zelfvertrouwen in de lespraktijk - Netty Gelijsteen
zelfvertrouwen in de lespraktijk - Netty Gelijsteen
zelfvertrouwen in de lespraktijk - Netty Gelijsteen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Als <strong>de</strong> basisvoorwaar<strong>de</strong>n van Rogers: echt, onvoorwaar<strong>de</strong>lijke aanvaard<strong>in</strong>g en<br />
empathie van <strong>de</strong> docent positief overkomen op <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g zal er een ontspannen<br />
sfeer, een veilig klimaat ontstaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas. Voor <strong>de</strong> echtheid van <strong>de</strong> docent wil ik<br />
kunnen meten of <strong>de</strong> gevoelens van <strong>de</strong> docent kloppen bij zijn gedrag of er een<br />
overeenstemm<strong>in</strong>g is tussen <strong>de</strong> gevoelens en het gedrag van <strong>de</strong> docent. De leerl<strong>in</strong>g<br />
heeft recht op <strong>de</strong> waarheid van emoties van <strong>de</strong> docent. Als <strong>de</strong> docent al boos is<br />
voor hij <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas kwam en daarna toch een vrien<strong>de</strong>lijke opmerk<strong>in</strong>g maakt, zal <strong>de</strong><br />
leerl<strong>in</strong>g dat weten te waar<strong>de</strong>ren als extra positief als <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g weet van <strong>de</strong> docent<br />
dat hij eigenlijk boos was. Het gebruiken van <strong>de</strong> ik-boodschap draagt ook bij aan <strong>de</strong><br />
overeenstemm<strong>in</strong>g van gevoelens en gedrag. De docent geeft, bij het gebruik van <strong>de</strong><br />
ik-boodschap, zijn eigen men<strong>in</strong>g. De echtheid van <strong>de</strong> docent, aldus Rogers, is ook<br />
te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> het docentengedrag of <strong>de</strong> docent zich verschuilt achter zijn<br />
docentenrol. Als <strong>de</strong> docent zich verschuilt achter die rol vertrouwt <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g hem<br />
niet. Ook dan heeft <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g geen zicht op <strong>de</strong> toedracht van <strong>de</strong> reactie van <strong>de</strong><br />
docent. De docent verbergt zijn wensen, gevoelens en emoties achter <strong>de</strong> rol die hij<br />
speelt. Dan blijft <strong>de</strong> docent voor een groot <strong>de</strong>el een onbeken<strong>de</strong>, wat niet bijdraagt<br />
aan het vertrouwen van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> docent. Voor <strong>de</strong> onvoorwaar<strong>de</strong>lijke<br />
aanvaard<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> docent wil ik meten of <strong>de</strong> docent zich bewust is van zijn eigen<br />
vooroor<strong>de</strong>len over <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g. Om <strong>de</strong> empathie van <strong>de</strong> docent voor <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g en<br />
zijn lesomgev<strong>in</strong>g te kunnen waar<strong>de</strong>ren wil ik <strong>de</strong> persoonlijke kenmerken van <strong>de</strong><br />
docent volgens Rogers gebruiken. Rogers geeft „vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> mensheid‟ aan<br />
als een persoonlijke kenmerk van <strong>de</strong> docent. Mijn gedachte is dat als een docent<br />
geen vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> mensheid heeft, hij dan m<strong>in</strong><strong>de</strong>r empathie kan opbrengen<br />
voor een <strong>in</strong>dividu, een leerl<strong>in</strong>g, of <strong>de</strong> groep waar <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g <strong>in</strong> functioneert.<br />
Een docent die onvoorwaar<strong>de</strong>lijk en zon<strong>de</strong>r vooroor<strong>de</strong>len is, beschikt, volgens mij,<br />
over voldoen<strong>de</strong> me<strong>de</strong>dogen. Hoe onaangepast het gedrag van een leerl<strong>in</strong>g ook kan<br />
lijken, een docent zal altijd beseffen dat er onvermogen achter dat gedrag van <strong>de</strong><br />
leerl<strong>in</strong>g steekt. Aangeven dat een uitspraak negatief overkomt bij an<strong>de</strong>ren en<br />
waarom dat is, geeft <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g een mogelijkheid om <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> zijn<br />
han<strong>de</strong>len. Daardoor staat, naar mijn men<strong>in</strong>g, het vermogen tot empathie van een<br />
docent recht tegenover een docent die vooroor<strong>de</strong>len heeft over <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g.<br />
Een veilige, ontspannen sfeer <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas met m<strong>in</strong><strong>de</strong>r conflicten staat, volgens<br />
Morrison en McIntyre voor spreid<strong>in</strong>g van macht tussen docent en leerl<strong>in</strong>g en<br />
emotionele aanvaard<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> docent. Of zoals Roger meent dat<br />
<strong>de</strong> docent met het aanvaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eigen emoties zijn onafhankelijkheid bewijst.<br />
De han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen gericht op <strong>de</strong> spreid<strong>in</strong>g van macht wil ik verwerken <strong>in</strong> <strong>de</strong> observatie<br />
van een les, <strong>de</strong> emotionele aanvaard<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>terventie voor <strong>de</strong> start van <strong>de</strong> les,<br />
waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> gedachten van <strong>de</strong> docent wor<strong>de</strong>n gemeten.<br />
In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken van Adams en Cohen v<strong>in</strong>d ik <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> vooroor<strong>de</strong>len<br />
van <strong>de</strong> docent. In die on<strong>de</strong>rzoeken gaat het over <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed die het uiterlijk van <strong>de</strong><br />
leerl<strong>in</strong>g heeft op het vooroor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> docent. V<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> docent dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g er<br />
vrien<strong>de</strong>lijk uitziet dan <strong>de</strong>nkt <strong>de</strong> docent dat die leerl<strong>in</strong>g ook vrien<strong>de</strong>lijk is. Als <strong>de</strong><br />
docent <strong>de</strong>nkt dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g er slim uitziet dan kan een leerl<strong>in</strong>g beter presteren,<br />
volgens het voor<strong>in</strong>genomen standpunt van <strong>de</strong> docent.<br />
In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken van Tausch en Tausch v<strong>in</strong>d ik <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van het maken van<br />
positieve verschillen tussen leerl<strong>in</strong>g. Volgens <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoeken oor<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> docent<br />
vooral negatief over <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g. De docent geeft een negatief beeld van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g<br />
aan zijn groepsgenoten. Als <strong>de</strong> docent over elke leerl<strong>in</strong>g positief is, bevor<strong>de</strong>rt dat<br />
37