Ankerplaats : voorlopige aanduiding - t Groot Gedelf
Ankerplaats : voorlopige aanduiding - t Groot Gedelf
Ankerplaats : voorlopige aanduiding - t Groot Gedelf
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
Aanduiding van ankerplaats 'Damse Vaart met omgevende polders,<br />
Fort van Beieren, en kreken van Lapscheure’<br />
Code : APW007<br />
1. Benaming van de ankerplaats + ligging<br />
‘Damse Vaart met omgevende polders, fort van Beieren en de kreken van Lapscheure’ te Damme,<br />
Brugge en Knokke-Heist, West-Vlaanderen<br />
Oppervlakte: 3385,24 ha<br />
2. Een aflijning van de ankerplaats op schaal 1/25.000 die de grenzen ervan<br />
aangeeft<br />
Kaart 1<br />
3. nummer ankerplaats uit landschapsatlas<br />
‘Damme en omgevende polders’ (Anker ID: A30018), ‘Fort van Beieren’ (Anker ID: A30064) en<br />
‘Kreken Lapscheure’ (Anker ID: A30005)<br />
4. Situering<br />
Situering in ruimere omgeving:<br />
De ankerplaats bevindt zich in de kustpolders ten noordoosten van Brugge en grenst aan de<br />
ankerplaats "Polders van Dudzele". De ankerplaats omvat een langgerekte zone, aan weerszijden van<br />
de Damse Vaart, tussen Brugge en Sluis .<br />
Het gebied ligt in het noordoosten van de provincie West-Vlaanderen en grenst aan Nederland. Deze<br />
ankerplaats ligt voor het overgrote deel in de gemeente Damme; het meest noordelijke stukje behoort<br />
tot de gemeente Knokke-Heist en het zuidelijk stuk rond het fort van Beieren ligt op grondgebied van<br />
Brugge.<br />
Het afgebakende gebied omvat de stad Damme en de dorpskernen van Oostkerke, Hoeke en<br />
Lapscheure.<br />
De ankerplaats omvat het typische landschap van de Zwinpolders, gekenmerkt door vlakke open tot<br />
halfopen agrarische gebieden doorsneden door dijken en kanalen, die in vele gevallen geaccentueerd<br />
worden door bomenrijen.<br />
Aanpassingen afbakening<br />
Deze ankerplaats is eigenlijk een cluster van oorspronkelijk drie ankerplaatsen uit de landschapsatlas<br />
(versie 2001). Ze zijn samengevoegd tot één omdat ze langs de Damse Vaart liggen én langs de<br />
voormalige Zwingeul die Brugge een verbinding gaf met de Noordzee. Het Schipdonk- en<br />
Leopoldkanaal zijn veel later aangelegd en vormen sterk beeldbepalende landschapselementen, maar<br />
het landschap ten noorden en ten zuiden ervan verschilt niet wezenlijk door deze kanalen.<br />
Volgende aanpassingen aan de begrenzing van de ankerplaats worden voorgesteld (motivatie in<br />
hoofdstuk 8):<br />
Uitbreiding<br />
Stad Damme<br />
Kanaal “De Lieve” - Konduitput<br />
Hoeve tussen Oostkerke en Leopoldkanaal<br />
Dorp Oostkerke<br />
Hoeve "Bernaertsbilk" in Namenpolder<br />
1<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
Spermaliepolder<br />
Percelen tussen Zuidervaartje en Damse Vaart<br />
Percelen ten westen van het fort van Beieren (langs de Gemeneweidestraat, Brugge), ten<br />
noordwesten ervan (Fortstraat, Brugge) en ten oosten van de Damse Vaart tot aan de<br />
Polderstraat (Brugge)<br />
Volledige opname van stroomgebied van Rietgeule en Zevengemeten tot aan de Sintpietersdijk<br />
(OLV-polder, Hoge Hem en zone tussen Vredestraat-Dasseweg en Molentje)<br />
Opname van gebied “Stampershoek –Zuiddijk - Zuid-over-de-Lievegeleed” ten oosten van<br />
stad Damme<br />
Inkrimping:<br />
Akkerpercelen ten zuiden van hoeve Bonem<br />
Akkerbouwgebied ten oosten van Lapscheure<br />
‘Polderhoeve’<br />
Andere types van beschermingen en statuten (Kaart 3)<br />
Als landschap werden beschermd:<br />
- De Sint-Christoffelhoeve en haar omgeving (KB 29/05/1964; gemeente Damme,<br />
deelgemeente Damme);<br />
- Krekengebied (MB 01/08/1988; gemeente Damme, deelgemeente Lapscheure);<br />
- De omgeving van de 'Blauwe Sluis' en kreek (KB 05/02/1976, gemeente Damme,<br />
deelgemeente Lapscheure)<br />
- Cantelmolinie (MB 18/11/1991; gemeente Knokke-Heist, deelgemeente Westkapelle);<br />
- Fort van Beieren (KB 06/07/1976, stad Brugge, deelgemeente Koolkerke).<br />
Als stadsgezicht werden beschermd:<br />
- Damme centrum (MB 13/10/1986, gewijzigd MB 30/03/1987; gemeente Damme,<br />
deelgemeente Damme);<br />
Als dorpsgezicht werden beschermd:<br />
- Windmolen hoeke en onmiddellijke omgeving (KB 16/11/1981, gemeente Damme,<br />
deelgemeente Hoeke-Lapscheure).<br />
Als monument werden beschermd:<br />
- Hoeve, Damse Vaart West 5 (MB 13/10/1986; gewijzigd MB 30/03/1987, gemeente Damme,<br />
deelgemeente Damme);<br />
- Huis Sint-Jan, museum van Maerlant, Jacob Van Maerlantstraat 13 (KB 18/06/1946,<br />
gemeente Damme, deelgemeente Damme)<br />
- Kazemat van de Lieve (MB 17/10/1997, gemeente Damme, deelgemeente Damme);<br />
- Sint-Janshospitaal, Kerkstraat (KB 19/04/1937, gemeente Damme, deelgemeente Damme);<br />
- De Grote Sterre, Kerkstraat 20-22 (KB 29/05/1964, gemeente Damme, deelgemeente<br />
Damme);<br />
- De Waterpomp, Kerkstraat 38 (MB 13/10/1986, gewijzigd MB 30/03/1987, gemeente Damme,<br />
deelgemeente Damme);<br />
- Hoeve met inbegrip van de 3 linden, Kerkstraat 48 (MB 13/10/1986, geweizigd 30/03/1987,<br />
gemeente Damme, deelgemeente Damme);<br />
- Stadhuis, Markt (KB 25/03/1938, gemeente Damme, deelgemeente Damme);<br />
- Witte Molen of Scellemolen, Noortvaartdijk (RB 20/07/1946, gemeente Damme,<br />
deelgemeente Damme);<br />
- Sint-Christoffelhoeve, Noordvaartdijk 1 (KB 21/09/1962, gemeente Damme, deelgemeente<br />
Damme);<br />
- OLV-Kerk (KB 25/03/1938, gemeente Damme, deelgemeente Damme);<br />
- De hoeve, Sint-Janstraat 1 (MB 13/10/1986, gewijzigd MB 30/03/1987, gemeente Damme,<br />
deelgemeente Damme);<br />
- Sluis van de Lieve, (MB 17/10/1997, gemeente Damme, deelgemeente Damme);<br />
- Sluis van het Zwin, (MB 17/10/1997, gemeente Damme, deelgemeente Damme);<br />
- Stenen windmolen en omgeving (KB 16/11/1981, gemeente Damme, deelgemeente Hoeke),<br />
2<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
- Sint-Jacobskerk, Sint Jacobsstraat (KB 25/03/1938, gemeente Damme, deelgemeente<br />
Hoeke),<br />
- Parochiekerk H. Drievuldigheid en H. Christianus, Lapscheurestraat 29 (MB 17/06/1992,<br />
gemeente Damme, deelgemeente Lapscheure),<br />
- Blauwe Sluis met omgeving en kreek, Zeedijk (KB 05/02/1976, gemeente Damme,<br />
deelgemeente Lapscheure),<br />
- Dorpsmolen of Molen van Thooft, Eienbroekstraat 3 (KB 29/05/1964, gemeente Damme,<br />
deelgemeente Oostkerke);<br />
- Toren van de Sint-Kwintenskerk, Sint-Kwintensstraat (KB 19/04/1937, gemeente Damme,<br />
deelgemeente Oostkerke);<br />
Herbevestigd agrarisch gebied:<br />
- “Deel polder van Lapscheure – Hoeke” herbevestigd als agrarisch gebied bij beslissing van de<br />
Vlaamse Regering van 31 maart 2006<br />
VEN/IVON (Vlaams Ecologisch Netwerk / Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk):<br />
- GEN 115: De Damse Polders<br />
- GEN 116: het krekengebied van Lapscheure en Hoeke<br />
Speciale BeschermingsZones (SBZ, Europees):<br />
- Vogelrichtlijngebied ‘Poldercomplex (BE2500932): ca. 80% van de ankerplaats<br />
- Habitatrichtlijngebied ‘Polders’ (BE2500002): zone ten zuidoosten van Damme (tussen<br />
Damme en Hoeve Bonem), 2 kleine zones aan de kreken nabij Lapscheure en een zone aan<br />
de Hoekevaart opwaarts van de Zwarte Sluis<br />
Het erkend natuurreservaat ‘De Stadswallen van Damme’ wordt beheerd door Natuurpunt vzw.<br />
Op het gewestplan (Brugge-Oostkust) komen volgende bestemmingen voor:<br />
- Landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het overgrote deel van de ankerplaats;<br />
- Agrarisch gebied: Een kleinere zone, ten noorden van Damme, aansluitend bij het<br />
Schipdonkkanaal;<br />
- Natuurgebied: Damse vaart, ruime zone rond Damme, zone nabij Zwarte Sluis.<br />
- Reservaatsgebied: kleine verspreide zones aan Hoekevaart (Zwarte Sluis), kreken<br />
Lapscheure, Hoeke;<br />
- Parkgebied: omgeving van Fort van Beieren te Brugge;<br />
- Ontginningsgebieden: nabij Fort Sint-Donaas en aan de steenbakkerij van Hoeke;<br />
- Gebieden voor verblijfsrecreatie: camping van Hoeke;<br />
- Woongebieden met cultureel, historische en/of esthetische waarde: Damme;<br />
- Woongebieden met landelijk karakter: de dorpen Hoeke, Lapscheure, Oostkerke en de<br />
lintbebouwing ten oosten van Damme;<br />
- Woongebied langs de Gemeneweidestraat te Brugge;<br />
- Bestaande waterwegen: Schipdonkkanaal – Leopoldkanaal;<br />
- Reservatiestrook ‘aan te leggen waterweg’ langs het Schipdonkkanaal<br />
In de ankerplaats zijn er geen goedgekeurde gewestelijke, provinciale of gemeentelijke ruimtelijke<br />
uitvoeringsplannen.<br />
5. Omschrijving<br />
Landschapshistoriek<br />
De laatste ijstijd eindige zo’n 11.000 jaar geleden. De laatste fase van deze ijstijd, het Weichseliaan,<br />
werd gekenmerkt door een extreem koud klimaat. Doordat enorme hoeveelheden water in de<br />
ijskappen gevangen zaten, werd deze periode gekenmerkt door een grote droogte. De zeespiegel was<br />
dermate gedaald dat delen van het Kanaal en de Noordzee herschapen waren in een grote<br />
zandvlakte.<br />
Het einde van de ijstijd betekende een geleidelijke opwarming van onze streken en luidde een nieuw<br />
geologisch tijdperk in dat tot vandaag de dag duurt, het Holoceen. Algemeen deed er zich een<br />
3<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
zeespiegelstijging voor die belangrijke veranderingen (geleidelijke vernatting) teweeg bracht in de<br />
kustgebieden.<br />
Onder invloed van die zeespiegelstijging evolueerde de natte en laaggelegen (zandige) kustvlakte tot<br />
een dicht moerasbos, dat geleidelijk aan veranderde in een veenmoeras. Dit resulteerde na verloop<br />
van tijd in een vaak metersdik en donker veenpakket in de bodem, een opeenstapeling van nietafgebroken<br />
plantenmateriaal.<br />
De mariene invloed reikte aanvankelijk nog niet tot de huidige kustpolders, omdat de kustlijn zich nog<br />
te ver van de huidige bevond. De zeespiegel bleef echter voortdurend en geleidelijk aan stijgen,<br />
waardoor de druk op het binnenland toenam. In de loop van het laatste millennium vóór Christus<br />
drong de zee via getijdengeulen binnen in het veenmoeras. Dit veroorzaakte een domino-effect aan<br />
gevolgen. Zo kwam de veengroei abrupt ten einde door het plotse binnendringen van zout water en<br />
hadden de getijdengeulen een drainerend effect, wat een inklinking van het veenmoeras<br />
veroorzaakte. Hierdoor kon de zee nog meer binnendringen in het verlaagde binnenland, met meer en<br />
breder vertakte getijdegeulen. Na enkele eeuwen was de kustvlakte veranderd in een instabiel<br />
slikken- en schorrenlandschap, waarvan grote delen periodiek onder water kwamen te staan.<br />
Toch was dit landschap minder ontoegankelijk dan lange tijd werd aangenomen. In navolging van<br />
archeologische waarnemingen in onze buurlanden werden de afgelopen jaren ook in Vlaanderen op<br />
verschillende plaatsen sporen aangesneden die dateren uit de IJzertijd en de Romeinse tijd. Hieruit<br />
blijkt dat de mens deze kustvlakte bewoonde en economisch exploiteerde (ontginning van veen, zout,<br />
graasweide en verbinding met zee) en dat ze toen reeds dijken bouwden om hun woonsten te<br />
verdedigen tegen overstroming. In Oostkerke bvb. werden op verschillende plaatsen Romeinse<br />
sporen aangetroffen bij archeologische prospectie.<br />
In de laat-Romeinse tijd (4 de /5 de eeuw) lijkt de mariene invloed dermate te zijn toegenomen dat de<br />
kustvlakte zo goed als ontoegankelijk werd voor structurele bewoning. Sommige vorsers menen dat er<br />
een verband is tussen deze toename van de getijdenwerking en een intensieve Romeinse<br />
veenexploitatie, die de verlaging van het landschap in de hand werkte, maar hierover zijn nog weinig<br />
data voorhanden.<br />
Door de getijdenwerking werd niet alleen periodiek zout water aangevoerd, maar eveneens grote<br />
hoeveelheden kleiige en zandige sedimenten. Hierdoor werden de veenlagen en oude bewoningssites<br />
bedekt met een pakket van enkele meters dik. Dit impliceerde echter ook dat het schorrengebied<br />
geleidelijk aan voldoende hoog opslibde en toegankelijk werd. Zo blijkt uit archeologische opgravingen<br />
dat grote delen van de kustvlakte reeds vanaf de 8 e eeuw bewoond waren en dat tal van grote<br />
getijdengeulen op dat moment reeds zo goed als volledig dichtgeslibd waren. De middeleeuwse<br />
ontginning van de kustvlakte ging dan ook aanvankelijk niet gepaard met actieve inpoldering, maar<br />
wel met het in gebruik nemen van natuurlijk opgeslibd gebied. Wel werden her en der kleine en veelal<br />
defensieve dijkjes opgeworpen, die de woonst moesten vrijwaren van watersnood. Andere woningen<br />
of boerderijen werden op lichte verhevenheden opgeworpen. Zowel in Oostkerke als Lapscheure zijn<br />
tientallen archeologische sites gekend waar zich vanaf de 10 de eeuw bewoning ontwikkelde, veelal<br />
onder de vorm van geïsoleerde boerderijen of kleine gehuchtjes, die in sommige gevallen uitgroeiden<br />
tot dorpskernen (Oostkerke, de oude kern van Lapscheure).<br />
De kustvlakte was in de Middeleeuwen echter nog niet volledig afgesloten van de zee. Een aantal<br />
getijdengeulen bleven tot ver in de Middeleeuwen actief en onderhevig aan getijdenwerking, zoals de<br />
grote zeeboezem tussen Knokke en Cadzand (Sincfal of Zwin) met geulen en tussenliggende<br />
eilandjes. Men kan aannemen dat de mens deze geulen moedwillig in stand hield, in functie van o.m.<br />
de afvoer van water en vaargeul naar zee . Dit bleek evenwel niet steeds even veilig. Zo kende de<br />
Sincfal in de 11 de en 12 de eeuw een reeks serieuze stormvloeden die resulteerden in ernstige<br />
overstromingen en een grote uitbreiding van de geul tot nabij Damme, die later “Zwin” genoemd werd.<br />
Deze landwaartse uitbreiding van de geul maakte echter het ontstaan en de ontwikkeling van<br />
handelsplaatsen als Damme en Monnikerede mogelijk.<br />
Damme ontstond in de tweede helft van de 12 de eeuw, aan de dam die het “Zwin” begrensde. De geul<br />
waarin het “Zwin” aangelegd werd, is ontstaan door enkele stormvloeden uit de 12 e eeuw die ook<br />
overstromingen in de nabije polders veroorzaakt hebben.<br />
Bodemkundig en archivalisch onderzoek tonen aan dat de ligging van de afsluitdijk van het “Zwin”<br />
samenvalt met het tracé van de huidige Kerkstraat. In de dam werd een grote zeesluis of spui<br />
4<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
gebouwd, de "Speie", die vanuit het Zwin toegang geeft tot de Reie (verbinding tussen Damme en<br />
Brugge) en de aanlegkade.<br />
Zo ontstaat Damme op de samenkomst van de Reie en het Zwin als voorhaven van Brugge. Damme<br />
ontwikkelt zich zeer snel tot de belangrijkste havenstad van het graafschap Vlaanderen en als<br />
belangrijk centrum van handel en nijverheid.<br />
Om het overstromingsgevaar te beperken werden er vanaf de 12 e eeuw heel wat dijken opgeworpen<br />
of verstevigd. We onderscheiden twee grote types: defensieve dijken die het land moesten<br />
beschermen tegen overstromingen en moest vermijden dat er nog zout/zilt water binnenstroomde, én<br />
offensieve dijken waarbij een deel ingepolderd werd dat tevoren regelmatig onder water kwam<br />
ingevolge getijdenwerking in de geulen.<br />
Om de noordelijk gelegen gronden tussen Damme, Oostkerke en Hoeke te beschermen tegen de zee<br />
werden langs de Zwingeul verschillende grote dijken opgeworpen, zoals de Krinkeldijk en<br />
Romboutswervedijk. De Krinkeldijk vormt met het eindpunt van de Bloedlozedijk een scherpe hoek,<br />
wat de plaatsnaam Hoeke verklaart.<br />
Ook de polders ten zuiden van Damme dienden beveiligd te worden tegen het overstromingsgevaar.<br />
De Branddijk (huidige straatnamen: BonemstraatBranddijk – Masschersheule-Damweg) werd<br />
vermoedelijk in het laatste kwart van de 12 e eeuw aangelegd als defensieve dijk zodat het gebied ten<br />
zuiden ervan geen invloed meer ondervond van de getijdenwerking vanuit de zwingeul en beveiligd<br />
werd tegen overstromingen. Gedurende de 13 e eeuw werden dan de Zuiddijk aangelegd en nog later<br />
de Oude Sluissedijk die beschouwd wordt als een offensieve dijk (actieve inpoldering). De dijken<br />
vormden vaak de grenzen van wateringen (voorlopers van huidige polderbesturen): ten noorden van<br />
de Zuiddijk de Wateringe “Stampershoek, ten zuiden de watering “Noord-over-de-Lieve”.<br />
De straat “hulsterlo” staat haaks op voorgaande dijken en is eigenlijk een oudere landschapsstructuur;<br />
hij zou teruggaan op één van de oudst schaapswegen/driftwegen, genaamd van de polders (eerste<br />
