11.09.2013 Views

Deelrapport trendanalyse domein Politiek en ... - Nationaal Archief

Deelrapport trendanalyse domein Politiek en ... - Nationaal Archief

Deelrapport trendanalyse domein Politiek en ... - Nationaal Archief

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

bestuur<br />

<strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong><br />

Onderzoeksteam Maatschappijbrede Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005<br />

Juni 2011<br />

Versie: eerste lezing


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Inhoudsopgave<br />

Inleiding ................................................................................................................................3<br />

Tr<strong>en</strong>d 1 – Ontzuiling <strong>en</strong> polarisatie van de politiek ................................................................6<br />

Tr<strong>en</strong>d 2 – Depolarisatie van de partijpolitiek 1980-2001 ..................................................... 10<br />

Tr<strong>en</strong>d 3 – Herpolarisatie van de politiek <strong>en</strong> de opkomst van nieuwe politieke spelers......... 14<br />

Tr<strong>en</strong>d 4 - Omslag in het politiek-bestuurlijke klimaat: van keynesianisme naar<br />

neoliberalisme ..................................................................................................................... 18<br />

Tr<strong>en</strong>d 5 - Nationalisering <strong>en</strong> lokalisering van de geme<strong>en</strong>tepolitiek...................................... 23<br />

Tr<strong>en</strong>d 6 - Verandering van de opbouw van het parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> van de achtergrond van<br />

parlem<strong>en</strong>tsled<strong>en</strong> .................................................................................................................. 26<br />

Tr<strong>en</strong>d 7 – Ontwikkeling van de grote politieke partij<strong>en</strong>: van massapartij naar catch-all partij<br />

............................................................................................................................................ 29<br />

Tr<strong>en</strong>d 8 - (Strev<strong>en</strong> naar) de hervorming van het Huis van Thorbecke.................................. 33<br />

Tr<strong>en</strong>d 9 - Hervorming van het stelsel voor loon- <strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong>belasting......................................... 38<br />

Tr<strong>en</strong>d 10 - Van e<strong>en</strong> politiek georiënteerd uitvoeringsapparaat naar e<strong>en</strong> publieke <strong>en</strong> maatschappelijk<br />

repres<strong>en</strong>tatieve di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>er ................................................................................................. 41<br />

Tr<strong>en</strong>d 11 - Opkomst <strong>en</strong> teloorgang van de constructie Nederland Gidsland ......................... 42<br />

Tr<strong>en</strong>d 12 - Staatkundige hervorming<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Koninkrijk der Nederland<strong>en</strong>.................. 46<br />

Tr<strong>en</strong>d 13 - Europeanisering van het op<strong>en</strong>baar bestuur ........................................................ 50<br />

Tr<strong>en</strong>d 14 – To<strong>en</strong>ame, consolidatie <strong>en</strong> neergang van de toepassing van het cons<strong>en</strong>susgericht<br />

overlegmodel bij beleidsvorming <strong>en</strong> -uitvoering .................................................................. 56<br />

Tr<strong>en</strong>d 15 - To<strong>en</strong>ame van het belang van de media voor <strong>en</strong> op de (beeldvorming van de)<br />

politiek ................................................................................................................................ 63<br />

Tr<strong>en</strong>d 16 - De ontvlechting van staat <strong>en</strong> civil society: poging<strong>en</strong> tot herstel van de autonomie<br />

van het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld................................................................................... 67<br />

Tr<strong>en</strong>d 17 - Het strev<strong>en</strong> naar vergroting van de invloed van de burger op politiek <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar bestuur ................................................................................................................ 72<br />

Hotspot 1- Lockheed-affaire (1976) .................................................................................... 78<br />

Hotspot 3 – Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête paspoortproject (1984-1988) ................................................. 80<br />

Hotspot 3 - Wil Schuurman – Brand in hotel Cosmopolite (1986) ........................................ 84<br />

Hotspot 4 - De val van de Berlijnse Muur <strong>en</strong> van het communisme in Midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> Oost-<br />

Europa (1989) ..................................................................................................................... 86<br />

Hotspot 5 - Nacht van Wiegel (1999)................................................................................... 90<br />

Hotspot 6 – Ceteco-affaire (1999) ....................................................................................... 92<br />

Hotspot 7 - Europees refer<strong>en</strong>dum (2005) ............................................................................ 95<br />

Bijlage 1: Literatuurlijst<br />

Bijlage 2: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Gezondheid<br />

Bijlage 3: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Veiligheid<br />

Bijlage 4: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Won<strong>en</strong><br />

Bijlage 5: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Welzijn<br />

Bijlage 6: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Recht<br />

Bijlage 7: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Verkeer <strong>en</strong> vervoer<br />

Bijlage 8: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Economie<br />

Colofon<br />

2


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Inleiding<br />

Stand van zak<strong>en</strong> 2 december 2011:<br />

Dit conceptrapport is ter eerste lezing aan de klankbordgroep voorgelegd. Comm<strong>en</strong>taar van de<br />

klankbordgroep is verwerkt. Naar aanleiding van opmerking<strong>en</strong> van de klankbordgroep wordt tr<strong>en</strong>d 7<br />

(politieke partij<strong>en</strong>) nog aangepast <strong>en</strong> zijn tr<strong>en</strong>ds 9 (hervorming van het stelsel voor loon- <strong>en</strong><br />

inkomst<strong>en</strong>belasting) <strong>en</strong> 10 (ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat) toegevoegd. De tr<strong>en</strong>d over het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat<br />

is op dit mom<strong>en</strong>t nog niet gereed. Met uitzondering van tr<strong>en</strong>ds 7, 9, 10 <strong>en</strong> hotspot 3 (parlem<strong>en</strong>taire<br />

<strong>en</strong>quête paspoorttraject) zijn de tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots uit dit conceptrapport gevalideerd (voorgelegd aan<br />

experts).<br />

Verantwoording van de <strong>domein</strong>indeling<br />

Dit rapport bevat de tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots op het <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur. Het <strong>domein</strong>team<br />

heeft allereerst het <strong>domein</strong> nader afgebak<strong>en</strong>d <strong>en</strong> gedefinieerd, waarbij het ‘politiek’ geïnterpreteerd<br />

heeft als het ‘politiek systeem’ <strong>en</strong> ‘bestuur’ als ‘op<strong>en</strong>baar bestuur’. Het politiek systeem behelst naar<br />

opvatting van het onderzoeksteam het geheel van geïnstitutionaliseerde, georganiseerde <strong>en</strong><br />

gelegitimeerde machtsverhouding<strong>en</strong>. Tot het politiek systeem behor<strong>en</strong> naast het op<strong>en</strong>baar bestuur<br />

bijvoorbeeld politieke partij<strong>en</strong>, pressiegroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> massamedia. 1<br />

De motor van het politieke systeem <strong>en</strong> zijn uitvoer<strong>en</strong>d apparaat, het op<strong>en</strong>baar bestuur, is<br />

machtsuitoef<strong>en</strong>ing. Macht is gedefinieerd als het vermog<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>keling, e<strong>en</strong> groep of e<strong>en</strong><br />

organisatie om haar of zijn belang<strong>en</strong> <strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> (ev<strong>en</strong>tueel met inzet van machtsmiddel<strong>en</strong>) te<br />

kunn<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong>, in relatie tot <strong>en</strong> afhankelijk van het desbetreff<strong>en</strong>de vermog<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong>. 2 De<br />

machtuitoef<strong>en</strong>ing vindt plaats door verschill<strong>en</strong>de instituties in e<strong>en</strong> onderlinge wisselwerking. Het<br />

<strong>domein</strong> is op voorstel van James K<strong>en</strong>nedy opgedeeld in sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de of gelijksoortige instituties die<br />

in het politiek systeem macht kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. De tr<strong>en</strong>ds beschrijv<strong>en</strong> de verandering<strong>en</strong> in de wijze<br />

waarop de macht werd uitgeoef<strong>en</strong>d <strong>en</strong> de legitimatie daarvan binn<strong>en</strong> de instituties.<br />

Het <strong>domein</strong>team id<strong>en</strong>tificeerde de volg<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> waar macht werd verworv<strong>en</strong>, uitgeoef<strong>en</strong>d <strong>en</strong>/of<br />

gelegitimeerd: de politiek-ideologische ar<strong>en</strong>a; het politiek bedrijf (het formuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> oplegg<strong>en</strong> van<br />

beleid); de monarchie; het op<strong>en</strong>baar bestuur; het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat; internationale verband<strong>en</strong>; het<br />

bedrijfslev<strong>en</strong>; de media; de civil society; <strong>en</strong> de burger.<br />

Het team heeft gekoz<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ge definitie van ‘op<strong>en</strong>baar bestuur’ aan te houd<strong>en</strong>, namelijk<br />

binn<strong>en</strong>lands bestuur. 3 De tr<strong>en</strong>ds beschrijv<strong>en</strong> de verandering<strong>en</strong> in machtsbehoud <strong>en</strong> machtsuitoef<strong>en</strong>ing<br />

tuss<strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar bestuur <strong>en</strong> de maatschappelijke organisaties, groepering<strong>en</strong> <strong>en</strong> instelling<strong>en</strong>.<br />

De focus van de Maatschappelijke Tr<strong>en</strong>danalyse ligt op tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots die maatschappijbreed vast<br />

te stell<strong>en</strong> zijn. Daarom heeft het onderzoeksteam ervoor gekoz<strong>en</strong> om bij het definiër<strong>en</strong> <strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong><br />

van tr<strong>en</strong>ds zich alle<strong>en</strong> te richt<strong>en</strong> op het Rijk. Tr<strong>en</strong>ds bij lagere overhed<strong>en</strong> (geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, waterschapp<strong>en</strong>,<br />

provincies) hebb<strong>en</strong> wij alle<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> die tr<strong>en</strong>ds geld<strong>en</strong>d war<strong>en</strong> voor alle geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of<br />

provincies of wanneer er e<strong>en</strong> verschuiving optrad van de machtsverhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

bestuurlijke lag<strong>en</strong> (c<strong>en</strong>tralisatie – dec<strong>en</strong>tralisatie).<br />

Hoewel de monarchie <strong>en</strong> het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat wel degelijk macht uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het politiek<br />

systeem, hebb<strong>en</strong> bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> experts niet lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat er tr<strong>en</strong>ds zijn binn<strong>en</strong> deze instituties. Voor het<br />

instituut monarchie hebb<strong>en</strong> experts zelfs uitdrukkelijk aangegev<strong>en</strong> dat op staatkundig gebied<br />

hierbinn<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> zijn geweest in de periode 1976-2005. De relatie tuss<strong>en</strong> het<br />

Koningshuis <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>leving wordt meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het onderzoek van het <strong>domein</strong> Cultuur: leefstijl<br />

<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteit.<br />

1 A. Korst<strong>en</strong>, De kern van de politiek (z.p. z.j.) 14.<br />

http://www.arnokorst<strong>en</strong>.nl/PDF/Bestuurskunde/Inleiding%20in%20de%20bestuurskunde.pdf<br />

2 U. Becker <strong>en</strong> Ph. van Praag, Politicologie : basisthema's & Nederlandse politiek (Apeldoorn 2006) 106.<br />

3 Korst<strong>en</strong>, De kern van de politiek, 9.<br />

3


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Wat betreft de macht van het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat gev<strong>en</strong> bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> experts e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdig beeld<br />

over de to<strong>en</strong>ame of afname. Hierdoor was het voor het team niet mogelijk e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>d te formuler<strong>en</strong>.<br />

Wel war<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige losse ontwikkeling<strong>en</strong> waarneembaar op het terrein van het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat. Op<br />

verzoek van de klankbordgroep zijn deze ontwikkeling<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> toegevoegde tr<strong>en</strong>d. Binn<strong>en</strong><br />

het rapport Recht kom<strong>en</strong> Europese ontwikkeling<strong>en</strong> ter sprake waarbij de rol van ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong><br />

daarbinn<strong>en</strong> is toegelicht. Binn<strong>en</strong> dit rapport komt het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat verder nog kort aan bod<br />

binn<strong>en</strong> de tr<strong>en</strong>d “Europeanisering van het op<strong>en</strong>baar bestuur”.<br />

De beleidsmatige <strong>en</strong> organisatorische ontwikkeling<strong>en</strong> bij de waterschapp<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> aan bod bij het<br />

<strong>domein</strong> Natuur <strong>en</strong> milieu. Het democratiseringsproces van de waterschapp<strong>en</strong> is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in tr<strong>en</strong>d<br />

‘Het strev<strong>en</strong> naar vergroting van de invloed van de burger op politiek <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur’. De nieuwe<br />

<strong>en</strong> herzi<strong>en</strong>e Grondwet van 1983 is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het rapport van het <strong>domein</strong> Recht.<br />

Werkwijze<br />

Bij het opstart<strong>en</strong> van het <strong>domein</strong>onderzoek is, in overe<strong>en</strong>stemming met de onderzoeksmethodiek,<br />

gebruikt gemaakt van de rapport<strong>en</strong> van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). In deze rapport<strong>en</strong> zijn<br />

alle hoofdstukk<strong>en</strong> met betrekking tot politiek <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur onderzocht op tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots.<br />

Daarnaast zijn experts b<strong>en</strong>aderd voor interviews <strong>en</strong> zijn veelvuldig <strong>en</strong> veel historische studies<br />

geraadpleegd. T<strong>en</strong>slotte is het voorlopig overzicht van tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots in e<strong>en</strong> vroeg stadium ter<br />

becomm<strong>en</strong>tariëring <strong>en</strong> aanvulling voorgelegd aan led<strong>en</strong> v<strong>en</strong> de klankbordgroep. Gezam<strong>en</strong>lijk vormd<strong>en</strong><br />

SCP-rapport<strong>en</strong>, literatuur, interviews <strong>en</strong> comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong> de basis voor het vaststell<strong>en</strong> van de tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong><br />

hotspots binn<strong>en</strong> het <strong>domein</strong>. Alle tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots zijn gevalideerd door Piet de Rooy, behalve de<br />

nieuwe tr<strong>en</strong>ds over de belastinghervorming <strong>en</strong> het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat <strong>en</strong> de hotspot betreff<strong>en</strong>de de<br />

paspoortaffaire. Deze moet<strong>en</strong> nog gevalideerd word<strong>en</strong>.<br />

Experts<br />

De geraadpleegde experts zijn:<br />

Prof. dr. Ruud A. Koole (hoogleraar politieke wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> aan de Universiteit Leid<strong>en</strong>)<br />

Prof. dr. Walter J.M. Kickert (hoogleraar Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam)<br />

Prof. dr. Piet de Rooy (emeritus hoogleraar Nederlandse <strong>en</strong> Nieuwste geschied<strong>en</strong>is aan de Universiteit<br />

van Amsterdam)<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

Op het <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur zijn veel van onze metatr<strong>en</strong>ds zichtbaar. De belangrijkste<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> op dit <strong>domein</strong> zijn secularisatie, herschikking van institutionele verband<strong>en</strong>,<br />

verzakelijking, individualisering, welvaartsgroei <strong>en</strong> medialisering. Daarnaast spel<strong>en</strong> ook metatr<strong>en</strong>ds als<br />

mondialisering, europeanisering <strong>en</strong> emancipatie <strong>en</strong> participatie e<strong>en</strong> significante rol binn<strong>en</strong> het <strong>domein</strong>.<br />

Tr<strong>en</strong>ds<br />

Europeanisering van het op<strong>en</strong>baar bestuur wordt niet alle<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> als tr<strong>en</strong>d binn<strong>en</strong> dit <strong>domein</strong>:<br />

ook binn<strong>en</strong> het <strong>domein</strong> Recht word<strong>en</strong> aspect<strong>en</strong> van Europeanisering beschrev<strong>en</strong>, welke complem<strong>en</strong>tair<br />

zijn met de beschrijving<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur. Ook is bij het <strong>domein</strong><br />

Recht de tr<strong>en</strong>d Internationalisering van het recht beschrev<strong>en</strong>. In deze tr<strong>en</strong>d wordt uite<strong>en</strong>gezet hoe<br />

internationale instituties in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate invloed krijg<strong>en</strong> op Nederland. Deze tr<strong>en</strong>d maakt ook<br />

onderdeel uit van het <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur, maar is al bij het <strong>domein</strong> Recht<br />

beschrev<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast is de ontwikkeling van de informatietechnologie (e-overheid) wel e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>d binn<strong>en</strong> het<br />

<strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur, maar is het niet specifiek voor dit <strong>domein</strong>. De verandering<strong>en</strong> op<br />

het gebied van informatietechnologie word<strong>en</strong> daarom als metatr<strong>en</strong>d beschrev<strong>en</strong>.<br />

Op basis van interviews met experts, literatuur <strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g van led<strong>en</strong> van de klankbordgroep is<br />

gekom<strong>en</strong> tot onderstaande indeling van het <strong>domein</strong>.<br />

<strong>Politiek</strong>-ideologische ar<strong>en</strong>a<br />

• Ontzuiling <strong>en</strong> polarisatie van de politiek<br />

• Depolarisatie van de partijpolitiek<br />

• Herpolarisatie van de politiek <strong>en</strong> de opkomst van nieuwe politieke spelers<br />

• Omslag in het politiek-bestuurlijke klimaat: van keynesianisme naar neoliberalisme<br />

• Nationalisering <strong>en</strong> lokalisering van de geme<strong>en</strong>tepolitiek<br />

4


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

<strong>Politiek</strong> bedrijf<br />

• Verandering van de opbouw van het parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> van de achtergrond van parlem<strong>en</strong>tsled<strong>en</strong><br />

• Ontwikkeling van de grote politieke partij<strong>en</strong>: van massapartij naar catch-all-partij<br />

Monarchie<br />

Ge<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>ds aangetroff<strong>en</strong><br />

Op<strong>en</strong>baar bestuur<br />

• (Strev<strong>en</strong> naar) de hervorming van het Huis van Thorbecke<br />

• Hervorming van het stelsel voor loon- <strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong>belasting<br />

• Het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat: omvorming van het uitvoeringsapparaat tot e<strong>en</strong> publieke<br />

<strong>en</strong> maatschappelijk repres<strong>en</strong>tatieve di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>er<br />

Internationale verband<strong>en</strong><br />

• Opkomst <strong>en</strong> teloorgang van de constructie Nederland Gidsland<br />

• Staatkundige hervorming<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Koninkrijk der Nederland<strong>en</strong><br />

• Europeanisering van het op<strong>en</strong>baar bestuur<br />

• Internationalisering van het recht (beschrev<strong>en</strong> bij het <strong>domein</strong> Recht)<br />

Bedrijfslev<strong>en</strong><br />

• To<strong>en</strong>ame van de toepassing van het cons<strong>en</strong>susgericht overlegmodel bij beleidsvorming <strong>en</strong> –<br />

uitvoering<br />

Media<br />

• To<strong>en</strong>ame van het belang van de media voor <strong>en</strong> op de (beeldvorming over de) politiek<br />

Civil society<br />

• De ontvlechting van staat <strong>en</strong> civil society: poging<strong>en</strong> tot herstel van de autonomie van het<br />

maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld<br />

Burger<br />

• Het strev<strong>en</strong> naar vergroting van de invloed van de burger op politiek <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur<br />

5


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

6<br />

Tr<strong>en</strong>d 1 – Ontzuiling <strong>en</strong> polarisatie van de politiek<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Secularisatie<br />

- Individualisering<br />

Relatie met<br />

Tr<strong>en</strong>d: Afname partijpolitieke teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong><br />

Datering<br />

1967-1980<br />

Beschrijving<br />

In het begin van de twintigste eeuw vormde zich in Nederland e<strong>en</strong> verzuild politiek-maatschappelijk<br />

systeem, waarbij de sam<strong>en</strong>leving op basis van godsdi<strong>en</strong>st of sociale klasse was opgedeeld in<br />

groepering<strong>en</strong>, die onderling weinig contact<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> <strong>en</strong> intern e<strong>en</strong> hechte organisatie bezat<strong>en</strong>. Voor<br />

elk van de zuil<strong>en</strong> garandeerde deze organisatievorm id<strong>en</strong>titeitsbehoud, machtsbehoud <strong>en</strong> emancipatie.<br />

De burgers binn<strong>en</strong> de zuil<strong>en</strong> vertrouwd<strong>en</strong> op hun voormann<strong>en</strong>, die middels geheim <strong>en</strong> zakelijk<br />

topoverleg met de leiders van de andere zuil<strong>en</strong> de ev<strong>en</strong>redige verdeling van financiële, politieke <strong>en</strong><br />

maatschappelijke kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> regeld<strong>en</strong>. In het Interbellum kond<strong>en</strong> de grote belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> hun<br />

positie in maatschappij <strong>en</strong> politiek handhav<strong>en</strong> door de strakke organisatie van zuil<strong>en</strong>, maar na de<br />

Tweede Wereldoorlog werd dit gaandeweg moeilijker. Door voortgaande technologische ontwikkeling,<br />

groei van de welvaart, ontwikkeling van communicatie <strong>en</strong> verzorgingsstaat, groei<strong>en</strong>de mobiliteit,<br />

betere scholing <strong>en</strong> de opkomst van belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> werd de burger beter geïnformeerd, kritischer <strong>en</strong><br />

mondiger, <strong>en</strong> wilde daardoor graag invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de politiek. Dat was echter nauwelijks<br />

mogelijk binn<strong>en</strong> de verzuilde structur<strong>en</strong> vanwege het geslot<strong>en</strong> karakter van de deze organisatievorm.<br />

Daarom ontstond<strong>en</strong> er stroming<strong>en</strong> die democratisering eist<strong>en</strong>, binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het politieke bestel.<br />

De politieke elite was onzeker over de juiste omgang met de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van de burgers <strong>en</strong> reageerde<br />

nerveus of verbet<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte koz<strong>en</strong> de politieke leiders voor e<strong>en</strong> flexibele, pragmatische aanpak,<br />

waarmee toekomstige problem<strong>en</strong> ondervang<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Hierdoor werd het politieke landschap<br />

vanaf ongeveer 1965 omgewoeld, waarna er tot het eind van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig versplintering <strong>en</strong><br />

onrust blev<strong>en</strong> bestaan. Omstreeks 1980 consolideerd<strong>en</strong> de drie grote partij<strong>en</strong> hun ideologische<br />

posities: CDA in het c<strong>en</strong>trum, PvdA links daarvan, de VVD rechts. Sindsdi<strong>en</strong> bestond er e<strong>en</strong> grote<br />

politieke stabiliteit, zij het dat ge<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong> meer kon rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vast aandeel van de<br />

uitgebrachte stemm<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ook kleine partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot aantal stemmers kon trekk<strong>en</strong>. [Becker<br />

(red.), 1993: 109, 114; Aerts e.a., 1999: 314; Middelkoop, 1979: 37]<br />

Nadat verschill<strong>en</strong>de oppositiegroep<strong>en</strong> in de periode 1880-1917 hun strev<strong>en</strong> naar het recht op eig<strong>en</strong><br />

lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke organisaties <strong>en</strong> politieke invloed met succes hadd<strong>en</strong> bekroond, ontstond e<strong>en</strong><br />

pacificatiedemocratie die van circa 1920 tot omstreeks 1965 standhield. In dit verzuilde bestel vond<br />

overleg plaats binn<strong>en</strong> bijvoorbeeld de Sociaal-Economische Raad (SER, opgericht in 1950), waar het<br />

sociaal-economisch beleid werd bepaald. De geheimhouding maakte het mogelijk om in ideologisch<br />

belad<strong>en</strong> kwesties concessies te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Typer<strong>en</strong>d voor de verzuiling war<strong>en</strong> de regering<strong>en</strong><br />

waaraan meer partij<strong>en</strong> deelnam<strong>en</strong> dan noodzakelijk was voor e<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>taire meerderheid: het<br />

heers<strong>en</strong>de idee van brede sam<strong>en</strong>werking (de zog<strong>en</strong>aamde cons<strong>en</strong>suspolitiek) maakte de opname van<br />

extra partij<strong>en</strong> logisch <strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijk. [Becker (red.), 1996: 112, 220; Lijphart, 2007: 14; Becker (red.),<br />

1993: 101, 104, 108; Middelkoop, 1979: 12, 21; Aerts e.a., 1999: 275, 295]<br />

De verzuiling was niet totaal <strong>en</strong> absoluut. Zo was de protestantse zuil intern verdeeld (Nederlandshervormd<br />

teg<strong>en</strong>over gereformeerd, orthodox teg<strong>en</strong>over vrijzinnig) <strong>en</strong> war<strong>en</strong> de liberal<strong>en</strong> helemaal niet<br />

ver<strong>en</strong>igd binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zuil. Er was e<strong>en</strong> groep van 15 tot 20% van de kiezers die zich tot ge<strong>en</strong> van de<br />

zuil<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de. [Middelkoop, 1979: 24] Binn<strong>en</strong> de Partij van de Arbeid (PvdA) werd na de Tweede<br />

Wereldoorlog de zog<strong>en</strong>aamde doorbraak-gedachte gekoesterd: de vorming van één progressieve partij<br />

die de led<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de zuil<strong>en</strong> kon ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong>. Ook de oecum<strong>en</strong>ische <strong>en</strong> vrijzinnige<br />

Nederlands-hervormde Kerk steunde de doorbraakgedachte. [Aerts e.a, 1999: 285-286; Daalder e.a.,<br />

1989: 27; Daalder, 1995: 221] Tegelijkertijd verlor<strong>en</strong> traditionele opvatting<strong>en</strong> hun gezag: er werd<br />

meer nadruk gelegd op efficiëntie <strong>en</strong> deskundigheid, dan op confessionele dogma’s. Het onttrekk<strong>en</strong>


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

aan dogma’s manifesteerde zich ook in e<strong>en</strong> stijging van het aantal gedwong<strong>en</strong> huwelijk<strong>en</strong> (“moetjes”<br />

als gevolg van voorechtelijke seks), de kleiner word<strong>en</strong>de gezinn<strong>en</strong> (door bredere toepassing van<br />

anticonceptiva) <strong>en</strong> emancipatie van de vrouw (ge<strong>en</strong> automatisch ontslag bij huwelijk 1955,<br />

handelingsbekwaam 1956). Als gevolg van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>tertijd als brede onverschilligheid opgevatte<br />

houding van de jeugd t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van godsdi<strong>en</strong>st <strong>en</strong> politieke ideologie, daald<strong>en</strong> cathechisatie-,<br />

zondagsschool- <strong>en</strong> kerkbezoek. De deconfessionalisering werd e<strong>en</strong> belangrijk <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d elem<strong>en</strong>t<br />

van de ontzuiling. [Aerts e.a., 1999: 284-285, 287-288; Becker (red.), 1991: 125-126, 128;<br />

Middelkoop, 1979: 24]<br />

Omstreeks 1960 werd<strong>en</strong> de eerste manifestaties van het ontzuilingsproces zichtbaar. In 1959 werd de<br />

Boer<strong>en</strong>partij (BP) opgericht, als protestpartij teg<strong>en</strong> overheidsbemoei<strong>en</strong>is. Dankzij de ev<strong>en</strong>redige<br />

verteg<strong>en</strong>woordiging zonder kiesdrempel had de BP snel succes: in 1963 debuteerde zij met drie zetels<br />

in de Tweede kamer, in 1966 kwam<strong>en</strong> daar nog vier bij. De oude politieke elite maakte intuss<strong>en</strong> plaats<br />

voor nieuwkomers. Oud-premier W. Drees (PvdA) vertrok in 1958, gevolgd door C. Romme (voorman<br />

der Katholieke Volkspartij, KVP) in 1961. De nieuwe g<strong>en</strong>eratie liet bewust de autocratische stijl var<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> was onzeker in haar houding t<strong>en</strong> opzichte van e<strong>en</strong> kritischer kiezerspubliek. Door e<strong>en</strong> ambival<strong>en</strong>te<br />

houding jeg<strong>en</strong>s maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong>, bood de nieuwe politieke elite de jonger<strong>en</strong> ruimte<br />

om participatiedemocratie te eis<strong>en</strong>. De jonger<strong>en</strong> war<strong>en</strong> hiertoe gekom<strong>en</strong> door meer, hoger <strong>en</strong> langer<br />

onderwijs, <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> deel gedrev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> marxistisch <strong>en</strong> anarchistisch geïnspireerd<br />

strev<strong>en</strong> naar gelijkstelling op elk terrein, e<strong>en</strong> inspiratiebron die door e<strong>en</strong> periode van dooi in de Koude<br />

Oorlog mogelijk was geword<strong>en</strong>. De ontkerkelijking zette fors door, het eerst <strong>en</strong> sterkst onder<br />

katholiek<strong>en</strong>, maar daarna ook onder protestant<strong>en</strong>. Deze ontwikkeling<strong>en</strong> manifesteerd<strong>en</strong> zich in<br />

aanzwell<strong>en</strong>de protest<strong>en</strong> door met name jonger<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de oude verband<strong>en</strong>, het beslot<strong>en</strong> karakter van<br />

politiek <strong>en</strong> bestuur, de onaantastbaarheid van gezag, de onev<strong>en</strong>redige verdeling van macht <strong>en</strong> de<br />

opgelegde beperking<strong>en</strong> in het sociaal, maatschappelijk, economisch <strong>en</strong> politiek verkeer. [website<br />

leidschrift; Aerts e.a., 1999: 291, 294, 296-298; Daalder, 1995: 228; Middelkoop, 1979: 49-50;<br />

Lijphart, 2007: 204]<br />

Door het verval van verzuilingsonderdel<strong>en</strong> versplinterde de sam<strong>en</strong>leving in verschill<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong>. In<br />

de politiek ontstond<strong>en</strong> hierdoor conservatieve <strong>en</strong> progressieve stroming<strong>en</strong>, wat resulteerde in<br />

afsplitsing van bestaande <strong>en</strong> de vorming van nieuwe partij<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de PvdA ontstond in 1965 Nieuw<br />

Links, e<strong>en</strong> progressieve stroming die de partij wilde democratiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> omvorm<strong>en</strong> tot transparante<br />

actiepartij. [Lijphart, 2007: 205; Daalder, 1995: 228; Aerts e.a., 1999: 305] In 1966 werd<br />

Democrat<strong>en</strong> ’66 (D’66) opgericht. Deze neutraal-liberale partij wilde e<strong>en</strong> zakelijke <strong>en</strong> functionele<br />

democratisering naar Amerikaans model: district<strong>en</strong>stelsel, vorming van e<strong>en</strong> progressief <strong>en</strong><br />

conservatief blok <strong>en</strong> rechtstreekse verkiezing van de premier. Na de Nacht van Schmelzer (13-14 juni<br />

1966), waarin KVP-fractievoorzitter N. Schmelzer het eig<strong>en</strong>, zonder verkiezing<strong>en</strong> geformeerde KVP-<br />

PvdA-kabinet t<strong>en</strong> val bracht, kwam D’66 in 1967 met zev<strong>en</strong> zetels in de Tweede kamer <strong>en</strong> won er in<br />

1971 nog vier bij. [Becker (red.), 1996: 223-224; Middelkoop, 1979: 25; Aerts e.a., 1999: 304, 306-<br />

308; Righart, 2004: 132-133] Radikale KVP-ers scheidd<strong>en</strong> zich in 1968 af <strong>en</strong> vormd<strong>en</strong> de <strong>Politiek</strong>e<br />

Partij Radikal<strong>en</strong> (PPR), die in 1970 werd versterkt met ontevred<strong>en</strong> led<strong>en</strong> van de Anti-Revolutionaire<br />

Partij (ARP, Gereformeerd). De progressieve PPR behield haar confessionele grondslag<strong>en</strong>, maar wilde<br />

deze niet van bov<strong>en</strong>af opgelegd zi<strong>en</strong>. De partij streefde naar e<strong>en</strong> progressief front sam<strong>en</strong> met D’66 <strong>en</strong><br />

de door Nieuw Links gedomineerde PvdA. [Becker (red.), 1996: 224; Aerts e.a., 1999: 306; Lagerwey<br />

e.a. 1997: 125-126] Na de radicalisering binn<strong>en</strong> de PvdA scheidd<strong>en</strong> de behoud<strong>en</strong>de socialist<strong>en</strong> zich in<br />

1970 af als Democratisch Socialist<strong>en</strong> ’70 (DS’70). Bij de verkiezing<strong>en</strong> van 1971 verkreg<strong>en</strong> zij acht<br />

zetels <strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> zij zitting in het kabinet. [Lagerwey e.a., 1997: 125-126] KVP-ers die de koers van<br />

hun partij te links <strong>en</strong> onzedelijk achtt<strong>en</strong>, richtt<strong>en</strong> in 1972 de Rooms Katholieke Partij Nederland<br />

(RKPN) op. [Lijphart, 2007: 205; Daalder, 1995: 228]<br />

Nu de confessionele partij<strong>en</strong> verbrokkeld<strong>en</strong>, ontstond e<strong>en</strong> strijd tuss<strong>en</strong> de liberale VVD <strong>en</strong> de<br />

socialistische PvdA om de confessionele kiezers. De PvdA blies de oude w<strong>en</strong>s om confessionele<br />

arbeiders voor zich te winn<strong>en</strong> nieuw lev<strong>en</strong> in. De partij nam in 1969 e<strong>en</strong> anti-KVP-resolutie aan,<br />

waarin sam<strong>en</strong>werking met deze partij aan harde voorwaard<strong>en</strong> (nieuwe leiding <strong>en</strong> vooraf uitspraak over<br />

regeringsdeelname met PvdA) werd gebond<strong>en</strong>. Tegelijkertijd werd e<strong>en</strong> progressief front gevormd met<br />

D’66 <strong>en</strong> de PPR. Doel was om de kiezers heldere politiek te bied<strong>en</strong>: duidelijke keuzes, bij voorbaat<br />

bek<strong>en</strong>d mak<strong>en</strong> wat de plann<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> welke coalities de voorkeur hebb<strong>en</strong>. Zo werd<strong>en</strong> in 1971 <strong>en</strong> 1972<br />

schaduwkabinett<strong>en</strong> gevormd, als zichtbaar alternatief voor de ondoorzichtige compromis-<br />

7


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

kabinetsformaties. Vanwege de versplintering <strong>en</strong> het verlies bij de confessionele partij<strong>en</strong>, kon de PvdA<br />

in 1973 het progressieve kabinet-D<strong>en</strong> Uyl vorm<strong>en</strong>. [interview De Rooy; Becker (red.), 1991: 177;<br />

Middelkoop, 1979: 12; Daalder, 1995: 230; Daalder e.a., 1989: 27; Lijphart, 2007: 13; Becker (red.),<br />

1996: 224-225; Aerts e.a., 1999: 305, 309]<br />

De compromisloze, polariser<strong>en</strong>de koers van de PvdA maakte het former<strong>en</strong> van kabinett<strong>en</strong> uiterst<br />

moeizaam. Het partijprogramma “Keerpunt” werd onaantastbaar <strong>en</strong> ononderhandelbaar verklaard, <strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>d progressieve kabinetssam<strong>en</strong>stelling was aanvaardbaar. Deze koers volgde de<br />

PvdA gedur<strong>en</strong>de de gehele jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig. [Lijphart, 2997: 13, 18, 210-216; Becker (red.), 1996:<br />

225; Aerts e.a., 1999: 305, 312] Gevolg was dat de KVP vanuit het politieke midd<strong>en</strong> naar de<br />

conservatieve hoek gedrukt werd. Na jar<strong>en</strong> van stemm<strong>en</strong>verlies (de KVP had van de 50 zetels uit 1963<br />

er in 1973 nog 27 over) stabiliseerd<strong>en</strong> de confessionele partij<strong>en</strong> hun zeteltal. Nu het behoud<strong>en</strong> van<br />

politieke macht begon te prevaler<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de religieuze contrast<strong>en</strong>, ontstond ruimte voor<br />

sam<strong>en</strong>werking op e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong>-confessionele basis. In 1975 kwam<strong>en</strong> KVP, CHU <strong>en</strong> ARP tot e<strong>en</strong><br />

federatie met de bijbel als geme<strong>en</strong>schappelijk uitgangspunt. In 1977 ging<strong>en</strong> zij bij de verkiezing<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

lijstverbinding aan <strong>en</strong> in 1980 versmolt<strong>en</strong> zij tot Christ<strong>en</strong> Democratisch Appèl (CDA). [Becker (red.),<br />

1991: 129, 132; Lijphart, 2007: 22; Becker, 1996: 226; Daalder, 1995: 231; Aerts e.a., 1999: 315]<br />

Tegelijk met de vorming van het CDA <strong>en</strong> de progressief-polariser<strong>en</strong>de koers van de PvdA, vond de<br />

groei plaats van de liberale Volkspartij voor Vrijheid <strong>en</strong> Democratie (VVD). To<strong>en</strong> de economie zich<br />

jar<strong>en</strong>lang onstuimig ontwikkelde <strong>en</strong> de welvaart groeide, was de boodschap van de VVD (minder<br />

overheidsbemoei<strong>en</strong>is, bezuinig<strong>en</strong>) weinig urg<strong>en</strong>t. To<strong>en</strong> de economie in e<strong>en</strong> recessie raakte na de<br />

oliecrisis van 1973 <strong>en</strong> de uitdij<strong>en</strong>de verzorgingsstaat e<strong>en</strong> steeds grotere financiële last werd, groeide<br />

de achterban van de VVD, ook door het populistisch optred<strong>en</strong> van voorman H. Wiegel. Bij de<br />

verkiezing<strong>en</strong> van 1977 groeide de partij van 22 naar 28 zetels. De combinatie KVP-ARP-CHU won één<br />

zetel (het einde van jar<strong>en</strong>lang verlies), de PvdA won er ti<strong>en</strong> (van 43 naar 53) t<strong>en</strong> koste van de kleine<br />

linkse partij<strong>en</strong>. De formatie van e<strong>en</strong> PvdA-D’66-CDA-kabinet mislukte door de compromisloosprogressieve<br />

opstelling van de PvdA <strong>en</strong> de onwil bij het CDA. De vorming van e<strong>en</strong> CDA-VVD-kabinet<br />

onder A. van Agt verliep vervolg<strong>en</strong>s vlot <strong>en</strong> soepel. [Becker (red.), 1991: 132-133; Becker (red.),<br />

1996: 226; Aerts e.a., 1999: 315-316] Deze combinatie leed in 1981 licht verlies <strong>en</strong> verloor zijn<br />

meerderheid. De to<strong>en</strong> gevormde regering van CDA-D’66-PvdA viel spoedig uit elkaar, waarna in 1982<br />

e<strong>en</strong> CDA-VVD-kabinet gevormd werd. (Daalder, 1995: 233]<br />

Vanaf ongeveer 1980 trad er e<strong>en</strong> stabilisering op in de politiek. De kleine partij<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> op in grotere<br />

verband<strong>en</strong> (zie de vorming van het CDA) of verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> (bijna) helemaal van het toneel. De<br />

verschrompelde kleine linkse partij<strong>en</strong> vormd<strong>en</strong> in 1989 Gro<strong>en</strong>Links. [Daalder, 1995: 234] De PvdA<br />

verliet zijn polariser<strong>en</strong>de koers <strong>en</strong> zocht naar acceptatie door de twee andere grote partij<strong>en</strong> CDA <strong>en</strong><br />

VVD. Deze laatst<strong>en</strong> groeid<strong>en</strong> naar elkaar toe; in 1982 <strong>en</strong> 1986 wez<strong>en</strong> zij elkaar al vóór de verkiezing<strong>en</strong><br />

aan als gew<strong>en</strong>ste regeringspartner. Het CDA ontwikkelde zich tot e<strong>en</strong> brede midd<strong>en</strong>partij, die relatief<br />

gemakkelijk met zowel PvdA als VVD kon reger<strong>en</strong>. Vanaf het midd<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> tachtig trok het CDA<br />

ook steeds meer niet-godsdi<strong>en</strong>stige kiezers to<strong>en</strong> CDA-premier R. Lubbers het CDA meer politiek dan<br />

religieus profileerde. Opvall<strong>en</strong>d was de aan de Verzuiling herinner<strong>en</strong>de werkwijze van de kabinett<strong>en</strong>-<br />

Lubbers (1982-1994): belangrijke twistpunt<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> van hun politieke lading ontdaan <strong>en</strong> in<br />

technocratische term<strong>en</strong> gevat. Voor beleidskwesties werd weinig verantwoording afgelegd <strong>en</strong><br />

vreedzaam onderling overleg tuss<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> versoepelde de besluitvorming. De linksrechts<br />

verhouding<strong>en</strong> betoond<strong>en</strong> zich redelijk stabiel: verandering<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> deze blokk<strong>en</strong><br />

plaats. Ge<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong> kon echter meer zeker zijn van e<strong>en</strong> vast aandeel van de stemm<strong>en</strong>.<br />

[interview De Rooy; Middelkoop, 1979: 12, 14, 88-89, 151; Aerts e.a., 1999: 315, 320-321; Becker<br />

(red.), 1991:133; Daalder, 1995: 235; Thomass<strong>en</strong>: 23, 34]<br />

Actor<strong>en</strong>:<br />

- Agt, A.A.M. van<br />

- Anti-Revolutionaire Partij (ARP)<br />

- Boer<strong>en</strong>partij (BP)<br />

- Christ<strong>en</strong> Democratisch Appèl (CDA)<br />

- Christ<strong>en</strong> Historische Unie (CHU)<br />

- Democrat<strong>en</strong> ’66 (D’66)<br />

8


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- Democratisch Socialist<strong>en</strong> ’70 (DS’70)<br />

- Drees, W.<br />

- Gro<strong>en</strong> Links (GL)<br />

- Katholieke Volkspartij (KVP)<br />

- Lubbers, R.F.M.<br />

- Mierlo, H.A.F.M.O. van<br />

- Nederlands Hervormde Kerk<br />

- Nederlandse Midd<strong>en</strong>standspartij (NMP)<br />

- Nieuw Links<br />

- Partij van de Arbeid (PvdA)<br />

- <strong>Politiek</strong>e Partij Radikal<strong>en</strong> (PPR)<br />

- Romme, C.P.M.<br />

- Rooms Katholieke Partij Nederland (RKPN)<br />

- Schmelzer, W.K.N.<br />

- Universiteit<strong>en</strong><br />

- Wiegel, H.<br />

Bronn<strong>en</strong>:<br />

- R. Aerts, H. de Liagre Böhl, P. de Rooy, H. te Velde, Land van kleine gebar<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> politieke<br />

geschied<strong>en</strong>is van Nederland 1780-1990. Nijmeg<strong>en</strong>, Amsterdam 1999)<br />

- U. Becker (red.), Maatschappij, macht, Nederlandse politiek (Amsterdam 1991).<br />

- U. Becker (red.), Nederlandse politiek in historisch <strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>d perspectief (Amsterdam<br />

1993)<br />

- U. Becker (red.), Maatschappij, macht, Nederlandse politiek (Amsterdam 1996).<br />

- H. Daalder, G.A. Irwin (red.), Politics in the Netherlands. How much change? (Lond<strong>en</strong> 1989)<br />

- H. Daalder, Van oude <strong>en</strong> nieuwe reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. <strong>Politiek</strong> in Nederland. (Amsterdam 1995)<br />

- J.W. van Deth, J.C.P.M. Vis, Reger<strong>en</strong> in Nederland: het politieke <strong>en</strong> bestuurlijke bestel in<br />

vergelijk<strong>en</strong>d perspectief (Ass<strong>en</strong> 2006).<br />

- R. Klooster, Het vrijzinnig protestantisme in Nederland (Kamp<strong>en</strong> 2006).<br />

- E. Lagerwey, J. Hemels, B. van Ruler, Op zoek naar faamwaarde (Hout<strong>en</strong> 1997).<br />

- Lijphart, Verzuiling, pacificatie <strong>en</strong> k<strong>en</strong>tering in de Nederlandse politiek (Amsterdam 2007).<br />

- C.P. Middelkoop, Ontzuiling, politisering <strong>en</strong> restauratie in Nederland. De jar<strong>en</strong> 60 <strong>en</strong> 70.<br />

(Meppel, Amsterdam 1979).<br />

- D. Pels, H. te Velde (red.), <strong>Politiek</strong>e stijl: over pres<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> optred<strong>en</strong> in de politiek<br />

(Amsterdam 2000).<br />

- H. Righart, De wereldwijde jar<strong>en</strong> zestig. Groot-Brittannië, Nederland, Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>.<br />

(Utrecht 2004)<br />

- http://leidschrift.nl/nl/archief/73-nieuw-zicht-op-de-zuil<strong>en</strong>/ontzuiling-in-de-nederlandsepolitiek<br />

(geraadpleegd 14 februari 2011)<br />

- J. Thomass<strong>en</strong>, <strong>Politiek</strong>e verandering<strong>en</strong> in Nederland, op:<br />

http://doc.utw<strong>en</strong>te.nl/4325/1/<strong>Politiek</strong>e_verandering<strong>en</strong>_5.pdf (geraadpleegd 18 februari 2011)<br />

- Interview P. de Rooy (25 januari 2011)<br />

- Interview R. Koole (17 januari 2011)<br />

9


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 2 – Depolarisatie van de partijpolitiek 1980-2001<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Verzakelijking<br />

- Medialisering<br />

- Secularisatie<br />

Relatie met<br />

- Tr<strong>en</strong>d: ontzuiling van de politiek<br />

- Tr<strong>en</strong>d: opkomst van het antipolitiek s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de opmars van het populisme<br />

- Tr<strong>en</strong>d: opbouw <strong>en</strong> sanering van de verzorgingsstaat<br />

Datering<br />

1980-2001<br />

Beschrijving<br />

Vanaf 1967 was het politieke landschap sterk gepolariseerd. De Partij van de Arbeid (PvdA) voer e<strong>en</strong><br />

linksere koers, die gericht was op het implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van progressief beleid. Hierdoor werd<strong>en</strong> de<br />

confessionele partij<strong>en</strong> (Katholieke Volkspartij KVP, Anti-Revolutionaire Partij ARP <strong>en</strong> Christelijk<br />

Historische Unie CHU) uit het politieke midd<strong>en</strong> naar rechts geduwd. In de tweede helft van de jar<strong>en</strong><br />

zev<strong>en</strong>tig groeide de zich al aan de rechterzijde bevind<strong>en</strong>de Volkspartij voor Vrijheid <strong>en</strong> Democratie<br />

(VVD). Er ontstond e<strong>en</strong> goede verstandhouding tuss<strong>en</strong> de VVD <strong>en</strong> het in 1980 uit e<strong>en</strong> fusie van de<br />

confessionele partij<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> Christ<strong>en</strong> Democratisch Appèl (CDA). Gezam<strong>en</strong>lijk voerd<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong><br />

polariser<strong>en</strong>de strijd met de PvdA. In het c<strong>en</strong>trum blev<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> Democrat<strong>en</strong> ’66 (D66) <strong>en</strong>, tot de<br />

opheffing in 1983, Democratisch Socialist<strong>en</strong> ’70 (DS’70) over. [Thomass<strong>en</strong> e.a., 2000: 168-169]<br />

Na e<strong>en</strong> mislukt kabinet Van Agt II van CDA, PvdA <strong>en</strong> D66, trad in 1982 R. Lubbers (CDA) aan als<br />

premier. Al vóór de verkiezing<strong>en</strong> had het CDA aangegev<strong>en</strong> bij voorkeur met de VVD te will<strong>en</strong> reger<strong>en</strong>.<br />

Na de stabilisatie van het zetelaantal voor het CDA <strong>en</strong> de winst van ti<strong>en</strong> zetels door de door H. Wiegel<br />

geleide VVD, formeerde Lubbers e<strong>en</strong> kabinet van CDA <strong>en</strong> VVD. Premier Lubbers pakte de<br />

economische crisis daadkrachtig aan. Na het fal<strong>en</strong> van het economisch beleid van de kabinett<strong>en</strong> Van<br />

Agt I <strong>en</strong> II (1977-1982), stelde hij e<strong>en</strong> zeer gedetailleerd <strong>en</strong> str<strong>en</strong>g regeerakkoord op met 33 miljard<br />

guld<strong>en</strong> aan bezuiniging<strong>en</strong>. [M<strong>en</strong>tze, 1995: 74; Daalder, 1995: 95-96; Bosmans, 1995: 130-131]<br />

Lubbers besloot de crisis te bestrijd<strong>en</strong> door verzelfstandiging van overheidstak<strong>en</strong>, beperking van de<br />

overheidsuitgav<strong>en</strong>, last<strong>en</strong>verlichting <strong>en</strong> door het marktd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal te stell<strong>en</strong>. Hij voer kortom e<strong>en</strong><br />

scherpe neo-liberale koers. Polarisatie beschouwde Lubbers als e<strong>en</strong> hinderpaal voor zijn beleid:<br />

iedere<strong>en</strong> zou zich voor dit geme<strong>en</strong>schappelijke doel moet<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong>. Vakbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondernemers<br />

moest<strong>en</strong> door overleg loonstijging<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong>. Lubbers profileerde zich, overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>d met zijn<br />

karakter van “Einzelgänger”, niet als partijman, maar als leider die het landsbelang stelde bov<strong>en</strong><br />

politieke bekommerniss<strong>en</strong>. Zijn aanpak leek op het reg<strong>en</strong>teske optred<strong>en</strong> door eerdere premiers uit de<br />

periode van verzuiling: problem<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> van hun politieke lading ontdaan <strong>en</strong> als technocratische<br />

kwestie b<strong>en</strong>aderd, <strong>en</strong> verantwoording werd maar mondjesmaat afgelegd. Lubbers bewerkte e<strong>en</strong><br />

oplossing van kwesties (werkgeleg<strong>en</strong>heid, euthanasie, gelijke behandeling, kruisrakett<strong>en</strong>) bij voorkeur<br />

door informeel maar dwing<strong>en</strong>d vooroverleg in wandelgang<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergadering<strong>en</strong> in klein comité. [Becker<br />

e.a., 1998: 134; Lunshof, 2004: 143-144, 158; Daalder, 1995: 98-99; Lucardie, 2002: 67]<br />

In de verkiezingscampagne van 1986 stelde het CDA het leiderschap van e<strong>en</strong> vitale, jonge,<br />

dynamische Lubbers teg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong> oude, vermoeide <strong>en</strong> verslet<strong>en</strong> PvdA-leider J. d<strong>en</strong> Uyl. Lubbers zelf<br />

profileerde zich graag als premier, zakelijk <strong>en</strong> betrouwbaar, bov<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong>. Nadrukkelijk toonde hij<br />

zich niet als partijpoliticus of als katholiek. Bij de verkiezing<strong>en</strong> werd Lubbers beloond voor zijn werk:<br />

het CDA groeide van 45 naar 54 zetels. Opvall<strong>en</strong>d was dat Lubbers veel jonger<strong>en</strong> had getrokk<strong>en</strong>,<br />

ev<strong>en</strong>als VVD-kiezers <strong>en</strong> niet-religieuze stemmers. Dit resultaat werd toegeschrev<strong>en</strong> aan het Lubberseffect:<br />

de aantrekkingskracht van de persoon Lubbers. Coalitieg<strong>en</strong>oot VVD verloor, met E. Nijpels als<br />

opvolger van de populaire Wiegel, neg<strong>en</strong> zetels. De coalitie bleef op 81 zetels staan <strong>en</strong> kon beginn<strong>en</strong><br />

aan e<strong>en</strong> tweede termijn. Ook bij deze verkiezing<strong>en</strong> had het CDA al vooraf haar voorkeur uitgesprok<strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> continuering van de coalitie met de, nu door J. Voorhoeve geleide, VVD. Deze coalitie zette<br />

10


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

het beleid van de Lubbers I voort. [Lucardie, 2002: 81; Metze, 1995: 55, 59, 61-63; Lunshof, 2004:<br />

149; website dnpp.eldoc]<br />

Het kabinet Lubbers II leed echter onder de scheve verhouding tuss<strong>en</strong> het veel grotere <strong>en</strong> sterkere<br />

CDA <strong>en</strong> haar coalitiepartner VVD. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> deed zich e<strong>en</strong> reeks incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor, waarbij de premier<br />

pragmatisch <strong>en</strong> apolitiek optrad <strong>en</strong> zich vaak niet inzette voor bewindsperson<strong>en</strong>. Op de ruzies in het<br />

kabinet had hij steeds minder greep. Uiteindelijk viel het kabinet in 1989 over het milieubeleidsplan,<br />

door toedo<strong>en</strong> van de VVD. [M<strong>en</strong>tze, 1995: 75-76, 97-98, 108; Lunshof, 2004: 150-151; Lucardie,<br />

2002: 67] Bij de verkiezing<strong>en</strong> van 1989 handhaafde het CDA zich dankzij het Lubbers-effect op 54<br />

zetels, terwijl de VVD verder daalde tot 22 zetels, e<strong>en</strong> verlies van vijf zetels. Lubbers wilde graag<br />

verder met de VVD, maar hij vond deze partij op dat mom<strong>en</strong>t te instabiel. Vervolg<strong>en</strong>s w<strong>en</strong>dde hij zich<br />

pragmatisch tot de PvdA. [M<strong>en</strong>tze, 1995: 66; Lunshof, 2004, 143-144, 151; Lucardie, 2002: 67;<br />

Bosmans, 1995: 131-137]<br />

De Partij van de Arbeid had sinds 1977 e<strong>en</strong> sterke beweging naar het politieke c<strong>en</strong>trum gemaakt. Na<br />

e<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nium van onwrikbare progressieve politiek, versoepelde de PvdA in 1977 haar standpunt<strong>en</strong>:<br />

e<strong>en</strong> regeringsprogramma werd deels onderhandelbaar gemaakt <strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>d progressieve<br />

kabinetssam<strong>en</strong>stelling was niet langer onaantastbaar. [Daalder, 1995: 93] To<strong>en</strong> W. Kok in 1986 D<strong>en</strong><br />

Uyl als partijleider opvolgde, ging het roer echt om. Kok nam e<strong>en</strong> flinkere houding aan (“Nieuw<br />

Flinks”) teg<strong>en</strong>over actie- <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>, die e<strong>en</strong> grote invloed hadd<strong>en</strong> op de PvdA. Ook<br />

beschouwde de partij de overheid niet langer als instrum<strong>en</strong>t om de maatschappij mee te verbeter<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> wilde ze met bedrijv<strong>en</strong> onderhandel<strong>en</strong> over stur<strong>en</strong>de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> in plaats van deze op te<br />

legg<strong>en</strong>. De klasseloze sam<strong>en</strong>leving werd niet langer het doel van de politiek. In plaats van op de<br />

traditionele achterban van arbeiders, ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkloz<strong>en</strong>, richtte de PvdA zich nu op individuele<br />

burgers, e<strong>en</strong> liberaal standpunt. Kortom: Kok wilde met de PvdA het kapitalisme niet langer<br />

afschaff<strong>en</strong>, maar beter organiser<strong>en</strong>; deze lijn heette wel de Derde Weg. [Lucardie, 2002: 75-76;<br />

M<strong>en</strong>tze, 1995: 67]<br />

In 1989 vormde Lubbers e<strong>en</strong> kabinet van CDA <strong>en</strong> PvdA, maar de sam<strong>en</strong>werking verliep moeizaam. Het<br />

CDA k<strong>en</strong>de interne problem<strong>en</strong> door de afnem<strong>en</strong>de greep van Lubbers op de partij <strong>en</strong> de persoonlijke<br />

verhouding tuss<strong>en</strong> Kok <strong>en</strong> Lubbers leed onder voorzichtigheid <strong>en</strong> wantrouw<strong>en</strong>. De achterban van het<br />

CDA behield intuss<strong>en</strong> haar voorkeur voor e<strong>en</strong> coalitie met de VVD, terwijl de kiezers van de PvdA de<br />

beperking van de WAO door PvdA-minister van Financiën Kok afwez<strong>en</strong>. Terwijl Lubbers brugg<strong>en</strong> sloeg<br />

naar de PvdA, wilde zijn beoogd opvolger E. Brinkman e<strong>en</strong> strakker, duidelijker <strong>en</strong> minder verzo<strong>en</strong><strong>en</strong>d<br />

beleid voer<strong>en</strong>. Deze teg<strong>en</strong>stelling leidde ertoe dat Lubbers zijn steun aan Brinkman introk. Gevolg van<br />

al het voorgaande was e<strong>en</strong> spectaculair verlies voor het CDA bij de verkiezing<strong>en</strong> in 1994: de partij<br />

verloor 20 van haar 54 zetels. Ook de PvdA boette voor haar regeringsdeelname (van 49 naar 37<br />

zetels), maar werd wel de grootste partij. [M<strong>en</strong>tze, 1995: 104; Bosmans, 1995: 150-160; Lunshof,<br />

2004: 153-154, 156, 223; Lucardie, 2002: 68]<br />

De ontideologisering van de grote partij<strong>en</strong> werd duidelijk bij de verkiezing<strong>en</strong> van 1994. Het CDA<br />

verloor 20 van de 54 zetels. Het was vooral aan D66 onder leiding van Van Mierlo te dank<strong>en</strong> dat er<br />

e<strong>en</strong> kabinet zonder het CDA tot stand kon kom<strong>en</strong>. PvdA <strong>en</strong> VVD war<strong>en</strong> beide steeds meer naar het<br />

politieke c<strong>en</strong>trum getrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> D66 vormde de ideale brug tuss<strong>en</strong> de twee ideologische teg<strong>en</strong>voeters.<br />

Van Mierlo overtuigde PvdA <strong>en</strong> VVD ervan dat e<strong>en</strong> Paars kabinet mogelijk was, <strong>en</strong> verwachtte nu<br />

eindelijk staatshervorming<strong>en</strong> door te kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>. Het was Lubbers’ herpolariser<strong>en</strong>d werk geweest<br />

dat in de jar<strong>en</strong> tachtig de basis had gelegd voor e<strong>en</strong> kabinet zonder het CDA. Van e<strong>en</strong> krachtige<br />

oppositie was t<strong>en</strong> tijde van de Paarse kabinett<strong>en</strong> nauwelijks sprake. [Lunshof, 2004: 160; Lucardie,<br />

2002: 86-87; Bosmans, 1995: 161-164] Het Paarse kabinet van PvdA, D66 <strong>en</strong> VVD zette het beleid<br />

van de kabinett<strong>en</strong> van Lubbers voort: vergroting van de werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> vermindering van de<br />

staatsschuld. Kok, de nieuwe premier, deed dit op vergelijkbare manier als Lubbers: zakelijk, niet<br />

ideologisch bevlog<strong>en</strong>, meer voorzitter dan leider, op afstand bijstur<strong>en</strong>d, gerespecteerd maar niet<br />

geliefd. [Lunshof, 2004: 210; Bosmans, 1995: 165-168] Bij de verkiezing<strong>en</strong> van 1998, onder e<strong>en</strong><br />

gunstig economisch gesternte, won de PvdA acht zetels <strong>en</strong> groeide de VVD (door het oppositie-voer<strong>en</strong>vanuit-het-kabinet<br />

door F. Bolkestein), maar verloor D66 fors. [Lucardie, 2002: 78; Lunshof, 2004:<br />

184-203, 235] Desondanks kwam er e<strong>en</strong> tweede Paars kabinet, dat het beleid voortzette. De lichte<br />

economische teruggang, de groei van wachtlijst<strong>en</strong> in de zorg, het lerar<strong>en</strong>tekort <strong>en</strong> het gevoel van<br />

onveiligheid riep ontevred<strong>en</strong>heid op onder de kiezers. Het onbehag<strong>en</strong> werd scherper door de<br />

11


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

aanslag<strong>en</strong> van 11 september 2001 <strong>en</strong> hun uitwerking op de perceptie van de multiculturele<br />

sam<strong>en</strong>leving. In dit klimaat kon de zich als politieke buit<strong>en</strong>staander profiler<strong>en</strong>de, rechtse populist W.<br />

Fortuyn snel e<strong>en</strong> grote aanhang verwerv<strong>en</strong>. Het tweede Paarse kabinet ging in 2002 roemloos t<strong>en</strong><br />

onder. De PvdA, waar Kok het stokje had overgedrag<strong>en</strong> aan A. Melkert, verloor 22 zetels. D66 verloor<br />

7 van haar 14 zetels. Alle<strong>en</strong> de VVD boekte winst. [Lucardie, 2002: 78, 86-87; Lunshof, 2004: 187]<br />

Het CDA had zich tijd<strong>en</strong>s de Paarse kabinett<strong>en</strong> beraad over haar ideologie. De partij koos voor sociaal<br />

conservatisme teg<strong>en</strong>over het liberalisme van de VVD <strong>en</strong> de sociaal-democratie van de PvdA. Dat<br />

betek<strong>en</strong>de bescherming van kleine geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (gezin, buurt, ver<strong>en</strong>iging) teg<strong>en</strong>over het<br />

individualisme van de VVD, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> str<strong>en</strong>gere naleving van de wet teg<strong>en</strong>over het gedoogbeleid van de<br />

PvdA. Hiermee werd gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> duidelijke profilering als midd<strong>en</strong>partij. Bij gebrek aan<br />

beziel<strong>en</strong>de leiders kwam deze boodschap niet over bij de kiezers. [Lucardie, 2002: 68-69; Thomass<strong>en</strong><br />

e.a., 2000: 169]<br />

De politieke herpolarisatie, die ingezet was door premier Lubbers in 1982 <strong>en</strong> die in 1986 werd<br />

verruimd door PvdA-leider <strong>en</strong> later premier Kok, zorgde voor e<strong>en</strong> naar elkaar toe kruip<strong>en</strong> van de grote<br />

partij<strong>en</strong> CDA, PvdA ,VVD. Hierdoor werd e<strong>en</strong> Paarse coalitie mogelijk, waarbij politiek links <strong>en</strong> rechts in<br />

één kabinet ver<strong>en</strong>igd war<strong>en</strong>. Deze uitbreiding van het politieke c<strong>en</strong>trum riep zowel ter linker- als ter<br />

rechterzijde e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>reactie uit. De kleine linkse partij<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>igd<strong>en</strong> zich in 1989 tot Gro<strong>en</strong>Links, <strong>en</strong><br />

de marginale Socialistische Partij groeide gestaag door tot e<strong>en</strong> middelgrote partij aan het eind van de<br />

jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig. Aan de rechterzijde ontstond ruimte die aanvankelijk werd ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door VVD-leider<br />

Bolkestein, maar na di<strong>en</strong>s vertrek e<strong>en</strong> podium bood aan rechts-populistische partij<strong>en</strong> als Leefbaar<br />

Nederland <strong>en</strong> de Lijst Pim Fortuyn. [Lucardie, 2002: 87-91]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- A.A.M. van Agt<br />

- Anti-Revolutionaire Partij (ARP)<br />

- F. Bolkestein<br />

- Christ<strong>en</strong> Democratisch Appèl (CDA)<br />

- Christ<strong>en</strong> Historische Unie (CHU)<br />

- Democrat<strong>en</strong> ’66 (D’66)<br />

- Democratisch Socialist<strong>en</strong> ’70 (DS’70)<br />

- Gro<strong>en</strong>Links (GL)<br />

- Katholieke Volkspartij (KVP)<br />

- W. Kok<br />

- R.F.M. Lubbers<br />

- Lijst Pim Fortuyn (LPF)<br />

- H.A.F.M.O. van Mierlo<br />

- E.H.T.M. Nijpels<br />

- Paarse kabinett<strong>en</strong> (PvdA-VVD-D66)<br />

- Partij van de Arbeid (PvdA)<br />

- Socialistische Partij (SP)<br />

- Volkspartij voor Vrijheid <strong>en</strong> Democratie (VVD)<br />

- J.J.C. Voorhoeve<br />

- H. Wiegel<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur<br />

- U. Becker e.a., Maatschappij, macht, Nederlandse politiek: e<strong>en</strong> inleiding in de politieke<br />

wet<strong>en</strong>schap. (Amsterdam 1996)<br />

- J. Bosmans, Staatkundige vormgeving in Nederland II. De tijd na 1940. (Ass<strong>en</strong>, 1995).<br />

- M. Bov<strong>en</strong>s, H. Pellikaan, M. Trapp<strong>en</strong>burg (red.), Nieuwe teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> in de Nederlandse<br />

politiek. (Amsterdam 1998)<br />

- H. Daalder, Van oude <strong>en</strong> nieuwe reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. <strong>Politiek</strong> in Nederland. (Amsterdam 1995)<br />

12


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- P. Lucardie, Nederland strom<strong>en</strong>land. E<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is van de politieke stroming<strong>en</strong>. (Ass<strong>en</strong><br />

2002)<br />

- K. Lunshof, Van polder<strong>en</strong> <strong>en</strong> polariser<strong>en</strong>. Dertig jaar Nederlandse politiek. (Amsterdam 2004)<br />

- M. Metze, De stranding. Het CDA van hoogtepunt naar catastrofe. (Nijmeg<strong>en</strong> 1995)<br />

- J. Thomass<strong>en</strong>, K. Aarts, H. van der Kolk (red.), <strong>Politiek</strong>e verandering<strong>en</strong> in Nederland. Kiezers<br />

<strong>en</strong> de smalle marges van de politiek. (Enschede 2000) via:<br />

http://doc.utw<strong>en</strong>te.nl/2806/1/Thomass<strong>en</strong>00politieke.pdf (geraadpleegd op 24 februari 2011)<br />

- http://dnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/pubs/stembus/affiche.pdf (geraadpleegd 7 maart<br />

2011).<br />

13


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 3 – Herpolarisatie van de politiek <strong>en</strong> de opkomst van nieuwe<br />

politieke spelers<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Medialisering<br />

- Multiculturalisering<br />

Relatie met<br />

- Hotspot: Val van de Muur<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Partijpolitieke teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> af<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Vormverandering van het nationalisme<br />

- Hotspot: moord op Fortuyn<br />

Datering<br />

Ca 1990-na 2005<br />

Beschrijving<br />

Vanaf begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig is de kritiek op de politiek <strong>en</strong> op politici sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In de dec<strong>en</strong>nia<br />

daarvoor was er ook comm<strong>en</strong>taar op het politieke establishm<strong>en</strong>t <strong>en</strong> op de maatschappij. Dit<br />

comm<strong>en</strong>taar kwam vooral van links (D66, Provo, Nieuw Links). Begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig nam de kritiek op<br />

de politiek toe, vanaf dat mom<strong>en</strong>t met name vanuit de rechterkant van het politiek spectrum.<br />

Politicoloog R. Koole verklaart de int<strong>en</strong>sivering van het antipolitiek s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t hoofdzakelijk door de val<br />

van de Berlijnse Muur <strong>en</strong> het ine<strong>en</strong>stort<strong>en</strong> van de communistische regimes in Oost- <strong>en</strong> Midd<strong>en</strong>-Europa.<br />

T<strong>en</strong> tijde van de Koude Oorlog was het voor rechts moeilijk om het eig<strong>en</strong> politieke systeem te<br />

bekritiser<strong>en</strong>, omdat dan ‘de vijand’ uit de communistische regimes in de kaart gespeeld zoud<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Na het einde van de Koude Oorlog was deze vrees er niet langer <strong>en</strong> kwam er ruimte<br />

voor rechts om zich uit te sprek<strong>en</strong> over het politiek stelsel in Nederland. [Koole, 2006: 7; interview<br />

Koole, 2011] Dit s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t was de voedingsbodem voor de opkomst van nieuwe politieke spelers<br />

vanaf het midd<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig.<br />

Historicus P. de Rooy noemt de algem<strong>en</strong>e t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s van afgev<strong>en</strong> op de politiek, het vervalbetoog. Het<br />

artikel Eén-Partijstaat Nederland van historicus J.W. Oerlemans dat versch<strong>en</strong><strong>en</strong> is in 1990 ziet De<br />

Rooy als start èn als symbool van het antipolitiek s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t. [De Rooy <strong>en</strong> Te Velde: 2005, 198;<br />

Interview Koole, 2011] In dit artikel betoogde Oerlemans dat de parlem<strong>en</strong>taire democratie door de<br />

democratische regimes als beste regeringsvorm ter wereld wordt gezi<strong>en</strong>. Het zou daardoor bijna<br />

onmogelijk zijn om kritiek te uit<strong>en</strong> op dit systeem. Daarnaast zoud<strong>en</strong> de ideologische verschill<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de grote partij<strong>en</strong> in de loop van de jar<strong>en</strong> tachtig zo gering zijn geword<strong>en</strong>, dat de kiezer niets<br />

meer te kiez<strong>en</strong> zou hebb<strong>en</strong>. Van e<strong>en</strong> effectieve oppositie kon daarom volg<strong>en</strong>s Oerlemans ook ge<strong>en</strong><br />

sprake meer zijn. Met andere woord<strong>en</strong>: het Nederlandse politieke systeem zou tot e<strong>en</strong> één-partijstelsel<br />

zijn gereduceerd.<br />

De beginsel<strong>en</strong> van de politieke partij<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zo vervaagd dat daardoor ook de politici de<br />

ideologische belang<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong> niet meer hoefd<strong>en</strong> te verdedig<strong>en</strong>. Het gevolg zou zijn dat politici<br />

alle<strong>en</strong> maar voor hun eig<strong>en</strong> belang zoud<strong>en</strong> opkom<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> andere negatieve ontwikkeling vond Oerlemans dat de macht in hand<strong>en</strong> was gekom<strong>en</strong> van <strong>en</strong>kele<br />

politici die de burgers niet verteg<strong>en</strong>woordigd<strong>en</strong>. Het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dat lid was van e<strong>en</strong> politieke partij<br />

was laag <strong>en</strong> het aantal partijled<strong>en</strong> dat op kwam dag<strong>en</strong> bij partijvergadering<strong>en</strong> was nog aanzi<strong>en</strong>lijk<br />

lager. Het overgrote deel van het electoraat had dus ge<strong>en</strong> invloed op de kandidaatstelling van politici.<br />

Er zou daardoor e<strong>en</strong> kloof zijn ontstaan tuss<strong>en</strong> de kiezer <strong>en</strong> de gekoz<strong>en</strong>e. [Oerlemans, 1990]<br />

Na het verschijn<strong>en</strong> van dit artikel volgd<strong>en</strong> nog meer boek<strong>en</strong> <strong>en</strong> artikel<strong>en</strong> met pessimistische<br />

beschouwing<strong>en</strong> over de gesteldheid van Nederland. De kloof tuss<strong>en</strong> de politiek <strong>en</strong> de burger zou<br />

alsmaar groter word<strong>en</strong>. Het alsmaar teruglop<strong>en</strong>de aantal led<strong>en</strong> van politieke partij<strong>en</strong> zou dat<br />

aanton<strong>en</strong>. Ondanks de onvrede ging het niet slecht met Nederland in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig: het bruto<br />

binn<strong>en</strong>lands product groeide, de inflatie bleef laag, het aantal ban<strong>en</strong> steeg <strong>en</strong> de werkloosheid daalde.<br />

[De Rooy <strong>en</strong> Te Velde: 2005, 209]<br />

14


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

De verkiezing<strong>en</strong> voor de Tweede Kamer van 1994 vormd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> markeringspunt waarin de<br />

ontideologisering van de grote politieke partij<strong>en</strong> zichtbaar werd. Het CDA leed e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke<br />

nederlaag, het verloor 20 van de 54 zetels. En voor het eerst in de geschied<strong>en</strong>is beslot<strong>en</strong> de politieke<br />

teg<strong>en</strong>standers VVD <strong>en</strong> PvdA sam<strong>en</strong> met D66 één kabinet te vorm<strong>en</strong> onder leiding van W. Kok (Paars I<br />

<strong>en</strong> Paars II). Daarnaast was voor het eerst sinds 1918 ge<strong>en</strong> confessionele partij meer<br />

verteg<strong>en</strong>woordigd in het kabinet. Paars werd het toonbeeld van cons<strong>en</strong>suspolitiek <strong>en</strong> werd daardoor -<br />

voornamelijk achteraf - bestempeld als het summum van alles waar het antipolitiek s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t teg<strong>en</strong><br />

gericht was. De twee politieke teg<strong>en</strong>pol<strong>en</strong>, de VVD <strong>en</strong> de PvdA, trokk<strong>en</strong> ideologisch steeds meer naar<br />

het politieke midd<strong>en</strong>, waardoor er e<strong>en</strong> gebrekkige profilering ontstond van de grote partij<strong>en</strong>. Van e<strong>en</strong><br />

krachtige oppositie vanuit deze hoek was dan ook ge<strong>en</strong> sprake. [Wansink, 2004: 265-267] Tijd<strong>en</strong>s<br />

Paars II verslechterde bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de economische situatie, terwijl de kost<strong>en</strong> voor de verzorgingsstaat<br />

alsmaar opliep<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als de wachtlijst<strong>en</strong> in de zorg. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s deze kabinetsperiode<br />

de terroristische aanslag<strong>en</strong> in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> plaats <strong>en</strong> werd mede daardoor de multiculturele<br />

sam<strong>en</strong>leving hevig ter discussie gesteld. [De Rooy <strong>en</strong> Te Velde: 2005, 216]<br />

In deze sfeer van ontevred<strong>en</strong>heid kond<strong>en</strong> populistische partij<strong>en</strong>, als de Socialistische Partij (SP),<br />

Leefbaar Nederland <strong>en</strong> de Lijst Pim Fortuyn opkom<strong>en</strong>. Populistische partij<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> zich af teg<strong>en</strong> de<br />

politieke elite <strong>en</strong> do<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep op de e<strong>en</strong>heid van het volk – e<strong>en</strong> organisch geheel – met e<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>schappelijke id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong> dezelfde w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. [Lucardie, 2007: 177; Interview Koole, 2011;<br />

Wansink, 2004: 29] In de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig war<strong>en</strong> reeds de eerste Leefbaar partij<strong>en</strong> ontstaan <strong>en</strong> was het<br />

de SP gelukt om Kamerzetels te bemachtig<strong>en</strong>. De SP was reeds begin jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig opgericht <strong>en</strong> in<br />

1974 veroverde de partij drie geme<strong>en</strong>teraadszetels in Oss. Twintig jaar jar<strong>en</strong>, bij de Tweede<br />

Kamerverkiezing<strong>en</strong> van 1994, kreeg de SP hun eerste twee Kamerzetels. De partijvoorzitter van de<br />

SP, Jan Marijniss<strong>en</strong>, voerde fel oppositie teg<strong>en</strong> de kabinett<strong>en</strong>-Kok, die in zijn og<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te liberaal<br />

beleid voerd<strong>en</strong>. Daarnaast war<strong>en</strong> sociale rechtvaardigheid <strong>en</strong> de democratisering van de staat <strong>en</strong><br />

maatschappij belangrijke punt in het partijprogramma. De macht moest niet overgedrag<strong>en</strong> aan<br />

derd<strong>en</strong>, zoals aan de markt of aan Europa. Deze standpunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de acties sloeg<strong>en</strong> aan. In 1994 had<br />

de SP nog twee zetels <strong>en</strong> dit was in 2003 gesteg<strong>en</strong> tot neg<strong>en</strong>. Drie jaar later was bij de landelijke<br />

verkiezing<strong>en</strong> het aantal zetels explosief toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naar 26 zetels. [Lucardie, 2002: 91; website<br />

Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> politiek]<br />

De nieuwe politieke spelers die meer in het midd<strong>en</strong> of aan de rechterkant van het politiek spectrum<br />

opereerd<strong>en</strong>, vertoond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gelijksoortige ontwikkeling. In 1993 werd de eerste lokale leefbaar partij,<br />

Leefbaar Hilversum, opgericht door J. Nagel <strong>en</strong> T. Luiting <strong>en</strong> in 1997 werd door H. Westbroek <strong>en</strong> B.<br />

Sch<strong>en</strong>tz Leefbaar Utrecht opgericht. Twee jaar later werd e<strong>en</strong> landelijke Leefbaar partij opgericht door<br />

