11.09.2013 Views

ZL2 totale samenvatting.pdf - VETserieus.nl

ZL2 totale samenvatting.pdf - VETserieus.nl

ZL2 totale samenvatting.pdf - VETserieus.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

www.<strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong><br />

Beste Student,<br />

De documenten op <strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong> zijn alleen bedoeld als ondersteuning bij<br />

het studeren. De <strong>samenvatting</strong>en worden nagekeken door studenten tijdens<br />

het volgen van de lessen en waar nodig aangepast. Dit project heeft als doel<br />

foutloze <strong>samenvatting</strong>en te bieden die met hun tijd meegaan, ondanks dit<br />

streven is er altijd een kans dat er fouten in de documenten staan. Mocht je<br />

tijdens het lezen van de <strong>samenvatting</strong> fouten vinden kun je dat doorgeven<br />

via de contactpagina op de site of direct een mail sturen naar<br />

vetserieus@gmail.com<br />

De student is verantwoordelijk voor zijn of haar leermethode en voor het<br />

uiteindelijke resultaat. Allemaal veel succes met de voorbereidingen!!<br />

Hartelijke groet,<br />

<strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong><br />

1


Samenvatting Ziekteleer 2 Respiratie & Ciculatie<br />

Respiratie<br />

Luchtwegaandoeningen leiden tot belemmering v transport van in- en uitademingsgassen<br />

naar en v alveolen.<br />

Aspec strategieen tegen indringers: neusuitvloeiing, niezen, proesten, hoesten,<br />

bronchoconstrictie (bij elk individu continu functioneel en actief bij te lang aanwezig =<br />

verschijnsel luchtwegaandoening)<br />

Anatomie luchtgeleidende wegen:<br />

- meerlagig plaveiselcelepitheel v enkele gebieden in neus, farynx, larynx<br />

- pseudomeerlagig epitheel met trilhaar- en slijmbekercellen, borstelcellen,<br />

basaalcellen, APUDcellen (granulacellen); in lamina propria muceuze en sereuze<br />

klieren, vaten en zenuwen<br />

- bronchioli hebben GEEN kraakbeen, geen klieren, circulaire spierlaag en<br />

ee<strong>nl</strong>agig kubisch epitheel met vr<strong>nl</strong> trilhaarcellen en Clara-cellen, geen<br />

slijmbekercellen en dus geen slijm<br />

- gladde spiercellen rondom luchtwegen hebben basale tonus die bij ontst<br />

direct/indirect wordt beinvloed (eigen recept, prikkeling zenuw of schade aan<br />

beta-recept, vagale reflex op mediatoren)<br />

bij vogel gesloten kraakbeenringen v trachea, geen larynx, wel syrinx, geen diafragma<br />

(en dus geen negatieve thoraxdruk aangewezen op spieren)<br />

- mucosa bevat mucuslaag als beschermingslaag<br />

Reactiepatronen: alteratie, exsudatie en proliferatie<br />

1 ) Degeneratie en necrose v epitheel (alteratie):<br />

- desquameren: bij lichte beschadiging : degeneratie met verdwijnen v trilharen en<br />

loslaten v epitheelcellen; ; evt hydropische degeneratie en/of necrose v<br />

epitheelcellen, die daarna desquameren<br />

- necrotiserende ontsteking: als ook onderliggende weefsel necrotiseert<br />

- vorming syncytiale reuscellen = epitheliale, meerkernige reuscellen, oiv bepaalde<br />

noxen (para-influenza-3, resp. Syncytiaalvirus bij rund, acute aspergillus bij<br />

vogels)<br />

2 ) Catarraal (exsudatie; glanzend door vloeibaar exsudaat): ontsteking met<br />

prikkeling van slijmbekercellen en klieren overmatige mucinenprod, hyperemie en<br />

oedeem l propria, uittreding sereus vocht en leuco’s; verdwijnt na afvoeren v<br />

exsudaat en proliferatie v basaal/borstelcellen (dan veel ongediff cellen aanwezig);<br />

als t langer duurt: minder hyperemie, meer MF en PMKs en later bw<br />

3 ) (muco)purulent: sterke exsudatie PMKs, vermengd met slijm en oedeem; PMKs<br />

degenereren dikslijmig, gelig exsudaat en verlies v alveolaire septa door ophopen<br />

v exsudaat; bij snel afvoeren herstel, anders afsterven onderliggende epitheel oiv<br />

toxinen in exsudaat ( ulceratief: pus heeft ulceratieve werking op wand)<br />

4 ) pseudomembraneus: fibrine en/of necrose in exsudaat, waarbij “membraan” in<br />

luchtweg komt, evt met ulceratie door afstoting v necrose; bij zeer toxiche agentia<br />

1


(BCK-rund, bovine rhinotracheitis-rund); bij aantasting diepere structuren<br />

littekenvorming<br />

5 ) chronisch: wanneer prikkel lang aanwezig blijft; gaat gepaard met hyper- en<br />

metaplasie epitheel (door aanhoudende proliferatie epitheel wordt meerlagig; door<br />

deling en diff v slijmbekercellen) diff nr plaveiselepitheel bij zeer landurige<br />

prikkeling, hypertrofie en hyperplasie v klierbuizen; hypertrofue v spieren in<br />

bronchiaalboom; hyperplasie v bindweefsel in mucosa en adventitia met infiltratie v<br />

lymfo’s, plasm’s en mono’s (evt ontstaan lymfefollikels); evt poliepvorming door bwwoekering,<br />

die kunnen leiden tot vernauwing; broncieectasie ( = verwijding met<br />

lumen dat volstaat met pus; NIET BIJ VOGELS) met atelectase(roder,<br />

samengevallen, droog snijvlakte, zinkt in water) v dat longgedeelte; littekenvorming<br />

6 ) Overgevoeligheidsreactie type-1 op bronchiaal/brocnhiolair niveau (astma): in<br />

interstitium zitten mastcellen; bij degranulatie v mastcellen (na sensibilisatie) komt<br />

histamine, serotonine,ECF-A en SRS-A vrij contractie gladde spieren ophopen<br />

slijm in boncien en brochioli secundair emfyseem; daarnaast toename<br />

vaatwandpermeabiliteit exsudatie; dit alles leidt tot acute benauwdheidsaanval!<br />

Duur v ontst loopt meestal parallel met aanwezighd agens; uitbreiding en ernst afh v<br />

duur v ontst en virulentie/toxiciteit agens<br />

Acute rhinitis = ontst v neussv; hyperemie, zwelling v sv en exsudaat<br />

Chronische rhinitis = hypertrofie sv;<br />

Rhinitis kan zich gemakkelijk uitbreiden naar sinussen, overige luchtwegen en zelfs<br />

naar schedel (meningitis); is vaak ond v virale freq v voorste luchtwegen<br />

VitAdef bij vogel leidt tot metaplasie syrinx en bronchiaal epitheel;<br />

BALT=bronchiolar associated lymfoid tissue (bij chron ontst bij vogel)<br />

Bronchiolitis abliterans=afsluiting lumen door poliepvorming<br />

Bij ontst v bronchioli heeft hoestreflex vrijwel geen effect: bezitten weinig<br />

trilhaarepitheelcellen en liggen distaal v longen; ook treedt er veel eerder<br />

vernauwing door exsudaat op ontst v grote brochien klinisch duidelijk, maar vaak<br />

geen gevolgen voor achterliggende longweefsel, itt bronchioli-ontst (emfyseem,<br />

atelectase; geeft klinisch pas bezwaren bij diffuse aantasting)<br />

Sterretjes- en klaverbladtekening bij brocnhi(oli)tis onder pleura en op snijvlak <br />

door zichtbaar worden v ltste vertakkingen v bronchiaalboom door opvulling v lumen<br />

of verdikking v wand of bij bloedaspiratie of bronchiolair emfyseem<br />

Reactiepatronen: atelectase, pneumonie (lobulair/lobair vs diffuus), emfyseem<br />

-pneumonie kan hematogeen, aerogeen of bronchogeen zijn, exsudatief, acuut of<br />

chronisch<br />

exsudatieve pneumonie:<br />

- stage 1) actieve ontst hyperemie en toename vaatpermeabiliteit<br />

-stage 2) exsudatie granulo’s en MF<br />

2


-stage 3) resolutie en/of organistaie (compl: suppuratie&necrose<br />

fibrineuze pneumonie: ook exsudatie v fibrinogeen en RBCs;<br />

- stage 1) rode hepatisatie: in alveoli heel veel RBCs en fibrine<br />

- stage 2)grijze hepatisatie<br />

Bij ontst bronchiaalboom zie je bleke tekening v bronchiaalboom<br />

neusholte-rhinitis:<br />

-neusgangen grotendeels omgeven door neusschedel bij sv-zwelling, ophoping oid<br />

snel passagebelemmering (opl: door mond ademen, muv paard en konijn)<br />

-Schimmels slaan vaak aan bij verminderde weerstand<br />

-Rhinitis: viraal, bacterieel (varken: Pasteurella, bordetella), schimmel, prikkelende<br />

stoffen, allergische reactie<br />

-Neusbloedingen door neussonde, ulcera, tumor, hemorrh diathese of idiopathisch;<br />

eenzijdig of beiderzijds, profuus of druppelend, eenmalig of recidiverend<br />

-Bij paard ook bloedneus door necrotiserende ontst luchtzak waarbij arterie ruptureert<br />

(levensgevaar: bij bloedneus zonder oorzaak altijd doorsturen)<br />

-Bekende maligne tumoren v neusholte (komt regelm voor): plaveiselcelcarcinoom,<br />

adenocarcinoom, chondrosarcoom, fibrosarcoom, myxosarcoom<br />

-Benigne: papilloom, adenoom, fibroom<br />

verschijns: veranderd adempatroon, stridor, neusuitvloeiing, niezen, proesten,<br />

jeuk of pijn in neusgebied<br />

diagn mbv verschijns (luchtstroom, uitvloeiing), cytologie, BO, virusond,<br />

endoscopie, rontgen, CT<br />

ther: frisse, stofvrije omgeving, evt AB bij algemene ziekte; bij mycotische<br />

aandoeningen bijzondere therapie; gunstige prognose<br />

trauma planum nasale bij hond/kat: acuut heftige bloedingen; moet<br />

gehecht worden om bloedende vat te onderbinden met dun atraum<br />

hechtmateriaal<br />

corpora aliena in neusholte bij hond, kat en papegaai: lijdt als eerst tot<br />

niezen, wrijven met kop over grond of poten; ook snurkende geluiden en<br />

dyspneu als het ook in nasopharynx zit; diagn mbv rontgen; ther:<br />

verwijderen mbv rioscoop onder alg anesthesie<br />

niesziekte bij kat: = acute infectie v voorste luchtwegen met koorts,<br />

anorexie, rhinitis, conjunctivitis, niezen en stomatitis; door FHV (of FVR)<br />

en FCV (feline calicivirus;meerdere serotypen, zitten niet allen in<br />

vaccin!!), ook chlamydiae(deze stam geen zoonose), mycoplamata en<br />

bordetella broncseptica; mn bij groepshuisvesting,hoge morb, lage mort;<br />

infectie via sv v oog, neus en mond door direct contact of door uitniezen<br />

virushoudende druppeltjes (geen aerosolen!!), vermeerdering in epitheel<br />

voorste luchtwegen en conjunctivae focale necrose en bij jonge dieren<br />

ook necrose in conchae; uitscheiding door zieke dieren met neus- en<br />

3


conjunctivaalsecreet, bij sepsis ook via urine; ook dragers; bij infectie<br />

ontw AL, maar geen immuniteit!!<br />

verschijns: afh v agens; anorexie, stomatitis, koorts, depressie, neusuitvloeiing,<br />

niezen, cornea ulcera, ooguitvloeiing<br />

diagn mbv verschijns, evt BO/virusond; FCV ook oorzaak v andere syndromen<br />

(koorts, verlamming, faryngitis, hemorrh syndroom)<br />

ther: ondersteunend; gunstige prognose<br />

Hondenziekte (ziekte v Carre): veroorz door CDV, dit is parapoxvirus,<br />

verwant aan mazelenvirus; ook bij fretten;<br />

verschijns: catarrale conjunctivitis, catarrale-mucopurulente neusuitvloeiing en<br />

koorts als 1 e symptomen; later mucopurulente neusuitvloeiing, hoesten ,braken en<br />

diarree; bij ernstige gevallen pneumonie en zenuwaandoeningen (kan tot enkele<br />

maanden later)<br />

diagn mbv klin verschijns, vaccinatiegeschiedenis en mogelijke blootstelling aan<br />

virus; aantonen v virus in uitstrijkje v conjunctivaalsv of bloed<br />

ther: symptomatisch, gereserv prognose<br />

atrofische rhinitis/snuffelziekte varken: = pathologische entiteit,<br />

gekenmerkt dr conchae-atrofie; veroorz door lokale infectie neussv met<br />

Bordetella bronchiseptica(BB) of Pasteurella multocida(PM); BB<br />

adhereert aan ciliair epiheel kolonisatie neussv catarrale-purulente<br />

rhinitis toxine remt kraakbeengroei v conchae (revers) atrofie; PM:<br />

lokale infectie op neussv, maar geen hectingsfactoren kolonisatie afh v<br />

voorafgaande beschadiging neusepitheel toxine veroorz versterkte<br />

botafbraak en vertraagt botnieuwvorming in neus atrofie conchae en<br />

zeefbee<strong>nl</strong>amellen, scheve stand neustussenschot en deformiteiten<br />

aangezichtsbeenderen, conjuctivitis en traanstreep<br />

verschijns: varieren in ernst: v veelvuldig niezen tot bloedneuzen; verstopt raken<br />

v traanbuis, mopsneuzen en kopasdeviaties (mn PM), pij<strong>nl</strong>ijke neus<br />

diagn mbv sectie door dwarsdoorsnede neus: mate v atrofie; BO en typering; veel<br />

symptoomloze dragers v PM in tonsillen in populatie met klin zieke dieren<br />

ther: monitoring v biggen op afwezighd v PM en bestrijding mbv vaccinatie<br />

aandoeningen v nevenholten: sv v nevenholten(sinussen en conchae)<br />

reageren mee bij ontst v voorste luchtwegen; genezen vaak ook mee, maar<br />

soms ontw chron sinusitis (bijv bij te taai exsudaat); sinusitis kan ook door<br />

kieswortelprobleem of trauma v schedel waarbij bloeding optreedt in<br />

sinussen; bij open contact met buitenwereld altijd contaminatie, dus altijd<br />

sinusitis (bij onthoornen); poliepen en tumoren komen ook regelm voor<br />

verschijns: bij sinusitiden die “meereageren” bij rhinitiden zijn er geen “eigen”<br />

verschijns; bij kieswortelgeinduceerd ichoreuze ontst met stinkende<br />

neusuitvloeiing en afwijkend eetgedrag; bij echte afsluiting door exsudaat of taai<br />

slijm vervorming v schedel (bomberen v sinus waarbij fistels kunnen ontstaan nr<br />

buitenwereld of naar neusholte), pijn en depressie; traanstreep bij vervormende<br />

beschadigingen sinus max waarbij canalis lacrimalis betrokken is<br />

4


diagn mbv lich ond, ond nevenholten dmv endoscopie, rontgen, CT, trepanatie<br />

ther: geen bij “meereagerende” sinusitis;bij bact complicaties parenterale AB; bij<br />

afsluitng trepanatie v sinus<br />

Farynx = slappe buis die als sok is opgehangen aan schedeldak; blijft geopend door<br />

vele spiertjes geinnerveerd door mn nervus vagus door slappe structuur makkelijk<br />

samendrukbaar door bijv abcessen<br />

Op niveau v farynx/larynx kruisen luchtweg en digestietractus elkaar goede<br />

coordinatie v slikken, hoesten en niezen noodzakelijk; kan ernstig verstoord zijn door<br />

ontst, zenuwbeschadigingen, trauma etc. Tumoren v larynx en trachea = zeldzaam;<br />

Bij brachycephale rassen hebben sterk verkorte neus, farynx en larynx en vaak te<br />

lang palatum molle dat door afsluitng v glottis ademhalingsprobl kan veroorz<br />

Palatoschizis = gespleten gehemelte; komt veel voor; veroorz regurgiteren v voedsel<br />

en verslikpneumonie<br />

farynx- en larynxproblemen: zie hierboven; doen ook vaak mee met ontst<br />

v voorste luchtwegen;<br />

verschijns: voorzichtig slikken door pij<strong>nl</strong>ijkheid, soms anorexie door pijn,<br />

spontaan hoesten, makkelijk op te wekken hoestreflex, evt hoesten na slikken<br />

(door verslikken), regurgitatie door verstoord slikmechanisme, stridor door<br />

samenvallen keelgebied ( bij droes, larynxdifterie en trauma is tracheotomie soms<br />

levensreddend), veranderde vocalisatie<br />

diagn mbv klin ond, endoscopie, CT, slikfilm (onder rontgendoorlichting met<br />

bariumvoer)<br />

reverse sneezing hond: bij irritatie v nasofarynx, door aanvalsgewijs<br />

spasme v farynxspieren, waardoor nasopharynx afgesloten wordt;<br />

snurkend geluid en dyspneu omdat hond toch probeert te ademen; slikken<br />

geeft direct relaxatie (op te wekken door kriebelen keel of dichthouden<br />

neus); neusdruppels kunnen helpen, anders leren v opwekken slikreflex<br />

aan eigenaar<br />

glottisoedeem = toestand waarbij plicae ary-epiglotticae sterk oedemateus<br />

gezwollen zijn; kan zich uitbreiden; komt zelden voor, muv jonge varkens<br />

met oedeemziekte; mogelijke oorzaken: tromboflebitis v jug, allergische<br />

reactie, insectenbeet opgehapt insect, te nauw halster, verwurging bij klem<br />

raken v been in halster, ontstekingsproces;<br />

verschijns: acuut-peracuut benauwd en duidelijke inspiratoire stridor, cyanose,<br />

verslikken<br />

diagn mbv endoscopie<br />

ther: bij ernstige dyspneu tracheotomie (eerst IV anesthesie, daarna intubatie, dan<br />

verdiepen anesthesie ne vervolgens tracheotomie); behandelen primaire oorzaak;<br />

evt cortico’s om oedeem te verminderen<br />

5


droes (adenitis equorum; goedaardig) bij paard:<br />

= zeer besmettelijke infectieziekte door Streptococcus equi subsp equi; eerst<br />

purulente rhinitis en lymfadenitis; besmetting door direct contact of<br />

overbrengen v pus; dieren infectieus tot 6 wk na laatste abcesdoorbraak; hog<br />

emorb, lage mort; vaak levenslange immuniteit n ainfectie; mn bij jonge<br />

paarden<br />

verschijns: in acute stadium ziek met koorts, mucopurulente neusuitvloeiing,<br />

speekselvloed (slikken = pij<strong>nl</strong>ijk), gezwollen lnn, pij<strong>nl</strong>ijke farynx, gestrekte hals<br />

