11.09.2013 Views

natuurlijk gedrag van melkvee en vleeskalveren - Raad voor ...

natuurlijk gedrag van melkvee en vleeskalveren - Raad voor ...

natuurlijk gedrag van melkvee en vleeskalveren - Raad voor ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

NATUURLIJK<br />

GEDRAG VAN<br />

MELKVEE EN<br />

VLEESKALVEREN<br />

JUNI 2006<br />

ADVIES RDA 2006/04<br />

ADVIES AAN DE MINISTER VAN LANDBOUW,<br />

NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT INZAKE<br />

NATUURLIJK GEDRAG VAN MELKVEE EN VLEESKALVEREN<br />

-1


prof. dr. C.J.G. W<strong>en</strong>sing, <strong>voor</strong>zitter<br />

A. Achterkamp<br />

ir. M.J.B. Jans<strong>en</strong><br />

drs. S.B.M. Jongerius<br />

J.Th. de Jongh<br />

ir. B.J. Odink<br />

ir. C.A.J.C. Oom<strong>en</strong><br />

mr. A. Oppers<br />

prof. dr. A. Pijpers<br />

ir. J.C.M. <strong>van</strong> Rijsing<strong>en</strong><br />

drs. T. de Ruijter<br />

S.J. Sch<strong>en</strong>k<br />

SAMENSTELLING VAN DE RAAD<br />

prof. dr. F.J. <strong>van</strong> Sluijs<br />

H.W.A. Swinkels<br />

drs. P.A. Thijsse<br />

drs. H. <strong>van</strong> Ve<strong>en</strong><br />

prof. dr. J.H.M. Verheijd<strong>en</strong><br />

ir. ing. A.J. Vermuë<br />

drs. P. <strong>van</strong> der Wal<br />

Secretaris: dr. drs. I.D. de Wolf<br />

<strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Dier<strong>en</strong>aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong><br />

bezoekadres:<br />

Laan <strong>van</strong> Nieuw Oost Indië 131-133<br />

2593 BM D<strong>en</strong> Haag<br />

postadres:<br />

Postbus 90428<br />

2509 LK D<strong>en</strong> Haag<br />

telefoon 070 3785266<br />

fax 070 3786336<br />

email info@rda.nl<br />

1


INHOUDSOPGAVE<br />

sam<strong>en</strong>stelling <strong>van</strong> de <strong>Raad</strong>............................................................................................................................... 3<br />

Advies............................................................................................................................................................... 7<br />

Onderbouwing <strong>van</strong> het advies......................................................................................................................... 11<br />

Bijlag<strong>en</strong>........................................................................................................................................................... 21<br />

3


Het Ministerie <strong>van</strong> Landbouw, Natuur <strong>en</strong><br />

Voedselkwaliteit (LNV) heeft als richtinggev<strong>en</strong>d<br />

perspectief <strong>voor</strong> het welzijnsbeleid het navolg<strong>en</strong>de<br />

geformuleerd: “Er wordt naar gestreefd om gehou-<br />

d<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> omgeving te lat<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> waarin<br />

zij hun <strong>natuurlijk</strong> (soorteig<strong>en</strong>) <strong>gedrag</strong> kunn<strong>en</strong><br />

verton<strong>en</strong>.”<br />

Gelet op de mogelijkheid dat in dat kader huisves-<br />

tingssystem<strong>en</strong> aangepast moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> is door<br />

de Directie Landbouw <strong>van</strong> het Ministerie <strong>van</strong> LNV<br />

de vraag gesteld welke belemmering<strong>en</strong> er <strong>voor</strong> de<br />

runder<strong>en</strong> in de Nederlandse rundveehouderij<br />

bestaan om <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> zoveel mogelijk uit te<br />

kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe deze belemmering<strong>en</strong> opge-<br />

lost kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tijdsbestek <strong>van</strong> 20<br />

jaar.<br />

De <strong>Raad</strong> is <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat in de hed<strong>en</strong>daagse<br />

rundveehouderij <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> niet volledig tot<br />

uitdrukking kan kom<strong>en</strong>.<br />

De <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Dier<strong>en</strong>aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> geeft in dit<br />

advies aan welke verbetering<strong>en</strong> aangebracht <strong>en</strong><br />

gerealiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het gevraagde<br />

tijdsbestek.<br />

ADVIES<br />

De nadruk in dit advies zal ligg<strong>en</strong> op het strev<strong>en</strong><br />

om te kom<strong>en</strong> tot verbetering<strong>en</strong> <strong>van</strong> de uitvoering<br />

<strong>van</strong> de belangrijkste <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> die nu, afhanke-<br />

lijk <strong>van</strong> huisvestingsysteem, beperkt of niet uitge-<br />

voerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

In dit advies is speciaal ingegaan op <strong>melkvee</strong> <strong>en</strong><br />

vleeskalver<strong>en</strong>, omdat dit binn<strong>en</strong> de rundvee-<br />

houderij de twee grootste categorieën rundvee zijn.<br />

De beschrijving <strong>van</strong> het <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> (bijlage 1)<br />

is echter ook <strong>van</strong> toepassing op andere catego-<br />

rieën rundvee, zoals vleesvee <strong>en</strong> jongvee.<br />

In de beschrijving <strong>van</strong> de typ<strong>en</strong> huisvesting <strong>voor</strong><br />

<strong>melkvee</strong> is ge<strong>en</strong> aandacht besteed aan het<br />

grupstalsysteem, omdat dit staltype niet of nauwe-<br />

lijks meer wordt gebouwd <strong>en</strong> de meeste grupstall<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> bij de kleinere bedrijv<strong>en</strong> waar<strong>van</strong> het<br />

mer<strong>en</strong>deel naar verwachting op korte termijn zal<br />

stopp<strong>en</strong>. (Bron: CBS)<br />

Van het <strong>melkvee</strong> in Nederland wordt nu ongeveer<br />

95% in ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. Vleeskalver<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> sinds 2004 alle<strong>en</strong> nog maar in groep<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong>. Deze belangrijke positieve veranderin-<br />

g<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de oude huisvestingsystem<strong>en</strong><br />

5


(respectievelijk grupstal <strong>en</strong> individuele boxhuis-<br />

vesting) hebb<strong>en</strong> er toe bij<strong>gedrag</strong><strong>en</strong> dat melkkoei<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vleeskalver<strong>en</strong> hun <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> beter<br />

kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> is er in de<br />

<strong>melkvee</strong>houderij op dit mom<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> beweging<br />

gaande dat <strong>melkvee</strong> steeds vaker langdurig of zelfs<br />

perman<strong>en</strong>t op stal wordt gehoud<strong>en</strong>. Rec<strong>en</strong>te<br />

schatting<strong>en</strong> <strong>van</strong> het CBS gev<strong>en</strong> aan dat 15% <strong>van</strong><br />

de melkkoei<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> weidegang meer krijgt.<br />

Ondanks de positieve verandering<strong>en</strong> zijn er op e<strong>en</strong><br />

aantal punt<strong>en</strong> nog verbetering<strong>en</strong> in de huidige<br />

huisvestingssystem<strong>en</strong> nodig.<br />

De hieronder <strong>voor</strong>gestelde aanbeveling<strong>en</strong> per cate-<br />

gorie rundvee kunn<strong>en</strong> positieve dan wel negatieve<br />

gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong> andere aspect<strong>en</strong> die <strong>voor</strong><br />

de rundveehouderij <strong>van</strong> belang zijn, zoals bij<strong>voor</strong>-<br />

beeld de internationale concurr<strong>en</strong>tiepositie, de<br />

ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing, de diergezondheid, de voed-<br />

selveiligheid, de arbeidsomstandighed<strong>en</strong> of het<br />

milieu. De <strong>Raad</strong> adviseert om bij de verdere<br />

uitwerking <strong>van</strong> de <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> die in dit advies<br />

word<strong>en</strong> gedaan deze aspect<strong>en</strong> ook te onderzoek<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> mee te weg<strong>en</strong>. Al naar gelang de uitkomst<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> die afweging adviseert de <strong>Raad</strong> om, bij<strong>voor</strong>-<br />

beeld bij e<strong>en</strong> verslechtering <strong>van</strong> de concurr<strong>en</strong>tie-<br />

positie <strong>van</strong> de Nederlandse rundveehouders, de<br />

discussie over de toepassing <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in Europees verband, met derde<br />

6<br />

land<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de WTO te gaan voer<strong>en</strong>. (Zie in dit<br />

verband ook RDA advies 2005/03.)<br />

1. MELKVEE<br />

In zowel stalsystem<strong>en</strong> waar het <strong>melkvee</strong> het<br />

gehele of vrijwel het gehele jaar door op stal blijft,<br />

als ook in de reguliere stalsystem<strong>en</strong> waarbij de<br />

dier<strong>en</strong> wel weidegang hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bepaalde<br />

aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> het bewegings- <strong>en</strong> het rust-/slaap-<br />

<strong>gedrag</strong> in de stal beperkt uitgevoerd word<strong>en</strong>.<br />

De meeste problem<strong>en</strong> om in de stal het <strong>natuurlijk</strong><br />

<strong>gedrag</strong> uit te kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met<br />

de ruimte per dier, de kwaliteit <strong>van</strong> de vloer <strong>en</strong> de<br />

kwaliteit <strong>van</strong> de ligplaats. De <strong>Raad</strong> verwacht dat<br />

om de dier<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>oemde <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> wel uit te<br />

kunn<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> aanpassing<strong>en</strong> aan de stal<br />

nodig zijn. Op <strong>voor</strong>hand is niet aan te gev<strong>en</strong> of die<br />

aanpassing<strong>en</strong> in de huidige stalsystem<strong>en</strong> in te<br />

pass<strong>en</strong> zijn. De <strong>Raad</strong> is bek<strong>en</strong>d met het feit dat de<br />

huidige stalsystem<strong>en</strong> steeds verder ontwikkeld<br />

word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er geheel nieuwe stalsystem<strong>en</strong><br />

ontworp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> adviseert daarom om die<br />

ontwikkeling <strong>voor</strong>t te zett<strong>en</strong>, waarbij in elk geval<br />

wordt gestreefd naar:<br />

1. Meer ruimte per dier in de loopgedeeltes<br />

waardoor de dier<strong>en</strong> het bewegings<strong>gedrag</strong><br />

voldo<strong>en</strong>de kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>.


2. Stroeve vloer<strong>en</strong> die niet te hard, maar wel<br />

gemakkelijk schoon <strong>en</strong> droog te mak<strong>en</strong> zijn,<br />

waardoor het bewegings<strong>gedrag</strong>, de lichaams-<br />

verzorging, het wijk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> koppelg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> bij<br />

agressie/vlucht<strong>en</strong> <strong>en</strong> het <strong>gedrag</strong> behor<strong>en</strong>de bij<br />

mest<strong>en</strong>/uriner<strong>en</strong> beter kan word<strong>en</strong> uitgevoerd.<br />

3. E<strong>en</strong> ruimere ligplaats met e<strong>en</strong> zachte bedding,<br />

waarbij niet alle<strong>en</strong> naar de breedte, maar<br />

<strong>voor</strong>al ook naar de l<strong>en</strong>gte <strong>van</strong> de ligplaats<br />

wordt gekek<strong>en</strong>, pass<strong>en</strong>d bij de hed<strong>en</strong>daagse<br />

melkkoe.<br />

Onderzoek naar de optimale stalinrichting zal<br />

gericht moet<strong>en</strong> zijn op deze drie aspect<strong>en</strong>.<br />

De <strong>Raad</strong> vindt verder dat alle dier<strong>en</strong> tegelijkertijd<br />

moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gaan ligg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> geschikte,<br />

schone ligplaats. Dat kan alle<strong>en</strong> als er minimaal<br />

ev<strong>en</strong>veel goede ligplaats<strong>en</strong> zijn als aanwezige<br />

runder<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> belangrijk aspect <strong>van</strong> het <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong><br />

betreft de koe-kalf relatie direct na de geboorte.<br />

Het kalf drooglikk<strong>en</strong> door de koe is <strong>voor</strong> het natuur-<br />

lijk <strong>gedrag</strong> <strong>van</strong> zowel het kalf als koe belangrijk <strong>en</strong><br />

stimuleert daarbij ook nog de melkproductie. Daar-<br />

na zijn er twee mogelijkhed<strong>en</strong>:<br />

1. Het kalf bij de koe weghal<strong>en</strong> ter <strong>voor</strong>koming<br />

<strong>van</strong> het ontstaan <strong>van</strong> e<strong>en</strong> hechte moeder-jong<br />

binding, of<br />

2. Het kalf minst<strong>en</strong>s 6 wek<strong>en</strong> bij de moeder<br />

lat<strong>en</strong>.<br />

In stalsystem<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> apart afkalfgedeelte is de<br />

eerste optie in praktische zin goed uit te voer<strong>en</strong>. De<br />

tweede optie is op dit mom<strong>en</strong>t in de reguliere<br />

<strong>melkvee</strong>houderij niet uitvoerbaar, omdat het e<strong>en</strong><br />

geheel andere b<strong>en</strong>adering <strong>van</strong> de <strong>melkvee</strong>houderij<br />

vergt.<br />

Sommige biologische <strong>melkvee</strong>houders lat<strong>en</strong> het<br />

kalf langer bij de koe. De ervaring<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> of<br />

deze werkwijze breder toepasbaar is.<br />

2. VLEESKALVEREN<br />

De huidige vleeskalverhouderij wordt gek<strong>en</strong>merkt<br />

door het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong> weidegang. Hierdoor<br />

kunn<strong>en</strong> vleeskalver<strong>en</strong> de daarmee sam<strong>en</strong>han-<br />

g<strong>en</strong>de <strong>natuurlijk</strong>e <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> niet uitvoer<strong>en</strong>.<br />

De grootste belemmering<strong>en</strong> om vleeskalver<strong>en</strong> hun<br />

<strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> uit te lat<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> te<br />

mak<strong>en</strong> met de ruwvoeropname, de zuigbehoefte<br />

<strong>van</strong> de kalver<strong>en</strong>, de bewegingsruimte <strong>en</strong> de kwal-<br />

iteit <strong>van</strong> de vloer<strong>en</strong>.<br />

Door de Animal Sci<strong>en</strong>ces Group (ASG) <strong>van</strong><br />

Wag<strong>en</strong>ing Universiteit <strong>en</strong> Research (WUR) wordt<br />

onderzoek gedaan naar verstrekking <strong>van</strong> vocht<br />

(frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> hoeveelheid) <strong>en</strong> vast voer aan<br />

7


vleeskalver<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> definitief oordeel over water-<br />

verstrekking in combinatie met ruwvoerverstrekking<br />

zal gebaseerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op dit onderzoek.<br />

De k<strong>en</strong>nis omtr<strong>en</strong>t het zuig<strong>gedrag</strong> is nog te<br />

ontoereik<strong>en</strong>d om e<strong>en</strong> gericht advies te gev<strong>en</strong>. De<br />

<strong>Raad</strong> adviseert daarom het onderzoek rond het<br />

zuig<strong>gedrag</strong> <strong>voor</strong>t te zett<strong>en</strong>.<br />

De <strong>Raad</strong> adviseert om de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

onderzoek dat door ASG wordt uitgevoerd naar<br />

beschikbaarheid <strong>van</strong> drinkwater <strong>en</strong> de optimale<br />

ruwvoer<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing mee te nem<strong>en</strong> in de ontwikke-<br />

ling <strong>van</strong> de welzijnsmeter. De resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> dit<br />

onderzoek kunn<strong>en</strong> richtinggev<strong>en</strong>d zijn <strong>voor</strong> verder<br />

handel<strong>en</strong>. De <strong>Raad</strong> adviseert daarom dit onder-<br />

zoek te steun<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij positieve resultat<strong>en</strong> de<br />

implem<strong>en</strong>tatie daar<strong>van</strong> te bevorder<strong>en</strong>.<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek heeft aangetoond dat<br />

er in bepaalde situaties bij de m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de rat e<strong>en</strong><br />

verband bestaat tuss<strong>en</strong> lusteloosheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong> te<br />

laag Hb-gehalte. Lusteloosheid zou mogelijk <strong>van</strong><br />

invloed kunn<strong>en</strong> zijn op bepaalde <strong>natuurlijk</strong>e<br />

<strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong>. Er is niet onderzocht of dit ook bij<br />

vleeskalver<strong>en</strong> het geval is <strong>en</strong> waar dan ev<strong>en</strong>tueel<br />

de Hb-gr<strong>en</strong>s ligt waarbij lusteloosheid zich bij<br />

kalver<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baart. De <strong>Raad</strong> adviseert daarom om<br />

hier onderzoek naar te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong><br />

8<br />

daar<strong>van</strong> te gebruik<strong>en</strong> in de ontwikkeling <strong>van</strong> de<br />

welzijnsmeter.<br />

De <strong>Raad</strong> adviseert <strong>voor</strong>ts <strong>voor</strong> de vleeskalver-<br />

houderij om in de huidige stall<strong>en</strong> of in nieuw te<br />

ontwikkel<strong>en</strong> stall<strong>en</strong> onderzoek te do<strong>en</strong> naar:<br />

1. Meer bewegingsruimte. Deze kan door grotere<br />

groep<strong>en</strong> kalver<strong>en</strong> te vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of per kalf<br />

meer ruimte te gev<strong>en</strong>. Er komt zo meer ruimte<br />

beschikbaar <strong>voor</strong> beweging <strong>en</strong> om te ligg<strong>en</strong>.<br />

2. Vorming <strong>van</strong> e<strong>en</strong> liggedeelte, <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> zacht ligbed.<br />

3. Zachte, maar stroeve vloer<strong>en</strong> die gemakkelijk<br />

schoon <strong>en</strong> droog te mak<strong>en</strong> zijn, waardoor het<br />

bewegings<strong>gedrag</strong>, de lichaamsverzorging <strong>en</strong><br />

het mest<strong>en</strong>/uriner<strong>en</strong> goed kan word<strong>en</strong><br />

uitgevoerd.


ONDERBOUWING VAN HET ADVIES<br />

1. INLEIDING<br />

In de nota `Houd<strong>en</strong> <strong>van</strong> dier<strong>en</strong>` <strong>van</strong> het Ministerie<br />

<strong>van</strong> Landbouw, Natuur <strong>en</strong> Voedselkwaliteit (LNV)<br />

wordt het richtinggev<strong>en</strong>d perspectief <strong>voor</strong> het<br />

welzijnsbeleid als volgt geformuleerd: “Er wordt<br />

naar gestreefd om gehoud<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> omge-<br />

ving te lat<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> waarin zij hun <strong>natuurlijk</strong> (soort-<br />

eig<strong>en</strong>) <strong>gedrag</strong> kunn<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>.”<br />

Gelet op de mogelijkheid dat in dat kader<br />

huisvestingssystem<strong>en</strong> aangepast moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

is door de Directie Landbouw <strong>van</strong> het Ministerie<br />

<strong>van</strong> LNV de vraag gesteld welke belemmering<strong>en</strong> er<br />

bestaan <strong>voor</strong> de drie belangrijkste diersoort<strong>en</strong> in de<br />

Nederlandse veehouderij om hun <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong><br />

zoveel mogelijk uit te kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe deze<br />

belemmering<strong>en</strong> zoveel mogelijk opgelost kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tijdsbestek <strong>van</strong> 20 jaar.<br />

Daarnaast heeft de Dier<strong>en</strong>bescherming de <strong>Raad</strong><br />

<strong>voor</strong> Dier<strong>en</strong>aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> (hierna: de <strong>Raad</strong>)<br />

gevraagd of hij e<strong>en</strong> workshop kan organiser<strong>en</strong> over<br />

<strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong>.<br />

De <strong>Raad</strong> heeft, gezi<strong>en</strong> de mate <strong>van</strong> overlap,<br />

beslot<strong>en</strong> de vraag <strong>van</strong> de Dier<strong>en</strong>bescherming <strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het Ministerie <strong>van</strong> LNV in één rapport uit te<br />

werk<strong>en</strong>.<br />

De uitwerking vindt per diersoort plaats <strong>en</strong><br />

resulteert in drie rapport<strong>en</strong>, namelijk over: 1) melk-<br />

vee <strong>en</strong> vleeskalver<strong>en</strong>, 2) vark<strong>en</strong>s <strong>en</strong> 3) legkipp<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vleeskuik<strong>en</strong>s.<br />

2. AANPAK<br />

Tot dusver is relatief weinig onderzoek gedaan<br />

naar <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong>. De moeilijkheid is dat<br />

onderzoek <strong>van</strong> <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> in feite alle<strong>en</strong> kan<br />

plaatsvind<strong>en</strong> onder omstandighed<strong>en</strong> waarbij er<br />

ge<strong>en</strong> belemmering<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het dier zijn om hun<br />

<strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> uit te voer<strong>en</strong>. Dat onderzoek kan<br />

derhalve niet plaatsvind<strong>en</strong> onder de omstandig-<br />

hed<strong>en</strong> zoals wij die in de reguliere rundveehouderij<br />

in Nederland k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

Op verzoek <strong>van</strong> de <strong>Raad</strong> heeft de Animal Sci<strong>en</strong>ces<br />

Group (ASG) <strong>van</strong> Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> Universiteit <strong>en</strong> Re-<br />

search (WUR) in sam<strong>en</strong>werking met de Universiteit<br />

Utrecht in het kader <strong>van</strong> dit advies e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tari-<br />

satie gemaakt <strong>van</strong> het wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek<br />

9


op dit gebied. Daarbij zijn zoveel mogelijk de<br />

aspect<strong>en</strong> die behor<strong>en</strong> tot het <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong><br />

beschrev<strong>en</strong> (bijlage 1, hoofdstuk 1). Vervolg<strong>en</strong>s is<br />

bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> welke huisvestings-<br />

system<strong>en</strong> in de sector het meest gebruikt word<strong>en</strong><br />

(bijlage 1, hoofdstuk 2). Op basis <strong>van</strong> deze<br />

wet<strong>en</strong>schappelijke informatie is in de tabell<strong>en</strong> bij de<br />

beide categorieën runder<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> welke<br />

aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> het <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> de kom<strong>en</strong>de<br />

jar<strong>en</strong> het meest belangrijk word<strong>en</strong> geacht om tot<br />

e<strong>en</strong> verbetering daar<strong>van</strong> te kom<strong>en</strong>. In bijlage 1,<br />

hoofdstuk 3, is t<strong>en</strong>slotte aangegev<strong>en</strong> welke<br />

oplossingsrichting, opgesteld op basis <strong>van</strong> wet<strong>en</strong>-<br />

schappelijke informatie, per aspect <strong>van</strong> het<br />

<strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> waarschijnlijk het meest effectief<br />

is om de uitvoering <strong>van</strong> dat <strong>gedrag</strong>saspect te<br />

verbeter<strong>en</strong>.<br />

In de beschrijving <strong>van</strong> de typ<strong>en</strong> huisvesting <strong>voor</strong><br />

<strong>melkvee</strong> is ge<strong>en</strong> aandacht besteed aan de grup-<br />

stal, hoewel op dit mom<strong>en</strong>t volg<strong>en</strong>s de gegev<strong>en</strong>s<br />

<strong>van</strong> het CBS nog zo’n 4000 <strong>melkvee</strong>bedrijv<strong>en</strong> dit<br />

stalsysteem hebb<strong>en</strong>. De red<strong>en</strong><strong>en</strong> om aan dit<br />

staltype ge<strong>en</strong> aandacht te bested<strong>en</strong> in dit advies<br />

zijn dat dit staltype niet of nauwelijks meer wordt<br />

gebouwd <strong>en</strong> dat de meeste grupstall<strong>en</strong> <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong><br />

bij de kleinere bedrijv<strong>en</strong> waar<strong>van</strong> het mer<strong>en</strong>deel<br />

naar verwachting op korte termijn zal stopp<strong>en</strong>.<br />

Ongeveer 5 % <strong>van</strong> het <strong>melkvee</strong> wordt nog in grup-<br />

stall<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>.<br />

10<br />

3. HET PERSPECTIEF TOT HET JAAR 2026<br />

In deze paragraaf word<strong>en</strong> de mogelijke oplossings-<br />

richting<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> <strong>voor</strong> die aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

<strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> die op dit mom<strong>en</strong>t het meest<br />

beperkt uitgevoerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Oplossings-<br />

richting<strong>en</strong> <strong>voor</strong> deze <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> veelal<br />

tegelijkertijd e<strong>en</strong> positief effect op de uitvoering <strong>van</strong><br />

andere <strong>natuurlijk</strong>e <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong>. Het kunn<strong>en</strong><br />

uitvoer<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> is, naast het vrij zijn<br />

<strong>van</strong> bij<strong>voor</strong>beeld ziekte, honger, dorst, pijn, angst<br />

<strong>en</strong> ongemak, één <strong>van</strong> de <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

goed welzijn <strong>van</strong> e<strong>en</strong> dier. Het <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> is<br />

één <strong>van</strong> de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die het welzijn <strong>van</strong> het dier<br />

bepal<strong>en</strong>. Het begrip “<strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong>” is daarmee<br />

niet synoniem met het begrip “welzijn”. (Zie het<br />

kader op bladzijde 12.)<br />

Ondanks het feit dat onze huidige runder<strong>en</strong> ver<br />

afstaan <strong>van</strong> hun oorspronkelijke <strong>voor</strong>ouders <strong>en</strong><br />

sterk geselecteerd zijn op productieeig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>,<br />

blijkt uit het beschikbare wet<strong>en</strong>schappelijk onder-<br />

zoek dat <strong>natuurlijk</strong>e behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> in<br />

aanleg weinig zijn veranderd. Daarom is het<br />

mogelijk de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> studies naar <strong>natuurlijk</strong><br />

<strong>gedrag</strong> bij rundvee die gehoud<strong>en</strong> zijn onder min of<br />

meer <strong>natuurlijk</strong>e omstandighed<strong>en</strong> te vertal<strong>en</strong> naar<br />

onze huidige rundveehouderij.


