11.09.2013 Views

Proefhoofdstuk [PDF] - Acco

Proefhoofdstuk [PDF] - Acco

Proefhoofdstuk [PDF] - Acco

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Patricia claessens & luc De Visschere<br />

Mondzorg<br />

Jong geleerd is oud gedaan


Inhoud<br />

Inleiding 7<br />

1. De gezonde versus ongezonde mond 9<br />

1.1 De gezonde mond 9<br />

1.1.1 Anatomie, fysiologie, microbiologie 9<br />

1.1.2 Natuurlijke tanden 10<br />

1.1.3 Weke delen 11<br />

1.1.4 Speekselklieren 11<br />

1.2 De ongezonde mond: de meest voorkomende mondaandoeningen 12<br />

1.2.1 Cariës 14<br />

1.2.2 Erosie 16<br />

1.2.3 Gingivitis 17<br />

1.2.4 Parodontitis 17<br />

1.2.5 Gingivale overgroei 18<br />

1.2.6 Aandoeningen van het mondslijmvlies 18<br />

Aften 18<br />

Traumatische ulceraties 19<br />

Stomatitis en orale mucositis 19<br />

Hyperplasie 19<br />

Candidiasis 20<br />

Cheilitis angularis 20<br />

1.2.7 Afwijkingen van de speekselklieren 21<br />

Hyposialie, xerostomie 21<br />

1.2.8 Halitose (slechte adem) 22<br />

1.3 De relatie mondgezondheid – algemene gezondheid 22<br />

1.3.1 Suikerziekte (diabetes mellitus) 22<br />

1.3.2 Longontsteking (pneumonie) 23<br />

1.3.3 Aandoeningen van hart en bloedvaten 24<br />

1.3.4 Zwangerschap 25<br />

5


6<br />

INHOUD<br />

2. Basispreventie mondzorg 27<br />

2.1 Belang van een goede mondhygiëne 27<br />

2.2 Mondzorgacties 28<br />

2.3 Uitvoeren van de mondhygiëne door de zorgverlener bij de zorgaanvrager 30<br />

2.3.1 Voorbereiding 30<br />

2.3.2 Handelingen voor het poetsen van de natuurlijke tanden en het<br />

tandvlees bij de zorgvrager 30<br />

2.3.3 Handelingen voor het poetsen van gebitsprothesen 32<br />

2.3.4 Bijkomende richtlijnen 33<br />

Poetsmoment 33<br />

Poetsduur 34<br />

Kleefmiddelen 34<br />

2.3.5 Handelingen voor het poetsen van de weke delen 35<br />

Poetsen van het mondslijmvlies 35<br />

Poetsen van de tong 35<br />

2.4 Hulpmiddelen voor het uitvoeren van mondverzorging 35<br />

2.4.1 Natuurlijke tanden 35<br />

Tandenborstel 35<br />

Elektrische tandenborstel 37<br />

Tandpasta 38<br />

Tandzijde 39<br />

Interdentaalborstel (rager) 39<br />

Tandenstoker 40<br />

2.4.2 Gebitsprothesen 40<br />

Gebitsprotheseborstel 40<br />

Vloeibare zeep 41<br />

Chemische reiniging (reinigingsvloeistof, reinigingstabletten) 41<br />

2.4.3 Tong 42<br />

Tongschraper 42<br />

2.4.4 Slijmvliezen 43<br />

2.5 Mondspoelmiddelen 43<br />

2.6 Fluoride 44<br />

2.7 Voeding 44<br />

2.7.1 Soorten voeding 44<br />

2.7.2 Innamefrequentie 45<br />

2.7.3 Suikervervangers en zoetstoffen 45<br />

3. Slotbeschouwing 47<br />

Referenties 49


Hoofdstuk 1<br />

De gezonde versus ongezonde mond<br />

De mond is een belangrijk orgaan dat aangewend wordt om te eten, te praten, te ademen,<br />

te lachen en te kussen. Elk oraal probleem heeft dan ook functionele gevolgen<br />

voor het normaal functioneren en zorgt al of niet voor comfortproblemen met een mogelijke<br />

afname van de levenskwaliteit als gevolg.<br />

In dit onderdeel wordt ingegaan op de normale anatomie, fysiologie en microbiologie<br />

van de mondholte. In een tweede deel wordt geduid wat de relatie is tussen mondgezondheid<br />

en de algemene gezondheid.<br />

1.1 De gezonde mond<br />

1.1.1 Anatomie, fysiologie, microbiologie<br />

De mondholte wordt begrensd door de lippen, de wangen, de mondbodem en het verhemelte.<br />