Nagel, Luijting, Westbroek, Schnetz <strong>en</strong> W. van Koot<strong>en</strong>. Leefbaar Nederland zette zich af teg<strong>en</strong> het<br />

politieke establishm<strong>en</strong>t <strong>en</strong> hun zog<strong>en</strong>aamde achterkamerpolitiek <strong>en</strong> wilde de politiek weer dichter bij<br />

het volk br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De boodschap van de plaatselijke Leefbaar partij<strong>en</strong> sloeg aan in Nederland <strong>en</strong> de<br />

Leefbar<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de grote winnaars van de geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> van 6 maart 2002. De<br />

Leefbar<strong>en</strong> wist<strong>en</strong> vooral veel stemm<strong>en</strong> te trekk<strong>en</strong> door te ager<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de gevestigde partij<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

wanneer de lijsttrekker e<strong>en</strong> plaatselijke bek<strong>en</strong>dheid was. De Leefbaar partij<strong>en</strong> wist<strong>en</strong> daarnaast goed<br />

gebruik te mak<strong>en</strong> van de media <strong>en</strong> het begrip ‘leefbaar’ in de markt te zett<strong>en</strong>. [Wansink, 2004:55-56]<br />

Ze profiler<strong>en</strong> zich daarbij niet als links of rechts <strong>en</strong> in hun programma’s ligt de nadruk op<br />

democratisering. [Wansink, 2004:61] E<strong>en</strong> anti-moslim of anti-immigrant houding hadd<strong>en</strong> de meeste<br />

Leefbaar partij<strong>en</strong> in het begin niet. Deze s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> war<strong>en</strong> wel aanwezig bij e<strong>en</strong> deel van hun<br />

electoraat, maar deze werd<strong>en</strong> bewust g<strong>en</strong>egeerd. Doordat Leefbaar Nederland deze signal<strong>en</strong> ook<br />

negeerde, kwam de partij mede daardoor moeizaam van de grond. In 2001 trok Leefbaar Nederland P.<br />

Fortuyn aan als lijsttrekker. Nadat Fortuyn in e<strong>en</strong> interview met De Volkskrant had gezegd dat artikel<br />

1 (Fortuyn doelde op het discriminatieverbod) van de Grondwet afgeschaft moest word<strong>en</strong> nam<br />

Leefbaar Nederland echter afstand van Fortuyn. Dit kostte Leefbaar Nederland e<strong>en</strong> groot deel van zijn<br />

electoraat. Bij de landelijke verkiezing<strong>en</strong> van 15 mei 2002 zou de partij maar 2 zetels krijg<strong>en</strong>. Bij de<br />

volg<strong>en</strong>de verkiezing<strong>en</strong> in 2003 verloor Leefbaar Nederland deze twee zetels alweer.<br />

Fortuyn was e<strong>en</strong> charismatische man die de media gebruikte om zichzelf te profiler<strong>en</strong>. Hij was e<strong>en</strong><br />

typische populist door te pleit<strong>en</strong> vóór directe democratie <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong>politiek. Waar hij echt<br />

kiezers mee trok was zijn campagne teg<strong>en</strong> moslims, zijn pleidooi om de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> voor migrant<strong>en</strong> te<br />

sluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de int<strong>en</strong>sivering van de criminaliteitsbestrijding. Dit bleek e<strong>en</strong> gat in de electorale markt te<br />

zijn. Gevoel<strong>en</strong>s van onvrede over de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de immigratie, de multiculturele sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> de<br />

gedoogcultuur leefd<strong>en</strong> al langer in de sam<strong>en</strong>leving, maar e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> debat over deze kwesties was<br />

15


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

lange tijd niet mogelijk, doordat er e<strong>en</strong> taboe op rustte om deze onderwerp<strong>en</strong> op<strong>en</strong>lijk te besprek<strong>en</strong>.<br />

[Couw<strong>en</strong>berg, 1996: 139] Socioloog H. Vuijsje verklaart dit taboe om kwesties als immigratie te<br />

besprek<strong>en</strong> uit het schuldgevoel dat bij de Nederlandse elite in de jar<strong>en</strong> zestig was ontstaan t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> van de deporatie van de Joodse bevolking tijd<strong>en</strong>s de Tweede Wereldoorlog. [Wansink, 2004:<br />

243] Het feit dat over bov<strong>en</strong>staande onderwerp<strong>en</strong> niet gedebatteerd werd, zorgde voor spanning<strong>en</strong> in<br />

de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> daardoor voor wantrouw<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s de overheid <strong>en</strong> in het politieke bestel. [Wansink,<br />

2004: 259]<br />

Fortuyn wist de onvrede die er heerste over de politiek in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> Paars in het bijzonder <strong>en</strong><br />

over onderwerp<strong>en</strong> als immigratie <strong>en</strong> veiligheid te mobiliser<strong>en</strong>. In combinatie met zijn persoonlijke<br />

charisma wist hij veel kiezers aan zich te bind<strong>en</strong>, ook burgers die andere partij<strong>en</strong> niet voor zich wist<strong>en</strong><br />

te winn<strong>en</strong>. De aanslag op de Twin Towers in New York op 11 september 2001 heeft zijn succes<br />

versterkt. [Interview Koole, 2011]<br />

Na het vertrek bij Leefbaar Nederland kondigde Fortuyn aan met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> lijst mee te do<strong>en</strong> aan de<br />

verkiezing<strong>en</strong> voor de Tweede Kamer op 15 mei 2002: Lijst Pim Fortuyn. De kwestie over migrant<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

moslims werd het onderscheid<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk van deze beweging. Ondertuss<strong>en</strong> was Fortuyn ook<br />

lijsttrekker geword<strong>en</strong> van Leefbaar Rotterdam. Bij de geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> van 6 maart 2002<br />

bleek zijn populariteit. De Leefbar<strong>en</strong> in Rotterdam kreg<strong>en</strong> 34,7% van de stemm<strong>en</strong> <strong>en</strong> 17 van 45 zetels<br />

in de geme<strong>en</strong>teraad.<br />

Vlak voor de Tweede Kamer verkiezing<strong>en</strong> van 15 mei 2002 werd Fortuyn echter vermoord. Beslot<strong>en</strong><br />

werd de verkiezing<strong>en</strong> wel door te lat<strong>en</strong> gaan. De LPF wist bij haar eerste verkiezing<strong>en</strong>, mede door het<br />

overlijd<strong>en</strong> van Fortuyn, 26 zetels te hal<strong>en</strong>. Zij werd daarmee qua grootte de tweede fractie van de<br />

Tweede Kamer. De partij<strong>en</strong> die Paars hadd<strong>en</strong> gevormd verlor<strong>en</strong> zwaar. De VVD verloor 14 van de 38<br />

zetels <strong>en</strong> het aantal zetels van D66 werd gehalveerd (van 14 naar 7). De PvdA was echter de grote<br />

verliezer van deze verkiezing<strong>en</strong>. De partij viel terug naar 23 zetels, terwijl zij in 1998 nog 45 zetels<br />

had gekreg<strong>en</strong>. [website Parlem<strong>en</strong>t & <strong>Politiek</strong>] De LPF kon door haar overwinning niet word<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>egeerd door andere partij<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong> met het CDA <strong>en</strong> VVD vormde de LPF het kabinet Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de<br />

I.<br />

Hoewel in eerste instantie de grote politieke partij<strong>en</strong> niet goed wist<strong>en</strong> hoe ze moest<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

man als Fortuyn <strong>en</strong> zijn succes, hersteld<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> zich na de verkiezingsnederlaag van 2002.<br />

Kwesties die Fortuyn ter discussie had gesteld, zoals het migrant<strong>en</strong>vraagstuk, veiligheid <strong>en</strong><br />

criminaliteit, incorporeerd<strong>en</strong> de andere politieke partij<strong>en</strong> in hun programma’s. Het unieke van de LPF<br />

verdwe<strong>en</strong> daardoor. De interne ruzies binn<strong>en</strong> de LPF zorgd<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> verdere afbrokkeling van de<br />

partij <strong>en</strong> – nadat het kabinet Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de I was gevall<strong>en</strong> door de LPF-ruzies – verdwe<strong>en</strong> de electorale<br />

steun voor de partij bijna geheel. Na de nieuwe verkiezing<strong>en</strong> voor de Tweede Kamer van 22 januari<br />

2003 had de LPF nog maar 8 zetels over <strong>en</strong> verdwe<strong>en</strong> in 2006 geheel uit de Tweede Kamer. [Wansink,<br />

2004: 192; website Parlem<strong>en</strong>t & <strong>Politiek</strong>]<br />

Na de teloorgang van de LPF <strong>en</strong> Leefbaar Nederland, werd<strong>en</strong> andere populistische beweging<strong>en</strong><br />

opgericht die in min of meerdere mate succes hebb<strong>en</strong> (gehad), zoals de Partij voor de Vrijheid (PVV,<br />

2006) van G. Wilders <strong>en</strong> Trots op Nederland (ToN, 2007) van R. Verdonk.<br />

De verhouding<strong>en</strong> war<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> nul geherpolariseerd. Waar tot in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig de traditionele<br />

grote politieke partij<strong>en</strong> – VVD, CDA <strong>en</strong> PvdA – de machtsblokk<strong>en</strong> vormd<strong>en</strong>, veranderde dat redelijk<br />

snel door de opkomst van nieuwe politieke spelers, als de SP, de LPF <strong>en</strong> later ook de PVV. Deze<br />

partij<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> groot als de traditionele partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> machtsfactor in het politieke<br />

systeem.<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- <strong>Politiek</strong>e partij<strong>en</strong><br />

- Socialistische Partij<br />

- LPF<br />

- Leefbaar Nederland<br />

- PVV<br />

- Media<br />

- Kiezer<br />

16


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- J.W. Oerlemans<br />

- W.S.P. Fortuyn<br />

- ToN<br />

- W. Kok<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- Couw<strong>en</strong>berg, S.W., ‘E<strong>en</strong> omstred<strong>en</strong> zelfbesef. De Nederlandse id<strong>en</strong>titeit in ontwikkeling’, in: K.<br />

Koch <strong>en</strong> P. Scheffer (red.) Het nut van Nederland. Opstell<strong>en</strong> over soevereiniteit <strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit<br />

(Amsterdam 1996)<br />

- F<strong>en</strong>nema, M. <strong>en</strong> W. van der Brug. ‘Nederlandse anti-immigratie partij<strong>en</strong> in Europees<br />

perspectief’ 2006. http://home.medewerker.uva.nl/m.f<strong>en</strong>nema/bestand<strong>en</strong>/Antiimmigratiepartij<strong>en</strong>.pdf.<br />

- Huls, N. Actie <strong>en</strong> reactie : e<strong>en</strong> inleiding in de rechtssociologie. (D<strong>en</strong> Haag, 2009) 2e ed.<br />

- Jong, S. de. ‘Terreur op de dijk. Twintig jaar na de aanslag in Kedichem’, Revu, 2006.<br />

- K<strong>en</strong>nedy, J.C., Beziel<strong>en</strong>de verband<strong>en</strong> : gedacht<strong>en</strong> over religie, politiek <strong>en</strong> maatschappij in het<br />

moderne Nederland (Amsterdam 2009)<br />

- K<strong>en</strong>nedy, J.C., Nieuw Babylon in aanbouw : Nederland in de jar<strong>en</strong> zestig (Leid<strong>en</strong> 2007).<br />

Gedigitaliseerde versie DBNL.<br />

- Koole, R.A. <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>politiek in de Nederlands democratie : politici, journalist<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

wet<strong>en</strong>schappers in de ban van het populisme (Leid<strong>en</strong> 2006).<br />

http://media.leid<strong>en</strong>univ.nl/legacy/Oratie%20Prof.%20Dr.%20R.%20Koole.pdf.<br />

- Liagre Böhl, H. ‘Cons<strong>en</strong>sus <strong>en</strong> polarisatie’, in: Aerts, R. e.a., Land van kleine gebar<strong>en</strong> : e<strong>en</strong><br />

politieke geschied<strong>en</strong>is van Nederland 1780-1990 (Nijmeg<strong>en</strong> 2001)<br />

- Lucardie, P., Nederland strom<strong>en</strong>land : e<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is van de politieke stroming<strong>en</strong> (Ass<strong>en</strong><br />

2002).<br />

- Lucardie, A.P.M. ‘Rechts-extremisme, populisme of democratisch patriotisme?’ Jaarboek 2007<br />

DNPP (2009) 176-190.<br />

- Lucardie, A.P.M., 'Extreme partij<strong>en</strong>: doodgravers van de democratie?', in J. Holsteyn <strong>en</strong> C.<br />

Mudde (red.) Democratie in verval? (Amsterdam 2002) p. 65-81.<br />

- Oerlemans, J.W. ‘Eén-Partijstaat Nederland : er is iets fundam<strong>en</strong>teel mis met onze zelfvoldane<br />

parlem<strong>en</strong>taire democratie’ NRC Handelsblad, 1990.<br />

http://www.autouniv.nl/doc/artikel_grasmusuni.html<br />

- Rooy, P. <strong>en</strong> H. te Velde <strong>en</strong> W. Kok. Met Kok : over verander<strong>en</strong>d Nederland (Amsterdam 2005).<br />

http://www.dbnl.nl/tekst/rooy011metk01_01/.<br />

- Thomass<strong>en</strong>, J. <strong>Politiek</strong>e verandering<strong>en</strong> in Nederland 1971-1998: kiezers <strong>en</strong> de smalle marges<br />

van de politiek (D<strong>en</strong> Haag 2000)<br />

- Wansink, H.A. De erf<strong>en</strong>is van Fortuyn : de Nederlandse democratie na de opstand van de<br />

kiezers (Amsterdam 2004)<br />

- Interview Piet de Rooy, 25 januari 2011<br />

- Interview Ruud Koole, 17 januari 2011<br />

- http://www.parlem<strong>en</strong>t.com/9291000/modulesf/g18dztac. Laatst geraadpleegd 14 juni 2011.<br />

17


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 4 - Omslag in het politiek-bestuurlijke klimaat: van keynesianisme<br />

naar neoliberalisme<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Verzakelijking<br />

- Verandering van institutionele verband<strong>en</strong><br />

- Welvaartsgroei<br />

- Individualisering<br />

- Mondialisering<br />

Relatie met<br />

- Domein: politiek <strong>en</strong> bestuur<br />

- Domein: economie<br />

- Domein: welzijn<br />

- Domein: werk <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong><br />

- Domein: gezondheid<br />

- Tr<strong>en</strong>d: De ontvlechting van staat <strong>en</strong> civil society: poging<strong>en</strong> tot herstel van de autonomie van<br />

het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld.<br />

Datering<br />

Eind jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig – na 2005<br />

Beschrijving<br />

Na de Tweede Wereldoorlog werd de welvaartstaat in rap tempo opgebouwd, ev<strong>en</strong>als de groei van het<br />

ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat <strong>en</strong> overheidssturing middels planning. De rol van de overheid werd groter t<strong>en</strong><br />

koste van de (verzuilde) maatschappelijke instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de burger. Daarnaast was er e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame<br />

van het aantal adviesorgan<strong>en</strong>. Voor drie facett<strong>en</strong> van het overheidsbeleid – op economisch <strong>en</strong> sociaalcultureel<br />

terrein <strong>en</strong> op het gebied van ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing – kwam<strong>en</strong> er bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> planbureaus. In<br />

1945 werd het C<strong>en</strong>traal Plan Bureau opgericht <strong>en</strong> in 1965 werd de Rijksdi<strong>en</strong>st voor het Nationale Plan<br />

omgedoopt in de Rijksplanologische Di<strong>en</strong>st. In 1973 werd het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau<br />

ingesteld. [Kickert, 2004: 19-20; SCP, 1998: 191] In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig nam het aantal bureaus voor<br />

beleidsontwikkeling <strong>en</strong> planning bij de ministeries e<strong>en</strong> grote vlucht. Niet alle<strong>en</strong> de PvdA, maar ook de<br />

confessionele partij<strong>en</strong> war<strong>en</strong> steeds meer van m<strong>en</strong>ing dat overheidssturing niet alle<strong>en</strong> mogelijk maar<br />

ook noodzakelijk was. [Kickert, 2004: 23]<br />

De tweede oliecrisis (1979) trof Nederland hard. De economie stagneerde, de werkloosheid nam toe,<br />

<strong>en</strong> het begrotingstekort steeg sterk. Ondanks poging<strong>en</strong> van de regering wist zij door<br />

overheidsplanning het tij niet te ker<strong>en</strong>. De afkeer in de politiek teg<strong>en</strong> overheidsplanning nam toe. Door<br />

de regering werd<strong>en</strong> nieuwe doelstelling<strong>en</strong> geformuleerd die gericht war<strong>en</strong> op het herstel van de<br />

economie, verlaging van de werkloosheid <strong>en</strong> de vermindering van het begrotingstekort. De<br />

verander<strong>en</strong>de houding t<strong>en</strong> opzichte van overheidsplanning <strong>en</strong> de gerichtheid op economisch herstel<br />

leidde tot de sanering van de welvaartsstaat. [Kickert, 2004: 23]<br />

Met het aantred<strong>en</strong> van R. Lubbers als premier in 1982 veranderde de stijl van reger<strong>en</strong> van<br />

overheidsplanning naar neoliberalisering, waarbij economie, effici<strong>en</strong>cy, effectiviteit <strong>en</strong> managem<strong>en</strong>t<br />

c<strong>en</strong>traal kwam<strong>en</strong> te staan. Het motto van de kabinett<strong>en</strong>-Lubbers werd ‘no-nons<strong>en</strong>s’, wat inhield dat de<br />

problem<strong>en</strong> die er war<strong>en</strong> terstond aangepakt moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, op e<strong>en</strong> pragmatische manier <strong>en</strong> bij<br />

voorkeur zonder politiek-ideologische debatt<strong>en</strong>. Het mak<strong>en</strong> van plann<strong>en</strong> voor de toekomst door de<br />

overheid paste niet in de nieuwe aanpak. De drie belangrijkste doel<strong>en</strong> van de regering in de jar<strong>en</strong><br />

tachtig werd<strong>en</strong> het verminder<strong>en</strong> van het begrotingstekort, het herstell<strong>en</strong> van de economie <strong>en</strong> het<br />

saner<strong>en</strong> van de welvaartsstaat. Deze laatste doelstelling was niet alle<strong>en</strong> financieel geïnspireerd. Reeds<br />

in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig was er kritiek op de welvaartsstaat gekom<strong>en</strong>. Door alle vangnett<strong>en</strong> die de<br />

overheid in de loop van de jar<strong>en</strong> had gecreëerd zou haar rol te groot zijn geword<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eig<strong>en</strong><br />

verantwoordelijkheid van de burger te klein. [Kickert, 2004: 24] De welvaartsstaat zou m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zelfs<br />

afhankelijker hebb<strong>en</strong> gemaakt van de staat. E. Brinkman, minister van Welzijn, Volksgezondheid <strong>en</strong><br />

Cultuur verving het motto van de ‘maakbare sam<strong>en</strong>leving’ dan ook in de ‘zorgzame sam<strong>en</strong>leving’<br />

waarbij niet alle<strong>en</strong> de overheid verantwoordelijk was voor het welzijn van haar burgers, maar waarin<br />

18


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

ook burgers verantwoordelijk war<strong>en</strong> voor het welzijn van elkaar. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> maatschappelijke<br />

organisaties (de civil society) e<strong>en</strong> belangrijkere rol toebedeeld. [Kickert, 2004: 24; Bijlsma <strong>en</strong> Janss<strong>en</strong>,<br />

2007:20; De Haan <strong>en</strong> Duyv<strong>en</strong>dak, 2002: 108]<br />

Het einde van het geloof in het planningsmechanisme van de overheid, het terugtrekk<strong>en</strong> van de<br />

overheid <strong>en</strong> het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de geloof in de zelfregulering van de maatschappij werd door de politieke<br />

partij<strong>en</strong> in Nederland in min of meerdere mate gedeeld <strong>en</strong> was niet voor Nederland specifiek. Het<br />

verander<strong>en</strong>de d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de rol van de staat <strong>en</strong> van de markt in de macro-economie vond in veel<br />

westerse land<strong>en</strong> ingang. Het neoliberale d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> verving in de loop van de jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig de<br />

keynesiaans geïnspireerde cons<strong>en</strong>suspolitiek <strong>en</strong> werd in veel West-Europese land<strong>en</strong> het dominante<br />

politiek-economische ord<strong>en</strong>ingsmodel, ongeacht de politieke kleur van de regering<strong>en</strong>. [Kickert, 2004:<br />

25; Doering-Manteuffel <strong>en</strong> Raphael, 2010: 63-70]<br />

Om de economische crisis aan te pakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> om te kunn<strong>en</strong> bezuinig<strong>en</strong> stelde de overheid e<strong>en</strong> aantal<br />

vergaande maatregel<strong>en</strong> op die bek<strong>en</strong>d stond<strong>en</strong> als de ‘grote operaties’. Deze hervorming<strong>en</strong> bestond<strong>en</strong><br />

uit dec<strong>en</strong>tralisatie, deregulering, privatisering, heroverweging, reorganisatie van de overheidsdi<strong>en</strong>st,<br />

vermindering van het aantal ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>en</strong> versterking van de marktwerking. [Kickert, 2004: 29;<br />

SCP, 1998: 189]<br />

E<strong>en</strong> van de meest opvall<strong>en</strong>de hervorming<strong>en</strong> was het afstot<strong>en</strong> van tak<strong>en</strong> van de rijksoverheid. De<br />

organisatieonderdel<strong>en</strong> van het rijk werd<strong>en</strong> verzelfstandigd of de tak<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gedec<strong>en</strong>traliseerd aan<br />

lagere overheidsorgan<strong>en</strong>. Het idee erachter was om e<strong>en</strong> scheiding aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

beleidsontwikkeling <strong>en</strong> beleidsuitvoering <strong>en</strong> het terugdring<strong>en</strong> van de rol van de rijksoverheid. Het<br />

ontwikkel<strong>en</strong> van beleid zou bij het kerndepartem<strong>en</strong>t blijv<strong>en</strong>, terwijl de uitvoering aan andere<br />

organisaties werd overgedrag<strong>en</strong>. Het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> was niet nieuw, maar in de periode 1985-1994 was er<br />

e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme to<strong>en</strong>ame van het aantal verzelfstandiging<strong>en</strong>. Het afstot<strong>en</strong> van rijksonderdel<strong>en</strong> vond op<br />

verschill<strong>en</strong>de wijz<strong>en</strong> plaats. E<strong>en</strong> aantal onderdel<strong>en</strong> werd intern verzelfstandigd, waarbij de minister<br />

nog wel verantwoordelijk bleef voor deze ag<strong>en</strong>tschapp<strong>en</strong>. De ag<strong>en</strong>tschapp<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> meer vrijheid van<br />

handel<strong>en</strong>, waardoor de doelstelling<strong>en</strong> beter behaald zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> het<br />

kerndepartem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> het ag<strong>en</strong>tschap werd<strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> gemaakt over prestaties <strong>en</strong> de middel<strong>en</strong> die<br />

het ag<strong>en</strong>tschap daarvoor zou ontvang<strong>en</strong> van het departem<strong>en</strong>t. [Korst<strong>en</strong>, z.j.: 25]<br />

Meer ingrijp<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van verzelfstandiging war<strong>en</strong> privatisering <strong>en</strong> het omvorm<strong>en</strong> van onderdel<strong>en</strong><br />

tot e<strong>en</strong> zelfstandig bestuursorgaan (zbo, vorm van functionele dec<strong>en</strong>tralisatie). In het laatste geval<br />

werd het voormalige rijksonderdeel e<strong>en</strong> publiekrechtelijk orgaan dat niet meer volledig hiërarchisch<br />

ondergeschikt was aan de minister. Zbo’s werd<strong>en</strong> ingesteld om de rijksoverheid te ontlast<strong>en</strong>, om de al<br />

eerder g<strong>en</strong>oemde scheiding tuss<strong>en</strong> beleidsvorming <strong>en</strong> uitvoering te bewerkstellig<strong>en</strong> <strong>en</strong> om de<br />

slagvaardigheid van het op<strong>en</strong>baar bestuur te vergrot<strong>en</strong>. Daarnaast zoud<strong>en</strong> zbo’s meer mogelijkhed<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> om deskundig<strong>en</strong> te betrekk<strong>en</strong> bij de uitvoering van overheidsbeleid. In de jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong><br />

neg<strong>en</strong>tig vond e<strong>en</strong> groot aantal verzelfstandiging<strong>en</strong> plaats.<br />

E<strong>en</strong> andere vorm van verzelfstandiging is privatisering, waarbij de overheid rijksonderdel<strong>en</strong> afstoot<br />

aan de markt. Met name onder de eerste twee kabinett<strong>en</strong>-Lubbers (1982-1989) zijn veel<br />

privatisering<strong>en</strong> tot stand gekom<strong>en</strong>. Deze maatregel was gericht op het strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> kleinere <strong>en</strong><br />

doelmatig werk<strong>en</strong>de overheid. Bek<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> hiervan zijn de Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong> (NS), de<br />

PTT <strong>en</strong> de Postbank. De belangrijkste red<strong>en</strong><strong>en</strong> om over te gaan tot privatisering war<strong>en</strong> versterking van<br />

de marktsector, bestuurlijke verlichting van de overheidsorganisatie <strong>en</strong> budgettaire besparing<strong>en</strong>. Het<br />

succes van deze doelstelling<strong>en</strong> is niet altijd duidelijk geword<strong>en</strong>. Besparing<strong>en</strong> heeft het lang niet altijd<br />

opgeleverd, ev<strong>en</strong>min als e<strong>en</strong> meer doelmatig werk<strong>en</strong>d bedrijf. Alle<strong>en</strong> van de tweede doelstelling - het<br />

verminder<strong>en</strong> van de tak<strong>en</strong> van de rijksoverheid – kan gezegd word<strong>en</strong> dat deze succesvol is geweest.<br />

Door privatisering is er e<strong>en</strong> reductie van overheidstak<strong>en</strong> geweest <strong>en</strong> daardoor e<strong>en</strong> vermindering van<br />

het aantal ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. [Le<strong>en</strong>knegt, Kubb<strong>en</strong>, Jacobs, 2006:184-185; SCP, 1998, 205-206;<br />

Boneschansker <strong>en</strong> De Haan, 1991: 135]<br />

Naast verzelfstandiging heeft de rijksoverheid ook veel tak<strong>en</strong> gedec<strong>en</strong>traliseerd. Vanaf de<br />

Dec<strong>en</strong>tralisati<strong>en</strong>ota 1980 is dit perman<strong>en</strong>t onderdeel geweest van het regeringsbeleid. Hierbov<strong>en</strong> werd<br />

al de functionele dec<strong>en</strong>tralisatie aangekaart (vorming van zbo’s). E<strong>en</strong> bepaalde taak werd aan één<br />

organisatie overgedrag<strong>en</strong>. Dit kunn<strong>en</strong> publiekrechtelijke organisaties zijn die bij of kracht<strong>en</strong>s de wet<br />

zijn opgericht of privaatrechtelijke organisaties met publiekrechtelijke bevoegdhed<strong>en</strong>. Ook met deze<br />

maatregel probeerde de rijksoverheid de omvang van haar tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor van de organisatie terug<br />

te dring<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> tweede vorm van dec<strong>en</strong>tralisatie is territoriale dec<strong>en</strong>tralisatie, waarbij tak<strong>en</strong>,<br />

19


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> middel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> overgedrag<strong>en</strong> aan andere instanties, zoals provincies <strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De gedachte hierachter was dat sommige tak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk belang beter<br />

in e<strong>en</strong> bepaald gebied kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> behartigd. Dit gold met name op het gebied van welzijn <strong>en</strong><br />

stadsvernieuwing. Daarnaast werd de financiële onafhankelijkheid van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bevorderd. De<br />

‘specifieke uitkering<strong>en</strong>’ die door de rijksoverheid aan de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> voor specifieke<br />

doeleind<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd of overgeheveld naar het Geme<strong>en</strong>tefonds. Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

vrijer deze financiële middel<strong>en</strong> zelf in te zett<strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>stelling tot de specifieke uitkering<strong>en</strong>, die e<strong>en</strong><br />

bepaald vooropgesteld doel hadd<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> aantal gebied<strong>en</strong> verschoof de macht dus van de c<strong>en</strong>trale<br />

overheid naar de lagere overhed<strong>en</strong> door de overdracht van tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong>. Maar ondanks dat<br />

de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vrijer werd<strong>en</strong> in het opstell<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong> beleid op bepaalde terrein<strong>en</strong>, vond de<br />

dec<strong>en</strong>tralisatie wel plaats onder voorwaard<strong>en</strong> waar verantwoording over afgelegd moet word<strong>en</strong>. De<br />

invloed van de rijksoverheid op lagere overhed<strong>en</strong> is geblev<strong>en</strong>. [website <strong>Politiek</strong>e comp<strong>en</strong>dium; SCP,<br />

1998: 201]<br />

Net als de andere ‘grote operaties’ was de dereguleringsoperatie e<strong>en</strong> reactie op de stur<strong>en</strong>de staat.<br />

Doordat de overheid in de jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig steeds int<strong>en</strong>siever met de sam<strong>en</strong>leving was gaan<br />

bemoei<strong>en</strong>, was er ook steeds meer regelgeving ontstaan. Het strev<strong>en</strong> naar deregulering had naast het<br />

verhog<strong>en</strong> van de kwaliteit <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>dheid van de overheidsregels, tev<strong>en</strong>s als doel het terugtred<strong>en</strong><br />

van de rijksoverheid uit de sam<strong>en</strong>leving. De dereguleringsoperatie startte midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> tachtig nadat<br />

de Commissie vermindering <strong>en</strong> vere<strong>en</strong>voudiging van overheidsregeling<strong>en</strong> (commissie Geelhoed) haar<br />

rapport over de mogelijkhed<strong>en</strong> van deregulering had opgesteld. Sindsdi<strong>en</strong> is deregulering onderdeel<br />

van de reguliere beleidspraktijk geword<strong>en</strong>. Over de effectiviteit van de resultat<strong>en</strong> van deze operatie<br />

verschill<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> factor die mee ging spel<strong>en</strong> bij de dereguleringsoperatie, was de invloed van de Europese <strong>en</strong><br />

internationale wetgeving op de Nederlandse regelgeving. Nederland kon op e<strong>en</strong> aantal<br />

beleidsterrein<strong>en</strong>, met name die op economisch vlak, ge<strong>en</strong> autonoom dereguleringsbeleid meer voer<strong>en</strong>.<br />

Bij veel vorm<strong>en</strong> van deregulering die zijn doorgevoerd speeld<strong>en</strong> de mededingingsregels van de<br />

Europese Unie e<strong>en</strong> belangrijke rol. [De Ru, 1991, 92-96; SCP, 1998: 206-207]<br />

E<strong>en</strong> andere beweegred<strong>en</strong> voor het afstot<strong>en</strong> van tak<strong>en</strong> was het doeltreff<strong>en</strong>der <strong>en</strong> doelmatiger lat<strong>en</strong><br />

functioner<strong>en</strong> van het op<strong>en</strong>baar bestuur <strong>en</strong> het terugdring<strong>en</strong> van de kost<strong>en</strong> van de organisatie van de<br />

rijksoverheid. Door de groei van de welvaartsstaat in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig trad er taakverbreding op door<br />

e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de sturingsambitie. Dit had e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme uitdijing van het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat tot gevolg.<br />

Tuss<strong>en</strong> 1900 <strong>en</strong> 2000 vond er e<strong>en</strong> verti<strong>en</strong>voudiging van het ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat plaats. Deze groei<br />

leidde tot de Min 2 proc<strong>en</strong>t-operatie (1983-1986), waarbij rijksonderdel<strong>en</strong> jaarlijks hun formatie met<br />

twee proc<strong>en</strong>t moest<strong>en</strong> verminder<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de Afslankingsoperatie (1987-1990). Met name de laatste<br />

operatie was succesvol. Het resultaat was echter voor de helft te dank<strong>en</strong> aan de verzelfstandiging van<br />

overheidstak<strong>en</strong>. Personeel van deze voormalige rijksdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, teld<strong>en</strong> niet meer mee als rijksambt<strong>en</strong>aar<br />

in de statistiek<strong>en</strong>. [Haan <strong>en</strong> Kam, 1991:51; Le<strong>en</strong>knegt, Kubb<strong>en</strong>, Jacobs, 2006:184]<br />

Niet alle<strong>en</strong> werd op arbeid bezuinigd, maar middels de heroverwegingsoperatie die begin jar<strong>en</strong> tachtig<br />

van start was gegaan, werd elk jaar e<strong>en</strong> aantal beleidsterrein<strong>en</strong> beoordeeld op doelmatigheid <strong>en</strong><br />

doeltreff<strong>en</strong>dheid. Daarnaast werd<strong>en</strong> er beleidsvariant<strong>en</strong> ontwikkeld die besparing<strong>en</strong> moest<strong>en</strong><br />

oplever<strong>en</strong>. Het belangrijkste doel was om het financieringstekort te verminder<strong>en</strong>. De<br />

heroverwegingsoperaties hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> onder de kabinett<strong>en</strong>-Lubbers I <strong>en</strong> II, daarna werd de<br />

heroverwegingsprocedure onderdeel van het regulier beleid ter voorbereiding van het opstell<strong>en</strong> van de<br />

jaarlijkse rijksbegroting. [De Ru, 1991: 98; <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, 2004: 56]<br />

Het doeltreff<strong>en</strong>der <strong>en</strong> doelmatiger functioner<strong>en</strong> van de organisatie van het Rijk moest verder<br />

bevorderd word<strong>en</strong> door het meer bedrijfsmatig lat<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> van de overheidsorganisatie. Dit werd<br />

opgestart met het project Reorganisatie Rijksdi<strong>en</strong>st, maar dat heeft niet kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> wat het als<br />

doel had gesteld, namelijk meer doeltreff<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> meer bedrijfsmatig werk<strong>en</strong>. [Tje<strong>en</strong>k Willink <strong>en</strong><br />

Hupe, 1991: 37] Het strev<strong>en</strong> naar meer bedrijfsmatig werk<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overheidsorganisatie, was<br />

ook in andere land<strong>en</strong> aanwezig, <strong>en</strong> werd gevat onder de term ‘Nieuw Publiek Managem<strong>en</strong>t’ (NPM). In<br />

de jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig maakte het NPM-d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> e<strong>en</strong> opmars door in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, Groot-<br />

Brittannië <strong>en</strong> ook in Nederland. Met name tijd<strong>en</strong>s de kabinett<strong>en</strong>-Kok (1994-2002) werd NPM<br />

geïntegreerd in het regeringsbeleid. Aspect<strong>en</strong> van NPM zijn naast meer bedrijfsmatig werk<strong>en</strong>, meer<br />

vrijheid van handel<strong>en</strong> door managers; meer stur<strong>en</strong> op output <strong>en</strong> minder op input; het gebruik van<br />

20


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

productbegroting<strong>en</strong>; meer initiatiev<strong>en</strong> van ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>; het bereik<strong>en</strong> van betere prestaties <strong>en</strong> meer<br />

doelmatigheid; scheiding van beleid <strong>en</strong> uitvoering; op afstand plaats<strong>en</strong> (verzelfstandiging<br />

organisatieonderdel<strong>en</strong>); planning <strong>en</strong> control; marktwerking; <strong>en</strong> verzelfstandiging in de vorm van zbo’s<br />

<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>tschapp<strong>en</strong>. [Korst<strong>en</strong>, z.j.: 2-3; ] Voorbeeld<strong>en</strong> van het doorvoer<strong>en</strong> van het NPM-werk<strong>en</strong> zijn de<br />

invoering van contractuele aansturing <strong>en</strong> resultaatverantwoordelijkheidsstelling bij de politie, het<br />

instell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ander sturingsmodel waardoor de sturing vanuit het ministerie van Onderwijs,<br />

Cultuur <strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de universiteit<strong>en</strong> op afstand plaatsvindt; <strong>en</strong> het doorvoer<strong>en</strong> van meer<br />

marktgericht werk<strong>en</strong> in de ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> waardoor het aanbod beter op de vraag zou moet<strong>en</strong> gaan<br />

aansluit<strong>en</strong>. [Korst<strong>en</strong>, z.j.: 6-7; Terpstra <strong>en</strong> Trommel, 2006]<br />

Het NPM komt voort uit neo-klassiek-economische theorieën over de superioriteit van het<br />

marktmechanisme <strong>en</strong> de managem<strong>en</strong>ttheorieën over private organisatie. Effici<strong>en</strong>cy zou ontstaan<br />

volg<strong>en</strong>s de neo-klassiek-economische theorieën wanneer de besluitvormingsprocess<strong>en</strong> via vraag <strong>en</strong><br />

aanbod verlop<strong>en</strong>. De overheid zou daarbij zo klein mogelijk moet<strong>en</strong> zijn. De managem<strong>en</strong>ttheorieën<br />

stell<strong>en</strong> private organisaties als voorbeeld waar de overheid zich aan zou moet<strong>en</strong> spiegel<strong>en</strong> om de<br />

hoogste graad van effici<strong>en</strong>cy <strong>en</strong> effectiviteit te bereik<strong>en</strong>. De overheid zou zich daarom veel meer<br />

moet<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> op prestatie-indicator<strong>en</strong> <strong>en</strong> outputsturing. [Vries, Van Dam <strong>en</strong> Berveling, 1998: 17-18]<br />

Eind jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig lijkt het NPM-d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over zijn hoogtepunt he<strong>en</strong> te zijn. Er kwam to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

weerstand teg<strong>en</strong> de productgerichtheid binn<strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar bestuur. [Vries, Van Dam <strong>en</strong> Berveling,<br />

1998: 56]<br />

De kritiek op het NPM-d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> nam vanaf begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig al toe. Het bedrijfsmatig werk<strong>en</strong> zou de<br />

democratische controle <strong>en</strong> het primaat van de politiek aantast<strong>en</strong>. De invloed van de burger zou sterk<br />

verminderd zijn, waardoor er e<strong>en</strong> kloof tuss<strong>en</strong> de politiek <strong>en</strong> de burger zou zijn ontstaan. Daarnaast<br />

kwam er to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de kritiek vanuit de marktsector, omdat door verzelfstandiging bedrijv<strong>en</strong> moest<strong>en</strong><br />

gaan concurrer<strong>en</strong> met verzelfstandigde organisaties. De werkgeversbond<strong>en</strong> klaagd<strong>en</strong> over oneerlijke<br />

competitie, omdat er bij sommige van deze organisaties (financiële of kwalitatieve) kruisbestuiving<br />

optrad tuss<strong>en</strong> het publieke deel <strong>en</strong> het private deel van de organisatie. Naar aanleiding van het<br />

onderzoek van de Commissie Coh<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> regels ingesteld om dit te voorkom<strong>en</strong>.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bleek na onderzoek door de Commissie Scheltema, dat de ministeriële verantwoording van<br />

<strong>en</strong> toezicht op de zbo’s niet in orde was. Socioloog Saskia Sass<strong>en</strong> me<strong>en</strong>t dat sinds de jar<strong>en</strong> tachtig de<br />

macht binn<strong>en</strong> stat<strong>en</strong> verschov<strong>en</strong> is: van het parlem<strong>en</strong>t naar bestuurders, van wetgev<strong>en</strong>de macht naar<br />

uitvoer<strong>en</strong>de macht. Door deregulering <strong>en</strong> privatisering is de toezichthoud<strong>en</strong>de macht van het<br />

parlem<strong>en</strong>t gedeeltelijk verlor<strong>en</strong> gegaan, omdat in de commissies die zijn opgericht om toezicht te<br />

houd<strong>en</strong> op de verzelfstandigde instituties, voornamelijk ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit het bedrijfslev<strong>en</strong><br />

zitt<strong>en</strong>. [Bieckmann, 2007] Naar aanleiding van het onderzoek van de Commissie Scheltema wilde het<br />

parlem<strong>en</strong>t dat er meer politieke controle kwam op de verzelfstandigde instituties. Er werd beleid<br />

opgesteld om meer controle te krijg<strong>en</strong> op de oprichting <strong>en</strong> werking van zbo’s. In 2006 werd daartoe de<br />

Kaderwet Zelfstandige Bestuursorgan<strong>en</strong> ingesteld, dat als wettelijk kader di<strong>en</strong>t waaraan regeling<strong>en</strong><br />

met betrekking tot zelfstandige bestuursorgan<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>. De Kaderwet heeft als doel meer<br />

ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> publiek inzicht te gev<strong>en</strong> in het veld van zbo’s <strong>en</strong> de ministeriële verantwoordelijkheid <strong>en</strong><br />

financiële controle te regel<strong>en</strong>. Met de invoering van deze wet kreeg de verantwoordelijke minister<br />

meer greep op zbo’s. Zo kreeg de minister het recht op inlichting<strong>en</strong>, het recht om in te grijp<strong>en</strong> bij het<br />

verwaarloz<strong>en</strong> van de taak <strong>en</strong> zelfs het recht op het opstell<strong>en</strong> van algem<strong>en</strong>e beleidsregels <strong>en</strong> het<br />

achteraf vernietig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> besluit g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> zbo. Langzamerhand veranderde het politiekbestuurlijk<br />

klimaat weer in het voordeel van e<strong>en</strong> meer stur<strong>en</strong>de <strong>en</strong> machtiger c<strong>en</strong>trale overheid.<br />

[Kickert, 2004: 31-35; Van Thiel, 2001: 189-193]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Rijksoverheid<br />

- Zbo’s<br />

- Ag<strong>en</strong>tschapp<strong>en</strong><br />

- Politie<br />

- Ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong><br />

- Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong><br />

- Postbank<br />

- PTT<br />

21


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

22<br />

- Universiteit<strong>en</strong><br />

- Europese Unie<br />

- Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer<br />

- Commissie Coh<strong>en</strong> - Werkgroep Markt <strong>en</strong> Overheid, Commissie Marktwerking, Deregulering <strong>en</strong><br />

Wetgevingskwaliteit.<br />

- Commissie Geelhoed<br />

- C<strong>en</strong>traal Plan Bureau<br />

- Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau<br />

- Rijksplanologische Di<strong>en</strong>st<br />

- Commissie-Scheltema<br />

- Werkgroep Kohnstamm<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- www.politiekcomp<strong>en</strong>dium.nl<br />

- Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau, 25 jaar sociale verandering (Rijswijk 1998).<br />

- WRR, Het gezicht van de publieke zaak : op<strong>en</strong>baar bestuur onder og<strong>en</strong> (Amsterdam 2010)<br />

- Terpstra, J. <strong>en</strong> W. Trommel, Het nieuwe bedrijfsmatig d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> bij de politie. Analyse van e<strong>en</strong><br />

culturele formatie in ontwikkeling (Enschede 2006)<br />

- Devos, C. De kleermakers <strong>en</strong> de keizer : inleiding tot politiek <strong>en</strong> politieke wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

(G<strong>en</strong>t 2006)<br />

- W. Kickert, History of Governance in the Netherlands. Continuity and exceptions (D<strong>en</strong> Haag<br />

2004)<br />

- Le<strong>en</strong>knegt, G-J. <strong>en</strong> R. Kubb<strong>en</strong> <strong>en</strong> B. Jacobs, Opstand <strong>en</strong> E<strong>en</strong>wording. E<strong>en</strong><br />

institutionele geschied<strong>en</strong>is van het Nederlands op<strong>en</strong>baar bestuur (Nijmeg<strong>en</strong> 2006)<br />

- Bieckmann, F, '“De staat bestaat nog steeds”', Viceversa (2007).<br />

- Bijlsma, J. <strong>en</strong> H. Janss<strong>en</strong>, Sociaal werk in Nederland. Vijfhonderd jaar verheff<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbind<strong>en</strong><br />

(Bussum 2008).<br />

- Haan, I. de <strong>en</strong> J.W. Duyv<strong>en</strong>dak (red.), In het hart van de verzorgingsstaat. Het ministerie van<br />

Maatschappelijk Werk <strong>en</strong> zijn opvolgers (CRM, WVC, VWS) 1952-2002 (Zutph<strong>en</strong> 2002).<br />

- www.politiekcomp<strong>en</strong>dium.nl. Laatst geraadpleegd 24 maart 2011<br />

- Doering-Manteuffel, A., <strong>en</strong> L. Raphael. Nach dem Boom : Perspektiv<strong>en</strong> auf die Zeitgeschichte<br />

seit 1970 (Götting<strong>en</strong> 2010).<br />

- Korst<strong>en</strong>, A.F.A., New Public Managem<strong>en</strong>t (z.p. z.j.).<br />

http://www.arnokorst<strong>en</strong>.nl/PDF/Organiser<strong>en</strong>%20<strong>en</strong>%20mgmt/Nieuw%20overheidsmanageme<br />

nt.pdf. Laatst geraadpleegd 29 maart 1979.<br />

- Vries, J., M.J.E.M. van Dam, <strong>en</strong> J. Berveling, <strong>Politiek</strong>-bestuurlijk managem<strong>en</strong>t : e<strong>en</strong> blik achter<br />

de goud<strong>en</strong> muur (Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn 1998).<br />

- Haan J. de <strong>en</strong> C.A. Kam, ‘Personeelsvermindering rijksoverheid’, in: C.A. Kam <strong>en</strong> J. de Haan<br />

(red.), Terugtred<strong>en</strong>de overheid: realiteit of retoriek? E<strong>en</strong> evaluatie van de grote operaties<br />

(Schoonhov<strong>en</strong> 1991)<br />

- Tje<strong>en</strong>k Willink, H.D. <strong>en</strong> P.L. Hupe, ‘Reorganisatie rijksdi<strong>en</strong>st’, in: C.A. Kam <strong>en</strong> J. de Haan<br />

(red.), Terugtred<strong>en</strong>de overheid: realiteit of retoriek? E<strong>en</strong> evaluatie van de grote operaties<br />

(Schoonhov<strong>en</strong> 1991)<br />

- Honnef, P. e.a., Organisatie Rijksoverheid : institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein<br />

organisatie van de rijksoverheid 1945-1999 (D<strong>en</strong> Haag 2004).<br />

- Ru, H.J. de, ‘Deregulering’, in: C.A. Kam <strong>en</strong> J. de Haan (red.), Terugtred<strong>en</strong>de overheid:<br />

realiteit of retoriek? E<strong>en</strong> evaluatie van de grote operaties (Schoonhov<strong>en</strong> 1991)<br />

- Thiel, S., 'Kaderwet Zelfstandige Bestuursorgan<strong>en</strong>; uniformiteit of verscheid<strong>en</strong>heid?',<br />

Bestuurswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, (2001) 2, 189-193.


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 5 - Nationalisering <strong>en</strong> lokalisering van de geme<strong>en</strong>tepolitiek<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Individualisering<br />

- Medialisering<br />

- Secularisatie<br />

- Multiculturalisering<br />

Relatie met<br />

- Domein: politiek <strong>en</strong> bestuur<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Int<strong>en</strong>sivering van het antipolitiek s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t <strong>en</strong> opmars van het populisme<br />

Datering<br />

1974-hed<strong>en</strong><br />

Beschrijving<br />

Tuss<strong>en</strong> 1974 <strong>en</strong> 1990 is de positie van lokale partij<strong>en</strong> verslechterd. Kiezers koz<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate<br />

bij de geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> voor landelijke partij<strong>en</strong>. Het perc<strong>en</strong>tage kiezers dat in die periode<br />

op lokale partij<strong>en</strong> stemde liep terug van 18,9 proc<strong>en</strong>t (1974) naar 13,3 proc<strong>en</strong>t (1990). Daarnaast<br />

nam het aanbod van lokale partij<strong>en</strong> sterk af. Er was in deze periode sprake van nationalisering van de<br />

geme<strong>en</strong>tepolitiek, dat wil zegg<strong>en</strong> dat de invloed van lokale partij<strong>en</strong> afnam t<strong>en</strong> gunste van (afdeling<strong>en</strong><br />

van) landelijke partij<strong>en</strong>. [Janss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Korst<strong>en</strong>, 2002: 2-4; Van Tilburg, 1993: 199]<br />

Het succes van lokale partij<strong>en</strong> in de periode vóór 1974 kan aan de <strong>en</strong>e kant verklaard word<strong>en</strong> door de<br />

verzuiling <strong>en</strong> andere kant door het grote aantal kleine geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Tot in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig war<strong>en</strong> met<br />

name in het katholieke Limburg <strong>en</strong> Noord-Brabant de lokale partij<strong>en</strong> in de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> sterk<br />

verteg<strong>en</strong>woordigd. De Katholieke Volkspartij (KVP) was bij de provinciale <strong>en</strong> landelijke verkiezing<strong>en</strong> zo<br />

oppermachtig in deze provincies - de partij haalde vaak meer dan 80 proc<strong>en</strong>t van de stemm<strong>en</strong> - dat<br />

andere landelijke partij<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong>s de moeite nam<strong>en</strong> om deel te nem<strong>en</strong> aan de<br />

geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong>. Vaak kond<strong>en</strong> deze landelijke partij<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong>s g<strong>en</strong>oeg kandidat<strong>en</strong> voor<br />

hun verkiezingslijst vind<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> in grotere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ded<strong>en</strong> de Volkspartij voor Vrijheid <strong>en</strong><br />

Democratie (VVD) <strong>en</strong> de Partij van de Arbeid (PvdA) mee aan de geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong>. Doordat<br />

de PvdA <strong>en</strong> de VVD niet met plaatselijke afdeling<strong>en</strong> deelnam<strong>en</strong> aan de geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> in<br />

Limburg <strong>en</strong> Noord-Brabant, was er voor de KVP ook ge<strong>en</strong> noodzaak om mee te do<strong>en</strong> aan deze<br />

verkiezing<strong>en</strong> in deze provincies. Door het ontbrek<strong>en</strong> van landelijke politieke partij<strong>en</strong> bij de<br />

geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> in deze twee provincies, ontstond er ruimte voor lokale partij<strong>en</strong>. In 1974<br />

stemde 72 proc<strong>en</strong>t van de kiezers in Limburg bij de geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> op lokale partij<strong>en</strong>; in<br />

Noord-Brabant lag dit perc<strong>en</strong>tage op 51 proc<strong>en</strong>t.<br />

De tweede verklaring van het succes van lokale partij<strong>en</strong> vóór 1974 was het grote aantal kleine<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De aantrekkingskracht van de lokale partij<strong>en</strong> in kleine geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> lag in het feit dat ze de<br />

lokale belang<strong>en</strong> behartigd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bek<strong>en</strong>dheid van de plaatselijke kandidat<strong>en</strong>. Daarnaast was het voor<br />

landelijke partij<strong>en</strong> moeilijk om g<strong>en</strong>oeg m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bije<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> plaatselijke afdeling te<br />

vorm<strong>en</strong>. [Janss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Korst<strong>en</strong>, 2002: 5-7; Boogers, Lucardie <strong>en</strong> Voerman, 2006:4-5]<br />

Door de ontzuiling verdwe<strong>en</strong> de bijna vanzelfsprek<strong>en</strong>de verbond<strong>en</strong>heid tuss<strong>en</strong> geloof <strong>en</strong> politiek. Niet<br />

langer wilde de katholieke kiezer in Limburg <strong>en</strong> Noord-Brabant automatisch op e<strong>en</strong> katholieke partij<br />

stemm<strong>en</strong>. Afdeling<strong>en</strong> van de landelijke partij<strong>en</strong> VVD <strong>en</strong> PvdA kreg<strong>en</strong> vanaf dat mom<strong>en</strong>t voet aan de<br />

grond om succesvol mee te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> aan lokale verkiezing<strong>en</strong>. De KVP – die zich tot dan toe niet<br />

tot nauwelijks had geroerd in deze verkiezing<strong>en</strong> – was hierdoor g<strong>en</strong>oodzaakt om ook aan de<br />

geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> deel te nem<strong>en</strong>. Het aantal lokale partij<strong>en</strong> liep daardoor sterk terug.<br />

[Janss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Korst<strong>en</strong>, 2002: 8; Boogers, Lucardie <strong>en</strong> Voerman, 2006: 5]<br />

Naast de ontzuiling, war<strong>en</strong> ook de geme<strong>en</strong>telijke herindeling<strong>en</strong> van invloed op de nationalisering van<br />

de geme<strong>en</strong>tepolitiek. Het sam<strong>en</strong>gaan van kleinere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot één grotere geme<strong>en</strong>te had tot<br />

gevolg dat het aantal raadsled<strong>en</strong> werd verminderd <strong>en</strong> de kiesdrempel werd verhoogd. Als gevolg<br />

daarvan werd het voor lokale partij<strong>en</strong> moeilijker om e<strong>en</strong> zetel te bemachtig<strong>en</strong>. Daarnaast was het voor<br />

plaatselijke afdeling<strong>en</strong> van landelijke partij<strong>en</strong> makkelijker om in grotere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kandidat<strong>en</strong> te<br />

vind<strong>en</strong>. [Janss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Korst<strong>en</strong>, 2002: 8; Boogers, Lucardie <strong>en</strong> Voerman, 2006: 5] E<strong>en</strong> andere verklaring<br />

voor de achteruitgang van de populariteit van lokale partij<strong>en</strong>, zou de geringe betrokk<strong>en</strong>heid van de<br />

23


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

kiezers bij de lokale politiek kunn<strong>en</strong> zijn. Hoewel burgers zich altijd in grote mate betrokk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

gevoeld bij wat er in hun geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> speelt, vertaalde dit zich niet altijd door bij de lokale<br />

verkiezing<strong>en</strong>. [Van Tilburg, 1993: 202]<br />

Na 1990 begon het tij te ker<strong>en</strong>. Lokale partij<strong>en</strong> trokk<strong>en</strong> steeds meer kiezers t<strong>en</strong> koste van de<br />

landelijke politieke partij<strong>en</strong>. Bij de geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> in 1990 was het perc<strong>en</strong>tage kiezers dat<br />

op e<strong>en</strong> lokale partij had gestemd nog 13,3 proc<strong>en</strong>t. Vier jaar later was dit perc<strong>en</strong>tage al gesteg<strong>en</strong> naar<br />

e<strong>en</strong> 17,8 proc<strong>en</strong>t. Het hoogste perc<strong>en</strong>tage werd bereikt in 2002, to<strong>en</strong> ruim e<strong>en</strong> kwart (26,3 proc<strong>en</strong>t)<br />

van de stemmers op e<strong>en</strong> lokale partij had gestemd. In 2006 daalde dit perc<strong>en</strong>tage tot 23,7 proc<strong>en</strong>t<br />

[Boogers, Lucardie <strong>en</strong> Voerman, 2006: 6] Deze ontwikkeling was nu niet alle<strong>en</strong> in bepaalde strek<strong>en</strong><br />

zichtbaar, zoals in de periode vóór 1974, maar kwam voor in heel Nederland. E<strong>en</strong> ander groot verschil<br />

was dat ditmaal de lokale partij<strong>en</strong> veel aanhang kreg<strong>en</strong> in de sted<strong>en</strong>, terwijl lokale partij<strong>en</strong> vóór 1974<br />

veelal voorkwam<strong>en</strong> in kleine geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De lokalisering van de geme<strong>en</strong>tepolitiek kan word<strong>en</strong><br />

verklaard door verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> verklaring voor deze opmars is de groei<strong>en</strong>de onvrede in de<br />

sam<strong>en</strong>leving in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig over verloederde woonwijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sterke to<strong>en</strong>ame van<br />

immigrant<strong>en</strong>. Lokale, vaak populistische, partij<strong>en</strong> wist<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong> te trekk<strong>en</strong> door plaatselijke<br />

problem<strong>en</strong> hoog op hun partijprogramma’s te plaats<strong>en</strong>. De Leefbaar-partij<strong>en</strong> zijn voorbeeld<strong>en</strong> van<br />

zulke lokale partij<strong>en</strong>. Vooral de geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> van 2002 war<strong>en</strong> voor de Leefbaar-partij<strong>en</strong><br />

zeer succesvol verlop<strong>en</strong>. De populariteit van P. Fortuyn, lijsttrekker van Leefbaar Nederland <strong>en</strong><br />

Leefbaar Rotterdam, was daarbij van grote invloed geweest. [Van d<strong>en</strong> Berg <strong>en</strong> Engels, 2009: 47]<br />

Andere verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> die g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong> zijn de opkomst van lokale media, waardoor ook<br />

lokale partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> politici bek<strong>en</strong>dheid kreg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de onvrede over de landelijke politiek, waardoor de<br />

stem op e<strong>en</strong> lokale partij als proteststem gezi<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong>. Daarnaast word<strong>en</strong> ook de lossere<br />

band<strong>en</strong> die burgers hebb<strong>en</strong> met de grote landelijke partij<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, waardoor niet meer<br />

vanzelfsprek<strong>en</strong>d op dezelfde landelijke partij werd gestemd. Hierdoor kwam er ruimte voor andere,<br />

lokale partij<strong>en</strong>. [Boogers, Lucardie <strong>en</strong> Voerman, 2006: 8] E<strong>en</strong> laatste factor die wordt aangedrag<strong>en</strong> ter<br />

verklaring van de opkomst van lokale partij<strong>en</strong> is de verandering van de Kieswet in 1990. Lokale<br />

partij<strong>en</strong> zijn sindsdi<strong>en</strong> verplicht e<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging te word<strong>en</strong> als zij met e<strong>en</strong> partijnaam op e<strong>en</strong> stembiljet<br />

will<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Dit heeft bijgedrag<strong>en</strong> aan <strong>en</strong>ige mate van professionalisering van lokale partij<strong>en</strong>, dat tot<br />

gevolg had dat ze aantrekkelijker werd<strong>en</strong> voor kiezers. [Janss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Korst<strong>en</strong>, 2002: 15-16]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Lokale politieke partij<strong>en</strong><br />

- Landelijke politieke partij<strong>en</strong><br />

- Kiezer<br />

- Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

- KVP<br />

- CDA<br />

- PvdA<br />

- VVD<br />

- Leefbaar partij<strong>en</strong><br />

- P. Fortuyn<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- Berg, J.Th.J. van d<strong>en</strong> <strong>en</strong> J.W.M. Engels, Van APV tot IJspaleis : canon van het<br />

geme<strong>en</strong>tebestuur in Nederland (D<strong>en</strong> Haag 2009)<br />

- Boogers, M., P. Lucardie, <strong>en</strong> G. Voerman. Lokale politieke groepering<strong>en</strong>. Belang<strong>en</strong>behartiging,<br />

protest <strong>en</strong> lokalisme (Tilburg/Groning<strong>en</strong> 2006).<br />

http://dnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/publicatieLucardie/lokalisme/lokalisme.pdf<br />

- Duiv<strong>en</strong>voorde, P., De luis in de pels van de geme<strong>en</strong>tepolitiek. Over de winst van lokale lijst<strong>en</strong><br />

tijd<strong>en</strong>s de geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> in 1994 in Nederland in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Purmer<strong>en</strong>d<br />

in het bijzonder (Amsterdam 1996)<br />

- Janss<strong>en</strong>, J. <strong>en</strong> A. Korst<strong>en</strong>, De wederopstanding van lokale lijst<strong>en</strong>. Paper politicolog<strong>en</strong>etmaal<br />

2002. 23 <strong>en</strong> 24 mei, Noordwijkerhout. Workshop 15: lokaal bestuur in Nederland <strong>en</strong><br />

Vlaander<strong>en</strong> (Maastricht 2002).<br />

- “<strong>Politiek</strong> Comp<strong>en</strong>dium - Homepage,”. http://www.politiekcomp<strong>en</strong>dium.nl/.<br />

24


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- Tilburg, M.F.J., Lokaal of nationaal? : het lokale karakter van de geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> in<br />

Nederlandse geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (1974-1990) (D<strong>en</strong> Haag 1993).<br />

25


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 6 - Verandering van de opbouw van het parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> van de<br />

achtergrond van parlem<strong>en</strong>tsled<strong>en</strong><br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Participatie <strong>en</strong> emancipatie<br />

- Secularisatie<br />

- Multiculturalisering<br />

Relatie met<br />

- Ontwikkeling van de grote politieke partij<strong>en</strong>: van massapartij naar catch-all-partij<br />

- Afname van maatschappelijke ongelijkheid van vrouw<strong>en</strong><br />

Datering<br />

Begin jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig – na 2005<br />

Beschrijving<br />

Eerste Kamer<br />

In de periode 1946-1971 was de Eerste Kamer (S<strong>en</strong>aat) vooral e<strong>en</strong> ‘Kamer van<br />

belang<strong>en</strong>verteg<strong>en</strong>woordigers’. De sam<strong>en</strong>stelling van de Kamer was e<strong>en</strong> afspiegeling van de verzuilde<br />

maatschappij <strong>en</strong> de led<strong>en</strong> war<strong>en</strong> afgevaardigd<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de maatschappelijke <strong>en</strong> politieke<br />

groepering<strong>en</strong>. Hierdoor werd<strong>en</strong> ook buit<strong>en</strong> de zitting<strong>en</strong> van de Eerste Kamer om, politieke <strong>en</strong><br />

maatschappelijke zak<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> de elites van de verschill<strong>en</strong>de zuil<strong>en</strong> war<strong>en</strong> namelijk<br />

verteg<strong>en</strong>woordigd, waardoor overleg op politiek niveau kon plaatsvind<strong>en</strong>, maar ook overleg op<br />

maatschappelijk niveau was mogelijk, doordat vakbond<strong>en</strong>, werkgevers, omroep<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

landbouworganisaties ook afgevaardigd<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> in de Eerste Kamer. De Eerste Kamer was naast e<strong>en</strong><br />

volksverteg<strong>en</strong>woordiging, e<strong>en</strong> informeel overlegorgaan geword<strong>en</strong>. [Van d<strong>en</strong> Braak, 1998: 379]<br />

Eerste Kamerled<strong>en</strong> war<strong>en</strong> zoals gezegd expon<strong>en</strong>t van de verzuilde sam<strong>en</strong>leving. Ze hadd<strong>en</strong> daarnaast<br />

veel ervaring als bestuurder of war<strong>en</strong> hoogleraar. De meest<strong>en</strong> war<strong>en</strong> hoogopgeleid, alle<strong>en</strong> de<br />

verteg<strong>en</strong>woordigers van de vakbond<strong>en</strong> war<strong>en</strong> meestal laag opgeleid. De jurist<strong>en</strong> war<strong>en</strong> in de<br />

meerderheid. Pas vanaf midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> zestig kwam<strong>en</strong> er ook led<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere academische<br />

achtergrond in de Eerste Kamer. Er was met name e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van Kamerled<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> sociale<br />

opleiding. Dit kwam omdat het aantal opleiding<strong>en</strong> op dit gebied zich steeds meer uitbreidde <strong>en</strong> steeds<br />

meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> maatschappijwet<strong>en</strong>schappelijk studies, zoals economie, politicologie <strong>en</strong> sociale geografie<br />

ging<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast kwam<strong>en</strong> er in deze tijd – de periode van de ontzuiling - ook led<strong>en</strong> in de Eerste Kamer die<br />

ge<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tant van de verzuilde maatschappij war<strong>en</strong>, zoals ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hierbov<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde<br />

sociaalwet<strong>en</strong>schappers (werkzaam als onderzoeker). E<strong>en</strong> klein deel van de led<strong>en</strong> was afkomstig uit het<br />

bedrijfslev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de agrarische sector. Het overgrote deel van de led<strong>en</strong> was man <strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de vijftig. Er<br />

zat<strong>en</strong> in de periode 1946-1971 slechts <strong>en</strong>kele vrouw<strong>en</strong> in de Eerste Kamer. [Van d<strong>en</strong> Braak, 1998:<br />

332-335, 376; Bov<strong>en</strong>d’Eert <strong>en</strong> Kummeling, 2010: 100; Bov<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Wille, 2011: 74] Opvall<strong>en</strong>d was dat<br />

de meeste led<strong>en</strong> het lidmaatschap van de Eerste Kamer combineerd<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere belangrijke<br />

maatschappelijke functie, zoals burgemeester van grote <strong>en</strong> middelgrote geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, voorzitter van<br />

e<strong>en</strong> vakbond of lidmaatschap van e<strong>en</strong> College van Gedeputeerde Stat<strong>en</strong>. Het lidmaatschap van de<br />

S<strong>en</strong>aat is e<strong>en</strong> parttime functie. [Van d<strong>en</strong> Braak, 1998: 376]<br />

Midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> zestig/begin jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig veranderde het profiel van e<strong>en</strong> Eerste Kamerlid. De<br />

belangrijkste verandering was dat het lidmaatschap van de Eerste Kamer <strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere belangrijke<br />

maatschappelijke functie niet meer te combiner<strong>en</strong> viel, omdat beide meer tijd opeist<strong>en</strong>.<br />

Burgemeesters van grote <strong>en</strong> middelgrote geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> uit de Kamer, ev<strong>en</strong>als (actieve)<br />

vakbondsbestuurders. In de Eerste Kamer trad e<strong>en</strong> verschuiving op van actieve bestuurders naar<br />

bestuurders die met p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> war<strong>en</strong> gegaan of e<strong>en</strong> veel minder drukke baan hadd<strong>en</strong>. De led<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />

vaak e<strong>en</strong> bestuurlijk/politieke achtergrond of war<strong>en</strong> afkomstig uit de wet<strong>en</strong>schap. Vanaf begin jar<strong>en</strong><br />

zev<strong>en</strong>tig kwam<strong>en</strong> daar de ‘nieuwe vrijgesteld<strong>en</strong>’ bij. Dit war<strong>en</strong> led<strong>en</strong> die meerdere bestuurlijke functies<br />

hadd<strong>en</strong> bij maatschappelijke, politieke of culturele instelling<strong>en</strong>. Het lidmaatschap van de Eerste Kamer<br />

was er één van. De Eerste Kamer werd daardoor steeds minder e<strong>en</strong> afspiegeling van de verzuilde<br />

26


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> steeds meer e<strong>en</strong> verzameling van maatschappelijke sector<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit lagere<br />

sociale milieus verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigers van het bedrijfslev<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er steeds minder te<br />

vind<strong>en</strong>. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> nam het aantal led<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogere (academische) opleiding toe. In 1994 was<br />

het aantal academici gesteg<strong>en</strong> tot 70% [Van d<strong>en</strong> Braak, 1998: 341, 373, 377, 440]<br />

De gemiddelde leeftijd daalde in eerste instantie na de verkiezing<strong>en</strong> in 1971 sterk. De gemiddelde<br />

leeftijd van de s<strong>en</strong>ator<strong>en</strong> was in dat jaar 49 jaar. In de dec<strong>en</strong>nia daarna steeg de leeftijd weer. In<br />

1987 lag de gemiddelde leeftijd net onder de 54 jaar <strong>en</strong> in 1995 was dat zelfs 58 jaar. Dit kwam met<br />

name door de toetreding van oudere led<strong>en</strong> <strong>en</strong> de electorale groei van de VVD, waardoor VVDs<strong>en</strong>ator<strong>en</strong><br />

langer kond<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>. Jongere led<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> na 1987 eerder e<strong>en</strong> uitzondering. In<br />

2009 was tweederde van de led<strong>en</strong> ouder dan 55 jaar. [Van d<strong>en</strong> Braak, 1998: 367; Bov<strong>en</strong>d’Eert <strong>en</strong><br />

Kummeling; 2010: 99]<br />

Het aantal vrouw<strong>en</strong> in de S<strong>en</strong>aat begon vanaf 1970 langzaamaan te stijg<strong>en</strong>. Dit had te mak<strong>en</strong> met de<br />

emancipatoire beweging<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving. Waar in 1969 nog vier vrouwelijke Eerste Kamerled<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong>, was dat aantal in 1980 gesteg<strong>en</strong> tot 10. Ruim ti<strong>en</strong> jaar later zat<strong>en</strong> er 19 vrouwelijke led<strong>en</strong> in<br />

de Eerste Kamer. Het aandeel vrouw<strong>en</strong> stabiliseerde zich daarna op ongeveer e<strong>en</strong> derde. [Van d<strong>en</strong><br />

Braak, 1998: 338, 366-370; Bov<strong>en</strong>d’Eert <strong>en</strong> Kummeling; 2010: 100]<br />

Tweede Kamer<br />

De belangrijkste ontwikkeling in de Tweede Kamer was de professionalisering doordat er in<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate e<strong>en</strong> beroep werd gedaan op specifieke vaardighed<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> opleiding. Dit uitte<br />

zich met name door de to<strong>en</strong>ame van het aantal academici <strong>en</strong> ander hoogopgeleid<strong>en</strong>. Led<strong>en</strong> van de<br />

Tweede Kamer met alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lagere opleiding kwam<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> nul niet tot nauwelijks<br />

meer voor. Dit is niet altijd zo geweest. Tot het eind van de jar<strong>en</strong> vijftig war<strong>en</strong> hoger opgeleide<br />

Tweede Kamerled<strong>en</strong> in de minderheid. Dit in teg<strong>en</strong>stelling tot de Eerste Kamer, waar veel hooglerar<strong>en</strong><br />

in zat<strong>en</strong>. Rond 1960 begon het aantal academici in de Tweede Kamer te stijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het einde van<br />

de jar<strong>en</strong> zestig had ruim tweederde e<strong>en</strong> academische achtergrond. In 2006 had 85% e<strong>en</strong> hogere of<br />

academische opleiding. Het opleidingsniveau <strong>en</strong> de expertise werd daardoor steeds belangrijker bij de<br />

rekrutering van nieuwe led<strong>en</strong>. Net als in de Eerste Kamer was het perc<strong>en</strong>tage jurist<strong>en</strong> hoog. Pas vanaf<br />

de jar<strong>en</strong> zestig kwam<strong>en</strong> er ook led<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere academische opleiding in de Tweede Kamer,<br />

zoals politicolog<strong>en</strong>, econom<strong>en</strong>, sociolog<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestuurskundig<strong>en</strong>. [Bov<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Wille, 2011: 67-68, 74]<br />

De Tweede Kamer veranderde van verteg<strong>en</strong>woordiging van de georganiseerde sam<strong>en</strong>leving (zuil<strong>en</strong>)<br />

naar e<strong>en</strong> werkplaats voor beroepspolitici, onder invloed van de ontzuiling <strong>en</strong> de instelling van e<strong>en</strong><br />

salaris voor Kamerled<strong>en</strong>. Tweede Kamerled<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> naast hun lidmaatschap e<strong>en</strong> andere<br />

maatschappelijke carrière of kond<strong>en</strong> het zich veroorlov<strong>en</strong> om zonder e<strong>en</strong> salaris e<strong>en</strong> politieke carrière<br />

te hebb<strong>en</strong>. In de loop van de jar<strong>en</strong> werd het salaris ofwel de ‘schadeloosstelling’ – dat was in eerste<br />

instantie alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onkost<strong>en</strong>vergoeding - voor politici steeds verhoogd, waardoor het mogelijk werd<br />

om ook als niet gefortuneerde, lid te word<strong>en</strong> van de Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal. Met name de regeling van de<br />

schadeloosstelling uit 1968 zorgde voor de opkomst van beroepspolitici. Afkomst werd veel minder<br />

belangrijk, want ook m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> minder gefortuneerd milieu kond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> politieke carrière<br />

verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong>. Het werd mogelijk om van de politiek je beroep te mak<strong>en</strong>. [Interview Koole, 2011;<br />

Bov<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Wille, 2011: 77]<br />

Daarnaast getuigde de intrede van andere groep<strong>en</strong> zoals vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verdere<br />

professionalisering. De instroom van andere groep<strong>en</strong> laat zi<strong>en</strong> dat afkomst minder belangrijk werd <strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate op basis van hun capaciteit<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gerekruteerd. Sinds 1970 is het<br />

perc<strong>en</strong>tage vrouw<strong>en</strong> in de Tweede Kamer sterk steg<strong>en</strong>. War<strong>en</strong> er in 1970 nog maar 15 vrouwelijke<br />

Tweede Kamerled<strong>en</strong>, in 1990 was dat aantal gesteg<strong>en</strong> tot 39 <strong>en</strong> in 2004 tot 59. In de jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong><br />

neg<strong>en</strong>tig was de sterkste stijging te zi<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> de fracties war<strong>en</strong> wel verschill<strong>en</strong> te onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. De<br />

PVDA <strong>en</strong> Gro<strong>en</strong>Links hebb<strong>en</strong> de laatste tweede dec<strong>en</strong>nia relatief veel vrouw<strong>en</strong> in hun geleder<strong>en</strong> gehad.<br />

De PvdA heeft ook e<strong>en</strong> bewust beleid gevoerd om het aandeel vrouw<strong>en</strong> te verhog<strong>en</strong> door op de<br />

kandidat<strong>en</strong>lijst de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> mann<strong>en</strong> elkaar te do<strong>en</strong> afwissel<strong>en</strong>. De VVD bestaat pas sinds 2004 uit<br />

meer dan e<strong>en</strong> kwart uit vrouw<strong>en</strong>. [Van d<strong>en</strong> Berg <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Braak, 2004: 71] Daarnaast is er sinds<br />

1994 ook e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van led<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> allochtone afkomst. Daarvoor kwam het zo goed als niet<br />

voor. De eerste minister <strong>en</strong> staatssecretaris met e<strong>en</strong> allochtone afkomst werd<strong>en</strong> pas in 2007 beëdigd.<br />

[Van d<strong>en</strong> Berg <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Braak, 2004: 72; website Parlem<strong>en</strong>t & <strong>Politiek</strong>]<br />

E<strong>en</strong> andere groep die heeft bijgedrag<strong>en</strong> aan de professionalisering van de politiek zijn de jonger<strong>en</strong> die<br />

in de politiek carrière will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Doordat de achtergrond van kandidat<strong>en</strong> minder belangrijk werd <strong>en</strong><br />

de vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> opleiding<strong>en</strong> juist in betek<strong>en</strong>is steg<strong>en</strong>, was het mogelijk voor groep<strong>en</strong> die voorhe<strong>en</strong><br />

niet tot nauwelijks in de Kamer verteg<strong>en</strong>woordigd war<strong>en</strong>, hun intrede te do<strong>en</strong> op het politieke toneel.<br />

27


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

In de periode 1946-1963 was e<strong>en</strong> groot deel van de led<strong>en</strong> van de Tweede Kamer tuss<strong>en</strong> de 50 <strong>en</strong> 60<br />

jaar. Begin jar<strong>en</strong> zestig was er e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eratiewisseling waarbij oudere led<strong>en</strong> – C.P.M. Romme (66 jaar,<br />

KVP), J. Burger (58 jaar, PvdA), H.W. Tilanus (79 jaar, CHU) <strong>en</strong> P.J. Oud (76 jaar, VVD) - van de<br />

partij<strong>en</strong> de Tweede Kamer verliet<strong>en</strong> <strong>en</strong> ruimte maakt<strong>en</strong> voor de jongere g<strong>en</strong>eratie. In 1971 trad er<br />

verjonging op van het parlem<strong>en</strong>t door de to<strong>en</strong>ame van het aantal jonger<strong>en</strong> (onder de veertig). In<br />

1983 was de gemiddelde leeftijd ca 50 jaar. In 1994 was het iets gedaald tot 48 jaar. Het aantal<br />

oudere led<strong>en</strong> (bov<strong>en</strong> zestig jaar) is sinds begin jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig gedaald van ongeveer 11% tot<br />

ongeveer 3%. Het aantal led<strong>en</strong> jonger dan 30 jaar is daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> iets gesteg<strong>en</strong> - van 1 dertigminner<br />

in 1970 naar 9 in 2004. [Van d<strong>en</strong> Braak, 1998: 368; Van d<strong>en</strong> Berg <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Braak, 2004: 72;<br />

