Hfdst. 13[pdf, 13628kb]
Hfdst. 13[pdf, 13628kb]
Hfdst. 13[pdf, 13628kb]
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Adjudant hoofdstuk <strong>13</strong><br />
de ontwikkeling van een brand
Inhoud<br />
1 warmtebalans<br />
2 warmtestuwing<br />
3 warmteoverdracht<br />
4 vlamoverslag<br />
5 vuurbelasting<br />
6 verbrandingssnelheid en –temperatuur<br />
7 de standaardbrandkromme<br />
8 de standaardbrandkromme vs koolwaterstofbrand
1. warmtebalans<br />
Q in : de toegevoerde warmtestroom<br />
de warmtestroom die van buitenaf aan het proces wordt toegevoerd<br />
(vb ontstekingsbron)<br />
Q productie : de geproduceerde warmtestroom<br />
de warmte die per tijdseenheid in het proces zelf wordt opgewekt<br />
(vb bacteriën, ontledingsreactie)<br />
Q uit : de afgevoerde warmtestroom<br />
de warmtestroom uit het proces naar de omgeving door conductie,<br />
convectie of radiatie<br />
Q opslag : de opgeslagen warmte per tijdseenheid<br />
de warmte die in het proces wordt opgeslagen waardoor de temperatuur<br />
stijgt
warmtebalans<br />
het verband tussen deze 4 warmtestromen heet warmtebalans<br />
Q uit is afhankelijk van het temperatuursverschil tussen het proces en de omgeving<br />
Q in + Q productie = Q uit + Q opslag<br />
Opwarming als Q in + Q productie > Q uit + Q opslag<br />
Afkoeling als Q in + Q productie < Q uit + Q opslag<br />
De Wet van behoud van energie: de totale hoeveelheid energie in een geïsoleerd systeem is<br />
constant. Energie alleen kan worden omgezet van de ene in de andere vorm (massa,<br />
kinetisch, chemisch, thermisch, ...)<br />
gloeilamp bedolven onder hooi leidt tot zelfontbranding
ekenvoorbeeld
2. warmtestuwing<br />
• treedt op wanneer er meer warmte wordt geproduceerd dan er wordt afgevoerd<br />
• smeulproces gaande naar normale brand<br />
• warmtestuwing kan bij langzaam verlopende oxidatieprocessen aanleiding geven<br />
tot zelfontbranding<br />
• vb kachel/isolatie/houten wand<br />
• door langdurige verhitting wordt het hout pyrofoor
Het verbrandingsproces<br />
Bij elke 10°C temperatuurstijging verloopt de verbranding ongeveer 2 maal zo snel<br />
Ontsteking bij 20°C temperatuur naar 200° (Arrhenius)<br />
De brand in het beginstadium bestrijden !!!
Voorbeelden van warmtestuwing<br />
a) Zelfontbranding<br />
b) Decompositiereacties<br />
c) Ongecontroleerde polymerisatie<br />
d) Runaway reacties
warmtestuwing<br />
a) zelfontbranding
zelfontbranding<br />
stof wordt door zelfverhitting opgewarmd tot de zelfontbrandingstemperatuur<br />
geen energietoevoer van buitenaf<br />
instabiele stoffen<br />
kritische temperatuur<br />
invloedsfactoren:<br />
temperatuur<br />
oppervlak/warmteafgifte<br />
materiaaleigenschappen<br />
temperatuursverschil met de omgeving<br />
O 2-toevoer<br />
poreuze stoffen<br />
vochtgehalte<br />
dichtheid stapeling<br />
verontreiniging<br />
pyrofore stoffen filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\Brainiac Alkali Metals.mp4
zelfontbranding<br />
• Is a problem for ever compound that oxidizes or<br />
decomposes at “normal” temperatures<br />
• Familiar compounds are<br />
– Ammonium nitrate<br />
– Hay<br />
– Gunpowder<br />
• Less familiar are<br />
– Dust/filings of iron<br />
– Tires<br />
– Cocoa<br />
– Many (pure) pharmaceuticals
zelfontbranding<br />
• Haystacks and compost piles may self-ignite because of heat produced by bacterial fermentation.<br />
• Linseed oil in a partially confined space (such as a pile of oil-soaked rags left out in an uncovered container)<br />
can oxidize leading to a buildup of heat and thus ignition.<br />
• Coal can ignite spontaneously when exposed to oxygen which causes it to react and heat up when there is<br />
insufficient ventilation for cooling.<br />
• Pistachio nuts are highly flammable when stored in large quantities, and are prone to self-heating and<br />
spontaneous combustion.<br />
• Large cow manure piles can spontaneously combust during conditions of extreme heat.<br />
• Cotton and linen. When these materials come into contact with polyunsaturated vegetable oils (linseed,<br />
massage oils), bacteria slowly decompose the materials, producing heat. If these materials are stored in a<br />
way so the heat cannot escape, the heat build up increases the rate of decomposition and thus the rate of<br />
heat build up increases. Once ignition temperature is reached, combustion occurs with oxidizers present<br />
(oxygen).
oei bij hooi
J. Dilley, survivor of the sinking of the TITANIC, reported to following:<br />
The TITANIC sailed from Southhampton on Wednesday, April 10,<br />
1912, at noon. From the day we sailed the TITANIC was on fire, and my sole<br />
duty, together with eleven other men, had been to fight that fire. We had<br />
made no headway against it. The fire started in bunker No. 6.<br />
There were hundreds of tons of coal stored there. The coal on top of<br />
the bunker was wet, as all the coal should have been, but down at the bottom<br />
of the bunker, the coal had been permitted to get dry. Two men from each<br />
watch of stokers were told off, sir, to fight that fire. The stokers, you know,<br />
sir, work four hours at a time, so twelve of us was fighting flames from the<br />
day we put out of Southhampton until we hit the iceberg.<br />
No we didn't get that fire out, and among the stokers there was talk,<br />
sir, that we'd have to empty the big coal bunkers after we'd put our<br />
passengers off in New York and then call on the fireboats there to help us put<br />
out the fire. But we didn't need such help.<br />
It was right under bunker No. 6 that the iceberg tore the biggest hole<br />
in the TITANIC, and the floor of water that came through, sir, put out the fire<br />
that our tons and tons of water had not been able to get rid of.