& hoofd, buigen = pij<strong>nl</strong>ijk (druk op farynx), regurgiteren mn bij drinken; druk op<br />

keel is zeer pij<strong>nl</strong>ijk, makkelijk op te wekken hoestreflex met onderdrukte,<br />

vohtige/rochelende hoest (mond vol speeksel), soms snurken tgv zwelling<br />

farynxsv en druk v lnn op bovenwand farynx/larynx; te volle keelstreek, naar<br />

buiten gedrukte parotideale speekselklier, bij doorbreken nr farynxlumen sterk<br />

purulente neusuitvloeiing, na doorbraak nemen zwelling en koorts af, regurgiteren<br />

blijft nog even; bij doorbraak nr luchtzakken kan luchtzakontst ontstaan<br />

diagn mbv verschijns, endoscopie/rontgen (als alleen lnn retrophar med zijn<br />

aangetast zijn niet voelbaar); isoleren v agens is lastig<br />

DDx: in beginstadium : infectie voorste luchtwegen<br />

Ther: AB afh v al dan niet hebben v klierzwelling; bevorderen v rijping abcessen<br />

mbv laurierzalf 2x daags; bij acuut verstikkingsgevaar tracheotubus inbrengen<br />

(vergroot wel kans op verslikpneumonie)<br />

Progn: gunstig; bij verslagen droes (waarbij ook andere dan lnn mand en lnn<br />

retrophar zijn aangedaan) ongunstig; kan langdurig verlopen; bij abcedering v lnn<br />

retrophar is prognose afh v ernst v zwelling en plaats v doorbraak<br />

larynxdifterie rund: door Fusobacterium necrophorum; mn bij kalf en<br />

pink; bact veroorz necrotiserende ontst in primaire lesie(door kractig<br />

hoesten, virus, ulcera, voer) door prod exotoxinen; in larynx<br />

larynxdifterie, in mondholte(wang/tongsv) kalverdifterie; necrose<br />

meestal caud v stembanden, eerst in sv maar later ook in larynxkraakbeen;<br />

zwelling en exsudatie vernauwen larynxlumen, evenals granulatieweefsel<br />

in chron ontst<br />

verschijns: zwelling, inspiratoire stridor laryngealis, koorts, anorexie; in ernstige<br />

gevallen ook exp stridor; ernstige dyspneu, niet drinken, hoesten, gestrekte hals,<br />

dreigen te stikken<br />

diagn mbv insp stridor die toeneemt bij druk op larynx, endoscopie (speculum),<br />

rontgen<br />

DDx: actinobacillose, IBR, kalverpneumonie<br />

Ther: penicilline, maar larynx = slecht doorbloed hoge dosis en langdurig!;<br />

cortico’s om zwelling te verminderen, tracheotubus bij ernstige dyspneu<br />

Progn: slecht na aantasting larynxkraakbeen; necroseprop blijft vaak aanwezig in<br />

kraakbeen operatieve verwijdering na afkapseling<br />

Prev: isolatie geinfecteerde dieren, aparte drinkemmers, hygiene<br />

Bij vogels kan zwelling en hyperemie v larynx gevolg zijn v infectie, tumor of trauma;<br />

bijv. candida, trichomonas, pokken<br />

6


Trachea en bronci dienen als transportroute voor lucht; probl mn door<br />

lumenvernauwing<br />

Rupturen v trachea:<br />

vaak door bijttrauma (perforaties door tanden) of ander trauma (schop v baas)<br />

kan leiden tot verscheuring v trachearingen of tss ringen gelegen bw; bij<br />

kleine scheurtjes alleen subcutaan oedeem, bij verscheuring sterfte door<br />

asfyxie (=verstikking; bij te laat ingrijpen); diagn mbv ond trachea en vinden<br />

v trauma, oedeem etc; ther:spontane genezing, hechting of chirurgie; prog<br />

variabel met ernst v trauma<br />

Ontsteking v trachea:<br />

bijna altijd ond v gegeneraliseerde aandoening voorste luchtwegen door agentia,<br />

toxische gassen oid;<br />

verschijns: bij tracheitis altijd hoesten als klin verschijnsel, vaak gepaard met<br />

beiderzijdse neusuitvloeiing, soms stridor of koorts; bij chron ontst geen koorts en<br />

hoesten minder frequent<br />

diagn mbv verschijns, endoscopie ter bevestiging: roodheid en exsudaat, soms<br />

pseudomembr<br />

ther & progn: afh v primaire oorzaak en uitgebreidheid<br />

corpora aliena in trachea: door plantaardige dingen, knikkers, stenen; bij<br />

vogels ook door plantenzaden of schimmelproppen die vastlopen in syrinx<br />

afsluiting trachea inbrengen tube noodzakelijk<br />

verschijns: plots heftig hoesten, kokhalzen en dyspneu (afh v grootte corpus)<br />

diagn mbv verschijns, anamnese, rontgen (ziet geen plantaardige coprora),<br />

bronchoscopie<br />

ther: verwijdering via larynx of evt via trachea (na maken v opening); bij tijdige<br />

verwijdering gunstige prognose; evt complicaties: asfyxie en bronchopneumonie<br />

Bij vogels vindt gaswisseling plaats in luchtcapillairen. (bij zoogdieren in alveoli)<br />

Alveoli en luchtcapillairen moeten beschermd worden tg te grote wisselingen in temp en<br />

vochtigheid trilhaarepitheel en bekercellen(in neus en tracheo-bronchiale boom):<br />

prod samen met submuceuze klieren de slijmlaag;<br />

In tracheo-bronchiale boom wordt slijm in richting v farynx afgevoerd afvoer is<br />

vertraagd bij beschadigd sv<br />

Bij virale infectie wordt epitheel plaatselijk afgestoten tot op basale laag <br />

onderliggende laag wordt zo meer blootgesteld aan infectie;<br />

Langdurige prikkelingen (en vitAdef bij vogels) leidt tot metaplasie v sv: trilhaarepitheel<br />

wordt meerlagig plaveiselepitheel;<br />

Bij verlies trilhaarfunctie is kans op chron bronchitis groot<br />

7


Trachea en bronchi:<br />

NCD (pseudovogelpest) bij vogels: bij alle lft; vaak acuut verloop met<br />

ademhalingsstoornissen, diarree, zenuwverschijnselen en hoge morb en mort; veroorz<br />

door paranyxovirus, vrsl stammen ingedeeld op basis v virulentie; natro<strong>nl</strong>oog<br />

desinfecteert tg virus; preventie, directe schade aan dieren en schade ivm sluiten v<br />

exportgrenzen kosten enorm veel; kip meest gevoelig, watrevogels wel gevoelig maar<br />

niet klinisch ziek bij infectie; is een v belangr redenen v quarantaine bij papegaaien;<br />

paramyxo-type3 bij papegaaien geeft draainekken, maar is apathogeen voor pluimvee;<br />

ook duivenparamyxovirus bij duif geen ademh. probl, maar nierprobl en<br />

zenuwverschijns; vaccinatieplicht voor wedstrijdduiven; besmetting via voorste<br />

luchtwegen vermeerdering in epitheel na 24u viremie vermenigv in milt <br />

sterkere viremie verspreiding door hele lichaam, mn resp-app, MDK, CZS;<br />

uitscheiding virus door zieke dieren via resp-app en feces; virus blijft in feces en<br />

kadavers lang infectieus; besmetting v bedrijf nr bedrijf via personen, huisdieren,<br />

materialen, overwaaien (over korte afstand) en via wilde vogels; geinfecteerde<br />

embryo’s sterven wrsl vroegtijdig af;<br />

verschijns: afh v lft, soort gastheer, virulentie, infectiedosis, infectieroute, milieu<br />

gastheer, aan- of afwezighd antistoffen; van acuut met sterfte tot chronisch mildsubklin;<br />

kuikens: verspreiding v ademhalingsprobl dr koppel, groenige,<br />

brijachtige mest, later nerveuze verschijns: sloom, ataxie, torticollis, verlamming,<br />

opisthotonus etc, stijging v uitval; bij oudere kuikens treden nerveuze verschijns<br />

(mn draainekken) later op of niet; volwassen: verspreing v ademhalingsprobl door<br />

koppel, cyanose kopversierselen, plotslinge daling prod , ook diarree (zie kuiken),<br />

eieren v mindere kwaliteit; 1-2 later soms zenuwverschijns (veel minder freq en<br />

milder dan bij kuikens), mn torticollis en pootverlamming; bij overleven vlot<br />

herstel; evt compl met e coli, mycoplasma gallisepticum<br />

diagn: acute stadium: viruskweek en virusidentificatie met ICPIbepaling;<br />

materiaal v verdachte dieren wordt, na fijnmaken en behandeling met penicillinestreptomycine,<br />

ingespoten in allantoisholte v 8-9dg bebroede eieren NCD doodt<br />

embryo binnen 5 dg; allantoisvloeistof is hemagglutinerend wordt geremd bij<br />

aanwezighd NCD-antiserum; daarna ICPI; ook IFT (sneller, maar geen<br />

differentiatie); tweede stadium ziekte: vaak neg isolatie, geen zekerheid; hoge<br />

Altiter kan indicatief zijn (gepaarde sera)<br />

DDx: mbt zenuwverschijns: dolle kuikenziekte (zenuwverschijns, maar alleen bij<br />

jonge kuikens en geen verlammingsverschijns, maar excitatie), trilziekte, ziekte v<br />

Marek (asymm verlammingen), intoxicaties; mbt respiratie: ILT, IB, CRD, PD,<br />

coryza<br />

Geen: ruiming; 2 srt vaccins: levend en geinactiveerd verplicht, alleen<br />

ontheffing bij ziekte onder koppel of te heftige entreacties vorige koppels;<br />

aangifteplichtig!!<br />

influenza bij pluimvee (klassieke vogelpest): door influenza type A virus; zeer<br />

uitee<strong>nl</strong>opende ziektebeelden, vaak aandoening resp-app; 3 typen influenza-<br />

8


virussen: A,B en C; allen A bij vogels (ook bij zoogdieren!!); binnen type A vrsl<br />

subtypen op basis v H, N en oppvl virion;bij wilde watervogels frequent maar<br />

voor hen niet pathogeen, bij pluimvee wel door vogeltrek infecties pluimvee;<br />

prevalentie afh v vele factoren; wel speciebarriere maar deze is niet absoluut; mn<br />

bij kalkoenen; uitscheidning virus via resp-tractus, conjunctivae en feces; infectie<br />

v dier nr dier via aerogene en enterogene weg; mens belangr transmissiefactor!;<br />

geen verticale transmissie, wel besmetting v eieren via feces; incubatietijd afh v<br />

dosis, virulentie, weerstand etc (uren-dagen);<br />

verschijns: zeer sterke variatie! Resp-probl, digestiestoornissen, reprodstoornissen,<br />

zenuwverschijns; sterfte v 1-100%; daling eiprod, windeieren,<br />

cyanose kam en lellen; blaasjes en pokachtige lesies op kam en lellen; later<br />

oedeem en hemorrh necrose aan kop bij kalkoen en struisvogel v lichte depressie<br />

tot ernstige resp verschijns met ontst neus en bijholten met slijmovervulling en<br />

zweeling; wisselende mate v sterfte; in ernstige gevallen sterfte zonder<br />

voorafgaande verschijns<br />

diagn: verschijns + histopath., aantonen virus met serologisch ond, evt IFT op<br />

hersen- en pancreasweefsel; na virusisolatie bepalen of isolaat pathogeen is<br />

DDx: NCD, ILT, IB, PD, aspergillose<br />

Ther: geen; vaccineren niet toegestaan ( na vaccin serologie onmogelijk, gevaar v<br />

recombi v vaccinvirus met veldvaccin en maskeren v veldinfecties wat eradictie<br />

bemoeilijkt<br />

acute bronchitis/bronchiolitis bij paard: bijna altijd door infectie, mn<br />

virussen en Dictyocaulus arnfieldi (ezels vormen reservoir) die<br />

slijmvlieslaesies kan veroorzaken vormen porte d’entree voor sec bact<br />

infecties; bij veulens ernstiger verschijns dan bij volw dieren<br />

verschijns: bij acuut: onderdrukte, niet productieve hoest; bij virale infectie<br />

koorts; drukgevoelige larynx, na enkele dg neusuitvloeiing (seromuceus, die<br />

purulent wordt bij sec bact infectie); verminderde eetlust (mn bij influenza is dier<br />

ziek); vaak gepaard met faryngitis ( regurgiteren); zonder sec bact infectie na 3<br />

dg herstel, anders langduriger verhoogde temp, aanhoudend ziek en<br />

neusuitvloeiing; afh v ernst dyspneu (door combi v bronchospasme, exsudaat in<br />

bronci(oli) en oedeem van mucosa); bij longworm mn hoesten en dyspneu zonder<br />

koorts; vaak ontw tot chron; zelden compl met pneumonie;<br />

diagn: mbv verschijns; als bij meerdere paarden acute bronchitis wordt<br />

vastgesteld is virus wrsl oorzak; bij longauscultatie soms ronchi, mn na<br />

geforceerd ademen, reutelen bij borstingang; soms vergroot longveld; Voor<br />

aanwijzen oorzaak(voor ther niet v belang, wel voor prognose en preventie):evt<br />

virusisolatie mbv swab; gepaarde sera, BO v tracheo-bronchiaal/bronco-alveolair<br />

spoelsel; fecesond op wormlarven<br />

ther en progn: vaak zonder hulp genezing; bij niet snel herstel en sec infectie<br />

mindre gunstige progn! Ther op primaire oorzaak, ontstverschijns en mogelijk<br />

optredende compl stof e.d vermijden<br />

chronische bronchitis, astma en COPD bij paard: astma = v nature bij<br />

paard voorkomende overgevoeligheid gekenmerkt dr verminderde<br />

9


longfunctie bij blootstelling aan “stoffige” omgeving, mn door schimmels<br />

als Aspergillus fumigatus, micropolyspora feani en thermoactinomyces<br />

vulgaris; COPD = permanent afwijkende longfunctie (“dampig”);<br />

pathogenese: vaak purulent karakter; exsudaat afgevoerd ri trachea en larynx en<br />

heeft hoge viscositeit (soms te hoog om nog te vervoeren door trilharen; door<br />

vochtverlies bij ademen neemt visc toe) plakt tg sv v bronchi mech<br />

prikkeling die ontstreactie in stand houdt chron bronchitis, met pus als irritans<br />

blijvende hypersecretie uitbreiding nr peribronchiaal verlies aan<br />

elastische vezels afname radiale tractie: air-trapping snel verergerend<br />

ziektebeeld; ook door herhaalde benauwdheidsaanvallen treedt zodaing<br />

weefselverlies op dat radial tractie afneemt; permanent afwijkende longfunctie <br />

COPD;<br />

- astma: mn in en rond bronci en bronchioli; onbekend hoe dier overgevoeligheid<br />

voor schimmels ontwikkelt; prikkeling sterke influx neutro’s naar lumen <br />

hypersecretie, zwelling en bronchoconstrictie oiv ontstmed en autonome reflexen<br />

bronchusvernauwing, ventielwerking door toename hoeveelhd slijm met<br />

bronchoconstrictie ( airtrapping hyperinflatie alveolen verscheuring<br />

alveolen obstructief emfyseem COPD)<br />

verschijns: afh v mate; niet algemeen ziek, hoesten met wisselnde freq en kracht,<br />

mn op stal en bij nr buiten gaan; gebrek aan uithoudingsvermogen; (exp) dyspneu;<br />

bij veel emfyseem “dubbelslag”, wisselende hoeveelhd neusuitvloeiing (wordt<br />

vaak doorgeslikt); bij ernstige dyspneu neusvleugelen en anusbewegingen;<br />

afwijkende longauscult (afh v mate); vergrote (bij astma soms ook normaal)<br />

longpercussie met opvallend holle toon<br />

diagn: mbv anamnese mbt hoesten en uithoudingsvermogen; klin ond, maar vaak<br />

niet genoeg!; tracheo-bronchoscopie: toegenomen hoeveelhd bronchiaal secretum<br />

met purulent karakter; fiberscoop of bronco-alveolaire lavage om sputum om te<br />

zuigen voor BO/cytologie (veel neutro’s; na 5 wk ziekte is BO neg door<br />

bactericide werking bronchussecretum) longfunctie-ond om obstructieve<br />

veranderingen in bronchi op te zoeken en evt herhalen na ingestelde ther om te<br />

zien of aandoening permanent of revers is(COPD resp astma); reactie op/effect v<br />

therapeutica;<br />

ther: verbetering v milieu: evt medicijnen om infectie te bestrijden,<br />

bronchusspasme en hypersecretie te verminderen en afvoer slijm te bevorderen :<br />

clenbuterol (ventipulmin; beta-2sympmimeticum bronchodilatatie en stim<br />

trilhaar; gewenning na 2 wk), anticholinergica (bronchodilatie, soms<br />

neveneffecten bij herhaald gebruik: herhaaldelijk atropine veroorz indroging v<br />

slijm en ileus; mn bij ernstige aanval!), prednisolon (cortico: vermindert ontst<br />

reactie, 10-14dg), bronchosecretolytica, aerosolen (om slijm te verdunnen; erg<br />

duur), cromoglycaat (mastceldegranulatieremmer, beter preventief; via<br />

ademmasker); geen AB, muv acute opflikkering infectie (dan ook koorts); tijdens<br />

ther alleen lichte arbeid, voorkom geforceerd ademen (indrogen slijmontw<br />

emfyseem); NIET OP RUST ZETTEN<br />

progn: afh v ernst, doel dier en bereidilligheid eigenaar om milieu aan te passen;<br />

vaststellen diagn is lastig; bij echte COPD matig/slecht<br />

10


Bronchioli en alveolen<br />

aangeboren afwijkingen:<br />

- ectopisch longweefsel in hals, op borstwand en in buikholte: onvold gerijpt<br />

bronchiaal weefsel zonder kraakbeen of spierlaag (bronchiale hypoplasie)<br />

- melanosis maculata = ophoping melanine in melanoforen in interstitium van<br />

lobulie zwarte vlekken in long, mn bij kalf en big; verdwijnt op den duur<br />

- aplasie, dysplasie, hypoplasie, abnormale kwabverdeling<br />

stofwisselingsstoornissen:<br />

- bij hyperparathyreoidie, Ca- of vitD-overmaat kalkafzetting in long verlies<br />

elasticiteit in alveolaire septa en bronchioli; macros: slecht samengevallen longen,<br />

stevig, soms putjes in te drukken; puimstee<strong>nl</strong>ong bij snijvlakte (beschuitstructuur)<br />