Hierna wordt <strong>voor</strong> <strong>melkvee</strong> <strong>en</strong> vleeskalver<strong>en</strong><br />

aangegev<strong>en</strong> welke verbetering<strong>en</strong> om de <strong>natuurlijk</strong>e<br />

<strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> uit te kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> de grootste<br />

prioriteit hebb<strong>en</strong>.<br />

3.1. Melkvee<br />

3.1.1. Ligbox<strong>en</strong>stal zonder weidegang<br />

De belangrijkste <strong>natuurlijk</strong>e <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> die bij<br />

mekvee verbetering<strong>en</strong> behoev<strong>en</strong> zijn het bewe-<br />

gings- <strong>en</strong> het rust/slaap<strong>gedrag</strong>. Het graas<strong>gedrag</strong><br />

kan in dit systeem per definitie niet plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

Bezi<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> of het niet kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het graas<strong>gedrag</strong> <strong>en</strong> andere <strong>natuurlijk</strong>e<br />

<strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> door het niet of beperkt weid<strong>en</strong><br />

gecomp<strong>en</strong>seerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het ligt in de<br />

bedoeling <strong>van</strong> de <strong>Raad</strong> hierover e<strong>en</strong> apart advies<br />

uit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. In dit advies zal daarom nu niet<br />

verder ingegaan word<strong>en</strong> op oplossingsrichting<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> mogelijke beperking<strong>en</strong> die ontstaan door het<br />

ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong> weidegang 1 .<br />

Melkkoei<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in de meeste ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong><br />

slechts in beperkte mate op <strong>natuurlijk</strong>e wijze<br />

beweg<strong>en</strong>. Er zijn hier<strong>voor</strong> twee oorzak<strong>en</strong> aan te<br />

wijz<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste is er de harde betonvloer (zowel<br />

1 De Dier<strong>en</strong>bescherming is <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat het niet<br />

gev<strong>en</strong> <strong>van</strong> weidegang niet aanvaardbaar is. Dit uit<br />

oogpunt <strong>van</strong> dier<strong>en</strong>welzijn <strong>en</strong> omdat dier<strong>en</strong> er t<strong>en</strong><br />

principale recht op hebb<strong>en</strong> om, als hun conditie <strong>en</strong> het<br />

weer dit toelat<strong>en</strong>, naar buit<strong>en</strong> te gaan.<br />

dichte als roostervloer) die regelmatig nat <strong>en</strong> glad<br />

is, waardoor de ernst <strong>en</strong> de incid<strong>en</strong>tie <strong>van</strong><br />

klauwproblem<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt, koei<strong>en</strong> slechter bewe-<br />

g<strong>en</strong> <strong>en</strong> bronst<strong>gedrag</strong> minder wordt vertoond.<br />

Omdat in ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> voer-, drink-, rust- <strong>en</strong><br />

melkplaats<strong>en</strong> ruimtelijk gescheid<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> koei<strong>en</strong><br />

op eig<strong>en</strong> kracht de verschill<strong>en</strong>de locaties moet<strong>en</strong><br />

bezoek<strong>en</strong>, is probleemloos beweg<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel<br />

<strong>voor</strong> het goed functioner<strong>en</strong> <strong>van</strong> melkkoei<strong>en</strong> in<br />

ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong>. Bewegingsbelemmering<strong>en</strong> leid<strong>en</strong><br />

gemakkelijk tot beperking<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aantal onder-<br />

houds<strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> zoals rust<strong>gedrag</strong>, voeropname-<br />

<strong>gedrag</strong>, lichaamsverzorging, mest<strong>en</strong> <strong>en</strong> uriner<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> tweede is de ruimte per dier in de meeste<br />

ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> te gering om e<strong>en</strong> aantal <strong>gedrag</strong>in-<br />

g<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>. Met name het sociale <strong>en</strong> het<br />

onderhouds<strong>gedrag</strong> verg<strong>en</strong> meer ruimte.<br />

Om deze mogelijke verbeterpunt<strong>en</strong> in de stal in te<br />

bouw<strong>en</strong> zal onderzocht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of het<br />

ontwerp <strong>van</strong> de stal <strong>en</strong> de stalvloer moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aangepast <strong>en</strong> op welke wijze. Te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt aan<br />

zak<strong>en</strong> als bredere gang<strong>en</strong>, meer doorstek<strong>en</strong> tus-<br />

s<strong>en</strong> de rij<strong>en</strong> ligbox<strong>en</strong>, meer ruimte achter het<br />

voerhek <strong>en</strong> rond de drinkplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kracht-<br />

voerautomat<strong>en</strong>, mest <strong>en</strong> urine dagelijks veelvuldig<br />

<strong>van</strong> de vloer verwijder<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vloer<strong>en</strong> opruw<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>/of zachter mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> rubber of e<strong>en</strong><br />

rubber/kurk toplaag.<br />

11


12<br />

Het <strong>natuurlijk</strong>e <strong>gedrag</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> dier is het resultaat <strong>van</strong> e<strong>en</strong> evolutionair selectieproces waarin dier<strong>en</strong> overlev<strong>en</strong><br />

die het best “aangepast” zijn (de meeste vruchtbare nakomeling<strong>en</strong> producer<strong>en</strong>). Dier<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zich daarbij zo<br />

ontwikkeld dat hun <strong>gedrag</strong> nauwkeurig is afgestemd op de beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun omgeving.<br />

In de in dit advies gekoz<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering <strong>van</strong> <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> is bij gebrek aan wet<strong>en</strong>schappelijke grond<strong>en</strong> niet<br />

gekoz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het prioriter<strong>en</strong> <strong>van</strong> afzonderlijke <strong>gedrag</strong>selem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit het complexe <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong>repertoire<br />

<strong>van</strong> runder<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong>voudigweg onmogelijk. De motivatie <strong>van</strong> dier<strong>en</strong> om op e<strong>en</strong> zeker mom<strong>en</strong>t gedur<strong>en</strong>de<br />

e<strong>en</strong> bepaalde tijd specifiek <strong>gedrag</strong> uit te voer<strong>en</strong> hangt immers af <strong>van</strong> de mate <strong>van</strong> bevrediging <strong>van</strong> tal <strong>van</strong><br />

behoeftes. E<strong>en</strong> belangrijk deel <strong>van</strong> deze behoeftes is bij de geboorte in aanleg aanwezig. Doordat <strong>van</strong>af de<br />

geboorte behoeftes word<strong>en</strong> bevredigd groei<strong>en</strong> behoeftes naar hogere bevredigingsniveaus <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> er tijd<strong>en</strong>s<br />

de ontwikkeling ook andere behoeftes <strong>voor</strong> in de plaats (spel<strong>gedrag</strong> wordt ingeruild <strong>voor</strong> seksueel <strong>en</strong> agonistisch<br />

<strong>gedrag</strong> <strong>en</strong> zuig<strong>gedrag</strong> <strong>voor</strong> kauw<strong>en</strong>). Sommige del<strong>en</strong> <strong>van</strong> het “<strong>natuurlijk</strong>e <strong>gedrag</strong>srepertoire” zijn echter zo<br />

belangrijk <strong>voor</strong> de "evolutionaire fitness” <strong>van</strong> e<strong>en</strong> soort, dat ze “intrinsiek belon<strong>en</strong>d” zijn. Dat wil zegg<strong>en</strong> dat de<br />

uitvoering <strong>van</strong> die <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> belangrijk (“belon<strong>en</strong>d”) <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> dier is ongeacht de directe functionele<br />

consequ<strong>en</strong>ties <strong>van</strong> die <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong>. Omdat die <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> zo “belon<strong>en</strong>d” zijn, zull<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> die <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong><br />

onder allerlei omstandighed<strong>en</strong> will<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Dier<strong>en</strong> ondervind<strong>en</strong> e<strong>en</strong> slecht welzijn wanneer ze deze<br />

<strong>gedrag</strong>spatron<strong>en</strong> niet kunn<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>. Als substituut ontwikkel<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> dan afwijk<strong>en</strong>de <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong><br />

(<strong>gedrag</strong>spathologieën). Bij de meeste <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> is het echter zo, dat niet de uitvoering <strong>van</strong> het <strong>gedrag</strong> zelf<br />

positieve of negatieve gevoel<strong>en</strong>s oproept, maar dat <strong>voor</strong>al de consequ<strong>en</strong>ties <strong>van</strong> dat <strong>gedrag</strong> positieve of<br />

negatieve gevoel<strong>en</strong>s oproep<strong>en</strong>.<br />

De vraag in welke mate aan de behoefte <strong>van</strong> dier<strong>en</strong> om <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> te verton<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> voldaan,<br />

heeft naast e<strong>en</strong> biologisch kader e<strong>en</strong> duidelijk ethisch kader. Dat betek<strong>en</strong>t dat <strong>gedrag</strong>sdeskundig<strong>en</strong> weliswaar<br />

kunn<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> welke behoeftes dier<strong>en</strong> <strong>van</strong> nature hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> in welke vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> houderij deze in hun<br />

expressie word<strong>en</strong> belemmerd, maar de afweging tot op welk niveau wij dier<strong>en</strong> toestaan om specifieke behoeftes<br />

te bevredig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zorgvuldige afweging vraagt <strong>van</strong> de behoeftes <strong>van</strong> dier<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> andere belang<strong>en</strong>.<br />

Bron: Bijdrage onderzoekers WUR <strong>en</strong> Faculteit Dierg<strong>en</strong>eeskunde Utrecht


Het rust/slaap<strong>gedrag</strong> is in de huidige ligbox<strong>en</strong>-<br />

stall<strong>en</strong> beperkt uitvoerbaar, omdat het huidige<br />

ontwerp <strong>van</strong> de ligbox<strong>en</strong> met rijkelijk ijzerwerk er<br />

toe leidt dat de dier<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> niet <strong>natuurlijk</strong>e wijze<br />

moet<strong>en</strong> opstaan <strong>en</strong> dat ook het op <strong>natuurlijk</strong>e wijze<br />

gaan ligg<strong>en</strong> wordt belemmerd. Voor e<strong>en</strong> <strong>natuurlijk</strong>e<br />

wijze <strong>van</strong> gaan ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaan opstaan is er in de<br />

l<strong>en</strong>gterichting <strong>van</strong> de koe meer vrije bewegings-<br />

ruimte nodig. Deze ruimte is afhankelijk <strong>van</strong> de<br />

afmeting<strong>en</strong> <strong>van</strong> het ras.<br />

Stalsystem<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> steeds in ontwikkeling. Zo<br />

wordt met name ingespeeld op bredere ligplaats<strong>en</strong><br />

met minder of ge<strong>en</strong> hekwerk <strong>en</strong> het gev<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

zachte bedding. Deze ontwikkeling moet krachtig<br />

word<strong>en</strong> gestimuleerd.<br />

Aanpassing <strong>van</strong> de ligbox zodanig dat de <strong>voor</strong>-<br />

waartse beweging beter uitgevoerd kan word<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

het zorg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> zacht <strong>en</strong> hygiënisch ligbed<br />

zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve invloed hebb<strong>en</strong> op het gaan<br />

ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gaan staan <strong>en</strong> het slaap/rust<strong>gedrag</strong>.<br />

Koei<strong>en</strong> die will<strong>en</strong> rust<strong>en</strong> mijd<strong>en</strong> onrustige plaats<strong>en</strong>.<br />

De <strong>Raad</strong> is <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat alle dier<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> stal<br />

gelijktijdig moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gaan ligg<strong>en</strong>. Hoewel er<br />

vrijwel altijd wel e<strong>en</strong> aantal dier<strong>en</strong> staan of et<strong>en</strong><br />

zou e<strong>en</strong> geringe overbezetting mogelijk zijn.<br />

Echter, in veel ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> zijn er ongunstige<br />

plekk<strong>en</strong> om te rust<strong>en</strong> (bij<strong>voor</strong>beeld nabij de drink-<br />

bakk<strong>en</strong>, naast krachtvoerautomat<strong>en</strong> <strong>en</strong> doorgan-<br />

g<strong>en</strong>). Daarom is naast de kwaliteit <strong>van</strong> de ligbox<br />

het aantal ligbox<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> stal <strong>van</strong> belang. De<br />

<strong>Raad</strong> adviseert om als uitgangspunt te hanter<strong>en</strong><br />

dat er minimaal ev<strong>en</strong> veel ligbox<strong>en</strong> als runder<strong>en</strong><br />

aanwezig moet<strong>en</strong> zijn in de stal.<br />

3.1.2. Ligbox<strong>en</strong>stal met weidegang <strong>en</strong> pot-<br />

stal<br />

In de winterperiode is de mogelijkheid tot het<br />

kunn<strong>en</strong> uitvoering <strong>van</strong> het <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> verge-<br />

lijkbaar met de situatie zoals weergegev<strong>en</strong> in<br />

hoofdstuk 3.1.1. Echter, over het gehele jaar he<strong>en</strong><br />

beschouwd is de problematiek kwalitatief minder<br />

bezwaarlijk dan in hoofdstuk 3.1.1 is beschrev<strong>en</strong>.<br />

De aangegev<strong>en</strong> oplossingsrichting<strong>en</strong> zijn dezelfde.<br />

De laatste jar<strong>en</strong> is er in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate de<br />

t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s waar te nem<strong>en</strong> dat <strong>melkvee</strong> slechts e<strong>en</strong><br />

paar uur per dag weidegang heeft. Naarmate<br />

runder<strong>en</strong> minder geleg<strong>en</strong>heid krijg<strong>en</strong> om de wei in<br />

te gaan, wordt meer agonistisch <strong>gedrag</strong>, minder<br />

bronst<strong>gedrag</strong> <strong>en</strong> minder sociaal likk<strong>en</strong> vertoond.<br />

Voor de ligbox<strong>en</strong>stal zal extra aandacht moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> besteed aan het ontwerp <strong>en</strong> de plaatsing<br />

<strong>van</strong> de ligbox<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aantal ligbox<strong>en</strong> om<br />

daarmee het rust/slaap<strong>gedrag</strong> beter te kunn<strong>en</strong><br />

uitvoer<strong>en</strong>. Ook zal meer aandacht aan de kwaliteit<br />

<strong>van</strong> de vloer<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besteed om deze<br />

hygiënisch, stroef <strong>en</strong> zacht te houd<strong>en</strong> (bij<strong>voor</strong>beeld<br />

met e<strong>en</strong> rubber of e<strong>en</strong> rubber/kurk toplaag).<br />

13


Voor de potstal is <strong>van</strong> belang dat de strooisel-<br />

kwaliteit goed blijft.<br />

14<br />

3.1.3. Moederzorg <strong>en</strong> <strong>gedrag</strong> rond geboor-<br />

te<br />

In de vrije natuur zal e<strong>en</strong> rund in tijdelijke afzon-<br />

dering e<strong>en</strong> kalf werp<strong>en</strong> <strong>en</strong> het daarna belikk<strong>en</strong><br />

totdat het dier “schoon” is. Daarna blijv<strong>en</strong> koe <strong>en</strong><br />

kalf nog <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong> dicht bij elkaar om hun<br />

onderlinge band te ontwikkel<strong>en</strong>. Met uitzondering<br />

<strong>van</strong> de zoogkoei<strong>en</strong>houderij wordt het kalf in de<br />

regel kort na de geboorte bij het moederdier<br />

weggehaald. E<strong>en</strong> <strong>voor</strong>deel <strong>van</strong> het wat langer bij<br />

elkaar houd<strong>en</strong> <strong>van</strong> koe <strong>en</strong> kalf is dat de melk-<br />

productie wordt gestimuleerd. Echter, als de bin-<br />

ding tuss<strong>en</strong> kalf <strong>en</strong> koe ontstaat <strong>en</strong> de dier<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> dan gescheid<strong>en</strong> (dus eerder dan de<br />

<strong>natuurlijk</strong>e spe<strong>en</strong>leeftijd) terwijl koe <strong>en</strong> kalf elkaar<br />

nog steeds kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of hor<strong>en</strong>, dan is de<br />

kans groot dat dit bij beid<strong>en</strong> leidt tot grote onrust <strong>en</strong><br />

stress.<br />

Op zich is het na het werp<strong>en</strong> de koe de geleg<strong>en</strong>-<br />

heid te gev<strong>en</strong> het kalf te likk<strong>en</strong> goed <strong>voor</strong> zowel het<br />

kalf als de koe. Ter <strong>voor</strong>koming <strong>van</strong> binding zal het<br />

kalf daarna <strong>van</strong> de koe moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geschei-<br />

d<strong>en</strong> of de dier<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong> tot de<br />

<strong>natuurlijk</strong>e spe<strong>en</strong>leeftijd.<br />

De <strong>Raad</strong> adviseert om de koe t<strong>en</strong>minste de<br />

geleg<strong>en</strong>heid te gev<strong>en</strong> het kalf droog te likk<strong>en</strong>. De<br />

tweede optie is op dit mom<strong>en</strong>t in de reguliere<br />

<strong>melkvee</strong>houderij niet uitvoerbaar, omdat het e<strong>en</strong><br />

geheel andere b<strong>en</strong>adering <strong>van</strong> de <strong>melkvee</strong>houderij<br />

vergt. De <strong>Raad</strong> adviseert daarom op dit mom<strong>en</strong>t<br />

om, ter <strong>voor</strong>koming <strong>van</strong> het ontstaan <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

hechte moeder-jong binding, het kalf bij de koe<br />

<strong>van</strong>daan te hal<strong>en</strong>.<br />

Sommige biologische <strong>melkvee</strong>houders lat<strong>en</strong> het<br />

kalf langer bij de koe. De ervaring<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> of<br />

deze werkwijze breder toepasbaar is.<br />

3.2. Vleeskalver<strong>en</strong><br />

De laatste jar<strong>en</strong> zijn er belangrijke verbetering<strong>en</strong><br />

doorgevoerd in de vleeskalverhouderij. Het gaan<br />

verstrekk<strong>en</strong> <strong>van</strong> ruwvoer <strong>en</strong> de omschakeling <strong>van</strong><br />

individuele huisvesting <strong>van</strong> vleeskalver<strong>en</strong> naar<br />

groepshuisvesting resulteert in belangrijke welzijns-<br />

verbetering<strong>en</strong>, waarbij de mogelijkhed<strong>en</strong> tot het<br />

uitvoer<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> zijn vergroot.<br />

Ondanks deze belangrijke verbetering<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t<br />

dit echter nog niet dat er ge<strong>en</strong> verdere verbetering<br />

mogelijk is.<br />

De huidige vleeskalverhouderij wordt gek<strong>en</strong>merkt<br />

door het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong> weidegang. Hierdoor kun-<br />

n<strong>en</strong> vleeskalver<strong>en</strong> de daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de<br />

<strong>natuurlijk</strong>e <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> niet uitvoer<strong>en</strong>. Ter com-<br />

p<strong>en</strong>satie zal extra aandacht nodig zijn <strong>voor</strong> de<br />

stalinrichting om zoveel mogelijk de kalver<strong>en</strong> de<br />

mogelijkheid te gev<strong>en</strong> hun <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> vol-


do<strong>en</strong>de uit te kunn<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>.<br />

3.2.1. Vleeskalver<strong>en</strong> in groep<strong>en</strong> <strong>van</strong> 5-12<br />

dier<strong>en</strong> per hok 2<br />

In dit huisvestingssysteem kunn<strong>en</strong> de kalver<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

aantal <strong>gedrag</strong>scategorieën beperkt uitvoer<strong>en</strong>. De<br />

grootste belemmering<strong>en</strong> om vleeskalver<strong>en</strong> hun<br />

<strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> voldo<strong>en</strong>de uit te lat<strong>en</strong> voer<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met de ruwvoeropname, de zuig-<br />

behoefte <strong>van</strong> de kalver<strong>en</strong>, de bewegingsruimte <strong>en</strong><br />

de kwaliteit <strong>van</strong> de vloer<strong>en</strong>.<br />

In system<strong>en</strong> waarin weinig <strong>en</strong>/of vezelarm ruwvoer<br />

wordt verstrekt wordt de uitvoering <strong>van</strong> <strong>natuurlijk</strong><br />

<strong>gedrag</strong> <strong>van</strong> vleeskalver<strong>en</strong> belemmerd. Ruwvoer is<br />

<strong>voor</strong> herkauwers ess<strong>en</strong>tieel. In de vleeskalverhou-<br />

derij wordt de laatste jar<strong>en</strong> steeds meer ruwvoer<br />

verstrekt waardoor het <strong>natuurlijk</strong> foerageer- <strong>en</strong><br />

herkauw<strong>gedrag</strong> sterk verbeterd is. De ruwvoer-<br />

verstrekking komt ook het exploratie- <strong>en</strong> leer<strong>gedrag</strong><br />

t<strong>en</strong> goede. Vleeskalver<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de behoefte om<br />

gelijktijdig te foerager<strong>en</strong>. In de huidige huisves-<br />

tingssystem<strong>en</strong> is dit mogelijk. De <strong>Raad</strong> adviseert<br />

echter wel om aan de ruwvoer<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing blijv<strong>en</strong>d<br />

aandacht te sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar waar mogelijk de<br />

verstrekking <strong>van</strong> ruwvoer verder te ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

2 De Dier<strong>en</strong>bescherming is <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat kalver<strong>en</strong><br />

uitloop naar buit<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong> als hun conditie<br />

<strong>en</strong> het weer dat toelat<strong>en</strong>.<br />

Kalver<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> dagelijks relatief<br />

grote hoeveelhed<strong>en</strong> kunstmelk aangebod<strong>en</strong> in<br />

twee porties. Normaal zal e<strong>en</strong> kalf, indi<strong>en</strong> het<br />

daartoe de geleg<strong>en</strong>heid krijgt vaker, gemiddeld 6–8<br />

keer per dag, drink<strong>en</strong>.<br />

In bepaalde situaties kan afwijk<strong>en</strong>d zuig<strong>gedrag</strong><br />

ontstaan. Ondanks verschill<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong> is er<br />

nog veel onduidelijkheid over de oorzak<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

afwijk<strong>en</strong>d zuig<strong>gedrag</strong>. Er lijk<strong>en</strong> tal <strong>van</strong> factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

rol te spel<strong>en</strong> bij het ontstaan <strong>van</strong> ongew<strong>en</strong>st oraal<br />

zuig<strong>gedrag</strong>. Er is in ieder geval ge<strong>en</strong> één-op-één<br />

relatie tuss<strong>en</strong> emmervoedering/spe<strong>en</strong>voedering <strong>en</strong><br />

zuigbehoefte. E<strong>en</strong> initiële behoefte kan namelijk<br />

door bevrediging er<strong>van</strong> groei<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> hoger<br />

niveau. Het lijkt erop dat daar bij spe<strong>en</strong>voedering<br />

ook sprake <strong>van</strong> kan zijn. Preputiumzuig<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

urinedrink<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> bij kalver<strong>en</strong> die met e<strong>en</strong><br />

spe<strong>en</strong>automaat gevoerd word<strong>en</strong> onder bepaalde<br />

omstandighed<strong>en</strong> juist eerder meer dan minder <strong>voor</strong><br />

<strong>en</strong> niet alle kalver<strong>en</strong> die met e<strong>en</strong> emmer word<strong>en</strong><br />

gevoerd hebb<strong>en</strong> niet per definitie e<strong>en</strong> grote zuigbe-<br />

hoefte. Omdat over het zuig<strong>gedrag</strong> nog veel ondui-<br />

delijkheid bestaat adviseert de <strong>Raad</strong> om het onder-<br />

zoek hiernaar te continuer<strong>en</strong>.<br />

Op dit mom<strong>en</strong>t wordt door ASG onderzoek gedaan<br />

naar verstrekking <strong>van</strong> vocht <strong>en</strong> vast voer aan<br />

vleeskalver<strong>en</strong>. De <strong>Raad</strong> onderschrijft het belang<br />

<strong>van</strong> dit onderzoek <strong>en</strong> de ontwikkeling om die<br />

15


hoeveelheid ruwvoer te verstrekk<strong>en</strong> die wel leidt tot<br />

e<strong>en</strong> versterking <strong>van</strong> het <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong>, maar<br />

tegelijkertijd past bij deze vorm <strong>van</strong> vleesproduktie.<br />

E<strong>en</strong> definitief oordeel over waterverstrekking in<br />

combinatie met ruwvoerverstrekking zal gebaseerd<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op dit onderzoek.<br />

De <strong>Raad</strong> adviseert om de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

wet<strong>en</strong>schappelijke onderzoeksproject “De ontwik-<br />

keling <strong>van</strong> e<strong>en</strong> welzijnsmeter <strong>voor</strong> vleeskalver<strong>en</strong>” in<br />

deze richtinggev<strong>en</strong>d te lat<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong> verder<br />

handel<strong>en</strong>.<br />

Er is in het verled<strong>en</strong> regelmatig kritiek geuit op lage<br />

hemoglobinegehaltes (Hb-gehalte) in vleeskalve-<br />

r<strong>en</strong>. Er is in de kalversector veel onderzoek gedaan<br />

naar de relatie tuss<strong>en</strong> het Hb-gehalte <strong>en</strong> het welzijn<br />

<strong>van</strong> de dier<strong>en</strong>. De Europese regelgeving heeft<br />

mede daardoor bepaald dat het Hb-gehalte niet<br />

onder 4,5 mmol/l mag kom<strong>en</strong>. Om te <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong><br />

dat het Hb-gehalte onder deze norm komt wordt er<br />

op veel vleeskalverbedrijv<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig het Hb-<br />

gehalte gemonsterd. In de regel krijg<strong>en</strong> de kalver<strong>en</strong><br />

na aankomst op het vleeskalverbedrijf e<strong>en</strong> ijzer-<br />

injectie toegedi<strong>en</strong>d waardoor het Hb-gehalte op<br />

e<strong>en</strong> normaal niveau komt. In de loop <strong>van</strong> de mest-<br />

periode gaat dit niveau geleidelijk naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>.<br />

Zonodig wordt e<strong>en</strong> extra ijzerinjectie toegedi<strong>en</strong>d<br />

om er <strong>voor</strong> te zorg<strong>en</strong> dat het Hb-gehalte aan het<br />

16<br />

eind <strong>van</strong> de mestperiode in ieder geval bov<strong>en</strong> het<br />

wettelijk minimumniveau blijft.<br />

Wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek heeft aangetoond dat<br />

er <strong>en</strong> verband bestaat tuss<strong>en</strong> lusteloosheid <strong>en</strong> Hb-<br />

gehalte bij de m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de rat. Gelet op de<br />

overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de diersoort<strong>en</strong><br />

