> tant d'an-<br />

„flees ,” — o donee habitu<strong>de</strong> ! — en bovendien daartoe nitgelokt<br />

door zijne „maniere <strong>de</strong> vivre dans une Ville, ou les Gens<br />

„<strong>de</strong> Lettres ne se <strong>de</strong>tournent pas beaucoup les uns les autres ,<br />

„et ne font la cour a personne” , — cercle aimable! — daartoe<br />

natuurlijk bovenal in staat gesteld door ce qu'i1 faut y „ ajouter<br />

„la Sante egale que Dieu me fait la grace <strong>de</strong> m'a<strong>cc</strong>or<strong>de</strong>r" —<br />

l'heureux mortel! — wie weet wat wij dan op een regenachtigen<br />

dag begonnen ? Lang mogt <strong>de</strong> weg zijn, hij zon


CA US ERIES PARISIENN ES 409<br />

zijlanen van <strong>de</strong>n hof onzer letterkun<strong>de</strong> in lei<strong>de</strong>n , un<strong>de</strong>r onze<br />

tijdgenooten door te weinigen betre<strong>de</strong>n. bets geschorens , iets<br />

stiffs ergert hem, die ze van verre gewaar wordt ; maar <strong>de</strong>r<br />

verrassingen is, ondanks die afgemeten schaduwen , geen<br />

ein<strong>de</strong> ; maar vernuft doet het geharkte voetpad glinsteren<br />

<strong>voor</strong> wie er <strong>de</strong>n auteur du Dietionaire Historique et Critique<br />

aan zijne zij<strong>de</strong> heeft. Zoo het niet meer dan lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

nieuwe letteren, zoo het niet tevens kennis <strong>de</strong>r nu<strong>de</strong> eischte ,<br />

geleerdheid als die tijd gezegd mogt wor<strong>de</strong>n te bezitten , geleerdheid<br />

, vroeg verworven en levensla.ng vlijtig vermeerd !<br />

Leclerc versus Bayle , — Leclerc versus Burman <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n!<br />

Och ! dat <strong>de</strong> man, die <strong>de</strong>n laatste op zijn duimpjen heeft,<br />

your het duiveltjen , dat hem vroeger plagt te prilakelen , thans<br />

nog oor toon<strong>de</strong> te hebben , het oog er <strong>voor</strong> verliest hij nooit !<br />

Quelle mer k boire! zucht misschien wie zich had willen<br />

aangor<strong>de</strong>n om eene geschie<strong>de</strong>nis onzer letteren te beproeven ,<br />

quelle mer k boire! door ons ter kwa<strong>de</strong>r nre aan heel die reeks<br />

van bibliotheques herinnerd eensklaps overgebragt in die<br />

vista van journaux zoo diep in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw reiken<strong>de</strong> !<br />

journaux litteraires , impartiaux , pie sais-je ! Er is geen ontkomen<br />

aan , — <strong>de</strong> opvolgers van Leclerc mogen het van<br />

<strong>de</strong>zen in talent niet winnen , met ie<strong>de</strong>r jaar neemt ons belang<br />

in hunnen arbeid toe; franseb en engelsch doen zich meer gel<strong>de</strong>n<br />

dan latijn ; het hollandsch zelf krijgt een hoekjen. En al<br />

is dat verre van <strong>de</strong> plaats <strong>de</strong>r eere te zijn, wie weten wil,<br />

hoe <strong>de</strong> schalke schoone , die geen foci riep als Roemer Visscher<br />

haar <strong>de</strong> frissche lippen kuste , die met Breero uit spelemeijen<br />

ging, <strong>voor</strong> wie Huygens in ie<strong>de</strong>ren leeftijd gaarne het hofkleed<br />

ter zij<strong>de</strong> leg<strong>de</strong> , als zij in 't Voorhout of op Hofwijck zijn<br />

huisvertrek binnenstoof of on<strong>de</strong>r zijne lin<strong>de</strong>n onasprong , wie<br />

weten wil hoe zij , die met <strong>de</strong>n stelleman in zijn kluis nog<br />

zoo geestig koutte , hoe zij het gezigt in plooijen zette , hoe


<strong>41</strong>11 CAUSER] ES PARISIENNES.<br />

zij zuurzien leer<strong>de</strong>, <strong>de</strong> geschiedschrijver moet zich getroosten<br />

haar on<strong>de</strong>r die meesters uit <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong> gh te slaan ! En<br />

dat niet maar „par curiosite," niet enkel „par plaisir <strong>de</strong> con-<br />

„naitre et d'embrasser en tout sens ,” maar ook „pour le<br />

„jugement merne ," ook, „pour la vivacite <strong>de</strong> l'impression et<br />

„la nettete do choix." Slechts zoo toezien<strong>de</strong> zal het hem begrijpelijk<br />

wor<strong>de</strong>n hoe, ook door <strong>de</strong>n invloed van beoor<strong>de</strong>elaars ,<br />

die Marivaux haast ze<strong>de</strong>lijker prezen dan Moliere , onze oorspronkelijke<br />

klucht het tooneel af, , <strong>de</strong> straat op werd gejaagd ,<br />

waar zij nu wegkwijnt; als er sprake mag zijn van kwijnen<br />

<strong>voor</strong> wie op <strong>de</strong>n hol het Langer dan eene eeuw uithield ! Wij<br />

hebben van <strong>de</strong>n gruwel gewaagd ; ons blijft slechts over,<br />

lachwekken<strong>de</strong> oor<strong>de</strong>elvellingen nit het Journal Literaire bij<br />

te brengen, als <strong>de</strong> lust u bij <strong>de</strong> lafheid niet vergaat. Hier<br />

ziet ge Mr. <strong>de</strong> la Motte onzen mid<strong>de</strong>lmatigen diehters ten<br />

mo<strong>de</strong>l aangeprezen , — daar ruiseht u <strong>de</strong> lof van Poot toe,<br />

nit eene vertaling <strong>de</strong>r Maan bij Endyrnion, meent ge ? ach!<br />

neen , d'une .,6'pitre aux Protecteurs <strong>de</strong> 80; Muse. — Waar school<br />

<strong>de</strong> levenwekken<strong>de</strong> kwelduivel dan, waar <strong>de</strong> satire ? vraagt<br />

gij , die van „<strong>de</strong>ux pates Hollandois qui se sont distinguez<br />

„dans le genre sublime" niet meer hooren wilt , daar gij ,<br />

ons <strong>voor</strong>uit gesneld , er al bij hebt gelezen : „ce sont Mrs.<br />

„Von<strong>de</strong>l et Antoni<strong>de</strong>s : nous avons h parler h present <strong>de</strong> M. Rot-<br />

„gans , qui leur a su<strong>cc</strong>e<strong>de</strong> , et qui, selon noes, les surpasse ;<br />

„du moins si l'on compare Ouvrage a Ouvrage et non Genie<br />

„a Genie!” Was dan alle geest <strong>voor</strong> goed geweken, dat zulke<br />

gekken niet op hunne beurt wer<strong>de</strong>n getuchtigd? meent ge ;<br />

en zoudt naar <strong>de</strong> couranten dier dagen grijpen , als ze binnen<br />

uw bereik lagen , of het gezond verstand daarin <strong>de</strong> wijk had<br />

genomen en zich wreekte. Wees gerust , zij zullen op <strong>de</strong> schrijftafel<br />

liggen van wie ons eene geschie<strong>de</strong>nis onzer beschaving<br />

belooft. Se<strong>de</strong>rt Macaulay neemt men niet meer nit boeken


CA US E R I ES PARISI NINN RS. <strong>41</strong>1<br />

maar over, versmaadt men noch paint-let, noch volksliedjen.<br />

Of editor <strong>de</strong> oogst eene rijke zal zijn ? Oor<strong>de</strong>el niet naar<br />

eene enkele aar, , die wij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand vin<strong>de</strong>n liggen.<br />

Eene anecdote uit <strong>de</strong> dagen van koning Friedrich Wilhelm<br />

I van Pruissen eischt niet veel inleiding; haar tooneel,<br />

het beken<strong>de</strong> Tabacks-Collegium , werd zoowel door Vehse<br />

als door Carlyle gestoffeerd ; ons is <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong> liefste , hij<br />

is het natuurlijkst. Stel u een avondjen bij Zijne litajesteit<br />

<strong>voor</strong>, die door George <strong>de</strong> ri<strong>de</strong> van Engeland „inijn broo<strong>de</strong>r,<br />

„<strong>de</strong> sergeant" word genoeind , om, we<strong>de</strong>rkeerige hoffelijkheid,<br />

door Friedrich Wilhelm „inijn broe<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> dansmeester" te<br />

wor<strong>de</strong>n betiteld. Stel het u <strong>voor</strong>, naar ge wilt, te Wusterhausen<br />

, maar dan moet het zomer zijn; te Potsdam of to<br />

Berlijn , <strong>de</strong> absolute had, bij <strong>de</strong> gratie Gods, overal zijn<br />

rookhok; wij kiezen <strong>de</strong> resi<strong>de</strong>ntie en ziehier <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n waarom.<br />

Fre<strong>de</strong>rik <strong>de</strong> Groote heeft dat vertrek van zijn even<br />

doorluchtigen als dwangzieken va<strong>de</strong>r vereeuwigd : „la chain-<br />

„bre rouge avec les tines <strong>de</strong> tabac , qui component la moyenne<br />

„region d'air <strong>de</strong> la chambre.” Is bet good fransch maar<br />

het nikkertjen mag niet in ons varen, we zijn op <strong>de</strong>n drempel<br />

van wie bet ons wel verleeren zou. Hartstogtelijk rooker,<br />

die monarch, hartstogtelijk halen<strong>de</strong> en blazen<strong>de</strong>; door goon<br />

hofstoet omringd , die heeft hij bij zijne troonsbeklimming<br />

met een enkelen pennestreek naar <strong>de</strong>n duivel gewenscht en<br />

gezon<strong>de</strong>n ; louter krijgslien om hem heen , oversten en generaals.<br />

De groote zilveren bierkan staat mid<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> tafel ,<br />

ie<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r manhaftigen heeft eene kruik en een glas <strong>voor</strong><br />

zich, en Tooker' doen zij nit gondsche pijpen , rooken , dat<br />

het een aard heeft. Digt en dik wordt <strong>de</strong> dampkring , bedwelmend<br />

bovendien door bet bier; <strong>de</strong> blaauwe bor<strong>de</strong>n rondom<br />

<strong>de</strong>n schoorsteen zijn al lang <strong>voor</strong> ons verdwenen , daar gaat<br />

ook <strong>de</strong> pronk van dat aanregt, op zijn hollandsch ingerigt ,


<strong>41</strong>2 c.A.usEitiEs PARISI ENNES.<br />

zoo het heet. Welk een gewolk, wolk een geblaas; al rookt<br />

hij niet, in het laatste is Seckendorf meester; gij hoort zijn<br />

geluid, eene vleijerij, die hij boven <strong>de</strong>n vorst von Dessau<br />

<strong>voor</strong> heeft, maar met zijne pijp spelen<strong>de</strong>. „Bravo, Seek!"<br />

roept het origineel van <strong>de</strong> vreemdste soort <strong>de</strong>n eerste toe;<br />

het origineel, dat, toes hij <strong>de</strong>n zetel beklom, het uitgeven<br />

van dagbla<strong>de</strong>n to Berlijn heeft verbo<strong>de</strong>n, daar zij<br />

tech niets an<strong>de</strong>rs inhiel<strong>de</strong>n dan artikelen nit <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong><br />

overgenomen. Gelukkig <strong>voor</strong> menige redactie dat hij niet<br />

meer regeert! — aan an<strong>de</strong>re oevers dan die van <strong>de</strong> Spree<br />

althans; daar is <strong>de</strong> zucht om to hooren wat het overig<br />

Europa zegt, tegenwoordig <strong>de</strong> heerschen<strong>de</strong> niet. Gelukkig<br />

intusschen ook <strong>voor</strong> Berlijn, dat hij niet langer <strong>de</strong>n schepter<br />

zwaait; want het verbod mogt hij intrekken, gena<strong>de</strong><br />

von<strong>de</strong>n er <strong>de</strong> inheemsehe dagbla<strong>de</strong>n , <strong>de</strong> duitsehe, bij hem<br />

niet om; al wat hij zich in <strong>de</strong>n tabakswalm laat <strong>voor</strong>lezen,<br />

het zijn buitenlandsche. Als een van <strong>de</strong>ze eene vertaling<br />

eischt, Gundling is ter hand, Gundling, zijn gunsteling, een<br />

geleer<strong>de</strong> in een hofnar verkeerd, Gundling, em wiens vriendschap<br />

Oostenrijk en Rusland wedijveren, <strong>de</strong> karikatuur, die<br />

ons walgen zou, als <strong>de</strong>s konings grappen met hem het nog<br />

niet meer <strong>de</strong><strong>de</strong>n. „Waarom hapert <strong>de</strong> kerel?" zegt Zijne<br />

Majesteit, als <strong>de</strong> man mid<strong>de</strong>n in zijne vertolking eener hollandsche<br />

courant, — was het <strong>de</strong> oprechte? — steken blijft;<br />

„lees op!" Gundling begint op nieuw: „Volgens berigt nit<br />

„Potsdam is aldaar een vleugelnian overle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> gre-<br />

„nadiers, om hunne lengte befaamcl,” en aarzelt an<strong>de</strong>rmaal<br />

en — houdt weer op. „Befaamd?" klinkt het grimmig uit<br />

<strong>de</strong> wolk, „en wat ver<strong>de</strong>r?" Gundling vermant zich: „Bij<br />

„<strong>de</strong> opening van het lijk is het gebleken, dat <strong>de</strong> man twee<br />

„magen had maar goon hart !" Plomp schijnt ri <strong>de</strong> geestigheid,<br />

er is van Been duiveltjen sprake; — doch <strong>de</strong> koning


CASUERT ES PARISI EN NES. <strong>41</strong>3<br />

schatert het uit om zijn eigen inval. „Schrijve hij ," heet<br />

het tot Gundling , „schrijve hij dien courantier, , dat zijn<br />

„verslag correct is, zeer correct; maar dat hij eene bijzon-<br />

„<strong>de</strong>rheid heeft vergeten to vermel<strong>de</strong>n , en wel die, dat <strong>de</strong><br />

„overle<strong>de</strong>ne een Hollan<strong>de</strong>r was." On<strong>de</strong>r al <strong>de</strong> toejuichingen<br />

hooren wij „ook plomp !" en zijn het eens volkomen eens<br />

met dien variant van het handgeklap.<br />

Une trouvaille! het geviel omstreeks die dagen, dat le<br />

Chef d'oeuvre d'un Inconnu geschreven wend, dat Saint-Hyacinthe<br />

als een wesp om Burman gons<strong>de</strong>, en Burman stak ;<br />

maar <strong>de</strong> hetrekkelijke waar<strong>de</strong> van het Journal <strong>de</strong> la Rage<br />

<strong>voor</strong> onze letterkun<strong>de</strong> blijkt gering; slechts vorm<strong>de</strong> het Van<br />

Effen. Slechts? och, loop dit oor<strong>de</strong>el over twee onzer dichters<br />

eens door, eer gij u aan <strong>de</strong> uitdrukking ergert. A propos<br />

van versificatie is <strong>de</strong> beurt aan va<strong>de</strong>r Cats : „Le seul M.<br />

„Cats, grand Pensionnaire <strong>de</strong> la Hollan<strong>de</strong> , a evite ces cle-<br />

„fauts: Ses vers sent aisez , coulans, bien cadancez; et pent<br />

„etre ses Ouvrages n'auroient ils jamais perdu l'estime qu'ils<br />

„acquirent d'abord , si certaines chevilles favorites, qu'on y<br />

„trouve tres-souvent , ne les avoient <strong>de</strong>creditez anpres du<br />

„Public. D'ailleurs sa diction est pure et naturelle , ses<br />

„pensees fines et <strong>de</strong>licates , ses <strong>de</strong>scriptions exactes et agre-<br />

„ables. Ce Poke a <strong>de</strong> plus parfaitement bien touche les<br />

„passions ; it interesse , it attache ceux qui le lisent , pour<br />

„pen Tie leur esprit, libre <strong>de</strong> prevention, n'impose pas silence<br />

„aux sentimens <strong>de</strong> leur coenr.” — Avis an leeteur, , en nu<br />

Von<strong>de</strong>l, h propos <strong>de</strong> genie : „Ce Poke avoit le genie excellent,<br />

nous n'en disconvenons point et memo nous croyons<br />

„pouvoir dire h pen pros <strong>de</strong> lui , ce quo M. <strong>de</strong> la Motte dit<br />

„d'Hotnere : dans quelque Siecle et dans quelque Pais qu'il<br />

„efit \rem , it out ete, grand Poete : Et si <strong>de</strong>s sa jeunesse<br />

„avoit perfectionne ses talents par les etu<strong>de</strong>s, s'il avoit puise


<strong>41</strong>4 C1USERIES PARISIENNES.<br />

„le bon gout dans les sources <strong>de</strong> rantiquite, s'il avoit vecu<br />

„dans un Siecle et dans un Pais oft la Poesie eut ete cul-<br />

„tivee, it y a gran<strong>de</strong> apparence que ses Ouvrages auroient<br />

„egale, on surpasse meme tout ce que les Amiens et les<br />

„Mo<strong>de</strong>rnes ont fait <strong>de</strong> plus merveilleux. Mais par malheur<br />

„pour Monsieur Von<strong>de</strong>l, it commenca t grimper stir le Par-<br />

„nasse Hollandais sans le secours d'aucune etu<strong>de</strong>;” etc., etc. —<br />

Developpons Putilite et du Latin et <strong>de</strong>s Logiques et <strong>de</strong>chirons<br />

it belles <strong>de</strong>nts zijn treurspelen! — <strong>de</strong> Von<strong>de</strong>l met Roskam<br />

en Rommelpot ligt buiten, Von<strong>de</strong>l <strong>de</strong> lierdichter gaat boven<br />

hurt begrip. Intusschen zij het verre van ons blind te zijn<br />

<strong>voor</strong> wat dat tijdschrift verdienstelijks had; Swift maakte er<br />

ook ten onzent opgang door ; Steele en Addison wer<strong>de</strong>n be-<br />

kend , <strong>de</strong> Holland8ehe Spectator <strong>voor</strong>bereid. Toch hebben <strong>de</strong><br />

engelsche letterer <strong>voor</strong> haren aanwassen<strong>de</strong>n ertropeschen invloed<br />

grooter verpligting aan <strong>de</strong> Bibliotheque Angbaise, in die<br />

dagen te London geredigeerd , to Amsterdam gedrukt. Wij<br />

beuren <strong>de</strong> boekskens een oogenblik uit het stof, dat hen en<br />

hunne tallooze mc<strong>de</strong>dingers zoo vreedzaam over<strong>de</strong>kt, blazen<strong>de</strong><br />

op, om <strong>de</strong> vraag te opperen : was <strong>de</strong> Armand <strong>de</strong> la Chapelle,<br />

die er in het negen<strong>de</strong> <strong>de</strong>el <strong>voor</strong> nitkomt , dat hij niet !anger<br />

achter <strong>de</strong> gordijnen mag zitten luisteren, dat men hem als<br />

redacteur heeft herkend, „the Reverend" who dwells in<br />

„White-Row, Spittletilds , London," was hij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> als <strong>de</strong><br />

schalk van (lien naam , door welken Jacques Saurin later te<br />

's Hage zoo lastig werd gevalien? 0 dat duiveltjen!<br />

De zienersblik is eene zeldzame gave, het talent <strong>de</strong> teekenen<br />

<strong>de</strong>s tijds , waarin wij Leven, goed to on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n,<br />

al schaarsch genoeg; laat ons, die er niet me<strong>de</strong> be<strong>de</strong>eld zijn,<br />

<strong>de</strong> weinige be<strong>voor</strong>regten niet te zeer benij<strong>de</strong>n, — er verloopt<br />

vaak meer dan een menschenleven eer het vermoe<strong>de</strong><br />

wordt verwezenlijkt , het verwachte vervuld. Wat al worste-


CAUS EWES PARISI ENNES. <strong>41</strong>5<br />

lingen, wat al teleurstellingen tusschen bei<strong>de</strong> tijdstippen ! Hoe<br />

dikwerf is , bij <strong>de</strong>n laat opgekomen oogst , hij , die <strong>de</strong> eerste<br />

zaadkorrels strooi<strong>de</strong> — vergeten ! Het is hard, — maar<br />

haalt het bij <strong>de</strong> bitterheid , in ons binnenste <strong>de</strong> overhand<br />

nemen<strong>de</strong> , als wij aan <strong>de</strong>n avond van ons Leven ons zelven<br />

niet mogen verhelen , dat wij onzen tijd verkeerd inzagen<br />

, dat wij (lien vergeefs bestre<strong>de</strong>n ? Het zijn gepeinzen<br />

waarin wij ons een oogenblik verdiepen , <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> eerste<br />

beken<strong>de</strong>, <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> eerste beroem<strong>de</strong> Luzac's ge<strong>de</strong>nken<strong>de</strong> , Elie<br />

en Etienne , doze <strong>de</strong> groot a no ny Inns, gene <strong>de</strong> man, die<br />

<strong>de</strong>r Gazette <strong>de</strong> Ley<strong>de</strong> hare vermaardheid verwierf. Het begin<br />

van <strong>de</strong> Preface <strong>de</strong>r Bibliotheque Impartiale , in 1750 verschenen<br />

en negen jaren lang <strong>voor</strong>tgezet , het maandwerk (eerst<br />

bij Jean Luzae en Elie Luzac, fill, Ley<strong>de</strong>, vervolgens bij<br />

Elie Luzac, file, G-Ottingue et Ley<strong>de</strong> uitgekomen) gaf er<br />

aanleiding toe. Wilt gij hooren hoe zij luidt ? „Deux sortes<br />

„d'Ecrits periodiques partagent l'attention du Public ; ceux<br />

„qui ren<strong>de</strong>nt compte <strong>de</strong>s evenemens qui arrivent dans le<br />

„Mon<strong>de</strong> Politique , et ceux qui font connaitre Petat <strong>de</strong> la<br />

„Republique <strong>de</strong>s Lettres. Les premiers ont une vogue beau-<br />

„coup plus generale , pierce sont du ressort <strong>de</strong> tout<br />

„le mon<strong>de</strong>, et qu'il n'y a point d'Etat , ni <strong>de</strong> Profession,<br />

„qui ne puisse s'allier avec la curiosite <strong>de</strong> savoir les Nou-<br />

„velles Politiques. Surtout quand lee affaires sont en fermen-<br />

„tation , et que les Etats eprouvent quelques-unes <strong>de</strong> ces<br />

„gran<strong>de</strong>r crises, auxquelles ils sont <strong>de</strong> tems en tems exposes,<br />

„l'attention redouble, et le caractere <strong>de</strong> Nouvelliste <strong>de</strong>-<br />

„vient un mal contagieux. — II s'en faut beaucoup que<br />

„les memes circonstances favorisent la publication <strong>de</strong>s jour-<br />

„naux Litteraires. Il n'y a presque aucune Classe <strong>de</strong> Lee-<br />

„teurs , qui y prenne tin intéret bien vif. Le Peuple, qui<br />

„ne se promet attain fruit <strong>de</strong> leur lecture, ne l'entreprend


<strong>41</strong>6 CA USEKIES IITSIEN NES.<br />

,,pas. Les Grands, o<strong>cc</strong>upes <strong>de</strong> tout autre soin , en regar<strong>de</strong>nt<br />

„à peine nonehalamment le titre, et poussent rarement l'effort<br />

„jusqu'a le conserver dans leur memoire. Il ne reste done<br />

„que les G-ens <strong>de</strong> Lettres, et it est rare que le <strong>de</strong>bit qu'ils<br />

„procurent enrichisse les Libraires. La medioerite ordinaire<br />

„<strong>de</strong> leur fortune leur fait regretter les moindres <strong>de</strong>penses,<br />

„trop heureux <strong>de</strong> subvenir au necessaire." De schets had<br />

onget wij feld <strong>de</strong> verdienste van actualiteit in zeventienhon<strong>de</strong>rd<br />

vijftig; er zijn trekken in die ons, hon<strong>de</strong>rd jaren<br />

later, nog dagelijks in het oog vallen. Twee mannen echter, ,<br />

twee vernuften , bestemd om het gelaat <strong>de</strong>r dingen op het<br />

dubbele gebied in zoo velerlei opzigt te verkeeren , waren<br />

niet slechts reeds geboren, waren er allerwerkzaamst aan<br />

begonnen ; mogt <strong>de</strong> eene er nog eerst onlangs <strong>de</strong> hand<br />

aan hebben gelegd , <strong>de</strong> coup d'essai was een coup <strong>de</strong> maitre<br />

geweest ; <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re bleek in vollen gang, en die gang had<br />

vaart! Het zij verre van ons te beweren, dat Etienne Luzac —<br />

<strong>de</strong> courantier — <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n laatsten geen oog had; integen<strong>de</strong>el,<br />

zoo hij meer dan een bespiegelend <strong>de</strong>el nam in <strong>de</strong> boekskens<br />

die <strong>voor</strong> ons liggen , hoe bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hij hem. Intusschen<br />

niet on<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>lijk ; hij, die zijne nieuwstijdingen<br />

zoo <strong>voor</strong>zigtig schiftte, die zooveel op strekking zag, die weinig<br />

opmerkingen over <strong>de</strong> <strong>voor</strong>vallen Waag<strong>de</strong>, die het oor<strong>de</strong>el door<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ed uiten , <strong>de</strong> behoedzame bovenal , — me<strong>de</strong>dinger<br />

van een dagblad , dat <strong>de</strong> schare nog het onpartijdige gelooft, —<br />

hij moest zich dikwijls ergeren aan dat alley durven<strong>de</strong>,<br />

aan dat zoo vaak louter verdichten<strong>de</strong> vernuft, 't geen nog<br />

meer vlugmaren verspreid<strong>de</strong> dan hij. Elie daarentegen, die<br />

bij <strong>de</strong> maatsehappij <strong>de</strong> uitgave van La Mettrie had goed te<br />

maken ; laat ons geheel billijk zijn, die gestu<strong>de</strong>erd had<br />

als weinigen , wien <strong>de</strong> logica het dierste ter wereld was, <strong>de</strong><br />

dialecticus bij uitnemendheid , hij greep <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re name-


CAUS ERIES PARISIENNES. <strong>41</strong>7<br />

loos aan, in <strong>de</strong> voile overtuiging zijns hoofds, dat hij gelijk<br />

had, dat hij drogre<strong>de</strong>nen te keer ging, vonkelend, schitterend<br />

, blinkend, al wat ge wilt, maar toch drogre<strong>de</strong>nen, die<br />

hij ontleed<strong>de</strong> en ontzenuw<strong>de</strong>, die wegstoven als rag in <strong>de</strong>n<br />

wind. Onwillekeurig strekt onze blik, bij <strong>de</strong> laatste woor<strong>de</strong>n,<br />

ver<strong>de</strong>r, dan <strong>de</strong> dagen <strong>de</strong>r Biblioth?que Impartiale reiken<br />

mogten; Naar ophou<strong>de</strong>n was, reeds <strong>voor</strong> die worsteling, door<br />

<strong>de</strong> redactie aangekondigd met <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>rlinge woor<strong>de</strong>n: „nous<br />

„armor-icons sa fin: cette fin est dans la nature <strong>de</strong>s ch.oses,"<br />

of daartoe <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>rlandseke Letteroefeningen had<strong>de</strong>n bijgedragen,<br />

intusschen verschenen , valt hier niet to on<strong>de</strong>rzoeken;<br />

met <strong>de</strong> verklaring van ons a.nachronisme keeren wij terug<br />

tot <strong>de</strong>n indruk , door <strong>de</strong> twee liehten, toen aan <strong>de</strong>n euro-<br />

peeschen hemel stralen<strong>de</strong>, op <strong>de</strong> Luzac's gemaakt, <strong>voor</strong><br />

zooverre zij bij <strong>de</strong> uitgave van dit maandschrift <strong>voor</strong>zaten.<br />

Voltaire en Rousseau wor<strong>de</strong>n er, ja, in vermeld en gevierd, —<br />

en payant leur tribut an malin; — 'loch <strong>de</strong> geldzucht noch<br />

fie twistziekte van <strong>de</strong>n eene loopt vrij ; over <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>rlingheid<br />

van <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re gaat <strong>de</strong> zweep; doch <strong>de</strong> lof en <strong>de</strong> laster van<br />

bei<strong>de</strong> beheerschen daarom <strong>de</strong> boekskens niet. Er wordt meer<br />

ruimte beschikbaar gesteld <strong>voor</strong> taaije vertoogen over allerlei<br />

Aca<strong>de</strong>mies, <strong>de</strong> Koninklijke Zweedsche en <strong>de</strong> Koninklijke Pruis_<br />

sische, het Instituut van Bologne en <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie <strong>de</strong> Chirurgie,<br />

dan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vermaardste hunner schriften. Ge treft er<br />

eene Histoire <strong>de</strong> la Patrie in aan, sans fin, <strong>de</strong> Hollandsche<br />

Graven en Klaas Kolijn; — tot eene Metho<strong>de</strong> <strong>de</strong> faire eclorre<br />

<strong>de</strong>s poulets au moyen d'un feu <strong>de</strong> Lampe, toe! Van groote<br />

ingenomenheid met een <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> vernuften geen zweem:<br />

Voltaire, zijne vleijerijen van Fre<strong>de</strong>rik boeten<strong>de</strong>, of Voltaire<br />

up Ferney zijn vijan<strong>de</strong>n uitlagehen<strong>de</strong>, -- het tijdstip maakt<br />

weinig uit, hij was zijnen tijdgenooten altijd te gaauw, — Voltaire<br />

verschalkte onze Bibliotheyne Impartiale , als hij zoo velen<br />

ra Sebelso l 111 27


<strong>41</strong>8 CAUSER1ES PARISIENNES.<br />

<strong>de</strong>ed, met een brief — van een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, — door hem gesteld; <strong>de</strong><br />

drukker ontvangt een reclame en <strong>de</strong>ze wordt geplaatst zon<strong>de</strong>r<br />

partij te kiezen; slechts voegt <strong>de</strong> man van het yak er bij<br />

„editeur" ne puis, „imprimeur" je suis. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> extraits'<br />

het toenmalige technische woord <strong>voor</strong> wat later recensie heette,<br />

vindt gij een opstel over Feitama's vertaling <strong>de</strong>r Heuria<strong>de</strong> ;<br />

maar even goed een opstel over van Winter's Ainstelstrooin<br />

en <strong>de</strong> Rottestroont van Smits. Oog heeft <strong>de</strong> redactie, oog <strong>voor</strong><br />

America als <strong>voor</strong> Japan; oor toont zij te hebben <strong>voor</strong> Haller<br />

en Gellert, <strong>voor</strong> Rabener en Kaestner, <strong>voor</strong> Pope en <strong>voor</strong><br />

Fielding; — maar <strong>voor</strong> geen <strong>de</strong>r twee eigenaardigste gestalten<br />

<strong>de</strong>r gansche eeuw, noch <strong>voor</strong> die <strong>de</strong>s spotters, wiens ve<strong>de</strong>r<br />

hel<strong>de</strong>nzwaard en vorstenstaf in gezag en glorie <strong>voor</strong>bijstreef<strong>de</strong>,<br />

noel <strong>voor</strong> die <strong>de</strong>s zwervers <strong>de</strong> menschen moe<strong>de</strong>, hijgen<strong>de</strong><br />

Haar <strong>de</strong> ruste van het graf, verrast u bij Naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsehei<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

, <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> blik. Vreemd schijnt het ons<br />

altijd op <strong>de</strong>n afstand die ons van hen scheidt, dat zoo min<br />

<strong>de</strong> een als <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re Luzac <strong>de</strong> magt begreep, <strong>de</strong> toekomst<br />

