zelfvertrouwen in de lespraktijk - Netty Gelijsteen
zelfvertrouwen in de lespraktijk - Netty Gelijsteen
zelfvertrouwen in de lespraktijk - Netty Gelijsteen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.18 Analyse van <strong>de</strong>ze resultaten<br />
3.19 Positieve gedachten en han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen meten<br />
Vanuit <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> bronnen blijkt dat een docent op meer<strong>de</strong>re niveaus een<br />
leerl<strong>in</strong>g positief moet stimuleren om te zorgen dat die zijn leerprestatie gaat<br />
verbeteren. Die positieve stimuli bestaan niet alleen uit <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong><br />
docent <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas doet. Van veel grotere <strong>in</strong>vloed is <strong>de</strong> gedachten van <strong>de</strong> docent.<br />
Zowel <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g als <strong>de</strong> docent nemen subjectief waar. De leerl<strong>in</strong>g bouwt daarmee<br />
zijn zelfbeeld op en <strong>de</strong> docent zijn, al dan niet positieve, beeld over <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g. De<br />
<strong>in</strong>vloed van bei<strong>de</strong> subjectieve beel<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> leerprestatie van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g is groot<br />
volgens <strong>de</strong> geraadpleeg<strong>de</strong> bronnen. Het <strong>zelfvertrouwen</strong> van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g is geholpen<br />
bij <strong>de</strong> positieve gedachten van <strong>de</strong> docent over <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g en zijn leerprestaties. Dan<br />
pas wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> acties, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> docent, door <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g gewaar<strong>de</strong>erd<br />
en dragen die acties bij aan zijn <strong>zelfvertrouwen</strong>.<br />
Het is daarom onvoldoen<strong>de</strong> om <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> docent op het <strong>zelfvertrouwen</strong> van<br />
<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g te on<strong>de</strong>rzoeken door het observeren en turven van han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen gericht<br />
op het bevor<strong>de</strong>ren van <strong>zelfvertrouwen</strong>. Ik wil daarom allereerst <strong>de</strong> positieve<br />
gedachten van <strong>de</strong> docent meten die van <strong>in</strong>vloed zijn op het <strong>zelfvertrouwen</strong> van <strong>de</strong><br />
leerl<strong>in</strong>g, op zijn prestatie en op een ontspannen sfeer, een veilig klimaat, <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas.<br />
3.19.1 De gedachten meten<br />
In hoofdstuk 12 heb ik een samenvatt<strong>in</strong>g gemaakt van een aantal relevante<br />
bronnen en dat heeft een aantal gegevens opgeleverd over <strong>de</strong> positieve <strong>in</strong>vloed die<br />
<strong>de</strong> docent heeft op het <strong>zelfvertrouwen</strong> van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g. Als ik terug kijk op <strong>de</strong><br />
aspecten uit <strong>de</strong> literatuur is het meest opvallen<strong>de</strong> aspect het zgn pygmalioneffect<br />
voor <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g. Een docent moet overtuigd zijn van <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> toekomstige<br />
prestaties van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g, van zijn potentie, en hem ook laten blijken vertrouwen <strong>in</strong><br />
zijn kunnen te hebben. De docent moet <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g aanmoedigen en beter on<strong>de</strong>rwijs<br />
aan hem geven, zoals meer variatie <strong>in</strong> aanbod. En dan is er nog geen sprake van<br />
een leerverbeter<strong>in</strong>g. De leerl<strong>in</strong>g moet eerst geloven wat <strong>de</strong> docent zegt over hem,<br />
<strong>de</strong> aanmoedig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> docent op zichzelf betrekken en het aanbod <strong>in</strong> <strong>de</strong> les<br />
accepteren en gebruiken om beter te leren. Als <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g dat allemaal accepteert<br />
en doet, dan pas past hij zijn eigen verwacht<strong>in</strong>gen aan en verbetert <strong>de</strong> leerprestatie<br />
van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g. De voor<strong>in</strong>genomenheid van <strong>de</strong> docent en <strong>de</strong> self-fulfill<strong>in</strong>g prophecy<br />
blijken uit on<strong>de</strong>rzoek een significante <strong>in</strong>vloed te hebben op <strong>de</strong> prestaties van <strong>de</strong><br />
leerl<strong>in</strong>g. De overtuig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> docent dat een leerl<strong>in</strong>g beter kan presteren is<br />
rechtevenredig aan een betere prestatie van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g. Meer dan welke acties van<br />
een docent dan ook is <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> docent bepalend voor het succes van<br />
<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g. Als <strong>de</strong> docent niet eerst <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> zijn eigen overtuig<strong>in</strong>g, zijn houd<strong>in</strong>g<br />
heeft, en <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed die dat heeft op <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g dan zal <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g niet snel<br />
verbeteren.<br />
Voor mijn <strong>in</strong>terventie betekent het dat ik <strong>de</strong> met<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gedachten van <strong>de</strong> docent<br />
mee moet nemen. Ik wil weten hoe <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> docent <strong>de</strong>nkt over <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g en<br />
zijn leerprestaties op het moment van lesgeven, zodat ik vast kan stellen hoeveel<br />
<strong>in</strong>vloed <strong>de</strong> gedachten van <strong>de</strong> docent heeft op het <strong>zelfvertrouwen</strong> van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g.<br />
Daarom wil ik <strong>in</strong>strumenten ontwerpen om <strong>de</strong> gedachten van <strong>de</strong> docent <strong>in</strong> kaart te<br />
brengen die van <strong>in</strong>vloed zijn op het <strong>zelfvertrouwen</strong> van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g.<br />
Die aspecten van <strong>de</strong> gedachten van <strong>de</strong> docent die <strong>in</strong>vloed hebben op het<br />
<strong>zelfvertrouwen</strong> van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g, v<strong>in</strong>d ik terug bij <strong>de</strong> basiswaar<strong>de</strong>n van Rogers (1973)<br />
en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken van Adams en Cohen (1974) en van Morisson en Mc Intyre<br />
(1975).<br />
36