Asbest in ons milieu?

Asbest in ons milieu? Asbest in ons milieu?

11.09.2013 Views

Asbestvezels komen vrij door menselijke activiteiten én door natuurlijke verwering. In sommige Alpenregio’s met asbesthoudende rotsen meet men in de gezonde berglucht ook hoge concentraties asbest. Men vindt naast asbest nog vele andere vezels in de buitenlucht. Gemiddeld zijn slechts 15 procent van de minerale vezels in de buitenlucht asbestvezels. Meetresultaten van asbestconcentraties in de buitenlucht verschillen sterk naargelang de weersomstandigheden. Men moet over een groot aantal meetwaarden beschikken die ingezameld werden over een voldoende lange tijd om meetwaarden met elkaar te kunnen vergelijken. De achtergrondconcentratie is ongeveer 1 000 tot 10 000 keer lager dan de concentratie asbestvezels in professionele situaties zoals bij het verwijderen van los asbest. In deze situtaties zal men zich extra beschermen door bijv. het gebruik van ademhalingsbescherming. Meer over meetmethodes vindt u in het onderstaande item. 2.2.3.2 Is meten weten ? Metingen van asbestvezels in lucht kunnen zinvol zijn maar zijn op zich niet voldoende om het risico in te schatten. Men kan bijv. een luchtmeting in een gebouw uitvoeren om na te gaan of er geen risico is voor de aanwezigen. Zo 'n meting is enkel zinvol wanneer de meetomstandigheden zoveel mogelijk deze tijdens de normale activiteiten benaderen (luchtcirculatie, trillingen, vochtigheid e.d.). Luchtmetingen zijn maar een momentopname (weliswaar gespreid over enkele uren). Luchtmetingen kunnen verrassende resultaten opleveren. Soms is een materiaal ook duidelijk gedegradeerd en toch meet men geen asbestvezels in de lucht. Anderzijds meet men sporadisch hoge waarden na verwijderingswerken die op het eerste gezicht volgens de regels van de kunst werden uitgevoerd. Het meten van asbest in lucht moet dan ook kaderen in een totale risico-evaluatie van de specifieke locatie waar het probleem zich voordoet. 2.2.3.3 Over meetmethodes Vooreerst zijn een goede monsterneming en monstervoorbereiding onontbeerlijk om een representatieve meting te kunnen uitvoeren. Of men nog lage concentraties vezels in een staal kan detecteren hangt in eerste instantie daarvan af. De gebruikte meetmethode is belangrijk. Meetwaarden kunnen niet zomaar met elkaar vergeleken worden. Bij luchtmetingen zuigt men lucht aan over een membraanfilter. De filter vangt de asbestvezels op. De filter wordt vervolgens behandeld en men meet de hoeveelheid opgevangen asbest, rekening houdend met het aangezogen luchtdebiet. Men kan de opgevangen asbestvezels tellen of wegen. Methoden waarbij de asbestvezels worden geteld zijn nauwkeuriger dan methoden waarbij de asbestvezels worden gewogen. Analytische balansen hebben immers slechts een nauwkeurigheid tot ca. 1 µg (1 miljoenste gram), met een 37

elektronenmicroscoop kan men individuele vezels waarnemen die slechts een fractie van een nanogram (1 miljardste gram) wegen. Bij telmethodes drukt men het meetresultaat in aantal vezels per kubieke meter of per liter lucht uit. Telmethoden beklemtonen het voorkomen van kleine vezels, in tegenstelling tot gewichtsbepalingen. Telmethodes geven een betere indicatie van het risico want: − Kleine vezels komen in veel grotere mate in de omgevingslucht voor dan grote vezels (met uitzondering van plaatsen in de onmiddellijke nabijheid van emissiebronnen); − Kleinere vezels zijn gevaarlijker dan grote vezels want ze zijn beter inadembaar. Bij de telmethodes gebruikt men elektronenmicroscopie (EM) gekoppeld aan Xstralen spectrometrie of lichtmicroscopie. De electonenmicroscoop geeft nauwkeuriger resultaten dan de lichtmicroscoop: − Door de beperktere resolutie van de lichtmicroscoop kan men met lichtmicroscopie geen vezels dunner dan 0,2 µm waarnemen. Met EM kan men dus zeer kleine vezels detecteren die met een lichtmicroscoop niet meer waarneembaar zijn; − Met energiedispersieve X-stralen analyse kan men een stof chemisch identificeren en dus een ondubbelzinning onderscheid maken tussen asbestvezels en andere minerale vezels. Een standaard electronenmicroscoop is met dit systeem uitgerust. Met lichtmicroscopie is dat onderscheid veel moeilijker te maken. Bij luchtmetingen waarbij men soms heel lage concentraties wil meten (de zogenaamde “milieumetingen”) gebruikt men electronenmicroscopie. Elektronenmicroscopie is de meest betrouwbare doch ook de duurste meetmethode. Meest performant is de analytische transmissieelektronenmicroscopie. Naast de kostprijs, zijn andere nadelen de soms lange analysetijden, het gebrek aan standaardisatie en het gebrek aan blootstellingsgegevens op basis van deze methode in epidemiologische studies. Bij arbeidssituaties gebruikt men de referentiemethode met de goedkopere maar minder nauwkeurige lichtmicroscopie. De referentiemethode kan niet altijd een onderscheid maken tussen asbestvezels en andere vezels. De getelde vezels kunnen voor een deel uit andere dan asbestvezels bestaan (gipsvezels, andere anorganische vezels,….). De methode is geschikt voor het meten van relatief hoge concentraties aan vezels waarvan men mag veronderstellen dat de vezels hoofdzakelijk asbestvezels zijn. De referentiemethode is niet geschikt voor het meten van lage concentraties zoals men deze vindt in de buitenlucht. Resultaten van beide meetmethodes kunnen niet met elkaar vergeleken worden. Er is geen vaste omrekeningsfactor om analyseresultaten via lichtmicroscopische metingen te vergelijken met analyseresultaten van elektronenmicroscopische metingen. De verhouding elektronenmicroscopisch versus lichtmicroscopisch waargenomen vezels kan variëren van 100/1 tot 1/1. Een elektronenmicroscopische analyse van één staal kost ca 500 euro (situatie 2001), een analyse via optische microscopie ca. 125 euro. De kostprijs per analyse daalt naarmate meer analyses worden uitgevoerd. 38