<strong>voor</strong>zag, aan stip beloofd; stijl, waarin bei<strong>de</strong> die zoo versehei<strong>de</strong>n<br />

genien , vaak met elkan<strong>de</strong>r twisten<strong>de</strong> , om <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>rang<br />

dongen , waarin zij, elk op zijne wijs , om het zeerst<br />

meester bleken. Vreem<strong>de</strong>r dat noch <strong>de</strong>ze noch gene vermoed<strong>de</strong> ,<br />

hoe zij ie<strong>de</strong>r op zijne heart, <strong>voor</strong> het groote pnbliek vraagstukken<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n , die vroeger boven of bniten zijnen kring<br />

waren gebleven ; dat zij, dit an<strong>de</strong>rs doen<strong>de</strong> dan weleer was<br />

geschiecl , bevalliger en boeijen<strong>de</strong>r, spelen<strong>de</strong> en niet schoolsch,<br />

hun gehoor zagen aanwassen met <strong>de</strong>n dag , een gehoor, altijd<br />

gretiger luisterend, altijd opgetogener toejuichend. Vreemdst<br />

dat zij niet opmerkten, hoe <strong>de</strong> geest van <strong>de</strong>n eon en het<br />

gemoed van <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>r, , door eene nieuwe proza en door eene<br />

nieuwe poezij , te glimlagchen om ie<strong>de</strong>re dwaasheid , niet<br />

looter persiflage, te luisteren naar <strong>de</strong> stein <strong>de</strong>r natuur, , niet


CAUSERIES PARISIENICES. <strong>41</strong>9<br />

touter paradox — <strong>de</strong>r set-tare schitteren<strong>de</strong> en streelen<strong>de</strong> werel<strong>de</strong>n<br />

ontsloten; haar, door <strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgang <strong>de</strong>r bestaan<strong>de</strong>,<br />

eene betere beloven<strong>de</strong>! Alsof wij in dien eisch niet te verre<br />

waren gegaan , niet te veel had<strong>de</strong>n gevergd; alsof die vreeze<br />

zich met <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>rdom niet over hen had verzwaard! Alsof<br />

Elie Luzac haar niet bevestigd zag, toen hij zich zelven bekennen<br />

moest , dat hij geen we<strong>de</strong>rpartij was geweest , <strong>de</strong>n<br />

droomer Rousseau opwegen<strong>de</strong>; „<strong>de</strong> fransche wapenen had<strong>de</strong>n<br />

„in zoo weinige dagen weer omgeworpen wat <strong>de</strong> pruissische<br />

„pas had<strong>de</strong>n opgerigt." Alsof Etienne Luzac niet gevoel<strong>de</strong>,<br />

dat <strong>de</strong> vermetele Voltaire overwonnen had, toen zijn neef<br />

<strong>de</strong>n americaansehen opstand in zijn conservatief blad dorst<br />

ver<strong>de</strong>digen; „toen <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> partij <strong>de</strong>r patriotten koos!" Sombere<br />

levensavond na <strong>de</strong>n vergeefschen strijd! die gelukkig niet<br />

lang werd gerekt — zou<strong>de</strong>n zij het hebben gewenscht om<br />

uit <strong>de</strong> puinhoopen een nieuw gebouw te zien verrijzen, om<br />

negentien<strong>de</strong>eeuwers te wor<strong>de</strong>n? In een opzigt misschien: ja!<br />

Schrijvers als ze waren, zou<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong>n gelukkigen greep<br />

hebben gewaar<strong>de</strong>erd, door <strong>de</strong> nieuwere letterkun<strong>de</strong> gewaagd,<br />

zou<strong>de</strong>n zij eene <strong>de</strong>r aardigste harer scheppingen <strong>voor</strong> het algemeen<br />

hebben genoten en geschat: een vorm, die zoo gedwee<br />

zich voegt , die zoo goed past <strong>voor</strong> bet vernuft en het gevoel<br />

door <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> genien vermaakt en gewekt!<br />

„Wie met <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagsche fransche dagbla<strong>de</strong>n meer <strong>de</strong>n<br />

„oppervlakkig bekend is, weet , hoe daarin, hetzij bij wijze<br />

„van feuilleton , of van kritiek , of van aanvulling, me<strong>de</strong>-<br />

„ge<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>voor</strong>treffelijkste studien van Frankrijks<br />

„beroemdste schrijvers en re<strong>de</strong>naars. De namen to noemen<br />

„van Sainte-Benve, Laboulaye, Taine, <strong>de</strong> Sacy, Prevost-Para-<br />

„dol , Philarete-Charles , Scherer , Jules Janin , St. Marc<br />

„Grirardin, — mannen van on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n rigting en geestes-<br />

„arbeid — is voldoen<strong>de</strong> om in voile herinnering te brengen,


420 CAUS ERIE'S PA ENN ES.<br />

„welke uitnetuen<strong>de</strong> opstellen, evenzeer uitmunten<strong>de</strong> door ken-<br />

„righeid van vorm als <strong>de</strong>gelijkheid van gehalte , <strong>de</strong> Parijsche<br />

„hoofd-dagbla<strong>de</strong>n se<strong>de</strong>rt vele jaren plegen to versprei<strong>de</strong>n.”<br />

Ziedaar <strong>de</strong>n aanhef <strong>de</strong>r kleine prospectus, waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

Causeries Parisiennes ons wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n ; ziedaar het<br />

zegel gedrukt op onze stelling , dat <strong>de</strong> klove tusschen tweeerloi<br />

publiek , waarover <strong>de</strong> Luzac's klaag<strong>de</strong>n , is ge<strong>de</strong>mpt ,<br />

dat het yolk onzer dagen allerlei leven <strong>de</strong>s geestes mo<strong>de</strong><br />

leeft. „Dergelijke stukken to beware! ' in een leesbaar<strong>de</strong>r en<br />

„meer blijven<strong>de</strong>n vorm dan die van eene courant, zal wel<br />

„geen ongepaste wensch geacht wor<strong>de</strong>n. Ze te vertalen , zou<br />

„zijn zon<strong>de</strong> plegen aan <strong>de</strong> taal waarin ze gedacht en met<br />

„meer dan algemeen gewaar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> kunst geschreven wer-<br />

„<strong>de</strong>n” — hier houdt <strong>de</strong> verklaring van <strong>de</strong>n heer A. C.<br />

Kruseman , w a a r o m hij het werkjen wil uitgeven , op; zij<br />

wordt gevolgd door cone me<strong>de</strong><strong>de</strong>eling <strong>de</strong>r wijze hoe hij het<br />

<strong>de</strong>nkt to doen en <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n Over <strong>de</strong> bevoegdheid<br />

<strong>de</strong>r hand , die kiezen zal bewaart hij „een zedig stil-<br />

„zwijgen” ; zij blijke best, zegt het, uit het verschei<strong>de</strong>ne en<br />

veelzijdige <strong>de</strong>r opstellen zelve. Alreeds is die gebleken ,<br />

alreeds wisselen in <strong>de</strong> drie nommers , welke naast ons<br />

liggen , on<strong>de</strong>rwerp en behan<strong>de</strong>ling aardig af ; — doch hebben<br />

wij , wie het zoo zwaar valt maar verslaggevers to<br />

blijven , die door ons vernieuwd snuffelen in die ou<strong>de</strong> bibliotbeken<br />

en journalen niet tot het geloof aan <strong>de</strong> nuttigheid<br />

<strong>de</strong>r korte begrippen zijn bekeercl , hebben wij over<br />

het plan geene opmerking mee te <strong>de</strong>elen , die eigenlijk eene<br />

a a nmerking is? Waarlijk geene? Schort het aan onze<br />

lamp of aan onze oogen , het schemert ons op dit goe<strong>de</strong><br />

schrijfpapier, , — toch zitten wij in geen grilligen petroleumschijn<br />

, toch rooken wij niet ! Wie fluistert daar van dagen,<br />

teen <strong>de</strong> hollandsche pers gaarne een handjen hielp om bet


CAUSERTES PARISIENNES. 421<br />

twistvuurtjen , dat aan <strong>de</strong>n haard van <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> onzer<br />

naburen flikker<strong>de</strong> , wat hel<strong>de</strong>r<strong>de</strong>r op te doen vlammen ? then<br />

Voltaire om ooze treken uit zijn vel sprong; toen Rousseau, <strong>de</strong><br />

ook door ons gekwel<strong>de</strong> Rousseau, <strong>de</strong> bescherming van zijn vriend<br />

Rey inriep '? Als dat handgewrijf is, dan zijn het schrale<br />

knokkelen , die warm willen wor<strong>de</strong>n ; een gesmoor<strong>de</strong> lath,<br />

— een gegrijns. — Schuil maar weg, plaaggeest ! schuil<br />

weg achter die gordijn ; verre van iets , dat naar <strong>de</strong>rgelijke<br />

aardighe<strong>de</strong>n zweemt weer to verlangen, wenschen wij dat<br />

<strong>de</strong> sluijer, , dien <strong>de</strong> tijd over al die ongeoorloof<strong>de</strong> plagerijen ,<br />

al die onkiesche prullen heeft gespreid , zich verzwaar<strong>de</strong> tot<br />

digt wor<strong>de</strong>ns toe, als <strong>de</strong> saai die u daar <strong>de</strong>kt ! Onze boekhan<strong>de</strong>l<br />

bekent dat zij heeft gezondigd , maar zoekt het niet<br />

weer te doen; wet wij gaarne bij <strong>de</strong>ze Causeries zou<strong>de</strong>n zien<br />

gevoegd , het is een woord tot inleiding van <strong>de</strong>ze bijdrage,<br />

tot toelichting van gene, het is eerie <strong>voor</strong>stelling <strong>de</strong>r schrijvers,<br />

die <strong>de</strong> eersten zou<strong>de</strong>n zijn om <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hoffelijke begroeting<br />

dank to zeggen. Geschie<strong>de</strong> het nog in eene <strong>voor</strong>re<strong>de</strong> , die<br />

<strong>voor</strong> alle blaam van baatzucht vrijware , door het bewijs to<br />

leveren , dat een evenknie hen to gast nood<strong>de</strong>; dat het Ne<strong>de</strong>rland<br />

onzer dagen , overdrukken<strong>de</strong>, niet maar nadrukt.<br />

Het zal het minste opstel uit <strong>de</strong>n bun<strong>de</strong>l niet blijken , als<br />

<strong>de</strong> hand die nu <strong>de</strong> letterkundige <strong>voor</strong>tbrengselen schift , op<br />

hare beurt over die letterkun<strong>de</strong> schrijft. Neen, olijkert! neon,<br />

die, uit <strong>de</strong>n hook weer op die boekskens gewipt , ons daar<br />

uittart , ons tergt , beet — zoo als gij wenschtet — beet<br />

znit ge ons niet hebben; beet, door ons to doen omtrekken<br />

wat er in die stoffe schuilt wat die schets schenken kan.<br />

Zelfs geene poging al <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid te doen opmerken<br />

, waaraan <strong>de</strong> versehenen afleveringen rijk zijn, zullen<br />

wij beproeven. Het zou een an<strong>de</strong>re greep zijn in <strong>de</strong> teak van<br />

welke <strong>de</strong> schikker <strong>de</strong>zer kabinetstukjens zich to kwijten heeft,


422 CAUSEI{IES PARISEENNES.<br />

het zou het genot <strong>de</strong>r verrassing rooven aan <strong>de</strong> vele lezers,<br />

waarop het boeksken , hopen wij, weldra zal hebben to<br />

roemen. le<strong>de</strong>r zoeke zelf — <strong>voor</strong> een paar woor<strong>de</strong>n ten bewijze<br />

<strong>de</strong>r waarheid onzer beeldsprake is nog plaatse — ie<strong>de</strong>r zoeke<br />

zelf in <strong>de</strong>ze verzameling dat opstel , waarvan <strong>de</strong> stijl zweemt<br />

naar <strong>de</strong> manier <strong>de</strong>s meesters, dien het ons wil- doen kennen:<br />

lijnen , op welker juistheid weinig valt of to dingen , al<br />

wenschtet gij bei<strong>de</strong> , schil<strong>de</strong>r en schrijver, , weer gloeds toe.<br />

— Er is in <strong>de</strong>ze pas ontsloten galerij , on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vijf of zes<br />

hoof<strong>de</strong>n , onzen blik prijs gegeven , een pruik , maar een<br />

parijsche onzer dagen; een toupet <strong>de</strong> tulle chevelu, ie<strong>de</strong>r haartje<br />

is glad gestreken , langs <strong>de</strong>n hals en aan <strong>de</strong> slapen; ge<br />

zoudt zweren dat het natuur, , dat het haar was. Wij hebben<br />

ook van die pleitbezorgers <strong>de</strong>r pruiken ten onzent , kieschkeurige,<br />

overkieschkeurige lth , die ten langen leste <strong>de</strong> <strong>voor</strong>keur<br />

geven aan een naturelletje boven zoo'n wil<strong>de</strong>n bos van<br />

haren , hoog <strong>de</strong>n sche<strong>de</strong>l ontsprongen , golven<strong>de</strong> langs <strong>de</strong><br />

schou<strong>de</strong>rs , manen die <strong>de</strong> toorn schudt en waarmee <strong>de</strong> lief<strong>de</strong><br />

speelt; maar wat wij niet hebben, het zijn zoo welrieken<strong>de</strong><br />

wateren , het is olie die zoo glanst ; noch geliktheid , noch<br />

gladheid ergert u meer, , om het kunststuk dat er door geboren<br />

wordt! — Gelei<strong>de</strong>lijke overgang is een genot, waarvan<br />

men verzocht wordt afstand to doen, als men zich aan eene<br />

tentoonstelling waagt; vindt er dus niets vreemds in, dat<br />

u eensklaps een geestelijke , van wie weet welke or<strong>de</strong>, aanblikt.<br />

Ge zijt waarschijnlijk niet van zijne kerk , maar <strong>de</strong><br />

man boeit er u niet min<strong>de</strong>r em: zooveel ernst houdt zich<br />

met geene kleine geschillen bezig; oogen als <strong>de</strong>ze zien sehermutselingen<br />

<strong>voor</strong>bij, om <strong>de</strong> heilige baniex op to beffen<br />

waar <strong>de</strong> slag hevigst woedt ! We twijfelen er aan, dat hij<br />

u meesleepen zal; wat zijn geese vermoge , <strong>de</strong> klove die tu g<br />

-schen it bei<strong>de</strong>n gaapt , <strong>de</strong>mpt hij niet; maar hem to hebben


CA. USERIES PA RISTENN ES. 423<br />

gehoord , is een genot , dat a lang zal heugen. — En toch<br />

zien wij n langer, , toch zien wij u het langst stilstaan <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong>n mijmeraar, , wiens gelaatstrekken echter meer van <strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>nker dan van <strong>de</strong>n droomer hebben. Het drijven<strong>de</strong> ligt<br />

echter niet in <strong>de</strong> natuur dier oogen , meent ge; ge zoudt<br />

hen het verrezien van <strong>de</strong>n valk willen toekennen. Het beeld<br />

voldoet u maar half; om hem volslagen regt te doen, herinnert<br />

uw gehengen zich het genie, dat over <strong>de</strong>n geest <strong>de</strong>r<br />

wetten schreef: „<strong>de</strong> a<strong>de</strong>laar, die <strong>de</strong> wieken klepte in een kooi !"<br />

Thaws echter is alle toorn verre van hem, daar hij er in slaagt<br />

u zoo weemoedig te stem men , daar gij n met hem in <strong>de</strong> geheimenissen<br />

<strong>de</strong>r droefheid verliest , en hij dieper vragen op<br />

uwe lippen lokt , dan onze wijsbegeerte weet to beantwoor<strong>de</strong>n.<br />

— Waar is <strong>de</strong> schare gebleven, die hier straks met ons schroom<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>n hie' van <strong>de</strong> laars te doen booren , die het dunne schoentjen<br />

zachtkens <strong>voor</strong>tschuiven <strong>de</strong>ed? Waar zij is, Binds bij<br />

dat geestige gezigt , snappend , en schaterend , ja , maar zich<br />

cok aangenaam en aardig verlustigend in het vernuft , dat<br />

haar toetintelt: ziet ge die merciere hare mantille niet plooijen ?<br />

onze. Mephisto , over <strong>de</strong> hoof<strong>de</strong>n heenzweven<strong>de</strong> , oogt haar na ;<br />

en zijn knikjen is <strong>de</strong>n kunstenaar eene verdien<strong>de</strong> hul<strong>de</strong>.<br />

„Laat ons het Proza bewerken : <strong>de</strong> echte Poezij zelve zal er<br />

„bij winnen!" o, onze broe<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong>n gil<strong>de</strong>! dacht Geel<br />

misschien , teen hij <strong>de</strong>n raad gaf, , aan het nieesterschap , door<br />

onze buren over stijI verworven , aan <strong>de</strong>n invloed op <strong>de</strong> beschaaf<strong>de</strong><br />

wereld , dien zij er zich door verzeker<strong>de</strong>n ? Hij had<br />

er <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>n te lief <strong>voor</strong>, zegt doze; toch vertaal<strong>de</strong> hij Sterne,<br />

is het weerwoord van gene. Verre zij het van ons vonnis te<br />

wijzen , verre eene eenzijdige studie aan te bevelen; — maar<br />

zou<strong>de</strong>n wij niet gezegd mogen wor<strong>de</strong>n zijn wenk to volgen ,<br />

beurtelings bij elk onzer buren een kijkje nemen<strong>de</strong>, en dan<br />

ten onzent zelf beproeven<strong>de</strong> wat ons het best van <strong>de</strong> hand wil


424 CA US ERLES PARISI ENNES.<br />

gaan? Het valt ten minste to beproeven, het zoo onheuseh<br />

zijn, zoo wij elkan<strong>de</strong>r niet toewensehten , dat wij mogten<br />

slagen. Wij doen het van harte, onzen me<strong>de</strong>arbei<strong>de</strong>rs als ens<br />

zelven ; wij doen het wat maan<strong>de</strong>lijks, wat wekelijks , wat<br />

dagelijks verschijnt ; wij doen het hen, die wij beet had<strong>de</strong>n ,<br />

en hen die ons bij gelegeuheid zullen beet nemen , alien em<br />

bet zeerst. „II en est <strong>de</strong> la pointe <strong>de</strong> l'esprit comme d'un<br />

„crayon; it faut recommencer h le tailor sans cesse," — bet<br />

is een woord van Sainte-Beuve , dat Geel genoegen zou hebben<br />

gedaan , waarvan <strong>de</strong> begaaf<strong>de</strong> fransche auteur dag aan dag<br />

<strong>de</strong> waarheid staaft. Als wij ons krijt, dat zulke grove krnllen<br />

geeft , of het gansche publiek bijzien<strong>de</strong> ware; als wij ons pot-<br />

Mod, dat soms zoo stomp blijkt , of het niet er op aankwam hoe<br />

breed een lijn van lof wordt ; als wij onze werktnigen, en<br />

onze zinnen , wat weer scherpten, zou<strong>de</strong> <strong>de</strong> uitdrukking er<br />

Diet bij winner, <strong>de</strong> indruk niet duurzamer zijn? Laat u toch<br />

niet weerhou<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> vrees, dat wij dan looter tneester:<br />

stukken zou<strong>de</strong>n leveren! Onze eigene bittere ervaring in dat<br />

opzigt buiten rekening gelaten, het heeft slechts aan onze<br />

onhandigheid gehaperd; gesteld , gij waart zoo gelukkig! gelooft<br />

ge niet dat ge dan het genot zoudt hebben verhoogd<br />

van duizen<strong>de</strong>n ? het genot ook van hen, die, als wij <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>r<br />

wegwerpen<strong>de</strong> , met ons, maar in e<strong>de</strong>ler zin dan <strong>de</strong> Musset<br />

meen<strong>de</strong>, u toejuichen<strong>de</strong>, zou<strong>de</strong>n zingen :<br />

1864.<br />

honitne pent Gasser son veers<br />

Quand it a ba tie ce vin-la.


NOORWEEGSCHE LETTERKUNDE.<br />

BJORNSTERNE BJORNSON.<br />

I<br />

Het is niet aan zijne geschie<strong>de</strong>nis, dat Noorwegen <strong>de</strong> belangstelling<br />

beeft dank to weten , welke bei<strong>de</strong>n , land en<br />

yolk, in onze dagen bij al wat in Europa aanspraak maakt<br />

op beschaving, in telkens grooter mate vin<strong>de</strong>n. Enkele namen<br />

uit <strong>de</strong>' verschillen<strong>de</strong> tijdvakken zijner historie mogen<br />

ver<strong>de</strong>r hebben geklonken dan <strong>de</strong> grenzen <strong>de</strong>s lands reiken,<br />

— wat zijn Harald Haarfagre, <strong>de</strong> grondvester <strong>de</strong>r monarchie<br />

in <strong>de</strong> laatste dagen <strong>de</strong>s flei<strong>de</strong>ndoms , en Olaf <strong>de</strong> Heilige<br />

, die <strong>de</strong> invoering van het Christendom met bet martelaarschap<br />

boette , wat zijn ze <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Overigens ontwikkel<strong>de</strong><br />

schare an<strong>de</strong>rs dan door nevelen omhul<strong>de</strong> gestalten, — <strong>de</strong><br />

weinigen uitgezon<strong>de</strong>rd, <strong>voor</strong> welke Oehlenschlager's tooverstaf<br />

<strong>de</strong>n mist opklaren <strong>de</strong>ed! Of niet looter maar een somber<br />

feit uit zijne nieuwe geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong> gansche wereld<br />

heug<strong>de</strong>! Wie heeft in gedachte niet gehuiverd bij <strong>de</strong> woor-<br />

<strong>de</strong>n van Megret: „Voila la piece finie , allons souper!", als<br />

Karel <strong>de</strong> Twaalf<strong>de</strong>'s heldhaftig levee in <strong>de</strong> schans <strong>voor</strong> Fre<strong>de</strong>rikshald<br />

zoo jammerlijk een ein<strong>de</strong> neemt?


426 NOORWEEGSCHE LETT ERK 13 N D E.<br />

Even als zoo menig an<strong>de</strong>r yolk van ons wereld<strong>de</strong>el , bij<br />

<strong>de</strong>n val van Napoleon door <strong>de</strong> overwinnen<strong>de</strong> vorsten <strong>de</strong>r<br />

Heilige Alliantie verpligt van staatkundigen toestand te verwisselen<br />

, om <strong>de</strong>n wille van een gedroomd europeeseh evenwigt,<br />

trok <strong>de</strong> wijze op welke het noorweegsche <strong>de</strong>s ondanks<br />

zijne onafhankelijkheid wist te handhaven , weinig opmerkzaamheid<br />

tot zich. Het land lag aan het chi<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<br />

aar<strong>de</strong>; bet getal zijner inwoners mogt toen geen millioen<br />

halen; wie verstond hunne taal? Slechts met lange<br />

tusschenpoozen <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n onze dagbla<strong>de</strong>n, bij gebrek aan belangrijker<br />

nieuws, 'fragmenten <strong>de</strong>r <strong>de</strong>batten in het Storthing<br />

me<strong>de</strong>; het publiek verlang<strong>de</strong> naauwlijks iets meer. Al wat<br />

het van Noorwegen wenschte was, dat het hout, en stokviseh<br />

, en traan bleef leveren, als het sints eeuwen <strong>de</strong>ed.<br />

Hartstogtelijke jagers, zooals Groot-Brittanje ze kweekt, wij<br />

had<strong>de</strong>n ze niet; en, al waren zij ons be<strong>de</strong>eld geweest, in hoe<br />

klein een kring zou hunne schets van <strong>de</strong>n overvloed <strong>de</strong>s<br />

wilds in <strong>de</strong> bosschen op Noorwegen's bergen , een open oor<br />

hebben gevon<strong>de</strong>n!<br />

Wie dan toeh heeft <strong>de</strong> rotsen, welke Europa van Scandinavia's<br />

westelijksten uithoek scheid<strong>de</strong>n, geslecht? wie ie<strong>de</strong>r<br />

onzer op zijne meoren verplaatst? wie ons het leven van<br />

dat land en dat yolk doen me<strong>de</strong>leven? Wie an<strong>de</strong>rs dan die<br />

kunst, welke <strong>de</strong> algemeenste alter talon spreekt, en ie<strong>de</strong>ren<br />

toestand veraanschonwelijkt! Aan twee zijner zonen — Adolf<br />

Ti<strong>de</strong>roand en Hans Gli<strong>de</strong> — is Nore het verschuldigd, dat<br />

waar ook in ons wereld<strong>de</strong>el <strong>de</strong> halle <strong>de</strong>r schil<strong>de</strong>rs zich <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> kunsten ontsluit, er to mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r vele zusterenzetels ook<br />

<strong>voor</strong> hem een stoel is aangeschoven; dat wij op ie<strong>de</strong>re tentoonstelling<br />

<strong>de</strong>n blik wen<strong>de</strong>n naar beel<strong>de</strong>n nit die sterke<br />

natuur gegrepen, naar trekken aan dat rijk <strong>de</strong>r kracht ontleend.<br />

Al zijn wij er verre van <strong>voor</strong>bij to zien, hoeveel <strong>de</strong>


NOOKIVEEGSCIIE LETTERHUNDE. 427<br />

herschepper onzes tijds , <strong>de</strong> stoom , er toe heeft bijgedragen<br />

om het volkerenverkeer gemakkelijk te maken , — zou <strong>de</strong><br />

drom van touristen , thans uit alle streken van Europa in<br />

het Noor<strong>de</strong>n zamenkomen<strong>de</strong> , hebben vermoed , welk genot<br />

er hem verbeid<strong>de</strong> , indien zoo <strong>de</strong>ze als gene meester hun<br />

niet had toegeroepen : „Andreas Achenba.ch heeft n onze<br />

kusten in al hare verschrikkingen doen opdoemen ; geniet<br />

ook wat wij beurtelings liefelijks en verhevens hebben aan<br />

te bien !"<br />

Schetsachtig als <strong>de</strong>ze inleiding , zal zij <strong>de</strong> grenzen haar gesteld<br />

niet overschrij<strong>de</strong>n , blijven moet , mag die gedachte hier<br />

niet war<strong>de</strong>n uitgewerkt. En ook, se<strong>de</strong>rt G. Keller en P. J. Veth<br />

er beurtelings naar streef<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n indruk weer to geven , dien<br />

<strong>de</strong> schoonheid van het noordsche landschap op hun gemoed<br />

maakte, kan dat overbodig heeten. Jammer alleen , dat Been<br />

<strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> verdienstelijke reizigers, gedachtig aan het ware<br />

woord van Goethe :<br />

Wer das Dichten will verstehen<br />

Muse ins Land <strong>de</strong>r Diehtung geheu ;<br />

Wer <strong>de</strong>n Dichter will verstehen ,<br />

Muse in Diehters Lan<strong>de</strong> gehen —<br />

genoeg belang in het noor<strong>de</strong>n had gesteld, om <strong>voor</strong> zijn bezoek<br />

<strong>de</strong> zustertalen ten urinate to leeren verstaan. Niet slechts<br />

zijzelven zou<strong>de</strong>n er bij hebben gewonnen , ook het publiek<br />

had ten gevolge hunner veelzijdiger kennis en van hun vollediger<br />

genieten , velerlei toestan<strong>de</strong>n beter begrepen.<br />

Hoe zoo het kleine yolk in alter schatting zijn gerezen ,<br />

als zij zich in staat had<strong>de</strong>n gesteld zijne letterkun<strong>de</strong> te<br />

waar<strong>de</strong>ren ! Voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>ensche als <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zweedsche mogt<br />

dit veelzijdige studie hebben geeischt ; <strong>de</strong> noorweegsche zou<br />

spoedig binnen hun bereik zijn gebleken. Onze vlugtige<br />

schets zal er ie<strong>de</strong>r van overtuigen. Geene halve eeuw toch


42S NOORWEEGSCHE LICITERKUNDE.<br />

scheidt ons nog van <strong>de</strong>n dag, wnarop <strong>de</strong> nieuwere letterkun<strong>de</strong><br />

gezegd 'nag wor<strong>de</strong>n to zijn geboren; eerst in <strong>de</strong> laatste<br />

twintig jaren ontwikkel<strong>de</strong> zij zich eigenaardig. Hoe, se<strong>de</strong>rt<br />

Bernadotte <strong>de</strong> dubbele kroon dragen mogt , het eene lustrum<br />

<strong>voor</strong>, , het an<strong>de</strong>re na verstreek , zon<strong>de</strong>r dat het nieuwe<br />

leven <strong>de</strong>s yolks zich in nieuwe vormen <strong>de</strong>s geestes openbaar<strong>de</strong>!<br />

Nore, wiens hoogste roem op letterkundig gebied <strong>de</strong><br />

bijzon<strong>de</strong>rheid was gebleven , dat Ludvig Holberg het eerste<br />

levenslicht op zij nen grond aanschonw<strong>de</strong> , Nore volg<strong>de</strong> nog<br />

altijd Dana op <strong>de</strong>n voet , slechts eene weerkaatsing van dier<br />

licht. Het waren „<strong>de</strong> laatste dagen van het kleurlooze i<strong>de</strong>a-<br />

„lisme”, getnigen <strong>de</strong> critici <strong>de</strong>s yolks. Achttienhon<strong>de</strong>rd<strong>de</strong>rtig<br />

bragt daar, , als el<strong>de</strong>rs, „wat gist in het dutfe beslag ,"<br />

en H. Wergeland en J. L. Welhaven yertegenwoordig<strong>de</strong>n<br />

geruimen tijd <strong>de</strong> strij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> beginselen : „het republikeinsch<br />

rationalistische" en „het monarehaal traditionele".<br />

Zoo genegenheid nosh genegenheid tot <strong>voor</strong>tzetting <strong>de</strong>zer<br />

proeve falen , zullen wij aanleiding to over vin<strong>de</strong>n toeschonwers<br />

bij Bien kamp te wor<strong>de</strong>n. Eigenlijk overwinnaar werd<br />

geen <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> aanvoer<strong>de</strong>rs, evenmin <strong>de</strong> eerstgenoem<strong>de</strong> (1845<br />

gestorven), die een chaotisch epos schreef: <strong>de</strong> Seltepping , <strong>de</strong><br />

Mensch en <strong>de</strong> Meseias , die het omwerkte tot een: <strong>de</strong> Menech<br />

geheeten , dat ons in <strong>de</strong>r tijd door .Lublink Weddik werd<br />

yereerd , maar hetgeen wij nooit ten ein<strong>de</strong> lazen; als <strong>de</strong><br />

laatstvermel<strong>de</strong> (eerst onlangs verschei<strong>de</strong>n) , die van conservatief<br />

in eelecticus verkeer<strong>de</strong> , en <strong>de</strong> yermaardheid , naar<br />

welke hij door zijne didaktische poezij streef<strong>de</strong> , alleen aan<br />

zijne lyrische had dank te weten. Intusschen komt <strong>de</strong>r beweging<br />

, door bei<strong>de</strong>n to weeg gebragt, niet enkel <strong>de</strong> ver-<br />

dienste toe, <strong>de</strong> belangstelling <strong>de</strong>s algemeens te hebben gewekt<br />

; zij was tevens oorzaak van <strong>de</strong> uitgave <strong>de</strong>r Sag en, en Avon-<br />

turen door J. P. Asbjornsen en Jurgen Moe; frissche teugen


NOORAVEEGSCHE LETTERK UN DE. 429<br />

uit <strong>de</strong> onuitputtelijke bron <strong>de</strong>s vroegeren volkslevens. Aan<br />

die an<strong>de</strong>rmaal op alter lippen gebragte overleveringen , aan<br />