- microlithiasis: tgv verkalking van in alveolen en bronchien aanwezige, dode<br />

cellen<br />

- subpleurale fibrose en beenplaatjes: oorzaak onbekend, mn bij hond,kat en fret<br />

- vetophoping in alveolaire MF: verval v MF ontstaan cholesterolkristallen;<br />

soms granulomateuze ontst: cholestrolgranuloom<br />

circulatiestoornissen:<br />

- bloedingen: oa bij sepsis, VHD, varkenspest, miltvuur, Weil, verstikking, trauma,<br />

necrotiserende ontst<br />

- longstuwing: vaak door hartafw passieve hyperemie druk neemt toe <br />

oedeem ontstaan vochtige sneevlakte met door oedeem verbrede bw-schotten,<br />

evt uittreding ery’s en eiwitten( gaat schuimen met oedeem; door beschadiging<br />

epitheel oiv hypoxie; in alveolen kunnen met Fe-beladen MF zitten (Fe afk v<br />

ery’s): hairt failure cells<br />

- hypotase en agonaal oedeem tgv sterfte: hart kan niet meer tegen Fz afvoeren,<br />

waardoor na dood bloed naar onderliggende long gaat<br />

- longembolie: veroorz vaak focale endarteriitis ( metastatische ontst <br />

aneurysma arterie ruptuur longbloeding; mn bij rund tgv fusobacterium bij<br />

trhomboflebitis vena cava)<br />

- trombose: door aantasting v wand, oa bij DIS en lonaspergillose (vogel)<br />

- infarcering: door tweeledige en anastomoserende bloedvoorziening zeldzaam;<br />

vrijwel altijd in combi met trombose longarterien en longstuwing<br />

atelectase: = onvold ontplooiing v alveoli, hetzij congenitaal(foetaal) 1 ,<br />

hetzij verkregen (obstructie- 3 of compressie- 2 ); atelectatisch longweefsel is<br />

kleiner, donker, soepel v consistentie en zinkt in water;<br />

ad 1) bij doodgeboren dieren; longen voelen iets vaster aan door amnionvloeistof<br />

in alveolen; ad 2) bij hydrothorax, chylothorax, exsudatieve pleuritis en ruimteinnemende<br />

processen in thorax; ad 3) bij afsluiting v lumen v brochus/bronchiolus, bij<br />

vogels zeldzaam, want daar geen doodlopende einden; slachtatelectase ontstaat na<br />

verwijderen v longen uit dier, door indroging; leidt vaak tot congestie v longcapillairen<br />

vochtuittreding(: voedingsbodem voor bact longontst)<br />

11


verschijns: afh v mate en duur bestaan; bij vold mate en uitbreiding: polypneu,<br />

cyanose, verplaatsing ictus, gebieden zonder longgeruisen, bronchiaal ademen,<br />

demping bij percussie<br />

diagn: mbv verschijns, rontgen (schaduwen met minder contrast; mediast<br />

verplaatst nr aangetaste zijde), pCO2 (norm-iets verhoogd, bij polypneu<br />

verlaagd), pO2(strek verlaagd door verstoring V/P), bloedond (ontstekingsbeeld),<br />

bronchoscopie<br />

DDx: elke longafwijking (dezelde rontgenbeelden bij tumor, infiltraten,<br />

longkwabtorise en pneumonie)<br />

ther: primair op onderliggende oorzaak; AB ivm grote infectiekans; bevorderen v<br />

hoesten en diepe inspiraties enige beweging aanbevolen<br />

progn: gunstig tot dubieus, afh v oorzaak en mate;<br />

* emfyseem: = respiratoir deel v long bevat teveel lucht; zonder en met<br />

obstructie(door airtrapping tgv ventielwerking in ontstoken en door exsudaat vernauwd<br />

lumen); ventielwerking want: 1) insp kracht > exp kracht; 2) bronchien en bronchioli<br />

hebben bij insp grotere diameter dan bij exp; 3) verminderde elasticiteit; 4) bij<br />

geforceerde exp ontstaat in bewuste acinus abnormale drukverhoging compressie<br />

omliggende bronchiole; 5) Kohnse porien (niet alle diersrt; verzorgen collaterale<br />

ventilatie) zijn bij exp nauwer dan bij insp; alveolair (beperkt tot acinus), interstitieel,<br />

subpleuraal(beide door scheuren alv septa) of bulleus (grote luchtblazen);<br />

emfysematische long is volumineus, bleek (capillairen dichtgedrukt), sponsachtig;<br />

verschijns: benauwd, vooral exp dyspneu<br />

diagn mbv knisteren bij auscultatie, te holle percussie en rontgen<br />

ther: studiepasspecifiek<br />

Reactiepatronen v respiratoire gedeelte v long:<br />

Ontst v respiratoire gedeelte = pneumonie, <strong>nl</strong> interstitieel (mn in wand v alveolus) en<br />

exsudatief (mn in alveolair lumen; vaak uitbreiding v bronchi(oli)tis <br />

bronchopneumonie)<br />

Functie alveolaire MF:<br />

- fagocytose en afvoeren kleine partikels (3micrometer) in bronchiaalboom door mucociliare systeem;<br />

toename MF-afvoer via luchtwegen bij blootstelling aan veel partikels<br />

in gezonde long zijn alveoli steriel, itt luchtwegen: MF ruimen deeltjes direct op bij<br />

binnenkomst; influx v PMKs veroorz weefselschade<br />

bij “volle” MF neemt bactericide activiteit in alveoli af<br />

na virusopname dr MF vermindert bacteriele fagocytose snel ontstaan sec bact<br />

infectie na virusinfectie<br />

12


pneumoconiosis = fibrosering v long door overspoeling met partikels; afh v aard<br />

ingeademde stof en respons v long;<br />

anthracosis= inhalatie v roet geen bw, wel opslag v stof in longen: zwarte puntjes<br />

Bij asbest en silicium ontstaat vaak uitgebreide longfibrose<br />

Bij vogels zgn “vrije respiratoire MF” (FRM’s), afk uit subepitheliale weefsles en wrsl<br />

ook vaatbed; epitheelceel voorste luchtwg overvloed aan lysosomen<br />

Type 1 cel = cel met rel groot oppvl, rel gevoelig voor noxen beschadigen als eerst<br />

bij cytotoxische stoffen vanuit lumen of septum of door hypoxie door oedeem/verdikking<br />

alv septa (daardoor grotere afstand tot capillair)<br />

Bij sterke beschadiging type-1-cel proliferatie type-2 cellen (cuboidaal; gaan dan<br />

bekleding vormen): epithelialisatie: alveolus bedekt met kubisch epitheel<br />

- eenmalig beschadiging: transform v type2 nr type 1<br />

- voortgaande beschadiging: blijvende proliferatie: epitheel blijft kubisch(lijkt op<br />

uier); evt metaplasie naar plaveiselepitheel en meerlagig worden<br />

Bij heftige noxe coagulatienecrose v epitheel (zowel type 1 als –2) herstel dmv fibroangioblastenweefsel<br />

Hyaliene membraanziekte= ziekte bij pasgeborenen die hyaline krijgen door onvold<br />

surfactant onvold ontplooiing hypoxie oedeem hyalinisatie<br />

Bij rund met veel tryptofaan in jong gras: wordt in pens omgezet in 3-methyl-indol <br />

toxisch: zeer heftige, klinsche benauwdheid met sereuze pneumonie-beeld: longjacht<br />

Bij aerogene infecties zijn tobkwabben, hartkwabben, voorbuiten delen v hoofdkwabben<br />

en mediastinale kwabben gepredisponeerd voor pneumonie; bij hematogene infecties<br />

diffuse aantasting.<br />

Ontstekingsreacties alveolen:<br />

1) exsudatief: begint als bronci(oli)tis die zich uitbreidt nr alveoli in begin<br />

lobulair, daarna uitbreiding (pseudo-lobulair): endobronchiaal(meestal) door<br />

inhalatie of exp v exsudaat, peribronchiaal via adventitia, door Kohns porien;<br />

uittreden v plasmabestanddelen en ontstcellen uit vaten (sereuze pneumonie):<br />

- ontstekingsoedeem: door beschadigen v endotheel uittreden eiwithoudend,<br />

waterig vocht in interstitium en alveolen; belemmert gasuitwisseling hypoxie<br />

exsudatie hypoxie etc.; afvoer via lymfe, trilhaarepitheel en hoesten;<br />

fibrosering bij te langz afvoer<br />

- hyaliene membraanvorming: door stollen v oedeem in alveolen en –gangen en<br />

door luchtbewegingen; bestaat uit gecoaguleerde plasma-eiwitten, dode MF en<br />

epitheelcellen; kunnen blijven zitten of gefagocyteerd worden<br />

- sereus/atypische pneumonie: extreme exsudatie v plasma in alveolen door sterk<br />

verhoogde permeabiliteit v hyperemische capillairen tgv toxinen, infectie etc;<br />

leidt tot interstitieel oedeem zwellen alv septa vollopen alv lumina <br />

13


coagulatie tot neerslag of hyaline membr verstoorde gaswisseling hypoxie<br />

meer exsudaat en hyperventilatieemfyseemvicieuze cirkel; schuimvorming<br />

in bronchiaalboom dr oedeem; epithelialisatie dr beschadigen v type1-cellen door<br />

exsudatie en hypoxie; Macrosc: zware, slecht samenvallende hyperemische<br />

longen met diffuus veel oedeem, stevig, zinkend in water; mn bij rund door<br />

meerdere oorzaken, oa: overgevoeligheidsreacties type 3, resp syncitial virus,<br />

veel tryptofaanopname<br />

2) catarraal(met granulo’s maar zonder duidelijk verval; vaak bronchopneumonie)<br />

en purulent (macrosc waarneembare vervloeiing longweefsel):<br />

- stage 1: hyperemie en sereuze exsudatie in alv wand en lumen; weinig cellen in<br />

exsudaat, weinig fibrinogeen (dus niet stollen)<br />

- stage 2: sterke infiltratie PMKs, evt lysis en abcedering door vrijkomen enzymen<br />

bij verval PMKs<br />

- stage 3: herstel door verwijderen exsudaat: afvoer via lymfe (interstitieel) en via<br />

luchtwegen en lymfe (alv lumina);<br />

macrosc: volumineus, rod-roodgrijs, verhoogde consistentie, zinkt in water,<br />

vochtig&glimmend snijvlak, troebel exsudaat af te strijken, evt sterretjes-en<br />

klaverbladtekening;<br />

vaak complicaties: sterfte dr sepsis en asfyxie; chonisch worden met verdikking<br />

septa, chron bronchi(oli)tis, met varierende hoeveelhd exsudaat in alv lumen: 2<br />

beelden: 1) zolas acute stadia,maar grijswit v kleur; 2) sterk samengevallen,<br />

grijswit/grijsrood, onregelm oppvl, soepele consistentie, zinkt in water, vrij droog<br />

exsudaat op snijvlak, sterretjes-en klaverbladtekening, bronchi-ectasien pneumonie<br />

is genezen, maar resterende chron bronchitis zorgt dat long atelectatisch blijft doordat<br />

geen lucht kan toestromen<br />

3) fibrineus: komt grotendeels overeen met catarrale pneumonie, allen hier is er<br />

uittreding v fibrinogeen dat stolt; begint met hyperemie en exsudatie met<br />

fibrinogeen en uittreden ery’s naar alveolen en interstitium; long voelt aan als<br />

lever: hepatisatie:<br />

- 1 e stadium: rode hepatisatie: door hyperemie en uitgetreden ery;s<br />

- 2 e stadium: grijze hepatisatie: uittreding PMKs en MF, vermindering v hyperemie<br />

en lysis v uitgetreden ery’s<br />

- 3 e stadium: herstel: lysis v fibrine oiv eiwitsplitsende enzymen uit leuco’s <br />

exsudaat wordt weer vloeibaar en afgevoerd via lymfe, luchtwegen; nooit volledig<br />

herstel: fibrine die niet snel genoeg wordt afgevoerd, wordt georganiseerd door<br />

fibro-angioblweefsel: carnificatie; evt compl: dood, necrose longweefsel,<br />

fibrineuze pleuritis;<br />

Macrosc: in acute stadium volumineus, rood-grijsgeel; doffe&ondoorschijnende<br />

pleura, verhoogde cons; droog, dof en bont aspect sneevlakte doordat lobuli in vrsl<br />

stadia zitten, sterk verbrede septa, vaak trombose lymfevaten; in chron stadium:<br />

volumineus en wit, sterk verhoogde cons, verbrede septa, glimmend sneevlak;<br />

4) hemorrhagisch: wanneer alveolaire capillairen ernstig zijn aangetast en<br />

uitgetreden ery’s ontstbeeld overheersen; verloop als bij 2 en 3;<br />

5) gangreus: heftige, hemorrh-fibrineuze pneumonie met necrose en vervloeiing v<br />

longweefsel (holtevorming),met stinkend, grauw exsudaat (ichor); meestal sterfte;<br />

bij verslikken, aspiratie v slootwater en scherp.<br />

14


Interstitiele pneumonie = wanneer ontst zich vooral afspeelt in wand v alveolen:<br />

1) overgevoeligheidsreactie type-3 in alveolairwand(extrinsieke of intrinsieke<br />

alveolitis): antigen-Alreactie activering complement aanttrekken PMKs en<br />

release vaso-actieve stoffen toename vaatpermeabiliteit exsudatie; bij grote<br />

aanvoer v antigenen gegeneraliseerde reactie met sepsisbeeld, anders na<br />

exsudatie proliferatie met fibrosering en rondkernigen (bij voortdurend laag<br />

aanbod: diffuse fibroserende ontst); bijv chron interstitiele pneumonie v rund<br />

2) overige reacties alveolaire wand: primair exsudatief, daarna herstel of<br />

proliferatieve ontst; kan ook primair proliferatief zijn zwoegerziekte schaap:<br />

chron interstit pneumonie<br />

Macros: voluminues en zwaar, steviger, grijswitte, kleine haardjes, bleek, luchthoudend<br />

Bij vogels: alle lucht gaat eerst nr caudale zakken aerogene noxen zullen na passage<br />

dr luchtwegen eerst in aanraking komen met fagocyterend epitheel; kan leiden tot<br />

luchtzakontst, verandereingen v wand parabronchien(daar liggen REScellen; hier wordt<br />

ook antracosis of silicosis zichtbaar); bij vogels geen sterretjes- en klaverbladtekening<br />

hebben geen bronchiaalboom;<br />

Bij hematogene aanvoer treden lymfo’s uit vaten en komen in perivasc lymfeschede <br />

cuffing = karakteristiek voor beginnende exsudatieve pneumonie<br />

Bij paard zijn bact infecties v luchtwegen altijd secundair; verschijns v acute bronchitis<br />

met langdurige koorts en neusuitvloeiing; diagn mbv BO<br />

TBC: 1) malleus: miliare tot grotere ontsthaardjes met centraal verval;<br />

leidt in neus tot ulceratie en bij genezing tot stervormige littekens<br />

2)actinomycose: vr<strong>nl</strong> bij rund; kleine of grotere haarden, op<br />

doorsnee week grauwgeel ontstweefsel, dat uitsteekt boven omgevende bwafkapseling;<br />

puspropjes in granulatieweefsel, waarin verwekker zit; soms<br />

uitzaaiing bij hematogene infectie v long;<br />

neoplasieen: vaak metastasen v tumoren elders (sec longtumoren);<br />

primaire longtumor vrij zeldzaam en vrijwel altijd epitheliaal (adenoom,<br />

adenocarcinoom, plaveiselcelcarcinoom, anaplastich carcinoom);<br />

jaagsiekte/longadenomatose bij schaap door virus, met progressief<br />

verlopende dyspneu door multipele adenomen in long<br />

Parasitaire aandoeningen:<br />

longworm<br />

# bij schaap en geit: mn dictyocaulus filaria (DF;grotere bronchien; directe<br />

cyclus), muelleris capillaria en protostrongylus rufescens(MC resp PR;<br />

kleinere bronchien, bronchioli, alveolen); veroorz wormknobbeltjes (mn in<br />

hoofdkwabben; miliare, hyaliene haardjes, soms met dof centrum of verkalkt<br />

(muelleris) als reactie op afgestorven wormlarven), brutknoten (grauwgrijze,<br />

15


iets prominerende, hyaliene, oppvl haarden met pneumonische haard met<br />

worm,larven en eiren met daarin evt wormknobbeltje; mn in hoofdkwabben)<br />

of purulente bronchitis met evt uitbreiding tot catarrale bronchopneumonie;<br />

veroorz minder schade dan bij rund;<br />

pathogenese: DF: PPP=28 dg; PPR hoogdrachtige en lacterende ooien vaak<br />

oorzaak v weidecontaminatie; opname L3 dringen dramwand binnen <br />

trektocht via lymfe en bloed naar longcapillairen naar bronchi:<br />

bronchitis;eiprod vanaf dg 20; MC: weinig gastheerspec voor tssgastheer (slak)<br />

