11.09.2013 Views

Untitled - Jonge Historici Schrijven Geschiedenis

Untitled - Jonge Historici Schrijven Geschiedenis

Untitled - Jonge Historici Schrijven Geschiedenis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Deze epode wordt door Horatius in de mond van een bankier gelegd en<br />

wordt weliswaar afgesloten met een kritische noot van Horatius zelf die<br />

doet vermoeden dat het boerenleven nou ook weer niet zo utopisch is,<br />

maar uit andere gedichten blijkt toch wel dat Horatius ook zo over het<br />

boerenleven dacht, dit wordt hieronder nog verder besproken.<br />

Uit de tabel is af te lezen dat Horatius de meeste negatieve kritiek uitte<br />

naar de welgestelde, rijke personen van hoge afkomst en wanneer hij<br />

kritiek in het algemeen of naar het Romeinse volk uit. De tweemaal dat<br />

Horatius wel positief is over de rijken, betreft het een dame van hoge<br />

stand op wie hij een oogje heeft.<br />

Het is dus niet dat Horatius geen kritiek leverde op mensen van<br />

hogere stand. Waarschijnlijk was de afstand tot de groep rijken die hij<br />

bekritiseerde groot genoeg om niet al te erg bedreigd te worden.<br />

Mensen van lagere afkomst bewonderde hij juist, aldus zijn eigen<br />

woorden. Waar Horatius het meest trouw aan en minst kritisch over is,<br />

is Octavianus, die tijdens de carrière van Horatius tot Keizer Augustus<br />

gekroond werd. Het is te zien dat in één gedicht, aan het begin van de<br />

loopbaan van Octavianus, Horatius nog niet helemaal overtuigd was van<br />

zijn macht maar al snel moet Horatius overgaan tot niets dan lof over de<br />

keizer. Dit is ook waarom Horatius over het algemeen positief is over<br />

soldaten, omdat zij onder aanvoering van de keizer staan en hem<br />

dienen. De negatieve kritieken op de soldaten zijn gericht op de<br />

geweldpleging waar de soldaten nogal eens overenthousiast om zijn en<br />

dit hun beschaafdheid en intellect in de weg staat.<br />

Er zijn ook gedichten die gericht zijn aan Maecenas en waarin nogal wat<br />

negatieve kritiek wordt gegeven. De aanspreekvorm is ‘je’, waardoor het<br />

lijkt dat Maecenas de kritiek moet verduren. Maar ik neem toch aan dat<br />

de kritiek in deze gedichten vooral algemeen van aard zijn. Horatius<br />

kijkt in andere gedichten zo op tegen Maecenas, dat de boodschappen<br />

eigenlijk niet voor hem bedoeld kunnen zijn. Dat Horatius toch in deze<br />

vorm schrijft, kan ermee te maken hebben dat hij weet dat Maecenas<br />

wel zijn schrijfwerk en maatschappijkritiek waardeert en dus ook deze<br />

gedichten kan waarderen.<br />

9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!