<strong>de</strong> dichterlijke herscheppingen van <strong>de</strong>ze , is het tijdperk , dat<br />

het i<strong>de</strong>alisine <strong>de</strong>s verle<strong>de</strong>ns van het realisme onzer dagen<br />

scheidt , bij <strong>de</strong> historici <strong>de</strong>r Noorsche letterkun<strong>de</strong> <strong>de</strong>n naam<br />

van „tusschen-regering", <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van „nationaal-roman-<br />

tisch ," verschuldigd.<br />

Hoe het gebeuren kon , dat iemand , noch door het publiek<br />

, noch door <strong>de</strong> kritiek bijzon<strong>de</strong>r opgemerkt , dat A.<br />

Munch geduren<strong>de</strong> dat tiental jaren in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong>n schepter<br />

zwaai<strong>de</strong> , — wij hebben thans alleen het optre<strong>de</strong>n te vermel<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>s dichters , wiens naam aan het hoofd <strong>de</strong>zer bijdrage<br />

staat : zijn eerste opstellen wer<strong>de</strong>n nog on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n invloed<br />

dier nu uitgebloei<strong>de</strong> school geschreven. Al schemert<br />

het onvolkomen realisme — zoo kenschetsen noorweegsche<br />

beoor<strong>de</strong>elaars * het tegenwoordig standpunt hunner letterkun<strong>de</strong><br />

— al schemert dit vast in die stukken door, het doel van<br />

zijn streven was hem, volgens hun vonnis , toen nog niet<br />

ten volle bewust. Er is appel ook van uitspraken in dat<br />

ressort , en wij zullen onzen lezers gelegenheid geven, <strong>de</strong>s<br />

verkiezen<strong>de</strong> het hunne aan te teekenen , als wij hun <strong>de</strong><br />

weinige bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n hebben me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld, ons van BjOrnsterne<br />

Bjiirnson's leven bekend. Hij wend <strong>de</strong>n 8 ste1 December<br />

1832 in het stift Christiania, in het dorpje Qvikne geboren.<br />

De hooge bergrug Dorrffald scheidt het dal, waarin het ligt,<br />

van dat an<strong>de</strong>re, hetwelk Keller zich niet in staat verklaar<strong>de</strong><br />

one te beschrijven , dat Veth vergeefs beproef<strong>de</strong> ons door<br />

teregtwijzing en aanvulling zijns <strong>voor</strong>gangers te doen zien.<br />

Hoe lief zou het ons geweest zijit , als een van bei<strong>de</strong>n een<br />

omtrek had me<strong>de</strong>gebragt <strong>de</strong>r pastorie, in welke BjOrnsterne's<br />

wiegje stond! Gij aarzelt aan wien van <strong>de</strong> twee onzer reizigers<br />

ge bij <strong>voor</strong>keur zoudt hebben opgedragen , het gemoed


430 NOOR WEEGSCHE LETT ERKUND E.<br />

<strong>de</strong>s vromen va<strong>de</strong>rs to schetsen , zich verlustigend in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling<br />

wat er van dat jongske wor<strong>de</strong>n zou. Daar ontwaakt<br />

het aanvallig kind, en slaat <strong>de</strong> kijkers zoo vertrouwen<strong>de</strong> ,<br />

zoo vol van vre<strong>de</strong> op. „Een zielverzorger als gij !" juicht<br />

<strong>de</strong> hoop <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r toe, — en gij geeft Veth <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>r.<br />

Maar een oogenblik later kraait <strong>de</strong> wil<strong>de</strong> lust nit dat keeltje,<br />

weg stuift <strong>de</strong> rinkelbel , <strong>de</strong> handjes grijpen naar het verbo<strong>de</strong>ne.<br />

„Een wereldling !" fluistert <strong>de</strong> vrees <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r in ,<br />

— waar is Keller, dat hij hem bemoedige ? Hoe <strong>de</strong> man<br />

behoefte had aan eene an<strong>de</strong>re levensbeschouwing dan <strong>de</strong><br />

zijne , toen <strong>de</strong> knaap op <strong>de</strong> school to Mol<strong>de</strong> wel vlijtig<br />

leer<strong>de</strong> , toen <strong>de</strong> jongeling op <strong>de</strong> nniversiteit to Christiania<br />

<strong>de</strong> vlugsten achter zich liet , maar geen behagen schiep dan<br />

in litteratuur, , en al vroeg beoor<strong>de</strong>elingen schreef, niet enkel<br />

van boeken , maar ook van — gruwel <strong>de</strong>r gruwelen —<br />

ook van theater<strong>voor</strong>stellingen , ook van het spel van akteurs<br />

en aktrices ! weten even weinig of, als hoe, die an<strong>de</strong>re<br />

levensbeschouwing <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r gewerd , en ik vrees zeer, , dat<br />

geen onzer bei<strong>de</strong> vernuften in staat zal zijn die leemte aan<br />

to vullen ; maar wij weten gelukkig , dat <strong>de</strong> zoon- omstreeks<br />

1856 <strong>de</strong> eerste reeks zijner Schetsen schreef, en ik twijfel<br />

er geen oogenblik aan, dat in <strong>de</strong> kleinste van <strong>de</strong>ze trekken<br />

<strong>voor</strong>komen , aan <strong>de</strong> herinneringen van eigen kindschheid ontleend.<br />

Hier is zij :<br />

DE VA DER.<br />

De vermogendste man in het gansche kerspel, van hetwelk<br />

ik ga vertellen , heette Thord Overaas. Op zekeren dag ging<br />

hij <strong>de</strong> woning van <strong>de</strong>n geestelijke binnen, en <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze staan<strong>de</strong><br />

sprak hij lui<strong>de</strong> en ernstig :<br />

„Ik heb een zoon gekregen , en wil hem laten doopen."<br />

„Hoe zal hij heeten ?"


NOORWEEGSCHE LETTERKUNDE. 431<br />

„Finn, naar mijn va<strong>de</strong>r."<br />

„En <strong>de</strong> peters en meters?"<br />

Thord noem<strong>de</strong> die, — bet waren <strong>de</strong> aanzienlijkste mannen<br />

en vrouwen van het dorp, bloedverwanten <strong>de</strong>s va<strong>de</strong>rs.<br />

„Nog jets ?" vroeg <strong>de</strong> priester, naar <strong>de</strong> hooge gestalte op-<br />

zien<strong>de</strong>.<br />

De boer haper<strong>de</strong> een omzien. „Ik zott hem gaarne alleen<br />

„gedoopt hebben," zei<strong>de</strong> hij.<br />

„Dat wil zeggen op een werkdag ?"<br />

„Aanstaan<strong>de</strong>n Zaterdag , 's middags oni twaalf lire."<br />

„Nog jets?" vroeg <strong>de</strong> geestelijke.<br />

„An<strong>de</strong>rs niets." En <strong>de</strong> boer draai<strong>de</strong> zich om als wil<strong>de</strong> hij<br />

gaan. Daar roes <strong>de</strong> priester op.<br />

„Slechts dit nog ," zei<strong>de</strong> hij en trad wat digter op Thord<br />

toe, greep hem bij <strong>de</strong> hand en staar<strong>de</strong> hem in <strong>de</strong> oogen:<br />

„Geve God , dat bet kind u ten zegen zij !"<br />

Zestien jaren later stolid Thord we<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> waning van <strong>de</strong>n<br />

geestelijke. „Gij houdt u goed , Thord ," zei<strong>de</strong> <strong>de</strong> priester ;<br />

hij zag schier geene veran<strong>de</strong>ring aan <strong>de</strong>n man. „Ook heb<br />

„ik geene zorgen," antwoord<strong>de</strong> Thord. Een oogenblik bewaar<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> geestelijke het stilzwijgen; toen vroeg hij:<br />

„Wat voert u van avond her waarts ?"<br />

„Ik kom om mijn zoons wille, die morgen zal war<strong>de</strong>n aan-<br />

„genornen.”<br />

„Hij is een knappe jongen."<br />

heb n <strong>voor</strong> Uwe moeite niet willen betalen , eer ik<br />

„wilt, <strong>de</strong> hoeveelste hij is on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leerlingen."<br />

„Hij zal nummer Een zijn."<br />

„Zoo — bier hebt ge lien daal<strong>de</strong>rs."<br />

„Is er nog jets?" vroeg <strong>de</strong> priester, Thord aanzien<strong>de</strong>.<br />

„Niets an<strong>de</strong>rs." En Thord ging zijns weegs.<br />

Weer verliepen acht jaren daar hoor<strong>de</strong> men een druk


4;i2 NOORWEEGSCRE LE'N'ERKUNDC.<br />

gewoel <strong>voor</strong> <strong>de</strong> woning van <strong>de</strong>n geestelijke; vele mannen<br />

tra<strong>de</strong>n haar binnen, door Thord <strong>voor</strong>gegaan.<br />

De priester zag op, hij ken<strong>de</strong> hem weer: „Gij komt te<br />

„avond niet onverzeld."<br />

„Ik kom spreken over <strong>de</strong> afkondiging van het huwelijk<br />

„mijiis zoons. Hij zal trouwen met Karen Storli<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> doch-<br />

„ter van Gudmund , die hier naast mij staat.”<br />

„Het rijkste meisje van het dorp."<br />

„Zoo zegt men," hernam <strong>de</strong> boer, en streek met <strong>de</strong> regte<br />

hand zijn haar op. De priester scheen eene wijl iii gedachte<br />

verdiept; hij zei<strong>de</strong> niets, maar schreef <strong>de</strong> namen in het kerkboek.<br />

Toen zetten <strong>de</strong> mannen een iegelijk zijnen naam on<strong>de</strong>r<br />

het gesehrevene. Thord leg<strong>de</strong> drie daal<strong>de</strong>rs op tafel.<br />

„Er komt mij maar een toe," zei<strong>de</strong> <strong>de</strong> priester.<br />

„Pat weet ik wel ; maar hij is mijn eenig kind, ik wil het<br />

„mijne ruim doen."<br />

De geestelijke streek het geld naar zich. „Dit is <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

„maal dat gij om uws zoons wille daar staat, Thord."<br />

„Maar nu heb ik ook met hem afgedaan," hernam Thord,<br />

<strong>de</strong>ed zijn zakboekje digt , zei vaarwel en ging — langzaam<br />

door <strong>de</strong> mannen gevolgd.<br />

Veertien dagen na dien avond roei<strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r en zoon met<br />

stil we<strong>de</strong>r over het meir naar Storli<strong>de</strong>n, om schikkingen te<br />

maken <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bruiloft.<br />

„Die bank ligt niet vast," zei <strong>de</strong> zoon, en stond op om<br />

<strong>de</strong> plank on<strong>de</strong>r hem regt te leggen. Op hetzelf<strong>de</strong> oogenblik<br />

glijdt <strong>de</strong> <strong>de</strong>el waarop hij staat, — hij breidt zijne armen<br />

nit, geeft een schreeuw, , en valt in het water.<br />

„Grijp <strong>de</strong> riem!" riep <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r, die zich ophief en hem<br />

die toestak.<br />

Maar toen <strong>de</strong> zoon een paar slagen gedaan had, verstijf<strong>de</strong><br />

zijn arm.


NOORW EEGSCH E LETTERK UN DE. 433<br />

„Wacht !" riep <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r, en roei<strong>de</strong> op hem toe. Daar werpt<br />

zich <strong>de</strong> zoon achterover, , ziet <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r lang aan — en zinkt.<br />

Thord wil<strong>de</strong> niet gelooven wet er gebeurd was ; hij <strong>de</strong>ed<br />

<strong>de</strong> boot stil liggen , en staar<strong>de</strong> op <strong>de</strong>n plas , waarin <strong>de</strong> zoon<br />

was verdwenen , als moest hij weer boven komen. Er rezen<br />

eenige bellen, en nog eenige; toen eene grootere, die barst —<br />

en we<strong>de</strong>r was het meir spiegelglad.<br />

Twee dagen en drie nachten bleef <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r om <strong>de</strong>n plas<br />

roeijen, zon<strong>de</strong>r spijs of drank tot zich to nemen, zon<strong>de</strong>r zijne<br />

oogen to luiken. Hij Zocht near zijn zoon. In <strong>de</strong>n ochtend<br />

van <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n dag vond hij hem, en droeg het lijk over<br />

<strong>de</strong> heuvelen met zich naar zijne hoeve.<br />

Se<strong>de</strong>rt dien dag mogt er een jaar verloopen zijn; daar hoor<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> priester in <strong>de</strong> stilte van een herfstavond iemand zijne<br />

woning na<strong>de</strong>r tre<strong>de</strong>n. Langzaam hief <strong>de</strong> bezoeker in het <strong>voor</strong>huis<br />

<strong>de</strong> klink op. De geestelijke trad naar <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur zijner<br />

kamer, open<strong>de</strong> die, en een lang <strong>voor</strong>overgebogen man kwam<br />

naar hem toe: hij was mager en zijn haar wit als sneeuw.<br />

Lang staar<strong>de</strong> <strong>de</strong> priester hem zwijgend aan, want wel ken<strong>de</strong><br />

hij hem ; het was Thord.<br />

„Komt ge zoo laat?" vroeg <strong>de</strong> geestelijke ein<strong>de</strong>lijk , en zag<br />

<strong>voor</strong> zich neer.<br />

„Ja, ik kom laat ," hernam Thord en zette zich. De priester<br />

<strong>de</strong>ed <strong>de</strong>sgelijks, afwachten<strong>de</strong>; er heerschte een lang zwijgen.<br />

Toen zei<strong>de</strong> Thord<br />

„Ik heb iets bij mij , dat ik gaarne <strong>de</strong>n armen zou geven,"<br />

en stond op, en leg<strong>de</strong> eene som geld op tafel , en zette zich weer.<br />

De geestelijke tel<strong>de</strong> het uitgestorte : „Het is veel geld," zei<strong>de</strong> hij.<br />

„Het is <strong>de</strong> halve koopprijs mijner hoeve; ik verkocht die<br />

„van daag."<br />

De priester bleef eene wiji het zwijgen bewaren, maar vroeg<br />

hem ten leste, op meewarigen toon:<br />

Stu dien en Schetsen III 28


434 NOORWEEGSCHE LETTERKUNDE.<br />

„En wat wilt gij wor<strong>de</strong>n?"<br />

Jets beters dan ik geweest ben."<br />

Zoo zaten zij eene poos Thord <strong>de</strong>n blik naar <strong>de</strong>n grond<br />

geslagen, <strong>de</strong> geestelijke <strong>de</strong>n blik op hem gevest. Ein<strong>de</strong>lijk<br />

sprak <strong>de</strong> laatste langzaam en zachtkens :<br />

„Nu <strong>de</strong>nk ik, dat uw zoon u ein<strong>de</strong>lijk ten zegen wor<strong>de</strong>n zal."<br />

„Ja, dat <strong>de</strong>nk ik zelf nu ook ," hernam Thord, en zag op.<br />

Er biggel<strong>de</strong>n tranen langs zijn gezigt.<br />

II<br />

Op vier-en-twintig-jarigen leeftbd treffen wij BjOrnsterne<br />

Bjornson te Kopenhagen aan, — Langer dan acht lustrums<br />

mogt Noorwegen met Zwe<strong>de</strong>n vereenigd geweest zijn, op het<br />

gebied van <strong>de</strong>n geest bleef <strong>voor</strong> Christiania's stu<strong>de</strong>nten Denemarken<br />

<strong>de</strong>n toon geven. Het viel niet enkel aan <strong>de</strong>n vroegeren<br />

staatkuncligen band tusschen Noren en Denen toe te schrijven,<br />

of looter uit <strong>de</strong> innige verwantschap van bei<strong>de</strong>r talen to<br />

verklaren. Dertig jaren lang was Noorwegen's Storthing verpligt<br />

geweest ijverig <strong>de</strong> wacht te hou<strong>de</strong>n , als het zich <strong>de</strong><br />

republikeinsche instellingen, door <strong>de</strong> constitutie van 4 November<br />

1814 on<strong>de</strong>r monarchalen vorm verworven, niet door Carl<br />

Johan <strong>de</strong>n XIV(10 wil<strong>de</strong> zien ontfutselen. Spijt al <strong>de</strong> sluwheid<br />

<strong>de</strong>r aanslagen van dien vorst, was het hem niet gelukt ,<br />

<strong>de</strong>n eenvoud van dat „maar boeren" geschol<strong>de</strong>n yolk te verschalken.<br />

Integen<strong>de</strong>el , het bleek er nog te ijverzuchtiger door<br />

gewor<strong>de</strong>n op zijn <strong>de</strong>mokratisch gelijkheidsbegrip. Ondanks<br />

<strong>de</strong>n verklaar<strong>de</strong>n weerzin <strong>de</strong>s konings , had <strong>de</strong> Wetgeven<strong>de</strong><br />

Magt , door in drie elkan<strong>de</strong>r opvolgen<strong>de</strong> zittingen — 1815,<br />

1818, 1821 — hetzelf<strong>de</strong> besluit te nemen, <strong>de</strong>n A<strong>de</strong>l <strong>voor</strong><br />

Noorwegen afgeschaft! Het antwoord op <strong>de</strong> vraag, wie door


NOORWEEGSCHE LETT ER K uNDE. 435<br />

<strong>de</strong>rgelijken strijd <strong>de</strong>n bittersten glimlach aan <strong>de</strong> lippen <strong>de</strong>s<br />

wijsgeers ontlokte, <strong>de</strong> parvenu nit Pan, die <strong>de</strong> <strong>voor</strong>regten<br />

eener aanzienlijke geboorte trachtte te handhaven, of <strong>de</strong><br />

burgerluidjes, welke met <strong>de</strong> daad toch ook eene aristokratie,<br />

was het slechts die <strong>de</strong>s hezits, vier<strong>de</strong>n, — behoort in an<strong>de</strong>re<br />

studies dan <strong>de</strong>ze. Your ons doel volsta <strong>de</strong> opmerking, dat<br />

do verhouding met het titelzieke Zwe<strong>de</strong>n er niet door werd<br />

verheterd. Vergeefs was Tegner in 1823 door <strong>de</strong> verschijning<br />

van Prins Oscar's beminnelijke braid, Josephine, uit het<br />

geslacht Beauharnais — hare overige namen schenkt ge mij,<br />

even als het Lenchtenbergsehe hertogskroontje — bezield gewor<strong>de</strong>n<br />

om die norsclie ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong>n van het noorweegsche<br />

Storthing wat zachter to stemmen. Dichterlijke ziel, was hij<br />

stout genoeg geweest hun te durven vragen, of zij him land<br />

nu niet dubbel liefhad<strong>de</strong>n , of het Zui<strong>de</strong>n ergens rijken aanhood,<br />

die in geluk bij die <strong>de</strong>s Noor<strong>de</strong>ns haal<strong>de</strong>n? Welligt<br />

zon het hem gelnkt zijn hunne <strong>voor</strong>hoof'<strong>de</strong>n to ontfronsen ,<br />

indien hij, met al <strong>de</strong>n zin <strong>voor</strong> vronwelijk schoon, hem be<strong>de</strong>eld<br />

, finks <strong>de</strong> bevallige had doen optre<strong>de</strong>n, die later het<br />

hart <strong>de</strong>r menigte won. Ter k wa<strong>de</strong>r ure echter waag<strong>de</strong> hij<br />

zich aan eene, laat mij het zeggen, groteske verpersoonlijking<br />

van <strong>de</strong>n heerscher <strong>de</strong>s lags, „<strong>de</strong> gerijpte eere, met dia<strong>de</strong>em<br />

„en lauwerkrans getooid ;" — was het won<strong>de</strong>r, dat zij (lie<br />

<strong>de</strong>ze gewaar wer<strong>de</strong>n, „<strong>de</strong> jonge bruid <strong>voor</strong>bij zagen, <strong>de</strong>n<br />

„troon en het yolk even na?" fIaat en, lief<strong>de</strong> , heeft <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

dichter el<strong>de</strong>rs gezongen: rife Lei<strong>de</strong>n trouw tot in <strong>de</strong>n dood ;<br />

maar het is niemand gegeven <strong>de</strong> laatste in ons gemoed<br />

te wekken, als gij dit op hetzelf<strong>de</strong> oogenblik met <strong>de</strong>n eersten<br />

vervult. Al schil<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hij, een omzien later, Josephine „schoon<br />

„als <strong>de</strong> ster van Freja," al was er iets betooverends in zijne<br />

<strong>voor</strong>stelling „hoe zij op het rotsige strand <strong>de</strong>n schoot <strong>de</strong>r<br />

„golven ontsteeg," al voel<strong>de</strong> zij zich, overgang nit <strong>de</strong> grieksche


436 NOOILW EEGSC HE ',Err E RTC UN DE.<br />

wereld in <strong>de</strong> noordsche, „dochter eens helds vast in het ou<strong>de</strong><br />

„hel<strong>de</strong>nland te huis ," het baatte niet of hij vroegere en latere<br />

Nornor <strong>de</strong>ed opdagen ! Zuur bleven <strong>de</strong> Noren zien , zuurst<br />

van al misschien bij het slotcouplet , <strong>de</strong>n broe<strong>de</strong>r-volken<br />

gewijd<br />

Lang leve, omstrikt door lief<strong>de</strong>koor<strong>de</strong>n<br />

Het Asahelinsche tweelingpaar I<br />

En wor<strong>de</strong>, wat het zijn kon, 't Noor<strong>de</strong>n ,<br />

Zoo bei<strong>de</strong>r wet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> waar I<br />

Hoe weinig <strong>de</strong> noorweegsehe wetgevers in dien wensch<br />

<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n , bewezen zij door herhaal<strong>de</strong> malen <strong>de</strong>s konings<br />

staatsra<strong>de</strong>n ter verantwoording to roepen , als zij die van<br />

schenning hunner regten verdachten. Doch wat dreige ik of<br />

te dwalen op het gebied <strong>de</strong>r politiek , terwijl dat <strong>de</strong>r poezij<br />

mij ongezocht , schier twintig jaren later, een treffend bewijs<br />

<strong>voor</strong> het beweer<strong>de</strong> biedt ? Het geviel in Julij 1842 ,<br />

dat <strong>de</strong> scandinavische natuur-on<strong>de</strong>rzoekers in Stockholm bijeen<br />

kwamen , dat Geyer, aan een vriendschappelijken disch ,<br />

aan die mannen <strong>de</strong>r wetenschap een toast uitbragt. Opregter<br />

dan Tegner, , verbloem<strong>de</strong> hij <strong>de</strong>n toestand niet. Hoor <strong>de</strong><br />

laatste regelen :<br />

Ver<strong>de</strong>eld , ale 't lot van ouds ons heeft,<br />

Hoe breed <strong>de</strong> kloof nog 4 ,<br />

Waar ook <strong>de</strong> geest naar waarheid streeft,<br />

Dear blijken broe<strong>de</strong>rs wij.<br />

Het bleek <strong>voor</strong> koning Oscar I bewaard , wat die stemming<br />

snerpends had to „lin<strong>de</strong>ren", zou Hooft hebben gezegd ,<br />

— en ik weet waarlijk niet, waarom wij dat woord, 't geen<br />

beter dan verzachten of temperen <strong>voor</strong> velerlei gewaarwordingen<br />

past, over <strong>de</strong> grenzen joegen , om, zooals wij


NOORWEEGSCk1E LETTER K UN D E. 437<br />

<strong>de</strong><strong>de</strong>n, „daadzaken" onze geregtshoven binnen to lei<strong>de</strong>n, om<br />

zooals wij dreigen to doen, <strong>voor</strong> „nevenbedoelingen" <strong>de</strong><br />

sehil<strong>de</strong>rige „bijoogmerken" <strong>de</strong>n schop te geven. De opvolger<br />

van Carl Johan <strong>de</strong>n XIV <strong>de</strong> bewees niet slechts als toonkunstenaar<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>de</strong>s takts te kennen; in het maatschappelijk<br />

leven als in <strong>de</strong> muziek bleek hij dien meester to zijn. Verre<br />

van mar uitbreiding zijns gezags te dingen, beleef<strong>de</strong> hij <strong>de</strong><br />

Grondwet opregt en stem<strong>de</strong> er bovendien in toe, dat Noorwegen<br />

een eigen rijkswapen, een eigen vlag voeren mogt,<br />

ja stichtte hij zelfs eene noorsche Rid<strong>de</strong>rorcle, die van <strong>de</strong>n<br />

Heiligen Olaf, <strong>de</strong> kleuren van wier lintje <strong>de</strong> Amsterdamsche<br />

Beurs leer<strong>de</strong> kennen, se<strong>de</strong>rt er in onze hoofdstad eene tentoonstelling<br />

van vischtuig gehou<strong>de</strong>n werd. 0 ij<strong>de</strong>lheid, ook<br />

<strong>de</strong>r <strong>de</strong>mokratisch gelijkheidsgezin<strong>de</strong>n! — maar laat mij<br />

billijk genoeg zijn in eenen a<strong>de</strong>m er bij te voegen, dat <strong>de</strong><br />

vertrouwelijke betrekking tusschen bei<strong>de</strong> rijken eigenlijk eerst<br />

van 1866 dagteekent, toen Zwe<strong>de</strong>n zijne verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> yolksvertegenwoordigers<br />

afschafte en het begrip <strong>de</strong>r regten eens<br />

burgers onzes tijds wat ruimer opvatten dorst. Helaas! dat<br />

daartoe, dat tot die verwezenlijking <strong>de</strong>r noordsche eenheidsdroomen<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> jeugd <strong>de</strong>r drie rijken — naar <strong>de</strong>n geest<br />

altbans — <strong>de</strong> rampen van het door Duitschland vertrapte<br />

Denemarken moesten bijdragen, dat Sadowa werd vereischt ,<br />

eer Scandinavie zich doordrongen toon<strong>de</strong> van <strong>de</strong> les van<br />

Onno Zwier:<br />

En leer op nietwes staat te maken ,<br />

Ale 't gees in eygen krachten is !<br />

verklaring wat al aanleiding gaf, dat we Bjornsterile<br />

Bjornson zijne letterkundige loopbaan in <strong>de</strong> <strong>de</strong>ensche<br />

en niet in <strong>de</strong> zweedsche hoofdstad zien beginnen, zeal onvolledig<br />

blijven , zoo ik niet thans, met meer nadruk dan


438 NooRwEEGscirE LETTERKuNDE.<br />

straks , <strong>de</strong> opmerking Bel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ed, dat Noorwegen tot <strong>voor</strong><br />

weinige jaren naar <strong>de</strong>n geest slechts met Denemarken leef<strong>de</strong>.<br />

Stockholm mogt zich in ie<strong>de</strong>r opzigt <strong>de</strong> gelijke van Kopenhagen<br />

kunnen noemen ; mogt evenzeer als hare me<strong>de</strong>dingster<br />

allerlei verschei<strong>de</strong>nheid van volksleven aanbie<strong>de</strong>n en tot het<br />

smaken van ie<strong>de</strong>re verfijning <strong>de</strong>r weel<strong>de</strong> gelegenheid geven,<br />

— Stockholm won het hart <strong>de</strong>r Noren niet! Verreweg <strong>de</strong><br />

mildst be<strong>de</strong>el<strong>de</strong> in natuurschoon, baatte het haar luttel,<br />

dat <strong>de</strong> omstreken <strong>de</strong>r vroegere beheerseheresse van <strong>de</strong> Sund<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verrassen<strong>de</strong> uitzigten, <strong>de</strong>r Dkgar<strong>de</strong>n<br />

aan llalarns liefelijke oevers door <strong>de</strong>n golven<strong>de</strong>n grond gewaarborgd<br />

; verwierf zij nogthans <strong>de</strong> sympathie van wie er<br />

overigens in ruime mate oog <strong>voor</strong> had<strong>de</strong>n niet. Welk een<br />

groot ge<strong>de</strong>elte onzer genoegens schuilt in onze heugenissen!<br />

Hoe wint het <strong>de</strong> ne<strong>de</strong>rigste mooning, <strong>de</strong> kleinste gaar<strong>de</strong>, <strong>de</strong><br />

veldbloem, die daar wast , van <strong>de</strong> vorstelijke huizinge , het<br />

]iefelijkst park, <strong>de</strong> sierlijkste broeikastplant, die ons vreemd<br />

is! Adam Oehlenschhiger als <strong>de</strong>n vertegenwoordiger <strong>de</strong>r scandinavisehe<br />

dichtkunst van <strong>de</strong> eerste helft <strong>de</strong>zer eeuw to<br />

noemen, dat volstaat om heel <strong>de</strong>n cyclus van noordsche saga's<br />

<strong>voor</strong>bij uwen geest to doen gaan. Hoe moest <strong>de</strong> schouwburg<br />

, welke die stukken opvoer<strong>de</strong> , hoe moest het publiek ,<br />

dat <strong>de</strong>ze genoot , <strong>de</strong> jengdige letterkundigen aantrekken ,<br />

opgewassen tusschen <strong>de</strong> fjellen , over welke die hel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n<br />

staf had<strong>de</strong>n gezwaaid, die zich <strong>de</strong>s zomers had<strong>de</strong>n gebaad<br />

in <strong>de</strong> fjor<strong>de</strong>n , door <strong>de</strong> draken <strong>de</strong>r Vikingen gekliefd , als<br />

<strong>de</strong>ze op zee <strong>de</strong>n strijd zochten , <strong>de</strong> zege of <strong>de</strong>n flood; die<br />

<strong>de</strong>s winters op ie<strong>de</strong>ren feestavond niet alleen van <strong>de</strong>n mee<br />

droom<strong>de</strong>n , in <strong>de</strong> koningshalle geplengt1 , die ook <strong>de</strong> blond-<br />

lokkige blaauwoogigen zagen , wier blanke hand dien beker<br />

hood! Welk eene an<strong>de</strong>re stemming, welk eene an<strong>de</strong>re ontwikkeling<br />

eischte <strong>de</strong> zweedsche poezij , wier chaotische schep-


NOORW EEG SC HE LETTE RIC UN DE. 439<br />

pingen onwillekenrig het zegel droegen van <strong>de</strong>n laatsten<br />

grooten Wasa , vernuft , bevalligheid, geest! Verbaast ge u<br />

or over, dat dit G-ustavisch-geniale, zoo geheel Zwe<strong>de</strong>n's<br />

latere letterkun<strong>de</strong> kenschetsend, <strong>de</strong>n eenvoud dier landlie<strong>de</strong>n<br />

afstiet? Tot in het treffendste toe, wat het ten tooneele<br />

hragt , tot in <strong>de</strong> lotwisselingen dier an<strong>de</strong>re, dier noordsche<br />

Medici, tot aan <strong>de</strong>n luister, welke hun land haar ten leste<br />

had dank to weten , voel<strong>de</strong>n zij zich vreemd. Dat Denemarken ,<br />

weiks juk Zwe<strong>de</strong>n had afgeschud, was meesteresse van Noorwegen<br />

gebleven. De vlugtigste vergelijking van bei<strong>de</strong> litteraturen<br />

overtuigt er van, dat <strong>de</strong> jonge Bjdrnsterne zich<br />

slechts te Kopenhagen kon<strong>de</strong> ontwikkelen; of het mij even<br />

hel<strong>de</strong>r ware on<strong>de</strong>r welke worstelingen dit plaats had! Waarom<br />

zou ik eene teleurstelling , mij in dit opzigt weervaren,<br />

bier verheelen? 1k meen<strong>de</strong> mij te mogen vleijen , er eenige<br />

hijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n nit Noorwegen zelf over te zullen ontvangen<br />

van <strong>de</strong> hand eens vriends, eene belangwekken<strong>de</strong> persoonlijkheid,<br />

met welke ik bij gelegenheid <strong>de</strong>r tentoonstelling <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong>n arbeidsman in <strong>de</strong>n verle<strong>de</strong>n zomer kennis maakte; iemand ,<br />

dien ik het genoegen hoop to hebben u later als schrijver<br />

<strong>voor</strong> te stellen. Hij vond in <strong>de</strong> vraag zelve niets onbeschei-<br />