warmtestuwing<br />
b)decompositiereacties<br />
15
Warmteproductie [J/s]<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
-10<br />
AN : Gevaren – Temperatuursverloop - Grafisch<br />
• tot 175°C : Endotherm<br />
• ca 180°C : Begin ontbinding !<br />
• ca 200°C : Begin exotherm<br />
• vanaf 230°C : Exponentiële temperatuuraanstijging !<br />
• In een tijdspanne van 12 tot 33u : van 150 naar 220°C<br />
AN98,8% in oven op 240°C<br />
100 125 150 175 200 225 250 275<br />
Temperatuur AN oplossing [°C]
ammoniumnitraat<br />
(1) NH 4NO 3 (v) HNO 3 (vl) + NH 3 (g) [H = +184 kJ/mol]<br />
(2) NH 4NO 3 (v) N 2O (g) + 2H 2O (g) [H = -36 kJ/mol]<br />
(3) NH 4NO 3 (v) ½ N 2 (g) + NO (g) + 2H 2O (g) [H = -28 kJ/mol]<br />
Als (2) & (3) overwegend voorkomen :<br />
H = enthalpie = negatief Exotherm (‘Zelfonderhoudend’)<br />
Massale vorming van (nitreuze) gassen<br />
NH 4NO 3 (v) N 2 (g) + 2H 2O (g) + ½ O 2 (g)<br />
Sterk exotherm<br />
Enorme gasvorming :<br />
bv. : 80 g AN leidt tot 115 liter gas (bij 150°C)<br />
Ontstaan van zuurstof
decompositiereacties<br />
filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\Deeltje organische peroxide.wmv
warmtestuwing: c) Polymerisatie reacties<br />
a) Additie reacties (radicalair!)<br />
Aaneenschakeling van dubbele of driedubbele bindingen<br />
b) Condensatie reactie (condensatie: vrijzetting van gassen!)<br />
Reactie tussen reactieve groepen zoals COOH, OH, NH 2 of NH, … ter vorming<br />
van esters, ethers, amides enz.
Polymerisatie reacties<br />
a) Additie polymerisatie (radicalair)<br />
Start reactie: warmte en/of druk en/of initiator (+ katalysator)<br />
Initiator: molecule dat vrije radicalen vormt (bv. peroxiden, vinylchloride enz.)<br />
o.i.v. licht en/of warmte (ontbindingen met vorming van radicalen)<br />
Propagatie: elke reactie zorgt voor vorming van een nieuw radicaal<br />
Terminatie (stoppen): als twee radicalen met elkaar reageren stopt de polymerisatie<br />
HOE HOGER DE CONCENTRATIE AAN RADICALEN, HOE MOEILIJKER TE STOPPEN
Hoe radicalaire polymerisatie voorkomen?<br />
Vermijd de vorming van radicalen of vang ze weg<br />
• Stabilisatoren Bv. BHT (butylated hydroxytoluene)<br />
• Inhibitoren (nitrobenzeen, gebutyleerd hydroxyl tolueen, difenyl picryl hydrazyl DPPH)<br />
• Vermijd katalysatoren (doet werking inhibitoren en stabilisatoren teniet)<br />
• Vermijd warmte (veroorzaakt radicaal vorming, verhoogd de interactie tussen moleculen,<br />
geeft de energie nodig om de reactie te starten)<br />
• Vermijd licht (vaak oorzaak voor vorming van radicalen/ dissociatie via fotolyse)<br />
21
Voorbeelden van polymeren via additie polymerisatie<br />
22
Polymerisatie reacties<br />
b) Condensatie polymerisatie (condensatie reactie met vrijzetting van gassen)<br />
In plaats van dubbele bindingen zijn het nu functionele groepen die reageren!<br />
Elk monomeer heeft minstens 2 functionele groepen<br />
Start reactie: warmte en/of druk (+ katalysator)<br />
Reactie tussen twee functionele groepen (-COOH, - OH, -NH 2, NH, …) met vrijzetting van<br />
een gas (water, alcohol, zuur, CO 2, …)<br />
Reactie van 1,4-phenyl-diamine (para-phenylenediamine)en terephthaloyl chloride ter vorming van Aramide
Voorbeelden van polymeren via condensatie polymerisatie
Voorbeelden van polymeren via condensatie polymerisatie
Polymerisatie reacties<br />
Reactiekinetiek<br />
Polymerisatie snelheid wordt beïnvloed door:<br />
• Concentratie monomeren en radicalen (in geval radicalair)<br />
• Katalysatoren (verlagen activeringsenergie, versnellen de reactie)<br />
• Stabilisatoren of inhibitoren (temperen de reactie)<br />
• Temperatuur en druk<br />
• Type reagentia (bepalen type reactie: condensatie of radicalair), type initiator
Polymerisatie reacties<br />
Gevaren verbonden aan polymerisatiereacties (afhankelijk van type)<br />
• Vrijzetting van warmte (hoeveelheid afhankelijk van polymeer, hoeveelheid product,<br />
concentratie, katalysatoren of niet enz.).<br />
• Gevaar voor runaway!!! (moeilijk te stoppen tenzij de reactie nog traag is!)<br />
• Mogelijk sterke volume toename!<br />
(drukopbouw in gesloten ruimten van de polymeer zelf en zeker als er een<br />
schuim gevormd wordt)<br />
Specifiek voor additie polymerisatie (radicalair):<br />
• Opgelet voor de aanwezigheid van radicaal vormers zoals peroxiden en andere initiators,<br />
maar ook solventen zoals ethers, enz. welke gekend zijn als peroxide vormers!<br />
Specifiek voor condensatie polymerisatie:<br />