Bov<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Wille, 2011: 84-85]<br />

Van d<strong>en</strong> Berg toont aan dat de hed<strong>en</strong>daagse Kamerled<strong>en</strong> afkomstig van grote partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote mate<br />

van homog<strong>en</strong>iteit verton<strong>en</strong>. Het profiel van e<strong>en</strong> Tweede Kamerlid uit de jar<strong>en</strong> nul kan gek<strong>en</strong>schetst<br />

word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> vergelijkbaar hoog opleidingsniveau <strong>en</strong> zijn vaak tuss<strong>en</strong> de 30 <strong>en</strong> 40 jaar wanneer ze<br />

Kamerlid word<strong>en</strong>. Ze won<strong>en</strong> verspreid over het land <strong>en</strong> zijn meestal afkomstig uit overheidsdi<strong>en</strong>st. De<br />

meeste Kamerled<strong>en</strong> zijn fulltimers. [Bov<strong>en</strong>d’Eert <strong>en</strong> Kummeling: 2010: 99]<br />

De sterke band tuss<strong>en</strong> sociale afkomst <strong>en</strong> toegang tot de Eerste of Tweede Kamer is volledig<br />

verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>. Kamerled<strong>en</strong> zijn nu afkomstig uit alle lag<strong>en</strong> van de bevolking. [Bov<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Wille, 2011: 85]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Eerste Kamer<br />

- Tweede Kamer<br />

- Regering<br />

- <strong>Politiek</strong>e partij<strong>en</strong><br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- Berg, J.Th.J., <strong>en</strong> B. van d<strong>en</strong> Braak, 'Kamerled<strong>en</strong> als passant<strong>en</strong> in de Haagse politiek. de<br />

maatschappelijke herkomst van Tweede-Kamerled<strong>en</strong> 1970-2004', C.C. Baal<strong>en</strong> (red.), in: Het<br />

democratisch ideaal (Nijmeg<strong>en</strong>/D<strong>en</strong> Haag 2004) p. 69-81.<br />

- Bov<strong>en</strong>d’Eert, P.P.T., <strong>en</strong> H.R.B.M. Kummeling, Het Nederlandse parlem<strong>en</strong>t (Dev<strong>en</strong>ter 2010).<br />

- Bov<strong>en</strong>s, M., <strong>en</strong> A.C. Wille, Diplomademocratie : over de spanning tuss<strong>en</strong> meritocratie <strong>en</strong><br />

democratie (Amsterdam 2011).<br />

- Braak, B. van d<strong>en</strong>, De Eerste Kamer : geschied<strong>en</strong>is, sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is 1815-1995<br />

(D<strong>en</strong> Haag 1998).<br />

- www.politiekcomp<strong>en</strong>dium.nl<br />

- www.parlem<strong>en</strong>t.com<br />

- Interview Ruud Koole, 17 januari 2011<br />

28


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 7 – Ontwikkeling van de grote politieke partij<strong>en</strong>: van massapartij<br />

naar catch-all partij<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

• Verzakelijking<br />

• Verandering van institutionele verband<strong>en</strong><br />

• Secularisatie<br />

• Individualisering<br />

• Emancipatie <strong>en</strong> participatie<br />

Relatie met<br />

• Ontzuiling van de politiek<br />

• Vervlakking van de partijpolitieke teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong><br />

Datering<br />

Medio 1960 tot 2000<br />

Beschrijving<br />

De grote politieke partij<strong>en</strong> vandaag de dag in de Nederlandse politiek zijn niet meer dezelfde als die<br />

van honderd jaar geled<strong>en</strong>. De massapartij<strong>en</strong> van weleer met e<strong>en</strong> vaste basis in het electoraat <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

groot (massaal) led<strong>en</strong>bestand zijn onderhevig geweest aan verandering. De vooroorlogse<br />

massapartij<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd<strong>en</strong> specifieke sociale of religieuze groep<strong>en</strong> uit de sam<strong>en</strong>leving. Na de<br />

Tweede Wereldoorlog verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> deze scherpe klass<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> confessionele scheidslijn<strong>en</strong><br />

langzamerhand door de <strong>en</strong>orme economische groei <strong>en</strong> de uitbreiding van de welvaartsstaat. De<br />

ontwikkeling werd vanaf de jar<strong>en</strong> zestig versterkt door de ontzuiling. De verhoging van de gemiddelde<br />

lev<strong>en</strong>sstandaard <strong>en</strong> het ontstaan van e<strong>en</strong> brede midd<strong>en</strong>klasse gav<strong>en</strong> de politieke partij<strong>en</strong> de<br />

mogelijkheid zich te richt<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bredere groep van kiezers. Er ontstond e<strong>en</strong> nieuw type partij: de<br />

catch-all partij. [Krouwel, 1996: 169; Koole, 1993: 378]<br />

Deze nieuwe partijvorm – die de Amerikaans-Duitse politicoloog Otto Kirchheimer in 1966 aanduidde<br />

als catch-all party – was in de eerste plaats e<strong>en</strong> organisatorisch verschijnsel. De catch-all partij<br />

k<strong>en</strong>merkte zich door: e<strong>en</strong> drastische vermindering van de ideologische bagage van e<strong>en</strong> partij;<br />

versterking van het leiderschap aan de top van de partij; degradatie van de rol van het gewone<br />

partijlid; minder nadruk op specifieke sociale of confessionele groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> in plaats daarvan werving<br />

van kiezers uit alle bevolkingsgroep<strong>en</strong>; het onderhoud<strong>en</strong> van goede betrekking<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de<br />

belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>, niet in de eerste plaats vanwege de financiële steun die zij zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

verschaff<strong>en</strong>, maar vooral om via deze belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> meer kiezers te werv<strong>en</strong>. [Koole, 1993: 378;<br />

Krouwel, 1996:169-170] Deze nieuwe partijvariant had niet meer als doel het integrer<strong>en</strong> van nieuwe<br />

groep<strong>en</strong> in de politieke sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> verwoordde niet langer de belang<strong>en</strong> van deze groep<strong>en</strong> zoals de<br />

massapartij<strong>en</strong> dit ded<strong>en</strong>. De catch-all partij had als e<strong>en</strong> van de belangrijkste functies het rekruter<strong>en</strong><br />

van politieke kandidat<strong>en</strong>.<br />

De these van Kirchheimer is e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de b<strong>en</strong>adering om de verandering<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de politieke<br />

partij<strong>en</strong> te analyser<strong>en</strong>. Politicoloog André Krouwel gaf aan dat voor er begonn<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> met<br />

beoordel<strong>en</strong> in hoeverre er in Nederland sprake is van e<strong>en</strong> catch-all ontwikkeling binn<strong>en</strong> het politieke<br />

bedrijf dit concept allereerst gedefinieerd moest word<strong>en</strong>. Uit de discussie die volgde na de publicatie<br />

van Kirchheimer’s these destilleerde Krouwel de volg<strong>en</strong>de breed gedrag<strong>en</strong> definitie van e<strong>en</strong> catch-all<br />

partij: ‘e<strong>en</strong> partij die wordt gekarakteriseerd door e<strong>en</strong> zwak ideologisch profiel, e<strong>en</strong> breed electoraal<br />

appel, e<strong>en</strong> geringe band met haar electoraat, e<strong>en</strong> sterke positie van de partijleiding t<strong>en</strong> opzichte van<br />

de partijled<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> professionele <strong>en</strong> gec<strong>en</strong>traliseerde organisatie waarvan het personeel <strong>en</strong> kapitaal<br />

voornamelijk uit externe bronn<strong>en</strong> afkomstig zijn’. Vanuit deze definitie heeft Krouwel e<strong>en</strong> operationele<br />

definitie geconstrueerd waarin hij drie dim<strong>en</strong>sies van partijverandering onderscheidde: e<strong>en</strong><br />

ideologische, e<strong>en</strong> electorale <strong>en</strong> e<strong>en</strong> organisatorische dim<strong>en</strong>sie. [Krouwel, 1996: 170]<br />

Door vergelijk<strong>en</strong>d onderzoek te do<strong>en</strong> naar de inhoud van verkiezingsprogramma’s van de politieke<br />

partij<strong>en</strong> zag Krouwel e<strong>en</strong> mogelijkheid de verandering<strong>en</strong> te analyser<strong>en</strong> in de onderwerp<strong>en</strong> die het<br />

meest door e<strong>en</strong> partij zijn b<strong>en</strong>adrukt. Zo bestond in de jar<strong>en</strong> vijftig nog e<strong>en</strong> derde van de<br />

29


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

verkiezingsprogramma’s van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), de Christelijk-Historische Unie (CHU)<br />

<strong>en</strong> de Katholieke Volkspartij (KVP) uit uitsprak<strong>en</strong> over traditionele moraal, uitbreiding van de<br />

welvaartsstaat, sociale rechtvaardigheid, vrijheid <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> aandacht voor de landbouw. In<br />

de jar<strong>en</strong> tachtig is dat perc<strong>en</strong>tage teruggelop<strong>en</strong> naar 10% in de verkiezingsprogramma’s van de<br />

opvolger van de drie confessionele partij<strong>en</strong>, het Christ<strong>en</strong>-Democratisch Appèl (CDA). De Partij van de<br />

Arbeid (PvdA) besteedde in haar verkiezingsprogramma’s sinds de jar<strong>en</strong> zestig minder aandacht aan<br />

traditionele sociaaldemocratische issues zoals uitbreiding van de welvaartsstaat, de situatie van de<br />

arbeiders <strong>en</strong> sociale rechtvaardigheid dan in de jar<strong>en</strong> vijftig. De partijprogramma’s van de Volkspartij<br />

voor Vrijheid <strong>en</strong> Democratie (VVD) bestond<strong>en</strong> tot 1980 voor e<strong>en</strong> kwart uit traditionele liberale issues<br />

als vrij ondernemerschap, vrijheid <strong>en</strong> aandacht voor specifieke groepering<strong>en</strong> (ouder<strong>en</strong>, jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vrouw<strong>en</strong>). Rec<strong>en</strong>tere programma’s bied<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel meer ruimte voor andere zak<strong>en</strong>. De<br />

verkiezingsprogramma’s van Democrat<strong>en</strong> ’66 (D’66) zijn volg<strong>en</strong>s Krouwel niet erg stabiel met<br />

betrekking tot liberale issues, desalniettemin was ook hier sprake van e<strong>en</strong> afname sinds 1980.<br />

[Krouwel, 1996: 171-172]<br />

De geclaimde ministersportefeuilles zijn naast de verkiezingsprogramma’s ook indicator<strong>en</strong> van het<br />

ideologische profiel van e<strong>en</strong> partij. Indi<strong>en</strong> alle partij<strong>en</strong> zich in de catch-all richting zoud<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>,<br />

zoud<strong>en</strong> de specifieke voorkeur<strong>en</strong> steeds minder e<strong>en</strong> rol moet<strong>en</strong> gaan spel<strong>en</strong>. De portefeuilleverdeling<br />

van de naoorlogse kabinett<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> echter juist e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in de mate van verdeling naar<br />

specifieke voorkeur<strong>en</strong>. Deze consist<strong>en</strong>te verdelingspatron<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verklaard word<strong>en</strong> door de<br />

dominantie van de christ<strong>en</strong>democrat<strong>en</strong> <strong>en</strong> het veelvuldig voorkom<strong>en</strong> van c<strong>en</strong>trumrechtse coalities.<br />

Toch is er naast deze consist<strong>en</strong>te patron<strong>en</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame te zi<strong>en</strong> in de bereidheid om ‘atypische’<br />

ministeries te aanvaard<strong>en</strong>. Zo nam<strong>en</strong> de christ<strong>en</strong>democrat<strong>en</strong> steeds vaker economisch gerelateerde<br />

portefeuilles op zich, hield de PvdA zich sporadisch bezig op het gebied van orde <strong>en</strong> veiligheid <strong>en</strong> nam<br />

de VVD <strong>en</strong>kele mal<strong>en</strong> ministeries in het welzijncluster voor haar rek<strong>en</strong>ing.[Krouwel, 1996: 173-174]<br />

Naast deze ontwikkeling<strong>en</strong> was er e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame te zi<strong>en</strong> van de bereidheid onder de politieke partij<strong>en</strong><br />

om sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. Het bij voorbaat uitsluit<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werking, zoals de VVD dat deed t<strong>en</strong><br />

opzichte van de PvdA in de periode 1959-1972 <strong>en</strong> de PvdA naar de VVD toe in de periode van 1967 tot<br />

1982, nam af. De programmatische overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> nam<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> juist toe. Met betrekking tot<br />

de ontwikkeling van de politieke partij<strong>en</strong> van massapartij naar catch-all partij op het gebied van<br />

ideologie kan geconcludeerd word<strong>en</strong> dat hier duidelijke positieve aanwijzing<strong>en</strong> voor zijn. De oude<br />

massapartij<strong>en</strong> PvdA <strong>en</strong> CDA zijn volg<strong>en</strong>s Krouwel op dit ideologische terrein het verst in de<br />

ontwikkeling naar e<strong>en</strong> catch-all partij.<br />

Met betrekking tot het electoraal profiel van het CDA, de PvdA, de VVD <strong>en</strong> D66 <strong>en</strong> dan met name de<br />

mate waarin zij in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate kiezers aansprek<strong>en</strong> naast hun traditionele achterban, kijkt<br />

Krouwel naar de verhouding tuss<strong>en</strong> de midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> hogere klass<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de lagere sociale<br />

klass<strong>en</strong> onder de kiezers. Hieruit blijkt dat het ‘klasseverschil’ tuss<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> afneemt. De VVD<br />

blijft voornamelijk e<strong>en</strong> partij voor de midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> hogere klass<strong>en</strong>, maar de andere partij<strong>en</strong> kruip<strong>en</strong> in<br />

de richting van de VVD. Krouwel gebruikt hier de term ‘verburgerlijking’ voor. De PvdA heeft eind van<br />

de jar<strong>en</strong> tachtig de midd<strong>en</strong>positie, waarin het aandeel arbeiders ev<strong>en</strong> groot is als het aandeel nietarbeiders,<br />

van het CDA overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Naast het CDA kan de PvdA in dit opzicht ook als e<strong>en</strong> echte<br />

‘volkspartij’ aangemerkt word<strong>en</strong>. [Krouwel, 1996: 176-177] Politicoloog Ruud Koole stelde dat verlies<br />

van vaste kiezersgroep<strong>en</strong> er toe heeft geleid dat de partij<strong>en</strong> hun electorale nett<strong>en</strong> wijder zijn gaan<br />

uitwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij de vervag<strong>en</strong>de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van klasse <strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>st zijn gaan overschrijd<strong>en</strong>. Dit<br />

heeft echter niet geleid tot e<strong>en</strong> allesomvatt<strong>en</strong>de electorale strategie over de hele breedte van links<br />

naar rechts in Nederland. De aanpak van de politieke partij<strong>en</strong> bleef tweesporig: partij<strong>en</strong> richtt<strong>en</strong> zich<br />

zowel op de specifieke groep<strong>en</strong> als op het electoraat in het algeme<strong>en</strong>. [Koole, 1993: 389-390;<br />

Daalder, 1989: 166] De catch-all these spreekt van e<strong>en</strong> goede onderlinge band tuss<strong>en</strong> de politieke<br />

partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>. Onderzoek heeft aangetoond dat de PvdA het best in<br />

staat was om belang<strong>en</strong>- <strong>en</strong> pressiegroep<strong>en</strong> te mobiliser<strong>en</strong> voor haar beleid. Het CDA <strong>en</strong> de VVD<br />

onderhield<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s goede contact<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de maatschappelijke groepering<strong>en</strong>. D66<br />

daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> was het minst in staat om externe groepering<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> voor haar programma.<br />

[Krouwel, 1996: 179-180] Wat betreft de belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun invloed op het werv<strong>en</strong> van kiezers<br />

<strong>en</strong> het financier<strong>en</strong> van activiteit<strong>en</strong> van de partij<strong>en</strong> is er e<strong>en</strong> afwijking van de Nederlandse realiteit t<strong>en</strong><br />

opzichte van het model van Kirchheimer. Door de afbrokkeling van de zuil<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> de<br />

formele band<strong>en</strong> met geïnstitutionaliseerde belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>. Zij zijn er niet in geslaagd deze te<br />

vervang<strong>en</strong> door ev<strong>en</strong>redig sterke band<strong>en</strong> met nieuwe groep<strong>en</strong>. [Daalder, 1989: 165]<br />

30


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Ook met betrekking tot de electorale profiel<strong>en</strong> van de vier partij<strong>en</strong> kan geconcludeerd word<strong>en</strong> dat de<br />

partij<strong>en</strong> zich ontwikkeld hebb<strong>en</strong> in de richting van catch-all partij<strong>en</strong>.<br />

De catch-all ontwikkeling voor de politieke partij<strong>en</strong> op het gebied van de organisatie is het best te zi<strong>en</strong><br />

aan de hand van de led<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong>. De jar<strong>en</strong> vijftig k<strong>en</strong>merkt<strong>en</strong> zich nog met massale led<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong>.<br />

Zo had de KVP rond de 400.000 led<strong>en</strong>, de ARP ruim 100.000 <strong>en</strong> de CHU ruim 50.000. Deze aantall<strong>en</strong><br />

zijn door de ontzuiling flink afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Aan het einde van de jar<strong>en</strong> zestig had de KVP nog maar<br />

100.000 led<strong>en</strong>, de ARP 80.000 <strong>en</strong> de CHU minder dan 30.000 led<strong>en</strong>. De vorming van het CDA heeft<br />

deze ontwikkeling niet kunn<strong>en</strong> stopp<strong>en</strong>. Het CDA had aan het eind van de jar<strong>en</strong> tachtig nog maar<br />

120.000 led<strong>en</strong>. De PvdA had in de jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig led<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de 110.000 <strong>en</strong><br />

140.000. In de jar<strong>en</strong> tachtig liep dit terug tot ver onder de 100.000. De VVD maakte opmerkelijk<br />

g<strong>en</strong>oeg e<strong>en</strong> omgekeerde ontwikkeling door. Vlak na haar oprichting in 1948 had zij ruim 20.000 led<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dit liep op tot bov<strong>en</strong> de 100.000 in de jar<strong>en</strong> tachtig, maar ook hier liep het sindsdi<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>derog<strong>en</strong><br />

terug. In 1998 had de VVD nog iets bov<strong>en</strong> de 50.000 led<strong>en</strong>. D66 heeft e<strong>en</strong> grilliger verloop in haar<br />

led<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong>. Zo heeft zij vanaf haar oprichting tot 1973 e<strong>en</strong> oplop<strong>en</strong>d bestand tot 6.000 led<strong>en</strong>. De<br />

twee jar<strong>en</strong> hierna betek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> bijna het einde van de led<strong>en</strong>organisatie. Eind jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig herleefde<br />

de partij <strong>en</strong> bereikte zij haar top met iets meer dan 17.000 led<strong>en</strong>. De jar<strong>en</strong> tachtig zag e<strong>en</strong> terugloop<br />

naar rond de 9.000, waarna ze in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig weer omhoog kroop naar 15.000 led<strong>en</strong>. In de<br />

jar<strong>en</strong> nul van het nieuwe mill<strong>en</strong>nium nam het led<strong>en</strong>aantal van D66 weer af. [Krouwel, 1996: 180-181;<br />

SCP, 1998: 764]<br />

E<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> voor de terugloop in het led<strong>en</strong>bestand van de (grote) politieke partij<strong>en</strong> is de<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> beweeglijkheid van de stemmers. Naast e<strong>en</strong> zekere ideologische verwantschap zijn de<br />

specifieke actuele thema’s <strong>en</strong> het beeld dat e<strong>en</strong> kiezer heeft van e<strong>en</strong> kandidaat, belangrijke red<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> kiezer om op e<strong>en</strong> kandidaat/partij te stemm<strong>en</strong>. Het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> lidmaatschap <strong>en</strong> het<br />

actief inzett<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> partij nam af door de ontwikkeling van deze beweeglijkheid. [SCP, 1998: 764-<br />

765] De led<strong>en</strong>organisatie van de politieke partij<strong>en</strong> is in het licht van de catch-all these in mindere<br />

mate van belang. Als de ontwikkeling<strong>en</strong> zich conform deze these zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voorgedaan, dan<br />

war<strong>en</strong> de lidmaatschapsgeld<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door subsidies van de overheid <strong>en</strong> van belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>. In<br />

de Nederlandse situatie is dit maar gedeeltelijk het geval. De politieke partij<strong>en</strong> zijn in hoge mate<br />

afhankelijk geblev<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong>contributie daar ze liever niet afhankelijk zijn van particuliere steun.<br />

Deze financiële steun van externe bronn<strong>en</strong> wordt vooral in verkiezingstijd<strong>en</strong> met de nodige<br />

wantrouw<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd. [Krouwel, 1996: 185; Daalder, 1988: 166]<br />

Politicoloog Hans Daalder heeft de theorie van Kirchheimer ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s toegepast op de Nederlandse<br />

politieke situatie. Hij stelde e<strong>en</strong> verzwakking van sociale binding<strong>en</strong> vast <strong>en</strong> constateerde dat de<br />

politieke partij<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als politieke ondernemers op de kiezersmarkt<br />

met bijvoorbeeld het gebruik van professionele campagnetechniek<strong>en</strong>. Waar voorhe<strong>en</strong> actieve led<strong>en</strong><br />

zelf het nodige knip- <strong>en</strong> plakwerk verrichtt<strong>en</strong> voor de verkiezing<strong>en</strong> werd dit in e<strong>en</strong> later stadium door<br />

professionele reclamemakers gedaan. [Daalder, 1989: 165; Lucardie, 1989: 189]<br />

Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d kan er geconcludeerd word<strong>en</strong> dat met name de PvdA <strong>en</strong> het CDA zich ontwikkeld<br />

hebb<strong>en</strong> in de richting van de catch-all partij volg<strong>en</strong>s de these van Kirchheimer. Niet op ieder vlak is de<br />

ontwikkeling ev<strong>en</strong> ver gevorderd. Met name wat betreft het beleid lijk<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong> steeds meer op<br />

elkaar. Het CDA <strong>en</strong> haar voorgangers sprak<strong>en</strong> door hun religieuze boodschap altijd al alle lag<strong>en</strong> aan<br />

van de sam<strong>en</strong>leving. De PvdA heeft echter duidelijk e<strong>en</strong> ontwikkeling doorgemaakt in de sam<strong>en</strong>stelling<br />

van haar kiezers. Door e<strong>en</strong> ongeveer ev<strong>en</strong>redige hoeveelheid arbeiders <strong>en</strong> niet-arbeiders in de door<br />

haar aangesprok<strong>en</strong> kiezersgroep is naast het CDA de PvdA ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> echte ‘volkspartij’ te<br />

noem<strong>en</strong>. De achterban van de twee politieke partij<strong>en</strong> komt dus meer <strong>en</strong> meer met elkaar overe<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bestaat ongeveer uit e<strong>en</strong> dwarsdoorsnede van het electoraat. De VVD <strong>en</strong> D66 behoud<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong><br />

grot<strong>en</strong>deels hun traditionele achterban uit de midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> hogere klass<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>leving. De<br />

catch-all ontwikkeling is het minst ver voortgeschred<strong>en</strong> op het organisatorische vlak. De<br />

led<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong> zijn aanzi<strong>en</strong>lijk afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij de partij<strong>en</strong>, de organisatie is professioneler <strong>en</strong><br />

kapitaalint<strong>en</strong>siever gaan werk<strong>en</strong>, maar de partij<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> financieel afhankelijk van de<br />

led<strong>en</strong>contributie <strong>en</strong> van overheidssubsidie. De politieke partij<strong>en</strong> van Nederland zijn dus deels<br />

getransformeerd tot catch-all partij<strong>en</strong>.<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- <strong>Politiek</strong>e partij<strong>en</strong><br />

31


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

32<br />

- Partij van de Arbeid (PvdA)<br />

- Christ<strong>en</strong>-Democratisch Appèl (CDA)<br />

- Volkspartij voor Vrijheid <strong>en</strong> Democratie (VVD)<br />

- Katholieke Volkspartij (KVP)<br />

- Christelijk-Historische Unie (CHU)<br />

- Anti-Revolutionaire Partij (ARP)<br />

- Democrat<strong>en</strong> ’66 (D’66)<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- Koole, Ruud, <strong>Politiek</strong>e partij<strong>en</strong> in Nederland: ontstaan <strong>en</strong> ontwikkeling van partij<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

- partijstelsel (1995)<br />

- Koole, Ruud, De opkomst van de moderne kaderpartij. Verander<strong>en</strong>de partijorganisatie<br />

- in Nederland 1960-1990 (Utrecht, 1992)<br />

- Lipschitz, I, <strong>Politiek</strong>e stroming<strong>en</strong> in Nederland: inleiding tot de geschied<strong>en</strong>is van de<br />

- Nederlandse politieke partij<strong>en</strong> (1982)<br />

- Inglehart, R, Modernization and postmodernization (1997)<br />

- Devos, Carl, red., De kleermakers <strong>en</strong> de Keizer. Inleiding tot politiek <strong>en</strong> politieke<br />

- wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (G<strong>en</strong>t, 2006)<br />

- Lucardie, A.P.M., ‘Individualisering, beambt<strong>en</strong>dom <strong>en</strong> populisme. <strong>Politiek</strong>e partij<strong>en</strong> in de<br />

- greep van het post-modernisme’, Jaarboek 1988 DNPP (Groning<strong>en</strong>, 1989)<br />

- Krouwel, A., ‘Partijverandering in Nederland. De teloorgang van de traditionele politieke<br />

- partij?’, Jaarboek 1995 DNPP (Groning<strong>en</strong>, 1996) 168-191<br />

- Daalder, H., ‘Het Nederlandse partijstelsel in het licht van algem<strong>en</strong>e modell<strong>en</strong>’,<br />

- Jaarboek 1988 DNPP (Groning<strong>en</strong>, 1989)<br />

- Krouwel, A., ‘De gedaantewisseling van politieke partij<strong>en</strong>’, Jaarboek 2003 DNPP<br />

- (Groning<strong>en</strong>, 2004)<br />

- Ankersmit, F.R., ‘De hed<strong>en</strong>daagse politieke partij. Van repres<strong>en</strong>tatie van de kiezer naar<br />

- zelf-repres<strong>en</strong>tatie’, Jaarboek 2000 DNPP (Groning<strong>en</strong>, 2001)<br />

- Sociaal- <strong>en</strong> Cultureel Planbureau, Sociaal <strong>en</strong> cultureel rapport 1998. 25 jaar sociale<br />

- verandering (Rijswijk, september 1998)


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 8 - (Strev<strong>en</strong> naar) de hervorming van het Huis van Thorbecke<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Emancipatie <strong>en</strong> participatie<br />

- Verandering van institutionele verband<strong>en</strong><br />

- Europeanisering<br />

Relatie met<br />

- Het vergrot<strong>en</strong> van de invloed van de burger op politiek <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur<br />

- Omslag in het politiek-bestuurlijke klimaat: van keynesianisme naar neoliberalisme<br />

- Grondwetwijziging 1983 (<strong>domein</strong> recht)<br />

- Europeanisering<br />

- Domein<strong>en</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur, Economie, Won<strong>en</strong><br />

Datering<br />

1945-na 2005<br />

Beschrijving<br />

Nederland is e<strong>en</strong> gedec<strong>en</strong>traliseerde e<strong>en</strong>heidsstaat die onderverdeeld is in drie bestuurslag<strong>en</strong>:<br />

Rijk, provincie <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te, oftewel het Huis van Thorbecke. Al sinds 1945 wordt er gedebatteerd<br />

over bestuurlijke hervorming<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dit systeem. Initiatiev<strong>en</strong> tot hervorming<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> met<br />

name op gang gebracht om de problem<strong>en</strong> die uitdij<strong>en</strong>de stedelijke gebied<strong>en</strong> met zich<br />

meebracht<strong>en</strong>, bestuurlijk te kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong>. Het invoeg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> extra bestuurslaag<br />

tuss<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te <strong>en</strong> provincie werd als mogelijke oplossing aangedrag<strong>en</strong>. Tot op hed<strong>en</strong> zijn bijna<br />

alle voorstell<strong>en</strong> niet verwez<strong>en</strong>lijkt of van tijdelijke aard geweest. Wel is er onafhankelijk van deze<br />

initiatiev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bestuurslaag bov<strong>en</strong>op het Huis van Thorbecke gekom<strong>en</strong>: de Europese Unie.<br />

In de discussies over de voorstell<strong>en</strong> ging voornamelijk over de afbak<strong>en</strong>ing van de tak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bevoegdhed<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> nieuwe bestuursvorm zou moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> nieuwe bestuurvorm hield<br />

namelijk in dat geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, provincies <strong>en</strong> het Rijk tak<strong>en</strong> di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> af te staan, waardoor hun<br />

autonomie werd aangetast.<br />

Na de Tweede Wereldoorlog werd gevreesd dat bestuurlijke problem<strong>en</strong> van stedelijke gebied<strong>en</strong> de<br />

wederopbouw in de weg zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> staan. De door de regering in 1946 geïnstalleerde<br />

Commissie-Koelma moest bezi<strong>en</strong> hoe de belang<strong>en</strong> van de stedelijke gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> de omligg<strong>en</strong>de<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> behartigd kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zonder dat er gelijk sprake van annexatie zou zijn. De<br />

staatscommissie adviseerde e<strong>en</strong> extra bestuurslaag tuss<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> de provincie in te<br />

bouw<strong>en</strong>: het district. Dit voorstel vond de Tweede Kamer veel te ver gaan <strong>en</strong> m<strong>en</strong> besloot tot<br />

uitbouw van de intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking om gebiedsgebond<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> aan te pakk<strong>en</strong>.<br />

In 1950 trad daartoe de Wet geme<strong>en</strong>schappelijke regeling<strong>en</strong> (Wgr) in werking. Deze wet regelde<br />

de onderlinge sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere op<strong>en</strong>bare licham<strong>en</strong>. [Korst<strong>en</strong>, z.j.: 9]<br />

In de jar<strong>en</strong> vijftig nam de belangstelling voor bestuurlijke hervorming<strong>en</strong> af. De gedachte was dat<br />

de Wet geme<strong>en</strong>schappelijke regeling<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de was om de problem<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>. Door de<br />

sterke industrialisatie <strong>en</strong> de suburbanisatie <strong>en</strong> de daardoor ontstane problem<strong>en</strong> op het gebied van<br />

ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> volkshuisvesting, kwam het onderwerp echter begin jar<strong>en</strong> zestig weer op<br />

de politieke ag<strong>en</strong>da te staan. De problem<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> niet afdo<strong>en</strong>de opgelost word<strong>en</strong> door alle<strong>en</strong><br />

intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking. Als bestuurlijk experim<strong>en</strong>t werd in 1964 het Op<strong>en</strong>baar Lichaam<br />

Rijnmond ingesteld om de verdere ontwikkeling van het hav<strong>en</strong>gebied mogelijk te mak<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast werd<strong>en</strong> ook kleinere bestuurlijke e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> ingesteld. Vanaf 1964 werd het voor<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> mogelijk om binn<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>telijk te dec<strong>en</strong>traliser<strong>en</strong>. Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong><br />

met daarbij behor<strong>en</strong>de personele, financiële <strong>en</strong> andere middel<strong>en</strong> aan "lagere" organ<strong>en</strong> overdrag<strong>en</strong>,<br />

zoals aan deelgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Voordel<strong>en</strong> van binn<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>telijke dec<strong>en</strong>tralisatie in grote sted<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> onder andere dat de afstand tuss<strong>en</strong> bestuurders <strong>en</strong> burgers kleiner werd <strong>en</strong> de<br />

doelmatigheid <strong>en</strong> de doeltreff<strong>en</strong>dheid van het geme<strong>en</strong>tebestuur werd vergroot. [Van de Goor,<br />

1989 :9-18]<br />

33


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

34<br />

Voor verdergaande sam<strong>en</strong>werking werd gepleit in de Nota over de Ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing (1960) <strong>en</strong><br />

de Tweede nota over de Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing (1966). In deze laatste nota werd betoogd voor<br />

schaalvergroting door het sam<strong>en</strong>voeg<strong>en</strong> van kleine geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, gebiedsuitbreiding voor<br />

middelgrote geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuw soort bestuursvorm voor de grootste agglomeraties. De<br />

boodschap van de nota’s was dat de bestuurlijke organisatie aangepast moest word<strong>en</strong> aan de<br />

steeds groter word<strong>en</strong>de schaal van de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing. De minister van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

H. Beernink wees annexatie als instrum<strong>en</strong>t echter af. Hij onderk<strong>en</strong>de de behoefte aan e<strong>en</strong> grotere<br />

bestuurlijke e<strong>en</strong>heid, maar door geme<strong>en</strong>telijke schaalvergroting zou de afstand tuss<strong>en</strong> burger <strong>en</strong><br />

bestuur te groot word<strong>en</strong>. In de Nota bestuurlijke organisatie uit 1969 pleitte de minister voor<br />

gewestvorming door middel van geme<strong>en</strong>telijke federaties. Deze gewest<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> door de<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zelf geïnitieerd word<strong>en</strong>. Ook de inrichting, richting, tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong><br />

door de deelnem<strong>en</strong>de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zelf moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bepaald. Dit plan was in feite e<strong>en</strong> verdere<br />

uitbreiding van de Wet geme<strong>en</strong>schappelijke regeling<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ontwerp van de wet op de gewest<strong>en</strong><br />

werd in 1971 bij gebrek aan steun echter alweer ingetrokk<strong>en</strong>. Bezwar<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het ontwerp war<strong>en</strong><br />

de te grote afhankelijkheid van de bereidheid van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot gewestvorming; de<br />

onduidelijkheid over welke tak<strong>en</strong> gedec<strong>en</strong>traliseerd zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vanuit de provincies <strong>en</strong> het<br />

Rijk; <strong>en</strong> de onzekerheid over de tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> van de gewest<strong>en</strong>. [Korst<strong>en</strong>, z.j.: 9-10;<br />

Breunese <strong>en</strong> Van der Heijd<strong>en</strong>, 1979: 513, 516-517 Kraaijestein, 1995: 157]<br />

Enkele jar<strong>en</strong> later, in 1974, werd e<strong>en</strong> nieuw voorstel (Concept structuurschets voor de bestuurlijke<br />

indeling) voor bestuurlijke vernieuwing gelanceerd. Ditmaal hield het voorstel in om Nederland op<br />

te del<strong>en</strong> in 44 bestuursrayons. Het rayon kon opgevat word<strong>en</strong> als gewest <strong>en</strong> was e<strong>en</strong> vorm van<br />

verl<strong>en</strong>gd lokaal bestuur. Belangrijk hierbij was dat deze rayons zich optimaal ruimtelijk moest<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>. Daarnaast kond<strong>en</strong> aan de rayons ook gedec<strong>en</strong>traliseerde rijks- <strong>en</strong><br />

provincietak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toebedeeld, kond<strong>en</strong> in de rayons de geme<strong>en</strong>schappelijke regeling<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

ondergebracht <strong>en</strong> was regionalisatie van geme<strong>en</strong>telijke tak<strong>en</strong> mogelijk. Het parlem<strong>en</strong>t had echter<br />

weinig met dit voorstel. M<strong>en</strong> vreesde voor de aantasting van de autonomie van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> was onduidelijk hoe deze bestuursrayons geplaatst moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in het huis van<br />

Thorbecke: als mini-provincies of maxi-geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. [Breunese <strong>en</strong> Van der Heijd<strong>en</strong>, 1979: 520;<br />

Korst<strong>en</strong>, z.j.:10]<br />

In 1975 werd e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d plan geïntroduceerd. In plaats van schaalvergroting van het lokale<br />

bestuur door middel van gewest<strong>en</strong> werd er nu ingezet op schaalverkleining van provincies. De<br />

red<strong>en</strong>ering was dat kleinere provincies de tak<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> overnem<strong>en</strong> van de<br />

intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong>. Hierdoor was e<strong>en</strong> vierde bestuurslaag overbodig. De<br />

provinciale bestuurslaag werd als het ware ine<strong>en</strong> geschov<strong>en</strong> met de regionale bestuurslaag.<br />

Daarnaast werd in dit nieuwe bestuursmodel aan de provincies e<strong>en</strong> groot aantal geme<strong>en</strong>telijke<br />

tak<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d, zoals op het gebied van verkeer <strong>en</strong> vervoer, natuurbeheer, infrastructuur <strong>en</strong><br />

brandweer. In dit Concept-ontwerp Wet Reorganisatie Binn<strong>en</strong>lands Bestuur zoud<strong>en</strong> er 26<br />

provincies-nieuwe-stijl kom<strong>en</strong>. De nieuwe provincies war<strong>en</strong> klein g<strong>en</strong>oeg om het contact met de<br />

burger niet te verliez<strong>en</strong> <strong>en</strong> groot g<strong>en</strong>oeg om gedec<strong>en</strong>traliseerde rijkstak<strong>en</strong> uit te kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>.<br />

Het inwonertal van de nieuwe provincies zou op zijn minst 200.000 à 250.000 moet<strong>en</strong> zijn. Vanuit<br />

de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kwam veel kritiek op dit plan. In plaats van de afstand tuss<strong>en</strong> burger <strong>en</strong> bestuur te<br />

verklein<strong>en</strong>, zou door dit wetsontwerp het omgekeerde bereikt word<strong>en</strong>. De geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> pleitt<strong>en</strong> voor<br />

e<strong>en</strong> verdere uitbouw van de intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking. De regering was hier echter op<br />

teg<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> kleefd<strong>en</strong> aan de intergeme<strong>en</strong>telijke regeling<strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> (geringe op<strong>en</strong>baarheid,<br />

functionele versnippering van tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> onduidelijke democratische legitimiteit), maar de regering<br />

was ook bang voor het ontstaan van e<strong>en</strong> vierde bestuurslaag. In 1977 werd de Wet Reorganisatie<br />

Binn<strong>en</strong>lands Bestuur ingedi<strong>en</strong>d, waarbij er nog maar 24 provincies-nieuwe-stijl zoud<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

werd het aantal tak<strong>en</strong> dat geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> overdrag<strong>en</strong> aan de nieuwe provincies<br />

verminderd. In e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d voorstel (1978) zoud<strong>en</strong> er nog maar 17 provincies overblijv<strong>en</strong>.<br />

[Korst<strong>en</strong>, z.j.: 10-11; Breunese <strong>en</strong> Van der Heijd<strong>en</strong>, 1979: 522-524] Breunese <strong>en</strong> Van der Heijd<strong>en</strong><br />

verklar<strong>en</strong> in hun artikel uit 1979 het mislukk<strong>en</strong> van de bestuurlijke reorganisatie in Nederland door<br />

het niet in sam<strong>en</strong>hang bekijk<strong>en</strong> van vier fundam<strong>en</strong>tele elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: de dec<strong>en</strong>tralisatie van<br />

rijkstak<strong>en</strong>, de provinciale herindeling, de geme<strong>en</strong>telijke herindeling <strong>en</strong> de intergeme<strong>en</strong>telijke<br />

sam<strong>en</strong>werking. [Breunese <strong>en</strong> Van der Heijd<strong>en</strong>, 1979: 528]


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Begin jar<strong>en</strong> tachtig kwam er e<strong>en</strong> ommekeer in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over grootscheepse bestuurlijke<br />

verandering<strong>en</strong>. Overheidsplanning raakte op zijn retour. De regering gaf de voorkeur aan<br />

dec<strong>en</strong>tralisatie van rijkstak<strong>en</strong> aan lagere overhed<strong>en</strong>, in plaats van territoriale reorganisaties. Dit<br />

werd ook opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het regeerakkoord uit 1982. Bij de behandeling van de begroting van het<br />

ministerie van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> begin 1983 werd duidelijk dat er ge<strong>en</strong> regionale provincies<br />

zoud<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook ge<strong>en</strong> vierde bestuurslaag. Om financiële <strong>en</strong> politieke red<strong>en</strong><strong>en</strong> was het niet<br />

haalbaar om het bestuurlijk landschap grootschalig te hervorm<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> werd de noodzaak<br />

van e<strong>en</strong> vierde bestuurslaag ook niet meer zo sterk gevoeld. Regionale problem<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> in de<br />

bestaande bestuurlijke constructie aangepakt word<strong>en</strong>. Het wetsontwerp Reorganisatie Binn<strong>en</strong>lands<br />

Bestuur werd daarop ingetrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regering stimuleerde de intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking<br />

door aanpassing van de Wet geme<strong>en</strong>schappelijke regeling<strong>en</strong>. Er kwam derhalve ge<strong>en</strong> provincie<br />

Tw<strong>en</strong>te, de splitsing van de provincie Zuid-Holland ging niet door <strong>en</strong> het Op<strong>en</strong>baar Lichaam<br />

Rijnmond <strong>en</strong> het in 1976 ingestelde Op<strong>en</strong>baar Lichaam Agglomeratie Eindhov<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

opgehev<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> de provincie Flevoland werd op 1 januari 1986 ingesteld. [Breunese, 1982:<br />

453-455; Pree, 1997: 99-101, 109] De process<strong>en</strong> van dec<strong>en</strong>tralisatie <strong>en</strong> van geme<strong>en</strong>telijke<br />

herindeling<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> wel gecontinueerd, daar door herindeling de lokale bestuurslaag versterkt<br />

kon word<strong>en</strong>. Op deze red<strong>en</strong>ering kwam wel de nodige kritiek, want de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong><br />

herindeling <strong>en</strong> versterking van bestuur was niet zonder meer duidelijk. E<strong>en</strong> bezwaar is dat het niet<br />

duidelijk is hoe groot e<strong>en</strong> nieuwe geme<strong>en</strong>te moet zijn, voordat het bestuurlijke voordel<strong>en</strong> gaat<br />

oplever<strong>en</strong>. Ondanks de kritiek ging het proces van geme<strong>en</strong>telijke herindeling onverminderd door.<br />

In 1940 war<strong>en</strong> er nog 1054 geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, in 1960 was dat aantal gedaald tot 994. In 1980 was het<br />

aantal geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verder gedaald tot 811 <strong>en</strong> in 1990 tot 672. Op 1 januari 2005 war<strong>en</strong> er nog<br />

maar 467 geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. [Beeckman <strong>en</strong> Van der Bie, 2005: 63; Korst<strong>en</strong>, z.j.: 13; Pree, 1997: 105]<br />

Vanaf eind jar<strong>en</strong> tachtig kwam de discussie over bestuurlijke hervorming<strong>en</strong> weer opgang. Ditmaal<br />

betrof het de stedelijke c<strong>en</strong>tra. In de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing (1988) werd<br />

aandacht besteed aan de concurr<strong>en</strong>tiepositie van de grote stedelijke gebied<strong>en</strong> in Nederland t<strong>en</strong><br />

opzichte van andere Europese sted<strong>en</strong>. De sted<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> knooppunt<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op het<br />

gebied van werkgeleg<strong>en</strong>heid, volkshuisvesting <strong>en</strong> sociaal-culturele voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Om de positie<br />

van deze sted<strong>en</strong> te versterk<strong>en</strong> drong de Externe Commissie Grote Sted<strong>en</strong>beleid (commissie-<br />

Montijn) aan op binn<strong>en</strong>provinciale dec<strong>en</strong>tralisatie ofwel de vorming van vier<br />

agglomeratiegeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de Randstad. Deze agglomeratiegeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> tak<strong>en</strong> van het<br />

rijk <strong>en</strong> de provincie te krijg<strong>en</strong> om vergaande beslissing<strong>en</strong> over de ontwikkeling <strong>en</strong> inrichting van<br />

het grootstedelijk gebied te kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Dit advies kwam voort uit de noodzaak om de<br />

stedelijke economie te bevorder<strong>en</strong>. Daarnaast war<strong>en</strong> vele vraagstukk<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>d <strong>en</strong> was intergeme<strong>en</strong>telijke sam<strong>en</strong>werking niet toereik<strong>en</strong>d daar het<br />

op vrijwillige basis plaatsvond. Bestuurlijke hervorming werd als noodzakelijk gezi<strong>en</strong>. [Korst<strong>en</strong>,<br />

z.j.: 14-15; Pree, 1997: 112] Het voorstel kreeg weerklank bij de kabinett<strong>en</strong>-Lubbers II <strong>en</strong> III.<br />

Ingrijp<strong>en</strong> in de bestuurlijke structuur werd niet meer uitdrukkelijk uitgeslot<strong>en</strong>. De regering was<br />

van m<strong>en</strong>ing dat sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de problem<strong>en</strong> bij meerdere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de<br />

wijze opgelost di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. [Pree, 1997: 115]<br />

In de nota’s die zoud<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>, Bestuur op niveau 1, 2 <strong>en</strong> 3 (BoN-1, BoN-2 <strong>en</strong> BoN-3) werd gepleit<br />

voor de vorming van e<strong>en</strong> sterk verzelfstandigd intergeme<strong>en</strong>telijk bestuur, zog<strong>en</strong>aamde regionale<br />

bestuursautoriteit<strong>en</strong>. De instelling van deze vorm van bestuur zou e<strong>en</strong> tijdelijke oplossing moet<strong>en</strong><br />

zijn, totdat over e<strong>en</strong> definitieve oplossing werd beslot<strong>en</strong>. Juist teg<strong>en</strong> de tijdelijkheid van dit plan<br />

kwam<strong>en</strong> bezwar<strong>en</strong> vanuit de Tweede Kamer. De instelling van e<strong>en</strong> tijdelijke bestuurlijke vorm zou<br />

het proces van bestuurlijke vernieuwing alle<strong>en</strong> maar vertrag<strong>en</strong>. Wel was m<strong>en</strong> in de Tweede Kamer<br />

voorstander van het creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aparte bestuursvorm voor de stedelijke gebied<strong>en</strong>. Deze<br />

zoud<strong>en</strong> dan uit kunn<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> tot kleinere provincies (provincies-nieuwe-stijl of stadsprovincies)<br />

Andersoortige bestuurslag<strong>en</strong> war<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de Grondwet niet toegestaan. [Korst<strong>en</strong>, z.j.: 16]<br />

In 1994 werd voor het eerst sinds 1945 e<strong>en</strong> wet aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die bestuurlijke hervorming<strong>en</strong><br />

mogelijk kon mak<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> periode van maximaal 12 jaar zoud<strong>en</strong> op basis van de Kaderwet<br />

Bestuur in Verandering, zev<strong>en</strong> intergeme<strong>en</strong>telijke Regionale Op<strong>en</strong>bare Licham<strong>en</strong> gevormd word<strong>en</strong><br />

die zowel geme<strong>en</strong>telijke als provinciale tak<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong>werking op e<strong>en</strong><br />

aantal beleidsterrein<strong>en</strong> was verplicht. Na de eerste fase kond<strong>en</strong> de regionale op<strong>en</strong>bar<strong>en</strong> licham<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> definitieve voorzi<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> of de status krijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> regionale gebiedsautoriteit. Deze<br />

definitieve voorzi<strong>en</strong>ing zou de instelling van e<strong>en</strong> stadsprovincie moet<strong>en</strong> zijn of anders terugval<br />

naar het voor de rest van het land geld<strong>en</strong>de model conform de Wet geme<strong>en</strong>schappelijke<br />

35


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

36<br />

regeling<strong>en</strong>. De sted<strong>en</strong> Rotterdam, Amsterdam <strong>en</strong> D<strong>en</strong> Haag war<strong>en</strong> de eerste sted<strong>en</strong> waar de<br />

vorming van stadsprovincies zou moet<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. [Korst<strong>en</strong>: z.j.: 16; Pree, 1997: 126]<br />

In Amsterdam <strong>en</strong> Rotterdam werd<strong>en</strong> in 1995 refer<strong>en</strong>da gehoud<strong>en</strong> over het voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> plan om<br />

stadsprovincies in te voer<strong>en</strong>. Om e<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>wichtige verhouding tuss<strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trumgeme<strong>en</strong>te <strong>en</strong><br />

de omligg<strong>en</strong>de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>de de c<strong>en</strong>trumgeme<strong>en</strong>te opgedeeld te word<strong>en</strong>. De<br />

overgrote meerderheid van de inwoners van Amsterdam <strong>en</strong> Rotterdam was teg<strong>en</strong> deze opdeling.<br />

De vrees bestond dat de sted<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> opgehev<strong>en</strong>. Ook de Eerste Kamer was teg<strong>en</strong> de invoering<br />

van e<strong>en</strong> provincie Rotterdam. Onder het kabinet-Kok II werd het plan van stadsprovincies verlat<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> werd gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> niet-vrijblijv<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de vorm van<br />

regionale op<strong>en</strong>bare licham<strong>en</strong>. Nu de plann<strong>en</strong> voor de vorming van stadsprovincies niet door<br />

ging<strong>en</strong>, moest er e<strong>en</strong> definitieve regeling kom<strong>en</strong> voor de regionale op<strong>en</strong>bare licham<strong>en</strong>. De<br />

Kaderwet bood slechts e<strong>en</strong> tijdelijke oplossing. Het kabinet Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de II besloot tot intrekking<br />

van de Kaderwet. Via e<strong>en</strong> overgangsbepaling in de Wet geme<strong>en</strong>schappelijke regeling<strong>en</strong> kond<strong>en</strong><br />

regionale op<strong>en</strong>bare licham<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. De zev<strong>en</strong> regionale op<strong>en</strong>bare licham<strong>en</strong> zijn vanaf 1<br />

januari 2006 onder de Wijzigingswet Wgr-plus gebracht <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de status van ‘plusregio’<br />

gekreg<strong>en</strong>. [Belinfante, De Reede <strong>en</strong> Dragstra, 2009: 244, 256] De zev<strong>en</strong> regio’s zijn Stadsregio<br />

Amsterdam, Stadsregio Rotterdam, Stadsgewest Haagland<strong>en</strong>, Bestuur Regio Utrecht,<br />

Sam<strong>en</strong>werkingsverband Regio Eindhov<strong>en</strong>, Stadsregio Arnhem Nijmeg<strong>en</strong> <strong>en</strong> Regio Tw<strong>en</strong>te. [website<br />

stadregio’s] In de wet word<strong>en</strong> plusregio’s gedefinieerd als: ‘e<strong>en</strong> regionaal op<strong>en</strong>baar lichaam met<br />

wettelijke tak<strong>en</strong>, dat op uitnodiging van gedeputeerde stat<strong>en</strong> door de bestur<strong>en</strong> van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> gebied met stedelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> bij geme<strong>en</strong>schappelijke regeling is ingesteld met het oog op<br />

de afstemming van regionale afstemmingsproblematiek’. [Belinfante, De Reede <strong>en</strong> Dragstra, 2009:<br />

256] In 2006 is de achtste plusregio ingesteld: Parkstad Limburg. De plusregio’s hebb<strong>en</strong> eig<strong>en</strong><br />

tak<strong>en</strong>, bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> budgett<strong>en</strong>. Terrein<strong>en</strong> waarop sam<strong>en</strong>gewerkt wordt binn<strong>en</strong> plusregio’s zijn<br />

onder andere ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, stedelijke vernieuwing, toerisme <strong>en</strong> economische ontwikkeling.<br />

Sam<strong>en</strong>werking in e<strong>en</strong> plusregio is verplicht. [website Rijksoverheid]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Ministerie van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

- Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

- Provincies<br />

- Staatcommissie-Koelma<br />

- Ver<strong>en</strong>iging Nederlandse Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (VNG)<br />

- Externe Commissie Grote Sted<strong>en</strong>beleid (commissie-Montijn<br />

- Interprovinciaal Overleg (IPO)<br />

- Plusregio’s<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- Belinfante, A.D., J.L. de Reede, <strong>en</strong> L. Dragstra, Beginsel<strong>en</strong> van het Nederlandse<br />

staatsrecht (D<strong>en</strong> Haag 2009).<br />

- Beeckman, D. <strong>en</strong> R. van der Bie, 'E<strong>en</strong> eeuw geme<strong>en</strong>telijke herindeling<strong>en</strong>',<br />

Bevolkingstr<strong>en</strong>ds, 2e kwartaal 2005 (2005). http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/6FAC0F87-<br />

D20E-400D-A665-A12B68C013E8/0/2005k2b15p63.pdf.<br />

- Breunese, J., <strong>en</strong> H.A. van der Heid<strong>en</strong>, 'Bestuurlijke reorganisatie in Nederland: e<strong>en</strong> spel<br />

zonder gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>', ACTA POLITICA, no. 11 (1979): 509-540.<br />

- Breunese, J., 'Bestuurlijke reorganisatie: e<strong>en</strong> spel zonder gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>', ACTA POLITICA, no. 04<br />

(1983): 453-467.<br />

- Goor, J.G.B.M., Binn<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>telijke dec<strong>en</strong>tralisatie <strong>en</strong> deconc<strong>en</strong>tratie in Amsterdam,<br />

Rotterdam, D<strong>en</strong> Haag <strong>en</strong> Utrecht : e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie (D<strong>en</strong> Haag 1989).<br />

- Korst<strong>en</strong>, A.F.A., 'Reorganisatie van het binn<strong>en</strong>lands bestuur <strong>en</strong> de gedec<strong>en</strong>traliseerde<br />

e<strong>en</strong>heidsstaat',<br />

http://www.arnokorst<strong>en</strong>.nl/PDF/Binn<strong>en</strong>lands%20bestuur/Reorganisatie%20van%20het%2<br />

0binn<strong>en</strong>lands%20bestuur.pdf.


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- Kraaijestein, M., Geme<strong>en</strong>telijk werkgeleg<strong>en</strong>heidsbeleid <strong>en</strong> het Rijk: 1945-1990 : e<strong>en</strong><br />

beleidshistorische studie over dec<strong>en</strong>tralisatie <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijke beleidsvrijheid (Hilversum<br />

1995).<br />

- Pree, J.C.I., Gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan verandering : de verhouding tuss<strong>en</strong> reorganisatie <strong>en</strong><br />

structuurprincipes van het binn<strong>en</strong>lands bestuur (D<strong>en</strong> Haag 1997).<br />

- Sap, J.W., Kritiek op de staat. Voorwerk voor staatkundige, bestuurlijke <strong>en</strong> staatrechtelijke<br />

vernieuwing (Groning<strong>en</strong> 1994)<br />

- http://www.stadsregios.nl/#pagina=849. Laatst geraadpleegd 11 april 2011<br />

- http://www.rijksoverheid.nl/onderwerp<strong>en</strong>/provincies/plusregio-s/tak<strong>en</strong>-<strong>en</strong>-bevoegdhed<strong>en</strong>plusregio-s.<br />

Laatst geraadpleegd 30 april 2011<br />

37


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 9 - Hervorming van het stelsel voor loon- <strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong>belasting<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

Verzakelijking<br />

Europeanisering<br />

Mondialisering<br />

Relatie met<br />

Domein: <strong>Politiek</strong>&bestuur; Werk&Inkom<strong>en</strong>; Economie<br />

Datering<br />

1947-na 2005<br />

Beschrijving<br />

De hervorming van het belastingstelsel is e<strong>en</strong> continu proces geweest. Sinds 1947 is het<br />

belastingstelsel onderhevig geweest aan aanpassing<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft de overheid geprobeerd het stelsel te<br />

vere<strong>en</strong>voudig<strong>en</strong>. Dit was noodzakelijk omdat er steeds meer regeling<strong>en</strong> bijkwam<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de complexiteit van de fiscale wetgeving. [Stev<strong>en</strong>s: 1986: 588]<br />

In de jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig van de twintigste eeuw vond er e<strong>en</strong> grote herzi<strong>en</strong>ingsoperatie plaats,<br />

waarbij e<strong>en</strong> groot aantal wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> werd. Nieuwe wett<strong>en</strong> die ingevoerd werd<strong>en</strong>,<br />

war<strong>en</strong> de Wet op de inkomst<strong>en</strong>belasting 1964, de Wet op de vermog<strong>en</strong>sbelasting 1964, de Wet op de<br />

loonbelasting 1964 <strong>en</strong> de Wet op de v<strong>en</strong>nootschapbelasting 1969. [Lamboo, 1999: 29]<br />

In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig werd<strong>en</strong> de belastingwetgeving <strong>en</strong> belastingheffing in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate ingezet<br />

om conjuncturele ontwikkeling<strong>en</strong> te beïnvloed<strong>en</strong> door middel van het stur<strong>en</strong> van besteding<strong>en</strong>. Het<br />

Keynesianisme had namelijk zijn intrede gedaan in het Nederlandse overheidsbeleid <strong>en</strong> in deze<br />

politiek-economische theorie zijn planning <strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong> in de economische ontwikkeling<strong>en</strong> door de<br />

overheid belangrijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De zog<strong>en</strong>aamde Wiebeltaks uit 1970 maakte het bijvoorbeeld<br />

mogelijk om e<strong>en</strong> aantal belasting<strong>en</strong> te verhog<strong>en</strong> of te verlag<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor de besteding<strong>en</strong> te<br />

stimuler<strong>en</strong> of af te remm<strong>en</strong>. Dat had weer gevolg<strong>en</strong> voor de conjunctuur. Daarnaast werd de<br />

belastingheffing steeds meer gebruikt voor andere doeleind<strong>en</strong> nev<strong>en</strong>s het vull<strong>en</strong> van de schatkist,<br />

zoals de bestrijding van werkloosheid, de verbetering van de positie van de werk<strong>en</strong>de gehuwde vrouw<br />

<strong>en</strong> andere sociaaleconomische zak<strong>en</strong>. Het aantal toeslag<strong>en</strong> <strong>en</strong> aftrekpost<strong>en</strong> werd daardoor steeds<br />

groter. [Lamboo, 1999: 27; Stev<strong>en</strong>s: 1986: 588]<br />

Het belastingstelsel werd door deze politiek <strong>en</strong> door het alsmaar complexer word<strong>en</strong> van de<br />

maatschappij alle<strong>en</strong> maar ingewikkelder. Naast dat het voor de burgers steeds moeilijker werd om hun<br />

belastingaangifte in te vull<strong>en</strong>, werd het belastingstelsel ook fraudegevoeliger. De belastingmoraal ging<br />

achteruit. In de jar<strong>en</strong> tachtig kwam – met name door toedo<strong>en</strong> van het verschijn<strong>en</strong> van het rapport van<br />

de oud-directeur-g<strong>en</strong>eraal der belasting<strong>en</strong> W.J. van Bijsterveld (Belastingfraude) - steeds meer<br />

aandacht voor de fraudebestrijding in de belastingwetgeving. Vanuit de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> het parlem<strong>en</strong>t<br />

nam de druk op de regering toe om het belastingstelsel te vere<strong>en</strong>voudig<strong>en</strong>. Het ingrijp<strong>en</strong> van de<br />

overheid in de economie werd bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> steeds minder gew<strong>en</strong>st. De directe aanleiding voor deze roep<br />

om vere<strong>en</strong>voudiging was de invoering in 1984 van de Tweeverdi<strong>en</strong>erswetgeving die de regeling voor<br />

gezinsinkomst<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>d heeft veranderd. De regeling hield in dat er e<strong>en</strong> uitbreiding kwam van de<br />

belastbare inkom<strong>en</strong>sbestanddel<strong>en</strong> van de gehuwde werk<strong>en</strong>de vrouw. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de<br />

sam<strong>en</strong>levingsverband<strong>en</strong> van gehuwd<strong>en</strong> <strong>en</strong> ongehuwd<strong>en</strong> in beginsel fiscaal gelijk behandeld. De<br />

invoering heeft grote uitvoeringsproblem<strong>en</strong> opgeleverd. De overheid had door e<strong>en</strong> te krappe<br />

tijdsplanning niet voldo<strong>en</strong>de tijd om alle belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> adequaat op de hoogte te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, zodat<br />

de Belastingdi<strong>en</strong>st, de burger <strong>en</strong> de werkgever niet goed op de nieuwe wetgeving war<strong>en</strong> voorbereid.<br />

Daarnaast vormde de controleerbaarheid van de naleving ervan e<strong>en</strong> belangrijk uitvoeringsvereiste om<br />

te zorg<strong>en</strong> dat er niet gefraudeerd zou word<strong>en</strong>. [Ar<strong>en</strong>don e.a; 1991: 22]<br />

De regering gaf gevolg aan de roep om vere<strong>en</strong>voudiging <strong>en</strong> in september 1985 werd daartoe door de<br />

minister van Financiën O. Ruding, de Commissie tot vere<strong>en</strong>voudiging van de loon- <strong>en</strong><br />

inkomst<strong>en</strong>belasting onder leiding van de econoom C.J. Oort ingesteld. De Commissie-Oort kwam in<br />

1986 met de volg<strong>en</strong>de aanbeveling<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat in het rapport ‘Zicht op e<strong>en</strong>voud’: [Ar<strong>en</strong>don e.a;<br />

1991: 23]<br />

38


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- sam<strong>en</strong>voeging van de premies volksverzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong> de loon- <strong>en</strong> de inkomst<strong>en</strong>belasting<br />

- één tariefperc<strong>en</strong>tage over e<strong>en</strong> lang inkom<strong>en</strong>straject<br />

- de loonbelasting wordt zo veel mogelijk eindheffing<br />

- stroomlijn<strong>en</strong> van aftrekpost<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere vere<strong>en</strong>voudigingsvoorstell<strong>en</strong><br />

Eind december 1986 ging het kabinet Lubbers-II in grote lijn<strong>en</strong> akkoord met de voorstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

rapport di<strong>en</strong>de als basis voor de voorgestelde vere<strong>en</strong>voudigingswetgeving die in 1990 werd<br />

doorgevoerd. Belangrijke wijziging<strong>en</strong> war<strong>en</strong> het terugbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van het aantal belastingsschijv<strong>en</strong> van<br />

neg<strong>en</strong> naar vier, het terugdring<strong>en</strong> van het toptarief van 72% naar 60%; <strong>en</strong> de verbreding van de<br />

grondslag voor de loon- <strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong>belasting door het niet langer in aftrek lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> van de<br />

premies volksverzekering <strong>en</strong> de ‘gem<strong>en</strong>gde kost<strong>en</strong>’ (o.a. kost<strong>en</strong> voor voedsel, congress<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

repres<strong>en</strong>tatie). [TK, 2005: 18]<br />

In 1990 werd nogmaals e<strong>en</strong> commissie ingesteld die zich moest gaan bezighoud<strong>en</strong> met de verdere<br />

vere<strong>en</strong>voudiging van het belastingsstelsel. Op 4 april werd de Commissie voor de belastingherzi<strong>en</strong>ing<br />

ingesteld onder leiding van W.F.C. Stev<strong>en</strong>s (Commissie-Stev<strong>en</strong>s). Deze commissie kreeg als opdracht<br />

mee om te adviser<strong>en</strong> over verdere vere<strong>en</strong>voudiging <strong>en</strong> verbreding van het draagvlak van de loon- <strong>en</strong><br />

inkomst<strong>en</strong>belasting <strong>en</strong> de stroomlijning van de belasting op de ondernemerswinst. [Lamboo, 2003:<br />

31] De commissie adviseerde om de tariev<strong>en</strong> te verlag<strong>en</strong>, de grondslag te verbred<strong>en</strong> door het<br />

verminder<strong>en</strong> van aftrekpost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wetgeving te vere<strong>en</strong>voudig<strong>en</strong>. [Commissie voor de<br />

Belastingherzi<strong>en</strong>ing, 1991: 13]<br />

Begin jar<strong>en</strong> nul werd met de invoering van de Wet Inkomst<strong>en</strong>belasting 2001 (WI 2001) opnieuw e<strong>en</strong><br />

belangrijke hervorming van het belastingstelsel gerealiseerd. In 1998 was het rapport ‘Belasting<strong>en</strong> in<br />

de 21 e eeuw’ versch<strong>en</strong><strong>en</strong> waarin de problem<strong>en</strong> van het to<strong>en</strong>malige stelsel <strong>en</strong> de contour<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

nieuw belastingstelsel werd<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Nederland had in vergelijking met andere land<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te<br />

hoge last<strong>en</strong>druk. Daarnaast groeide het aantal aftrekpost<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd e<strong>en</strong> deel van de inkomst<strong>en</strong> uit<br />

vermog<strong>en</strong> niet belast vanwege nieuwe beleggingsproduct<strong>en</strong>. Hierdoor was het systeem onderhevig<br />

aan grondslagerosie. Het rapport di<strong>en</strong>de als basis voor de beleidsvoornem<strong>en</strong>s in het regeerakkoord<br />

van het tweede kabinet-Kok. Doelstelling<strong>en</strong> van de hervorming<strong>en</strong> war<strong>en</strong>: [TK, 2005: 5-6]<br />

- verbreding <strong>en</strong> versterking van de belastinggrondslag<br />

- bevordering van de werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> de economische structuur, versterking van de<br />

concurr<strong>en</strong>tiekracht van Nederland<br />

- verlaging van de last<strong>en</strong>druk op arbeid<br />

- bevordering van e<strong>en</strong> duurzame economische ontwikkeling<br />

- bevordering van emancipatie <strong>en</strong> economische zelfstandigheid<br />

- vere<strong>en</strong>voudiging van het belastingstelsel<br />

De belangrijkste wijziging<strong>en</strong> die de WI 2001 heeft opgeleverd war<strong>en</strong> de overgang van e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamd<br />

synthetische (waarbij alle inkomst<strong>en</strong> gelijke manier belast werd<strong>en</strong>) naar e<strong>en</strong> analytische (waarbij<br />

diverse inkomst<strong>en</strong> belast word<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s afzonderlijke belasting<strong>en</strong>) inkomst<strong>en</strong>belasting door de<br />

invoering van e<strong>en</strong> box<strong>en</strong>systeem; de verbreding van de belastinggrondslag door het verminder<strong>en</strong> van<br />

het aantal aftrekpost<strong>en</strong>, invoering van de forfaitaire vermog<strong>en</strong>sr<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tsheffing, het vervang<strong>en</strong> van<br />

belastingvrije somm<strong>en</strong> door heffingskorting<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhoging van het BTW-tarief (naar 19%) <strong>en</strong> de<br />

tariev<strong>en</strong> van belasting<strong>en</strong> op milieugrondslag. Gelijktijdig met de verbreding van de belastinggrondslag<br />

werd het hoogste tarief voor de loonbelasting verlaagd tot 52% [TK, 2005: 18]<br />

Niet alle<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>landse ontwikkeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleid tot belastinghervorming<strong>en</strong>. De betrokk<strong>en</strong>heid<br />

van Nederland bij de Europese Unie (EU) <strong>en</strong> de Organisatie voor Economische Sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong><br />

Ontwikkeling (OESO) heeft ook haar weerslag gehad op het belastingstelsel. Het Europese fiscale<br />

beleid is er op gericht om belemmering<strong>en</strong> weg te nem<strong>en</strong> voor betalingsverkeer tuss<strong>en</strong> de lidstat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

daarnaast om belastingsregels in te perk<strong>en</strong> die het werk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere lidstaat bemoeilijkt. Sinds<br />

1969 wordt binn<strong>en</strong> de EU gestreefd naar harmonisatie op het heffingsgebied, waarbij de EU met name<br />

invloed uitoef<strong>en</strong>t op de BTW <strong>en</strong> de invoerrecht<strong>en</strong>. De regels die opgesteld word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> EU of OESOverband<br />

gaan bov<strong>en</strong> nationale regelgeving. De belastingwetgeving di<strong>en</strong>t derhalve aan de<br />

internationale regelgeving aangepast te word<strong>en</strong>. Elke lidstaat is wel verantwoordelijk voor zijn eig<strong>en</strong><br />

loon- <strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong>belasting. [Lamboo, 1999: 27; Lamboo, 2003: 31; website Europa Nu]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

Belastingdi<strong>en</strong>st<br />

39


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Ministerie van Financiën<br />

Werkgroep Oort<br />

Commissie tot vere<strong>en</strong>voudiging van de loon- <strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong>belasting (Commissie-Oort)<br />

Commissie voor de belastingherzi<strong>en</strong>ing (Commissie-Stev<strong>en</strong>s)<br />

Werkgroep Tax-exp<strong>en</strong>ditures (1977)<br />

Commissie Thuniss<strong>en</strong>/de Waard (commissie invoerings- <strong>en</strong> uitvoeringsaspect<strong>en</strong> belastingherzi<strong>en</strong>ing<br />

2001<br />

Organisatie voor Economische Sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> Ontwikkeling (OESO)<br />

Europese Unie (EU)<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

• Ar<strong>en</strong>donk, H.P.A.M., P. Kavelaars, <strong>en</strong> L.G.M. Stev<strong>en</strong>s, E<strong>en</strong>voud in praktijk : Oort-wetgeving<br />

40<br />

(Dev<strong>en</strong>ter 1991).<br />

• TK, Breder, lager, e<strong>en</strong>voudiger? : e<strong>en</strong> evaluatie van de belastingherzi<strong>en</strong>ing 2001 (2005).<br />

Vergaderjaar 2005-2006, 30 375, nrs 1-2<br />

• Grapperhaus, F.H.M., Fiscaal beleid in Nederland van 1800 tot na 2000 (Dev<strong>en</strong>ter 1997).<br />

• Kam, C.A., Polderlast<strong>en</strong> : belastingstelsel in beweging, 1975-2040 (Dev<strong>en</strong>ter 2006).<br />

• Lamboo, P.C.A., Belastingver(h)eff<strong>en</strong>d : e<strong>en</strong> onderzoek naar instituties <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> op<br />

grond van algem<strong>en</strong>e wet- <strong>en</strong> regelgeving in zake het heff<strong>en</strong> <strong>en</strong> invorder<strong>en</strong> van belasting<strong>en</strong>,<br />

1940-1993 (D<strong>en</strong> Haag 1994).<br />

• Lamboo, P.C.A., Belasting<strong>en</strong>: de geheiligde schuld : e<strong>en</strong> institutioneel onderzoek naar het<br />

handel<strong>en</strong> van actor<strong>en</strong> op het beleidsterrein van de heffing van Rijksbelasting<strong>en</strong> op grond van<br />

wet-<strong>en</strong> regelgeving betreff<strong>en</strong>de de zog<strong>en</strong>oemde heffingswett<strong>en</strong>, per belastingsoort, met<br />

uitzondering van de invoerrecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> accijnz<strong>en</strong>, 1940-1993 (D<strong>en</strong> Haag 1999).<br />

• Stev<strong>en</strong>s, L.G.M., 'Vere<strong>en</strong>voudiging van belasting<strong>en</strong>', Economisch-statistische bericht<strong>en</strong> :<br />

algeme<strong>en</strong> weekblad voor handel, nijverheid, financiën <strong>en</strong> verkeer, no. 3560 (1986): 588-592.<br />

• Commissie voor de Belastingherzi<strong>en</strong>ing, Graag of niet : verlaging, vere<strong>en</strong>voudiging, verbreding<br />

(D<strong>en</strong> Haag 1991).<br />

• ‘Fiscaal Beleid’, http://www.europa-nu.nl/id/vg9pil5lzczq/fiscaal_beleid. Laatst geraadpleegd<br />

17 juni 2011


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 10 - Van e<strong>en</strong> politiek georiënteerd uitvoeringsapparaat naar e<strong>en</strong><br />

publieke <strong>en</strong> maatschappelijk repres<strong>en</strong>tatieve di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>er<br />

41


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 11 - Opkomst <strong>en</strong> teloorgang van de constructie Nederland Gidsland<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Mondialisering<br />

- Secularisatie<br />

Relatie met<br />

- Hotspot: Kruisrakett<strong>en</strong>debat<br />

- Hotspot: De val van Srebr<strong>en</strong>ica<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Int<strong>en</strong>sivering van het antipolitiek s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t <strong>en</strong> opmars van het populisme<br />

- Domein: Buit<strong>en</strong>land, Cultuur, Leefstijl <strong>en</strong> M<strong>en</strong>taliteit, Natuur <strong>en</strong> Milieu<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Milieubeweging<strong>en</strong> (Natuur <strong>en</strong> Milieu)<br />

Datering<br />

1960-2002<br />

Beschrijving<br />

Nederlanders <strong>en</strong> het buit<strong>en</strong>land hebb<strong>en</strong> Nederland lange tijd gezi<strong>en</strong> als gidsland, e<strong>en</strong> voorbeeld voor<br />

andere land<strong>en</strong>. Dit uitte zich niet alle<strong>en</strong> in het (buit<strong>en</strong>landse) beleid, maar werd ook gedrag<strong>en</strong> door<br />

e<strong>en</strong> groot deel van de Nederlandse bevolking. Historicus Ko<strong>en</strong> Koch k<strong>en</strong>t aan het concept gidsland drie<br />

betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> toe. Als eerste verbindt hij aan de constructie Nederland Gidsland de betek<strong>en</strong>is van<br />

neutrale arbiter in de wereldpolitiek <strong>en</strong> het daarvan afgeleide schepper <strong>en</strong> hoeder van de<br />

internationale rechtsorde. T<strong>en</strong> tweede kan Nederland Gidsland opgevat word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> land dat op<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong> cultureel vlak voorop loopt (Nederland als perman<strong>en</strong>te avant-garde). Nederland<br />

zou verhoudingsgewijs meer internationale topprestaties op deze gebied<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleverd dan welk<br />

land dan ook. E<strong>en</strong> laatste betek<strong>en</strong>is die Koch aan gidsland toek<strong>en</strong>t is dat het lev<strong>en</strong> in Nederland an<br />

sich al e<strong>en</strong> voorbeeld was voor de rest van de wereld. Ons land kon, door zich als beste aan bepaalde<br />

internationale norm<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> of door onze sam<strong>en</strong>leving te promover<strong>en</strong> tot internationale norm,<br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> als gidsland voor de rest van de wereld, zoals op het gebied van ethische kwesties als abortus<br />

<strong>en</strong> euthanasie. [Koch, 1997, 479] Koch k<strong>en</strong>t deze betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> toe aan het beeld van Nederland<br />

Gidsland, maar vermeldt tegelijkertijd dat dit ideal<strong>en</strong> zijn waar vaak niet aan voldaan kon word<strong>en</strong> -<br />

omdat Nederland de macht daartoe niet had om op te tred<strong>en</strong> als neutrale arbiter op het wereldtoneel -<br />

of die zelfs jammerlijk zijn mislukt, zoals het echec van Srebr<strong>en</strong>ica.<br />

Het idee van Nederland als gidsland was niet nieuw. Verschill<strong>en</strong>de auteurs wijz<strong>en</strong> er op dat al in<br />

eerdere eeuw<strong>en</strong> dit concept in Nederland aanwezig was. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> was het gidslandideaal niet typisch<br />

Nederlands. Ook Zwed<strong>en</strong> had zichzelf bijvoorbeeld in het midd<strong>en</strong> van de twintigste eeuw als gidsland<br />

opgeworp<strong>en</strong>. [o.a. Boogman, 1984; Boon, 1980: 16; K<strong>en</strong>nedy, 2005: 107; Koch, 1997: 478] Het<br />

begrip ‘gidsland’ was daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> wel van rec<strong>en</strong>tere datum. Begin 20 e eeuw bezigde de<br />

volk<strong>en</strong>rechtgeleerde Cornelis van Voll<strong>en</strong>hov<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> van de belangrijkste voorvechters van e<strong>en</strong><br />

internationale rechtsorde als eerste het begrip ‘gidsland’. Hij vond dat Nederland als klein land bij<br />

uitstek geschikt was om te bemiddel<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de grote mog<strong>en</strong>dhed<strong>en</strong> om de vrede te bewak<strong>en</strong>. [Mail<br />

