Asbest in ons milieu?

Asbest in ons milieu? Asbest in ons milieu?

11.09.2013 Views

Asbestvezels die via het maag/darmkanaal opgenomen worden zijn waarschijnlijk niet gevaarlijk: er is op dit ogenblik geen verband aangetoond tussen vormen van kanker en orale opname. Er zijn wel vermoedens dat dit het geval kan zijn (bron: Ecomanager, n° 56), het eventueel risico is bij ora le opname echter veel geringer dan bij inademing van asbestvezels. Er is onderzocht of asbest ook nog andere ziektes kan veroorzaken. Zo vond men onvoldoende bewijs voor een oorzakelijk verband tussen non-hodgkin lymfekanker en asbestblootstelling: in 32 van 35 epidemiologische onderzoeken werd geen verband aangetroffen. Over het juiste mechanisme waardoor asbest kanker veroorzaakt tast men in het duister. Hypothetisch worden wel eens volgende mogelijkheden geopperd: − Asbestvezels dienen als drager voor kankerverwekkende stoffen zoals PAK’s; − asbestvezels veroorzaken een chronische ontstekingsreactie in het omliggende weefsel omdat het immuunsysteem er niet in slaagt de vezels in te kapselen en te verwijderen. Dit geldt vooral voor langere vezels > 5µm. Bij de aanval van fagocytische cellen van het immuunsyteem op asbest komen vrije zuurstofradicalen vrij. De vrijgave wordt gestimuleerd door de aanwezigheid van ijzer. Amosiet en crocidoliet bevatten tot 20 % ijzer. De reactieve zuurstofverbindingen veroorzaken ontstekingsreacties in de omliggende cellen. Deze ontstekingsreacties kunnen op lange termijn DNA schade veroorzaken bij een aantal genen die de celdeling controleren. Hier zijn ook cytokines (eiwitachtige stoffen die een rol spelen bij de communicatie tussen cellen) bij betrokken. Bij mesothelioompatiënten vindt men vaak afwijkingen op sommige chromosomen. Chrysotielvezels zouden na verloop van tijd splitsen tot kortere vezels die wel door fagocyten kunnen worden ingekapseld en verwijderd; − er zijn enige experimentele aanwijzingen dat het virus SV40 bijdraagt aan de vorming van mesothelioom. SV40 is een DNA tumor virus dat voorkomt bij apen. Het virus is waarschijnlijk bij de mens is gekomen door massale polio vaccinatiecampagnes tussen 1955 en 1963. SV40 en asbest werken in deze hyptthese samen in een ingewikkeld genetisch mechanisme dat uiteindelijk tot mesothelioom leidt. 2.3.4 Gevaarseigenschappen in functie van vezel(type) Alle epidemiologische studies zijn gebaseerd op de huidige vezeldefinitie. Niet elke soort vezel is immers even gevaarlijk: de kankerverwekkende eigenschappen houden vooral verband met de afmetingen van de vezels en met het type van asbestvezel. Dit wordt nog eens bevestigd in recente studies. Vezelafmeting Langere en dunnere vezels zijn gevaarlijker dan kortere en dikkere. De gevaarlijkste vezels hebben een lengte tussen 5 en 40 µm en een diameter tussen 0,05 en 1 µm. Uit dierproeven blijkt dat vezels langer dan 8 µm en dunner dan 0,2 µm veel meer kans op tumoren veroorzaken dan korte vezels. Vezels met een lengte/diameterverhouding < 3 zijn minder gevaarlijk. De dunnere vezels kunnen bij inademing de longblaasjes bereiken en zo de grotere gezondheidsschade veroorzaken. Vezels langer dan 5 µm kunnen niet worden omhuld door macrofagen. Macrofagen zijn grote cellen die deeltjes zoals bacteriën, dode eigen cellen en inerte deeltjes opnemen. Macrofagen vormen een deel van de niet-specifieke immuniteit, dit wil zeggen de tweede barrière na de huid als bescherming tegen infectie. 49