vermelding 1268) waarlangs het vee vanuit het binnenland (zandstreek) naar de polders gedreven<br />
werd en die ook dienst deden als eerste ontginningswegen voor de ingebruikname van de polders, op<br />
initiatief van Gentse Sint-Pietersabdij. Ter hoogte van de Antwerpse heerweg (deelgemeente Sijsele,<br />
Damme) startte hij en liep door tot in Oostkerke, onder de naam “Spegelsweg”.<br />
Het gebied van de Branddijk-Zuiddijk-Oude SLuissedijk wordt ook gekenmerkt door typische<br />
langgerekte percelering, dwars op de dijk parallel met de straat Hulsterlo, diverse hoeves die langs de<br />
Zuiddijk ingeplant zijn en die teruggaan op oude sites die herkenbaar zijn op oude kaartdocumenten<br />
(o.a. Pourbuskaart). Het getuigt in ieder geval van een vrij systematishe ontginning van het gebied,<br />
wellicht ook op initiatief van de Sint-Pietersabdij.<br />
Het kanaal van het Oude Zwin, aan de westelijke grens van de ankerplaats (huidige ligging<br />
Koolkerksesteenweg), werd in de 12 de eeuw gegraven om Brugge met de zee te verbinden. Hierdoor<br />
werd Brugge over Koolkerke en Oostkerke verbonden wordt met de sluis "ter Monnikerede", gelegen<br />
nabij het gelijknamige stadje.<br />
Vanaf 1251 start de stad Gent met de aanleg van de z.g. "Ghendtsche Leye" of de Lieve, waardoor<br />
een betere en efficiëntere verbinding met de zee kan worden gerealiseerd. Gent kende immers een<br />
enorme opgang als handels- en nijverheidsstad, maar ontbrak een goede verbinding naar zee (zonder<br />
veel tolrechten).<br />
Het oorspronkelijk goedgekeurde tracé uit 1251 (door gravin Margaretha van Constantinopel) loopt<br />
vanaf Gent naar Aardenburg en dan in de uitgediepte loop van de Ede naar Sluis. In 1262 – tijdens de<br />
aanleg van de Lieve - werd er beslist om (ook) een verbinding te maken met het Zwin, over<br />
Moerkerke. Gedurende de middeleeuwen mondde de Lieve ten noorden van de stad Damme uit in het<br />
Zwin via een sluis met twee spuien: de “Noordsche Speye” (die uitgaf op Zwin zelf) en de “Gentsche<br />
Speye” iets stroomopwaarts ervan. Het tussenliggende stukje werd de “gentsche zoute” genoemd.<br />
Damme wordt dus, naast voorhaven van Brugge, tevens voorhaven van Gent en kreeg door het<br />
Lievekanaal ook een goede verbinding voor binnenschepen naar de Schelde en de Leie.<br />
Pas in de 17 e eeuw wanneer de vestingswallen rond Damme aangelegd worden, wordt de Lieve<br />
binnen de stadswallen geleid tussen twee hoge muren. In die periode wordt ook het kanaal Gent-<br />
Brugge gegraven en verliest de Lieve haar economische waarde als verbinding van Gent naar zee.<br />
Door de verzanding van het zwin was dit trouwens ook al op zijn terugweg.<br />
5<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
Vanaf 1660 werd ze rond de stad geleid in de buitenste gracht en werden de hoge muren van de<br />
vroegere doorgang gebruikt als grondvesten voor een kazemat op de stadswallen (zgn. kazemat van<br />
de Lieve).<br />
.<br />
De aanleg van de Lieve zorgde wel voor een groot probleem voor afwatering van de polders omdat ze<br />
alle polderwaterlopen dwars doorsneed en dus de afvoer van water (afkomstig uit polders en<br />
binnenland) naar zee verhinderde; bovendien was er vastgelegd dat lozing van die waterlopen in de<br />
Lieve niet toegelaten was om het waterpeil te beheersen voor de scheepvaart. Pas in de 14 e eeuw<br />
werd er een akkoord bereikt om het water van waterlopen ten zuiden van de Lieve via een duiker<br />
eronder te leiden.<br />
In de Konduitput of ‘Conduutput’, gelegen naast de brug over het Zuidover-de-Lievegeleed, werd<br />
daarom het water verzameld van de polders ten zuiden van de Gentse Lieve en de beken uit het<br />
binnenland, en vervolgens onder het Lievekanaal geleid. Dit gebeurde met een zuiger die onder de<br />
Lieve doorliep. Toen de Lieve omstreeks 1872 opgevuld werd, werd het zuigersysteem uitgebroken. In<br />
die optiek vormde de Konduitput dus een zeer belangrijk punt voor de waterbeheersing van de polders<br />
tussen Damme en Brugge, waar het water verzameld werd en via het Zuid-over-de-Leivegeleed naar<br />
zee kon afgevoerd worden.<br />
Van het einde van de 12de eeuw tot begin 14 eeuw werd het gebied ten zuiden van de Krinkeldijk-<br />
Romboutswervedijk (ten oosten van Damme) gradueel ingepolderd (‘Nieuwland’). Vanuit de perifere<br />
zones schoof men steeds verder op naar de Zwingeul toe, waardoor de Zwingeul steeds smaller werd.<br />
In tegenstelling tot de meer defensieve -zeewerende- functie in de vorige eeuw, worden grote polders<br />
ingedijkt met het oog op landwinning. Bij verkaveling en ontginning van de gronden worden vele<br />
(doorgaans omwalde) hoeven gebouwd en nieuwe leengoederen gesticht, o.m. het "Hof Bonem".<br />
De verzanding van de Zwingeul was een serieuze tegenvaller voor de economische activiteit in<br />
Damme, gezien de cruciale rol van de Zwingeul voor de scheepvaart. Bovendien ontstonden er<br />
geleidelijk andere stadjes stroomafwaarts langs de oevers van het Zwin, o.m. Hoeke (ca. 1250),<br />
Monnikerede (ca. 1280) en Sluis. Vanaf de 14de tot de 16de eeuw kent Damme een sterke<br />
achteruitgang en teloorgang als zeehaven. Het stadsplan van Jacob van Deventer (1550-1565) toont<br />
een vervallen stad binnen de middeleeuwse omwalling; veel ruimte binnen de vestingen is niet meer<br />
bewoond. Het eertijds welvarende stadje Monnikerede wordt in de loop van de 16e eeuw verlaten en<br />
is vandaag niet meer herkenbaar en quasi volledig verdwenen; enkel archeologische restanten blijven<br />
over.<br />
Vanaf het midden van de 16de eeuw hoopt Brugge opnieuw de verzandingproblemen op te lossen<br />
met het delven van een nieuw kanaal tussen Damme en Sluis in de periode 1548-1564, m.n. de<br />
"Verse Vaart" of "Soete Vaart" ten westen van het Zwin. Wegens de enorme verzanding en de té grote<br />
lasten op de voorbijgaande schepen, besluit Brugge reeds in 1564-1566 de nieuwe Verse Vaart af te<br />
dammen bij "Bekaf" (cf. Oostkerke, Bekofstraat). Men graaft het Oude Zwin weer uit, vanwaar een<br />
gekanaliseerd Leugenzwin terug aansluiting geeft op de Verse Vaart te Monnikerede, die richting<br />
Damme wordt afgesloten (z.g. "Verloren Einde"; zie o.a. Ferrariskaart). Daardoor heeft Damme geen<br />
rechtstreekse verbinding meer met de zee of men moet langs Brugge om varen.<br />
De verbinding van Brugge met Sluis, via Verse Vaart en Oude Zwin, is duidelijk af te lezen uit de kaart<br />
van Pieter Pourbus (1561-1571). Deze kaart toont ook heel wat oude hoeves, windmolens en dijken.<br />
De Tachtigjarige oorlog, die in 1568 uitbrak tussen de Noordelijke Nederlanden en Spanje, heeft een<br />
grote invloed gehad op het Zwinlandschap. De Zwinstreek vormde de grensregio waarin tal van<br />
oorlogen/grensconflicten plaatshadden. Daarbij werden vaak zones om strategische redenen onder<br />
water gezet. De Noord-Nederlandse troepen steken in Sluis enkele dijken door en het instromende<br />
zeewater schuurt een diepe kreek uit die nu nog gekend is als het Lapscheurse Gat. Oud Lapscheure<br />
– dat kan gelokaliseerd worden ter hoogte van de oostelijke grens van de Zeedijk (aan<br />
Spermaliepolder) - werd bij deze overstromingen volledig van de kaart geveegd. Enkel de (deels<br />
opgegraven) ruïnes van de Romaanse kerk zijn op vandaag te herkennen. Men veronderstelt dat de<br />
archeologische resten van het dorp rond de kerk te vinden zijn.<br />
Lapscheure werd nadien opnieuw gesticht, ongeveer 2 km verder naar het zuidwesten. Een groot<br />
gebied werd in de 17 e - 18 e eeuw opnieuw ingepolderd. De Zeedijk en Groenendijk zijn<br />
inpolderingsdijken uit deze periode en hebben een zeer rechtlijnig tracé. De Sint-Pietersdijk<br />
6<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
daarentegen werd aangelegd in de middeleeuwen en heeft een veel minder rechtlijnig patroon, waarin<br />
af en toe bochten en kronkels zitten; hij is in ieder geval herkenbaar op de Pourbuskaart die de<br />
toestand toont in de 16 e eeuw.<br />
De Spanjaarden legden versterkingen aan vanaf het fort Sint-Pol (huidige Zoutelaan te Knokke) tot<br />
aan het fort Sint-Donaas (nabij huidige Damse vaart). De verbinding werd gevormd door de linie van<br />
Cantelmo. In 1616-1620 werd Damme omgebouwd tot garnizoenstad en omgeven door een<br />
stervormige vesting. Damme wordt een stevig bolwerk met een permanente bezetting van wisselende<br />
nationaliteiten. Het gebouwenbestand van de stad neemt sterk af in deze periode en er is geen<br />
activiteit meer te zien aan de havenkom. Damme bleef van militaire betekenis tot omstreeks 1760.<br />
Ook na het einde van de Tachtigjarige Oorlog (1648) gaat de Zwinstreek nog tientallen jaren gebukt<br />
onder de last van oorlogen, o.m. tijdens de bezetting door de Hollanders in 1663. De handel en<br />
scheepvaart gaan bijna helemaal teniet.<br />
Tijdens de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) wordt Damme nog verder versterkt. De stadswallen<br />
worden uitgebreid met een hoornwerk in de richting van de grens met de Noordelijke Nederlanden<br />
(Sluis). Enkele vooruitgeschoven forten worden gebouwd waaronder het "Verbrande Fort" aan de<br />
kruising van de Romboutswervedijk met de Versevaartdijk (cf. Oostkerke) en het "Fort van Damme"<br />
op de linkeroever van de Reie op 1,3 km vóór de stad. In dezelfde periode wordt ook het fort van<br />
Beieren aangelegd voor de verdediging van de stad Brugge.<br />
De Ferrariskaart toont ons een beeld van het landschap omstreeks 1770-1778. De toenmalige<br />
landschapsstructuren en -patronen vertonen opvallend sterke gelijkenissen met de huidige, zowel<br />
voor wat betreft bodemgebruik, ligging van dijken en waterlopen als nederzettingspatroon. Vooral<br />
inzake het bodemgebruik zijn de wijzigingen beperkt in vergelijking met vele andere Vlaamse regio’s:<br />
de ligging van akkers (drogere kreekruggen) en grasland (nattere gronden) sluit vandaag opvallend<br />
sterk aan bij het patroon van eind 18 de eeuw.<br />
De Ferrariskaart geeft aan dat er destijds wel meer boomgaarden (nabij de dorpen) en bomenrijen<br />
waren. Het landschap was destijds meer gesloten, ook al waren de grote kanalen met beeldbepalende<br />
bomenrijen langs de bermen er nog niet. Perceelsrandbegroeiingen bestonden ten tijde van Ferraris<br />
vermoedelijk wel meer uit lagere beplantingen zoals hagen, houtkanten en knotbomenrijen.<br />
De forten en redoutes van de Spaanse successieoorlogen zijn op deze kaart duidelijk weergegeven,<br />
hetgeen zeer waardevolle informatie oplevert aangezien deze militaire bouwwerken nadien sterk<br />
vervaagden.<br />
Tussen 1810 en 1824 werd een kanaal uitgraven om Noord-Frankrijk via Brugge te verbinden met<br />
Sluis en de Westerschelde. Dit kanaal kennen we onder de naam van Napoleonkanaal of Damse<br />
vaart. Bij het graven trachtte men zoveel mogelijk bestaande waterwegen te integreren. Tussen<br />
Damme en Sluis was dit de oude bedding van het Zwin. Het werd dwars door Damme getrokken,<br />
waardoor een marktplein en veel huizen verloren gingen.<br />
Het Leopoldkanaal werd tussen 1843 en 1854 gegraven in functie van de afwatering van<br />
poldergebieden. Bij de Belgische onafhankelijkheid kwam de bestaande afwatering van een groot deel<br />
van de polders immers in het gedrang, omdat de Nederlanders de beken die naar zeeuws-Vlaanderen<br />
afwaterden, afsloten (bijvoorbeeld: Lievegeleed waarop Blauwe Sluis staat).<br />
Het Schipdonkkanaal of het afleidingskanaal van de Leie werd gegraven tussen 1846 en 1860.,<br />
tussen de Leie in Deinze en Heist aan zee, waar het in de Noordzee uitmondt. Het kanaal moest het<br />
slechtriekende water van de Leie uit Gent wegleiden. Tevens kon men hierdoor het waterniveau van<br />
de Leie beter regelen in de strijd tegen overstromingen. Ook de functie als bijkomende waterweg was<br />
handig meegenomen.<br />
Om de scheepvaart op de Damse Vaart niet te hinderen wordt het water er onderdoor geleid door<br />
middel van hevels of "sifons". Oorspronkelijk sifoneerde het Schipdonkkanaal en leopoldkaanal onder<br />
de Damse Vaart. In 1940 worden de sifons te Oostkerke door Franse genietroepen opgeblazen,<br />
waarna dit knooppunt zo werd heraangelegd dat de Damse Vaart sifoneert onder de beide andere<br />
kanalen. Scheepvaart van Brugge naar Sluis was van toen ook niet meer mogelijk.<br />
Na de onafhankelijkheid van België werd de staatsgrens met Nederland tussen 1831 en 1839<br />
vastgelegd. De grens werd met sierlijke gietijzeren palen gemarkeerd.<br />
7<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
Na de onafhankelijkheid wil men het overtollige polderwater via eigen kanalen naar zee voeren. In<br />
1841-1848 wordt het Zuidervaartje in een gracht omheen de stad en de rechterflank van het nog<br />
bestaande hoornwerk gegraven voor de afwatering vanuit Sint-Michiels, Sint-Kruis en Assebroek<br />
(Brugge).<br />
De steenbakkerijnijverheid had in de 20ste eeuw een grote impact op het landschap ten westen van<br />
de N49. In 1906 werden de activiteiten opgestart, waarbij in eerste instantie de putten tussen Hoeke<br />
en Lapscheure ontstonden. De uitgravingen nabij het Oud fort Sint-Donaas gebeurden pas<br />
later, op het einde van de jaren zeventig. In 1983 werd de kleiwinning stopgezet, waarna de kleiputten<br />
verder verbosten.<br />
Echt oorlogsgeweld is er tijdens WOI niet geweest in de omgeving van Damme, maar de<br />
aanwezigheid van de bezettingstroepen was overduidelijk. De zogenaamde Hollandlinie bestond uit<br />
een draadversperring met een netwerk van bunkers. In de Spermaliepolder en aan de Zeedijk vinden<br />
we nog een groep van deze bunkers terug.<br />
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verdwijnt de bootverbinding met Sluis, en de Damse Vaart wordt<br />
naderhand aan weerszijden afgedamd. Het neerstorten van een V1-bom veroorzaakt schade in de<br />
buurt van de Haringmarkt.<br />
Tot de tweede wereldoorlog was er een bootverbinding tussen Brugge en Sluis via de Damse Vaart,<br />
en werd het water van het Leopold- en Schipdonkkanaal onder de Damse Vaart geleid via sifons.<br />
Gedurend de 18-daagse veldtocht in mei 1940 werden de sifons te Oostkerke door Franse<br />
genietroepen opgeblazen. De Duitse bezetter legde vervolgens twee <strong>voorlopige</strong> dammen aan op de<br />
Damse Vaart, die later wel een definitief karakter kregen. Vanaf dat moment werd de Damse Vaart via<br />
een buizenstelsel onder de beide kanalen geleid met sifons en is de situatie dus helemaal anders dan<br />
tevoren..<br />
In de 20 ste eeuw ontwikkelt Damme zich geleidelijk tot een toeristisch centrum.<br />
In de tweede helft van de 20ste eeuw had de schaalvergroting van de landbouw ook gevolgen rond<br />
Damme. Markant voorbeeld is het huidige grote akkercomplex tussen het Zuidervaartje en de Oude<br />
Sluissedijk ten noordoosten van Damme. Op een luchtfoto van 1944 merken we dat dit gebied nog<br />
ingedeeld was in tientallen kleine repelvormige percelen met noordwest-zuidoost oriëntatie, terwijl er<br />
vandaag opvallend grote akkerpercelen zijn.<br />
De expresweg N49, aangelegd tussen 1970-1972, doorsnijdt het gebied van zuidoost naar noordwest.<br />
Het huidige landschap<br />
Algemeen landschapsbeeld<br />
De ankerplaats wordt globaal gekenmerkt door een open tot halfopen polderlandschap, waarin de<br />
kanalen, dijken (veelal in combinatie met wegen), bomenrijen en waterlopen de voornaamste<br />
structuurbepalende elementen zijn.<br />
Grote delen van de polders vertonen nog het typisch grondgebruik gerelateerd aan de fysische<br />
structuur van kreekruggronden en komgronden. De oorspronkelijke kreken slibden toe met<br />
aanvankelijk zand en bovenaan klei, maar door inklinking van het veen in de aansluitende<br />
komgronden, werden deze vroegere kreekgeulen in reliëf gezet en vormen nu ruggen tussen de<br />
omliggende komgronden (reliëfinversie). Op de hogere en drogere kreekruggronden treft men nog<br />
(vooral) akkerland aan. Hierop komen ook de verspreide bebouwing en de wegen (foto5 en 6) voor.<br />
De komgronden zijn van oudsher grasland (historisch permanent grasland) en vertonen microreliëf<br />
hetzij natuurlijk (foto 17), hetzij door vergraving ontstaan (ontvening, uitbrikking, bedijking,<br />
waterhuishouding) (foto 18).<br />
Tussen de percelen zijn talrijke grachtjes gegraven waarin rietkragen staan. Weilanden hebben vaak<br />
