Asbest in ons milieu?

Asbest in ons milieu? Asbest in ons milieu?

11.09.2013 Views

3 Definities en begrippen − absoluutfilter (HEPA-filter of High Efficiency Particulate Air filter): een absoluutfilter is in staat om 99,97 procent van de deeltjes groter of gelijk aan 3 µm uit de lucht te filteren. De filter werd in eerste instantie ontwikkeld door het Amerikaanse leger om militair personeel te beschermen tegen de inademing van schadelijk radioactief plutoniumstof. De filter bestaat uit ultrafijne glasvezels, welke in lamellen opgevouwen zijn om de oppervlakte zoveel mogelijk te vergroten. Daar de HEPA-filter duur is worden er meestal een aantal andere filters voorgeschakeld. Tegenwoordig heeft men ook al ULPA filters (Ultra-Low Penetration Air), welke tot 99,99 procent van deeltjes groter of gelijk aan 0.12 µm (bijv sommige virussen) uit de lucht kunnen filteren; − aërodynamische diameter: de snelheid waarmee een partikel in een aërosol uitzakt door de zwaartekracht hangt af van de vorm, de afmetingen, de dichtheid en de viskeuze weerstand bij het bewegen door lucht. De AED van een partikel is de straal van een bolvormig deeltje met dichtheid één (1 kg per dm 3 , de dichtheid van water) dat dezelfde uitzaksnelheid in hetzelfde gas heeft als dit partikel. Deeltjes met dezelfde AED vertonen hetzelfde dynamische gedrag in een gas; − ARAB: het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming. Het ARAB wordt nu geleidelijk vervangen door de “Codex over het welzijn op het werk”. Dit is een werk van lange adem. − asbestverdacht product: een product of materiaal dat mogelijk asbest bevat. Het product moet dus worden behandeld alsof het asbest bevat; − beschermingsfactor: kenmerk van een ademhalingsmasker: de verhouding tussen de concentratie vezels in de omgevingslucht en de concentratie vezels die worden ingeademd. Hoe hoger de beschermingsfactor, hoe beter de bescherming. Bij asbestverwijderende bedrijven test men periodiek een individuele maskerdrager combinatie om de beschermingsfactor te kennen. De pasvorm van een masker op het gelaat is immers bij iedereen verschillend. Er is een onderscheid tussen de beschermingsfactor die bij zo een test moet worden gehaald (2000 bij volgelaatsmasker, 100 bij halfgelaatsmasker) en de werkelijke of nominale beschermingsfactor. Deze laatste is meestal een stuk lager omwille van een niet-perfecte aansluiting op het gezicht, irritatie, losser worden van de aansluitriemen bij langdurig gebruik, baardgroei enz.. Er is ook een onderscheid tussen de in een test gemeten beschermingsfactor en een door de fabrikant aan een ademhalingsbescherming toegewezen beschermingsfactor. Dit laatste is de waarschijnlijke beschermingsfactor wanneer het ademhalingsmasker perfect past en men het masker gebruikt in overeenstemming met de instructies. − carcinogeen (kankerverwekkend): Er zijn voornamelijk 2 klassieke methoden om kankerverwekkende eigenschappen aan te tonen: via dierproeven (waarvan men dan aanneemt dat de stof/invloed een gelijkaardig effect op de mens zal hebben) of via epidemiologische studies, waarbij het aantal kankers bij een blootgestelde groep wordt vergeleken met een niet- of minder blootgestelde controlegroep. Het IARC (International Agency for Research on Cancer) deelt stoffen in naargelang hun kankerverwekkende eigenschappen voor de mens: groep 1: kankerverwekkend voor de mens (voldoende bewijs) groep 2A: waarschijnlijk kankerverwekkend groep 2B: mogelijk kankerverwekkende eigenschappen groep 3: niet in te delen groep 4: waarschijnlijk niet-kankerverwekkend Het Amerikaanse EPA hanteert volgende indeling: 111