• Bijkomend gevaar door vrijzetting van gas tijdens de reactie!<br />
- Extra gevaar afhankelijk van chemische aard van het gas (bv. HCl)<br />
- Drukopbouw in gesloten vat
Polymerisatie reacties<br />
Gevaren verbonden aan polymeren (afhankelijk van type)<br />
Aan polymeren (de stoffen zelf) zijn ook gevaren verbonden<br />
• Polymeren zijn een aaneenschakeling van verschillende monomeren en kunnen een<br />
brede variatie aan chemische groepen bevatten welke bij verbranding schadelijke gassen<br />
kunnen vrijzetten.<br />
Ze bevatten vaak: Cl (bv. PVC, neopreen), CN (bv. PUR, polyacrylonitrile),<br />
zwavel (bv. gevulcaniseerd rubber), aromaten (bv. polystyreen), …<br />
filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\CSB Safety Video Reactive Hazards.mp4
25 augustus 1972: Kettingbotsing Prinsenbeek<br />
In de ochtend van 25 augustus 1972 hangen er<br />
dichte mistbanken in het lage land rond Breda.<br />
Op de autosnelweg A16 Rotterdam-Breda ontstaat<br />
ter hoogte van Prinsenbeek een aanrijding,<br />
waarvoor de hardrijdende achteropkomers,<br />
waaronder veel vrachtauto's, niet meer op tijd<br />
kunnen remmen.<br />
Over een afstand van 500 meter en op beide<br />
rijbanen rijden voertuigen op elkaar in.<br />
Er ontstaan felle branden. Er vallen <strong>13</strong> doden en<br />
26 gewonden.
Polymerisatie reacties
22 april 2008: namiddag<br />
• Lege tanks volautomatisch reinigen<br />
• Tegen de regels als er nog gevulde tanks zijn<br />
• Fout: verkeerde tank gereinigd, bekend om 20 uur<br />
• Water geïnjecteerd in tank 4C met ca. 600 ton<br />
P-MDI (polymer-methyleendifenyldiisocyanaat)
Feiten MDI<br />
– Sensibiliserend<br />
– T>100°C, reactie niet meer te stoppen<br />
– Thermische ontleding > 230° C<br />
– Product reageert normaliter met water onder vorming van<br />
kooldioxide met een volume vergroting tot max. factor 30<br />
– Reageert met water om overwegend onoplosbare polyurea<br />
te vormen die chemisch en biologisch inert zijn<br />
– Reactie zie je aankomen (druk, volume, temperatuur,<br />
visueel)
22 april 2008: 20.00 uur<br />
• Druk en temperatuur nemen toe van 35 tot 70°C<br />
• Overdrukventiel wordt manueel bediend >70mBar<br />
• Kapitein neemt contact op met Stolt<br />
research-laboratorium<br />
• Resultaten tests volgens labo Stolt:<br />
– Tolueen stopt de reactie, maar lading is dan verloren;<br />
– Purgen met stikstof of kooldioxide vertraagt de reactie<br />
(voorkoming hotspots)<br />
• Deel lading (200m³) wordt overgepompt naar andere<br />
tank
22 april 2008: 23.00 uur: de alarmering<br />
• Agent Stolt contact Rotterdam Port Authority (RPA)<br />
i.v.m. reactie in de tank<br />
• RPA laat de Brandweer, AGS en Zeehavenpolitie<br />
alarmeren<br />
• AGS vraagt een producent van MDI in het<br />
Botlekgebied (Huntsman) om specialistische<br />
ondersteuning<br />
• Aan boord zijn om 23.30 uur de officier van diensten<br />
van de brandweer, de RPA, de politie en AGS
23 april 2008: vanaf 00.00 uur 1e Inventarisatie<br />
• Chemicaliëntanker bevat naast MDI ook nog:<br />
– Palmolie<br />
– TDI<br />
– Acrylzuur<br />
– Vetzuren<br />
– Smeerolie<br />
– Tolueen<br />
– Benzeen<br />
– Ethylacrylaat<br />
– Propyleenglycol<br />
– Alkylbenzeen<br />
– Nog meer MDI……<br />
– Et cetera
23 april 2008: 01.00 uur<br />
• Dilemma:<br />
• Feiten:<br />
– Tolueen bij mengen verlaagt het vlampunt<br />
– MDI blijft doorreageren met water<br />
– Purgen met stikstof voorkomt hotspots, maar dan wordt<br />
water gemengd door lading<br />
– Toevoegen tolueen maakt lading waardeloos<br />
(Economische waarde ca. € 2.250.000,--)<br />
• Specialisten hebben verschillende meningen<br />
– Over de reactietijd<br />
– Purgen / mengen waterlagen<br />
– Stoppen reactie<br />
• Huntsman specialisten kennen deze grote hoeveelheden niet
– Reactie met water kan zorgen voor een<br />
volumevergroting tot ca. 10.000-15.000 m³!!!<br />
– Maar de tank is nog geen 1000 m³ groot<br />
– Reactieproduct loopt uit tank<br />
Standaard IMDG-procedure<br />
Materiaal zal in dit geval actief op zee worden<br />
gedumpt. Veel materiaal zal worden omgezet<br />
tot onoplosbaar drijvend polyureum<br />
Een deel zal als schuimbrokken aan de kust<br />
aanspoelen
• Scenario’s met het grootste effectgebied<br />
– Ontleding zonder brand waarbij blauwzuur, NOx en<br />
MDI-damp vrijkomen<br />
• Blauwzuur ………..3 - 5 kg/s (AGW: 10 mg/m³)<br />
• Stikstofoxiden…….3 - 5 kg/s (AGW: 10 mg/m³)<br />
• MDI damp ………..5 - 15 kg/s (AGW: 2 mg/m³)<br />