<strong>de</strong>ns ; hoe zou hij? „Eene letterkundige biecht," meen<strong>de</strong> hij<br />

in <strong>de</strong> reinheid zijns harten, „roept geen blos op <strong>de</strong> wangen;"<br />

<strong>voor</strong>zigtiger dan hij , was ik het <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>lijk met hem<br />

eens. Er is geen e<strong>de</strong>ler strijd dan die om <strong>de</strong>n eersten<br />

lauwer op het gebied <strong>de</strong>r kennisse. Landor moge in zijn onvergelijkelijk<br />

Pericles and Aspasia, <strong>de</strong> laatste bij eene vraag<br />

van <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n aard zich op <strong>de</strong> innigheid van bei<strong>de</strong>r betrekking<br />

doen beroepen : „Do tell me, o Pericles! now we<br />

„are inseparable for ever, how many struggles with yourself<br />

„(to say nothing of others) you must have had, before you<br />

„attained the position you have taken?" — hier eischte <strong>de</strong>


440 NOORWEEGSCFIE LETTERKUNDE.<br />

wensch geen vergoelijking; letterkundige roem wordt op<br />

reiner wijze verworven dan staatkundig gezag. En stellig<br />

zou BjOrnsterne's antwoord an<strong>de</strong>rs hebben geluid dan dat,<br />

't welk <strong>de</strong> dichterlijke <strong>de</strong>nker <strong>de</strong>n grooten Athener geven<br />

laat: „It is pleasanter, answered he, to think of our glory<br />

„than of the means by which we acquired it." 0 zege <strong>de</strong>r<br />

poezij over <strong>de</strong> politiek! Zij heeft zich hare mid<strong>de</strong>len niet te<br />

schamen; zij geen toevlugt to nemen tot allerlei spelingen<br />

<strong>de</strong>s vernufts. „When we see the horses that have won at<br />

„the Olympian games, do we ask what oats they have eaten<br />

„to give them such velocity and strength? Do those who<br />

„swim admirably ever trouble their minds about the blad<strong>de</strong>r<br />

„they swam upon in learning, or enquired what berth supplied<br />

„them? when the winds are filling our sails, do we lower<br />

„them and <strong>de</strong>lay our voyage in or<strong>de</strong>r to philosophise on the<br />

„particles of air composing them, or to speculate what re-<br />

„gion produced them, or what becomes of them afterward?”<br />

Steilig niet: egotists as we statesmen are; maar wanneer<br />

wij door een hoogen, een heiligen geest gedreven, te moe<strong>de</strong><br />

zijn geweest of het nooit in onze magt zou staan, dien te<br />

uiten op eene wijze zijner waardig, dan blip <strong>de</strong> heugenis<br />

hoe wij slaag<strong>de</strong>n iets streelends hebben, al loopt er het<br />

menschelijke on<strong>de</strong>r:<br />

Geniesze was <strong>de</strong>r Schmerz dir hinterliesz.<br />

1st Noth voriiber, , sind die Niithe siisz.<br />

Waarom mijn vriend <strong>de</strong> vervulling zijner belofte uitstel<strong>de</strong>?<br />

waarom hij mijne weetgierigheid in <strong>de</strong>n eersten tijd<br />

waarschijnlijk nog niet bevredigen zal? Eene nieuwe bestemming<br />

eischt al zijne krachten, al zijne gaven; hij wissel<strong>de</strong><br />

van betrekking, maar op eene wijze, van welke wij ten<br />

onzent sleehts <strong>de</strong> tegenstelling zien. Een leeraar, , die leek


NOORWEEOSCHE LETTERKUNDE. 4<strong>41</strong><br />

wordt — beweer toch niet, dat in <strong>de</strong> hervorm<strong>de</strong> gemeente<br />

nooit van iets an<strong>de</strong>rs sprake zou zijn geweest dan van<br />

mannen broe<strong>de</strong>rs I — een leeraar, die leek wordt, is in<br />

<strong>de</strong>ze dagen niets zeldzaams meer; eerst lokte het mid<strong>de</strong>lbaar<br />

on<strong>de</strong>rwijs nit, <strong>de</strong>n steek aan <strong>de</strong>n kapstok to hangen, thans<br />

doen het <strong>de</strong> dagbla<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>rs mijn Noorweger; twintig<br />

jaren lang praktisch philanthroop geweest, door <strong>de</strong>n staat<br />

bezoldigd, om <strong>de</strong>zen in te lichten over <strong>de</strong>n toestand <strong>de</strong>r<br />

verarmdste volksklassen, wordt hij op meer dan mid<strong>de</strong>lbaren<br />

leeftijd pastor eener dorpsgemeente. Het is me als tintelen<br />

zijne kleine, donkere, levendige oogen mij nog van achter<br />

<strong>de</strong> glazen zijner bril van blijdschap toe, bij het <strong>voor</strong>uitzigt<br />

zijner benoeming. 1Vioge hij thans, nu zij hem gewerd, nu<br />

hij , die weldra aanvaar<strong>de</strong>n zal, dat alles <strong>voor</strong> zijne kud<strong>de</strong><br />

blijken, wat Oliver Goldsmith in <strong>de</strong>n landgeestelijke waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>,<br />

en hij onzer in die aartsva<strong>de</strong>rlijke wereld, als een<br />

vrij oogenblik hem verpoozing gunt in afwisseling van arbeid,<br />

ge<strong>de</strong>nken. Bij gebreke zijner besehei<strong>de</strong>n kunnen wij niet<br />

beter doen, dan Bjornsterne Bjornson in zijne Eerste Vertelling<br />

zelf het woord te geven.<br />

T H RON D.<br />

Alf heette een man, die zich <strong>voor</strong>stel<strong>de</strong> aan zijne Buren<br />

vrij wat vreug<strong>de</strong> to zullen beleven, daar hij <strong>de</strong> meesten<br />

van <strong>de</strong>ze, in raad en daad, verre <strong>voor</strong>uit was. Maar toen<br />

hij <strong>de</strong>rtig jaren was gewor<strong>de</strong>n, toog hij fjellenwaard en<br />

ontgon grond , twee mijlen verre van alle menschen af.<br />

Velen verwon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n er zich over hoe hij het nit kon hou<strong>de</strong>n,<br />

dus geen an<strong>de</strong>r gezelschap te hebben dan zijn eigen;<br />

maar zij verwon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n er zich nog meer over, toen over<br />

eenige jaren een jong meisje uit het dal dit met hem wil<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>elen.


442 NooawEEnscuE LEVCER K UN D E.<br />

Zij wer<strong>de</strong>n „<strong>de</strong> bosehlui" genoemcl en hij was bekend<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n naam van „Alf in het bosch"; <strong>de</strong> landlie<strong>de</strong>n<br />

plagten hem verbaasd aan to zien , wanneer zij hem sours in<br />

<strong>de</strong> kerk of aan <strong>de</strong>zen of genen arbeid gewaar wer<strong>de</strong>n, want<br />

zij begrepen hem niet en hij gaf zich <strong>de</strong> moeite niet hen<br />

wat er in hem Dinging te verklaren; <strong>de</strong> vrouw was slechts<br />

een paar malen in het dorp geweest , <strong>de</strong> eene keer om een<br />

kind ten doop te hou<strong>de</strong>n.<br />

Dat, kind was een jongen, die Thrond werd geheeten.<br />

On<strong>de</strong>r zijn opwassen spraken <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs er dikwijls over, dat<br />

ze bij het kind eenige hulp behoef<strong>de</strong>n, en daar hunne mid<strong>de</strong>len<br />

hen niet vergun<strong>de</strong>n een volwassene in dienst te neinen,<br />

vergenoeg<strong>de</strong>n zij zich met een veertienjarig meisje, dat toezigt<br />

op <strong>de</strong>n knaap Meld, als <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs in het veld waren.<br />

Al was zij eenvoudig, toch had zij er geen slag van dui<strong>de</strong>lijk<br />

te zijn, en het jongske merkte spoedig, dat wat zijn<br />

moe<strong>de</strong>r zei<strong>de</strong>, ligt to begrijpen viol, doch dat hij wat Bagmhild<br />

mee<strong>de</strong>el<strong>de</strong> niet vatten lion. Met zjn va<strong>de</strong>r praatte hij<br />

maar zel<strong>de</strong>n ; hij was schier bang <strong>voor</strong> <strong>de</strong>zen, want als hij<br />

to huis was, moest hij zoo stil zijn, windstil.<br />

Het geviel op een kerstavond, — er waren twee kaarsen<br />

op <strong>de</strong> tafel aangestoken en <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r dronk iets wits nit een<br />

flesch, — dat <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>n knaap tot zieh nam, hem op zijn<br />

schoot zette, hem strak in <strong>de</strong> oogen zag en hem toeriep:<br />

„Kijk jongen!" Toen liet hij er ver<strong>de</strong>r op volgen: „Jo bent<br />

„toch <strong>voor</strong> geen kleintje vervaard; wil ik je eens een axon-<br />

„tuur verhalen?” Het kind antwoord<strong>de</strong> niet, maar zette groote<br />

kijkers op. Toen vertel<strong>de</strong> <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r hem van een man nit<br />

Naaga, die Blessommen heette. Om in een twistgeding regt<br />

te krijgen <strong>voor</strong> 's konings regtbank , was die man in Kopenhagen<br />

geweest ; maar <strong>de</strong> uitspraak liet zich zoo lang wachten<br />

, dat kersttijd dreig<strong>de</strong> in to vallen. Dat verdroot Bles-


NCKIRW E EGSCH LEVU E K ITN DE. -443<br />

sommen, en terwijl hij in <strong>de</strong> straten heen en weer liep en<br />

zich aan dat uitstel erger<strong>de</strong>, zag hij een sterk gebouwd man<br />

in een wit buis <strong>voor</strong> zich uitgaan. „Je loopt of je haast<br />

„halt, jij!" zei Blessommen. — „Ik heb nog een heel eind of<br />

„te leggen, zal ik te avond thuis zijn," antwoord<strong>de</strong> <strong>de</strong> man.<br />

— „Waar wil je heen?" — „Naar Naaga," zei <strong>de</strong> man,<br />

en stapte <strong>voor</strong>t. — „Wel , dat treft aardig," begon Blessommen<br />

weer, „daar moet ik ook naar toe!" — „Dan kan<br />

„je wel bij mij achter op <strong>de</strong> ar staan," zei <strong>de</strong> man en sloeg<br />

een dwarsstraat in, waar zijn paard gereed Hij zette<br />

zich in <strong>de</strong> ar en zag om naar Blessommen, die plaats nam<br />

op <strong>de</strong> ijzers. — „Je moet je goed vasthou<strong>de</strong>n," lachte<br />

— Dat <strong>de</strong>ed Blessommen; en het was wel dat hij het <strong>de</strong>ed,<br />

want het ging niet rigtig toe. „Ik geloof, dat je te water<br />

„rijdt," zei Blessommen. — „Dat doe ik," zei <strong>de</strong> man en om<br />

hen heen stond het blank , zoo ver Blessommen zien kon.<br />

Maar teen zij een eind ver<strong>de</strong>r waren gere<strong>de</strong>n, dacht <strong>de</strong>ze<br />

tech, dat het niet langer over water ging. „Ik geloof, dat<br />

„wij <strong>de</strong> lucht ingaan," zei<strong>de</strong> hij. — „Ja, dat doen we," antwoord<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> man. Maar then zij nog een poos <strong>voor</strong>t waren<br />

gevlogen, scheen het Blessommen toe, dat hij het dorpje,<br />

't geen zij inre<strong>de</strong>n, ken<strong>de</strong>. „ lk geloof, dat dit Naaga is?" --<br />

- „Ja, nu zijn we thuis," zei <strong>de</strong> man en Blessommen vend,<br />

dat het vlug was toegegaan. „Heb dank <strong>voor</strong> je har<strong>de</strong> rij<strong>de</strong>n,"<br />

zei — „Ik mogt je eer <strong>voor</strong> je gezelschap dank zeggen,"<br />

antwoord<strong>de</strong> <strong>de</strong> man, en terwijl hij zijn zweep <strong>de</strong>ed klappen,<br />

voeg<strong>de</strong> hij er bij: „Dock sta nu maar niet langer naar mij<br />

„te kijken." — „Wis niet," dacht Blessommen en repte zich<br />

over <strong>de</strong> heuvelen huiswaarts. „Maar achter hem ging een<br />

„reek en een walm op en daver<strong>de</strong> het. of <strong>de</strong> fjell neer zou<br />

„storten; het weerlicht was niet van <strong>de</strong> lucht; hij tamest Bens<br />

„omzien, daar zag hij <strong>de</strong>n man in het witte buis door hooge


444 NO0 ItIVEEGSCHE LECTERKUNDE.<br />

„vuurvlammen <strong>de</strong>n open berg inrij<strong>de</strong>n, die zich <strong>voor</strong> hem ont-<br />

„sloot als een poort. Blessommen werd bekommerd over het<br />

„gezelsehap, waarin hij geweest was, en wil<strong>de</strong> zijn hoofd om-<br />

„keeren; maar zooals hij het gedraaid had bleef het staan en<br />

„Blessommen kon nooit zijn hoofd weer regthou<strong>de</strong>n.”<br />

lets <strong>de</strong>rgelijks had het jongske zijn gansche leven lang<br />

Met gehoord. Hij dorst zijn va<strong>de</strong>r niet vragen om <strong>voor</strong>t te<br />

gaan ; maar <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n morgen vroeg was zijn eerste<br />

woord tot zijne moe<strong>de</strong>r, of ook zij geen avonturen kon vertellen<br />

? Ja, wel kon zij dat, maar die gewaag<strong>de</strong>n meest<br />

van princessen, die zeven jaren gevangen zaten, tot <strong>de</strong> regte<br />

prins kwam. Het knaapje geloof<strong>de</strong>, dat alles, wat hij hoor<strong>de</strong><br />

en las, om hem heen werkelijk plants greep.<br />

Acht jaren was hij oud , toes <strong>de</strong> eerste vreem<strong>de</strong> man op<br />

een winteravond hunne <strong>de</strong>ur binnentrad. Jets wat Thrond<br />

nog nooit had gezien, viol hem da<strong>de</strong>lijk bij <strong>de</strong>n gast in het<br />

oog: hij had zwart haar. Kortweg sprak „Goe<strong>de</strong>n avond,"<br />

en kwam na<strong>de</strong>r; Thrond werd bang en ging op een bankje<br />

zitten bij het metselwerk van <strong>de</strong>n haard. „Zet u," zei <strong>de</strong><br />

moe<strong>de</strong>r, en <strong>de</strong> man <strong>de</strong>ed het; then zag zij hem van digter<br />

bij aan en riep uit: „Wel! is dat speelman Knot niet?" —<br />

„Hij is 't," was 't weerwoord: „'t is lang gele<strong>de</strong>n, dat mijn<br />

„ve<strong>de</strong>l naar je bruiloft ging." — „Gel kom, 't is inij of 't<br />

„eerst gister was geweest. Maar ben je bang op weg?" —<br />

„Ik heb kerstavond aan <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren kant van <strong>de</strong>n fjell ge-<br />

„speeld; huiswaarts keerend, overviel mij, ik weet niet wat;<br />

„ik moest bier binnen gaan om wat te rusten.”<br />

De moe<strong>de</strong>r bragt wat eten op en hij ging aan <strong>de</strong> tafel<br />

zitten, maar zei niet: „In Jesu naatn," zooals <strong>de</strong> knaap<br />

altijd had hooren doen. Toen hij verzadigd was, stond hij<br />

op. „Nu is 't me wel," zei , „laat me nu rusten." En<br />

hem werd gewezen waar lrij slapen lion.


NO0 RWEEGSCHE LENT RK UN DE. 445<br />

Voor Thrond werd een bedje op <strong>de</strong>n grond gespreid tegenover<br />

<strong>de</strong> legerstee van <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong>n man. Toen hij er<br />

rich op had neergevleid , gevoel<strong>de</strong> hij eerie rilling aan <strong>de</strong>n<br />

kant , die zich van <strong>de</strong>n haard afkeer<strong>de</strong> ; het was <strong>de</strong> linkerzij.<br />

Hoe kon dit gebeuren ? Wel , het was geen won<strong>de</strong>r : die<br />

zij was geheel aan <strong>de</strong> nachtkou<strong>de</strong> bloot gesteld , want hij<br />

lag immers mid<strong>de</strong>n in het bosch ? Hoe hij daar gekomen<br />

was? Hij hief zich op; hij zag <strong>voor</strong> zich nit, verre in het<br />

verschiet brand<strong>de</strong> het vuur, maar om hem been waren<br />

boomen zon<strong>de</strong>r tal ; bij wil<strong>de</strong> rich naar het vuur spoen ,<br />

maar hij kwam niet van <strong>de</strong> plek. Er kon<strong>de</strong>n wil<strong>de</strong> dieren<br />

komen, vorst en vrees hem teisteren ; hij zou , hij moest naar<br />

het vuur ; maar hoe hij zich repte , hij bleef waar hij was.<br />

Toen greep angst hem aan, bij span<strong>de</strong> zich in. „Moe<strong>de</strong>r !"<br />

bragt hij nit. Hij <strong>de</strong>ed het maar eenmaal , doch zij hoor<strong>de</strong><br />

hem. „Lieve kind, je droomt zwaar ," zei ze en beur<strong>de</strong> hem op.<br />

Hij huiver<strong>de</strong> en staar<strong>de</strong> in het rond. De vreem<strong>de</strong> man was<br />

verdwenen , maar hij had geen moed naar hem te vragen.<br />

De moe<strong>de</strong>r trok haar zwarte kleed aan en ging naar het<br />

dorp. Te huis keeren<strong>de</strong> , bragt zij twee an<strong>de</strong>re vreem<strong>de</strong> mannen<br />

mee , die ook zwart haar had<strong>de</strong>n en even vale kleur.<br />

Zij zei<strong>de</strong>n evenmin : „In Jesu naam ," toen zij aan gingen<br />

zitten om te eten en fluister<strong>de</strong>n daarna met <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r.<br />

Daarop gingen zij met hem naar <strong>de</strong> schuur en kwamen <strong>de</strong>ze<br />

weer uit met een groote kist, die zij zamen droegen. Zij<br />

zetten die op een baar ne<strong>de</strong>r en wil<strong>de</strong>n huns weegs gaan.<br />

Toen zei <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r : „Wacht een omzien, en neem het kistje<br />

„me<strong>de</strong> , dat hij bij zich had." En zij ging in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kamer.<br />

Maar een <strong>de</strong>r mannen antwoord<strong>de</strong> : „Die mag hij hebben ,"<br />

en wees op Thrond. De an<strong>de</strong>re voeg<strong>de</strong> er bij „Gebruik haar<br />

„zoo goed als hij het <strong>de</strong>ed, die nu hier ligt," — en zijne<br />

donkere oogen blikten naar <strong>de</strong> groote kist. Toen lachten zij


446 NOOR WE EGSCHE LETTERKUN DE.<br />

bei<strong>de</strong> en gingen been. Thrond zag het kistje aan, dat hij<br />

dus gekregen had „Wat steekt er in?" vroeg — „Breng<br />

„het binnen en zie," zei <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r. — Hij <strong>de</strong>ed het, maar<br />

zij hielp hem het to ontsluiten. Daar zag hij iets zoo fraai<br />

en zoo tijn liggen, dat een blos over zijn gezigt vloog. —<br />

„Neem ze er uit," zei <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r. — Hij roer<strong>de</strong> haar sleehts<br />

met <strong>de</strong>n winger aan, maar trok then. verschrikt terug. —<br />

„Ze schreit," zei hij. — „Nees niet bloo," zei <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r,<br />

en daar greep zijn handje het speeltuig aan en til<strong>de</strong> het op.<br />

Hij woog het en wend<strong>de</strong> het. been en weer, hij laehte en<br />

raakte het aan. — „lVloe<strong>de</strong>rlief! wat is 't?" vroeg hij verrast<br />

en verheugd. — „Het is een yo<strong>de</strong>l."<br />

Zoo kreeg Thrond Alf zijn eerste viool.<br />

De va<strong>de</strong>r kon een weinig spelen en leer<strong>de</strong> <strong>de</strong>n knaap <strong>de</strong><br />

eerste grepen ; <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r herinner<strong>de</strong> zich <strong>de</strong>untjes uit <strong>de</strong>n<br />

tijd teen zij danste; die zong zij hem <strong>voor</strong>. Spoedig maakte<br />

hij er nieuwe wijsjes bij. Hij speel<strong>de</strong> schier zon<strong>de</strong>r ophou<strong>de</strong>n;<br />

hij speel<strong>de</strong> altijd, wanneer hij niet las; hij speel<strong>de</strong> zoo ingespannen,<br />

dat <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r zei, dat hij er bleek van word.<br />

Alias wat <strong>de</strong> jongen tot nog toe had gelezen en gedroomd ,<br />

ging in <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>l. De zaehte, fijne snaar, .dat was moe<strong>de</strong>r.<br />

Zij die er naast lag en moe<strong>de</strong>r altijd volg<strong>de</strong>, wie zou<br />

het an<strong>de</strong>rs zijn geweest dan Bagmhild? Doch <strong>de</strong> grove,<br />

waarop hij zel<strong>de</strong>n speel<strong>de</strong>, dat moest va<strong>de</strong>r zijn. Er bleef een<br />

vier<strong>de</strong>, <strong>de</strong> ernstigste van alien over; daar was hij half bang<br />

<strong>voor</strong> en die oaf hij Been naam. Als hij een misgreep <strong>de</strong>ed<br />

op <strong>de</strong> quint, dan werd doze <strong>de</strong> kat gesehol<strong>de</strong>n, maar geschied<strong>de</strong><br />

dit Op <strong>de</strong> snaar, die va<strong>de</strong>r heette, dan verkeer<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>ze in <strong>de</strong>n os. Een enkel maal ontlokte <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> snaar<br />

hem: Blessommen, die in een naeht van Kopenhagen naar<br />

Naaga reed. Ook ie<strong>de</strong>r wijsje werd levend. Moe<strong>de</strong>r in hear<br />

zwarte kleed , dat was <strong>de</strong> <strong>de</strong>an met <strong>de</strong> lang aanhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>,


NODE WEEGSCHE LEVEFIIKUNDE. 447<br />

zwaarmoedige toonen. En het beurtelings stotteren<strong>de</strong> en springentle<br />

van een an<strong>de</strong>r zijner stukjes , — mogt het niet Mozes<br />

heeten, met <strong>de</strong>n staf water nit <strong>de</strong> steenrots slaan<strong>de</strong>? Hoe het<br />

eigenaardige stillere spel eerier <strong>de</strong>r<strong>de</strong> melodie, die met hare<br />

vele knepen naar een ou<strong>de</strong>n halskraag zweetn<strong>de</strong> , hem echter<br />

door hare bevalligheid het win<strong>de</strong>ken scheen , <strong>de</strong> kringen van<br />

<strong>de</strong>n nevel verjagend , zon<strong>de</strong>r dat iemand het zag.<br />

Hoe natuurlijk was het, dat het spel zijne gedachten<br />

ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ed dwalen dan in <strong>de</strong> wereld aan doze zij<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong>n fjell ; hoe verlang<strong>de</strong> hij , over dien , ook <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re to<br />

zien ! Daar geviel het, dat va<strong>de</strong>r op zekeren dag vertel<strong>de</strong><br />

hoe een knaapje op <strong>de</strong> markt gespeeld en veel geld had<br />

verdiend. Finks sloop Thrond moe<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> keuken na en<br />

vroeg haar of ook hij niet naar <strong>de</strong> markt mogt gaan en<br />

spelen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> — „Hoe verzin je bet!" was het antwoord<br />

; maar teen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rs later alleen waren , sprak moe<strong>de</strong>r<br />

er va<strong>de</strong>r van. „Hij zal vroeg genoeg in <strong>de</strong> wereld komen,"<br />

zei hij en zei het dus , dat het haar sehier zeer <strong>de</strong>ed en zij<br />

er niet meer van repte.<br />

Spoedig daarna spraken va<strong>de</strong>r en moe<strong>de</strong>r eehter, terwijl<br />

zij aan <strong>de</strong>n diseh zaten , over eenige nieuwe buret' , die zich<br />

in een an<strong>de</strong>r dal van <strong>de</strong>n fjell had<strong>de</strong>n gevestigd. „Er is een<br />

„Jong paar bij , dat trouwen zal," zei <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r, „maar een<br />

„speelman hebben ze niet." — „Zou ik geen speelman kun-<br />

„nen wezen?” fluister<strong>de</strong> het jongske, moe<strong>de</strong>r weer in <strong>de</strong><br />

keuken gevolgd. — „Jij , die zoo klein bent?" schertste<br />

maar ging toch tot <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r, in <strong>de</strong> sehuur aan het werk,<br />

en vertel<strong>de</strong> hem wat er <strong>voor</strong>viel. — „Hij is nog nooit in<br />

„het dorp geweest," liet zij er op volgen, „hij heeft nog<br />

„nooit een kerk gezien." — „Ai dat gezeur om mijne toe-<br />

„stemming verdriet me,” antwoord<strong>de</strong> Alf, maar meer zei hij<br />

ook niet; en clus geloof<strong>de</strong> <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r, dat haar verlof ge-


448 NOORW EEGSC LETTERK UN DE.<br />

geven was. Daarom maakte zij zich op naar <strong>de</strong> nieuwe bewoners<br />

van het dal en hood het jongske aan. „Zooals hij<br />

„speelt, heeft nog nooit een knaap het gedaan," zei zij en<br />

hij werd aangenomen.<br />

Welke eene vreug<strong>de</strong> in hunne woning! Van <strong>de</strong>n ochtend<br />

tot <strong>de</strong>n avond speel<strong>de</strong> Thrond ; <strong>de</strong>n ganschen dag bedacht<br />

hij nieuwe wijzen en <strong>de</strong>s nachts droom<strong>de</strong> hij er van. De<br />

moe<strong>de</strong>r maakte hem een nieuw pak, maar <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r wil<strong>de</strong><br />

er niets van weten.<br />

Den laatsten naeht sliep hij niet, maar bedacht eene<br />

nieuwe wijze , die <strong>de</strong> kerk verbeel<strong>de</strong>n moest, welke hij nooit<br />

had gezien. Voor dag en dauw was hij op; zijne moe<strong>de</strong>r<br />

ook , die hem zijn ontbijt gaf; maar eten kon hij niet. Hij<br />

trok zijn mooije kleedje aan en nam <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>l ter hand; toen<br />

was het hem, of het <strong>voor</strong> zijne oogen schemer<strong>de</strong>. De moe<strong>de</strong>r<br />

ging met hem me<strong>de</strong> tot <strong>de</strong>n drempel, en zag hem na toen<br />

hij <strong>de</strong>n rijzen<strong>de</strong>n growl opstapte, want het was <strong>de</strong> eerste<br />

maal , dat hij van huis ging. Stillekens steeg <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r het<br />

bed uit en ging naar het venster, hij bleef er staan tot <strong>de</strong><br />

moe<strong>de</strong>r zich omkeer<strong>de</strong>; toen ging hij weer on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n <strong>de</strong>ken<br />

en lag rustig als zij binnentrad.<br />

Zij drentel<strong>de</strong> om hem heen, of er fists was dat haar van<br />

het harte moest. Ein<strong>de</strong>lijk kwam het: „Ik heb er geen rust<br />

„bij , dat ik niet in <strong>de</strong> kerk ben en zie hoe het gaat." Hij<br />

gaf geen antwoord en, dit toestemming achtend, kleed<strong>de</strong> zij<br />

zich en ging.<br />

Het was een heerlijke zonnige dag, op welken het jongske<br />

zijne wan<strong>de</strong>ling begon; hij leen<strong>de</strong> aan bet lied <strong>de</strong>r vogelen<br />

bet oor; hij zag <strong>de</strong> gul<strong>de</strong>n zonnestralen spelen tusschen <strong>de</strong><br />

bla<strong>de</strong>n; <strong>voor</strong>t ging hij <strong>voor</strong>t, <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>l on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n arm. En<br />

teen hij aan het huis <strong>de</strong>r bruid was gekomen, toen zag hij<br />

nog niets an<strong>de</strong>rs dan wat vroeger zijn geest was <strong>voor</strong>bij


NOORWIEEGSCHE LETT ER K li N DE. 449<br />

gegaan; hij bad zoo min oogen <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n tooi <strong>de</strong>r bruid als<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n stoet, die haar omring<strong>de</strong>; hij vroeg slechts of <strong>de</strong><br />

togt spoedig beginnen zou. „Terstond," was het antwoord. Daar<br />

ging hij <strong>voor</strong>uit met <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>l, daar speel<strong>de</strong> hij in <strong>de</strong> heerlijke<br />

ochtendlucht, tot het suis<strong>de</strong> door het geboomte. „Zullen wij<br />

„spoedig <strong>de</strong> kerk zien?" vraagt hij, het hoofd omwen<strong>de</strong>n<strong>de</strong>;<br />

en keer op keer luid<strong>de</strong> het: „Nog niet, nog niet ;" maar<br />

ein<strong>de</strong>lijk zei<strong>de</strong> een <strong>de</strong>r gasten : „Als we bij die smidse zijn,<br />

„komt ze in 't gezigt." Daar ruischte zijn nieuwste melodie<br />

van het speeltuig, <strong>de</strong> hoofdsnaar tril<strong>de</strong> en echter bleef hij<br />

uitzien ; daar lag het gansche dorp <strong>voor</strong> hem uitgebreid!<br />

Het eerste wat hij zag was eene donne drijven<strong>de</strong> mist, die<br />

als wolkjes rook over <strong>de</strong>ft fjellrug op <strong>de</strong>n achtergrond heen<br />

en weer zwier<strong>de</strong>. Toen daal<strong>de</strong> zijn blik en hij werd groene<br />

wei<strong>de</strong>n gewaar en groote huizen met vensters, op welke <strong>de</strong><br />

zon scheen te bran<strong>de</strong>n; zij glinster<strong>de</strong>n schier als ijsschotsen<br />

op een winterdag. Gedurig wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> huizen grooter en grooter<br />

en nam het getal <strong>de</strong>r vensters toe, hier aan <strong>de</strong> regterzij<strong>de</strong>,<br />

hieven zich geduchte gevaarten op met roo<strong>de</strong> gevels ; <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>uren ston<strong>de</strong>n paar<strong>de</strong>n aan post of paal vastgebon<strong>de</strong>n;<br />

op een heuveltje speel<strong>de</strong>n net uitgedoste kin<strong>de</strong>ren ; het was<br />

of <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>n , die er om been zaten, toezagen. Maar dieper<br />

indruk dan dit alles maakte een doffe, zware toon, die zijn<br />

binnenste beven <strong>de</strong>ed; was het niet of al wat hij zag zich in<br />

<strong>de</strong>n takt van <strong>de</strong>zen bewoog? Daar zag hij op eens een groot,<br />

hoog huis, dat zich met een blinken<strong>de</strong>n staf als ten hemel op-<br />

beur<strong>de</strong>. Het gaslaan<strong>de</strong> werd hij hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> vensterschijven gewaar,<br />

vonkelen<strong>de</strong> in <strong>de</strong> zon; het huis scheen in laaije vlana<br />

te staan. „Dat zal <strong>de</strong> kerk zijn," dacht het jongske , „dat<br />

„dof gebrom gaat van haar uit." Om haar heen stond eene<br />

schaar van menscben, die alien naar elkan<strong>de</strong>r zweem<strong>de</strong>n.<br />

Hij bragt die straks met <strong>de</strong> kerk in verband en begon met<br />

Stndiea en Sehetsen III 29


450 NOORA% EEGSCH E LETTERKUNDE.<br />

vreeze tegen <strong>de</strong> menigte, zelfs tegen <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren, op te zien.<br />