De macrofaag die de te lange vezel tracht in te kapselen gaat uiteindelijk ten onder. De vrijkomende stoffen trekken weer andere macrofagen aan. Deze ondergaan hetzelfde lot en er ontstaat een chronische ontstekingsreactie. Kristallijn karakter Materialen met kristalstructuur hebben fysisch-chemische eigenschappen die onder meer afhangen van de structuur van het regelmatige kristalrooster. Zo hebben vele mineralen in verschillende richtingen een verschillende lichtbrekingsindex. Kristallijne materialen zoals asbest zullen bij voorkeur onder mechanische belasting in een bepaalde richting splitsen, afhankelijk van de opbouw van het kristalrooster. Er ontstaan kristallijne vezels die steeds verder bij voorkeur in de lengte splitsen: de vezels zijn gemakkelijk splijtbaar. De vezels worden op de duur zo dun dat ze inadembaar worden. Amorfe of niet-kristallijne vezels (rotswol, glaswol en slakkenwol) verliezen onder mechanische invloeden hun vezelstructuur, ze splitsen met andere woorden in willekeurige richtingen en dus bij voorkeur in de breedte (de meest kwetsbare kant van een vezel). Hierdoor verliezen deze materialen langzaam de gevaarlijke vezelstructuur. Het gezondheidsrisico van amorfe vezels is dus kleiner. Type vezel Ook de duurzaamheid speelt een rol: hoe duurzamer, hoe gevaarlijker de vezel. Blauw en bruin asbest zijn zeer duurzaam in het lichaam. Uit het voorkomen van mesothelioom en longkanker blijkt dan ook dat blauw en bruin asbest gevaarlijker zijn dan wit asbest. Volgens de Engelse Health and Safety Executive worden erg weinig gevallen van mesothelioom aan chrysotiel toegeschreven, ondanks dat duizenden arbeiders in het verleden hieraan uitgebreid werden blootgesteld. Asbestmijnwerkers die gedurende een matig lange periode (5 tot 10 jaar) aan hoge concentraties blauw of bruin asbest werden blootgesteld kregen significant meer longkanker, asbestose en mesothelioom. Het relatief risico van mesothelioom en longkanker wordt in onderstaande tabel weergegeven. Relatief risico i.f.v. vezeltype (Hodgson en Darnton, UK, Annals of Occupational Hygiene 44 N° 8, 565-601, 2000) Ziektebeeld Serpentijnen Amfibolen Chrysotiel (wit asbest) Amosiet (bruin asbest) Crocidoliet (blauw asbest) Mesothelioom 1 100 500 Longkanker 1 10 tot 50 Tabel 7. Relatief risico voor mesothelioom in functie van vezeltype De hechting van het materiaal wordt in zekere mate ook door het vezeltype bepaald. Materiaal met blauw of bruin asbest heeft meer neiging om bros te worden dan materiaal met wit asbest, is minder slijtvast en genereert meer stof bij bewerking. lange en dunne, niet-zichtbare vezels geven het meeste risico: ze omzeilen de verdedigingsmechanismen van onze luchtwegen (neusharen & trilhaartjes in slijmvlies) en kunnen zich in onze longblaasjes nestelen. Blauw en bruin asbest zijn risicovoller dan wit 50

<strong>Asbest</strong>vezels die via het maag/darmkanaal opgenomen worden zijn waarschijnlijk<br />

niet gevaarlijk: er is op dit ogenblik geen verband aangetoond tussen vormen van<br />

kanker en orale opname. Er zijn wel vermoedens dat dit het geval kan zijn (bron:<br />

Ecomanager, n° 56), het eventueel risico is bij ora le opname echter veel ger<strong>in</strong>ger<br />

dan bij <strong>in</strong>adem<strong>in</strong>g van asbestvezels.<br />

Er is onderzocht of asbest ook nog andere ziektes kan veroorzaken. Zo vond men<br />

onvoldoende bewijs voor een oorzakelijk verband tussen non-hodgk<strong>in</strong> lymfekanker<br />

en asbestblootstell<strong>in</strong>g: <strong>in</strong> 32 van 35 epidemiologische onderzoeken werd geen<br />

verband aangetroffen.<br />

Over het juiste mechanisme waardoor asbest kanker veroorzaakt tast men <strong>in</strong> het<br />

duister. Hypothetisch worden wel eens volgende mogelijkheden geopperd:<br />

− <strong>Asbest</strong>vezels dienen als drager voor kankerverwekkende stoffen zoals PAK’s;<br />