– Ontleding met brand levert minder MDI damp maar<br />
meer stikstofoxiden
Stavaza 23 april 2008: 04.00 uur<br />
ankinspectie leert:<br />
MDI is aan het reageren<br />
– Temperatuur lijkt stabiel 70 graden<br />
– Blauwzuurmeting positief: 30 ppm<br />
– Kooldioxidemeting positief: 6%<br />
– Metingen geven aan dat ook ontledingsreacties<br />
plaatsvinden
23 april 2008: 14.00 uur: GRIP 1 De zaak escaleert!<br />
RIVM berekent:<br />
– Mogelijke explosiescenario’s: ruitbreuk tot 30<br />
meter van schip en grote gaswolk tot kilometers<br />
– Beste plaats voor mogelijke lozing (40 km uit kust)<br />
– Toxicologische behandelmethodiek voor CO2, CO,<br />
stikstofoxiden en blauwzuur t.b.v. GAGS wordt<br />
verspreid<br />
Directeuren veiligheidsdiensten komen bijeen en<br />
besluiten separaat van het CoPI dat het schip direct<br />
naar zee moet
Wat gebeurt er tussen 27 april - medio mei 2008<br />
• 27 april 2008 is de lading afgekoeld en reactie<br />
is gestopt<br />
• Innovation mag haven weer in<br />
• Daar wordt de lading overgepompt naar een<br />
lichter en daarna gefilterd afgevuld in<br />
tankcontainers.<br />
• Lading is “off spec” maar geen afvalstof<br />
• Lading levert nog veel geld op
warmtestuwing<br />
d) Runaway reacties<br />
Runaway reactions have been<br />
responsible for a number of<br />
catastrophic chemicals accidents,<br />
including those in<br />
Seveso, Italy (1976);<br />
Bhopal, India (1984);<br />
Lodi, New Jersey (1995)
unaway reactie
3. warmteoverdracht
Vormen van warmtetransport<br />
warmteverschil warmtetransport<br />
richting altijd: hoge temperatuur lage temperatuur<br />
Heat Transfer<br />
Heat transfer is a major factor in the ignition, growth, spread, decay and extinction of a fire.<br />
It is important to note that heat is always transferred from the hotter object to the cooler<br />
object - heat energy transferred to and object increases the object's temperature, and heat<br />
energy transferred from and object decreases the object's temperature.<br />
Straling Convectie Geleiding
convectie<br />
• Convectie is de overdracht van warmte door<br />
de beweging van vloeistoffen of gassen<br />
• Bij brand: 70% convectie en 30% straling<br />
• afhankelijk van<br />
– fase in brandverloop<br />
– binnen / buiten<br />
– rookproductie
filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\antwerpen ladder noodstop.mpg
convectie
convectie
stratificatie<br />
warme lucht verhindert rook te stijgen<br />
risico bij atria
conductie<br />
• Coductie is de overdracht van warmte<br />
in vaste stoffen of tussen vaste stoffen<br />
bij contact
Warmtegeleidingscoefficienten<br />
• Koper - 370 W/mK<br />
• Staal - 45 W/mK<br />
• Beton - 2 W/mK<br />
• Baksteen - 1 W/mK<br />
• Hout - 0,15 W/mK<br />
• Minerale wol - 0,040 W/mK<br />
• Lucht - 0,026 W/mK
straling
het spectrum: UV-VIS-IR<br />
UV : golflengte tussen 0,1 en 0,38 μm<br />
Zichtbaar : golflengte tussen 0,38 en 0,75 μm<br />
I R : golflengte tussen 0,75 en 220 μm
warmtestraling<br />
warmtebronnen zenden IR straling uit
stralingsemissie<br />
een brand straalt een grote hoeveelheid straling uit<br />
een niet-koolwaterstofbrand vertoond geen CO 2 piek<br />
de energie fluctueert door het flakkeren: flakkerfrequentie (1Hz - 20Hz)
andbare gassen: BLEVE<br />
type inhoud massa kg R1 vuurbol R2 sec. brand R3 brandwond Piekdruk/ruitbreuk Fragmenten<br />
Autogastank 60 L 36 kg 7.5 m 15 m 23 m 23 m 60 m<br />
Kleine tank 8 m³ 4.800 kg 39 m 78 m 116 m 116 m 250 m<br />
Tankwagen klein 30 m³ 18.000 kg 59 m 118 m 180 m 180 m 400 m<br />
Tankwagen groot 40 m³ 24.000 kg 66 m <strong>13</strong>3 m 200 m 200 m 500 m<br />
Wagontank 70 m³ 42.000 kg 94 m 164 m 300 m 300 m 1.000 m
effecten warmtestraling in kW/m²<br />
Heat Flux (kW/m 2 ) Example<br />
1 Sunny day<br />
2.5 Typical firefighter exposure<br />
3-5<br />
Pain to skin within seconds<br />
20 Threshold flux to floor at flashover<br />
84 Thermal Protective Performance Test (NFPA 1971)<br />
60 - 200 Flames over surface
effecten warmtestraling in kW/m²
ichtwaarden voor hittestraling
isico op brandwonden
isico op brandwonden
isico op brandwonden
Warmtestraling<br />
• Fakkelbrand<br />
• Plasbrand<br />
• BLEVE
Warmtestraling bij fakkelbrand<br />
Brand bus
Ghislenghien, 30 juli 2004
Warmtestraling bij plasbrand
plasbrand: vuistregels<br />
Vuistregels voor opp.: 1m³ = 100 m²<br />
10m³ = 250 m² verharde bodem<br />
Max = 1500 m²<br />
Vuistregels voor warmtestraling:<br />
4R = 10kW/m²<br />
8R = 3kW/m²<br />
1m³ = 10m² onverharde bodem