(inclusief de m<strong>en</strong>s) betreff<strong>en</strong>de de neuro<strong>en</strong>do-<br />

cri<strong>en</strong>e verschijnsel<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> situatie <strong>van</strong> ijzergebrek of bloedarmoede, lijkt<br />

er sprake te zijn <strong>van</strong> het bestaan <strong>van</strong> universele<br />

fysiologische mechanism<strong>en</strong> die (zoog)dier<strong>en</strong> mobi-<br />

liser<strong>en</strong> om aan e<strong>en</strong> tekort aan ijzer het hoofd te<br />

bied<strong>en</strong>. Onderzoek bij ratt<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> doet<br />

veronderstell<strong>en</strong> dat deze fysiologische verande-<br />

ring<strong>en</strong> verband kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> tweetal<br />

risico's <strong>van</strong> ijzergebrek of bloedarmoede <strong>voor</strong><br />

gezondheid <strong>en</strong> welzijn: (1) e<strong>en</strong> verstoorde thermo-<br />

regulatie, in het bijzonder onder condities met rela-<br />

tief lage omgevingstemperatur<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de<br />

thermoneutrale zone <strong>en</strong> (2) <strong>gedrag</strong>sverandering<strong>en</strong><br />

die kunn<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> op angst, irritatie, nervositeit,<br />

vermoeidheid e.d. Of dit ook bij vleeskalver<strong>en</strong> het<br />

geval is <strong>en</strong> waar dan die Hb-gr<strong>en</strong>s ligt dat<br />

lusteloosheid optreedt kan alle<strong>en</strong> door onderzoek<br />

word<strong>en</strong> aangetoond. Lusteloosheid zou mogelijk<br />

<strong>van</strong> invloed kunn<strong>en</strong> zijn op bepaalde <strong>natuurlijk</strong>e<br />

<strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> die ook <strong>voor</strong> vleeskalver<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

belang zijn. De <strong>Raad</strong> adviseert daarom om hier-<br />

naar onderzoek te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> als de resultat<strong>en</strong>


daartoe aanleiding gev<strong>en</strong> deze te gebruik<strong>en</strong> in de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> de welzijnsmeter.<br />

Hokk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> vleeskalver<strong>en</strong> zijn in de regel uitge-<br />

voerd met e<strong>en</strong> hardhout<strong>en</strong> roostervloer <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> aluminium stripp<strong>en</strong>. Deze vloer<strong>en</strong> zijn regel-<br />

matig glad. Tev<strong>en</strong>s bied<strong>en</strong> ze weinig ligcomfort.<br />

Het gevolg hier<strong>van</strong> is dat e<strong>en</strong> aantal <strong>natuurlijk</strong>e<br />

<strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong>, zoals het speel<strong>gedrag</strong>, <strong>van</strong>wege het<br />

gevaar <strong>voor</strong> uitglijd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het rust- <strong>en</strong> slaap<strong>gedrag</strong><br />

niet dan wel beperkt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd.<br />

Om deze problem<strong>en</strong> te <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> adviseert de<br />

<strong>Raad</strong> te zoek<strong>en</strong> naar mogelijkhed<strong>en</strong> om in<br />

bestaande stall<strong>en</strong> of bij de ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe<br />

vloerconcept<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vloerdeel met e<strong>en</strong> zacht <strong>en</strong><br />

schoon ligbed te creër<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stroeve vloer om<br />

uitglijd<strong>en</strong> zo veel mogelijk te <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>. De <strong>Raad</strong><br />

onderk<strong>en</strong>t het feit dat kalver<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> ligplaats<br />

niet schoon houd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> complicer<strong>en</strong>de factor is.<br />

Voor e<strong>en</strong> stal met dergelijke <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> is<br />

mogelijk meer ruimte nodig. Deze kan bij<strong>voor</strong>beeld<br />

gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door groep<strong>en</strong> <strong>van</strong> acht dier<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong> te voeg<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> zelfde oppervlakte per<br />

kalf ontstaat zo meer bewegingsruimte <strong>en</strong> vrije<br />

ruimte om bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de vloer te<br />

<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> zachte ligbedding. De <strong>Raad</strong><br />

verwacht daarbij dat door e<strong>en</strong> iets grotere groeps-<br />

grootte het speel<strong>gedrag</strong> <strong>en</strong> de sociale interactie<br />

tuss<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> verbeterd kan word<strong>en</strong>, omdat de<br />

beschikbare vrije ruimte vergroot wordt.<br />

3.2.2. Vleeskalver<strong>en</strong> in grote groep<strong>en</strong> met<br />

automatische voedering<br />

Ook in dit huisvestingssysteem kunn<strong>en</strong> de kalver<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> aantal <strong>gedrag</strong>scategorieën beperkt uitvoer<strong>en</strong>.<br />

De beperking<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> kom<strong>en</strong><br />

grot<strong>en</strong>deels overe<strong>en</strong> met die <strong>van</strong> vleeskalver<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong> in kleine groep<strong>en</strong>, zoals beschrev<strong>en</strong> in<br />

hoofdstuk 3.2.1. Het belangrijkste verschil is dat<br />

het melkrantso<strong>en</strong> in meer dan twee keer via e<strong>en</strong><br />

spe<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

De kalver<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in dit systeem meer ruimte om<br />

te r<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> te spel<strong>en</strong>, zij het dat de consequ<strong>en</strong>-<br />

ties <strong>van</strong> te gladde vloer<strong>en</strong> daardoor ernstiger kun-<br />

n<strong>en</strong> zijn. Het plaats<strong>en</strong> <strong>van</strong> schott<strong>en</strong> om het r<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de dier<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong> is in feite symptoom-<br />

bestrijding, maar haalt niet de oorzaak, de vaak te<br />

gladde vloer, weg.<br />

De <strong>Raad</strong> adviseert om, ev<strong>en</strong>als bij vleeskalver<strong>en</strong> in<br />

kleine groep<strong>en</strong>, te zoek<strong>en</strong> naar vloerconcept<strong>en</strong><br />

waarin de dier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong><br />

zacht ligbed <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stroeve vloer om uitglijd<strong>en</strong> zo<br />

veel mogelijk te <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong><br />

3.2.3. Rosé kalver<strong>en</strong><br />

De houderijsystem<strong>en</strong> <strong>voor</strong> deze groep dier<strong>en</strong> ver-<br />

schill<strong>en</strong> in wez<strong>en</strong> niet <strong>van</strong> de beide eerder beschre-<br />

v<strong>en</strong> system<strong>en</strong>. Het grote verschil is de continue<br />

beschikbaarheid <strong>van</strong> water <strong>en</strong> de onbeperkte ver-<br />

strekking <strong>van</strong> ruwvoer, waarbij gedur<strong>en</strong>de de gehe-<br />

17


le mestperiode veel ijzerhoud<strong>en</strong>d ruwvoer (zoals<br />

hooi of stro) wordt verstrekt, zodat het vlees roze<br />

kleurt. Beide punt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve invloed<br />

op de mogelijkheid tot exploratie/foerageer<strong>gedrag</strong>,<br />

het eet- <strong>en</strong> het speel<strong>gedrag</strong>.<br />

Oplossingsrichting<strong>en</strong> <strong>voor</strong> problem<strong>en</strong> met het uit-<br />

voer<strong>en</strong> <strong>van</strong> bepaalde <strong>natuurlijk</strong>e <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> in<br />

deze sector zijn dezelfde als de rele<strong>van</strong>te oplos-<br />

singsrichting<strong>en</strong> zoals beschrev<strong>en</strong> in hoofdstukk<strong>en</strong><br />

3.2.1 <strong>en</strong> 3.2.2.<br />

Ook <strong>voor</strong> deze categorie geldt dat met name de<br />

kwaliteit <strong>van</strong> de vloer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk aandachts-<br />

veld moet zijn.<br />

18


BIJLAGEN<br />

1. HET NATUURLIJK GEDRAG VAN RUNDVEE 3<br />

1. HET NATUURLIJK GEDRAG VAN RUNDEREN<br />

1.1. Domesticatie<br />

Runder<strong>en</strong> zijn ca. 6000 jaar <strong>voor</strong> Christus gedomesticeerd. De bevolkingsgroei destijds maakte uitbreiding<br />

<strong>van</strong> de voedselproductie noodzakelijk <strong>en</strong> runder<strong>en</strong> war<strong>en</strong> nodig in de landbouw als last- <strong>en</strong> trekdier <strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

de productie <strong>van</strong> mest <strong>en</strong> vlees. Pas later werd<strong>en</strong> runder<strong>en</strong> ook gebruikt <strong>voor</strong> de productie <strong>van</strong> melk <strong>en</strong><br />

melkproduct<strong>en</strong>. Er zijn meer dan 1000 verschill<strong>en</strong>de runderrass<strong>en</strong>. In het west<strong>en</strong> wordt in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate<br />

gebruik gemaakt <strong>van</strong> sterk gespecialiseerde rass<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> de melkproductie of <strong>voor</strong> de vleesproductie<br />

gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

K<strong>en</strong>nis over het <strong>natuurlijk</strong>e <strong>gedrag</strong> <strong>van</strong> runder<strong>en</strong> is afkomstig <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de studies aan verwilderde<br />

populaties runder<strong>en</strong>. Bek<strong>en</strong>d zijn bij<strong>voor</strong>beeld de studies <strong>van</strong> Hall aan de ‘Chillingham kudde’ (1986, 1989),<br />

e<strong>en</strong> verwilderde populatie runder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> parkachtig landschap in Noord-Engeland. Deze kudde<br />

wordt al 700 jaar lang in stand gehoud<strong>en</strong> nag<strong>en</strong>oeg zonder <strong>en</strong>ige interv<strong>en</strong>tie door de m<strong>en</strong>s. Andere<br />

belangrijke studies aan verwilderde runderpopulaties zijn die <strong>van</strong> Schloeth (1961) aan e<strong>en</strong> runderpopulatie in<br />

de Camargue <strong>en</strong> die <strong>van</strong> Reinhardt (1980) aan e<strong>en</strong> populatie zebu runder<strong>en</strong>. De hier volg<strong>en</strong>de beschrijving<strong>en</strong><br />

over <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> <strong>van</strong> runder<strong>en</strong> zijn hoofdzakelijk gebaseerd op observaties aan deze verwilderde<br />

populaties. Voor het overige is geput uit beschrijving<strong>en</strong> <strong>van</strong> het <strong>gedrag</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> kudde zoogkoei<strong>en</strong> (Kiley-<br />

Worthington <strong>en</strong> De La Plain, 1983) <strong>en</strong> uit bestaande overzichtspublicaties <strong>van</strong> Hafez <strong>en</strong> Bouissou (1975),<br />

Sambraus (1978), Albright <strong>en</strong> Arave (1997) <strong>en</strong> Phillips (2002) over het <strong>gedrag</strong> <strong>van</strong> runder<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>zij het<br />

3 De wet<strong>en</strong>schappelijke bijdrage is sam<strong>en</strong>gesteld door dr. ir. B. Beerda (Leerstoelgroep Ethologie & Welzijn, WUR),<br />

ir. C.G. <strong>van</strong> Re<strong>en</strong><strong>en</strong> (ASG-WUR) <strong>en</strong> dr. ing. H. Hopster (ASG-WUR).<br />

19


expliciet vermeld wordt, wordt in het onderstaand overzicht ge<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

bronn<strong>en</strong> gemaakt.<br />

20<br />

1.2. Sociale structuur<br />

Onder (semi)<strong>natuurlijk</strong>e omstandighed<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> runder<strong>en</strong> in gem<strong>en</strong>gde groep<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> stabiele rangorde.<br />

De groepsgrootte kan sterk uite<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> tot honderd<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> schat dat e<strong>en</strong> koe<br />

ongeveer 50-70 andere individu<strong>en</strong> kan herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (Fraser <strong>en</strong> Broom, 1990). In grote groep<strong>en</strong> is het bestaan<br />

<strong>van</strong> relatief perman<strong>en</strong>te subgroep<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> (Zimmerman-Müller <strong>en</strong> Zeeb, 1970, Lazo 1996). Uit oogpunt<br />

<strong>van</strong> ‘optimal foraging’ (Wallis De Vries, 1996) is aangetoond dat groep<strong>en</strong> <strong>van</strong> 10 tot 40 dier<strong>en</strong> in het <strong>voor</strong>deel<br />

zijn. Lazo (1992) beschreef dat bij e<strong>en</strong> kudde <strong>van</strong> 130 dier<strong>en</strong> de mate waarin subgroep<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gevormd<br />

afhankelijk was <strong>van</strong> het aanbod <strong>en</strong> de verspreiding <strong>van</strong> voer, het risico op predatie <strong>en</strong> het<br />

<strong>voor</strong>tplantingsstadium <strong>van</strong> de koei<strong>en</strong>. Buit<strong>en</strong> het <strong>voor</strong>tplantingsseizo<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> de koei<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun opgroei<strong>en</strong>de<br />

kalver<strong>en</strong> <strong>en</strong> pink<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> <strong>van</strong> de stier<strong>en</strong>. De jong-volwass<strong>en</strong> stier<strong>en</strong> (<strong>van</strong>af 3 tot 4 jaar) lev<strong>en</strong> dan in<br />

zog<strong>en</strong>aamde “bachelor-groep<strong>en</strong>” buit<strong>en</strong> de kudde of aan de rand <strong>van</strong> de kudde, terwijl de oudere stier<strong>en</strong> over<br />

het algeme<strong>en</strong> solitair lev<strong>en</strong>.<br />

Individuele dier<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> runder<strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong> sociale relaties. Het geheel <strong>van</strong> deze relaties vormt<br />

de sociale rangorde die vaak gedur<strong>en</strong>de langere tijd (over jar<strong>en</strong>) stabiel is. Afhankelijk <strong>van</strong> of dier<strong>en</strong> sam<strong>en</strong><br />

zijn opgegroeid <strong>en</strong> afhankelijk <strong>van</strong> de groepsgrootte zijn deze onderlinge verhouding<strong>en</strong> meer of minder lineair.<br />

De positie die e<strong>en</strong> individu in de rangorde inneemt is afhankelijk <strong>van</strong> fysieke factor<strong>en</strong> (leeftijd, lichaams-<br />

gewicht, grootte <strong>en</strong> stand <strong>en</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de hor<strong>en</strong>s) <strong>en</strong> <strong>van</strong> karaktereig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (temperam<strong>en</strong>t, zelf-<br />

vertrouw<strong>en</strong>). De stabiele sociale structuur heeft als groot <strong>voor</strong>deel dat conflict<strong>en</strong> (rangordegevecht<strong>en</strong>) word<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>. Opgroei<strong>en</strong>de kalver<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> bij hun sociale integratie in de kudde e<strong>en</strong> rang die afhangt <strong>van</strong><br />

zowel de eig<strong>en</strong> leeftijd als de rang <strong>van</strong> de moeder. De dominantieverhouding<strong>en</strong> onder stier<strong>en</strong> is meer lineair,<br />

maar veel minder stabiel dan die tuss<strong>en</strong> de koei<strong>en</strong>. De stier<strong>en</strong> <strong>van</strong> 3-5 jaar zijn meestal de meest dominante<br />

<strong>en</strong> onder semi<strong>natuurlijk</strong>e condities zijn zij ook deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die verantwoordelijk zijn <strong>voor</strong> de meeste<br />

nakomeling<strong>en</strong>.


1.3. Sociaal <strong>gedrag</strong><br />

1.3.1. Volwass<strong>en</strong> dier<strong>en</strong><br />

Het vaststell<strong>en</strong> <strong>van</strong> onderlinge verhouding<strong>en</strong> gebeurt in rangordegevecht<strong>en</strong>. De belangrijkste inleid<strong>en</strong>de<br />

<strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> hierbij zijn dreig<strong>en</strong>, imponer<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanvall<strong>en</strong>. Als het op vecht<strong>en</strong> aankomt, positioner<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong><br />

zich met de kopp<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> elkaar <strong>en</strong> prober<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al te <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> dat de punt<strong>en</strong> <strong>van</strong> de hor<strong>en</strong>s in de flank<strong>en</strong><br />

terecht kom<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tuele gevecht<strong>en</strong>, die met name optred<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> vergelijkbare rangorde,<br />

kunn<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong>kele second<strong>en</strong> tot bijna e<strong>en</strong> uur dur<strong>en</strong>. De meeste confrontaties (80%) zijn binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> minuut<br />

beslecht (Bouissou 1974). Hierbij draait de verliezer weg <strong>en</strong> slaat op de vlucht. De snelheid waarmee die<br />

verhouding<strong>en</strong> tot stand kom<strong>en</strong> neemt toe bij to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de sociale ervaring met de introductie <strong>van</strong> nieuwe<br />

koei<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> groep. Rangordegevecht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> stabiele sociale groep tot e<strong>en</strong> minimum beperkt<br />

doordat agressie wordt geritualiseerd. Bevestiging <strong>van</strong> rangposities vindt plaats door dreig- <strong>en</strong> imponeer-<br />

<strong>gedrag</strong> <strong>van</strong> ranghoge dier<strong>en</strong> met als reactie het ontwijk<strong>gedrag</strong> <strong>van</strong> dier<strong>en</strong> lager in rang. Houding <strong>van</strong> kop <strong>en</strong><br />

lichaam zijn hierbij belangrijke communicatiemiddel<strong>en</strong>. Om de onderlinge verhouding<strong>en</strong> wederzijds te respec-<br />

ter<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> runder<strong>en</strong> letterlijk afstand t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> elkaar. Deze afstand is afhankelijk <strong>van</strong> de onderlinge<br />

relatie tuss<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> varieert <strong>van</strong> <strong>en</strong>kele decimeters tot <strong>en</strong>kele meters. Agonistisch <strong>gedrag</strong>, bij zowel<br />

kalver<strong>en</strong> als volwass<strong>en</strong> koei<strong>en</strong>, neemt toe met e<strong>en</strong> afname in leefruimte of to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> de groepsgrootte<br />

(Kondo et al. 1989; Hurnik 1982; Stricklin et al. 1980a).<br />

Naast door dreig<strong>en</strong> <strong>en</strong> wijk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderlinge verhouding<strong>en</strong> bevestigd door elkaar te likk<strong>en</strong> (allogrooming;<br />

Wood, 1977). Door elkaar te likk<strong>en</strong> op plaats<strong>en</strong> waar koei<strong>en</strong> zelf niet bij kunn<strong>en</strong>, <strong>voor</strong>namelijk de kop- <strong>en</strong><br />

halsstreek, wordt de huid verzorgd <strong>en</strong> word<strong>en</strong> parasiet<strong>en</strong> verwijderd. Elkaar likk<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> kalmer<strong>en</strong>d effect.<br />

Ranglage dier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> veelal door ranghoge dier<strong>en</strong> uitg<strong>en</strong>odigd om met likk<strong>en</strong> te beginn<strong>en</strong>, waarna likk<strong>en</strong><br />

wederzijds wordt <strong>voor</strong>tgezet.<br />

Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kudde trekk<strong>en</strong> sommige dier<strong>en</strong> meer met elkaar op dan andere. Deze int<strong>en</strong>sievere contact<strong>en</strong> zijn<br />

vaak terug te leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke opfokperiode <strong>van</strong> dier<strong>en</strong> met dezelfde leeftijd. Daarnaast spel<strong>en</strong><br />

familieverband<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote rol: koei<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> bij<strong>voor</strong>beeld binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kudde altijd relatief meer tijd door-<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in de nabijheid <strong>van</strong> hun kalver<strong>en</strong>, zelfs als die al lang <strong>en</strong> breed volwass<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> zelf ook<br />

al weer kalver<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Vri<strong>en</strong>dschapsband<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> tot uiting door positieve interacties (elkaar likk<strong>en</strong>), door<br />

21


uimtelijke nabijheid (bij elkaar graz<strong>en</strong>), door het minder <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> <strong>van</strong> agressie in competitieve situaties, <strong>en</strong><br />

door e<strong>en</strong> hogere onderlinge tolerantie.<br />

22<br />

1.3.2. Jonge dier<strong>en</strong><br />

De kalver<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zo’n uur na de geboorte lop<strong>en</strong> (Warner et al. 1972) <strong>en</strong> zog<strong>en</strong> vaak binn<strong>en</strong> het uur, al kan<br />

dit interval oplop<strong>en</strong> tot 4 ur<strong>en</strong> (Selman et al. 1970a, b). In de eerste dag<strong>en</strong> na de geboorte verschuil<strong>en</strong> de<br />

kalver<strong>en</strong> zich in de vegetatie wanneer ze niet met de moeder optrekk<strong>en</strong> (L<strong>en</strong>t 1974). Gewoonlijk ligg<strong>en</strong> ze de<br />

eerste dag<strong>en</strong> veel. De binding <strong>van</strong> het kalf met de moeder zal deels via inpr<strong>en</strong>ting (e<strong>en</strong> ‘vorm <strong>van</strong> ler<strong>en</strong>’<br />

waarbij de g<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote rol spel<strong>en</strong>), <strong>en</strong> deels via associatief ler<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> vorm waarbij opgedane ervaring<strong>en</strong><br />

sterk bepal<strong>en</strong>d zijn) plaatsvind<strong>en</strong>. Inpr<strong>en</strong>ting is <strong>van</strong> groter belang bij de diersoort<strong>en</strong> waarbij er weinig tijd is om<br />

via associatief ler<strong>en</strong> e<strong>en</strong> band met de moeder te creër<strong>en</strong>. Dit geldt bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> 1) de meer ontwikkelde<br />

jong<strong>en</strong>, d<strong>en</strong>k aan kalver<strong>en</strong>, lammer<strong>en</strong>, veul<strong>en</strong>s <strong>en</strong> geitjes in vergelijking met bij<strong>voor</strong>beeld hond<strong>en</strong> pups, 2)<br />

dier<strong>en</strong> waarop in de natuur int<strong>en</strong>sief wordt gejaagd <strong>en</strong> 3) <strong>voor</strong> ‘volgers’ (lammer<strong>en</strong>) in vergelijking met<br />

nestblijvers (bigg<strong>en</strong>) of jong<strong>en</strong> die zich schuil houd<strong>en</strong> tot de terugkeer <strong>van</strong> de moeder (kalver<strong>en</strong>).<br />

Spel<strong>gedrag</strong> is evolutionair <strong>van</strong> bijzonder grote betek<strong>en</strong>is <strong>voor</strong> sociale diersoort<strong>en</strong>. Het kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> is dan<br />

ook in hoge mate belon<strong>en</strong>d <strong>voor</strong> jonge dier<strong>en</strong>. De uitvoering <strong>van</strong> spel<strong>gedrag</strong> speelt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke<br />

rol bij het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> sociale vaardighed<strong>en</strong> die nodig zijn om in volwass<strong>en</strong>heid goede sociale relaties aan te<br />

gaan. Spel<strong>gedrag</strong> als zodanig is lastig te definiër<strong>en</strong>, maar bestaat veelal uit versterkte <strong>en</strong> herhaalde<br />

elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociaal <strong>gedrag</strong> die normaliter weinig <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>, maar ess<strong>en</strong>tieel zijn <strong>voor</strong> overleving.<br />

Kalver<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> 1-10% <strong>van</strong> de dag aan spel<strong>gedrag</strong>. Spel begint al na 2 wek<strong>en</strong> tot <strong>en</strong>kele maand<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bestaat uit schijngevecht<strong>en</strong>, r<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, elkaar beklimm<strong>en</strong>, bokk<strong>en</strong>, schopp<strong>en</strong>, hoofdschudd<strong>en</strong>, met pot<strong>en</strong><br />

schrap<strong>en</strong> <strong>en</strong> vocaliser<strong>en</strong>. Naast de functie <strong>van</strong> conditietraining <strong>en</strong> het aanler<strong>en</strong> <strong>van</strong> sociaal <strong>gedrag</strong> wordt<br />

aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat spel<strong>gedrag</strong> bij kalver<strong>en</strong> er ook aan bijdraagt dat kalver<strong>en</strong> bij elkaar blijv<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> leeftijd<br />

<strong>van</strong> 3 wek<strong>en</strong> zijn kalver<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de de meeste tijd, in het bijzonder tuss<strong>en</strong> de 11e <strong>en</strong> 40e lev<strong>en</strong>sdag, in de<br />

nabijheid <strong>van</strong> leeftijdsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (Sato et al. 1987). Het aantal sociale interacties tuss<strong>en</strong> de kalver<strong>en</strong> neemt<br />

langzaam toe met de leeftijd (Bouissou et al. 2001). Spel<strong>en</strong>de kalver<strong>en</strong> nodig<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> uit tot spel<strong>en</strong><br />

waardoor de kans op isolatie afneemt <strong>en</strong> daarmee de kans om t<strong>en</strong> prooi te vall<strong>en</strong> aan predator<strong>en</strong> (Phillips,<br />

2002).