L1 in slak tot L3 opeten slak migratie zolas bij DF; PPP= 6-10wk<br />

verschijns: mn in nazomer en herfst klinisch; lammeren hoesten, versnelde<br />

ademh, mucopurulente neusuitvloeiing, hoestbuien na opjagen; verscherpt<br />

ademen metr onchi; groeivertraging en conditieverlies; evt sterfte door sec<br />

infectie; longoedeem bij massale larvale infectie; bij MC alleen bij zeer ernstige<br />

besmetting groeivertraging, verder geen verschijns, itt bij geit: dan hoeste,<br />

dyspneu en minder melkprod<br />

diagn mbv anamnese, klin verschijns, fecesond (vinden v L1 mbv baermann)<br />

ther: anthelmintica; geen preventie<br />

# rund: dictyocaulus viviparus (in bronchien en bronchioli); veroorz<br />

grashoest; in ernstige gevallen purulente bronchitis met volw parasieten tot<br />

lobulaire catarr pneumonie, mn in achterste deel hoofdkwabben; soms acute<br />

allergische reactie met atypische pneumonie; soms met wormknobbeltjes;<br />

vrouwtjes leggen eitjes met L1 opgehoest en doorgeslikt uitkomen<br />

eieren tijdens darmpassage L1 in feces ontw in 1 wk via sporangien v<br />

schimmel nr vegetatie opname L3 penetratie darmwand en migratie<br />

vialymfevaten, lnn mes en bloed naar longen (duurt 1 wk) ontw tot adult<br />

met verplaatsing nr bronchioli; ontw v L1 gedurende hele weideseizoen; L3<br />

leeft kort, kunnen evt wel overwinteren; L3 komen zeer massaal op wei , maar<br />

verdwijnen ook snel weer; PPP= 3-4 wk;immuniteit na infectie; L3 in najaar<br />

in inhibitie dragers; race tss opbouw v infectie en immuniteit; in bijna elke<br />

koppel melkkoeien wel dragers;<br />

1) zware primaire infectie: via carriers die veel larven uitscheiden (kalveren);<br />

piek uitscheidng binnen 5-6wk; ziekte in eerste generatie longworm (vanaf<br />

3-5wk)<br />

2) lichte primaire infectie: via overwinterde larven of carriers die weinig<br />

larven uitscheiden; geen klin verschijns, wel rel veel uitscheiding dr<br />

kalveren zwaardere sec infecties max uitscheiding en evt ziekte in 2 e<br />

generatie<br />

3) zeer lichte primaire infectie: ook sec infectie is te laag om immuniteit op<br />

te bouwen; evt ziekte in 3 e generatie, anders inmiddels immuniteit;<br />

pathogenese: KOPPELAANDOENING penetratiefase: migratie nr longen met<br />

zeer beperkte lesies; prepatente fase: blokkade kleine bronchioli door eosinofiele<br />

exsudaten samenklappen distale alveoli (revers); evt ontstaan hyaline membr <br />

zuurstofvoorziening neemt af; in ernstige gevallen klin verschijns en longoedeem<br />

en interstit emfyseem; patente fase: volw wormen veroorz bronchitis met<br />

exsudaatvorming;aspiratie v eieren en L1 lokale ontstreactie, soms met<br />

anafylactische reactie, volle alveolen en typisch beeld v pneumonie; postpatente<br />

16


fase: spontaan ontdoen v wormen; geleidelijke verbetering; som scompl, mn<br />

alveolaire epithelialisatie (maakt gaswisseling onmogelijk); verder treedt altijs<br />

eosinofilie op, zij geven slijm groenige kleur en zwelling v lnn<br />

verschijns: ziekte bij infecties >100 wormen; toenemende hyperpneu, dyspneu,<br />

longoedeem, longemfyseem; hoesten (soms onderdrukt dr pijn na opjagen gaan<br />

dieren meer hoesten); te abdominale ademh, ronchi, vergroot longveld, algemeen<br />

ziek, minder eten en drinken, minder groei, vermageren; koorts allen bij sec<br />

infectie; lichte herinfecties bij immune dieren geven meestal geen verschijns,<br />

anders longjacht (dan geen larven in feces)<br />

diagn mbv anamnese, klin verschijns, fecesond (baermannmethode), sputumond,<br />

serologie, bloedond (min 7-10 dieren); vinden v larven in sputum is bevestigend;<br />

ELISA (niet bruikbaar in prepatente fase of na postpatente fase); longjacht<br />

moeilijk te diagnosticeren<br />

ther: anthelminticum, verweiding nr schone wei of opstallen<br />

prev: vaccinatie, herinfectie wel nodig voor verdere opbouw immuniteit<br />

# varken: metastrongylus elongatus; meestal alleen bronchitis; alleen bij<br />

buite<strong>nl</strong>opende varkens heeft regenworm als tussengastheer<br />

# paard: dictyocaulus arnfieldi; veroorz purulente bronchitis met uitbreiding<br />

tot lobulaire catarrale pneumoni; ezel = drager; vercshijns: te freq en<br />

abdominaal ademen, hoesten, neusuitvloeiing (ook door vaak sec bact),<br />

ronchi, soms dyspneu (door hypoxie); (andere worminfecties: parascaris<br />

equorum en strongyloides wetseri migreren door longen)<br />

# kat: aelurostrongylus abstrusus; veroorz multipele, grijze haarden v<br />

wisselend grootte; brutnoten; mediahyperplasie v vertakking apulm en<br />

hyperplasie bronchiale klierbuizen; lage prevalentie in W-europa;<br />

landslak=tssgastheer<br />

# hond: door import; filaroides osleri; veroorz chron polypeuze<br />

tracheitis/bronchitis thv bifurcatie, met wormen in deze poliepen; filaroides<br />

hirthhii en f milksii geven multipele, kleine ontsthaarden met daarin worm;<br />

crenodoma vulpis (mn bij vos) veroorz acute-chron mucopurulente bronchitis;<br />

angiostrongylus vasorum (hartworm) veroorz hoesten en snel ademen,<br />

bronchitis en emfyseem<br />

# kip: syngamus trachea: gaapworm ; veroorz catarr ontst trachea<br />

echinococcose: larvestadium v echinococcus granulosus (leeft in du da<br />

hond/vos) ; blaaswormmet heldere vloeistof, omgeven door dun bwkapsel;<br />

kan verkalken; bij infectie v blaasworm kan abces ontstaan<br />

overige wormen: ascariden: maken trektocht dr lichaam en passeren<br />

longen kan leiden tot acute pneumonie met eo’s; kunnen ook afsterven<br />

en wormknobbels verooz die kunnen verkalken; ook kunnen wormen “per<br />

abuis: in longen komen distomatose bij rund, myasis, cryptosporidium<br />

bayleyi;<br />

17


overige infectieuze aandoeningen:<br />

Bij primaire infecties door virus, mycoplasma en chlamidya bepalen sec bact<br />

infecties vaak klin beeld<br />

# paard:<br />

rhinovirus, influenza A equi 1 of equi 2 (orthomyxovirus) en rhinopneumonitis (<br />

herpesvirus type 1(kan ook neurologische verschijns en abortus veroorz met<br />

necrosehaardjes bij foet in long ed) en 4); morfologisch niet v elkaar te<br />

onderscheiden: allen veroorz catarr-mucopurulente ontst v luchtwegen met evt<br />

interstitieel pneumonie; oiv bact kan catarr, purulente of fibrineuze pneumonie<br />

ontstaan; rhinopneumonie veroorz rhinitis, pharungitis en bronchitis, mn aantastting<br />

lymffollikels, koorts, soms hoesten, neusuitvloeiing ,gezwollen lnn mand,<br />

leucopenie; abortus en ataxie<br />

streptococcus equi (goedaardige droes); purulente rhinitis, soms aerogene<br />

metastasering nr long; vr<strong>nl</strong> aantasting regionale lnn purulente lymfadenitis<br />

rhodococcus equi: veroorz uitgebreide pyogranulomateuze ontsthaarden in long<br />

en purulente bronchitis; is ubiquitaire bodemparasiet en leeft commensaal op sv<br />

en in lnn en feces; is oppoortunist en slaat toe bij stress, verminderde afweer<br />

etc;infectie per inhalatie; leeft facultatief intracellulair en kan fagolysozommfusie<br />

tegengaan met degranulatie v lysozoom weefselbeschadiging; verschijns:<br />

verhoogde ademh, te abdominaal ademen, purulente neusuitvloeiing, hoesten,<br />

rochelende stridor, hoge temp, duidelijke ronchi, soms kraken of knisperen; vaak<br />

eerst bronchitis, daarna worden bronchioli afgesloten door exsudaat met atelectase<br />

of pneumonie achterliggend weefsel; kan ook ulceratieve colitis veroorz met<br />

hersenverschijns en ataxie, arthritis, koorts, diarree, abcessen;gevoelig voor<br />

penicilline!<br />

streptocooccen, klebsiella, bordetella, actinobaccilus equuli(purulente<br />

ontsthaardjes diffuus door long), e coli, pasteurella(fibr pneumonie),<br />

salmonella(fibrineuze pneumonie); vaak probl na primaire virusinfectie<br />

# rund:<br />

pinkengriep: veroorz door bovine respiratory syncytial virus, pneumovirus);<br />

koppelsgewijze aandoening bij jonge runderen; vanaf 12-15 mnd lft-resistentie;<br />

mn bij 1-3mnd oud(ernstigst) en 8-12mnd(hoogste prevalentie); mn in herfst;<br />

meer dan 80% v volw rund zijn seropositief; infectie via inhalatie v virus <br />

virusvermeerdering in sv neus, trachea en bronchi acute atypische interstit<br />

pneumonie met interstit oedeem en catarrale ontst v bronchi en bronchioli<br />

(overgevoeligheidsreactie type 1 speelt wrsl rol); hog emorb, lagere mort; leidt<br />

tot groeivertraging, verlengde opfokperiode, sterfte en verlate 1 e inseminatie;<br />

verschijns: varieert strek v koppel tot koppel; ernst afh v dier- en milieufactoren;<br />

lichte gevallen: in begin hoesten, tranenvloed tgv conjunctivitis, wisselende<br />

koorts, hyperventilatie die na inspanning te lang hoog blijft, sereuze<br />

neusuitvloeiing, soms speekslen; later freq hoesten; verscherpt ademen en ronchi;<br />

18


soms bronchiaal ademen op topkwabben; leucocytose met linksverschuiving;<br />

dieren vaak na kort elkaar verschijns infectie binnen 2 wk weer verdwenen en<br />

schade beperkt tot geringe groeivertraging en evt gewichtsverlies; zware<br />

gevallen: erg hoge ademfreq, abdominale ademh, dyspneu, buccaal ademen,<br />

gestrekte hals en kromme rug met tong uit bek, kreunen, speekselen, bloederig<br />

schuim rond mond, cyanotische sv,; bronchiaal ademen en knisperen; sterfte v<br />

ernstige benauwde dieren<br />

diagn mbv anamnese (gehele koppel, huisvesting, jaargetijde, lft dieren), klin<br />

beeld en aantonen virus in tracheo-bronchiaal secretum; evt gepaarde sera;<br />

aantonen antigeen in longspoelsel met IFT of PCR<br />

DDx: IBR, longworm, enzootische kalverpneumonieen; bij ernstige gevallen met<br />

emfyseem en oedeem ook longjacht<br />

Ther: onderdrukken ontstreactie of wegnemen gevolgen ontstreactie cortico’s<br />

(verminderen vaatwandperm, maar ook immuunsuppressie!), NSAIDs,<br />

antipyretica (remmen synthese PGFs) temp daalt, ademfreq en ademtype<br />

verbeteren; bij ernstige infectie duurt herstel langer: veel geichtsverlies dr<br />

anorexie en koorts of sec infecties<br />

Prev: vaccin (geattenueerd of geinactiveerd); 2x IM met tsstijd 3-4wk; voor<br />

opstallen<br />

Infectieuze Bovine Rhinotracheitis(IBR): veroorz door BHV1, leidt tot<br />

purulente tot pseudomembr ontst v voorste luchtwegen, mn trachea; in nog intacte<br />

epitheel kunnen acidofiele insluitsels worden gevonden; kan ook leiden tot<br />

abortus en oogaandoeningen; BHV2 veroorz infectieuze pustuleuze<br />

vulvovaginitis(IPV) en bij stier – balanoposthitis (IPB); bij alle lft; bij kalf mn<br />

resp vorm, bij volw rund ook andere afwijkingen; na infectie immuniteit, maar<br />

niet levenslang!! klin beeld bij herinfectie afh v immuunstatus; ook pathogeen<br />

voor kleine herkauwers; dmv druppeltjes-infectie of direct contact met uitvloeiing<br />

vermeerdering in sv voorste luchtwegen (IBR) of genitaaltractus (IPV)<br />

verdere vermeerdering langs sv (epitheeldegeneratie en necrose), zenuwbanen en<br />

lymfvaten nr oog, hersenen, lnn en soms MDK; uitscheiding v virus 10-16dg;<br />

zelden viremie; wel intra-uteriene infectie; persistentie v virus in sensorische<br />

ganglia reactivatie na stress of immuunsuppressie; hoge morb, die langdurig<br />

kan zijn;<br />

verschijns (van respiratoire vorm): mn op bedrijven waar jonge kalveren bijeen<br />

komen v vrsl bedrijven: incubatie = 2-4dg; eerst speekselen en verlies v eetlust,<br />

sloom en suf; in begin hoge koorts, rode sv neus, mond en ogen; hyperemische<br />

neusspiegel; beiderzijdse neusuitvloeiing (eerst sereus, dan mucopurulent), sterke<br />

dyspneu door zwelling sv en necrosemateriaal daarop; soms buccale ademh en<br />

stridor; hoesten met uitgestoken tong; moeilijke opname v eten/water door<br />

dyspneu; bij melkkoeien vaak milder: strek daling melkprod, koorts en<br />

verminderde eetlust, licht verhoogde ademfreq, rode sv neus en mond,<br />

beiderzijdse sereuze neusuitvloeiing, droge hoest; herstel na 2-3wk; bij ernstigere<br />

infectie zoals bij kalf en dan vaker sec infecties waardoor temp hoog blijft,<br />

zwelling sv toeneemt en pneumonie kan ontstaan; bij mestvee: stalklimaat vaak<br />

slecht; ernstig gewichtsverlies, regelm pneumonie;<br />

19


diagn: mbv verschijns, virusisolatie uit neus- of vaginaalsecretum og oogvocht in<br />

vroeg ziektestadium mbv IFT of kweek, atijd in combi met gepaarde sera <br />

vinden v virus niet bewijzend: andere infecties kunnen voor reactivatie gezorgd<br />

hebben; serolgie op AL vanaf dg5<br />

ther: AB en chemotherapeutica tg sec infecties; vaccins<br />

* BCK (herpes), MD (togavirus): ulceratieve en pseudomemb ontst v oa voorste<br />

luchtwegen ;BCK bij rund = herpesvirus, sporadisch bij rund; lang incubatie (3-<br />

10wk); rund is eindgastheer, schaap is bron;<br />

verschijns: acuut hoge koorts, felrode sv, alg malaise, hevige diarree,<br />

lesies in bek, ernstige keratoconjunctivitis, mucopurulente neusuitvloeiing,<br />

ontschoening, encephaltis, lymfadenopathie, meestal sterfte, bij milde<br />

gevallen langdurig beloop en soms zelfs herstel<br />

diagn mbv verschijns, aantonen AL of viirus (PCR,IFT)<br />

DDx: BVD/MD, MKZ, runderpest (bij BCK ernstiger verschijns)<br />

Ther: geen; vermijd contact met schapen; Progn: slecht; herpesvirus dier<br />

blijft drager en bij stress opnieuw ziek<br />

Para-influenza 3 (paramyxovirus): catarr ontst luchwtegen; syncytiumvorming in<br />

bronchien en alveolen met insluitlichaampjes<br />

adeno- en reovirus: catarr ontst luchtwegen<br />

chlamydia: atypische of catarr bronchopneumonie<br />

mycoplasma bovis: catarr bronchopneumonie<br />

mycoplasma mycoides: besmettelijke longziekte v rund; fibrineuze<br />

pleuropneumonie; zie verder<br />

salmonella (fibr pneumonie), haemophilus, klebsiella, coocen, e coli, arcanobacter<br />

pyogenes, fusobacterium(necrosehaarden) , e.v.a kunnen (in)direct aa<strong>nl</strong>eiding zijn<br />

voor longontst<br />

pasteurella hemolytica: veroorz vaak na primaire virale aantasting v long of andere<br />

stress (shipping fever) een fibr-necr pneumonie met lobaire of lobulaire<br />

verspreiding; necrosegebieden omgeven door stroken spoelvormige gedegenereerde<br />

neutro’s en MF<br />

# schaap & geit:<br />

zwoegerziekte (schaap): aandoening met dyspneu en vermageren; door Maedi-<br />

Visnavirus); veroorz niet alleen longprobl; persisterende “slow virus”infectie met<br />

afwijkingen in diverse organen; infectie door inhalatie of besmet colostrum<br />

(belangrijkst!) virus nr witte bloedcellen, evt intermitterende viremie via witte<br />

bloedcellen persistente infectie v longen, uier, CZS en bloedvormende organen <br />

lesies door (wrsl) immunologische reacties; incubatie=2-4jr; zowel humorale als cell<br />

afweer, maar toch persistentie (geinfecteerde cellen worden niet aangepakt) altijd<br />

drager en continue infectiebron; virusgenoom zit in monocyt/MF; slechts bij klein<br />

deel v infectie klin afwijkingen; hoge vervangingsgraag in aangetaste koppels,<br />

belemmerde export;<br />

verschijns: klin bij dieren >2jr; bij lage besmettingsgraad geen symptomen in<br />

koppel, bij hoge neemt dit exponentieel toe (opruimen v lijders doet situatie<br />

minder ernstig lijken); interstitiele pneumonie met dyspneu n aopjagen en<br />

vermageren; later ook in rust exp dyspneu; meestal zonder hoesten; later<br />

20


cachetisch; zelden aantasting CZS (dan leuco-encephalitis met demyelinisatie met<br />

zwakke achterhand, blindheid en stereotiep gedrag); kan wrsl ook chron<br />

induratieve mastitis veroorz: uier vleesachtig met toegenomen cons en sterk<br />

verlaagde prod (lammeren groeien minder), wel normale melk; evt chron<br />

arthritiden<br />

diagn mbv klin beeld, sectie, serologie (koppel; tijd tss infectie en seroconversie<br />

wisselt p/dier), virusisolatie (duurt lang)<br />

ther: geen; op den duur infauste prognose<br />

prev: zwoegervrij maken: gesloten koppel (half)jaarlijks onderzoeken, positieve<br />

dieren ruimen; lammeren opvangen en apart v ooi colcotrumvrij opfokken, ook<br />

serologische controle;<br />

Caprine Arthritis-Encephalitis (CAE) bij geit: aan bovengenoemd virus verwant<br />