5. vuurbelasting
egrippen<br />
• De newton (symbool N) is de afgeleide SI-eenheid van kracht. De eenheid newton is<br />
gedefinieerd als de kracht die een massa van 1 kilogram een versnelling van 1 m/s² geeft:<br />
• De joule (symbool J) is de internationale (SI) eenheid van energie. De joule is vernoemd<br />
naar James Prescott Joule. De joule is gedefinieerd als de energie die nodig is om een object te<br />
verplaatsen met een kracht van 1 newton over een afstand van 1 meter<br />
• Een lamp met een elektrisch vermogen van 1 watt verbruikt in 1 seconde 1 joule aan elektrische<br />
energie.<br />
• Om 1 gram vloeibaar water 1 graad in temperatuur te doen stijgen is ongeveer 4,19 joule nodig<br />
(de precieze waarde hangt af van de temperatuur waarbij men dit doet).<br />
• Het vermogen P [Watt] is arbeid per tijdseenheid (Joule per seconde)
calorische waarde
ekenvoorbeeld<br />
1/ kamer met 50 kg hout, 10 kg PUR<br />
2/ loods: opslag 100.000kg hout en<br />
sandwichpanelen met 2 ton PUR
calorische waarde
andbelasting<br />
• bij industrie wordt de brandbelasting<br />
uitgedrukt in MJ/m²<br />
• gemiddelde brandbelasting ifv gebruik
ekenvoorbeeld<br />
• vb: loods: opslag 100.000kg hout en<br />
sandwichpanelen met 2 ton PUR en een<br />
oppervlakte van 500m² (of 5000m²)<br />
• bijlage 6:
heat release rate<br />
• mass loss rate(MLR): de snelheid waarmee materiaal<br />
opbrandt<br />
• heat release rate (HRR): de snelheid waarmee warmte<br />
wordt afgegeven [J/s of W] van een voorwerp<br />
• HRR is aanduiding voor de intensiteit van de brand<br />
• afhankelijk van omgevingsparameters (ventilatie,<br />
straling, ...)
heat release rate<br />
• HRR van een voorwerp varieert in de tijd<br />
• afhankelijk van vorm<br />
• HRR vroeger en nu filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\Residential Fire Side by Side.mp4
heat release rate
Vermogen van een brand<br />
• Een kantoor van 5 m² geeft dan 5MW<br />
• Verbranding gebeurt niet optimaal<br />
• Efficiëntie is 0.45 en bij volontwikkelde fase 0.15<br />
• Rekenen met 0.5: veilige waarde<br />
• Antiventilatie beperkt het vermogen
heat release rate
andmodellering
andmodellering
andmodellering
6. verbrandingssnelheid en -temperatuur<br />
de verbrandingssnelheid wordt beïnvloed door:<br />
de wijze waarop de stoffen zijn verdeeld<br />
homogeen<br />
o gassen<br />
o vloeistoffen<br />
heterogeen<br />
o vaste stoffen<br />
temperatuur<br />
T hoger reactiesnelheid hoger<br />
concentratie reagerende stoffen<br />
O 2-concentratie hoger reactiesnelheid hoger<br />
gasconcentratie (LEL –UEL)<br />
katalysator<br />
warmtebalans
50kg/m²<br />
30kg/m²<br />
20kg/m²<br />
15kg/m²<br />
Standaard-<br />
brand-<br />
kromme<br />
ISO 834<br />
Temperatuursverloop van een volledig ontwikkelde natuurlijke brand bij een ventilatiefactor 0,15<br />
Standaardbrandkromme vergeleken met natuurlijke branden
7. het brandverloop
kettingreactie
Vlammen
andverloop: beginfase<br />
ROOK:<br />
van 1 nanometer tot 10 micrometer<br />
vanaf 0.4 micrometer: zichtbaar<br />
bij smeulen en pyrolyse : grotere rookdeeltjes
thermische degradatie van hout
Algemeen<br />
Rookgassen<br />
Verbrandingsgassen<br />
Co<br />
Ontledingsproducten van organische<br />
Co2<br />
stoffen<br />
Temperatuur Ontledingsproducten<br />
100 °C H 2O drogen van de producten<br />
200 - 300 °C afsplitsing van zwavelwaterstof,<br />
blauwzuur, zwaveldioxide<br />
350 ° C afsplitsing van methaan<br />
500 °C door kraken ontstaan lagere<br />
koolwaterstoffen<br />
600 °C door kraken ontstaan olefinen,<br />
benzeen en hogere aromaten<br />
Luchttoevoer<br />
1. Verbrandingsgassen<br />
2. Ontledingsgassen<br />
Pyrolyse!!!!<br />
3. Vaste deeltjes (roet)
Pyrolyse<br />
deshydratatie en pyrolyse<br />
Waterdamp<br />
(hout 30% water)<br />
brandbare pyrolysegassen<br />
niet omkeerbare<br />
ontleding van een<br />
organische stof door<br />
de hitte zonder dat<br />
daarbij oxydatie hoeft<br />
op te treden<br />
complexe organische<br />
stoffen worden<br />
omgezet in<br />
eenvoudigere stoffen
Pyrolyse<br />
Begin van brand<br />
De verbranding evolueert<br />
Er is meer koolstof in de rook.<br />
De brandstof wordt<br />
omgezet zonder<br />
zichtbare vlammen<br />
Een groot deel van de<br />
koolstof blijft aanwezig in<br />
de brandstof. Dit<br />
verklaart de witte kleur<br />
van de rook.<br />
Indien een brand<br />
zuurstof te kort heeft,<br />
blijft de pyrolyse verder<br />
gaan.<br />
Het vuur heeft zuurstof te kort.