groep A: kankerverwekkend (voldoende epidemiologisch bewijs) groep B1: waarschijnlijk kankerverwekkend (beperkt epidemiologisch bewijs) groep B2: waarschijnlijk kankerverwekkend (voldoende bewijzen via dierenproeven) groep C: mogelijk kankerverwekkend (bewerkte bewijzen via dierenproeven) De Europese Unie heeft de volgende indeling: categorie 1: kankerverwekkend voor de mens (voldoende bewijs oorzakelijk verband) categorie 2: waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens (voldoende bewijs voor een sterk vermoeden, vaak gebaseerd op dierproeven); categorie 3: mogelijk kankerverwekkend voor de mens (aanwijzingen, doch onvoldoende voor indeling in groep 2). Het ACGIH (“American Conference of Governmental Industrial Hygienists”) en het Amerikaanse NTP (“National Toxicology Program”) hanteren nog eigen, gelijkaardige, indelingen. − categorie 1-stortplaats: stortplaats voor bedrijfsafval of voor behandeld gevaarlijk afval. Op deze stortplaats mag men verpakt gesolidificeerd afval met vrije asbestvezels, verpakt in balen geperst afval met vrije asbestvezels en hechtgebonden asbestafval storten. De lijst van alle stortplaatsen vindt u op de OVAM website; − categorie 2-stortplaats: stortplaats voor niet-gevaarlijk afval, onder meer voor huishoudelijk afval en voor biologisch afval. Op dit moment (2006) zijn er geen categorie 2-stortplaatsen die vergund zijn voor het aanvaarden van hechtgebonden asbesthoudend afval. Afval met vrije asbestvezels mag sowieso niet op een categorie 2-stortplaats. − categorie 3-stortplaats: stortplaats voor inert afval (onder meer beton - en /of metselwerkpuin, natuursteenafval, glasafval). Men mag asbestcement en ander hechtgebonden asbestafval op een categorie 3-stortplaats storten, mits men hiervoor een afzonderlijk stortvak heeft voorzien. − Codex over welzijn op het werk: deze wetgeving regelt de bescherming (veiligheid, gezondheid) van de werknemers op de werkplek. De wetgeving vervangt het vroegere ARAB (Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming). De bepalingen uit de Codex die over asbest gaan werden via het Koninklijk Besluit (KB) van 16 maart 2006 over ”de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest” aan de Codex toegevoegd. De interpretatie van de Codex behoort tot de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; − eenvoudige handelingen: een van de 3 technieken beschreven in de Codex over het welzijn op het werk (meer bepaald in het KB van 16 maart 2006 tot bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest) om asbest of asbesthoudend materiaal te verwijderen of te slopen. De techniek van eenvoudige handelingen is de eenvoudigste techniek en wordt elders in deze tekst beschreven. − FOD werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg: FOD staat voor Federale Overheidsdienst. Het betreft het vroegere Ministerie van Arbeid en Tewerkstelling in een nieuw kleedje − grenswaarde: concentratie van een verontreinigde stof die niet mag overschreden worden. Men onderscheidt grenswaarden voor beroepsblootstelling en een algemene grenswaarde voor de achtergrondconcentratie in de buitenlucht. Deze laatste 112

3 Def<strong>in</strong>ities en begrippen<br />

− absoluutfilter (HEPA-filter of High Efficiency Particulate Air filter):<br />

een absoluutfilter is <strong>in</strong> staat om 99,97 procent van de deeltjes groter of gelijk<br />

aan 3 µm uit de lucht te filteren. De filter werd <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie ontwikkeld<br />

door het Amerikaanse leger om militair personeel te beschermen tegen de<br />

<strong>in</strong>adem<strong>in</strong>g van schadelijk radioactief plutoniumstof. De filter bestaat uit<br />

ultrafijne glasvezels, welke <strong>in</strong> lamellen opgevouwen zijn om de oppervlakte<br />

zoveel mogelijk te vergroten. Daar de HEPA-filter duur is worden er meestal<br />

een aantal andere filters voorgeschakeld.<br />

Tegenwoordig heeft men ook al ULPA filters (Ultra-Low Penetration Air), welke<br />

tot 99,99 procent van deeltjes groter of gelijk aan 0.12 µm (bijv sommige<br />

virussen) uit de lucht kunnen filteren;<br />

− aërodynamische diameter: de snelheid waarmee een partikel <strong>in</strong> een aërosol<br />

uitzakt door de zwaartekracht hangt af van de vorm, de afmet<strong>in</strong>gen, de<br />

dichtheid en de viskeuze weerstand bij het bewegen door lucht.<br />

De AED van een partikel is de straal van een bolvormig deeltje met dichtheid<br />