een veedrinkput. De historisch permanente graslanden hebben een grote floristische en faunistische<br />
waarde, in het bijzonder als overwinteringsplaats voor ganzen uit het noorden.<br />
De perceelsvorm verschilt nogal volgens deelgebied: in sommige gebieden hebben de percelen<br />
overwegend een onregelmatige en grillige vorm, in andere gebieden zijn ze zeer rechtlijnig en<br />
vertonen eenzelfde patroon en oriëntatie ten opzichte van de dijken of waterlopen.<br />
8<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Kreken, geleden, aders, grachten en laantjes<br />
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
Er werd - reeds van in de Middeleeuwen – een uitgebreid grachtennetwerk aangelegd in functie van<br />
de waterhuishouding van het gebied. Het is een hiërarchisch netwerk, van laantjes over<br />
perceelsgrachten tot grotere aders en geleden. Vermoedelijk dienden ze in de winter en natte<br />
periodes vooral om water af te voeren, in de zomer veeleer om water aan te voeren. In de grachten<br />
komt veel rietvegetatie voor (rietkragen). De rietkragen en -landen accentueren deze<br />
landschapsstructurerende elementen (foto 2 en 16). Op de graslanden treffen we frequent laantjes<br />
aan. Dit zijn ondiepe rechte greppels in het perceel die soms wel en soms niet in verbinding staan met<br />
de gracht rond het perceel.<br />
De Rietgeule, Zevengemeten en het Zuid-over-de-Lievegeleed vormen de belangrijkste waterlopen<br />
voor het deelgebied “kreken van Lapscheure”, grosso modo begrepen tussen de Sint-Pietersdijk,<br />
Oude Sluisedijk, Zeedijk en Groenendijk. De percelen zijn duidelijk geënt op de waterlopen of de<br />
dijken (veelal haaks erop) en hebben vaak een langgerekte vorm (repelpercelen). In het landgebruik<br />
zien we een opvallende relatie met de hoogteligging van het terrein: een groter aandeel<br />
graslandgebruik in de lagere gebieden (centraal in gebied) en groter aandeel akkerland op de hogere<br />
gronden (zuidwestelijk deel met OLV-polder en Hoge Hem, én noordoostelijke zone rond Zeerdjk en<br />
Groenendijk). In die laatste gebieden stellen we een trend vast dat de lange smalle percelen<br />
samengevoegd worden tot grotere, bredere percelen.<br />
Het Lievekanaal is grotendeels gedempt en herleid tot een gracht. Aan de langgerekte percelen die<br />
een andere oriëntatie hebben dan die in de omgeving, is het tracé wel nog duidelijk herkenbaar.<br />
De sluis op het Lievegeleed (=Blauwe Sluis) is niet op de kreek zelf aangebracht, maar op een<br />
nabijgelegen zandige kreekrug. De Blauwe Sluis dateert van 1746 en werd gebouwd ter vervanging<br />
van een oudere z.g. "Sint-Jobsluis". De Blauwe Sluis is een bakstenen constructie met twee<br />
rondboogopeningen van ca. 2,10 m breed over het Geleed.De buitenwanden zijn bekleed met grote<br />
blokken arduin.<br />
Nabij de Zuidervaart zijn in het weiland nog enkele restanten van een kreek te zien. Op deze<br />
Zuidervaart staat een vrij vervallen sluisje “de sluispoort” dat men nauwelijks herkent door de opslag<br />
van struiken en bomen errond.<br />
De Hoekevaart heeft nog een zeer natuurlijk oeverprofiel waar oevervegetatie voorkomt die een<br />
schommelend waterpeil verdraagt. De Zwarte Sluis zorgde voor de regeling van de waterafvoer en het<br />
waterpeil in de Hoekevaart. Tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog, in 1605, wordt op de grens met<br />
Westkapelle het Fort Sint-Frederik aangelegd ter verdediging van de strategisch belangrijke Zwarte<br />
Sluis.<br />
De kreek waar nu het Zuid-over-de-Lieve-Geleed ligt, was verbonden met het Lapscheurse Gat. Dit<br />
geleed zorgde voor de afwatering van het gebied ten zuiden van het Lievekanaal (pas vanaf 17e<br />
eeuw). Door de Lieve was de waterhuishouding van het gebied immers verstoord en moest er meer<br />
water worden afgevoerd vanuit Brugge en omstreken.<br />
De zogenaamde aders, zoals ‘Romboutswerveader’ en ‘Moerader’ zijn gegraven watergangen die<br />
overwegend uit de late Middeleeuwen dateren en fungeren als verzamelgrachten.<br />
De Eierbroekvaart ligt op de plaats van het Oude Zwin.<br />
Dijken<br />
De dijken getuigen van het gevecht van de mens met de zee om land veilig te stellen tegen<br />
overstromingen, én van de stapsgewijze inpoldering van het gebied.<br />
De eerste dijken waren defensieve dijken die in de loop van de 11 e en 12 de eeuw ontstonden. Binnen<br />
de ankerplaats gaat het om de Bloedlozendijk die vanuit het noorden tot in Hoeke liep (thans<br />
verdwenen) De Krinkeldijk (foto 5) en Romboutswervedijk werden nog vóór de stormvloed van 1134<br />
aangelegd en werden de noordelijke grens van de Zwingeul.<br />
9<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
Vanaf het einde van de 12 de eeuw startte de systematische inpoldering van het schorrengebied.<br />
Hiertoe werd in de 12 de tot 14 de eeuw een stelsel van dijken aangelegd, waarbij men globaal opschoof<br />
van zuidoost naar noordwest, met o.a. Hondsdam (te Damme), Zuiddijk (zuidoostelijke grens<br />
ankerplaats), Sluisedijk (meerdere delen), Dijk aan Lemspolder – Oude Moeye, Landsdijk en<br />
Schaapsdijk.<br />
Begin 17 de eeuw werd gestart met het opnieuw indijken van de polders die gedurende de tachtigjarige<br />
oorlog overstroomd waren vanuit het Lapscheurse Gat. De Sint-Pietersdijk, (Nieuwe) Zeedijk en<br />
Groenendijk dateren uit deze periode. De Versevaartdijk daarentegen is geen inpolderingsdijk maar<br />
een overblijfsel van de bedijking langs de Verse Vaart.<br />
De dijken vormen vandaag een visueel opvallende landschapsstructuur door hun hoogte, door hun<br />
beplanting (vooral populierenrijen, maar ook knotbomen, struweel) en door de bebouwing erlangs. Op<br />
meerdere plaatsen zijn de dijken beplant met 1 of meerdere opgaande bomenrijen. Deze bomen<br />
bakenen de polders zowel visueel als in historisch oogpunt goed af. Het merendeel van de bomen zijn<br />
populieren, waaronder oude cultuurvariëteiten van Canadapopulier zoals Marilandica, Serotina en<br />
Blauwe van Exaarde.<br />
Op plaatsen waar de dijk doorbreekt wordt vaak een laagte uitgespoeld, ook een ‘wiel’ genoemd. De<br />
weggespoelde en verder afgezette gronden – meestal zandig – worden ‘overslaggronden’ genoemd.<br />
Aan de Krinkeldijk te Oostkerke en aan de Romboutswervedijk hebben zich hoogstwaarschijnlijk<br />
dergelijke dijkdoorbraken voorgedaan. Ten noordoosten van Lapscheure zijn er op meerdere plaatsen<br />
overslaggronden, als resultanten van de dijkdoorbraken van het Lapscheurse Gat tijdens de<br />
Tachtigjarige Oorlog.<br />
De meeste dijken hebben een gelijkaardige oriëntatie, parallel met de Zwingeul. In de Lemspolder en<br />
in percelen tussen fort St-Job en hoeve St-Donaas komen echter ook restanten van korte dwarsdijken<br />
voor (Kaart 2).<br />
Bij de opbouw van de dijken werd klei en zand gebruikt, hoogstwaarschijnlijk van de (toenmalige)<br />
nabijgelegen schorren. In de loop der tijden werden de polderdijken hoger en zwaarder. Op de dijken<br />
lopen vaak wegen. Door de verhoogde ligging van deze wegen, is de landschappelijke ervaring meer<br />
uitgesproken. De dijkwegen zijn grotendeels verhard (o.a. Sint-Pietersdijk, Krinkeldijk, Oude Sluise<br />
dijk), maar er zijn ook nog meerdere half-verhard en onverharde dijkwegen (Groenendijk, Landsdijk).<br />
Over een gedeelte van de Zeedijk is er een verharde weg aan de voet van de dijk gelegd en is de weg<br />
op de dijk onverhard gebleven (foto 10). Kasseiwegen zijn er nog in de Oude Westkapellestraat<br />
(Hoeke), aan de kerk van Hoeke en in het centrum van Damme.<br />
Kanalen<br />
De aanwezige kanalen hebben een sterke landschapsstructurerende rol. De Damse Vaart vormt de<br />
centrale as van de ankerplaats. De andere twee - Schipdonkkanaal en Leopoldkanaal - staan er<br />
loodrecht op.<br />
De Damse Vaart (foto 13, 14, 26) is gegraven in de vroegere bedding van de Zwingeul en maakte het<br />
transport per schip naar Brugge mogelijk. Dit bestendigde de historische waterverbinding van Brugge<br />
met zee.<br />
De dijken langs de Damse Vaart zijn beplant met opgaande bomen die het kanaal van ver zichtbaar<br />
maken in het landschap. Het betreft bijna uitsluitend Canadapopulieren, met een ruime staalkaart aan<br />
oude en nieuwe variëteiten. De oude vrouwelijke variëteit Marilandica overheerst, met bomen die<br />
hoofdzakelijk van 1922-1923 dateren. Daarnaast komen nog exemplaren van de alleroudste variëteit,<br />
de Serotina’s voor, evenals de hiervan afgeleide Blauwe van Exaarde. Verspreid tussen de oudere<br />
bomen komen recentere rijen voor van voornamelijk Robusta en de UNAL-euramericana’s Ogy en<br />
Ghoy.<br />
Het Leopoldkanaal en het Schipdonkkanaal (ook ‘afleidingskanaal van de Leie’) lopen parallel, met<br />
een onderlinge afstand variërend van enkele tot een tiental meters, en worden daarom soms ook de<br />
“tweelingkanalen” genoemd. Samen vormen ze een sterke visuele grens door de kanaalbermen en<br />
vooral door begeleidende bomenrijen (foto 15).<br />
10<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Bomenrijen, bossen en boomgaarden<br />
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
Het open polderlandschap wordt op tal van plaatsen visueel gecompartimenteerd door bomenrijen<br />
(foto 1- 4). Deze zijn vooral gelegen op de kanaaltaluds (de 3 kanalen), op de dijken (vb.<br />
Romboutswervedijk, Krinkeldijk, Groenendijk, Zeedijk) en langs andere wegen. Ook de stervormige<br />
verdedigingsstructuur van Damme wordt geaccentueerd door bomenrijen (foto 30). Meestal gaat het<br />
om meerdere bomenrijen, in dreefverband of parallelle rijen op de kanaaltaluds.<br />
Het merendeel van de bomen zijn populieren, die hoge uniforme groenschermen vormen. Onder<br />
andere langs de Damse Vaart (foto 13) en de Krinkeldijk (foto 5), gaat het om oude cultuurvariëteiten<br />
van Canadapopulier. De mannelijke variëteit Serotina en de ervan afgeleide Blauwe van Exaarde zijn,<br />
net als de Marilandica en de Regenerata (met typische kromme stammen) karakteristiek voor de 18 de<br />
en vooral 19 de eeuwse landschappen van de regio.<br />
Ook knotwilgenrijen zijn talrijk aanwezig.<br />
De bomenrijen versterken de bestaande structuren in het landschap en maken het landschap hierdoor<br />
beter leesbaar.<br />
De voormalige steenbakkerij van Hoeke (foto 25), het Fort van Beieren en Fort Sint-Donaas zijn de<br />
enige sites met bos (vermoedelijk natuurlijke opslag) van enige omvang.<br />
Vandaag komen er slechts enkele boomgaarden voor in het gebied, steeds in de onmiddellijke<br />
omgeving van hoeves, en van beperkte omvang. De historische kaarten leren ons dat er in de 18 de en<br />
19 de eeuw meer boomgaarden waren, vooral nabij de dorpen Oostkerke, Hoeke en Lapscheure.<br />
In enkele zones, zoals ten noorden en ten noordoosten van Lapscheure (Foto 9), zijn er nog<br />
concentraties van oude doornhagen. Tussen Hoeke en Oostkerke zijn er enkele vlakvormige zones<br />
(5-tal nabijgelegen perceeltjes) die recent verstruweelden.<br />
Nederzettingen<br />
In de wordingsgeschiedenis van de stad Damme kunnen verschillende fasen onderscheiden worden.<br />
Na het ontstaan als havennederzetting in de 2de helft van de 12de eeuw groeit Damme in de 13de<br />
eeuw uit tot een zeer bloeiende havenstad. Van de middeleeuwse fase zijn nog meerdere elementen<br />
aanwezig, zoals een deel van het stratenpatroon, de perceelsstructuur (diepe percelen met<br />
achterliggende stapelplaatsen dwars op de toenmalige dijk, vb. Jacob Van Maerlantstraat) en de<br />
oorsprong van een heel aantal gebouwen, waaronder de O.-L.-Vrouwekerk, Sint-Janshospitaal en het<br />
Magdalenagasthuis.<br />
In de 16de eeuw werd de middeleeuwse stadsstructuur van Damme grondig gewijzigd, door de<br />
aanleg van grachten, wallen, bastions, kazematten (foto 29), ravelijnen enz. op basis van de principes<br />
en het model van de Vaubanvesting. Deze ingreep heeft het topografisch uitzicht van Damme grondig<br />
gewijzigd: het noordelijk deel van de stad verdwijnt nagenoeg volledig, nagenoeg elk spoor van de<br />
laatmiddeleeuwse versterkingen wordt uitgewist en het wegenpatroon en waterlopen worden sterk<br />
aangepast.<br />
De stervormige stadsverdediging (foto 28 en 30) dateert uit de Tachtigjarige Oorlog tussen de<br />
Noordelijke Nederlanden en Spanje, en bestaat uit een enkele omwalling en een dubbele begrachting<br />
die in zijn totaliteit zeer goed bewaard gebleven is en daarvoor ook zeer bekend is.<br />
Van op de wallen heeft men een vergezicht op de omgevende polders en tevens een zicht op de<br />
stadskern zelf. Langs deze grachten en de wal staan hier en daar opgaande bomenrijen die in de 17 e<br />
eeuw zeker niet aanwezig waren omdat dit niet strookt met de uitgangsprincipes van een<br />
Vaubanvesting. Ze benadrukken evenwel zeer sterk de vestingsstructuur en zijn vanuit de wijde<br />
omgeving zichtbaar zijn in dit vlakke polderlandschap.<br />
Een deel van de oude omwalling is nu natuurreservaat waar men in de grachten de opeenvolgende<br />
stadia van verlandingsvegetatie tracht te bekomen (o.a. rietkragen, moerasbos). De stadswallen zijn<br />
grotendeels als grasland aangewend waarbij de vervaagde grachten en depressies goed herkenbaar<br />
blijven. Akkerland is nefast voor het behoud van de structuren van voormalige vaubanvesting, door de<br />
landbouwbewerkingen (ploegen, frezen, …) en door de grotere erosiewerking op akkers.<br />
Een nieuwe belangrijke fase voor Damme was de aanleg van de Damse Vaart tussen 1810 en 1824<br />
(foto 26). het noordelijk gedeelte van de stad wordt van het centrum afgesneden en de Korenmarkt en<br />
11<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
de vele herenhuizen erlangs verdwijnen. De havenkom en de drie waterlopen Lieve, Reie en Zwin, die<br />
eeuwenlang in het centrum van de stad stromen, worden gedempt met het zand van de Damse Vaart.<br />
Enkele straten worden ingekort, o.m. de Katte- en de Burgstraat, of doorgetrokken, o.m. de Hoog-<br />
(thans Jacob van Maerlantstraat) en de Kerkstraat (noordwaarts tot de Romboutswervedijk, thans deel<br />
van de Dammesteenweg). De oude loop van het Zwin wordt bebouwd.<br />
Daarnaast zijn er 3 kleine polderdorpen in de ankerplaats gelegen, namelijk Lapscheure, Hoeke, en<br />
Oostkerke. De kleine polderwoningen zijn zeer kenmerkend. De kerktorens van Damme en Oostkerke<br />
hebben een platte kerktoren. Men vermoedt dat dit geen onafgewerkt stadium is maar diende om er<br />
vuur aan te leggen als primitieve bakens langs het kanaal.<br />
De twee nederzettingen ten westen van de Damse Vaart (Oostkerke en Hoeke) hebben nog een zeer<br />
gave bewoningskern zonder veel storende nieuwbouw. Lapscheure is qua nederzetting minder<br />
waardevol door de vele nieuwe lintbebouwing errond. Het kleinschalige van dit dorp dreigt verloren te<br />
gaan.<br />
In de nabijheid van Damme, Hoeke en Oostkerke staat er telkens een windmolen (foto 23). In<br />
Oostkerke waren er zelfs twee maar van de Molen Mengé is enkel de romp bewaard gebleven (foto<br />
7).<br />
Hoeke is ontstaan op de plaats waar de Krinkeldijk en de Bloedlozendijk samenkomen, en was in<br />
oorsprong een gehucht van Oostkerke. De eerste schriftelijke vermelding van Hoeke dateert van<br />
1252. Door zijn ligging vlakbij het Zwin, ontwikkelde Hoeke zich gedurende de Middeleeuwen tot een<br />
“voorstad” van de wereldhaven Brugge.<br />
De huidige dorpskern langs de Oostkerke- en Sint-Jacobsstraat is een restant van het westelijke<br />
gedeelte van het middeleeuwse havenstadje en is door de eeuwen heen gereduceerd tot de in kern<br />
13de-eeuwse kerk Sint-Jacob-de-Meerdere, waarrond een kleine woonkern. Van de lage<br />
dorpswoningen hebben sommigen een 18de-eeuwse kern; het huidige uitzicht werd echter op het eind<br />
van de 19de of gedurende de 20ste eeuw bepaald.<br />
Hoeke was ook een vertrekplaats voor de pelgrims uit het noorden die een tocht naar Santiago de<br />
Compostela deden. In dit stadje kwamen ze aan met de boot het en vatten hun tocht aan. Via<br />
Lissewege en Brugge namen ze de “Via Turonensis” als route naar Santiago de Compostella.<br />
De dorpskom van Oostkerke ligt op een verhoogde natuurlijke zandafzetting of op een kunstmatig<br />
opgeworpen vluchtheuvel, én is mogelijks reeds in de 8ste eeuw ontstaan. Eerste vermelding als<br />
"Ostkerka" in een document van 1028, vermoedelijk in de betekenis van "kerk ten oosten van<br />
Dudzele".<br />