Rookproductie<br />
C<br />
Roet - Rook<br />
CO<br />
Slechte verbranding<br />
door zuurstoftekort<br />
Slechte verbranding<br />
door een obstakel
Rookproductie
Volume van de rook<br />
1 kg papier produceert ongeveer 1000 m³ rook
De 5 Fasen<br />
1. Beginbrand<br />
2. Ontwikkelingsfase<br />
3. Flashover<br />
4. Volontwikkelde brand<br />
5<br />
5. Dooffase<br />
1 2<br />
3<br />
4
0.30<br />
Brand - Verloop
0.30<br />
Brand - Verloop<br />
1.15
1.15<br />
0.30<br />
Brand - Verloop<br />
2.15
0.30<br />
1.15<br />
2.15<br />
Brand - Verloop<br />
3.00
0.30<br />
1.15<br />
2.15<br />
Brand - Verloop<br />
3.17<br />
3.00
0.30<br />
1.15<br />
2.15<br />
Brand - Verloop<br />
3.20<br />
3.00<br />
3.17
De brandcurve<br />
°C<br />
1000<br />
800<br />
600<br />
400<br />
200<br />
Beginbrand Groeifase Volontwikkeld Doven<br />
Beginbrand<br />
Ontwikkeling<br />
Flashover <br />
Volontwikkelde<br />
brand<br />
Dooffase<br />
Temps
Fase 1: Beginbrand
Het vuur verbruikt de<br />
zuurstof in functie van het<br />
volume van het lokaal en de<br />
openingen.<br />
Zolang er voldoende<br />
zuurstof is, zal het vuur<br />
brandstofgecontroleerd<br />
blijven.
Fase 2: De ontwikkeling
In deze fase is de ontwikkeling van het vuur nog steeds gecontroleerd door de brandstof<br />
De vlammen laten de oorspronkelijke brandhaard los<br />
Het zijn de rookgassen die branden<br />
Niet alle pyrolysegassen verbranden. Het niet verbrande gedeelte stijgt op tot aan het<br />
plafond met de rookgassen. Er wordt langzaam een rooklaag gevormd<br />
De hitte neemt toe en straalt naar alle objecten in de kamer<br />
De brand ontwikkelt zich verder
Vorming van een rooklaag<br />
In een ruimte waar de ventilatie onvoldoene is, zullen er steeds meer niet verbrande<br />
deeltjes zijn. Deze verzamelen aan het plafond.<br />
Er is een rooklaagvorming die begint aan het plafond en langzaam zakt. Deze rook is een<br />
brandbaar mengsel.
De rookgassen branden
1<br />
brandlast<br />
3<br />
2<br />
4
Fase 3: Flashover
Fase 4: Volontwikkelde brand<br />
• Uitslaande vlammen<br />
Ofwel is er flashover opgetreden en<br />
hebben we binnen een<br />
volontwikkelde brand<br />
Ofwel wordt de hete uittredende rook<br />
gemengd met zuurstof en ontvlamt<br />
deze rook vanzelf: auto-ignition
Fase 5 De dooffase
ontwikkeling van een brand<br />
• filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\Flashover De Stoel 8.28.mpg<br />
• filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\Xuxa.wmv
andfenomenen<br />
Rapid fire progress<br />
– flashover (brandstof vs ventilatiegeïnduceerde)<br />
– backdraft<br />
– FGI
Algemeen<br />
Intensiteit van de verbranding<br />
1. De hoeveelheid brandstof<br />
Hoe groter de brandlast hoe meer ontledingsgassen<br />
er kunnen gevormd worden<br />
2. De energie-inhoud van de brandstof<br />
Hoge energiewaarde van de brandstof verhoogt de intensiteit van<br />
3. De de toevoer verbranding. van lucht Dit – vertaalt afvoer rookgassen<br />
zich ook verder naar de<br />
ontledingsgassen<br />
( hoge energiewaarden van de kunststoffen!!)<br />
Spaanplaat 16,5 MJ/kg PVC 20MJ/kg<br />
Eiken 14,5 MJ/kg Polystyreen 42 MJ/kg<br />
Vuren 19 MJ/kg Polyethyleen 46 MJ/kg<br />
Ventilatiemogelijkheden van de ruimte !!!!!
BRANDSTOFGECONTROLEERDE BRAND<br />
VOLDOENDE ZUURSTOF<br />
Voldoende ventilatie<br />
Ja?<br />
brandweer van Kollum<br />
Zolang er<br />
brandstof is zal<br />
de brand zich<br />
voortzetten.
VENTILATIEGECONTROLEERDE BRAND<br />
1)De intensiteit van de<br />
brand vermindert<br />
2)De verbranding met<br />
vlam stopt (-15%)<br />
3)De rookproductie<br />
vergroot.<br />
4)De hitte blijft aanwezig<br />
(afgesloten volume)<br />
5)De pyrolyse gaat verder<br />
6)ontvlambare gassen<br />
stapelen zich op in het<br />
volume.<br />
VOLDOENDE ZUURSTOF<br />
Brand geventileerd?<br />
Brandweer van Kollum (NL)<br />
Nee?<br />
brandweer van Kollum<br />
Ondergeventileerde brand<br />
Foto: Roelof Stroetinga<br />
De verbranding is onvolledig en<br />
produceert veel onverbrande<br />
gassen (rook)
Ventilatie<br />
Voldoende ventilatie<br />
Dubbelzijdige stroming !<br />
Neutrale laag<br />
Neutrale laag
Ventilatie<br />
Geen ventilatie / gesloten ruimte<br />
Hete rookgassen vullen de ruimte<br />
Ontstaan van zuurstoftekort<br />
Brand neemt af in intensiteit<br />
Vorming van ontledingsgassen<br />
gaat nog tijdje door<br />
Temperatuur daalt<br />
Brand zal stikken!