Meer dan volwass<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> kalver<strong>en</strong> e<strong>en</strong> behoefte om te rust<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> leeftijd <strong>van</strong> 1-5 wek<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong><br />

kalver<strong>en</strong> zo’n 90% <strong>van</strong> de tijd (Coe et al. 1991). Dit perc<strong>en</strong>tage neemt af tot 75% op e<strong>en</strong> leeftijd <strong>van</strong> 21-25<br />

wek<strong>en</strong>. Onder (semi)<strong>natuurlijk</strong>e condities spel<strong>en</strong> kalver<strong>en</strong> vaak in e<strong>en</strong> sociale context. Spel manifesteert zich<br />

onder meer als spring<strong>en</strong>, schopp<strong>en</strong> <strong>en</strong> r<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, schijnvecht<strong>en</strong> (Reinhardt 1980), <strong>en</strong> manipulaties <strong>van</strong> object<strong>en</strong><br />

(Brownlee 1954). Op e<strong>en</strong> leeftijd <strong>van</strong> 10 maand<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> stierkalver<strong>en</strong> meer interacties met andere dier<strong>en</strong><br />

dan de moeder, dan koekalver<strong>en</strong> (Reinhardt and Reinhardt 1982b; Vitale et al. 1986). De jonge stier<strong>en</strong><br />

beginn<strong>en</strong> vrijgezell<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> te vorm<strong>en</strong> (Schloeth 1956), t<strong>en</strong> tijde dat de jonge koei<strong>en</strong> nog veel in de nabij-<br />

heid <strong>van</strong> de moeder verblijv<strong>en</strong> (Kimura and Ihobe 1985). Dit zijn de eerste ontwikkeling<strong>en</strong> richting de sociale<br />

structur<strong>en</strong> bij ext<strong>en</strong>sief gehoud<strong>en</strong> runder<strong>en</strong>.<br />

Kalver<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezoogd tot aan de geboorte <strong>van</strong> het volg<strong>en</strong>de kalf, <strong>en</strong> soms zelfs langer waardoor<br />

de melk<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> het nieuwgebor<strong>en</strong> kalf in het gedrang kan kom<strong>en</strong> (Bilton 1957). 5-Dag<strong>en</strong> oude kalve-<br />

r<strong>en</strong> drink<strong>en</strong> zo’n 5-14 maal 8 minut<strong>en</strong> per dag (Reinhardt and Reinhardt 1981). Na 10 maand<strong>en</strong> is dit nog zo’n<br />

3 keer op e<strong>en</strong> dag <strong>en</strong> na 400 dag<strong>en</strong> nog zo’n 1,5 keer per dag (Vessier and Le Neindre 1989). Stierkalfjes<br />

word<strong>en</strong> in de natuur tot zo’n 11 maand<strong>en</strong> gezoogd; 2,5 maand<strong>en</strong> langer dan koekalfjes (Reinhardt and<br />

Reinhardt 1981). Afrikaanse Zebu’s spe<strong>en</strong>d<strong>en</strong> hun kalver<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> leeftijd tuss<strong>en</strong> 7 <strong>en</strong> 14 maand<strong>en</strong>, maar<br />

ook hierna verblev<strong>en</strong> moeder <strong>en</strong> jong veel in elkaars nabijheid (Reinhardt and Reinhardt 1982b). Het<br />

zuig<strong>gedrag</strong> <strong>van</strong> kalver<strong>en</strong> is aangebor<strong>en</strong>, maar komt niet bij alle individu<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> duidelijk tot expressie. Als<br />

onder (semi)<strong>natuurlijk</strong>e condities e<strong>en</strong> kalf zich sam<strong>en</strong> met de moeder bij de kudde heeft gevoegd, zal het op<br />

e<strong>en</strong> leeftijd <strong>van</strong> zo’n 14 dag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> soort ‘crèche’ word<strong>en</strong> ondergebracht (Reinhardt and Reinhardt 1981;<br />

Webster 1994). Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat in dergelijke groep<strong>en</strong> de kalver<strong>en</strong> in par<strong>en</strong> optrekk<strong>en</strong> (Mickels<strong>en</strong> and<br />

Kotter 1977).<br />

1.4. Onderhouds<strong>gedrag</strong><br />

1.4.1. Voeropname <strong>en</strong> herkauw<strong>en</strong><br />

Runder<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> unieke anti-predator voeropname strategie. Ze consumer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote hoe-<br />

veelheid slecht verteerbaar ruw celmateriaal dat veel kauwarbeid vraagt om het te kunn<strong>en</strong> verter<strong>en</strong>. De<br />

risico’s om t<strong>en</strong> prooi te vall<strong>en</strong> aan roofdier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geminimaliseerd door het graz<strong>en</strong> op de op<strong>en</strong> vlaktes tot<br />

e<strong>en</strong> minimum te beperk<strong>en</strong>. Ze hanter<strong>en</strong> hier<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> uiterst efficiënte wijze <strong>van</strong> voer opnem<strong>en</strong>. Runder<strong>en</strong><br />

23


snijd<strong>en</strong> plukk<strong>en</strong> gras af, waarbij ze met hun tong om het gras he<strong>en</strong> grijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> met behulp <strong>van</strong> hun onderste<br />

snijtand<strong>en</strong> de pluk gras teg<strong>en</strong> hun verhemelte houd<strong>en</strong>, terwijl ze met e<strong>en</strong> korte kopbeweging het gras<br />

afsnijd<strong>en</strong>. Gedur<strong>en</strong>de het graz<strong>en</strong> beruik<strong>en</strong> runder<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tdur<strong>en</strong>d het gewas. Plant<strong>en</strong> die bevuild zijn met mest<br />

word<strong>en</strong> gemed<strong>en</strong>. Over de <strong>voor</strong>keur <strong>van</strong> runder<strong>en</strong> <strong>voor</strong> bepaalde plant<strong>en</strong> ontbreekt overe<strong>en</strong>stemming. De<br />

<strong>voor</strong>keur of afkeer zijn namelijk sterk afhankelijk <strong>van</strong> ervaring <strong>en</strong> gew<strong>en</strong>ning, individuele variatie <strong>en</strong> variatie in<br />

lokaal aanbod <strong>van</strong> plant<strong>en</strong>. Donkergro<strong>en</strong> gras wordt verkoz<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> lichtgro<strong>en</strong> gras, vermoedelijk <strong>van</strong>wege<br />

e<strong>en</strong> hoger eiwitgehalte (Phillips, 2002). Runder<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> 30-70 happ<strong>en</strong> gras per minuut. Wanneer het gras<br />

korter wordt nem<strong>en</strong> ze meer <strong>en</strong> kleinere happ<strong>en</strong> tot het gras ongeveer 1 cm kort is.<br />

De b<strong>en</strong>odigde (her)kauwarbeid wordt verricht <strong>van</strong>uit de veilige beschutting <strong>van</strong> bom<strong>en</strong> <strong>en</strong> struikgewas. Per<br />

dag graz<strong>en</strong> runder<strong>en</strong> ruwweg 6-9 uur, met uitzondering<strong>en</strong> <strong>van</strong> 15 uur afhankelijk <strong>van</strong> het voeraanbod. Daarbij<br />

komt dat ze e<strong>en</strong> uur of twee op weg zijn naar geschikte graasplekk<strong>en</strong>. Herkauw<strong>en</strong> neemt ongeveer 4-6 uur<br />

per dag. Herkauw<strong>en</strong> is verdeeld over het etmaal <strong>en</strong> vindt plaats gedur<strong>en</strong>de 8-20 periodes variër<strong>en</strong>d <strong>van</strong><br />

<strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> tot meer dan één uur. Runder<strong>en</strong> herkauw<strong>en</strong> bij <strong>voor</strong>keur ligg<strong>en</strong>d <strong>en</strong> bij hoge temperatur<strong>en</strong><br />

kiez<strong>en</strong> ze er<strong>voor</strong> om in de schaduw te herkauw<strong>en</strong>. Gedur<strong>en</strong>de de dag verton<strong>en</strong> runder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> typische<br />

afwisseling <strong>van</strong> graz<strong>en</strong> <strong>en</strong> herkauw<strong>en</strong>. Daarbij wordt <strong>voor</strong>al tijd<strong>en</strong>s de ur<strong>en</strong> na zonsopgang <strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

zonsondergang e<strong>en</strong> piek in het graas<strong>gedrag</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Graasperiodes gedur<strong>en</strong>de de dag zijn wissel<strong>en</strong>d<br />

<strong>en</strong> bij hoge temperatur<strong>en</strong> word<strong>en</strong> deze verplaatst naar de nacht. Als typische groepsdier<strong>en</strong>, is het <strong>gedrag</strong> <strong>van</strong><br />

runder<strong>en</strong> in hoge mate gesynchroniseerd.<br />

24<br />

1.4.2. Drink<strong>en</strong><br />

Runder<strong>en</strong> drink<strong>en</strong> door hun bek net onder het wateroppervlak te houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> het water actief naar binn<strong>en</strong> te<br />

zuig<strong>en</strong>. Zwaartekracht speelt bij wateropname <strong>van</strong> runder<strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong> rol. Als water voldo<strong>en</strong>de beschikbaar is<br />

drink<strong>en</strong> runder<strong>en</strong> 2 tot 10 maal per dag. Naarmate runder<strong>en</strong> verder moet<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> naar de dr<strong>en</strong>kplaats, zull<strong>en</strong><br />

ze deze minder vaak bezoek<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> afstand <strong>van</strong> 4-5 kilometer drink<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> in de zomer slechts één<br />

maal per dag <strong>en</strong> in de winter slechts éénmaal per twee dag<strong>en</strong>. De dagelijkse wateropname is afhankelijk <strong>van</strong><br />

droge stof gehalte <strong>van</strong> het voer, de totale droge stof opname, omgevingstemperatuur, eiwit <strong>en</strong> zoutgehalte<br />

<strong>van</strong> het voer, reproductiestadium <strong>en</strong> melkgift. Lacter<strong>en</strong>de koei<strong>en</strong> drink<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> nadat ze zijn<br />

gemolk<strong>en</strong> <strong>en</strong> in aansluiting op de opname <strong>van</strong> ruwvoer.


1.4.3. Beweg<strong>en</strong><br />

Runder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> behoefte aan beweging (Dellmeier et al. 1990), mogelijk als gevolg <strong>van</strong> <strong>natuurlijk</strong>e<br />

selectie op mobiliteit als manier om water, voedsel, bescherming te verkrijg<strong>en</strong>. Onder <strong>natuurlijk</strong>e omstandig-<br />

hed<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> runder<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong> 13 kilometer per dag, afhankelijk <strong>van</strong> de verspreiding <strong>van</strong> graasgebied<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> waterplaats<strong>en</strong> (Arnold and Dudzinski 1978). Bek<strong>en</strong>d is dat er omstandighed<strong>en</strong> zijn waarin runder<strong>en</strong> iedere<br />

2-3 dag<strong>en</strong> afstand<strong>en</strong> tot wel 40 km aflegg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> drinkplaats te bereik<strong>en</strong>. Verplaatsing<strong>en</strong> over langere<br />

afstand<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong> via wissels waarbij de runder<strong>en</strong> in ganz<strong>en</strong>mars achter elkaar lop<strong>en</strong>. Phillips (2002)<br />

adviseert dat runder<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> goede conditie <strong>van</strong> het bewegingsapparaat dagelijks e<strong>en</strong> afstand <strong>van</strong> 3-4 km<br />

zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> aflegg<strong>en</strong>. Bij het gaan ligg<strong>en</strong> wordt de ligplaats uitvoerig berok<strong>en</strong>. Daarna knielt de koe <strong>en</strong><br />

br<strong>en</strong>gt zo e<strong>en</strong> groot deel <strong>van</strong> haar gewicht over op de <strong>voor</strong>knieën <strong>en</strong> ontlast tegelijkertijd de achterpot<strong>en</strong>.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> de achterb<strong>en</strong><strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> gebracht. Eén <strong>van</strong> de achterb<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt <strong>voor</strong> de ander gezet<br />

<strong>en</strong> ontlast. T<strong>en</strong>slotte buigt de koe de achterb<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> gaat <strong>voor</strong>zichtig op haar zij ligg<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s het ligg<strong>en</strong> zijn<br />

de knieën meestal gebog<strong>en</strong>, soms zijn de <strong>voor</strong>pot<strong>en</strong> gestrekt. De kop is meestal opgericht. Bij het opstaan<br />

richt e<strong>en</strong> koe eerst haar <strong>voor</strong>hand <strong>en</strong>igszins op <strong>en</strong> beweegt daarna haar gewicht over haar knieën naar vor<strong>en</strong><br />

waarmee de achterhand wordt ontlast <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s wordt opgericht. Daarna word<strong>en</strong> de <strong>voor</strong>pot<strong>en</strong> één <strong>voor</strong><br />

één gestrekt tot stand.<br />

1.4.4. Lichaamsverzorging<br />

Runder<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> hun huid vrij <strong>van</strong> vuil, parasiet<strong>en</strong> <strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong> met behulp <strong>van</strong> hun tong. Als ze hun pot<strong>en</strong> in<br />

spreidstelling plaats<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze, de kop, hals <strong>en</strong> anaalstreek uitgezonderd, vrijwel ieder lichaamsdeel<br />

bereik<strong>en</strong>. Kop <strong>en</strong> hals word<strong>en</strong> met één <strong>van</strong> de achterpot<strong>en</strong> bekrabt. Gedeeltes <strong>van</strong> kop, hals <strong>en</strong> schouder die<br />

niet met de tong, noch met de achterpoot kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bereikt, hebb<strong>en</strong> bij het sociaal likk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge<br />

prioriteit. Ook schur<strong>en</strong> runder<strong>en</strong> aan boomstamm<strong>en</strong>, takk<strong>en</strong> <strong>en</strong> struik<strong>en</strong>. Zand wordt soms gebruikt om de kop<br />

mee te schur<strong>en</strong> of om dit met de <strong>voor</strong>pot<strong>en</strong> op de rug te werp<strong>en</strong>. De staart wordt gebruikt om vlieg<strong>en</strong> weg te<br />

jag<strong>en</strong>.<br />

1.4.5. Mest<strong>en</strong> <strong>en</strong> uriner<strong>en</strong><br />

Runder<strong>en</strong> uriner<strong>en</strong> <strong>en</strong> mest<strong>en</strong> niet op specifieke plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> mest<strong>en</strong> als ze lop<strong>en</strong> of staan. Bij uriner<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

mest<strong>en</strong> wordt de staart gehev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de rug licht gekromd. Uriner<strong>en</strong> gebeurt normaliter als koei<strong>en</strong> staan.<br />

25


Afhankelijk <strong>van</strong> het klimaat, lactatiestadium <strong>en</strong> de opname aan voer <strong>en</strong> water uriner<strong>en</strong> koei<strong>en</strong> gemiddeld e<strong>en</strong><br />

keer of 10 per dag <strong>en</strong> ze mest<strong>en</strong> 10-18 keer per dag.<br />

26<br />

1.4.6. Slap<strong>en</strong><br />

Volg<strong>en</strong>s Ruckebush (1972) k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> runder<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de vier alertheidsstadia: alerte waakzaamheid, dom-<br />

mel<strong>en</strong> <strong>en</strong> rustige <strong>en</strong> diepe slaap. Runder<strong>en</strong> dommel<strong>en</strong> ongeveer 1/3 <strong>van</strong> de dag <strong>en</strong> de helft <strong>van</strong> de nacht.<br />

Slaap conc<strong>en</strong>treert zich in de nacht, maar komt verspreid over het etmaal in korte episodes <strong>voor</strong> <strong>en</strong> duurt in<br />

totaal <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s diepe slaap ontbreekt de spierspanning, zijn de og<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> rust de kop op<br />

de grond of ligt deze teruggeslag<strong>en</strong> in de flank.<br />

1.4.7. Exploratief <strong>gedrag</strong><br />

Runder<strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> object<strong>en</strong> door ze te beruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> eraan te likk<strong>en</strong>. Vooral jonge runder<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

grote behoefte aan exploratief <strong>gedrag</strong> zi<strong>en</strong>. Dit <strong>gedrag</strong> neemt af naarmate runder<strong>en</strong> ouder word<strong>en</strong>, vermoede-<br />

lijk omdat oudere dier<strong>en</strong> minder onbek<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>werp<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, omdat ze minder nieuwsgierig zijn <strong>en</strong><br />

omdat het <strong>gedrag</strong> minder opvall<strong>en</strong>d wordt uitgevoerd.<br />

1.4.8. Thermoregulatie<br />

Onze <strong>melkvee</strong>rass<strong>en</strong> <strong>en</strong> vleesveerass<strong>en</strong> zijn typisch runder<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> gematigd klimaat. Zij kunn<strong>en</strong> relatief<br />

koude temperatur<strong>en</strong> goed doorstaan, mits voldo<strong>en</strong>de ruwvoer <strong>en</strong> water <strong>voor</strong>radig is. Met name bij de verte-<br />

ring <strong>van</strong> ruwvoer komt veel warmte vrij. Voor koei<strong>en</strong> die veel (ruw)voer opnem<strong>en</strong> is het dus belangrijk dat zij<br />

onder warme omstandighed<strong>en</strong> verkoeling kunn<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> door de schaduw (terug naar stal, of onder de<br />

boom in de wei) of door de koelte <strong>van</strong> het water op te zoek<strong>en</strong> (met de pot<strong>en</strong> in de rivier).<br />

1.5. Voortplantings<strong>gedrag</strong><br />

1.5.1. Sexueel <strong>gedrag</strong><br />

Wanneer e<strong>en</strong> koe tochtig wordt zal de stier dat direct opmerk<strong>en</strong> door haar onrustige <strong>gedrag</strong> <strong>en</strong> door de geur<br />

die zij afscheidt. De stier probeert vervolg<strong>en</strong>s de koe te isoler<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kudde <strong>en</strong> andere stier<strong>en</strong> de nabijheid<br />

tot de koe te belett<strong>en</strong>. Het elkaar tijd<strong>en</strong>s de bronst beklimm<strong>en</strong> heeft in de kudde <strong>voor</strong> de stier e<strong>en</strong> signaal-


functie. Daarbij is over het algeme<strong>en</strong> meer dan 90% <strong>van</strong> de koei<strong>en</strong> die besprong<strong>en</strong> wordt in oestrous, teg<strong>en</strong><br />

70% <strong>van</strong> de koei<strong>en</strong> die zelf bespring<strong>en</strong>.<br />

1.5.2. Maternaal <strong>gedrag</strong><br />

Hoewel runder<strong>en</strong> zich gedur<strong>en</strong>de het hele jaar kunn<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tplant<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> de meeste kalver<strong>en</strong> in het <strong>voor</strong>-<br />

jaar gebor<strong>en</strong> wanneer voedsel<strong>voor</strong>rad<strong>en</strong> overvloedig zijn. Wanneer de geboorte nadert, scheidt e<strong>en</strong> koe zich<br />

af <strong>van</strong> de kudde. Het kalf wordt op e<strong>en</strong> beschutte plaats geworp<strong>en</strong>. Onmiddelijk na de geboorte wordt de<br />

nageboorte door de koe opgeget<strong>en</strong> <strong>en</strong> het kalf wordt uitvoerig belikt tot het droog is. Het likk<strong>en</strong> is belangrijk<br />

om de band tuss<strong>en</strong> moeder <strong>en</strong> jong tot stand te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> (heeft t<strong>en</strong>minste 24 uur nodig om te ontstaan) <strong>en</strong><br />

om het jong zo min mogelijk geur te lat<strong>en</strong> afscheid<strong>en</strong>. Dit kan immers predator<strong>en</strong> aantrekk<strong>en</strong>. De koe zal<br />

ongeveer tweemaal per dag naar het kalf teruggaan om haar te zog<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s het zog<strong>en</strong> wordt <strong>voor</strong>al de<br />

anaalstreek <strong>van</strong> het kalf door de koe belikt. De koe kan gedur<strong>en</strong>de deze tijd uiterst agressief zijn om haar kalf<br />

te bescherm<strong>en</strong>. Gedur<strong>en</strong>de de eerste dag<strong>en</strong> verandert de zorg <strong>van</strong> de koe <strong>voor</strong> haar kalf <strong>van</strong> vrijwel<br />

uitsluit<strong>en</strong>d hormonaal gereguleerd naar vrijwel volledig geïnitieerd door prikkels <strong>van</strong> het kalf. De frequ<strong>en</strong>tie<br />

<strong>van</strong> het likk<strong>en</strong> door de moeder blijft hoog tijd<strong>en</strong>s de eerste 10 maand<strong>en</strong> <strong>van</strong> het lev<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> kalf.<br />

Nadat de band tuss<strong>en</strong> koe <strong>en</strong> kalf tot stand gekom<strong>en</strong> is, accepteert de koe alle<strong>en</strong> haar eig<strong>en</strong> kalf. Wanneer<br />

koei<strong>en</strong> zonder eerdere ervaring met e<strong>en</strong> kalf, de eerste 24 uur ge<strong>en</strong> contact met het kalf hebb<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> ze<br />

ook niet accepter<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> ander kalf bij haar melk drinkt, maar heeft ze die moederlijk ervaring wel, dan<br />

accepteert ze het kalf zelfs als ze de eerste 24 uur ge<strong>en</strong> contact heeft gehad met dat kalf.<br />

Na ongeveer 2 tot 5 dag<strong>en</strong> zal het kalf de moeder volg<strong>en</strong>, terug naar de kudde. Diverse auteurs hebb<strong>en</strong><br />

waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat kalver<strong>en</strong> in de kudde vervolg<strong>en</strong>s (tuss<strong>en</strong> 11 <strong>en</strong> 40 dag<strong>en</strong> leeftijd) in kalvergroepjes<br />

(“Kindergart<strong>en</strong>”) met elkaar optrekk<strong>en</strong>, terwijl e<strong>en</strong> “oppasmoeder” de wacht houdt bij het groepje. M<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt<br />

dat deze creches e<strong>en</strong> betere bescherming teg<strong>en</strong> predator<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>.<br />

Kalver<strong>en</strong> word<strong>en</strong> 5-8 keer per dag gezoogd, maar deze frequ<strong>en</strong>tie neemt snel af als de kalver<strong>en</strong> ouder<br />

word<strong>en</strong>. Onder semi<strong>natuurlijk</strong>e omstandighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de koekalver<strong>en</strong> ongeveer na 8 tot 9 maand<strong>en</strong><br />

gespe<strong>en</strong>d. Bij de stierkalfjes vindt dit iets later plaats (11.3 maand). Het tijdstip <strong>van</strong> sp<strong>en</strong><strong>en</strong> hangt echter ook<br />

27


af <strong>van</strong> de vraag of er e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d kalf gebor<strong>en</strong> wordt. Soms zoogt de koe tot het mom<strong>en</strong>t dat het volg<strong>en</strong>de<br />

kalf gebor<strong>en</strong> wordt.<br />

28<br />

1.6. Perceptie <strong>en</strong> communicatie<br />

Runder<strong>en</strong> zijn sociaal lev<strong>en</strong>de grazers die communicer<strong>en</strong> via lichaamshouding (d<strong>en</strong>k bij<strong>voor</strong>beeld aan de<br />

positie <strong>van</strong> de staart <strong>en</strong> or<strong>en</strong>), vocalisaties, geur<strong>en</strong> <strong>en</strong> fysiek contact (zie Albright and Arave 1997). Gelaats-<br />

uitdrukking<strong>en</strong> <strong>en</strong> staartposities <strong>van</strong> runder<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> relatief onbelangrijk, bij<strong>voor</strong>beeld t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong><br />

paard<strong>en</strong>, bij de onderlinge communicatie (Stricklin 2001). Agressie <strong>en</strong> onderdanigheid word<strong>en</strong> met name<br />

gecommuniceerd door de positie <strong>van</strong> de kop t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> het lichaam (Schloeth 1958). Zoals veel<br />

“prooidier<strong>en</strong>” hebb<strong>en</strong> runder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed ontwikkeld visueel systeem. Ze kunn<strong>en</strong> 330 º in de rondte kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, maar het optische oploss<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong> is slechts 1/22 tot 1/12 <strong>van</strong> dat <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s. Het<br />

visuele systeem speelt e<strong>en</strong> belangrijke rol bij de onderlinge communicatie met behulp <strong>van</strong> lichaamstaal.<br />

Bij<strong>voor</strong>beeld de agressieve (laterale) display, e<strong>en</strong> <strong>gedrag</strong> waarmee de stier zijn (sterke) zijkant toont met de<br />

rug <strong>en</strong> nek gebog<strong>en</strong> <strong>en</strong> de achterb<strong>en</strong><strong>en</strong> onder zich getrokk<strong>en</strong> (imponeer<strong>gedrag</strong>) om zo de sterkte <strong>van</strong> zijn nek<br />

<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>s te ton<strong>en</strong>.<br />

Schloeth (1958) onderscheidde 11 verschill<strong>en</strong>de geluidssignal<strong>en</strong> bij Camargue runder<strong>en</strong>, zijn mogelijk niet<br />

specifiek <strong>voor</strong> bepaalde situaties, maar gev<strong>en</strong> meer de mate <strong>van</strong> opwinding weer, de interesse in e<strong>en</strong><br />

stimulus of de mate <strong>van</strong> stress <strong>en</strong> frustratie. Kiley (1972) onderscheidde op basis <strong>van</strong> sonogramm<strong>en</strong> 6<br />

verschill<strong>en</strong>de type vocalisaties die geleidelijk in elkaar overgaan. De betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de onderscheid<strong>en</strong>de voca-<br />

lisaties is echter niet geheel opgehelderd.<br />

Reuksignal<strong>en</strong> zijn <strong>van</strong> belang bij sociale <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> als bij<strong>voor</strong>beeld maternaal- <strong>en</strong> <strong>voor</strong>tplantings<strong>gedrag</strong>.<br />

Het geursysteem is echter verreweg het best ontwikkelde zintuig bij runder<strong>en</strong>. Geursignal<strong>en</strong> zijn dan ook<br />

belangrijk in de context <strong>van</strong> sociale <strong>en</strong> sexuele interacties <strong>en</strong> bij het maternale <strong>gedrag</strong>. Stier<strong>en</strong> detecter<strong>en</strong> de<br />

tochtigheid <strong>van</strong> koei<strong>en</strong> aan de hand <strong>van</strong> feromon<strong>en</strong> <strong>en</strong> ton<strong>en</strong> dan de zog<strong>en</strong>aamde flehm<strong>en</strong> respons. De<br />

moederkoe herk<strong>en</strong>t haar kalf aan de geur <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte is het ook aangetoond dat dier<strong>en</strong> elkaar kunn<strong>en</strong><br />

herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan geur<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>. Wanneer koei<strong>en</strong> ernstige stress ondergaan scheid<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> feromoon af dat<br />

door andere individu<strong>en</strong> gesignaleerd wordt.