De Rooy, 2011]. Later is dit begrip ook gebruikt door ander<strong>en</strong>, zoals B. de Gaay Fortman,<br />

fractievoorzitter van de <strong>Politiek</strong>e Partij Radikal<strong>en</strong> (PPR) in de Tweede Kamer. Nederland moest volg<strong>en</strong>s<br />

hem e<strong>en</strong> gidsland word<strong>en</strong> in de NAVO <strong>en</strong> de EG op het gebied van de vredespolitiek <strong>en</strong> het veiligheids-<br />

<strong>en</strong> ontwikkelingsbeleid. Door de weg te wijz<strong>en</strong>, kond<strong>en</strong> ook andere land<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verantwoord beleid<br />

gaan voer<strong>en</strong> op het gebied van veiligheid <strong>en</strong> ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking. De Gaay Fortman pleitte<br />

voor het verwijder<strong>en</strong> van het kernars<strong>en</strong>aal op Nederlands grondgebied om zo de gehele<br />

kernwap<strong>en</strong>strategie in de NAVO ter discussie te stell<strong>en</strong>. Daarnaast zou Nederland e<strong>en</strong> arbiter moet<strong>en</strong><br />

zijn op het gebied van mondiale vredespolitiek. Niet alle<strong>en</strong> morele overweging<strong>en</strong>, maar ook<br />

economische overweging<strong>en</strong> speeld<strong>en</strong> bij De Gaay Fortman e<strong>en</strong> rol, want e<strong>en</strong> stabiele economische<br />

orde was belangrijk voor e<strong>en</strong> handelsnatie als Nederland. [De Gaay Fortman, 1973, 112]<br />

Historicus J.C. K<strong>en</strong>nedy laat de periode dat Nederland zichzelf als gidsland zag in 1960 beginn<strong>en</strong>, to<strong>en</strong><br />

de eerste manifestaties van het gidslandideaal zichtbaar werd<strong>en</strong>. [K<strong>en</strong>nedy, 2005: 18-19] De<br />

welvaartsgroei <strong>en</strong> de culturele revolutie van de jar<strong>en</strong> zestig hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke links-progressieve<br />

42


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

m<strong>en</strong>taliteit <strong>en</strong> e<strong>en</strong> actief burgerschap in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving tot gevolg gehad. De manier<br />

waarop in Nederland werd omgegaan met sociale kwesties, zoals abortus, homorecht<strong>en</strong>, euthanasie <strong>en</strong><br />

drugs, werd tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aspect van het gidslandideaal. Nederland zou vanwege zijn liberale beleid op<br />

deze terrein<strong>en</strong> als voorbeeld di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor land<strong>en</strong> die nog niet ‘zover’ war<strong>en</strong>. Andere aspect<strong>en</strong> van het<br />

gidslandideaal war<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s K<strong>en</strong>nedy, de religieuze eig<strong>en</strong>zinnigheid van Nederland; het imago van<br />

Amsterdam, dat uitstraalde naar de rest van Nederland; <strong>en</strong> de opkomst van sociale beweging<strong>en</strong>, zoals<br />

de vredesbeweging, de kraakbeweging <strong>en</strong> de milieubeweging. [K<strong>en</strong>nedy, 2010: 135-142]<br />

Daarnaast werd de omgang met buit<strong>en</strong>landse kwesties e<strong>en</strong> ander aspect van dit ideaal. Nederlanders<br />

kreg<strong>en</strong> steeds meer interesse voor de problem<strong>en</strong> in de wereld. Dit werd versterkt door internationale<br />

ontwikkeling<strong>en</strong>, zoals de Koude Oorlog, de apartheid in Zuid-Afrika <strong>en</strong> de Vietnamoorlog. Er kwam<br />

steeds vaker kritiek op de NAVO <strong>en</strong> de protest<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de oorlog in Vietnam werd<strong>en</strong> steeds heftiger.<br />

Deze protest<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> vanuit de sam<strong>en</strong>leving, maar ook vanuit politieke partij<strong>en</strong>. Verder<br />

kreeg het verzet teg<strong>en</strong> kernwap<strong>en</strong>s steeds meer aanhang onder de Nederlandse bevolking, mede<br />

doordat kerkg<strong>en</strong>ootschapp<strong>en</strong> zich teg<strong>en</strong> kernwap<strong>en</strong>s uitsprak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ander gebied waar de<br />

Nederlandse burger zich actief mee ging bezighoud<strong>en</strong> was de (mondiale) milieuproblematiek. Het<br />

activisme op de verschill<strong>en</strong>de gebied<strong>en</strong> heeft geleid tot e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme to<strong>en</strong>ame van het aantal<br />

belang<strong>en</strong>groepering<strong>en</strong> in Nederland. [K<strong>en</strong>nedy, 2007: 77-78]<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> werd ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking e<strong>en</strong> belangrijke pijler van het beeld van Nederland<br />

Gidsland. Nederland werd verhoudingsgewijs het land dat het meest geld besteedde aan<br />

ontwikkelingshulp <strong>en</strong> was bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> van de voortrekkers van ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking. In het<br />

beleid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van ontwikkelingshulp hebb<strong>en</strong> postmaterialistische waard<strong>en</strong> als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>recht<strong>en</strong><br />

lange tijd e<strong>en</strong> belangrijke rol gespeeld. De bevordering van politieke <strong>en</strong> burgerrecht<strong>en</strong> naast<br />

economische, sociale <strong>en</strong> culturele recht<strong>en</strong> war<strong>en</strong> officiële doelstelling<strong>en</strong>. [Kuit<strong>en</strong>brouwer, 1999: 198]<br />

Volg<strong>en</strong>s historicus M. Kuit<strong>en</strong>brouwer viel<strong>en</strong> drie zak<strong>en</strong> op bij het beleid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />

ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking. T<strong>en</strong> eerste heeft het ideaal van het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van humanitaire hulp – ook<br />

in de vorm van vredesmissies - aan het buit<strong>en</strong>land lange tijd hoog in het vaandel gestaan <strong>en</strong> bestond<br />

voor dit progressieve ontwikkelingsbeleid e<strong>en</strong> groot draagvlak binn<strong>en</strong> Nederland. Tot in de jar<strong>en</strong> nul is<br />

de bijdrage van Nederland onverminderd hoog geblev<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede is er echter geringe aandacht<br />

geweest voor de vraag of de hulp ook daadwerkelijk effectief is geweest. Het laatste opvall<strong>en</strong>de punt is<br />

dat Nederland <strong>en</strong>ige naïviteit t<strong>en</strong> toon spreidde t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de internationale verhouding<strong>en</strong>.<br />

Nederland overschatte soms de invloed die het had op andere land<strong>en</strong>. [Kuit<strong>en</strong>brouwer, 1999: 198]<br />

De gidslandideal<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in het buit<strong>en</strong>land uitgedrag<strong>en</strong> door met name J. Pronk, minister van<br />

Ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking (1973-1977, 1989-1998), die zelfs ijverde voor e<strong>en</strong> ‘radicale<br />

herstructurering van de wereldeconomie’. Het kabinet-D<strong>en</strong> Uyl zou volg<strong>en</strong>s Pronk ‘e<strong>en</strong> katalysator zijn<br />

in het proces van verandering<strong>en</strong>’ moet<strong>en</strong> zijn. [K<strong>en</strong>nedy, 2007: 79] Daarnaast heeft Max van der Stoel<br />

als minister van Buit<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> (1973-1977, 1981-1982) zich in het buit<strong>en</strong>land sterk gemaakt<br />

voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>recht<strong>en</strong>, met name door de bestrijding van de regimes in Portugal, Spanje <strong>en</strong><br />

Griek<strong>en</strong>land. Ook na zijn ministerschap is hij hier mee doorgegaan. [Mail De Rooy, 2011]<br />

Niet alle<strong>en</strong> de overheid heeft zich bezig gehoud<strong>en</strong> met ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking. Vanaf eind jar<strong>en</strong><br />

zestig kwam<strong>en</strong> niet-gouvernem<strong>en</strong>tele organisaties (NGO’s) in Nederland sterk op. Zij zett<strong>en</strong> zich in<br />

voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in ontwikkelingsland<strong>en</strong>. NGO’s richt<strong>en</strong> zich ook op andere postmaterialistische waard<strong>en</strong>,<br />

zoals vrede <strong>en</strong> het milieu.<br />

De periode dat Nederland <strong>en</strong> het buit<strong>en</strong>land Nederland zag<strong>en</strong> als gidsland duurde volg<strong>en</strong>s K<strong>en</strong>nedy tot<br />

<strong>en</strong> met 1985 to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal belangrijke ontwikkeling<strong>en</strong> begon of t<strong>en</strong> einde kwam. [K<strong>en</strong>nedy, 2005:<br />

18-19] In dat jaar werd M. Gorbatsjov leider van het Politburo <strong>en</strong> daarmee leider van de Sovjet-Unie.<br />

Dit leidde het einde van de Koude Oorlog in. E<strong>en</strong> ander belangrijke gebeurt<strong>en</strong>is was het besluit in 1985<br />

om alsnog kruisrakett<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong> op Nederlands grondgebied, was e<strong>en</strong> klap voor de Nederlandse<br />

vredesbeweging. De debatt<strong>en</strong> over spraakmak<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong>, zoals euthanasie <strong>en</strong> abortus, war<strong>en</strong><br />

in het voordeel van de voorstanders van liberalisering beslecht <strong>en</strong> over het nut van<br />

ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking, e<strong>en</strong> belangrijk onderdeel van de gidslandideologie, begonn<strong>en</strong> steeds<br />

meer twijfels te ontstaan. T<strong>en</strong> slotte nam<strong>en</strong> vanaf 1985 de omvang <strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> van de<br />

kraakbeweging snel af. [K<strong>en</strong>nedy, 2006: 117]<br />

E<strong>en</strong> aantal factor<strong>en</strong> heeft volg<strong>en</strong>s K<strong>en</strong>nedy bijgedrag<strong>en</strong> aan de teloorgang van het beeld Nederland als<br />

gidsland. De recessie waar Nederland eind jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig in belandde was e<strong>en</strong> eerste aanzet tot de<br />

43


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

neergang, waardoor er e<strong>en</strong> einde kwam aan het ideaal van de maakbare sam<strong>en</strong>leving. De<br />

economische voorspoed van de jar<strong>en</strong> zestig hadd<strong>en</strong> de progressieve ideal<strong>en</strong> bevorderd, de recessie<br />

deed het omgekeerde. T<strong>en</strong> tweede stond het buit<strong>en</strong>land niet zo op<strong>en</strong> voor de plann<strong>en</strong> van Nederland<br />

als gedacht. Het trok zich weinig aan van Nederland. T<strong>en</strong> derde sloeg<strong>en</strong> de ideal<strong>en</strong> ook niet altijd aan<br />

in eig<strong>en</strong> land. De verdraagzaamheid teg<strong>en</strong>over drugsverslaafd<strong>en</strong> nam bijvoorbeeld steeds meer af. T<strong>en</strong><br />

slotte was de invloed van het communisme in Nederland sterk afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee ook e<strong>en</strong><br />

belangrijke inspiratiebron voor de linke activist<strong>en</strong> in Nederland. De spanning tuss<strong>en</strong> het kapitalisme <strong>en</strong><br />

het communisme had idealistische overtuiging<strong>en</strong> gevoed. Nadat deze spanning verdwe<strong>en</strong>, verdwe<strong>en</strong><br />

ook de prikkel tot het vorm<strong>en</strong> van idealistische wereldvisies bij veel actiegroep<strong>en</strong>. [K<strong>en</strong>nedy, 2005:<br />

116] Het beeld Nederland Gidsland bleef daarna nog bestaan, maar de overtuiging over de juistheid<br />

van het ideaal verdwe<strong>en</strong> langzamerhand. Dit werd versneld door de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in Srebr<strong>en</strong>ica waar<br />

Nederland niet heeft voorkom<strong>en</strong> dat er op grote schaal g<strong>en</strong>ocide werd gepleegd. De moord<strong>en</strong> op P.<br />

Fortuyn (2002) <strong>en</strong> Th. van Gogh (2004) hebb<strong>en</strong> definitief e<strong>en</strong> einde gemaakt aan het beeld dat<br />

Nederland e<strong>en</strong> gidsland zou zijn. [K<strong>en</strong>nedy, 2005: 40]<br />

Het progressief-linkse gidslandideaal had grote invloed in Nederland. Zo groot zelfs, dat kritiek op de<br />

bijbehor<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> haast niet mogelijk was <strong>en</strong> afgedaan werd als kwalijk rechts <strong>en</strong> tot<br />

taboe werd verklaard. Voor belangrijke maatschappelijke kwesties, zoals het vreemdeling<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />

minderhed<strong>en</strong>beleid <strong>en</strong> de misdaadbestrijding, had dat als consequ<strong>en</strong>tie dat zij amper besprok<strong>en</strong><br />

kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, wat veel onvrede in de sam<strong>en</strong>leving tot gevolg had. [Couw<strong>en</strong>berg, 1996: 139] Na de<br />

teloorgang van de constructie Nederland Gidsland in 2002 is de overtuiging van het eig<strong>en</strong> gelijk over<br />

de eig<strong>en</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> omgeslag<strong>en</strong> in schaamte voor het ‘missionair nationalisme’. [K<strong>en</strong>nedy,<br />

2005: 19]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- J.P Pronk<br />

- M. van der Stoel<br />

- Minister van Buit<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

- Vredesbeweging<strong>en</strong><br />

- Amnesty International<br />

- Milieubeweging<strong>en</strong><br />

- Gre<strong>en</strong>peace<br />

- M<strong>en</strong>s<strong>en</strong>recht<strong>en</strong>beweging<strong>en</strong><br />

- Minister van Ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking<br />

- Krakersbeweging<br />

- <strong>Politiek</strong>e Partij Radikal<strong>en</strong> (PPR)<br />

- B. de Gaay Fortman<br />

- NGO<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- Boogman, J.C., ‘De Nederland-Gidsland-conceptie in historisch perspectief’, Ons Erfdeel 2<br />

(1984) 161-170.<br />

- Boon, H.N., ‘Nederland als voortrekkersland’, JASON 5 (1980) 16-18.<br />

- Couw<strong>en</strong>berg, S.W., ‘E<strong>en</strong> omstred<strong>en</strong> zelfbesef. De Nederlandse id<strong>en</strong>titeit in ontwikkeling’, in:<br />

Koch, K. <strong>en</strong> P. Scheffer (red.), Het nut van Nederland. Opstell<strong>en</strong> over soevereiniteit <strong>en</strong><br />

id<strong>en</strong>titeit (Amsterdam 1996).<br />

- Gaay Fortman, B. de, ‘De vredespolitiek van de radical<strong>en</strong>’, Internationale Spectator 4 (1973)<br />

109-113.<br />

- Heldring, J.L., ‘E<strong>en</strong> gids behoort tot e<strong>en</strong> groep’, JASON 5 (1980) 18-20.<br />

- K<strong>en</strong>nedy, J.C., Nieuw Babylon in aanbouw. Nederland in de jar<strong>en</strong> zestig (Leid<strong>en</strong> 2007).<br />

Gedigitaliseerde versie van de uitg.: Amsterdam [etc.] : Boom, cop. 1995<br />

- K<strong>en</strong>nedy, J.C., De deugd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gidsland. Burgerschap <strong>en</strong> democratie in Nederland<br />

(Amsterdam 2005)<br />

44


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- K<strong>en</strong>nedy, J.C., ‘Nederland als het meest progressieve land ter wereld’, in: Noort, W. van <strong>en</strong> R.<br />

van Wiche, Nederland als voorbeeldige natie (Hilversum 2006).<br />

- K<strong>en</strong>nedy, J.C., Beziel<strong>en</strong>de verband<strong>en</strong>. Gedacht<strong>en</strong> over religie, politiek <strong>en</strong> maatschappij in het<br />

moderne Nederland (Amsterdam 2010)<br />

- Koch, K., ‘Nederland: gids of volger?’, De Gids 7/8 (1997) 477-482.<br />

- Kuit<strong>en</strong>brouwer, M., ‘Nederland gidsland? De ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking van Nederland <strong>en</strong><br />

gelijkgezinde land<strong>en</strong>, 1973-1985’, in: Nekkers, J.A. <strong>en</strong> P.A.M. Malcont<strong>en</strong>t (red.), De<br />

geschied<strong>en</strong>is van vijftig jaar Nederlandse ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking 1949-1999 (D<strong>en</strong> Haag<br />

1999).<br />

- Stoel, M. van der, ‘De rol van Nederland in de internationale politiek’, JASON 5 (1980) 11-13.<br />

- Voorhoeve, J.J.C., ‘Volgland, gidsland of katalysator’, JASON 5 (1980) 14-16.<br />

- Velde, H. te, ‘Einde van het gidsland?’, De Gids 7/8 (1997 ) 483-489.<br />

- Waltmans, H., ‘PPR-visie op de buit<strong>en</strong>landse politiek’, JASON 5 (1980) 7-8.<br />

- Wecke, L.J., ‘Nederland, gidsland of gidsvolk? JASON 5 (1980) 9-11.<br />

- Interview Piet de Rooy, 2011<br />

- Rooy, P. de. mail, '<strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong> Tr<strong>en</strong>danalyse validatie rapport' (27 mei 2011).<br />

-<br />

45


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 12 - Staatkundige hervorming<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Koninkrijk der<br />

Nederland<strong>en</strong><br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Mondialisering<br />

- Participatie <strong>en</strong> emancipatie<br />

- Herschikking van institutionele verband<strong>en</strong><br />

Relatie met<br />

Domein: <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur<br />

Datering<br />

1942- na 2005<br />

Beschrijving<br />

Op 15 december 1954 kwam er met de ondertek<strong>en</strong>ing van het Statuut voor het Koninkrijk der<br />

Nederland<strong>en</strong> e<strong>en</strong> einde aan de koloniale status van de voormalige Nederlandse koloniën. Tev<strong>en</strong>s<br />

werd<strong>en</strong> met het Statuut de Nederlandse Antill<strong>en</strong> opgericht. Suriname <strong>en</strong> de Nederlandse Antill<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> zelfstandige land<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Koninkrijk. Hoewel de invloed van Nederland op het bestuur<br />

van deze land<strong>en</strong> sterk werd verminderd, was het beleid van Nederland er wel op gericht om de<br />

voormalige koloniën binn<strong>en</strong> het Koninkrijk te houd<strong>en</strong>.<br />

De Nederlandse Antill<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong> zes eiland<strong>en</strong>: Aruba, Bonaire, Curaçao, Sint Eustasius, Sint Maart<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> Saba. De integratie van de zes eiland<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> politieke e<strong>en</strong>heid was echter problematisch door<br />

het nationalistisch eilandd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Dit insularisme hield in dat Antillian<strong>en</strong> zich meer betrokk<strong>en</strong> voeld<strong>en</strong><br />

bij hun eig<strong>en</strong> eiland, dan dat zij zich onderdeel voeld<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groter geheel, in dit geval de<br />

Nederlandse Antill<strong>en</strong>. Ook had Aruba problem<strong>en</strong> met de dominante positie van Curaçao binn<strong>en</strong> de<br />

Nederlandse Antill<strong>en</strong>.<br />

Het beleid van Nederland t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de overzeese koninkrijksdel<strong>en</strong> veranderde door de<br />

gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> op Curaçao in 1969. In mei dat jaar vond<strong>en</strong> er ongeregeldhed<strong>en</strong> plaats in Willemstad.<br />

Zwarte arbeiders bij Shell voeld<strong>en</strong> zich achtergesteld t<strong>en</strong> opzichte van hun blanke collega’s. Daarnaast<br />

groeide in het algeme<strong>en</strong> ook de frustratie over de verslechterde economische situatie van Curaçao <strong>en</strong><br />

de achtergestelde situatie van de zwarte Curaçaoënaars. Na e<strong>en</strong> langdurig arbeidsconflict brak er e<strong>en</strong><br />

staking uit. Andere arbeiders slot<strong>en</strong> zich hierbij aan. De massale protestmars die volgde ontaardde<br />

echter in brandstichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> plundering<strong>en</strong> <strong>en</strong> de politie kon de situatie niet aan. Op verzoek van de<br />

Antilliaanse regering stuurde Nederland 300 mariniers om de orde te herstell<strong>en</strong>. Het ingrijp<strong>en</strong> van<br />

Nederland leidde echter tot internationale kritiek. De ongeregeldhed<strong>en</strong> op Curaçao <strong>en</strong> de internationale<br />

kritiek war<strong>en</strong> voor de Nederlandse regering red<strong>en</strong><strong>en</strong> om de staatkundige verhouding<strong>en</strong> te herzi<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s het Statuut kon Nederland verplicht word<strong>en</strong> om bij onlust<strong>en</strong> in Suriname <strong>en</strong> op de<br />

Nederlandse Antill<strong>en</strong> bijstand te verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. Nederland was bang dat er meer onlust<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kom<strong>en</strong><br />

die vanwege de autonomie van de land<strong>en</strong> niet door Nederland voorkom<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, maar waar<br />

Nederland wel betrokk<strong>en</strong> bij kon word<strong>en</strong>. De Nederlandse regering wilde dit voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> stuurde<br />

erop aan dat Suriname <strong>en</strong> de Nederlandse Antill<strong>en</strong> onafhankelijk zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. [Rosheuvel, 2005:<br />

57-58; Aller, 1994: 311-317; Broos, 1996: 17]<br />

In de voormalige koloniën zelf ging<strong>en</strong> ook steeds meer stemm<strong>en</strong> op voor e<strong>en</strong> meer onafhankelijke<br />

status. Het Surinaamse kabinet had in 1958 al lat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat het streefde naar meer zelfstandigheid<br />

met betrekking tot buit<strong>en</strong>landse betrekking<strong>en</strong>, waaronder e<strong>en</strong> zelfstandig lidmaatschap van de<br />

Ver<strong>en</strong>igde Naties <strong>en</strong> andere internationale organisaties. [Broos, 1996: 17] Door de onlust<strong>en</strong> in<br />

Willemstad kwam<strong>en</strong> de ontwikkeling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> stroomversnelling. Suriname gaf aan onafhankelijk te<br />

will<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, maar de Nederlandse Antill<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> deze stap nog niet nem<strong>en</strong>. Het kwam te vroeg. De<br />

Antill<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> zelf bepal<strong>en</strong> wanneer zij onafhankelijk zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> wild<strong>en</strong> dat op e<strong>en</strong><br />

gefaseerde wijze do<strong>en</strong>. De bespreking<strong>en</strong> over de onafhankelijk van de Nederlandse Antill<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

opgeschort <strong>en</strong> losgekoppeld van die van Suriname.<br />

Het proces naar onafhankelijkheid van Suriname werd versneld nadat het kabinet-D<strong>en</strong> Uyl had<br />

aangegev<strong>en</strong> dat de onafhankelijkheid bereikt moest word<strong>en</strong> in zijn regeerperiode, dus uiterlijk in 1977.<br />

Premier Arron van Suriname had in februari 1974 daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> in de regeringsverklaring verkondigd<br />

46


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

dat de soevereiniteitsoverdracht van Suriname niet later dan in 1975 zou moet<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Deze<br />

termijn was e<strong>en</strong> verrassing voor iedere<strong>en</strong>, maar werd wel gerealiseerd. Op 25 november 1975 werd de<br />

onafhankelijkheid van Suriname uitgeroep<strong>en</strong>. Vanaf dat mom<strong>en</strong>t ging Suriname verder als zelfstandig<br />

land <strong>en</strong> bestond het Koninkrijk der Nederland nog uit Nederland <strong>en</strong> de Nederlandse Antill<strong>en</strong>. [Aller,<br />

1994: 358-360; Rosheuvel, 2005:61]<br />

De Nederlandse regering streefde nog steeds naar onafhankelijke Nederlandse Antill<strong>en</strong>, daarbij werd<br />

gedacht aan e<strong>en</strong> federatief verband. Aruba wees deze vorm echter af. Het vreesde dat Curaçao door<br />

de grootte, het inwonertal <strong>en</strong> de economische kracht, de andere eiland<strong>en</strong>, waaronder Aruba, zou<br />

overheers<strong>en</strong>. De Curaçaose politieke partij<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> namelijk gepleit voor e<strong>en</strong> onafhankelijke federale<br />

republiek, met e<strong>en</strong> ‘one man, one vote’ systeem. Hierdoor zou Curaçao, dat meer inwoners heeft,<br />

stemverhoudingsgewijs altijd groter zijn dan Aruba of één van de andere eiland<strong>en</strong>.<br />

In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig kwam door deze ontwikkeling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tweede golf van Arubaans<br />

staatkundig separatisme op onder leiding van Betico Croes. De eerste golf had plaatsgevond<strong>en</strong> in de<br />

jar<strong>en</strong> vijftig. De partij van Croes, de MEP (Movimi<strong>en</strong>to Electoral di Pueblo) streefde naar e<strong>en</strong> Status<br />

Aparte. Nederland wilde dat in eerste instantie niet, ev<strong>en</strong>min als de Antilliaanse regering <strong>en</strong> de<br />

regeringspartij van Aruba, de PPA (Partido di Pueblo Arubano). Zij war<strong>en</strong> alle voorstander van e<strong>en</strong><br />

Antilliaanse federatie. Pas na de verkiezingsoverwinning van de MEP, sloot de PPA zich aan bij de strijd<br />

voor e<strong>en</strong> Status Aparte. [Aller, 1994: 435-436]<br />

Het in 1977 gehoud<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>dum onder de Arubaanse bevolking over de status van Aruba bevestigde<br />

de w<strong>en</strong>s van de bevolking. Het refer<strong>en</strong>dum leverde winst op voor de Status-Aparte-beweging. E<strong>en</strong><br />

meerderheid van de Aruban<strong>en</strong> had aangegev<strong>en</strong> onafhankelijk te will<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> was teg<strong>en</strong> de<br />

voortzetting van het Antilliaanse staatsverband. Aruba wist Nederland bereid te krijg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> aparte<br />

status voor Aruba te bewerkstellig<strong>en</strong>, los van de Nederlandse Antill<strong>en</strong>. De omslag in het Nederlands<br />

beleid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de gew<strong>en</strong>ste Antilliaanse federatie kwam echter pas nadat Aruba de<br />

internationale pers had wet<strong>en</strong> te mobiliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de uitbraak van ernstige staking<strong>en</strong>.<br />

Op de Ronde Tafelconfer<strong>en</strong>tie in 1983 werd overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> dat Aruba e<strong>en</strong> tijdelijke Status Aparte<br />

zou krijg<strong>en</strong> voor de periode van ti<strong>en</strong> jaar. Daarna zou Aruba onafhankelijk moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De PPA <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> deel van de Arubaanse bevolking war<strong>en</strong> niet gelukkig met de koppeling tuss<strong>en</strong> de Status Aparte<br />

<strong>en</strong> de onafhankelijkheid. De MEP verloor daardoor veel zetels t<strong>en</strong> gunste van de PPA. Deze laatste<br />

wilde de Status Aparte namelijk als einddoel <strong>en</strong> niet als tuss<strong>en</strong>oplossing. Het beleid van Nederland was<br />

echter nog steeds gericht op de onafhankelijkheid van de voormalige koloniën. Op 1 januari 1986<br />

kreeg Aruba de Status Aparte <strong>en</strong> werd het e<strong>en</strong> autonoom land binn<strong>en</strong> het Koninkrijk, naast Nederland<br />

<strong>en</strong> de Nederlandse Antill<strong>en</strong>. [Aller, 1994: 517]<br />

Eind jar<strong>en</strong> tachtig trad er e<strong>en</strong> opmerkelijke omw<strong>en</strong>teling bij Nederland op over het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de<br />

koninkrijksrelaties. Het kabinet-Lubbers III (1989) was van m<strong>en</strong>ing dat Aruba <strong>en</strong> de Nederlandse<br />

Antill<strong>en</strong> niet perse onafhankelijk di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> zij w<strong>en</strong>st<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> zij binn<strong>en</strong> het<br />

Koninkrijksverband blijv<strong>en</strong>. [Aller, 1994: 517] Deze omw<strong>en</strong>teling had te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> op de eiland<strong>en</strong>: de dominante positie van Curaçao t<strong>en</strong> opzichte van de andere eiland<strong>en</strong><br />

was problematisch, de interne herstructurering van de Nederlands Antill<strong>en</strong> stagneerde <strong>en</strong> de<br />

economische situatie (werkloosheid <strong>en</strong> financiële tekort<strong>en</strong>) aldaar was niet goed. Nederland was van<br />

m<strong>en</strong>ing dat deze problem<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> Koninkrijksverband opgelost kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Wel stelde<br />

Nederland e<strong>en</strong> aantal voorwaard<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> de Nederlandse Antill<strong>en</strong> <strong>en</strong> Aruba staatsrechtelijk aan<br />

Nederland verbond<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Deze voorwaard<strong>en</strong> war<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> stabiele sam<strong>en</strong>leving, naleving<br />

van de grondrecht<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> toereik<strong>en</strong>de toepassing van het recht, vermindering van de criminaliteit <strong>en</strong><br />

met name sanering van de overheidsfinanciën/begrotingstekort<strong>en</strong>. [Aller, 1994: 442, 461, 505, 519;<br />

Rosheuvel, 2005: 157]<br />

Begin 1992 werd er e<strong>en</strong> confer<strong>en</strong>tie gehoud<strong>en</strong> over de staatkundige structuur <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deugdelijk<br />

bestuur. Voor Nederland was e<strong>en</strong> goed (financieel) bestuur onlosmakelijk verbond<strong>en</strong> met het verl<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

van ev<strong>en</strong>tuele ondersteuning aan de eiland<strong>en</strong> <strong>en</strong> het behoud van de eiland<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Koninkrijk.<br />

Voor de eiland<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de staatkundige verhouding<strong>en</strong> echter belangrijker. De betrokk<strong>en</strong> eiland<strong>en</strong><br />

hadd<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over de toekomstige verhouding<strong>en</strong>. Curaçao wilde e<strong>en</strong> zelfstandige<br />

positie als Land binn<strong>en</strong> het Koninkrijk <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> met de vier andere eiland<strong>en</strong>. Ook Bonaire<br />

streefde naar e<strong>en</strong> zelfstandige positie als Land, maar wilde e<strong>en</strong> hecht sam<strong>en</strong>werkingsverband tuss<strong>en</strong><br />

de eiland<strong>en</strong>. Sint Maart<strong>en</strong> wilde zowel e<strong>en</strong> Land word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Koninkrijk als onafhankelijk. Sint<br />

Eustatius wilde de Nederlandse Antill<strong>en</strong> voortzett<strong>en</strong>, zoals het op dat mom<strong>en</strong>t bestond. En het vijfde<br />

eiland, Saba, koos ook voor de Status Aparte. Er was dus ge<strong>en</strong> cons<strong>en</strong>sus tuss<strong>en</strong> de eiland<strong>en</strong> wat<br />

47


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

betreft hun toekomst. [Aller, 1994:507-508] In 1994 werd<strong>en</strong> er op de vijf eiland<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>da<br />

gehoud<strong>en</strong>. De eilandbewoners mocht<strong>en</strong> zich uitsprek<strong>en</strong> over de staatkundige toekomst van de vijf<br />

eiland<strong>en</strong>. De overgrote meerderheid was voor voortzetting van de huidige situatie. Dus het<br />

voortbestaan van de Nederlandse Antill<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Koninkrijk. [Rosheuvel, 2005: 163]<br />

Hoewel de status van de Nederlandse Antill<strong>en</strong> op dat mom<strong>en</strong>t niet veranderde, <strong>en</strong> Aruba in 1996 niet<br />

onafhankelijk hoefde te word<strong>en</strong>, werd het proces van staatkundige hervorming van de Nederlandse<br />

Antill<strong>en</strong> voortgezet.<br />

Aan het begin van de 21 e eeuw kwam het proces in e<strong>en</strong> stroomversnelling. In 2004 werd de<br />

werkgroep Bestuurlijke <strong>en</strong> Financiële verhouding<strong>en</strong> Nederlandse Antill<strong>en</strong> ingesteld. De werkgroep<br />

kreeg de opdracht om de gew<strong>en</strong>ste verandering<strong>en</strong> op het gebied van bestuurlijke verhouding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

de Nederlandse Antill<strong>en</strong> te inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong> <strong>en</strong> te analyser<strong>en</strong> hoe de bestuurlijke verhouding<strong>en</strong>,<br />

daaronder begrep<strong>en</strong> de financiële <strong>en</strong> fiscale verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bevoegdheidsverdeling tuss<strong>en</strong> Land,<br />

eilandgebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> het Koninkrijk, zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gewijzigd om de verandering<strong>en</strong> door te<br />

kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>. [Jesurun, 2004: 87] De aanbeveling<strong>en</strong> van de werkgroep kwam<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de<br />

w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van de bevolking van de eiland<strong>en</strong>.<br />

In 2000 had reeds e<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>dum plaatsgevond<strong>en</strong> op Sint Maart<strong>en</strong>. De bewoners gav<strong>en</strong> te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

dat zij dezelfde Status Aparte wild<strong>en</strong>, als Aruba. Bij het refer<strong>en</strong>dum op Curaçao dd 8 april 2005, werd<br />

duidelijk dat ook Curaçao e<strong>en</strong> Status Aparte wilde. De andere eiland<strong>en</strong> koz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> directere band<br />

met Nederland. [website Wikipedia] Op 21 oktober 2005 werd er e<strong>en</strong> Akkoord op Hoofdlijn<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> Nederland <strong>en</strong> de Nederlandse Antill<strong>en</strong>, waarin werd afgesprok<strong>en</strong> dat de Nederlandse Antill<strong>en</strong><br />

zich financieel zoud<strong>en</strong> doorlicht<strong>en</strong>. Op de Ronde Tafelconfer<strong>en</strong>tie op 26 november 2005 werd<br />

overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> dat Nederland de schuld<strong>en</strong> (2,4 miljard euro) van de Nederlandse Antill<strong>en</strong> zou<br />

overnem<strong>en</strong> op voorwaarde dat de Antill<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> nieuwe schuld<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> er e<strong>en</strong> deugdelijke<br />

begroting <strong>en</strong> financieel toezicht zoud<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Op 11 oktober 2006 werd het slotakkoord getek<strong>en</strong>d<br />

waarmee werd overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> dat de eiland<strong>en</strong> Bonaire, Sint Eustasius <strong>en</strong> Saba de status van<br />

op<strong>en</strong>baar lichaam, vergelijkbaar met die van e<strong>en</strong> Nederlandse geme<strong>en</strong>te, zoud<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> maand<br />

later, op 2 november 2006, werd tuss<strong>en</strong> Nederland, Curaçao <strong>en</strong> Sint Maart<strong>en</strong> e<strong>en</strong> akkoord geslot<strong>en</strong>,<br />

waarin werd overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> dat de twee eiland<strong>en</strong> e<strong>en</strong> Status Aparte zoud<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het<br />

Koninkrijk der Nederland<strong>en</strong>. [website Wikipedia]<br />

Saba, Sint Eustasius <strong>en</strong> Bonaire zijn sinds 10 oktober 2010 ‘bijzondere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>’. Curaçao <strong>en</strong> Sint<br />

Maart<strong>en</strong> zijn net als Aruba e<strong>en</strong> autonoom land geword<strong>en</strong>. Daarnaast zijn per 10 oktober 2010 de<br />

Nederlandse Antill<strong>en</strong> opgehev<strong>en</strong>.<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Nederland<br />

- Aruba<br />

- Curaçao<br />

- Bonaire<br />

- Sint Maart<strong>en</strong><br />

- Saba<br />

- Sint Eustasius<br />

- Ministerie van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

- Suriname<br />

- Gem<strong>en</strong>gde Commissie Toekomst Antill<strong>en</strong><br />

- werkgroep Bestuurlijke <strong>en</strong> Financiële verhouding<strong>en</strong> Nederlandse Antill<strong>en</strong><br />

- Kabinett<strong>en</strong><br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- Aller, H.B., Van kolonie tot koninkrijksdeel : de staatkundige geschied<strong>en</strong>is van de Nederlandse<br />

Antill<strong>en</strong> <strong>en</strong> Aruba van 1634 tot 1994 (Groning<strong>en</strong>/Maastricht 1994).<br />

48


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- Broos, I.E.C.M., E<strong>en</strong>heid in verscheid<strong>en</strong>heid : e<strong>en</strong> institutioneel onderzoek naar actor<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

handeling<strong>en</strong> op het terrein van staatkundige verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de land<strong>en</strong><br />

van het Koninkrijk der Nederland<strong>en</strong> in de periode 1954-1995 (D<strong>en</strong> Haag 1996).<br />

- Jesurun, E.A.V. (voorzitter), Nu kan het... nu moet het! : Advies Werkgroep Bestuurlijke <strong>en</strong><br />

Financiële Verhouding<strong>en</strong> Nederlandse Antill<strong>en</strong> (z.p. 2004).<br />

- Rosheuvel, D.A., De toekomst van de Nederlandse Antill<strong>en</strong> in staatsrechtelijke verhouding :<br />

e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning voor de constitutionele ag<strong>en</strong>da van de 21ste eeuw (Leid<strong>en</strong> 2005),<br />

https://op<strong>en</strong>access.leid<strong>en</strong>univ.nl/bitstream/1887/2714/1/Proefschrift_Rosheuvel.pdf.<br />

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Staatkundige_hervorming<strong>en</strong>_binn<strong>en</strong>_het_Koninkrijk_der_Nederlan<br />

d<strong>en</strong>. Laatst geraadpleegd 29 april 2011<br />

49


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 13 - Europeanisering van het op<strong>en</strong>baar bestuur<br />

Metatr<strong>en</strong>ds:<br />

- Europeanisering<br />

- Mondialisering<br />

- Verandering van institutionele verband<strong>en</strong><br />

Relatie met:<br />

- Domein Economie<br />

- Domein Gezondheid<br />

- Domein Milieu<br />

- Domein Natuur<br />

- Domein Onderwijs <strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schap<br />

- Domein Recht<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Internationalisering van het recht<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Europeanisering van recht <strong>en</strong> beleid<br />

- Domein Veiligheid<br />

- Domein Verkeer <strong>en</strong> vervoer<br />

- Domein Welzijn<br />

- Domein Welzijn<br />

- Domein Werk <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong><br />

- Domein Won<strong>en</strong><br />

Datering<br />

na 1945 – na 2005<br />

Beschrijving<br />

Europeanisering wordt in deze context opgevat als de directe of indirecte doorwerking van de door de<br />

organ<strong>en</strong> van de Europese Unie (EU) ontwikkelde <strong>en</strong> uitgevaardigde regeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> richtlijn<strong>en</strong> op de<br />

instituties <strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> van de individuele lidstat<strong>en</strong>. De EU is e<strong>en</strong> supranationale organisatie met<br />

regelgev<strong>en</strong>de bevoegdhed<strong>en</strong> op vele terrein<strong>en</strong>, die middels meerderheidsbesluit<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong> neemt<br />

die ook voor de minderheid bind<strong>en</strong>d zijn. Directe europeanisering vindt plaats door wetgeving,<br />

afsprak<strong>en</strong> <strong>en</strong> jurisprud<strong>en</strong>tie van het Hof van Justitie, de zog<strong>en</strong>oemde formele richtlijn<strong>en</strong>instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Indirecte invloed heeft de Europese Unie via beïnvloeding van de politieke verhouding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de<br />

lidstat<strong>en</strong> door het meer of minder aantrekkelijk mak<strong>en</strong> van beleidsopties, de versterking of<br />

verzwakking van politieke actor<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de verspreiding van ideeën. Tot het zog<strong>en</strong>aamde ‘zachte’<br />

instrum<strong>en</strong>tarium van de Unie behor<strong>en</strong> onder andere b<strong>en</strong>chmarks (ijkingskaders), gedragscodes <strong>en</strong><br />

vrijwillige overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>. De lidstat<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s zelf hoe zij de regeling<strong>en</strong> van de EU gaan<br />

uitvoer<strong>en</strong>: middels absorptie (overname van de richtlijn zonder wez<strong>en</strong>lijke aanpassing), transformatie<br />

(wijziging van het nationale beleid zodat het overe<strong>en</strong>stemt bij het Europees beleid) of accommodatie<br />

(wez<strong>en</strong>lijke verandering<strong>en</strong> van het nationaal beleid door overname van het Europees beleid). Het<br />

functioner<strong>en</strong> van de EU is gericht op de integratie van de lidstat<strong>en</strong> op steeds meer terrein<strong>en</strong>. Dit<br />

strev<strong>en</strong> heeft inmiddels e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> dynamiek gekreg<strong>en</strong>. Zo leidde de douane-unie (1968) bijvoorbeeld<br />

tot de totstandkoming van e<strong>en</strong> interne markt met vrij verkeer van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> (1985) <strong>en</strong> goeder<strong>en</strong><br />

(1992), wat vervolg<strong>en</strong>s noodzaakte tot monetaire e<strong>en</strong>heid (1999), die waarschijnlijk e<strong>en</strong> integratie<br />

van fiscaal <strong>en</strong> begrotingsbeleid tot gevolg zal hebb<strong>en</strong>. Door deze dynamiek raakt<strong>en</strong> de lidstat<strong>en</strong> steeds<br />

meer op elkaar betrokk<strong>en</strong>, wat verdere Europese sturing <strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ing uitlokte. De voortgaande<br />

Europese integratie heeft geleid tot het ontstaan van nieuwe c<strong>en</strong>tra van besluitvorming naast de<br />

democratisch gelegitimeerde nationale overheid: er ontstond e<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerd netwerk van<br />

sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> (in)formele overlegcircuits tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de statelijke (nationale <strong>en</strong> subnationale<br />

overhed<strong>en</strong>) <strong>en</strong> niet-statelijke organisaties (bedrijv<strong>en</strong>, maatschappelijke groepering<strong>en</strong>,<br />

belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>). [Princ<strong>en</strong>, 2004: 3-5; Becker e.a. (red.), 2008: 20; ROB, 1998: 3, 42-43, 48; ROB,<br />

2004: 51; Hoetjes, 2000: 18, 30]<br />

50


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Het proces van Europese integratie begon in de jar<strong>en</strong> vijftig. De integratie beoogde door economische<br />

<strong>en</strong> later ook politieke sam<strong>en</strong>werking oorlog<strong>en</strong> in Europa te voorkom<strong>en</strong>. De eerste formele aanzet van<br />

bov<strong>en</strong>statelijke sam<strong>en</strong>werking was de in 1948 als douane-unie opgerichte, <strong>en</strong> in 1960 ook tot<br />

economische unie omgevormde B<strong>en</strong>elux, het sam<strong>en</strong>werkingsverband van België, Nederland <strong>en</strong><br />

Luxemburg. Gaandeweg verloor de B<strong>en</strong>elux zijn rol <strong>en</strong> functie door de ontwikkeling van de Europese<br />

Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Wel bleef zij funger<strong>en</strong> als afstemmingsorgaan voor de drie betrokk<strong>en</strong> land<strong>en</strong> om zo<br />

hun beleid te bundel<strong>en</strong> <strong>en</strong> kracht bij te zett<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. [Breeman e.a.,<br />

2008: 169; Hoetjes, 2000: 22-23]<br />

In 1951 kwam middels het Verdrag van Parijs de Europese Geme<strong>en</strong>schap voor Kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> Staal (EGKS)<br />

tot stand, opgericht door de B<strong>en</strong>elux-land<strong>en</strong>, Frankrijk, Duitsland <strong>en</strong> Italië. De EGKS moest de stabiele<br />

aanvoer <strong>en</strong> distributie van kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> staal garander<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de jar<strong>en</strong> van wederopbouw na de Tweede<br />

Wereldoorlog. Met het Verdrag van Rome (1957) werd naast de EGKS de Europese Economische<br />

Geme<strong>en</strong>schap (EEG) opgericht door de led<strong>en</strong> van de EGKS. Tegelijkertijd werd de Europese<br />

Geme<strong>en</strong>schap voor Atoom<strong>en</strong>ergie (Euratom) opgericht, die e<strong>en</strong> veilige <strong>en</strong> vreedzame ontwikkeling van<br />

atoom<strong>en</strong>ergie moest garander<strong>en</strong>. EGKS, EEG <strong>en</strong> Euratom werd<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk de Europese<br />

Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd. Aanvankelijk was de sam<strong>en</strong>werking gericht op economische doel<strong>en</strong>:<br />

ontwikkeling van e<strong>en</strong> Europese interne markt, e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk landbouwbeleid, e<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>schappelijk vervoersbeleid <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke handelspolitiek. [website<br />

europa.eu/…/treaties]<br />

Vanaf begin jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig begonn<strong>en</strong> de Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> zich ook buit<strong>en</strong> hun economische<br />

beleidskaders te begev<strong>en</strong> waar dit noodzakelijk leek in het kader van de ontwikkeling van de<br />

geme<strong>en</strong>schappelijke markt. Sprek<strong>en</strong>d voorbeeld daarvan was de instelling van sociale fonds<strong>en</strong> ter<br />

bestrijding van de sociale <strong>en</strong> economische achterstand<strong>en</strong> in Griek<strong>en</strong>land (lid sinds 1981), Portugal <strong>en</strong><br />

Spanje (lid sinds 1986), ontstaan in de voorgaande jar<strong>en</strong> van dictatuur. Ook op het terrein van milieu,<br />

regionale ontwikkeling, sociale aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> <strong>en</strong> industrie werd<strong>en</strong> Europese afsprak<strong>en</strong> gemaakt <strong>en</strong><br />

beleid ontwikkeld zonder expliciete fundering op het oorspronkelijke EEG-verdrag. Het Verdrag van<br />

Maastricht (1992, Verdrag betreff<strong>en</strong>de de Europese Unie, de EU) bewerkstelligde e<strong>en</strong> omvorming van<br />

de Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>: naast de EGKS, de EEG <strong>en</strong> Euratom (in 1992 gezam<strong>en</strong>lijk Europese<br />

Geme<strong>en</strong>schap (EG) gedoopt) versch<strong>en</strong><strong>en</strong> het Geme<strong>en</strong>schappelijk Buit<strong>en</strong>lands- <strong>en</strong> Veiligheidsbeleid<br />

(GBVB) <strong>en</strong> politiële <strong>en</strong> justitiële sam<strong>en</strong>werking. Voor het op<strong>en</strong>baar bestuur van belang war<strong>en</strong> de<br />

instelling van het subsidiariteitsbeginsel (besluitvorming vindt plaats op e<strong>en</strong> zo laag mogelijk<br />

bestuurlijk niveau), de toedeling van meer geld aan regionale <strong>en</strong> subnationale verband<strong>en</strong> ter<br />

bestrijding van economische problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> achterstand<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de oprichting van het Comité der Regio’s<br />

– waarover later meer - dat de lagere overhed<strong>en</strong> in Brussel ging verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>. [Hoetjes, 2000:<br />

29-30] De EU stond in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig voor de opgave om de voormalige Oostblokland<strong>en</strong> op te<br />

nem<strong>en</strong> in de Unie. In 2004 werd<strong>en</strong> Tsjechië, Slowakije, Pol<strong>en</strong>, Estland, Letland, Litouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hongarije<br />

lid (sam<strong>en</strong> met Cyprus <strong>en</strong> Malta), in 2007 gevolgd door Roem<strong>en</strong>ië <strong>en</strong> Bulgarije. Tegelijk begonn<strong>en</strong> de<br />

verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> naar de mogelijkhed<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> lidmaatschap voor Turkije. [Breeman e.a., 2008: 189]<br />

De Nederlandse politieke houding t<strong>en</strong> opzichte van de Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> was sinds de<br />

oprichting in 1951 positief. Nederland me<strong>en</strong>de dat er veel economisch te winn<strong>en</strong> was (internationaal<br />

kapitaal, economische groei, marktaandeel) teg<strong>en</strong> relatief geringe kost<strong>en</strong> (afstemm<strong>en</strong>, coördiner<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

harmoniser<strong>en</strong> van nationaal beleid). Het officiële standpunt sinds 1951, waarover e<strong>en</strong> brede nationale<br />

cons<strong>en</strong>sus bestond, was dat er ge<strong>en</strong> politieke integratie zou zijn zonder voorafgaande economische<br />

integratie. Hoewel dit tot diep in de jar<strong>en</strong> tachtig beled<strong>en</strong> werd, bleek in de praktijk dat de politieke<br />

integratie, onder leiding van met name Frankrijk, stap voor stap werd doorgevoerd. Het platform voor<br />

economische sam<strong>en</strong>werking kon immers ook gebruikt word<strong>en</strong> voor ev<strong>en</strong>tuele politieke sam<strong>en</strong>werking.<br />

Nederland probeerde dit proces van integratie te verhinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> wierp zich op als belang<strong>en</strong>behartiger<br />

voor alle kleine land<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, die hun positie bedreigd zag<strong>en</strong> door de grote<br />

stat<strong>en</strong> Frankrijk, Duitsland <strong>en</strong> later ook Groot-Brittannië. Nederland streefde naar politieke<br />

sam<strong>en</strong>werking als teg<strong>en</strong>wicht teg<strong>en</strong> integratie door beperking van de rol van de regeringsleiders <strong>en</strong><br />

naar versterking van de Europese Commissie, het uitvoer<strong>en</strong>d <strong>en</strong> controler<strong>en</strong>d orgaan van de Unie.<br />

Alle<strong>en</strong> de linkse partij<strong>en</strong> liet<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig tijdelijk e<strong>en</strong> kritisch geluid hor<strong>en</strong>: zij beschouwde<br />

de EEG to<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> kapitalistisch instrum<strong>en</strong>t dat gericht was teg<strong>en</strong> de sociaal zwakker<strong>en</strong>.<br />

[Dijstelbloem e.a. (red.), 2010: 157, 160; ROB, 1998: 3; Heyting, 1992: 468-474; Becker e.a. (red.),<br />

2008: 115]<br />

51


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Teg<strong>en</strong> het einde van de jar<strong>en</strong> tachtig begon de EEG steeds vaker als Geme<strong>en</strong>schap te reager<strong>en</strong> op<br />

(Europese <strong>en</strong> mondiale) politieke ontwikkeling<strong>en</strong>, terwijl haar economische, juridische <strong>en</strong> sociale<br />

invloed op de lidstat<strong>en</strong> verder to<strong>en</strong>am. Door deze expansie van de taakopvatting verschov<strong>en</strong> steeds<br />

meer bevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleid van nationaal naar Europees niveau. In het Verdrag van Maastricht<br />

(1992) lukte het Nederland niet om federalisatie in plaats van integratie als doelstelling aanvaard te<br />

krijg<strong>en</strong>. Ook het teg<strong>en</strong>houd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> monetaire unie mislukte: Duitsland gaf zijn verzet hierteg<strong>en</strong> op<br />

in ruil voor Franse toegeeflijkheid bij de her<strong>en</strong>iging van Duitsland. Sinds de vroege jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig<br />

groeide bij politiek <strong>en</strong> bestuur, maar ook onder de bevolking, e<strong>en</strong> sceptische houding jeg<strong>en</strong>s de EU.<br />

Burgers zag<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> nut of eig<strong>en</strong> voordeel van de Unie, maar hadd<strong>en</strong> wel het idee dat EU-lidmaatschap<br />

veel geld kostte <strong>en</strong> de Nederlandse autonomie <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>heid steeds verder aantastte. In de<br />

Nederlandse politiek werd het welbegrep<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>belang nog sterker richtsnoer in de b<strong>en</strong>adering van<br />

Europese zak<strong>en</strong>. Ook di<strong>en</strong>de de EU gedemocratiseerd te word<strong>en</strong> <strong>en</strong> moest de Nederlandse financiële<br />

bijdrage omlaag. Het euroscepticisme sloot goed aan bij de boodschap van id<strong>en</strong>titeitsbehoud die de<br />

rechts-populistische politicus P. Fortuijn in 2001-2002 uitdroeg. Tuss<strong>en</strong> 1999 <strong>en</strong> 2004 daalde de steun<br />

voor de EU in Nederland aanzi<strong>en</strong>lijk. De directe oorzak<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de forse uitbreiding in Oost-Europa<br />

van het aantal lidstat<strong>en</strong> in 2004, de invoering van de Euro in 2002 <strong>en</strong> de onderhandeling<strong>en</strong> met<br />

Turkije. De burgers vreesd<strong>en</strong> minder aandacht voor het Nederlands belang, war<strong>en</strong> bang voor de<br />

financiële gevar<strong>en</strong> die verbond<strong>en</strong> lek<strong>en</strong> aan de toelating van economisch zwakke <strong>en</strong> in meer of<br />

mindere mate corrupte stat<strong>en</strong>, zag<strong>en</strong> de mogelijke instroom van Oost-Europese arbeidskracht<strong>en</strong> als<br />

e<strong>en</strong> bedreiging van de werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> de cohesie binn<strong>en</strong> de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving. De<br />

invoering van de euro had het lev<strong>en</strong> in de beleving van veel Nederlanders duurder gemaakt- in de<br />

horeca was dit ook werkelijk <strong>en</strong> merkbaar gebeurd. Het refer<strong>en</strong>dum over de Europese ‘Grondwet’, e<strong>en</strong><br />

consolidatie van reeds bestaande verdrag<strong>en</strong>, in 2005 werd aangegrep<strong>en</strong> om de onvrede over de<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> te uit<strong>en</strong>: de Nederlandse bevolking wees het ‘Grondwet’ af. Overig<strong>en</strong>s bleek uit<br />

onderzoek na het refer<strong>en</strong>dum dat Nederlanders gewoon lid wild<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> van de EU, maar dat zij<br />

bezwar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> hun geringe democratische invloed op Europees beleid. [Dijstelbloem e.a.<br />

(red.), 2010: 144, 160, 169; ROB, 1998: 4, 9; Becker e.a. (red.), 2008: 18-25, 72-73, 79, 112-114,<br />

153; Breeman e.a., 2008: 172]<br />

De bestuurlijke invloed van de Europese Unie is in Nederland merkbaar op drie niveaus: bij het Rijk,<br />

bij de provincies <strong>en</strong> bij de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Door de europeanisering van het op<strong>en</strong>baar bestuur is de<br />

onderlinge afhankelijkheid tuss<strong>en</strong> de drie niveaus toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, omdat zij voor e<strong>en</strong> correcte uitvoering<br />

van de Europese regels tot elkaar veroordeeld zijn. Dit geldt het sterkst voor de verdeling, het beheer<br />

<strong>en</strong> de besteding van de financiële middel<strong>en</strong> die de EU ter beschikking stelt. Omdat er van oudsher al<br />

e<strong>en</strong> cultuur van bestuurlijke sam<strong>en</strong>werking bestond, heeft de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> onderlinge afhankelijkheid<br />

niet geleid tot e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijke aanpassing van de politiek-bestuurlijke instituties. Waar wel<br />

verandering<strong>en</strong> in de instituties noodzakelijk blek<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> deze slechts langzaam doorgevoerd<br />

vanwege de taaiheid van de instituties. [Princ<strong>en</strong>, 2004: 5, 8-9; De Rooy, 2003: 183]<br />

Op het niveau van het Rijk blijkt europeanisering twee effect<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> gehad. In de eerste plaats<br />

zijn door de Europese Verdrag<strong>en</strong> op steeds meer terrein<strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> overgegaan van de<br />

nationale overheid naar de EU. Door tev<strong>en</strong>s in te stemm<strong>en</strong> met het principe van<br />

meerderheidsbesluitvorming binn<strong>en</strong> de Unie heeft Nederland, net als elke lidstaat, stukje bij beetje<br />

e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk deel van zijn soevereiniteit overgedrag<strong>en</strong> aan de EU. De regels, richtlijn<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

jurisprud<strong>en</strong>tie, afkomstig van de Europese instituties, bepaald<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> steeds groter word<strong>en</strong>d deel<br />

het nationale Nederlandse beleid. De ministeries die zich het meest bezig hield<strong>en</strong> met ontwikkeling <strong>en</strong><br />

uitvoering van Europees beleid war<strong>en</strong> Landbouw, Natuur <strong>en</strong> Visserij (LNV), Buit<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Economische Zak<strong>en</strong>. Op <strong>en</strong>ige achterstand volgd<strong>en</strong> de ministeries van Sociale Zak<strong>en</strong>, Binn<strong>en</strong>landse<br />

Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Volksgezondheid, <strong>en</strong> de Belastingdi<strong>en</strong>st. Over het geheel bezi<strong>en</strong> was de Nederlandse<br />

ambt<strong>en</strong>aar slechts gemiddeld betrokk<strong>en</strong> bij de EU: het bleef e<strong>en</strong> specialisme, verspreid over de<br />

verschill<strong>en</strong>de departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> tweede effect van europeanisering op rijksniveau was het sterker<br />

word<strong>en</strong> van het c<strong>en</strong>trale nationale gezag t<strong>en</strong> opzichte van de subnationale overhed<strong>en</strong> (provincie <strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>te). De c<strong>en</strong>trale overheid vergrootte zijn greep op de subnationale overhed<strong>en</strong> uit vrees door de<br />

EU aansprakelijk te word<strong>en</strong> gesteld voor verkeerde uitvoering van EU-beleid op subnationaal niveau.<br />

Daarnaast hebb<strong>en</strong> de premier door di<strong>en</strong>s positie op Europees niveau <strong>en</strong> de ministers door hun directe<br />

invloed op Europese wetgeving hun invloed t<strong>en</strong> opzichte van het Nederlandse parlem<strong>en</strong>t vergroot. De<br />

relatieve positie van de premier <strong>en</strong> de ministers is verder versterkt doordat bij de omzetting van<br />

52


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

communautair (d.i. van de EU) beleid naar nationaal beleid de rol van het parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de<br />

adviesorgan<strong>en</strong> kleiner geword<strong>en</strong> doordat er in dat beleid ge<strong>en</strong> wijziging<strong>en</strong> meer mogelijk war<strong>en</strong>.<br />

[Princ<strong>en</strong>, 2004: 6; ROB, 2004: 27; ROB, 1998: 48-53; Geuij<strong>en</strong> e.a., 2008: 41-44, 47]<br />

Op de niveaus van de provincies <strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is betrokk<strong>en</strong>heid bij <strong>en</strong> afhankelijkheid van de<br />

Europese Unie in hoge mate afhankelijk geblek<strong>en</strong> van de mogelijkheid <strong>en</strong> w<strong>en</strong>s om Europese subsidies<br />

te ontvang<strong>en</strong>. De provincies zett<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig eig<strong>en</strong> kantor<strong>en</strong> op in Brussel (behalve<br />

Limburg, Zeeland <strong>en</strong> Noord-Brabant, vanwege de geringe reisafstand tot Brussel). Kort na de<br />

eeuwwisseling betrokk<strong>en</strong> de lobbyist<strong>en</strong> van de provincies gezam<strong>en</strong>lijk het gebouw van de<br />

Randstadregio, dat sindsdi<strong>en</strong> Huis van de Nederlandse Provincies heet, aan de Trierstraat te Brussel.<br />

De lobbyist<strong>en</strong> van Friesland <strong>en</strong> Groning<strong>en</strong> war<strong>en</strong> het meest geprofessionaliseerd, op korte afstand<br />

gevolgd door Flevoland, wat sam<strong>en</strong>hing met de relatief grote Europese subsidies die deze provincies<br />

ontving<strong>en</strong> vanwege hun status als sociaal-economisch ontwikkelingsgebied binn<strong>en</strong> de Unie. Flevoland,<br />

Friesland <strong>en</strong> Groning<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> hierdoor de meest geëuropeaniseerde provincies van Nederland.<br />

Daarnaast is europeanisering zichtbaar bij subnationale overhed<strong>en</strong> wanneer zij gebruik hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong> van het Europees regiobeleid. Dit beleid was erop gericht om regio’s te ondersteun<strong>en</strong> bij hun<br />

sociaal-economische ontwikkeling, wat vaak ook gevolg<strong>en</strong> had voor hun staatsrechtelijke positie: hun<br />

autonomie t<strong>en</strong> opzichte van de c<strong>en</strong>trale overheid nam toe. Dit beleid van regionalisering, vooral<br />

gericht op federale stat<strong>en</strong> (bijvoorbeeld Duitsland, België, Oost<strong>en</strong>rijk) of stat<strong>en</strong> met autonome regio’s<br />

(bijvoorbeeld Spanje), werd in Nederland zichtbaar in de oprichting van zev<strong>en</strong> regio’s: de euregio Rijn-<br />

Ems-IJssel (1958), de euregio Maas-Rijn (1976), de Eem-Dollardregio (1977), de euregio Rijn-Waal<br />

(1978), de euregio Rijn-Maas-Noord (1978), de euregio Scheldemond (1989) <strong>en</strong> de euregio B<strong>en</strong>elux-<br />

Midd<strong>en</strong>gebied (1991). [Corvers, 1994: 101; Hoetjes, 2000: 23-24] In 1992 werd bij het al eerder<br />

g<strong>en</strong>oemde Verdrag van Maastricht het Comité van de Regio’s opgericht, dat bescheid<strong>en</strong> maar reële<br />

adviser<strong>en</strong>de bevoegdhed<strong>en</strong> kreeg: de Europese Raad van Ministers moet het Comité om advies vrag<strong>en</strong><br />

op het terrein van cohesie- <strong>en</strong> structuurbeleid. Nederland heeft twaalf zetels in dit Comité: zes voor de<br />

sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> zes voor de provincies. De oprichting van dit Comité versterkte vooral de formele positie<br />

van de subnationale overhed<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de nationale overheid; hun invloed op Europees<br />

beleid bleef vooralsnog gering. [De Rooy, 2003: 66-67, 125-129, 164-168, 181-182; Hoetjes, 2000:<br />

23-24, 32, 37-38, 44; ROB, 1998: 45-47]<br />

Voor de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte is vooral sprake van europeanisering wanneer m<strong>en</strong> direct voordeel heeft<br />

bij betrokk<strong>en</strong>heid van de EU. Zo heeft Rotterdam als grote hav<strong>en</strong> duidelijke belang<strong>en</strong> die het Europees<br />

wil behartig<strong>en</strong>. Daartoe is Rotterdam onder andere lid van het Comité van de Regio’s <strong>en</strong> van Eurocities<br />

(Europees contactorgaan voor lokale <strong>en</strong> regionale overhed<strong>en</strong>), heeft het eig<strong>en</strong> EU-lobbyist<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

probeert het actief EU-beleid te beïnvloed<strong>en</strong>. Verder hebb<strong>en</strong> vooral geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die Europese subsidies<br />

ontvang<strong>en</strong> (passieve) band<strong>en</strong> met de Unie. Ontvangt e<strong>en</strong> kleine, nationaal georiënteerde geme<strong>en</strong>te<br />

ge<strong>en</strong> geld van de EU (voor bijvoorbeeld nivellering van welvaartsverschill<strong>en</strong>), dan is er ge<strong>en</strong><br />

europeanisering zichtbaar. Europeanisering op geme<strong>en</strong>telijk <strong>en</strong> provinciaal niveau blijkt in grote lijn<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong> met de voordel<strong>en</strong> die de betreff<strong>en</strong>de bestuurlijke e<strong>en</strong>heid kan hebb<strong>en</strong> bij Europese<br />

bemoei<strong>en</strong>is. Alle sted<strong>en</strong> met meer dan 100.000 inwoners hebb<strong>en</strong> één of meer ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> voor<br />

Europese aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>; De Ver<strong>en</strong>iging van Nederlandse Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (VNG), Rotterdam,<br />

Amsterdam, Utrecht <strong>en</strong> D<strong>en</strong> Haag hebb<strong>en</strong> internationale afdeling<strong>en</strong> waar de Europese zak<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

behandeld. De VNG beschikt over e<strong>en</strong> kantoor in Brussel, ev<strong>en</strong>als de sted<strong>en</strong> Rotterdam <strong>en</strong><br />

Amsterdam. Overig<strong>en</strong>s is de europeanisering van de subnationale overhed<strong>en</strong> niet t<strong>en</strong> koste gegaan<br />

van de nationale overheid. De structuurfonds<strong>en</strong> waaruit de provincies, regio’s <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geld<strong>en</strong><br />

toegek<strong>en</strong>d krijg<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> opgezet <strong>en</strong> beheerd door de c<strong>en</strong>trale regering<strong>en</strong>, waaronder ook de<br />

Nederlandse. Het Europese geld kwam bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> in 2000-2006 via de rijksoverheid bij de<br />

subnationale overhed<strong>en</strong> terecht, waarbij het rijk binn<strong>en</strong> Europese marges nog eig<strong>en</strong> afweging<strong>en</strong> kan<br />

mak<strong>en</strong> – in 1994-1999 ging het nog rechtstreeks naar de subnationale instituties. De nationale<br />

programma’s waarvoor de EU-geld<strong>en</strong> zijn verworv<strong>en</strong> staan bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> onder controle van de<br />

ministeries. En omdat de c<strong>en</strong>trale overheid verantwoordelijk is voor de naleving van Europese<br />

richtlijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de besteding van Europees geld, heeft zij haar toezicht uit vrees voor mogelijke claims<br />

van de EU, op de subnationale overhed<strong>en</strong> verscherpt op basis van de Wet toezicht Europese subsidies<br />

van 1 mei 2002. [Hoetjes, 2000: 23-24, 32, 37-38, 44; ROB, 1998: 45-47; De Rooy, 2003: 66-67,<br />

125-129, 164-168, 181-182]<br />

53


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

De europeanisering van het Nederlands bestuur br<strong>en</strong>gt ook met zich mee dat Nederland ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong><br />

levert aan de Europese instelling<strong>en</strong> in Brussel <strong>en</strong> Straatsburg. Zij zijn daar gemiddeld ½ tot 4 jaar<br />

werkzaam. Hoewel zij officieel geheel t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste van de EU di<strong>en</strong><strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>, is het in de praktijk<br />

toch vaak moeilijk om geheel los te kom<strong>en</strong> van nationale belang<strong>en</strong> <strong>en</strong> verband<strong>en</strong>. Geheel naar rato<br />

van het aantal Nederlandse inwoners binn<strong>en</strong> de EU levert Nederland 3,3% van het aantal Europese<br />

ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>, maar door de goede selectie van de te detacher<strong>en</strong> Nederlandse ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> is hun imago<br />

in Brussel goed. Dit resulteerde in e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de vraag naar Nederlandse ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> – in 2008<br />

leverde Nederland 5,8% van de Europese ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. Hun expertise is vooral gewild op de terrein<strong>en</strong><br />

transport, onderzoek, milieu, landbouw <strong>en</strong> financiële markt<strong>en</strong>. [Geuij<strong>en</strong> e.a., 2008: 106-107, 109]<br />

Actor<strong>en</strong>:<br />

- B<strong>en</strong>elux<br />

- Comité van de Regio’s<br />

- Eem-Dollardregio<br />

- Euratom<br />

- Euregio Rijn-Ems-IJssel<br />

- Euregio Maas-Rijn<br />

- Euregio Rijn-Waal<br />

- Euregio Rijn-Maas-Noord<br />

- Euregio Scheldemond<br />

- Euregio B<strong>en</strong>elux-Midd<strong>en</strong>gebied<br />

- Europese Commissie<br />

- Europese Economische Geme<strong>en</strong>schap<br />

- Europese Geme<strong>en</strong>schap voor Kol<strong>en</strong> <strong>en</strong> Staal<br />

- Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

- Europese Unie<br />

- Fortuijn, P.<br />

- Geme<strong>en</strong>schappelijk Buit<strong>en</strong>lands- <strong>en</strong> Veiligheidsbeleid<br />

- Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

- Linkse politieke partij<strong>en</strong><br />

- Ministeries<br />

- Parlem<strong>en</strong>t<br />

- Provincies<br />

- Rijk<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur:<br />

- F. Becker, M. Hur<strong>en</strong>kamp, M. Sie Dhian Ho (red.), Het ongemak over Europa (Amsterdam,<br />

2008).<br />

- G. Breeman, W. van Noort, M. Rutgers, De bestuurlijke kaart van Nederland. Het op<strong>en</strong>baar<br />

bestuur <strong>en</strong> zijn omgeving in nationaal <strong>en</strong> internationaal perspectief (Bussum, 2008).<br />

- F. Corvers, B. Dankbaar, R. Hassink, Euregio’s in Nederland. E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van<br />

economische ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleid (Maastricht, 1994)<br />

- C. Geuij<strong>en</strong>, K. ‘t Hart, S. Princ<strong>en</strong>, K. Yesilkagit, The new Eurocrats: national civil servants in EU<br />

policy-making (Amsterdam, 2008).<br />

- R. Heyting, Tuss<strong>en</strong> nationalisme <strong>en</strong> internationalisme. De Britse <strong>en</strong> de Nederlandse sociaaldemocratie,<br />

de nationale staat <strong>en</strong> de Europese integratie (Dev<strong>en</strong>ter, 1992).<br />

- B. Hoetjes, Het tuss<strong>en</strong>bestuur <strong>en</strong> het buit<strong>en</strong>land. De Nederlandse provincies <strong>en</strong> Europa (D<strong>en</strong><br />

Haag, 2000).<br />

- P. Kapteyn, P. VerLor<strong>en</strong> van Themaat (red.), Het recht van de Europese Unie <strong>en</strong> van de<br />

Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Dev<strong>en</strong>ter, 2003).<br />

- Raad voor het Op<strong>en</strong>baar Bestuur (ROB), Wijk<strong>en</strong> of herijk<strong>en</strong>: nationaal bestuur <strong>en</strong> recht onder<br />

Europese invloed (D<strong>en</strong> Haag, 1998).<br />

54


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- Raad voor het Op<strong>en</strong>baar Bestuur (ROB), Nationale coördinatie van het Europees beleid: e<strong>en</strong><br />

politiek <strong>en</strong> proactief proces (D<strong>en</strong> Haag, 2004).<br />

- Rooy, Nederlandse geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> provincies in de Europese Unie . Gevolg<strong>en</strong> van het nationale<br />

EU-lidmaatschap voor subnationale overhed<strong>en</strong> (Dev<strong>en</strong>ter, 2003).<br />

- Huub Dijstelbloem, Paul d<strong>en</strong> Hoed, Jan Willem Holtslag <strong>en</strong> Stev<strong>en</strong> Schout<strong>en</strong> (red.), Het gezicht<br />

van de publieke zaak. Op<strong>en</strong>baar bestuur onder og<strong>en</strong>. (Amsterdam, 2010).<br />

- Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, De staat van de democratie. Democratie<br />

voorbij de staat. (Amsterdam, 2004).<br />

- Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Europa in Nederland (D<strong>en</strong> Haag,<br />

Amsterdam, 2007)<br />

- http://europa.eu/legislation_summaries/institutional_affairs/treaties/treaties_eec_nl.htm<br />

(geraadpleegd 22 april 2011)<br />

55


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 14 – To<strong>en</strong>ame, consolidatie <strong>en</strong> neergang van de toepassing van het<br />

cons<strong>en</strong>susgericht overlegmodel bij beleidsvorming <strong>en</strong> -uitvoering<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

Verandering van institutionele verband<strong>en</strong><br />

Relatie met<br />

- Domein: Economie<br />

- Domein: Werk <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong><br />

- Domein: <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Ontvlechting van midd<strong>en</strong>veld <strong>en</strong> staat<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Omslag in het politiek-bestuurlijke klimaat<br />

- Hotspot: Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar<br />

Datering<br />

1965-na 2005<br />

Beschrijving<br />

In 1996 publiceerde het Duitse blad Die Zeit e<strong>en</strong> artikel, waarin de land<strong>en</strong> die zich voorbereid<strong>en</strong> op de<br />

komst van de Europese Monetaire Unie (EMU) in 1999 werd<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> op aspect<strong>en</strong> van<br />

economische groei, werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> financieel beleid. Bij die vergelijking sprong Nederland er<br />

opvall<strong>en</strong>d positief uit. Dit succes werd toegeschrev<strong>en</strong> aan het zog<strong>en</strong>aamde ‘poldermodel’, de<br />

e<strong>en</strong>drachtige sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> regering <strong>en</strong> sociale partners bij het aanpakk<strong>en</strong> van belangrijke<br />

economische problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> tak<strong>en</strong>. Minister van Sociale zak<strong>en</strong> A. Melkert greep het Duitse artikel aan<br />

om het ‘poldermodel’ te promot<strong>en</strong>, als steun voor de Partij van de Arbeid binn<strong>en</strong> de Paarse coalitie, ter<br />

vergroting van het Nederlands aanzi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de Europese Unie <strong>en</strong> als teg<strong>en</strong>wicht teg<strong>en</strong> het op dat<br />

mom<strong>en</strong>t al jar<strong>en</strong>lang dominante Anglo-Amerikaanse vrijemarktconcept. [H<strong>en</strong>driks, 2001: 258-259]<br />

De uit de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig dater<strong>en</strong>de term ‘poldermodel’ was misleid<strong>en</strong>d: er was ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong><br />

consist<strong>en</strong>te, planmatige aanpak. [Wold<strong>en</strong>dorp, 2005: 28; Aerts e.a. (red.), 1999: 333] De term<br />

verwees naar het proces waarin door belanghebb<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> op voet van gelijkheid e<strong>en</strong> pragmatisch<br />

compromis werd bereikt in e<strong>en</strong> conflict dat vast dreigde te lop<strong>en</strong>. Dit proces, het zog<strong>en</strong>aamde<br />

‘polder<strong>en</strong>’, duidde e<strong>en</strong> nieuwe vorm van corporatisme aan: het neocorporatisme, dat na de ontzuiling<br />

uit het corporatisme ontstaan was <strong>en</strong> in de late jar<strong>en</strong> tachtig vaste vorm<strong>en</strong> aannam. Het corporatisme<br />

was e<strong>en</strong> politiek mechanisme om beleidsovere<strong>en</strong>stemming te bereik<strong>en</strong> of om de politieke <strong>en</strong> sociale<br />

cons<strong>en</strong>sus te bewar<strong>en</strong> danwel te herstell<strong>en</strong> door middel van sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong>,<br />

k<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>tra <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> bij het formuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> van beleid. [Bos e.a. (red.), 2008;<br />

Wold<strong>en</strong>dorp, 2005: 11-12, 32, 36; website wikipedia: neocorporatisme; Kickert, 2004: 47] Het<br />

corporatisme was e<strong>en</strong> bruikbaar systeem geblek<strong>en</strong> in kleine liberale democratieën, die sterk<br />

afhankelijk war<strong>en</strong> van de wereldmarkt, waar niet één van de vele politieke partij<strong>en</strong> e<strong>en</strong> absolute<br />

meerderheid bezat <strong>en</strong> waar deze partij<strong>en</strong> vervlocht<strong>en</strong> war<strong>en</strong> met maatschappelijke belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong>.<br />

Onderhandel<strong>en</strong> was hier e<strong>en</strong> noodzaak geword<strong>en</strong>. Belangrijke voordel<strong>en</strong> van het corporatisme war<strong>en</strong><br />

de int<strong>en</strong>sieve contact<strong>en</strong> met de burger(-groepering<strong>en</strong>), het ag<strong>en</strong>der<strong>en</strong> van belang<strong>en</strong>, de ontwikkeling<br />

<strong>en</strong> inbr<strong>en</strong>g van deskundigheid <strong>en</strong> het drag<strong>en</strong> van medeverantwoordelijkheid door de betrokk<strong>en</strong><br />

partners. Daarnaast werd<strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>: belang<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> voorrang bov<strong>en</strong> de rede, het proces<br />

was stroperig <strong>en</strong> tijdrov<strong>en</strong>d <strong>en</strong> door het sluit<strong>en</strong> van compromiss<strong>en</strong> blev<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong><br />

verborg<strong>en</strong> tot ze op e<strong>en</strong> later tijdstip als groter probleem weer tevoorschijn kwam<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

voltrokk<strong>en</strong> de process<strong>en</strong> zich vaak in afzondering (bijvoorbeeld in het zog<strong>en</strong>aamde ‘tor<strong>en</strong>tjesoverleg’,<br />

het informeel overleg tuss<strong>en</strong> kabinet <strong>en</strong> coalitiepartij<strong>en</strong>), waardoor deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die er niet bij betrokk<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> niet wist<strong>en</strong> hoe hun belang<strong>en</strong> gewaarborgd werd<strong>en</strong>. [Wold<strong>en</strong>dorp, 2005: 13, 24; Aerts e.a.<br />