Klinisch gezien omvat de mondholte ook de orofarynx, lateraal begrensd door<br />

de amygdala, achteraan door de achterwand van de farynx, bovenaan door het zachte<br />

verhemelte en onderaan door de hypofarynx (fi guur 1).<br />

Men onderscheidt de volgende onderdelen, die elk hun specifi eke benadering op het<br />

vlak van gezondheid vergen: lippen, wangen, verhemelte (palatum), mondbodem,<br />

tong, tanden en tandvlees (gingiva).<br />

In de mond bevinden zich zowel harde (tanden) als zachte weefsels (tong, slijmvliezen<br />

en tandvlees) (zie verder), die allemaal baden in een mondvloeistof bestaande<br />

uit speeksel van de speekselklieren (>700), oro/nasofarynxsecreet en secreten uit de<br />

ruimte tussen tand en tandvlees (creviculaire sulcus). Deze mondvloeistof bevat een<br />

variëteit van bestanddelen, zoals water, elektrolyten, eiwitten, enzymen, epitheelcellen,<br />

rode bloedcellen, witte bloedcellen, voedselresten, bacteriën, ...<br />

9


10<br />

MONDZORG<br />

De rol van de mondvloeistof is ambigu.<br />

In eerste instantie dient zij om de mondstructuren<br />

te bevochtigen en te beschermen,<br />

en om tijdens het eten de voedselbolus<br />

klaar te maken om doorgeslikt<br />

te worden en om hem voor te bereiden<br />

voor de spijsvertering.<br />

In tweede instantie is de mondvloeistof<br />

een ideaal kweekmilieu voor allerhande<br />

bacteriën en gisten/schimmels. Omdat<br />

de mond ‘bevolkt’ wordt door zowel<br />

commensalen (niet-pathogene kiemen,<br />

die pathogeen kunnen worden indien<br />

ze in voldoende aantal aanwezig zijn)<br />

als pathogenen, is een individueel afgestemd<br />

mondhygiëneplan noodzakelijk.<br />

1.1.2 Natuurlijke tanden<br />

De tand (fi guur 2) bestaat<br />

uit twee delen: de kroon, die<br />

zichtbaar is in de mond, en de<br />

wortel(s), die normaliter niet<br />

zichtbaar is (zijn). De tandhals<br />

is de overgang van de tandkroon<br />

naar de tandwortel(s). De tand<br />

is via de wortel(s) verankerd in<br />

het kaakbeen (kaakbot) door<br />

middel van een parodontaal ligament.<br />

De weefsels rondom de<br />

tand (tandvlees, parodontaal ligament,<br />

wortelcement, alveolair<br />

kaakbot) vormen samen het parodontaal<br />

steunorgaan (parodontium).<br />

Midden in de tandkroon<br />

Nasofarynx<br />

Orofarynx<br />

Hypofarynx<br />

Figuur 1. Anatomische structuren van de mond.<br />

Kroon<br />

Tandhals<br />

Tandvlees<br />

Wortelkanaal<br />

bevindt zich de pulpakamer, die in de wortels vernauwt tot een wortelkanaal. Deze<br />

bestaat uit zenuwvezels en bloedvaten.<br />

De tandkroon bestaat uit een laag glazuur die de dentine bedekt. De tandwortel bestaat<br />

uit dentine al of niet bedekt met een laagje cement.<br />

Glazuur is opgebouwd uit glazuurprisma’s die bestaan uit hydroxylapatietkristallen.<br />

Door verschillen in oplosbaarheid lost glazuur op door het ontstaan van porositeiten<br />