„Thans komt het er op aan te spelen," dacht Thrond en hief<br />

<strong>de</strong>n strijkstok op. Maar wat was dat? gaf <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>l langer<br />

geen geluid? „Het zal aan <strong>de</strong> snares haperen," zei hij in<br />

zich zelven; hij tokkel<strong>de</strong> ze; daaraan schortte het niet. „Dan<br />

„zal het zijn, omdat ik niet zwaar genoeg strijk;" — maar<br />

hoe hij ook drukte, <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>l scheen gebarsten. Hij wissel<strong>de</strong><br />

van wijze; in plants van <strong>de</strong> melodic, welke <strong>de</strong> kerk zou bedui<strong>de</strong>n,<br />

nam hij <strong>de</strong> proef van eene an<strong>de</strong>re, maar het ging even<br />

jammerlijk; al wat zich hooren <strong>de</strong>ed, was gepiep en geknars.<br />

Hij voel<strong>de</strong> het kou<strong>de</strong> zweet in perels langs zijn gezigt glij<strong>de</strong>n;<br />

hij dacht aan <strong>de</strong> knappe lui em hem heen, die hem<br />

misschien uitlachten, hem, die te huis zoo fraai spelen kon,<br />

maar bier geen toon <strong>voor</strong>t kon brengen. „God zij gedankt,<br />

„dat moe<strong>de</strong>r niet hier is en mijne schan<strong>de</strong> ziet," zei<strong>de</strong> hij<br />

zachtkens in zich zelven, terwijl hij tusschen het yolk bleef<br />

<strong>voor</strong>tgaan — maar zie, daar stond zij in het zwarte kleed,<br />

en week achteruit, telkens meer achteruit. Toen draai<strong>de</strong> het<br />

hem <strong>voor</strong> <strong>de</strong> oogen, tot hij op <strong>de</strong> spits van het kerktorentje<br />

<strong>de</strong>n zwartharigen man zag zitten, van wien hij <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>l had<br />

gekregen. „Geef mij haar weer!" riep hij, lachte en strekte<br />

<strong>de</strong>n arm uit; en op en neer ging met hem <strong>de</strong> stalen spitse;<br />

op en neer; maar het jongske nam <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>l on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n eenen<br />

arm: „Je krijgt haar niet!" riep hij , keer<strong>de</strong> zich om en liep<br />

weg uit <strong>de</strong> menigte, tusschen <strong>de</strong> huizen door, over wei<strong>de</strong><br />

en akker, tot hij uitgeput ne<strong>de</strong>rzeeg. Zoo lag hij lang, het<br />

gezigt naar <strong>de</strong>n grond gekeerd; toen hij zich ein<strong>de</strong>lijk omwend<strong>de</strong>,<br />

hoor<strong>de</strong> en zag hij niets dan Gods onmetelijken hemel,<br />

die zich met zijn euuwig suisen over hem welf<strong>de</strong>. Het<br />

hoofd opbeuren<strong>de</strong>, werd hij <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>l gewaar, die daar weerloos<br />

lag. „Allemaal jou schuld," barst <strong>de</strong> jongen nit en hief<br />

haar op om haar stuk te slaan; hij weerhield toch zijn hand


NO0 111V EEG SCITE ETTERKUND E. 451<br />

en staar<strong>de</strong> haar aan. „Menig prettig uur hebben wij samen<br />

„doorgebragt," zei<strong>de</strong> hij in zich zelven en zweeg. Een weinig<br />

later echter hernam hij: „De snaren moeten er aan gelooven,<br />

„want die <strong>de</strong>ugen niet." En hij haal<strong>de</strong> een mes uit zijn zak<br />

en sneed. „Ai!" kreet <strong>de</strong> quint, kort maar scherp. De jongen<br />

sneed nog eens. „Ai!" klonk het uit <strong>de</strong> naast liggen<strong>de</strong>;<br />

maar <strong>de</strong> jongen sneed <strong>voor</strong>t. „Ai!" galm<strong>de</strong> het dof nit <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, — en <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> was aan <strong>de</strong> beurt, maar hij poos<strong>de</strong>.<br />

Diepe smart greep hem aan, <strong>de</strong> snaar, die hij nooit een naam<br />

had durven geven, haar sneed hij niet door. En het wend<br />

hem allengs te moe<strong>de</strong> als was het toch <strong>de</strong> schuld <strong>de</strong>r snaren<br />

niet, dat het hem onmogelijk was geweest te spelen. Daar<br />

kwam <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r nit het verschiet langzaam naar hem toe<br />

om hem mee naar huis te nemen. Maar een nog grooter vrees<br />

greep hem aan; hij hield <strong>de</strong> ve<strong>de</strong>l bij <strong>de</strong> stuk gesne<strong>de</strong>n<br />

snaren, rees op en riep haar van verre toe: „Neen, moe<strong>de</strong>r!<br />

„Ik heb n innig lief, maar weer naar huis wil ik niet, want<br />

„ik kan spelen!"<br />

Bjornsterne Bjornson zelf <strong>de</strong>elt ons nie<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r welk genot<br />

en in welken strip doze eersteling het licht zag. „Gesehreven,"<br />

laat hij het stukje <strong>voor</strong>afgaan, „geschreven, toen ik in 1836<br />

„te Kopenhagen kwam, waardoor <strong>de</strong>ze vertelling innig zamen-<br />

„hangt met <strong>de</strong>n overvloed van indrukken, daar door mij ont-<br />

„vangen, met <strong>de</strong>n angst, die mij verteer<strong>de</strong>, als ik zoo dikwijls<br />

„vergeefs omtastte naar <strong>de</strong>n vorm.” De bekentenis geeft <strong>de</strong>n<br />

alledaagschen lezer <strong>de</strong>n sleutel ter hand, <strong>voor</strong> wat het slot<br />

van het stukje in zijne oogen raadselachtigs eigen blip. Uit<br />

<strong>de</strong> eenzaamheid van bergen en meeren, nit <strong>de</strong>n stillen vre<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>r va<strong>de</strong>rlijke woning, uit <strong>de</strong>n betrekkelijk maar kleinsteedschen<br />

burgerkring van Mol<strong>de</strong>, nit <strong>de</strong>n ingetogen stu<strong>de</strong>ntenkreits<br />

van Christiania , in eene wereldstad overgebragt, suis-


452 NO0 RWEEGSCH E LETTERKUN DE.<br />

<strong>de</strong>n zijne ooren en schemer<strong>de</strong>n zijne oogen , door wat hij afwisselends<br />

hoort en ziet. Echter zou hij wat die verrassingen<br />

verbijsterends hebben, spoedig to boven komen; er is niets<br />

dat zoo zeer verstaalt als gewoonte; maar an<strong>de</strong>rs stoat het<br />

geschapen met het levee naar <strong>de</strong>n geest. Op dat gebied is<br />

ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n begaafdste <strong>de</strong> indruk zijner min<strong>de</strong>rheid eene pijnlijke<br />

gewaarwording, eene lange worsteling. Wat baatte het<br />

hem, dat zijne me<strong>de</strong>-stu<strong>de</strong>nten hem <strong>voor</strong> hunnen meer<strong>de</strong>re<br />

aanzagen? dat een dagblad te zijnent prijs stel<strong>de</strong> op zijne<br />

bijdragen? Hij was die begonnen toen hij naauwelijks <strong>de</strong> gul<strong>de</strong>n<br />

twintig intrad; hij had die een paar jaren on<strong>de</strong>r toejuiching<br />

<strong>de</strong>s publieks <strong>voor</strong>tgezet, — maar welk publiek! Correspon<strong>de</strong>nt<br />

van Drammen's Blad, was het eene aanbeveling<br />

bij <strong>de</strong> geletter<strong>de</strong>n en geleer<strong>de</strong>n, die hij thans kennen leer<strong>de</strong>?<br />

Hoe drongen zij er om strijd op aan, dat hij zich zou<strong>de</strong> vergewissen<br />

waar zijn talent school! Hoe <strong>de</strong><strong>de</strong>n zij het, tot hij<br />

twijfel<strong>de</strong> of hij er eenig bezat! Lang was hij Bier wanhoop<br />

niet ter prooi; maar wat in dat ommezien werd gele<strong>de</strong>n, wie<br />

die het beschrijft? Vroeger droom<strong>de</strong> en dichtte hij naar zijn<br />

geest getuig<strong>de</strong>, vaardig en vlug, — doch die eerstelingen,<br />

hij had ze verscheurd; zoo er iets oorspronkelijks in stak, dat<br />

oorspronkelijke was met te weinig levenskracht be<strong>de</strong>eld om<br />

te blijven boeijen. Eensklaps — het is <strong>de</strong> beschaming <strong>de</strong>r<br />

kritiek, dat zij het waardoor <strong>de</strong>r inspiratie niet te verklaren<br />

weet — stood Thrond hem <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n geest. In haren overmood<br />

zal die vermetele beheerscheresse onzer dagen echter<br />

zeggen, dat BjOrnsterne Bjornson een landgenoot was van<br />

Ole Bull; zal zij er zich zegevierend op beroepen, dat hij<br />

dien twee jaren later zijne vertelling Arne toewijd<strong>de</strong>. Val<br />

er haar niet to hard over, dat zij in een onbedacht oogenblik<br />

eene gissing <strong>voor</strong> eene waarheid aanziet. G-od<strong>de</strong>lijke gave,<br />

doch ook aan maar menschen toevertrouwd, is immers haar,


NOORW EEGSCIIE LAM ERKUNDE. 453<br />

even min als eenige an<strong>de</strong>r wetenschap , <strong>de</strong> onfeilbaarheid. gewaarborgd<br />

? Vast hebt gij bet haar vergeven , als zij weldra ,<br />

u vergunnend het vermoe<strong>de</strong>n zelf te toetsen , opmerkte , hoe<br />

gelukkig bij het grillig spel van <strong>de</strong>n violist, <strong>de</strong>s vertellers<br />

alle evenredighe<strong>de</strong>n bewaren<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>eling van licht en<br />

bruin afsteekt. Er is climax in <strong>de</strong> min<strong>de</strong>re en meer<strong>de</strong>re penseelstreken<br />

, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> figuren , ten paneele gebragt , vereischt:<br />

Bagmhild dient slechts om <strong>de</strong> overige to doen uitkomen ,<br />

— <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r is op <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n grond gebleven, — <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r,<br />

meent ge, zoudt ge weer kennen , als zij n tegen kwam , —<br />

maar op Thrond valt het voile licht. „Bravissimo!" roep ik<br />

haar toe, als zij <strong>de</strong> soberheid waar<strong>de</strong>ert , met welke <strong>de</strong> feestelijke<br />

optogt is gesehil<strong>de</strong>rd; „er school zooveel verlei<strong>de</strong>lijks,"<br />

getuigt zij , „in <strong>de</strong>n greep, <strong>de</strong> gelukkige bruid belangstelling<br />

„in to boezemen <strong>voor</strong> dat jongske." Voortvaren<strong>de</strong> in hare<br />

beschouwing, vraagt zij , of hij in <strong>de</strong> verschijning van <strong>de</strong>n<br />

zwarten zieken man, in dien bangen droom van <strong>de</strong>n knaap,<br />

in het binnenbrengen dier groote kist , of hij in die schier<br />

in <strong>de</strong> schemering gelaten eerste indrukken van <strong>de</strong>n dood<br />

op het gemoed eens kinds, <strong>de</strong> proef heeft willen nemen in<br />

hoe verre hem aanleg <strong>voor</strong> het geheimzinnige en schrikwekken<strong>de</strong><br />

was be<strong>de</strong>eld, — dat donkere gebied , waarop het<br />

Hawthorne zoo hel<strong>de</strong>r werd ? „ „Er is iets daemonisch in alle<br />

„ „kunst", dat gelooft hij als GOthe ;" getuigt zij, als zij <strong>de</strong>n<br />

speelman bestu<strong>de</strong>ert van <strong>de</strong>n top <strong>de</strong>s torens, zijne ve<strong>de</strong>l terugvragend.<br />

Doch waarom zou ik u het genot ontzeggen, u<br />

zelven <strong>voor</strong> te stelien welk eene weel<strong>de</strong> Bjdrnsterne Bjornson<br />

smaakte, toen hij in geest en gemued het bewustzijn omdroeg,<br />

dat hij spelen kon?<br />

III<br />

Er word moed vereischt <strong>de</strong>n lezers van <strong>de</strong>n Java-Bo<strong>de</strong> <strong>voor</strong>


454 NOORWEEGSCH E LETTERKUNDE.<br />

to slaan, om <strong>de</strong>n wille eens jongen letterkundige, van landschap,<br />

van oceaan, ja, van hemel te wisselen , <strong>voor</strong>nit verzekerd,<br />

dat ie<strong>de</strong>re ruil <strong>voor</strong> hen slechts in verlies eindigen<br />

zon. In ste<strong>de</strong> toch van <strong>de</strong> weel<strong>de</strong>rigste Flora ter wereld, alle<br />

penseel door baron rijkdom beschamend, zou<strong>de</strong>n zij het somber<br />

pijnenwoud , weg krnipen<strong>de</strong> in <strong>de</strong> naaktheid <strong>de</strong>r fjellen,<br />

hebben <strong>voor</strong> lief te nemen; in plaats van het verschiet 'tanner<br />

gul<strong>de</strong>n zee, — juichen<strong>de</strong> van lust om bet weergalooze licht,<br />

waardoor zij wordt bestraald, <strong>de</strong>r schoonheid, die haar ontstijgt,<br />

ten spiegel, — het uitzigt op verbolgen wateren , van<br />

strijd tot strijd door stormen <strong>voor</strong>tgezweept , <strong>de</strong> worsteling<br />

met ijsgebergten niet ontgaan, dan om het hoofd te stooten<br />

op een bedding van graniet , — al het verkwikken<strong>de</strong> van<br />

een oostersch uitspansel , in een woord , <strong>voor</strong> al het verschrikken<strong>de</strong><br />

van een noordsch. Enkele scha<strong>de</strong>loosstellingen<br />

mogten hen, die onze be<strong>de</strong> gehoor zou<strong>de</strong>n geven, in gedachten<br />

<strong>voor</strong> hunne verloochening zijn gewaarborgd , elke eigenaardigheid<br />

immers heeft iets aantrekkelijks , en zelfs <strong>de</strong> hei<strong>de</strong><br />

kweekt gebloemt; maar zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze volstaan om wat zij<br />

dierven een omzien to doen vergeten? Eischten zij niet een<br />

zin, maar te zel<strong>de</strong>n be<strong>de</strong>eld?<br />

Voor eene eeuw on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong> zich door <strong>de</strong>zen een junkman<br />

van twintig jaren , die, in Italie geboren, 1VIilaan en<br />

Florence en Rome had -bezocht, en echter, ondanks die hengenissen<br />

zijns va<strong>de</strong>rlands, verrast en verrukt word door <strong>de</strong><br />

alle gewrocht van menschenhand vreem<strong>de</strong> „majestueuse na-<br />

„tuur dier onmetelijke bosschen en meeren en rotskloven;"<br />

<strong>voor</strong> wiens geest doze, ofschoon hij Ossion nog niet had<br />

gelezen , in <strong>de</strong> rime omtrekken <strong>de</strong> wereld ontsloot, welke<br />

<strong>de</strong> blin<strong>de</strong> bard hem later binnen lei<strong>de</strong>n zon. Helaas! waarom<br />

moet ik er bijvoegen, dat niet enkel <strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>ring van<br />

Macpherson's schepping se<strong>de</strong>rt tot het vriespunt daal<strong>de</strong>; neon,


NO()RWEEGSCHE LETITRKUN DE. 455<br />

ook en <strong>voor</strong>al, dat die jongeling Vittorio Alfieri heette, een<br />

Mier soort van gemoe<strong>de</strong>ren, als sieehts om <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>rd jaren<br />

wor<strong>de</strong>n geboren ! Intusschen , <strong>de</strong> tweefirlei weel<strong>de</strong> , welke hij<br />

in het noor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> hoogste mate genoot , ligt nog binnen<br />

ie<strong>de</strong>rs bereik: <strong>de</strong> uitspanning, welke <strong>de</strong> winter er me<strong>de</strong>brengt,<br />

<strong>de</strong> verrassing , die <strong>de</strong> lente er biedt. Hoe warm wordt <strong>de</strong><br />

hartstogtelijke miter, wanneer hij, wat <strong>de</strong> zweedsche paar<strong>de</strong>n<br />

te wenschen overlaten <strong>voor</strong>bijzien<strong>de</strong>, van <strong>de</strong> vogelvlugge sle<strong>de</strong>vaart<br />

spreekt , „door <strong>de</strong> diepten <strong>de</strong>r wou<strong>de</strong>n ," wier donkere<br />

loovergangen <strong>de</strong> sneeuw verlieht, over „<strong>de</strong> verstijf<strong>de</strong> wateren,"<br />

glinsteren<strong>de</strong> in <strong>de</strong>n zonneschijn! Hoe schijnt hij zelf <strong>de</strong>n<br />

tooverstaf to zwaaijen , dien hij <strong>de</strong>r natuur in <strong>de</strong>n rasschen<br />

ommekeer be<strong>de</strong>elt , „als vier Aprildagen toereikend zijn om<br />

„alle ijs te doen wijken, om <strong>de</strong> zware sneeuwvlagen te<br />

„smelten, om het frissche groen te <strong>voor</strong>schijn to roepen; een<br />

„zoo zeldzaam schouwspel, dat mij <strong>de</strong> poetische <strong>voor</strong>stelling<br />

„zou zijn gelukt, als het" (toen) „in mijne magt had gestaan<br />

„verzen te sehrijven!"<br />

Wordt er in<strong>de</strong>rdaad een dichterlijke blik gevergd om die<br />

herschepping van dood in leven te genieten? Welnu, <strong>voor</strong><br />

dat kenschetsend noordsch tooneel hebbe een man bet woord,<br />

die <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het Noor<strong>de</strong>n schreef, , zooals onze<br />

tijd <strong>de</strong>rgefijke taak wenschte te zien opgevat , beginnen<strong>de</strong><br />

met eene <strong>voor</strong>stelling van <strong>de</strong> natuur <strong>de</strong>s lands om, <strong>voor</strong>tgaan<strong>de</strong>,<br />

door schets bij schets to veraanschouwelijken hoe<br />

het yolk in beschaving opwies. „De lente," zegt Erik Gustaf<br />

Geyer, „<strong>de</strong> lente, die alle schepselen vertee<strong>de</strong>rt , schijnt dit<br />

„in het noor<strong>de</strong>n, meer dan el<strong>de</strong>rs, ook het hart <strong>de</strong>r natuur<br />

„zelve te doen, en geeft, <strong>voor</strong>al in bergstreken, waar <strong>de</strong><br />

„ommekeer rasseher plaats grijpt, een schouwspel ten beste,<br />

„waardoor ook in het meest neergedrukte,, het verslagenst<br />

„gemoed eenige stralen van die zoete bewustheid <strong>de</strong>s aan-


45G NO0 it EEGSC E L ETT ER ICUN 1) E.<br />

„zijns dringen. De sneeuw, — <strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong>r zonnestralen<br />

„warrnte wegsmelten<strong>de</strong> sneeuwlagen , — die zich in tallooze<br />

„beken van <strong>de</strong> bergen stort over <strong>de</strong>r dalen zwellend groen:<br />

„het water, — <strong>de</strong> uit hares ijsboei geslaakte magtige wa-<br />

„teren, — dat met versnel<strong>de</strong> vaart, ruiscbend en bruischend<br />

„zijn verre wegen gaat; <strong>de</strong> schier op eens met loof beklee<strong>de</strong><br />

„boomen, nit welke <strong>de</strong> we<strong>de</strong>r het noor<strong>de</strong>n begroeten<strong>de</strong> zang-<br />

„vogels, dol van blijdschap, <strong>de</strong> veerkrachtige, zuivere <strong>voor</strong>-<br />

„jaarslucht met hnn gekweel vervullen; <strong>de</strong> in een zee van<br />

„Edit zich ba<strong>de</strong>n<strong>de</strong> hemel , die weldra van geen nacht meer<br />

„weten zal; <strong>de</strong> lust, waardoor wat leeft wordt bezield: --<br />

„dat alles vereenigt zich in <strong>de</strong> noordsehe lente tot een<br />

„overstelpen<strong>de</strong>n indruk van op eens nit lange sluimering<br />

„weer gewekt leven. Evenals die eerste ommekeer sterker<br />

„aangrijpt, zoo heeft <strong>de</strong> stille , bloeijen<strong>de</strong> ontwikkeling, welke<br />

„haar onmid<strong>de</strong>llijk volgt , iets eigenaardig-aandoenlijks, door<br />

„hare tegenstelling met <strong>de</strong> overigens zoo dikwijls onvrucht-<br />

„bare grootschheid <strong>de</strong>r noordsche natuur en door <strong>de</strong> sehaduw<br />

„van snelle vergankelijkheid welke zich over dat zelf<strong>de</strong><br />

„lenteschoon verspreidt. Alle lieflijkheid <strong>de</strong>r natuur ten onzent<br />

„heeft -lets vertee<strong>de</strong>rencl-innemends. Het geldt zoo wel van<br />

„<strong>de</strong> zachte verwen <strong>de</strong>r uitbotten<strong>de</strong> roos, als van <strong>de</strong>n bleeken<br />

„bloc op <strong>de</strong> wangen van <strong>de</strong> dochteren <strong>de</strong>s lands; het geldt<br />

„van <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>r<strong>de</strong>r kleurschakering eens noordschen hemels,<br />

„vergeleken met <strong>de</strong>s zui<strong>de</strong>ns donker blaauwen trans; bet<br />

„geldt van het levendiger, lichter groen van onze wei<strong>de</strong> en<br />

„ons wood, dat, slechts <strong>voor</strong> eene wijle <strong>de</strong> heerschappij<br />

„afbreken<strong>de</strong> <strong>de</strong>r onveran<strong>de</strong>rlijke , overblijven<strong>de</strong> getuigen <strong>de</strong>s<br />

„winters, — onze donkere, duistere naaldbosschen, een<br />

„bewijs 'evert <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verborgen zwakheid eens wasdoms,<br />

„<strong>de</strong>r rijpere natuur, <strong>de</strong>r mil<strong>de</strong>r be<strong>de</strong>el<strong>de</strong> halmen en bla<strong>de</strong>ren<br />

„<strong>de</strong>s zui<strong>de</strong>ns onbekend. Daardoor zweemt <strong>de</strong> schoonheid in


NOOR NV EEGSCII E ETTEKK UN DE. I.17<br />

„het noor<strong>de</strong>n haast altijd naar een leer, lief kind , welks<br />

„onweerstaanbare , onschuldige aanvalligheid vast in <strong>de</strong> wieg<br />

„ versehooning afsmeekt van bet har<strong>de</strong> lot, waardoor het eens<br />

„tot vergaan zal wor<strong>de</strong>n gedoemd. En die scherpe tegen-<br />

„ stelling tnsschen mildheid en straf heid , tusschen het leven-<br />

„dige en bet sluimerzieke , door <strong>de</strong>n wissel van het noordsehe<br />

„jaar aangebo<strong>de</strong>n , doet zich zelfs in zijne bloeijendste lente<br />

„reeds gevoelen.”<br />

Het min<strong>de</strong>re te waar<strong>de</strong>ren , ter wijl men zich in het bezit<br />

van het meer<strong>de</strong>re verlustigt , dat to doen met sympathie<br />

<strong>voor</strong> het talent, waarme<strong>de</strong> het werd <strong>voor</strong>gesteld , vergt al<br />

eene veelzijdigheid van ontwikkeling en kunstzin , die niet<br />

all edaagseh mag heeten zullen <strong>de</strong> weinige lezers , die ik tot<br />

nog toe behield , mij niet begeven , indien ik, — <strong>de</strong> zwaarste<br />

verloochening van alle , — hen thans verzoek , zieh uit <strong>de</strong><br />

negentien<strong>de</strong> eeuw in <strong>de</strong> twaalf<strong>de</strong> to verplaatsen ? Een <strong>de</strong>r<br />

eerste prikkels tot <strong>de</strong> leetuur van <strong>de</strong>n dag verzwindt er<br />

da<strong>de</strong>lij k door; al het piquante van personaliteiten ! Schil<strong>de</strong>ringen<br />

van zoo lang vervlogen tij<strong>de</strong>n , van zoo zeer vergeten<br />

toestan<strong>de</strong>n mogen , men geeft het toe, altijd nog eenige aanspraak<br />

op onze belangstelling maken ; ook zij stollen menschen<br />

<strong>voor</strong>, — maar <strong>de</strong> bez waren er tegen volgen <strong>de</strong> inwilliging<br />

op <strong>de</strong>n voet. Ooh! hoor ik zuehten , zoo het slechts<br />

geen halve wil<strong>de</strong>n waren , die men als natnurgenooten nit<br />

<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tijd op laat doemen , of volslagen onmogelij khe<strong>de</strong>n ,<br />

hunne dagen eeuwen <strong>voor</strong>uit in geest en in gemoecl iets to<br />

rows of iets te zeer romantisch ! 1k zal <strong>de</strong> laatste zij n to<br />

looehenen , dat onze letterkun<strong>de</strong> aan het eene als aan het<br />

an<strong>de</strong>re euvel hinkt. Vervaarlij ke ijzervreters of opgeschroef<strong>de</strong><br />

poppen , — ons tooneel wemelt er van, tot uit <strong>de</strong> Grafelijke<br />

Tij<strong>de</strong>n toe. &liter had zij reeds <strong>voor</strong> een halve eeuw van<br />

Oehlensehlager kunnen leeren , dat zelfs woeste zeekoningen


458 NOORWEEGSCHE LE1TERKUND}I.<br />

waardig kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>gesteld, door volledige verplaatsing<br />

in <strong>de</strong>n kring hunner gewaarwordingen en gedachten;<br />

dat er in het hoofd en in het harte van <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>n en van<br />

<strong>de</strong> dichters van die dagen genoeg omging om tal van eeuwen<br />

later hunne nakomelingen te boeijen. Het is in zijne school,<br />

dat Bjiirnsterne Bjornson geleerd heeft, <strong>de</strong> overleveringen uit<br />

dat vast vergeten verleen in beeld to brengen; het is met <strong>de</strong><br />

beschouwing van zijn eersteling in dit genre, dat ik het he<strong>de</strong>n<br />

wage eene twee<strong>de</strong> zj<strong>de</strong> van zijn dichtvermogen toe to lichten.<br />

TUSSOHEN DE VELDSLAGEN<br />

is <strong>de</strong> titel van een tooneelstukje, in maar een bedrijf, dat<br />

ens in Noorwegen verplaatst omstreeks het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r twaalf<strong>de</strong><br />

eeuw. Het waren <strong>de</strong> dagen <strong>de</strong>s burgeroorlogs tusschen koning<br />

Magnus Erlingszoon en koning Sverre, Bien het volksgeloof<br />

koning Sigurd Aland. tot va<strong>de</strong>r gaf. iVlagnus, <strong>de</strong> eerste Noorweegsche<br />

koning, die zich door een aartsbisschop kroonen<br />

liet, had het bij zijne dappere landgenooten verkorven, door<br />

<strong>de</strong> verklaring er aan <strong>de</strong> geestelijkheid <strong>voor</strong> afgelegd , dat<br />

<strong>de</strong> Heilige Olaf <strong>de</strong> eigenlijke heer "<strong>de</strong>s lands mogt heeten<br />

en hij en zijne nakomelingen dus slechts van <strong>de</strong>zen het, rijk<br />

in leen zou<strong>de</strong>n hou<strong>de</strong>n. Sverre, zijn tegenstan<strong>de</strong>r, eerst bestemd<br />

priester to wor<strong>de</strong>n en aan zijne opleiding eene ontwikkeling<br />

verpligt, die zijner meeste tijdgenooten <strong>voor</strong>uit,<br />

doch te moedig van acrd om aan <strong>de</strong>n voet <strong>de</strong>s altaars vre<strong>de</strong><br />

to vin<strong>de</strong>n, had zich geplaatst aan het hoofd eener magtige<br />

partij uit het yolk , — die <strong>de</strong>r Birkebemers, — en was<br />

door <strong>de</strong>ze tot koning uitgeroepen. Op <strong>de</strong>n avond, waarin<br />

het stukje begint, waren bei<strong>de</strong>n tegen elkan<strong>de</strong>r in het veld.<br />

Tusschen <strong>de</strong> veldslagen is al <strong>de</strong> tijdsbepaling, welke <strong>de</strong><br />

dichter geeft. De toesehouwer heeft er eene ruimte van<br />

keuze door, welke zieh over niet min<strong>de</strong>r dan vijf jaren nit-


NOMOVEEGSCIIE LETTERKIINI)E. 459<br />

strekt , en kan dus <strong>de</strong>n dag <strong>de</strong>r gebeurtenis plaatsen naar<br />

bet hem lust, van 1179 of , het jaar waarin <strong>de</strong> veldslag op<br />

Kalfskend plaats greep, ten gevolge van welken Magnus <strong>de</strong><br />

vlugt moest nemen , tot in 1184 toe, het jaar van <strong>de</strong>n zeestiijd<br />

bij Femreite , die Magnus verdrinken zag. Van <strong>de</strong> eene<br />

overwinning tot <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re was <strong>de</strong> toekomst van Sverre dikwijls<br />

hagchelijk genoeg om gelegenheid te geven tot <strong>de</strong>n<br />

greep, door <strong>de</strong>n dichter nit dien binnenlandschen krijg gedaan.<br />

Het tooneel eischt luttel toestel en <strong>de</strong> spelers zijn weinig<br />

in getal. San <strong>de</strong> belling van een hoogen fjell ligt eene hoeve,<br />

die haast geene buren heeft. Bij het opgaan <strong>de</strong>r gordijn zien<br />

wij, dat alle weel<strong>de</strong> <strong>de</strong>r woning vreemd is. Wij staren een<br />

klein vertrek in, dat naar mid<strong>de</strong>leeuwsellen trant <strong>de</strong>n rook<br />

<strong>de</strong>r houtblokken, op <strong>de</strong>n haard smeulend , door eene opening<br />

in het dak vrij spel geeft. Op <strong>de</strong>n aehtergrond is <strong>de</strong>r hoeve<br />

hoofdingang door een schot beveiligd. Ter regterzij<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n<br />

wij eerie lage <strong>de</strong>ur gewaar; ter slinker hebben wij , achter<br />

<strong>de</strong> bank of disch, om welke het gezin pleegt aan te zitten ,<br />

nitzigt in twee vertrekken. Ook on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n wij ver<strong>de</strong>r in<br />

<strong>de</strong>n wand jets, dat naar een nitgangspoortje zweemt. Van<br />

huisraad is Been sprake , maar mid<strong>de</strong>n in het vertrek vlamt<br />

bet vuur. Drie mannen — met eerie vrouw maken zij <strong>de</strong><br />

hoofdpersonen uit — tre<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze woning door <strong>de</strong>n hoofdingang<br />

binnen , alien gewapend, alien in winterdos. Halyard<br />

Gjaela — <strong>de</strong> eigenaar <strong>de</strong>r afgelegen hoeve, iemand in <strong>de</strong>n bloei<br />

<strong>de</strong>r jaren — brengt zijne bei<strong>de</strong> gasten me<strong>de</strong>, Oystein, een man<br />

van mid<strong>de</strong>lbaren leeftijd , en Thorkel, een grijsaard. Hoe zij<br />

zamen kwamen , vernemen wij spoedig, als Hal yard zich<br />

over <strong>de</strong> armelijkheid zijner woning bij <strong>de</strong> krijgslie<strong>de</strong>n verontschuldigt:<br />

„Zooals ge ziet, zij is Diet gebouwd om gasten to<br />

ontvangen" — of als Thorkel, dien <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> jongere mannen<br />

<strong>de</strong> beste plaats bij bet vuur hebben ingeruimd, wiens opper-


460 NOORWEEGSCHE LETTERKUNDE.<br />

kleeren zij hem helpen afdoen en wiens wapenen zij als hunne<br />

eigene aan <strong>de</strong>n wand ophangen , als Thorkel verklaart: „We<br />

„had<strong>de</strong>n bet slechter kunnen treffen ," — of als Oystein zegt:<br />

„Verle<strong>de</strong>n winter was ik blij<strong>de</strong> haar hier to vin<strong>de</strong>n, en thans<br />

„niet min<strong>de</strong>r."<br />

HALYARD. Het is te avond bar buiten. (Tot Thorkel.) Hoe<br />

kan een man, zoo oud als gij, in zulk een storm nog op<br />

verspie<strong>de</strong>n will en uitgaan?<br />

THORKEL. Wat zoll er aan verloren zijn, zoo ik er het<br />

hachje bij inschoot ?<br />

OYSTEIN. Dat hadt ge moeten zeggen toen gij in <strong>de</strong> sneeuw<br />

bedolven laagt.<br />

THORKEL. Ik riep u niet om mij er uit te helpen.<br />

HALYARD. Hij moet on<strong>de</strong>r veel leeds gebukt gaan, die zoo<br />

spreken kan<br />

OYSTEIN, hem afbreken<strong>de</strong>. Liever dan u daarin te verdiepen,<br />

moest ge zorgen , dat ge ons iets to drinken gaaft, als bet<br />

ganging.<br />

HALYARD. Ik zal finks roepen<br />

OYSTEIN, <strong>voor</strong> zich. Reopen! (Tot Hal yard.) Ale het Inga is,<br />

die ge roepen wilt, duet ge misschien best haar niet bij <strong>de</strong>n<br />

naani te noemen.<br />

HALYARD, ter tij<strong>de</strong> tot Oystein. En van mijn van zal ik<br />

immers ook niet reppen ? Is hij zoo gevaarlijk ?<br />

OYSTEIN. Pat juist niet, maar wie vogelvrij verklaard is,<br />

kan niet te <strong>voor</strong>zigtig zijn.<br />

THORKEL, tot zich zelven. Die bei<strong>de</strong>n hebben vroeger meer<br />

met elkaer gepraat.<br />

HALYARD tot Oystein. Sints gij lest hier waart ston<strong>de</strong>n<br />

wij er altijd goed bij, als we uwen raad volg<strong>de</strong>n.<br />

Halyard verlaat het vertrek om zich van zijnen pligt ale<br />

gastheer to kwijten. Oystein en Thorkel blijven zamen over.