<strong>Asbest</strong>vezels komen vrij door menselijke activiteiten én door natuurlijke verwer<strong>in</strong>g.<br />

In sommige Alpenregio’s met asbesthoudende rotsen meet men <strong>in</strong> de gezonde<br />

berglucht ook hoge concentraties asbest.<br />

Men v<strong>in</strong>dt naast asbest nog vele andere vezels <strong>in</strong> de buitenlucht. Gemiddeld zijn<br />

slechts 15 procent van de m<strong>in</strong>erale vezels <strong>in</strong> de buitenlucht asbestvezels.<br />

Meetresultaten van asbestconcentraties <strong>in</strong> de buitenlucht verschillen sterk<br />

naargelang de weersomstandigheden. Men moet over een groot aantal<br />

meetwaarden beschikken die <strong>in</strong>gezameld werden over een voldoende lange tijd<br />

om meetwaarden met elkaar te kunnen vergelijken.<br />

De achtergrondconcentratie is ongeveer 1 000 tot 10 000 keer lager dan de<br />

concentratie asbestvezels <strong>in</strong> professionele situaties zoals bij het verwijderen van<br />

los asbest. In deze situtaties zal men zich extra beschermen door bijv. het gebruik<br />

van ademhal<strong>in</strong>gsbescherm<strong>in</strong>g.<br />

Meer over meetmethodes v<strong>in</strong>dt u <strong>in</strong> het onderstaande item.<br />

2.2.3.2 Is meten weten ?<br />

Met<strong>in</strong>gen van asbestvezels <strong>in</strong> lucht kunnen z<strong>in</strong>vol zijn maar zijn op zich niet<br />

voldoende om het risico <strong>in</strong> te schatten.<br />

Men kan bijv. een luchtmet<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een gebouw uitvoeren om na te gaan of er geen<br />

risico is voor de aanwezigen. Zo 'n met<strong>in</strong>g is enkel z<strong>in</strong>vol wanneer de<br />

meetomstandigheden zoveel mogelijk deze tijdens de normale activiteiten<br />

benaderen (luchtcirculatie, trill<strong>in</strong>gen, vochtigheid e.d.).<br />

Luchtmet<strong>in</strong>gen zijn maar een momentopname (weliswaar gespreid over enkele<br />

uren).<br />

Luchtmet<strong>in</strong>gen kunnen verrassende resultaten opleveren. Soms is een materiaal<br />

ook duidelijk gedegradeerd en toch meet men geen asbestvezels <strong>in</strong> de lucht.<br />

Anderzijds meet men sporadisch hoge waarden na verwijder<strong>in</strong>gswerken die op het<br />

eerste gezicht volgens de regels van de kunst werden uitgevoerd.<br />

Het meten van asbest <strong>in</strong> lucht moet dan ook kaderen <strong>in</strong> een totale risico-evaluatie<br />

van de specifieke locatie waar het probleem zich voordoet.<br />

2.2.3.3 Over meetmethodes<br />

Vooreerst zijn een goede m<strong>ons</strong>ternem<strong>in</strong>g en m<strong>ons</strong>tervoorbereid<strong>in</strong>g onontbeerlijk<br />

om een representatieve met<strong>in</strong>g te kunnen uitvoeren. Of men nog lage<br />

concentraties vezels <strong>in</strong> een staal kan detecteren hangt <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie daarvan<br />

af.<br />

De gebruikte meetmethode is belangrijk. Meetwaarden kunnen niet zomaar met<br />

elkaar vergeleken worden.<br />

Bij luchtmet<strong>in</strong>gen zuigt men lucht aan over een membraanfilter. De filter vangt de<br />

asbestvezels op. De filter wordt vervolgens behandeld en men meet de<br />

hoeveelheid opgevangen asbest, reken<strong>in</strong>g houdend met het aangezogen<br />

luchtdebiet.<br />

Men kan de opgevangen asbestvezels tellen of wegen.<br />

Methoden waarbij de asbestvezels worden geteld zijn nauwkeuriger dan methoden<br />

waarbij de asbestvezels worden gewogen. Analytische balansen hebben immers<br />

slechts een nauwkeurigheid tot ca. 1 µg (1 miljoenste gram), met een<br />

37

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!