CAEvirus; epidemiologie en pathogenese idem aan zwoegerziekte;<br />

verschijns: mn bij volw geiten chron progressieve arthritis met aangetaste capri en<br />

dikke knieen; bij lammeren 3-6mnd ook acute en fatal encephalitis; chron interstit<br />

pneumonie, chron leuco-encephalitis en mastitis (niet alles altijd tegelijk)<br />

diagn mbv klin beeld en serologie (ELISA, maar geen onderscheid met zwoegervirus<br />

mogelijk)<br />

para-influenza: zie rund<br />

mycoplasma: catarr bronchopneumonie, door m ovipneumoniae en m arginini;<br />

belangrijker: m capripneumoniae, m mycoides subspecies capri en m mycoides<br />

subspecies mycoides: veroorz CCPP bij geit;<br />

verschijns: niet specifiek; chron hoesten en dyspneu bij opjagen, sloom,<br />

mucopurulente neusuitvloeiing; bij CCPP: ernstigre, anorexie, afzonderen,<br />

slomm, opgebogen rug, opstaande haren, koorts, hoesten na opjagen, sereusmucopurulente<br />

neusuitvloeiing, verscherpt tot bronchiaal ademen; mn jonge<br />

dieren dood; bij chron verloop evt ook keratoconjunctivitis, arthritis, mastitis en<br />

abortus<br />

diagn mbv isolatie verwekker uit pneumonisch longweefsel (niet uit neusswab <br />

veel dieren zijn drager); serologie<br />

DDx: pneumonie door pasteurella<br />

Ther: bij CCPP slechte prognose; oxytetra en macroliden; geen vaccin, geen<br />

preventie<br />

pasteurellose (zomerpneumonie/enzootische pneumonie): veroorz acute<br />

penumonien; door mannheimia haemolytica a of pasteurella multocida; kan bij<br />

klin gezonde dieren aanwezig zijn in nasopharynx en opflikkeren oiv stress of<br />

andere infecties, omgevingsfactoren tec; mn tss mei-sept; lage morb, hog emort;<br />

mn bij lammeren 2-6 mnd;<br />

verschijns: hoge temp, anorexie, sloom, dyspneu, freq hoesten, ernstige sereuze<br />

neus- en ooguitvloeiing; bronchiaal ademen, soms ronchi; bij overlven acute fase<br />

worden resp-probl mindre,maar wel vermageren, dor en losse wol; bij sepsis<br />

peracuut ziek met schuim op lippen en dyspneu vaak dood gevonden zonder<br />

klin verschijns vooraf<br />

diagn mbv snelle verloop + klin beeld; virusisolatie, IFT, gepaarde sera, BO v<br />

tracheo-bronch secretum; sectie long, lever en milt<br />

21


ther: langdurige AB (oxytetra); slechte prognose, dieren blijven slijter; combivaccin<br />

tg clostr en pasteurella, goede verzorging en stress vermijden ter preventie<br />

vsrl bact (prim of sec): bronchopneumonie<br />

corynebacterium pseudotuberculosis s ovis: geeft in longen abcessen met droge,<br />

groenige concentr gelaagde inh met aantasting bronchiale en mediast lnn<br />

# varken: onderscheid bact-virus lastig; alleen bij a pleuropneumoniae karakteristiek<br />

exp dyspneu, verdere pneumonieen weinig karakteristiek met geforceerde,<br />

abdominale ademh; bij virus is er na introductie in gevoelige groep een gradient en<br />

kan boer aangeven bij welke dieren het is begonnen en welke het hebben gehad, bij<br />

bact geen gradient: meeste varkens reeds drager v agens en door tekortschieten v<br />

innate immunity koloniseert deze bact in luchtwegen;<br />

-elke bact heeft eigen arsenaal aan virulentiemech om bronchien en alveolaire<br />

ruimten te koloniseren, vaccins hiertg vaak onvold effectief want daar wordt onvold<br />

mucosale afweer mee bereikt en bact buiten bereik blijven in leven; daarnaast kunnen<br />

maternale AL immuunrespons blokkeren; zieke dieren drinken onvold AB per<br />

injectie;<br />

- tg enkele virussen vaccins (aujeszky(markervaccin heeft geleid tot uitroeiing in NL),<br />

influenza, PRRS)<br />

bordetella bronchiseptica: koloniseert ciliair epitheel en veroorz ciliostase en<br />

verlies v ciliair epitheel; infectie neus en bronchien, evt gecompl met multipele<br />

lobulaire catarr-mucopurulente bronchopneumonie in alle kwabben;<br />

verschijns: mn bij jongere dieren hoesten en niezen(rhinitis), incidenteel<br />

bloedneuzen; verstopping traanbuis traanstreep; milde conchae-atrofie (alleen<br />

bij sectie vast te stellen), hardnekkige pneumonie: dan abdominale ademh en<br />

koorts; suf en groeivertraging<br />

diagn mbv verschijns, reincultuur isoleren uit neus bij niezende big; na sectie door<br />

vinden v catarr-mucopurulente bronchopneumonie met daarin bact ( vaak zit er<br />

ook p multocida in)<br />

DDx: niezen door andere prikkelingen (ammoniak, andere infectie die<br />

neussvbeschadigen); pneumonieen door andere oorzaak hebben vaak zelde<br />

etiologie, muv a pleuropneimoniae-pneumonie danuitgesproken dyspneu<br />

Ther: AB per injectie bij zieke en jonge dieren, overigen via voer/water<br />

Zonder compl herstel; pneumonie kan chron verloop hebben; preventieve<br />

medicatie via voer bij gevoelige dieren; vaccinatie v zeugen voor matern<br />

immuniteit<br />

pasteurella multocida: prod DNT (dermonecrotiserend toxine); veroorz atrofische<br />

rhinitis en pneumonie; meeste biggen na spenen drager in tonsillen; infectie longen<br />

vaak vanuit aerosolen uit keel; hecht zich aan epitheel dmv fimbrieen en koloniseert<br />

mucus;<br />

verschijns: in acute stadium ziek en koorts, milde tot ernstige dyspneu; veel<br />

hoesten<br />

diagn mbv reincultuur (vaak echter mengcultuur in pneumonische lesies)<br />

DDx: pneumonieen door andere oorzakne, muv a pleuropneumoniae<br />

Ther: AB: zieke dieren en zogend ebiggen per injectie, overigen via<br />

drinkwater/voer<br />

22


Progn: kan chron verloop hebben; bij erg vermageren en slecht herstel euthanasie;<br />

evt preventieve mediactie via voer; geen vaccins<br />

haemophilus parasuis: kan polyarthrits, polyserositis en meningitis bij jonge dieren<br />

veroorz, bij oudere dieren mn bronchitis<br />

verschijns: hoesten, soms meningitis; mucopurulente neusuitvloeiing; vaak wel<br />

eten en drinken<br />

diagn mbv verschijns en sectie waaruit reincultuur wordt geisoleerd<br />

DDx: andere resp infecties (echter dan vaker dyspneu dan hoesten)<br />

Ther: AB via water; zonder compl hertsel, wel mogelijk groeivertarging; prev<br />

mediactie mogelijk; autovaccins zeugen voor matern immuniteit<br />

actinobaccilus pleuropneumoniae (APP): veroorz fibrineuze-hemorrh-necrotiserende<br />

pleuropneumonie, mn bij vleesvarkens; hoge mort, lagere morb; bij 1 e introductie op<br />

bedrijf kan het optreden bij biggen v 2-3 wk, bij endemische infectie bij big > 8-<br />

10wk; zelden bij dieren >1jr; aerogene infectie; veel dragers (in farynx en tonsillen);<br />

infectie via aerosolen v infectiuze contactdieren of vanuit dragers binnen 3-6 u<br />

ernstig vaatlekken longcapillairen met explosieve vermeerdering en toxinenprod (4<br />

srt;) toxinen slopen membr v ery’s, alv MF, endotheel en PMKs weefselnecrose<br />

omgeven dr demarcatiezone ingroei fibro-angiobl weefsel die necrosehaard<br />

omgeeft vaak sterfte tgv hartfalen; vaak eenzijdig en mn hoofdkwabben; mn<br />

serotypen 2,9 en 11(prod allen iig Apx IV-toxinen);<br />

verschijns: kan snel fataal zijn dood aangetroffen met bloed uit neus; anders<br />

ernstige dyspneu met exp kreunen, hondenzit, naar buiten gebogen schouders,<br />

hoge koorts; bij mildere infecties ook hoesten<br />

diagn mbv verschijns (mn exp kreunen en dyspneu), sectie, gepaarde sera, ELISA<br />

(aantonen AL tg Apx-IV dan geen serotype-determ)<br />

DDx: andere aandoeningen met sterfte zonder verschijns: sepsis, inwendige<br />

verbloeding, MDV; ook p hemolytica<br />

Ther: AB per injectie; bij cyanose is er al sprake v hartfalen en dan slechte<br />

prognose; bij overleven 1 e 2 dg herstel, wel groeivertraging en abcessen in<br />

long<br />

Prev: voorkom tocht; vaccinatie (bevat endotoxinen en dode cellen kan tijdelijk<br />

ziekte veroorz): voorkomt sterfte maar niet ontstaan v lesies; bij uitbraak GEEN<br />

vaccinatie v gezonde dieren<br />

mycoplasma hyopneumoniae/enzootische pneumonie (MH/EP): bij alle varkens;<br />

besmetting v vrije bedrijven via lucht; varken kan drager zijn; veroorz<br />

groeivertraging; aanwezighd hyperplast lymfoide cuffs rond bronchien,<br />

bronchiolen en kleine arterien; vaak ook interstit/catarr pneumonie door sec<br />

bacterie; is factorenziekte!!<br />

verschijns: bij 1 e introductie kan grote uitbraak ontstaan: anorexie, koorts,<br />

dyspneu, hog emort, soms hoesten; bij chron vorm weinig uitgesproken<br />

verschijns, luide droge hoest; vaak compl met sec infecties<br />

diagn: vaak slachtbevinding; bij sectie peribronchi(ol)ale lymfofolliculaire<br />

hyperplasie, mn voorbuitendelen v lomg; evt IFT op weefselcoupe, PCR op long<br />

of dmv isolatie; serologie (ELISA: detecteren LDH tg bact); testen weinig<br />

sensitief<br />

DDx: b bronchiseptica, p multocida, APP(indien er sprake is v 1 e uitbraak MH)<br />

23


Ther: AB, maar vaak alleen tijdelijke verbetering door chron en endemisch<br />

karakter<br />

Progn: zonder sec infecties goed, anders pneumonie door sec bact<br />

Geen prev medicatie; vaccinatie heeft gunstig effect op groei<br />

influenza (H1N1, H3N2, H1N2): veel in NL; infectie via aerosolen <br />

vermeerdering in bronchiaal en alveolair epitheel; veroorz atypische pneumonie met<br />

verval v epitheel later uitgebreide alveolaire epithelialisatie rond bronchien<br />

verschijns: ziek, blijven liggen, koorts, hoesten, niezen, dyspneu; zonder compl<br />

genezing in enkele wk<br />

diagn mbv isoleren virus uit keelswabs bij AFR, seroconversie<br />

DDx: b bronchiseptica, p multocida, EP<br />

Ther: AB; gunstige progn, maar bij zieke drachtige dieren kan abortus optreden<br />

Prev: vaccin: vermindert verschijns en voorkomt grotendeels groeivertraging;<br />

Porcine reproductive & respiratory syndrome virus/abortus blauw (PRRSV): sinds<br />

’91 endemisch in NL; mn late abortus (niet op endemische bedrijven) en verhoogde<br />

mort v biggen; onduidelijke rol mbt respiratoire probl, maar speelt wrsl rol bij<br />

ontstaan v sec resp infecties en bij ontstaan v PMWS (wegkwijnziekte); veroorz dr<br />

PRRSVvirus (RNAvirus) vermeerdert zich in longMF; verspreiding via<br />

diercontact en lucht; n ainfectie min 12 mnd immuun; op grote bedrijven vaak<br />

enzootisch; overdracht via sperma mogelijk;<br />

verschijns: bij 1 e introductie op berdijf gedurende 6-10wk ernstige reprodstoornissen,<br />

anorexie, lichte koorts en evt dyspneu; bij klein aantal dieren cyanose<br />

aan oor, buikzijde en vulva; abortus op dg107-112 of te vroeg werpen met<br />

dode/verzwakte biggen; bij jonge biggen en vleesvarkens resp klachten, anorexie<br />

en koorts, achterblijvende groei, dor en lang haarkleed; bij alleen PRRSVinfectie<br />

vaak alleen subklin met evt suboptimale reprod-resultaten<br />

diagn mbv klin beeld, virusond, serologie; na infectie kan virus aangetoond<br />

worden in longen, tonsillen, milt, lnn, serum en lich-vloeistoffen uit thorax en<br />

abdomen; na 7-14 dg AL in bloed<br />

DDx: abortus veroorz aandoeningen<br />

Ther: na infectie immuniteit; AB oraal/parenteraal om sec infecties te bestrijden;<br />

vaccinatie mogelijk (levend en dood)<br />

#hond:<br />

- ziekte v Carre(morbillivirus;hondenziekte): oa catarr-purulente ontst luchtwegen;<br />

vaak sec infectie met bordetella dat leidt tot purulente pneumonie; i<strong>nl</strong>suitlich in<br />

epitheelcellen v luchtwegen, blaas, nier, maag<br />

- kennelhoest/infectieuze tracheobronchitis: oa canine parainfluenzavirus,<br />

adenovirus type 1 en bordetella bronchiseptica; droge, harde hoest, vaak met<br />

kokhalzen ; bij sec infecties kan bronchopneumonie ontstaan;<br />

#kat: - niesziekte: feline calicivirussen en herpesvirus type 1 (feline rhinotracheitis);<br />

catarr-mucopurulente ontst voorste luchtwegen, soms sec ook pneumonie en ulcera in<br />

tong- en wangsv<br />

-kattenziekte (parvo): vaak gepaard met necrotiserende laryngitis<br />

24


- pneumonitis: chlamydia felis; mucopur ontst voorste luchtwg en catarr-purulente<br />

pneumonie;<br />

- mycoplasma’s en vrsl bact (klebsiella, staphylo, strepto, pneumococcen,<br />

haemophilus etc): prim of sec catarr-purulente ontst luchtwg/longen<br />

#fret: - influenza (orthomyxovirus): eerst koortspiek, daarna niesaanvallen, natte ogen<br />

en muceuze(purulente) neusuitvloeiing; soms sec bact bronchitis<br />

- vrsl bact: zie kat<br />

- m genavense: haardsgewijze pneumonie of slechts lymfadenitis<br />

# konijn: - myxomatose: veroorz neus- en ooguitvloeiing en gezwollen sv voorste<br />

luchtwg<br />

- pasteurellose: rhinitis, conjunctivitis, otitis media, tracheitis en<br />

fibr-necr bronchopneumonie; stress en slechte huisvesting<br />

predisponerend<br />

- vrsl bact: zie kat<br />

# cavia: - bordetella bronch. en streptococcus pneumoniae: bact pneumonie; ook door<br />

adenovirus<br />

# rat: mn mycoplasma pulmonis, corynebact kutscheri, sendaivirus, CARbacillus; vaak<br />

leidt combi v agentia tot chron resp probl; streptococcus kan leiden tot acute<br />

bronchopneumonie<br />

# kip: - infectieuze laryngo tracheitis (herpes): catarr-pseudomemr ontst luchtwg;<br />

i<strong>nl</strong>suitlich in trachea-epitheel<br />

- chron ademhalingsziekte (CRD): door mycoplasma’s; catarr ontst<br />

voorste luchtwg<br />

- infectieuze bronchitis (corona): catarr ontst luchtwg, tevens<br />

aantasting eileider<br />

- NCD: zie eerder; catarr ontst luchtwg<br />

- Pokken/difterie: pseudomembr ontst neus, larynx, farynx en<br />

trachea (DDx: vitAgebrek)<br />

- Coryza contagiosa (snot); door haemophilus paragallinarum;<br />

catarr-mucopurulente rhinitis; vaak ook aantasting sinussen en<br />

conjunctivitis<br />

- Aspergillose: locale pseudomembr processen met daarin<br />

schimmels<br />

#vogels anders dan kip: - avipoxinfectie: catarr-pseudomembr tracheitis<br />

- bacterien<br />

- chlamydophila psittaci: prim leverontst, vaak catarr pneumonie en<br />

soms catarr-fibrineuze luchtzakontst en pericarditis<br />

- aspergillose: zie kip<br />

Ronchi wijst op aanwezighd teveel materiaal in luchtwg<br />

Bronchiaal ademen wijst op aanwezighd haardsgewijs afwijkende processen<br />

25


contagious bovine pleuropneumonia (CBPP): zeer ernstige bronchopleuropneumonie<br />

veroorz door mycoplasma mycoides spp mycoides; infectielangs<br />

aerogene weg: uitgehoeste met mycoplasma beladen partikels worden ingeademd;<br />

ook uitscheiding dr zieke dieren via urine; dragers vormen belangr bron v<br />

besmetting en bestrijding; hecten zich aan trachea- en bronchusepitheel <br />

vasculitis oiv exotoxinen of immuungemed reactie (???) fibrineus-necr<br />

pneumonie met serofibr pleuritis, vaak eenzijdig en in caud delen long;<br />

verschijns: incubatie=3-6wk; plots ernstig ziek, snelle, oppvl ademh,<br />

kreunen bij exp, hoesten, komen niet graag v hun plaats en staan met<br />

opgebogen rug en ellebogen nr buiten; kraken en vochtige ronchi, pij<strong>nl</strong>ijke<br />

thoraxpercussie, gedemte gebieden; later mucopur neusuitvloeiing en<br />

oedeem keel en kossum; dragende koeien kunnen aborteren, bij jonge<br />

kalveren soms polyarthritis; hog emorb, lagere mort; van herstellende<br />

dieren wordt ¼ drager<br />

diagn mbv klin beeld, serologie, intradermale test (alleen positief in<br />

“midden” ziekte), complement-bindingsreactie (tbv export)<br />

DDx: pasteurella-pneumonie, maar dat is vaak beiderzijds, in topkwabben<br />

en lesie symmetrisch<br />

Ther: Veewetziekte overheid neemt dier over<br />

Tuberculose: chron infectieziekte met typische woekeringen met daarin<br />

verkazing; ZOONOSE; veroorz dr mycobacterien, mn m tuberculosis, m<br />

bovis(pathogeen vr alle zoogdieren) en m avium(kan ook bij ander dier dan<br />

vogel); mn infectie via respiratie- en digestietractus; infectie leidt niet altijd tot<br />

klin infectie, mn bij rund niet: gaan pas tot proliferatie over indien<br />

predisponerende factoren rol gaan spelen; na vorming bronchopneumonische<br />

haarden uitbreiding nr bronchien en trachea met zweervorming; inhalatie v bact<br />

komen terecht op tracheasv of diepere luchtwg groot deel bact zal naar buiten<br />

worden gewerkt, daarna doorgeslikt of staafjes worden opgenomen door MF en<br />

gaan nr regionale lnn lymfo’s nestelen zich om vermeerderende bact diff v<br />

MF (met bact) tot epitheloide cel, oiv toxinen verakzing vermenigv epitheloide<br />

cellen vorming langhanse reuscellen = tuberkels bij vold bact met genoeg<br />

virulentie gaat centrale necrose verder en treden ook confluerende tuberkels op;<br />

aantasting v lymfe- en bloedvaten lan leiden tot evt verspreiding, bij bifurcatie<br />

aan ventr zijde en in rest v trachea aan dors zijde; vaak ook pleura betrokken,<br />

waarna verspreing dr borstholte mogelijk is: parelziekte, gaat over in tuberculeuze<br />

lymfangitis met veel sereuze exsudatie; via lymfevaten kan ook diafragma<br />

aangetast worden, dit kan ook vanuit verkaasde haarden in lnn en lever;<br />

In lonegn diersrtafh beeld:<br />

# rund: 1) acute miliaire TBC: longen doorzaaid met miliaire lichtgrijze<br />

tuberkeltjes met hyalien aspect die centraal verkazen<br />

2)verspreid door longen grotere tuberkels, met verkazing en verkalking;<br />

kaas is geel en smeerbaar; kan leiden tot prominerende ontsthaarden en ulcera;<br />