(red.), 1999: 332; L<strong>en</strong>dering, 2005: 136]<br />

Al eeuw<strong>en</strong>lang was pragmatische sam<strong>en</strong>werking e<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>de factor in de Nederlandse sam<strong>en</strong>leving,<br />

waarbij tolerantie <strong>en</strong> cons<strong>en</strong>sus e<strong>en</strong> belangrijke rol speeld<strong>en</strong>. Deze overlegcultuur heeft in de<br />

ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de periodes telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> andere vorm gekreg<strong>en</strong>, maar vormde e<strong>en</strong> constante in de<br />

Nederlandse geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>sk<strong>en</strong>merk van de nationale id<strong>en</strong>titeit. [Peet, 2003: 2] De<br />

56


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

verzuiling was de vorm waarin het corporatisme zich in de periode 1920-1965 manifesteerde. Sinds de<br />

Tweede Wereldoorlog zijn verschill<strong>en</strong>de adviesorgan<strong>en</strong> opgericht, die e<strong>en</strong> belangrijke rol vervuld<strong>en</strong> bij<br />

het schepp<strong>en</strong> van cons<strong>en</strong>sus over bepaalde beleidsvoorstell<strong>en</strong>. Belangrijke organ<strong>en</strong> van het<br />

corporatisme uit deze periode war<strong>en</strong> de Sociaal Economische Raad (SER, voortzetting van de in 1920<br />

gestichte Hoge Raad van Arbeid), het C<strong>en</strong>traal Plan Bureau (CPB), het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau<br />

(SCP) het Milieu- <strong>en</strong> Natuurplanbureau <strong>en</strong> het Ruimtelijk Planbureau. Al deze organ<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> als<br />

opdracht de regering te adviser<strong>en</strong> in haar beleidsvorm<strong>en</strong>de taak na op wet<strong>en</strong>schappelijk wijze de<br />

informatie <strong>en</strong> standpunt<strong>en</strong> van de betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> (overhed<strong>en</strong>, werkgevers- <strong>en</strong><br />

werknemersorganisaties, belang<strong>en</strong>organisaties, onafhankelijke deskundig<strong>en</strong>) te hebb<strong>en</strong> gewog<strong>en</strong>. In<br />

de loop der jar<strong>en</strong> verbreedde elk adviesorgaan het terrein waarop het adviez<strong>en</strong> uitbracht. De WRR<br />

vormt de overkoepel<strong>en</strong>de organisatie voor deze adviesorgan<strong>en</strong>. [Kickert, 2004: 37, 47, 94;<br />

Wold<strong>en</strong>dorp, 2005: 42; L<strong>en</strong>dering, 2005: 134]<br />

Het CPB, opgericht in 1945, had als taak analyses <strong>en</strong> prognoses voor het economisch beleid op te<br />

stell<strong>en</strong>, welke t<strong>en</strong> grondslag aan het regeringsbeleid zou moet<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. De bij het economisch beleid<br />

betrokk<strong>en</strong> ministeries <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> wantrouwd<strong>en</strong> het nieuwe instituut vanwege het verwachte verlies<br />

aan inbr<strong>en</strong>g <strong>en</strong> prestige. Na de komst van e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s kritische minister werd de taak van het CPB<br />

al snel beperkt tot het doorrek<strong>en</strong><strong>en</strong> van de effect<strong>en</strong> van voorligg<strong>en</strong>de beleidspakkett<strong>en</strong> <strong>en</strong> het vier<br />

keer per jaar opstell<strong>en</strong> van raming<strong>en</strong>. Het CPB werd e<strong>en</strong> succes door haar wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

onderbouwde werkwijze bij de doorberek<strong>en</strong>ing van voorstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ontwikkel<strong>en</strong> van modell<strong>en</strong>. Sinds<br />

de jar<strong>en</strong> vijftig maakte het CPB ook kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong>analyses van grote project<strong>en</strong> als het Deltaplan, de<br />

inpoldering van Oost-Flevoland, de Betuwelijn <strong>en</strong> de Zuiderzeelijn. In de jar<strong>en</strong> zestig wees het bureau<br />

als eerste op de structurele problem<strong>en</strong> die de Nederlandse economie bedreigd<strong>en</strong>: sterke stijging van<br />

lon<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale last<strong>en</strong>. Zij wist de politiek te doordring<strong>en</strong> van de noodzaak tot ingrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> adviseerde<br />

over de wijze van aanpak. Hiermee legde het CPB de grondslag voor het herstructurerings- <strong>en</strong><br />

bezuinigingsbeleid door de kabinett<strong>en</strong>-Lubbers (1982-1994). Vanaf de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig bestudeerde het<br />

CPB ook de economische effect<strong>en</strong> van globalisering, onderwijs, vergrijzing, zorg, werking van<br />

financiële markt<strong>en</strong> <strong>en</strong> marktwerking in de telecommunicatie. Sinds 1986 rek<strong>en</strong>de het CPB tev<strong>en</strong>s de<br />

verschill<strong>en</strong>de verkiezingsprogramma’s door, waarmee het bureau bijdroeg aan de transparantie van<br />

het verkiezingsproces. Tijd<strong>en</strong>s de formatieperiode na de verkiezing<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

beleidsvoorstell<strong>en</strong> doorgerek<strong>en</strong>d. Het CPB houdt zich inmiddels ook bezig met k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> productiviteit,<br />

klimaat, <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> milieu, leefomgeving, zorg, sociale zekerheid <strong>en</strong> cohesie, ruimte <strong>en</strong> regio’s,<br />

natuur- <strong>en</strong> waterbeheer, <strong>en</strong> geluksbeleving. [website mejudice.nl; website CPB]<br />

De SER werd in 1950 opgericht als topoverlegorgaan tuss<strong>en</strong> werkgevers- <strong>en</strong> werknemersorganisaties,<br />

dat de regering tijd<strong>en</strong>s de periode van Wederopbouw van sociaaleconomische adviez<strong>en</strong> voorzag.<br />

Tijd<strong>en</strong>s de periode van c<strong>en</strong>traal geleide loonpolitiek (1945-1962: de regering stelde de toegestane<br />

loonstijging vast) bepaald<strong>en</strong> de berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> de adviez<strong>en</strong> van de SER de loonpolitiek. Tuss<strong>en</strong> 1962<br />

<strong>en</strong> 1982 vond de overgang plaats van de geleide loonpolitiek naar het onderhandelingsmodel waarbij<br />

de sociale partners in onderling overleg <strong>en</strong> met steun van de regering tot loonafsprak<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>. In<br />

deze periode van overgang beoogde de regering de loonafsprak<strong>en</strong> door onderling overleg tuss<strong>en</strong> de<br />

werkgevers <strong>en</strong> werknemers tot stand te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Vaak werd<strong>en</strong> onderhandeling<strong>en</strong> toch door de<br />

regering tot e<strong>en</strong> besluit gebracht. Economische crises dwong<strong>en</strong> de overheid meermal<strong>en</strong> tot deze<br />

ingrep<strong>en</strong> bij de totstandkoming van loonakkoord<strong>en</strong>. Het Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar (1982) luidde de<br />

periode in waarbij de regering zich niet langer actief bemoeide met de loononderhandeling<strong>en</strong>. Vanaf<br />

het eind van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig verbreedde de SER haar adviez<strong>en</strong> naar terrein<strong>en</strong> als flexibiliteit, de<br />

combinatie van werk <strong>en</strong> zorg, nieuwe arbeidsverhouding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de onderneming, employability<br />

(optimale inzetbaarheid) <strong>en</strong> fusiegedragsregels. [website SER; website vno-ncw]<br />

Ook het in 1973 opgerichte Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (SCP, onderdeel van het ministerie van<br />

Sociale Zak<strong>en</strong>, Welzijn <strong>en</strong> Sport) had e<strong>en</strong> intradepartem<strong>en</strong>tale adviser<strong>en</strong>de taak, gestoeld op<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek. Ook binn<strong>en</strong> dit orgaan vond overleg plaats tuss<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

belanghebb<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong>: wet<strong>en</strong>schappers <strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigers van ministeries, politieke partij<strong>en</strong>,<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, provincies <strong>en</strong> andere adviesorgan<strong>en</strong> (CPB, C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek <strong>en</strong> de<br />

Rijksplanologische Di<strong>en</strong>st). Het SCP had e<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordiger binn<strong>en</strong> het Nederlands Instituut<br />

Budgetvoorlichting (Nibud). [website scp.nl]<br />

Het Planbureau voor de Leefomgeving maakte analyses <strong>en</strong> adviez<strong>en</strong> op het gebied van natuur, milieu<br />

<strong>en</strong> ruimte(gebruik). Dit planbureau ontstond in 2008 als sam<strong>en</strong>voeging van het Natuur- <strong>en</strong><br />

Milieuplanbureau <strong>en</strong> het Ruimtelijk Planbureau. Het Ruimtelijk Planbureau was e<strong>en</strong> uit 2002 dater<strong>en</strong>de<br />

voortzetting van de Rijksplanologische Di<strong>en</strong>st, die op zijn beurt in 1965 e<strong>en</strong> opvolger was van de in<br />

1941 opgerichte Rijksdi<strong>en</strong>st voor het <strong>Nationaal</strong> Plan. Deze di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> adviseerd<strong>en</strong> de overheid op het<br />

57


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

terrein van natuur- <strong>en</strong> milieubeleid, <strong>en</strong> op het terrein van gebruik van de ruimte, op basis van overleg<br />

door betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> (verteg<strong>en</strong>woordigers van ministeries, geme<strong>en</strong>telijke <strong>en</strong> provinciale overhed<strong>en</strong>,<br />

milieu- <strong>en</strong> natuurbeschermingsorganisaties, landbouworganisaties). [website pbl.nl; website<br />

montesqieu-insituut]<br />

De hierbov<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde overleg- <strong>en</strong> adviesorgan<strong>en</strong> leverd<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigers aan de<br />

overkoepel<strong>en</strong>de Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR, opgericht in 1976). Zij<br />

leverde de regering wet<strong>en</strong>schappelijk onderbouwde adviez<strong>en</strong> over toekomstige ontwikkeling<strong>en</strong> die van<br />

groot maatschappelijk belang zijn. De WRR adviseerde op e<strong>en</strong> breed spectrum aan onderwerp<strong>en</strong>:<br />

economie, technologie, demografie, arbeid, onderwijs, cultuur, ICT, zorg, welzijn, milieu, ruimtelijke<br />

ord<strong>en</strong>ing, recht, bestuur, internationale zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving. [website wrr.nl]<br />

De ontzuiling, die zich vanaf ongeveer 1965 sterk manifesteerde, maakte ge<strong>en</strong> einde aan de spelregels<br />

van het corporatisme: onderhandel<strong>en</strong> met cons<strong>en</strong>sus als doel bleef het instrum<strong>en</strong>t om tot beleid te<br />

kom<strong>en</strong>. Wel vond er e<strong>en</strong> politieke reorganisatie plaats (opkomst van nieuwe partij<strong>en</strong>, opdeling of<br />

krimp van oude partij<strong>en</strong>, polarisatie), waardoor het vertrouwde corporatistisch<br />

onderhandelingssysteem met zijn instituties verdwe<strong>en</strong> of veranderde. Ook middel<strong>en</strong> die de regering<br />

bezat om de uitkomst van overleg te stur<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld het College van Rijksbemiddelaars,<br />

verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>, waardoor de sociale partners meer speelruimte kreg<strong>en</strong>. Hierdoor werd<strong>en</strong> de eis<strong>en</strong> van de<br />

sociale partners in de periode 1965-1973 niet meer gekanaliseerd <strong>en</strong> getemperd. Regering <strong>en</strong> de<br />

organisaties van werkgevers <strong>en</strong> werknemers trokk<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> plan, werkt<strong>en</strong> moeizaam <strong>en</strong> weinig<br />

sam<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de ag<strong>en</strong>da’s leidd<strong>en</strong> tot confrontaties. De regering probeerde in de<br />

onderhandeling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werkgevers <strong>en</strong> werknemers niet meer stur<strong>en</strong>d te interv<strong>en</strong>iër<strong>en</strong>, maar was<br />

tegelijkertijd wel bezorgd dat deze onderhandeling<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> (door de regering gew<strong>en</strong>st) gematigd<br />

loonbeleid zoud<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong>. Wanneer de onderhandeling<strong>en</strong> door wederzijdse onverzettelijkheid in<br />

e<strong>en</strong> patstelling raakt<strong>en</strong>, greep de regering toch in <strong>en</strong> legde zij haar op aan de sociale partners. In de<br />

Wet op de loonvorming (1970) werd dit ingrijp<strong>en</strong> sterk beperkt <strong>en</strong> kon de loonhoogte door werkgevers<br />

<strong>en</strong> werknemers vrijelijk word<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>. Vanaf 1970 hield de regering zich afzijdig bij de<br />

onderhandeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> trok zich daarmee feitelijk terug uit de corporatistische onderhandeling<strong>en</strong>. [De<br />

Beus, 1999: 23; Wold<strong>en</strong>dorp, 2005: 43, 113-115, 119, 140-142]<br />

Die passieve afzijdigheid kon de regering niet lang volhoud<strong>en</strong>: in 1973 noodzaakte de eerste oliecrisis<br />

tot e<strong>en</strong> actieve opstelling van de regering in het loonbeleid. De regering maakte hierbij gebruik van de<br />

in de wet van 1970 opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> mogelijkheid om macro-economische noodmaatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>. De<br />

sociale partners, die het onderling one<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> over de aanpak van de gevolg<strong>en</strong> van de oliecrisis,<br />

kwam<strong>en</strong> in 1974 <strong>en</strong> 1976 in e<strong>en</strong> impasse terecht, waaraan de regering e<strong>en</strong> einde maakte door<br />

bijvoorbeeld e<strong>en</strong>zijdig e<strong>en</strong> loonpeil vast te stell<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> CAO niet algeme<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>d te verklar<strong>en</strong>,<br />

weliswaar met med<strong>en</strong>eming van de standpunt<strong>en</strong> van de werkgevers <strong>en</strong> werknemers. De tweede<br />

oliecrisis van 1979-1980 leidde ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s tot confrontaties tuss<strong>en</strong> de sociale partners, waarna de<br />

regering autonoom haar beleid ontwikkelde <strong>en</strong> t<strong>en</strong> uitvoer legde. [Wold<strong>en</strong>dorp, 2005: 120-121, 123,<br />

140-142]<br />

Het Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar (24 november 1982) bracht e<strong>en</strong> ommekeer in de wijze van<br />

onderhandel<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> regering <strong>en</strong> sociale partners. De werknemers <strong>en</strong> werkgevers, die opnieuw in e<strong>en</strong><br />

impasse war<strong>en</strong> geraakt, ging<strong>en</strong> onder zware regeringsdruk akkoord met loonmatiging in ruil voor<br />

arbeidstijdverkorting <strong>en</strong> groei van de werkgeleg<strong>en</strong>heid. De regering op haar beurt zegde toe verder<br />

niet meer in te grijp<strong>en</strong> in de loononderhandeling<strong>en</strong>. [Wold<strong>en</strong>dorp, 2005: 14, 26; website wikipedia:<br />

Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar; Aerts e.a. (red.), 1999: 333] Deze non-interv<strong>en</strong>tie werd jar<strong>en</strong>lang<br />

volgehoud<strong>en</strong>. Het ontkoppel<strong>en</strong> van de inkom<strong>en</strong>s van de markt- <strong>en</strong> de (semi-)publieke sector maakte<br />

e<strong>en</strong> interv<strong>en</strong>tie voor de overheid ook minder noodzakelijk. In de onderhandeling<strong>en</strong> nam de<br />

confrontatie af, waardoor de onderhandeling<strong>en</strong> vaker kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> C<strong>en</strong>traal<br />

Akkoord. De regering stimuleerde <strong>en</strong> faciliteerde, maar nam verder e<strong>en</strong> passieve houding in (1983-<br />

1987). Pas to<strong>en</strong> de overheid weer actief deel ging nem<strong>en</strong> aan de onderhandeling<strong>en</strong> vanaf 1988, begon<br />

het corporatisme in zijn nieuwe gedaante vorm te krijg<strong>en</strong>: het neocorporatisme. [Wold<strong>en</strong>dorp, 2005:<br />

126-128, 132, 140-142]<br />

Na e<strong>en</strong> korte economische crisis (1992-1994) als nasleep van de Duitse e<strong>en</strong>wording <strong>en</strong> de Eerste<br />

Golfoorlog brak e<strong>en</strong> periode aan van economische groei. Hierdoor groeide de bestedingsruimte van de<br />

regering <strong>en</strong> stond<strong>en</strong> de sociale partners niet meer scherp teg<strong>en</strong>over elkaar. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> voerde de<br />

58


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

regering e<strong>en</strong> budgettaire disciplinering door ter voorbereiding op de Europese Monetaire unie van 1999<br />

<strong>en</strong> de invoering van de Euro in 2002. Daartoe trad<strong>en</strong> zowel de regering als de sociale partners weer<br />

geheel corporatistisch op. De marktwerking in de publieke sector door middel van privatisering <strong>en</strong><br />

financiële prikkels werd vrij gemakkelijk doorgevoerd. Waar nodig geacht vond deregulering plaats<br />

(bijvoorbeeld de verruiming van de winkelsluitingstijd<strong>en</strong>wet) of werd regulering ingevoerd<br />

(bijvoorbeeld bij commerciële omroep<strong>en</strong>, private busdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>) binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van<br />

rechtsverhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale verantwoordelijkheid. In 1996 werd<strong>en</strong> de lon<strong>en</strong> van de (semi-)publieke<br />

sector weer gedeeltelijk aan de markt gekoppeld. In de jar<strong>en</strong> 1994-2000, tijd<strong>en</strong>s de Paarse kabinett<strong>en</strong><br />

van premier W. Kok, was onder de gunstige economische omstandighed<strong>en</strong> het neocorporatisme tot<br />

bloei gekom<strong>en</strong>. Hierbij werkt<strong>en</strong> regering, werkgevers <strong>en</strong> werknemers e<strong>en</strong>drachtig <strong>en</strong> oplossingsgericht<br />

sam<strong>en</strong> aan het formuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> van beleid. Dit neocorporatisme was mogelijk geword<strong>en</strong> door<br />

de economische voorspoed, de strakke budgettering in de voorbereiding op de EMU <strong>en</strong> door de<br />

gedeeltelijke koppeling van de markt <strong>en</strong> de (semi-)private sector. [Wold<strong>en</strong>dorp, 2005: 133-142; de<br />

Beus, 1999: 27, 33]<br />

Het succes van het zog<strong>en</strong>aamde ‘poldermodel’ werd vanaf 1996 ook in het buit<strong>en</strong>land opgemerkt.<br />

Toch nam Nederland in vergelijking met het buit<strong>en</strong>land feitelijk ge<strong>en</strong> uitzonderlijke positie in. Wel<br />

specifiek voor Nederland war<strong>en</strong> de b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>gemiddelde economische groei <strong>en</strong> de bov<strong>en</strong>gemiddelde<br />

werkloosheid in de periode 1973-1988, welke werd<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong> aan de overlegcultuur. Deze zou<br />

te traag <strong>en</strong> stroperig zijn, waardoor de belangrijke economische beslissing<strong>en</strong> niet of niet bijtijds<br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>. Wel tot stand gekom<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zwakke compromiss<strong>en</strong> zijn geweest, die<br />

ge<strong>en</strong> effect zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. In de jar<strong>en</strong> 1995-2000 k<strong>en</strong>de Nederland juist e<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>gemiddelde<br />

economische groei <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lagere werkloosheid dan andere westerse land<strong>en</strong>, wat toegeschrev<strong>en</strong> werd<br />

aan dezelfde overlegcultuur. In dit geval zou de e<strong>en</strong>drachtige sam<strong>en</strong>werking problem<strong>en</strong> tijdig hebb<strong>en</strong><br />

opgelost <strong>en</strong> tot breed gedrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgevoerde beslissing<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleid. Feitelijk lijkt de groei van<br />

de Nederlandse economie in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig vooral e<strong>en</strong> inhaalslag te zijn geweest: de achterstand<br />

die in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig was opgelop<strong>en</strong> werd in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig snel weer ingelop<strong>en</strong>. Nederland liep<br />

met andere woord<strong>en</strong> niet vooruit, maar haakte aan bij de andere Europese stat<strong>en</strong>. Deze tragere<br />

ontwikkeling van de Nederlandse economie liet zich verklar<strong>en</strong> door de grote afhankelijkheid van<br />

macro-economische process<strong>en</strong>, waardoor de economische ingrep<strong>en</strong> door de kabinett<strong>en</strong>-Lubbers<br />

(1982-1994) pas na <strong>en</strong>ige tijd doorwerk<strong>en</strong> in de Nederlandse economie. Ook de politiek-ideologische<br />

strijd in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig hinderde de vorming van de cons<strong>en</strong>sus over de aanpak van de economische<br />

problem<strong>en</strong>, die de basis kon zijn van gestructureerd gezam<strong>en</strong>lijk overleg. T<strong>en</strong>slotte duurde het <strong>en</strong>ige<br />

tijd voordat de sociale partners <strong>en</strong> de politiek de nieuwe spelregels voor het ontzuilde corporatisme<br />

hadd<strong>en</strong> geformuleerd <strong>en</strong> aangeleerd. De bepal<strong>en</strong>de factor voor het wel of niet succesvol zijn van het<br />

neocorporatisme blijkt de macro-economische situatie te zijn: deze bepaalt immers de posities van de<br />

sociale partners <strong>en</strong> de regering <strong>en</strong> daarmee ook de insteek <strong>en</strong> het verloop van het neocorporatistisch<br />

proces.[Wold<strong>en</strong>dorp, 2005: 14, 33, 174, 246-248, 266, 271]<br />

De corporatistische werkwijze vond ook buit<strong>en</strong> het economisch veld toepassing. Na de Eerste<br />

Wereldoorlog begon de overheid met het opzett<strong>en</strong> van advies-, bestuurs- <strong>en</strong> overlegorgan<strong>en</strong>, die<br />

teg<strong>en</strong>strijdige maatschappelijke <strong>en</strong> politieke belang<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> harmoniser<strong>en</strong> <strong>en</strong> integrer<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>schappelijk beleid. Binn<strong>en</strong> deze organ<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> overleg voer<strong>en</strong> met de betrokk<strong>en</strong><br />

maatschappelijke actor<strong>en</strong>. Ook hier was dit maatschappelijk corporatisme gericht op<br />

cons<strong>en</strong>susmanagem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> conflictbeheersing. De maatschappelijke organisaties war<strong>en</strong> vanaf de Eerste<br />

Wereldoorlog tot in de jar<strong>en</strong> zestig hoofdzakelijk repres<strong>en</strong>tant<strong>en</strong> van de arbeidersbeweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

werkgeversorganisaties. Vanaf de jar<strong>en</strong> zestig werd<strong>en</strong> daarnaast ook democratiserings- <strong>en</strong><br />

emancipatiebeweging<strong>en</strong> (vrouw<strong>en</strong>, homo’s, etnische minderhed<strong>en</strong>), belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> (natuur- <strong>en</strong><br />

milieubescherming, internationale ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking, consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>organisaties,<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>recht<strong>en</strong>beweging<strong>en</strong>) <strong>en</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>inginstelling<strong>en</strong> (onderwijs, zorg) binn<strong>en</strong> dit door de<br />

overheid gefinancierde <strong>en</strong> bij wet geregelde corporatisme opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Op het terrein van de<br />

volksgezondheid bijvoorbeeld werd<strong>en</strong> rad<strong>en</strong> opgericht waarin verteg<strong>en</strong>woordigers war<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

van kruisorganisaties, ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>, ziek<strong>en</strong>fonds<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ministerie van Volksgezondheid. [website<br />

provincialeraadgezondheid] Voor het woonbeleid ontstond bijvoorbeeld e<strong>en</strong> overleg tuss<strong>en</strong><br />

wooncorporaties, geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, de Nederlandse Woonbond (huurders <strong>en</strong> woningzoek<strong>en</strong>d<strong>en</strong>), Ver<strong>en</strong>iging<br />

Eig<strong>en</strong> Huis (woningbezitters) <strong>en</strong> Nirov (netwerkorganisatie voor ruimtelijke ontwikkeling, won<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bouw<strong>en</strong>). [website changeg<strong>en</strong>eration] Op het terrein van natuur <strong>en</strong> milieu war<strong>en</strong> verhoudingsgewijs<br />

zeer veel partij<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de corporatistische overlegstructur<strong>en</strong> actief. Bij de totstandkoming van de<br />

59


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de nationale Natuurbeleidsplann<strong>en</strong> war<strong>en</strong> allereerst de verschill<strong>en</strong>de overhed<strong>en</strong><br />

betrokk<strong>en</strong>: het ministerie van Cultuur, Recreatie <strong>en</strong> Milieubeheer <strong>en</strong> de opvolger het ministerie van<br />

Landbouw, Natuurbeheer <strong>en</strong> Visserij, het Natuurplanbureau, Staatsbosbeheer, de provincies <strong>en</strong> de<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Daarnaast war<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>tra verteg<strong>en</strong>woordigd als het Rijksinstituut voor Natuurbeheer,<br />

het C<strong>en</strong>trum voor Landbouw <strong>en</strong> Milieu <strong>en</strong> de Raad voor Milieu <strong>en</strong> Natuuronderzoek. T<strong>en</strong>slotte war<strong>en</strong><br />

landelijke (van Ver<strong>en</strong>iging Natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot Werkgroep Kritische Biologie) <strong>en</strong> lokale<br />

belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> (bijvoorbeeld de Wadd<strong>en</strong>ver<strong>en</strong>iging) partij<strong>en</strong> in dit overleg. [De Visser, 2009: 18-23;<br />

website igitur-archive: 227-229] De organisaties kond<strong>en</strong> het overheidsbeleid beïnvloed<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong><br />

bekleed met overheidsbevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> –tak<strong>en</strong>, leverd<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> informatie <strong>en</strong> verkocht<strong>en</strong> het<br />

eindresultaat van hun overleg aan de eig<strong>en</strong> achterban <strong>en</strong> het brede publiek, mede ter verkrijging van<br />

voldo<strong>en</strong>de draagvlak. In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig bereikte het corporatisme e<strong>en</strong> hoogtepunt: de staat b<strong>en</strong>utte<br />

het actieve maatschappelijke midd<strong>en</strong>veld voor de uitvoering van e<strong>en</strong> veelheid aan sociale <strong>en</strong> culturele<br />

hervorming<strong>en</strong>. Vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig ondervond de overheid <strong>en</strong>erzijds hinder van deze<br />

corporatistische werkwijze, maar bleef zij anderzijds deze werkwijze in stand te houd<strong>en</strong>. Als hinder<br />

werd de mogelijkheid van de betrokk<strong>en</strong> maatschappelijke organisaties tot obstructie gevoeld.<br />

Desondanks leek het corporatisme anderzijds de teg<strong>en</strong>werking ook te kunn<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>: als e<strong>en</strong> besluit<br />

e<strong>en</strong>maal g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> was in sam<strong>en</strong>spraak met de maatschappelijke organisaties, dan zoud<strong>en</strong> deze de<br />

uitvoering van dit beleid niet langer hinder<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het beleid bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> verdedig<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over hun<br />

achterban. [Van Lelieveldt, 1999: 15-17, 21, 26; Dekker (red.), 2001: 110; Berkhout, 1996: 89-90;<br />

Van Munster e.a., 1996: 18-19, 59; Verhoev<strong>en</strong> e.a., 2010: 179]<br />

Sinds de eeuwwisseling verloor het neocorporatisme snel veel van zijn glans. De kritiek op dit overleg-<br />

<strong>en</strong> cons<strong>en</strong>susmodel werd gevoed door het verslechter<strong>en</strong>de economisch klimaat, de retoriek van<br />

Fortuijn teg<strong>en</strong> de Paarse kabinett<strong>en</strong> <strong>en</strong> de als nadeel ervar<strong>en</strong> traagheid <strong>en</strong> ondoorzichtigheid van het<br />

poldermodel.<br />

Actor<strong>en</strong>:<br />

- C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek<br />

- C<strong>en</strong>traal Planbureau<br />

- C<strong>en</strong>trum voor Landbouw <strong>en</strong> Milieu<br />

- Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

- Kok, W.<br />

- Kruisver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong><br />

- Lubbers, R.<br />

- Melkert, A.<br />

- Milieu- <strong>en</strong> Natuurplanbureau<br />

- Ministerie van Cultuur, Recreatie <strong>en</strong> Maatschappelijk werk<br />

- Ministerie van Landbouw, Natuur <strong>en</strong> Voedselkwaliteit<br />

- Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Werkgeleg<strong>en</strong>heid<br />

- Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn <strong>en</strong> Sport<br />

- Natuurplanbureau<br />

- Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting<br />

- Nederlandse Woonbond<br />

- Nirov (netwerkorganisatie op ruimtelijk gebied)<br />

- Planbureau voor de Leefomgeving<br />

- Provincies<br />

- Raad voor Milieu <strong>en</strong> Natuuronderzoek<br />

- Regering<br />

- Rijksdi<strong>en</strong>st voor het <strong>Nationaal</strong> Plan<br />

- Rijksinstituut voor Natuurbeheer<br />

- Rijksplanologische Di<strong>en</strong>st<br />

- Ruimtelijk Planbureau<br />

- Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau<br />

60


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- Sociaal Economische Raad<br />

- Staatsbosbeheer<br />

- Vakbond<strong>en</strong><br />

- Ver<strong>en</strong>iging Eig<strong>en</strong> Huis<br />

- Ver<strong>en</strong>iging Natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

- Wadd<strong>en</strong>ver<strong>en</strong>iging<br />

- Werkgeversorganisaties<br />

- Werkgroep Kritisch Bosbeheer<br />

- Werkgroep Kritische Biologie<br />

- Werknemersorganisaties<br />

- Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid<br />

- Wooncorporaties<br />

- Ziek<strong>en</strong>fonds<strong>en</strong><br />

Bronn<strong>en</strong>:<br />

- R. Aerts, H. de Liagre Böhl, P. de Rooy, H. te Velde, Land van kleine gebar<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> politieke<br />

geschied<strong>en</strong>is van Nederland 1780-1990 (Nijmeg<strong>en</strong>, Amsterdam 1999).<br />

- D. Berkhout, “Overheid <strong>en</strong> midd<strong>en</strong>veld in e<strong>en</strong> ontzuilde sam<strong>en</strong>leving” in: C. Balje e.a. (red.),<br />

De ontzuiling voorbij. Op<strong>en</strong>baar bestuur <strong>en</strong> individualistisch burgerschap (D<strong>en</strong> Haag, 1996).<br />

- J. de Beus, Ruil zonder zuil. De Nederlandse cons<strong>en</strong>susdemocratie in het laatste kwart van de<br />

twintigste eeuw (D<strong>en</strong> Haag, 1999).<br />

- D. Bos, M. Ebb<strong>en</strong>, H. te Velde (red.), Harmonie in Holland. Het poldermodel van 1500 tot nu<br />

(Amsterdam, 2008).<br />

- P. Dekker (red.), Civil Society. Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> perspectief op vrijwilligerswerk (D<strong>en</strong><br />

Haag, 2001)<br />

- F. H<strong>en</strong>driks, Th. Toon<strong>en</strong>, Polder politics. The re-inv<strong>en</strong>tion of cons<strong>en</strong>sus democracy in the<br />

Netherlands (Aldershot, Burlington, Singapore, Sydney, 2001).<br />

- W. Kickert, The history of governance in the Netherlands: continuity and exceptions (D<strong>en</strong><br />

Haag, 2004).<br />

- H. van Lelieveldt, Weg<strong>en</strong> naar macht. <strong>Politiek</strong>e partixcipatie <strong>en</strong> toegang van het<br />

maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld op lokaal niveau. (Amsterdam, 1999).<br />

- J. L<strong>en</strong>dering, Polderd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. De wortels van de Nederlandse overlegcultuur (Amsterdam 2005).<br />

- O. van Munster, E. van d<strong>en</strong> Berg, A. van der Ve<strong>en</strong>, De toekomst van het midd<strong>en</strong>veld (D<strong>en</strong><br />

Haag, 1996).<br />

- J. Peet, Economisch succes <strong>en</strong> overlegcultuur. Bedrijfslev<strong>en</strong> <strong>en</strong> overheid in Nederland in de<br />

20ste eeuw (z.p., 2003), op: http://www.bintproject.nl/textfiles/2004_peet-overheid.pdf<br />

(geraadpleegd op 10 mei 2011).<br />

- Verhoev<strong>en</strong>, “Verander<strong>en</strong>d politiek burgerschap <strong>en</strong> democratie” in: E. Engel<strong>en</strong>, M. Sie Dhian Ho<br />

(red.), De staat van de democratie. De democratie voorbij de staat. (Amsterdam, 2004)<br />

- J. de Visser, De invloed van natuurperspectiev<strong>en</strong> op het beleid (Amsterdam, 2009), via:<br />

http://themasites.pbl.nl/natuurverk<strong>en</strong>ning/wp-cont<strong>en</strong>t/uploads/Jos_de_Visser_-<br />

_De_invloed_van_natuurperspectiev<strong>en</strong>_op_het_beleid.pdf (geraadpleegd op 10 mei 2011).<br />

- J. Wold<strong>en</strong>dorp, The Polder Model: From Disease to Miracle? Dutch Neo-corporatism 1965-2000<br />

(Amsterdam, 2005).<br />

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Neocorporatisme (geraadpleegd 27 april 2011).<br />

- http://home.medewerker.uva.nl/j.w.debeus/bestand<strong>en</strong>/E<strong>en</strong>%20Nederlandse%20marktstaat.d<br />

oc (geraadpleegd 27 april 2011).<br />

- http://www.cpb.nl/geschied<strong>en</strong>is-van-het-cpb (geraadpleegd 27 april 2011).<br />

- http://www.ser.nl/nl/raad/tijdlijn.aspx (geraadpleegd 28 april 2011).<br />

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Akkoord_van_Wass<strong>en</strong>aar (geraadpleegd 28 april 2011).<br />

- http://www.mejudice.nl/artikel/544/de-spagaat-van-het-c<strong>en</strong>traal-planbureau (J. Luit<strong>en</strong> van<br />

Zand<strong>en</strong>, “De spagaat van het C<strong>en</strong>traal Planbureau” (2010), geraadpleegd 9 mei 2011).<br />

61


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

62<br />

- http://www.montesquieu-instituut.nl/9353000/1/j9vvhfxcd6p0lcl/vh8lnhrq7yav (ruimtelijk<br />

planbureau; geraadpleegd 9 mei 2011).<br />

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Planbureau_voor_de_Leefomgeving (geraadpleegd 9 mei 2011).<br />

- http://www.pbl.nl/overpbl (Planbureau voor de Leefomgeving; geraadpleegd 9 mei 2011).<br />

- http://www.vno-ncw.nl/over_vnoncw/geschied<strong>en</strong>is/ser/Pages/default.aspx (geraadpleegd 9<br />

mei 2011).<br />

- http://www.wrr.nl/over.jsp?objectid=441 (Wet<strong>en</strong>schappelijk Raad voor het Regeringsbeleid;<br />

geraadpleegd op 9 mei 2011).<br />

- http://provincialeraadgezondheid.nl/cms_file.php?fromDB=286&forceDownload (geraadpleegd<br />

op 9 mei 2011)<br />

- http://www.changeg<strong>en</strong>eration.nl/?m=201009 (geraadpleegd op 9 mei 2011)<br />

- http://igitur-archive.library.uu.nl/dissertations/2002-0729-144057/c7.pdf (geraadpleegd 10<br />

mei 2011).


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 15 - To<strong>en</strong>ame van het belang van de media voor <strong>en</strong> op de<br />

(beeldvorming van de) politiek<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

Relatie met<br />

Domein: <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur<br />

Domein: Cultuur: leefstijl <strong>en</strong> m<strong>en</strong>taliteit<br />

Tr<strong>en</strong>d: Opkomst van het antipolitiek s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t <strong>en</strong> opmars van het populisme<br />

Tr<strong>en</strong>d: Ontzuiling van de politiek<br />

Hotspot: De moord op Pim Fortuijn<br />

Datering<br />

Voor 1976-na 2005<br />

Beschrijving<br />

De relatie tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> media is gebaseerd op de balans tuss<strong>en</strong> wederzijdse afstandelijkheid <strong>en</strong><br />

afhankelijkheid. Tot in de jar<strong>en</strong> zestig bestond er e<strong>en</strong> stilzwijg<strong>en</strong>de arbeidsverdeling: de politiek maakt<br />

e<strong>en</strong> campagne, de media verslaan haar. Op deze manier legde de politiek publiekelijk verantwoording<br />

af. De duiding van politiek nieuws vond tijd<strong>en</strong>s de jar<strong>en</strong> van Verzuiling plaats door de politieke leiders,<br />

in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig door de journalistiek. Sinds de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig heeft de politieke inhoud<br />

steeds minder ruimte gekreg<strong>en</strong> in de media. <strong>Politiek</strong> werd sindsdi<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd als <strong>en</strong>tertainm<strong>en</strong>t:<br />

het moest onderhoud<strong>en</strong>d, spann<strong>en</strong>d, affectief, gezellig, bondig, e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong> dramatisch zijn. De<br />

persoon van de politicus is daarbij veel promin<strong>en</strong>ter geword<strong>en</strong>, terwijl ook de gewone burger <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s<br />

opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> interesses vaker e<strong>en</strong> grotere rol speeld<strong>en</strong> in de media. De politiek werd niet bepaald<br />

door de media, maar zij bepaald<strong>en</strong> wel, sinds de jar<strong>en</strong> zestig in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate, de ruimte<br />

waarbinn<strong>en</strong> het spel om de macht gespeeld werd door selectie, interpretatie <strong>en</strong> inkadering van het<br />

nieuws. [Van Praag e.a., 2000: 1-2, 5-6; Bekkers e.a., 2009: 38; RMO, 2009: 30, 36, 43; Brants,<br />

2000: 15; Becker e.a., 2006: 65]<br />

In de jar<strong>en</strong> van verzuiling trad e<strong>en</strong> groot deel van de pers op als spreekbuis voor de politieke partij<br />

van e<strong>en</strong> zuil. In deze periode van zog<strong>en</strong>aamde ‘partisan logic’ werd<strong>en</strong> vooral de activiteit<strong>en</strong> van de<br />

verwante partij gevolgd <strong>en</strong> verslag<strong>en</strong>. De politieke leiders, die door de pers terughoud<strong>en</strong>d <strong>en</strong> beleefd<br />

werd<strong>en</strong> bejeg<strong>en</strong>d, bepaald<strong>en</strong> inhoud, toon <strong>en</strong> duiding van het politieke nieuws. De media gav<strong>en</strong> deze<br />

informatie vervolg<strong>en</strong>s door aan de burgers. [Van Praag e.a., 2000: 1-2; RMO, 2009: 29; Brants e.a.,<br />

2005: 7; Becker e.a., 2006: 158-164]<br />

In 1958 werd de “Z<strong>en</strong>dtijd voor politieke partij<strong>en</strong>” geïntroduceerd op de radio, <strong>en</strong> vanaf 1962 ook op<br />

het medium dat op dat mom<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> explosieve groei k<strong>en</strong>de: de televisie. <strong>Politiek</strong>e partij<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> 10<br />

minut<strong>en</strong> z<strong>en</strong>dtijd per 14 dag<strong>en</strong> om kiezers te informer<strong>en</strong> over hun standpunt<strong>en</strong>. Jar<strong>en</strong>lang toond<strong>en</strong><br />

deze uitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> de monoloog van e<strong>en</strong> politicus aan e<strong>en</strong> bureau met bloemstuk. Halverwege de jar<strong>en</strong><br />

tachtig, to<strong>en</strong> de uitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> teruggebracht war<strong>en</strong> tot drie minut<strong>en</strong>, werd het format van de ‘videoclip’<br />

maatgev<strong>en</strong>d: hip, snel, afwissel<strong>en</strong>d. Ook werd het overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> emotie belangrijker dan het<br />

verwoord<strong>en</strong> van de politieke standpunt<strong>en</strong>. [Kramer e.a. (red.), 1996: 138; website Geschied<strong>en</strong>is24<br />

(Vijftig jaar …)]<br />

In de tweede helft van de jar<strong>en</strong> zestig werd de afstand tuss<strong>en</strong> pers <strong>en</strong> politiek snel kleiner. Katalysator<br />

was de Nacht van Schmelzer in mei 1966, to<strong>en</strong> het kabinet van premier Cals door partijg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

val werd gebracht. Televisiejournalist<strong>en</strong> zag<strong>en</strong> hier dat de politiek ook als drama kon word<strong>en</strong><br />

gepres<strong>en</strong>teerd <strong>en</strong> in die vorm goed overkwam op televisie. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> voeld<strong>en</strong> journalist<strong>en</strong> zich<br />

bedrog<strong>en</strong> omdat zij niet vooraf op de hoogte war<strong>en</strong> gesteld over de on<strong>en</strong>igheid binn<strong>en</strong> het kabinet-<br />

Cals. Hierover hadd<strong>en</strong> zij dus niet kunn<strong>en</strong> bericht<strong>en</strong>, terwijl de burgers volg<strong>en</strong>s de journalist<strong>en</strong> wel het<br />

recht hadd<strong>en</strong> dit te wet<strong>en</strong>. Dit, <strong>en</strong> het aantred<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nieuwe g<strong>en</strong>eratie journalist<strong>en</strong>, versnelde de<br />

verdwijning van de volgzame pers. Politici werd<strong>en</strong> niet langer terughoud<strong>en</strong>d b<strong>en</strong>aderd <strong>en</strong> kond<strong>en</strong> zich<br />

ook minder gemakkelijk onttrekk<strong>en</strong> aan de volhard<strong>en</strong>de <strong>en</strong> kritische journalistiek. Het aantal<br />

journalist<strong>en</strong> in politiek D<strong>en</strong> Haag nam vanaf de jar<strong>en</strong> zestig gestaag toe: van ongeveer dertig<br />

omstreeks 1960 tot circa vijfhonderd in 2000. <strong>Politiek</strong>e hervorming<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> ruime media-aandacht.<br />

63


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Zo mobiliseerde de tot 1966 vrijwel onbek<strong>en</strong>de H. van Mierlo in zeer korte tijd e<strong>en</strong> grote achterban<br />

met e<strong>en</strong> televisiefilmpje, waarin hij, weggedok<strong>en</strong> in zijn reg<strong>en</strong>jas, door Amsterdam loopt, terwijl de<br />

voice over Van Mierlo’s opvatting<strong>en</strong> verkondigde. [website Geschied<strong>en</strong>is24 (andere-tijd<strong>en</strong>); Van Praag<br />

e.a., 2000: 2]<br />

De media koz<strong>en</strong> in de tweede helft van de jar<strong>en</strong> zestig e<strong>en</strong> nieuwe rol: die van kritische volger van de<br />

politiek in het belang van de burger <strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van het welzijn van de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> de<br />

democratie. Sommige politici zag<strong>en</strong> al vroeg in dat er aan de nieuwe verhouding tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong><br />

media, aangeduid als ‘public logic’, ook voordel<strong>en</strong> zat<strong>en</strong>. Zo beschouwde premier D<strong>en</strong> Uyl (1973-<br />

1977), door journalist<strong>en</strong> op eig<strong>en</strong> verzoek aangesprok<strong>en</strong> als “Joop”, de pers als klankbord <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bron<br />

van informeel advies. Zijn voorganger premier De Jong (1967-1971) vond e<strong>en</strong> dergelijk innige band<br />

tuss<strong>en</strong> pers <strong>en</strong> politiek ongew<strong>en</strong>st: het zorgde voor e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdige verslaggeving. Om tot e<strong>en</strong> gelijke<br />

verspreiding van informatie <strong>en</strong> nieuws te kom<strong>en</strong>, introduceerde hij in 1970 de wekelijkse<br />

persconfer<strong>en</strong>tie van de minister-presid<strong>en</strong>t. Hier kreg<strong>en</strong> alle schrijv<strong>en</strong>de journalist<strong>en</strong> – <strong>en</strong> niet slechts<br />

<strong>en</strong>kele bevoorrechte - tegelijk dezelfde informatie. Vanaf 1994 werd de persconfer<strong>en</strong>tie deels, <strong>en</strong><br />

vanaf 2007 geheel toegankelijk voor radio- <strong>en</strong> televisiejournalist<strong>en</strong>. [website Geschied<strong>en</strong>is 24 (anderetijd<strong>en</strong>);<br />

website Elsevier]<br />

In de tweede helft van de jar<strong>en</strong> tachtig begon zich e<strong>en</strong> verandering af te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> in de parlem<strong>en</strong>taire<br />

berichtgeving. Het depolariser<strong>en</strong>de beleid van premier R. Lubbers (1982-1994) <strong>en</strong> de matiging binn<strong>en</strong><br />

de PvdA onder W. Kok zorgd<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> vervlakking in de politiek-ideologische strijd. Deze strijd was<br />

voor de media e<strong>en</strong> interessant verschijnsel geweest, omdat e<strong>en</strong> conflict aantrekkelijke stof opleverde<br />

voor e<strong>en</strong> groot publiek. De media richtt<strong>en</strong> zich, bij ontst<strong>en</strong>t<strong>en</strong>is van politiek-ideologische contrast<strong>en</strong>, in<br />

plaats van op de inhoud steeds meer op de person<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de politiek, <strong>en</strong> interpreteerd<strong>en</strong> de politiek<br />

steeds nadrukkelijker als e<strong>en</strong> machtsstrijd tuss<strong>en</strong> deze person<strong>en</strong>. [Becker e.a., 2006: 176]<br />

Deze ontwikkeling werd in korte tijd fors versterkt door de komst van commerciële media vanaf 1989.<br />

Het winstoogmerk, het leid<strong>en</strong>d principe voor commerciële media, zorgde ervoor dat zij e<strong>en</strong> groot <strong>en</strong><br />

breed publiek moest<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> modaal niveau. Aangezi<strong>en</strong> het gemiddelde publiek e<strong>en</strong><br />

voorkeur heeft voor spann<strong>en</strong>de, grappige, gezellige <strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong>de programma’s <strong>en</strong> artikel<strong>en</strong>,<br />

berichtt<strong>en</strong> de media sinds 1989 ook steeds meer vanuit die invalshoek<strong>en</strong> over de politiek. Omdat de<br />

publieke omroep<strong>en</strong> de concurr<strong>en</strong>tie moest<strong>en</strong> aangaan met de commerciële z<strong>en</strong>ders, hebb<strong>en</strong> ook zij<br />

hun focus deels verlegd naar deze invalshoek<strong>en</strong>. Deze door de eis<strong>en</strong> van de media gedicteerde<br />

omgang met politiek nieuws wordt aangeduid als ‘media logic’. De politiek werd steeds meer<br />

gepres<strong>en</strong>teerd als <strong>en</strong>tertainm<strong>en</strong>t, met als belangrijke onderwerp<strong>en</strong> persoonlijke conflict<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

politici, de jacht op de macht, het bepal<strong>en</strong> van winnaars <strong>en</strong> verliezers <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de emoties.<br />

Bestaand beleid <strong>en</strong> de voornem<strong>en</strong>s uit de partijprogramma’s war<strong>en</strong> voor het journaille ‘oud nieuws’ <strong>en</strong><br />

dus oninteressant; de focus werd dus gericht op opiniepeiling<strong>en</strong>, conflict<strong>en</strong>, achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

sfeerimpressies. De journalistiek schiep door deze inkadering van de politiek e<strong>en</strong> negatieve, op fout<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> conflict<strong>en</strong> georiënteerde <strong>en</strong> cynische berichtgeving. [Brants e.a., 2005: 7; Becker e.a., 2006: 158-<br />

164; RMO, 2009: 30, 34; Brants, 2000: 15; Kramer e.a. (red.), 1996: 141]<br />

E<strong>en</strong> ander gevolg van de komst van commerciële media was de verander<strong>en</strong>de rol van het publiek. Van<br />

de late jar<strong>en</strong> zestig tot de vroege jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig definieerde de journalistiek haar publiek in de eerste<br />

plaats als actieve <strong>en</strong> mondige burgers, die moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van correcte informatie, waarmee<br />

goed burgerschap kon word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d. De commerciële media beschouwd<strong>en</strong> het publiek<br />

daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> vooral als consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die aang<strong>en</strong>ame <strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong>de product<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>.<br />

De commerciële media pres<strong>en</strong>teerd<strong>en</strong> de burgers daarom programma’s <strong>en</strong> artikel<strong>en</strong> die dicht bij hun<br />

persoonlijke beleving stond<strong>en</strong>. De modale Nederlanders kwam<strong>en</strong> steeds vaker aan het woord <strong>en</strong> in<br />

beeld, waarbij zij mocht<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> bepaalde situatie naar zijn gevoel in elkaar zat, <strong>en</strong> hoe<br />

zij zich daarbij voeld<strong>en</strong>. Nieuws werd nadrukkelijker op persoonlijk niveau gebracht, waarbij m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

minst<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> belangwekk<strong>en</strong>d werd<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> als de feit<strong>en</strong>. De tijd dat de burger aan het woord of<br />

in beeld was, ging t<strong>en</strong> koste van de tijd waarin politici of vakdeskundig<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> of te hor<strong>en</strong> war<strong>en</strong>.<br />

[Brants<strong>en</strong> e.a., 2005: 8; Van Praag e.a., 2000: 6; RMO 2009: 29, 36]<br />

Naast de burger trad ook de journalist na 1989 steeds meer op de voorgrond. De verslaggevers war<strong>en</strong><br />

regelmatig vaker <strong>en</strong> langer aan het woord dan de politicus. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> interpreteerd<strong>en</strong> zij het nieuws<br />

vaker <strong>en</strong> gav<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> duiding aan: “Met het oog op de belang<strong>en</strong> van de boer<strong>en</strong>, moet het CDA nu …”.<br />

64


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Uit angst door de lezers afgestraft te word<strong>en</strong> voor saaie <strong>en</strong>/of inhoudelijke berichtgeving, trad dit<br />

verschijnsel van de interpreter<strong>en</strong>de <strong>en</strong> opiniër<strong>en</strong>de journalist ook op bij kwaliteits(dag)blad<strong>en</strong>. De<br />

journalist verkreeg hierdoor e<strong>en</strong> grotere macht binn<strong>en</strong> het publieke debat, zonder daarvoor<br />

verantwoording verschuldigd te zijn. [Brants e.a., 2005: 4; RMO, 2009: 35; Becker e.a., 2006: 166]<br />

De werking van de ‘media logic’ riep twee reacties op bij de politiek: het professionaliser<strong>en</strong> van de<br />

contact<strong>en</strong> met de media, <strong>en</strong> het omzeil<strong>en</strong> van de media. Na het zware verlies bij de provinciale<br />

verkiezing<strong>en</strong> van 1991, was de Partij van de Arbeid (PvdA) de eerste partij die het campagnebudget<br />

voor de Tweede Kamerverkiezing<strong>en</strong> van 1994 verhoogde <strong>en</strong> begon met professionalisering van het<br />

mediaoptred<strong>en</strong>. Dit voorbeeld vond navolging bij andere partij<strong>en</strong>. Het Christ<strong>en</strong> Democratisch Appèl<br />

(CDA) adopteerde in 1994 onder leiding van campagnestrateeg F. Wester Amerikaanse<br />

campagnestrategieën. Omdat Wester publiekelijk toelichtte welke tactiek<strong>en</strong> hij hanteerde, was het<br />

effect negatief: het publiek voelde zich gemanipuleerd. De andere partij<strong>en</strong>, de PvdA voorop,<br />

gebruikt<strong>en</strong> dezelfde tactiek<strong>en</strong>, maar dan zonder dat te etaler<strong>en</strong>. Hierdoor war<strong>en</strong> deze campagnes –<br />

steeds belangrijker geword<strong>en</strong> door de afname van de kiezerstrouw - wel succesvol. Omdat de media<br />

halverwege de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig de c<strong>en</strong>trale intermediair war<strong>en</strong> geword<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> burger <strong>en</strong> politiek, was<br />

het voor politici ess<strong>en</strong>tieel om goed over te kom<strong>en</strong>. De boodschap <strong>en</strong> de stijl di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te word<strong>en</strong><br />

aangepast aan het medium dat gebruikt zou word<strong>en</strong>. Beeldvorming <strong>en</strong> perceptiemanagem<strong>en</strong>t zijn<br />

sindsdi<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> geword<strong>en</strong> voor politici. De rol van zog<strong>en</strong>aamde spindoctors is hierbij<br />

gegroeid: zij adviser<strong>en</strong> politici over e<strong>en</strong> effectief optred<strong>en</strong> in de media <strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> voor de juiste<br />

randvoorwaard<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> positieve verslaggeving. Het werd vrijwel standaard dat politici<br />

mediatraining volgd<strong>en</strong>. Veel politiek nieuws was het resultaat van e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sief<br />

onderhandelingsproces achter de scherm<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mediaprofessionals in di<strong>en</strong>st van de politici, <strong>en</strong> de<br />

parlem<strong>en</strong>taire pers. Ook het lekk<strong>en</strong> van informatie <strong>en</strong> het oplat<strong>en</strong> van proefballonn<strong>en</strong> via de media<br />

werd e<strong>en</strong> manier van politiek mediagebruik. Journalist<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> steeds vakkundiger op afstand<br />

gehoud<strong>en</strong> dan wel instrum<strong>en</strong>t gemaakt van mediastrategieën, afhankelijk van het beoogde resultaat.<br />

Hierdoor is er onder journalist<strong>en</strong> wantrouw<strong>en</strong> gegroeid jeg<strong>en</strong>s het publieke optred<strong>en</strong> van politici.<br />

[RMO, 2009: 25-27; ROB, 2003: 47; Mol<strong>en</strong>beek, 2010: 143, 151; Kramer e.a., 2006: 77-79; Kramer<br />

e.a., 1996: 141; Brants e.a., 2005: 24; Becker e.a., 2006: 173; website weblogs.nrc.nl; Brants e.a.<br />

(red.), 1995: 247-249]<br />

Het omzeil<strong>en</strong> van de nationale media was e<strong>en</strong> andere reactie op de werking van de ‘media logic’. Door<br />

steeds meer lokale <strong>en</strong> regionale media op te zoek<strong>en</strong>, kon al te kritische Haagse journalistiek word<strong>en</strong><br />

vermed<strong>en</strong> <strong>en</strong> behield m<strong>en</strong> zelf de greep op de communicatie van de politieke inhoud. Verder vond<br />

popularisering plaats van de politieke boodschap. Politici versch<strong>en</strong><strong>en</strong> gericht in roddelblad<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

televisiequizz<strong>en</strong>, door modaal Nederland goed gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>, <strong>en</strong> minder in journaals <strong>en</strong><br />

actualiteit<strong>en</strong>rubriek<strong>en</strong>. Op deze manier kond<strong>en</strong> zij hun optred<strong>en</strong> ook beter afstemm<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

specifieke doelgroep. [Brants e.a. (red.), 1995: 247; website Geschied<strong>en</strong>is24 (andere-tijd<strong>en</strong>)]<br />

E<strong>en</strong> andere ontwikkeling in de relatie tuss<strong>en</strong> media <strong>en</strong> politiek betrof de binding van de media aan e<strong>en</strong><br />

bepaalde politieke stroming, <strong>en</strong> het stelling nem<strong>en</strong> door de media jeg<strong>en</strong>s politici of partij<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tijde<br />

van de Verzuiling was e<strong>en</strong> dergelijke binding vanzelfsprek<strong>en</strong>d, maar vanaf de late jar<strong>en</strong> zestig verviel<br />

deze band, soms zeer snel. Zo werd de katholieke Volkskrant in 1966 de spreekbuis van de<br />

progressief-linkse PvdA, <strong>en</strong> transformeerde de protestantse VPRO in 1968 naar e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>zinnige<br />

alternatieve linkse omroep. [Becker (red.), 1991: 128-129; Aerts e.a., 1999: 296, 308; Klooster,<br />

2006: 94] Vanaf de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig raakt<strong>en</strong> de media hun politieke kleur geleidelijk kwijt, al bleef op de<br />

achtergrond e<strong>en</strong> bepaalde signatuur herk<strong>en</strong>baar. E<strong>en</strong> hardop beled<strong>en</strong> steunbetuiging of e<strong>en</strong><br />

stemadvies werd echter angstvallig vermed<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> kwestie waarbij de verme<strong>en</strong>de politieke<br />

vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>heid van de media c<strong>en</strong>traal stond, betrof de zog<strong>en</strong>aamde demonisering van P. Fortuijn<br />

in 2001-2002. Hoewel er altijd wel geklaagd was over gekleurde berichtgeving – de VVD beklaagde<br />

zich in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig bijvoorbeeld over de “rooie rotjong<strong>en</strong>s in Hilversum” – ontstond bij grote<br />

del<strong>en</strong> van de bevolking het beeld dat Fortuijn in de media, standaard getypeerd als links, doelgericht<br />

werd bestred<strong>en</strong>. In de praktijk bleek echter dat Fortuijn, die zelf de media uitstek<strong>en</strong>d wist te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> zijn analyse van de Paarse kabinett<strong>en</strong> (1994-2002) alle ruimte kreg<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de media;<br />

positieve aspect<strong>en</strong> van die regeerperiode kwam<strong>en</strong> to<strong>en</strong> nauwelijks aan bod. Fortuijns optred<strong>en</strong> in de<br />

campagne was feilloos afgestemd op de werking van de ‘media logic’. Hij koos bewust voor e<strong>en</strong><br />

scherpe <strong>en</strong> agressieve campagne, die hapklaar materiaal leverde voor de media, met alle gew<strong>en</strong>ste<br />

ingrediënt<strong>en</strong>: strijd, emotie, conflict, oprechtheid, drama <strong>en</strong> persoonlijke ontboezeming<strong>en</strong>. Uit analyse<br />

65


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

bleek dat Fortuijns optred<strong>en</strong> weinig navolging heeft gekreg<strong>en</strong>: de campagnes na 2002 wijk<strong>en</strong> weinig af<br />

van de campagnes tot 2001. [Van Praag e.a., 2000: 5; Brants e.a., 2005: 1, 3, 26; Becker e.a., 2006:<br />

170-171]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- P. Fortuijn<br />

- P. de Jong<br />

- Krant<strong>en</strong><br />

- H. van Mierlo<br />

- Omroep<strong>en</strong><br />

- Tijdschrift<strong>en</strong><br />

- J. d<strong>en</strong> Uyl<br />

- F. Wester<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur<br />

- R. Aerts, H. de Liagre Böhl, P. de Rooy, H. te Velde, Land van kleine gebar<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> politieke<br />

geschied<strong>en</strong>is van Nederland 1780-1990. (Nijmeg<strong>en</strong>, Amsterdam 1999)<br />

- U. Becker, Ph. van Praag (red.), Politicologie. Basisthema’s <strong>en</strong> Nederlandse politiek.<br />

(Apeldoorn, Antwerp<strong>en</strong> 2006).<br />

- U. Becker (red.), Maatschappij, macht, Nederlandse politiek. (Amsterdam 1991)<br />

- V. Bekkers e.a., De virtuele lont in het kruitvat. Welke rol spel<strong>en</strong> de oude <strong>en</strong> de nieuwe media<br />

in de micromobilisatie van burgers <strong>en</strong> hun strijd om politieke aandacht? (D<strong>en</strong> Haag, 2009).<br />

- K. Brants, Double blind, of de ambival<strong>en</strong>te relatie tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> media (Leid<strong>en</strong>, 2000).<br />

- K. Brants, Ph. van Praag, Verkoop van de politiek. De verkiezingscampagne van 1994.<br />

(Amsterdam 1995)<br />

- K. Brants, Ph. van Praag (red.), <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> media in verwarring. De verkiezingscampagne in<br />

het lange jaar 2002. (Amsterdam 2005).<br />

- R. Klooster, Het vrijzinnig protestantisme in Nederland. (Kamp<strong>en</strong> 2006)<br />

- N. Kramer e.a. (red.), <strong>Politiek</strong>e communicatie in Nederland: over campagnes, kandidat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

media (D<strong>en</strong> Haag, 1994).<br />

- N. Kramer e.a., <strong>Politiek</strong>e marketing: winst of verlies? (D<strong>en</strong> Haag, 1996).<br />

- J. van der Lans, Koning burger. Nederland als zelfbedi<strong>en</strong>ingszaak. (Amsterdam, Antwerp<strong>en</strong><br />

2005)<br />

- M. Mol<strong>en</strong>beek, Chr. Aalberts, U draait <strong>en</strong> u b<strong>en</strong>t niet eerlijk. Spindoctoring in politiek D<strong>en</strong><br />

Haag. (D<strong>en</strong> Haag 2010)<br />

- Ph. van Praag, K. Brants (red.), Tuss<strong>en</strong> beeld <strong>en</strong> inhoud. <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> media in de verkiezing<strong>en</strong><br />

van 1998. (Amsterdam 2000).<br />

- Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO), Medialogica. Over het kracht<strong>en</strong>veld tuss<strong>en</strong><br />

burgers, media <strong>en</strong> politiek. (D<strong>en</strong> Haag, 2009).<br />

- Raad voor het Op<strong>en</strong>baar Bestuur (ROB), <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> media. Pleidooi voor e<strong>en</strong> LAT-relatie. (D<strong>en</strong><br />

Haag, 2003).<br />

- http://www.geschied<strong>en</strong>is24.nl/andere-tijd<strong>en</strong>/aflevering<strong>en</strong>/2001-2002/Pers-<strong>en</strong>-politiek.html<br />

(geraadpleegd 15 maart 2011)<br />

- http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Laatste-24-uur/114041/Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de-schuiftparlem<strong>en</strong>taire-pers-opzij.htm<br />

(geraadpleegd 15 maart 2011)<br />

- http://binn<strong>en</strong>land.nieuws.nl/601246 (geraadpleegd 17 maart 2011)<br />

- http://weblogs.nrc.nl/ombudsman/2010/11/20/haagse-pers-is-juist-niet-intiem-g<strong>en</strong>oeg-methaagse-politiek/<br />

(geraadpleegd 17 maart 2011)’<br />

- http://www.geschied<strong>en</strong>is24.nl/nieuws/2009/mei/Vijftig-jaar-Z<strong>en</strong>dtijd-voor-<strong>Politiek</strong>e-<br />

Partij<strong>en</strong>.html (geraadpleegd 17 maart 2011)<br />

- http://www.michielzonneveld.nl/artikel<strong>en</strong>_vn2julizelfrefelectie.php (geraadpleegd 17 maart<br />

2011)<br />

66


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Tr<strong>en</strong>d 16 - De ontvlechting van staat <strong>en</strong> civil society: poging<strong>en</strong> tot herstel<br />

van de autonomie van het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Individualisering<br />

- Emancipatie <strong>en</strong> participatie<br />

- Verzakelijking<br />

- Secularisering<br />

- Welvaartsgroei<br />

- Herschikking van institutionele verband<strong>en</strong><br />

Relatie met<br />

- Domein: Recht<br />

- Domein: Welzijn<br />

- Domein: Gezondheid<br />

- Domein: Onderwijs <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schap<br />

- Domein: Economie<br />

Domein: Werk <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong><br />

- Domein: Won<strong>en</strong><br />

- Domein: Natuur <strong>en</strong> milieu<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Vermaatschappelijking <strong>en</strong> modernisering van de Grondwet<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Het strev<strong>en</strong> naar vergroting door de invloed van de burger op politiek <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

bestuur<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Opkomst welzijnswerk <strong>en</strong> afbraak particulier initiatief<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Van planning naar marktwerking in de zorg<br />

- Tr<strong>en</strong>d: neocorporatisme<br />

- Tr<strong>en</strong>d: sanering van de verzorgingsstaat<br />

- Tr<strong>en</strong>d: sanering <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>tralisatie van het welzijnsstelsel<br />

- Tr<strong>en</strong>d: verandering in het politiek-ideologisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

Datering<br />

Jar<strong>en</strong> tachtig – na 2005<br />

Beschrijving<br />

Het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld (de ‘civil society’) beslaat de ruimte die wordt vrijgelat<strong>en</strong> door staat,<br />

markt <strong>en</strong> familieverband<strong>en</strong>. In deze ruimte manifester<strong>en</strong> burgers zich in vrijwillig <strong>en</strong> particulier<br />

georganiseerde, niet-commerciële vorm om door de led<strong>en</strong> geformuleerde private belang<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong><br />

publiek te verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> <strong>en</strong> te uit<strong>en</strong>. Midd<strong>en</strong>veldorganisaties combiner<strong>en</strong> (immateriële) waard<strong>en</strong>,<br />

(materiële) belang<strong>en</strong> <strong>en</strong> (materiële <strong>en</strong> immateriële) di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. De staat bevordert of beperkt door<br />

subsidies <strong>en</strong> infrastructuur de bestaansvoorwaard<strong>en</strong> van het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld. De politieke<br />

partij<strong>en</strong>, ooit intermediair tuss<strong>en</strong> burgers <strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> bestuur, verlor<strong>en</strong> hun intermediaire functie<br />

aan de staat to<strong>en</strong> deze zich ging bezig houd<strong>en</strong> met het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld. De<br />

midd<strong>en</strong>veldorganisaties steld<strong>en</strong> zich vanaf de Tweede Wereldoorlog steeds zelfstandiger op t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> van politieke partij<strong>en</strong>. In plaats van via de indirecte weg van politieke partij<strong>en</strong>, b<strong>en</strong>aderd<strong>en</strong><br />

maatschappelijke organisaties overhed<strong>en</strong> steeds vaker direct <strong>en</strong> gericht via rechtstreekse contact<strong>en</strong><br />

met politici, bewindslied<strong>en</strong> <strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. Het midd<strong>en</strong>veld doorliep in de beschrev<strong>en</strong> periode de<br />

ontwikkeling van id<strong>en</strong>titeitsgerichte participatie naar resultaatgerichte participatie. [Lelieveldt, 1999:<br />

15, 21; Ossewaarde, 2006: 129-131; Van Munster e.a., 1996: 11-12; Van Hout<strong>en</strong>, 2004: 2; Dekker<br />

(red.), 2001: 129, 137, 249]<br />

In 1917 raakte de staat voor het eerst nadrukkelijk betrokk<strong>en</strong> bij het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld,<br />

to<strong>en</strong> de overheid de financiering van het (tot dan particuliere) bijzonder onderwijs op zich nam, in<br />

later jar<strong>en</strong> gevolgd door betrokk<strong>en</strong>heid bij omroep<strong>en</strong>, woningbouw, gezondheidszorg <strong>en</strong> andere<br />

terrein<strong>en</strong> die tot dan exclusief bedi<strong>en</strong>d werd<strong>en</strong> door maatschappelijke organisaties. [Lelieveldt, 1999:<br />

67


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

15; Van Munster e.a., 1996: 17] De sinds 1918 door de christ<strong>en</strong>-democratie gedomineerde staat<br />

streefde tegelijkertijd naar harmonisering <strong>en</strong> integratie van teg<strong>en</strong>strijdige maatschappelijke <strong>en</strong><br />

politieke belang<strong>en</strong>, bij voorkeur vorm te gev<strong>en</strong> door de betrokk<strong>en</strong> maatschappelijke actor<strong>en</strong> zelf. De<br />

staat schiep daartoe advies-, overleg- <strong>en</strong> bestuursorgan<strong>en</strong>, die gestimuleerd werd<strong>en</strong> tot<br />

geme<strong>en</strong>schappelijk beleid te kom<strong>en</strong>. Dit maatschappelijk corporatisme richtte zich op<br />

cons<strong>en</strong>susmanagem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> conflictbeheersing. [Dekker (red.), 2001: 110; Berkhout, 1996: 89]<br />

Na de Tweede Wereldoorlog noodzaakte de wederopbouw tot e<strong>en</strong> voortzetting van oude <strong>en</strong> de<br />

schepping van nieuwe structur<strong>en</strong> <strong>en</strong> platforms (bijvoorbeeld de Stichting van de Arbeid <strong>en</strong> de Sociaal-<br />

Economische Raad), waar overheid <strong>en</strong> verzuilde maatschappelijke organisaties zak<strong>en</strong> ded<strong>en</strong>. De<br />

actieve overheid bouwde vanaf 1945 e<strong>en</strong> verzorgingsstaat op met behulp van deskundig<strong>en</strong>. De staat<br />

was als wetgever <strong>en</strong> financier aangewez<strong>en</strong> op het midd<strong>en</strong>veld om de verzorgingsstaat te realiser<strong>en</strong>.<br />

Het overleg tuss<strong>en</strong> staat <strong>en</strong> midd<strong>en</strong>veld werd geformaliseerd in koepels <strong>en</strong> adviesrad<strong>en</strong>. Het<br />

midd<strong>en</strong>veld kon beleid beïnvloed<strong>en</strong>, kreeg overheidsbevoegdhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> –tak<strong>en</strong>, leverde k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong><br />

informatie <strong>en</strong> verkocht het beleid aan haar achterban. Conflict<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> aan de topp<strong>en</strong> van de<br />

midd<strong>en</strong>veldorganisaties opgelost. De passieve burgers kreg<strong>en</strong> nieuwe sociale <strong>en</strong> economische recht<strong>en</strong><br />

(zoals huursubsidie, ouderdoms-, arbeidsongeschiktheids-, werkloosheidsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>), zonder dat er<br />

aan het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van deze recht<strong>en</strong> voorwaard<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>prestatie werd<br />

verlangd. [Tonk<strong>en</strong>s, 2006: 6-7; Van Munster e.a., 1996: 18-19, 59; Lelieveldt, 1999: 16-17, 26;<br />

Berkhout, 1996: 90]<br />

In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig bereikte de verstatelijking (de vervlechting met de staat) van het midd<strong>en</strong>veld e<strong>en</strong><br />

hoogtepunt: de staat b<strong>en</strong>utte het actieve midd<strong>en</strong>veld voor de uitvoering van e<strong>en</strong> veelheid aan sociale<br />

<strong>en</strong> culturele hervorming<strong>en</strong>. Hiertoe werd<strong>en</strong> ook del<strong>en</strong> van het midd<strong>en</strong>veld geïntegreerd in<br />

departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De milieubeweging bijvoorbeeld bouwde nauwe band<strong>en</strong> op met het ministerie van<br />

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Milieu (VROM), terwijl de vrouw<strong>en</strong>beweging vergroeide met<br />

het ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ander deel van de beweging<strong>en</strong> professionaliseerde <strong>en</strong> bouwde<br />

e<strong>en</strong> grote expertise op, waarvan overhed<strong>en</strong> vaak gebruik maakt<strong>en</strong>. Daarnaast maakt<strong>en</strong> (vooral linkse)<br />

politieke partij<strong>en</strong> zichzelf tot doorgeefluik van de eis<strong>en</strong> van maatschappelijke groepering<strong>en</strong>.<br />

[Verhoev<strong>en</strong> e.a., 2010: 179; Hartman, 2008: 7] Het bescheid<strong>en</strong> aantal bestaande sociale<br />

grondrecht<strong>en</strong> (betreff<strong>en</strong>de onderwijs <strong>en</strong> arm<strong>en</strong>zorg) werd bij het van kracht word<strong>en</strong> van de Algeheel<br />

Herzi<strong>en</strong>e Grondwet in 1983 fors vergroot. Bij deze herzi<strong>en</strong>ing werd e<strong>en</strong> heel pakket sociaaleconomische<br />

recht<strong>en</strong> (bijvoorbeeld recht op arbeid) <strong>en</strong> culturele recht<strong>en</strong> (bijvoorbeeld zorg voor milieu<br />

<strong>en</strong> onderwijs) in de Grondwet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Achterligg<strong>en</strong>de gedachte was dat de burgers zegg<strong>en</strong>schap<br />

di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te verkrijg<strong>en</strong> over de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> ter beschikking war<strong>en</strong> gesteld. De<br />

mondige, deliberatieve burger di<strong>en</strong>de inspraak te krijg<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong> in relatie tot de overheid, maar<br />

meer nog binn<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>, schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorginstelling<strong>en</strong> (Wet op de Ondernemingsrad<strong>en</strong>, Wet<br />

Medezegg<strong>en</strong>schap Cliënt<strong>en</strong> Zorginstelling<strong>en</strong>). De overheid regisseerde de burgerparticipatie.<br />

[Barkhuijs<strong>en</strong> e.a., 2009: 41; Lelieveldt, 1999: 28-30; Tonk<strong>en</strong>s, 2006: 6-7]<br />

Door de voortschrijd<strong>en</strong>de verstatelijking zag de burger het midd<strong>en</strong>veld steeds meer als e<strong>en</strong><br />

verl<strong>en</strong>gstuk van de departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook ontstond er kritiek op de gebrekkige democratische<br />

legitimatie. De voorwaard<strong>en</strong> die de staat verbond aan haar financiering van midd<strong>en</strong>veldorganisaties<br />

hadd<strong>en</strong> geleid tot e<strong>en</strong> steeds grotere mate van verstatelijking <strong>en</strong> verlies van autonomie. Veel<br />

organisaties war<strong>en</strong> financieel (bijvoorbeeld door subsidies) <strong>en</strong> emotioneel (overheidssteun als<br />

legitimatie van het bestaansrecht) afhankelijk van de overheid. De organisaties war<strong>en</strong> als gevolg van<br />

de voorwaard<strong>en</strong> die de overheid aan staatsfinanciering verbond ook steeds professioneler geword<strong>en</strong>,<br />

wat h<strong>en</strong> verwijderde van de andere midd<strong>en</strong>veldorganisaties, die met vrijwillige amateurs werkt<strong>en</strong>.<br />

Professionalisering betek<strong>en</strong>de in de praktijk dat e<strong>en</strong> organisatie zich ging toelegg<strong>en</strong> op één van de drie<br />

oorspronkelijke terrein<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>veldorganisatie: óf waard<strong>en</strong>, óf belang<strong>en</strong>, óf di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Ook<br />

de band<strong>en</strong> van de steeds meer ideologisch-neutrale organisatie met haar achterban werd<strong>en</strong><br />

onduidelijker <strong>en</strong> losser. Door individualisering war<strong>en</strong> lidmaatschapp<strong>en</strong> toch al vrijblijv<strong>en</strong>der geword<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> steeds nadrukkelijker gericht op bevrediging van onmiddellijk gevoelde persoonlijke behoeft<strong>en</strong>. De<br />

organisaties richtt<strong>en</strong> zich dan ook nadrukkelijker op belang<strong>en</strong>behartiging of di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing.<br />

[Lelieveldt, 1999: 19; Van Munster, 1996: 20-23, 28, 59; Berkhout, 1996: 92; Metz, 2010: 14; Meijs,<br />

2004: 45]<br />

68


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

De effect<strong>en</strong> van individualisering <strong>en</strong> ontideologisering werd<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> tachtig duidelijk zichtbaar,<br />

versterkt door de introductie van marktwerking <strong>en</strong> het herstel van de autonomie van het midd<strong>en</strong>veld<br />

t<strong>en</strong> opzichte van de overheid. De burgers beschouwd<strong>en</strong> de overheid <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s verzorgingsstaat<br />

geleidelijk als e<strong>en</strong> probleem: deze was te duur <strong>en</strong> zou de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> slechts passief <strong>en</strong> afhankelijk mak<strong>en</strong><br />