De kerk, die met haar massieve westtoren de omgeving domineert, ligt centraal in het dorp en vormt<br />
de kern waarrond het dorp zich ontwikkeld heeft (foto 20). De bewoning van Oostkerke bestaat in<br />
hoofdzaak uit lage, witgeschilderde huizen die dicht tegen elkaar aangebouwd zijn (foto 22). De<br />
meeste huizen zijn na de zware beschietingen in 1944 grotendeels heropgebouwd in historiserende<br />
stijl. De dorpskom heeft zijn landelijke karakter behouden en is ook zeer rustig, omdat het doorgaand<br />
verkeer niet door de dorpskom moet en langs de wegen buiten de dorpskern geleid wordt.<br />
Ten zuidwesten van de kerk bevindt zich het Kasteel van Oostkerke (foto 11). De torens van kerk en<br />
kasteel bepalen de omgeving en symboliseren de kerkelijke en burgerlijke geschiedenis van<br />
Oostkerke. Het Kasteel van Oostkerke kreeg bij de heropbouw na de Tweede Wereldoorlog<br />
internationale uitstraling door de ontwerpen die de Nederlandse tuinarchitecte Mien Ruys (1904-1999)<br />
maakte voor het kasteeldomein. De landschappelijke inpassing is geslaagd, met aansluiting bij<br />
omliggend polderlandschap, met weilanden, bomenrijen en een Marilandica-dreef die uitgeeft op de<br />
romp van de Molen Mengé.<br />
Lapscheure is een straatdorp dat zich vanaf de 17de eeuw ontwikkelt langs de Hoogstraat-<br />
Vredestraat, waar in 1640 het nieuwe houten bedehuis wordt gebouwd. De huidige stenen kerk is<br />
gebouwd in 1652 en vormt nog steeds het centrum van de dorpskern. De bebouwing bevindt zich aan<br />
de oostkant van de Hoogstraat, en bestaat uit 19de- en begin-20ste-eeuwse dorpswoningen,<br />
waartussen nieuwbouwwoningen. De voormalige 19 de eeuwse pastorie, de gemeenteschool en het<br />
vroegere gemeentehuis zijn in deze straat te vinden. De bebouwing in de Vredestraat sluit aan bij die<br />
van de Hoogstraat, maar bevat tevens enkele grote historische hoeves.<br />
Buiten het dorpscentrum bepalen de alleenstaande grote hoeven, verspreid over het landschap, het<br />
beeld (foto 8, 12, 23) . Kleine groepen woningen zijn geconcentreerd rond oude herbergen, bij<br />
bruggen of knooppunten van wegen.<br />
12<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Hoeves<br />
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
In het polderlandschap liggen verspreide hoeves vnl. 18de- en 19de-eeuwse hoeves veelal met<br />
oudere kern en soms bewaarde restanten van omwallingen, cf. weergave van oude hoevesites op<br />
o.m. de kaart van Pieter Pourbus (1561-1571), cf. o.m. hoeve "Bonem", die teruggaat op een 13deeeuwse<br />
heerlijkheid.<br />
De hoevebouw wordt gekenmerkt door losstaande, veelal witgekalkte bestanddelen onder pannen<br />
zadeldaken met woonstalhuis, soms voorzien van opkamer, al dan niet onder verhoogde nok.<br />
Boerderijen zijn eerder zeldzaam op de uitgeveende gronden en op de nog steeds natte poelgronden.<br />
Een groot aantal belangrijke boerderijen vinden we terug op de vroegste kaarten, voorzien van een<br />
vierkante omwalling. De vruchtbare poldergronden zorgden voor specifieke bouwvormen, o.m. de<br />
grote bergschuren (foto 31).<br />
Vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw worden talrijke hoeves ingrijpend gerenoveerd en/of<br />
omgevormd tot woningen of tweede verblijven, met een verlies aan authenticiteit<br />
Forten<br />
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog tussen Spanje en de Verenigde Provinciën (1568-1648) loopt het front<br />
vast ter hoogte van de Zwinmonding en het Lapscheurse Gat.<br />
Tussen 1616-1620 wordt te Damme onder de heerschappij van aartshertogen Albrecht en Isabella<br />
door Spaanse ingenieurs een gebastioneerde verdedigingsgordel aangelegd naar ontwerp van<br />
ingenieur Guillaume Flamaen. Dit is nog steeds één van de belangrijkste militaire architecturale<br />
verwezenlijkingen in de Zwinstreek en tot op vandaag zichtbaar in het landschap. De vesting bestaat<br />
uit een stervormige aarden omwalling met zeven door courtines verbonden bastions, later voorzien<br />
van ravelijnen en twee grachten (hoofd- en buitengracht) met daarbinnen soldatenbarakken en<br />
magazijnen.<br />
Onder andere de forten St-Donaas, St-Job en Frederik waren gebouwd om de Damse Vaart te<br />
beschermen tegen de Noordelijke Nederlanden. Fort St-Donaas werd tevens als overslaghaven<br />
gebruikt want de Zwingeul was reeds te verzand om nog met grote schepen tot in Damme (laat staan<br />
Brugge) te varen. Van het Fort St-Donaas rest bijna niets meer. De andere forten zijn wel nog te<br />
herkennen. Op de site van Fort St-Donaas werd later klei uitgegraven.<br />
Tijdens de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) wordt Damme nog verder versterkt. De stadswallen<br />
worden uitgebreid met een hoornwerk in de richting van de grens met de Noordelijke Nederlanden<br />
(Sluis) Enkele vooruitgeschoven forten worden gebouwd waaronder het "Verbrande Fort" aan de<br />
kruising van de Romboutswervedijk met de Versevaartdijk (cf. Oostkerke) en het "Fort van Damme"<br />
op de linkeroever van de Reie op 1,3 km vóór de stad. Ook het Fort van Beieren (foto 32)wordt in die<br />
periode aangelegd, maar het werd nooit belegerd en heeft dus eigenlijk nooit dienst gedaan. In de<br />
omgeving werden nog enkele kleinere fortjes en verdedigingspunten aangelegd, maar de meeste zijn<br />
minder goed bewaard of al sterk genivelleerd waardoor ze minder herkenbaar zijn op het terrein.<br />
In de loop van de 18 e eeuw werd het dan bij het kasteeldomein “Fort de Bavière” gevoegd; de<br />
vestingstructuur zelf bleef grotendeels bewaard en werd aangevuld met parkontwerp die resulteerde in<br />
bebossing, aanleg van brugjes, paden, inbreng typische parkbomen, enz. Het kasteel zelf is in de<br />
jaren 1950 afgebroken. Moestuinmuur en ijskelder zijn wel bewaard gebleven (foto 33).<br />
6. De landschapskenmerken die typisch zijn voor de ankerplaats, met inbegrip<br />
van de ruimtelijke kenmerken die eigen zijn aan de waarden<br />
1° Stad Damme met stadsomwallingen<br />
a) De vesting Damme is de best bewaarde aarden stadsversterking in Vlaanderen (met bastions,<br />
courtines, voorwallen, ravelijnen, halve manen) die sterk gemarkeerd wordt door de<br />
bomenrijen langs de buitenste vestingsstructuren. Niet alleen het verdedigingssysteem (met<br />
bastions) maar ook gedeelten van de militaire infrastructuur,(zoals de poterne/kruitmagazijn<br />
van de Lieve en de kazematten bezijden de Zuidpoort) en waterbouwkundige constructies<br />
(Sluis van de Lieve) bleven bewaard.<br />
13<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
b) Restanten van middeleeuws Damme, met delen van stratenpatroon, perceelsstructuur en<br />
oorsprong van een aantal gebouwen;<br />
c) Witte Molen of Scellemolen, de toren van het stadhuis en vooral de platte toren van de O.L.V.kerk<br />
als bakens in het landschap;<br />
d) Bouwkundig erfgoed, uit Inventaris Bouwkundig erfgoed:<br />
1. Damme, Burgstraat 1: dubbelhuis<br />
2. Damme, Burgstraat 5: voormalige gemeentelijke jongensschool<br />
3. Damme, Burgstraat 7: half vrijstaand woonhuis<br />
4. Damme, Burgstraat 9: vrijstaande pastorie<br />
5. Damme, Burgstraat 14: hoekpand<br />
6. Damme, Burgstraat 16: "'t Schuurtje"<br />
7. Damme, Corneliestraat 1, 3, 5: eenheidsbebouwing van kleine dorpswoningen<br />
8. Damme, Corneliestraat 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18, 20: eenheidsbebouwing van kleine<br />
dorpswoningen<br />
9. Damme, Dammesteenweg 1: "Sint-Christoffelhoeve"<br />
10. Damme, Damse Vaart West 2: Z.g. "Polderoord", woonhuis met kunstsmederij en<br />
kopergieterij<br />
11. Damme, Damse Vaart West z.nr.: Witte Molen of Scellemolen<br />
12. Damme, Damse Vaart West 5: hoeve<br />
13. Damme, Damse Vaart West 6: hoeve z.g. "d'Oude Schaapskooi"<br />
14. Damme, Damse Vaart West 4: molenaarshuis<br />
15. Damme, Damse Vaart-Zuid 3: half vrijstaand woonhuis<br />
16. Damme, Damse Vaart-Zuid 12: Z.g. "Le Rève"<br />
17. Damme, Damse Vaart-Zuid 13: woonhuizen<br />
18. Damme, Damse Vaart-Zuid 14: woonhuizen<br />
19. Damme, Damse Vaart-Zuid : brugwachtershuisje<br />
20. Damme, Haringmarkt 1, 2, 3: eenlagige, gekoppelde woonhuizen<br />
21. Damme, Haringmarkt: pomp<br />
22. Damme, Jacob van Maerlantstraat 1: breedhuis, thans "Eetcafe De Spieghel"<br />
23. Damme, Jacob van Maerlantstraat 2: woonwinkelhuis z.g. "Tijl en Nele"<br />
24. Damme, Jacob van Maerlantstraat 3: huis "De Grote Sterre"<br />
25. Damme, Jacob van Maerlantstraat 5: restaurant "ter Kloeffe"<br />
26. Damme, Jacob van Maerlantstraat 6B:woonhuis, thans "Eethuis de Zuidkant"<br />
27. Damme, Jacob van Maerlantstraat 10: hoekpand, thans uitgebaat als restaurant "De<br />
Lieve"<br />
28. Damme, Jacob van Maerlantstraat 11: Z.g. huis "De Slotele"<br />
29. Damme, Jacob van Maerlantstraat 21: eenlagig woonhuis<br />
30. Damme, Jacob van Maerlantstraat 13-15: huis "Sint-Jan" of "Sint-J(e)an d'Angely"<br />
31. Damme, brug over Zuidervaartje<br />
32. Damme, Kerkstraat 1: hoekpand z.g. "Estaminet Soetkin"<br />
33. Damme, Kerkstraat 2: voormalige herberg "Cra(e)nenburg"<br />
34. Damme, Kerkstraat 5: voormalige herberg<br />
35. Damme, Kerkstraat 6: eet- en praatcafe "De Smisse", voorheen "'t Edelsmidje"<br />
36. Damme, Kerkstraat 7: eetcafe "D' Oude Speye", voorheen "Tijl Uilenspiegel",<br />
hoekpand<br />
37. Damme, Kerkstraat 8: hoekpand<br />
38. Damme, Kerkstraat 10: breedhuis<br />
39. Damme, Kerkstraat 11: huis eertijds z.g. "Biscaeyen"<br />
40. Damme, Kerkstraat 13-15: breedhuis<br />
41. Damme, Kerkstraat 17: burgerhuis<br />
42. Damme, Kerkstraat 18: gereconstrueerd hoekpand (2000-2001)<br />
43. Damme, Kerkstraat z.nr./tss 22-22A poortgebouw<br />
44. Damme, Kerkstraat 23-25<br />
45. Damme, Kerkstraat 27: huis z.g. "De Roos"<br />
46. Damme, Kerkstraat 30, 32<br />
47. Damme, Kerkstraat 31: hoekpand<br />
48. Damme, Kerkstraat 33: Sint-Janshospitaal<br />
49. Damme, Kerkstraat 37: haaks ingeplant eenlaagshuis<br />
14<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
50. Damme, Kerkstraat 39/2: OLV kerk<br />
51. Damme, Kerkstraat 38: half vrijstaand breedhuis<br />
52. Damme, Kerkstraat bij 38: waterpomp z.g. "'t Zeugsken"<br />
53. Damme, Kerkstraat 43: dorpswoning<br />
54. Damme, Kerkstraat 44-46<br />
55. Damme, Kerkstraat 48: historische stadshoeve gekend als "Hoeve met drie linden"<br />
56. Damme, Kerkstraat 13: voormalig breedhuis, thans opgedeeld in twee panden<br />
57. Damme, Kerkstraat 15: voormalig breedhuis, thans opgedeeld in twee panden<br />
58. Damme, Kerkstraat 23, 25: samenstel van twee enkelhuizen<br />
59. Damme, Kerkstraat 30, 32: twee woonhuizen<br />
60. Damme, Kerkstraat 44, 46: ensemble van twee panden<br />
61. Damme, Ketelstraat 1, 3: ensemble van oorspronkelijk drie arbeidershuisjes<br />
62. Damme, Ketelstraat 2, 4: kleinschalige rijhuizen<br />
63. Damme, Ketelstraat; sluis van de Lieve<br />
64. Damme, Markt 1: stadhuis<br />
65. Damme, Oude Sluissedijk 6: gerenoveerd woonhuis<br />
66. Damme, Oude Sluissedijk 2, 4: samenstel van twee interbellumwoonhuizen<br />
67. Damme, Pottenbakkersstraat 1: langgestrekt woonhuis<br />
68. Damme, Pottenbakkersstraat 3: woonhuis met bijgebouw<br />
69. Damme, Pottenbakkersstraat 5: gerenoveerd eenlaagshuisje<br />
70. Damme, Pottenbakkersstraat 9, 11: oorspronkelijk vier eenlaagshuisjes<br />
71. Damme, Pottenbakkersstraat 10, 14: ensemble van drie eenlaagshuizen<br />
72. Damme, Rabattestraat: sluis van het Zwin<br />
73. Damme, Sint-Janstraat 1: historische stadshoeve<br />
74. Damme, Slekstraat 1-3<br />
75. Damme, Slekstraat 5: eenlagig woonhuis<br />
76. Damme, Slekstraat 18: Z.g. "'t Uylenkot", beeldbepalend langgestrekt woonhuis<br />
77. Damme, Slekstraat 2, 4, 8: ensemble van vier eenlaagshuisjes<br />
78. Damme, Speystraat 1: achterin gelegen eenlaagshuisje<br />
79. Damme, Speystraat 2: stedelijke Basisschool "'t Dambord"<br />
e) Archeologische zone opgenomen in Centraal Archeologische Inventaris:<br />
CAI-nr 71815 Archeologisch Damme (deel)<br />
f) Archeologische sites opgenomen in Centraal Archeologische Inventaris (CAI).<br />
1. CAI-nr. 71815: archeologisch Damme<br />
2. CAI-nr. 72182: verdwenen St-Katarinekerk,zie ook 75135<br />
2° Oud polderlandschap ten noorden en ten westen van stad Damme<br />
a) Open polderlandschap, met ruime zichten, o.a. op Damme;<br />
b) Groene linten met opgaande begroeiing, vooral met Canadapopulier, vooral op dijken en<br />
kanaaltaluds;<br />
c) Grote aaneengesloten graslandcomplexen met historisch relevant microreliëf, poelen, laantjes<br />
en andere kleine landschapselementen, vooral gelegen in de oudste poldergedeelten<br />
(‘Oudland’; laaggelegen poelgronden);<br />
d) Het gebied wordt van oudsher gebruikt voor landbouw waarbij de historisch permanente<br />
graslanden voornamelijk aangetroffen worden op overdekte Pleistocene gronden en op<br />
overdekte poelgronden; de akkerlanden voornamelijk op de kreekruggen;<br />
e) Onregelmatige historische percelering;<br />
f) Dicht hydrografisch netwerk van vaarten, grachten en laantjes;<br />
g) Romboutswervedijk: historisch belangrijke, kronkelende dijk die sterk verhoogd in het<br />
landschap ligt, met aan weerszijden een bomenrij op het dijktalud en onderaan een klein<br />
grachtje; waterpartij ten noorden van de Romboutswervedijk als getuige van een<br />
dijkdoorbraak;<br />
h) Historisch wegenpatroon, gekoppeld aan de dijken;<br />
i) Polderstraat als restant van voormalige driftweg;<br />
j) Verse vaart – Versevaartdijk: restant ten oosten van Sashof + gedempt gedeelte aan/onder de<br />
Koolkersesteenweg (noodwestelijke grens van ankerplaats);<br />
15<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
k) Relicten aanwezig van historische forten en militaire verdedigingsstructuren uit de<br />
Tachtigjarige oorlog, vaak herkenbaar aan perceelsvorm, reliëf en grachtenstructuur:<br />
‘Verbrand fort’, redoute ‘Fort bij de Damse vaart’, redoute van Michem (=Fort Courrières):;<br />
l) Zeer lage bebouwingsdichtheid, met overwegend hoeves. Hierbij volgend bouwkundig<br />
erfgoed, uit inventaris bouwkundig erfgoed:<br />
1. hoeves<br />
I. Damme, Versevaartdijk 1: Z.g. “Sashoeve”, hoeve van het langgeveltype;<br />
II. Damme, Versevaartdijk 3: hoeve met losstaande bestanddelen;<br />
III. Damme, Dammesteenweg 3: hoeve;<br />
IV. Damme, Mikhemstraat 4: “Redoute van Mikhem”<br />
V. Damme, Vriezeganzenstraat 2: hoeve<br />
VI. Brugge, Damse wegel 15: voormalige hoeve van het langgeveltype<br />
VII. Noorweegse kaai 85: hoeve bestaande uit losse bestanddelen<br />
2. waterbouwkundig erfgoed: Brugge, Polderstraat: ’t Apertjebrug: wit beschilderde<br />
betonnen brug over het Zuidervaartje in art-decostijl<br />
3. militair erfgoed: Brugge, Polderstraat: betonnen bunker uit WOI<br />
4. Andere: Brugge, Damse Vaart-Zuid 223: herberg ’t Apertje<br />
m) Archeologische zone opgenomen in Centraal Archeologische Inventaris:<br />
CAI-nr 71815: archeologisch Damme (deel)<br />
CAI-nr 71825: fort van Damme<br />
CAI-nr 72131: fort van Michem<br />
CAI-nr 71826: verbrand Fort<br />
n) Archeologische sites opgenomen in Centraal Archeologische Inventaris (CAI).<br />
1. CAI-nr. 72129: aardewerkconcentratie Nieuwe tijden<br />
2. CAI-nr. 72132: aardwerkconcentratie Volle en Late ME<br />
3. CAI-nr. 72133: aardwerkconcentratie Volle en Late ME<br />
4. CAI-nr. 72136: site met Walgracht<br />
5. CAI-nr. 72137: aardwerkconcentratie Volle ME<br />
6. CAI-nr. 72142: aardwerkconcentratie Volle ME<br />
7. CAI-nr. 72145: aardwerkconcentratie Volle ME<br />
8. CAI-nr. 72148: aardwerkconcentratie Volle ME<br />
9. CAI-nr. 72155: aardwerkconcentratie Late ME<br />
10. CAI-nr. 72159: aardwerkconcentratie Late ME<br />
11. CAI-nr. 72160: aardwerkconcentratie Late ME en Nieuwe tijden<br />
12. CAI-nr. 72161: aardwerkconcentratie Nieuwe tijden<br />
13. CAI-nr. 72162: aardwerkconcentratie Nieuwe tijden<br />
14. CAI-nr. 72165: verdwenen bewoning Nieuwe tijden (werfcontrole)<br />
15. CAI-nr. 72469: verdwenen bewoning Nieuwe tijden (werfcontrole)<br />
16. CAI-nr 300306: verdwenen hoeve “het Luysekot” late ME / Nieuwe tijden<br />
17. CAI-nr. 300307: klein fort<br />
18. CAI-nr. 300308: verdwenen kasteel Stockhove<br />
19. CAI-nr 30039: verdwenen hoeve late ME/nieuwe tijden<br />
20. CAI-nr 300310: verdwenen hoeve late ME/nieuwe tijden<br />
21. CAI-nr 300311: verdwenen hoeve late ME/nieuwe tijden<br />
22. CAI-nr 300314: verdwenen hoeve late ME/Nieuwe tijden<br />
23. CAI-nr 300315: klein fort<br />