Wortel<br />

Figuur 2. Bestanddelen van de tand.<br />

Glazuur<br />

Dentine (tandbeen)<br />

Pulpa kamer<br />

(tandholte)<br />

Cement<br />

Parodontium<br />

Zenuwen en<br />

bloedvaten<br />

Kaakbeen


DE GEZONDE VERSUS ONGEZONDE MOND<br />

(kleine onderbrekingen, openingen). Het tandbeen (dentine) bestaat uit dentinekanalen<br />

die van de pulpa naar het glazuur lopen.<br />

1.1.3 Weke delen<br />

Naast de tanden en het tandvlees behoren ook de slijmvliezen en de tong tot de mond.<br />

Een slijmvlies (mucosa) is een dunne laag bestaande uit cellen die slijm produceren,<br />

als bescherming of transport van afvalstoffen. Slijmvliezen in de mond worden aangetroffen<br />

aan de binnenkant van de wangen, lippen, verhemelte en orofarynx.<br />

De tong bestaat voornamelijk uit extrinsieke en intrinsieke spieren. De extrinsieke spieren<br />

verbinden de tong met de onderkaak, het tongbeen (vooraan in de keel) en de schedelbasis.<br />

Deze spieren zijn belangrijk voor het positioneren van de tong in de mond.<br />

De spieren van de tong zelf (intrinsieke spieren) zorgen voor de vormveranderingen.<br />

Op deze manier kan de tong met behulp van acht verschillende spieren heen en weer<br />

bewogen worden. Doordat de tong aan de voorzijde vrij eindigt, is deze het meest beweeglijke<br />

orgaan van het lichaam. De tong is bekleed met een groot aantal papillen die<br />

een rol spelen in de smaakgewaarwording.<br />

De tong speelt een belangrijke rol bij het spreken, het kauwen en slikken, de smaakgewaarwording<br />

en de natuurlijke reiniging van het mondmilieu.<br />

1.1.4 Speekselklieren<br />

In het hoofd-halsgebied treft men drie paar grote speekselklieren aan: de parotisspeekselklier<br />

(sereus speeksel), de submandibulaire speekselklier (seromuceus speeksel) en<br />

de sublinguale speekselklier (muceus) (fi guur 3). Op het verhemelte en de binnenzijde<br />

van de wangen en de lippen bevindt zich een groot aantal (> 700) bijkomende (accessoire)<br />

kleine speekselkliertjes. Het onvoldoende functioneren van deze speekselklieren<br />

is een risicofactor voor heel wat mondaandoeningen.<br />

Kleine speekselklieren<br />

verspreid aanwezig in<br />

de mond<br />

Glandula sublingualis<br />

Figuur 3. Speekselklieren.<br />

Glandula parotis<br />

Glandula submandibularis<br />

11


12<br />

MONDZORG<br />

1.2 De ongezonde mond: de meest voorkomende mondaandoeningen<br />

De meest voorkomende aandoeningen in de mond zijn tandbederf (cariës), tandvleesontsteking<br />

(gingivitis), kaakbotontsteking (parodontitis), aandoeningen van het<br />

mondslijmvlies (ulceratief en infl ammatoir). Veel van deze aandoeningen zijn plaquegerelateerd.<br />

Goed gepoetste tanden of gebitsprothesen worden al een paar uur na het poetsen<br />

bedekt met een laag glycoproteïnen (pellikel) uit het speeksel. Aanwezige bacteriën<br />

gaan hieraan gemakkelijk kleven en vormen een biofi lm. Bij minder goede of ontbrekende<br />

mondhygiëne gaat deze biofi lm uitgroeien tot een beslag dat tandplaque<br />

wordt genoemd. Tandplaque bestaat voornamelijk (>70%) uit bacteriën, polysacchariden<br />

(suikers), speekseleiwitten, uit de voeding opgeloste stoffen, elektrolyten<br />

en water. Op harde vlakken kan plaque zich tot een relatief dikke laag ontwikkelen<br />

en aanleiding geven tot tandsteen, zeker op plaatsen die moeilijk te bereiken zijn bij<br />

het reinigen.<br />

Figuur 4 toont in grote lijnen hoe plaque de oorzaak kan zijn van verschillende aandoeningen<br />

in de mond.<br />

Zuurproductie<br />

Tandplaque<br />

Toxines<br />

Basenproductie<br />

Demineralisatie Mineralisatie<br />

Cariës<br />

Gingivitis<br />

Mucositis<br />

Parodontitis<br />

Figuur 4. Tandplaque: oorzaak van verschillende mondaandoeningen.<br />

Tandsteen<br />

Plaque voorkome n of verminderen is dus de meest voor de hand liggende preventieve<br />

handeling om aandoeningen in de mond te voorkomen. Met andere woorden: een<br />

goede regelmatige mondhygiëne is zeer belangrijk, net als een regelmatige controle<br />

door een tandarts.