Vergelek<strong>en</strong> met andere dier<strong>en</strong> is het gehoor <strong>van</strong> runder<strong>en</strong> beter bij lage <strong>en</strong> minder goed bij hoge frequ<strong>en</strong>ties.<br />

Runder<strong>en</strong> zijn minder goed dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in staat om geluid<strong>en</strong> te localiser<strong>en</strong>.<br />

Voor runder<strong>en</strong> is het <strong>van</strong> belang om verschill<strong>en</strong> in smaak te detecter<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zoet (<strong>en</strong>ergie), zout<br />

(electrolyt<strong>en</strong>), bitter (vergif) <strong>en</strong> zuur (pH). De tong <strong>van</strong> runder<strong>en</strong> bezit receptor<strong>en</strong> <strong>voor</strong> ieder <strong>van</strong> deze smak<strong>en</strong>.<br />

Runder<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> waarschijnlijk over vergelijkbare mechanism<strong>en</strong> als m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om pijn te voel<strong>en</strong>. De<br />

emotionele reactie op pijnprikkels neemt toe met de ernst <strong>en</strong> duur er<strong>van</strong>. Aanwezigheid <strong>van</strong> soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

reduceert de reactie op pijn, sociale isolatie versterkt dit (Phillips, 2002). Net als <strong>voor</strong> andere prooidier<strong>en</strong> is<br />

het ook <strong>voor</strong> runder<strong>en</strong> nadelig om pijn duidelijk te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> omdat dit predator<strong>en</strong> aantrekt.<br />

1.7. Synchronisatie <strong>van</strong> <strong>gedrag</strong><br />

Gedragssynchronisatie lijkt als belangrijke functie het bevorder<strong>en</strong> <strong>van</strong> groepscohesie te hebb<strong>en</strong>, om via deze<br />

weg onder meer bescherming te bied<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> roofdier<strong>en</strong>. Gedragssynchronisatie lijkt daarmee belangrijk<br />

<strong>voor</strong> het overlev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de runder<strong>en</strong> in de omgeving waarin ze zijn geëvolueerd. Het blijkt dat de belon<strong>en</strong>de<br />

werking <strong>van</strong> <strong>gedrag</strong>ssynchronisatie per type <strong>gedrag</strong> verschilt (B<strong>en</strong>ham 1984, Rook and Huckle 1995). Het<br />

mechanisme achter sociale facilitatie/<strong>gedrag</strong>ssynchronisatie is bepal<strong>en</strong>d <strong>voor</strong> het belang <strong>van</strong> <strong>gedrag</strong>ssyn-<br />

chronisatie <strong>voor</strong> dier<strong>en</strong>welzijn. Als het <strong>gedrag</strong> <strong>voor</strong>al belon<strong>en</strong>d is via e<strong>en</strong> verbeterde groepscohesie, dan zal<br />

bij hed<strong>en</strong>daags <strong>melkvee</strong> <strong>gedrag</strong>ssynchronisatie <strong>van</strong> belang zijn in situaties waar koei<strong>en</strong> <strong>van</strong> de kudde kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong>, maar niet bij<strong>voor</strong>beeld in de stal. Als <strong>gedrag</strong>ssynchronisatie/sociale facilitatie an sich<br />

belon<strong>en</strong>d is, <strong>en</strong> het blijkt e<strong>en</strong> sterke <strong>gedrag</strong>sbehoefte, dan zal verstoring <strong>van</strong> <strong>gedrag</strong>ssynchronisatie tot stress<br />

<strong>en</strong> onwelbevind<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.<br />

De <strong>voor</strong>keur <strong>van</strong> runder<strong>en</strong> om <strong>gedrag</strong> als foerager<strong>en</strong> <strong>en</strong> rust<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk (synchroon) uit te voer<strong>en</strong> (zie<br />

<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> discussie Hurnik 1992), blijkt bij<strong>voor</strong>beeld uit de afname <strong>van</strong> de variatie in graastijd<strong>en</strong> wanneer<br />

dier<strong>en</strong> in plaats <strong>van</strong> individueel in e<strong>en</strong> groep graz<strong>en</strong> (Hodgons and Wilkinson 1967). Metz and Mekking<br />

(1978b) toond<strong>en</strong> aan dat bij binn<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> melkkoei<strong>en</strong> de start <strong>en</strong> beëindiging <strong>van</strong> maaltijd<strong>en</strong> relatief sterk<br />

was gesynchroniseerd bij dier<strong>en</strong> die naast elkaar war<strong>en</strong> gestald. Clustering <strong>van</strong> koei<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>gedrag</strong>ssynchroni-<br />

29


satie treedt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s op in de weide (zie ondermeer Bernham 1984). Sambraus (1973) observeerde ver-<br />

schill<strong>en</strong>de kuddes melkkoei<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het weid<strong>en</strong> overdag. Koei<strong>en</strong> die met e<strong>en</strong> uur vertraging naar buit<strong>en</strong><br />

kwam<strong>en</strong>, begonn<strong>en</strong> later aan de rustperiode maar begonn<strong>en</strong> synchroon met de rest <strong>van</strong> de kudde aan de 2e<br />

graasperiode <strong>en</strong> 2e <strong>en</strong> 3e rustperiode. De asynchroniteit tuss<strong>en</strong> 2 groep<strong>en</strong> koei<strong>en</strong> die met e<strong>en</strong> uur verschil in<br />

de weide kwam<strong>en</strong> bleef wel bestaan als de groep<strong>en</strong> door stroomdraad gescheid<strong>en</strong> blev<strong>en</strong>.<br />

Koei<strong>en</strong> in Sambraus’ (1973) studie blev<strong>en</strong> regelmatig ligg<strong>en</strong> als de kudde begon met graz<strong>en</strong>, maar kwam<strong>en</strong> in<br />

de b<strong>en</strong><strong>en</strong> als deze zich verwijderde. Waarschijnlijk is e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de functies <strong>van</strong> sociale facilitatie het in stand te<br />

houd<strong>en</strong> <strong>van</strong> het groepsverband. Jarman (1974) stelde dat om cohesie binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep te bewerkstellig<strong>en</strong>,<br />

grazers gelijktijdig moet<strong>en</strong> graz<strong>en</strong> <strong>en</strong> rust<strong>en</strong>. Sambraus (1973) constateerde dat <strong>gedrag</strong>ssynchronisatie<br />

nauwelijks optrad op kleine weid<strong>en</strong> (onder 0.6 ha) <strong>en</strong> dat er minimaal e<strong>en</strong> grootte <strong>van</strong> zo’n 5 ha <strong>voor</strong> nodig is.<br />

Het lijkt dat op kleine weid<strong>en</strong> ook bij asynchroon <strong>gedrag</strong> de dier<strong>en</strong> nog steeds contact houd<strong>en</strong> met de kudde,<br />

<strong>en</strong> Sambraus’ bevinding<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> de hypothese dat de behoefte aan contact met de kudde wel e<strong>en</strong>s<br />

de drijfveer <strong>voor</strong> synchroon <strong>gedrag</strong> zou kunn<strong>en</strong> zijn. Hiermee in overe<strong>en</strong>stemming rapporteerde B<strong>en</strong>ham<br />

(1984) sociale facilitatie bij graz<strong>en</strong>de koei<strong>en</strong> <strong>voor</strong> beweging, maar niet <strong>voor</strong> voedselopname. Gedragssyn-<br />

chronisatie, naast onderling verzorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderlinge afstand, wordt ook wel beschouwd als e<strong>en</strong> indicator <strong>van</strong><br />

de sterkte <strong>van</strong> de band tuss<strong>en</strong> individu<strong>en</strong> (in Geissmann and Orgeldinger 2000).<br />

Beperkte <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> als voer-, drink- <strong>en</strong> ligplaats<strong>en</strong> die koei<strong>en</strong> niet gelijktijdig kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>, verstor<strong>en</strong><br />

de synchronisatie <strong>van</strong> <strong>gedrag</strong>. In vergelijking met het graz<strong>en</strong> in de weide gaat het opnem<strong>en</strong> <strong>van</strong> voer in de<br />

ligbox<strong>en</strong>stal sam<strong>en</strong> met meer agonistische interacties (Wier<strong>en</strong>ga <strong>en</strong> Hopster 1990, Miller and Wood-Gush<br />

1991) <strong>en</strong> verloopt de voeropname minder synchroon (O'Connell et al., 1989). De sam<strong>en</strong>stelling <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

kudde melkkoei<strong>en</strong> bepaalt naast de onderlinge agressie ook de mate <strong>van</strong> sam<strong>en</strong> et<strong>en</strong> (Metz and Mekking<br />

1978a). Het <strong>voor</strong>gaande suggereert dat de mate <strong>van</strong> synchronisatie <strong>van</strong> <strong>gedrag</strong> binn<strong>en</strong> de kudde runder<strong>en</strong><br />

iets zegt over de kwaliteit <strong>van</strong> leefomgeving <strong>van</strong> de dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee over hun welzijn. Koei<strong>en</strong> verkiez<strong>en</strong><br />

potstall<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> (Fregonesi 1999) <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> daarin langere lig- <strong>en</strong> herkauwtijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

sterker gesynchroniseerd lig<strong>gedrag</strong> (Fregonesi and Leaver 2001). Het in ruime mate optred<strong>en</strong> <strong>van</strong> ligg<strong>en</strong>,<br />

herkauw<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>gedrag</strong>ssynchronisatie word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> goed welzijn (Krohn et al. 1992, Miller<br />

and Wood-Gush 1991, Niels<strong>en</strong> et al. 1997). E<strong>en</strong> goede synchronisatie weerspiegelt e<strong>en</strong> omgeving met<br />

30


voldo<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> als voer-, drink- <strong>en</strong> ligplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de leefruimte <strong>en</strong> reflecteert sociale<br />

harmonie.<br />

Refer<strong>en</strong>ties<br />

Albright, J. L. and Arave, C.W. 1997. The behaviour of cattle. CAB International, Wallingford UK.<br />

Hafez, E.S.E. and Bouissou, M-F. 1975. The behaviour of cattle. In: Hafez, E.S.E. (ed.), The behaviour of<br />

domestic animals. Baillière Tindall, London. pp. 203-245.<br />

Hall, S.J.G. 1986. Chillingham cattle: dominance and affinities and access to supplem<strong>en</strong>tary food, Ethology<br />

71: 201-215.<br />

Hall, S.J.G. 1989. Chillingham cattle: social and maint<strong>en</strong>ance behaviour in an ungulate that breeds all year<br />

round. Animal behaviour 38: 215-225.<br />

Kiley-Worthington, M. and De La Plain, S. 1983. The behaviour of Beef Suckler Cattle. Birkhäuser Verlag,<br />

Stuttgart. pp. 195.<br />

Phillips, C. 2002. Cattle Behaviour and Welfare. Blackwell Sci<strong>en</strong>ce Ltd. pp. 264.<br />

Reinhardt 1980. Untersuchung zum Socialverhalt<strong>en</strong> des Rindes. Birkhäuser, Basel.<br />

Sambraus, H.H. 1978. Rind. In: Sambraus, H.H. (ed.), Nutztierethologie: Das Verhalt<strong>en</strong> landwirtschaftlicher<br />

Nutztiere – Eine angewandte Verhalt<strong>en</strong>skunde für die Praxis. Paul Parey, Berlin. pp. 49-127.<br />

Schloeth, R. 1961. Das Socialleb<strong>en</strong> des Camargue-Rindes. Qualitatif und quantitatif Untersuchung<strong>en</strong> über die<br />

social<strong>en</strong> Beziehung<strong>en</strong> – insbesondere die soziale Rangordnung – des halbwild<strong>en</strong> Franzosisch<strong>en</strong><br />

Kampfrindes. Züchtungskünde Tierpsychologie 18: 574-627.<br />

Specifieke refer<strong>en</strong>ties<br />

Angulo-Kinzler, R.M., Peirano, P., Lin, E., Garrido, M. and Lozoff, B. 2002. Spontaneous motor activity in<br />

human infants with iron-defici<strong>en</strong>cy anemia. Early Human Developm<strong>en</strong>t 66: 67– 79.<br />

Arnold, G.W. and Dudzinski, M.L. 1978. Ethology of free ranging domestic animals. Elsevier Sci<strong>en</strong>tific<br />

Publishing Company, Shers, Amsterdam, pp 198.<br />

Bilton, L. 1957. The Chillingham herd of wild cattle. Transactions of the natural history society of<br />

Northumberland, Durham and Newcastle-upon-Tyne 12, 137-160.<br />

31


Bouissou, M.F. 1974. Establissem<strong>en</strong>t des relations de dominance-soumission chez les bovines domestiques.<br />

32<br />

I. Nature et évolution des interactions sociales. Annales de Biologie Animale, Biochimie et Biophysique<br />

14, 383-410.<br />

Bouissou, M.F., Boissy, A., Le Neindre, P. and Veissier, I. 2001. The social behaviour of cattle. In: Social<br />

behaviour in farm animals. Keeling, L.J. and Gonyou, H.W., CAB International Oxon UK , pp 113-145.<br />

Bowering, J. and Norton, G. 1981. Relationship betwe<strong>en</strong> iron status and excercise in male and female<br />

growing rats. Journal of Nutrition 111: 1648-1657.<br />

Brownlee, A. 1954. Play in domestic cattle in Britain: an analysis of its nature. British Veterinary Journal 110,<br />

48-68.<br />

Coe, B.L., Albright, J.L., Kettelkamp, J.R. and Ladd, B.T. 1991. Resting postural differ<strong>en</strong>ces betwe<strong>en</strong> tethered<br />

and untethered Holstein heifer and bull calves. Beef / Dairy Day Report, Purdue University, West<br />

Lafayette, Indiana, pp 69-71.<br />

Dellmeier, G., Fri<strong>en</strong>d, T. and Gbur, E. 1990. Effects of changing housing on op<strong>en</strong>field behaviour of calves.<br />

Applied Animal Behaviour Sci<strong>en</strong>ce 26, 215-230.<br />

Edgerton, V.R., Gardner, G.W., Ohira, Y., Gunaward<strong>en</strong>a, K.A., and S<strong>en</strong>ewiratne, B. 1979. Iron defici<strong>en</strong>cy<br />

anemia and its effect on worker productivity and activity patterns. British Medical Journal 2 (6204): 1546-<br />

1549.<br />

Fraser, A.F. and Broom, D.M. 1985. Farm Animal behaviour and Welfare. Baillière Tindall, London.<br />

Fregonesi, J.A. 1999. Production and behaviour of dairy cattle in differ<strong>en</strong>t housing systems. University of<br />

London, Ph.D. Thesis.<br />

Fregonesi, J.A. and Leaver, J.D. 2001. Behaviour, performance and health indicators of welfare for dairy cows<br />

housed in strawyards or cubicle systems. Livestock Production Sci<strong>en</strong>ce 68: 205-216.<br />

Geissmann, T. and Orgeldinger, M. 2000. The relationship betwe<strong>en</strong> duet songs and pair bonds in<br />

siamangs,Hylobates syndactylus. Anim. Behav. 60: 805-809.<br />

Glover, J. and Jacobs, A. 1972. Activity pattern of iron defici<strong>en</strong>t rats. British Medical Journal 2 (814): 627-628.<br />

Haas, J.D. and Brownlie, T. 2001. Iron defici<strong>en</strong>cy and reduced work capacity: a critical review of the research<br />

to determine a causal relationship. The Journal of Nutrition 131: 676S-690S.<br />

Hall, S.J.G. 2002. Behaviour of cattle. In: The ethology of Domestic Animals. An Introductory text. P. J<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

(Ed).


Hodgson, J. and Wilkinson, J.M. 1967. The relationship betwe<strong>en</strong> liveweight and herbage intake in grazing<br />

cattle. Anim. Prod., 9: 365-376.<br />

Hopster, H., 1995. Effect<strong>en</strong> <strong>van</strong> huisvesting <strong>en</strong> verzorging op welzijn <strong>en</strong> gezondheid <strong>van</strong> runder<strong>en</strong> ouder dan<br />

6 maand<strong>en</strong>. pp. 152.<br />

Hunt, J.R., Zito, C.A., Erjavec, J. and Johnson, L.A. 1994. Severe or marginal iron defici<strong>en</strong>cy affects<br />

spontaneous physical activity in rats. American Journal of Clinical Nutrition 59: 413-418.<br />

Hurnik, J.F. 1982. Social stress: an oft<strong>en</strong> overlooked problem in dairy cattle. Hoard’s Dairyman 127, 739.<br />

Hurnik, J.F. 1992. Ethology and technology: The role of ethology in automation of animal production<br />

processes. In: Prospects for Automatic Milking. EAAP Publ. No. 65. p 401. Pudoc, Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, The<br />

Netherlands.<br />

Jarman, P.J. 1974. The social organization of antelope in relation to their ecology. Behaviour 48: 215-267.<br />

Kiley, M. 1972. The vocalisations of ungulates, their causation and function. Zeitschrift für Tierpsychologie 31,<br />

171-222.<br />

Kimura, D. and Ihobe, H. 1985. Feral cattle (Bos taurus) on Kuchinoshima Island, south-western Japan: their<br />

stable ranging and unstable grouping. Journal of Ethology 3, 39-47.<br />

Kondo, S., Sekine, J., Okubo, M. and Asahida, Y. 1989. The effect of group size and space allowance on the<br />

agonistic and spacing behavior of cattle. Applied Animal Behaviour Sci<strong>en</strong>ce 24, 127-135.<br />

Krohn, C.C., Munksgaard, L. and Jonas<strong>en</strong>, B. 1992. Behaviour of dairy cows kept in int<strong>en</strong>sive (loose housing<br />

pasture) or int<strong>en</strong>sive (tie stall) <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>ts. 1. Experim<strong>en</strong>tal procedure, facilities, time budgets - diurnal<br />

and seasonal conditions. Appl. Anim. Behav. Sci. 34: 37-47.<br />

Lazo, A. 1992. Facteurs déterminants du comportem<strong>en</strong>t grégaire de boivins retournés à l’état sauvage.<br />

Revue d’Écologie-la Terre et at., Vie 41 : 51-66.<br />

Lazo, A. 1994. Social segregation and the maint<strong>en</strong>ance of social stability in a feral cattle population. Animal<br />

behaviour 48: 1133-1141.<br />

L<strong>en</strong>t, P.C. 1974. Mother-infant relationships in ungulates. In: Geist V. and Walther F. (Eds.) The behaviour of<br />

ungulates and its relation to managem<strong>en</strong>t. IUNC Publications new series 24, Morges, Switzlerland, pp<br />

14-55.<br />

Lozoff, M. and Britt<strong>en</strong>ham, G.M. 1986. Behavioral aspects of iron defici<strong>en</strong>cy. Progress in Hematology 14: 23-<br />

53.<br />

33


Lozoff, M.D., Klein, N.K., Nelson, E.C., McClish, D.K., Manuel, M. and Chacon, M.E. 1998. Behavior of infants<br />

34<br />

with iron-defici<strong>en</strong>cy anemia. Child Developm<strong>en</strong>t 69: 25-36.<br />

Metz, J.H.M. and Mekking, P. 1978a. Verhalt<strong>en</strong>smassstäbe für die Einrichtung des Futterplatzes in<br />

Rinderlaufstall<strong>en</strong>. KTBL-Schrift 233, 149-164.<br />

Metz, J.H. and Mekking, P. 1978b. Adaptation in the feeding pattern of cattle according to social <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>t.<br />

Proceedings of the Zodiac symposium on adaptation, Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>tre for Agricultural Publishing<br />

and Docum<strong>en</strong>tation, Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Mickels<strong>en</strong>, C.H. and Kotter, C.M. 1977. ‘Punch bowl’ feeding of calves in groups. Hoard’s Dairyman 122, 380<br />

Miller, K. and Wood-Gush, D.G.M., 1991. Some effects of housing on the social behaviour of dairy cows.<br />

Anim. Prod. 53: 271-278.<br />

Niels<strong>en</strong>, L.H., Mog<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, L., Krohn, C., Hindehede, J. and Sor<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, J.T. 1997. Resting and social behaviour<br />

of dairy heifers housed in slatted floor p<strong>en</strong>s with differ<strong>en</strong>t sized bedded lying areas. Appl. Anim. Behav.<br />

Sci. 54: 307-316.<br />

O'Connell, J.M., Giller, P.S. and Meaney, W. 1989a. A comparison of dairy cattle behavioural patterns at<br />

pasture and during confinem<strong>en</strong>t. Irish J. Agric. Res., 28: 65-72.<br />

Patterson, A.J., Brown, W.J., Powers, J.R. and Roberts, D.C.K. 2000. Iron defici<strong>en</strong>cy, g<strong>en</strong>eral health and<br />

fatigue: results from the Australian longitudinal study on wom<strong>en</strong>'s health. Quality of Life Research 9: 491-<br />

497.<br />

Patterson, A.J., Brown, W.J. and Roberts, D.C.K. 2001. Dietary and supplem<strong>en</strong>t treatm<strong>en</strong>t of iron defici<strong>en</strong>cy<br />

results in improvem<strong>en</strong>ts in g<strong>en</strong>eral health and fatigue in Australian wom<strong>en</strong> of childbearing age. Journal of<br />

the American College of Nutrition 20: 337-342.<br />

Reinhardt, V. and Reinhardt, A, 1981. Cohesive relationships in a Zebu cattle herd (Bos indicus). Behaviour<br />

77: 121-151.<br />

Reinhardt, V. and Reinhardt, A. 1982. Social behaviour and social bonds betwe<strong>en</strong> juv<strong>en</strong>ile and sub-adult Bos<br />

indicus calves. Applied Animal Ethology 9, 92-93 (abstract).<br />

Rook, A.J. and Huckle, C.A. 1995. Synchronization of ingestive behaviour by grazing dairy cows. Anim. Sci.<br />

60: 25-30.<br />

Sambraus, Von H.H. 1973. Die Ursach<strong>en</strong> synchron<strong>en</strong> Verhalt<strong>en</strong>s bei weid<strong>en</strong>d<strong>en</strong> Rindern. Z. Tierzüchtg.<br />

Züchtgsbiol. 90: 192 –198.


Sato, S., Wood-Gush, D.G.M. and Wetherill, G. 1987. Observations on creche behaviour in suckler calves.<br />

Behavioural Processes 15, 333-343.<br />

Schloeth, R. 1956. Quelques moy<strong>en</strong>s d’intercommunication des taureaux de Camargue. Revue d’Ecologie<br />

(La Terre et la Vie) 2, 83-93.<br />

Schloeth, R. 1958. Le cycle annuel et le comportem<strong>en</strong>t social du taureau de Camargue. Mammalia 22, 121-<br />

139.<br />

Selman, I.E., McEwan, A.D. and Fisher, E.W. 1970a. Studies on natural suckling in cattle during the first eight<br />

hours post partum. I. Behaviour studies (dams). Animal Behaviour 18, 276-283.<br />

Selman, I.E., McEwan, A.D. and Fisher, E.W. 1970b. Studies on natural suckling in cattle during the first eight<br />

hours post partum. II. Behaviour studies (calves). Animal Behaviour 18, 284-289.<br />

Stricklin, W.R., Graves, H.B., Wilson, L.L. and Singh, R.K. 1980a. Social organization among young beef<br />

cattle in confinem<strong>en</strong>t. Applied Animal Ethology 6, 211-219.<br />

Vessier, I. and Le Neindre, P. 1989. Weaning in calves: its effects on social organization. Applied Animal<br />

Behaviour Sci<strong>en</strong>ce 24, 43-54.<br />

Vitale, A.F., T<strong>en</strong>ucci, M., Papini, M. and Lovari, S. 1986. Social behaviour of the calves of semi-wild<br />

Maremma cattle, Bos primeg<strong>en</strong>ius taurus. Applied Animal Behaviour Sci<strong>en</strong>ce 16, 217-231.<br />

Wallis de Vries, M.F. 1996. Resource distribution patterns of ungulate foraging behaviour. Forest Ecol.<br />

Manage, 88, 167-177.<br />

Warner, R.G., Slack, S.T., Hartman, D.A., Irish, W.W., Fox, F.H. and McCauley A.D. 1972. Consider the<br />

newborn calf – some thoughts on her comfort and performance. Proceedings Distillers Feed Research<br />

Council Confer<strong>en</strong>ce 27, 16-22.<br />

Webster, J. 1994. Animal Welfare: a cool eye towards ed<strong>en</strong>. Blackwell, Oxford.<br />

Wiepkema, P.R. 1993. Gedrag <strong>en</strong> welzijn <strong>van</strong> <strong>melkvee</strong>. Misset praktijkreeks veehouderij.<br />

Wier<strong>en</strong>ga, H.K. and Hopster H. 1990. The significance of cubicles for the behaviour of dairy cows. Appl. Anim.<br />

Behav. Sci., 26: 309-337.<br />

Williamson, A.M. and Ng, K.T. 1980. Behavioral effects of iron defici<strong>en</strong>cy in the adult rat. Physiology and<br />

Behavior 24: 561-567.<br />

Wood, M.T. 1977. Social grooming patterns in two herds of monozygotic twin dairy cows. Animal behaviour<br />

25: 635-642.<br />

Zimmerman-Müller, M. and Zeeb, K. 1970. Sozialstruktur und Arkhuität bei Milchküh<strong>en</strong>. Tierzucht 9: 251-253.<br />

35


2. HOUDERIJSYSTEMEN MELKVEE 4<br />

36<br />

2.1. Aantal melkkoei<strong>en</strong> <strong>en</strong> productie<br />

In Nederland zorgd<strong>en</strong> in 2003 1.477.766 melkkoei<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gemiddelde jaarproductie <strong>van</strong> 7494 kg melk op<br />

25004 bedrijv<strong>en</strong> (59 koei<strong>en</strong>/bedrijf) <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> totale productie <strong>van</strong> ruim 11 miljard kg melk (CBS Landbouw-<br />

telling 2003). Deze bedrijv<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> hun ruwvoerproduct<strong>en</strong> <strong>van</strong> 985.166 ha grasland (39,4 ha/bedrijf) <strong>en</strong><br />

216.897 ha snijmais (8,7 ha/bedrijf). E<strong>en</strong> kleine 5 proc<strong>en</strong>t <strong>van</strong> de koei<strong>en</strong> maakte deel uit <strong>van</strong> bedrijv<strong>en</strong> met<br />

minder dan 30 melkkoei<strong>en</strong>; 52% behoorde tot bedrijv<strong>en</strong> met 70 melkkoei<strong>en</strong> of meer. Ruim 85% <strong>van</strong> de<br />

melkkoei<strong>en</strong> nam deel aan de georganiseerde melkproductiecontrole. De melk bevatte gemiddeld 4,43% vet<br />

<strong>en</strong> 3,48% eiwit <strong>en</strong> bracht gemiddeld per kg 32,67 euroc<strong>en</strong>t op. Op ruim 81% <strong>van</strong> het aantal bedrijv<strong>en</strong> werd in<br />

2003 gemolk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> doorloopmelkstal (67% visgraatmelkstal) <strong>en</strong> op 2,3 % met e<strong>en</strong> melkrobot. Op 16,7%<br />

<strong>van</strong> het aantal bedrijv<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de koei<strong>en</strong> gemolk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> stand<strong>en</strong>stal (grupstal). Het betreft hier zeer<br />

waarschijnlijk de bedrijv<strong>en</strong> met minder dan 30 melkkoei<strong>en</strong> zodat slechts e<strong>en</strong> klein deel <strong>van</strong> alle koei<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

stand<strong>en</strong>stal wordt gehoud<strong>en</strong>. Doordat de melkprijz<strong>en</strong> onder druk staan hak<strong>en</strong> de kleinere bedrijv<strong>en</strong> in gestaag<br />

tempo af <strong>en</strong> neemt de gemiddelde bedrijfsgrootte toe. In 2004 daalde het aantal bedrijv<strong>en</strong> met 672 (-2,7%) tot<br />

24.332.<br />

2.2. Ligbox<strong>en</strong>stal<br />

Vanaf de introductie, eind jar<strong>en</strong> zestig, is het aantal ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> gestaag toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Met name tuss<strong>en</strong><br />

1970 <strong>en</strong> 1985 zijn veel <strong>melkvee</strong>houders overgestapt op de ligbox<strong>en</strong>stal zodat meer dan 90 % <strong>van</strong> de<br />

melkkoei<strong>en</strong> in Nederland mom<strong>en</strong>teel in e<strong>en</strong> ligbox<strong>en</strong>stal is gehuisvest. In tabel 1 is aangegev<strong>en</strong> wat de<br />

ouderdom is <strong>van</strong> de ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong>, zoals vastgesteld in 2000 is vastgesteld.<br />

Het belangrijkste <strong>voor</strong>deel <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ligbox<strong>en</strong>stal is de arbeidsbesparing als gevolg <strong>van</strong> mechanisatie <strong>en</strong><br />

automatisering <strong>van</strong> het voer<strong>en</strong> <strong>en</strong> het melk<strong>en</strong>. De meeste koei<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tweemaal per dag gemolk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

4 De wet<strong>en</strong>schappelijke bijdrage is sam<strong>en</strong>gesteld door dr. ir. B. Beerda (Leerstoelgroep Ethologie & Welzijn, WUR),<br />

ir. C.G. <strong>van</strong> Re<strong>en</strong><strong>en</strong> (ASG-WUR) <strong>en</strong> dr. ing. H. Hopster (ASG-WUR).