NO ORW E EG SC E LETTE R K UN DE. 461<br />

Hoe benij<strong>de</strong>nswaardig is toch hij , die <strong>de</strong>n dramatischen vorm<br />

meester blijft! Of is Oystein niet <strong>voor</strong> u als <strong>voor</strong> mij <strong>de</strong> hoofdpersoon<br />

gewor<strong>de</strong>n, die al uwe opmerkzaamheid tot zich trekt?<br />

Halyard staat on<strong>de</strong>r zijnen invloed, en van Thorkel weet hij<br />

'neer dan <strong>de</strong>ze gelooft. De expositie wordt in het volgend too-<br />

neel met rasschen gang <strong>voor</strong>tgezet. Oystein, die zich bij<br />

Thorkel heeft neergevlijd, vraagt <strong>de</strong>n grijze hoe het hem gaat ?<br />

„Zooals een ou<strong>de</strong>n eland ," is het we<strong>de</strong>rwoord , „die in <strong>de</strong><br />

„sneeuw beklemd zat." Oystein. „De rust bij het vuur en een<br />

„hoorn bier zullen u wel weer bijbrengen." Thorkel. „Dan<br />

„wor<strong>de</strong> ik dommelig." Oystein. „Daar is niets aan verbeurd,<br />

„wij hebben <strong>de</strong>n nacht <strong>voor</strong> ons." En <strong>de</strong> daad aan het woord<br />

paren<strong>de</strong> , strekt hij zich uit op eene bank, en er volgt eene<br />

pauze, die echter door Thorkel's nieuwsgierigheid en achterdocht<br />

wordt afgebroken. Thorkel vraagt: „Hadt ge al een<br />

„langen weg afgelegd, toen ge mij straks aantroft ?" — Oystein<br />

antwoordt ontwijkend: „Gees zoo heel verren." — Thorkel's<br />

toeleg is niet geslaagd: „Ge zijt wel <strong>de</strong> verspie<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r ben<strong>de</strong>,<br />

„die gister nit het zui<strong>de</strong>n is opgedaagd?" De ruiterlijke aanval<br />

bereikt haar doel; Oystein bekent: „Ja!" — Thorkel :<br />

„Hoe sterk zijt gijlie<strong>de</strong>n? Een vierhon<strong>de</strong>rd man, zei men mij."<br />

— Oystein. „Ongeveer." — Thorkel. „Good geteld heeft ko-<br />

„ning Magnus dus wel een groote duizend man in het dal<br />

„aan <strong>de</strong> zuidzij<strong>de</strong> bij elkan<strong>de</strong>r.” — Oystein. „Geen kleine<br />

„magt." — Thorkel. „Sverre heeft er zeker nog zooveel niet<br />

„bijeen; ik wenschte, dat hij in het noor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re zij<strong>de</strong><br />

„van <strong>de</strong>n fjell lage." — Oystein. „Wie weet wat hij doet ..."<br />

En weer eene pauze.<br />

Halyard, die nog altijd buiten bleef, breekt haar af. „Rola,"<br />

roept hij, „antwoord dan!"<br />

OYSTEIN. Amoopt het gesprek we<strong>de</strong>r can. 't Is vreemd , ze<br />

schijnt van huis to zijn.


462 NOORWEEGSCHE LEITERKUN DE.<br />

THORKEL. Hier kan ze toch naar geen babbelkousen zijn<br />

gegaan.<br />

OYSTEIN. Neen , op een fjell speelt men stommetje of praat<br />

met zich zelven.<br />

THORKEL. En heeft geen achterklap te vreezen.<br />

Halyard is naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re zij<strong>de</strong> <strong>de</strong>r hoeve gegaan en blijft<br />

<strong>voor</strong>troepen: „Er zijn vreem<strong>de</strong>n binnen, kom dan toch, kom!"<br />

Geen antwoord , — maar Oystein, die Halyard's boog gewaar<br />

is gewor<strong>de</strong>n, staat op, neemt dien van <strong>de</strong>n wand en<br />

beschouwt het wapen. „Een heerlijke boog; niet elk kan die<br />

„spanner." Thorkel slaat op die woor<strong>de</strong>n geen acht , zijn verspie<strong>de</strong>rsgeest<br />

blijkt wakker gewor<strong>de</strong>n, hij zegt tot zich zelven:<br />

„Zich in <strong>de</strong> fjellen to begraven , als men nog zoo jong is."<br />

Oystein blijft bij <strong>de</strong>n boog. „Zulk een schutter zou ik in <strong>de</strong>n<br />

„slag Bever aan mijne zij<strong>de</strong> zien dan tegenover mij." Thorkel<br />

heeft niets aan zijn wantrouwen , als hij het geen lucht geeft ;<br />

hij rigt zich tot Oystein. „Ts het geen waar woord , dat <strong>de</strong><br />

„raaf zicht liefst verschuilt on<strong>de</strong>r een boomtronk, als <strong>de</strong> wolf<br />

„hem nazit?" Oystein begrijpt hem. „Ge vreest dat Halyard<br />

„om een gruwelstuk op <strong>de</strong>n fjell <strong>de</strong> wijk heeft genomen?"<br />

Thorkel. „Gij kondt het gera<strong>de</strong>n hebben." Oystein gaat hem<br />

niet heftig te keer. „Men zon het zijn gezigt niet aanzeggen."<br />

Hij bezigtigt een zwaard. — „Dat zwaard heeft dienst ge-<br />

„daan , maar te weinig om te roesten.” — Thorkel. „Nog<br />

„zoo gek niet, wie rustig woont als hij." — Oystein. „Om<br />

„zijn leven op eon fjell door to brengen , moet men in <strong>de</strong><br />

„wereld weinig hebben nit to rigten?" — Thorkel. „En wat<br />

„heb ik dan uit te rigten?" — Oystein. „IJw koning te<br />

„dienen." — Thorkel. „Dat heb ik lang genoeg gedaan <strong>voor</strong><br />

„<strong>de</strong> weinige bate, die ik er bij vond."<br />

Oystein's blik verkondigt bij <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling welken indruk<br />

die woor<strong>de</strong>n op hem maken. Heeft <strong>de</strong> verspie<strong>de</strong>r regt


NOORWEEGSCHE LETTERKENDE. 463<br />

in zijne klagte, of sehiet <strong>de</strong> vorst in <strong>de</strong> schatting zijns dienaars<br />

te kort?<br />

Halyard komt we<strong>de</strong>r binnen; Thorkel slaat hem, in zijn<br />

karakter, oplettend ga<strong>de</strong>. „G-e zaagt er vrolijker uit, toen<br />

,,gii naar buiten gingt." De grijsaard heeft goed gezien, al<br />

wil Hal yard bet niet weten, al treedt hij , zon<strong>de</strong>r to antwoor<strong>de</strong>n,<br />

naar <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond. Oystein is er hem op zij<strong>de</strong>:<br />

„Wat schort u?"<br />

HALYARD. Ik von(' niet wie ik zoek.<br />

01 STEEN , ilui8terend. Inga?<br />

HALYARD. Hier heeft ze your aangelegd en in het an<strong>de</strong>re<br />

vertrek nog meer. In <strong>de</strong>n stal hebben <strong>de</strong> koeijen volop te<br />

eten; zij moet dos eerst straks zijn uitgegaan, of die duchtig<br />

hebben verzorgd om lang weg to blijven.<br />

OYSTEIN. Als bier maar geen ongeluk geschied is.<br />

HALYARD. Dat geloof ik niet.<br />

OYSTEIN. Gij gelooft<br />

HALYARD. Het ergste.<br />

THORKEL , in zichzelven, dommelio. De lucht op <strong>de</strong> fjellen<br />

is toch niet zoo rein, als zij <strong>de</strong>n naam heeft. (Thy slaapt<br />

8poediy in.)<br />

HALYARD. Dat zij moed had dit te bestaan! Alle Heiligen!<br />

hoe ben ik bedrogen!<br />

OYSTEIN, treedt diyter op hem toe. Koning Magnus' mannen<br />

liggen verre van bier. Door <strong>de</strong> diepe sneenw<br />

HALYARD. Wat meent ge?<br />

OYSTETN. Dien weg gaat geene vrouw in dit weer.<br />

HALYARD. Waar el<strong>de</strong>rs zou ze zijn?<br />

OYSTEIN. Was er iets te doen, dat haast had?<br />

HALYARD. Hoe kan ik het weten?<br />

OYSTETN, na eene loijle hem stil te hebben aanyezien. Vraag<br />

het haar.


164 NoosAvmoscnE LETTERKUNDE.<br />

HALYARD. Haar vragen? (met een vreenz<strong>de</strong>n glimlach.) Dat niet!<br />

OYSTEIN. Ach ! is het zoo verre gekomen?<br />

HALYARD. Zoo verre is het gekomen.<br />

(Eeae paeze.)<br />

HALYARD, alsof hij zich plotseliny iets herinnert , wil hi)<br />

heengaan.<br />

OYSTEIN. Waarheen?<br />

HALYARD. Naar binnen , naar Alf.<br />

OYSTEIN. Is uw gezin toegenomen ?<br />

HALYARD. Hij word verle<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>zomer geboren.<br />

OYSTEIN, Dat zal zeker geluk aanbrengen.<br />

HAI.VARD, fluisterend. Maar zij kon het van zich verkitgen<br />

hem te verlaten ? Wat moot er niet omgaan in het hoofd van<br />

eene vrouw , die haar harte kan overre<strong>de</strong>n haar eigen kind<br />

<strong>de</strong>n rug to keeren , als er niemand to huis is , om er een oog<br />

op te bou<strong>de</strong>n ?<br />

(IN goat keen, Oystein aanzien<strong>de</strong>, als verwachtte 71 .0 , dat doze<br />

hem antwoor<strong>de</strong>n zoo.)<br />

De hoeve wordt eene vvereld in miniatuur door <strong>de</strong> veelheid<br />

<strong>de</strong>r hartstogten , die elkan<strong>de</strong>r in <strong>de</strong>n kleinen kring kruisen ;<br />

— maar ik heb mijn lezer <strong>de</strong>n eenvoud <strong>de</strong>s toestands, <strong>de</strong>n<br />

ongedwongen toon <strong>de</strong>r gesprekken, al het primitieve , hoop ik,<br />

genoegzaam toegelicht , om nu het spel , zon<strong>de</strong>r tusschenkomst ,<br />

zijn gang to laten gaan.<br />

Vier<strong>de</strong> Tooneel.<br />

THORKEL OYSTEIN.<br />

OYSTEIN alleen. Hob ik hier ook nog to leeren dat ijverzucht<br />

twee luidjes , al leven zij nog zoo eenzaam, wel weet<br />

te vin<strong>de</strong>n ? Het zij zoo, nerve ik er mijne maatregelen naar.


NOOR E EGSC HE LETTERKUND E. 465<br />

ziet near Thorkel on.) De (ni<strong>de</strong> is ingedut , the stakker!<br />

Waar<strong>voor</strong> heeft hij to waken? (Hil treedt op hem toe.) Leg<br />

u in gindsche kamer neer en slaap daar rustig.<br />

THORKEL, wakker wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong>. Gaat gij ook niet liggen?<br />

ON-sniN. Ik heb mij in <strong>de</strong> laatste zeven of acht jaren geregeld<br />

slapen volslagen afgewend, ik waak <strong>voor</strong>t , of ik slaap in,<br />

naar ik wil.<br />

THORKEL. Dat is meer dan ik van mij zelven zeggen kan.<br />

(Gapen<strong>de</strong> octet hij naar het an<strong>de</strong>re vertrek.) Ik zal er een beetje<br />

dommelen , tot ge mij komt roepen. (Op <strong>de</strong>n drempel shalt<br />

hij <strong>41</strong>1.) Maar zeg mij toch eerst nog : waar zijt ge eigenlijk<br />

van daan?<br />

OY STEIN . Uit het Sondmorske, heb ik u gezegd.<br />

THORKEL, vertrouwelijk. Toch blijf ik er mij over verwon<strong>de</strong>ren<br />

, dat zoo wijs een man als gij zijt, het niet ver<strong>de</strong>r dan tot<br />

krijgsknecht heeft gebragt.<br />

ON:STEIN. Och , zoo lang <strong>de</strong> magtigen <strong>de</strong>s lands <strong>de</strong>n koning<br />

regeren, behon<strong>de</strong>n zij <strong>de</strong> beste baantjes <strong>voor</strong> zich zelven.<br />

THORKEL, tot Optein tern() keeren<strong>de</strong>. Daar hebt ge een waar<br />

woord gesproken. In <strong>de</strong>n laatsten tijd hebben eenige weinigen<br />

hier to lan<strong>de</strong> zich zoo groote magt weten toe te eigenen, dat we<br />

ten leste weer door tal van koninkjes zullen wor<strong>de</strong>n gek weld ,<br />

als in <strong>de</strong> dagen <strong>voor</strong> Harald Haarfagre.<br />

O YSTEIN. Hoe! zoo lang koning Magnus maar zorgt dat<br />

<strong>de</strong> pans nit Rome het hem aan gees lijm ontbreken laat ,<br />

blijft het lapwerk wel zamen hangen. Maar ... daar moet<br />

hij op passel' .. en ook niet verzuimen <strong>de</strong>n aartsbisschop<br />

als <strong>de</strong>ze ten Thing komt, met een gewapend gevoig van<br />

over <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>rd man heuschelijk to gemoet te gaan; niet<br />

verzuimen, dat hij en zijn grooten , die finks eerbiedig oprijzen<br />

, neerknielen en <strong>de</strong>n zoom van <strong>de</strong>s bisschops kanten<br />

rok kussen; bovenal , hem <strong>de</strong> helft van 's lands schatting<br />

Studien en Sehetsen 117 30


466 NOORWEEGSCIIE LEIVERKUN DE.<br />

uitkeeren hij dat doet, heeft hij nog niets to vreezen,<br />

— <strong>voor</strong>eerst ten minste!<br />

THORKEL. Zeker ergert menig eerlijk Noorman er zich dikwijls<br />

aan, hoe <strong>de</strong> priesters en <strong>de</strong> paus in koning Harald's mid<br />

rijk <strong>de</strong>n baas spelen. Maar met dat alles is koning Magnus<br />

toch een vrien<strong>de</strong>lijk koning Goe<strong>de</strong>n nacht, zoo lang, krijgsmakker.<br />

Vijf<strong>de</strong> Tooneel<br />

01-STEIN, alleen. Zoo zijn <strong>de</strong> meesten: <strong>de</strong> gewoonte, ziedaar<br />

hun eigenlijke meester, , en zoo min Sverre als Magnus —<br />

die vrien<strong>de</strong>lijke koning dat is zijn verdienste, hij doet<br />

zoo min geed als kwaad, hij doet hun zijn mee schenken en<br />

zij daarentegen vergieten hun bleed <strong>voor</strong> hem ... Boning!<br />

Diegene zij koning, die zich iets bewust is, waarom hij koning<br />

wil zijn. Harald was koning, want hij gaf het rijk 6enheid;<br />

Haakon Adolstend's pleegzoon was koning, hij bouw<strong>de</strong> het<br />

op door wetten ... <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> Olofs waren koningen zij<br />

kersten<strong>de</strong>n het; ook Magnus <strong>de</strong> G-oe<strong>de</strong> was koning, want<br />

hij verbrak <strong>de</strong>s vreem<strong>de</strong>lings juk. God zag het en Hj hielp<br />

hem. (Met gevonwen han<strong>de</strong>r blikt kij ten kernel.) Heer!<br />

HALYARD. Ik stoor u?<br />

Zes<strong>de</strong> Tooneel.<br />

0 YSTEIN HALYARD.<br />

OYSTEIN zijn qemoedsbeweging verbergend. Ver van daar<br />

Ik heb <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n man in dat vertrek ter rust doen gaan.<br />

HALYARD. Het is juist wat ik wenschte. Zie, teen ik daar<br />

binnen bij het kind zat, wend het mij angstig to moe<strong>de</strong>.<br />

Waar ze ook zijn moge, overal dreigt haar gevaar. De nacht


NOORW EEGSCHE LETTERK UNDE. 467<br />

is donker, <strong>de</strong> weg naauwelijks begaanbaar; ook ken het wild<br />

gedierte uit zijn op roof.<br />

0 STEIN. Ge zoudt dus wensehen, dat wij ons opmaakten?<br />

HALVARD. En dat zoo spoedig mogelijk. (Hij trekt zijn op-<br />

perkleed aan.) Het komt mij zoo vreeselijk <strong>voor</strong>. Jezus Maria,<br />

als Naar een ongeluk ware bejegend!<br />

0 Y STEIN. Waar zij 'wed toe heeft, daar heeft zij ook kracht<br />

toe. Wat wilt ge wed<strong>de</strong>n, dat zij al weerom is ? (Hij sehnift<br />

het lo<strong>de</strong> in het poortje op en ziet naar Ba<strong>de</strong>n.) Heilige koning<br />

Olaf, daar is ze!<br />

HALVARD. En komt van <strong>de</strong> znidzij niet waar?<br />

OYSTEIN, <strong>voor</strong>t8taren<strong>de</strong>. Ja, dat is waar.<br />

HALVARD. Wat ziet ge meer? Spreek! (Hij wit ook uitzien.)<br />

OYSTEIN, die het luik weer neer teat vallen. Niets. (Tot rich<br />

zelven.) Maar wat moet dat bedui<strong>de</strong>n? als ik in <strong>de</strong>n maneschijn<br />

goed zag, clan heeft zij een gewapend gevolg bij zich,<br />

tien of twaalf man; zij komt uit het zui<strong>de</strong>n ... het moeten<br />

krijgsknechten van koning Magnus zijn.<br />

HALVARD. Ge zijt zoo onrustig. (Haj wit het luik weer op-<br />

schuiven.)<br />

01 STEIN , komt hem haastig <strong>voor</strong>. Hoort ge zij doet hare<br />

sneeuwschoenen uit op <strong>de</strong>n drempel.<br />

HALVARD riyt rich naar <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond en hangt zijn opper-<br />

kleed aan, <strong>de</strong>n wand.<br />

OYSTEIN , die weer naar buiten blikt. Het gevolg maakt een<br />

grooten omweg het verdwijnt in <strong>de</strong>n stal. (Hij schnift het<br />

luik weer omhoog.) Laat ons zien waar dit op uitloopt.<br />

Zeven<strong>de</strong> Tooneel.<br />

DE VORIGEN INCA, in haa,r winterkleeren gewikkeld.<br />

INCA, met een weerhou<strong>de</strong>n kreet, daar zij Hal yard gewaar wordt.


468 :coo RIV EEGSCHE LETTER KU NDE.<br />

Al thuis gekomen? (Zij ziet rond; tot zich zelve.) Niemand<br />

meer? (Fersehrikt.) G-een Birkebemers ? (Zij wordt Oystein<br />

gewaar.) Ja, daar is ... hoe Oystein, Magnus' man !<br />

O YSTEnN, [Jeeft /war <strong>de</strong> hand. Dank <strong>voor</strong> uw laatst onthaal<br />

Inga!<br />

INGA, werktuigetijk. Dank <strong>voor</strong> uw laatst bezoek. (Ter zij<strong>de</strong>.)<br />

Dan heb ik mij vreeselijk vergist. (Besehroomd na<strong>de</strong>rt<br />

Halyard.) Goe<strong>de</strong>n avond.<br />

H ALYARD antwoordt niet.<br />

INGA. Goe<strong>de</strong>n avond, zeg ik.<br />

HALYARD. Goe<strong>de</strong>n avond.<br />

INGA. Gij kwaanit vroeg thins, Halyard !<br />

HALYARD. Eer dan gij verwacht halt?<br />

INGA. Wie men lief heeft, komt nooit te vroeg.<br />

HALYARD niet /mar aan, maar heert zich af.<br />

INGA hem eene sehre<strong>de</strong> na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>. Halyard !<br />

HALYARD <strong>de</strong>inst schier barsch ter zij<strong>de</strong>.<br />

INGA, tot zich zelve. Jezus Maria! welk een gezigt! (Laid.)<br />

Slaapt Alf?<br />

HALYARD. Dat zal <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r het best weten.<br />

INGA. Ik kom van buiten , zooals gij ziet.<br />

HALYARD. Ja, dat 'Lie ik.<br />

INGA. Even goed als ik begrijp, meent ge, dat eene moe<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> slavin van haar kind moest zijn. Gij zijt <strong>de</strong>n ganschen dag<br />

vrij te gaan werwaarts gij wilt, maar ik moet geketend zitten<br />

aan <strong>de</strong> wieg. Het is bier op <strong>de</strong>n fjell zoo gezellig, dat men<br />

een prettig leven leidt.<br />

HALYARD. Inga!<br />

INCA, in zich Heilige Olaf! wat was het, dat ik zei<strong>de</strong>?<br />

Ik moet hem weer, hem an<strong>de</strong>rs aanspreken ; maar ik vind<br />

geen woor<strong>de</strong>n . ik . (Tot Oystein.) Zeg gij toch iets.<br />

OYSTEIN, Z/Vjgt.


NOORWEEGSCnE LETTERKUN DE. 469<br />

INGA. Hij ook? (Z ziet bei<strong>de</strong>rt aan en rept zich weg.)<br />

HALYARD, die het hoar Lelet. Neen! als het slavinnenpligt<br />

is ons kind op te passen , dan zal ik er wel <strong>voor</strong> zorgen.<br />

INCA, op smartelijken loon. Halyard !<br />

HALYARD aarzelt keen, te gaan.<br />

INGA. Halyard!<br />

HALYARD, haar eene schre<strong>de</strong> na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>. Wat was het, dat<br />

gij zeggen wil<strong>de</strong>t?<br />

INGA. Zeggen? ik wil<strong>de</strong> zeggen<br />

HALVA RD , verhengd. Spreek , Inga, spreek! Gij ziet ik luister.<br />

INCA, in zich zelve. Spreken... Och, God! kon ik het maar!<br />

(Gui<strong>de</strong>.) Hebt gij mij dan niets te zeggen ?<br />

HALYARD. Ja , zooveel dat <strong>de</strong> zon op zijn zon, eer ik<br />

half gedaan had.<br />

INGA, koel. Zooveel ? dan zal het maar het beste zijn,<br />

dat wij het zoolang mogelijk uitstellen.<br />

HALYARD. Tot wanneer, meent ge ?<br />

INGA. Och, dat zal zoo lang niet duren ; gaauw genoeg<br />

spreekt het van zelf.<br />

HALYARD. Daar hebt gij <strong>voor</strong> gezorgd ?<br />

INGA. Niet ik maar gij !<br />

HALYARD. Ik ?<br />

INGA. Ja , gij !<br />

HALYARD. Goed , Inga, good ! dus beb ik het er op aangelegd<br />

, dat . ?<br />

INGA. Laat maar, als bet u lust; ik weet genoeg waar het<br />

zeer doet<br />

HALYARD. Dat weet ik ook.<br />

INCA. Zoo spreek dan, mensch , spreek !<br />

HALYARD. Tech niet ik heb eens een woord te veel<br />

gesproken.<br />

INGA. Gij? Ik zou wel willen weten wanneer dit geviel.


470 NOORA ERGSCHE LETTERKUN DE.<br />

HALYARD. Wanneer ? Toen ik u bad mij herwaarts te volgen;<br />

dat woord zal mij zwaar genoeg berouwen. (Hy 'pat been.)<br />

Achtste Tooneel.<br />

OYSTEIN INGA.<br />

INGA. Zie zoo! Nu zijn we ver<strong>de</strong>r van elkaer clan ooit te<br />

voren! Nu is er geen wolvin, die hongerig in <strong>de</strong> sneenw<br />

rondsnuffelt , waarmee ik niet zou willen ruilen. Sta me nu<br />

bij, heilige Rinneva! want nu is Inga ongelukkig. (Zij weipt<br />

zich op een bank negr.)<br />

OYSTEIN na<strong>de</strong>rt Naar. Zoo had ik niet gedacht u weer to<br />

zullen zien.<br />

INGA. Weg met u! Gij zijt <strong>de</strong> bewerker van mijn ongeltik ;<br />

gij speel<strong>de</strong>t met woor<strong>de</strong>n tot zij in slangen verkeer<strong>de</strong>n —<br />

teen kroop een heel nest het huis rond en blies hem <strong>de</strong><br />

booze gedachte in ; nit had <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> !<br />

OYSTEIN, droog. Gij kunt even goed iets zeggen , waarin<br />

zin steekt.<br />

INGA. . Wat er waars in is, zult gij het best begrijpen , en<br />

waar is het , dat se<strong>de</strong>rt gij nu Kier dan daar een woord<br />

vallen het, — hoe veel eers hij zich kon verwerven ale hij<br />

partij koos in <strong>de</strong>n koningentwist , zijn harte zich van mij<br />

en het kind afgekeerd heeft en het <strong>de</strong>n ellen<strong>de</strong>ling gewerd ,<br />

(lien onzaligen Sverre, <strong>de</strong>n priester.<br />

OY STEIN. Ellen<strong>de</strong>ling ?<br />

INGA. Ja , ellen<strong>de</strong>ling zei<strong>de</strong> ik. Heeft hij mijn va<strong>de</strong>rs hof<br />

en hoeve niet in <strong>de</strong> asch gelegd? Heeft hij Jarl Erling niet<br />

verslagen en met hem 's lands treffelijkste mannen, Sigurd<br />

Nicholn's zoon, Jan van Boudaberg , Ivan Harte, Einar<br />

Litle, Botolf van Tjor<strong>de</strong>n, en wie niet at meer ? Er gaat<br />

een gejammer op uit ie<strong>de</strong>ren hoek <strong>de</strong>s lands, se<strong>de</strong>rt hij zijn


N00 RAYEEGSCH E ',MEM UN DE. 471<br />

monnikskap , vol van plagen en rampen, als een duivel er<br />

over uitstortte! Er behoeven geen boeken <strong>voor</strong> te wor<strong>de</strong>n<br />

ontsloten om aan het licht te brengen , waar <strong>de</strong> vijand zich<br />

een weg banen wil ; neen , heel het land staat in laaije vlam<br />

van Trondhjem tot Tunsberg ; en schepen en hoeven, <strong>de</strong><br />

hoof<strong>de</strong>n <strong>de</strong>s lands en <strong>de</strong> boeren , <strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> verwanten<br />

<strong>de</strong>s konings, ja , 's konings eigen va<strong>de</strong>r is het bout, dat<br />

hij op <strong>de</strong> mijt werpt , en alles brandt; een weerschijn van<br />

verschrikking ontzet jong en and! (Zy treedt op Oystein toe.)<br />

En <strong>voor</strong> hem zou Halyard zijn boog spannen ? Neen , eer<br />

zal die boog wor<strong>de</strong>n stuk geslagen , eer zal hij wor<strong>de</strong>n vertrapt<br />

, eer zal hij in spaan<strong>de</strong>rs vliegen, in splinters zoo klein,<br />

zoo heel klein eer zal .<br />

OYSTEIN &tar woor<strong>de</strong>nvloed afbrekend. En Hal yard mee.<br />

INGA, ontzet. Wat zegt ge?<br />

OYSTEIN. Inga! Inga! zijt gij op weg hem in het ver<strong>de</strong>rf<br />

to storten?<br />

INGA , even versehrilet. Ik ?<br />

01 STEIN. Scheld niet op Sverre; gij bedoelt u zelve. Grij<br />

wordt bang <strong>voor</strong> wat gij zelf hebt gedaan.<br />

INCA, werktnigelijk. Wat heb ik dan gedaan?<br />

OYSTEIN. flat zal spoedig aan bet licht komen.<br />

INGA. Welnu , lints gij het weet, help mij , help mij zeg ik.<br />

OYSTEIN. Wat heb ik, waarmee ik a helpen kan ?<br />

INCA. Wat in uwe magt staat? Ik heb u al eens gezegd,<br />

maar kan bet a nogmaals zeggen , als gij bet vergeten zijt.<br />

Gij hebt <strong>de</strong>n twist bier in huis gebragt , en ik weet niemand<br />

dien het meer past clan a, er dien nit to banner. Halyard<br />

was niet altijd zoo als nu.<br />

OYSTE1N. Het hengt inij van verle<strong>de</strong>n jaar, , hoe goed het<br />

bier op <strong>de</strong>n fjell ging.<br />

INCA. Ach ! hoe vlogen <strong>de</strong> avon<strong>de</strong>n hier aan <strong>de</strong>n haard


472 NOORWEEGSCHE LETTERKUNDE.<br />

om ! Die komen nooit weer. Gij traadt <strong>de</strong>s morgens ons huis in.<br />

OYSTEIN. Ik was op verspie<strong>de</strong>n uit <strong>voor</strong> koning Magnus.<br />

INGA. Zoo zei<strong>de</strong>t gij.<br />

OYSTEIN. Van <strong>de</strong>zen fjell vielcn twee dalen en een heele<br />

streek lands to overzien.<br />

INGA. Helaas ! ja.<br />

OYSTEIN. En gij ontvingt me vrien<strong>de</strong>lijk ; ge gaaft me<br />

menig blijk van vertrouwen , en daarover zult gij u niet te<br />

beklagen hebben.<br />

INGA. Maar gij verhaal<strong>de</strong>t van <strong>de</strong> laatste oorlogsjaren<br />

ach ! ik zie hem daar nog bij het vuur zitten en naar u<br />

luisteren. Er stak meer zin in zijn zwijgen dan in zijn spreken<br />

; ik verstond het maar te goed. Zijii gedachten hiel<strong>de</strong>n<br />

zich niet langer met mij bezig en zij dwaal<strong>de</strong>n verre af, tot<br />

zijne oogen schitter<strong>de</strong>n Gij , onmensch ! gij zaagt wat ik<br />

feed, en toch kondt ge <strong>voor</strong>tgaan met hem , praten<strong>de</strong> , al<br />

meer en meer te bezweeren.<br />

OYSTEIN. Niet zoo heftig , Inga! Zeg mij bedaard wat er<br />

gebeurd is se<strong>de</strong>rt ik vertrok.<br />

INGA, ziet hem aan. Alf werd geboren ; tot dien tijd toe<br />

was hij rustig; maar spoedig greep hem al wat gij gezegd<br />

hadt , weer aan; hij ging dag aan dag nit en leg<strong>de</strong> telkens<br />

grooter ein<strong>de</strong>n wegs af; ie<strong>de</strong>r avond werd hij stiller; om zijn<br />

werk gaf hij niet weer; als hij er pas <strong>de</strong> hand aan had gelegd<br />

, scheid<strong>de</strong> hij er uit en zag ik hem in geen uren. Och!<br />

hij behoef<strong>de</strong> het niet te zeggen ; hij was ons moe<strong>de</strong>, hij<br />

verlang<strong>de</strong> bij Sverre to zijn. (Nadruh op hare woor<strong>de</strong>n leagen<strong>de</strong>.)<br />

Maar ik vernam , dat Sverre's manschappen mijn va<strong>de</strong>rs<br />

hoeve had<strong>de</strong>n in brand gestoken.<br />

OYSTEIN. Dat gebeurt meer op zee, zei <strong>de</strong> rob, toes hem<br />

een pijI in het oog werd geschoten.<br />

INGA. Och, uwe va<strong>de</strong>ren waren op dien grond niet ge-


NO0 RWEEGSCHE LETTER KUNDE. 473<br />

boren , an<strong>de</strong>rs zoudt ge zoo niet spreken. Toen werd ik gram<br />

op Halyard; hij kon nog aan Sverre <strong>de</strong>nken. Hoe ik naar<br />

mijn armen va<strong>de</strong>r, <strong>voor</strong> wien hij geen harte had, begon te<br />

verlangen ! Verbaast ge u daarover ? Hoe bitter moest het<br />

<strong>de</strong>n nu<strong>de</strong> te moe zijn zon<strong>de</strong>r huis en zon<strong>de</strong>r kroost ! Ik was<br />

geen goe<strong>de</strong> dochter <strong>voor</strong> hem geweest.<br />

0 Y STEIN. Maar Halyard begreep wat gij dacht, — en hij<br />

verkropte zwijgend zijn Teed.<br />

INGA. Hij geloof<strong>de</strong>, dat ik naar mijn va<strong>de</strong>r yerlang<strong>de</strong> ,<br />

om dat ik mijn man niet langer lief had ! Goe<strong>de</strong> God! na<br />

alles wat ik <strong>voor</strong> hem <strong>de</strong>ed ! En ik ... En ik ... ik hield<br />

ook wat er in mij omging <strong>voor</strong> mij<br />

0 YSTEIN. Hoe werdt gij gewaar wat hij dacht?<br />

INGA. Hij begon te dichten.<br />

0 STEIN. Te dichten?<br />

INGA. Wat hij om mij to sparen in woor<strong>de</strong>n niet zeggen<br />

wil<strong>de</strong> , dat stortte hij, dichten<strong>de</strong>, in zijn zangen nit. Terwijl<br />

hij zijn nienwen boog vervaardig<strong>de</strong> , ging hij in <strong>de</strong>n zonneschijn<br />

bij <strong>de</strong> bron zitten ; ik, die niets liever <strong>de</strong>ed dan hem<br />

aan te zien , ik liet het kind in <strong>de</strong> wieg en sloop naar het<br />

jeneverboschje. Daar hoor<strong>de</strong> ik, goe<strong>de</strong> God! ik zal het nooit<br />

vergeten , — daar hoor<strong>de</strong> ik hem zingen : „Het valt zwaar<br />

„<strong>voor</strong> eens dapperen mans won, als zwaar<strong>de</strong>n blinken, stille-<br />

„kens bij zijn vrouw te zitten en haar spinrokken te hooren<br />

„snorren ; het valt zwaar zijn boog to spannen <strong>voor</strong> schuchteren<br />

„haas en klokkend woudhoen , als het legergeschrei hem naar<br />

„het dal lokt, waarin buit gevangen en magt ge<strong>de</strong>eld wordt;<br />

„maar hoeveel zwaar<strong>de</strong>r valt het nog, te huis het beste <strong>de</strong>el<br />

„te missen en <strong>de</strong>n vre<strong>de</strong> in zijn eigen hart !”<br />

OYSTETN. Dat kon geen goed doen.<br />

INGA, innig. Zeker niet.<br />

Eene pauze.