3) endobronchiale uitbreiding v TB; sterretjes- en klaverbladtekening in aangetaste<br />

gebieden acinaire TBC; soms ontstaan holten met kaas (cavernen); NB: 1 t/m<br />

3 = proliferatieve TBC<br />

26


TB kan ook exsudatief zijn bij grote virulentie of weinig weerstand; dan uittreding v<br />

exsudaat uit bloedvaten in longweefsel: tuberculeuze bronchopneumonie, met zeer<br />

snelle verkazing en necrotisch longweefsel: coagulatienecrose met bloedpunten<br />

#varken: miliaire of grote tuberkels, verkazend en verkalkend met witte kleur; bij<br />

aviaire TB sterk proliferatieve vorm die vaak infiltratief is en zeer geringe verkazing,<br />

komt echter zelden voor in long<br />

# paard: sterk proliferatieve TB door grote weerstand, met varierende tuberkels; geen<br />

of weinig verkazing en verkalking<br />

# vleeseter: zelden miliaire tuberkels, wel bleke, spekkige haarden met yoghurtachtige<br />

verkazing ( bij fret vaker m genavense)<br />

# vogels: meestal m avium; chron ulcera en necr veranderingen in mondhoek en aan<br />

tong; 3 verschijningsvormen: 1) klassiek met tuberkels in vele organen<br />

2) paraTB-vorm met verdikte darmmucosa, 3) atypisch met geen tuberkels, maar<br />

infiltratie v long met afgeladen MF (dan vaak m genavense);<br />

LongTBC kan gevolg zijn v aerogene infectie (bact nr regionale lnn of directe processen<br />

in bronchiaal sv; ulcusvroming en tuberculeuze bronchopneumonie) maar ook v<br />

metastatische verspreiding(tuberculeuze bronchopneumonie);<br />

verschijns: kan zeer lang zonder verschijns; bij zware infectie na enkele mnd<br />

vergrote lnn retrophar en tonsillen (kan evt leiden tot snurken), bij kat en mens evt<br />

met fistelvorming (bij rund nooit); bij uitgebreide longTB bij rund soms hoesten;<br />

sterk vergrote mediastinale lnn met uitgebreide verkzaing, kunnen op oesophagus<br />

drukken ( tympanie); verweking v lnn(niet bij rund) en bronchopneumonische<br />

haarden door vermenging v kaas met bronchusslijm ( leidt tot echte cavernen;<br />

niet bij rund, wel bij oa geit); ook TBC van andere organen<br />

diagn mbv microsc aantonen zuurvaste staafjes (ziehl-neelsen; uit sputum),<br />

PCR(alleen in ziekenhuizen toegepast), proefdierenting of kweek; klin nooit met<br />

zekerheid te stellen (grote DDx!); Tuberculinetest: allergische reactie op extracten<br />

v TBC-bact (tuberculine is geen toxine); bij rund wordt op 3 manieren<br />

tuberculine-allergie vastgesteld: 1) oftalmoreactie, 2)subcutane tuberculinatie,<br />

3)intrdermale tuberculinatie; bij paard mn 3), maar bij paard meer en sterker<br />

aspec reacties dan bij rund; bij varken aan voorrand v oor (dorsaal); bij mens met<br />

Pirquetreactie<br />

DDx: TBC is chron; andere chron oorzaken: a pyogenes, broncheolitis met<br />

longemfyseem, longnecrose tgv fusobact necroph., vermineuze bronchitis en<br />

bronchopneumonie;<br />

Ther: elimineren v zieke dieren; bij mens PAS in combi met INH; bovine TB in<br />

NL uitgeroeid<br />

besmettingen met atypische (anders dan tuberkelbact) mycobacterien: oorzaak v<br />

chron abcederende pneumonie, lymfadenitis of ulceratieve huidaandoeningen bij<br />

mens; veroorz bij dieren vertraagd type overgevoeligheidsreactie tov tuberculine;<br />

voorzichtigheid ivm overbrengen mogelijke resistentie op tuberkelbact, aangezien<br />

atypische bact vaak resistent zijn tg tuberculostatica;<br />

rookintoxicatie: combi v inhalatie hete gassen, toxische gassen(chloride, SO2, N2O,<br />

NH4, alcoholen, aldehyden en CO), roetpartikels en evt CO; stoom kan dieper gaan;<br />

verschijns trden vaak verlaat op: dyspneu, hypoxie en verschijns v longoedeem, later<br />

27


evt compl met pneumonie; diagn mbv lich ond, bloedgasbepalingen; ther gericht op<br />

vrijhouden v luchtweg, evt intuberen, zuurstoftoediening en rust; AB bij sec infectie,<br />

bij paard met rookinhalatie direct cortico’s (anders sterk longoedeem)<br />

CO-intoxicatie: CO bindt zeer sterk aan Hb belemmert zuurstoftransport <br />

ernstige hypoxie (geen cyanose, want CO-Hb ook rood); bloedgasbepalingen zijn<br />

misleidend, diagn mbv HbCObepaling; therapie: 10%zuurstof (verkort halfwaardetijd<br />

CO) en evt beademen; resterende hersenbeschadigingen komen bij tijdige therapie<br />

vaak nog goed<br />

Pleura en mediast:<br />

Pleura onder te verdelen in pleura parietalis, pleura visceralis en mediastinum<br />

(=dubbellaag v pleura met daarts bw)<br />

Bij volw paard is mediastinum vaak onvolledig links en rechts staan met elkaar in<br />

verbinding; NIET bij rund en varken!!<br />

Honden en katten hebben incompleet of fragiel mediast; bij katten vaker compleet dan<br />

bij honden<br />

Eenzijdige vochtophoping of pneumothorax alleen als passage dr mediast is verhinderd<br />

Geen open verbinding tss pleurale ruimte en mediastinale ruimte met daarbij behorende<br />

perivasc en peribronch losmazige bw; bronchiaal ruptuur leidt in 1 e instantie tot<br />

pneumomediast en niet tot pneumothorax!<br />

Blebs= loslaten v membr door ophoping lucht/vocht; bullae= uitstulping v membr;<br />

filamenteus=bx-bruggetjes tss 2 membr<br />

pneumothorax (niet bij vogels hebben geen diafragma): vaak door trauma op<br />

spontaan tgv doorbreken bullae en blebs; bij perforerend trauma met lucht nr binnen<br />

open pneumothorax, is lucht afk v luchtwg of tarchea gesloten pneumothorax;<br />

tesnie pneumothorax = drukopbouw in pneumothorax tgv ventielwerking (niet bij<br />

paard en LH); long kan thoraxwand onvold volgen compressie-atelectase <br />

verstoring longdynamica, verkleining longcapaciteit en verstoring V/P in betrokken<br />

deel; ook belemmerde veneuze return nr hart; bij katten vaak door bukskogeltjes<br />

gesloten thorax;<br />

verschijns: snelle pompende ademhaling (pendelend), niet willen liggen, geen<br />

vermogen om inspanning te leveren; in ernstige geavllen cyanose en andere<br />

verschijns v hypoxie (ataxie, angst); verhoogde temp door verhoogde ademh; bij<br />

open pneumothorax ook vaak subcutaan emfyseem<br />

diagn mbv klin beeld, auscultatie (geen longgeluiden hoorbaar), opvallend hoge<br />

toon bij percussie; open: klin ond + wondinspectie; gesloten: klin ond + rontgen<br />

DDx: hernia diafragmatica<br />

Ther: SPOEDGEVAL! Open: wond verzorgen, aa<strong>nl</strong>eggen afsluitend drukverband<br />

en afzuigen pleuraalholte; evt correctieve chirurgie; tensie: onmiddellijk afzuigen<br />

v lucht uit pleuraalholte; punctie v afzuiging dors in 8 e i.c.r; gesloten: rust, anders<br />

28


afzuigen, maar meestal resorbeert lucht binnen 2wk na sluiten v lekkage; indicatie<br />

voor thoraxdrainage en afzuigen afh v klin toestand patient! bij nog eten en<br />

drinken hoeft geen afzuigen; bij meer dan 3x p/dag afzuigen is permanente drain<br />

beter; bij recidiverend/persisterend chirurgische correctie; PAS OP bij anesthesie<br />

bij chirurgie: door beademing kan tensiepneumothorax geinduceerd worden<br />

Progn: zonder compl gunstig; aanwezighd blebs = ongunstig en geeft grote kans<br />

op recidief; bij open kans op infectie (pleuritis)<br />

Pleuritis/serositis: sereus, fibrineus, purulent of hemorrh; bij grote huisdieren vaak<br />

(sero)fibrineus, bij GD meestal purulent; in acute stadium hyperemie en<br />

bloedinkjes met ruf, dof en ondoorschijnend oppvl door afzetting fibrinelaagje;<br />

kan restloos genezen, maar bij veel fibrine vaak ingroei v fibroangioblweefsel<br />

vanuit submesotheliale bw bw-vorming met evt verklevingen; pleuritis treedt<br />

op in verloop v pneumonie, tgv corpora aliena in oesophagus/netmaag, bij<br />

uremie(dan necr met kalkneerslag), bij TBC (mn hond/kat, met ophoping v veel<br />

sereus vocht in lichholten);<br />

-bij rund ook nischenpericarditis/pleuritis filamentosa: mn in intercost ruimten bij<br />

ribwanden, in banen op interlob septa en langs randen v hoofdkwabben, met<br />

aanwezighd granulatieweefsel; vrij zelden; bij jonge dieren vaak in combi met<br />

(broncho)pneumonie;<br />

-bij paard ook door verslikpneumonie of na vervoer over grote afstanden, als compl v<br />

virusinfectie luchtwg, bij veulens tgv e coli-serositis, in verloop v migrerende<br />

ascariden-larven, bij verwonding met perforatie; bij paard niet frequent!:<br />

- bij GD door FIP (coronavirus kat; met helder, geel, visceus vocht in holten en fibr<br />

exsudaat op peritoneum met daaronder vaak necrose of prolif ontst); purulente<br />

pleuritis door oa Nocardia en actinomyces spp: slepend met exsudaat in thorax en<br />

op pleura (vlokkig, hyperemisch, proliferatief; in exsudaat zwavelkorreltjes)<br />

- bij varkens vaak als slachtbevinding, wrsl door a pleuropneumoniae; bij biggen 1-<br />

8 wk ook bij polyserositis door vrsl agentia (m hyorhinis, h parasuis); ook tgv<br />

doorbraak long- /lever oid-abces (dan vaak purulent)<br />

pleuritis die ontstaat tgv sepsis of pneumonie is meestal (sero)fibrineus; karakter kan<br />

veranderen in verloop: fibrineus humida chronica; purulente pleuritis begint<br />

exsudatief maar wordt zelden chron doordat dier overlijdt;<br />

verschijns: afh v primaire oorzaak; kan bij rund eenzijdig blijven door sterk ontw<br />

mediastinum; vaak 3 stadia:<br />

1) pleuritis sicca: acute stadium, met fibrinevorming; koorts, te freq ademh, ook<br />

oppvl; paarden tonen pijn; stijf lopen, liefst stil blijven staan; rund kreunt en wil<br />

niet liggen; onderdrukte hoest, weinig eetlust; kraken bij ausc, percussie doet pijn;<br />

hoge pols; bij varkens hondenzit<br />

2) pleuritis humida: ophopen serofibrineus exsudaat in pleuraholte; ademh wordt te<br />

abdominaal; onderdrukte hoest; eerst verzwakte ademh, later ventraal niet smeer<br />

te horen door vocht; bronchiaal ademen bij overgang luchthoudendvocht/atelectase;<br />

dors verscherpt ademen (ter comp); ventr te hoge begrenzing<br />

longveld; ontw v afwijingen circ-app: verminderde intensiteit harttonen, stuwing<br />

venen, oedeem;<br />

29


3) pleuritis chronica: resorptie v vocht, organisatie fibroangioblweefsel en<br />

bwvorming, vaak met pleura-longadhesies; te freq en oppvl ademh; verzwakt<br />

ademen, gedempte percussie;<br />

bij purulente pleuritis (die evt chron wordt) vermagering, koorts, te abd ademh enausc<br />

als bij 2), bij percussie ventr demping;<br />

diagn mbv klin beeld, rontgen, echo, bloedond (peracuut leucopenie, later<br />

leucocytose), thoraxpunctie, kweek vverwekker voor evt bijstellen v therapie<br />

ther: drainage op exsudaat te verwijderen, spoelen en aansluitend evt AB in<br />

pleurale holte; ABkuur (als punctaat stinkt AB dat ook werkzaam is tegn<br />

anaerobe kiemen); infusen om toestand te verbeteren; NSAIDs om gevolgen v<br />

geresorbeerde toxinen te verminderen<br />

progn: afh v aard en verwekker, meestal matig-slecht; bij aanwezighd anaerobe<br />

bact zeer slecht;bij overleven acute fase , is progn beter (wel achterblijvende<br />

groei); paarden kunnen herstellen v acute pleuritis, bij veulens echter dubieus;<br />

ontstaan circulatoire probl zijn ongunstig, evt gecompl met toxinemie (door<br />

resorptie v toxinen), laminitis, degeneratie parenchym; bij run dis ther vaak niet<br />

economisch verantwoord<br />

hydrothorax, chylothorax en hemothorax:<br />

- hemothorax bij varken: tgv trauma bij bloedpunctie<br />

- hydrothorax en hemothorax zelden bij rund/paard; tgv aandoeningen circ-app of<br />

hypo-alb; trauma<br />

- niet algemeen ziek, itt bij pyothorax of pleuritis humida; wel dyspneu of lijden<br />

door prim oorzaak<br />

diagn mbv auscultatie en percussie, punctie in dempingsveld<br />

ther: verminderen hoeveelhd vocht mbv punctaat, bij verslechtering exploratieve<br />

thoractomie (GD); bij GD wordt bloed in pleuraalholte vrij snel geresorbeerd;<br />

traum hemothorax kan restloos hersteelen bij tijdig ingrijpen met drainage en<br />

stoppen prim bloeding<br />

DDx: alle aandoeningen gepaard gaande met vloeistofophopingen<br />

Circulatie<br />

Hart<br />

-aangeboren afwijkingen:<br />

peritoneo-pericardiale hernia hond/kat(PPH): = open verbinding tss buik-<br />

en pericardholte; verschijns kunnen pas op latere lft komen; bij plaatselijk<br />

ontberekn v hart kan herniering v hart optreden, gevolgd dr afsnoering v<br />

myocard en infarcering; optredende veranderingen worden mn bepaald dr<br />

diastolische dysfunctie en optreden v ileus;<br />

verschijns: sterk varierend: geen tot dyspneu en ileus<br />

diagn mbv klin beeld, klin ond, wel/niet afwijkende plaats ictus cordis en<br />

afwijkende demping in ventr thorax zijn suggestief; hartausc evt BB; bevestigen<br />

met rontgen met bariumcontrast: darmlissen in vergrote hartschaduw<br />

30


DDx: hernia diafragmatica, pericardovervulling, decompensatio cordis<br />

Ther: sluiten v defect met operatie<br />

Zonder compl is herstel mogelijk<br />

persisterende ductus arterisosus Botalli hond (PDAB): bij blijvende open verbinding<br />

tss aorta en a pulm; normaal sluiting dr contractie v spierweefsel in wand v vat oiv<br />

bradykinines, PGF’s en lage pO2; bij ontbreken v muscularis geen sluiting; vaak links-rechts<br />

shunt, dreigt art bloeddrukdaling en krijgt l hart neurohormonale signalen --><br />

volumebelasting LV --> isotone hyperfunctie --> hoge polsdruk, abnormaal groot<br />

bloedvolume in lomgvaatbed --> linksdecompensatie, hemodynamische gevolgen en<br />

pulmonale hypertensie; aantal hondenrassen met aa<strong>nl</strong>eg voor PDAB, vaker bij vr dan<br />

mannelijke dieren; staat op nr 2 (achter subvalv AS)<br />

verschijns: vanaf ong 2jr; zwakte in achterpoten, verminderde<br />

inspanningstolerantie of flauwtes<br />

diagn mbv lich ond: afwijkende pols, fremitus in 3 e en 4 e i.c.r links onder<br />

boeglijn; zeer luide souffle op aorta en pulmonalis, systolisch geluid op mitralis<br />

en tricuspidalis; op rontgen hyperemie logen met vergroting LA en LV; vaak<br />

verbreding arcus aortae thv ductus<br />

DDx: andere Avshunts, aorta-insufficientie, mitralisstenose<br />

Ther: sluiten v buitenaf met ligatuur of v binnenuit mbv stalen spiraaltje in<br />

ductus; kans op compl : scheuren ductus of doorschiten spiraaltje nr a pulm<br />