één (1 kg per dm 3 , de dichtheid van water) dat dezelfde uitzaksnelheid <strong>in</strong><br />

hetzelfde gas heeft als dit partikel. Deeltjes met dezelfde AED vertonen<br />

hetzelfde dynamische gedrag <strong>in</strong> een gas;<br />

− ARAB: het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherm<strong>in</strong>g. Het ARAB wordt<br />

nu geleidelijk vervangen door de “Codex over het welzijn op het werk”. Dit is<br />

een werk van lange adem.<br />

− asbestverdacht product: een product of materiaal dat mogelijk asbest bevat.<br />

Het product moet dus worden behandeld alsof het asbest bevat;<br />

− bescherm<strong>in</strong>gsfactor:<br />

kenmerk van een ademhal<strong>in</strong>gsmasker: de verhoud<strong>in</strong>g tussen de concentratie<br />

vezels <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>gslucht en de concentratie vezels die worden <strong>in</strong>geademd.<br />

Hoe hoger de bescherm<strong>in</strong>gsfactor, hoe beter de bescherm<strong>in</strong>g.<br />

Bij asbestverwijderende bedrijven test men periodiek een <strong>in</strong>dividuele maskerdrager<br />

comb<strong>in</strong>atie om de bescherm<strong>in</strong>gsfactor te kennen. De pasvorm van een<br />

masker op het gelaat is immers bij iedereen verschillend.<br />

Er is een onderscheid tussen de bescherm<strong>in</strong>gsfactor die bij zo een test moet<br />

worden gehaald (2000 bij volgelaatsmasker, 100 bij halfgelaatsmasker) en de<br />

werkelijke of nom<strong>in</strong>ale bescherm<strong>in</strong>gsfactor. Deze laatste is meestal een stuk<br />

lager omwille van een niet-perfecte aansluit<strong>in</strong>g op het gezicht, irritatie, losser<br />

worden van de aansluitriemen bij langdurig gebruik, baardgroei enz..<br />

Er is ook een onderscheid tussen de <strong>in</strong> een test gemeten bescherm<strong>in</strong>gsfactor<br />

en een door de fabrikant aan een ademhal<strong>in</strong>gsbescherm<strong>in</strong>g toegewezen<br />

bescherm<strong>in</strong>gsfactor. Dit laatste is de waarschijnlijke bescherm<strong>in</strong>gsfactor<br />

wanneer het ademhal<strong>in</strong>gsmasker perfect past en men het masker gebruikt <strong>in</strong><br />

overeenstemm<strong>in</strong>g met de <strong>in</strong>structies.<br />

− carc<strong>in</strong>ogeen (kankerverwekkend):<br />

Er zijn voornamelijk 2 klassieke methoden om kankerverwekkende<br />

eigenschappen aan te tonen: via dierproeven (waarvan men dan aanneemt dat<br />

de stof/<strong>in</strong>vloed een gelijkaardig effect op de mens zal hebben) of via<br />

epidemiologische studies, waarbij het aantal kankers bij een blootgestelde<br />

groep wordt vergeleken met een niet- of m<strong>in</strong>der blootgestelde controlegroep.<br />

Het IARC (International Agency for Research on Cancer) deelt stoffen <strong>in</strong><br />

naargelang hun kankerverwekkende eigenschappen voor de mens:<br />

groep 1: kankerverwekkend voor de mens (voldoende bewijs)<br />

groep 2A: waarschijnlijk kankerverwekkend<br />

groep 2B: mogelijk kankerverwekkende eigenschappen<br />

groep 3: niet <strong>in</strong> te delen<br />

groep 4: waarschijnlijk niet-kankerverwekkend<br />

Het Amerikaanse EPA hanteert volgende <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g:<br />

111

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!