474 Nooavk EEGSCHE LETTERIC UN DE.<br />

0 Y STEIN. En gij hadt geen rust, <strong>voor</strong> gij een mid<strong>de</strong>l<br />

vondt...<br />

INGA. De heilige Olaf weet wat ik al bedaeht Maar<br />

waarom was er ook geen menseh hier, waarom niet een<br />

enkel, die tussehen bei<strong>de</strong> komen kon! Hoe dikwijls, als hij<br />

thuis was, zette ik Alf niet op mijn sehoot, het lief gezigtje<br />

naar hem gekeerd, of het <strong>voor</strong> mij spreken mogt; maar neen,<br />

hij begreep het kind niet ... en toch strekte het <strong>de</strong> handjes<br />

naar hem uit, terwijl het „Va!" riep, zooals ik het gekeerd<br />

had. Hoor<strong>de</strong> hij het wel eons? verstaan <strong>de</strong>ed hij het ten<br />

minste niet. (Pauze.) Ik nam mijn toevlugt om stomme<br />

Bingen <strong>voor</strong> mij te laten spreken, ik maakte hem een buis<br />

zoo goed ik kon, en hield het verborgen tot <strong>de</strong>n dag, waarop<br />

wij een jaar hier had<strong>de</strong>n gewoond. Ik had die rekening good<br />

bijgehou<strong>de</strong>n. Toen leg<strong>de</strong> ik het buis op zijn plaats aan <strong>de</strong>n<br />

diseh; hij werd vreemd te moe<strong>de</strong> toen hij het zag Geen<br />

van ons bei<strong>de</strong>, die iets eten kon, maar spreken kon<strong>de</strong>n wij<br />

even min. De jammer <strong>de</strong>ed mij sehreijen; ik keer<strong>de</strong> mij om,<br />

daar lagen aehter mij twee nieuwe warme kleedingstuk ken,<br />

een <strong>voor</strong> mij en een <strong>voor</strong> Alf; hij had 66k rekening gehon<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> dagen, hij had 66k iets bedaeht, dat hij <strong>voor</strong><br />

hem wil<strong>de</strong> doen spreken. Ik zag om, hij sehrei<strong>de</strong>; daar<br />

wierp ik mij om zijn hals, en we schrei<strong>de</strong>n bei<strong>de</strong>n zoo lang<br />

en zoo bitter, dat ook Alf kreet. Maar geen van ons bei<strong>de</strong>,<br />

die <strong>de</strong>n moed had to vragen: zullen wij hier Langer blijven?<br />

werwaarts zullen wij gaan? G-een van bei<strong>de</strong>, die het antwoord<br />

durf<strong>de</strong> hooren; hij wrong zich van mij los, nam zijn<br />

boog, ging nit, en kwam eerst <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n ochtend weer.<br />

(Rene gauze, waaria zij zicli neerzet.)<br />

O y STEIN. Daar komt Halyard.<br />

INGA staat op.


NOORWEEGSCHE LETTERKEINDE. 475<br />

Negen<strong>de</strong> Tooneel.<br />

DE VOR1GEN , HALYARD.<br />

HALYARD. Ik kon <strong>de</strong> melk niet vin<strong>de</strong>n. Alf is wakker ge-<br />

wor<strong>de</strong>n en onrustig.<br />

INGA wil gaan. Ik zal<br />

HALYARD. Neen, neen , blijf gij hier ik zal wel op het<br />

kind passen, ik (Al zoeken<strong>de</strong>.) Gij hebt <strong>voor</strong> wel an<strong>de</strong>re<br />

dingen to zorgen , gij.<br />

INGA. Wet meent ge?<br />

HALYARD. Meenen? Ik meen , dat gij veel to vertellen hebt<br />

Er komt hier immers zoo zel<strong>de</strong>n iemand met wien men spreken<br />

kan?<br />

INGA. Dat is waar.<br />

HALYARD, selterp. Al to wear. (Ifiy ziet weer zoeken<strong>de</strong> ont.)<br />

INGA. Waar zoekt gij naar?<br />

HALYARD. Ik zei<strong>de</strong> u , dat ik naar <strong>de</strong> melk zocht.<br />

INGA. De schatil staat op <strong>de</strong> bovenste plank <strong>de</strong>r schapraai,<br />

in het an<strong>de</strong>re vertrek; als gij gezocht hebt, zijt ge haar dikwijls<br />

<strong>voor</strong>bijgegaan.<br />

HALYARD. Ligt mogelijk. Er gaat in mijn hoofd zooveel<br />

orn , dat ik menig ding niet zie.<br />

INGA. Alles ziet gij zeker niet.<br />

HALYARD. En toch soms nog to veel. (thy vertrekt, naar<br />

<strong>de</strong>n uitgang <strong>de</strong>r learner gena<strong>de</strong>rd, stoot hij tegen een, schild, zoo-<br />

dal bet kletterend, <strong>de</strong> buitenzij naar Lovers, op <strong>de</strong>n grond volt;<br />

hif slaat het ga<strong>de</strong>.)<br />

INGA. Hoe? mijn va<strong>de</strong>rs schild?<br />

HALYARD. TIw va<strong>de</strong>rs ?<br />

DISTEIN, snel lussehem Lei<strong>de</strong>n. Neen, 't is het mijne.<br />

INGA, het bezien<strong>de</strong>. En toch, ... het gelijkt er zoo zeer op.<br />

(Zij heurt het op en hesch,outot het.) Het is me alsof ik er dik-


476 Nooaw EEGSCHE LETTERKUNDE.<br />

wijls mee hob gespeeld. Het kruis daar ... het yersleten<br />

le<strong>de</strong>r om het handvatsel ... het is ook zoo zwaar Als<br />

va<strong>de</strong>rs hand het had gedragen!<br />

HALYARD, die haar <strong>de</strong>n ganschen tijd niet uit het oog heeft<br />

verloren. Hoort ge, ziet ge?<br />

INGA, laat het schild zinken. Sta ik weer in het groote<br />

vertrek op Leire? 1 Va<strong>de</strong>r (Zij staat op en vervalt in ge-<br />

dachten.)<br />

HAL'VARD. Het is dui<strong>de</strong>lijk genoeg waar hare gedachten<br />

zijn. (Hij vertrekt.)<br />

Tien<strong>de</strong> Tooneel.<br />

INGA, YSTEIN.<br />

INGA ziet opwaarts, terwiji het schild aan hare voeten valt.<br />

Ik ben krank, ach, zoo krank. (Uitbarsten<strong>de</strong>.) Maar liever<br />

nog dan dus to leven liever dan dat geen van bei<strong>de</strong>n<br />

het regte woord zal weten to vin<strong>de</strong>n ... en toch, wat ben<br />

ik op weg to beginnen?<br />

OYSTEIN , tot /mar. Als hier geholpen moet wor<strong>de</strong>n, dan<br />

dien ik het to zijn, die helpe. Deel mij daarom terstond<br />

me<strong>de</strong>: <strong>de</strong> mannen, die gij straks me<strong>de</strong>bragt, waren wel<br />

krijgslie<strong>de</strong>n van koning Magnus? Wat was ow opzet, Toga?<br />

INGA, eensklaps heftig. Wat mijn opzet was? Sverre en<br />

zijn heir ligt daar gin<strong>de</strong>r in het dal, en Halyard wil met<br />

hem mee trekken! Hij had immers, zoodra hij hen gewaar<br />

werd, zijn sneeuwschoenen aan, en gleed <strong>de</strong>n heuvel af, om<br />

hunne verspie<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>n weg to wijzen'? Maar toen maakte<br />

ik mij op naar <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren kant, naar koning Magnus'<br />

mannen; want eer zal hij en zijn geyolg hier gevangen<br />

Lein, <strong>de</strong> Imam van haars va<strong>de</strong>rs hoeve.


NO0 IINVE EGSCII E LE'I nTERKUN I) E. 477<br />

wor<strong>de</strong>n gekomen, dan dat wij zullen wor<strong>de</strong>n geschei<strong>de</strong>n!<br />

(Trotech.) Begrijpt gij mij nu?<br />

0 YSTEIN. Maar hij bragt immers niemand mee? Hij <strong>de</strong>nkt<br />

er niet aan mee to trekken.<br />

INCA. Dat weet gij zoo min als ik, want zijn hart is niet<br />

weer bij ons. Maar wat ik weet, is, dat die mannen te vroeg<br />

zijn gekomen, en dat alles kan wor<strong>de</strong>n ont<strong>de</strong>kt. Zorg er daarom<br />

<strong>voor</strong>, dat zij in stilte weer aftrekken, hoort gij? als hij ze zag,<br />

zou ik in dit huis geen blij<strong>de</strong>n dag meer hebben; Halyard zou<br />

niet willen begrijpen, dat het slechts geschied<strong>de</strong> om hem met<br />

mijn va<strong>de</strong>r te verzoenen hij begrijpt nets meer hij begrijpt<br />

niet eens, dat hij mij het leven beneemt! (Zij zet zich.)<br />

OYSTEIN, neemt haar by <strong>de</strong> hand. Wees goods moeds, Inga!<br />

Al stolid <strong>de</strong> vervloekte priester Sverre zelf <strong>voor</strong> u, hij zou<br />

geen snuggerer raad kunnen geven, dan ik nu <strong>voor</strong> u over<br />

heb. Breng een van die mannen tot mij.<br />

INGA., werktuige10. Ja!<br />

OYSTEIN. Breng <strong>de</strong>n overigen vervolgens wat mee, en zeg<br />

hen, zich rustig te hou<strong>de</strong>n.<br />

INGA , heengaan<strong>de</strong>. Ja, Heilige Olaf! laat mij nooit weer<br />

zoo zwaar een weg gaan , als dien ik he<strong>de</strong>n aflegge.<br />

Elf<strong>de</strong> Tooneel.<br />

OYSTEIN, alleen.<br />

Die hartstogt, die hartstogt! Hij verstrikt zich zoo vast als<br />

Absalon's haren. Van daag heb ik an<strong>de</strong>re gemoedsbewegingen<br />

gezien, dan waarvan ik in jaren getuige was ... Het is mij<br />

als ware ik in <strong>de</strong> kerk geweest Huisvrouw en kind ...<br />

Huis en vre<strong>de</strong> (hoed). Om mid<strong>de</strong>rnacht zal er wor<strong>de</strong>n<br />

gevochten, — laat ons zien hier afgedaan te hebben.


478 NoORW EEGSCII E LETT ERR UNE E.<br />

Twaalf<strong>de</strong> Tooneel.<br />

OYSTEIN. EINDRIDE.<br />

EINDRIDE. Gods vre<strong>de</strong> over uw huis. Zijt gij Halyard<br />

Gjaela?<br />

0 Y STEIN. Dat juist niet Zie om, waar gij u neer kunt zetten.<br />

EINDRIDE. Heb dank, wij bebben het wel verdiend; wij<br />

hebben een langen weg of to leggen, moogt gij gelooven!<br />

OY STEIN. Wat vreeselijk weer hebben wij alle dagen.<br />

EINDRIDE. Ja, als ge zegt, vreeselijk: — sneeuwvlagen en<br />

allerlei ellen<strong>de</strong> bovendien — men mag wel wenschen , dat<br />

het spoedig een eind netne , zeg ik.<br />

OYSTEIN. Zeker mag men dat. Wij beleven binnen en<br />

buiten bier to lan<strong>de</strong> booze tij<strong>de</strong>n.<br />

EtNnaiDE. Of wij dat doer ! De heer weet hoe het nog<br />

zal afloopen.<br />

OYSTEIN. Ilet ziet er jammerlijk uit.<br />

EINDRIDE. Dat moogt ge wel zeggen. Zoo lang als die<br />

duivelsehe Sverre , <strong>de</strong> priester, leeft , zoo lang . .<br />

OYSTEIN. Hij is ter kwa<strong>de</strong>r uur geboren.<br />

EINDRIDE. Of dat wear is! God beware bei<strong>de</strong> yolk en have,<br />

zeg ik maar. Kleine lui zijn er kwalijk aan toe, als <strong>de</strong><br />

grooten krakeelen.<br />

O YSTEIN. Het bevreemdt mij, dat gij ook in zulk een<br />

strijd zijt uitgetrokken.<br />

EINDRIDE, ontwijken<strong>de</strong>. Ja, dat laat zich zoo niet met een<br />

paar woor<strong>de</strong>n vertellen; als ik vragen mag, wat ben jij ?<br />

wat is je bedrijf?<br />

OYSTEIN. Als ik mij niet bedrieg, dan dienen wij <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n<br />

meester. Ik ben van wege koning Magnus' mannen hier<br />

in het Noor<strong>de</strong>n, als ge ziet, op kondschap uit.<br />

Eindri<strong>de</strong>, een <strong>de</strong>r mannen van koning Magnus, door Inga ineegebragt.


NOORWEEGSCIIE I, TERKUND E. 479<br />

EINDRIDE. Dient gij hem ook ? Ja, het is een gezegend Heer.<br />

OYSTEIN. Een yrien<strong>de</strong>lijke koning.<br />

EINDRIDE. Zoo als ge wel zegt, een vrien<strong>de</strong>lijke koning.<br />

Tech zijn we niet op zijn bevel hier, , — we kwamen maar<br />

op verzoek van <strong>de</strong> vrouw, die ons herwaarts leid<strong>de</strong>; zij bragt<br />

<strong>de</strong> groete van Halyard Gjaela.<br />

OYSTEIN. Van Halyard Gjaela?<br />

EINDRIDE. Van Halyard zelf; als ik bet goed begrijp , is<br />

het hem te doen om een witten voet bij koning Magnus te<br />

krijgen en dan <strong>de</strong>n twist met zijn schoonva<strong>de</strong>r bij te leggen.<br />

Hij had daartoe handig genoeg een mid<strong>de</strong>l bedacht.<br />

OYSTEIN. Och horn , een mid<strong>de</strong>l ?<br />

EINDRIDE. Wel zeker, hij zou eenige Birkebemers op <strong>de</strong>n<br />

fjell lokken , — het zou vreernd moeten loopen , als on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong>ze niet een aanvoer<strong>de</strong>r meekwam , en dien zou<strong>de</strong>n zij gevangen<br />

nemen. Een mooije buit , begrijpt ge?<br />

OYSTEIN. Het plan is goed overlegd. Zijt ge talrijk ?<br />

EINDRIDE Tien of twaalf man.<br />

OYSTEIN. Jammer maar, dat <strong>de</strong> Birkebemers niet zijn ge-<br />

komen.<br />

EINDRIDE. Dat hoor ik, — maar ze zullen wel komen.<br />

thsTEr.w. Jammer, dat het zoo ongewis blijft.<br />

EINDRIDE. Pat zou <strong>de</strong> duivel doen!<br />

O YSTEIN. Ge vindt , dat het een to lange weg is, om dien<br />

vergeefs te hebben afgelegd?<br />

EINDRIDE. In <strong>de</strong>n donker en dwars door <strong>de</strong> sneeuw, wij<br />

hebben wat uitgestaan! (Na<strong>de</strong>nken<strong>de</strong>.) Ook vrees ik, dat <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>ren geen vre<strong>de</strong> met <strong>de</strong>n togt zullen hebben.<br />

OYSTEIN. Het krijgsvolk in het dorp evenmin. 1k weet<br />

wel wat Einan Veilen er van zeggen zal.<br />

EINDRIDE. Die spotvogel! Hij zal <strong>de</strong>n gek met ons scheren.<br />

O YSTEIN. Die tien man, zal hij zeggen, togen naar <strong>de</strong>n


480 NOORWEEGSCHE LETT ER UN D E.<br />

fjell , um er een verkoudheid te vatten; die had<strong>de</strong>n zij ook<br />

in het dal wel kunnen opdoen.<br />

EINDRIDE. Hij is er toe in staat ... Hoe meer ik er over<br />

na<strong>de</strong>nk , hoe grammer ik wor<strong>de</strong>, zoowel op die yronw als op<br />

Halyard.<br />

OYSTEIN. En het losgeld, dat ge <strong>voor</strong> <strong>de</strong> geyangenen hadt<br />

kunnen eischen, ontglipt er u ook door.<br />

EINDRIDE, hoe large" hoe geraakter. Verduiveld , ook het<br />

losgeld te missen! Het zal hem berouwen, zeg ik u.<br />

OYSTEIN. Al versloegt gij er hem om , wat zou het u baten?<br />

Neen , als gij er iets op bedacht .<br />

EIN DRUM. Wat dan?<br />

OYSTEIN. Ik zal u een raad geven, als ge <strong>de</strong>n tijd hebt,<br />

er naar te luisteren.<br />

EINDRIDE. Zeg dan toch...<br />

OYSTEIN. Als gij zelf eens <strong>de</strong>edt, wat Halyard had moeten<br />

doen ? Als gij eenige aanzienlijke Birkebeiners herwaarts wist<br />

te lok ken ?<br />

EINDRIDE. Ik vat niet, hoe dat zou te doen zijn.<br />

OYSTEIN. Ik heb het mid<strong>de</strong>l bij me. Ge gaat naar het<br />

leger van Sverre en zegt , dat ge Gudlang Stallare spreken<br />

wilt ; hier is een ring dien gij hem geven kunt. Hij zal ze<br />

alien in <strong>de</strong>n val lokken.<br />

EINDRIDE. 1VIaar die ring? ...<br />

OYSTEIN. Is mijn ring niet ... en toch zal hij <strong>de</strong> proef<br />

doorstaan Ik ben meer in een onweersnacht nit geweest ,<br />

begrijpt ge.<br />

EINDRIDE. Dat heb ik u waarachtig fluks aangezien ; gij<br />

loopt niet meer aan uw moe<strong>de</strong>rs <strong>voor</strong>schoot.<br />

OYSTEIN. Dan yerzoekt ge hem, uit naam van hem, wien<br />

<strong>de</strong> ring toekomt , zich met tien man, hoe eer hoe liever,<br />

herwaarts te begeven. Gij zult zien , hij gaat mee ; en ik


NOORWEEGSCHE LETTERKTINDE. 481<br />

wil wed<strong>de</strong>n , dat uw togt naar <strong>de</strong>n fjell niet vergeefsch zal<br />

zijn geweest.<br />

EINDRIDE. Ik had nooit gedacht , dat men in <strong>de</strong> , op<br />

zoo'n kalen berg, zoo leep kon zijn. 1VIaar<br />

OYSTEIN. Sverre is niet zoo verre af, , als gij gelooft. Als<br />

gij een eind wegs , regelregt daar <strong>de</strong>n fjell afgaat , zult ge<br />

van verre zijn legervuur zien.<br />

EINDRIDE. Zoo digt bij Dat had<strong>de</strong>n onze aanyoer<strong>de</strong>rs<br />

moeten weten.<br />

OYSTEIN. Die mare kunt gij zelf hun yerkondigen , eer <strong>de</strong><br />

dag aanbreekt , en als ge dan Gudlang Stallare ale gevangene<br />

meevoert , geloof ik dat elk zal moeten zeggen , dat<br />

ge te gelijk een heugelijke tijding en een grooten buit van<br />

<strong>de</strong>n fjell me<strong>de</strong> brengt.<br />

EINDRIDE. Leeper raad heeft mij niemand ooit gegeven;<br />

maar alevel tien mannen , zei<strong>de</strong>t gij ik geloof dat dit<br />

wat te<br />

OYSTEIN. Te veel zou zijn, meent ge?<br />

EINDRIDE. Zoo schijnt het mij toe ... <strong>voor</strong>al ale Gudlang<br />

er bij is. Men moet, gij zult het nab toegeven , behoedzaam<br />

te werk gaan , en <strong>voor</strong>al als Gudlang meekomt , die <strong>voor</strong><br />

twee geldt.<br />

OYSTEIN. Maar dan ben ik immers ook Kier !<br />

EINDRIDE. Zeker, en dat gij <strong>de</strong> wapens weet to hanteren,<br />

dat zie ik genoeg; mar alevel, zoo men behoedzaam to<br />

work zal gaan , en Gudlang meebrengen<br />

OYSTETN. Ge vergeet Hal yard's boog. Hij was <strong>de</strong> beste<br />

schutter ten westen van <strong>de</strong>n fjell en vindt niet ligt zijn<br />

weerga<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> noordzj.<br />

EINDRIDE. Zeker is Halyard handig en dapper .. maar ja!<br />

OYSTETN. Eer <strong>de</strong> Birkebemers on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n rook van het huis<br />

komen , heeft hij er zeker al drie geveld.<br />

Stvdiën en Salami III 31


482 somtv, EEGSCI-IE LETTERK UN DE.<br />

EINDRIDE. Is hij zoo zeker van zijn schot ?<br />

OYSTEIN. Hijmist 1100it.<br />

EINDRIDE. Mist hij 11004 ?<br />

OYSTEIN. Hij raakt <strong>de</strong>n vogel in <strong>de</strong> lucht en het haas in<br />

<strong>de</strong>n sprong. Minstens drie, wat zeg ik, vier of vijf doet<br />

hij er buitelen , eer zij het huis gewaar wor<strong>de</strong>n.<br />

EINDRIDE. Pat heet ik duivelsch knap zijn, en als dat<br />

zoo is, zie ik geen gevaar.<br />

OYSTEIN lagchen<strong>de</strong>. Het ergste <strong>voor</strong> II zou wezen , dat hij<br />

ze haast allemaal vel<strong>de</strong>.<br />

EINDRIDE invekle8 lagchend. Welaan , zoo vlieg ik er op<br />

mijn sneeuwschoenen heen en zal niet lang on<strong>de</strong>r weg zijn,<br />

dat beloof ik.<br />

OYSTEIN. Laat me zien , dat gj u reppen kunt.<br />

EINDRIDE. Pat zult ge. Vaarwel, zoolang.<br />

OYSTEIN. Insgelijks, gelukkige reize!<br />

EINDRIDE. Dankje! ... he ! he! he ! ik moet er nog om<br />

lagchen , zoo leep als het bedacht is.<br />

OYSTEIN. Tracht meteen een kijkje van Sverre <strong>de</strong>n priester<br />

to nemen.<br />

EINDRIDE. Daar daeht ik juist over. Loochenen kan ik het<br />

niet, dat ik er lust in zou hebben. Ik heb wel eens gehoord,<br />

dat hij er vervaarlijk uitziet.<br />

OYSTEIN. De lui zeggen met alle regt, dat hij van <strong>de</strong>n<br />

duivel bezeten is.<br />

EINDRIDE, beangst. Spreek niet van <strong>de</strong>n booze, va<strong>de</strong>r !<br />

Mijn misters kind heeft hem gezien in <strong>de</strong>n slag bij Slevol<strong>de</strong>n<br />

... hij moet een paar oogen hebben, man ... Brrr.<br />

Ovs-rms. Zoo? Maar nu wordt het tijd, dat gij u spoedt.<br />

EINDRIDE. Ja, vaarwel. (Hij wil gaan.)


NOORWEEGSCHE LETTERKUNDE. 483<br />

Dertien<strong>de</strong> Tooneel.<br />

DE VORIGEN. INGA..<br />

INGA, houdt Eindri<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur tegen. Waar naar toe ?<br />

EINDRIDE, in <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur. Naar Sverre.<br />

INGA. Naar Sverre? (tot Oystein.) Weikel' raad hebt ge<br />

nu gegeven?<br />

EINDRIDE. De beste, dien ik ooit in mijn leven kreeg. Uit<br />

<strong>de</strong>n weg <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n reizen<strong>de</strong>n man ! (HO vertrekt.)<br />

Veertien<strong>de</strong> Toonee l.<br />

INGA. OYSTEIN.<br />

INGA. Ik heb er dikwijls aan get wijfeld , of gij een <strong>de</strong>r<br />

mannen van koning Magnus zondt zijn.<br />

OYSTEIN. Dat zal blijken.<br />

INGA. Maar wie ge zijn moogt , als het in mijne magt staat<br />

u to beloonen , dan zal het geschien.<br />

ON-STEIN. Het schijnt me toch toe, dat ge eerst zoudt moeten<br />

weten , wat ik <strong>de</strong>ed.<br />

INGA. Om het even, als zij naar hun duel missen.<br />

OYSTEIN. Helot ge hen onthaald ?<br />

INGA. Ja, maar ik vrees, dat dit uw minst kloeke raad was;<br />

zij maken nu zoo reel gedruisch , dat Halyard hen spoedig<br />

hooren zal.<br />

OYSTEIN. Daar vrees ik niet <strong>voor</strong>.<br />

INGA. Gij zijt opgeruimd , naar het schijnt.<br />

OYSTEIN. Goof mij uw hand.<br />

INGA. Waartoe? (Zig. geeft hew die.)<br />

OYSTEIN. Een mooije hand.<br />

INGA. Vroeger zag zij er an<strong>de</strong>rs uit.<br />

OYSTEIN. In }mar staat mijn lot geschreven.<br />

INGA. Zijt ge misschien een waarzegger ?