DE GEZONDE VERSUS ONGEZONDE MOND<br />

De laatste decennia is de mondgezondheid sterk veranderd. Door meer aandacht voor<br />

preventie en door een betere mondzorg neemt het percentage individuen met natuurlijke<br />

gebitselementen toe. Dat gaat gepaard met een toename van de complexiteit van<br />

het restgebit door de aanwezigheid van uitneembare of niet-uitneembare (partiële)<br />

prothetische constructies al of niet gesteund op een of meerdere implantaten. De aanwezigheid<br />

van vullingen, kronen, uitneembare partiële gebitsprothesen, ontbrekende<br />

tanden en uitgebreide gingivale recessies geeft aanleiding tot het aanhechten van plaque.<br />

Veel ouderen hebben het dan ook moeilijk om alle plaque te verwijderen ten<br />

gevolge van een afnemende handigheid en een afnemend gezichtsvermogen. Patiënten<br />

met fysieke en/of psychische beperkingen moeten geholpen worden voor het handhaven<br />

van hun mondzorg. Indien een oudere die in een woonzorgcentrum verblijft of<br />

thuis woont met thuiszorg, niet meer in staat is te poetsen, dan moet dat uitgevoerd<br />

worden door iemand van de familie of door iemand van het verplegend of verzorgend<br />

personeel.<br />

Verder kunnen afwijkingen voorkomen in het aantal tanden (overtollige of ontbrekende<br />

tanden) en in de vorm van de tanden (te groot, te klein, afwijkende vorm). Het<br />

ontbreken van melktanden komt weinig voor. Afwijkingen in aantal en vorm hebben<br />

doorgaans geen effect op het uitvoeren van de mondhygiëne.<br />

Tandverkleuring is een klinisch waarneembare afwijking van de gemiddelde tandkleur.<br />

Dat kan het geval zijn bij één tand (duidelijk kleurverschil met de buurtanden) of bij<br />

alle tanden. Tandverkleuring kan een aanduiding zijn van een algemeen of lokaal pathologisch<br />

proces, maar kan ook voorkomen zonder pathologie.<br />

Tijdens de ontwikkeling van de gebitselementen kan er iets fout gaan in de fysiologische<br />

besturingssystemen. Dat kan milde tot ernstige ontwikkelingsstoornissen van<br />

de harde en zachte weefsels tot gevolg hebben. Zo kunnen defecten ontstaan in het<br />

glazuur van de tanden. Wanneer de dikte van het glazuur normaal is maar het uitzicht<br />

eerder dof en krijtachtig is, spreekt men van glazuurhypomineralisatie. Deze tanden<br />

zijn gevoeliger voor cariës. Een goede mondhygiëne en desgevallend bijkomende tandheelkundige<br />

behandeling zijn hier nodig.<br />

Wanneer een stoornis optreedt in de ontwikkeling van de kaakbeenderen en de doorbraak<br />

van de tanden, kan dat aanleiding geven tot het onvoldoende op elkaar passen<br />

van de bovenkaak op de onderkaak. Men spreekt dan van een malocclusie. Een gepaste<br />

correctie (orthodontie) dient uitgevoerd te worden op de gepaste leeftijd. De ontwikkeling<br />

van de kaakbeenderen kan ook gestoord worden door afwijkende mondgewoonten,<br />

zoals zuigen op een fopspeen, de duim, de vingers of andere voorwerpen. Alles<br />

hangt af van de frequentie en de intensiteit. Hoe sneller de slechte mondgewoonte<br />

wordt gestopt, hoe beter. Drinken uit een fl es met een speen moet bij peuters zo snel<br />

mogelijk vervangen worden door drinken uit een beker.<br />

13


14<br />

MONDZORG<br />

1.2.1 Cariës<br />

De term ‘cariës’ (tandbederf) wordt gebruikt om beschadiging en/of verlies van tandmateriaal<br />

aan te duiden. De schade is het gevolg van bacteriële activiteit die plaatsvindt<br />

in de plaque die het tandoppervlak bedekt.<br />

Cariës is een complexe aandoening waarvan meerdere factoren de oorzaak zijn (multifactorieel).<br />