Tabel 1. Ouderdom <strong>van</strong> ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> in Nederland in 2000 (bron: LEI Agri-Monitor, augustus 2003<br />

Leeftijd ligbox<strong>en</strong>stal Perc<strong>en</strong>tage <strong>van</strong> het totaal<br />

> 25 jaar 18<br />

20-25 jaar 33<br />

15-20 jaar 14<br />

10-15 jaar 18<br />

5-10 jaar 11<br />

< 5 jaar 6<br />

doorloopmelkstal; op e<strong>en</strong> beperkt aantal bedrijv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de koei<strong>en</strong> individueel <strong>en</strong> gemiddeld meer dan<br />

tweemaal per dag door e<strong>en</strong> melkrobot gemolk<strong>en</strong>.<br />

Ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> bestaan over het algeme<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong><br />

voergang <strong>van</strong> 4,5–5,5 meter breed met aan één of beide<br />

zijd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voerhek met daarachter één, twee, drie of vier<br />

l<strong>en</strong>gte-rij<strong>en</strong> box<strong>en</strong>. Afhankelijk <strong>van</strong> de stalindeling is per koe<br />

e<strong>en</strong> vreetbreedte beschikbaar <strong>van</strong> 20 tot meer dan 60 cm.<br />

Het voerhek is uitgevoerd als “Zweeds” voerhek of als<br />

“Engels” voerhek met e<strong>en</strong> onder- <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>buis, <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> vastzetinrichting (zie foto). Dit laatste type kan bij<br />

e<strong>en</strong> te geringe hoogte <strong>van</strong> het voerhek bij steeds groter<br />

word<strong>en</strong>de koei<strong>en</strong> gemakkelijk tot beschadiging<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.<br />

Bij <strong>voor</strong>raadvoedering op grote bedrijv<strong>en</strong> wordt in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>-<br />

de mate e<strong>en</strong> voerhek gebruikt met alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onder <strong>en</strong><br />

bov<strong>en</strong>buis zonder vastzetinrichting. Melkkoei<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

rantso<strong>en</strong> dat bestaat uit ruwvoer (<strong>voor</strong>namelijk snijmais <strong>en</strong><br />

grasproduct<strong>en</strong>), bijproduct<strong>en</strong> <strong>en</strong> krachtvoer. Het ruwvoer<br />

wordt in de regel onbeperkt <strong>en</strong> in meerdere voerbeurt<strong>en</strong> aan<br />

het voerhek verstrekt. Verstrekking <strong>van</strong> krachtvoer gebeurt<br />

37


op ca. 60% <strong>van</strong> de ligbox<strong>en</strong>stalbedrijv<strong>en</strong> met behulp <strong>van</strong> één of meer krachtvoerbox<strong>en</strong>. Achter het voerhek is<br />

e<strong>en</strong> loopruimte <strong>van</strong> 3,00-3,50 m breed <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de box<strong>en</strong> 2,00–2,50 meter. In meerrijïge ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> zijn<br />

ligruimte <strong>en</strong> loop/eetruimte verbond<strong>en</strong> door doorgang<strong>en</strong> waarin vaak grote waterbakk<strong>en</strong> zijn geplaatst. Per 20<br />

koei<strong>en</strong> wordt 1 bak geadviseerd.<br />

Koei<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zich in ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels zelf redd<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> ligbox<strong>en</strong>stal is dat de<br />

dier<strong>en</strong> hierin vrij rond kunn<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat <strong>voor</strong> ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> vret<strong>en</strong> aparte ruimt<strong>en</strong> in de stal zijn ingericht. Het<br />

betek<strong>en</strong>t dat de dier<strong>en</strong> in principe vrijwel overal in de stal mest <strong>en</strong> urine kunn<strong>en</strong> deponer<strong>en</strong>. Vanuit het<br />

oogpunt <strong>van</strong> zowel hygiëne als diergezondheid is het gew<strong>en</strong>st dat de koei<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> schoon <strong>en</strong> droog ligbed<br />

Figuur 1: Dwarsdoorsnede <strong>van</strong> e<strong>en</strong> veel gebouwd type ligbox<strong>en</strong>stal zoals beschrev<strong>en</strong> in de RICHTLIJNEN<br />

VOOR DE BOUW EN INRICHTING VAN LIGBOXENSTALLEN (Bron: 1988, Consul<strong>en</strong>tschap in Algem<strong>en</strong>e Di<strong>en</strong>st <strong>voor</strong><br />

de Bedrijfsuitrusting in de Veehouderij).<br />

38


ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ze op e<strong>en</strong> schone <strong>en</strong> droge ondergrond lop<strong>en</strong>. Daarom word<strong>en</strong> de stall<strong>en</strong> zodanig ingericht dat<br />

zoveel mogelijk wordt <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> dat de dier<strong>en</strong> hun ligplaats<strong>en</strong> bevuil<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn de ligplaats<strong>en</strong> afgebak<strong>en</strong>d<br />

met ligboxafscheiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere boxuitrusting zoals schoftbom<strong>en</strong> <strong>en</strong> kopbom<strong>en</strong>.<br />

De loopvloer<strong>en</strong> zijn in 80 tot 90 % <strong>van</strong> de ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> in Nederland roostervloer<strong>en</strong> waarbij de mest <strong>en</strong><br />

urine door de roostersplet<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> mestkelder terecht komt. Roostervloer<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> balkbreedte <strong>van</strong><br />

125-150 mm <strong>en</strong> e<strong>en</strong> spleetbreedte <strong>van</strong> 35–40 mm. Eis<strong>en</strong> aan kwaliteit <strong>en</strong> ligging <strong>van</strong> roostervloer<strong>en</strong> zijn<br />

vastgelegd in NEN-norm 3873. Voor grotere stall<strong>en</strong> <strong>van</strong>af 100 melkkoei<strong>en</strong> kan over het algeme<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gesteld dat het goedkoper is om mestopslag buit<strong>en</strong> de stal te plaats<strong>en</strong>. Als gevolg <strong>van</strong> de huidige<br />

schaalvergroting zal naar verwachting het aantal dichte vloer<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Bij dichte vloer<strong>en</strong> maar soms ook<br />

bij roostervloer<strong>en</strong> wordt de mest met e<strong>en</strong> mestschuif verwijderd. De loopvloer is in de ligbox<strong>en</strong>stal e<strong>en</strong><br />

belangrijk knelpunt. Op dit punt lijk<strong>en</strong> dier- <strong>en</strong> milieubelang<strong>en</strong> strijdig, want de vloer moet <strong>en</strong>erzijds<br />

emissiearm zijn, maar anderzijds goed beloopbaar. In de praktijk is de beloopbaarheid vaak matig. De<br />

gebruikte material<strong>en</strong> zijn te hard <strong>en</strong> het loopoppervlak is vaak nat <strong>en</strong> te glad, <strong>voor</strong>al bij emissiearme vloer<strong>en</strong>.<br />

De laatste jar<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> ontwikkeling te zi<strong>en</strong> waarin meer gekek<strong>en</strong> wordt naar dier<strong>en</strong>welzijn met gevolg dat nu<br />

onderzoek wordt gedaan naar de toepassing <strong>van</strong> rubber op loopvloer<strong>en</strong> <strong>voor</strong> koei<strong>en</strong>. Daarnaast wordt rubber<br />

op beperkte schaal al in de praktijk toegepast.<br />

Goed v<strong>en</strong>tiler<strong>en</strong> is belangrijk <strong>voor</strong> de afvoer <strong>van</strong><br />

de warmte die koei<strong>en</strong> producer<strong>en</strong>; hoge tempera-<br />

tur<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zo veel mogelijk word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast is v<strong>en</strong>tilatie nodig <strong>voor</strong> de afvoer <strong>van</strong><br />

stoff<strong>en</strong> die vrijkom<strong>en</strong> uit de mest. Over het alge-<br />

me<strong>en</strong> wordt dit door middel <strong>van</strong> <strong>natuurlijk</strong>e v<strong>en</strong>tila-<br />

tie gedaan. De zijwand<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> hier e<strong>en</strong> belang-<br />

rijke rol. In to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate word<strong>en</strong> deze verwij-<br />

derd, maar kunn<strong>en</strong> bij extreme weerssituaties met<br />

automatische gestuurde kled<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong>.<br />

Verder moet de stal voldo<strong>en</strong>de licht zijn, waarbij<br />

39


e<strong>en</strong> donkerperiode gedur<strong>en</strong>de de nacht ook <strong>van</strong> belang lijkt te zijn. In de praktijk leid<strong>en</strong> deze inzicht<strong>en</strong> er toe<br />

dat veehouders in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate hun stall<strong>en</strong> aanpass<strong>en</strong> in de hier beschrev<strong>en</strong> richting.<br />

De ligplaats<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>melkvee</strong> word<strong>en</strong> door boxafscheiding<strong>en</strong> <strong>van</strong> elkaar gescheid<strong>en</strong>. Dit <strong>voor</strong>komt dat dier<strong>en</strong><br />

teveel op de ligplaats<strong>en</strong> mest<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarnaast dat dier<strong>en</strong> elkaar verwond<strong>en</strong> door spe<strong>en</strong>betrapping. Bij e<strong>en</strong><br />

correcte afstelling <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ligbox kan e<strong>en</strong> goed welzijn word<strong>en</strong> gerealiseerd. Het ligbed wordt vaak uitgevoerd<br />

met e<strong>en</strong> matras met daarop wat zaagsel of stro. Te harde ligbedd<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> te weinig ligcomfort <strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />

beschadiging<strong>en</strong> aan hakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> knieën waardoor koei<strong>en</strong> stram word<strong>en</strong> <strong>en</strong> risico’s op ontsteking<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

40<br />

Wanneer ligplaats<strong>en</strong> niet goed zijn<br />

uitgevoerd staan koei<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> lig-<br />

box<strong>en</strong>stal vaak moeizamer op <strong>en</strong><br />

gaan ze minder soepel ligg<strong>en</strong> dan<br />

in de weide. Dit komt met name<br />

<strong>voor</strong> bij bedrijv<strong>en</strong> die de maatvoer-<br />

ing <strong>van</strong> hun ligbox<strong>en</strong> niet hebb<strong>en</strong><br />

aangepast aan de grootte <strong>van</strong> hun<br />

dier<strong>en</strong>. Veel stall<strong>en</strong> zijn gebouwd in<br />

de periode 1970-1980 <strong>en</strong> zijn toe<br />

aan r<strong>en</strong>ovatie.<br />

E<strong>en</strong> verschijnsel dat met <strong>en</strong>ige<br />

regelmaat de kop op steekt is overbezetting, vaak tijd<strong>en</strong>s uitbreiding <strong>van</strong> het bedrijf <strong>en</strong> <strong>voor</strong>uitlop<strong>en</strong>d op<br />

aanpassing/uitbreiding <strong>van</strong> stalruimte. Overbezetting <strong>van</strong> ligbox<strong>en</strong> leidt er toe dat met name ranglage dier<strong>en</strong><br />

gedwong<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om hun rusttijd<strong>en</strong> aan te pass<strong>en</strong> aan de beschikbaarheid <strong>van</strong> box<strong>en</strong>. In de praktijk<br />

betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> verdere desynchronisatie <strong>van</strong> <strong>gedrag</strong> <strong>en</strong> meer competitie/sociale onrust.<br />

Ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> zijn in de regel <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> aparte ruimtes <strong>voor</strong> koei<strong>en</strong> die ziek zijn <strong>en</strong> <strong>voor</strong> kalfkoei<strong>en</strong>. Om<br />

ruimte te spar<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beide functies vaak uitgewisseld.


2.2. Grupstal<br />

Op de kleinere bedrijv<strong>en</strong> (< 30 melkkoei<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> de koei<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> grupstal.<br />

In Nederland war<strong>en</strong> er in 2003 nog 4150 grupstall<strong>en</strong> <strong>voor</strong> melkkoei<strong>en</strong>. Op traditionele grupstall<strong>en</strong>, waar<br />

koei<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de de stalperiode staan aangebond<strong>en</strong> aan repels of stak<strong>en</strong>, zijn er weinig mogelijkhed<strong>en</strong> om<br />

de l<strong>en</strong>gte <strong>van</strong> de stand af te stemm<strong>en</strong> op de grootte <strong>van</strong> de koe. Moderne grupstall<strong>en</strong> zijn er de laatste jar<strong>en</strong><br />

weinig gebouwd. Meestal zijn het system<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> grup (stal<strong>en</strong> drijfmestrooster) in combinatie met<br />

e<strong>en</strong> lange stand (150-160 cm). De koei<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangebond<strong>en</strong> door middel <strong>van</strong> e<strong>en</strong> hangketting of nylon<br />

riem. Koetrainers word<strong>en</strong> in de praktijk gebruikt om de koe te dwing<strong>en</strong> bij het mest<strong>en</strong> of uriner<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stapje<br />

terug te do<strong>en</strong> zodat de stand gevrijwaard blijft <strong>van</strong> mest of urine. De aanbevol<strong>en</strong> standbreedte is 110-120 cm.<br />

Per twee koei<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> drinkbakje beschikbaar. In de grupstal wordt de koe meestal gemolk<strong>en</strong> op de stand<br />

waar ze staat aangebond<strong>en</strong>. Ook als ze afkalft wordt ze in de regel niet verplaatst. Omdat de grupstal in<br />

Nederland e<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>d f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is – <strong>voor</strong>al de kleinere bedrijv<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> om te stopp<strong>en</strong> – wordt in de<br />

knelpunt<strong>en</strong>tabel aan de grupstal in dit hoofdstuk ge<strong>en</strong> aandacht besteed.<br />

2.3. Ingestrooide loopstal/potstal<br />

Met name op biologische <strong>melkvee</strong>bedrijv<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> melkkoei<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> in potstall<strong>en</strong>. Het<br />

aantal potstall<strong>en</strong> is onbek<strong>en</strong>d, maar is hoogst-<br />

waarschijnlijk geringer dan het aantal grupstal-<br />

l<strong>en</strong>. Moderne potstall<strong>en</strong> bestaan uit e<strong>en</strong> met stro<br />

ingestrooide gezam<strong>en</strong>lijke ligruimte (zie foto) die<br />

ruimtelijk gescheid<strong>en</strong> is <strong>van</strong> het looppad achter<br />

het voerhek. Dit looppad is <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

kelder met roostervloer of <strong>van</strong> e<strong>en</strong> dichte beton-<br />

n<strong>en</strong> vloer met e<strong>en</strong> mestsschuif. Dit di<strong>en</strong>t om<br />

rust<strong>en</strong>de <strong>en</strong> vret<strong>en</strong>de koei<strong>en</strong> uit elkaar te hou-<br />

d<strong>en</strong> <strong>en</strong> om e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de urine <strong>en</strong> mest buit<strong>en</strong> de ingestrooide ruimte te verzamel<strong>en</strong>. Potstall<strong>en</strong> zijn vaak<br />

aan één kant op<strong>en</strong> waardoor er sprake is <strong>van</strong> ruime v<strong>en</strong>tilatie. De kwaliteit <strong>en</strong> de hygiëne <strong>van</strong> de ingestrooide<br />

41


ligruimte is sterk afhankelijk <strong>van</strong> de hoeveelheid stro die dagelijks wordt ingebracht, <strong>van</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> het<br />

rantso<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>van</strong> de rust in de koppel. Verhoogde activiteit als gevolg <strong>van</strong> bronstige koei<strong>en</strong> maakt extra<br />

instrooi<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege het “omploeg<strong>en</strong>” <strong>van</strong> de strooisellaag noodzakelijk.<br />

42<br />

2.4. Individueel voer<strong>en</strong> <strong>en</strong> melk<strong>en</strong><br />

Veel ligbox<strong>en</strong>stalbedrijv<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> het krachtvoer aan melkkoei<strong>en</strong> met behulp <strong>van</strong> e<strong>en</strong> gepro-<br />

grammeerd krachtvoerstation. Koei<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> individuele sleutel op basis waar<strong>van</strong> zij als ze zich bij de<br />

krachtvoerbox meld<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> portie krachtvoer verstrekt krijg<strong>en</strong>. Deze wijze <strong>van</strong> voer<strong>en</strong> is bedoeld om koei<strong>en</strong><br />

die als gevolg <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong> in leeftijd, melkproductie <strong>en</strong> gewicht individueel de juiste hoeveelheid<br />

krachtvoer te kunn<strong>en</strong> verstrekk<strong>en</strong>. Deze wijze <strong>van</strong> voer<strong>en</strong> dwingt koei<strong>en</strong> om na elkaar krachtvoer op te nem<strong>en</strong><br />

waardoor de voercompetitie toe neemt. De uitvoering <strong>van</strong> krachtvoerbox<strong>en</strong> is in de loop <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> verder<br />

geoptimaliseerd om koei<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s krachtvoeropname e<strong>en</strong> veilige positie te bied<strong>en</strong>.<br />

Uit het concept <strong>van</strong> de krachtvoerautomaat is in de 80-er jar<strong>en</strong> de melkrobot ontwikkeld. Dit is e<strong>en</strong> installatie,<br />

vergelijkbaar met e<strong>en</strong> box <strong>voor</strong> automatische krachtvoerverstrekking, die koei<strong>en</strong> één <strong>voor</strong> één <strong>en</strong> semi-vrijwil-<br />

lig e<strong>en</strong> aantal ker<strong>en</strong> per dag kunn<strong>en</strong> bezoek<strong>en</strong>. Ze ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> daar krachtvoer <strong>en</strong> word<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s automatisch<br />

gemolk<strong>en</strong>. Met semi-vrijwillig wordt bedoeld dat koei<strong>en</strong> op weg <strong>van</strong> de ligbox naar het voerhek op basis <strong>van</strong><br />

het tijdstip <strong>van</strong> hun laatste melkmaal word<strong>en</strong> uitgeselecteerd <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bezoek aan de robot dan wel ongehin-<br />

derd naar het voerhek mog<strong>en</strong>. Onev<strong>en</strong>redige toeloop <strong>van</strong> melkkoei<strong>en</strong> leidt er toe dat koei<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong><br />

alvor<strong>en</strong>s ze gemolk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> het voerhek kunn<strong>en</strong> bezoek<strong>en</strong>. Gebruik <strong>van</strong> e<strong>en</strong> melkrobot vergemakkelijkt<br />

het vaker dan tweemaal daags melk<strong>en</strong> <strong>van</strong> hoogproductieve koei<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> legt automatisch melk<strong>en</strong><br />

tekortkoming<strong>en</strong> in het bedrijfsmanagem<strong>en</strong>t bloot aan de hand <strong>van</strong> meetbare gevolg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> individuele dier<strong>en</strong><br />

(bij<strong>voor</strong>beeld koei<strong>en</strong> die slecht ter be<strong>en</strong> zijn of zich onveilig voel<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zich onvoldo<strong>en</strong>de vaak melk<strong>en</strong>).<br />

Veehouders word<strong>en</strong> daarmee gestimuleerd om de tijdwinst <strong>van</strong>wege automatisch melk<strong>en</strong> om te zett<strong>en</strong> in<br />

beter managem<strong>en</strong>t. Het gevolg <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> de melkrobot is dat deze de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s om koei<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> te<br />

houd<strong>en</strong> versterkt. In 2003 beschikt<strong>en</strong> in Nederland 583 bedrijv<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> melkrobot.<br />

In de meeste ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> word<strong>en</strong> koei<strong>en</strong> gemolk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> doorloopmelkstal. Hier<strong>van</strong> zijn diverse<br />

uitvoering<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d, maar op tweederde <strong>van</strong> de bedrijv<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de koei<strong>en</strong> gemolk<strong>en</strong> in het type visgraat-<br />

melkstal. Voordat de koei<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemolk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ze in de regel tweemaal per dag bije<strong>en</strong> gedrev<strong>en</strong> in


e<strong>en</strong> kleinere ruimte: de wachtruimte. Meestal wordt hier<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de bestaande loop/eetruimte<br />

gebruikt. Op grotere bedrijv<strong>en</strong> waar de veestapel verdeeld is in groep<strong>en</strong> beschikt m<strong>en</strong> vaak over e<strong>en</strong> aparte<br />

wachtruimte. In e<strong>en</strong> wachtruimte is ongeveer 1,25 m 2 per koe beschikbaar.<br />

2.5. Weidegang<br />

Het huidige concept <strong>van</strong> de ligbox<strong>en</strong>stal is gebaseerd op weidegang gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> groot deel <strong>van</strong> de dag <strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de weideperiode. Rec<strong>en</strong>te peiling<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan dat 14-17% <strong>van</strong> de <strong>melkvee</strong>houders de koei<strong>en</strong> perma-<br />

n<strong>en</strong>t op stal houdt. De verwachte tr<strong>en</strong>d is dat koei<strong>en</strong> steeds minder <strong>en</strong> steeds korter in de weide verblijv<strong>en</strong>.<br />

Voor bedrijv<strong>en</strong> met 50-120 koei<strong>en</strong> is de verwachting dat 20-50% <strong>van</strong> de bedrijv<strong>en</strong> de koei<strong>en</strong> in 2012<br />

perman<strong>en</strong>t binn<strong>en</strong> houdt. Verwacht wordt dat rond de 25-35% <strong>van</strong> alle koei<strong>en</strong> in 2012 perman<strong>en</strong>t wordt<br />

binn<strong>en</strong>gehoud<strong>en</strong>. Deze ontwikkeling heeft <strong>voor</strong> de mogelijkheid <strong>van</strong> koei<strong>en</strong> om <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> uit te voer<strong>en</strong><br />

belangrijke consequ<strong>en</strong>ties. Op bedrijv<strong>en</strong> die weidegang toepass<strong>en</strong> gaan de koei<strong>en</strong> in de regel overdag naar<br />

de weide. Na het melk<strong>en</strong> ’s avonds word<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> veelal binn<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> op stal gevoerd. Bij hoge<br />

dagtemperatur<strong>en</strong> wordt deze werkwijze soms aangepast, afhankelijk <strong>van</strong> de condities in de stal (isolatie,<br />

v<strong>en</strong>tilatie) <strong>en</strong> in de weide (schaduw, temperatuur <strong>en</strong> reg<strong>en</strong>val).<br />

2.6. Jongvee<br />

Melkkoei<strong>en</strong> kalv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het eerst af als ze plusminus 2 jaar oud zijn <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s met tuss<strong>en</strong>poz<strong>en</strong> <strong>van</strong> iets<br />

meer dan e<strong>en</strong> jaar. Vrijwel alle koei<strong>en</strong> word<strong>en</strong> drachtig via kunstmatige inseminatie. Rond de geboorte wor-<br />

d<strong>en</strong> koei<strong>en</strong> tijdelijk uit de koppel gehaald <strong>en</strong> overgebracht naar e<strong>en</strong> afkalfstal waar ze <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong> verblij-<br />

v<strong>en</strong>. De meeste kalver<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vrijwel direct na de geboorte bij de koe <strong>van</strong>daan gehaald <strong>en</strong> verblijv<strong>en</strong> de<br />

eerste wek<strong>en</strong> in éénlingbox<strong>en</strong> waar ze word<strong>en</strong> gevoerd met kunstmelk (emmer) <strong>en</strong> ruwvoer. Stierkalver<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> meestal verkocht <strong>voor</strong> de vleeskalverhouderij; vaarskalver<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op het bedrijf opgefokt. Vaars-<br />

kalver<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> leeftijd <strong>van</strong> minder dan 6 wek<strong>en</strong> na lokale verdoving via thermocautherisatie ont-<br />

hoornd. Op e<strong>en</strong> leeftijd <strong>van</strong> 2-6 wek<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> ze met leeftijdsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> in ingestrooide hokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s in<br />

groepshuisvesting met ligboxjes <strong>en</strong> e<strong>en</strong> roostervloer. Het gebruik <strong>van</strong> volledig roostervloer<strong>en</strong> <strong>voor</strong> jongvee<br />

neemt in de praktijk weliswaar af, maar wordt wel toegepast. Om wormbesmetting<strong>en</strong> te <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong><br />

veel kalver<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de het eerste lev<strong>en</strong>sjaar binn<strong>en</strong> om in de weideperiode daarna als pink te word<strong>en</strong><br />

43


ingeschaard. Eis<strong>en</strong> aan huisvesting <strong>van</strong> kalver<strong>en</strong> <strong>van</strong> t<strong>en</strong> hoogste 6 maand<strong>en</strong> zijn vastgelegd in het<br />

Kalverbesluit.<br />

3. MOGELIJKHEID TOT UITEN VAN NATUURLIJK GEDRAG MELKVEE<br />

Tabel 1. Punt<strong>en</strong> in het <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> <strong>van</strong> <strong>melkvee</strong> per gangbaar houderijsysteem onder gebruikelijk<br />

managem<strong>en</strong>t waar<strong>voor</strong> verbetering <strong>van</strong> de situatie het meest belangrijk is (•).<br />

Opmerking: <strong>voor</strong> deze categorie system<strong>en</strong> zijn sommige <strong>natuurlijk</strong>e <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> niet <strong>van</strong> toepassing (nvt).<br />

De niet ingevulde vlakjes gev<strong>en</strong> aan dat deze <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd of beperkt<br />

uitvoerbaar zijn, maar ge<strong>en</strong> prioriteit hebb<strong>en</strong> om te verbeter<strong>en</strong>.<br />