Ventilatie<br />
Ondergeventileerd of te beperkte ventilatie<br />
Pulserende werking
Grafiek van een ondergeventileerde brand<br />
Bij een ondergeventileerde brand zorgt het<br />
tekort aan zuurstof ervoor dat de brand niet<br />
kan evolueren tot flashover.<br />
Hij dooft beetje per beetje.<br />
Het openen van een deur, breken van een<br />
raam kan echter alles terug veranderen.
Flashover
Flashover<br />
Warmte-geïnduceerde overgang gekenmerkt door een plotse en<br />
blijvende overgang van een groeiende brand naar een<br />
volontwikkelde compartimentsbrand.<br />
Veelal ingeleid door het ontsteken van rookgassen ter hoogte van<br />
de neutrale laag, in de vorm van roll-over of vuurtongen in de<br />
rooklaag waarna de stralingswarmte vanuit de rooklaag enorm<br />
toeneemt en alle aanwezige brandbare materialen ontsteekt.<br />
Het moment van vlamoverslag is afhankelijk van:<br />
– de afmetingen van het lokaal<br />
– het isolerend vermogen van de wanden<br />
– de aard van de aanwezige stoffen<br />
– de hoeveelheid zuurstof<br />
filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\brand moeder kind.wmv
Flashover: herkenning<br />
1. Sterke toename van de temperatuur<br />
2. Vuurtongen in de rooklaag, roll-over<br />
3. Neutrale laag vordert naar het vloeroppervlak<br />
4. De snelheid van de uittredende brandgassen neemt toe<br />
5. Pyrolyse treedt op bij alle brandbare oppervlakken<br />
6. Zwarte rook<br />
filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\LIDL Brand.VOB
Roll over
Flashover<br />
Verloop op de brandcurve<br />
Temperatuur<br />
Flashover<br />
Groeiperiode<br />
Punt A<br />
Punt B<br />
Vol ontwikkelde brand<br />
Zuurstof tekort<br />
Uitdovende brand<br />
Tijd
Flashover<br />
• filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\CV000301.avi<br />
• filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\flash over stoel.mpg<br />
• filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\firewalk.wmv<br />
• filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\brand kerstboom.mpeg<br />
• filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\living room fire.mpg<br />
• filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\flashover-cafe.wmv<br />
• filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\Firefighters Nearly Trapped By A Flashover In Gary<br />
Indiana.mp4<br />
• filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\Situational Awareness mayday.wmv.avi
Flashover bestrijden ?<br />
Flashover te Berlin 2004<br />
Flashover te Berlin 2004
ook<br />
Witte rook<br />
Lichtgrijze rook<br />
Donkergrijze rook<br />
Zwarte rook
Algemeen<br />
Zelfontbrandingstemperaturen<br />
Butaan 375°C<br />
Propaan 450°C<br />
Ethaan 525°C<br />
Methaan 600°C<br />
Koolmonoxide 600°C
Ventilatie geïnduceerde Flashover<br />
TEMP<br />
TIME<br />
breken van vensters door:<br />
warmteverschil<br />
toffe collega’s<br />
starten van ventilator<br />
filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\ventilatie.flv<br />
De brand is ondergeventileerd. Het openen van een deur, breken van<br />
een raam zal verse lucht toevoeren en de brand laten evolueren naar<br />
flashover.
Backdraft
Backdraft: omschrijving<br />
Backdraft is de explosieve verbranding van<br />
verhitte rookgassen<br />
en treedt op als zuurstof plots binnenstroomt in<br />
een lokaal dat niet voldoende geventileerd is<br />
(zuurstof opgebruikt door brand)<br />
Backdraft wordt dus door ventilatie geïnduceerd
Backdraft: herkenning<br />
Het vuur heeft reeds een geruime tijd gewoed in een<br />
gesloten ruimte of ruimte met zeer beperkte ventilatie<br />
( vb zolder, kelder, ….)<br />
Hete ramen en deuren<br />
Zwartgeblakerde ramen, bruine, olieachtige afzetting op de ramen<br />
Ademen van de brand langs kieren en spleten, pulsatie!!<br />
Dikke uittredende rookwolken, geel, grijs, bruin van kleur<br />
Fluitend geluid<br />
Sterke aanzuiging van lucht<br />
Ontbreken van zichtbaar vuur
Backdraft<br />
definitie<br />
Backdraft is de explosieve verbranding van verhitte rookgassen<br />
die optreedt als zuurstof wordt ingebracht in een gebouw dat<br />
niet voldoende geventileerd is en door brand een verlaagde<br />
zuurstofgraad heeft.<br />
Backdraft wordt dus door ventilatie geïnduceerd.