Progn: volledig herstel mogelijk bij ingreep op lft turbulentie distaal v obstructie (--> poststenotische dilatatie truncus pulm); bij<br />

ernstige stenose rechtsdecompensatie; staat op nr 3<br />

verschijns: soms fremitus; geeft zelden probl op jonge lft<br />

diagn: klin ond: verhoogde veneuze druk, vergrote ictus rechts, links fremitus in<br />

2 e -3 e i.c.r; bij ausc rauw syst zgn stenosegeruis (4/6 of luider) met p.m in<br />

klepgebied v pulmonalis; rontgen: verbrde v cava, vergroot rechter hart, matig<br />

doorbloed longveld, uitbochting v hartschaduw op dorsoventr opname thv a pulm<br />

(= pulmonalisknop); echo: sterke rechtshypertrofie en drukgradient (=meest<br />

praktische manier)<br />

DDx: rechtshypertrofie ook bij tetralogie v Fallot, omgekeerde PDABshunt,<br />

dirofilariasia en longtrombose/ andere oorzk v toegenomen longweerstand; syst<br />

souffle ook bij tetralogie, mitalisinsuff(MI), tricuspidalisinsuff(TI), AS en<br />

dirofilariasis<br />

Ther: dilatatie mbv balloncatheter via grote vene of operatief<br />

Prog: afh v drukgradient: normale levensverwachting,<br />

bij hoger slecht<br />

aortastenose (AS) bij hond: = vernauwing in uitstroombaan v LV en/of stam v<br />

aorta; congenitaal ( door verkleefd blijven v randen semilunaire kleppen, te nauw<br />

31


zijn v aorta desc of v uitstroombaan onder kleppen) of verkregen (door gevolgen v<br />

endocarditis of hypertrof cardiomyopathie); op 3 niveau’s: subvalvulair, valvulair<br />

of supravalvulair; om vold SV te handhaven isometrische hypertrofie LV (kan<br />

leiden tot coronaire insufficientie of aorta-insuff door klepaantasting dr toegenomen<br />

stroomsnelheid v stenose of poststenotische dilatatie) --> linksdecomp; mn bij hond<br />

(newfoundlanders; subvalv vorm: belemmerde bloedejectie LV dr fibreuze ring<br />

onder aortakleppen) en varken<br />

verschijns: in begin meestal niet of polyfagie zonder dikker worden; flauwtes bij<br />

heftige inspanning/emotie<br />

diagn: klin ond: zwakke pols, links heftige ictus over vergroot gebied en evt<br />

fremitus 4 e i.c.r; syst geruis (4/6 of luider) op alle kleppen, p.m op aorta; op<br />

thoraxfoto vaak geen afwijkingen; echo<br />

DDx: pulmonaalstenose (PS)<br />

Ther: geen; slechte porgnose; vaak plots sterfte<br />

VSD bij hond en kat: = opening in ventrikelseptum, waarbij tijdens iedere<br />

contractie bloed v links nr rechts stroomt (dr links hogere druk), volume v deze<br />

bloedstroom afh v viscositeit, drukgradient en grootte defect; leidt tot isotone<br />

hyperfunctie LV (volumebelasting); grote hoeveelhd bloed in longbed --> hogere<br />

weerstand in longen --> drukbelasting RV (isometr) en pulm hypertensie --><br />

oedeem; als hypertensie heel hoog wordt, kan shunt omkeren (rechts-linksshunt) --><br />

cyanose; bij grote septumdefecten kan direct na geboorte decomp optreden tgv<br />

linkre hartfalen; regelm bij hond,kat (nr 1), paard en rund<br />

verschijns: geen; evt groeiachterstand, verminderd uithoudingsvermogen, cyanose<br />

bij groot defect<br />

diagn: klin ond: rechts fremitus; op alle kleppen syst bijgeuris met p.m op<br />

tricuspidalis; echo en rontgen(dan mis je kleine defecten)<br />

DDx: AS, PS, MI, anemie<br />

Ther: operatief dmv aanbrengen band om a pulm of sluiten defect(open<br />

hartchirurgie, niet overal in EU uitgevoerd); kleine defecten kunnen spontaan<br />

herstellen (defect groeit niet mee met rest v dier)<br />

tetralogie v Fallot (TF) bij hond: omvat VSD, PS (rechtshypertrofie),<br />

rechtsverplaatsing aorta(veneus bloed in circulatie --> cyanose) en hypertrofie RV;<br />

leidt tot hypoxie beenmerg --> afgifte renaal EP --> stim erytropoese --><br />

polycytemie met hogere visc bloed; vrij zeldzaam; slechte prognose: nooit bij<br />

honden >8mnd; in vele gradaties (erfelijke basis is multifactorieel);<br />

verschijns: slecht uithoudingsvermogen, achterblijven in groei, cyanose; mn bij<br />

pasgeborenen --> dieren worden niet oud<br />

diagn: klin ond: cyanose die toeneemt bij inspanning; fremitus rechts en/of links<br />

op resp tricuspidalis of pulmonalis; syst geruis met p.m op pulm/tricusp kleppen;<br />

echo<br />

ther: open hart chirurgie, mogelijkhed beperkt<br />

progn: niet vold ervaring om prognose te geven<br />

32


- verkregen aandoeningen:<br />

pericardovervulling(POV): = aanwezighd v abnormaal grote hoeveelhd vloeistof<br />

oid; vaak tgv pericarditis met exsudatie en verstoord evenwicht tss resorptie en prod<br />

v vloeistof(vaak idiopathisch); hydropericardium --> teveel waterachtige stof, tgv<br />

stuwing of hypoproteinemie (oa door toxinen die endotheel aantasten, leverafw);<br />

hemopericardium --> bloed in pericard, tgv ruptuur myocard/vaten of v linker<br />

beozemwand (door endocardiose, klepinsuff, necr endocarditis dr uremie ogf<br />

hemangiosarcoom; bij vogels dr intoxicatie sulfa-verbindingen tg coccidiose, wat<br />

leidt tot stollingsstoornissen en druk op hart--> belemmerde diastole =<br />

harttamponade);<br />

- bij hond: belangr oorzaak rechter hartfalen; door ruptuur RA, aanwezighd<br />

neoplasien in hart of tgv idiopathische hemorrh cardiale effusie (=ophoping;<br />

bouwt zich geleidelijk op)<br />

verschijns: afh v achterliggende oorzaak; verminderde inspanningstolerantie, PU,<br />

diarree/toegenomen buikomvang<br />

diagn mbv klin ond: snelle, zwakke pols, verhoogde CVP; minder duidelijke ictus<br />

cordis, gedempte toon bij ausc, vergrote absolute hartdemping bij percussie;<br />

rontgen: zeer grote hartschaduw met verbrede v cava; echo om overvulling te<br />

bepalen<br />

DDx: congestieve cardiomyopathie, hypoproteinemie, obstructie v cava caud,<br />

levercirrose, constrictieve pericarditis<br />

Ther: verwijderen vochtophoping dmv percutane punctie pericard on der alg<br />

anesthesie (risicovol; bij compl thoracotomie); zonder herstel pericardresectie of<br />

fenestratie; diuretica = contra-indicatief --> verminderen vulling v hart<br />

Progn: afh v primaire oorzaak; bij neoplasie slecht<br />

pericarditis: mn bij rund en varken; veel exsudaat belemmert hartwerking, mn<br />

diatolische dysfunctie; hoe meer exsudaat, hoe minder harttonen hoorbaar; meestal<br />

(sero)fibrineus; door fibrine ontstaat sponsachtig weefsel --> belemmert<br />

voortgeleiding harttonen; CVP stijgt door belemmerde diastolische vulling; ter<br />

comp neemt freq toe; later ingroei fibroangioblweefsel in fibrine --> bw, wat kan<br />

leiden to vergroeiing tss peri- en epicard --> brides; bij vogels pericarditis tgv<br />

afzetting uraten bij jicht (pericarditis urica)--> wit neerslag op epi- en pericard en<br />

andere sereuze vliezen; bij papegaai/parkiet ook bij psittacosis); als er ook gas zit,<br />

hoor je klotsend geluid: bruits de glou glou en andere percussietoon (tympanisch op<br />

enkele plaatsen)<br />

- bij rund: mn door scherp; ook bij infceties (fibrineus; clostr chaubvoei, p<br />

hemolytica); samenstellin inh pericardholte afh v bact die met corpus alienum<br />

meekomen; bij a pyogenes ook etter en pus; kan leiden tot veneuze stuwing --><br />

HMV daalt --> afname glomerulaire filtratie --> aldosteron stijgt--> water- en<br />

zoutretentie --> toename ECV en stuwing --> oedeem (centraal)<br />

verschijns: alg ziek, afname eetlust en melkprod, voorzichtig bewegen, pijn in<br />

thorax, verhoogde temp, evt oedeem, hoge pols; bij ausc intensiteit en<br />

L:Rverhouding veranderd, met wrijvingsgeluiden--> kraken, knisteren, mn tijdens<br />

33


systol een synchroon met hartactie; hart pij<strong>nl</strong>ijk bij percussie; ellebogen nr buiten;<br />

abnormaal longveld dr vergroot hartezakje; evt ophoping exsudaat in thorax<br />

diagn mbv klin ond<br />

DDx: erg typisch! Bij p hemolytica ook polyserositis en pneumonie; endocarditis<br />

met hyrdothorax; thymussarcoom; longabces; pleuritis humida; IBL<br />

(veewetziekte bij run)<br />

Ther: geen--> euthanasie<br />

- bij varken: infcetieus, hematogeen of vanuit pleura/longen; dr streptococcus suis,<br />

m hyorhinis, h parasuis (allen fibrineus; bij zogende en gespeende biggen; ltst mn<br />

op bedrijven waar agen sopnieuw wordt geintroduceerd); a pleuropneumoniaeu<br />

in verloop v hemorrh necr pleuropneumonie; kan volledig herstellen, maar<br />

meestal vorming brides --> belemmert diastolische vulling --> hartfalen; vaak<br />

toevalsbevinding bij slacht<br />

verschijns: in begin alg ziek, minder eten en achter in groei; evt sterfte; milde resp<br />

verschijns tgv m hyorhinis of h parasuis (abd ademh); bij a plerurpneum. ernstige<br />

dyspneu; in chron stadium achter in groei en verminderd uithouidngsvermogen<br />

diagn alleen bij sectie, BO vaak teleurstellend<br />

DDx: pericarditis tgv streptoc, erysipelothrix rhusipathiae, e coli<br />

Ther: AB (koppelmedicatie) via voer/drinken<br />

Progn: chron: verminderde waarde slachtdier --> euthanasie; voor overige dieren<br />

goede prognose<br />

hartfalen: = zodra hart niet meer in staat is bij normale veneuze druk organen v o2<br />

te voorzien; hart dient normaal vold drukgradient in stand te houden over vaatbed,<br />

maar vaatbed longen mag niet blootstaan aan continue drukbelasting;<br />

links=drukpomp, rechts=volumepomp; tekortschietende pompfunctie --><br />

bloeddruk daalt--> verhoogde activiteit adrenerge syst--> vasoconstrictie (met<br />

redistributie v bloed) en stim hart --> HMV stijgt (door toename preload en door<br />

toename contractiliteit) en verhoogde perifere vaatweerstand--> verhoging art<br />

bloeddruk en vermindering nierdoorbloeding --> oligurie en retentie water en<br />

zouten, stim RAAS --> stijging ECV (deze regulatie verloopt langz dan<br />

vasoregulatie!--> vullingsdruk en daarmee SV stijgen nog meer) door<br />

arterioloconstrictie en zoutretentie en toename Naresorptie prox tub; forward<br />

failure = t elang doorgaan v nier met retentie --> longoedeem en neiging tot<br />

retentie v water oiv circulatievertraging in niermerg en door ADH, ook<br />

hypokaliemie door sec aldosteronisme --> hartritmestoornissen; oorzaken:<br />

myocarditis en cardiomyopathie:<br />

myocarditis: primair dr infectieziekte (MKZ (nonpurulent-tijgerhart), parvo pup<br />

hondenziekte, paardeninfluenza, virusarteritis of infectieuze anemie paard, african<br />

horse sickness, encephalomyocarditis varken en salmonella gallinarium,<br />

trypanosomiasis hond, toxoplasmose kat) of sec-metastatisch vanuit tromboendocarditis<br />

of elders trombosen; bij rund met linker endocarditis purulente<br />

ontsthaarden in hartspier; emboli veroorz in hartspier mn anemische infarcten, die<br />

dof of lichter v kleur zijn met vaak hemorrh zoompje; plaats v vastlopen beplaat<br />

34


effect op functie v hart; emboli kunnen verbindweefselen; bij konijn en knaagdier<br />

tgv corona, pateurella, tyzzer’s disease en enceplatizoon cunuculi<br />

mycarditis bij hond: gaat vaak samen met ontst hartkleppen, vaak zonder<br />

verschijns<br />

verschijns: verminderd uithoudingsvermogen, bij ernstige gevallen oook toename<br />

buikomvang door ascites en dyspneu; onregelm pols, evt verhoogde temp<br />

diagn mbv lich ond en ECG (voor aard onregelm pols)<br />

DDx: intoxicatie, cardiomyopathie en andere oorzk v aritmieen<br />

Ther: anti-aritmica en AB; porgnose onzeker (oorzaak vaak niet duidelijk)<br />

Myocarddegeneratie: vrsl vormen: 1)hydropisch, 2)vettig en 3)hyalien-schollig;<br />

ad 1) hartspier bij sectie bleek en dof op sneevlak; revers<br />

Ad 2) ophoping lipden in spiervezels, bleek en dof op sneevlak en gelige<br />

kleur;revers ad3) irrevers; verlies dwarsstreping, structuurloos, uiteenvallen in<br />

brokken en schollen; bij overleven opruiming vervallen cellen en bw --><br />

dystrofie, komt voor als ond v nutrtionele myodegenaratie (mn jonge dieren) --><br />

kunnen plots sterven aan “white muscle disease” door tekorten aan anti-oxydanten<br />

--> massale radicaalvorming door auto-oxidatie v onverz VZ; kan gepaard gaan<br />

met hepatosis dietetica en geelvetziekte; bij herkauwer in verloop v MKZ<br />

cardiomyopathie: = myocardaandoeningen met idiopathische oorzaak, progressief<br />

verloop; prim of sec; bij rund wrsl erfelijk (red holstein-gen), bij paard dr<br />

myocarditis; 3 vormen belangr: 1) hypertrofisch, 2) congestief/dilatatief, 3)<br />

restrictief; dikte v hartspier oa bepaald dr mate v rigor na dood --> postmortaal<br />

lastig onderscheid 1 en 2; bij foet/neonaat is wanddikte RV=LV;<br />

ad1) hypertrofie (verdikking) of hyperplasie (vermeerdering) bij meer arbeid dan<br />

normaal, hetzij door meer volume hetzij dr grotere afterload(isometr hyperfunctie);<br />

leidt tot concentrische hypertrofie --> afronding vorm; microsc hypertrofie,<br />

verstoorde organisatie en degeneratieve veranderingen hartspiervezels met interstit<br />

fibrose; verdikking myocard --> verminderde compliantie ventrikel --> diast<br />

dysfunctie; ook obstructie uitstroombaan door hypertrofie --> versnelde bloedstroom<br />

en meezuigen v slip mitralis; trage bloedstroom in atrium kan leiden tot trombose; mn<br />

bij katten, vleeskippen(sudden death-syndroom) en hond (muv doberman en cockers)<br />

ad2) syst dysfunctie; decomp met dilatatie --> excentr hypertrofie LV of alleen<br />

dilatatie; geringe contractiliteit --> daling Part --> RAAS; insuff Avkleppen dr<br />

afwijkende papillairspierfunctie en dilatatie ventrikel --> (oa) longstuwing; mn bij<br />

varken, kip(amper longoedeem, maar vaker hydrops ascites = verschijns hartfalen),<br />

hond, fret<br />

ad3) fibrosering en verdikking v endocard LV --> verhoogde einddiastolische druk<br />

(rek eruit) --> diastolische dysfunctie zonder hypertrofie; alleen bij kat<br />

35


congestieve cardiomyopathie hond/kat: bij hond mn congestief met syst<br />

dysfunctie, mn bij grote rassen en reuen; kan sec zijn aan endocriene<br />

ziekten(hypo- en hyperthyreodie, hyperadrenocorticisme), metabole oorzaken<br />

(carnitinedef) en intoxicaties (lood, ethanol)<br />

verschijns: verminderd uithoudingsvermogen, flauwtes, hoesten, ascites; zwakke,<br />

snelle en onregelm pols; bleke sv, verlengde CRT, duidelijke ictus cordis,<br />

vergrote hartdemping; kan overgaan in acuut hartfalen --> erge dyspneu en<br />

bloederig schuim uit bek en neus (longoedeem)<br />

diagn mbv klin ond en anvullend: achocardiografie<br />

DDx: decompensatio cordis wegens klepsclerose of pericardovervulling<br />

Ther: bij acuut hartfalen: diureticum(furosomine) en o2 i.v.;aanvullende medicatie<br />

(dobutamie, hydrazine, ACEremmers, digozine); bij chron cardiomyopathie:<br />

digoxine, evt met ACEremmer<br />

Progn: ongunstig; beschadigingen zijn irrevers, maar hartfunctioneren kan mbv<br />

medicijnen worden verbeterd; dilatatieve cardiomyopathie vaak eindstadium<br />

Cardiomyopathie en trombo-embolie bij kat: 3 vormen: 1) congestatief/dilatatief,<br />