484 NOORWEEGSCIIE LETTERKUNDE.<br />

OYSTEIN. Dat joist Met maar het is mij zoo vreemd te<br />

moe<strong>de</strong> , dat .<br />

INGA. Zeg mij toch , wat ziet ge ?<br />

OYSTEIN. Ik zie<br />

INGA. Zeg op ... van alle zij<strong>de</strong>n is het mij zoo donker;<br />

ge weet niet , hoe ik smacht naar licht.<br />

OYSTEIN. Uwe wenschen zullen vervuld wor<strong>de</strong>n.<br />

INGA. Ik ga u op <strong>de</strong>n toets stellen ; wat wensche ik?<br />

OYSTEIN. Verzoend te wor<strong>de</strong>n met ow va<strong>de</strong>r en met nw man,<br />

en die ook zamen verzoend te zien.<br />

INGA. Och, dat kondt ge <strong>voor</strong>uit wel gissen ; maar om<br />

het even wanneer<br />

OYSTEIN. Eer een etmaal om is.<br />

INGA. Ach, ik vrees<strong>de</strong> wel, dat ge maar met mij schertstet.<br />

OYSTEIN. Ik zie nog meer.<br />

INGA. Zeg wat ! .<br />

OYSTEIN. Eer het etmaal om is, zijt zoowel gij als <strong>de</strong><br />

kleine Alf en uw man op weg van hier.<br />

INGA. 0, ware flat waarheid !<br />

OYSTEIN. En eens konings hoeve wordt ow verblijf.<br />

INGA, ranch. Toch niet die van Sverre?<br />

OYSTEIN hij laat !mar hand los. Wie weet? — mijne <strong>voor</strong>-<br />

spelling is nit.<br />

INGA. Ik heb er ter wereld geen vertrouwen in. Ik blijf<br />

hier op <strong>de</strong>n fjell in <strong>de</strong> mist staan en ik kan geen hand<br />

breed <strong>voor</strong> mij uitzien; het wordt mij zwaar in het hoofd .<br />

en . ik wenschte dat ik dood ware.<br />

OYSTEIN. Ge zijt een kind, Inga! Dat meent ge niet.<br />

INCA. Of ik het meen! Dan zoo Halyard mij volkomen begrijpen<br />

, dan zou<strong>de</strong>n bei<strong>de</strong>, mijne kleine Alf en mijn va<strong>de</strong>r, dan<br />

zou<strong>de</strong>n zij alien schreijen ... en ik gelukkig zijn.<br />

OYSTEIN. Een enkel zonnestraaltje en uw feed zal ver-


NOW?, WEEGSC LIE LETT ERK UND E. 485<br />

dwijnen als een nevel. — G-eloof mij, <strong>de</strong> smart die klaagt,<br />

teistert maar eene wijle, ... en <strong>de</strong> open won<strong>de</strong> wordt spoedig<br />

geheeld.<br />

INGA. Ach neen; Ik zie <strong>voor</strong> mij geen uitweg.<br />

OYSTEIN. Zoo weinig vervaarlijks steekt er in uw smarte,<br />

dat zij zelfs iets aantrekkelijks heeft <strong>voor</strong> wie zwaar<strong>de</strong>re<br />

moet torschen.<br />

INGA, <strong>de</strong>elnemend. Hebt gij dan meer te dragen?<br />

OYSTEIN. Neen, niet ik, maar an<strong>de</strong>ren, die ik ge<strong>de</strong>nke.<br />

INGA. An<strong>de</strong>ren? Gij vervalt in gepeins.<br />

OYSTEIN. Uwe smart mope wat bleek zien, ze blijft een lief<br />

meisje, tegenover <strong>de</strong> harpijen<br />

INGA. Ge spraakt van an<strong>de</strong>ren? wie bedoel<strong>de</strong>t gij?<br />

OYSTEIN, eent <strong>de</strong>els tot Itaar, , weldra Olean tot zich zelven.<br />

Er zijn, die over menigte van menschen wor<strong>de</strong>n gesteld,<br />

welke zij tot hoofd en tot steun moeten strekken; en wier<br />

pligt me<strong>de</strong> brengt hunne kwellingen te verheelen, <strong>•</strong>zelfs al<br />

knagen die aan hun harte. Terwijl dit op het gruwzaamst<br />

wordt verscheurd, moet een glimlach op hun gezigt spelen,<br />

moeten hunne lippen schertsen, want het is hunne taak<br />

alien moed te geven, al hebben zij er zelf geen meer. Un<strong>de</strong>r<br />

die hoof<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r schare treft men, die een schat van goe<strong>de</strong>n<br />

raad hun land ten beste geven maar kwalijk wor<strong>de</strong>n begrepen,<br />

maar weerstand ontmoeten, en zich ten gevolge van<br />

<strong>de</strong>zen het regt verwerven <strong>de</strong>n dood veler verslagenen goed<br />

te maken! Zon<strong>de</strong>r onregtvaardig jegens hen te zijn, kan<br />

men <strong>de</strong> verschrikkelijkste dingen van hen zeggen. Wilt gij<br />

er een hooren? Men getuigt van hen, dat zij het bloed <strong>de</strong>r<br />

kranken vergieten, die zij beloof<strong>de</strong>n te zullen genezen. Ik<br />

ken er een, die <strong>de</strong> zegen zjns lands wil<strong>de</strong> zijn en in <strong>de</strong>n<br />

vloek zijns lands verkeer<strong>de</strong>. Hij gruw<strong>de</strong> van zich zelven als<br />

van een monster; hij wil<strong>de</strong> al <strong>de</strong> lijken, die hem uit <strong>de</strong>zen


486 NOORWEEGSC FIE LETTE RKUN DE.<br />

en uit genet' hoek <strong>de</strong>s lands aanstaar<strong>de</strong>n, die hem overal<br />

verwijtend omring<strong>de</strong>n , ontvlugten — ontvlugten ale een<br />

balling uit zijn eigen erfrijk toch werd hij bij een slip<br />

zijns mantels weerhou<strong>de</strong>n. Voortgezweept door een onverbid<strong>de</strong>lijk<br />

lot, van gruwel tot gruwel, van moord tot moord,<br />

van brand tot brand, schrijdt hij over rooken<strong>de</strong> puinhoopen<br />

en verminkte — geween en gekrijsch gaat op waar<br />

hij verschijnt, — het is of <strong>de</strong> hel om hem blaakt; ook zijn<br />

er die zeggen, dat <strong>de</strong> duivel aan zijn zij<strong>de</strong> gaat, ja, eenigen<br />

sehel<strong>de</strong>n hem <strong>de</strong>n duivel zeif. Ik weet, ja, ik weet, dat<br />

terwijl zij elkan<strong>de</strong>r keelen als vee, hem <strong>de</strong> kracht ontbreekt<br />

naar iemands 'even_ te staan, <strong>de</strong>wijl hij zijn eigen jammer<br />

niet vergrooten wil. En er wordt eene mis gezongen v6Or<br />

<strong>de</strong>n slag en eene mis na <strong>de</strong>n slag, en hij verzoent en hij<br />

vertroost, hij tracht te helpen en poogt wel to doen , hij<br />

geeft vre<strong>de</strong> aan alien, die er om vragen. Slechts met eenen<br />

enkele kan hij geen vre<strong>de</strong> hebben, met hem zelven. Maar ik<br />

weet ook, dat hij volhardt en alle overvallen <strong>de</strong>r hel trotseert<br />

en zich in <strong>de</strong>n baard bijt , en zijne smarte verloochent , dat<br />

het hem nooit aan scherts of spotternij ontbreekt, dat hij onverschrikt<br />

op het bloedigste slagveld oin zich blikt, hoe blij<strong>de</strong>r<br />

hoe meer er van zijne vijan<strong>de</strong>n zijn gevallen, eu zich in het<br />

volgend oogenblik in <strong>de</strong>n raad vertoont, even waardig van<br />

gebaar als kalm van geest. Ik ken hem, ja, ik ken hem, die<br />

zooveel sterkte van ziel bezit , dat hij bet uit zal hou<strong>de</strong>n ,<br />

tot bei<strong>de</strong> God en menschen ten leste zullen getuigen hij heeft<br />

toch het goe<strong>de</strong> gewild!<br />

INCA, die zich yeduren<strong>de</strong> zijn yemoectsboveying hoe lanyer<br />

hoe ver<strong>de</strong>r van hem veriqj<strong>de</strong>rd heeft. Vrome Sunniva!<br />

Or STEIN. Ik sprak over mij zelven, — het etmaal is nog<br />

niet om, weet ge.<br />

INGA. Zeg me, ge meen<strong>de</strong>t met dien man toch Sverre niet?


NOORWEEGSCHE LETTERKUNDE. 187<br />

OYSTEIN. Sverre? Die leeft zoozeer <strong>voor</strong> zich zelven, ondanks<br />

<strong>de</strong> hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n die hem omringen, dat er niet velen<br />

zijn, die weten wat hij <strong>de</strong>nkt of voelt.<br />

INGA. Het was me bij uwe woor<strong>de</strong>n of een sneeuwval zich<br />

over mij heen stortte. Ik voel naauwelijks mijn eigen iced<br />

meer. (Men boort gezan g.)<br />

OYST EIN. Wat is dat?<br />

Gezang. Pauze.<br />

INGA. Ach! dat is <strong>de</strong> mee! — ik zei<strong>de</strong> u <strong>voor</strong>uit, dat die<br />

raad niet goed was. Hal yard zal hen gewaar wor<strong>de</strong>n.<br />

Vijftien<strong>de</strong> Tooneel.<br />

DE VORIGEN. HALVARD.<br />

HALVARD. Wat is dat <strong>voor</strong> een Leven ? Is er yolk op <strong>de</strong>n<br />

fjell gekomen?<br />

OYSTEIN , op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond. Een ongeluk schijnt on<strong>voor</strong>koombaar.<br />

Het gaat to haastig toe.<br />

INGA. Alle Heiligen, staat ons nu bij!<br />

ASIAT I doet zich van bniten hooren. Meer mee, terwijl<br />

we wachten. (Hij wil binnen komen.)<br />

HALVARD. Wie zijt ge? Wat moet dat bedui<strong>de</strong>n? Terug.<br />

Laat mij hooren wat ge to zeggen hebt. (Hij ,stoot hem naar<br />

buiten.)<br />

Zestien<strong>de</strong> Tooneel.<br />

INGA. 0 YSTEIN.<br />

INGA. Hij hoort ze en hij vindt ze; er gaan gedachten in<br />

mij om, the mij lit dit huis drijven.<br />

OISTEIN. En straks hadt ge zooveel moed?<br />

INGA. Ik zou mijn toevlugt tot Alf nemen, als het geen<br />

Aslat, een an<strong>de</strong>re van koning Magnus' manual.


488 NOORWEEGSCHE LEWERKUNDE.<br />

zon<strong>de</strong> ware het kind in <strong>de</strong>n twist te mengen. Ik wil zelf tot<br />

Halyard gaan, maar hij zal me niet willen aanhooren. Vreem<strong>de</strong><br />

man ! gij hebt een good hart, dat heb ik straks ervaren; zeg<br />

gij hem wat gij van mij weet — want het is hoog tijd.<br />

OYSTEIN. Houd 11 rustig , kind! Sta liever een paar uren<br />

strijds door, dan een paar jaren lij<strong>de</strong>n.<br />

Zeventien<strong>de</strong> Tooneel.<br />

DE VORIGEN. HALYARD, met ontbloot zwaard.<br />

OYSTEIN. Hebt ge u van hem ontslagen?<br />

HALYARD, soother. Dit is zijn eigen zwaard.<br />

O YSTEIN. En <strong>de</strong> man ?<br />

HALYARD. Die kreeg buiten zijn bekomst.<br />

OYSTEIN. Dat was kwalijk gedaan.<br />

HALVARD , tot Inga. Hij dreef <strong>de</strong> boosheid zoo verre te<br />

zeggen, dat gij hem van mijnentwege had beloofd — (hij traeht<br />

te lagchen) — maar het was al te onbeschaamd, dat gij hem<br />

van mjnentwege hadt beloofd, dat hij en zijn gezellen hier<br />

een aanvoer<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r Birkebemers met zijn manschappen buit<br />

zou<strong>de</strong>n waken. Dat mag geen man u ongestraft nageven.<br />

En toch hield hij het tot zijn laatste woord vol.<br />

INCA, tot zich zelve. God !<br />

HALYARD. Dat ge mij tot een verra<strong>de</strong>r zoudt willen makes<br />

mijii ergste vijand zou het niet durven <strong>de</strong>nken... Maar zooals<br />

ik zei<strong>de</strong> boette er <strong>voor</strong> !<br />

INCA, tot zich zelve. Heilige Olaf, dat heb ik verdiend!<br />

HALYARD. Gij, Inga! mij tot een verra<strong>de</strong>r waken, en dat van<br />

Sverre's mannen; maar wees gerust , hij zal niet meer lieges.<br />

INCA, lui<strong>de</strong>r, blyna knielend. Halyard!<br />

HALYARD. Neen , neen , ver<strong>de</strong>dig u niet ik geloof u<br />

ik heb hem er immers <strong>voor</strong> verslagen, ziet ge ... het zwaard<br />

is nog vochtig. (Hij werpt het van zich.) Ik weet genoeg,


NGOR EEGSCHE LETTERK UND E. 489<br />

dat gij nooit zoo iets zoudt kunnen does, gij die mij liefhebt.<br />

O1 STEIN, begeeft zich near het vertrek, waarin Thorkel slaapt.<br />

Mem boort buiten een gedruisch dat al sterker wordt.<br />

INCA, Halyard gena<strong>de</strong>rd op <strong>de</strong> knieeit. Halyard! Halyard!<br />

Hoor niij!<br />

HALYARD. Neen, ik heb gezegd, dat het niet werd vereischt<br />

Waarlijk , het behoeft niet<br />

INGA. Bij <strong>de</strong>n Heiligen Olaf en <strong>de</strong> vrome Sunniva, weet<br />

alles<br />

HALYARD, ernstig. Zweer niet!<br />

VERSCHEIDENE STEMMEN, buiten <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur. Verslagen? Is hij<br />

yerslagen? Verslagen?<br />

HALYARD wapent zich.<br />

INCA. 0, dat ook ik strij<strong>de</strong>n kon!<br />

EENE STEM, buiten <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur. Het huis in! het huis in! (Men<br />

dringt tegen <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur.)<br />

HALYARD, schuift er het sant <strong>voor</strong>. Hier komt niemand<br />

binnen.<br />

STEMMEN, van buiten. Open <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur! open! (Gedruisch.)<br />

HALYARD. Wacht lie<strong>de</strong>n! (tot zich zelven.) Doch waarom<br />

niet? (I it het schat weer losgren<strong>de</strong>len.) Welnu!<br />

INGA springt op Item. toe.<br />

HALYARD, <strong>de</strong>inst verbaasd achteruit. En gij zijt het, die mij<br />

verhin<strong>de</strong>rt? Waar meent ge, dat ik nog <strong>voor</strong> to Leven heb?<br />

INGA. Wilt gij sterven, zoo neem mij mee.<br />

HALYARD, springt op zij<strong>de</strong>. Wat zegt ge ?<br />

INGA. Laat mij met u sterven; ik ben tienniaal ongelukkiger<br />

dan gij.<br />

HALYARD, schijnt to twyfelen.<br />

INGA. 0 Halyard! on<strong>de</strong>rzoek en ge zult het zieu.<br />

HALYARD. Neen, neen, ik moet niet goed gehoord hebben.


490 NOORWEEGS C HE LEITERKUN DE.<br />

Achttien<strong>de</strong> Tooneel.<br />

INGA. HALYARD. OYSTEIN EN T ORK EL.<br />

INGA. Va<strong>de</strong>r! Va<strong>de</strong>r! Hemel! zijt gij hier?<br />

THORKEL. Inga, mijn kind! (Zij ornkelzen elkan<strong>de</strong>r.)<br />

HALYARD. Hoe? haar va<strong>de</strong>r?<br />

0 YSTEIN. Ja, het is Thorkel Leire; ik wist, dat gij hem<br />

nooit hadt gezien.<br />

HALYARD. Nu begrijp ik Neen, nu begrijp ik niets meer.<br />

INGA. 0 Va<strong>de</strong>r! gij komt ter regter tijd.<br />

THORKEL. De Heer zij gedankt, dat ik u vond. Ik vermoed<strong>de</strong><br />

dat ge hier of daar op een fjell verscholen waart,<br />

en waar een fjell te zien viol , daar heb ik als verspie<strong>de</strong>r<br />

omgezworyen; o God! wat hebt ge mij een feed aangedaan,<br />

kind! Maar nu laat ik u mij ook nooit meer ontrooven.<br />

INGA. En ik zal u nooit, nooit meer verlaten.<br />

HALYARD. Ha, daar vloog <strong>de</strong> pijl van <strong>de</strong>n boog.<br />

INGA, geknield. Kunt ge mij vergeven ?<br />

T ORKEL. Ja, mijn kind! gij weet niet hoe ik u heb gemist.<br />

Maar ge schijnt ongelukkig te zijn gij hebt geschreid — uw<br />

haar is verward. (Thy strijkt het glad.) Wat schort a mijn kind?<br />

Ik begrijp het; <strong>de</strong> ellendige, wiens naam ik niet weten wil!<br />

INGA, staat op. Va<strong>de</strong>r! Va<strong>de</strong>r!<br />

HALYARD, treedt <strong>voor</strong>. Hier is hij ! Hij heet Halyard Gjaela.<br />

THORKEL. Die mij gister avond uit <strong>de</strong> sneeuw heeft geholpen?<br />

Schier een te goe<strong>de</strong> daad <strong>voor</strong> zoo slecht een kerel!<br />

HALYARD. Meent ge?<br />

THORKEL. Maar het blijkt, dat <strong>de</strong> Heer gewild heeft, dat<br />

ik mijn dochter uit uw geweld zou red<strong>de</strong>n.<br />

(Men hoort drie slagen op <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur dreunen.)<br />

EEN MARE STEM, van buiten. Wij hebben het overlegd; ale<br />

gij niet opdoet, steken wij het huis in brand.


NOORWEEGSCHE LETT ERK UN DE. 491<br />

HALYARD, grijpt zieli aan. Ja , ik zal opdoen.<br />

0 Y STEIN , plaatst rich <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ar en houdt hem legen.<br />

HALYARD. Weg met u , rampzalige! Gij waart het, die hem<br />

herwaarts bragt. Gij staat zelf in verband .met het yolk daar<br />

buiten. Gij hebt alien tegen mij zaamgezworen! Maar daartoe<br />

behoef<strong>de</strong>t gij niet in zoo grooten getale te zijn , want ziet ge .. .<br />

(hij legt <strong>de</strong> hand op het hart) hier is . het reeds afgedaan. (Hij<br />

wit near batten)<br />

INCA, rich can <strong>de</strong>n muter tlampen<strong>de</strong>. Bedwing hem ; weerhoud<br />

hem !<br />

OYSTEIN bet <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur. Geen uwer komt over <strong>de</strong>n drempel.<br />

Het oogenblik is daar, waarin gijlie<strong>de</strong>n bier moet blijven —<br />

en spreken.<br />

ALLEN. Spreken ?<br />

Eene Pauze.<br />

OYSTEIN, anqatig te moe<strong>de</strong>. Hier zou het bewaarheid kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n , dat zwijgen meer harten breken doet dan<br />

woor<strong>de</strong>n. (Laid en hevig.) Spreekt, versehrikkelijke menschen!<br />

Ziet ge dan niet, dat Gods oor<strong>de</strong>el over u komt ? Het vuur<br />

wordt aangestookt en het huis brandt; maar bij <strong>de</strong>n Heiligen<br />

Olaf, eer zal <strong>de</strong> zol<strong>de</strong>ring uwe hoof<strong>de</strong>n zengen , eer<br />

ik u over <strong>de</strong>n drempel laat , <strong>voor</strong> gij gesproken hebt!<br />

HALYARD, somber. Hebben wij zoo lang gezwegen , waartoe<br />

gesproken in <strong>de</strong> ure die ons overblijft?<br />

OYSTEIN. Denk aan Alf.<br />

INGA en HALYARD. Alf! (Zij mitten bei<strong>de</strong>n near het bijge-<br />

legen vertrel. gaan.)<br />

HALYARD, weerhoudt rich het eerst. (Pane.) Welaan dan!<br />

Een van ons blijve om zijnentwille leven . . . en het zal haast<br />

een uur gele<strong>de</strong>n zijn se<strong>de</strong>rt ik mime keuze heb bepaald .. .<br />

maar boor het, vronw ! niet 'anger dan een uur gele<strong>de</strong>n.<br />

Wel trok mijn hart lang reeds naar Sverre en zijne Birke-


492 NOORWEEGSOEIE LVITERKUN DE.<br />

bemers; menigen nacht droom<strong>de</strong> ik er van, welk eene eer<br />

ik mij in zijn heir zou kunnen verwerven; menigen dag<br />

droom<strong>de</strong> ik hetzelf<strong>de</strong> met open oogen. Maar nimmer span<strong>de</strong><br />

ik, zon<strong>de</strong>r aan u te <strong>de</strong>nken , mijn bong <strong>voor</strong> hem, zelfs<br />

wanneer zijne mannen langs onze woning togen, en ik hoor<strong>de</strong>,<br />

hoe zijn krachtig woord staal in hunne zwaar<strong>de</strong>n wist te<br />

leggen. Nimmer! nimmer! hoort gij? Maar dat daeht<br />

gij en ge daeht meer overleg<strong>de</strong>t mij te verlaten<br />

gij smeed<strong>de</strong>t in stilte lagen tegen mij , — <strong>de</strong>s daags beschrei<strong>de</strong>t<br />

gij, in een hock, het uur waarin ge mij herwaarts<br />

volg<strong>de</strong>t gij hadt nw va<strong>de</strong>r meer lief dan mij ik wist<br />

het, maar ik had geen moed het te vernernen maar<br />

heb ik <strong>de</strong>n dag beleefd , waarop ik het bei<strong>de</strong> heb gezien en<br />

gehoord ... en ofsehoon ik het wist ... was het toch beter<br />

in <strong>de</strong> hei te ontwaken. Weet dan, dat dit eene uur al mijne<br />

lief<strong>de</strong> in mijne borst heeft gedoofd , dat ik het oogenblik<br />

vervloeke waarin ik u bet eerst zag, dat ik alle hengenis<br />

daaraan zal uitwissehen , hetzij door het staal <strong>de</strong>s<br />

brandstichters hier buiten, of zoo me dat mislukt , dan bij<br />

koning Sverre, die geen gast zoo dikwijls ontvangt als <strong>de</strong>n<br />

dood ... en nu ga ik <strong>de</strong>rwaarts. (14 evil gaan, maar heert<br />

zich one , ten ein<strong>de</strong> naar Inga te zien, die onbewegelijk staat .<br />

Verrast en rerbaasd blijft 21:17G blik onafgebroken op /mar rusten.)<br />

MORKEL. Ik ben geen man van veel woor<strong>de</strong>n , zooals ge<br />

wel weet , maar dit moet ik thans toch tot mijn dOehter zeggen<br />

, dat verachting van iemand als gij ligt te dragen valt.<br />

Korn, arm kind! zijt ge door hem verstooten neemt het wettige<br />

mee , en ofschoon het zijn jongske is, — zoo zal het ook<br />

het mijne wor<strong>de</strong>n. (Hij neemt haar bij <strong>de</strong> hand, en wit gaan.)<br />

0 VSTEIN. Gij zult niet van hier gaan.<br />

ThoanEL. Daar hebben er twee over te beslissen. (Hij griipt<br />

een zwaard.)


NOORWEEGSC HE LETTERKU N DE. 493<br />

OrsTErs. Vraag haar of ze mee wil gaan.<br />

THORKEL. Dat is mijn zaak.<br />

OYSTEIN. Vraag bet haar.<br />

(Allen zien Inge aan, die onbewegetijk /4ft 0,13 te voren.)<br />

THORK EL , na eene pauze. Antwoord, kind!... maar dat zeg<br />

ik u Eens hebt ge tusschen hem en mij gekozen; nu is het<br />

oogenblik gekomen, ,dat gij het over kunt doen: hem of mij.<br />

INCA, werktuigelfjk. U of hem ...<br />

THORKEL. Bij St. Olaf, bier valt te kiezen!<br />

INo EL. Welaan! ik heb u bei<strong>de</strong>n lief, dat is waar. Ik dacht,<br />

dat het mij gelukt zou zjn u te verzoenen! dat is al het<br />

kwaad, dat ik gepleegd heb. Maar daar dat niet zijn mag<br />

en ge mij verpligt te kiezen, zoo ... al ben ik verstooten<br />

al wil hij sterven ... zoo, vrome, altijd Sancta Snnniva! ik<br />

kan niet an<strong>de</strong>rs; ik kies zooals ik vroeger koos, zooals ik<br />

het gister <strong>de</strong>ed, zooals ik het alle dagen mijns levens zal<br />

doen: ik kies Alf, en u, Strengen Halyard. (Op hare knieed<br />

vallen<strong>de</strong>, omvat zij <strong>de</strong> zijne.)<br />

HALYARD. Inga! (Hij heart hear op en omarmt Naar;<br />

Thorkel laat het zwaard nit zijne han<strong>de</strong>n vallen.)<br />

OYSTEIN, treedt van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ar naar voren. Nu is <strong>de</strong> uitgang<br />

vrij ; nu kunt gij het zwaard trekken , ou<strong>de</strong>! als gij uw hart<br />

dat geweld kunt aandoen.<br />

INGA, strekt <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n naar Thorkel nit. Va<strong>de</strong>r! Va<strong>de</strong>r!<br />

(Men hoort gedruisch en wapengekletter.)<br />

0 YST EIN. Stil!<br />

HALYARD. Wapengeklett er ?<br />

OYSTEIN. Daar komen zij.<br />

EEN ZW ARE STEM, van buiten. Voort, krijgsmannen, mannen<br />

van <strong>de</strong>n Heiligen koning Olaf!<br />

THORKEL. Dat is Sverre's krijgsroep.<br />

OYSTEIN. En Gudlang Stallare's stem. (Wapengekletter, met


494 NOORWEEGSCHE LEVFERK UNDE.<br />

Rorie tmyeehenpoozen, geduren<strong>de</strong> het gansehe volgen<strong>de</strong> tooneel.)<br />

Ot STEIN. Nn werkt <strong>de</strong> mee ons ten goe<strong>de</strong>. De dronken<br />

kerels geven spoedig gewonnen spel, en <strong>de</strong> verlossing is nabij.<br />

INCA. De verlossing nabij, zegt ge. Ik begin te begrijpen.<br />

G-ij zijt niet koning Magnus' man? Piet een <strong>voor</strong>gevoel.) Maar<br />

wie zijt gij !<br />

HALYARD. Wie zijt ge ?<br />

THOR KEL. wie zijt ge-?<br />

ON-STEIN, treedt nicer op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond. Zie, sommigen heeten<br />

mij een verv]oekten mensch , die <strong>voor</strong> geen lager' terug<strong>de</strong>inst;<br />

an<strong>de</strong>ren zeggen, dat ik <strong>de</strong>s duivels dienaar ben; weer an<strong>de</strong>ren,<br />

dat ik <strong>de</strong> duivel zelf ben, maar eenigen zeggen ook, dat ik<br />

Sverre ben, door mijn geboorteregt geroepen tot <strong>de</strong>n Noorweegschen<br />

koningsstoel! Het komt er nu op aan, wie gelijk heeft.<br />

ALLEN. Koning Sverre?<br />

HALYARD en INGA. vallen op <strong>de</strong> knieen.<br />

SVEBRE. Staat op kin<strong>de</strong>ren! bet is geen tijd <strong>voor</strong> huldiging.<br />

Ik was naar inljn ou<strong>de</strong> gewoonte op verspie<strong>de</strong>n uit; want<br />

men is van zich zelven bet zekerst. Toen trof ik hem aan<br />

(hij avast op norkel) en ik dacht uwe gastvrijheid <strong>de</strong>s verle<strong>de</strong>n<br />

jaars niet beter te kunnen beloonen, dan door hem herwaarts<br />

te brengen! Ik bou het er nu <strong>voor</strong>, dat gijlie<strong>de</strong>n<br />

getuigen zult, dat zelfs <strong>de</strong> duivel bij wijle te zwart wordt<br />

geschil<strong>de</strong>rd, en dat wij niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> menschen zijn tussehen<br />

<strong>de</strong> veldslagen , als in het veld.<br />

IN GA. Heer koning!<br />

SVE RILE tot Thorkel. En gij, ou<strong>de</strong>! mijn yolk heeft uwe<br />

hoeve in <strong>de</strong> arch gelegd , — een eind wegs meer noordwaarts<br />

in Thron<strong>de</strong>lvy heb ik eene betere.<br />

THORK EL. Heer koning!<br />

SVER RE. Die moogt gij tot vergoeding aannemen. G-ij zijt<br />

mid en afgemat door strijd bij strijd; neem nwe dochter bij u,


NOORWEEGSCIIE LETTERKUNDE. 495<br />

immers wanneer ik (tot Inca over uwen man mag besehikken.<br />

INGA, dringt Halyard naar hem' toe. Neem hem! Zulk een<br />

man mag hij dienen.<br />

Negentien<strong>de</strong> Tooneel.<br />

DE VOREGEN. GUDLANG STALLARE EN VERSCIIEIDEN BIRKE-<br />

BEMERS.<br />

Bij het openers <strong>de</strong>r <strong>de</strong>uren ziet men een weerschipt van een<br />

lace vun,- , dat allows sterker wordt.<br />

GUDLANG. Goe<strong>de</strong>n morgen, beer koning!<br />

SVERRE. Is alles in or<strong>de</strong> ?<br />

GUDLANG. Afgedaan.<br />

SVERRE. Hier zullen zich drie of vier mannen bij uwe<br />

ben<strong>de</strong> voegen, Halyard G-jaela's heeten zij.<br />

GUDLANG, tot Halyard. Welkom.<br />

SVERRE, ter zelf<strong>de</strong>r tijd tot Thorkel. Uw schoonzoon zal<br />

spoedig eene plaats beklee<strong>de</strong>n, waarme<strong>de</strong> nwe dochter vre<strong>de</strong><br />

zal hebben. Alles wel beschouwd , geloof ik dat gij het beste<br />

zult doen door u in <strong>de</strong> zaak to voegen.<br />

INGA en HALYARD. Va<strong>de</strong>r !<br />

THORKEL. i4lijne kin<strong>de</strong>ren! (Hij omarmt ze.)<br />

SVERRE, tot een Birkebemer. Rep u, van bier, borst!<br />

(Thorkel en <strong>de</strong> °utters van Alf Juana been.)<br />

GUDLANG. Als wij langer bier blijven, beer koning, dan<br />

verbran<strong>de</strong>n wij mee.<br />

SVERRE. Gij hebt gelijk. Het begint wat beet to wor<strong>de</strong>n.<br />

(Hij gaat.)<br />

De gordijn valt.<br />

Geyer besluit zijne schets <strong>de</strong>r Scandinavische natuur met<br />

een blik op <strong>de</strong>n volksaard van het schiereiland. Hij stelt <strong>de</strong>


496 NOORWEEGSCHE LETITIIKUNDE.<br />

goe<strong>de</strong> en <strong>de</strong> kwa<strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong>zen in het licht; hij merkt<br />

scherpzinnig op, dat 's menschen aanleg in het Noor<strong>de</strong>n over<br />

bet algemeen grootscher, , meer omvattend mag heeten dan<br />

ergens el<strong>de</strong>rs. Het zijn an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kerniger kracht,<br />

door het klimaat vereischt. Geen licht echter zon<strong>de</strong>r schaduw,<br />

en zoo ook hier. Hij komt tot <strong>de</strong> bekentenis , dat <strong>de</strong> morele<br />

zoowel als <strong>de</strong> physieke wereld er behoefte heeft aan <strong>de</strong> besehaven<strong>de</strong><br />

warmte, die tot rijpheid brengt; eene behoefte, die<br />

slechts bij tusschenpoozen wordt bevredigd. De aanwezigheid<br />

of <strong>de</strong> afwezigheid dier bezieling treedt dui<strong>de</strong>lijk aan het licht<br />

in <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>n tijdperken <strong>de</strong>r geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>s Noor<strong>de</strong>ns, in<br />

<strong>de</strong> glorie of het verval <strong>de</strong>szelf<strong>de</strong>n yolks. Meer dan genoeg ,<br />

schijnt het mij toe, om het oN7ernemen <strong>de</strong>r ]aatste regelen<br />

van die bespiegeling te wettigen, om liever met <strong>de</strong>ze dan met<br />

eene kritiek van het tooneelstuk te besluiten. Wat dit verdienstelijks<br />

heeft, schuilt in <strong>de</strong> weerspiegeling <strong>de</strong>r waarhe<strong>de</strong>n ,<br />

door Geyer verkondigd. „Zoo schijnt zich," schrijft hij , „bij<br />

„<strong>de</strong>n noorschen mensch <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> weerspraak to doen gel<strong>de</strong>n in<br />

„citing van kracht en in genegenheid tot rust, in levendigheid<br />

„en in traagheid, die in <strong>de</strong> noordsche natuur aan het licht komt ;<br />

„een weerspraak , die toch getemperd en overwonnen wordt<br />

„door een van aanleg ernstig en doordringend verstand , een<br />

„diep , maar even als het <strong>de</strong>nkvermogen , liefst in het ge-<br />

„moed besloten gevoel , <strong>voor</strong> alles door eenen zin , die tot<br />

„groote opofferingen in staat is, die in afdoen<strong>de</strong> oogenblikken<br />

„van geene vrbeze weet en zich gemakkelijk boven het ver-<br />

„gankelijke verheft. Deze dapperheid , in <strong>de</strong>s woords beste<br />

„beteekenis; is het e<strong>de</strong>lste erf<strong>de</strong>el van ons yolk geweest , is<br />

„het ge<strong>de</strong>gen metaal in <strong>de</strong> ziel, dat uit <strong>de</strong> smidse <strong>de</strong>s on-<br />

„geluks , altijd' even scherp en rein , to <strong>voor</strong>schijn komt.”<br />

1870.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!