– overig<strong>en</strong>s eist<strong>en</strong> zij tegelijkertijd wel handhaving van het voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau. De economische<br />

crisis noodzaakte de regering tot drastische bezuiniging<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verminder<strong>en</strong> van de financiële<br />

betrokk<strong>en</strong>heid bij het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld leek e<strong>en</strong> effectief onderdeel van deze<br />

bezuiniging<strong>en</strong>. De markt werd nu geacht burgers beter te kunn<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> meer te activer<strong>en</strong>. Op<br />

talloze terrein<strong>en</strong> werd overgegaan tot marktprikkels, marktwerking <strong>en</strong> privatisering: uit de burger<br />

moest e<strong>en</strong> kritische, zelfredzame consum<strong>en</strong>t met ondernemingsgeest ontstaan. De overheid besloot<br />

zich terug te trekk<strong>en</strong> uit het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld. De bestaande structur<strong>en</strong> voor contact<br />

tuss<strong>en</strong> burgers <strong>en</strong> overheid werd<strong>en</strong> goeddeels ontmanteld <strong>en</strong> er vond op ruime schaal deregulering<br />

plaats. Financiering van midd<strong>en</strong>veldorganisaties werd verminderd of gestaakt. Tegelijkertijd werd<strong>en</strong><br />

vele tak<strong>en</strong> door marktpartij<strong>en</strong> opgepakt, met name gezondheidszorg <strong>en</strong> sociale zekerheid. In<br />

bijvoorbeeld de gezondheidszorg regeld<strong>en</strong> verzekeraars, ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> specialist<strong>en</strong> voortaan zelf<br />

onderling hun zak<strong>en</strong>. Dit alles leidde tot e<strong>en</strong> verdere professionalisering: het acc<strong>en</strong>t kwam nog meer te<br />

ligg<strong>en</strong> op di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>behartiging; waard<strong>en</strong> verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> vrijwel geheel uit beeld. De<br />

midd<strong>en</strong>veldorganisaties transformeerd<strong>en</strong> tot marktgerichte bedrijv<strong>en</strong> met managers <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

ondernemerscultuur. Led<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> klant<strong>en</strong> van de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing. Belang<strong>en</strong>organisaties zoals<br />

bijvoorbeeld vakbond<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> lobbygroep<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> vervolgstap was de inschakeling van particuliere<br />

lobby- <strong>en</strong> adviesbureaus, die ge<strong>en</strong> binding hadd<strong>en</strong> met het doel waarvoor ze actief war<strong>en</strong>. De<br />

managers van deze bureaus bezat<strong>en</strong> in afnem<strong>en</strong>de mate inhoudelijke k<strong>en</strong>nis van hun<br />

maatschappelijke doelstelling<strong>en</strong>, maar richtt<strong>en</strong> zich op het proces, de strategie <strong>en</strong> het resultaat.<br />

[Tonk<strong>en</strong>s, 2006: 6-7, 15; Berkhout, 1996: 92-93; Dekker (red.), 2001: 111, 114; Van Munster e.a.,<br />

1996: 25-27]<br />

In de politiek betoonde het Christ<strong>en</strong> Democratisch Appèl (CDA) zich het langst verdediger van het<br />

maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld vanwege het belang voor draagvlak <strong>en</strong> uitvoering van het beleid. Vooral<br />

de Volkspartij voor Vrijheid <strong>en</strong> Democratie (VVD) probeerde al sinds de vroege jar<strong>en</strong> tachtig de staat<br />

<strong>en</strong> het midd<strong>en</strong>veld te ontvlecht<strong>en</strong>; in 1983 bijvoorbeeld blokkeerde zij – sam<strong>en</strong> met de Partij van de<br />

Arbeid (PvdA) - de wettelijke inkadering van het welzijnsveld door de Kaderwet Specifiek Welzijn te<br />

torpeder<strong>en</strong>. Het CDA sloot zich met het aantred<strong>en</strong> van premier R. Lubbers (1982) al snel aan bij de<br />

internationale neoliberale tr<strong>en</strong>d. Het CDA combineerde het confessionele d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over zorgzaamheid<br />

met modern marktd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in het concept van de ‘zorgzame sam<strong>en</strong>leving’, waarbij burgers voor elkaars<br />

behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> belang<strong>en</strong> zorg droeg<strong>en</strong>, waarbij marktpartij<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de overheid<br />

alle<strong>en</strong> waar nodig ter stimulering of sturing bijsprong. To<strong>en</strong> het CDA in 1994 niet meer deelnam aan<br />

de regering verloor het midd<strong>en</strong>veld haar belangrijkste politieke verdediger. Het onrustige midd<strong>en</strong>veld<br />

werd na het ondergaan van de wisselwerking tuss<strong>en</strong> overheidsbemoei<strong>en</strong>is <strong>en</strong> marktwerking moeilijk<br />

definieerbaar: zij was niet de staat, maar ook niet de ongebreidelde markt; zij was niet echt politiek,<br />

maar ook niet apolitiek. De organisaties draaid<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> belangrijk deel op vrijwilligheid, maar hun<br />

werk was niet vrijblijv<strong>en</strong>d. [Van Munster e.a., 1996: 7, 24, 33]<br />

Het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld kreeg in de vroege jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig de aan de 18 e eeuwse filosofie<br />

ontle<strong>en</strong>de naam, die door Oost-Europese dissid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> intellectuel<strong>en</strong> gebezigd was <strong>en</strong> die sinds de<br />

verbrokkelijking van het Oostblok e<strong>en</strong> heroïsche klank bezat: de ‘civil society’. Dit maatschappelijk<br />

midd<strong>en</strong>veld vertoonde kernmerk<strong>en</strong> van de oude verknoping met de staat, nieuwe verband<strong>en</strong> met de<br />

markt, was deels geprofessionaliseerd, <strong>en</strong> bestond deels geheel uit amateurs. De belangstelling van de<br />

overheid voor het midd<strong>en</strong>veld nam geleidelijk weer toe: bespeling van het midd<strong>en</strong>veld kon haar<br />

hindermacht bij de uitvoering van overheidsbeleid mogelijk beperk<strong>en</strong>. De corporatieve burger werd<br />

ook beschouwd als belangrijk compon<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> democratische sam<strong>en</strong>leving: maatschappelijke<br />

participatie leidt vaak tot politieke participatie. Van dergelijke burgers werd wel veel gevraagd: met<br />

name veel tijd, intellig<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> analytisch vermog<strong>en</strong> om abstracte, beleidsmatige <strong>en</strong><br />

bedrijfseconomische docum<strong>en</strong>tatie te verwerk<strong>en</strong>. De burger die weinig tijd vrij kon mak<strong>en</strong>, leverde<br />

vaak e<strong>en</strong> financiële bijdrage aan het midd<strong>en</strong>veld middels e<strong>en</strong>malige gift<strong>en</strong> of contributies. Om e<strong>en</strong><br />

grotere <strong>en</strong> zelfstandige ‘civil society’ te stimuler<strong>en</strong> - <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> te bespar<strong>en</strong> - continueerde de staat het<br />

beperk<strong>en</strong> of intrekk<strong>en</strong> van subsidies. De verwachting was dat naarmate de overheid zich passiever<br />

opstelde, de burger actiever zou word<strong>en</strong>. [Dekker (red.), 2001: 113, 283; Meijs, 2004: 43; Tonk<strong>en</strong>s,<br />

2006: 10, 19-20; Berkhout, 1996: 93; Lelieveldt, 1999: 24; de Beer, 2005: 3]<br />

69


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld moest volg<strong>en</strong>s de overheid vanaf de tweede helft van de jar<strong>en</strong><br />

neg<strong>en</strong>tig dusdanig functioner<strong>en</strong> dat actief burgerschap het resultaat zou zijn. Dat werd beschouwd als<br />

de oplossing voor vier grote maatschappelijke vraagstukk<strong>en</strong>: gebrek aan sociale cohesie (in het<br />

bijzonder tuss<strong>en</strong> bevolkingsgroep<strong>en</strong>), consum<strong>en</strong>tistisch <strong>en</strong> asociaal gedrag, sociale uitsluiting <strong>en</strong> de<br />

verme<strong>en</strong>de kloof tuss<strong>en</strong> burger <strong>en</strong> politiek. De burgerschapsvorming moest leid<strong>en</strong> tot<br />

verantwoordelijke, zorgzame, fatso<strong>en</strong>lijke <strong>en</strong> deliberatieve burgers, die brugg<strong>en</strong> slaan tuss<strong>en</strong> burgers<br />

onderling <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> burgers <strong>en</strong> staat. Sinds 2006 zijn schol<strong>en</strong> verplicht om les te gev<strong>en</strong> in<br />

burgerschapsvorming. In de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO, 2007) stond actief<br />

burgerschap c<strong>en</strong>traal. Van de burgers werd ook steeds meer verwacht. Zo war<strong>en</strong> er ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> die<br />

verlangd<strong>en</strong> dat hun patiënt<strong>en</strong> bij sommige operaties zelf e<strong>en</strong> ‘coach’ regeld<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> mantelzorger die<br />

dagelijks onbetaalde zorg leverde voor de duur van het ziek<strong>en</strong>huisverblijf. Verpleeghuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

basisschol<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> niet meer aan hun taak- <strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> zonder vrijwilligers. [Tonk<strong>en</strong>s,<br />

2006: 5, 8-12; Dekker (red.), 2001: 220; De Beer, 2005: 1; Van d<strong>en</strong> Berg e.a., 2008: 63]<br />

Het politiek burgerschap leek in Nederland slecht ontwikkeld. De interesse voor politiek steeg van 35%<br />

(1970) naar 43% (2000) <strong>en</strong> ook alternatieve vorm<strong>en</strong> van politieke participatie (demonstraties, wilde<br />

staking<strong>en</strong>, bezetting<strong>en</strong>) kond<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op groei<strong>en</strong>de instemming. Maar veel burgers hadd<strong>en</strong> het<br />

gevoel dat zij ge<strong>en</strong> invloed hadd<strong>en</strong> op politiek <strong>en</strong> bestuur; er heerste onvrede over het gebrek aan<br />

invloed binn<strong>en</strong> die instelling<strong>en</strong> waarmee m<strong>en</strong> het meest direct te mak<strong>en</strong> had (schol<strong>en</strong>,C<strong>en</strong>tra voor<br />

Werk <strong>en</strong> Inkom<strong>en</strong>, zorg- <strong>en</strong> welzijnsinstelling<strong>en</strong>). Deelname aan met name lokale, provinciale <strong>en</strong><br />

Europese verkiezing<strong>en</strong> liep geleidelijk terug, net als het lidmaatschap van politieke partij<strong>en</strong>. Veel<br />

burgers volgd<strong>en</strong> de politiek vanaf de zijlijn <strong>en</strong> reageerd<strong>en</strong> periodiek met applaus, boegeroep of<br />

zwijg<strong>en</strong>. Pas wanneer het eig<strong>en</strong> belang in gevaar kwam, zoud<strong>en</strong> burgers de politiek b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> om het<br />

onheil af te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> werd actief politiek burgerschap vaker uitgeoef<strong>en</strong>d als onderdeel van<br />

e<strong>en</strong> gunstig cv, waarmee de eig<strong>en</strong> carrière gestimuleerd kon word<strong>en</strong>. Vel<strong>en</strong> koz<strong>en</strong> andere weg<strong>en</strong> om<br />

hun invloed te do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>. Zo groeid<strong>en</strong> onder andere Gre<strong>en</strong>peace, Amnesty International, Natuur &<br />

Milieu, Natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> Novib uit tot grote <strong>en</strong> invloedrijke organisaties door de forse<br />

led<strong>en</strong>aanwas uit de jar<strong>en</strong> tachtig. Deze organisaties oef<strong>en</strong>d<strong>en</strong> invloed uit door het organiser<strong>en</strong> van<br />

acties, het ag<strong>en</strong>der<strong>en</strong> van zak<strong>en</strong> of door het aanlever<strong>en</strong> van deskundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

informatie aan overhed<strong>en</strong>. Uit de bloei van deze organisaties sprak e<strong>en</strong> sterke <strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de<br />

betrokk<strong>en</strong>heid van burgers bij nationale <strong>en</strong> internationale maatschappelijke thema’s. [Verhoev<strong>en</strong>,<br />

2004: 26, 62-64, 70; Metz, 2010: 15; Dekker (red.), 2001: 253]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Christ<strong>en</strong> Democratisch Appèl (CDA)<br />

- R. Lubbers<br />

- Ministerie van Sociale Zak<strong>en</strong><br />

- Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Milieu (VROM)<br />

- Partij van de Arbeid (PvdA)<br />

- Sociaal-Economische Raad<br />

- Stichting van de Arbeid<br />

- Volkspartij voor Vrijheid <strong>en</strong> Democratie (VVD)<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur<br />

- T. Barkhuys<strong>en</strong>, M. van Emmerik, W. Voermans (red.), De Nederlandse Grondwet geëvalueerd:<br />

anker- of verdwijnpunt? (Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn 2009)<br />

- P. de Beer, “E<strong>en</strong> tweedeling in de maatschappelijke participatie?”, in: P. Dekker (red.),<br />

Maatschappelijke teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de civil society. (Drieberg<strong>en</strong>, 2005)<br />

- E. van d<strong>en</strong> Berg, J. de Hart, Maatschappelijke organisaties in beeld. Grote led<strong>en</strong>organisaties<br />

over actuele ontwikkeling<strong>en</strong> in het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld (D<strong>en</strong> Haag, 2008).<br />

- D. Berkhout, “Overheid <strong>en</strong> midd<strong>en</strong>veld in e<strong>en</strong> ontzuilde sam<strong>en</strong>leving”in: C. Balje e.a. (red.),<br />

De ontzuiling voorbij. Op<strong>en</strong>baar bestuur <strong>en</strong> individualistisch burgerschap (D<strong>en</strong> Haag, 1996).<br />

- P. Dekker (red.), Civil society. Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> perspectief op vrijwilligerswerk. (D<strong>en</strong><br />

Haag, 2001). Ook via: http://www.humanitas.nu/upload/docs/vrijwilliger%20I.pdf<br />

70


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- P. Dekker (red.), Particulier initiatief <strong>en</strong> publiek belang. Beschouwing<strong>en</strong> over de aard <strong>en</strong><br />

toekomst van de Nederlandse non-profitsector. (D<strong>en</strong> Haag, 2002)<br />

- Hartman, “Burgerschap <strong>en</strong> patron<strong>en</strong> van politieke participatie” in: Jaarboek<br />

K<strong>en</strong>nisSam<strong>en</strong>leving (Amsterdam, 2008)<br />

- D. van Hout<strong>en</strong>, “Innovatie; activer<strong>en</strong>d burgerschap in de gevarieerde sam<strong>en</strong>leving” op:<br />

http://www.inclusie.nl/Verslag%20Congres%202004/Pres<strong>en</strong>tatie%20Douwe%20van%20Houte<br />

n.doc (geraadpleegd 5 april 2011)<br />

- H. Jolles, Tuss<strong>en</strong> burger <strong>en</strong> staat. Verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld in<br />

e<strong>en</strong> tijd van deregulering (Ass<strong>en</strong>, Maastricht, 1988).<br />

- H. van Lelieveldt, Weg<strong>en</strong> naar macht. <strong>Politiek</strong>e participatie <strong>en</strong> toegang van het<br />

maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld op lokaal niveau (Amsterdam, 1999)<br />

- l. Meijs, De veerkrachtige sam<strong>en</strong>leving: over vrijwilligerswerk, Civil Society <strong>en</strong> maatschappelijk<br />

betrokk<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong> in beweging (Rotterdam, 2004).<br />

- J. Metz, “Aan participatie ge<strong>en</strong> behoefte. Ervaring in Dordrecht: professionals verdring<strong>en</strong><br />

burgers”, in: Tijdschrift voor sociale vraagstukk<strong>en</strong> nr. 1-2, februari 2010.<br />

- O. van Munster, E. van d<strong>en</strong> Berg, A. van der Ve<strong>en</strong>, De toekomst van het midd<strong>en</strong>veld (D<strong>en</strong><br />

Haag, 1996).<br />

- R. Ossewaarde, Maatschappelijke organisaties. E<strong>en</strong> sociologische inleiding (Amsterdam, 2006).<br />

- E. Tonk<strong>en</strong>s, De bal bij de burger. Burgerschap <strong>en</strong> publieke moraal in e<strong>en</strong> pluriforme,<br />

dynamische sam<strong>en</strong>leving (Amsterdam 2006).<br />

- Verhoev<strong>en</strong>, “Verander<strong>en</strong>d politiek burgerschap <strong>en</strong> democratie” in: E.R. Engel<strong>en</strong>, M. Sie Dhian<br />

Ho (red.), De staat van de democratie. Democratie voorbij de staat. (Amsterdam, 2004).<br />

- Verhoev<strong>en</strong>, M. Ham (red.), Brave burgers gezocht. De gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de activer<strong>en</strong>de overheid.<br />

(Amsterdam 2010).<br />

71


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

72<br />

Tr<strong>en</strong>d 17 - Het strev<strong>en</strong> naar vergroting van de invloed van de burger op<br />

politiek <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Secularisering<br />

- Emancipatie <strong>en</strong> participatie<br />

- Medialisering<br />

Relatie met<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Verruiming rechtsbescherming van de burger<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Nederland gidsland<br />

- Tr<strong>en</strong>d: to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de invloed van de media<br />

- Tr<strong>en</strong>d: opkomst van het populisme<br />

- Hotspot: Nieuwe Meer-arrest<br />

- Hotspot: kruisrakett<strong>en</strong>debat<br />

- Hotspot: Nacht van Wiegel<br />

Datering<br />

Circa 1965 – na 2005<br />

Beschrijving<br />

In de hoogtijdag<strong>en</strong> van de verzuiling (ruwweg van 1920 tot 1965) beperkte de invloed van de<br />

burgers op de politiek <strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar bestuur zich tot de vierjaarlijkse verkiezing<strong>en</strong> van<br />

parlem<strong>en</strong>t, Provinciale Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>terad<strong>en</strong>. Zo de burgers verdere invloed w<strong>en</strong>st<strong>en</strong> uit te<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, moest<strong>en</strong> zij dat via de kanal<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> zuil do<strong>en</strong> door hun w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> door te gev<strong>en</strong><br />

aan hogere echelons of door zelf binn<strong>en</strong> de zuil politiek actief te word<strong>en</strong>. Dit systeem bestond in<br />

die periode probleemloos omdat iedere<strong>en</strong> het accepteerde als normaal. E<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele keer ontstond<br />

er tijdelijk kritiek op het politieke systeem. In de jar<strong>en</strong> dertig werd<strong>en</strong> als gevolg van de<br />

economische crisis alternatiev<strong>en</strong> gezocht in de richting van autoritaire leiders <strong>en</strong> het corporatisme,<br />

e<strong>en</strong> richting die door de Tweede Wereldoorlog nag<strong>en</strong>oeg iedere sympathie verloor. Na 1945 bleek<br />

de verzuiling zich te kunn<strong>en</strong> handhav<strong>en</strong>.<br />

In de jar<strong>en</strong> zestig stimuleerde de ontzuiling kritiek op de werking van de democratie. Deze keer<br />

werd de oplossing gezocht in de verruiming van de democratie: meer inspraak voor meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> meer instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisaties. De politieke participatie ontwikkelde zich vervolg<strong>en</strong>s van<br />

emancipatoire massaorganisaties in de jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig (politieke partij<strong>en</strong>, vakbond<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong>z.), via belang<strong>en</strong>- <strong>en</strong> actiegroep<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig, naar het individueel<br />

deelnem<strong>en</strong> aan door de overhed<strong>en</strong> geïnitieerde participatieproject<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> tachtig <strong>en</strong><br />

neg<strong>en</strong>tig. [Van Gunster<strong>en</strong>, 1994: 10-13; Hartman, 2008: 14]<br />

Na de jar<strong>en</strong> zestig werd<strong>en</strong> de verzuilde verband<strong>en</strong> geleidelijk vervang<strong>en</strong> door op<strong>en</strong><br />

maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld waarin burgers vrijwillig verband<strong>en</strong> aanging<strong>en</strong>, waarmee zij<br />

betrokk<strong>en</strong>heid bij de publieke zaak, vergroting van het maatschappelijk zelfbestuur t<strong>en</strong> koste van<br />

de politiek, <strong>en</strong> de versterking van geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> tolerantie probeerd<strong>en</strong> te bewerkstellig<strong>en</strong>.<br />

In de loop van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig zijn maatschappelijke organisaties zich gaan toelegg<strong>en</strong> op het<br />

beïnvloed<strong>en</strong> van de politiek, het op<strong>en</strong>baar bestuur <strong>en</strong> het publieke debat t<strong>en</strong> einde specifieke<br />

doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>. Het lidmaatschap van e<strong>en</strong> maatschappelijke organisatie werd welhaast e<strong>en</strong><br />

vanzelfsprek<strong>en</strong>dheid. Vanaf de jar<strong>en</strong> tachtig beleefd<strong>en</strong> vooral organisaties op het gebied van<br />

internationale hulp, natuur <strong>en</strong> milieu, consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>belang<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezondheidszorg e<strong>en</strong> spectaculaire<br />

groei. <strong>Politiek</strong>e partij<strong>en</strong>, kerk<strong>en</strong>, omroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>organisaties zag<strong>en</strong> hun led<strong>en</strong>tal juist<br />

slink<strong>en</strong>. [Dekker, 2002; website SCP: 67-68, 85]<br />

De steun van burgers voor de democratisering van politiek <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur manifesteerde<br />

zich in 1967 door de onvoorzi<strong>en</strong>e <strong>en</strong> grote verkiezingswinst van Democrat<strong>en</strong> ’66 (D’66), dat in<br />

1966 was opgericht om de democratische invloed op politiek <strong>en</strong> bestuur te vergrot<strong>en</strong>. Daartoe<br />

streefde de partij naar de verkiezing van de premier, de afschaffing van de Eerste Kamer,<br />

invoering van e<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>d refer<strong>en</strong>dum <strong>en</strong> invoering van het district<strong>en</strong>stelsel. Met dit programma


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

verkreeg D’66 in 1967 zev<strong>en</strong> zetels, in 1971 elf zetels. Hoewel D66 electoraal piek<strong>en</strong> <strong>en</strong> dal<strong>en</strong> zou<br />

doormak<strong>en</strong> in de volg<strong>en</strong>de dec<strong>en</strong>nia, bleef haar democratisch gedachtegoed onverminderd<br />

populair. Zo bleef in de dec<strong>en</strong>nia na 1970 ongeveer 70% van de burgers voorstander van het<br />

vergrot<strong>en</strong> van de inspraak op het bestuur, vond driekwart dat burgemeesters gekoz<strong>en</strong> moest<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>, verwelkomde 80% het refer<strong>en</strong>dum <strong>en</strong> vond ongeveer 85% dat burgers meer moest<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> meebesliss<strong>en</strong> in belangrijke politieke kwesties. Tegelijkertijd werd<strong>en</strong> maar zeer weinig<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> politiek actief; de belangstelling voor deelname aan de politiek nam niet of nauwelijks toe<br />

in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig. [Daalder, 1995: 257-263, 267-268; Dijstelbloem e.a. (red.), 2010:<br />

213; Dekker e.a., 2005: 80]<br />

De betrokk<strong>en</strong>heid van de burger bij de politiek kon volg<strong>en</strong>s de maatschappelijke organisaties<br />

word<strong>en</strong> gestimuleerd door educatie. In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig ded<strong>en</strong> vooral politieke partij<strong>en</strong>,<br />

vakbeweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> de grote vrouw<strong>en</strong>organisaties veel aan politieke educatie: de actieve <strong>en</strong><br />

mondige burger di<strong>en</strong>de alles te wet<strong>en</strong> over democratische waard<strong>en</strong>, politieke system<strong>en</strong>,<br />

partijdemocratie <strong>en</strong> –organisatie <strong>en</strong> politieke communicatie. In de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig ging deze<br />

educatie vrijwel geheel teloor door teruglop<strong>en</strong>de led<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong> <strong>en</strong> bezuiniging<strong>en</strong> (ook op<br />

subsidies). Ook verschoof de educatieve vraag van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> inzicht in politiek <strong>en</strong> maatschappij<br />

naar directe praktische vaardighed<strong>en</strong> voor arbeidsmarkt <strong>en</strong> carrière. [Hartman, 2008: 6]<br />

Voor de beïnvloeding van beleid <strong>en</strong> beleidsvorming werd<strong>en</strong> stond<strong>en</strong> burgers sinds de jar<strong>en</strong> zestig<br />

verschill<strong>en</strong>de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ter beschikking: inspraak, refer<strong>en</strong>dum, interactieve beleidsvorming,<br />

lobby, <strong>en</strong>quête, peiling, handtek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>actie, juridische procedure, demonstratie,<br />

massamobilisatie, het opstell<strong>en</strong> van alternatieve plann<strong>en</strong>. Al snel werd duidelijk dat acties het<br />

meeste effect sorteerd<strong>en</strong> wanneer ze war<strong>en</strong> aangepast aan de logica van politiek <strong>en</strong> bureaucratie.<br />

Met name in de periode 1965-1980 was sprake van veel acties- zeker in contrast met de rustige<br />

jar<strong>en</strong> na de oorlog - , gestimuleerd door acties in het buit<strong>en</strong>land (onder andere Frankrijk 1968,<br />

Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> 1965-1975), die door de media breed werd<strong>en</strong> verslag<strong>en</strong>. De rest van de<br />

bevolking tolereerde gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig de vele acties. [Van der Lans, 2005: 16;<br />

Verhoev<strong>en</strong> e.a. (red.), 2010: 177, 190; Daalder, 1995: 240-243, 264, 268-269; Hartman, 2008:<br />

6-7]<br />

In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig werd inspraak geïnstitutionaliseerd door de opname van maatschappelijke<br />

verteg<strong>en</strong>woordigers in besluitvorm<strong>en</strong>de colleges. Er kwam<strong>en</strong> medezegg<strong>en</strong>schaps- <strong>en</strong><br />

gebruikersrad<strong>en</strong>, hoorzitting<strong>en</strong> <strong>en</strong> formele inspraakmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in beslissingsprocedures. De Wet<br />

Administratieve Rechtspraak Overheidsbeslissing<strong>en</strong> (Arob, 1976) maakte bezwaar <strong>en</strong> beroep<br />

mogelijk teg<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong> van overhed<strong>en</strong>, waarvan op grote schaal gebruik werd gemaakt. E<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ander werd in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate in wettelijke regeling<strong>en</strong> verankerd. Deze nieuwe<br />

inspraakmogelijkhed<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> uiteindelijk vooral b<strong>en</strong>ut door relatief kleine groep<strong>en</strong><br />

hoogopgeleid<strong>en</strong> met specifieke belang<strong>en</strong>. [Van der Lans, 2005: 16; Verhoev<strong>en</strong> e.a. (red.), 2010:<br />

177, 190; Daalder, 1995: 240-243, 264, 268-269; Hartman, 2008: 6-7]<br />

De politiek verwelkomde in de late jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig de participer<strong>en</strong>de burger.<br />

Sociale beweging<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> aanvulling op de politieke ag<strong>en</strong>da, waardoor de<br />

politieke elite zich gesteund voelde bij de vorming <strong>en</strong> uitvoering van beleid. Het bestuur behield<br />

wel de regie over deze process<strong>en</strong>. Sommige beweging<strong>en</strong> ‘verstatelijkt<strong>en</strong>’: zij werd<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

in de politieke orde. De vrouw<strong>en</strong>beweging bijvoorbeeld kreeg e<strong>en</strong> brugg<strong>en</strong>hoofd in het ministerie<br />

van Sociale Zak<strong>en</strong>, terwijl e<strong>en</strong> deel van de milieubeweging e<strong>en</strong> symbiotische relatie aanging met<br />

het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Milieu (VROM). E<strong>en</strong> ander deel van<br />

de beweging<strong>en</strong> professionaliseerde <strong>en</strong> bouwde e<strong>en</strong> grote expertise op, mede in nauwe<br />

sam<strong>en</strong>werking met universiteit<strong>en</strong>. Ook van deze expertise maakt<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> vaak <strong>en</strong> dankbaar<br />

gebruik. Ook (vooral linkse) politieke partij<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> zichzelf tot doorgeefluik van de eis<strong>en</strong> van<br />

actie-, belang<strong>en</strong>- <strong>en</strong> pressiegroep<strong>en</strong> – waarbij zij hun klassieke taak van het selecter<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

prioriter<strong>en</strong> van eis<strong>en</strong> nogal e<strong>en</strong>s verzaakt<strong>en</strong>. Zo groeide in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> tachtig e<strong>en</strong><br />

adviseringsoerwoud, waarin in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig het mes zou word<strong>en</strong> gezet. De overheid die<br />

pressiegroep<strong>en</strong> volgde veranderde to<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> overheid die deze groep<strong>en</strong> inschakelde bij opzett<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van beleid. [Verhoev<strong>en</strong> e.a., 2010: 179; Hartman, 2008: 7]<br />

73


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

74<br />

Om de burger effectief te lat<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> in politiek <strong>en</strong> bestuur verbeterde de overheid vanaf de<br />

late jar<strong>en</strong> zestig zijn informatievoorzi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> transparantie. Kort na de Tweede Wereldoorlog<br />

werd Postbus 51 opgericht, de vraagbaak voor e<strong>en</strong>ieder die niet wist bij welk overheidsonderdeel<br />

hij of zij terecht kon met e<strong>en</strong> vraag. Postbus 51 profileerde zich middels radiospots, vanaf 1968<br />

ook via televisiespotjes. Vanaf 1985 werd<strong>en</strong> informatiefolders verspreid via postkantor<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bibliothek<strong>en</strong>. De Rijksvoorlichtingsdi<strong>en</strong>st (RVD) was tot omstreeks 1970 de passieve bron die naar<br />

eig<strong>en</strong> inzicht informatie leverde aan de media, die dit volgzaam <strong>en</strong> met zelfc<strong>en</strong>suur aan hun<br />

publiek doorgav<strong>en</strong>. Het kritischer word<strong>en</strong> van de pers aan het eind van de jar<strong>en</strong> zestig dwong de<br />

overheid tot meer <strong>en</strong> gestructureerder op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> transparantie. In de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig werd<strong>en</strong> de<br />

media nog beschouwd als construer<strong>en</strong>d deel van de democratie, als het hart van de op<strong>en</strong>baarheid.<br />

Daarom di<strong>en</strong>de aan het functioner<strong>en</strong> van de media de eis gesteld te word<strong>en</strong> dat zij de<br />

maatschappelijke pluriformiteit weerspiegeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de totstandkoming van beleid zoud<strong>en</strong><br />

ton<strong>en</strong>. Het rapport van de Commissie Heroriëntatie Overheidsvoorlichting (1971) leidde tot de Wet<br />

Op<strong>en</strong>baarheid Bestuur (WOB, 1978). Het doel van de WOB (in 1980 aangevuld met het Besluit<br />

Op<strong>en</strong>baarheid van Bestuur, BOB) was het vergrot<strong>en</strong> van het democratisch gehalte van het bestuur<br />

door betere toegankelijkheid, het verduidelijk<strong>en</strong> van de procesvorming <strong>en</strong> het mogelijk mak<strong>en</strong> van<br />

inspraak op verschill<strong>en</strong>de terrein<strong>en</strong>. In 1984 adviseerde de Werkgroep Heroverweging Voorlichting<br />

Rijksoverheid om overheidsvoorlichting toe te spits<strong>en</strong> op vier punt<strong>en</strong>: op<strong>en</strong>baarmaking,<br />

di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing, PR (bevorder<strong>en</strong> van de dialoog tuss<strong>en</strong> burger <strong>en</strong> politiek) <strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<br />

(effectuering aanvaard <strong>en</strong> bevordering van de acceptatie van kom<strong>en</strong>d beleid). [Klaass<strong>en</strong>, 2004:<br />

30, 32-33, 35-36, 40-41; website igitur-archive: 34-35] E<strong>en</strong> andere mogelijkheid om het<br />

bestuurlijk optred<strong>en</strong> inzichtelijk te mak<strong>en</strong> was de inzet van het parlem<strong>en</strong>tair onderzoek <strong>en</strong> de<br />

parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête. In beide gevall<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> Eerste of Tweede Kamer opdracht tot e<strong>en</strong><br />

onderzoek waarbij ook Kamerled<strong>en</strong> <strong>en</strong> bewindsperson<strong>en</strong> (bij e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête: onder ede) kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> gehoord. Doel was aanvankelijk vergroting van k<strong>en</strong>nis bij Kamerled<strong>en</strong>, maar sinds 1983<br />

(de <strong>en</strong>quête naar de ondergang van de Rijn-Schelde-Verolmewerf) was het strev<strong>en</strong> gericht op<br />

waarheidsvinding <strong>en</strong> het id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> van verantwoordelijk<strong>en</strong>. Tot 1983 war<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nialang ge<strong>en</strong><br />

parlem<strong>en</strong>taire onderzoek<strong>en</strong> of <strong>en</strong>quêtes gehoud<strong>en</strong> (behalve de atypische oorlogs<strong>en</strong>quête van<br />

1947-1956). Sinds 1983 zijn er tot 2005 acht <strong>en</strong>quêtes uitgevoerd, waardoor het publiek inzicht<br />

verkreeg in de werking <strong>en</strong> het optred<strong>en</strong> van politiek <strong>en</strong> bestuur. [website wikipedia: parlem<strong>en</strong>taire<br />

<strong>en</strong>quête; website Tweede Kamer; website Europa-nu]<br />

Aan het einde van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig vond e<strong>en</strong> omslag plaats, die gemarkeerd werd door de antikruisrakett<strong>en</strong>demonstraties,<br />

de eerste grote protest<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> overheidsoptred<strong>en</strong> sinds de Tweede<br />

Wereldoorlog. Het door burger <strong>en</strong> overheid gezam<strong>en</strong>lijk strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> gedeeld maatschappelijk<br />

doel maakte plaats voor strijd over teg<strong>en</strong>gestelde belang<strong>en</strong>. De overheid werd door de<br />

economische crisis gedwong<strong>en</strong> tot bezuiniging<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zich uitbreid<strong>en</strong>de bureaucratisering<br />

vergrootte de gevoelsmatige afstand tot de burgers. Diezelfde burgers wild<strong>en</strong> juist dat de overheid<br />

zich op de werkvloer bleef inzett<strong>en</strong> voor milieu, internationale sam<strong>en</strong>werking, zorg, vrede,<br />

emancipatie, democratisering <strong>en</strong> andere maatschappelijk belangrijke doel<strong>en</strong>. [Verhoev<strong>en</strong> e.a.,<br />

2010: 181; Van der Lans, 2006, 47-61, 84-93]<br />

De inspanning<strong>en</strong> van overhed<strong>en</strong> tot verruiming van de politieke <strong>en</strong> bestuurlijke participatie door<br />

burgers hadd<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> onbedoeld <strong>en</strong> onwelkom nev<strong>en</strong>effect. Hoewel politiek <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

bestuur het achterligg<strong>en</strong>de doel steund<strong>en</strong>, begonn<strong>en</strong> zij ook steeds nadrukkelijker de nadel<strong>en</strong> van<br />

inspraak te merk<strong>en</strong>. Maatschappelijke organisaties werd<strong>en</strong> steeds meer ervar<strong>en</strong> als ‘hindermacht’:<br />

zij maakt<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate gebruik van mogelijkhed<strong>en</strong> om overheidsbeslissing<strong>en</strong> te<br />

am<strong>en</strong>der<strong>en</strong> of teg<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>, wat de uitvoering frustreerde <strong>en</strong> tot stijg<strong>en</strong>de kost<strong>en</strong> leidde.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bestond twijfel of de burger vanuit publiek of eig<strong>en</strong> belang handelde, <strong>en</strong> of de burger<br />

zich niet teveel liet leid<strong>en</strong> door emoties. Inspraak <strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>schap werd<strong>en</strong> door de overheid in<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate gereguleerd; het werd<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van beleid. De doel<strong>en</strong> van de<br />

bureaucratie ging<strong>en</strong> prevaler<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> persoonlijke ambitie of kwaliteit (“er moet e<strong>en</strong> x-aantal<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan de slag, het maakt niet uit wie, hoe of waar”). [Verhoev<strong>en</strong> e.a., 2010: 178, 190, 196-<br />

197, 227-241, 254; Duyv<strong>en</strong>dak e.a. (red.), 216]<br />

Om de hindermacht ook op e<strong>en</strong> andere manier te neutraliser<strong>en</strong> liet<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> de burgers, zoals<br />

eerder al kort aangestipt, vanaf omstreeks 1990 participer<strong>en</strong> in overheidsproject<strong>en</strong>: het beleid<br />

moest interactief tot stand kom<strong>en</strong>. Hierbij werd<strong>en</strong> de overhed<strong>en</strong> gestimuleerd door laagterecords


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

bij de opkomst bij de geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> van 1990 <strong>en</strong> de Stat<strong>en</strong>verkiezing<strong>en</strong> van 1991.<br />

Het algem<strong>en</strong>e gevoel<strong>en</strong> vatte post dat het bestuur draagvlak moest schepp<strong>en</strong> voor de tak<strong>en</strong> die<br />

het uitvoerde, <strong>en</strong> het betrekk<strong>en</strong> van de burger leek daarvoor geschikt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ging<strong>en</strong><br />

bestuurders ervan uit dat de participatie zou voorkom<strong>en</strong> dat burgers <strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zich in<br />

e<strong>en</strong> later stadium teg<strong>en</strong> de uitvoering van beleid zoud<strong>en</strong> ker<strong>en</strong>; zo kond<strong>en</strong> bestuurders zich ook<br />

indekk<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het verwijt dat de overheid niet luisterde naar de burger. Daarnaast ontplooid<strong>en</strong><br />

met name geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> allerlei initiatiev<strong>en</strong> (refer<strong>en</strong>da, burgerpanels, wijkbeheer, klankbordgroep<strong>en</strong>)<br />

om te peil<strong>en</strong> hoe de bevolking over onderwerp<strong>en</strong> dacht. Ook via de nieuwe informatietechnologie<br />

(ICT) ded<strong>en</strong> overhed<strong>en</strong> alle moeite burgers te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> te betrekk<strong>en</strong> bij hun werk (zog<strong>en</strong>aamde<br />

e-participatie): de drempel werd verlaagd <strong>en</strong> er kwam meer informatie beschikbaar. Vanaf<br />

ongeveer 2000 richtte de overheid zich in steeds sterkere mate via de publieke omroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> via<br />

internet tot de burgers. De omroep<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>, zodat e<strong>en</strong><br />

vruchtbaar publiek debat mogelijk kon zijn. Ook internet zou e<strong>en</strong> nieuw forum moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

voor discussie <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> bron voor de overheid om te achterhal<strong>en</strong> hoe de burger over<br />

bepaalde zak<strong>en</strong> dacht. Internet maakte bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> communicatie met overhed<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudiger:<br />

informatie kon er word<strong>en</strong> gedeeld <strong>en</strong> op elk mom<strong>en</strong>t van de dag word<strong>en</strong> opgevraagd of<br />

aangeleverd. Opvall<strong>en</strong>d is dat al deze initiatiev<strong>en</strong> zijn uitgegaan van overhed<strong>en</strong>. Alle inspanning<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> spijt voeld<strong>en</strong> de burgers zich op hun beurt echter nauwelijks geroep<strong>en</strong> om actief deel te<br />

nem<strong>en</strong> aan rijks-, provincie- of geme<strong>en</strong>tebeleid, tot teleurstelling van bestuur <strong>en</strong> politiek.<br />

[Hartman, 2008: 10-12; Verhoev<strong>en</strong> e.a., 2010: 163-164; website igitur-archive: 41; Klaass<strong>en</strong>,<br />

2004: 37-39]<br />

Omstreeks 1990 ontstond onder bestuurders <strong>en</strong> politici het onbehaaglijke gevoel dat er e<strong>en</strong> kloof<br />

zou bestaan tuss<strong>en</strong> burgers <strong>en</strong> de overheid. Het was alsof de burger de inspanning<strong>en</strong> van de<br />

overheid niet meer op waarde schatte. Overheid <strong>en</strong> bestuur wet<strong>en</strong> dat aan het gebrekkig<br />

uitoef<strong>en</strong>ing van burgerschap: de burger hield zich afzijdig, was niet geïnteresseerd in de publieke<br />

zaak, verlangde onrealistisch veel van de overheid <strong>en</strong> was vervolg<strong>en</strong>s boos als zijn verwachting<strong>en</strong><br />

niet op stel <strong>en</strong> sprong werd<strong>en</strong> waargemaakt. [Duyv<strong>en</strong>dak e.a. (red.), 2007: 211; Van Gunster<strong>en</strong>,<br />

1994: 15] De burger leek zich echter ge<strong>en</strong>szins geheel politiek afzijdig te houd<strong>en</strong>. De populariteit<br />

van de stemwijzer in verkiezingstijd groeide met elke verkiezing. Niet-stemm<strong>en</strong> bleek vaak ge<strong>en</strong><br />

uiting van ong<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> of protest, maar had banale red<strong>en</strong><strong>en</strong> als slecht weer, verget<strong>en</strong>, pas kwijt,<br />

<strong>en</strong>zovoorts. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bleek e<strong>en</strong> grote maatschappelijke betrokk<strong>en</strong>heid uit de actieve participatie<br />

van burgers in vrijwilligers- <strong>en</strong> maatschappelijke organisaties. [Interview De Rooy, Van Gunster<strong>en</strong>,<br />

1994: 31, 41; Duyv<strong>en</strong>dak e.a. (red.), 2007: 213] De (verme<strong>en</strong>de) kloof leek daarmee alle<strong>en</strong> in de<br />

perceptie van politiek <strong>en</strong> bestuur te bestaan. Toch hadd<strong>en</strong> burgers nogal wat klacht<strong>en</strong> over hun<br />

bestuurders: ze mist<strong>en</strong> gezag. In 2005 vond 65% van de bevolking dat politici niet de juiste<br />

kwaliteit<strong>en</strong> bezat<strong>en</strong> voor hun taak. Slechts 11% vond dat politici goed contact hadd<strong>en</strong> met de<br />

burgers <strong>en</strong> naar h<strong>en</strong> luisterd<strong>en</strong>. Dit sterk gedaalde aanzi<strong>en</strong> van politici als respectabel vond zijn<br />

oorsprong ironisch g<strong>en</strong>oeg in het sinds de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig naar elkaar toegroei<strong>en</strong> van burgers,<br />

politici <strong>en</strong> bestuurders. Hierdoor werd<strong>en</strong> de verwachting<strong>en</strong> van de burger hoger <strong>en</strong> viel<strong>en</strong> de<br />

resultat<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge teg<strong>en</strong>, met frustratie <strong>en</strong> ontmoediging als gevolg<strong>en</strong>. Tegelijkertijd liet<strong>en</strong><br />

politici <strong>en</strong> bestuurders zich steeds minder voorstaan op hun bijzondere positie als morele leiders,<br />

maar pres<strong>en</strong>teerd<strong>en</strong> zij zich vaker als modale burgers: ze gedroeg<strong>en</strong> zich niet elitair, versch<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

in televisiequizz<strong>en</strong>, sprak<strong>en</strong> Jip-<strong>en</strong>-Janneketaal <strong>en</strong> liet<strong>en</strong> zich leid<strong>en</strong> door emoties. Hierdoor<br />

verlor<strong>en</strong> zij gezag <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> bij de burgers. Tegelijkertijd werd<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> politiek steeds<br />

bureaucratischer <strong>en</strong> zakelijker. De overheid werd ervar<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> onpersoonlijke <strong>en</strong>titeit, waar<br />

teg<strong>en</strong>over de burger zich machteloos <strong>en</strong> onbegrep<strong>en</strong> voelde. Ook maakte de overheid e<strong>en</strong> weinig<br />

daadkrachtige indruk <strong>en</strong> leek inspiratie, visie of ideologie te ontbrek<strong>en</strong>. De verme<strong>en</strong>de<br />

achterkamertjespolitiek, waarbij belangrijke beslissing<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het publiek om,<br />

wekt<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig groei<strong>en</strong>de weerstand. Het overdrag<strong>en</strong> van macht naar de<br />

Europese Unie, dat e<strong>en</strong> zwakke democratische legitimering bezat, beschouwd<strong>en</strong> critici als e<strong>en</strong><br />

tek<strong>en</strong> van zwakte. De op incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, drama <strong>en</strong> s<strong>en</strong>satie gerichte media versterkt<strong>en</strong> het slechte<br />

imago van bestuurders nog meer. [Duyv<strong>en</strong>dak e.a. (red.), 2007: 213-218; Van Gunster<strong>en</strong>, 1994:<br />

16-23, 46; Van der Lans, 2005: 16; Schuyt, 2006: 48; interview K<strong>en</strong>nedy]<br />

Om de rolverdeling in de geme<strong>en</strong>telijke <strong>en</strong> de provinciale politiek te revitaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

betrokk<strong>en</strong>heid van de burger bij deze bestuurlijke niveaus inzichtelijker te mak<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> op<br />

advies van de Staatcommissie Elzinga de Wet dualisering geme<strong>en</strong>tebestuur (2002) <strong>en</strong> de Wet<br />

75


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

76<br />

dualisering provinciebestuur (2003) ingevoerd. Deze wet moest op geme<strong>en</strong>telijk niveau e<strong>en</strong><br />

duidelijker afbak<strong>en</strong>ing tot stand br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>teraad <strong>en</strong> het college van<br />

burgemeester <strong>en</strong> wethouders. De geme<strong>en</strong>teraad, als democratisch verkoz<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordiging<br />

van de burger, kreeg controler<strong>en</strong>de <strong>en</strong> kaderstell<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong>. Het college vervulde bestuurlijke <strong>en</strong><br />

uitvoer<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong>. De wethouder was voortaan ge<strong>en</strong> lid meer van de geme<strong>en</strong>teraad. E<strong>en</strong>zelfde<br />

herschikking kwam tot stand op provinciaal niveau. Hier kreg<strong>en</strong> de Provinciale Stat<strong>en</strong> de<br />

controler<strong>en</strong>de <strong>en</strong> kaderstell<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong>, terwijl de Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> zich uitsluit<strong>en</strong>d toelegd<strong>en</strong><br />

op bestuur <strong>en</strong> uitvoering. Het dubbellidmaatschap van Gedeputeerde als Provinciale Stat<strong>en</strong> werd<br />

onmogelijk gemaakt. De c<strong>en</strong>trale overheid hoopte met deze maatregel<strong>en</strong> de lokale <strong>en</strong> provinciale<br />

politiek helderder te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee de betrokk<strong>en</strong>heid van de burger te vergemakkelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vergrot<strong>en</strong>. De rechtstreekse verkiezing van de burgemeester, e<strong>en</strong> ander democratiseringsvoorstel,<br />

werd niet doorgevoerd. Wel kond<strong>en</strong> de inwoners van e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te e<strong>en</strong> voorkeur uitsprek<strong>en</strong> voor<br />

één van de door de geme<strong>en</strong>teraad voorgedrag<strong>en</strong> kandidat<strong>en</strong>. [website wikipedia dualisme<br />

geme<strong>en</strong>te; website wikipedia dualisme provincie]<br />

Vanuit soortgelijke overweging<strong>en</strong> werd ook bij de waterschapp<strong>en</strong> democratisering doorgevoerd.<br />

Tot 1995 werd<strong>en</strong> de waterschapp<strong>en</strong> indirect gekoz<strong>en</strong>: de geme<strong>en</strong>terad<strong>en</strong> koz<strong>en</strong> de led<strong>en</strong>. Vanaf<br />

1995 werd<strong>en</strong> zij rechtstreeks gekoz<strong>en</strong>, zodat de sam<strong>en</strong>stelling van de waterschapp<strong>en</strong><br />

democratisch tot stand kwam <strong>en</strong> de invloed van de burger inzichtelijk werd. De band tuss<strong>en</strong><br />

burgers <strong>en</strong> led<strong>en</strong> van de waterschapp<strong>en</strong> moest hierdoor word<strong>en</strong> aangehaald <strong>en</strong> best<strong>en</strong>digd. In de<br />

Waterschapswet van 2007 werd het toegestaan dat de individuele kandidat<strong>en</strong> voor de<br />

waterschapp<strong>en</strong> zich ver<strong>en</strong>igd<strong>en</strong> in kieslijst<strong>en</strong>. De electorale interesse voor de waterschapp<strong>en</strong> bleef<br />

echter ev<strong>en</strong> gering als zij voor deze hervorming<strong>en</strong> geweest was: het door burgers als gering<br />

ervar<strong>en</strong> belang van de waterschapp<strong>en</strong> voor het dagelijks bestaan werd vertaald in lage<br />

opkomstperc<strong>en</strong>tages (landelijk gemiddeld rond de 25%) bij de waterschapsverkiezing<strong>en</strong>. De<br />

discussie over het al of niet opheff<strong>en</strong> van de waterschapp<strong>en</strong> heeft nog niet tot e<strong>en</strong> eindoordeel<br />

geleid. [website recht<strong>en</strong>.uvt.nl, p. 3; website binn<strong>en</strong>landsnbestuur.nl/Home; website<br />

binn<strong>en</strong>landsbestuur.nl/vakgebied<strong>en</strong>]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Democrat<strong>en</strong> ’66 (D66)<br />

- <strong>Politiek</strong>e partij<strong>en</strong><br />

- Maatschappelijke organisaties<br />

- Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

- Provincies<br />

- Regering<br />

- Tweede Kamer<br />

- Ministeries<br />

- Postbus 51<br />

- Rijksvoorlichtingsdi<strong>en</strong>st (RVD)<br />

- Commissie Heroriëntatie Overheidsvoorlichting<br />

- Werkgroep Heroverweging Voorlichting Rijksoverheid<br />

- Ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong><br />

- Politici<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur<br />

- A.A.L. Beers, “Privacy <strong>en</strong> de Wet op<strong>en</strong>baarheid bestuur” in: J.E.J. Prins, J.M.A. Berkv<strong>en</strong>s,<br />

e.a., Privacyregeling in theorie <strong>en</strong> praktijk (Dev<strong>en</strong>ter 2002).<br />

- J. van d<strong>en</strong> Berg e.a. (red.), Tuss<strong>en</strong> Nieuwspoort <strong>en</strong> Binn<strong>en</strong>hof. De jar<strong>en</strong> zestig als breuklijn<br />

in de naoorlogse ontwikkeling in politiek <strong>en</strong> journalistiek (D<strong>en</strong> Haag 1989)<br />

- M.M. de Boer, Wet op de Raad van State (Dev<strong>en</strong>ter 2008).<br />

- H. Daalder, Van oude <strong>en</strong> nieuwe reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. <strong>Politiek</strong> in Nederland. (Amsterdam 1995).<br />

- L.J.A. Dam<strong>en</strong> e.a., Bestuursrecht. Deel 2. Rechtsbescherming teg<strong>en</strong> de overheid.<br />

Bestuursprocesrecht. (D<strong>en</strong> Haag 2009).


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- P. Dekker, De oplossing van de civic society. Over vrijwillige associaties in tijd<strong>en</strong> van<br />

vervag<strong>en</strong>de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. (D<strong>en</strong> Haag 2002).<br />

- P. Dekker, J. de Hart, De goede burger. Ti<strong>en</strong> beschouwing<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> morele categorie.<br />

(D<strong>en</strong> Haag 2005).<br />

- H. Dijstelbloem, P. d<strong>en</strong> Hoed, J.W. Holtslag, S. Schout<strong>en</strong> (red.), Het gezicht van de<br />

publieke zaak. Op<strong>en</strong>baar bestuur onder og<strong>en</strong>. (Amsterdam 2010).<br />

- E.P.J. Duurkoop, Awb <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baarheid (Dev<strong>en</strong>ter 2004).<br />

- J. Duyv<strong>en</strong>dak, G. Engbers<strong>en</strong>, M. Teeuw<strong>en</strong>, I. Verhoev<strong>en</strong> (red.), Macht <strong>en</strong><br />

verantwoordelijkheid (Amsterdam 2007)<br />

- B. van G<strong>en</strong>t, J. Katus (red.), Voorlichting. Theorieën, werkwijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> terrein<strong>en</strong>. (Alph<strong>en</strong> a.d.<br />

Rijn 1998).<br />

- H. van Gunster<strong>en</strong>, R. Andeweg, Het grote ong<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong>. Over de kloof tuss<strong>en</strong> burgers <strong>en</strong><br />

politiek. (Haarlem, 1994).<br />

- Hartman, “Burgerschap <strong>en</strong> patron<strong>en</strong> van politieke participatie” in Jaarboek<br />

K<strong>en</strong>nisSam<strong>en</strong>leving (2008).<br />

- J.A. Hofman, J.A. van Schag<strong>en</strong>, Op<strong>en</strong>baarheid van bestuur (Nijmeg<strong>en</strong> 2003).<br />

- Interview James K<strong>en</strong>nedy, Amsterdam, 31 maart 2011.<br />

- R. Klaass<strong>en</strong>, Voorlichtingskundig ontwerp<strong>en</strong>: de totstandkoming van Postbus 51campagnes<br />

(Ass<strong>en</strong> 2004).<br />

- J. van der Lans, Koning burger. Nederland als zelfbedi<strong>en</strong>ingszaak. (Amsterdam, Antwerp<strong>en</strong><br />

2005)<br />

- P.J. Stolk, Wet op<strong>en</strong>baarheid van bestuur (Dev<strong>en</strong>ter 2009).<br />

- K. Schuyt, Steunber<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>leving (Amsterdam 2006)<br />

- Verhoev<strong>en</strong>, M. Ham (red.), Brave burgers gezocht. De gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de activer<strong>en</strong>de<br />

overheid. (Amsterdam 2010).<br />

- http://igitur-archive.library.uu.nl/stud<strong>en</strong>t-theses/2007-1010-<br />

200607/Scriptie%20Media%20<strong>en</strong>%20Democratie.doc (geraadpleegd 22 maart 2011)<br />

- http://www.scp.nl/dsresource?objectid=19746&type=org (geraadpleegd 22 maart 2011)<br />

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Burgerinitiatief (geraadpleegd 24 maart 2011)<br />

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Parlem<strong>en</strong>taire_<strong>en</strong>qu%C3%AAte_in_Nederland (geraadpleegd<br />

19 april 2011)<br />

- http://www.tweedekamer.nl/hoe_werkt_het/de_nederlandse_democratie/tak<strong>en</strong>_<strong>en</strong>_rechte<br />

n/onderzoekrecht.jsp (geraadpleegd 19 april 2011)<br />

- http://www.europa-nu.nl/id/vh8lnhrogvv1/parlem<strong>en</strong>taire_<strong>en</strong>quetes_1851_hed<strong>en</strong><br />

(geraadpleegd 19 april 2011)<br />

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_dualisering_provinciebestuur (geraadpleegd 9 juni 2011)<br />

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_dualisering_geme<strong>en</strong>tebestuur (geraadpleegd 9 juni 2011)<br />

- http://recht<strong>en</strong>.uvt.nl/boogers/oud/images/boogers.pdf (geraadpleegd 9 juni 2011)<br />

- http://www.binn<strong>en</strong>landsbestuur.nl/Home/all/ge<strong>en</strong>-politieke-steun-meer-voorwaterschapp<strong>en</strong>.152997.lynkx<br />

(geraadpleegd op 9 juni 2011)<br />

- http://www.binn<strong>en</strong>landsbestuur.nl/vakgebied<strong>en</strong>/ruimte-milieu/waterschapp<strong>en</strong>-‘spetter-ope<strong>en</strong>-gloei<strong>en</strong>de-plaat’.152995.lynkx<br />

(geraadpleegd 9 juni 2011)<br />

77


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Hotspot 1- Lockheed-affaire (1976)<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Medialisering<br />

- Emotionalisering<br />

Datering<br />

Augustus 1976<br />

Beschrijving<br />

Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> hoorzitting van het Church Subcommittee on Multinational Organisations of the Committee<br />

on Foreign Relations (1975-1976) van de Amerikaanse S<strong>en</strong>aat beweerde Lockheed-directeur A.C.<br />

Kotchian dat e<strong>en</strong> hoge Nederlandse regeringsfunctionaris – daarmee werd, zo bleek al spoedig, de<br />

Prins der Nederland<strong>en</strong> bedoeld – van vliegtuigbouwer Lockheed steekp<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> zou hebb<strong>en</strong><br />

ontvang<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> verklaring aan de minister-presid<strong>en</strong>t wees prins Bernhard deze beschuldiging van<br />

de hand. Na overleg met e<strong>en</strong> aantal andere ministers besloot premier D<strong>en</strong> Uyl direct tot actie over te<br />

gaan <strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderzoekscommissie in te stell<strong>en</strong> van drie ‘wijze mann<strong>en</strong>’. Deze Commissie van Drie<br />

bestond uit voorzitter A. M. Donner, M. Holtrop, <strong>en</strong> H. Peschar <strong>en</strong> begon haar werkzaamhed<strong>en</strong> op 9<br />

februari 1976. [Rapport van de Commissie van Drie, 1976: 3]<br />

Er werd beslot<strong>en</strong> dat het rapport <strong>en</strong> daarmee de dad<strong>en</strong> van de prins op<strong>en</strong>baar zou word<strong>en</strong>. Minder dan<br />

e<strong>en</strong> week na de ministerraad waarin het rapport besprok<strong>en</strong> werd pres<strong>en</strong>teerde premier D<strong>en</strong> Uyl op 26<br />

augustus 1976 het rapport <strong>en</strong> de standpunt<strong>en</strong> van het kabinet in alle op<strong>en</strong>heid aan de Tweede Kamer.<br />

D<strong>en</strong> Uyl verklaarde dat het eerste <strong>en</strong> voornaamste deel van de opdracht van de Commissie luidde:<br />

‘E<strong>en</strong> onderzoek in te stell<strong>en</strong> naar de juistheid van afgelegde verklaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedane suggesties in<br />

zitting<strong>en</strong> van de Commissie-Church, voorzover Prins Bernhard daarin is bedoeld dan wel indirect ter<br />

sprake is gebracht’. [Rapport van Commissie van Drie, 1976: 1]<br />

Tuss<strong>en</strong> 1960 <strong>en</strong> 1974 had Bernhard <strong>en</strong>ige mal<strong>en</strong> contact met Lockheed. Het bedrijf was in de<br />

veronderstelling dat Bernhard voldo<strong>en</strong>de macht had om het aanschafbeleid van de Nederlandse<br />

regering te beïnvloed<strong>en</strong>. Lockheed bood Bernhard <strong>en</strong>ige mal<strong>en</strong> grote bedrag<strong>en</strong> aan in ruil voor e<strong>en</strong><br />

actieve lobby van de prins voor de aanschaf van Lockheedtoestell<strong>en</strong>. Bernhard wees deze<br />

aanbieding<strong>en</strong> van de hand, maar was hierin niet erg duidelijk, zodat de indruk bleef bestaan dat hij<br />

omkoopbaar was. Bernhard verdedigde zich teg<strong>en</strong> de kritiek van de commissie door te stell<strong>en</strong> dat de<br />

zaak hem begonn<strong>en</strong> was om e<strong>en</strong> flinke bijdrage voor het Wereld Natuur Fonds. [Bootsma <strong>en</strong><br />

Breedveld, 1999: 140-142; Rapport van de Commissie van Drie, 1976: 13] De commissie oordeelde<br />

dat prins Bernhard handelde in de overtuiging dat zijn positie onaantastbaar was <strong>en</strong> zijn oordeel niet<br />

te beïnvloed<strong>en</strong>. Daarnaast zou hij zich veel te lichtvaardig hebb<strong>en</strong> begev<strong>en</strong> in transacties die de indruk<br />

hebb<strong>en</strong> gewekt dat hij gevoelig was voor gunst<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s heeft hij zich toegankelijk getoond voor<br />

onbehoorlijke verlang<strong>en</strong>s <strong>en</strong> aanbieding<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte heeft hij zich lat<strong>en</strong> verleid<strong>en</strong> tot het nem<strong>en</strong> van<br />

initiatiev<strong>en</strong> die volstrekt onaanvaardbaar war<strong>en</strong> <strong>en</strong> die hemzelf <strong>en</strong> het Nederlandse<br />

aanschaffingsbeleid bij Lockheed in e<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>kelijk daglicht steld<strong>en</strong>. [Rapport van de Commissie van<br />

Drie, 1976: 37]<br />

De regering volgde de lijn van de commissie, maar zag af van strafrechtelijke vervolging. De red<strong>en</strong><br />

hiervoor wordt veelal gezi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> mogelijk aftred<strong>en</strong> van koningin Juliana wanneer van<br />

strafrechtelijke vervolging van haar echtg<strong>en</strong>oot sprake zou zijn. Dit zou e<strong>en</strong><br />

constitutionele/monarchale crisis tot gevolg hebb<strong>en</strong>. Daarnaast zou dit zeer polariser<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong> in het<br />

politieke debat dat zou volg<strong>en</strong>. De gevolg<strong>en</strong> voor Bernhard war<strong>en</strong> uiteindelijk: het neerlegg<strong>en</strong> van zijn<br />

commissariat<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn militaire functies. Hij behield echter informele band<strong>en</strong> met alle organisaties<br />

waarmee hij vóór 1976 formele band<strong>en</strong> had. Ondanks het afzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> strafrechtelijke vervolging<br />

wilde het kabinet toch e<strong>en</strong> daad stell<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> feitelijk uniformverbod, dat ge<strong>en</strong> formeel<br />

uniformverbod mocht het<strong>en</strong>, om de prins niet te veel voor het hoofd te stot<strong>en</strong>. [Bootsma <strong>en</strong><br />

Breedveld, 1999: 164; Rapport van de Commissie van Drie, 1976: 2-3] Met uitzondering van de<br />

begraf<strong>en</strong>is van Lord Louis Mountbatt<strong>en</strong> in 1979 is Bernhard na 1976 niet meer gezi<strong>en</strong> in uniform. Dit<br />

verbod werd door het kabinet-Lubbers III in 1991 opgehev<strong>en</strong>.<br />

78


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

De wijze waarop premier D<strong>en</strong> Uyl de affaire tot e<strong>en</strong> eind heeft gebracht oogstte lof. De monarchie<br />

werd behoed voor e<strong>en</strong> crisis <strong>en</strong> het kabinet ontweek e<strong>en</strong> lastig debat. De positie van prins Bernhard<br />

werd t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van zijn rol als ambassadeur voor het Nederlandse bedrijfslev<strong>en</strong>, zijn militaire<br />

functies – in het bijzonder het Inspecteurschap-g<strong>en</strong>eraal van de Krijgsmacht – <strong>en</strong> zijn publieke<br />

verschijn<strong>en</strong> aangepast. Desondanks bleef hij bij het grote publiek <strong>en</strong> dan met name bij oudverzetsstrijders<br />

ongek<strong>en</strong>d populair, maar met e<strong>en</strong> besmet blazo<strong>en</strong>.<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld<br />

- Andreas Matthias Donner<br />

- Marius Holtrop<br />

- H<strong>en</strong>ri Peschar<br />

- Joop d<strong>en</strong> Uyl<br />

- Tweede Kamer<br />

- Commissie van Drie<br />

- Ministerie van Def<strong>en</strong>sie<br />

- Koningin Juliana der Nederland<strong>en</strong><br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- Bootsma, P., W. Breedveld, De verbeelding aan de macht. Het kabinet-D<strong>en</strong> Uyl 1973-1977<br />

(D<strong>en</strong> Haag, 1999).<br />

- Rapport van de commissie van drie. Onderzoek naar de juistheid van verklaring<strong>en</strong> over<br />

betaling<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> Amerikaanse vliegtuigfabriek, Kamerstuk nr. 13 787 (’s-Grav<strong>en</strong>hage,<br />

1976).<br />

- Laan, Geert-Jan, Ri<strong>en</strong> Robijns, De miljo<strong>en</strong><strong>en</strong>dans (Bussum, 1976).<br />

79


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Hotspot 3 – Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête paspoortproject (1984-1988)<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Technologisering<br />

- Informatisering<br />

- Verzakelijking<br />

- Europeanisering<br />

- Verandering van institutionele verband<strong>en</strong><br />

- Mondialisering<br />

Relatie met<br />

Domein: <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> Bestuur<br />

Domein: Veiligheid<br />

Datering<br />

1984-1988<br />

Beschrijving<br />

Begin jar<strong>en</strong> tachtig was er e<strong>en</strong> model paspoort in gebruik dat dateerde uit begin jar<strong>en</strong> vijftig. Met dit<br />

paspoort, ook wel het ‘zwarte vod’ g<strong>en</strong>oemd, werd wereldwijd flink gefraudeerd. In de loop der tijd<br />

werd er meer internationaal gereisd <strong>en</strong> gefraudeerd met reisdocum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, daarnaast nam de<br />

internationale sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de verscheid<strong>en</strong>e stat<strong>en</strong> sterk toe. Op basis van e<strong>en</strong> Europese<br />

discussie over de uniformering <strong>en</strong> standaardisatie van reisdocum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeitskaart<strong>en</strong> werd dan<br />

ook e<strong>en</strong> besluit g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> tot vernieuwing. Er moest e<strong>en</strong> nieuw Nederlands fraudebest<strong>en</strong>dig paspoort<br />

kom<strong>en</strong> naar Europees model, bestaande uit e<strong>en</strong> moderne paspoortid<strong>en</strong>tificatiekaart met de nodige<br />

persoonsgegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> het pasfoto <strong>en</strong> het bijgeslot<strong>en</strong> visumboekje. Geheel in lijn met de<br />

liberaliseringgolf in het West<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> tachtig privatiseerde Nederland geheel of gedeeltelijk vele<br />

staatsbedrijv<strong>en</strong>. Zo ook de Nederlandse Staatsdrukkerij. Het nieuwe paspoort kon zodo<strong>en</strong>de op basis<br />

van de marktwerking efficiënt <strong>en</strong> zo goedkoop mogelijk geproduceerd word<strong>en</strong> door één of meerdere<br />

spelers in de markt. Het pakte echter anders uit. Naar aanleiding van vele onduidelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

opschorting<strong>en</strong> van opleverdata stelde de Tweede Kamer in 1988 e<strong>en</strong> onderzoekscommissie in die de<br />

gang van zak<strong>en</strong> rondom het paspoortproject in beeld moest br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> schokk<strong>en</strong>d<br />

<strong>en</strong> het paspoortproject ging de geschied<strong>en</strong>isboek<strong>en</strong> in als de ‘paspoortaffaire’. [website parlem<strong>en</strong>t;<br />

Rapport: 31]<br />

Op 23 juni 1981 verbond Nederland zich politiek aan de EG-resolutie die bepaalde dat de uitvoering<br />

van het nieuwe paspoort naar uniform Europees model zou plaatsvind<strong>en</strong>. In het op 13 september 1983<br />

aan de Tweede Kamer gepres<strong>en</strong>teerde Dec<strong>en</strong>tralisatieplan meldde de regering dat de bevoegdheid van<br />

de commissaris van de Koningin tot het afgev<strong>en</strong> van paspoort<strong>en</strong> zou word<strong>en</strong> gedec<strong>en</strong>traliseerd naar de<br />

burgemeester. Tev<strong>en</strong>s werd door de regering e<strong>en</strong> uitwerkingsnota aangekondigd over de uitwerking<br />

van dit besluit waarin onder andere de komst van e<strong>en</strong> nieuw paspoort naar Europees model werd<br />

besprok<strong>en</strong>. Het kabinet streefde naar e<strong>en</strong> zo doelmatig <strong>en</strong> goedkoop mogelijke wijze van afgifte,<br />

waarin rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> werd met de nodige veiligheidseis<strong>en</strong> alsook aan de gemaakte afsprak<strong>en</strong> in<br />

EG-verband. [Rapport: 31-32]<br />

Het ministerie van Buit<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> (BuZa) voerde vanaf 1983 overleg met de Staatsdrukkerij<br />

(SDUB) over e<strong>en</strong> nieuw paspoort. Geheel in lijn met de privatiseringsdoelstelling<strong>en</strong> van het kabinet<br />

werd beslot<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> privatisering van de SDUB. De verplichting<strong>en</strong> van de overheid om haar<br />

drukwerk uit te lat<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> door de SDUB verviel<strong>en</strong> hierdoor. Er werd<strong>en</strong> offertes aangevraagd bij<br />

SDUB, Joh. Enschedé & Zn., Kodak, Elba, Philips <strong>en</strong> Esselte Rollfilm. Op 6 juni 1986 sloot de<br />

Nederlandse overheid e<strong>en</strong> contract met KEP (Kodak-Elba-Philips), e<strong>en</strong> speciaal voor de geleg<strong>en</strong>heid<br />

opgerichte BV. [website parlem<strong>en</strong>t]<br />

Na het tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van het contract tuss<strong>en</strong> KEP <strong>en</strong> de overheid werd het paspoortproject kritisch door de<br />

Tweede Kamer gevolgd. In het bijzonder was het de PvdA’er Piet de Visser die de ontwikkeling<strong>en</strong><br />

hieromtr<strong>en</strong>t – op vaak humoristische wijze – aan de kaak stelde. Door zijn rol verkreeg hij de<br />

geuz<strong>en</strong>naam: Paspoort<strong>en</strong>piet. In december werd in de Kamer e<strong>en</strong> groot aantal vrag<strong>en</strong> gesteld over de<br />

80


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

sam<strong>en</strong>werkingsovere<strong>en</strong>komst met KEP. Naar aanleiding van de schriftelijke beantwoording van deze<br />

vrag<strong>en</strong> in februari vond op 8 april 1987 e<strong>en</strong> Kamerdebat plaats. Staatssecretaris Van der Lind<strong>en</strong><br />

(BuZa) gaf tijd<strong>en</strong>s dit debat aan dat de Kamer, bij instemming van de partners, de<br />

sam<strong>en</strong>werkingsovere<strong>en</strong>komst vertrouwelijk in kond<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> maand later op 8 mei verzocht de<br />

Kamer, door middel van het aannem<strong>en</strong> van de motie-Kohnstamm, de Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer e<strong>en</strong><br />

doelmatigheidsonderzoek te do<strong>en</strong> naar de totstandkoming <strong>en</strong> uitvoering van de<br />

sam<strong>en</strong>werkingsovere<strong>en</strong>komst. Bij het afsluit<strong>en</strong> van dit onderzoek op 1 oktober 1987 was er nog<br />

onduidelijkheid over het visumboekje, het grafisch ontwerp, de paspoortbaliemodules voor op de<br />

geme<strong>en</strong>tehuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de pasfoto. Over de koppeling van deze baliemodules aan de geme<strong>en</strong>telijke<br />

bestandsadministratie was ev<strong>en</strong>min duidelijkheid alsook over de hoogte van de Rijks- <strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>teleges. Daarnaast lag de, parallel aan deze technische ontwikkeling van het nieuwe paspoort<br />

lop<strong>en</strong>de, Paspoortwet voor advies bij de Raad van State. Het rapport van de Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer<br />

was desalniettemin niet somber gestemd. De gedachte was dat het wel moest lukk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

fraudebest<strong>en</strong>dig paspoort binn<strong>en</strong> de gestelde termijn. [Rapport: 47-48; Website Parlem<strong>en</strong>t]<br />

Na het verschijn<strong>en</strong> van het rapport van de Rek<strong>en</strong>kamer raakt<strong>en</strong> de ontwikkeling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het<br />

productieproces in e<strong>en</strong> stroomversnelling. Het visumboekje, het grafisch ontwerp <strong>en</strong> de pasfoto war<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> maand gereed. Van de baliemodules werd<strong>en</strong> er in november duiz<strong>en</strong>d besteld bij Philips,<br />

maar in januari 1988 werd toch van ingebruikname afgezi<strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> duidelijke opgaaf van red<strong>en</strong>.<br />

Ze werd<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door invulformulier<strong>en</strong>. De ontwikkeling<strong>en</strong> rondom de paspoortkaart voltrokk<strong>en</strong><br />

zich daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> uiterst moeizaam. Na e<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong> met ingebrekestelling ontving BuZa de nodige<br />

kaart<strong>en</strong> voor het test<strong>en</strong> van KEP. Bij deze levering voegde KEP echter het advies de kaart<strong>en</strong> niet te<br />

test<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> de onvoldo<strong>en</strong>de kwaliteit van de kaart<strong>en</strong>. Van der Lind<strong>en</strong> besloot om toch vast te<br />

houd<strong>en</strong> aan de deadline van 1 januari 1988 <strong>en</strong> deze kaart<strong>en</strong> bij de Amerikaanse Immigratie- <strong>en</strong><br />

Naturalisatiedi<strong>en</strong>st (INS-FDL) te lat<strong>en</strong> test<strong>en</strong>. KEP liet de kaart<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s test<strong>en</strong> <strong>en</strong> wel door de<br />

Organisatie voor toegepast-natuurwet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek (TNO). Op 18 januari liet<strong>en</strong> de<br />

staatsecretariss<strong>en</strong> van Buit<strong>en</strong>landse- <strong>en</strong> Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> de positieve aspect<strong>en</strong> van de<br />

onderzoeksresultat<strong>en</strong> per brief aan de Kamer wet<strong>en</strong>, de negatieve aspect<strong>en</strong> liet<strong>en</strong> ze achterwege,<br />

zoals zou blijk<strong>en</strong> uit het rapport van de <strong>en</strong>quêtecommissie. De invoering van het paspoort was<br />

intuss<strong>en</strong> ‘beperkt’ uitgesteld tot eind januari 1988. [Rapport: 48-49]<br />

E<strong>en</strong> eerste van drie aanvull<strong>en</strong>de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> op het contract van 6 juni 1986 tuss<strong>en</strong> de Staat <strong>en</strong><br />

KEP werd geslot<strong>en</strong> op 4 februari 1988. Hierin werd weer e<strong>en</strong> nieuwe invoeringsdatum opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, 1<br />

april. De problem<strong>en</strong> rondom het paspoortproject stapeld<strong>en</strong> zich begin 1988 op. In het bijzonder op het<br />

gebied van het managem<strong>en</strong>t. Dit leidde ertoe dat minister-presid<strong>en</strong>t Lubbers erop aandrong dat de<br />

minister van BuZa, Van d<strong>en</strong> Broek, zich met het project ging bemoei<strong>en</strong>. Het op 14 maart 1988<br />

versch<strong>en</strong><strong>en</strong> TNO-rapport bevatte kritische opmerking<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de geteste paspoortkaart.<br />

Aangezi<strong>en</strong> er in de tuss<strong>en</strong>tijd verbetering<strong>en</strong> war<strong>en</strong> aangebracht kwam er e<strong>en</strong> vervolgonderzoek. Op 23<br />

maart ontving de Tweede Kamer de sam<strong>en</strong>vatting<strong>en</strong> van deze rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> meldd<strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Broek<br />

<strong>en</strong> Van der Lind<strong>en</strong> dat de invoeringsdatum was verschov<strong>en</strong> naar 9 mei. In e<strong>en</strong> tweede aanvull<strong>en</strong>de<br />

overe<strong>en</strong>komst in maart werd overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> dat de C<strong>en</strong>trale Recherche Informatiedi<strong>en</strong>st (CRI) <strong>en</strong> de<br />

Marechaussee de kaart<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> test<strong>en</strong> op basis van zev<strong>en</strong> geconstateerde verbeterpunt<strong>en</strong>. Het<br />

scor<strong>en</strong> van voldo<strong>en</strong>des op deze punt<strong>en</strong> werd in deze aanvull<strong>en</strong>de overe<strong>en</strong>komst als voorwaardelijk<br />

aangemerkt. Op 24 april deeld<strong>en</strong> de bewindslied<strong>en</strong> mee dat op e<strong>en</strong> aantal punt<strong>en</strong> de kaart kritiek<br />

bevond<strong>en</strong> was. Ze steld<strong>en</strong> vast dat KEP zijn verplichting<strong>en</strong> niet was nagekom<strong>en</strong>. [Rapport: 52-54]<br />