44<br />

Context/functie <br />

Onderhouds<strong>gedrag</strong><br />

Sociaal<br />

<strong>gedrag</strong><br />

Gedragscategorie<br />

Et<strong>en</strong><br />

Gedragselem<strong>en</strong>t(<strong>en</strong>) op<br />

basis waar<strong>van</strong> de mate<br />

waarin <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong><br />

kan word<strong>en</strong> vertoond<br />

is/zijn gescoord<br />

Graz<strong>en</strong><br />

Ruwvoer opnem<strong>en</strong><br />

Herkauw<strong>en</strong><br />

Drink<strong>en</strong> Onbeperkt water opnem<strong>en</strong><br />

Ligbox<strong>en</strong>stal<br />

zonder weidegang<br />

Ligbox<strong>en</strong>stal<br />

met > 6<br />

uur/weidedag<br />

weidegang<br />

Beweg<strong>en</strong> Onbelemmerde gang<strong>en</strong> • 1 • 1<br />

Lichaamsverzor- Zichzelf kunn<strong>en</strong> likk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ging<br />

krabb<strong>en</strong><br />

Mest<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

uriner<strong>en</strong><br />

In <strong>natuurlijk</strong>e houding<br />

Onbelemmerd gaan ligg<strong>en</strong><br />

Rust<strong>en</strong> <strong>en</strong> slap<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaan staan/comfortabel<br />

ligg<strong>en</strong><br />

Thermoregulatie Bij adequaat stalklimaat<br />

Agressie/compe- Voldo<strong>en</strong>de ruimte <strong>en</strong> grip<br />

titie<br />

<strong>voor</strong> adequaat <strong>gedrag</strong><br />

Versterking<br />

groepsbinding<br />

Vlucht<strong>en</strong>/schui-<br />

Elkaar likk<strong>en</strong><br />

l<strong>en</strong> (<strong>voor</strong> soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

)<br />

Wijk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> koppelg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

• 2 • 2<br />

Potstal met<br />

> 6 uur/weidedagweidegang


Context/functie<br />

Sociaal<br />

<strong>gedrag</strong><br />

Voortplantings<strong>gedrag</strong><br />

Exploratie <strong>en</strong><br />

ler<strong>en</strong><br />

Ziektegerelateerd<br />

<strong>gedrag</strong><br />

Gedragscategorie<br />

Communicatie<br />

Belangrijke verbeterpunt<strong>en</strong>:<br />

Gedragselem<strong>en</strong>t(<strong>en</strong>) op<br />

basis waar<strong>van</strong> de mate<br />

waarin <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong><br />

kan word<strong>en</strong> vertoond<br />

is/zijn gescoord<br />

Elkaar beruik<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

hor<strong>en</strong><br />

Synchronisatie Tegelijk et<strong>en</strong> <strong>en</strong> rust<strong>en</strong><br />

Seksueel <strong>gedrag</strong><br />

Elkaar bespring<strong>en</strong>, contact<br />

met de stier<br />

Gedrag rond de<br />

geboorte<br />

Afzonder<strong>en</strong>/bonding<br />

Moederzorg<br />

<strong>gedrag</strong><br />

Zog<strong>en</strong> <strong>en</strong> belikk<strong>en</strong> kalf<br />

Verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>van</strong> Verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>natuurlijk</strong>e<br />

nieuwe prikkels prikkels<br />

Spel<strong>en</strong><br />

Galopper<strong>en</strong> met staart in<br />

de lucht<br />

Afzonder<strong>en</strong> Stille plek opzoek<strong>en</strong><br />

Microklimaat<br />

aanpass<strong>en</strong><br />

Ligbox<strong>en</strong>stal<br />

zonder weidegang<br />

Ligbox<strong>en</strong>stal<br />

met > 6<br />

uur/weidedag<br />

weidegang<br />

Potstal met<br />

> 6 uur/weidedagweidegang<br />

n.v.t n.v.t. n.v.t.<br />

1 Onbelemmerd beweg<strong>en</strong> is in veel ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> met betonroosters of met dichte betonn<strong>en</strong> vloer<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

roosterschuif problematisch. Vloer<strong>en</strong> zijn nat, glad <strong>en</strong> hard <strong>en</strong> veel koei<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> mede daardoor afwijking<strong>en</strong><br />

aan de klauw<strong>en</strong> waardoor koei<strong>en</strong> bij het lop<strong>en</strong> afwijking<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>. Omdat koei<strong>en</strong> in ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> goed<br />

moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> om voerhek, krachtvoerbox, drinkbak, ligbox <strong>en</strong> melkstal gedur<strong>en</strong>de het etmaal in<br />

voldo<strong>en</strong>de mate te kunn<strong>en</strong> bezoek<strong>en</strong> heeft slecht kunn<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> in ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot effect op de<br />

overige onderhouds<strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong>. Naarmate koei<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de langere tijd in de stal verblijv<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> deze<br />

problem<strong>en</strong> grotere vorm<strong>en</strong> aan. Weidegang br<strong>en</strong>gt hierin verlichting.<br />

2 Koei<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ruimte nodig om hun gewicht zodanig over <strong>voor</strong> <strong>en</strong> achterpot<strong>en</strong> te verdel<strong>en</strong> dat het gaan<br />

staan <strong>en</strong> het gaan ligg<strong>en</strong> mogelijk is zonder het bewegingsapparaat over te belast<strong>en</strong>. In ligbox<strong>en</strong>stall<strong>en</strong> wordt<br />

deze ruimte vaak beperkt door schoftbom<strong>en</strong>, kniebom<strong>en</strong> <strong>en</strong> ligboxafscheiding<strong>en</strong>. Het gevolg is dat koei<strong>en</strong> dan<br />

langer blijv<strong>en</strong> staan als ze staan <strong>en</strong> langer blijv<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> als ze e<strong>en</strong>maal ligg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> te harde ligboxbedekking<br />

leidt dan gemakkelijk tot beschadiging<strong>en</strong> <strong>van</strong> hakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> knieën waardoor problem<strong>en</strong> infecties kunn<strong>en</strong><br />

optred<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bewegingsproblematiek verergert. Zie verder onder 1.<br />

45


4. DE VLEESKALVERSECTOR IN NEDERLAND 5<br />

Aantal kalver<strong>en</strong> <strong>en</strong> productie<br />

Rec<strong>en</strong>te gegev<strong>en</strong>s over aantall<strong>en</strong> vleeskalver<strong>en</strong> in Nederland dater<strong>en</strong> <strong>van</strong> april 2003 (bron: CBS/PVE).<br />

Nederland telde to<strong>en</strong> 732.000 (732 duiz<strong>en</strong>d) vleeskalver<strong>en</strong>, waar<strong>van</strong> 560.027 bestemd <strong>voor</strong> de productie <strong>van</strong><br />

blank kalfsvlees, <strong>en</strong> 171.510 bestemd <strong>voor</strong> de productie <strong>van</strong> rosé kalfsvlees. Het totaal aantal slachting<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

vleeskalver<strong>en</strong> bedroeg in 2003 1.271.900 stuks. Het aantal kalver<strong>en</strong> dat in Nederland in 2004 onder toezicht<br />

<strong>van</strong> de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector is opgezet <strong>en</strong> afgemest bedraagt 1.337.403 (bron:<br />

SKV). Van dit totaal was 84,1 % bestemd <strong>voor</strong> de blankvleesproductie.<br />

Het overgrote deel <strong>van</strong> de productie (ongeveer 93%) wordt geëxporteerd naar land<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de EU. In 2003<br />

zijn ongeveer 534.000 kalver<strong>en</strong> in Nederland ingevoerd, grot<strong>en</strong>deels bestemd <strong>voor</strong> de productie <strong>van</strong> kalfs-<br />

vlees. Land<strong>en</strong> <strong>van</strong> waaruit kalver<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevoerd zijn Duitsland, België, Pol<strong>en</strong> <strong>en</strong> D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong>. In 2003<br />

bedroeg het aantal bedrijv<strong>en</strong> met vleeskalver<strong>en</strong> in Nederland 3.253 stuks. De productie <strong>van</strong> blank kalfsvlees<br />

vindt plaats in koppels <strong>van</strong> gemiddeld 416 kalver<strong>en</strong>; bij de roséproductie is de koppelgrootte gemiddeld 55<br />

dier<strong>en</strong> (bron: SKV 2004). Ongeveer 80% <strong>van</strong> de totale vleeskalverstapel wordt geproduceerd op bedrijv<strong>en</strong><br />

met 300 dier<strong>en</strong> of meer (866 bedrijv<strong>en</strong>).<br />

46<br />

4.1. Mestduur <strong>en</strong> rantso<strong>en</strong><br />

4.1.1. Blankvleeskalver<strong>en</strong><br />

Bij blankvleesproductie wordt e<strong>en</strong> mestduur gehanteerd <strong>van</strong> ongeveer 26 wek<strong>en</strong>. Gedur<strong>en</strong>de de volledige<br />

mestperiode krijg<strong>en</strong> de kalver<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rantso<strong>en</strong> dat <strong>voor</strong>namelijk bestaat uit kalvermelk. Er wordt ook vast<br />

voedsel bijgevoerd, bestaande uit ruwvoer (snijmais, stro e.d.) of e<strong>en</strong> meer krachtvoerachtig voeder (bij<strong>voor</strong>-<br />

beeld geplette gerst of e<strong>en</strong> gran<strong>en</strong>mix in brokvorm). Hoeveelhed<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> integraties <strong>en</strong> huisves-<br />

tingssystem<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> veel gebruikt systeem wordt ruwvoer (snijmais, gerst) bijgevoerd (gemiddeld ruim 400<br />

gram droge stof per dier per dag), in hoeveelhed<strong>en</strong> oplop<strong>en</strong>d tot ca. 1000 gram droge stof per dier per dag (~<br />

5 De wet<strong>en</strong>schappelijke bijdrage is sam<strong>en</strong>gesteld door dr. ir. B. Beerda (Leerstoelgroep Ethologie & Welzijn, WUR),<br />

ir. C.G. <strong>van</strong> Re<strong>en</strong><strong>en</strong> (ASG-WUR) <strong>en</strong> dr. ing. H. Hopster (ASG-WUR).


3 kg produkt) aan het eind <strong>van</strong> de mestperiode. Drogere voeders zoals bij<strong>voor</strong>beeld gran<strong>en</strong>mix word<strong>en</strong><br />

doorgaans in lagere hoeveelhed<strong>en</strong> verstrekt. Het belangrijkste k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> blankvleesproductie is de blanke<br />

kleur (in werkelijkheid licht rose) <strong>van</strong> het vlees. Deze kleur wordt bewerkstelligd door de kalver<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gecon-<br />

troleerd ijzerarm dieet aan te bied<strong>en</strong>, met als gevolg dat de dier<strong>en</strong> relatief lage hemoglobinegehalt<strong>en</strong> in het<br />

bloed ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

4.1.2. Rosékalver<strong>en</strong><br />

Rosékalver<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemest gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> mestperiode <strong>van</strong> ongeveer 32 wek<strong>en</strong>. Het rantso<strong>en</strong> bestaat in<br />

hoofdzaak uit vast voedsel. Net als fokkalver<strong>en</strong> word<strong>en</strong> rosékalver<strong>en</strong> rond e<strong>en</strong> leeftijd <strong>van</strong> 8-9 wek<strong>en</strong> ge-<br />

spe<strong>en</strong>d (dat wil zegg<strong>en</strong> dat de melkgift wordt gestopt), waarna de dier<strong>en</strong> nog uitsluit<strong>en</strong>d ruwvoer met droge<br />

krachtvoeders <strong>en</strong>/of vochtige bijproduct<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Er is ge<strong>en</strong> controle op het ijzeraanbod via het rantso<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

rosékalver<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> daardoor normale hemoglobinegehalt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> daarbij behor<strong>en</strong>de (licht)rode<br />

vleeskleur.<br />

4.2. Huisvesting<br />

Alle vleeskalver<strong>en</strong> (blankvlees- <strong>en</strong> rosékalver<strong>en</strong>) in Nederland word<strong>en</strong> gehuisvest in groepshuisvesting-<br />

system<strong>en</strong> (dit is wettelijk verplicht) <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> hout<strong>en</strong> roostervloer. Verreweg de meeste dier<strong>en</strong> (ca.<br />

98%) word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> in groepshokk<strong>en</strong> met doorgaans 5-12 dier<strong>en</strong> per hok. De beschikbare oppervlakte<br />

per dier bedraagt 1.8 m 2 (het wettelijk <strong>voor</strong>geschrev<strong>en</strong> minimum <strong>voor</strong> kalver<strong>en</strong> <strong>van</strong> 220 kg of meer). In de<br />

reguliere groepshuisvesting word<strong>en</strong> blankvleeskalver<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> gevoerd in trogg<strong>en</strong> (ook wel in<br />

wegklapbare emmers), waarbij door middel <strong>van</strong> het periodiek sorter<strong>en</strong> <strong>van</strong> kalver<strong>en</strong> (op gewicht <strong>en</strong><br />

drinksnelheid) uniformiteit binn<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> wordt bewerkstelligd. Op kleine <strong>en</strong> de meeste middelgrote bedrij-<br />

v<strong>en</strong> wordt de kalvermelk met behulp <strong>van</strong> e<strong>en</strong> slang door de kalverhouder in de trogg<strong>en</strong> of emmers gebracht.<br />

Op de grotere bedrijv<strong>en</strong> bestaan ook system<strong>en</strong> waarbij de kalvermelk via e<strong>en</strong> leiding<strong>en</strong>systeem automatisch<br />

in de trogg<strong>en</strong> wordt gepompt. Na aankomst op het mestbedrijf, de kalver<strong>en</strong> zijn dan minst<strong>en</strong>s 10 dag<strong>en</strong> oud,<br />

word<strong>en</strong> de kalver<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> leeftijd <strong>van</strong> maximaal 8 wek<strong>en</strong> individueel gehuisvest in zog<strong>en</strong>aamde ‘baby-<br />

box<strong>en</strong>’, dat wil zegg<strong>en</strong> tijdelijke individuele box<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> opgebouwd in het latere groepshok (zie foto’s 1<br />

<strong>en</strong> 2, pagina 48).<br />

47


Foto 1. Babybox met tijdelijke afscheiding<strong>en</strong>. Foto 2. Babybox met tijdelijke afscheiding<strong>en</strong>.<br />

Foto 3. Groepshokk<strong>en</strong> (nà verwijdering <strong>van</strong> babybox<strong>en</strong>) Foto 4. Groepshokk<strong>en</strong> (nà verwijdering <strong>van</strong> babybox<strong>en</strong>)<br />

<strong>voor</strong> rosékalver<strong>en</strong>. <strong>voor</strong> blankvleeskalver<strong>en</strong>.<br />

48


Op foto 1 <strong>en</strong> 2 (pagina 48) zijn babybox<strong>en</strong> <strong>voor</strong> jonge vleeskalver<strong>en</strong> (jonger dan 8 wek<strong>en</strong>), opgebouwd uit<br />

tijdelijke afscheiding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> in het latere groepshok, zichtbaar. Na verwijdering <strong>van</strong> de babybox<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

de dier<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de rester<strong>en</strong>de duur <strong>van</strong> de mestperiode vrij rondlop<strong>en</strong> in het groepshok (foto 3 <strong>en</strong> 4, pagina<br />

48).<br />

E<strong>en</strong> plattegrond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> afdeling met groepshokk<strong>en</strong> mèt <strong>en</strong> groepshokk<strong>en</strong> zonder babybox<strong>en</strong> is<br />

weergegev<strong>en</strong> in figuur 1.<br />

Figuur 1. Plattegrond <strong>van</strong> conv<strong>en</strong>tionele groepshuisvesting (bron: Bokkers <strong>en</strong> Ko<strong>en</strong>e, 1999).<br />

E<strong>en</strong> zeer beperkt deel <strong>van</strong> de blankvleeskalver<strong>en</strong> in Nederland wordt gehoud<strong>en</strong> in groep<strong>en</strong> <strong>van</strong> 40-80 dier<strong>en</strong><br />

(mom<strong>en</strong>teel ca. 40 bedrijv<strong>en</strong>). In dit systeem wordt de kalvermelk verstrekt via e<strong>en</strong> drinkautomaat. Individuele<br />

kalver<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zelfstandig naar de drinkautomaat gaan <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> daar via e<strong>en</strong> drinkspe<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>gepro-<br />

grammeerd portie kalvermelk opdrink<strong>en</strong>. Het aantal dier<strong>en</strong> per drinkautomaat bedraagt doorgaans ongeveer<br />

49


40 stuks. E<strong>en</strong> opname <strong>van</strong> kalver<strong>en</strong> gehuisvest in e<strong>en</strong> dergelijk systeem <strong>en</strong> e<strong>en</strong> detailopname <strong>van</strong> e<strong>en</strong> in dit<br />

systeem toegepast voerstation zijn weergegev<strong>en</strong> in foto’s 5 <strong>en</strong> 6.<br />

Foto 5. Foto <strong>van</strong> vleeskalver<strong>en</strong> in grote groep<strong>en</strong>.<br />

Foto 6. E<strong>en</strong> automatische drinkvoederinstallatie in e<strong>en</strong> systeem<br />

met grote groep<strong>en</strong>.<br />

50


4.3. Knelpunt<strong>en</strong> <strong>voor</strong> wat betreft <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong><br />

Voor blankvleeskalver<strong>en</strong> geldt dat, uit oogpunt <strong>van</strong> <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong>, het rantso<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke beperk<strong>en</strong>-<br />

de factor is. Met name in die system<strong>en</strong> waar weinig <strong>en</strong>/of vezelarm (ruw)voer wordt bijgevoerd naast de<br />

kalvermelk is er sprake <strong>van</strong> het optred<strong>en</strong> <strong>van</strong> abnormaal oraal <strong>gedrag</strong>. Dit evid<strong>en</strong>t afwijk<strong>en</strong>de <strong>gedrag</strong> uit zich<br />

met name in het he<strong>en</strong> <strong>en</strong> weer roll<strong>en</strong> <strong>van</strong> de tong met geop<strong>en</strong>de bek (‘tongroll<strong>en</strong>’), het he<strong>en</strong> <strong>en</strong> weer<br />

beweg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de uitgerolde tong in <strong>en</strong> uit de bek (‘tongspel<strong>en</strong>) <strong>en</strong> het langdurig <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> vaste vorm bijt<strong>en</strong> in,<br />

respectievelijk zuig<strong>en</strong> aan hokdel<strong>en</strong> zoals trogrand<strong>en</strong> of metal<strong>en</strong> buiz<strong>en</strong> (‘bijt<strong>en</strong>/zuig<strong>en</strong> substraat’). Onderzoek<br />

heeft duidelijk aangetoond dat onthouding <strong>van</strong> ruwvoer aan het rantso<strong>en</strong> leidt tot e<strong>en</strong> verhoging <strong>van</strong> de inci-<br />

d<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> abnormaal <strong>gedrag</strong> <strong>en</strong> dat vertrekking <strong>van</strong> ruwvoer deze incid<strong>en</strong>tie reduceert. Complem<strong>en</strong>tair aan<br />

abnormaal <strong>gedrag</strong> is de tijd besteed aan herkauw<strong>en</strong>. Dat wil ook zegg<strong>en</strong> dat dié rantso<strong>en</strong><strong>en</strong> die herkauw-<br />

<strong>gedrag</strong> bevorder<strong>en</strong>, abnormaal oraal <strong>gedrag</strong> verlag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> omgekeerd. Abnormaal oraal <strong>gedrag</strong> bij vleeskal-<br />

ver<strong>en</strong> zou daarmee beschouwd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> indicator <strong>van</strong> het niet voldo<strong>en</strong> aan de behoefte aan<br />

ruwvoer <strong>en</strong> de (daaraan gekoppelde) motivatie tot graz<strong>en</strong> <strong>en</strong> herkauw<strong>en</strong>. Zelfs kalver<strong>en</strong> die uitsluit<strong>en</strong>d kalver-<br />

melk krijg<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vorm <strong>van</strong> herkauw<strong>gedrag</strong> zi<strong>en</strong> (zog<strong>en</strong>aamd ‘schijnherkauw<strong>en</strong>’; gaat vaak over in ab-<br />

normaal oraal <strong>gedrag</strong>), wat suggereert dat de motivatie tot herkauw<strong>en</strong> als het ware in de c<strong>en</strong>traal nerveuze<br />

‘hardware’ zit ingebouwd.<br />

Blank kalfsvlees kan alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geproduceerd met e<strong>en</strong> gecontroleerd ijzerarm rantso<strong>en</strong> dat gepaard gaat<br />

met relatief lage gehalt<strong>en</strong> aan hemoglobine in bloed. Om te <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> dat kalver<strong>en</strong> te vroeg e<strong>en</strong> te laag Hb-<br />

gehalte ontwikkel<strong>en</strong> vindt in de huidige vleeskalverhouderij systematische Hb-monitoring <strong>en</strong> gerichte<br />

behandeling met ijzer plaats. E<strong>en</strong> veel gevolgde strategie is bij<strong>voor</strong>beeld dat in de tweede week na opzet <strong>en</strong><br />

op e<strong>en</strong> leeftijd <strong>van</strong> 12 wek<strong>en</strong> het Hb-gehalte wordt bepaald <strong>en</strong> zonodig door behandeling met e<strong>en</strong> ijzer-<br />

preparaat wordt bijgestuurd naar 11 gr/dl (= 11 gramproc<strong>en</strong>t of 6,86 mmol/L). Vanaf 12 wek<strong>en</strong> loopt<br />

gemiddeld g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> het Hb-gehalte gedur<strong>en</strong>de de mestperiode geleidelijk af waarbij de laagste gehalt<strong>en</strong> in<br />

de periode <strong>voor</strong> slachting word<strong>en</strong> bereikt. Voor e<strong>en</strong> aanvaardbare vleeskleur (5,5 op CBS-schaal) wordt bij<br />

slacht<strong>en</strong> gestreefd naar e<strong>en</strong> gemiddeld Hb-gehalte tuss<strong>en</strong> 4,5 <strong>en</strong> 5 mmol/l. Dit wordt algeme<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

gr<strong>en</strong>swaarde beschouwd, waar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> klinische verschijnsel<strong>en</strong> <strong>van</strong> anemie (bloedarmoede) ontstaan. E<strong>en</strong><br />

praktijk Hb-gehalte leidt tot e<strong>en</strong> aantal fysiologische aanpassing<strong>en</strong> in het kalf die universeel lijk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> zoog-<br />

dier<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ijzergebrek. Bov<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>swaarde <strong>van</strong> 4,5 mmol/L lijk<strong>en</strong> kalver<strong>en</strong> zich fysiologisch aan te<br />

51


pass<strong>en</strong> zonder meetbare gevolg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> weerstand <strong>en</strong> groei. Onbek<strong>en</strong>d is in welke mate vleeskalver<strong>en</strong> met<br />

praktijk Hb-gehaltes tuss<strong>en</strong> 4,5 <strong>en</strong> 6,8 mmol/L last hebb<strong>en</strong> <strong>van</strong> de bij andere diersoort<strong>en</strong> vastgestelde<br />

vermoeidheid <strong>en</strong> lusteloosheid waardoor de <strong>natuurlijk</strong>e aandrang tot exploratie <strong>en</strong> spel kan word<strong>en</strong> belem-<br />

merd. Uit onderzoek is overig<strong>en</strong>s ook geblek<strong>en</strong> dat er wel degelijk ijzerarme ruwvoeders bestaan (bij<strong>voor</strong>-<br />

beeld verse snijmais <strong>en</strong> stro) die tot e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke reductie <strong>van</strong> de incid<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> abnormaal oraal <strong>gedrag</strong><br />

kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>ste <strong>en</strong> marktconforme productkwaliteit.<br />

De soms gladde hout<strong>en</strong> roostervloer kan beperk<strong>en</strong>d zijn <strong>voor</strong> de motivatie tot <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> zoals r<strong>en</strong>n<strong>en</strong>,<br />

spel<strong>en</strong> e.d. Daarbij bied<strong>en</strong> hardhout<strong>en</strong> roosters kalver<strong>en</strong> weinig ligcomfort. Daar kalver<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> aparte mest-<br />

plaats k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, zoals bij<strong>voor</strong>beeld vark<strong>en</strong>s, is de uitvoering <strong>van</strong> de vloer bij gebrek aan aparte ligboxjes altijd<br />

e<strong>en</strong> compromis tuss<strong>en</strong> ligcomfort <strong>en</strong> hygiëne.<br />

In system<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> drinkautomaat kan het feit dat groep<strong>en</strong> <strong>van</strong> ca. 40 kalver<strong>en</strong> één drinkautomaat moet<strong>en</strong><br />

del<strong>en</strong> er wellicht toe leid<strong>en</strong> dat aan e<strong>en</strong> <strong>natuurlijk</strong>e behoefte aan <strong>gedrag</strong>ssynchroniteit niet, of onvoldo<strong>en</strong>de,<br />

kan word<strong>en</strong> voldaan. Zeker in de laatste fase <strong>van</strong> de mestperiode kan er sprake zijn <strong>van</strong> “filevorming” <strong>voor</strong> de<br />

drinkautomaat.<br />

Daar staat teg<strong>en</strong>over dat in e<strong>en</strong> conv<strong>en</strong>tioneel groepshuisvestingssyteem kalver<strong>en</strong> relatief grote hoeveelhe-<br />

d<strong>en</strong> kalvermelk in slechts twee of hoogst<strong>en</strong>s drie drinkbeurt<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>, terwijl kalver<strong>en</strong> onder<br />

<strong>natuurlijk</strong>e omstandighed<strong>en</strong> (<strong>en</strong> bij<strong>voor</strong>beeld ook kalver<strong>en</strong> <strong>van</strong> specifieke vleesrass<strong>en</strong> die zog<strong>en</strong> bij de koe)<br />

e<strong>en</strong> veel hogere frequ<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> (kortere) drinkbeurt<strong>en</strong> verdeeld over e<strong>en</strong> etmaal lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

rass<strong>en</strong> is sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke variatie in zuigbehoefte waardoor in <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> (bij<strong>voor</strong>-<br />

beeld Montbeliardes) spe<strong>en</strong>voedering noodzakelijk is <strong>en</strong> in de praktijk wordt gehanteerd.<br />

Het risico <strong>van</strong> e<strong>en</strong> tekort aan ruwvoer is bij rosékalver<strong>en</strong> feitelijk afwezig, aangezi<strong>en</strong> de dier<strong>en</strong> doorgaans<br />

onbeperkt toegang hebb<strong>en</strong> tot ruwvoer. Problem<strong>en</strong> met gladde roostervloer<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

betek<strong>en</strong>is kunn<strong>en</strong> zijn.<br />

52


5. MOGELIJKHEDEN TOT UITEN VAN NATUURLIJK GEDRAG DOOR VLEESKALVEREN<br />

Tabel 1. Punt<strong>en</strong> in het <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> <strong>van</strong> vleeskalver<strong>en</strong> per gangbaar houderijsysteem onder gebruikelijk<br />

managem<strong>en</strong>t waar<strong>voor</strong> verbetering <strong>van</strong> de situatie het meest belangrijk is (•).<br />

