zelfvertrouwen in de lespraktijk - Netty Gelijsteen

More documents

Recommendations

Info

6.2 Eindconclusie Het instrument mag niet worden beschouwd als uitputtend. Maar het verschaft in de discussie en bespreking van de score inzicht hoe belangrijk de gedachten van de docent zijn voor het zelfvertrouwen van de leerling. Drie docenten hebben mij vertelt dat het onderzoek hen meer vertouwen in zichzelf heeft gegeven. Rechtvaardiging van dit onderzoek kan gevonden worden in de uitslagen van de Geldertest. De leerlingen scoren op hun sociale zelfvertrouwen bij de start van het jaar laag en kunnen wel een steuntje van de docenten gebruiken. Op eeen schaal van 1 tot 10 hebben de docenten een redelijke positieve bijdrage geleverd aan het zelfvertrouwen van de leerling 5,8 en de leerlingen zijn vooruit gegaan wat betreft hun sociaal zelfvertrouwen, van 5,2 naar 6,0. Uit de literatuur is bekend dat de docent op verschillende vlakken positief moet reageren en overtuigend moet zijn om de leerling te laten verbeteren. Het zou goed zijn voor de toekomstige leerlingen van onze afdeling als de uitslagen van dit onderzoek met het team werden besproken en we van elkaar zouden leren hoe we onszelf kunnen verbeteren. Met observatie in de lessen om vast te leggen wat er gebeurt, kunnen we de belangstelling voor het onderwerp warm houden. Als aan het einde van het komende schooljaar dan weer een GSV-test wordt gedaan is de positieve bijdrage van de docent op het zelfvertrouwen van de leerling wellicht hoger. Elkaar vertrouwen en met elkaar de verantwoording nemen voor het onderwijs wordt het nieuwe motto van het Ma. Daar sluit mijn onderwerp goed bij aan. 6.3 Aanbevelingen voor de implementatie Stelling zeven voor de docent aanpassen die stelling is nu „Ik hou het meest van leerlingen die er netjes uitzien en zich correct gedragen‟ hij wordt „Ik hou het meest van leerlingen die er netjes uitzien‟. Stelling drie voor de leerlingen is „De docent houdt rekening met zijn of haar vooroordelen over bepaalde leerlingen‟ en wordt „De docent houdt rekening met zijn of haar vooroordelen over leerlingen‟. De uitleg aan de leerlingen moet bestaan uit het uitdrukkelijk vermelden dat de waardering van de stellingen niet tot een beoordeling van de docent leidt maar dat het waarderen van de stellingen de docent inzicht moet geven over zijn denkbeelden en of zijn denkbeelden over de leerlingen bij de leerlingen overkomen. De uitleg aan de docenten in een teamvergadering voorafgaand aan het onderzoek moet bestaan uit een uiteenzetting over van het Pygmalion effect; het laten zien van de stellingen, de checklisten met uitleg over hoe daarmee om te gaan en het toelichten van vorm van de eindscore per docent, de zon. Er moet bereidheid zijn in het team om van elkaar te leren. De stellingen kunnen als doe-het-zelf pakket uitgereikt worden. De docent zou zelf de stellingen kunnen laten waarderen door zijn leerlingen en de uitslag zelf kunnen interpreteren en daarna bespreken in zijn team. Een tussenstap kan zijn de uitslagen afgeven aan een centrale figuur die ze uitwerkt tot een overzicht. 62
7 Implementatieplan 63
Page 1 and 2:
zelfvertrouwen in de lespraktijk de
Page 3 and 4:
Inhoud DANKWOORD 6 1 INLEIDING 6 2
Page 5 and 6:
7 IMPLEMENTATIEPLAN 63 7.1 Wenselij
Page 7 and 8:
De invloed die elke docent heeft op
Page 9 and 10:
Daarnaast moet het duidelijk worden
Page 11 and 12: 2.2 doel van het onderzoek De posit
Page 13 and 14: 2.6.5 Acties docent: invloed van de
Page 15 and 16: 3.5 Tijdsplanning 2009 April het fo
Page 17 and 18: Tielemans, J. (1999). Psychologie e
Page 19 and 20: 3.9.2 Pygmalioneffect De leraar hee
Page 21 and 22: Docenten letten meer op negatief en
Page 23 and 24: Integratieprincipe Geleidelijkheidp
Page 25 and 26: veranderen. De feedback moet snel,
Page 27 and 28: De overbelaste leerling van de aanl
Page 29 and 30: Baby‟s zintuiglijke ervaringen; m
Page 31 and 32: Hersengebieden Wat doet dit gebied
Page 33 and 34: Weinig gemotiveerde en weinig faala
Page 35 and 36: uikademhaling zorgt naast ontspanni
Page 37 and 38: Als de basisvoorwaarden van Rogers:
Page 39 and 40: Door de constatering dat vooral de
Page 41 and 42: 4.1 Doel van het interventieonderzo
Page 43 and 44: 4.6 Meetinstrumenten De twee groepe
Page 45 and 46: 4.8 Beschrijving en verantwoording
Page 47 and 48: De docent houdt het meest van leerl
Page 49 and 50: Hierboven/naast staat het model van
Page 51 and 52: meegewerkt; één docent is nog ler
Page 53 and 54: nieuwe telling van nul tot vijf pun
Page 55 and 56: worden eerst de leerlingen nummer 7
Page 57 and 58: docent 5.2.5 Verslag aan de docente
Page 59 and 60: gebleven of vooruit gegaan. De scor
Page 61: hoeveel invloed zij hebben op de le
Page 65 and 66: Derde punt. Het onderwerp van het z
Page 67 and 68: Centrale stafafdeling ICT Rob van V
Page 69 and 70: van zijn hand, evenals de directe o
Page 71 and 72: 8 Bronnen Beijaard, D., Brekelmans,
Page 73 and 74: 9 Samenvatting Vanuit de verschille
Page 75 and 76: 7. ik hou het meest van leerlingen
Page 77 and 78: kruis het vakje aan van je voorkeur
Page 79 and 80: 4. Maakt contact persoonlijk 5. Hee
Page 81 and 82: Score stellingen VMBO docent leerli
Page 83 and 84: Bijlage 6 Tellijsten 83
Page 85 and 86: de leerlingen 16. Een eerlijke verd
Page 87 and 88: Verslag VMBO docent twee V2 ll1 ll2
Page 89 and 90: zelfvertrouwen van de leerling hebb
Page 91 and 92: Bijlage 10 A t/m G Docent twee: do
Page 93 and 94: Bijlage 10C Docent vier do4 ll1 ll2
Page 95 and 96: do8 ll1 ll2 ll3 1 1 1 2 2 2 4 4 5 3
show all

zelfvertrouwen in de lespraktijk - Netty Gelijsteen

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?