24. CAI-nr 300317: verdwenen hoeve, Nieuwe tijden<br />
25. CAI-nr 300321: verdwenen hoeve, late ME/Nieuwe tijden<br />
26. CAI-nr 300322: verdwenen hoeve, Late ME / Nieuwe tijden<br />
3° Polders van Oostkerke - Hoeke<br />
a) Open tot halfopen polderlandschap;<br />
b) Groene linten met opgaande begroeiing, vooral met Canadapopulier;<br />
c) dreef met Canadapopulieren (var. Marylandica) langs kronkelende Zaalkeetstraat, geflankeerd<br />
door Vuile Vaart;<br />
16<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
d) Historisch permanent grasland op overdekte poelgronden en in uitgeveende gebieden versus<br />
akkerpercelen op de kreekruggen;<br />
e) Onregelmatige historische percelering;<br />
f) Grote graslandcomplexen met veel microreliëf<br />
g) Aanzienlijke oppervlakte uitgeveende gronden ter hoogte van Oostkerke, Hoeke en ter hoogte<br />
van de Zaalkeetstraat, met tussenliggende lange stroken die waarschijnlijk als legakkers<br />
fungeerden;<br />
h) Struweelzones ten oosten van de Zaalkeetstraat<br />
i) Dicht hydrografisch netwerk met vaarten, aders, hoofdgrachten, perceelsgrachten en laantjes;<br />
j) Krinkeldijk: historisch belangrijke dijk met vrij bochtig tracé die sterk verhoogd in het<br />
landschap ligt, met aan weerszijden een bomenrij van oude populier-variëteiten (Marilandica,<br />
Regenerata, Blauwe van Exaarde) op het dijktalud, tussenin verspreide struwelen, én aan de<br />
voet van de dijk her en der knotbomenrijen.<br />
k) Oostkerke: Compact polderdorp gelegen op een in de Frankische periode aangelegde terp en<br />
gestructureerd rond de Sint-Kwintenskerk (met massieve toren-zonder-spits) en pastorie uit<br />
1786 op Motte;<br />
l) ‘Dorpsmolen’ of ‘Molen van Thooft’ ten noordwesten van Oostkerke en ‘Oude Molen’ of ‘Molen<br />
Mengé’ (waarvan alleen nog de molenromp rest);<br />
m) Kasteel van Oostkerke met omgevend park: Een brug over de slotgracht en twee imposante<br />
ronde stenen torens uit de 14e eeuw geven toegang tot het kasteel. Het opmerkelijke park<br />
werd ontworpen door Mien Ruys en sluit aan bij het omliggend polderlandschap, met<br />
weilanden, bomenrijen en populierendreef die uitgeeft op de romp van de Molen Mengé;<br />
n) Spegelsweg: onverharde weg (oude schaapsweg) aan het Kasteel van Oostkerke, afgezoomd<br />
met knotwilgen en meer naar het zuiden met gewone essen.<br />
o) 3 hoogstamboomgaarden ten zuidwesten van Oostkerke<br />
p) Hoeke: klein, compact polderdorp gestructureerd rond de kerk en pastorij;<br />
q) Buiten de 2 polderdorpen bestaat de bebouwing bijna uitsluitend uit (voormalige) hoeves;<br />
r) Historisch wegenpatroon, grotendeels gekoppeld aan de dijken;<br />
s) Restant van Fort Sint-Frederik: een vierkant gebastioneerd fort waarvan gracht, wal en<br />
middenplein nog herkenbaar zijn aan reliëf .<br />
t) Hoekevaart met Zwarte Sluis als waterbouwkundig erfgoed;<br />
u) Kasseiverharding van de Oude Westkapellestraat<br />
v) Zeer lage bebouwingsdichtheid, met overwegend hoeves.<br />
w) Bouwkundig erfgoed, uit Inventaris Bouwkundig erfgoed::<br />
1. Oostkerke, Hoekestraat 2: voormalige wagenmakerij in het dorp van Oostkerke<br />
2. Oostkerke, Hoekestraat 3: karakteristieke dorpswoning<br />
3. Oostkerke, Hoekestraat 6: hoeve z.g. "Groenhove"<br />
4. Oostkerke, Hoekestraat 21: hoeve z.g. "Arme van Damme"<br />
5. Oostkerke, Hoekestraat 25: hoeve met losstaande bestanddelen<br />
6. Oostkerke, Krinkeldijk 1: hoeve z.g. "'t Oosthof"<br />
7. Oostkerke, Krinkeldijk 3: hoeve<br />
8. Oostkerke, Monnikeredestraat 9: voormalige pastorie van Oostkerke<br />
9. Hoeke, Natiënlaan 19-21: molen van Hoeke<br />
10. Hoeke, Oostkerkestraat 1: hoeve z.g. "'t Valkenhof"<br />
11. Hoeke, Oostkerkestraat 4: voormalige pastorie van Hoeke<br />
12. Oostkerke, Processieweg 17: burgerhuis<br />
13. Oostkerke, Spegelsweg 3: kasteeldomein "Kasteel van Oostkerke"<br />
14. Hoeke, St. Jacobsstraat 10: voormalige gemeenteschool van Hoeke<br />
15. Oostkerke, St.-Kwintensstraat 5: woonstalhuis<br />
16. Oostkerke, St.-Kwintensstraat 9: oudst gekende kosterwoning van Oostkerke<br />
17. Oostkerke, St.-Kwintensstraat 11: oudst gekende pastorie van Oostkerke<br />
18. Oostkerke, St.-Kwintensstraat 27: lage dorpswoning<br />
19. Oostkerke, St.-Kwintensstraat 29: dorpshoeve<br />
20. Oostkerke, St.-Kwintensstraat 31: dorpswoning<br />
21. Oostkerke, Zuidbroekstraat 2: 18de-eeuws woonstalhuis<br />
22. Oostkerke, Zuidbroekstraat 4: Z.g. "'t Westhof", hoeve met losstaande bestanddelen<br />
x) Archeologische zones opgenomen in Centraal Archeologische inventaris (CAI):<br />
1. CAI-nr 71828: kasteel van Oostkerke<br />
17<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
2. CAI71895: Monnikenrede: verdwenen stadje<br />
y) Archeologische sites opgenomen in Centraal Archeologische Inventaris (CAI).<br />
1. CAI-nr. 70075: aardewerkconcentratie Late ME en Nieuwe Tijd<br />
2. CAI-nr. 70076: aardewerkconcentratie, grachtvulling 17e/18e eeuw<br />
3. CAI-nr. 70098: kerk Oostkerke (opgravingen)<br />
4. CAI-nr. 70484: bunker<br />
5. CAI-nr. 71828: kasteel van Oostkerke<br />
6. CAI-nr. 71829: site met Walgracht<br />
7. CAI-nr. 71895: Monnikerede: verdwenen stadje<br />
8. CAI-nr. 72005: site met Walgracht<br />
9. CAI-nr. 72019: aardwerkconcentratie Volle ME<br />
10. CAI-nr. 72022: aardwerkconcentratie Volle ME<br />
11. CAI-nr. 72034: losse Romeinse vondsten en aardewerkconcentratie Late ME<br />
12. CAI-nr. 72040: site met Walgracht<br />
13. CAI-nr. 72041: site met Walgracht<br />
14. CAI-nr. 72045: aardewerkconcentratie Late ME<br />
15. CAI-nr. 72046: site met Walgracht<br />
16. CAI-nr. 72047: aardewerkconcentratie Nieuwe tijden<br />
17. CAI-nr. 72049: aardwerkconcentratie Volle ME<br />
18. CAI-nr. 72050: aardwerkconcentratie Volle en Late ME<br />
19. CAI-nr. 72059: aardwerkconcentratie Volle ME<br />
20. CAI-nr. 72093: Hof van Lembeke (kasteel)<br />
21. CAI-nr. 72115: site met Walgracht<br />
22. CAI-nr. 72118: aardewerkconcentratie Nieuwe tijden<br />
23. CAI-nr. 72121: wiel<br />
24. CAI-nr. 72122: verdwenen dijk<br />
4° Omgeving voormalige Zwingeul<br />
a) open polderlandschap met een groot aandeel akkerlanden;<br />
b) Ligging van de voormalige Zwingeul kan nog herkend worden aan de hand van<br />
perceelsstructuur, bodemtype, en bedijking;<br />
c) Dicht hydrografisch netwerk met vaarten, hoofdgrachten, perceelsgrachten en laantjes;<br />
d) Historisch wegenpatroon, grotendeels gekoppeld aan de dijken;<br />
e) Lemspolder onderscheidt zich van omgeving door kleinschalig landschap met groot aandeel<br />
graslandgebruik, perceelsrandbegroeiingen (struwelen) veelal op (dwars)dijken, kleine<br />
waterlichamen, knotbomenrijen, microreliëf;<br />
f) Aanzienlijke oppervlakte uitgebrikte gronden, aan weerszijden aansluitend bij de Damse Vaart<br />
g) ‘Ter Monnikerede’: archeologisch waardevolle zone van verdwenen dorp;<br />
h) Restanten van het fort Sint-Donaas als zuidelijk bastion op de Cantelmolinie: de<br />
buitenversterkingen zijn relatief goed bewaard gebleven, met name zogenaamde<br />
Zwaluwstaart en de twee fortjes aan de zuidzijde van de Damse Vaart.<br />
i) Restanten van Fort van Bekhof: de redoute tekent zich af als een lichte ophoging in het terrein<br />
j) Plassen van Sint-Donaas en Steenbakkerij Hoeke, met struweel en bos die een meer<br />
gesloten landschapscompartiment vormen;<br />
k) Bouwkundig erfgoed, uit Inventaris Bouwkundig erfgoed:<br />
1. Damme, Damse Vaart West 9: Twee boerenhuisjes<br />
2. Damme, Oude Sluissedijk 5: Hoeve met semi-gesloten opstelling<br />
3. Damme, Oude Sluissedijk 19: Hoeve met losstaande bestanddelen<br />
4. Damme, Vlienderhaag 3: Historische hoeve z.g. "Schaapsdijkhoeve"<br />
5. Lapscheure, Fort Sint-Donaas 5: "Sint-Donaashoeve", hoeve met losstaande<br />
bestanddelen<br />
6. Lapscheure, Vlienderhaag 5: Historische hoeve z.g. "Bernaertsbilk"<br />
7. Hoeke, Damse Vaart-Noord 44: Z.g. "Vissershof"<br />
8. Hoeke, Damse Vaart-Noord 45: Hoeve "Zwarte Sluyze"<br />
9. Hoeke, Krinkeldijk 2: Kleine Mariakapel aan de ingang van de "Kapelhoeve"<br />
10. Hoeke, Natiënlaan 15A: Hoeve "ten Houcke Boven"<br />
l) Archeologische zones opgenomen in Centraal Archeologische Inventaris (CAI:<br />
1. CAI-nr 71895: Monnikenrede: verdwenen stadje<br />
18<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
2. CAI-nr 71815: archeologisch Damme (deel)<br />
3. CAI-nr 71596: Fort Sint-Job (deel)<br />
m) Archeologische sites opgenomen in Centraal Archeologische Inventaris (CAI).<br />
1. CAI-nr. 70481: bunker<br />
2. CAI-nr. 72157: Verdwenen dijk<br />
3. CAI-nr. 72164: Fort van Becaf<br />
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
5° Krekengebied van Lapscheure<br />
a) Open polderlandschap en in het noordoosten eerder halfopen ;<br />
b) polderlandschap met meer regelmatige en rechtlijnige perceelsstructuren geënt op de dijken,<br />
wegen en kreken;<br />
c) landgebruik vertoont een sterke relatie met bodem en hoogteligging: groter aandeel<br />
graslanden op lager gelegen gronden (centraal in deelgebied) en meer akkerland op hoger<br />
gelegen gronden (zuidwestelijk deel met OLv-polder en Hoge Hem, én noordoostelijke zone<br />
rond Zeerdjk en Groenendijk)<br />
d) Landschappelijke en ecologisch waardevolle kreken: Zevengemeten, Rietgeule, Fletersdam;<br />
e) Zuid-Over-de-Lieve-Geleed, met Blauwe Sluis;<br />
f) Polderheggen: aan de Blauwe sluis, nabij Hoeve Sint-Donaas en in de Spermaliepolder<br />
g) Archeologische zone van “Oud Lapscheure” nabij de opgegraven kerk met in de omgeving het<br />
verdwenen polderdorp ten oosten van de Zeedijk, aan de grens van Zeepolder en<br />
Spermaliepolder<br />
h) Groenendijk en Zeedijk: rechtlijnige dijken van de herinpoldering van het Lapscheurse gat.<br />
i) Sint-Pietersdijk en Oude Sluissedijk: middeleeuwse dijken die soms een kronkelend tracé<br />
hebben, soms eerder rechtlijnig;<br />
j) Restanten van het Fort Sint-Job tekenen zich af als een duidelijke verhoging in het terrein die<br />
sterk contrasteert met de duidelijke grachtdepressie.<br />
k) plassen langs Zuid-Over-de-Lieve-Geleed, tussen Hoeke en Lapscheure, ontstaan door de<br />
kleiwinning, en omgeven door struiken en bomen;<br />
l) ‘Ommegang’ met kapelletjes rond het kerkhof van Lapscheure<br />
m) Bouwkundig erfgoed, uit Inventaris Bouwkundig erfgoed:<br />
1. Lapscheure, Fort Sint-Donaas 10: Hoeve z.g. "Fort Sint-Job"<br />
2. Lapscheure, Hoogstraat 18: Voormalige pastorie<br />
3. Lapscheure, Hoogstraat 19: Voormalige gemeenteschool van Lapscheure<br />
4. Lapscheure, Hoogstraat 20-22: Voormalige "Scheuretaphoeve", herenboerderij<br />
5. Lapscheure, Lapscheurestraat 29: Parochiekerk H. Drievuldigheid en H. Christianus<br />
met omliggend kerkhof en ommegang met kapelletjes;<br />
6. Lapscheure, Lapscheurestraat 2: Karakteristieke dorpswoning<br />
7. Lapscheure, Lapscheurestraat 4: Historische site<br />
8. Lapscheure, Pannepolderstraat 12: Historische hoevesite z.g. "Sint-Pietersdyckagie"<br />
9. Lapscheure, Sint-Pietersdijk 7: “Sint-pietersdijkhoeve”<br />
10. Lapscheure, Vlienderhaag 11: Historische hoeve met losse bestanddelen<br />
11. Lapscheure, Vredestraat 9: Achterin gelegen hoeve<br />
12. Lapscheure, Vredestraat 17: historische, omwalde hoeve, zgn. “Vaucelleshof”<br />
13. Lapscheure, Vredestraat – Molentje: wegwijzer<br />
14. Lapscheure, Vredestraat-Moelntje: kapel OLV-van-Lourdes<br />
15. Lapscheure, Zeedijk 4: Archeologische resten van de middeleeuwse kerk van<br />
Lapscheure<br />
16. Lapscheure, Zeedijk: restanten van bunkers uit WOI (in Spermaliepolder)<br />
17. Lapscheure, Zeedijk: Blauwe Sluis (waterbouwkundig erfgoed)<br />
n) Archeologische zones opgenomen in Centraal Archeologische inventaris (CAI):<br />
1. CAI-nr 71596: Fort Sint-Job (deel)<br />
2. CAI-nr 75142: verdwenen kerk van Lapscheure en middeleeuwse bewoning<br />
o) Archeologische sites opgenomen in Centraal Archeologische Inventaris (CAI).<br />
1. CAI-nr. 70185 en 75142: Verdwenen kerk van Lapscheure<br />
2. CAI-nr. 70186: Nieuwe kerk van Lapscheure, 17eE<br />
3. CAI-nr. 70486: bunker<br />
4. CAI-nr. 70487: bunker<br />
19<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
5. CAI-nr. 70488: bunker<br />
6. CAI-nr. 71596: Fort Sint-Job<br />
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
6° De Lieve, Hoeve Bonem en omgevende kreekrestanten<br />
a) Kreekrestanten<br />
b) Restanten van De Lieve, zichtbaar in perceelsstructuur;<br />
c) Konduitput of ‘Conduutput’: knooppunt van waterlopen met waterbouwkundige constructies;<br />
d) Hoeve Bonem: Historische hoeve gelegen op terp als restant van het voormalige "Hof<br />
Bonem",<br />
e) Branddijk<br />
f) Bouwkundig erfgoed, uit Inventaris Bouwkundig erfgoed:<br />
1. Damme, Bonemstraat 1: Hoeve "Bonem"<br />
2. Damme, Branddijk 2: Hoeve met losstaande bestanddelen<br />
3. Damme, Konduitput: bakstenen boogbrug over het zuid-over-de-Lievegeleed<br />
4. Damme, Vivensteenweg 7: Hoeve van het langgeveltype<br />
5. Damme, Vivensteenweg 9: Historische hoeve<br />
g) Archeologische zones opgenomen in Centraal Archeologische Inventaris (CAI).<br />
1. CAI-nr 71815: Archeologisch Damme<br />
2. CAI-nr 71824: verdwenen gehucht Sint-Katharina-buiten-Damme<br />
h) Archeologische sites opgenomen in Centraal Archeologische Inventaris (CAI).<br />
1. CAI-nr. 71824: Verdwenen gehucht Sint-Katharina-buiten-damme<br />
2. CAI-nr. 72470: Romeinse sporen bij werfcontrole<br />
3. CAI-nr. 72471: Site met Walgracht<br />
7° Damse Vaart<br />
a) Damse Vaart: breed kanaal met recht tracé en aan weerszijden kanaaldijken;<br />
b) Kenmerkende bomenrijen op de dijktaluds: meerdere oude cultuurvariëteiten van populier,<br />
waaronder Marilandica, Regenerata Serotina, Blauwe van Exaarde<br />
c) Dijkwoningen: kleine en lage woningen op dijktalud, vaak ingeplant met lange zijde parallel<br />
met kanaal<br />
d) Kobus, zelfbedieningsveerpont over Damse Vaart ter hoogte van Hoeve Sint-Donaas;<br />
e) Archeologische sites opgenomen in Centraal Archeologische Inventaris (CAI):<br />
1. CAI-nr. 71883: Verse Vaart: landschapsrelict<br />
2. CAI-nr. 72004: Aardewerkconcentratie Late ME en Nieuwe Tijd<br />
8° Leopoldkanaal en Schipdonkkanaal<br />
a) Leopoldkanaal en Schipdonkkanaal: brede kanalen met recht en parallel tracé en aan<br />
weerszijden kanaaldijken;<br />
b) Kenmerkende bomenrijen (populier) op de dijktaluds en op de berm tussen de 2 kanalen; op<br />
vele plaatsen meerdere bomenrijen per talud/berm, in combinatie met hakhout en<br />
struweelbegroeiing;<br />
c) Sifon: oorspronkelijk sifonneerde het Leopoldkanaal en Schipdonkkanaal onder de Damse<br />
Vaart; momenteel is het omgekeerd: het water van de vaart stroomt via een sifon onder de<br />
andere kanalen door<br />
d) Geen archeologische sites opgenomen in Centraal Archeologische Inventaris (CAI):<br />
9° Fort van Beieren en omgeving<br />
a) Vestingstructuur van het 18 e -eeuwse fort is bewaard gebleven, met centraal rechthoekig<br />
middenplein, aarden wallen en grachten; parkaanleg op het fort herkenbaar aan parkbos<br />
(vooral in zuidelijke deel), open graslanden (noordelijk deel), afgezoomd met bomenrijen,<br />
padenstructuur en enkele brugjes;<br />
b) Bouwkundig erfgoed:<br />
1. Hoeves met traditionele erfomgeving:<br />
i. Brugge, Gemeneweidestraat 51: voormalige Hoeve “Fort van Beieren”<br />
ii. Brugge, Gemeneweidestraat 61: Hve “De grote Schuure” bestaande uit<br />
lossen bestanddelen, met name woonhuis, wagenkot, bergschuur, stallingen<br />
en bakhuis;<br />
iii. Brugge Fortstraat 25: hoeve bestaande uit losse bestanddelen, oa. woonhuis<br />
20<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
en stal<br />
2. Brugge, Gemeneweidestraat z/n: restanten van het voormalige kasteeldomein “Fort<br />
de Bavière”: ijskelder, moestuinmuur en serre, toegangshek en arduinen omheining;<br />
c) Archeologische sites: restanten van voormalige fortjes en redoutes rond het fort van Beieren<br />
zelf;<br />
1. CAI-nr 300320: verdwenen kasteel met hoeve<br />
2. CAI-nr 300443: verdwenen hoeve Late ME / nieuwe tijden<br />
3. CAI-nr 300323: verdwenen hoeve late ME / Nieuwe tijden<br />
10° Stampershoek –Zuiddijk - Zuid-over-de-Lievegeleed:<br />
a) Polder die gedurende de middeleeuwen fasegewijs ingepolderd werd door aanleg van<br />
Branddijk, Zuiddijk en Oude Sluissedijk;<br />
b) Langwerpige en smalle repelpercelen die haaks op de dijken georiënteerd zijn, vaak<br />
afgeboord door gracht;<br />
c) perceelsrandbegroeiing (onder de vorm van houtkant, knotbomen- en bomenrij) is deels<br />