Opmerking: <strong>voor</strong> deze categorie system<strong>en</strong> zijn sommige <strong>natuurlijk</strong>e <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> niet <strong>van</strong> toepassing (nvt). De<br />

niet ingevulde vlakjes gev<strong>en</strong> aan dat deze <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd of beperkt<br />

uitvoerbaar zijn, maar ge<strong>en</strong> prioriteit hebb<strong>en</strong> om te verbeter<strong>en</strong>.<br />

Context/functie Gedragscategorie<br />

Onderhouds<strong>gedrag</strong><br />

Sociaal <strong>gedrag</strong><br />

Voortplantings<strong>gedrag</strong><br />

Gedragselem<strong>en</strong>t(<strong>en</strong>) op basis<br />

waar<strong>van</strong> de mate waarop<br />

<strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> kan word<strong>en</strong><br />

vertoond is/zijn gescoord.<br />

Blankvlees;<br />

5-12 dier<strong>en</strong>/hok<br />

Blankvlees;<br />

> 30 dier<strong>en</strong>/hok<br />

Rosé<br />

Graz<strong>en</strong><br />

Ruwvoer opnem<strong>en</strong> ● 1 ● 1<br />

Et<strong>en</strong><br />

Herkauw<strong>en</strong><br />

Drink<strong>en</strong> Onbeperkt water opnem<strong>en</strong><br />

Beweg<strong>en</strong> Onbelemmerde gang<strong>en</strong> ● 2<br />

● 2 ● 2<br />

Lichaamsverzor- Zichzelf kunn<strong>en</strong><br />

ging<br />

likk<strong>en</strong>/krabb<strong>en</strong><br />

Mest<strong>en</strong> <strong>en</strong> uriner<strong>en</strong> In <strong>natuurlijk</strong>e houding<br />

Onbelemmerd gaan ligg<strong>en</strong><br />

Rust<strong>en</strong> <strong>en</strong> slap<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaan staan/comfortabel<br />

ligg<strong>en</strong><br />

● 2 ● 2 ● 2<br />

Thermoregulatie Bij adequaat stalklimaat<br />

Competitie<br />

Voldo<strong>en</strong>de ruimte <strong>en</strong> grip<br />

<strong>voor</strong> adequaat <strong>gedrag</strong><br />

Versterking groepsbinding<br />

Vlucht<strong>en</strong>/schuil<strong>en</strong><br />

Elkaar likk<strong>en</strong><br />

(<strong>voor</strong> soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

)<br />

Wijk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> koppelg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

Communicatie<br />

Elkaar beruik<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> hor<strong>en</strong><br />

Synchronisatie Tegelijk et<strong>en</strong> <strong>en</strong> rust<strong>en</strong><br />

Seksueel <strong>gedrag</strong> Elkaar bespring<strong>en</strong><br />

Gedrag rond de<br />

geboorte<br />

Bonding ● 3 ● 3 ● 3<br />

53


Context/functie Gedragscategorie<br />

54<br />

Gedragselem<strong>en</strong>t(<strong>en</strong>) op basis<br />

waar<strong>van</strong> de mate waarop<br />

<strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> kan word<strong>en</strong><br />

vertoond is/zijn gescoord.<br />

Blankvlees;<br />

5-12 dier<strong>en</strong>/hok<br />

Blankvlees;<br />

> 30 dier<strong>en</strong>/hok <br />

Voortplantings<strong>gedrag</strong><br />

Moederzorg<strong>gedrag</strong> Zuig<strong>en</strong> <strong>en</strong> belikt word<strong>en</strong> ● 1 ● 1 ● 1<br />

Exploratie <strong>en</strong><br />

ler<strong>en</strong><br />

Ziektegerelateerd<br />

<strong>gedrag</strong><br />

Belangrijke verbeterpunt<strong>en</strong>:<br />

Verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>van</strong> Verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>natuurlijk</strong>e prik-<br />

nieuwe prikkels kels<br />

Spel<strong>en</strong><br />

Galopper<strong>en</strong> met staart in de<br />

lucht<br />

Afzonder<strong>en</strong><br />

Microklimaat aanpass<strong>en</strong><br />

Apart zett<strong>en</strong><br />

Rosé<br />

n.v.t n.v.t. n.v.t.<br />

1 In system<strong>en</strong> waarin weinig <strong>en</strong>/of vezelarm ruwvoer wordt verstrekt wordt de uitvoering <strong>van</strong> <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong><br />

<strong>van</strong> vleeskalver<strong>en</strong> belemmerd. Ruwvoer is <strong>voor</strong> herkauwers ess<strong>en</strong>tieel. Het onthoud<strong>en</strong> <strong>van</strong> voldo<strong>en</strong>de ruw-<br />

voer aan kalver<strong>en</strong> leidt tot afwijk<strong>en</strong>d <strong>gedrag</strong> <strong>en</strong> belemmert e<strong>en</strong> <strong>natuurlijk</strong>e ontwikkeling <strong>van</strong> het verterings-<br />

apparaat. Omdat kalver<strong>en</strong> niet door de koe word<strong>en</strong> gezoogd, wordt <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> dat kalver<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> natuur-<br />

lijke wijze melk opnem<strong>en</strong>.<br />

2 Groepshuisvesting is in de regel <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> volledig hardhout<strong>en</strong> roosters. E<strong>en</strong> dergelijke vloer biedt weinig<br />

ligcomfort <strong>en</strong> kan, afhankelijk <strong>van</strong> ondermeer de consist<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> de mest, vochtig <strong>en</strong> glad word<strong>en</strong> wat aan-<br />

leiding kan gev<strong>en</strong> tot glij- <strong>en</strong> valpartij<strong>en</strong>. Daarmee zoud<strong>en</strong> kalver<strong>en</strong> beperkt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in het uitvoer<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>natuurlijk</strong> spel<strong>gedrag</strong>. E<strong>en</strong> beperking die wordt versterkt door de beperkt beschikbare ruimte <strong>van</strong> 1.8<br />

m 2 /dier.<br />

3 Kalver<strong>en</strong> bind<strong>en</strong> zich direct na de geboorte aan hun moeder <strong>en</strong> word<strong>en</strong> door haar gedur<strong>en</strong>de 6-8 maand<strong>en</strong><br />

gezoogd, verzorgd <strong>en</strong> beschermd. Doordat kalver<strong>en</strong> <strong>van</strong> melkkoei<strong>en</strong> vrijwel altijd direct na de geboorte bij de<br />

koe <strong>van</strong>daan word<strong>en</strong> gehaald, ontstaat er e<strong>en</strong> groot contrast tuss<strong>en</strong> wat runder<strong>en</strong> <strong>van</strong> nature do<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat ze<br />

onder houderijcondities wordt toegestaan.


6. VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN RUNDEREN 6<br />

Tabel 1. Verbeteringsmogelijkhed<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> het <strong>natuurlijk</strong> <strong>gedrag</strong> bij runder<strong>en</strong><br />

Context/functie Gedragscategorie Weidegang <br />

Onderhouds<strong>gedrag</strong><br />

Sociaal <strong>gedrag</strong><br />

Voortplantings<strong>gedrag</strong><br />

Exploratie <strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />

Meer<br />

ruimte in<br />

de stal<br />

Betere beloopbaarheid<br />

vloer<br />

Stabiele<br />

groep<strong>en</strong><br />

Comfortabeleligplaats<strong>en</strong> <br />

Verbeteringstalklimaat/op<strong>en</strong><br />

stall<strong>en</strong><br />

Et<strong>en</strong> 1 1 1 1 1 1<br />

Drink<strong>en</strong> 1 1<br />

55<br />

Borstels<br />

Beweg<strong>en</strong> 1 1 1 1 1<br />

Lichaamsverzorging<br />

1 1 1 1 1<br />

Mest<strong>en</strong> <strong>en</strong> uriner<strong>en</strong><br />

1 1 1<br />

Rust<strong>en</strong> <strong>en</strong> slap<strong>en</strong> 1 1<br />

Thermoregulatie 1 1<br />

Agressie/competitie<br />

1 1 1 1<br />

Versterking<br />

groepsbinding<br />

1 1<br />

Vlucht<strong>en</strong>/schuil<strong>en</strong> 1 1 1<br />

Communicatie 1<br />

Synchronisatie 1 1<br />

Seksueel <strong>gedrag</strong><br />

Gedrag rond geboorte<br />

Moederzorg<br />

<strong>gedrag</strong><br />

1 1<br />

Verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

nieuwheid<br />

1<br />

Spel<strong>en</strong> 1 1 1<br />

6 De wet<strong>en</strong>schappelijke bijdrage is sam<strong>en</strong>gesteld door dr. ir. B. Beerda (Leerstoelgroep Ethologie & Welzijn, WUR),<br />

ir. C.G. <strong>van</strong> Re<strong>en</strong><strong>en</strong> (ASG-WUR) <strong>en</strong> dr. ing. H. Hopster (ASG-WUR).


Ziektegerelateerd<br />

<strong>gedrag</strong><br />

56<br />

Afzonder<strong>en</strong> 1 1<br />

Microklimaat<br />

aanpass<strong>en</strong><br />

1<br />

Totaal per verandering<br />

14 8 9 5 3 4 1<br />

Rangorde <strong>van</strong> verbetering<strong>en</strong><br />

A D B<br />

Context/functie Gedragscategorie<br />

Onderhouds<strong>gedrag</strong><br />

Sociaal <strong>gedrag</strong><br />

Voortplantings<strong>gedrag</strong><br />

Exploratie <strong>en</strong><br />

Kalf bij<br />

koe opfokk<strong>en</strong><br />

Per dier minimaal<br />

1 vreetplaats/lig-<br />

plaats <br />

Voorraadvoedering<br />

Stier in<br />

de koppel<br />

Schuil- <strong>en</strong><br />

schaduwplekk<strong>en</strong> <br />

Standweide<br />

Et<strong>en</strong> 1 1 1<br />

Drink<strong>en</strong> 1<br />

Beweg<strong>en</strong> 1<br />

Lichaamsverzorging 1<br />

Mest<strong>en</strong> <strong>en</strong> uriner<strong>en</strong><br />

Rust<strong>en</strong> <strong>en</strong> slap<strong>en</strong> 1 1<br />

Thermoregulatie 1<br />

Agressie/competitie 1 1 1 1 1<br />

Versterking groepsbinding<br />

1<br />

Vlucht<strong>en</strong>/schuil<strong>en</strong> 1 1<br />

Communicatie 1 1<br />

Synchronisatie 1 1 1<br />

Seksueel <strong>gedrag</strong> 1<br />

Gedrag rond geboorte 1<br />

Moederzorg <strong>gedrag</strong> 1<br />

Verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> nieuwheid 1<br />

ler<strong>en</strong> Spel<strong>en</strong> 1<br />

Afzonder<strong>en</strong> 1<br />

Ziektegerelateerd<br />

<strong>gedrag</strong><br />

Microklimaat aanpass<strong>en</strong><br />

Totaal per verandering 9 4 3 2 5 4<br />

Rangorde <strong>van</strong> verbetering<strong>en</strong><br />

C


Toelichting op verbeteringstabel runder<strong>en</strong>:<br />

In de tabel zijn alle <strong>natuurlijk</strong>e <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> <strong>van</strong> runder<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> zoals die eerder in dit rapport zijn<br />

beschrev<strong>en</strong>. Bij de beoordeling <strong>van</strong> de houderijsystem<strong>en</strong> zijn verbetering<strong>en</strong> <strong>voor</strong>gesteld. Hieronder volgt e<strong>en</strong><br />

toelichting op deze tabel, waarin staat aangegev<strong>en</strong> hoe deze tabel gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> geïnterpreteerd di<strong>en</strong>t te<br />

word<strong>en</strong>.<br />

Links staan alle <strong>gedrag</strong>scategorieën, gerubriceerd op dezelfde wijze zoals dat eerder in dit rapport is gedaan.<br />

Bov<strong>en</strong>aan staan <strong>voor</strong> verbetering<strong>en</strong> in de houderij aangegev<strong>en</strong> welke er toe bijdrag<strong>en</strong> dat het <strong>natuurlijk</strong><br />

<strong>gedrag</strong> meer <strong>en</strong> beter kan word<strong>en</strong> uitgevoerd. E<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld: e<strong>en</strong> betere beloopbaarheid <strong>van</strong> de vloer heeft<br />

e<strong>en</strong> positief effect op bepaalde elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> het sociaal <strong>gedrag</strong>, het onderhouds<strong>gedrag</strong> <strong>en</strong> het spel<strong>gedrag</strong><br />

Met e<strong>en</strong> 1 is aangegev<strong>en</strong> welke <strong>gedrag</strong>ing<strong>en</strong> beter kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd door de betreff<strong>en</strong>de<br />

verbetering. Indi<strong>en</strong> de correlatie negatief is, is dit aangegev<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> -1.<br />

Onderaan de tabel is het totaal aan verbeteringspunt<strong>en</strong> opgeteld <strong>en</strong> is op basis hier<strong>van</strong> e<strong>en</strong> rangorde<br />

opgesteld. Let wel: er is ge<strong>en</strong> wegingsfactor per categorie aangegev<strong>en</strong>, alle categorieën zijn op dezelfde<br />

wijze meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de totaalscore. Uiteraard zijn negatieve verbeterpunt<strong>en</strong> afgetrokk<strong>en</strong>.<br />

57


2. DE ONTWIKKELING VAN EEN WELZIJNSMETER VOOR VLEESKALVEREN<br />

Door de ASG wordt, deels in sam<strong>en</strong>werking met het Institut Supérieur d’Agriculture te Lille, e<strong>en</strong> project uitge-<br />

voerd met als doel e<strong>en</strong> welzijnsmeter <strong>voor</strong> vleeskalver<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

Het doel om e<strong>en</strong> welzijnsmeter (synoniem aan “welzijnsmonitor” of “monitoringsyteem”) <strong>voor</strong> vleeskalver<strong>en</strong> te<br />

ontwikkel<strong>en</strong> is dat gezocht wordt om op e<strong>en</strong> objectieve, wet<strong>en</strong>schappelijk verantwoorde, <strong>en</strong> praktisch haal-<br />

bare manier e<strong>en</strong> inschatting te mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> het welzijnsniveau <strong>van</strong> vleeskalver<strong>en</strong> op individuele bedrijv<strong>en</strong>. In<br />

het te ontwikkel<strong>en</strong> monitoringsyteem is e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale plaats weggelegd <strong>voor</strong> waarneming<strong>en</strong> aan het dier zèlf<br />

(in term<strong>en</strong> <strong>van</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld, <strong>gedrag</strong>, gezondheid, fysiologie e.d.), ook wel dierk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> of performance<br />

criteria g<strong>en</strong>oemd. Het plan <strong>van</strong> aanpak <strong>voor</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> e<strong>en</strong> welzijnsmonitor <strong>voor</strong> vleeskalver<strong>en</strong> sluit<br />

nauw aan bij de onderzoeksaanpak zoals die wordt gehanteerd binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot Europees project op het<br />

terrein <strong>van</strong> monitoring <strong>van</strong> welzijn <strong>van</strong> landbouwhuisdier<strong>en</strong>, getiteld: “Integration of animal welfare in the food<br />

quality chain: from public concern to improved welfare and transpar<strong>en</strong>t quality” (acronym WELFARE<br />

QUALITY), dat e<strong>en</strong> looptijd heeft tot medio 2009. Werkzaamhed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het onderzoek betreff<strong>en</strong>de de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> e<strong>en</strong> welzijnsmonitor <strong>voor</strong> vleeskalver<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgestemd met werkzaamhed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

WELFARE QUALITY.<br />

Het project moet er toe leid<strong>en</strong> dat er één systeem <strong>voor</strong> on-farm monitoring <strong>van</strong> welzijn <strong>van</strong> vleeskalver<strong>en</strong><br />

komt, dat in verschill<strong>en</strong>de houderijsystem<strong>en</strong> gebruikt kan word<strong>en</strong>. Het monitoringssysteem heeft t<strong>en</strong>minste<br />

twee belangrijke compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: (1) e<strong>en</strong> protocol <strong>voor</strong> het registrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzamel<strong>en</strong> <strong>van</strong> dier- <strong>en</strong> omgevings-<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> op bedrijv<strong>en</strong>. Daarin staat nauwkeurig beschrev<strong>en</strong> welke variabel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, op<br />

welke wijze dat gebeurt <strong>en</strong> hoe vaak; (2) e<strong>en</strong> methode <strong>voor</strong> kwantitatieve bewerking <strong>van</strong> de ruwe data tot<br />

<strong>voor</strong> diverse gebruikers rele<strong>van</strong>te gegev<strong>en</strong>s.<br />

Het beoogde systeem <strong>voor</strong> on-farm monitoring <strong>van</strong> welzijn <strong>van</strong> vleeskalver<strong>en</strong> heeft als belangrijkste oogmerk<br />

dat er systematisch diergegev<strong>en</strong>s (performance criteria) kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verzameld op het niveau <strong>van</strong> het<br />

individuele bedrijf, waarmee op e<strong>en</strong> objectieve manier kan word<strong>en</strong> vastgesteld of e<strong>en</strong> bepaald welzijnsniveau<br />

daadwerkelijk wordt gerealiseerd <strong>en</strong> in de tijd wordt gehandhaafd. Dergelijke gegev<strong>en</strong>s staan in de eerste<br />

plaats de kalverhouder zelf t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste als hulpmiddel bij het managem<strong>en</strong>t op het bedrijf. Individuele bedrijv<strong>en</strong><br />

krijg<strong>en</strong> zodo<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> “tool” <strong>voor</strong> verbetering aangereikt. Verder kunn<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> in<br />

58


kwaliteitsborgingssystem<strong>en</strong>, met name die waarbij dierlijk welzijn als kwaliteitsk<strong>en</strong>merk wordt b<strong>en</strong>adrukt, <strong>en</strong> in<br />

de communicatie naar andere partij<strong>en</strong> in de ket<strong>en</strong> zoals retail <strong>en</strong>, uiteindelijk, de consum<strong>en</strong>t.<br />

De toepassing <strong>van</strong> e<strong>en</strong> monitoringsysteem in de bestaande houderijpraktijk kan behulpzaam zijn bij het<br />

opspor<strong>en</strong> <strong>van</strong> zwakke punt<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedrijf of <strong>van</strong> probleembedrijv<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> integratie of sector <strong>en</strong><br />

bij het in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> tr<strong>en</strong>ds over de langere termijn. In e<strong>en</strong> proces <strong>van</strong> innovatie <strong>en</strong> ontwikkeling <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> houderijsysteem kunn<strong>en</strong> met behulp <strong>van</strong> de welzijnsmonitor punt<strong>en</strong> <strong>voor</strong> verbetering geïd<strong>en</strong>tificeerd<br />

word<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> claims over welzijn <strong>van</strong> vleeskalver<strong>en</strong> met objectieve gegev<strong>en</strong>s onderbouwd<br />

word<strong>en</strong>.<br />

Het project heeft e<strong>en</strong> looptijd <strong>van</strong> 4 jaar <strong>en</strong> loopt <strong>van</strong> begin 2005 t/m eind 2008.<br />

Voor advisering <strong>en</strong> sturing fungeert e<strong>en</strong> stuurgroep met deelname <strong>van</strong>/nam<strong>en</strong>s de financiers (Ministerie <strong>van</strong><br />

LNV; Productschapp<strong>en</strong> Vee, Vlees <strong>en</strong> Eier<strong>en</strong>; Productschap Diervoeder, waaronder LTO <strong>en</strong> de integraties)<br />

<strong>en</strong> de Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging tot Bescherming <strong>van</strong> Dier<strong>en</strong>.<br />

59


3. SAMENSTELLING VAN DE WERKGROEP “NATUURLIJK GEDRAG BIJ RUND-<br />

VEE”<br />

De werkgroep bestond uit:<br />

• dr. ing. H.Hopster (WUR-ASG)<br />

• B.<strong>van</strong> d<strong>en</strong> Berg (Dier<strong>en</strong>bescherming)<br />

• mw. drs. ing. J.Koss<strong>en</strong> (Ministerie <strong>van</strong> LNV)<br />

• mw. ing. M. <strong>van</strong> Spijk (LTO-rund)<br />

• ing. B. Loseman (LTO-kalf)<br />

• M. Marcus (Nederlandse Melkveehouders Vakbond)<br />

• ir. W. Koops (Productschap Zuivel)<br />

• ir. S.J. Beukema (<strong>voor</strong>zitter, Bureau <strong>van</strong> de <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Dier<strong>en</strong>aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>)<br />

60


4. OVERZICHT VAN PUBLICATIES<br />

Onderstaand overzicht betreft de publicaties <strong>van</strong> de <strong>Raad</strong> <strong>van</strong>af 2003. E<strong>en</strong> overzicht <strong>van</strong> eerdere door de<br />

<strong>Raad</strong> uitgebrachte adviez<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> opgevraagd bij het secretariaat <strong>van</strong> de <strong>Raad</strong> of is te vind<strong>en</strong> op<br />

www.raad<strong>voor</strong>dier<strong>en</strong>aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>.nl.<br />

PUBLICATIES IN 2006:<br />

RDA 2006/01 Gedeelde zorg – Actieplan (publicatie Forum Welzijn Gezelschapsdier<strong>en</strong>)<br />

RDA 2006/02 Gedeelde zorg – Feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> cijfers (publicatie Forum Welzijn Gezelschapsdier<strong>en</strong>)<br />

RDA 2006/03 Mogelijkhed<strong>en</strong> tot versoepeling <strong>van</strong> het verbod op het hergebruik <strong>van</strong> dierlijke eiwitt<strong>en</strong><br />

Jaarverslag 2005<br />

PUBLICATIES IN 2005:<br />

RDA 2005/01 De rol <strong>van</strong> wild bij de insleep <strong>en</strong> verspreiding <strong>van</strong> klassieke vark<strong>en</strong>spest <strong>en</strong> mond- <strong>en</strong><br />

klauwzeer in Nederland<br />

RDA 2005/02 Immunosterilisatie als e<strong>en</strong> alternatief <strong>voor</strong> de huidige wijze <strong>van</strong> castratie in de<br />

vark<strong>en</strong>shouderij<br />

RDA 2005/03 Maintaining or improving farm animal welfare in the light of increasing trade liberalisation<br />

and globalisation: a contradiction in terms?<br />

RDA 2005/04 Het houd<strong>en</strong> <strong>van</strong> pot<strong>en</strong>tieel gevaarlijke diersoort<strong>en</strong> als gezelschapsdier<br />

RDA 2005/05 Implicaties <strong>van</strong> de door EFSA geformuleerde opinie over het bedwelm<strong>en</strong> <strong>en</strong> dod<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

belangrijkste productiedier<strong>en</strong> <strong>voor</strong> richtlijn 93/119/EG <strong>en</strong> het Nederlandse standpunt t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze richtlijn.<br />

RDA 2005/06 I&R hobbydier<strong>en</strong>/definitie gezelschapsdier<strong>en</strong><br />

RDA 2005/07 De erk<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong>arts<br />

RDA 2005/08 Advies over de wintersterfte 2004-2005 <strong>van</strong> grote grazers in de Oostvaardersplass<strong>en</strong><br />

RDA 2005/09 Inv<strong>en</strong>tarisatie <strong>van</strong> de stand <strong>van</strong> zak<strong>en</strong> met betrekking tot ingrep<strong>en</strong> bij pluimvee<br />

Jaarverslag 2004<br />

61


PUBLICATIES IN 2004:<br />

RDA 2004/01 Dierziektebeleid met draagvlak – Advies over de bestrijding <strong>van</strong> zeer besmettelijke<br />

62<br />

dierziekt<strong>en</strong>; deel 2 – Onderbouwing <strong>van</strong> het advies<br />

RDA 2004/02 Herinrichting <strong>van</strong> het distributie- <strong>en</strong> kanalisatiesysteem <strong>van</strong> dierg<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong> in<br />

Nederland<br />

RDA 2004/03 Negatief- <strong>en</strong> positieflijst <strong>voor</strong> viss<strong>en</strong>, reptiel<strong>en</strong> <strong>en</strong> amfibieën ter invulling <strong>van</strong> artikel 33 <strong>van</strong><br />

RDA 2004/04 Bestialiteit<br />

de Gezondheids- <strong>en</strong> welzijnswet <strong>voor</strong> dier<strong>en</strong><br />

RDA 2004/05 Strategieën om te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> efficiëntere opsporing <strong>van</strong> besmettelijke, aangifteplichtige<br />

dierziekt<strong>en</strong><br />

RDA 2004/06 Verk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> de toekomstperspectiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> agroproductiepark<strong>en</strong> in Nederland<br />

Jaarverslag 2003<br />

PUBLICATIES IN 2003:<br />

RDA 2003/01 Advies omtr<strong>en</strong>t dierziekt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoönos<strong>en</strong>, waar<strong>voor</strong> hobbymatig gehoud<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> vatbaar<br />

zijn <strong>en</strong> als drager kunn<strong>en</strong> funger<strong>en</strong>, die e<strong>en</strong> bedreiging kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de<br />

gezondheid <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijfsmatig gehoud<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> die in het kader <strong>van</strong> grote<br />

bestrijdingscampagnes rele<strong>van</strong>t zijn<br />

RDA 2003/02 Wet- <strong>en</strong> regelgeving omtr<strong>en</strong>t hobbydier<strong>en</strong><br />

RDA 2003/03 Mogelijke dier<strong>en</strong>welzijnproblem<strong>en</strong> in de paard<strong>en</strong>houderij<br />

RDA 2003/04 Zorg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> je paard<br />

RDA 2003/05 Criteria <strong>voor</strong> dodingsmethod<strong>en</strong> <strong>voor</strong> paling <strong>en</strong> meerval<br />

RDA 2003/06 Het dod<strong>en</strong> <strong>van</strong> drachtige grote landbouwhuisdier<strong>en</strong><br />

RDA 2003/07 Negatief- <strong>en</strong> positieflijst <strong>voor</strong> zoogdier<strong>en</strong> <strong>en</strong> vogels ter invulling <strong>van</strong> artikel 33 <strong>van</strong> de<br />

Gezondheids- <strong>en</strong> welzijnswet <strong>voor</strong> dier<strong>en</strong><br />

RDA 2003/08 Dierziektebeleid met draagvlak – Advies over de bestrijding <strong>van</strong> zeer besmettelijke<br />

dierziekt<strong>en</strong>; deel 1 – Advies


Jaarverslag 2002<br />

63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!