− asbestvezels veroorzaken een chronische ontstek<strong>in</strong>gsreactie <strong>in</strong> het<br />

omliggende weefsel omdat het immuunsysteem er niet <strong>in</strong> slaagt de vezels <strong>in</strong> te<br />

kapselen en te verwijderen. Dit geldt vooral voor langere vezels > 5µm. Bij de<br />

aanval van fagocytische cellen van het immuunsyteem op asbest komen vrije<br />

zuurstofradicalen vrij. De vrijgave wordt gestimuleerd door de aanwezigheid<br />

van ijzer. Amosiet en crocidoliet bevatten tot 20 % ijzer. De reactieve<br />

zuurstofverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen veroorzaken ontstek<strong>in</strong>gsreacties <strong>in</strong> de omliggende cellen.<br />

Deze ontstek<strong>in</strong>gsreacties kunnen op lange termijn DNA schade veroorzaken<br />

bij een aantal genen die de celdel<strong>in</strong>g controleren. Hier zijn ook cytok<strong>in</strong>es<br />

(eiwitachtige stoffen die een rol spelen bij de communicatie tussen cellen) bij<br />

betrokken. Bij mesothelioompatiënten v<strong>in</strong>dt men vaak afwijk<strong>in</strong>gen op sommige<br />

chromosomen.<br />

Chrysotielvezels zouden na verloop van tijd splitsen tot kortere vezels die wel<br />

door fagocyten kunnen worden <strong>in</strong>gekapseld en verwijderd;<br />

− er zijn enige experimentele aanwijz<strong>in</strong>gen dat het virus SV40 bijdraagt aan de<br />

vorm<strong>in</strong>g van mesothelioom. SV40 is een DNA tumor virus dat voorkomt bij<br />

apen. Het virus is waarschijnlijk bij de mens is gekomen door massale polio<br />

vacc<strong>in</strong>atiecampagnes tussen 1955 en 1963. SV40 en asbest werken <strong>in</strong> deze<br />

hyptthese samen <strong>in</strong> een <strong>in</strong>gewikkeld genetisch mechanisme dat uite<strong>in</strong>delijk tot<br />

mesothelioom leidt.<br />

2.3.4 Gevaarseigenschappen <strong>in</strong> functie van vezel(type)<br />

Alle epidemiologische studies zijn gebaseerd op de huidige vezeldef<strong>in</strong>itie.<br />

Niet elke soort vezel is immers even gevaarlijk: de kankerverwekkende<br />

eigenschappen houden vooral verband met de afmet<strong>in</strong>gen van de vezels en met<br />

het type van asbestvezel. Dit wordt nog eens bevestigd <strong>in</strong> recente studies.<br />

Vezelafmet<strong>in</strong>g<br />

Langere en dunnere vezels zijn gevaarlijker dan kortere en dikkere. De<br />

gevaarlijkste vezels hebben een lengte tussen 5 en 40 µm en een diameter tussen<br />

0,05 en 1 µm. Uit dierproeven blijkt dat vezels langer dan 8 µm en dunner dan 0,2<br />

µm veel meer kans op tumoren veroorzaken dan korte vezels. Vezels met een<br />

lengte/diameterverhoud<strong>in</strong>g < 3 zijn m<strong>in</strong>der gevaarlijk.<br />

De dunnere vezels kunnen bij <strong>in</strong>adem<strong>in</strong>g de longblaasjes bereiken en zo de<br />

grotere gezondheidsschade veroorzaken.<br />

Vezels langer dan 5 µm kunnen niet worden omhuld door macrofagen. Macrofagen<br />

zijn grote cellen die deeltjes zoals bacteriën, dode eigen cellen en <strong>in</strong>erte deeltjes<br />

opnemen. Macrofagen vormen een deel van de niet-specifieke immuniteit, dit wil<br />

zeggen de tweede barrière na de huid als bescherm<strong>in</strong>g tegen <strong>in</strong>fectie.<br />

49

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!