Tijd<strong>en</strong>s het Kamerdebat op 27 april 1988 stemde de Kamer in met e<strong>en</strong> laatste uitstel voor KEP tot 1<br />

september 1988 om met e<strong>en</strong> fraudebest<strong>en</strong>dig paspoort te kom<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> deze doelstelling gehaald<br />

werd stond de invoering van het nieuwe paspoort op 1 januari 1989. E<strong>en</strong> derde aanvulling op de<br />

sam<strong>en</strong>werkingsovere<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> de Staat <strong>en</strong> KEP werd geslot<strong>en</strong> waarin TNO aangewez<strong>en</strong> werd om<br />

de definitieve kaart te test<strong>en</strong>. Hieruit moest blijk<strong>en</strong> of de kaart voldeed aan de gestelde richtlijn<strong>en</strong> op<br />

straffe van beëindiging van de overe<strong>en</strong>komst. De minister berichtte op 16 augustus 1988 over de<br />

bevinding<strong>en</strong> van het TNO <strong>en</strong> verklaarde dat de overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> de Staat <strong>en</strong> KEP gehandhaafd zou<br />

word<strong>en</strong>.<br />

De Tweede Kamer was door alle perikel<strong>en</strong> op 11 mei 1988 overgegaan tot instelling van e<strong>en</strong><br />

onderzoekscommissie naar het paspoortproject. Dit onderzoek werd per 14 juni uitgebreid met<br />

<strong>en</strong>quêtebevoegdhed<strong>en</strong> daar <strong>en</strong>kele ondervraagd<strong>en</strong> hun medewerking weigerd<strong>en</strong>. De commissie<br />

81


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

bestond uit de led<strong>en</strong> Loek Hermans (VVD) als voorzitter, Aad Kosto (PvdA), Frans Jozef van der<br />

Heijd<strong>en</strong> (CDA) <strong>en</strong> Maart<strong>en</strong> Engwirda (D66). Het rapport werd op 29 augustus gepres<strong>en</strong>teerd. Hierin<br />

velde de commissie e<strong>en</strong> scherp oordeel over het beleid <strong>en</strong> de uitvoering van het paspoortproject. Zo<br />

was onder andere de beleidsvorming gebrekkig <strong>en</strong> de uitvoering chaotisch; was er onvoldo<strong>en</strong>de<br />

sturing vanuit het ministerie; ontbrak<strong>en</strong> duidelijke uitgangspunt<strong>en</strong>, eis<strong>en</strong> <strong>en</strong> toetsingsprocedures van<br />

paspoort <strong>en</strong> systeem; war<strong>en</strong> de financiële risico’s voor de staat <strong>en</strong> de burgers verwaarloosd; war<strong>en</strong><br />

tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> onduidelijk; verliep de toetsing op fraudebest<strong>en</strong>digheid chaotisch <strong>en</strong><br />

was de informatieoverdracht naar de Tweede Kamer toe onvoldo<strong>en</strong>de, onvolledig <strong>en</strong> onjuist in<br />

sommige gevall<strong>en</strong>. De commissie deed ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal aanbeveling<strong>en</strong>. Zo zou volg<strong>en</strong>s haar de<br />

Tweede Kamer erop toe moet<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de regering zo snel mogelijk helderheid verschafte omtr<strong>en</strong>t<br />

gesignaleerde knelpunt<strong>en</strong> met betrekking tot het verdere verloop van het invoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nieuw<br />

paspoort. [Rapport: 44-55; Website Parlem<strong>en</strong>t]<br />

De resultat<strong>en</strong> van de parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête hadd<strong>en</strong> het aftred<strong>en</strong> van twee bewindslied<strong>en</strong> tot gevolg.<br />

Minister van Eekel<strong>en</strong> (Def<strong>en</strong>sie) was in het vorige kabinet als staatssecretaris van Buit<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

belast met het paspoort <strong>en</strong> hij zou aan de bron hebb<strong>en</strong> gestaan van de misère. Staatssecretaris Van<br />

der Lind<strong>en</strong> van Buit<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> (opvolger van Van Eekel<strong>en</strong>) moest ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aftred<strong>en</strong>. Hij kreeg<br />

het verwijt de Kamer onjuist ingelicht te hebb<strong>en</strong> over de gang van zak<strong>en</strong> rond het paspoort. Minister<br />

van Buit<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Broek nam het paspoortproject na het aftred<strong>en</strong> van zijn<br />

staatssecretaris over. To<strong>en</strong> in november 1988 wederom bleek dat het paspoort de test<strong>en</strong> niet<br />

doorstond <strong>en</strong> de opleverdatum wederom niet gehaald werd verbrak Van d<strong>en</strong> Broek het contract met<br />

KEP. KEP BV ging hierdoor op 27 december 1988 failliet. Het nieuwe paspoort zou uiteindelijk door de<br />

ondertuss<strong>en</strong> geprivatiseerde Staatsdrukkerij (SDU) ontwikkeld word<strong>en</strong>, waarbij de politieke<br />

verantwoordelijkheid bij het ministerie van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> kwam te ligg<strong>en</strong>. [Website Parlem<strong>en</strong>t]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Tweede Kamer<br />

- Regering<br />

- Commissaris van de Koningin<br />

- Burgemeester<br />

- Minister-presid<strong>en</strong>t<br />

- Ministerie van Buit<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

- Ministerie van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

- Minister van Buit<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

- Staatssecretaris van Buit<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

- Staatssecretaris van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

- Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer<br />

- Raad van State<br />

- Secretaris-g<strong>en</strong>eraal van het ministerie van Buit<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

- Chef van de Directie Algem<strong>en</strong>e Zak<strong>en</strong> (DAZ)<br />

- Enquêtecommissie paspoortproject<br />

- Organisatie voor toegepast-natuurwet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek (TNO)<br />

- C<strong>en</strong>trale Recherche Informatiedi<strong>en</strong>st (CRI)<br />

- Marechaussee<br />

- Staatsdrukkerij (SDUB)<br />

- Joh. Enschedé & Zn.<br />

- Kodak<br />

- Elba<br />

- Philips<br />

- KEP BV<br />

- De Visser, M.J. (Piet)<br />

- Loek Hermans<br />

- Aad Kosto<br />

- Frans Jozef van der Heijd<strong>en</strong><br />

- Maart<strong>en</strong> Engwirda<br />

- Van Eekel<strong>en</strong>, W.F. (Wim)<br />

- Van der Lind<strong>en</strong>, P.R.H.M. (R<strong>en</strong>é)<br />

- Van d<strong>en</strong> Broek, H. (Hans)<br />

82


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

• Onderzoek (<strong>en</strong>quête) Paspoortproject: rapport van de Bijzondere Commissie Paspoortproject<br />

(‘s-Grav<strong>en</strong>hage 1988) 153/TK 20559, 1987-1988, nr. 6.<br />

• Website Parlem<strong>en</strong>t & <strong>Politiek</strong>, ‘Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête paspoortproject (1984-1988)’,<br />

http://www.parlem<strong>en</strong>t.com (geraadpleegd op 31 mei 2011).<br />

83


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Hotspot 3 - Wil Schuurman – Brand in hotel Cosmopolite (1986)<br />

Relatie met<br />

- Domein Veiligheid<br />

- Hotspot Pim Fortuyn<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Nederland Gidsland<br />

Datering<br />

29 maart 1986<br />

Beschrijving<br />

Aanslag<strong>en</strong> op Nederlandse politici zijn zeldzaam. De moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 is de<br />

bek<strong>en</strong>dste rec<strong>en</strong>te politieke aanslag in Nederland. E<strong>en</strong> aanslag met diep ingrijp<strong>en</strong>de gevolg<strong>en</strong> op<br />

maatschappelijk <strong>en</strong> politiek terrein. Niet gericht teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> individuele politicus, maar wel als politieke<br />

aanslag aan te merk<strong>en</strong> was de verstoring door ‘antifascist<strong>en</strong>’ van e<strong>en</strong> bije<strong>en</strong>komst van de<br />

extreemrechtse C<strong>en</strong>trumpartij (CP) op 29 maart 1986. De locatie van de bije<strong>en</strong>komst, het hotel<br />

Cosmopolite in Kedichem, brandde als gevolg hiervan nag<strong>en</strong>oeg volledig af. Er viel<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> dod<strong>en</strong>,<br />

maar de secretaresse (<strong>en</strong> toekomstige echtg<strong>en</strong>ote) van partijleider Hans Janmaat, Wil Schuurman<br />

verloor door haar dramatische vlucht uit het hotel e<strong>en</strong> be<strong>en</strong>. Grote ophef in de media of opschudding<br />

in de maatschappij blev<strong>en</strong> opvall<strong>en</strong>d g<strong>en</strong>oeg uit. Wil Schuurman zou later voor de partij van haar<br />

echtg<strong>en</strong>oot in de Tweede Kamer word<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong>.<br />

De bije<strong>en</strong>komst in Kedichem was bedoeld om e<strong>en</strong> verzo<strong>en</strong>ing tot stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de CP met<br />

de ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s rechts-extreme C<strong>en</strong>trum Democrat<strong>en</strong> (CD), in de nasleep van de<br />

geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> van 19 maart.<br />

Vanaf 16 september 1982 verteg<strong>en</strong>woordigde drs. Janmaat als e<strong>en</strong>mansfractie de CP in de Tweede<br />

Kamer. Interne partijtwist<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> er echter toe geleid dat Janmaat zich sinds 15 oktober 1984 van<br />

de partij had afgew<strong>en</strong>d <strong>en</strong> als onafhankelijke groep-Janmaat verder ging. Hij richtte e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> partij<br />

op, geheel ingericht rond zijn eig<strong>en</strong> persoon, die hij al in november van dat jaar pres<strong>en</strong>teerde: de<br />

C<strong>en</strong>trum Democrat<strong>en</strong>. Maar de verkiezing<strong>en</strong> van 1986 leverde de CD ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele zetel op; de CP wist<br />

in vijf geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele zetel te verwerv<strong>en</strong>. Om electoraal te kunn<strong>en</strong> scor<strong>en</strong> was er dus alle<br />

red<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> lijmpoging tuss<strong>en</strong> beide rechtse splintergroep<strong>en</strong>.<br />

De locatie van de bije<strong>en</strong>komst werd tot op het laatste mom<strong>en</strong>t geheim gehoud<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de<br />

organisator<strong>en</strong>, dr. Wim Bruyn, was vanaf zijn woonplaats Amsterdam gevolgd door activist<strong>en</strong>.<br />

Desondanks was hij doorgered<strong>en</strong> naar Kedichem. Na e<strong>en</strong> kop koffie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> welkomstwoord door Bruyn<br />

tot de aanwezig<strong>en</strong> nam de voorzitter van de bije<strong>en</strong>komst het woord over. Op dat mom<strong>en</strong>t hadd<strong>en</strong> de<br />

eerste activist<strong>en</strong> zich al voor het hotel verzameld <strong>en</strong> sneuveld<strong>en</strong> de eerste ruit<strong>en</strong>. [De Jong, 1996: 2;<br />

Hoetink, 2008: BWN]<br />

De geweldsuitbarsting in Kedichem kwam niet uit de lucht vall<strong>en</strong>. Al in 1984 was e<strong>en</strong> landelijke<br />

bije<strong>en</strong>komst van de CP te Boekel verstoord door antifascistische activist<strong>en</strong>.<br />

In het politieke klimaat van de jar<strong>en</strong> tachtig werd extreem rechts niet alle<strong>en</strong> door linkse activist<strong>en</strong>,<br />

maar ook door de ver<strong>en</strong>igde politieke elite fel bestred<strong>en</strong>. [F<strong>en</strong>nema, 2003: 12-13] Inschrijving in het<br />

kiesregister werd haar bemoeilijkt. Daarnaast werd de CD int<strong>en</strong>sief met juridische middel<strong>en</strong> bestred<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> in de Tweede Kamer omgev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> cordon sanitaire. Antifascistische organisaties werd<strong>en</strong> niet<br />

alle<strong>en</strong> gesubsidieerd, ook werd hun stilzwijg<strong>en</strong>d toegestaan de CD te bedreig<strong>en</strong> met geweld bij<br />

op<strong>en</strong>bare vergadering of demonstratie. Zodo<strong>en</strong>de werd de partij feitelijk e<strong>en</strong> aantal democratische<br />

recht<strong>en</strong> ontzegd. Zij had in de praktijk ge<strong>en</strong> recht op vergadering <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> recht van demonstratie.<br />

Met name antifascistische <strong>en</strong> antiracistische (krakers)groep<strong>en</strong> hield<strong>en</strong> de CD nauwlett<strong>en</strong>d in de gat<strong>en</strong>.<br />

Hun strijdbaarheid <strong>en</strong> actiebereidheid war<strong>en</strong> toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> nadat <strong>en</strong>ige maand<strong>en</strong> tevor<strong>en</strong> (op 25<br />

oktober 1985) de Amsterdamse kraker Hans Kok was overled<strong>en</strong> (‘vermoord’) in e<strong>en</strong> politiecel. Na de<br />

geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> van de mogelijke lijmpoging tuss<strong>en</strong> CP <strong>en</strong> CD deed<br />

zich e<strong>en</strong> concreet actiedoel voor: het verstor<strong>en</strong> of verhinder<strong>en</strong> van de verwachte<br />

verzo<strong>en</strong>ingsbije<strong>en</strong>komst. Voor de activist<strong>en</strong> stond als e<strong>en</strong> paal bov<strong>en</strong> water dat fascist<strong>en</strong> <strong>en</strong> racist<strong>en</strong><br />

zich onder ge<strong>en</strong> voorwaarde mocht<strong>en</strong> organiser<strong>en</strong>. En tev<strong>en</strong>s dat CD <strong>en</strong> CP niets anders dan racist<strong>en</strong><br />

84


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

<strong>en</strong> fascist<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. Op de ocht<strong>en</strong>d van de bije<strong>en</strong>komst verzameld<strong>en</strong> zich op verschill<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> in<br />

d<strong>en</strong> lande groepjes activist<strong>en</strong>. In afwachting van het bericht of de actie (die voor vel<strong>en</strong> nog in nevel<strong>en</strong><br />

gehuld was) door zou gaan <strong>en</strong> waarhe<strong>en</strong> ze af moest<strong>en</strong> reiz<strong>en</strong>, was e<strong>en</strong> kraakpand in het c<strong>en</strong>trum van<br />

Utrecht als landelijk verzamelpunt aangewez<strong>en</strong>. Rond half drie in de middag kwam<strong>en</strong> de actievoerders<br />

achter de plaats van de bije<strong>en</strong>komst. Daarop zette zich e<strong>en</strong> konvooi busjes in beweging, met zo’n 200<br />

tot 300 activist<strong>en</strong>, uitgedost met motorhelm<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong> jass<strong>en</strong>, hoge scho<strong>en</strong><strong>en</strong>, knuppels <strong>en</strong><br />

rookbomm<strong>en</strong>, richting Kedichem. [Luchteling, 1997: 161- 165]<br />

De <strong>en</strong>kele politieauto, met daarin twee ag<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die stond gestationeerd op de dijk voor hotel<br />

Cosmopolite , bleek niet in staat de horde aanstorm<strong>en</strong>de activist<strong>en</strong> op veilige afstand te houd<strong>en</strong>. Nog<br />

voor de laatste actievoerders het hotel bereikt<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> aan alle kant<strong>en</strong> van de b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>verdieping<br />

rookwolk<strong>en</strong> van rookbomm<strong>en</strong> naar buit<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> rookbom bleef in e<strong>en</strong> gordijn hang<strong>en</strong>, waarna de witte<br />

rook overging in zwarte rook <strong>en</strong> de vlamm<strong>en</strong> uit de kapotte ram<strong>en</strong> sloeg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> deel van de<br />

aanwezig<strong>en</strong> in het hotel wist via e<strong>en</strong> raam <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nooduitgang aan de achterzijde e<strong>en</strong> veilig<br />

he<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong>. Maar e<strong>en</strong> groep van twaalf m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zat vast op e<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>verdieping in e<strong>en</strong><br />

slaapkamer, waar ze <strong>en</strong>kele lak<strong>en</strong>s aan elkaar knoopt<strong>en</strong> om zo uit e<strong>en</strong> raam te ontsnapp<strong>en</strong>. Deze<br />

groep bestond onder ander<strong>en</strong> uit Hans Janmaat, Wim Vreeswijk (lid geme<strong>en</strong>teraad Utrecht voor<br />

C<strong>en</strong>trumpartij) <strong>en</strong> Wil Schuurman. Vreeswijk zou als laatste gaan <strong>en</strong> hield tot die tijd de lak<strong>en</strong>s vast.<br />

Janmaat ging als eerste <strong>en</strong> landde ongedeerd op e<strong>en</strong> balkon van de eerste verdieping. To<strong>en</strong> het de<br />

beurt was aan Wil Schuurman ging het mis. Zij zette zich bij haar afdaling ongelukkig af, waardoor ze<br />

met e<strong>en</strong> be<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> glasraam ging. Later zou bij e<strong>en</strong> 4,5 uur dur<strong>en</strong>de operatie het besluit g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> om het be<strong>en</strong> te amputer<strong>en</strong>. Nadat het de activist<strong>en</strong> duidelijk was geword<strong>en</strong> dat hun actie uit<br />

de hand gelop<strong>en</strong> was, verliet<strong>en</strong> zij hals over kop de dijk. To<strong>en</strong> politie <strong>en</strong> hulpdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> arriveerd<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> de meeste aanstichters al verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>. Uiteindelijk werd<strong>en</strong> 72 antifascistische activist<strong>en</strong>,<br />

voornamelijk meelopers, gearresteerd. [De Jong, 1996; Bilwet, 1990]<br />

Na afloop van het drama in hotel Cosmopolite te Kedichem staakte e<strong>en</strong> aantal promin<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hun<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> voor de c<strong>en</strong>trumbeweging. De geur van geweld zou voortaan om de partij hang<strong>en</strong>.<br />

Gewone m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zich niet meer aanmeld<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> lidmaatschap of voor e<strong>en</strong> actieve inzet,<br />

aldus e<strong>en</strong> oud-partijlid. Als politicus zou Janmaat voornamelijk nog m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aantrekk<strong>en</strong> die niets meer<br />

te verliez<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>, zoals maatschappelijke outcasts <strong>en</strong> werkloz<strong>en</strong>. [De Jong, 1996]. F<strong>en</strong>nema merkt<br />

op dat de politieke elite weinig ophef maakte over het verliez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> be<strong>en</strong> door Wil Schuurman, ‘…<br />

in de Tweede Kamer werd althans niet geprotesteerd teg<strong>en</strong> het vervolgingsbeleid jeg<strong>en</strong>s de<br />

C<strong>en</strong>trumpartij, noch teg<strong>en</strong> de politieke terreur jeg<strong>en</strong>s haar led<strong>en</strong>’. [F<strong>en</strong>nema, 2003: 13]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Hans Janmaat<br />

- Wil Schuurman<br />

- Anti-fascist<strong>en</strong><br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- F<strong>en</strong>nema, Meindert, Over de kwaliteit van politieke elites (Amsterdam, 2003)<br />

- Hoetink, Carla, 'Janmaat, Johannes Gerardus H<strong>en</strong>drikus (1934-2002)', in: Biografisch<br />

Woord<strong>en</strong>boek van Nederland. URL:<br />

http://www.inghist.nl/Onderzoek/Project<strong>en</strong>/BWN/lemmata/bwn6/janmaat [25-08-2008]<br />

- Luchteling, Victor, Axie!: Herinnering<strong>en</strong> uit de Amsterdamse kraakbeweging (1997)<br />

- Jong, Stan de, ‘Terreur op de Dijk. Twintig jaar na de aanslag in Kedichem’, Nieuwe Revu<br />

(Maart 1996)<br />

- Bilwet, ‘De dijk van Kedichem’, Bewegingsleer (1990)<br />

85


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Hotspot 4 - De val van de Berlijnse Muur <strong>en</strong> van het communisme in<br />

Midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> Oost-Europa (1989)<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Mondialisering<br />

- Europeanisering<br />

- Verzakelijking<br />

Relatie met<br />

- Domein: <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur<br />

- Domein: Veiligheid<br />

- Domein: Economie<br />

- Domein: Recht<br />

Datering<br />

9 november 1989<br />

Beschrijving<br />

Op 9 november 1989 viel de Berlijnse Muur. Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> persconfer<strong>en</strong>tie die live op tv uitgezond<strong>en</strong><br />

werd, maakte Günter Schabowski, woordvoerder <strong>en</strong> lid van het politbureau van de Oost-Duitse<br />

Socialistische E<strong>en</strong>heidspartij (SED), bek<strong>en</strong>d dat e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> reiswet onmiddellijk in<br />

werking zou tred<strong>en</strong>. De zeer restrictieve oude reiswet maakte het reiz<strong>en</strong> naar andere land<strong>en</strong> dan die<br />

van het Oostblok voor de Oost-Duitse beroepsbevolking nag<strong>en</strong>oeg onmogelijk. De aanvrag<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

vaak nogal willekeurig ingewilligd of afgewez<strong>en</strong> <strong>en</strong> op het illegaal verlat<strong>en</strong> van de Deutsche<br />

Demokratische Republiek (DDR), de zog<strong>en</strong>aamde Republikflucht, stond e<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>isstraf. De<br />

maximale duur ervan varieerde in de loop van tijd tuss<strong>en</strong> twee <strong>en</strong> acht jaar. [website Verfassung<strong>en</strong>] In<br />

teg<strong>en</strong>stelling tot de oude wet, stelde de nieuwe liberale wet elke Oost-Duitse burger in staat om ook<br />

naar het niet-socialistische buit<strong>en</strong>land te reiz<strong>en</strong>. Het bericht dat de wet direct van kracht zou word<strong>en</strong>,<br />

kwam geheel onverwacht. De burgers van Oost-Berlijn die de persconfer<strong>en</strong>tie op televisie hadd<strong>en</strong><br />

gevolgd, trokk<strong>en</strong> daarop naar de gr<strong>en</strong>sovergang<strong>en</strong>. De Oost-Duitse gr<strong>en</strong>swacht<strong>en</strong> war<strong>en</strong> niet op de<br />

hoogte van de ontwikkeling<strong>en</strong> noch kreg<strong>en</strong> ze richtlijn<strong>en</strong> van hun leidinggev<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Verrast door de<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>massa op<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ze de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. De Oost-Duitse burgers werd<strong>en</strong> in West-Berlijn hartelijk<br />

ontvang<strong>en</strong>, de avond eindigde in e<strong>en</strong> heus volksfeest. [website Duitslandweb; website Chronik der<br />

W<strong>en</strong>de, Lindner 1998: 39-47; website Chroniknet]<br />

De invoering van de nieuwe reiswet was e<strong>en</strong> reactie van de Oost-Duitse partijleiding op de massale<br />

uittocht van de burgers van de DDR naar het West<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> 1949 <strong>en</strong> 1990 ontvluchtt<strong>en</strong> bijna vier<br />

miljo<strong>en</strong> Oost-Duitsers de DDR, waarvan 350 000 alle<strong>en</strong> al in 1989. Dit was meer dan ooit tevor<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> één jaar. [website die Zeit] Veel van h<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> in de zomer van 1989 gebruik van de eerste<br />

gat<strong>en</strong> in het IJzer<strong>en</strong> Gordijn om te vertrekk<strong>en</strong>. Enkele honderd<strong>en</strong> DDR-burgers bezett<strong>en</strong> bijvoorbeeld<br />

de West-Duitse ambassades in Boedapest <strong>en</strong> later in Praag <strong>en</strong> Warschau <strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> naar de<br />

Bondsrepubliek reiz<strong>en</strong> waar ze automatisch de (West-)Duitse nationaliteit verkreg<strong>en</strong>. Ook tijd<strong>en</strong>s de<br />

Pan-Europese Picknick, e<strong>en</strong> vredesdemonstratie die op 19 augustus 1989 bij de Oost<strong>en</strong>rijks-Hongaarse<br />

gr<strong>en</strong>s vlak bij de stad Sopron werd gehoud<strong>en</strong>, vluchtt<strong>en</strong> bijna duiz<strong>en</strong>d DDR-burgers door de geop<strong>en</strong>de<br />

gr<strong>en</strong>s naar het West<strong>en</strong>. [Lindner 1998: 46-47; website Duitslandweb] De situatie werd voor de Oost-<br />

Duitse overheid steeds onbeheersbaarder. In reactie op de <strong>en</strong>orme stroom vluchteling<strong>en</strong> trok de DDR<br />

de visumregeling in.<br />

De ontevred<strong>en</strong>heid van de Oost-Duitse burgers over de gang van zak<strong>en</strong> in de DDR groeide gestaag. In<br />

juni 1989 verkondigde de secretaris-g<strong>en</strong>eraal van de SED, Erich Honecker tijd<strong>en</strong>s zijn bezoek aan<br />

Moskou dat de Berlijnse Muur in ongewijzigde omstandighed<strong>en</strong> nog vijftig of zelfs honderd jaar zou<br />

blijv<strong>en</strong> bestaan. Terwijl in vele sted<strong>en</strong> met regelmaat demonstraties werd<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> waarvan de<br />

bek<strong>en</strong>dste elke maandag in Leipzig, de zog<strong>en</strong>oemde Montagsdemos, vierde de DDR-regering op 7<br />

oktober met e<strong>en</strong> grote militaire parade nog het veertig jarig bestaan van de Republiek. Dit leidde tot<br />

massale protest<strong>en</strong> die met harde hand werd<strong>en</strong> neergeslag<strong>en</strong>. Medio oktober werd Honecker uit zijn<br />

86


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

functies onthev<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door zijn rechterhand Egon Kr<strong>en</strong>z. De protest<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> door, de<br />

grootste demonstratie uit de geschied<strong>en</strong>is van de DDR vond op 4 november in Berlijn plaats. To<strong>en</strong><br />

ging<strong>en</strong> ongeveer één miljo<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de straat op om hervorming<strong>en</strong> af te dwing<strong>en</strong>. Twee dag<strong>en</strong> voor<br />

de op<strong>en</strong>ing van de gr<strong>en</strong>s, op 7 november, trad de net geïnstalleerde regering terug. [Lindner 1998:<br />

95-105; website Duitslandweb]<br />

Op 10 november, één dag na de val van de Berlijnse Muur hield de West-Duitse Bondskanselier<br />

Helmut Kohl in West-Berlijn e<strong>en</strong> toespraak waarin hij de Berlijnse bevolking opriep om kalm te blijv<strong>en</strong>.<br />

Hij deed dit ook met het oog op de moeilijk te voorspell<strong>en</strong> reactie van de Sovjet-Unie op de<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> in Oost-Duitsland. E<strong>en</strong> (militaire) interv<strong>en</strong>tie van Moskou bleef uit, de Oost-Duitse<br />

gr<strong>en</strong>s bleek definitief op<strong>en</strong>. [Lindner 1998; website Duitslandweb] De Berlijnse Muur die nag<strong>en</strong>oeg drie<br />

dec<strong>en</strong>nia lang de Bondsrepubliek <strong>en</strong> de DDR van elkaar scheidde <strong>en</strong> symbool stond voor geweld <strong>en</strong><br />

onderdrukking <strong>en</strong> de politiek-economische deling van Europa hield op te bestaan. Op korte termijn<br />

volgd<strong>en</strong> ook bespreking<strong>en</strong> over de her<strong>en</strong>iging van Duitsland, die nog ge<strong>en</strong> jaar later, op 3 oktober<br />

1990 voltrokk<strong>en</strong> werd. In 1991 werd<strong>en</strong> de fysieke rest<strong>en</strong> van de Berlijnse Muur bijna volledig<br />

verwijderd.<br />

De m<strong>en</strong>tale <strong>en</strong> politieke ontmanteling van het IJzer<strong>en</strong> Gordijn zette in Oost-Europa echter veel eerder<br />

in. Medio jar<strong>en</strong> tachtig lanceerde de nieuwe secretaris-g<strong>en</strong>eraal van de Communistische Partij in de<br />

Sovjet-Unie, Michail Gorbatsjov, de perestrojka (Russisch voor verbouwing) <strong>en</strong> glasnost (Russisch voor<br />

op<strong>en</strong>(baar)heid), e<strong>en</strong> programma voor economische <strong>en</strong> staatkundige hervorming<strong>en</strong>. [Davies 1997:<br />

1121] Gorbatsjov zocht to<strong>en</strong>adering tot het West<strong>en</strong>, voerde e<strong>en</strong> ontspanningspolitiek <strong>en</strong> verruilde de<br />

Breznjev-doctrine waarmee de Oostblokland<strong>en</strong> met harde hand gedwong<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de door de Sovjet-<br />

Unie uitgestippelde lijn te volg<strong>en</strong> voor de zog<strong>en</strong>aamde Sinatra-doctrine die vernoemd was naar Frank<br />

Sinatra <strong>en</strong> zijn lied “My way”. In teg<strong>en</strong>stelling tot zijn voorgangers gaf Gorbatsjov de Oostblokland<strong>en</strong><br />

de ruimte om in interne politieke aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> zelfstandig beslissing<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong><br />

weg in te slaan. Hiermee werd de weg vrijgemaakt voor diepgaande politieke verandering<strong>en</strong> in<br />

Midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> Oost-Europa die in 1989 hun climax bereikt<strong>en</strong>. [o.a. website Duitslandweb]<br />

In Pol<strong>en</strong> sloeg de vlam het eerst in de pan. Na aanhoud<strong>en</strong>de politieke onrust, staking<strong>en</strong> <strong>en</strong> protest<strong>en</strong><br />

in de jar<strong>en</strong> tachtig begonn<strong>en</strong> op 6 februari 1989 in Warschau de Ronde Tafelgesprekk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />

communistische partij <strong>en</strong> de vakbond Solidarność (Nederlands: Solidariteit), geleid door Lech Wałęsa.<br />

De belangrijkste uitkomst van de onderhandeling<strong>en</strong> was, naast de overe<strong>en</strong>stemming over de<br />

economische hervorming<strong>en</strong>, de invoering van vrijheid van m<strong>en</strong>ingsuiting <strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

uitschrijving van de parlem<strong>en</strong>tsverkiezing<strong>en</strong>. De verkiezing<strong>en</strong> waaraan voor het eerst de<br />

oppositieled<strong>en</strong> deel mocht<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> op 4 juni gehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> door Solidariteit glansrijk<br />

gewonn<strong>en</strong>. Het voor de oppositie voorzi<strong>en</strong>e maximum van 161 zetels in de Tweede Kamer werd<br />

volledig gevuld <strong>en</strong> de 92 van de 100 zetels in de Eerste Kamer werd bezet door de kandidat<strong>en</strong> van de<br />

oppositie. Ook de tweede ronde van de verkiezing<strong>en</strong> werd door Solidariteit gewonn<strong>en</strong>. Tadeusz<br />

Mazowiecki werd op 24 augustus verkoz<strong>en</strong> tot de eerste niet-communistische premier in Oost-Europa<br />

na de Koude Oorlog. [website Historia Gazeta; website persmuseum; website Guardian]<br />

Ook in andere Oostblokland<strong>en</strong> veranderde veel. In Hongarije verwijderd<strong>en</strong> de Hongaarse militair<strong>en</strong><br />

begin mei 1989 de prikkeldraadversperring tuss<strong>en</strong> Hongarije <strong>en</strong> Oost<strong>en</strong>rijk. Op 27 juni knipt<strong>en</strong> de<br />

Hongaarse minister van buit<strong>en</strong>landse zak<strong>en</strong> Gyula Horn <strong>en</strong> zijn Oost<strong>en</strong>rijkse collega Alois Mock nog<br />

e<strong>en</strong> keer symbolisch het prikkeldraad door voor de og<strong>en</strong> van de wereldpers. In oktober werd<strong>en</strong> in<br />

Hongarije de leiders van de opstand van 1956 in ere hersteld. In overleg met de democratische<br />

oppositie werd de volksrepubliek ontbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door de Republiek Hongarije. De eerste<br />

vrije parlem<strong>en</strong>tsverkiezing<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> in 1990 plaats. In Bulgarije werd begin november de langst<br />

zitt<strong>en</strong>de partijleider uit het Oostblok, Todor Zjivkov, afgezet. [website wikipedia; Spectrum Jaarboek<br />

1990: 317]<br />

In de nasleep van ontwikkeling<strong>en</strong> in de naburige land<strong>en</strong> voltrok zich in het najaar van 1989 in Tsjecho-<br />

Slowakije de, g<strong>en</strong>oemd naar haar vreedzame aard, fluwel<strong>en</strong> revolutie. Op 17 november ging<strong>en</strong><br />

stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in Praag de straat op om de dood van de in 1939 door de nazi’s neergeschot<strong>en</strong> Jan Opletal<br />

te herd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Hij werd gezi<strong>en</strong> als de inspirator van latere (stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>)opstand<strong>en</strong>. Deze vreedzame<br />

herd<strong>en</strong>kingsmars werd door de oproerpolitie met geweld neergeslag<strong>en</strong>. In reactie daarop ging<strong>en</strong><br />

stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong> later weer massaal demonstrer<strong>en</strong>, ander<strong>en</strong> slot<strong>en</strong> zich bij de bijna dagelijkse<br />

87


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

protest<strong>en</strong> aan. De schrijver Václav Havel richtte het Burgerforum op, e<strong>en</strong> politieke beweging die<br />

verteg<strong>en</strong>woordigers van verschill<strong>en</strong>de maatschappelijke groepering<strong>en</strong> bij elkaar bracht: stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, de<br />

intellectuele elite, dissid<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, kerk, arbeiders, maar ook communist<strong>en</strong> die het niet e<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> met de<br />

partijlijn. Het Burgerforum stond voor democratisch Tsjecho-Slowakije <strong>en</strong> e<strong>en</strong> markteconomie. Eind<br />

november werd het monopolie van de communistische partij op de politiek afgeschaft <strong>en</strong> nam m<strong>en</strong><br />

vervolg<strong>en</strong>s afstand van Marxisme-L<strong>en</strong>inisme als staatsideologie. In december werd e<strong>en</strong> nieuw kabinet<br />

gevormd met daarin nog <strong>en</strong>kele communistische ministers maar bijna alle regeringsled<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

voorgedrag<strong>en</strong> door Burgerforum. Op 28 december werd Alexander Dubček voorzitter van het federale<br />

parlem<strong>en</strong>t. Dubček was de initiator van de Praagse L<strong>en</strong>te van 1968, e<strong>en</strong> periode van liberalisatie <strong>en</strong><br />

het ‘socialisme met e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijk gezicht’ waaraan de troep<strong>en</strong> van de Warschaupact hardvochtig e<strong>en</strong><br />

einde hadd<strong>en</strong> gemaakt. Op 29 december werd Havel gekoz<strong>en</strong> tot nieuwe presid<strong>en</strong>t van Tsjecho-<br />

Slowakije. [website geschied<strong>en</strong>is24; website Guardian]<br />

Slechts voor de Roeme<strong>en</strong>se revolutie van 1989 gold het adjectief ‘fluwel<strong>en</strong>’ niet. Anders dan in andere<br />

land<strong>en</strong> van het Oostblok ging de val van het communisme in Roem<strong>en</strong>ië met bloedvergiet<strong>en</strong> gepaard.<br />

In november werd Nicolae Ceauşescu opnieuw gekoz<strong>en</strong> tot partijleider <strong>en</strong> staatshoofd. Hij bekleedde<br />

deze functies al sinds de tweede helft van de jar<strong>en</strong> zestig. In december kwam het tot e<strong>en</strong><br />

volksopstand die met e<strong>en</strong> demonstratie in de stad Timişoara begon <strong>en</strong> door veiligheidstroep<strong>en</strong><br />

gewelddadig onderdrukt werd. Er volgd<strong>en</strong> massale protest<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de gehate dictator in andere<br />

sted<strong>en</strong>. Het leger koos de kant van de demonstrant<strong>en</strong>. Op 22 december, na e<strong>en</strong> grote demonstratie in<br />

Boekarest, vluchtt<strong>en</strong> Ceauşescu <strong>en</strong> zijn vrouw El<strong>en</strong>a maar ze werd<strong>en</strong> kort daarna aangehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> na<br />

e<strong>en</strong> geheim proces geëxecuteerd. Eén van de aanvoerders van de revolutie, Ion Iliescu, die overig<strong>en</strong>s<br />

lid van de communistische partij was, werd voorlopig presid<strong>en</strong>t. Daarna werd hij nog twee keer in<br />

1990 <strong>en</strong> 1992 democratisch als presid<strong>en</strong>t gekoz<strong>en</strong>. [website geschied<strong>en</strong>is 24; website Guardian;<br />

wikipedia]<br />

Al deze ontwikkeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleid tot de val van het communisme in Midd<strong>en</strong>- <strong>en</strong> Oost-Europa, het<br />

uite<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> van de Sovjet-Unie <strong>en</strong> de opheffing van het Warschaupact in 1991, dat in de jar<strong>en</strong> vijftig<br />

als teg<strong>en</strong>hanger van de NAVO opgericht was. Ze maakt<strong>en</strong> het herverkrijg<strong>en</strong> van de onafhankelijkheid<br />

door de Baltische Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Oekraïne <strong>en</strong> de latere uitbreiding van de NAVO <strong>en</strong> de Europese Unie<br />

mogelijk. De val van het communisme heeft anderzijds het kader geschap<strong>en</strong> voor het uite<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> van<br />

Joegoslavië in 1991-1992 met e<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>lange bloedige burgeroorlog als gevolg.<br />

Actor<strong>en</strong><br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- Ash, T.G., The Polish Revolution: Solidarity (London 1991).<br />

- Ash, T.G., We the people: the revolution of ’89, witnessed in Warsaw, Budapest, Berlin and<br />

Prague (Cambridge 1990).<br />

- Davies, N., Europe. A History (London 1997).<br />

- Diepg<strong>en</strong>, E., Zwisch<strong>en</strong> d<strong>en</strong> Mächt<strong>en</strong>: Von der besetzt<strong>en</strong> Stadt zur Hauptstadt (Berlin 2004).<br />

- Fulbrook, M., History of Germany 1918-2000. The Divided Nation. 2de druk (Oxford 2002).<br />

- Kowalczuk, I. S., Endspiel: Die Revolution von 1989 in der DDR (Münch<strong>en</strong> 2009).<br />

- Lindner, B., Die demokratische Revolution in der DDR 1989/90 (Bonn 1998).<br />

- Mak, G., In Europa. Reiz<strong>en</strong> door de twintigste eeuw (Amsterdam 2007).<br />

- Melching, W., Van het socialisme, de ding<strong>en</strong> die voorbijgaan. E<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is van de DDR<br />

1945-2000 (Amsterdam 2005).<br />

- s.n., ‘De erf<strong>en</strong>is van 1989. Timothy Garton Ash kijkt <strong>en</strong> huivert.’ In: Humo 3609(2009)45:<br />

144-149.<br />

- s.n., ‘De wereld in 1989.’ In: Spectrum Jaarboek 1990 (Utrecht 1990).<br />

- Thijs, K., ‘West-Berlin und 1989. Überlegung<strong>en</strong> zu einem <strong>en</strong>tfernt<strong>en</strong> Erfahrungsraum’. In:<br />

Eurostudia. Revue transatlantique de recherche sur l’Europe 7 (2011) 1-2.<br />

- Wirsching, A., Abschied vom Provisorium: Geschichte der Bundesrepublik Deutschland 1982-<br />

1990 (Münch<strong>en</strong> 2006).<br />

88


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Val_van_het_communisme_in_Oost-Europa (geraadpleegd op 1<br />

maart 2011).<br />

- http://www.kb.nl/dossiers/valvandemuur/index.html (geraadpleegd op 1 maart 2011).<br />

- http://www.persmuseum.nl/1989/voorjaarzomer.html (geraadpleegd op 1 maart 2011).<br />

- (geraadpleegd op 1 maart 2011).<br />

- http://www.berlijnsemuur.info/valvandeberlijnsemuur.htm (geraadpleegd op 1 maart 2011).<br />

- http://www.geschied<strong>en</strong>is24.nl/nieuws/2004/november/Val-van-de-Muur-in-Berlijn.html<br />

(geraadpleegd op 1 maart 2011).<br />

- http://www.zeit.de/2009/40/Spaete-Flucht-89 (geraadpleegd op 1 maart 2011).<br />

- http://www.chronik-der-w<strong>en</strong>de.de/ (geraadpleegd op 1 maart 2011).<br />

- http://www.geschied<strong>en</strong>is24.nl/ovt/aflevering<strong>en</strong>/2003/Ovt-19-01-2003/Charta-77-<strong>en</strong>-heteinde-van-de-regering-van-Vaclav-Havel.html<br />

(geraadpleegd op 1 maart 2011).<br />

- http://www.geschied<strong>en</strong>is24.nl/ovt/aflevering<strong>en</strong>/2009/Ovt-08-03-2009/In-Europa-afl-33-1989-<br />

Roem<strong>en</strong>i.html (geraadpleegd op 1 maart 2011).<br />

- http://historia.gazeta.pl/historia/1,98833,6532896,Obrady_Okraglego_Stolu.html<br />

(geraadpleegd op 4 maart 2011).<br />

- http://www.guardian.co.uk/world/2009/aug/02/protest-berlinwall (geraadpleegd op 4 maart<br />

2011).<br />

- http://www.chroniknet.de/daly_de.0.html?year=1957&month=12&day=11 (geraadpleegd op<br />

4 maart 2011).<br />

- http://www.verfassung<strong>en</strong>.de/de/ddr/strafgesetzbuch74.htm (geraadpleegd op 4 maart 2011).<br />

89


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Hotspot 5 - Nacht van Wiegel (1999)<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Emancipatie <strong>en</strong> Participatie<br />

- Verandering van institutionele verband<strong>en</strong><br />

Relatie met<br />

- Domein: <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> Bestuur<br />

- Tr<strong>en</strong>d: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de politieke participatie<br />

Datering<br />

18-19 mei 1999<br />

Beschrijving<br />

In de nacht van 18 op 19 mei 1999 bracht s<strong>en</strong>ator Hans Wiegel (Volkspartij voor Vrijheid <strong>en</strong><br />

Democratie, VVD) tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> 16,5 uur dur<strong>en</strong>de zitting van de Eerste Kamer het tweede kabinet-Kok<br />

(Paars-II) t<strong>en</strong> val door met zijn besliss<strong>en</strong>de stem teg<strong>en</strong> het correctief refer<strong>en</strong>dum te stemm<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s<br />

de coalitiebespreking<strong>en</strong> in 1994 was de invoering van het refer<strong>en</strong>dum op aandring<strong>en</strong> van Democrat<strong>en</strong><br />

’66 (D66) opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het regeerakkoord van het eerste kabinet-Kok. Bij de oprichting van D66 in<br />

1966 stond het democratiser<strong>en</strong> van het Nederlands politiek stelsel c<strong>en</strong>traal, met de gekoz<strong>en</strong> premier,<br />

de gekoz<strong>en</strong> burgemeester, het district<strong>en</strong>stelsel <strong>en</strong> de afschaffing van de Eerste Kamer als<br />

speerpunt<strong>en</strong>. Pas vanaf 1985 nam het refer<strong>en</strong>dum e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>tere plaats in. Het correctief<br />

refer<strong>en</strong>dum gold voor coalitieg<strong>en</strong>oot D66 als ‘kroonjuweel’ <strong>en</strong> was D66 in 1999 e<strong>en</strong> kabinetscrisis<br />

waard.<br />

Inhoudelijk ging de Nacht van Wiegel over de mogelijkheid om e<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>dum op te nem<strong>en</strong> in de<br />

Nederlandse Grondwet. Het doel van e<strong>en</strong> correctief refer<strong>en</strong>dum was de burgers de mogelijkheid te<br />

gev<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> door de regering <strong>en</strong> Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eraal aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wet alsnog te blokker<strong>en</strong>. Hierdoor<br />

kunn<strong>en</strong> de burgers het parlem<strong>en</strong>t tuss<strong>en</strong>tijds controler<strong>en</strong> zonder te moet<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong> op de<br />

vierjaarlijkse verkiezing<strong>en</strong>. [Sap, 2003: 13] Voorstanders van invoering zag<strong>en</strong> het refer<strong>en</strong>dum als e<strong>en</strong><br />

mogelijkheid om de verme<strong>en</strong>de kloof tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> burger te overbrugg<strong>en</strong>. In februari 1996 kwam<br />

het kabinet-Kok met het voorstel tot wijziging van de Grondwet, waardoor invoering van het correctief<br />

refer<strong>en</strong>dum mogelijk moest word<strong>en</strong>. In juni 1997 ging de Tweede Kamer akkoord met het voorstel in<br />

eerste lezing, <strong>en</strong> in maart 1998 de Eerste Kamer. Na de Tweede Kamerverkiezing<strong>en</strong> in 1998 ging de<br />

nieuwe Kamer op 11 februari 1999 akkoord met het voorstel in tweede lezing. De bij e<strong>en</strong><br />

Grondwetwijziging b<strong>en</strong>odigde tweederde meerderheid werd met de Socialistische Partij (SP),<br />

Gro<strong>en</strong>Links (GL), Partij van de Arbeid (PvdA), D66 <strong>en</strong> de VVD behaald. [Sap, 2003: 21-22] Nu restte<br />

nog slechts het akkoord van de Eerste Kamer in de tweede lezing.<br />

Het voorstel in tweede lezing werd op 18 mei 1999 in de Eerste Kamer verdedigd door PvdA-minister<br />

van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> Bram Peper. Hans Wiegel voerde nam<strong>en</strong>s de VVD-fractie de bezwar<strong>en</strong> van<br />

zijn partij aan: het refer<strong>en</strong>dum zou de verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>de democratie aantast<strong>en</strong> <strong>en</strong> de drempels om<br />

het refer<strong>en</strong>dum te mog<strong>en</strong> organiser<strong>en</strong> (tot twee keer toe veel handtek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> verzamel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> zeer<br />

korte tijd) maakt<strong>en</strong> uitvoering haast onmogelijk. [website europa-nu; Sap, 2003: 28-29] Op vijf VVDs<strong>en</strong>ator<strong>en</strong>,<br />

die in maart 1998 teg<strong>en</strong> het voorstel in eerste lezing hadd<strong>en</strong> gestemd (de zog<strong>en</strong>aamde<br />

B<strong>en</strong>de van Vijf), werd door VVD-leider Hans Dijkstal <strong>en</strong> VVD-vice-premier Annemarie Jorritsma tijd<strong>en</strong>s<br />

de schorsing na de eerst sessie druk uitgeoef<strong>en</strong>d in te stemm<strong>en</strong> met het voorstel in tweede lezing.<br />

Tijd<strong>en</strong>s het debat b<strong>en</strong>oemde premier Kok de mogelijke consequ<strong>en</strong>ties in het geval van verwerping van<br />

het voorstel, maar hij sprak niet over ‘onaanvaardbaar’. Het was lang onzeker wie van de ‘B<strong>en</strong>de van<br />

Vijf’ VVD-s<strong>en</strong>ator<strong>en</strong> voor zou stemm<strong>en</strong>. Na zesti<strong>en</strong> uur debat gaf VVD-fractievoorzitter Le<strong>en</strong>dert<br />

Ginjaar aan dat het voorstel voor één lid onacceptabel was. [website Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> <strong>Politiek</strong>,<br />

Kabinetscrisis 1999] De <strong>en</strong>ige ‘nee’ van de VVD-fractie was van Hans Wiegel. Daarmee sneuvelde het<br />

voorstel in het zicht van de hav<strong>en</strong>, voor de D66-bewindslied<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om het kabinet te verlat<strong>en</strong>.<br />

Na kabinetsberaad bood premier Wim Kok op 19 mei het ontslag van zijn kabinet aan de koningin aan.<br />

De volg<strong>en</strong>de dag werd door de Volkspartij voor Vrijheid <strong>en</strong> Democratie (VVD) <strong>en</strong> de Partij van de<br />

Arbeid (PvdA) aangestuurd op e<strong>en</strong> lijmpoging, waarbij de PvdA, in teg<strong>en</strong>stelling tot de VVD, nog altijd<br />

90


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

e<strong>en</strong> rol voor D66 als coalitiepartner zag weggelegd. D66 was bereid te sprek<strong>en</strong> over herstel, maar zag<br />

daar vooralsnog weinig mogelijkhed<strong>en</strong> toe. Op 1 juni werd er door de fractievoorzitters Ad Melkert,<br />

Hans Dijkstal <strong>en</strong> Thom de Graaf onder toezi<strong>en</strong>d oog van Tje<strong>en</strong>k Willink overe<strong>en</strong>stemming bereikt over<br />

het refer<strong>en</strong>dum. Er kwam e<strong>en</strong> nieuw voorstel, <strong>en</strong> wel voor e<strong>en</strong> consultatief refer<strong>en</strong>dum van tijdelijke<br />

aard waarin het laatste woord zou blijv<strong>en</strong> bij de volksverteg<strong>en</strong>woordiging. Voor het voorstel t<strong>en</strong><br />

behoeve van deze Tijdelijke refer<strong>en</strong>dumwet (Trw) was e<strong>en</strong> gewone meerderheid nodig <strong>en</strong> daarmee<br />

ge<strong>en</strong> wijziging van de Grondwet. Op 8 juni was de kabinetscrisis definitief bezwor<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> de<br />

ministers terug op hun ontslagaanvrage. [Website: Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> <strong>Politiek</strong>]<br />

Als gevolg van de Nacht van Wiegel kwam het politieke karakter van de Eerste Kamer ter discussie te<br />

staan. De macht die de Eerste Kamer bezat, om zonder direct democratisch mandaat wetgeving te<br />

blokker<strong>en</strong> werd als e<strong>en</strong> bezwaar ervar<strong>en</strong>. PvdA-minister van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> B. Peper stelde<br />

daarom in de kabinetsnotitie “Reflecties over de positie van de Eerste Kamer” d<strong>en</strong>krichting<strong>en</strong> voor om<br />

te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> andere wijze van sam<strong>en</strong>stelling van de Eerste Kamer <strong>en</strong> tot herbepaling van haar<br />

bevoegdhed<strong>en</strong>. [website Eerste Kamer, nota] E<strong>en</strong> ander gevolg van de Nacht van Wiegel was de<br />

invoering van de Tijdelijke Refer<strong>en</strong>dumwet (Trw) per 1 januari 2002. Tot 2005 maakte deze nietbind<strong>en</strong>de<br />

correctieve refer<strong>en</strong>da mogelijk. Sinds 2005 zijn <strong>en</strong>ige voorstell<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d om verschill<strong>en</strong>de<br />

variant<strong>en</strong> van het refer<strong>en</strong>dum in te voer<strong>en</strong>, welke anno 2011 nog in behandeling zijn. [website Eerste<br />

Kamer, wetsvoorstel]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Kabinet-Kok II<br />

- Eerste Kamer<br />

- Tweede Kamer<br />

- D66<br />

- VVD<br />

- PvdA<br />

- RPF<br />

- GPV<br />

- SGP<br />

- Hans Wiegel<br />

- Bram Peper<br />

- Wim Kok<br />

- Hans Dijkstal<br />

- Hans van Mierlo<br />

- Tje<strong>en</strong>k Willink<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- Sap, Jan Willem, De Nacht van Wiegel. Het refer<strong>en</strong>dum in e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve democratie<br />

(Utrecht, 2003).<br />

- ‘Kabinetscrisis 1999: de Nacht van Wiegel, Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> <strong>Politiek</strong>’.<br />

http://www.parlem<strong>en</strong>t.com/9291000/modulesf/g2ilndaq, geraadpleegd op 22 maart 2011.<br />

- www.europa-nu.nl/id/vh8lnhrsk1yn/refer<strong>en</strong>dum (geraadpleegd 4 april 2011)<br />

- http://www.eerstekamer.nl/nota/positie_van_de_eerste_kamer (geraadpleegd 5 april 2011)<br />

- http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/27034_tijdelijke_refer<strong>en</strong>dumwet (geraadpleegd 5<br />

april 2011)<br />

91


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Hotspot 6 – Ceteco-affaire (1999)<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

- Verzakelijking<br />

- Medialisering<br />

Relatie met<br />

- Domein: politiek <strong>en</strong> bestuur; economie<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Omslag in het politiek-bestuurlijke klimaat: van keynesianisme naar neoliberalisme<br />

Datering<br />

Juli-oktober 1999<br />

Beschrijving<br />

Op 7 juli 1999 meldde het Algeme<strong>en</strong> Dagblad dat de provincie Zuid-Holland werd meegezog<strong>en</strong> in het<br />

financiële echec van het handelshuis Ceteco. Ceteco was in zwaar weer gekom<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> financiële<br />

crisis, de zog<strong>en</strong>oemde ‘samba-crisis’ in Zuid-Amerika. Daar het bijna failliet was moest het<br />

handelshuis haar betalingsverplichting<strong>en</strong> opschort<strong>en</strong>. Sinds 1995 had de provincie e<strong>en</strong> vijftal l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

aan Ceteco verstrekt. In de zomer van 1999 stond<strong>en</strong> twee l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan Ceteco, voor e<strong>en</strong> totaal<br />

bedrag aan 47,5 miljo<strong>en</strong> guld<strong>en</strong>, bij de provincie Zuid-Holland op<strong>en</strong>. Het ministerie van Binn<strong>en</strong>landse<br />

Zak<strong>en</strong> wist van niets. De Ceteco-affaire was hiermee e<strong>en</strong> feit.<br />

In augustus 1988 hadd<strong>en</strong> to<strong>en</strong>malig staatssecretaris De Graaff-Nauta <strong>en</strong> minister Van Dijk van<br />

Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> de provincies toestemming gegev<strong>en</strong> om overschott<strong>en</strong> aan kasmiddel<strong>en</strong> kortlop<strong>en</strong>d<br />

uit te zett<strong>en</strong>. De maand daarop gav<strong>en</strong> Provinciale Stat<strong>en</strong> (PS) van Zuid-Holland aan Gedeputeerde<br />

Stat<strong>en</strong> (GS) de bevoegdheid geld<strong>en</strong> kortlop<strong>en</strong>d aan te trekk<strong>en</strong> of uit te zett<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> maximale duur<br />

van twee jaar <strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> maximale hoogte van 200 miljo<strong>en</strong> guld<strong>en</strong>. Om vast te stell<strong>en</strong> aan welke<br />

partij<strong>en</strong> nag<strong>en</strong>oeg risicoloos geld verstrekt kon word<strong>en</strong> steld<strong>en</strong> GS op 22 maart 1991 het besluit<br />

‘Selectiecriteria geldmarktpartij<strong>en</strong>’ vast. [Van Dijk, 8-9]<br />

Met ander<strong>en</strong> op studiereis in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> in augustus 1993 kwam gedeputeerde George<br />

Brouwer in aanraking met de kort daarvoor versch<strong>en</strong><strong>en</strong> bestseller van Ted Gaebler <strong>en</strong> David Osborne,<br />

Reinv<strong>en</strong>ting Governm<strong>en</strong>t. Dit boek bevat e<strong>en</strong> pleidooi voor effectiever <strong>en</strong> efficiënter werk<strong>en</strong> door<br />

overheidsorganisaties. E<strong>en</strong> van de hoofdpunt<strong>en</strong> is het principe ‘conc<strong>en</strong>tration on earning, not on<br />

sp<strong>en</strong>ding’. Brouwer raakte overtuigd van de waarde van dit gedachtegoed voor de provincie <strong>en</strong> zou op<br />

e<strong>en</strong> later tijdstip met het hoofd van de afdeling Financiën nog e<strong>en</strong> bezoek br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> aan Californië om<br />

k<strong>en</strong>nis te mak<strong>en</strong> met toepassing<strong>en</strong> ter plaatse van de ideeën van Gaebler <strong>en</strong> Osborne. In de twee<br />

daarop volg<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> begonn<strong>en</strong> de ideeën vaste vorm te krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> in december 1995 werd het<br />

proces afgeslot<strong>en</strong> met de rapportage ‘Reinv<strong>en</strong>ting Governm<strong>en</strong>t’ aan PS. Het rapport ging vergezeld<br />

van afzonderlijke di<strong>en</strong>strapportages. Deze bevatt<strong>en</strong> ruim honderd actiepunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorstell<strong>en</strong>,<br />

waaronder e<strong>en</strong> onderdeel ‘geldmarktoperaties’. Dit was e<strong>en</strong> voorstel van de C<strong>en</strong>trale Afdeling<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Bureaus om actiever te operer<strong>en</strong> op de geldmarkt om het jaarlijkse saldo van r<strong>en</strong>telast<strong>en</strong> <strong>en</strong> –bat<strong>en</strong> zo<br />

positief mogelijk te lat<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>. De rapportage is voor zover bek<strong>en</strong>d niet behandeld door PS in<br />

pl<strong>en</strong>aire vergadering, noch is het voorstel tot actiever operer<strong>en</strong> op de geldmarkt teruggevond<strong>en</strong> op de<br />

ag<strong>en</strong>da’s van de commissie Financiën of de Rek<strong>en</strong>ingcommissie. [Van Dijk, 9-10]<br />

Het voorstel was goedgekeurd door GS door middel van het vertrouwelijke ‘Besluit van Gedeputeerde<br />

Stat<strong>en</strong> d.d. 24 oktober 1995 tot int<strong>en</strong>sivering van de treasuryfunctie met ambtelijke nota’. Dit<br />

gebeurde op voordracht van de gedeputeerd<strong>en</strong>-rapporteurs Brouwer, Van der Goot <strong>en</strong> Heijkoop. De<br />

onderzoekscommissie die later de Ceteco-affaire heeft onderzocht, stelde dat het besluit uitmuntte<br />

door beknoptheid <strong>en</strong> ondoorgrondelijkheid. Het luidde: ‘Als onderdeel van de treasury wordt gebruik<br />

gemaakt van risicoloze int<strong>en</strong>siveringsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op de geldmarkt’. Het besluit bevatte ge<strong>en</strong> limiet<strong>en</strong><br />

of andere bepaling<strong>en</strong> zoals in eerdere besluit<strong>en</strong> over deze materie. Ev<strong>en</strong>min was aangegev<strong>en</strong> hoe dit<br />

besluit gezi<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong> in verhouding tot die eerdere besluit<strong>en</strong>. Wel was er e<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins<br />

verhelder<strong>en</strong>de notitie van het hoofd van het Bureau Middel<strong>en</strong>beheer aan toegevoegd. Hierin werd<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> drietal routes aangemerkt waarlangs de provincie door middel van int<strong>en</strong>sivering van de treasury<br />

de jaarlijkse winst kon vergrot<strong>en</strong>. Zo zou de provincie vaker gebruik kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van het<br />

92


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

instrum<strong>en</strong>t cessie van l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> mits hier winst op viel te hal<strong>en</strong>. Zij zou ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vaker als<br />

tuss<strong>en</strong>persoon op kunn<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> waarbij zij tegelijk geldgever <strong>en</strong> geldnemer zou word<strong>en</strong>, dit om<br />

voordelige r<strong>en</strong>tetariev<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>. De provincie zou tot slot in kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> op de behoefte bij<br />

bank<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> om overhed<strong>en</strong> in hun geldmarktportefeuille te hebb<strong>en</strong>. De notitie eindigde met de<br />

zinn<strong>en</strong>: ‘risicoloos, winstgev<strong>en</strong>d voor alle betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>, voorziet in e<strong>en</strong> behoefte, doet niemand<br />

oneig<strong>en</strong>lijke concurr<strong>en</strong>tie aan <strong>en</strong> is ethisch verantwoord. En de provincie is echt niet de <strong>en</strong>ige overheid<br />

die zo optreedt’. Dit besluit is nooit toegezond<strong>en</strong> aan de minister van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> zoals wel<br />

had gemoet<strong>en</strong> conform artikel 192 van de Provinciewet. [Van Dijk, 10-11] Commissaris van de<br />

Koningin Joan Leemhuis-Stout stemde teg<strong>en</strong> het besluit, maar ging wel akkoord met het<br />

vertrouwelijke karakter ervan. Hierdoor kond<strong>en</strong> PS feitelijk ge<strong>en</strong> controle meer uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de<br />

bankiersactiviteit<strong>en</strong> van de provincie <strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> GS vrij spel.<br />

Eén van de partij<strong>en</strong> waar geld aan werd uitgele<strong>en</strong>d was Ceteco. In de zomer van 1998 werd Ceteco<br />

getroff<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> financiële crisis in Latijns Amerika, de zog<strong>en</strong>oemde ‘samba-crisis’. Op 9 juli gaf<br />

Ceteco e<strong>en</strong> winstwaarschuwing af voor de aandeelhouders. De provincie Zuid-Holland zag echter ge<strong>en</strong><br />

red<strong>en</strong> voor zorg, daar de r<strong>en</strong>te door Ceteco gewoon betaald werd. Na in december signal<strong>en</strong><br />

opgevang<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> dat het verstandig zou zijn om de op<strong>en</strong>staande l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij Ceteco te verlag<strong>en</strong><br />

vorderde de provincie tuss<strong>en</strong>tijds 35 miljo<strong>en</strong> guld<strong>en</strong>, met ingang van 18 januari 1999. Ceteco meldde<br />

hier niet aan te kunn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> <strong>en</strong> op 11 februari ging de provincie akkoord met uitstel van betaling.<br />

Ceteco gaf vervolg<strong>en</strong>s aan dat zij ge<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te meer kon betal<strong>en</strong> <strong>en</strong> op 6 juli 1999 werd voorlopig<br />

surséance van betaling verle<strong>en</strong>d. Op 14 juli maakt<strong>en</strong> commissaris van de koningin Leemhuis-Stout <strong>en</strong><br />

gedeputeerde Arie de Jong (opvolger van de net vertrokk<strong>en</strong> Brouwer) bek<strong>en</strong>d dat de provincie voor<br />

e<strong>en</strong> totaalbedrag van 1,7 miljard guld<strong>en</strong> aan l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> had op<strong>en</strong>staan. De provincie stopte onmiddellijk<br />

met bankier<strong>en</strong>. Twee dag<strong>en</strong> later werd door PS beslot<strong>en</strong> e<strong>en</strong> diepgaand onderzoek te lat<strong>en</strong> instell<strong>en</strong><br />

door e<strong>en</strong> speciale commissie. Op 27 juli 1999 begon deze commissie onder leiding van oud-minister<br />

Van Dijk haar werkzaamhed<strong>en</strong>. De affaire heeft dusdanig veel stof do<strong>en</strong> opwaai<strong>en</strong> dat minister van<br />

Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> Bram Peper – onder druk van de Tweede Kamer – bankier<strong>en</strong> door provincies<br />

formeel verbood. [Van Dijk, 40-41]<br />

Gedeputeerde L<strong>en</strong>nie Huizer (opvolger van De Jong) liet begin september 1999 wet<strong>en</strong> dat hij van plan<br />

was om de financiële strop in één keer af te schrijv<strong>en</strong> door de reserves van de provincie aan te<br />

sprek<strong>en</strong>. De gevolg<strong>en</strong> van de Ceteco-affaire war<strong>en</strong> niet <strong>en</strong>kel financieel van aard, al lag daar natuurlijk<br />

wel het zwaartepunt. Op 1 oktober 1999 pres<strong>en</strong>teerde commissie-Van Dijk haar bevinding<strong>en</strong>. Het<br />

besluit van de Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> uit 1995 was in haar og<strong>en</strong> ondeugdelijk, extreem riskant <strong>en</strong><br />

onrechtmatig, want het was onbevoegd g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> democratisch ontoelaatbaar omdat het de<br />

Provinciale Stat<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> spel zette. Het college van Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> was in zijn geheel<br />

verantwoordelijk, maar in het bijzonder de portefeuillehouder Financiën, de commissaris van de<br />

koningin <strong>en</strong> de griffier. Hiernaast was de commissie van m<strong>en</strong>ing dat maatregel<strong>en</strong> om het besluit<br />

adequaat uit te voer<strong>en</strong> niet war<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, dat de uitvoering van het besluit buit<strong>en</strong>gewoon risicovol<br />

had plaatsgevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de externe controle ontoereik<strong>en</strong>d was geweest. Het interne toezicht door<br />

PS was ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s ontoereik<strong>en</strong>d geweest. De omvang van de treasurywinst had haar moet<strong>en</strong><br />

att<strong>en</strong>der<strong>en</strong> op de grootte van de risico’s. De commissie oordeelde dat er op uitvoer<strong>en</strong>d niveau sprake<br />

was van onverantwoordelijk <strong>en</strong> onrechtmatig want onbevoegd handel<strong>en</strong> door de treasurer.<br />

De treasurer heeft het beleid in zijn e<strong>en</strong>tje uitgevoerd. Hij werd later geschorst <strong>en</strong> is uiteindelijk<br />

strafrechtelijk vervolgd. In 2002 schreef hij e<strong>en</strong> roman over de affaire, met de titel Zilverpolder. Naast<br />

gedeputeerde De Jong gav<strong>en</strong> ook de gedeputeerd<strong>en</strong> Jaap Wolf <strong>en</strong> Jan Heijko hun portefeuilles op. Op<br />

16 oktober 1999 nam commissaris van de Koningin Leemhuis-Stout haar politieke<br />

verantwoordelijkheid <strong>en</strong> trad ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s af.<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Provincie Zuid-Holland<br />

- Provinciale Stat<strong>en</strong> Zuid-Holland<br />

- Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> Zuid-Holland<br />

- Commissaris van de Koningin Joan Leemhuis-Stout<br />

- Staatssecretaris De Graaf-Nauta<br />

93


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

94<br />

- Ministerie van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong><br />

- Ministerie van Financiën<br />

- Minister Kees van Dijk<br />

- Minister Bram Peper<br />

- Commissie-Van Dijk<br />

- Commissie Financiën van provincie Zuid-Holland<br />

- Rek<strong>en</strong>ingcommissie van provincie Zuid-Holland<br />

- Treasury van provincie Zuid-Holland<br />

- Bureau Middel<strong>en</strong>beheer van provincie Zuid-Holland<br />

- Tweede Kamer<br />

- George Brouwer<br />

- Arie de Jong<br />

- L<strong>en</strong>nie Huizer<br />

- Karel Baarspul<br />

- Jaap Wolf<br />

- Jan Heijkoop<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- Brief van minister Peper over ‘bankier<strong>en</strong>’ bij de provincie Zuid-Holland aan de Vaste<br />

Kamercommissie voor Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Koninkrijksrelaties d.d. 29 september 1999,<br />

- http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Zuid-Holland/peper.html (geraadpleegd op 8 mei 2011).<br />

- Onafhankelijke onderzoekscommissie geldl<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> Zuid-Holland, E<strong>en</strong> doorboorde buidel: het<br />

l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>beleid van de provincie Zuid-Holland (’s-Grav<strong>en</strong>hage, 1999) 84.<br />

- NRC, ‘Dossier Zuid-Holland ‘bankiert’’, http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Zuid-Holland/inhoud.html<br />

(geraadpleegd op 8 mei 2011).