2) hypertrofisch(meest voorkomend) en 3) restrictief(zeldzaam); ad1) lijkt strek<br />

op bij hond;syst dysfunctie; ad 2 en 3)diast dysfunctie;<br />

vaak compl met trombo-embolie v mn art iliaca of a femoralis; verschijns afh v<br />

plaats en mate v afsluiting, maar vaak ernstig: hevig epijn, later spierkrampne en<br />

parese en paralyse achterpoten; poot is koud en heeft geen pols meer; slechte<br />

porgnose<br />

congestieve cardiomyopathie bij kat: komt wienig voor, mn bij oosterse<br />

kortharen, geen geslachtsvoorkeur, bij alle lft;<br />

verschijns: lusteloos, dyspneu, diarree; onregelm pols (vaak atriumfibrillatie),<br />

zwakke ictus cordis (dr liquothorax), syst geruis bij ausc in gebied v<br />

mitraalkleppen; slechte turgor en hypothermie<br />

diagn mbv klin ond en aanvullend: ECG en echo<br />

DDx: andere vormen v hartfalen<br />

Ther: diuretica en digoxine, evt dobutamine en ACEremmer; wrsl dr tekort aan<br />

taurine --> taurine toedienen bij voer<br />

Progn: zonder compl gereserveerd, anders slecht<br />

hypertrofische cardiomyopathie kat: door verminderde compliantie LV tgv onvold<br />

relaxatie ventrikel(lusitropie) of anatomische afwijkingen; --> verkorte<br />

vullingstijd en verlenging relaxatiefase, belemmerde uitstroom uit LV tijdens<br />

hyperdynamische ejectie door verdikte and en meezuigen v slip mitralis --><br />

veneuze druk stijgt = backward failure; mn bij kat, vooral katers<br />

verschijns: lusteloos, plots dyspneu, hoge pols evt onreglm; zwakke icus, evt<br />

ascites en vergrote lever; slechte turgor, hypothermie; syst geruis bij ausc bij<br />

mitraalkleppen, onregelm hartactie<br />

diagn mbv klin ond en echo<br />

36


DDx: hypertrofie LV ook bij MI, congenitale AS, acromegalie, hyperthyreodie,<br />

idiopathische art hypertensie; dyspneu ook bij longoedeem, pneumonie of<br />

intoxicatie; diast dysfunctie ook dr POV bij FIP<br />

Ther: medicijnen die hyperdynamische ventrikel dempen: betablokkers, CAantagonisten;<br />

preventief acetylsalicylzuur om trombo-emboli te voorkomen;<br />

hartstimulerende middelen of vasodilatators zijn CONTRA_INDICATIEF!!<br />

Progn: gereserveerd en wisselend; bij trombose slecht<br />

Restrictieve cardiomyopathie bij kat: diast dysfunctie dr belemmerde vulling v<br />

hart door POV (bij FIP) of dr gestoorde relaxatie LV --> verhoogde druk LA --><br />

longoedeem en slechte oxygenatie --> verslechtering hartfunctie; mn bij katers,<br />

alle lft<br />

verschijns: anorexie, braken, plots dyspneu; verhoogde pols, som sonregelm dr<br />

uitval; evt ascites en vergrote lever; vaak syst geruis bij ausc en onregelm<br />

hartactie<br />

diagn mbv klin ond en echo<br />

DDx: congenitale AS, acromegalie, uremie, hyperthyreoidie, idiopathische art<br />

hypertensie en POV door FIP<br />

Congestieve cardiomyopathie bij fret: onbekende oorzaak; mn bij oudere fret;<br />

verschijns: lusteloos, gewichtsverlies, anorexie, dyspneu en soms slapte in<br />

achterhand; hypothermie, tachycardie, ascites; gedempte hartslag en longgeluid<br />

bij ausc;bij sectie verwijde atria en ventrikels en dunne ventrikelwanden,<br />

myocarddegeneratie, myocardnecrose en fibrosering<br />

diagn mbv klin ond en echo<br />

ther: diuretica en digoxine, evt met dobutamine en ACEremmers<br />

progn: gereserveerd; bij compl slecht<br />

moerbeihartziekte varken: hartspierdegeneratie met uitgebreide bloedingen in<br />

hartspier en fatale ventrikeldilatatie; bij sectie ook vocht in pericard en andere<br />

lichaamsholten, longoedeem en leverstuwing; degeneratieve veranderingen<br />

arteriolen in capillairen (microangiopathie) --> veroorz bloedingen en degeneratie<br />

in myocard; vitE/Se-tekort oorzaak vd acute hartdood; acute hartdood kan ook bij<br />

porcine stress syndrome of tgv erfelijke aa<strong>nl</strong>eg waardoor CA-kanalen in spieren<br />

onvold sluiten<br />

verschijns: acute strefte zonder voorafgaande verschijns, meestal bij<br />

snelstgroeiende dieren in koppel<br />

diagn pas bij sectie: hartdilatatie met bloedingen in myo- en epicard<br />

DDx: oedeemziekte, porcine stress syndroom<br />

Ther: extra vit E/Se in rest v koppel<br />

Myocardinfarct: = necrose v deel myocard tijdens leven door afsluiting vd<br />

verzorgende arterieen; mn bij varken en vogels; ook bij hyperthyreoidie bij andere<br />

diersrt; ischemie --> celbeschadiging --> ontstaan prikkelvormingscentra in<br />

grensgebieden geoznd-aangetast weefsel op basis v spontaan depolariserende<br />

37


hartspiercellen --> aritmieen; bij zeer grote infarcten ook daling HMV wegens<br />

extra afname contractiliteit;<br />

verschijns: anorexie, flauwtes, onregelm bonzende hartactie<br />

diagn mbv ECG en echo<br />

DDx: andere aritmieen<br />

Ther: anti-aritmica, op peilhouden ECV<br />

Endocardaandoeningen: onderverdelen in 1)calcinosis, 2) bloedingen, 3)<br />

endocardiose en 4) endocarditis; ad 1) kalk afgezet in endocard resp intima, mn<br />

op elastische vezels; mn bij rund (dr bep planten die binden met vitD --><br />

bevorderen Ca-absorptie in darm; dr teveel vit D) en paard (teveel vit D), bij hond<br />

met uremie (dystrofische verkalking endocard); mn in LA en LV en in begin<br />

aorta; afzetting v kalk in normaal weefsel, metastatische verkalking of<br />

calcifylaxie door verstoorde kalkstofafwisseling; ad 2) bij sepsis, verstikking,<br />

intoxicaties, tijdens agonie (bij ritueel slachten); ad 3) mn bij hond, kat en fret;<br />

knobbelige verdikking v hartkleppen dr nieuwvorming collagene vezels in<br />

spongiosa v klep en afzetting proteoglycanen, ook degeneratie v collageen in<br />

klep; bij atrium “jet lesions” = focale subendocardiale fibrose veroorz dr<br />

wervelingen v bloed; bij LH leidt klepfibrose doorgaans niet tot hemodynamische<br />

probl; ad 4) = ontst endocard; meestal aantasting kleppen (endocarditis valvularis,<br />

maar ook wand(endocarditis parietalis) of chordae tendinae(endocaditis<br />

chordalis); mn bij LH endocarditis, bij hond/fret mn klepfibrose; meestal dr<br />

verkregen aandoeningen kleppen, chordae of annulus fibrosus; bijna altijd dr bact<br />

infectie, soms parasitair, mn AVkleppen; meer in linker- dan rechterharthelft<br />

(muv rund-c pyogenes);<br />

Beschadigde kleppen--> bloed teruglekken tijdens sluitingsfase of veroorz partiele<br />

obstructie in bloedstroom --> abnormale turbulenties in bloedstroom ter plaatse--><br />

hartgeruisen<br />

Compensatie v hartlijden langs volgende wegen:<br />

1. toename sympathico-adrenerge stimulatie<br />

2. intrinsieke myocardiale aanpassing (verwijding en toename<br />

contractiekracht myocard)<br />

3. vloeistofretentie<br />

4. hypertrofie (in uitzonderingsgevallen)<br />

Zal op den duur leiden tot decompensatie: rechts--> toename CVP in RA; links --><br />

toename druk LA (en evt longoedeem)--> weerstandsverhoging in long --> belasting RV<br />

(bij peracuut verloop kan hart zichniet adequaat aanpassen --> acuut hartfalen)<br />

diagn mbv auscultatie, echo, dopplerecho<br />

mitralis insufficientie(l AV) hond, kat, fret: door onvold sluiting bicuspidaalkleppen;<br />

mn bij honden >5jr v kleine rassen en reuen; veroorz volumebelasting LV--><br />

drukverhoging LA en daling Part --> stijging ECV door RAAS--> longstuwing en<br />

drukbelasting RV<br />

verschijns: verschilt per diersrt:<br />

38


- hond: verminderd uithoudingsvermogen, kortademig, hoesten (door irritatie<br />

hoofdbronchus door vergroot LA of dr longoedeem)<br />

- kat: dyspneu door vochtophoping pleurale holte<br />

verschijns uitgedrukt in 4 klassen --> zie p 128, om na te gaan of behandeling effect<br />

heeft; vergrote ictus cordis, soms fremitis 5 e i.c.r; syst souffle op alle klepgebieden<br />

met p.m in mitralisgebied; op rontgen vergroot LA en LV en longoedeem<br />

diagn mbvklin ond en rontgen<br />

DDx: luchtwegaandoeningen zonder MI; bij MI verergeren dyspneu en hoesten ’s<br />

nachts, bij chron luchtwegaandoening vr<strong>nl</strong> na inspanning<br />

Ther: ACEremmers --> vasodilatatie en verminderde Na-retentie --> Part daalt --><br />

afname drukgradient over klep --> afname insufficientie; bij longoedeem tevens<br />

diuretica<br />

Progn: klepafwijkingen blijven bestaan<br />

Tricuspidalisinsufficientie (r AV) bij hond: mn bij hond; vaak tgv slechte functie LV;<br />

veroorz bij elke contractie teruglekken bloed in RA --> volumebelasting RV en<br />

verhoging CVP<br />

verschijns: toename buikomvang, soms diarree; vergrote lever, ascites/perifeer<br />

oedeem; soms fremitis 4 e i.c.r; syst souffle op alle klepgebieden met p.m op<br />

tricuspidalis; op rontgen verbrde v cava caud, vergroot RA en RV<br />

diagn mbv klin ond<br />

DDx: ernstige rechtsdecompensatie dr POV of falende linker ventrikel<br />

Ther: diuretica<br />

Progn: bij normale LVfunctie goed<br />

Aorta-insufficientie (AI) bij hond: incidenteel; aangeboren of sec aan bact<br />

endocarditis; veroorz volumebelasting LV en verhoogde polsdruk<br />

verschijns: verminderd uithoudingsvermogen, hoge pols, krachtige polsgolf,<br />

continu geruis op klepgebied aorta bij ausc; bij rontgen vergrote hartschaduw<br />

diagn mbv klin ond en echo og angiografie<br />

DDx: congenitale afwijkingen, functionele geruisen, hypoproteinemie<br />

Ther: klepsclerose is ongeneeslijk, ACEremmer om ernst v verschijns te laten<br />

afnemen<br />

endocarditis bij rund: = bact infectie met hematogeen transport v bact, kan via 2<br />

wegen: 1) eerst beschadiging endocard activering stollingsmechanisme, voordat<br />

bact meedoen; evt bacteremie door vasthechten v bact aan beschadigde endotheel; 2)<br />

lokaal proces trombi in circulatie trombi in en tegen endotheel geperst lokaal<br />

ontst, niet perse voorafgaande endocardbeschadiging; dr vsrl bact,maar meestal a<br />

pyogenes (bij andere dieren gram +coccen); kan zich nestelen in kleppen, op chordae<br />

of elders op endocard; alle met verval gepaard gaande processen bij rund kunnen<br />

oorzaak zijn (meestal in r hart); processen in l hart bijna altijd dr uitgezaaide haardjes<br />

vanuit long via v pulm; bij metastasen in grote circ ontw purulente nefritis en soms<br />

endocarditis v mitralis; bij bacteremie: na hechting v bact aan endotheel bedekt<br />

met fibrine (gelaagde fibrine-afzetting met toename omvang lesies; later evt bw)<br />

minder goed bereikbaar voor afweer ontstaan kolonies onder fibrine,met af en toe<br />

39


act die naar circ gaat continue/intermitterende bacteremie intermitterende<br />

tempstijging, pas later gestoorde hartfunctie; progressief proces; aktief proces <br />

steeds weer uitzaaiingen hectische temp; vaak klepontst kan leiden tot geen<br />

probl met sluiting, lekkage (insuff), stenose (wel sluit, maar bloed kan erlangs<br />

stromen) of beide;<br />

verschijns: ziek dr bacteremie; hectische temp, hoge pols (ter comp en koorts), evt<br />

decomp r hart: veneuze stuwing, oedeem; linksverschuiving bloedbeeld, stijging<br />

TE, daling albumine, verhoogde gamma-glob; souffle (niet altijd; intesiteit afh v<br />

stroomsnelheid, maat v opening en visc bloed), vaak crescendo-decresendo(toe-<br />

en afname in intensiteit)<br />

diagn mbv klin ond ( let wel: ook gezond rund heeft vaak syst geruis met p.m op<br />

pulmonalis; souffle heeft meerdere oorzaken: septumdefect, atriumdilatatie dr<br />

myocarditis atrium, alg decomp, ernstige anemie of dehydratie dr veranderde<br />

vicosoteit bloed): aanwezighd stuwing en venepols (alleen pathologisch bij<br />

insufficiente r AVkleppen, dan ook stenose AVring voor bloed dat v RA naar RV<br />

stroomt tijdens diastole, teruglekken v blod tijdens systole naar RA en<br />

veranderde uitstroming richting a pulm);<br />

- mogelijke bevindingen klin ond aan perifere circulatie: 1. niets: goede<br />

compensatie, 2. veneuze hypertensie met veneuze pulsatie door klepinsuff en<br />

decomp v hart ( stuwing), 3. eiwit in urine door stuwing of door aangetaste<br />

nieren dr metastasen;<br />

- bij ausc: laatdiast geruis door stenose AVkleppen, syst geruis door insuff<br />

AVkleppen of syst uitstromingsgeruis door stenose in gebied in a pulm;<br />

- verder bij ontw endocarditis:<br />

1) toename polsfreq door koorts en door comp om circ op peil te houden<br />

2) bemoeilijkte circ tgv woekeringen in hart, later decomp<br />

3) bijgeruisen<br />

4) embolische processen in lichaam; mn nieren, gewrichten en peesscheden, soms<br />

hart zelf<br />

5) veranderingen in geleiding: bij linker endocarditis kan hartspier zelf aangetast<br />

worden via coronairvaten myocarditis<br />

ther: euthanasie; eindigt altijd in de dood<br />

endocarditis bij hond: oiv mech factoren en stress; congeniatle hartafwijkingen<br />

predisponerend voor optreden, evenals abces, fistel; sec endocarditis kan tgv<br />

systemische aandoeningen (prostatitis, uremie, cellulitis, pyodermie e.d); freq in<br />

diverse kleppen analoog aan dat van klepsclerose; hematogene verspreiding v<br />

antigeen (afkomstig v endocarditis) wrsl oorzaak v ontstaan metastasen<br />

verschijns: weinig specifiek: snel moe, wisselnde eetlust, kreupel, hectische temp<br />

diagn mbv klin ond: pols kan hoger zijn og niet voelbaar, souffles; bloedond:<br />

leucocytose, bloedkweek (vaak neg) voor inzetten ABG; echo<br />

DDx: klepsclerose, congenitale afwijkingen<br />

Ther: langdurige hoge doseringen AB met verwijderen prim oorzaak;<br />

Progn: dubieus<br />

40


Aritmieen = stoornissen in prikkelvorming en geleiding; ECG noodakelijk voor<br />

bevestigen diagnose; respiratoire aritmie=sinusaritmie (tijdens ins toename, bij exp<br />

afname freq)<br />

Geleidngssysteem hart bestaat uit sinusknoo(bij uitmonding v cava cran; bestaat uit<br />

spier- en zenuwvezels en ganglioncellen; induceert hartslag en intervallen tss<br />

hartslagen), AVknoop(ligt aan rechterkant v atriumseptum en behoort functioneel tot<br />

ventrikles; van hieruit loopt bundel v his) en AVbundel;<br />

Bij paard fysiologische aritmieen<br />

Geleidingsstoornissen: AVblok, SAblok, fasciculair blok, bundeltakblok;<br />

Re-entry = inhomogeniteit v hartspier lokaal, dat leidt tot gestoorde geleiding;<br />

Bij tachycardie is vulling v hart onvold, bij bradycardie is er vaak overvulling (teveel<br />

preload)<br />

Sick sinus = onvold prikkelvorming sinusknoop afgewisseld met perioden waarbij<br />

abnormaal hoge freq wordt gezien(bradycardie-tachycardiesyndroom; bij<br />

dwergschnauzer en teckel<br />

fysiologische onregelmatigheden in hartritme bij paard: dit zijn: sinusaritmie<br />

(onregelmatigheid in activatie-intervallen v sinusknoop; bijv tgv neurovegetatieve<br />

dystonie), SAblok (prikkeloverdracht vanuit sinusknoop naar atriumspieren<br />

geblokkerd pauze in hartactie) en AVblok 2 e graad (partiele Avblokniet<br />

doorgeleiden v sinusimpulsen naar ventrikel niet alle atriumcontracties<br />

gevolgd dr ventrikelcontractie soms uitval pols dan geen 1 e , 2 e en 3 e<br />

harttoon); bij goed getraind paard moet pols 30min na arbeid weer normaal zijn;<br />

aritmieen verdwijnen na vold arbeid<br />

geen verschijns<br />

diagn mbv pols + auscultatie, maar daarbij geen onderscheid tss<br />

sinusaritmie en AV-blok;<br />

brady-aritmieen bij hond: = freq 160/min, bij dwergrassen >180/min, bij pups<br />

>220/min; boven deze freq is er geen toename meer v HMV (zelfs afname); dr<br />

neurohormonale medicijnen en pathologische oorzaken di ehoge freq oproepen;<br />

41

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!