bewaard gebleven en heeft dit deelgebied een half open karakter;<br />
d) De straat “Hulsterlo” gaat terug op een drift/ontginningsweg, en heeft een kaarsrecht tracé en<br />
smal profiel;<br />
e) Zuiddijk: dijk dateert uit de middeleeuwen en is herkenbaar aan de licht verhevenheid ten<br />
opzichte van de omgevende percelen; smalle rijweg met aan beide zijden,grazige berm, op<br />
bepaalde plaatsen kleine langsgrachten;<br />
f) Twee belangrijke waterlopen: Stampershoekbeek en Zuid-over-de-Lievegeleed;<br />
g) Zuid-over-de-Lievegeleed: slingerende waterloop met aan beide zijden kleine dijkjes, begroeid<br />
met hoogstammige bomen en daardoor duidelijk herkenbaar in het landschap;<br />
h) Bouwkundig erfgoed :<br />
1. Hoeves, vaak omgeven door traditionele erfbeplanting (hagen, knot/bomenrijen,<br />
boomgaard):<br />
i. Damme, Hulsterlo 1: hoeve<br />
ii. Damme, Hulsterlo 2: historische hoeve<br />
iii. Damme, Oude Sluissedijk 52: Hoeve zgn; “Hulsterlo”<br />
iv. Damme, Schipdonkvaart-Zuid 2: hoeve<br />
v. Damme, Zuiddijk 10: historische hoeve “Willemijnhof”<br />
vi. Damme, Zuiddijk 12: 18 e eeuwse hoeve zgn. “De Stamper”<br />
vii. Damme, Zuiddijk 14: historische hoeve met losstaande 17 e , 18 e en 19 e -<br />
eeuwse bestanddelen<br />
2. Religieus bouwkundig erfgoed:<br />
i. Damme, Zuiddijk: wegkapelletje “Kapel OLV van Hulsterlo”<br />
3. Andere<br />
i. Damme, Oude Sluissedijk 68: oude smidse en herberg<br />
7. De waarden die tot de <strong>aanduiding</strong> aanleiding gegeven hebben<br />
Natuurwetenschappelijke waarde<br />
Het huidige polderlandschap en meer bepaald bodem en reliëf zijn het resultaat van enerzijds de<br />
langdurige getijdenwerking via de voormalige Zwingeul tot ver landinwaarts, en anderzijds de<br />
menselijke ingrepen hierop om getijdenwerking en overstromingen in de hand te houden, én<br />
gefaseerde inpoldering van gebieden. Iedere inpolderingsfase wordt gekenmerkt door een specifieke<br />
mix van landschapskenmerken, zoals opslibbingshoogte, dijkmorfologie, microreliëf, geulrestanten,<br />
perceelsstructuur en –vorm, …<br />
Het gebied heeft een grote informatiewaarde inzake de geomorfologie, geologie en genese van dit<br />
poldergebied omdat het goed bewaard gebleven is en weinig verstoord werd.<br />
Het uitgebreide krekenstelsel dat langzamerhand op natuurlijke wijze, al dan niet door menselijk<br />
toedoen, verlandde, vormt de basisstructuur voor de grote verscheidenheid aan bodemkundige<br />
21<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
gradiënten. Dit weerspiegelt zich in het algemene landgebruik (landbouwpercelen, bewoning, wegen,<br />
…) en in een grote verscheidenheid van landschapselementen met een soortenrijke flora en avifauna<br />
voor gevolg. Er is een typische soortenrijke verlandingsvegetatie aanwezig in de kreken.<br />
De uitgestrekte graslandcomplexen hebben een floristische rijkdom met een groot aandeel water- en<br />
moerasvegetaties, evenals vegetaties gebonden aan zilte milieus. Op faunistisch vlak vormen ze<br />
broed-, pleister- en overwinteringplaats voor weidevogels en ganzen.<br />
De stadswallen van Damme verdienen een afzonderlijke vermelding omwille van de floristische<br />
waarde, met o.a. zeer waardevolle moeras- en moerasbosvegetatie met drijftillen.<br />
Historische waarde<br />
Door de stapsgewijze bedijking en inpoldering was de antropogene invloed op het landschap zeer<br />
groot. De op zee gewonnen gronden werden als landbouwgronden in gebruik genomen. Het resultaat<br />
ervan is een grotendeels door de mens getekend polderlandschap, met dijken, dijkdoorbraken<br />
(wielen), afwateringsgrachten, open agrarisch landschap, typische perceleringspatronen, …<br />
De huidige percelering en het landgebruik zijn goed vergelijkbaar met de toestand op de historische<br />
kaarten, waarbij een groot deel van de huidige graslanden een historisch permanent karakter heeft.<br />
De bodemgesteldheid bepaalt nog grotendeels het landgebruik waarbij grasland in de lagere<br />
komgronden voorkomt en de wegen, akkers en bebouwing op de hogere, zandige kreekruggronden.<br />
De dijken - waaronder Krinkeldijk, Romboutswervedijk, Sint-Pietersdijk - vormen cruciale<br />
landschapsstructuren in de ontstaansgeschiedenis, als grensstellende en waterkerende elementen,<br />
met getuigen van doorbraken (wielen), als fundament voor wegen, strategische structuren in<br />
oorlogstijd, …<br />
Het huidige hydrografisch stelsel, met kanalen (Damse Vaart, Leopoldkanaal, Schipdonkkanaal),<br />
vaarten en geleden (Zuid-over-de-Lieve-Geleed, Zuidervaartje, Vuile Vaart, Hoekevaart), grachten,<br />
sloten en laantjes is het complexe resultaat van verschillende historische fasen.<br />
De verspreide bebouwing bestaat in hoofdzaak uit hoeves, waarvan er veel een oudere oorsprong<br />
hebben dan de 17de eeuw. Er is een sterke historische relatie met de ontginning en ingebruikname<br />
van de polder door de mens.<br />
Damme ontstond in de tweede helft van de 12 de eeuw, aan de dam die de Zwingeul begrensde. Door<br />
deze unieke positie aan de landinwaartse uitbreiding van de zee, verworf ze een belangrijke positie<br />
als voorhaven van Brugge, waardoor het een bloeiend handelscentrum werd. Ook het verdwenen<br />
Monnikerede ontstond als handelsvestiging langs de Zwingeul.<br />
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd Damme tot een omwalde stervormige vesting met zeven<br />
bastions uitgebouwd. Deze omwalling is grotendeels en vrij intact bewaard gebleven en de volledige<br />
structuur is nog herkenbaar aan hoogteverschillen, percelering en verschillende militair en<br />
waterbouwkundige constructies in de nabije omgeving. Damme en omgeving vormen een relict van<br />
een vestinglandschap. In de ruime omgeving zijn er zijn nog heel veel relicten van forten en redoutes<br />
aanwezig als getuige van de tachtigjarige oorlog en de andere conflicten die zich in de loop van de<br />
geschiedenis in deze grensstreek hebben afgespeeld.<br />
Damme is een concentratie van bouwkundig erfgoed met verschillende historische belangrijke<br />
gebouwen: o.a. ruïne van de O.L.V.-Kerk, stadhuis, museum Sint-Janshospitaal. Sint-Kristoffelhoeve<br />
gelegen aan de Damse Vaart met 18de eeuwse toegangspoort.<br />
Oostkerke en Hoeke vormen gaaf bewaarde landelijke bewoningskernen. Verder treffen we in het<br />
gebied enkele militaire bouwwerken aan met historische waarde.<br />
Het huidige wegenpatroon vertoont een zeer grote gaafheid en gaat grotendeels terug op de<br />
middeleeuwse situatie.<br />
Esthetische waarde<br />
Dijken en kanalen, beiden geaccentueerd door begeleidende bomenrijen, delen de ruimte in grote<br />
open ruimte gebieden met weidse zichten. Bijzonder kenmerkend en attractief zijn de kronkelende<br />
wegen geflankeerd door bomenrijen, in vele gevallen gekoppeld aan dijken (Krinkeldijk,<br />
Romboutswervedijk) of waterlopen (Zaalkeetstraat langs Vuile Vaart).<br />
22<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
Het poldergebied heeft grotendeels een authentiek landelijk karakter vanwege de lage<br />
bebouwingsgraad, grillige waterlopenstructuur in samenhang met percelering, en grote<br />
graslandcomplexen met microreliëf.<br />
Het polderlandschap is een uitgesproken agrarisch landschap, met grote graslandcomplexen,<br />
akkerstroken en verspreide hoeves.<br />
De kerktorens zijn de meest opvallende bakens in het landschap, in het bijzonder de kerken van<br />
Damme en Oostkerke, met hun afgeplatte toren.<br />
Damme is oorspronkelijk een middeleeuwse havenstad op de Zwingeul, en werd gedurende de 16 e<br />
eeuw omgevormd tot een vestingstadje, omgeven door een aarden wal en een dubbele gracht in de<br />
vorm van een zevenster. Oostkerke en Hoeke zijn compacte polderdorpen waarvan het historische<br />
karakter zeer gaaf bewaard gebleven is.<br />
Het kasteel van Oostkerke vormt met de omliggende tuinen, bomenrijen, grachten, de dreef naar<br />
molenromp, …, een gaaf ensemble.<br />
De kreken van Lapscheure (Zevengemeten, Fletersdam, Rietgeule) hebben een grote<br />
belevingswaarde door hun natuurlijk karakter, dankzij hun bochtige/kronkelende loop, rietkragen,<br />
verbredingen, glooiende oevers.<br />
Sociaal-culturele waarde<br />
De geschiedenis van het Zwin is sterk verbonden met de historische ontwikkeling van Brugge en<br />
Damme in de Middeleeuwen, en dit is alom bekend als type-voorbeeld voor de opkomst van de<br />
middeleeuwse steden.<br />
Damme is een bijzondere en zeer intacte getuige van de middeleeuwse voorhaven van Brugge, de<br />
latere vestingsstad en de historische ontwikkeling van de streek. Om die redenen heeft het ook een<br />
belangrjike toeristische en recreatieve betekenis.<br />
Damme wordt eveneens geassocieerd met Tijl Uilenspiegel, een fictieve figuur die er volgens de<br />
roman van Charles de Coster werd geboren en die in de zestiende eeuw door de Nederlanden en<br />
Duitsland trok en iedereen voor de gek hield met zijn streken.<br />
De Damse Vaart met begeleidende bomenrijen, is een karakteristiek beeld dat de streekidentiteit<br />
bepaalt en typeert. .<br />
Het zelfbedieningsveerpont “Kobus” heeft een bijzondere toeristisch-recreatieve attractiewaarde langs<br />
de Damse Vaart voor fietsers en voetgangers.<br />
De ankerplaats herbergt talrijke en diverse landschapselementen (forten, redoutes, bunkers, …) die<br />
verwijzen naar de talrijke godsdienstoorlogen waarin deze grensregio het strijdtoneel vormde.<br />
Ruimtelijk-structurerende waarde<br />
De drie kanalen (met name Damse Vaart, Leopold- en Schipdonkkanaal), de kreekrestanten en dijken<br />
zijn de voornaamste beeldbepalende en landschapsstructurerende elementen.<br />
De kanaaltaluds zijn beplant met opgaande bomen die het kanaal van ver zichtbaar maken en dit<br />
dominant open tot half-open polderlandschap verder indelen in grote compartimenten.<br />
De Damse vaart vormt de centrale as van de ankerplaats en wordt gekruist door het Schipdonk- en<br />
Leopoldkanaal.<br />
De dijken bepaalden de periode van inpoldering en ontginning, en vormen de assen waarlangs de<br />
landbouwpercelen konden bereikt worden. De begeleidende bomenrijen versterken de<br />
landschapsvisuele ervaring. Tot op vandaag zijn de meeste wegen op een dijk gelegen, een ligging<br />
die de landschappelijke ervaring sterk beïnvloed.<br />
Lapscheure is ontstaan op kruising van een dijk en een weg. Hoeke werd gesticht op een hoek van de<br />
Kringeldijk.<br />
23<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
De kreken zorgen voor het onderscheid binnen landbouwland in het binnendijkse gebied: weilanden<br />
op de lagere gronden langs de kreken en akkerbouw op grotere afstanden.<br />
8. aanpassingen tov de oorspronkelijke fiche van de ankerplaats omwille van<br />
nieuwe inzichten<br />
Samenvoegen van oorspronkelijk drie afzonderlijke ankerplaatsen<br />
In dit dossier worden drie ankerplaatsen uit de landschapsatlas samen besproken.<br />
<strong>Ankerplaats</strong>en ‘Damme en omgevende polders’ (Anker ID: A30018), ‘Kreken Lapscheure’ (Anker ID:<br />
A30005) en ‘Fort van Beieren’ (Anker ID: A30064) worden samengevoegd tot ankerplaats ‘Damse<br />
Vaart met omgevende polders, Fort van Beieren en de kreken van Lapscheure’.<br />
Ze zijn samengevoegd tot één omdat ze langs de Damse Vaart liggen én langs de voormalige<br />
verbinding van Brugge naar de Noordzee. Het Schipdonk- en Leopoldkanaal zijn veel later aangelegd<br />
en vormen sterk beeldbepalende landschapselementen, maar het landschap ten noorden en ten<br />
zuiden ervan verschilt niet wezenlijk door deze kanalen.<br />
Voorstellen tot wijziging perimeter<br />
Door de aanpassingen van de perimeter neemt de totale oppervlakte van de ankerplaats toe met<br />
601,6 ha, van 2783,64 tot 3385,24 ha. De 11 uitbreidingen beslaan een oppervlakte van 622,76ha, de<br />
inkrimpingen 27.8 ha.<br />
A. Stad Damme<br />
Oppervlakte: 2,78 ha (uitbreiding)<br />
Gemeente: Damme; deelgemeente: Damme<br />
Motivatie:<br />
• Beschermd stadsgezicht<br />
• Maakte deel uit van fortstructuur Damme<br />
• Wegwerken van insnoering<br />
• 3 woningen opgenomen in inventaris van bouwkundig erfgoed<br />
B. Lieve - Konduitput<br />
Oppervlakte: 10,07 ha (uitbreiding)<br />
Gemeente: Damme; deelgemeente: Damme<br />
Motivatie:<br />
• Historische betekenis van de Lieve in waterhuishouding van het gebied<br />
C. Hoeve tussen Oostkerke en Leopoldkanaal<br />
Oppervlakte: 1,46 ha (uitbreiding)<br />
Gemeente: Damme; deelgemeente: Oostkerke<br />
Motivatie:<br />
• Door samenvoegen van de 2 ankerplaatsen zou dit een eiland geworden zijn dat wordt<br />
uitgesloten uit de ankerplaats. Dit gaat in tegen de afbakeningsprincipes voor ankerplaatsen.<br />
• De hoeve is opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed.<br />
• Hoeve met omgevende boomgaard en weiland vormt een fraai ensemble.<br />
D. Dorp Oostkerke<br />
Oppervlakte: 5,60 ha (uitbreiding)<br />
Gemeente: Damme; deelgemeente: Oostkerke<br />
Motivatie:<br />
• Bouwkundig erfgoed, vooral de typische witte huisjes in de Sint-Kwintensstraat (foto 22)<br />
• Hoeve “Groenhove”: bouwkundig erfgoed<br />
• Waardevolle dorpskern als geheel opnemen<br />
• Wegwerken insnoering<br />
E. Hoeve in Namenpolder, z.g. "Bernaertsbilk"<br />
Oppervlakte: 1,16 ha (uitbreiding)<br />
24<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Gemeente: Damme; deelgemeente: Lapscheure<br />
Motivatie:<br />
• De hoeve is opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed.<br />
• Wegwerken van insnoering<br />
F. Spermaliepolder<br />
Oppervlakte: 20,40 ha (uitbreiding)<br />
Gemeente: Damme; deelgemeente: Lapscheure<br />
Motivatie:<br />
• Bunkers: bouwkundig erfgoed (foto 9)<br />
• Verdwenen site van Lapscheure (archeologische waarde)<br />
• Concentratie doornhagen met oude exemplaren Sleedoorn<br />
• Dijken<br />
• Graslanden met microreliëf, laantjes en poelen<br />
G. Percelen tussen Zuidervaartje en Damse Vaart<br />
Oppervlakte: 2,23 ha (uitbreiding)<br />
Gemeente: Damme; deelgemeente: Damme<br />
Motivatie:<br />
• Logischer geheel: fysische grens (weg)<br />
H. Akkerpercelen ten zuiden van hoeve Bonem<br />
Oppervlakte: 16,29 ha (inkrimping)<br />
Gemeente: Damme; deelgemeente: Damme<br />
Motivatie:<br />
• Geen landschappelijke waarden bekend<br />
• Grens lag reeds op perceelsgrenzen<br />
I. Akkerbouwgebied ten oosten van Lapscheure<br />
Oppervlakte: 10,91 ha (inkrimping)<br />
Gemeente: Damme; deelgemeente: Lapscheure<br />
Motivatie:<br />
• Geen landschappelijke waarden bekend<br />
J. Polderhoeve<br />
Oppervlakte: 0,57 ha (inkrimping)<br />
Gemeente: Damme; deelgemeente: Lapscheure<br />
Motivatie:<br />
• Uitbreiding van bestaande hoeve zonder efgoedwaarde (loodsen)<br />
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
K. uitbreiding hoeves en omgeving langs de Gemeneweidestraat (Brugge)<br />
Oppervlakte: (uitbreiding): 11,8 ha (uitbreiding)<br />
Gemeente: Brugge, deelgem. Koolkerke<br />
Motivatie: deze zone sluit onmiddellijk aan bij het voormalige fort van Beieren, herbert diverse historich<br />
waardevolle hoeves en ook hoeve die verbonden was met het kasteeldomein “Fort de la bavière”<br />
L. uitbreiding met Damse Vaart (strook langs Fort van Beieren) tot aan de Polderstraat:<br />
Oppervlakte: 12,67 ha (uitbreiding)<br />
Gemeente: Brugge deelgem. Koolkerke<br />
Motivatie: vervolg van de Damse Vaart in zuidelijke richting ook meenemen, coherent met rest van de<br />
ankerplaats<br />
M. Uitbreiding percelen ten noordwesten van Fort van Beieren:<br />
Oppervlakte (uitbreiding); 2 ha (uitbreiding)<br />
Gemeente: Brugge, deelgem. Koolkerke<br />
Motivatie: open ruimte nabij Fort van Beieren om openheid van omgeving en zicht op omgevende<br />
polders te vrijwaren.<br />
N. Uitbreiding langs de Polderstraat (Damme)<br />
Oppervlakte: 5.06 ha (uitbreiding)<br />
25<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Gemeente: Damme<br />
Motivatie: opname van de polderstraat als oud dijk- en wegtracé binnen de ankerplaats.<br />
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
O. uitbreiding met de OLV polder, Hoge Hem en zone tussen Vredestraat-Molentje en Sint-Pietersdijk<br />
Oppervlakte: 253,4 ha (uitbreiding)<br />
Gemeente: Damme<br />
Motivatie: opname van de volledige polder waarin Zevengemeten en Rietgeule liggen, en historisch<br />
ingepolderd zijn door aanleg van de Sint-Pietersdijk<br />