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Hotspot 7 - Europees refer<strong>en</strong>dum (2005)<br />

Metatr<strong>en</strong>ds<br />

Europeanisering<br />

Relatie met<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Europeanisering van recht <strong>en</strong> beleid<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Europeanisering van bestuur<br />

- Tr<strong>en</strong>d: Vergrot<strong>en</strong> invloed burger op politiek <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar bestuur<br />

Datering<br />

2005<br />

Beschrijving<br />

Op 29 oktober 2004 werd in Rome de Europese Grondwet ondertek<strong>en</strong>d door de regeringsleiders <strong>en</strong> de<br />

staatshoofd<strong>en</strong> van de land<strong>en</strong> van de Europese Unie (EU). De inwerkingtreding van het Grondwettelijk<br />

Verdrag kon pas plaatsvind<strong>en</strong> nadat de parlem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de lidstrat<strong>en</strong> van de EU het hadd<strong>en</strong><br />

geratificeerd. In Nederland werd e<strong>en</strong> niet-bind<strong>en</strong>d refer<strong>en</strong>dum gehoud<strong>en</strong>. Dit was de eerste keer dat in<br />

Nederland dit instrum<strong>en</strong>t werd ingezet. De opkomst bij het refer<strong>en</strong>dum op 1 juni 2005 was 63,3%.<br />

Ruim zestig proc<strong>en</strong>t (61,6 proc<strong>en</strong>t) stemde teg<strong>en</strong> de invoering van e<strong>en</strong> Europese Grondwet. De<br />

Nederlandse bevolking had de Europese Grondwet verworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regering – luister<strong>en</strong>d naar de<br />

w<strong>en</strong>s van de sam<strong>en</strong>leving – trok het wetsvoorstel in. [website Parlem<strong>en</strong>t & <strong>Politiek</strong>; website Europa<br />

Nu]<br />

De aanzet tot het Grondwettelijk Verdrag was de Verklaring betreff<strong>en</strong>de de Toekomst van de Unie, e<strong>en</strong><br />

bijlage bij het Verdrag van Nice. In dit Verdrag - dat was ondertek<strong>en</strong>d in 2001 <strong>en</strong> geratificeerd in 2003<br />

– war<strong>en</strong> hervorming<strong>en</strong> van de Europese Unie vastgelegd. In de Verklaring was opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat deze<br />

hervorming<strong>en</strong> op termijn niet voldo<strong>en</strong>de war<strong>en</strong> om in e<strong>en</strong> Unie van 25 lidstat<strong>en</strong> of meer effectief te<br />

kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. Er war<strong>en</strong> dus verdergaande hervorming<strong>en</strong> nodig bij groei van de Unie.<br />

E<strong>en</strong> ingestelde Europese Conv<strong>en</strong>tie onder leiding van de Franse oud-presid<strong>en</strong>t V. Giscard d’Estaing,<br />

waarin alle lidstat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd, stelde e<strong>en</strong> ontwerp voor e<strong>en</strong> Europese Grondwet op. De<br />

Europese Grondwet was met name bedoeld om e<strong>en</strong> vere<strong>en</strong>voudiging van de verdeling van<br />

bevoegdhed<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de Unie <strong>en</strong> de lidstat<strong>en</strong> mogelijk te mak<strong>en</strong>. Het subsidiariteitsbeginsel werd nog<br />

belangrijker. Dit betek<strong>en</strong>de dat besluit<strong>en</strong> op zo’n laag mogelijk niveau g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

besluit mag alle<strong>en</strong> door de Europese Unie g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, als dat doelmatiger is dan wanneer het<br />

zou gebeur<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> lidstaat of e<strong>en</strong> lagere overheid daarbinn<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast werd<strong>en</strong> in de Grondwet artikel<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over de besluitvormingsprocedures, de<br />

sam<strong>en</strong>stelling van de Commissie <strong>en</strong> de stemverhouding in de Raad. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moest de Grondwet de<br />

democratische legitimiteit van de Unie vergrot<strong>en</strong> door onder andere het versterk<strong>en</strong> van de<br />

betrokk<strong>en</strong>heid van de nationale parlem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> de burgers van de lidstat<strong>en</strong>. [Le<strong>en</strong>knegt, Kubb<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

Jacobs, 2006: 210-211]<br />

Ondanks het stemm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de Grondwet, was de Nederlandse bevolking altijd wel voorstander<br />

geweest van het lidmaatschap van de EU. Het perc<strong>en</strong>tage voorstanders is sinds begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig<br />

echter gedaald van bijna 90% naar ca 70%. Ook was e<strong>en</strong> groot deel van Nederland tevred<strong>en</strong> over het<br />

functioner<strong>en</strong> van de democratie in de Europese Unie (60-70%). Dit veranderde plotseling in 2004. Het<br />

perc<strong>en</strong>tage Nederlanders dat tevred<strong>en</strong> was over het democratisch gehalte kelderde naar 37%. E<strong>en</strong><br />

red<strong>en</strong> voor dit toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> euroscepticisme zou zijn, dat de Europese integratie te snel <strong>en</strong> te ver ging.<br />

Met name de aanzi<strong>en</strong>lijke uitbreiding van de Unie, <strong>en</strong> in het bijzonder met de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> toetreding<br />

van Turkije ging voor veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te vlug. Voor aansluiting van dit land bij de Europese Unie was<br />

weinig steun. Het vertrouw<strong>en</strong> in dit land was laag, ev<strong>en</strong>als in land<strong>en</strong> als Bulgarije <strong>en</strong> Roem<strong>en</strong>ië.<br />

[Thomass<strong>en</strong>, 2005: 67-72]<br />

De Nederlandse regering was voorstander van de Europese Grondwet <strong>en</strong> had aan de Tweede Kamer<br />

geadviseerd om met het door de regering ingedi<strong>en</strong>de wetsvoorstel betreff<strong>en</strong>de de Grondwet in te<br />

stemm<strong>en</strong>. De politieke partij<strong>en</strong> war<strong>en</strong> verdeeld. De drie grote partij<strong>en</strong>, VVD, CDA <strong>en</strong> PvdA, war<strong>en</strong> vóór<br />

de Grondwet, ev<strong>en</strong>als Gro<strong>en</strong>Links <strong>en</strong> D66. De Lijst Pim Fortuyn (LPF), de Socialistische Partij (SP), de<br />

95


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Christ<strong>en</strong>Unie, de SGP <strong>en</strong> de Groep-Wilders war<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stander van e<strong>en</strong> Europese Grondwet. De<br />

politieke partij<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> alle hun eig<strong>en</strong> red<strong>en</strong><strong>en</strong> om voor of teg<strong>en</strong> de Grondwet te zijn. E<strong>en</strong> aantal<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> word<strong>en</strong> wel door bijna alle partij<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd. De voorstanders war<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>ing dat met het<br />

aanvaard<strong>en</strong> van het Verdrag, de Europese Unie democratischer <strong>en</strong> minder bureaucratisch zou word<strong>en</strong>.<br />

De teg<strong>en</strong>standers vond<strong>en</strong> juist dat de EU alle<strong>en</strong> maar minder democratisch zou word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er<br />

teveel bevoegdhed<strong>en</strong> aan de Unie werd<strong>en</strong> overgedrag<strong>en</strong> (Europese superstaat). [website Europa nu;<br />

website Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> <strong>Politiek</strong>; website Europese Grondwet]<br />

In oktober 2002 had e<strong>en</strong> meerderheid van de Tweede Kamer aan de regering verzocht om e<strong>en</strong><br />

consultatief refer<strong>en</strong>dum te organiser<strong>en</strong>. De regering wees dit af, waarop drie Kamerled<strong>en</strong> (Pvda, D66<br />

<strong>en</strong> Gro<strong>en</strong>Links) e<strong>en</strong> initiatiefwetsontwerp indi<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Het wetsontwerp hield in dat er e<strong>en</strong> raadpleg<strong>en</strong>d<br />

refer<strong>en</strong>dum gehoud<strong>en</strong> zou word<strong>en</strong> over de Grondwet, alvor<strong>en</strong>s de Grondwet in het parlem<strong>en</strong>t ter<br />

stemming werd gebracht. Dit initiatiefwetsontwerp werd door zowel de Tweede als de Eerste Kamer<br />

goedgekeurd. [Aarts <strong>en</strong> Van der Kolk, 2005: 14-15] Hoewel het e<strong>en</strong> raadpleg<strong>en</strong>d refer<strong>en</strong>dum was,<br />

hadd<strong>en</strong> alle grote partij<strong>en</strong> van tevor<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> dat zij de uitslag zoud<strong>en</strong> respecter<strong>en</strong>. [website<br />

Europa nu; website Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> <strong>Politiek</strong>]<br />

Op 1 juni 2005 vond het refer<strong>en</strong>dum plaats. De opkomst was hoog <strong>en</strong> het aantal teg<strong>en</strong>stemmers ook.<br />

De voorstanders van de Grondwet war<strong>en</strong> hierdoor verrast. Het bleek dat de volksverteg<strong>en</strong>woordigers<br />

positiever tot de Europese integratie stond<strong>en</strong> dan hun achterban. [Thomasson, 2005: 84-85]<br />

Onderzoek naar de red<strong>en</strong><strong>en</strong> van het ‘nee’-stemm<strong>en</strong> laat zi<strong>en</strong> dat verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol<br />

hebb<strong>en</strong> gespeeld. E<strong>en</strong> deel van de ‘nee’-stemmers stemde teg<strong>en</strong> de Europese Grondwet vanwege de<br />

verwachting of angst dat door e<strong>en</strong> voortgaande integratie de welvaart <strong>en</strong> de sociale zekerheid<br />

bedreigd zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De Socialistische Partij (SP) b<strong>en</strong>adrukte dit argum<strong>en</strong>t in haar campagne om<br />

teg<strong>en</strong> de Grondwet te stemm<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> tweede red<strong>en</strong> was de vrees dat door de Europese e<strong>en</strong>wording de<br />

Nederlandse cultuur <strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bedreigd. Dit argum<strong>en</strong>t hing sam<strong>en</strong> met de ev<strong>en</strong>tuele<br />

toetreding van Turkije tot de EU. Deze kwestie speelde al e<strong>en</strong> tijdje voor het refer<strong>en</strong>dum. Toetreding<br />

van Turkije stond los van de Europese Grondwet, maar teg<strong>en</strong>standers van de Grondwet wist<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

effectieve manier deze twee kwesties met elkaar te verbind<strong>en</strong>: door toetreding van Turkije, kreeg dit<br />

land meer invloed op de EU dan Nederland, omdat het groter is. De Nederlandse id<strong>en</strong>titeit zou<br />

hierdoor aangetast word<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> ander aspect dat ge<strong>en</strong> directe relatie had met de Grondwet, maar wel van invloed was op het<br />

refer<strong>en</strong>dum was de invoering van de euro in 2002. Veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> stond<strong>en</strong> negatief teg<strong>en</strong>over de euro –<br />

‘alles was duurder geword<strong>en</strong>’ – <strong>en</strong> dat s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>t droeg bij aan het stemm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de Grondwet [Van<br />

der Kolk <strong>en</strong> Aarts, 2005:190-201]<br />

Naast deze factor<strong>en</strong> speelde ook mee dat de politieke teg<strong>en</strong>standers van de Grondwet hun achterban<br />

veel beter wist<strong>en</strong> te overtuig<strong>en</strong> dan de voorstanders. De politieke partij<strong>en</strong> die vóór war<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hun<br />

achterban er niet van wet<strong>en</strong> te overtuig<strong>en</strong> dat Europese integratie ge<strong>en</strong> bedreiging vormde voor de<br />

sociale zekerheid, welvaart <strong>en</strong> de nationale id<strong>en</strong>titeit. De teg<strong>en</strong>standers hebb<strong>en</strong> wel succesvol de<br />

Grondwet wet<strong>en</strong> te pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> als de (toekomstige) oorzaak van veel (sociaaleconomische)<br />

problem<strong>en</strong>.<br />

Wat hierbij heeft meegespeeld was de verme<strong>en</strong>de kloof tuss<strong>en</strong> de burger <strong>en</strong> de politieke elite. Het<br />

teg<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> zou e<strong>en</strong> protest zijn geweest teg<strong>en</strong> de achterkamertjespolitiek van <strong>en</strong> het vertrouw<strong>en</strong><br />

in het politieke establishm<strong>en</strong>t. [Van der Kolk <strong>en</strong> Aarts, 2005: 202, 206; Kran<strong>en</strong>burg, 2006: 85]<br />

Het gevolg van het afwijz<strong>en</strong> van de Europese Grondwet was dat de Nederlandse regering het<br />

wetsvoorstel introk. Omdat ook Frankrijk de Grondwet had afgewez<strong>en</strong>, kon de Europese Grondwet niet<br />

in werking tred<strong>en</strong>. In 2006 werd daarom begonn<strong>en</strong> met de onderhandeling<strong>en</strong> over de opvolger van het<br />

grondwettelijk verdrag. Eind 2007 werd<strong>en</strong> de regeringsleiders <strong>en</strong> staatshoofd<strong>en</strong> het e<strong>en</strong>s over de<br />

opvolger van de Europese Grondwet, het Verdrag van Lissabon. Ditmaal werd er in Nederland ge<strong>en</strong><br />

refer<strong>en</strong>dum gehoud<strong>en</strong> om de m<strong>en</strong>ing van het volk te raadpleg<strong>en</strong>. In juni 2008 werd het Verdrag<br />

geratificeerd door de Tweede Kamer <strong>en</strong> in juli door de Eerste Kamer. [website Europa Nu]<br />

Actor<strong>en</strong><br />

- Europese Unie<br />

- <strong>Politiek</strong>e partij<strong>en</strong><br />

- Burger<br />

- Tweede Kamer<br />

96


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

- Eerste Kamer<br />

Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Literatuur<br />

- Kran<strong>en</strong>burg, M., 'Nederland, Europa <strong>en</strong> het nee teg<strong>en</strong> de Europese Grondwet' (2006).<br />

- Le<strong>en</strong>knegt, G-J., R.M.H. Kubb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> B.C.M. Jacobs, Opstand <strong>en</strong> e<strong>en</strong>wording : e<strong>en</strong> institutionele<br />

geschied<strong>en</strong>is van het Nederlandse op<strong>en</strong>baar bestuur (Nijmeg<strong>en</strong> 2006).<br />

- Thomass<strong>en</strong>, J.J.A., 'Nederlanders <strong>en</strong> Europa. E<strong>en</strong> bekoelde liefde?', K. Aarts <strong>en</strong> H. van der Kolk<br />

(red.), in: Nederlanders <strong>en</strong> Europa : het refer<strong>en</strong>dum over de Europese grondwet (Amsterdam<br />

2005) p.64-86.<br />

- Kolk, H. van der, <strong>en</strong> K. Aarts, 'Opkomst <strong>en</strong> uitslag', K. Aarts <strong>en</strong> H. van der Kolk (red.), in:<br />

Nederlanders <strong>en</strong> Europa : het refer<strong>en</strong>dum over de Europese grondwet (Amsterdam 2005)<br />

p.183-206.<br />

- http://www.europa-nu.nl/id/vgjwb4mgdoha/europese_grondwet_ratificatieproces. Laatst<br />

geraadpleegd 3 mei 2011<br />

- http://www.parlem<strong>en</strong>t.com/9291000/modulesf/gzgic52z. Laatst geraadpleegd 3 mei 2011<br />

- http://www.europa-nu.nl/id/vgvqpnqs5qbn/refer<strong>en</strong>dum_over_eu_grondwet_in_nederland.<br />

Laatst geraadpleegd 3 mei 2011<br />

- http://www.europa-nu.nl/id/viahjsycnxxx/verdrag_van_lissabon. Laatst geraadpleegd 3 mei<br />

2011<br />

- http://www.europese-grondwet.nl/a/refer<strong>en</strong>dum/standpunt<strong>en</strong>-partij<strong>en</strong>.html. Laatst<br />

geraadpleegd 9 mei 2011<br />

97


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Bijlage 1: Literatuurlijst<br />

Aerts, R., red., Land van kleine gebar<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> politieke geschied<strong>en</strong>is van Nederland 1780-1990.<br />

(Nijmeg<strong>en</strong>, Amsterdam 1999).<br />

Aller, H.B., Van kolonie tot koninkrijksdee : de staatkundige geschied<strong>en</strong>is van de Nederlandse Antill<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Aruba van 1634 tot 1994 (Groning<strong>en</strong>/Maastricht 1994).<br />

Ankersmit, F.R., 'De hed<strong>en</strong>daagse politieke partij. Van repres<strong>en</strong>tatie van de kiezer naar zelfrepres<strong>en</strong>tatie',<br />

in: Jaarboek 2000 DNPP (Groning<strong>en</strong> 2000).<br />

Ash, T.J.G., The Polish revolution: solidarity (London 2002).<br />

Ash, T.J.G., We the people: the revolution of ’89 witnessed in Warsaw, Budapest, Berlin & Prague<br />

(Cambridge 1990).<br />

Barkhuys<strong>en</strong>, Van Emmerik, Voermans, T., M. van Emmerik, <strong>en</strong> W. Voermans, red., De Nederlandse<br />

Grondwet geëvalueerd: anker- of verdwijnpunt? (Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn 2009).<br />

Becker (red.), U., Maatschappij, macht Nederlandse politiek: e<strong>en</strong> inleiding in de politieke wet<strong>en</strong>schap.<br />

(Amsterdam 1996).<br />

Becker (red.), U., Maatschappij, macht, Nederlandse politiek. (Amsterdam/Antwerp<strong>en</strong> 1991).<br />

Becker (red.), U., Nederlandse politiek in historisch <strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>d perspectief. (Amsterdam 1993).<br />

Becker, F., M. Hur<strong>en</strong>kamp, <strong>en</strong> M. Sie Dhian Ho, red., Het ongemak over Europa (Amsterdam 2008).<br />

Becker, U., <strong>en</strong> Ph. van Praag, red., Politicologie : basisthema’s & Nederlandse politiek (Apeldoorn 2006).<br />

Beeckman, D., <strong>en</strong> R. van der Bie, 'E<strong>en</strong> eeuw geme<strong>en</strong>telijke herindeling<strong>en</strong>', Bevolkingstr<strong>en</strong>ds, 2e kwartaal<br />

2005 (2005): 63-64.<br />

Beer, P. de, 'E<strong>en</strong> tweedeling in de maatschappelijke participatie?', in: P. Dekker (red.), Maatschappelijke<br />

teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> de civil society (Drieberg<strong>en</strong> 2005).<br />

Beers, A.A.L., 'Privacy <strong>en</strong> de Wet op<strong>en</strong>baarheid bestuur', in: J.E.J. Prins, Berkv<strong>en</strong>s, e.a. (red.),<br />

Privacyregeling in theorie <strong>en</strong> praktijk (Dev<strong>en</strong>ter 2002).<br />

Bekkers, V. e.a., De virtuele lont in het kruitvat : welke rol spel<strong>en</strong> de oude <strong>en</strong> nieuwe media in de<br />

micromobilisatie van burgers <strong>en</strong> hun strijd om politieke aandacht? (D<strong>en</strong> Haag 2009).<br />

Belinfante, A.D., J.L. de Reede, <strong>en</strong> L. Dragstra, Beginsel<strong>en</strong> van het Nederlandse staatsrecht (D<strong>en</strong> Haag<br />

2009).<br />

Berg, E., <strong>en</strong> J. de Hart, Maatschappelijke organisaties in beeld : grote led<strong>en</strong>organisaties over actuele<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> op het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld (D<strong>en</strong> Haag 2008).<br />

Berg, J.Th.J., red., Tuss<strong>en</strong> Nieuwspoort & Binn<strong>en</strong>hof: de jar<strong>en</strong> 60 als breuklijn in de naoorlogse<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> in politiek <strong>en</strong> journalistiek (D<strong>en</strong> Haag 1989).<br />

Berg, J.Th.J., <strong>en</strong> B. van d<strong>en</strong> Braak, 'Kamerled<strong>en</strong> als passant<strong>en</strong> in de Haagse politiek. de maatschappelijke<br />

herkomst van Tweede-Kamerled<strong>en</strong> 1970-2004', in: C.C. Baal<strong>en</strong> (red.), Het democratisch ideaal<br />

(Nijmeg<strong>en</strong>/D<strong>en</strong> Haag 2004) p. 69-81.<br />

Berg, J.Th.J., <strong>en</strong> J.W.M. Engels, Van APV tot IJspaleis: canon v<strong>en</strong> het geme<strong>en</strong>tebestuur in Nederland (D<strong>en</strong><br />

Haag 2009).<br />

Berkhout, D., 'Overheid <strong>en</strong> midd<strong>en</strong>veld in e<strong>en</strong> ontzuilde sam<strong>en</strong>leving', in: Chr. L. Baljé (red.), De ontzuiling<br />

voorbij : op<strong>en</strong>baar bestuur <strong>en</strong> individualistisch burgerschap (D<strong>en</strong> Haag 1996).<br />

Beus, J. de, 'E<strong>en</strong> Nederlandse marktstaat',<br />

http://home.medewerker.uva.nl/j.w.debeus/bestand<strong>en</strong>/E<strong>en</strong>%20Nederlandse%20marktstaat.doc.<br />

Beus, J. de, Ruil zonder zuil: de Nederlandse cons<strong>en</strong>susdemocratie in het laatste kwart van de twintigste<br />

eeuw (D<strong>en</strong> Haag 1999).<br />

Bijlsma, J. <strong>en</strong> H. Janss<strong>en</strong>, Sociaal werk in Nederland: vijfhonderd jaar verheff<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbind<strong>en</strong> (Bussum<br />

2008).<br />

Boer, M.M. de, Wet op de Raad van State (Dev<strong>en</strong>ter 2008).<br />

Boogers, M., P. Lucardie, <strong>en</strong> G. Voerman, Lokale politieke groepering<strong>en</strong>. Belang<strong>en</strong>behartiging, protest <strong>en</strong><br />

lokalisme (Tilburg/Groning<strong>en</strong> 2006).<br />

Boogman, J.C., 'De Nederland-Gidsland-conceptie in historisch perspectief', Ons erfdeel : kultureel<br />

tijdschrift voor Zuidvlaamse werking in Vlaams-Nederlands-Suidafrikaanse sam<strong>en</strong>werking, no. 2<br />

(1984): 161-170.<br />

Boon, H.N., 'Nederland als voortrekkersland', JASON, no. 05 (1980): 16-18.<br />

Bootsma, P., <strong>en</strong> W. Breedveld, De verbeelding aan de macht (D<strong>en</strong> Haag 2000).<br />

Bos, D., M. Ebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> H. te Velde, red., Harmonie in Holland: het poldermodel van 1500 tot nu<br />

(Amsterdam 2007).<br />

Bosmans, J.L.J., Staatkundige vormgeving in Nederland (Ass<strong>en</strong> 1995).<br />

98


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Bov<strong>en</strong>d’Eert, P.P.T., <strong>en</strong> H.R.B.M. Kummeling, Het Nederlandse parlem<strong>en</strong>t (Dev<strong>en</strong>ter 2010).<br />

Bov<strong>en</strong>s, M., <strong>en</strong> A.C. Wille, Diplomademocratie : over de spanning tuss<strong>en</strong> meritocratie <strong>en</strong> democratie<br />

(Amsterdam 2011).<br />

Bov<strong>en</strong>s, Pellikaan, Trapp<strong>en</strong>burg, M., Nieuwe teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> in de Nederlandse politiek. (Amsterdam 1998).<br />

Braak, B. van d<strong>en</strong>, De Eerste Kamer: geschied<strong>en</strong>is, sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is 1815-1995 (D<strong>en</strong> Haag<br />

1998).<br />

Brants, K., Double blind, of de ambival<strong>en</strong>te relatie tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> media (Leid<strong>en</strong> 2000).<br />

Brants, K., <strong>en</strong> Ph. van Praag, red., <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> media in verwarring: de verkiezingscampagnes in het lange<br />

jaar 2002 (Amsterdam 2005).<br />

Brants, K., <strong>en</strong> Ph. van Praag, red., Verkoop van de politiek: de verkiezingscampagne van 1994<br />

(Amsterdam 1995).<br />

Breeman, G.E., <strong>en</strong> W.J. van Noort, red., De bestuurlijke kaart van Nederland: het op<strong>en</strong>baar bestuur <strong>en</strong> zijn<br />

omgeving in nationaal <strong>en</strong> internationaal perspectief (Bussum 2008).<br />

Breunese, J., 'Bestuurlijke reorganisatie: e<strong>en</strong> spel zonder gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>', ACTA POLITICA, no. 04 (1983): 453-<br />

467.<br />

Breunese, J., <strong>en</strong> H.A. van der Heid<strong>en</strong>, 'Bestuurlijke reorganisatie in Nederland: e<strong>en</strong> spel zonder gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>',<br />

ACTA POLITICA, no. 11 (1979): 509-540.<br />

Broos, I.E.C.M., E<strong>en</strong>heid in verscheid<strong>en</strong>heid : e<strong>en</strong> institutioneel onderzoek naar actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> op<br />

het terrein van staatkundige verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de land<strong>en</strong> van het Koninkrijk der<br />

Nederland<strong>en</strong> in de periode 1954-1995 (D<strong>en</strong> Haag 1996).<br />

Collins, R., Het verschijnsel maatschappij: maatschappijbeeld<strong>en</strong> in het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> sinds de achtti<strong>en</strong>de eeuw<br />

(1978).<br />

Corvers, F., <strong>en</strong> B. Dankbaar, Hassink, Euregio’s in Nederland: e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van economische<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleid (Maastricht 1994).<br />

Couw<strong>en</strong>berg, S.W., 'E<strong>en</strong> omstred<strong>en</strong> zelfbesef. De Nederlandse id<strong>en</strong>titeit in ontwikkeling', in: K. Koch <strong>en</strong> P.<br />

Scheffer (red.), Het nut van Nederland: opstell<strong>en</strong> over soevereiniteit <strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit (Amsterdam 1996).<br />

Cramer, N., 'Ontzuiling in de Nederlandse politiek - 7.3 Nieuw zicht op de zuil<strong>en</strong> - Leidschrift Historisch<br />

Tijdschrift' (februari 14, 2011).<br />

Daalder, H., 'Het Nederlandse partijstelsel in het licht van algem<strong>en</strong>e modell<strong>en</strong>', in: Jaarboek 1988 DNPP<br />

(Groning<strong>en</strong> 1988).<br />

Daalder, H., Van oude <strong>en</strong> nieuwe reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. <strong>Politiek</strong> in Nederland. (Amsterdam 1995).<br />

Daalder, H., <strong>en</strong> G.A. Irwin, red., Politics in the Netherlands. How much change? (Lond<strong>en</strong> 1989).<br />

Dam<strong>en</strong>, e.a., L.J.A., Bestuursrecht. Deel 2. Rechtsbescherming teg<strong>en</strong> de overheid (D<strong>en</strong> Haag 2009).<br />

Davies, N., Europe: a history (Oxford 1996).<br />

'De erf<strong>en</strong>is van 1989. Timothy Garton Ash kijkt <strong>en</strong> huivert', Humo (2009).<br />

De Gaay Fortman, B., 'De vredespolitiek van de radical<strong>en</strong>', Internationale Spectator, no. 4 (1973): 109-<br />

113.<br />

'De wereld in 1989', in: Spectrum Jaarboek 1990 (Utrecht 1990).<br />

Dekker, P., De oplossing van de civic society. Over vrijwillige associaties in tijd<strong>en</strong> van vervag<strong>en</strong>de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong><br />

(D<strong>en</strong> Haag 2002).<br />

Dekker, P., Particulier initiatief <strong>en</strong> publiek belang: beschouwing<strong>en</strong> over de aard <strong>en</strong> toekomst van de<br />

Nederlandse non-profitsector (D<strong>en</strong> Haag 2002).<br />

Dekker, P., red., Civil society: verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> perspectief op vrijwilligerswerk (Rijswijk 1994).<br />

Dekker, P., <strong>en</strong> J.J.M. de Hart, De goede burger: ti<strong>en</strong> beschouwing<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> morele categorie (D<strong>en</strong> Haag<br />

2005).<br />

Deth, J.W., <strong>en</strong> J.C.P.M. Vis, Reger<strong>en</strong> in Nederland: het politieke <strong>en</strong> bestuurlijke bestel in vergelijk<strong>en</strong>d<br />

perspectief (Ass<strong>en</strong> 2006).<br />

Devos, C., De kleermakers <strong>en</strong> de keizer: inleiding tot politiek <strong>en</strong> politieke wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (G<strong>en</strong>t 2006).<br />

Dijstelbloem, H. e.a., red., Het gezicht van de publieke zaak: op<strong>en</strong>baar bestuur onder og<strong>en</strong> (Amsterdam<br />

2010).<br />

Doering-Manteuffel, A., <strong>en</strong> L. Raphael, Nach dem Boom: Perspektiv<strong>en</strong> auf die Zeitgeschichte seit 1970<br />

(Götting<strong>en</strong> 2010).<br />

Duiv<strong>en</strong>voorde, P., De luis in de pels van de geme<strong>en</strong>tepolitiek: over de winst van lokale lijst<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de<br />

geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> in 1994 in Nederland in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Purmer<strong>en</strong>d in het bijzonder<br />

(Amsterdam 1996).<br />

Duyv<strong>en</strong>dak, J.W., Maatschappelijk (opbouw)werk?: de actualiteit van Marie Kamphuis <strong>en</strong> Jo Boer (Hout<strong>en</strong><br />

2002).<br />

99


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Engel<strong>en</strong>, E.R., <strong>en</strong> M. Sie Dhian Ho, red., De staat van de democratie : democratie voorbij de staat<br />

(Amsterdam 2004).<br />

F<strong>en</strong>nema, M., <strong>en</strong> W. van der Brug, 'Nederlandse anti-immigratie partij<strong>en</strong> in Europees perspectief' (2006).<br />

Fulbrook, M., History of Germany, 1918-2000 : the divided nation. 2e ed. (Oxford 2002).<br />

Geuij<strong>en</strong>, K. e.a., The new Eurocrats : national civil servants in EU policy-making (Amsterdam 2008).<br />

Goor, J.G.B.M. van de, Binn<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>telijke dec<strong>en</strong>tralisatie <strong>en</strong> deconc<strong>en</strong>tratie in Amsterdam, Rotterdam,<br />

D<strong>en</strong> Haag <strong>en</strong> Utrecht : e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie (D<strong>en</strong> Haag 1989),<br />

Hartman, I., 'Burgerschap <strong>en</strong> patron<strong>en</strong> van politieke participatie', in: Jaarboek K<strong>en</strong>nisSam<strong>en</strong>leving<br />

(Amsterdam 2008).<br />

Heldring, J.L., 'E<strong>en</strong> gids behoort tot e<strong>en</strong> groep', JASON, no. 05 (1980): 18-20.<br />

H<strong>en</strong>driks, F., <strong>en</strong> Th. Toon<strong>en</strong>, red., Polder politics: the re-inv<strong>en</strong>tion of cons<strong>en</strong>sus democracy in the<br />

Netherlands (Aldershot 2001).<br />

Heyting, R., Tuss<strong>en</strong> nationalisme <strong>en</strong> internationalisme: de Britse <strong>en</strong> de Nederlandse sociaal-democratie, de<br />

nationale staat <strong>en</strong> de Europese integratie (Dev<strong>en</strong>ter 1992).<br />

Hoetjes, B., Het tuss<strong>en</strong>bestuur <strong>en</strong> het buit<strong>en</strong>land: de Nederlandse provincies <strong>en</strong> Europa (D<strong>en</strong> Haag 2000).<br />

Hofman, J.A., <strong>en</strong> J.A. van Schag<strong>en</strong>, Op<strong>en</strong>baarheid van bestuur (Dev<strong>en</strong>ter 2003).<br />

Honnef, P. e.a., Organisatie Rijksoverheid: institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein organisatie van<br />

de rijksoverheid 1945-1999 (D<strong>en</strong> Haag 2004).<br />

Hout<strong>en</strong>, D. van, 'Innovatie; activer<strong>en</strong>d burgerschap in de gevarieerde sam<strong>en</strong>leving', 2004.<br />

Huls, N., Actie <strong>en</strong> reactie: e<strong>en</strong> inleiding in de rechtssociologie. 2e ed. (D<strong>en</strong> Haag 2009).<br />

Inglehart, R.F., Modernization and postmodernization: cultural, economic, and political change in 43<br />

societies (Princeton 1997).<br />

Janss<strong>en</strong>, J., <strong>en</strong> A. Korst<strong>en</strong>, De wederopstanding van lokale lijst<strong>en</strong>. Paper politicolog<strong>en</strong>etmaal 2002. 23 <strong>en</strong><br />

24 mei, Noordwijkerhout. Workshop 15: lokaal bestuur in Nederland <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> (Maastricht 2002).<br />

Jesurun, E.A.V. (voorzitter), Nu kan het... nu moet het!: Advies Werkgroep Bestuurlijke <strong>en</strong> Financiële<br />

Verhouding<strong>en</strong> Nederlandse Antill<strong>en</strong> (z.p. 2004).<br />

Jolles, H.M., Tuss<strong>en</strong> burger <strong>en</strong> staat: verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t het maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld in e<strong>en</strong> tijd<br />

van deregulering (Ass<strong>en</strong> 1988).<br />

Jong, S. de, 'Terreur op de dijk. Twintig jaar na de aanslag in Kedichem', Revu (2006).<br />

Kam, C.A., <strong>en</strong> J. de Haan, 'Personeelsvermindering rijksoverheid', in: C.A. Kam <strong>en</strong> J. de Haan (red.),<br />

Terugtred<strong>en</strong>de overheid : realiteit of retoriek? E<strong>en</strong> evaluatie van de grote operaties (Schoonhov<strong>en</strong><br />

1991).<br />

Kapteyn, P.J.G., P.V VerLor<strong>en</strong> van Themaat, <strong>en</strong> R. Bar<strong>en</strong>ts, Het recht van de Europese Unie <strong>en</strong> van de<br />

Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (Dev<strong>en</strong>ter 2003).<br />

K<strong>en</strong>nedy, J.C. (maart 31, 2011).<br />

K<strong>en</strong>nedy, J.C., Beziel<strong>en</strong>de verband<strong>en</strong>: gedacht<strong>en</strong> over religie, politiek <strong>en</strong> maatschappij in het moderne<br />

Nederland (Amsterdam 2009).<br />

K<strong>en</strong>nedy, J.C., 'Nederland als het meest progressieve land ter wereld', in: van Noort W. <strong>en</strong> van Wiche R.<br />

(red.), Nederland als voorbeeldige natie (Hilversum 2006) 105-118.<br />

K<strong>en</strong>nedy, J.C., Nieuw Babylon in aanbouw: Nederland in de jar<strong>en</strong> zestig. Gedigitaliseerde versie DBNL.<br />

(Leid<strong>en</strong> 2007).<br />

Kickert, W. J.M., The history of governance in the Netherlands: continuity and exceptions (D<strong>en</strong> Haag<br />

2004).<br />

Klaass<strong>en</strong>, R.B., Voorlichtingskundig ontwerp<strong>en</strong> : de totstandkoming van Postbus 51-campagnes (Ass<strong>en</strong><br />

2004).<br />

Klooster, R., Het vrijzinnig protestantisme in Nederland (Kamp<strong>en</strong> 2006).<br />

Klooster, R., Het vrijzinnig protestantisme in Nederland. (Kamp<strong>en</strong> 2006).<br />

Koch, K., 'Nederland: gids of volger?', De Gids, no. 7/8 (1997): 477-482.<br />

Kolk, H. van der, <strong>en</strong> K. Aarts, 'Opkomst <strong>en</strong> uitslag', in: K. Aarts <strong>en</strong> H. van der Kolk (red.), Nederlanders <strong>en</strong><br />

Europa : het refer<strong>en</strong>dum over de Europese grondwet (Amsterdam 2005) p.183-206.<br />

Koole, R., De opkomst van de moderne kaderpartij: verander<strong>en</strong>de partijorganisatie in Nederland 1960-<br />

1990 (Utrecht 1992).<br />

Koole, R., <strong>Politiek</strong>e partij<strong>en</strong> in Nederland: ontstaan <strong>en</strong> ontwikkeling van partij<strong>en</strong> <strong>en</strong> partijstelsel (Utrecht<br />

1995).<br />

Koole, R.A., <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>politiek in de Nederlands democratie : politici, journalist<strong>en</strong> <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappers<br />

in de ban van het populisme (Leid<strong>en</strong> 2006).<br />

Korst<strong>en</strong>, A.F.A., 'New Public Managem<strong>en</strong>t' (z.j).<br />

Korst<strong>en</strong>, A.F.A., 'Reorganisatie van het binn<strong>en</strong>lands bestuur <strong>en</strong> de gedec<strong>en</strong>traliseerde e<strong>en</strong>heidsstaat'.<br />

100


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Kraaijestein, M., Geme<strong>en</strong>telijk werkgeleg<strong>en</strong>heidsbeleid <strong>en</strong> het Rijk: 1945-1990: e<strong>en</strong> beleidshistorische<br />

studie over dec<strong>en</strong>tralisatie <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijke beleidsvrijheid (Hilversum 1995).<br />

Kramer, N.P.G.W.M. e.a., <strong>Politiek</strong>e marketing: winst of verlies? (D<strong>en</strong> Haag 1996).<br />

Kramer, N.P.G.W.M. e.a., red., <strong>Politiek</strong>e communicatie in Nederland: over campagnes, kandidat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

media (D<strong>en</strong> Haag 1994).<br />

Kramer, Nijpels, Pauw, Tidd<strong>en</strong>s, N., '<strong>Politiek</strong>e marketing. Winst of verlies?', in: <strong>Politiek</strong>e marketing. (1996).<br />

Kran<strong>en</strong>burg, M., 'Nederland, Europa <strong>en</strong> het nee teg<strong>en</strong> de Europese Grondwet' (2006).<br />

Krouwel, A., 'De gedaantewisseling van politieke partij<strong>en</strong>', in: Jaarboek 2003 DNPP (Groning<strong>en</strong> 2003).<br />

Krouwel, A., 'Partijverandering in Nederland. De teloorgang van de traditionele politieke partij?', in:<br />

Jaarboek 1995 DNPP (1995).<br />

Kuit<strong>en</strong>brouwer, M., 'Nederland gidsland? De ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking van Nederland <strong>en</strong> gelijkgezinde<br />

land<strong>en</strong>, 1973-1985',<br />

Laan, G-J., De miljo<strong>en</strong><strong>en</strong>dans (Bussum 1976).<br />

Lagerwey, E., J. Hemels, <strong>en</strong> B. van Ruler, Op zoek naar faamwaarde. (Hout<strong>en</strong> 1997).<br />

Lans, J. van der, Koning Burger: Nederland als zelfbedi<strong>en</strong>ingszaak (Amsterdam/Antwerp<strong>en</strong> 2005).<br />

Le<strong>en</strong>knegt, G-J., R.M.H. Kubb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> B.C.M. Jacobs, Opstand <strong>en</strong> e<strong>en</strong>wording : e<strong>en</strong> institutionele<br />

geschied<strong>en</strong>is van het Nederlandse op<strong>en</strong>baar bestuur (Nijmeg<strong>en</strong> 2006).<br />

Lelieveldt, H. van, Weg<strong>en</strong> naar macht: politieke participatie <strong>en</strong> toegang van het maatschappelijk<br />

midd<strong>en</strong>veld op lokaal niveau (Amsterdam 1999).<br />

L<strong>en</strong>dering, J., Polderd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> : de wortels van de Nederlandse overlegcultuur (Amsterdam 2005).<br />

Liagre Böhl, H., 'Cons<strong>en</strong>sus <strong>en</strong> polarisatie', in: Land van kleine gebar<strong>en</strong> : e<strong>en</strong> politieke geschied<strong>en</strong>is van<br />

Nederland 1780-1990 / Remieg Aerts ... [et al.] (Nijmg<strong>en</strong>/Amsterdam 1999) p. 263-342, 368-375.<br />

Lijphart, A., Verzuiling, pacificatie <strong>en</strong> k<strong>en</strong>tering in de Nederlandse politiek. (Amsterdam 2007).<br />

Lindner, Bernd, Die demokratische Revolution in der DDR 1989/90 (Bonn 1998).<br />

Lipschits, I., <strong>Politiek</strong>e stroming<strong>en</strong> in Nederland: inleiding tot de geschied<strong>en</strong>is van de Nederlandse politieke<br />

partij<strong>en</strong> (Dev<strong>en</strong>ter 1982).<br />

Lucardie, Nederland strom<strong>en</strong>land. E<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is van de politieke stroming<strong>en</strong>. (Ass<strong>en</strong> 2002).<br />

Lucardie, A.P.M., 'Extreme partij<strong>en</strong>: doodgravers van de democratie?', J. Holsteyn <strong>en</strong> C. Mudde (red.), in:<br />

Democratie in verval? (Amsterdam 2002) p. 65-81.<br />

Lucardie, A.P.M., 'Individualisering, beambt<strong>en</strong>dom <strong>en</strong> populisme. <strong>Politiek</strong>e partij<strong>en</strong> in de greep van het<br />

post-modernisme', in: Jaarboek 1988 DNPP (Groning<strong>en</strong> 1988).<br />

Lucardie, A.P.M., 'Rechts-extremisme, populisme of democratisch patriotisme?', Jaarboek 2007 DNPP<br />

(2009): p. 176-190.<br />

Lunshof, K., Van polder<strong>en</strong> <strong>en</strong> polariser<strong>en</strong>. Dertig jaar Nederlandse politiek. (Amsterdam 2004).<br />

Mak, G., In Europa: reiz<strong>en</strong> door de twintigste eeuw. 16e ed. (Amsterdam 2007).<br />

Mak, Geert, In Europa: reiz<strong>en</strong> door de twintigste eeuw (2005).<br />

Meijs, Lucas C.P.M., De veerkrachtige sam<strong>en</strong>leving: over vrijwilligerswerk, civil society <strong>en</strong> maatschappelijk<br />

betrokk<strong>en</strong> ondernem<strong>en</strong> in beweging (Rotterdam 2004).<br />

Melching, W., Van het socialisme, de ding<strong>en</strong> die voorbijgaan: e<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is van de DDR 1945-2000<br />

(Amsterdam 2004).<br />

Metz, J., 'Aan participatie ge<strong>en</strong> behoefte. Ervaring in Dordrecht: professionals verdring<strong>en</strong> burgers',<br />

Tijdschrift voor sociale vraagstukk<strong>en</strong> nr 1-2 (februari 2010).<br />

Metze, M., De stranding. Het CDA van hoogtepunt naar catastrofe. (Nijmeg<strong>en</strong> 1995).<br />

Middelkoop, C.P., Ontzuiling, politisering <strong>en</strong> restauratie in Nederland. De jar<strong>en</strong> 60 <strong>en</strong> 70. (1979<br />

Meppel/Amsterdam).<br />

Mol<strong>en</strong>beek, M., <strong>en</strong> C. Aalberts, “U draait <strong>en</strong> u b<strong>en</strong>t niet eerlijk”: spindoctoring in politiek D<strong>en</strong> Haag (D<strong>en</strong><br />

Haag 2010).<br />

Munster, O., E.J.T. Berg, <strong>en</strong> A. van der Ve<strong>en</strong>, De toekomst van het midd<strong>en</strong>veld (D<strong>en</strong> Haag 1996).<br />

J.A. Nekkers <strong>en</strong> P.A.M. Malcont<strong>en</strong>t (red.), in: De geschied<strong>en</strong>is van vijftig jaar Nederlandse<br />

ontwikkelingssam<strong>en</strong>werking 1949-1999 (1999) 183-200, 362-364.<br />

Oerlemans, J.W., 'Eén-Partijstaat Nederland', NRC Handelsblad (14 februari 1990).<br />

Onafhankelijke Onderzoekscommissie Geldl<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> Zuid-Holland, E<strong>en</strong> doorboorde buidel: het<br />

l<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>beleid van de Provincie Zuid-Holland (D<strong>en</strong> Haag 1999).<br />

Ossewaarde, R., Maatschappelijke organisaties : e<strong>en</strong> sociologische inleiding (Amsterdam 2006).<br />

Peet, J., 'Economisch succes <strong>en</strong> overlegcultuur. Bedrijfslev<strong>en</strong> <strong>en</strong> overheid in Nederland in de 20ste eeuw'.<br />

Pels, D., <strong>en</strong> H. te Velde, red., <strong>Politiek</strong>e stijl: over pres<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> optred<strong>en</strong> in de politiek. (Amsterdam<br />

2000).<br />

101


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Praag, Ph., <strong>en</strong> K. Brants, red., Tuss<strong>en</strong> beeld <strong>en</strong> inhoud: politiek <strong>en</strong> media in de verkiezing<strong>en</strong> van 1998<br />

(2000).<br />

Pree, J.C.I., Gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan verandering: de verhouding tuss<strong>en</strong> reorganisatie <strong>en</strong> structuurprincipes van het<br />

binn<strong>en</strong>lands bestuur (D<strong>en</strong> Haag 1997).<br />

Prins, e.a., Privacyregeling in theorie <strong>en</strong> praktijk (Dev<strong>en</strong>ter 2002).<br />

Raad voor het op<strong>en</strong>baar bestuur, Nationale coördinatie van het Europees beleid: e<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> proactief<br />

proces (D<strong>en</strong> Haag 2004).<br />

Raad voor het op<strong>en</strong>baar bestuur, <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> media : pleidooi voor e<strong>en</strong> LAT-relatie (D<strong>en</strong> Haag 2003).<br />

Raad voor het op<strong>en</strong>baar bestuur, Wijk<strong>en</strong> of herijk<strong>en</strong>: nationaal bestuur <strong>en</strong> recht onder Europese invloed<br />

(D<strong>en</strong> Haag 1998).<br />

Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, Medialogica : over het kracht<strong>en</strong>veld tuss<strong>en</strong> burgers, media <strong>en</strong><br />

politiek (D<strong>en</strong> Haag 2003).<br />

Rademakers, L. <strong>en</strong> E. Petersma (red.), Hoofdfigur<strong>en</strong> uit de sociologie (Utrecht 1974).<br />

Rapport van de commissie van drie. Onderzoek naar de juistheid van verklaring<strong>en</strong> over betaling<strong>en</strong> door<br />

e<strong>en</strong> Amerikaanse vliegtuigfabriek. Kamerstuk nr. 13 787 (D<strong>en</strong> Haag 1976).<br />

Righart, H., De wereldwijde jar<strong>en</strong> zestig. Groot-Brittannië, Nederland, Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>. (Utrecht 2004).<br />

Rooij, R.A.A., Nederlandse geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> provincies in de Europese Unie: gevolg<strong>en</strong> van het nationale EUlidmaatschap<br />

voor subnationale overhed<strong>en</strong> (Dev<strong>en</strong>ter 2003).<br />

Rooy, P. de (2011).<br />

Rooy, P. <strong>en</strong> H. te Velde <strong>en</strong> W. Kok, Met Kok : over verander<strong>en</strong>d Nederland (Amsterdam 2005).<br />

Rosheuvel, D.A., De toekomst van de Nederlandse Antill<strong>en</strong> in staatsrechtelijke verhouding: e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning<br />

voor de constitutionele ag<strong>en</strong>da van de 21ste eeuw (Leid<strong>en</strong> 2005).<br />

Ru, H.J. de, 'Deregulering', C.A. Kam <strong>en</strong> J. de Haan (red.), in: Terugtred<strong>en</strong>de overheid: realiteit of<br />

retoriek? E<strong>en</strong> evaluatie van de grote operaties (Schoonhov<strong>en</strong> 1991).<br />

Sap, J.W., De nacht van Wiegel: het refer<strong>en</strong>dum in e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve democratie (Utrecht 2003).<br />

Sap, J.W., Kritiek op de staat: voorwerk voor staatkundige, bestuurlijke <strong>en</strong> staatsrechtelijke vernieuwing<br />

(Groning<strong>en</strong> 1994).<br />

Schuyt, K., Steunber<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>leving: sociologische essays (Amsterdam 2006).<br />

Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau, 25 jaar sociale verandering. (Rijswijk 1998).<br />

Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau, In het zicht van de toekomst: sociaal <strong>en</strong> cultureel rapport 2004. (D<strong>en</strong><br />

Haag 2004).<br />

Stoel, M. van der, 'De rol van Nederland in de internationale politiek', JASON, no. 05 (1980): 11-13.<br />

Stolk, P.J., Wet op<strong>en</strong>baarheid van bestuur (Dev<strong>en</strong>ter 2009).<br />

Terpstra, J., <strong>en</strong> W.A. Trommel, Het nieuwe bedrijfsmatig d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> bij de politie : analyse van e<strong>en</strong> culturele<br />

formatie in ontwikkeling (Enschede 2006).<br />

Thiel, S., 'Kaderwet Zelfstandige Bestuursorgan<strong>en</strong>; uniformiteit of verscheid<strong>en</strong>heid?',<br />

Bestuurswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> 2 (2001): 189-193.<br />

Thomass<strong>en</strong>, J., K. Aarts, <strong>en</strong> H. van der Kolk, red., <strong>Politiek</strong>e verandering<strong>en</strong> in Nederland 1971-1998: kiezers<br />

<strong>en</strong> de smalle marges van de politiek (D<strong>en</strong> Haag 2000),<br />

Thomass<strong>en</strong>, J.J.A., 'Nederlanders <strong>en</strong> Europa. E<strong>en</strong> bekoelde liefde?', in: K. Aarts <strong>en</strong> H. van der Kolk (red.),<br />

Nederlanders <strong>en</strong> Europa : het refer<strong>en</strong>dum over de Europese grondwet (Amsterdam 2005) p.64-86.<br />

Tilburg, M.F.J., Lokaal of nationaal?: het lokale karakter van de geme<strong>en</strong>teraadsverkiezing<strong>en</strong> in Nederlandse<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (1974-1990) (D<strong>en</strong> Haag 1993).<br />

Tje<strong>en</strong>k Willink, H.D., <strong>en</strong> P.L. Hupe, 'Reorganisatie rijksdi<strong>en</strong>st', in: C.A. Kam <strong>en</strong> J. de Haan (red.),<br />

Terugtred<strong>en</strong>de overheid : realiteit of retoriek? E<strong>en</strong> evaluatie van de grote operaties (Schoonhov<strong>en</strong><br />

1991).<br />

Tonk<strong>en</strong>s, E.H., De bal bij de burger : burgerschap <strong>en</strong> publieke moraal in e<strong>en</strong> pluriforme, dynamische<br />

sam<strong>en</strong>leving (Amsterdam 2008).<br />

Van Deth, Vis, J.W., Reger<strong>en</strong> in Nederland: het politieke <strong>en</strong> bestuurlijke bestel in vergelijk<strong>en</strong>d perspectief.<br />

(Ass<strong>en</strong> 2006).<br />

Velde, H. te, 'Nederland: gids of volger?', De Gids, no. 7/8 (1997): 483-489.<br />

Verhoev<strong>en</strong>, I., <strong>en</strong> M. Ham, red., Brave burgers gezocht: de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de activer<strong>en</strong>de overheid<br />

(Amsterdam 2010).<br />

Verhoev<strong>en</strong>, I., with Engel<strong>en</strong>, E.R., Sie Dhian Ho, red., 'Verander<strong>en</strong>d politiek burgerschap <strong>en</strong> democratie',<br />

in: De staat van de democratie : democratie voorbij de staat (Amsterdam 2004).<br />

Visser, J. de, 'De invloed van natuurperspectiev<strong>en</strong> op het beleid' (2009), Voorhoeve, J.J.C., 'Volgland,<br />

gidsland of katalysator', JASON, no. 05 (1980): 14-16.<br />

102


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Vries, J., M.J.E.M. van Dam, <strong>en</strong> J. Berveling, <strong>Politiek</strong>-bestuurlijk managem<strong>en</strong>t: e<strong>en</strong> blik achter de goud<strong>en</strong><br />

muur (Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn 1998).<br />

Waltmans, H., 'PPR-visie op de buit<strong>en</strong>landse politiek', JASON, no. 05 (1980): 7-8.<br />

Wansink, H.A., De erf<strong>en</strong>is van Fortuyn: de Nederlandse democratie na de opstand van de kiezers<br />

(Amsterdam 2004).<br />

Wecke, L.J., 'Nederland, gidsland of gidsvolk?', JASON, no. 05 (1980): 9-11.<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Europa in Nederland (2007).<br />

Wold<strong>en</strong>dorp, J.J., The polder model : from disease to miracle? (Amsterdam 2005).<br />

Website, '50 jaar prvmz, e<strong>en</strong> terugblik'<br />

Website '85 jaar strijd om de kiezersgunst: campagnes tuss<strong>en</strong> person<strong>en</strong> <strong>en</strong> principes',<br />

http://dnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/pubs/stembus/affiche.pdf.<br />

Website 'A time wh<strong>en</strong> hope replaced repression', http://www.guardian.co.uk/world/2009/aug/02/protestberlinwall.<br />

Website 'affiche.pdf', http://dnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/pubs/stembus/affiche.pdf.<br />

Website 'Akkoord van Wass<strong>en</strong>aar - Wikipedia' (april 28, 2011),<br />

http://nl.wikipedia.org/wiki/Akkoord_van_Wass<strong>en</strong>aar.<br />

Website, 'Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de schuift parlem<strong>en</strong>taire pers opzij' (maart 15, 2011),<br />

http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Laatste-24-uur/114041/Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de-schuift-parlem<strong>en</strong>taire-persopzij.htm.<br />

Website 'Brief van minister Peper over “bankier<strong>en</strong>” bij de provincie Zuid-Holland aan de Vaste<br />

Kamercommissie voor Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Koninkrijksrelaties d.d. 29 september 1999' (mei 8,<br />

2011), http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Zuid-Holland/peper.html.<br />

Website 'Burgerinitiatief' (maart 22, 2011), http://nl.wikipedia.org/wiki/Burgerinitiatief.<br />

Website 'Charta ’77 <strong>en</strong> het einde van de regering van Vaclav Havel' (maart 1, 2011),<br />

http://www.geschied<strong>en</strong>is24.nl/ovt/aflevering<strong>en</strong>/2003/Ovt-19-01-2003/Charta-77-<strong>en</strong>-het-einde-vande-regering-van-Vaclav-Havel.html.<br />

Website 'Chronologie november 1989. Van veertig jaar DDR tot de val van de Muur' (maart 1, 2011),<br />

http://www.duitslandweb.nl/dossiers/overzicht/20+jaar+val+van+de+muur/chronologie.<br />

Website 'De spagaat van het C<strong>en</strong>traal Planbureau' (2010), http://www.mejudice.nl/artikel/544/despagaat-van-het-c<strong>en</strong>traal-planbureau.<br />

Website 'Die Chronik der W<strong>en</strong>de in 163 Folg<strong>en</strong>' (maart 1, 2011), http://www.chronik-der-w<strong>en</strong>de.de/.<br />

Website 'Die Vorhut' (maart 1, 2011), http://www.zeit.de/2009/40/Spaete-Flucht-89.<br />

Website, 'Dossier Zuid-Holland ’bankiert’' (mei 8, 2011), http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Zuid-<br />

Holland/inhoud.html.<br />

Website 'E<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijke toekomst voor de natuur. Conclusies <strong>en</strong> perspectief', http://igiturarchive.library.uu.nl/dissertations/2002-0729-144057/c7.pdf.<br />

Website 'Europese Grondwet: Ratificatieproces' (mei 3, 2011), http://www.europanu.nl/id/vgjwb4mgdoha/europese_grondwet_ratificatieproces.<br />

Website 'Geschied<strong>en</strong>is van het CPB' (april 27, 2011), http://www.cpb.nl/geschied<strong>en</strong>is-van-het-cpb.<br />

Website 'Haagse pers is juist niet intiem g<strong>en</strong>oeg met Haagse politiek',<br />

http://weblogs.nrc.nl/ombudsman/2010/11/20/haagse-pers-is-juist-niet-intiem-g<strong>en</strong>oeg-met-haagsepolitiek/.<br />

Website 'In Europa, afl. 33: 1989 - Roem<strong>en</strong>ië', http://www.geschied<strong>en</strong>is24.nl/ovt/aflevering<strong>en</strong>/2009/Ovt-<br />

08-03-2009/In-Europa-afl-33-1989-Roem<strong>en</strong>i.html.<br />

Website 'Kabinetscrisis 1999: de Nacht van Wiegel, Parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> <strong>Politiek</strong>',<br />

http://www.parlem<strong>en</strong>t.com/9291000/modulesf/g2ilndaq.<br />

Website 'Media <strong>en</strong> democratie' (maart 22, 2011), http://igitur-archive.library.uu.nl/stud<strong>en</strong>t-theses/2007-<br />

1010-200607/Scriptie%20Media%20<strong>en</strong>%20Democratie.doc.<br />

Website 'Neocorporatisme' (april 27, 2011), http://nl.wikipedia.org/wiki/Neocorporatisme.<br />

Website 'Obrady Okrągłego Stołu' (maart 4, 2011),<br />

http://historia.gazeta.pl/historia/1,98833,6532896,Obrady_Okraglego_Stolu.html.<br />

Website 'Onderzoek- <strong>en</strong> <strong>en</strong>quêterecht' (april 19, 2011),<br />

http://www.tweedekamer.nl/hoe_werkt_het/de_nederlandse_democratie/tak<strong>en</strong>_<strong>en</strong>_recht<strong>en</strong>/onderzoe<br />

krecht.jsp.<br />

Website 'Ontzuiling in de Nederlandse politiek' (februari 14, 2011), http://leidschrift.nl/nl/archief/73nieuw-zicht-op-de-zuil<strong>en</strong>/ontzuiling-in-de-nederlandse-politiek.<br />

Website 'Over de WRR', http://www.wrr.nl/over.jsp?objectid=441.<br />

Website 'Over PBL' (mei 9, 2011), http://www.pbl.nl/overpbl.<br />

103


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Website 'Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quête' (april 19, 2011),<br />

http://nl.wikipedia.org/wiki/Parlem<strong>en</strong>taire_<strong>en</strong>qu%C3%AAte_in_Nederland.<br />

Website 'Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quêtes 1851-hed<strong>en</strong>' (april 19, 2011), http://www.europanu.nl/id/vh8lnhrogvv1/parlem<strong>en</strong>taire_<strong>en</strong>quetes_1851_hed<strong>en</strong>.<br />

Website 'Pers <strong>en</strong> politiek' (maart 15, 2011), http://www.geschied<strong>en</strong>is24.nl/anderetijd<strong>en</strong>/aflevering<strong>en</strong>/2001-2002/Pers-<strong>en</strong>-politiek.html.<br />

Website 'Pers negeert lokale politiek' (maart 17, 2011), http://binn<strong>en</strong>land.nieuws.nl/601246.<br />

Website 'Planbureau voor de Leefomgeving',<br />

http://nl.wikipedia.org/wiki/Planbureau_voor_de_Leefomgeving.<br />

Website '<strong>Politiek</strong> Comp<strong>en</strong>dium - Homepage' (maart 13, 2011), http://www.politiekcomp<strong>en</strong>dium.nl/.<br />

Website '<strong>Politiek</strong>e_verandering<strong>en</strong>_5.pdf', http://doc.utw<strong>en</strong>te.nl/4325/1/<strong>Politiek</strong>e_verandering<strong>en</strong>_5.pdf.<br />

Website 'Positie van de Eerste Kamer' (april 5, 2011),<br />

http://www.eerstekamer.nl/nota/positie_van_de_eerste_kamer.<br />

Website 'Refer<strong>en</strong>dum' (april 4, 2011), www.europa-nu.nl/id/vh8lnhrsk1yn/refer<strong>en</strong>dum.<br />

Website, 'Refer<strong>en</strong>dum Europese Grondwet' (mei 3, 2011),<br />

http://www.parlem<strong>en</strong>t.com/9291000/modulesf/gzgic52z.<br />

Website, 'Refer<strong>en</strong>dum over EU-grondwet in Nederland', http://www.europanu.nl/id/vgvqpnqs5qbn/refer<strong>en</strong>dum_over_eu_grondwet_in_nederland.<br />

Website, 'Ruimtelijk Planbureau (RPB)', http://www.montesquieuinstituut.nl/9353000/1/j9vvhfxcd6p0lcl/vh8lnhrq7yav.<br />

Website, 'SER - 60 jaar SER in vogelvlucht', http://www.ser.nl/nl/raad/tijdlijn.aspx.<br />

Website, 'SER - Sociaal Economische Raad', http://www.vnoncw.nl/over_vnoncw/geschied<strong>en</strong>is/ser/Pages/default.aspx.<br />

Website, 'Staatkundige hervorming<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Koninkrijk der Nederland<strong>en</strong>',<br />

http://nl.wikipedia.org/wiki/Staatkundige_hervorming<strong>en</strong>_binn<strong>en</strong>_het_Koninkrijk_der_Nederland<strong>en</strong>.<br />

Website,'Stadsregio’s nieuwe stijl', http://www.stadsregios.nl/#pagina=849.<br />

Website,'Standpunt<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> in de Tweede Kamer', http://www.europesegrondwet.nl/a/refer<strong>en</strong>dum/standpunt<strong>en</strong>-partij<strong>en</strong>.html.<br />

Website, 'Tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> plusregio',<br />

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerp<strong>en</strong>/provincies/plusregio-s/tak<strong>en</strong>-<strong>en</strong>-bevoegdhed<strong>en</strong>-plusregio-s.<br />

Website, 'Tijd voor journalistieke zelfreflectie',<br />

http://www.michielzonneveld.nl/artikel<strong>en</strong>_vn2julizelfrefelectie.php.<br />

Website, 'Tijdelijke refer<strong>en</strong>dumwet',<br />

http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/27034_tijdelijke_refer<strong>en</strong>dumwet.<br />

Website, 'Val van de Berlijnse Muur', http://www.berlijnsemuur.info/valvandeberlijnsemuur.htm.<br />

Website, 'Val van de Berlijnse Muur (1989)', http://www.kb.nl/dossiers/valvandemuur/index.html.<br />

Website, 'Val van de Muur in Berlijn', http://www.geschied<strong>en</strong>is24.nl/nieuws/2004/november/Val-van-de-<br />

Muur-in-Berlijn.html.<br />

Website, 'Val van het communisme in Oost-Europa',<br />

http://nl.wikipedia.org/wiki/Val_van_het_communisme_in_Oost-Europa.<br />

Website, 'Verdag van Lissabon', , http://www.europa-nu.nl/id/viahjsycnxxx/verdrag_van_lissabon.<br />

Website, 'Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Geme<strong>en</strong>schap',<br />

http://europa.eu/legislation_summaries/institutional_affairs/treaties/treaties_eec_nl.htm.<br />

Website, 'Ver<strong>en</strong>igingslev<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijk midd<strong>en</strong>veld',<br />

http://www.scp.nl/dsresource?objectid=19746&type=org.<br />

Website 'Vijftig jaar Z<strong>en</strong>dtijd voor <strong>Politiek</strong>e Partij<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> bloempot, e<strong>en</strong> prat<strong>en</strong>d hoofd',<br />

http://www.geschied<strong>en</strong>is24.nl/nieuws/2009/mei/Vijftig-jaar-Z<strong>en</strong>dtijd-voor-<strong>Politiek</strong>e-Partij<strong>en</strong>.html.<br />

Website, 'Voorjaar <strong>en</strong> zomer 1989', http://www.persmuseum.nl/1989/voorjaarzomer.html.<br />

Website, 'Woningmarkt: tijd voor revolutie!', http://www.changeg<strong>en</strong>eration.nl/?m=201009.<br />

Website, 'Zetelverdeling Tweede Kamer 1946-hed<strong>en</strong> - Parlem<strong>en</strong>t & <strong>Politiek</strong>',<br />

http://www.parlem<strong>en</strong>t.com/9291000/modulesf/g18dztac<br />

http://provincialeraadgezondheid.nl/cms_file.php?fromDB=286&forceDownload.<br />

104


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Bijlage 2: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Gezondheid<br />

Tr<strong>en</strong>d 1: To<strong>en</strong>ame van het gebruik <strong>en</strong> de acceptatie van alternatieve g<strong>en</strong>eeswijz<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 2: Differ<strong>en</strong>tiatieproces in de zorg<br />

Tr<strong>en</strong>d 3: Het in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate toepass<strong>en</strong> van g<strong>en</strong>etische, medische of farmacologische<br />

k<strong>en</strong>nis voor verbetering van het uiterlijk <strong>en</strong> de prestaties van het lichaam<br />

Tr<strong>en</strong>d 4: Extramuralisering van de zorg<br />

Tr<strong>en</strong>d 5: Medicalisering van de sam<strong>en</strong>leving<br />

Tr<strong>en</strong>d 6: To<strong>en</strong>ame van de sociaal-economische <strong>en</strong> sociaal-demografische<br />

gezondheidsverschill<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 7: Het in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate beschikbaar kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> van technische<br />

ontwikkeling<strong>en</strong> in de zorg<br />

Tr<strong>en</strong>d 8: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d strev<strong>en</strong> van de overheid naar kost<strong>en</strong>beheersing door de inzet van<br />

verschill<strong>en</strong>de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 9: Van planning naar marktwerking<br />

Tr<strong>en</strong>d 10: Secularisatie van de care <strong>en</strong> cure-instelling<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 11: Emancipatie van de patiënt<br />

Tr<strong>en</strong>d 12: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d gebruik van ICT-toepassing<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 13: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d belang van <strong>en</strong> aandacht voor de individuele kwaliteit van lev<strong>en</strong> van<br />

zorgbehoev<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 14: Introductie van andere zorgcultur<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> door allochton<strong>en</strong><br />

Hotspot 1: Volledige g<strong>en</strong><strong>en</strong>kaart van de m<strong>en</strong>s voltooid (2000)<br />

Hotspot 2: Verpleegkundig<strong>en</strong>oproer (1988-1990)<br />

Hotspot 3: De bezetting van de Bloem<strong>en</strong>hovekliniek (1976)<br />

Hotspot 4: De Bijlmerramp (1992)<br />

Hotspot 5: Aids in Nederland (1982-1983)<br />

105


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Bijlage 3: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Veiligheid<br />

Tr<strong>en</strong>d 1: To<strong>en</strong>ame van het belang van veiligheid / Afname van de crisistolerantie<br />

Tr<strong>en</strong>d 2: Verander<strong>en</strong>d karakter van criminaliteit<br />

Tr<strong>en</strong>d 3: Opkomst van de georganiseerde criminaliteit<br />

Tr<strong>en</strong>d 4: Verander<strong>en</strong>d daderprofiel<br />

Tr<strong>en</strong>d 5: Emancipatie van het slachtoffer<br />

Tr<strong>en</strong>d 6: Verharding van de maatschappij t.a.v. criminaliteit<br />

Tr<strong>en</strong>d 7: Technologisering <strong>en</strong> informatisering van criminaliteit, terrorisme <strong>en</strong> de bestrijding<br />

ervan<br />

Tr<strong>en</strong>d 8: Groei<strong>en</strong>d belang van de ‘veiligheidsgevoel<strong>en</strong>s’ van de burger<br />

Tr<strong>en</strong>d 9: Invoering integraal veiligheidsbeleid<br />

Tr<strong>en</strong>d 10: Opkomst supportersgeweld als nieuwe vorm van grootschalige ordeverstoring<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 11: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de maatschappelijke <strong>en</strong> politieke aandacht voor huiselijk geweld, opkomst<br />

van het begrip.<br />

Tr<strong>en</strong>d 12: Inburgering begrip Zinloos Geweld<br />

Tr<strong>en</strong>d 13: Van verdediging van het vaderland <strong>en</strong> bondg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> naar bevordering van de<br />

internationale rechtsorde <strong>en</strong> de l<strong>en</strong>iging van humanitair leed d.m.v. internationale<br />

vredesmissies<br />

Tr<strong>en</strong>d 14: Nuclearisering van Nederland<br />

Tr<strong>en</strong>d 15: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de inzet van de krijgsmacht bij binn<strong>en</strong>landse <strong>en</strong> internationale politionele<br />

tak<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 16: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de bemoei<strong>en</strong>is van het parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>leving met de inzet van de<br />

krijgsmacht bij internationale missies<br />

Tr<strong>en</strong>d 17: Verandering in de tak<strong>en</strong> van inlichting<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> onder invloed van internationale<br />

ontwikkeling<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 18: Opkomst <strong>en</strong> afname oud terrorisme<br />

Tr<strong>en</strong>d 19: Opkomst modern terrorisme<br />

Tr<strong>en</strong>d 20: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d gevoel van onveiligheid in de maatschappij onder invloed van<br />

gewelddadighed<strong>en</strong> in het publieke <strong>domein</strong>, media-aandacht <strong>en</strong> houding van de<br />

overheid<br />

Tr<strong>en</strong>d 21: De opkomst van nieuwe infectieziekt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de terugkeer van oude infectieziekt<strong>en</strong> onder<br />

invloed van maatschappelijke <strong>en</strong> medische ontwikkeling<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 22: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de controle G<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 23: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aandacht voor voedselveiligheid <strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de voedselveiligheid<br />

Tr<strong>en</strong>d 24: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aandacht voor productveiligheid (niet-voedingsmiddel<strong>en</strong>)<br />

Tr<strong>en</strong>d 25: De opkomst <strong>en</strong> de ontwikkeling van het extern veiligheidsbeleid<br />

Tr<strong>en</strong>d 26: Opkomst van mega-ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 27: Opkomst d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in veiligheidsregio’s<br />

Tr<strong>en</strong>d 28: To<strong>en</strong>ame (aandacht voor) agressie <strong>en</strong> geweld teg<strong>en</strong> hulpdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

publieke taak<br />

Tr<strong>en</strong>d 29: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de maatschappelijke inbedding van de politie<br />

Hotspot 1: Acties Zuid-Molukkers (1966-1978)<br />

Hotspot 2: Kruisrakett<strong>en</strong>debat (1979-1985)<br />

Hotspot 3: De besmetting van hemofilie-patiënt<strong>en</strong> met Hiv (1982-1988)<br />

Hotspot 4: DES-dochters (1986 – na 2005)<br />

Hotspot 5: Kernramp van Tsjernobyl (1986)<br />

Hotspot 6: De IRT-affaire (1993)<br />

Hotspot 7: Liquidatie van Klaas Bruinsma (1991)<br />

Hotspot 8: Verbod op asbest (1993)<br />

Hotspot 9: De val van Srebr<strong>en</strong>ica (1995)<br />

Hotspot 10: BSE in Nederland (1996)<br />

Hotspot 11: Herculesramp (1996)<br />

Hotspot 12: Legionella-uitbraak Bov<strong>en</strong>karspel (1997 – na 2005)<br />

Hotspot 13: Vuurwerkramp Enschede (1999)<br />

Hotspot 14: Cafébrand Vol<strong>en</strong>dam (2001)<br />

106


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Hotspot 15: Aanslag<strong>en</strong> New York, Madrid <strong>en</strong> London (2001-2005)<br />

Hotspot 16: Dance Valley 2001 (2001)<br />

Hotspot 17: De moord op Pim Fortuyn (2002)<br />

Hotspot 18: Moord op Theo van Gogh (2004-2005)<br />

Hotspot 19: Schipholbrand (2005)<br />

107


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Bijlage 4: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Won<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 1: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de woningbehoefte<br />

Tr<strong>en</strong>d 2: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de woondiffer<strong>en</strong>tiatie<br />

Tr<strong>en</strong>d 3: Verandering<strong>en</strong> in de woonlocatiekeuze<br />

Tr<strong>en</strong>d 4: To<strong>en</strong>ame van de kost<strong>en</strong> van won<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 5: Verschuiving van de overheidssubsidiëring<br />

Tr<strong>en</strong>d 6: Verzelfstandiging woningcorporaties<br />

Tr<strong>en</strong>d 7: Inhoudelijke <strong>en</strong> bestuurlijke verandering<strong>en</strong> van de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing m.b.t.<br />

woningbouw<br />

Tr<strong>en</strong>d 8: Van stads- naar stedelijke vernieuwing<br />

Tr<strong>en</strong>d 9: Verandering<strong>en</strong> in kwaliteit van woningbouw <strong>en</strong> woning<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 10: Opkomst <strong>en</strong> neergang van de kraakbeweging<br />

Tr<strong>en</strong>d 11: Int<strong>en</strong>sivering <strong>en</strong> afschaffing van het woonwag<strong>en</strong>beleid<br />

Hotspot 1: Gif in Lekkerkerk (1979-1980)<br />

Hotspot 2: Kroningsrell<strong>en</strong> (1980)<br />

Hotspot 3: Parlem<strong>en</strong>taire Enquête Bouwsubsidies (1986-1988)<br />

108


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Bijlage 5: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Welzijn<br />

Tr<strong>en</strong>d 1: Opkomst van het welzijnswerk vanuit de overheid <strong>en</strong> de afbraak van het particulier<br />

initiatief<br />

Tr<strong>en</strong>d 2: Sanering <strong>en</strong> dec<strong>en</strong>tralisatie van het welzijnsstelsel<br />

Tr<strong>en</strong>d 3: Jeugdzorg: ontwikkeling van justitiële maatregel<strong>en</strong> naar hulpverl<strong>en</strong>ing<br />

Tr<strong>en</strong>d 4: Moeizame integratie van de hulpverl<strong>en</strong>ing in de jeugdzorg<br />

Tr<strong>en</strong>d 5: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aandacht voor (verme<strong>en</strong>d) seksueel kindermisbruik<br />

Tr<strong>en</strong>d 6: To<strong>en</strong>ame van vraag, aanbod <strong>en</strong> acceptatie van kinderopvang als<br />

arbeidsmarktinstrum<strong>en</strong>t<br />

Tr<strong>en</strong>d 7: Verander<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong>/doelstelling<strong>en</strong> van thuisloz<strong>en</strong>opvang: van opvang naar activering<br />

Tr<strong>en</strong>d 8: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de maatschappelijke aandacht voor vrouw<strong>en</strong>mishandeling<br />

Tr<strong>en</strong>d 9: Opkomst <strong>en</strong> erk<strong>en</strong>ning van verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> verslaving<strong>en</strong> <strong>en</strong> de uitbreiding van<br />

het werkterrein van de verslavingszorg<br />

Tr<strong>en</strong>d 10: Verandering in visie op <strong>en</strong> aanpak van verslaving, in het bijzonder van harddrugs<br />

Tr<strong>en</strong>d 11: Afname van maatschappelijke ongelijkheid van vrouw<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 12: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de acceptatie van homoseksualiteit<br />

Tr<strong>en</strong>d 13: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de (vraag om) erk<strong>en</strong>ning van <strong>en</strong> aandacht voor het leed van<br />

oorlogsgetroff<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

Hotspot: Anti-homo geweld tijd<strong>en</strong>s de manifestatie Roze Zaterdag op 22 juni 1982<br />

Hotspot: Opvang dakloz<strong>en</strong> <strong>en</strong> drugsverslaafd<strong>en</strong> op Perron Nul (1987-1994)<br />

Hotspot: Vrijlating van de Twee van Breda (1989)<br />

Hotspot: Brand in P<strong>en</strong>sion De Vogel (1992)<br />

Hotspot: Bezoek Poncke Princ<strong>en</strong> aan Nederland (1994)<br />

Hotspot: De dood van Savanna (2004)<br />

109


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Bijlage 6: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Recht<br />

Tr<strong>en</strong>d 1: Verbetering van toegang van de burger tot de rechtsbijstand<br />

Tr<strong>en</strong>d 2: Modernisering van de rechterlijke macht<br />

Tr<strong>en</strong>d 3: Emancipatie binn<strong>en</strong> het jeugdrecht<br />

Tr<strong>en</strong>d 4: Emancipatie binn<strong>en</strong> het huwelijks- <strong>en</strong> erfrecht<br />

Tr<strong>en</strong>d 5: De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de invloed van grondrecht<strong>en</strong> op de Nederlandse rechtsorde <strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>leving<br />

Tr<strong>en</strong>d 6: Vermaatschappelijking <strong>en</strong> modernisering van de Grondwet in 1983<br />

Tr<strong>en</strong>d 7: Verruiming rechtsbescherming van de burger<br />

Tr<strong>en</strong>d 8: Professionalisering <strong>en</strong> proceduralisering van het bestuursrecht<br />

Tr<strong>en</strong>d 9: Verscherping toelatingseis<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzwakking van de rechtspositie van toegelat<strong>en</strong><br />

vreemdeling<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 10: Verharding van de maatschappij t.a.v. criminaliteit: opkomst van e<strong>en</strong> str<strong>en</strong>ger<br />

strafklimaat<br />

Tr<strong>en</strong>d 11: Medialisering van de strafrechtket<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 12: Opsporing<br />

Tr<strong>en</strong>d 13: Internationalisering van het recht<br />

Tr<strong>en</strong>d 14: Europeanisering van recht <strong>en</strong> beleid<br />

Tr<strong>en</strong>d 15: De wijziging van Opiumwet <strong>en</strong> het Nederlandse drugsbeleid 1976-2005<br />

Tr<strong>en</strong>d 16: Opkomst <strong>en</strong> teruggang van de gedoogcultuur<br />

Tr<strong>en</strong>d 17: Liberalisering van de abortuswet<br />

Tr<strong>en</strong>d 18: Legalisering van prostitutie<br />

Tr<strong>en</strong>d 19: Euthanasie<br />

Hotspot 1: Ontslag Docters van Leeuw<strong>en</strong> (1998)<br />

Hotspot 2: Nieuwe Meer-arrest 27 juni 1986<br />

Hotspot 3: Invoering algem<strong>en</strong>e id<strong>en</strong>tificatieplicht 2005<br />

Hotspot 4: De uitzetting van Zekeriya Gümüş (1997)<br />

Hotspot 5: De Wet Mulder (1990)<br />

Hotspot 6: Het B<strong>en</strong>them-arrest 23 oktober 1985<br />

Hotspot 7: Justitiële dwaling<strong>en</strong>: De zaak-Ina Post (1987-2010)<br />

Hotspot 8: Justitiële dwaling<strong>en</strong>: De zaak-Lucia de Berk (2003-2010)<br />

Hotspot 9: Justitiële dwaling<strong>en</strong>: Putt<strong>en</strong>se moordzaak (1994-2002)<br />

Hotspot 10: Justitiële dwaling<strong>en</strong>: Schiedammer parkmoord (2000-2005)<br />

110


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Bijlage 7: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Verkeer <strong>en</strong> vervoer<br />

Tr<strong>en</strong>d 1: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mobiliteit<br />

Tr<strong>en</strong>d 2: To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de congestie<br />

Tr<strong>en</strong>d 3: Uitbreiding van het ondergrondse elektriciteit- <strong>en</strong> gasnetwerk<br />

Tr<strong>en</strong>d 4: Daling van het aantal verkeersslachtoffers ondanks to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mobiliteit<br />

Tr<strong>en</strong>d 5: To<strong>en</strong>ame van de complexiteit van logistiek in de transportsector<br />

Tr<strong>en</strong>d 6: Verzelfstandiging <strong>en</strong> privatisering van het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

Tr<strong>en</strong>d 7: To<strong>en</strong>ame beschikbaarheid <strong>en</strong> gebruik communicatiemiddel<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 8: Opmars van de routeplanner thuis <strong>en</strong> onderweg<br />

Tr<strong>en</strong>d 9: Introductie <strong>en</strong> de ontwikkeling van het parkeerbeleid<br />

Hotspot 1: Vliegramp T<strong>en</strong>erife (1977)<br />

Hotspot 2: Protest<strong>en</strong> bij Amelisweerd (1982)<br />

Hotspot 3: Invoering van de APK voor person<strong>en</strong>auto’s (1985)<br />

Hotspot 4: Granaria-affaire (1987-1988)<br />

Hotspot 5: De Wet Mulder (1990)<br />

Hotspot 6: Invoering OV-stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>kaart (1991)<br />

Hotspot 7: De Bijlmerramp (1992)<br />

Hotspot 8: Aanleg Bulderbos (1994)<br />

Hotspot 9: Afschaff<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>scontroles binn<strong>en</strong> de Sch<strong>en</strong>g<strong>en</strong>zone (1995)<br />

Hotspot 10: Herculesramp (1995)<br />

Hotspot 11: Aanleg Betuweroute (1997)<br />

Hotspot 12: Taxiwet (2000)<br />

Hotspot 13: HSL-tunnel onder het Gro<strong>en</strong>e Hart (2000-2005)<br />

Hotspot 14: Stroomstoring Haaksberg<strong>en</strong> (2005)<br />

111


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Bijlage 8: Tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> hotspots <strong>domein</strong> Economie<br />

Tr<strong>en</strong>d 1: randering<strong>en</strong> in de conjunctuur <strong>en</strong> in de structuur van de economie<br />

Tr<strong>en</strong>d 2: De iberalisering van de verzorgingsstaat: van e<strong>en</strong> verdel<strong>en</strong>de, via e<strong>en</strong> terugtred<strong>en</strong>de<br />

naar e<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>de overheid<br />

Tr<strong>en</strong>d 3: Nederland <strong>en</strong> het buit<strong>en</strong>land: verschuiving<strong>en</strong> op de handelsbalans<br />

Tr<strong>en</strong>d 4: De rijksoverheid: van speler naar ondersteuner<br />

Tr<strong>en</strong>d 5: Verandering<strong>en</strong> in de aanpak <strong>en</strong> richting van Research & Developm<strong>en</strong>t: van e<strong>en</strong><br />

stur<strong>en</strong>de naar e<strong>en</strong> conditioner<strong>en</strong>de overheid<br />

Tr<strong>en</strong>d 6: R&D in de landbouw: de ontvlechting van de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de overheid <strong>en</strong> de<br />

agrarische sector<br />

Tr<strong>en</strong>d 7: Van groei naar krimp in de collectieve sector<br />

Tr<strong>en</strong>d 8: Naar e<strong>en</strong> kleinere <strong>en</strong> efficiënte rijksoverheid: privatisering, verzelfstandiging <strong>en</strong> op<br />

afstand plaats<strong>en</strong> van overheidsonderdel<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 9: Naar e<strong>en</strong> Europese markt<br />

Tr<strong>en</strong>d 10: Naar e<strong>en</strong> Europese Monetaire Unie<br />

Tr<strong>en</strong>d 11: De overvleugeling van het Nederlandse door het Europese landbouwbeleid<br />

Tr<strong>en</strong>d 12: Terug naar de kernactiviteit<strong>en</strong>: het grootbedrijf <strong>en</strong> de opkomst van het MKB <strong>en</strong> de<br />

e<strong>en</strong>manszak<strong>en</strong>/zzp’ers<br />

Tr<strong>en</strong>d 13: Verandering in de rol <strong>en</strong> positie van multinationale onderneming<strong>en</strong>/aansturing van het<br />

bedrijfslev<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 14: Opkomst van de ICT-sector/opkomst <strong>en</strong> ondergang van de ‘nieuwe economie’<br />

Tr<strong>en</strong>d 15: De bouw: groei<strong>en</strong>, krimp<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanpass<strong>en</strong><br />

Tr<strong>en</strong>d 16: De vermarkting van vrije tijd: het toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> economisch belang van<br />

vrijetijdsbesteding<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wisselwerking tuss<strong>en</strong> overheid <strong>en</strong> markt<br />

Hotspot 1: Het akkoord van Wass<strong>en</strong>aar (1982)<br />

Hotspot 2: RSV-<strong>en</strong>quête (1983-1984)<br />

Hotspot 3: De internetzeepbel (1995-2002)<br />

Hotspot 4: Mond- <strong>en</strong> klauwzeer (2001)<br />

Hotspot 5: Invoering van de euro (2002)<br />

Hotspot 6: Parlem<strong>en</strong>taire <strong>en</strong>quêtecommissie Bouwnijverheid (2002-2003)<br />

Hotspot 7: Code Tabaksblat (2003)<br />

112


Conceptrapport <strong>domein</strong> <strong>Politiek</strong> <strong>en</strong> bestuur – OT Tr<strong>en</strong>danalyse 1976-2005, <strong>Nationaal</strong> <strong>Archief</strong>, mei 2011<br />

Colofon<br />

Aan dit rapport hebb<strong>en</strong> bijgedrag<strong>en</strong>:<br />

- BA Oscar Kramer<br />

- dr. Iwona Mączka<br />

- drs. Maart<strong>en</strong> Peters<br />

- drs. Karoli<strong>en</strong> Verbrugge<br />

113

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!