Backdraft<br />
Verloop op de brandcurve<br />
Temperature<br />
Backdraft<br />
Oxygen depletion<br />
Time
Ontvlambaarheid backdraft<br />
Aan de randen van het explosief<br />
gebied verloopt de verbranding<br />
geleidelijker<br />
OEG BEG Min O 2<br />
Aardgas 5 % 15,8% 12%<br />
Bij hogere temperatuur en of druk<br />
wordt het explosief gebied groter<br />
Waterstof 5 % 75 % 5%<br />
Hoe idealer het mengsel, hoe<br />
EXPLOSIEVER DE VERBRANDING<br />
Propaan Drukopbouw 1,7% afhankelijk 9,5% van de 11.5%<br />
expansiemogelijkheid van de gassen<br />
Vlamfront heeft een snelheid van<br />
meerdere m/sec<br />
Koolmonoxide 11 % 75 % 5.5%<br />
Lucht – rookgasmengsel<br />
(premix)
Alarmsignalen<br />
Kleur van de rook<br />
Hitte waarneembaar<br />
Spec. geluiden<br />
Rook komt van<br />
onder de deuren<br />
Rook komt uit kieren<br />
en openingen<br />
Geen<br />
vlammen<br />
te zien<br />
Zwarte ruiten
Backdraft<br />
filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\Backdraft Peru SVCD.mpg<br />
filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\Backdraft container 0.10.mpg<br />
filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\Backdraft PushSuck 0.27.mpg<br />
filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\backdraft-usa.wmv
Samenvatting FO / BD<br />
Flash-over<br />
• geventileerd<br />
• diffusie - vlam<br />
• warmte geïnduceerd<br />
• rookkleur zwart (zie GRSTV)<br />
Backdraft<br />
• ondergeventileerd<br />
• premix - vlam<br />
• ventilatie geïnduceerd<br />
• rookkleur grijs – geel -<br />
bruin ( zie GRSTV)
Vergelijking<br />
TEMP<br />
Ventilatie Geïnduceerde<br />
Flashover<br />
TIME<br />
Grafieken: Ed. Hartin, 12-minutes on the Firegrond<br />
TEMP<br />
Backdraft<br />
TIME
Fire Gas Ignition (FGI)
Fire Gas Ignition (FGI)<br />
6 Rookgas explosie<br />
Kan worden ingeleid door een ontstekingsbron in een premix -<br />
mengsel (rookgas - luchtmengsel)<br />
Of door het transport (stroming) van een premix naar een<br />
ontstekingsbron<br />
Of bij een te rijk mengsel waar lucht (O 2) bij komt
Fire Gas Ignition (FGI)<br />
Conductie : pyrolyse geïnduceerd door de warmte van een brand in een naast gelegen compartiment<br />
Lekkage: via openingen of ventilatiesystemen worden de hete rookgassen verder verspreid<br />
Constructie: valse zolderingen, holle wanden, enz….<br />
De toevoer van lucht is niet steeds noodzakelijk als reeds een premix is<br />
gevormd met de aanwezige lucht volstaat een ontstekingsbron !!!!!!
FGI (Fire Gas Ignition)<br />
ZUURSTOF BRANDSTOF<br />
ACTIVATIE-ENERGIE<br />
Ontsteking van een mengsel van<br />
zuurstof met pyrolyse- en<br />
rookgassen dat aanwezig is een<br />
ruimte door een bestaande of<br />
ingebrachte ontstekingsbron.<br />
Een FGI kan plaatsvinden bij kamertemperatuur!
FGI Canada<br />
Ongeval in de nacht van 20 op 21 januari 2006 in Montréal<br />
Ontbranding van opgestapelde pyrolysegassen in een appartement<br />
(Rapport te lezen op internet: kapitein Marcel Marleau)<br />
Meer dan 125 brandweerlui waren er nodig om de brand te blussen die begon<br />
op de eerste verdieping. De kapitein heeft er het leven bij gelaten.<br />
Elektrische verwarming<br />
Pyrolysegassen<br />
Stapelen zich op in de ruimte en het volledige appartement.
FGI de punt<br />
filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\De_Punt.wmv
Invulvenster<br />
filmpjes voor hfdst <strong>13</strong>\brandrisicos.flv<br />
Zuurstof<br />
Ontstekings-<br />
energie<br />
Brandstof<br />
Flashover Backdraft FGI
Samenvatting<br />
Zuurstof Voldoende<br />
Ontstekings<br />
energie<br />
Brandstof<br />
Flashover Backdraft FGI<br />
Heeft<br />
plaatsgevonden<br />
in eRookgassen<br />
en vroeger<br />
stadium<br />
Moet in<br />
voldoende mate<br />
aanwezig zijn<br />
Er is een gebrek<br />
aan zuurstof in<br />
de ruimte<br />
Het pas<br />
gevormde<br />
mengsel maakt<br />
contact met<br />
gensters<br />
of<br />
Zelfontbranding<br />
Aanwezig<br />
Voldoende<br />
Er is energie<br />
nodig om tot FGI<br />
te komen:<br />
Vonk, vlam,…
tot waar gaan we een BBB uitvoeren?<br />
- met de wetenschap dat we via rookgaskoeling een flashover<br />
kunnen uitstellen/voorkomen<br />
- met een weloverwogen afweging van alle risico’s op basis van<br />
kennis/ervaring en de info bekomen uit de verkenning
persoon bevrijden uit lift<br />
redding zonder<br />
tijdsdruk<br />
schadebeperking<br />
zonder tijdsdruk<br />
REDDING<br />
redding onder<br />
tijdsdruk<br />
LAAG TIJDSDRUK<br />
hoge opbrengst:<br />
arbeidsrisico mag<br />
hoger HOOG<br />
lage opbrengst: geen<br />
arbeidsrisico’s<br />
omgevallen boom verwijderen<br />
SCHADE<br />
persoon redden uit brand<br />
schadebeperking<br />
onder tijdsdruk<br />
branduitbreiding voorkomen
8. de standaardbrandkromme vs<br />
koolwaterstofbrand
8. de standaardbrandkromme vs koolwaterstofbrand