P. Omgeving Zuiddijk –Stampershoek – Zuid-over de Lievegeleed<br />
Oppervlakte: 284,24 ha (uitbreiding)<br />
Gemeente: Damme<br />
Motivatie: gebied werd gedurende middeleeuwen ingepolderd getuigen de dijken, sluit aan bij gebied<br />
rond Bonem en omvat ook belangrijke waterloop van Zuid-over-de-Lievegeleed.<br />
Q. Uitbreiding langs Leopold- en Schipdonkkanaal:<br />
Oppervlakte: 14,95 ha (uitbreiding)<br />
Gemeente: Damme<br />
Motivatie: zone tussen uitbreiding “OLV polder, Hoge Hem en zone tussen Vredestraat-Molentje” én<br />
“Omgeving Zuiddijk –Stampershoek – Zuid-over-de-Lievegeleed”<br />
Inhoudelijke tekstuele wijzigingen<br />
In oorspronkelijke beschrijving ankerplaats ‘Damme en omgevende polders’ (Anker ID: A30018):<br />
<br />
<br />
<br />
Het is niet de kerk van Hoeke maar wel die van Oostkerke die een platte toren heeft. Lissewege ligt<br />
niet in deze ankerplaats.<br />
In de oorspronkelijke fiche wordt verwezen naar het zogenaamde Duinkerke-transgressiemodel. Dit<br />
model gaat uit van een opeenvolging van sedimentatiepakketten die zijn afgezet in een opeenvolging<br />
van zeespiegelstijgingen (transgressiefase) en zeespiegeldalingen (regressiefase). Door de<br />
beschikbaarheid van nieuwe gegevens en inzichten wordt dit model verlaten en vervangen door het<br />
Relatieve Zeespiegelrijzing-model (RZS). Hierbij wordt uitgegaan van een continue zeespiegelstijging,<br />
maar met wisselende snelheid. De werking van de getijden en getijdengeulen krijgt een belangrijke rol<br />
toebedeeld in dit nieuwe model.<br />
9. Toekomstige ruimtelijke vertaling en visie op de ankerplaats<br />
Deze tekst samen met de toegevoegde kaart 'voorstel ruimtelijke vertaling' lezen.<br />
Algemeen (geldend voor ankerplaats als geheel)<br />
a) De evolutie van het landschap hangt samen met de huidige en toekomstige ontwikkelingen<br />
binnen de landbouw. Een leefbare landbouw met respect voor de landschapskenmerken is<br />
dan ook een essentiële voorwaarde om de identiteit van het landschap te behouden. Een<br />
duurzaam agrarisch landschap en functiebehoud van de boerderijen staan centraal in de visie.<br />
b) Het landbouwgebruik dient afgestemd te worden op de aanwezige landschapselementen en –<br />
structuren om die verder instand te houden. De aanwezige graslandpercelen - in het bijzonder<br />
historisch permanent grasland - dienen bestendigd te worden. Omzetten naar akkerland is<br />
niet wenselijk. Schaalvergroting gaat gepaard met verlies van perceelsrandbegroeiing en<br />
diversiteit en is bijgevolg niet gewenst. Het beheer van graslanden en de gebruiksintensiteit<br />
wordt afgestemd op actuele floristische, faunistische, cultuurhistorische, archeologische en<br />
landschappelijke waarden en potenties. Laantjes, poelen en andere kleine<br />
landschapselementen worden instandgehouden door uitvoeren van de nodige<br />
onderhoudswerken; waar deze elementen verdwenen of vervaagd zijn, is herstel of<br />
herwaardering aangewezen ter versterking van de historische en natuurwetenschappelijke<br />
waarden;<br />
26<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
c) Het netwerk van sloten, grachten en waterwegen wordt goed onderhouden in functie van<br />
duurzaam behoud. Ook waterbouwkundige infrastructuren zoals sluizen, stuwen, bruggen,<br />
duikers, enz… worden eveneens instandgehouden en goed onderhouden.<br />
d) Microreliëf is zeer kenmerkend voor deze polders. Het microreliëf is het gecombineerde<br />
resultaat van reliëfsinversie (inklinken veen; vooral Oudland), dijkaanleg en -doorbraken,<br />
uitvening, uitbrikking, aanleg waterhuishoudingsstructuren (o.a. laantjes); Het microreliëf heeft<br />
een grote invloed op de vochttoestand, vegetatie, landschappelijke beleving, … en is dan ook<br />
van prioritair belang in het toekomstig beheer van het gebied;<br />
e) De dijken blijven behouden of worden hersteld, waarbij de dimensies, de houtige begroeiing<br />
op bermen en het typische profiel ervan behouden en herkenbaar blijven/worden. Herstel van<br />
het historisch dijkprofiel en begeleidende grachten is te overwegen waar dit niet meer<br />
herkenbaar of verdwenen is. De dijken vervullen een belangrijke rol als lijnvormige<br />
ecologische verbinding tussen de grotere biotopen;<br />
f) De bomenrijen met Canadapopulier zijn zeer kenmerkend voor het landschap van de<br />
ankerplaats. De oude cultuurvariëteiten van populier, zoals Marilandica, Serotina, Blauwe van<br />
Exaarde en Regenerata, verdienen prioritaire beschermingsmaatregelen als beeldbepalende<br />
en karakteristieke bomen van de 18 de en vooral 19 de eeuwse landschappen in deze streek, én<br />
als genenbron voor deze variëteiten.<br />
g) Behoud van het bouwkundig erfgoed, zoals opgenomen in hoofdstuk 6. De karakteristieke<br />
omgevingelementen zoals bomenrijen, knotbomenrijen, boomgaarden, hagen, poelen,<br />
grachten, enz. worden onderhouden teneinde herkenbaar te blijven. Bij verbouwing of<br />
nieuwbouw in de onmiddellijke omgeving van bouwkundig erfgoed dient de omgeving door<br />
een passende aanleg bij te dragen aan de omkadering en landschappelijke integratie van de<br />
gebouwen; Nieuwbouw in functie van landbouwactiviteit kan principieel toegelaten worden<br />
voor zover de inplanting niet storend is ten aanzien van het bouwkundig erfgoed, en de<br />
constructies zich door de dimensies, architecturale vormgeving, materiaalgebruik, kleurstelling<br />
en de omkadering integreren in het landschap. Voor de andere gebouwen worden de<br />
dimensies, het gabariet, schaligheid enz. afgestemd op de landelijke omgeving. Ook de<br />
onmiddellijke omgeving dient door een passende aanleg bij te dragen aan het landelijk<br />
karakter en de integratie van de bebouwing.<br />
h) In functie van de archeologische sites en vindplaatsen, én de restanten van forten en militaire<br />
verdedigings- en vestingsstructuren, dient de huidige terreingesteldheid bewaard te blijven en<br />
kunnen geen reliëfwijzigingen uitgevoerd worden. Mits een goede motivering, én indien de<br />
impact op het archeologisch patrimonium of schade eraan beperkt blijft, kan er voor het licht<br />
profileren van de restanten van een walgracht en werkzaamheden in het kader van<br />
natuurwaarden, hierop een uitzondering gemaakt worden. Elke ingreep in de buurt van alle<br />
gekende archeologische sites moeten op de gepaste manier archeologisch begeleid worden.<br />
1° Stad Damme met stadsomwallingen<br />
a) Verdere onderhoud en eventueel herstel van vestingsstad “Damme” op landschappelijk en<br />
archeologisch verantwoorde manier met aandacht voor de ecologische waarden;<br />
b) Behoud van bomenrijen die de vestingsstructuur visueel zeer sterk accentueren. Langs het<br />
zuidervaartje staan bomenrijen in de voormalige loop van vestinggracht; in functie van het<br />
herstel van vestingsstructuren is het wenselijk de gracht terug in zijn oorspronkelijke breedte<br />
te brengen en de bomenrijen eventueel opnieuw aan te planten maar dan buiten de eigenlijke<br />
gracht. Door ‘gaten’ in deze groene scherm zijn er zichten op de stadskerk van Damme met<br />
de platte kerktoren;<br />
c) Gezien de nefaste effecten van akkerbouw op de vestingsstructuren (de diverse<br />
grondbewerkingen en erosiegevoeligheid) dient akkerbouw op de walstructuren vermeden te<br />
worden en bij voorkeur omgezet te worden naar graslanden.<br />
d) Onderhouden en instandhouden van het historische stratenpatroon en samenhangend<br />
perceelsstructuur, waarbji het bouwkundig patrimonium behouden blijft en nieuwbouw zich<br />
maximaal inpast en integreert in het algemene beeld en specifieke straatbeeld binnen het<br />
stadsgezicht Damme;<br />
2° Oud polderlandschap ten noorden van Damme<br />
a) Behouden en beheren van grote historische graslandcomplexen met microreliëf. Het<br />
microreliëf heeft naast een cultuurhistorische waarde ook een belangrijke rol in de floristische<br />
en faunistische waarden, door de ermee samenhangende gradiënten in<br />
27<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
bodemkarakteristieken vochttoestand.<br />
b) Behoud van open karakter van het polderlandschap.<br />
c) Instandhouden en versterken landschappelijke ervaring van het historische<br />
landgebruikspatroon, met graslandgebruik op de nattere gronden en akkerbouw op de<br />
drogere kreekruggen;<br />
d) Instandhouding en aangepast beheren van de Romboutswervedijk met context: verhoogde<br />
dijk, dijkprofiel, bomenrijen, begeleidende grachten, dijkdoorbraakrelicten, …;<br />
e) Bestaande landschapspatronen intact houden: perceelsstructuur, hydrografisch stelsel,<br />
wegenpatroon, dijken;<br />
f) Behouden en eventueel accentueren van relicten van ’t Verbrand fort, redoute ‘Fort bij de<br />
Damse vaart’,<br />
g) De verspreide hoeves blijven de enige bebouwing in het polderlandschap. Via erfinrichting<br />
wordt de omgeving – op landschapshistorische verantwoorde wijze – verbeterd.<br />
3° Polders van Oostkerke - Hoeke<br />
a) Behoud en beheer van graslanden, met microreliëf, laantjes, perceelsrandbegroeiing;<br />
b) Beheer van kasteeldomein van Oostkerke (gebouwenpatrimonium en omgevende park) als<br />
één samenhangend geheel;<br />
c) Behoud van lijnvormige groenelementen, met behoud en/of herstel van de historische<br />
vegetatiestructuur en soorten.<br />
d) Instandhouding en aangepast beheren van de Romboutswervedijk met context: verhoogde<br />
dijk, dijkprofiel, bomenrijen, begeleidende grachten, dijkdoorbraakrelicten, …;<br />
e) Uitgeveende gronden behouden en kenbaar maken (historiek, ecologie, …);<br />
f) Landschappelijke inkleding van de N49;<br />
g) Behouden en aangepast beheren van het dens hydrografisch netwerk met vaarten, aders,<br />
hoofdgrachten, perceelsgrachten en laantjes;<br />
h) De historische dorpsstructuur van Oostkerke en Hoeke (stratenpatroon, percelering) en<br />
authentiek landelijk karakter verder onderhouden en instandhouden; nieuwbouw dient zich<br />
maximaal in te passen en te integreren in het algemene beeld en de kenmerken van deze<br />
dorpen en het specifieke straatbeeld. Vrijwaren van de zichten op de compacte dorpskernen.<br />
i) Instandhouding en eventueel herstel van de Krinkeldijk en Mostaerddijk, met context:<br />
dijkprofiel, begroeiing, begeleidende grachten;<br />
j) De verspreide hoeves blijven de enige bebouwing in het polderlandschap. Via erfinrichting<br />
wordt de omgeving – op landschapshistorische verantwoorde wijze – verbeterd.<br />
k) Behoud van perceelspatroon en wegenpatroon (deels gekoppeld aan dijken)<br />
l) Behouden en eventueel accentueren van de relicten van Fort Sint-Frederik: een vierkant<br />
gebastioneerd fort waarvan gracht, wal en middenplein nog herkenbaar zijn aan reliëf .<br />
m) In stand houden en ontsluiten van de Zwarte Sluis als waterbouwkundig erfgoed;<br />
4° Omgeving voormalige Zwingeul<br />
a) Behouden, eventueel herinrichten en gepast beheren van de talrijke dijken, als getuigen van<br />
de inpolderingsgeschiedenis en als belangrijke landschapsstructuren;<br />
b) Behoud van lijnvormige groenelementen, met behoud en/of herstel van de historische<br />
vegetatiestructuur en soorten.<br />
c) Behouden en aangepast beheren van het dens hydrografisch netwerk met vaarten (o;a<br />
Hoekevaart, Zuidervaartje), aders (o.a. Moerader), hoofdgrachten, perceelsgrachten en<br />
laantjes;<br />
d) Geen verdere omzetting van historische graslanden naar akkers;<br />
e) Behoud van resterend typisch perceleringspatroon van de voormalige Zwingeul<br />
f) De verspreide hoeves vormen de voornaamste bebouwing in het polderlandschap. Via<br />
erfinrichting wordt de landschappelijke ervaring – op historische verantwoorde wijze –<br />
verbeterd.<br />
g) Hoge prioriteit aan landschapsbehoud en -herstel in de Lemspolder, omwille van het<br />
waardevolle kleinschalige karakter;<br />
h) Behouden en eventueel accentueren van de relicten van het Fort Sint-Donaas, het Fort van<br />
Bekhof en het verdwenen dorp Monnikerede;<br />
i) Uitgebrikte gronden behouden en kenbaar maken (historiek, ecologie, …)<br />
j) Opmaak van globaal toekomstplan voor kleiwinningsgebieden, uitgaande van de<br />
28<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
landschappelijke en ecologische waarden;<br />
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
5° Krekengebied van Lapscheure<br />
a) Via beschermingsmaatregelen (aangepast oeverbeheer en buffering ten aanzien van het<br />
aanpalende landbouwpercelen), de waardevolle kreken vrijwaren.<br />
b) Behoud van lijnvormige groenelementen, in het bijzonder de polderheggen met behoud en/of<br />
herstel van de historische patronen en soorten.<br />
c) Verschil inzake agrarisch landgebruik tussen centrale deel enerzijds én het noordoostelijke<br />
deel en zuidwestelijke deel (groter aandeel grasland, respectievelijk groter aandeel akkerland)<br />
herkenbaar houden en eventueel nog versterken;<br />
d) Behouden en accentueren van perceelsstructuur , die geënt is op de hoofdwaterlopen en de<br />
dijk;<br />
e) Behoud en ontsluiten van historisch en esthetisch waardevol landschap in de<br />
Spermaliepolder: behoud als grasland met microreliëf, met aan dijken gekoppelde bunkers,<br />
behoud, beheer en verjonging van de kenmerkende doornhagen;<br />
f) Behouden en eventueel accentueren van de relicten van archeologische en bouwkundig<br />
erfgoed, waaronder “Oud Lapscheure”, Fort Sint-Job en Blauwe Sluis;<br />
g) Sint-Pietersdijk, Groenendijk en Zeedijk: instandhouding en aangepast beheer van deze<br />
relatief hoge dijken met inbegrip van de eventueel aanwezige houtige begroeiing;<br />
h) Opmaak van globaal toekomstplan voor kleiwinningsgebieden, waarin historische,<br />
landschappelijke en ecologische waarden centraal staan;<br />
6° De Lieve, Hoeve Bonem en omgevende kreekrestanten<br />
a) Het tracé en de loop van Lieve herkenbaar houden aan de hand de perceelsstructuur.<br />
b) Hoeve Bonem: behoud van hoeve en context als historisch belangrijke site<br />
7° Damse Vaart<br />
a) Duurzaam instandhouden van kenmerkende bomenrijen op de dijktaluds, met de oude<br />
gecerificeerde cultuurvariëteiten van Canadapopulier en gecertificeerd plantmateriaal;<br />
b) Dijkwoningen als specifiek bewoningstype behouden en landschappelijk ontsluiten.<br />
c) Optimaliseren van recreatieve routes (fietsers, wandelaars, ruiters) langs de Damse Vaart<br />
(inclusief veerpont(en)), in functie van ervaring van en draagvlak voor de landschappelijke<br />
waarden. Kobus, zelfbedieningsveerpont over Damse Vaart ter hoogte van Hoeve Sint-<br />
Donaas;<br />
8° Leopoldkanaal en Schipdonkkanaal<br />
a) Duurzaam behoud van kenmerkende bomenrijen als groen lijnelement, op de dijktaluds en op<br />
de berm tussen de 2 kanalen;<br />
b) Behoud van (relicten van) sifon als bouwkundig erfgoed (uitgebreidere informatieverstrekking<br />
ter plaatse).<br />
9° Fort van Beieren en omgeving<br />
a) Behoud van de historische vestingsstructuur, en eventueel herstel ervan; historische<br />
parkaanleg herkenbaar houden door een aangepast park- en bosbeheer, onderhoud van<br />
parkelementen (bruggen, padenstructuur, merkwaardige parkbomen,…) en andere restanten<br />
van het kasteeldomein (moestuinmuur, ijskelder, toegangspoort, …)<br />
b) Behoud van de historisch waardevolle hoeves met hun traditionele erfomgeving<br />
(toegangsdreef, boomgaard, hagen, huisweiden, …)<br />
10° Stampershoek – Zuiddijk – Zuid-over-de-Lievegeleed:<br />
a) Behoud van het aanwezige perceelspatroon, gestructureerd op de dijken en met langwerpige<br />
vorm; behoud van de resterende perceelsrandbegroeiing en herstel ervan door stimulerende<br />
maatregelen;<br />
b) Behoud van de straat “hulsterlo” met recht tracé en smal profiel<br />
c) Zuiddijk: behoud van het dijklichaam (licht verheven ten opzichte van omgeving), en typisch<br />
profiel van smalle rijweg, bermen en eventueel langsgrachten;<br />
d) Stampershoekbeek: behoud van slingerende loop van de beek<br />
e) Zuid-over-de-Lievegeleed: behoud van de slingerende loop van de beek met begeleidende<br />
dijkjes aan weerszijden metdaarop de karakteristieke bomenrijen;<br />
29<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
f) De karakteristieke en traditionele omgevingselementen rond hoeves (zoals hagen,<br />
bomenrijen, boomgaarden, huisweiden) zijn nog in blenagijrke mate aanwezig en dienen<br />
zeker behouden te blijven. Waar ze verdwenen zijn of sterk aangetast, kunnen ze opnieuw<br />