Cariës is een overdraagbare en infectieuze bacteriële aandoening door<br />

de aanwezigheid van micro-organismen, fermenteerbare carbohydraten (bijvoorbeeld:<br />

suikers) in de voeding (vooral bij frequent gebruik), vatbare tanden (bijvoorbeeld: kort<br />

na de doorbraak) en tijd.<br />

Tandbederf (cariës) treedt op wanneer bacteriën in de plaque de suikers afbreken tot<br />

zuren. Deze zuren zijn in staat de mineralen in het tandglazuur, het tandbeen en het<br />

wortelcement op te lossen. Omdat er in het speeksel calcium- en fosfaationen voorkomen,<br />

is er, afhankelijk van de zuurtegraad in de mond, sprake van opbouw (remineralisatie)<br />

of afbouw (demineralisatie) van mineralen.<br />

Tandbederf begint als een doffe witte vlek (‘white spot’). Het glazuur is opgelost en<br />

poreus (fi guur 5). In het begin is er enkel schade net onder het glazuuroppervlak. Deze<br />

schade is nog omkeerbaar en kan herstellen door middel van aangepaste preventieve<br />

handelingen.<br />

Van zodra het verval de overgang van glazuur naar dentine (tandbeen) bereikt heeft,<br />

is dat onomkeerbaar en spreekt men van een letsel, een caviteit of een gaatje (fi guur<br />

6). Dat is enkel herstelbaar door een tandheelkundige interventie (aangetast weefsel<br />

wordt weggenomen en vervangen door tandvervangend materiaal) als het letsel niet<br />

te omvangrijk is.<br />

Figuur 5. Tandbederf: white spot. Figuur 6. Tandbederf: caviteit.<br />

Tandbederf kan zowel op de tandkroon als op de tandwortel voorkomen. Bij heel wat<br />

personen (onder meer ouderen) kunnen de worteloppervlakken bloot komen te liggen


Dit boek is online te koop (klik hier)


Het boek Mondzorg. Jong geleerd is oud gedaan richt zich op het geven van<br />

gerichte informatie over de basisprincipes van mondzorg. Naast aandacht<br />

voor de gezonde mond, de ongezonde mond en de relatie tussen mondzorg<br />

en algemene gezondheid, focust het boek op preventie en vooral op het uitvoeren<br />

van mondzorg bij diverse leeftijdsgroepen. Aan de hand van concrete<br />

casussen, beeldmateriaal en gerichte kennisvragen aan het eind van ieder<br />

hoofdstuk biedt dit handboek een perfect instrument om aan zelfstudie te doen.<br />

Het boek richt zich naar iedereen die, in het kader van zorgverlening in de brede<br />

zin van het woord, geconfronteerd wordt met het uitvoeren van basismondzorg.<br />

Ook binnen onderwijs kan het aangewend worden om de basisprincipes omtrent<br />

mondzorg aan te leren en duidelijk te maken waarom mondzorg zo belangrijk is.<br />

Patricia claessens is verpleegkundige en master in de verplegingswetenschappen.<br />

Als opleidingscoördinator/onderzoeker voor de opleiding bachelor<br />

in verpleegkunde aan de Arteveldehogeschool doet zij onderzoek rond<br />

het effect van educatiemodules mondzorg op de kennis en attitudes van<br />

verpleegkundigen in de zorgsector.<br />

luc De Visschere is algemeen tandarts en wetenschappelijk medewerker<br />

van de Maatschappelijke Tandheelkunde, Universiteit Gent en<br />

de Arteveldehogeschool Gent. Hij is auteur van diverse publicaties over<br />

mondzorg en verzorgt lesopdrachten in het domein van de Maatschappelijke<br />

Tandheelkunde en de Algemene Diagnostiek en Behandelingsplanning. Hij is<br />

auteur en medeauteur van rapporten van het Federaal Kenniscentrum voor<br />

Gezondheidszorg (KCE) en het RIZIV.<br />

9 789033 486456

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!