hersteld worden. .<br />
10. Kansen, knelpunten en aandachtspunten<br />
De jongste decennia intensiveerde en rationaliseerde de landbouw. Door schaalvergroting en door<br />
omzetting van (historisch permanent) grasland naar akker gingen er landschapswaarden verloren,<br />
zoals microreliëf, perceelsrandbegroeiing en archeologica (vb. relicten van forten en redoutes).<br />
Waar akkerland grenst aan kreekoevers, worden de oevers en de vegetatie vaak schade berokkend<br />
door de intensieve bewerking (o.a. door te ploegen tot zeer dicht tegen de oevers). Hetzelfde geldt<br />
voor akkerbouw op en langs dijken.<br />
<br />
Ook grootschalige grondwerken -ophogingen en afgravingen - leiden tot een aantasting van de<br />
landschappelijke, meer bepaald de historische en archeologische waarden.<br />
Baggerwerken enkele jaren terug hebben zware vernielingen aangebracht aan deze zeer waardevolle<br />
drijftilvegetaties in de kreek Lievegeleed nabij de Blauwe Sluis. Het (ruimings-)beheer van veel<br />
waterlopen dient aangepast te worden waarbij wordt uitgegaan van de vereisten van de waardevolle<br />
vegetaties.<br />
De bebouwing in het gebied is beperkt tot enkele compacte dorpen en verspreide (voormalige)<br />
hoeves. De zeer lage bebouwingsgraad draagt sterk bij tot de ervaring en waardering van het<br />
uitgesproken rurale landschap.<br />
Wat het bouwkundig erfgoed betreft is een oordeelkundig en behoudsgezind ingrijpen bij<br />
verbouwingen of renovaties zeer belangrijk om de erfgoedwaarden en –kenmerken te respecteren.<br />
Niet alleen het gebouw zelf, maar ook de omgeving en de extrinsieke waarden van gebouwen zijn in<br />
dit dominant open landschap belangrijk en verdienen de nodige aandacht als contextuele omgeving.<br />
Tal van hoeves hebben een grote bouwkundige waarde. Volledige nieuwbouw naar origineel model of<br />
stijl, heeft misschien wel nog het uitzicht maar niet meer de intrinsieke waarde ervan.<br />
Rigoureuze verbouwingen nadat de landbouwfunctie is verdwenen, leiden vaak tot sterke afname van<br />
de bouwkundige erfgoedwaarde. In functie van een duurzaam agrarisch landschap dienen<br />
verbouwingen/aanpassingen aan gebouwen het rurale karakter te respecteren.<br />
Vanuit Koolkerke rukt de bebouwing op richting deze ankerplaats. Ook ten zuidoosten van Damme,<br />
aan de Kerkstraat is er recente lintbebouwing. Om het zicht op de ankerplaats te bewaren moet men<br />
dit verhinderen.<br />
De windturbines op de bedrijvenzone langs het Boudewijnkanaal zijn her en der zichtbaar en zeer<br />
markant in het landschapsbeeld. Deze bakens zijn een nieuw element in het beeld van het traditionele<br />
agrarische landschap. Daarom dient een uitbreiding van windturbineparken in de omgeving van deze<br />
ankerplaats steeds goed afgewogen te worden in functie ten aanzien van de landschapswaarden en –<br />
kenmerken.<br />
De hoogstamboomgaarden nabij hoeves en huisweiden, verdwijnen meer en meer uit het landschap,<br />
maar ze waren in historisch opzicht steeds aanwezig in deze streek. Sommige boomgaarden zijn<br />
bovendien reeds gereduceerd tot slechts enkele bomen. Projectmatige aanpak om ze te herstellen,<br />
bijvoorbeeld landschapsinkleding van landbouwbedrijven, kan leiden tot heraanplant van<br />
hoogstamboomgaarden.<br />
<br />
De smalle kronkelende wegen, veelal op oude dijken, zijn typisch voor de streek (foto 6). De Oude<br />
Westkapellestraat heeft nog een kassei-verharding en meerdere dijkwegen (vb. Zeedijk, Groenendijk)<br />
zijn onverhard. Behoud van het landelijk karakter met inbegrip van type-verharding (geen verharding,<br />
half verharding, volledige verharding) van deze trage wegen is een aandachtspunt. Behoud van trage<br />
wegen remt ook de verstedelijking af. De focus dient te liggen op een goede ontsluiting in functie van<br />
landbouw, fietsers en wandelaars, zonder extra verkeer aan te trekken.<br />
<br />
30<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
De populierenrijen langs de kanalen en de dijken zijn gaandeweg een typisch kenmerk van het Damse<br />
polderlandschap geworden. De kenmerkende Canadapopulieren van oudere variëteiten (foto 5 - 7,<br />
met hun kromme vorm (zoals Marylandica, Regenerata, Serotina, Blauwe van Eksaarde, …), worden<br />
geassocieerd met de Damse Vaart en de omliggende regio. Het is dan ook zeer positief dat de<br />
Provincie West-Vlaanderen voor de bomenrijen langs de Damse Vaart bij vervanging (kaprijpe leeftijd)<br />
kiest voor Populus Canadensis Marilandica.<br />
De verlaten steenbakkerij-site van Hoeke ligt er verwaarloosd bij (foto 25) en worden daardoor ook<br />
gebruikt voor doeleinden die niet stroken met het landschappelijk belang. Enkele gebouwen zijn er<br />
zeer slecht aan toe. Ontwikkeling van een globale visie naar herbestemming, inrichting en beheer is<br />
aangewezen.<br />
Voor de camping van Hoeke (foto 27), net ten zuiden van de Damse Vaart, is een betere<br />
landschappelijke inkleding gewenst, bijvoorbeeld met groenschermen.<br />
In zijn huidige toestand vormt de N49 reeds een knelpunt omwille van de doorsnijding van het<br />
landschap en de versnippering. In uitvoering van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen wordt de N49<br />
omgebouwd tot primaire weg en daarom moeten de gelijkgrondse kruisingen volledig verdwijnen en<br />
dienen lokaal en boven-lokaal verkeer gescheiden te worden. De huidige N49-AX wordt afgestemd op<br />
snel verkeer en vrachtverkeer. Voor het lokaal verkeer worden over verschillende stroken<br />
parallel/ventwegen aangelegd. De negatieve impact op het landschap zal hierdoor nog toenemen.<br />
Gezien de grote landschappelijke waarde van het gebied is het zeer belangrijk zoveel mogelijk gebruik<br />
te maken van bestaande wegenstructuur en bij eventuele nieuwe wegen de landschapppelijk<br />
waardevolle zones te ontzien of de impact erop tot minimum te beperken. Verder is ook de<br />
landschappelijke inpassing ervan een belangrijk aandachtspunt bij ontwerp van de wegen. Belangrijke<br />
andachtspunten zijn alleszins: zichtbaarheid en windbeschikbaarheid voor de Hoekemolen;<br />
hoogteligging van de wegen in het landschap; geen extra wegtracées door de waardevolle kreken<br />
(foto 16).<br />
De relicten van forten en redoutes zijn belangrijke maar kwetsbare elementen. De studie van Termote<br />
& Zwaenepoel (2004) biedt een goed overzicht van de bestaande sites en stelt een onderbouwde<br />
toekomstvisie voorop per locatie, variërend van behoud over accentuering tot restauratie.<br />
Deze studie krijgt een vervolg in het project van de Staats-Spaanse linies door de provincie West-<br />
Vlaanderen, waarin het onderhoud, instandhouding, reconstructie en historisch getrouw herstel van<br />
forten voorzien zijn, evenals een educatief luik om historische achtergrond van de forten te duiden.<br />
De hoeves langs de Gemeneweidestraat (Brugge) worden omgeven door traditionele erfbeplanting<br />
(hagen, boomgaard, bomenrijen, enz.) en staan in een open agrarische omgeving. Volgens het<br />
gewestplan staan ze echter in woongebied. Realisatie van deze bestemming zou de context van de<br />
hoeves in negatieve zin beïnvloeden; daarom bepleiten we om die zone te vrijwaren als open<br />
(onbebouwde) ruimte.<br />
11. Gewenste planologische afstemming<br />
Uitgaande van de huidige bestemmingen op het gewestplan lijken er enkele potentiële knelpunten met<br />
de ruimtelijke visie voor deze ankerplaats.<br />
Ten noorden van Damme is er, aansluitend bij het Schipdonkkanaal, een zone die op het gewestplan<br />
is aangeduid als ‘agrarisch gebied’ en dus niet als ‘landschappelijk waardevol agrarisch gebied’. In dit<br />
gebied liggen een meerdere waardevolle landschapselementen, zoals de Romboutswervedijk, ’t<br />
Verbrand fort (beheerd als natuurreservaat), het Oude Zwinkanaal, graslanden met microreliëf. Een<br />
intensivering van het landbouwgebruik (vb. omzetting naar akkerpercelen) kan de landschappelijke<br />
waarden schaden.<br />
Zowel aan de oude kleiwinning tussen Hoeke en Lapscheure als aan fort Sint-Donaas is het<br />
ontginningsgebied voorzien op het gewestplan ruimer dan de effectief reeds ontgonnen oppervlakte.<br />
31<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
In het Bijzonder Oppervlaktedelfstoffenplan Alluviale klei van Schelde- en Maasbekken & Polderklei<br />
(definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 20 februari 2009) wordt hierover het volgende<br />
gesteld:<br />
Zwarte Sluis (Damme; 4,1 ha): voorstel om de bestaande nabestemming ‘Natuur’ om te zetten<br />
naar de effectieve bestemming (geen interesse vanuit de sector om deze zone verder te<br />
ontginnen)<br />
Hoeke steenbakkerij (Damme, 84,3 ha): voor de 39,2 ha die reeds ontgonnen werd wordt<br />
voorgesteld de nabestemmingen om te zetten naar de effectieve bestemmingen; voor de<br />
overige 45,1 ha wordt voorgesteld om zowel de bestemming ‘ontginningsgebied’ als de<br />
nabestemmingen ‘landbouw’ en ‘natuur’ te behouden (met oog op het onderliggende zand) en<br />
te evalueren in het kader van het bijzonder oppervlaktedelfstoffenplan Zand in West-<br />
Vlaanderen<br />
Kromme Ader (Damme, 6,6 ha): ontginningsgebied dat voorlopig behouden blijft met oog op<br />
het onderliggende zand en geëvalueerd moet worden in het kader van het bijzonder<br />
oppervlaktedelfstoffenplan Zand in West-Vlaanderen<br />
Vanuit landschappelijk oogpunt kan gepleit worden voor een overkoepelende toekomstvisie van de<br />
reeds ontgonnen gebieden én de eventueel nog te ontginnen gebieden. Zo kunnen de ontginning en<br />
de nabestemming ook afgestemd worden op het toekomstbeeld van de reeds ontgonnen gebieden.<br />
De zone van de “Zwarte Sluis” zou dus niet verder ontgonnen worden, wat verdere verstoring van het<br />
huidige landschap door die activiteiten uitsluit. Dit is dus gunstig ten aanzien van de<br />
landschapskenmerken en –waarden.<br />
De <strong>aanduiding</strong> als ankerplaats kan beleidsversterkend werken voor tal van initiatieven op vlak van<br />
ruimtelijke planning, landschapszorg, natuurbehoud en plattelandsbeleid wat overeenstemt met de<br />
Europese landschapsconventie.<br />
Aanzienlijke delen van de ankerplaats vallen in Vogelrichtlijngebied, Habitatrichtlijngebied, het VEN en<br />
erkend natuurreservaat. Het onderhoud en instandhouding van het landschap is zeker verzoenbaar<br />
met deze statuten en specifiek voor de Europese beschermingszones houdt de visie voor het<br />
landschap terdege rekening met de gunstige staat van instandhouding inzake de vogelstand en de<br />
natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (vogel- en habitatrichtlijngebieden) om betekenisvolle<br />
aantasting van de natuurlijke kenmerken te vermijden;<br />
De verweving tussen natuur, landschap en landbouw is in dit gebied heel sterk en dient bestendigd te<br />
blijven door een wel doordacht beheer en gebruik. Op deze manier kunnen de landschappelijke<br />
kwaliteiten van de polders bewaard blijven en uitgespeeld worden voor zacht recreatieve vormen.<br />
Langs de Gemeneweidestraat te Brugge ligt er een strook die volgens het gewestplan woongebied is;<br />
momenteel is die (nog) niet gerealiseerd. We treffen hier wel diverse waardevolle<br />
landschapselementen en -structuren aan die gerelateerd zijn aan de hoeves. In concreto gaat het over<br />
boomgaard, huisweiden, hagen, …. Ook de openheid van die percelen (in de zin van onbebouwd<br />
karakter) samengaand met het landbouwgebruik (weiland) bepaalt in belangrijke mate de context voor<br />
die hoeves. Daarom sturen we aan om de openheid van dit gebied en directe omgeving van de<br />
hoeves te vrijwaren van bebouwing.<br />
32<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
12. begrippenlijst en referenties<br />
Verklarende woordenlijst:<br />
Voor de verklaring van begrippen is er een algemene begrippenlijst.<br />
De dossierspecifieke begrippen worden hieronder verklaard:<br />
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
Redoute of schans: een kleine vierzijdige versterking beschermd door een wal en een gracht, maar<br />
zonder bastions.<br />
Referenties van geraadpleegde literatuur en bronnen:<br />
Andries A. et al., 2008, De Lieve: tscoenste juweel dat de stede heeft, Wondelgem, uitg. Tijdelijke<br />
Vereniging de Gentsche Lieve, 216 p.<br />
Atlas van de relicten van traditionele landschappen in Vlaanderen (Landschapsatlas), Ministerie van<br />
de Vlaamse Gemeenschap afd. Monumenten en Landschappen, 2001<br />
,<br />
Centraal Archeologische Inventaris - Digitale databank<br />
Callaert G., Hooft E., m.m.v. Santy P. en Snauwaert L., 2006. Bouwen door de eeuwen heen in<br />
Vlaanderen. Inventaris van het bouwkundig erfgoed. Provincie West-Vlaanderen. Gemeente Damme<br />
Deel I : Stad Damme, Deelgemeenten Hoeke, Lapscheure en Moerkerke. Ministerie van de Vlaamse<br />
Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen & Vlaams Instituut voor het Onroerend<br />
Erfgoed<br />
Callaert G., Hooft E., m.m.v. Santy P. en Snauwaert L., 2006. Bouwen door de eeuwen heen in<br />
Vlaanderen. Inventaris van het bouwkundig erfgoed. Provincie West-Vlaanderen. Gemeente Damme<br />
Deel II : Deelgemeenten Oostkerke, Sijsele en Vivenkapelle. Ministerie van de Vlaamse<br />
Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen & Vlaams Instituut voor het Onroerend<br />
Erfgoed<br />
Ervynck A, et al., 1999, Human occupation because of a regression, or the cause of a transgression,<br />
Oudenburg<br />
Hillewaert B., 1984. Archeologisch Inventaris Vlaanderen. Band II: Oostkerke-bij-Brugge, Gent<br />
Mostaert F., Geografische situering en ontwikkeling van de Vlaamse kuststreek, In: Met zicht op Zee<br />
(samenstelling De Meulemeester J), overdruk van het themanummer van het tijdschrift Vlaanderen,<br />
jg. 49 -3, mei-juni 2000<br />
Nationaal Geografisch Instituut, topografische kaarten, Kaartbladen 5 en 13, schaal 1:25000<br />
Natuurpunt Damme, 2005. CD Natuur en Landschap in Damme, versie 1.1<br />
Provincie West-Vlaanderen, 2000. Kust en polder. Landschapseducatie in de Zwinstreek. Werkboek<br />
Strobbe M., 1983. Het landschap van de Zwinstreek. In: Monumenten en Landschappen, 2e jaargang,<br />
nr. 3, p. 8-23<br />
Termote J & Zwaenepoel A., 2004. Forten en verdedigingswerken in het Oost- en West-Vlaamse<br />
Krekengebied. Inventarisatie, beschrijving, beheersituatie, visieontwikkeling. Studie door Westtoer in<br />
opdracht van de Provincies Oost- en West-Vlaanderen<br />
D. Tys, De verwerping van het zgn. Duinkerke-transgressiemodel en nieuwe inzichten in de vroegste<br />
bedijking van de kustvlakte, In: Huys E. & Vandermaesen M. (eds.), Polders en wateringen, 2001,<br />
Brussel, pp. 17-53.<br />
A. Verhulst, Landbouw in Middeleeuws Vlaanderen, 1995, uitg. Gemeentekrediet<br />
33<br />
7/06/2010<br />
15:32:00
Versie 2/08/2010 14:02:00<br />
Zwaenepoel A., 2002. Populieren in traditionele landschappen: te mijden exoten of landschappelijk<br />
waardevolle bomen? Een case-study in het Beverhoutsveld (Oostkamp, Beernem), in de Assebroekse<br />
meersen (Assebroek, Oostkamp) en lang de Damse Vaart (Brugge, Damme).<br />
Websites<br />
www.damme-online.com (consultatie in periode februari 2009 tot mei 2009)<br />
www.molenechos.org (inventaris Belgisch molenbestand) (consultatie in periode februari 2009 tot mei<br />
2009)<br />
www.natuurpuntdamme.tk (consultatie in periode februari 2009 tot mei 2009)<br />
http://www.compostelagenootschap.be/resources/pages/449/etappe24_historisch_red.pdf (dd.<br />
23/04/2010)<br />
Historische kaarten<br />
Het Brugse Vrije, Claeissins de Jonge, 1597: getrouwe kopie van de noordoostelijke hoek (van<br />
Brugge tot de Westerschelde, met middenin het Zwin) van de kaart van Pieter Pourbus.<br />
Het Brugse Vrije, Claes Janszoon Visscher, 1640<br />
Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgesteld door Graaf de Ferraris (1771-1777),<br />
uitgave door het Gemeentekrediet, 1966, Brussel<br />
Vandermaelen: opname ca. 1850;<br />
Institut Carthografique Militaire: toestand 1871-1875, uitgave 1882<br />
Topografische kaart Nationaal Geografisch Instituut, uitgave 1983-1985<br />
Topografische kaart Nationaal Geografisch Instituut, uitgave 1996<br />
13. foto's<br />
Zie bijlage<br />
Joachim Lambrechts (Arcadis)<br />
Wouter Deventer (Agentschap R-O Vlaanderen; Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen)<br />
34<br />
7/06/2010<br />
15:32:00